MATTEÜSEVANGELIE : VEERTIENDE HOOFDSTUK , MT 14 -
- bijbeloverzicht -- Mt (Matteüs) -- bijbelverwijzingen -- Mt 14 -
- Mt 14,1-2 - Mt 14,3-12 - Mt 14,13-14 - Mt 14,15-21a - Mt 14,22-33 - Mt 14,34-36 - Mt 14,13-21 -

- Bibliografie - Literatuur - Liturgisch gebruik - Overzicht bijbelboeken - Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken - Overzicht van deze website -

Overzicht : Mt 1 , Mt 2 , Mt 3 , Mt 4 , Mt 5 , Mt 6 , Mt 7 , Mt 8 , Mt 9 , Mt 10 , Mt 11 , Mt 12 , Mt 13 , Mt 14 , Mt 15 , Mt 16 , Mt 17 , Mt 18 , Mt 19 , Mt 20 , Mt 21 , Mt 22 , Mt 23 , Mt 24 , Mt 25 , Mt 26 , Mt 27 , Mt 28
Bijbeluitleg - Mt 14,1-2 - Mt 14,3-12 - Mt 14,13-14 - Mt 14,15-21a - Mt 14,22-33 - Mt 14,34-36 -
- Mt 14,1 - Mt 14,2 - Mt 14,3 - Mt 14,4 - Mt 14,5 - Mt 14,6 - Mt 14,7 - Mt 14,8 - Mt 14,9 - Mt 14,10 - Mt 14,11 - Mt 14,12 - Mt 14,13 - Mt 14,14 - Mt 14,15 - Mt 14,16 - Mt 14,17 - Mt 14,18 - Mt 14,19 - Mt 14,20 - Mt 14,21 - Mt 14,22 - Mt 14,23 - Mt 14,24 - Mt 14,25 - Mt 14,26 - Mt 14,27 - Mt 14,28 - Mt 14,29 - Mt 14,30 - Mt 14,31 - Mt 14,32 - Mt 14,33 - Mt 14,34 - Mt 14,35 - Mt 14,36 -
() Mt 14,1 . () Mt 14,2 . () Mt 14,3 . () Mt 14,4 . () Mt 14,5 . () Mt 14,6 . () Mt 14,7 . () Mt 14,8 . () Mt 14,9 . () Mt 14,10 . () Mt 14,11 . () Mt 14,12 . () Mt 14,13 . () Mt 14,14 . () Mt 14,15 . () Mt 14,16 . () Mt 14,17 . () Mt 14,18 . () Mt 14,19 . () Mt 14,20 . () Mt 14,21 . () Mt 14,22 . () Mt 14,23 . () Mt 14,24 . () Mt 14,25 . () Mt 14,26 . () Mt 14,27 . () Mt 14,28 . () Mt 14,29 . () Mt 14,30 . () Mt 14,31 . () Mt 14,32 . () Mt 14,33 . () Mt 14,34 . () Mt 14,35 . () Mt 14,36 .


- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z -
- OT : Gn (Genesis) , Ex (Exodus) , Lv (Leviticus) , Nu (Numeri) , Dt (Deuteronomium) , Joz (Jozua) , Re (Rechters) , Rt (Ruth) , 1 S (1 Samuël) , 2 S (2 Samuël) , 1 K (1 Koningen) , 2 K (2 Koningen) , 1 Kr ( 1 Kronieken) , 2 Kr (2 Kronieken) , Ezr (Ezra) , Neh (Nehemia) , Tob (Tobia) , Jdt (Judith) , Est (Esther) , 1 Mak (1 Makkabeeën) , 2 Mak (2 Makkabeeën) , Job , Ps (Psalmen ) , Spr (Spreuken) , Pr (Prediker) , Hl (Hooglied) , W (Wijsheid) , Sir (Sirach) , Js (Jesaja) , Jr (Jeremia) , Kl (Klaagliederen) , Bar (Baruch) , Ez (Ezechiël) , Da (Daniël) , Hos (Hosea) , Jl (Joël) , Am (Amos) , Ob (Obadja) , Jon (Jona) , Mi (Micha) , Nah (Nahum) , Hab (Habakuk) , Sef (Sefanja) , Hag (Haggai) , Zach (Zacharia) , Mal (Maleachi) .
- NT : Mt (Matteüs) - Mc (Marcus) - Lc (Lucas) - Joh (Johannes) - Hnd (Handelingen) , Rom (Rome) , 1 Kor (Korinte) , 2 Kor (Korinte) , Gal (Galatië) , Ef (Efese) , Fil (Filippi) , Kol (Kolosse) , 1 Tes (Tessalonika) , 2 Tes (Tessalonika) , 1 Tim (Timoteüs) , 2 Tim (Timoteüs) , Tit (Titus) , Film (Filemon) , Heb (Hebreeën) , Jak (Jakobus) , 1 Pe (Petrus) , 2 Pe (Petrus) , 1 Joh (Johannes) , 2 Joh (Johannes) , 3 Joh (Johannes) , Jud (Judas) , Apk (Apokalyps) .
Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken- bibliografie bijbel - bibliografie van het Oude Testament - bibliografie Matteüsevangelie - bibliografie Marcusevangelie - bibliografie Lucasevangelie - bibliografie van het Johannesevangelie - bibliografie van het Nieuwe Testament (behalve evangeliën)

Overzicht van Tenakh : Tenakh : overzicht , Tenakh : taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Tenakh : commentaar ,
Overzicht van Septuaginta
: Septuaginta : overzicht , Septuaginta : taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Septuaginta : commentaar ,
Overzicht van het NT : NT : overzicht , NT : taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , NT : commentaar ,
- C-jaar -- Lc 1 , Lc 2 , Lc 3 , Lc 4 , Lc 5 , Lc 6 , Lc 7 , Lc 8 , Lc 9 , Lc 10 , Lc 11 , Lc 12 , Lc 13 , Lc 14 , Lc 15 , Lc 16 , Lc 17 , Lc 18 , Lc 19 , Lc 20 , Lc 21 , Lc 22 , Lc 23 , Lc 24 , 2de (tweede) zondag van de advent C .

1. Hebreeuwse bijbel   2. Targumim 3. LXX (1) , LXX (2) , Griekse tekst N.T.   4. Vulgata   
5. Statenvertaling   6. Willibrordvertaling   7. Nieuwe Vertaling   8. http://naardensebijbel.nl/zoek.php .
9. Bible de Jérusalem 10. King James Bible  - King James Bible 11. Luther-Bibel   12. liturgische lezing   13. Arabisch : http://wjsn.home.xs4all.nl/arab.htm  

Woordenschat
Bibliografie
Literatuur
Liturgisch gebruik
- Mt 14,13-21 : 18de (achttiende) zondag door het a-jaar .
- Mt 14,22-33 : 19de (negentiende) zondag door het a-jaar .
Overzicht van de bijbelboeken - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -
- OT : Gn (Genesis) , Ex (Exodus) , Lv (Leviticus) , Nu (Numeri) , Dt (Deuteronomium) , Joz (Jozua) , Re (Rechters) , Rt (Ruth) , 1 S (1 Samuël) , 2 S (2 Samuël) , 1 K (1 Koningen) , 2 K (2 Koningen) , 1 Kr ( 1 Kronieken) , 2 Kr (2 Kronieken) , Ezr (Ezra) , Neh (Nehemia) , Tob (Tobia) , Jdt (Judith) , Est (Esther) , 1 Mak (1 Makkabeeën) , 2 Mak (2 Makkabeeën) , Job , Ps (Psalmen ) , Spr (Spreuken) , Pr (Prediker) , Hl (Hooglied) , W (Wijsheid) , Sir (Sirach) , Js (Jesaja) , Jr (Jeremia) , Kl (Klaagliederen) , Bar (Baruch) , Ez (Ezechiël) , Da (Daniël) , Hos (Hosea) , Jl (Joël) , Am (Amos) , Ob (Obadja) , Jon (Jona) , Mi (Micha) , Nah (Nahum) , Hab (Habakuk) , Sef (Sefanja) , Hag (Haggai) , Zach (Zacharia) , Mal (Maleachi) .
- NT : Mt (Matteüs) - Mc (Marcus) - Lc (Lucas) - Joh (Johannes) - Hnd (Handelingen) , Rom (Rome) , 1 Kor (Korinte) , 2 Kor (Korinte) , Gal (Galatië) , Ef (Efese) , Fil (Filippi) , Kol (Kolosse) , 1 Tes (Tessalonika) , 2 Tes (Tessalonika) , 1 Tim (Timoteüs) , 2 Tim (Timoteüs) , Tit (Titus) , Film (Filemon) , Heb (Hebreeën) , Jak (Jakobus) , 1 Pe (Petrus) , 2 Pe (Petrus) , 1 Joh (Johannes) , 2 Joh (Johannes) , 2 Joh (Johannes) , Jud (Judas) , Apk (Apokalpsps) .
Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken : - bibliografie bijbel - bibliografie van het Oude Testament - bibliografie Matteüsevangelie - bibliografie Marcusevangelie - bibliografie Lucasevangelie - bibliografie van het Johannesevangelie - bibliografie van het Nieuwe Testament (behalve evangeliën)

In hun Synopsis van de eerste drie evangeliën (Leuven, Vlaamse Bijbelstichting, 1986; Turnhout, Brepols, ) onderscheiden Adelbert Denaux en Marc Vervenne volgende pericopen in het veertiende hoofdstuk van het Matteüsevangelie :
148. Herodes'mening over Jezus : Mc 6,14-16 - Mt 14,1-2 - Lc 9,7-9
149. Onthoofding van Johannes de Doper : Mc 6,17-29 - Mt 14,3-12
150. Terugkeer van de apostelen. Volkstoeloop : Mc 6,30-34 - Mt 14,13-14 -Lc 9,10-11
151. Eerste broodvermenigvuldiging : Mc 6,35-44a - Mt 14,15-21a - Lc 9,12-17a
152. Jezus wandelt op het meer : Mc 6,45-52 - Mt 14,22-33
153. Genezingen te Gennesaret : Mc 6,53-56 - Mt 14,34-36

148. Mt 14,1-2 : Herodes'mening over Jezus - Mc 6,14-16 - Mt 14,1-2 - Lc 9,7-9 -- bijbeloverzicht -- Mt (Matteüs) -- bijbelverwijzingen -- Mt 14 -- Mt 14,1 - Mt 14,2 -

Mt 14,1 - Mt 14,1 : Herodes'mening over Jezus - Mc 6,14-16 - Mt 14,1-2 - Lc 9,7-9 -- bijbeloverzicht -- Mt (Matteüs) -- bijbelverwijzingen -- Mt 14 -- Mt 14,1 - Mt 14,2 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
14:1 en ekeinô tô kairô èkousen èrôdès o tetraarchès tèn akoèn ièsou   1 in illo tempore audiit Herodes tetrarcha famam Iesu     1 Te dierzelfder tijd hoorde Herodes, de viervorst, het gerucht van Jezus;   [1] In die tijd hoorde de tetrarch* Herodes over Jezus’ faam,   [1] In die tijd hoorde ook Herodes, de tetrarch, over Jezus vertellen,   1 ¶ In die tijd hoort viervorst Herodes  het ongehoorde over Jezus   1. En ce temps-là, la renommée de Jésus parvint aux oreilles d'Hérode le tétrarque, 

King James Bible . [1] At that time Herod the tetrarch heard of the fame of Jesus,
Luther-Bibel . 1 Zu der Zeit kam die Kunde von Jesus vor den Landesfürsten Herodes.

Tekstuitleg van Mt 14,1 .

  Mc 6,14 Mt 14,1 Lc 9,7 .  
  kai èkousen o basileus èrôdès faneron gar egeneto to onoma autou kai elegon oti iôannès o baptizôn egègertai ek nekrôn kai dia touto energousin ai dunameis en autô en ekeinô tô kairô èkousen èrôdès o tetraarchès tèn akoèn ièsou èkousen de èrôdès o tetraarchès ta ginomena panta kai dièporei dia to legesthai upo tinôn oti iôannès ègerthè ek nekrôn   

Mt 14,1.5. act. ind. aor. 3de p. enk. ηκουσεν = èkousen (hij / zij hoorde) van het werkw. ακουω = akouô (horen) . Taalgebruik in het NT : akouô (horen) . Taalgebruik in de Septuaginta : akouô (horen) . Mt (1) : Mt 14,1 . Mc (1) : Mc 6,14 . Lc (3) : (1) Lc 1,41 . (2) Lc 9,7 . (3) Lc 15,25 . Joh (6) : (1) Joh 3,32 . (2) Joh 9,35 . (3) Joh 11,6 . (4) Joh 11,20 . (5) Joh 11,29 . (6) Joh 19,8 . Hnd (4) : (1) Hnd 8,30 . (2) Hnd 9,4 . (3) Hnd 14,9 . (4) Hnd 24,24 . Br (1) : 2 Kor 11,4 . Een vorm van ακουω = akouô (horen) in de LXX (1069) , in het NT (427) .

akouô (horen) bijbel LXX Pentateuch Eerdere Profeten Latere Profeten 12 Kleine Profeten Geschriften dt.can. Gn Ex Lv Nu Dt NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br. Apk syn. ev.
act. ind. aor. 3de pers. enk. èkousen  186  170  28 59 19 1 27 36 14 3 1 7 3 16    11  

- και ηκουσεν = kai èkousen (en hij hoorde) . LXX (79) . NT (4) : (1) Mc 6,14 . (2) Joh 3,32 . (3) Hnd 24,24 . (4) 2 Kor 12,4 .
- ηκουσεν δε = èkousen de (hij hoorde echter) . LXX (4) : (1) Gn 31,1 . (2) Ex 2,15 . (3) Ex 18,1 . (4) Ex 18,24 . NT (1) : Lc 9,7 .
- Hebreeuws : וַיִּשְׁמַע = wajjisjëma` (en hij hoorde) < prefix verbindingswoord wë + act. qal imperf. 3de pers. mann. enk. van het werkw. שָׁמַע = sjâma` (horen, luisteren) . Taalgebruik in Tenakh : sjâma` (horen, luisteren) . Getalswaarde : sjin = 21 of 300 , mem = 13 of 40 , ajin = 16 of 70 ; 50 (2 X 5²) of 410 (2 X 5 X 41) . Structuur : 3 - 4 - 7 . De som van de elementen is telkens 5 . Tenakh (90) . Pentateuch (33) . Eerdere Profeten (33) . Latere Profeten (10) . 12 Kleine Profeten (2) . Geschriften (12) . Gn (11) : (1) Gn 14,14 . (2) Gn 16,2 . (3) Gn 21,17 . (4) Gn 23,16 . (5) Gn 28,7 . (6) Gn 30,17 . (7) Gn 30,22 . (8) Gn 31,1 . (9) Gn 35,22 . (10) Gn 37,21 . (11) Gn 45,2 . Ex (6) : (1) Ex 2,15 . (2) Ex 2,24 . (3) Ex 18,1 . (4) Ex 18,24 . (5) Ex 32,17 . (6) Ex 33,4 . Lv (1) : Lv 10,20 . Nu (10) : (1) Nu 7,89 . (2) Nu 11,1 . (3) Nu 11,10 . (4) Nu 12,2 . (5) Nu 16,4 . (6) Nu 20,16 . (7) Nu 21,1 . (8) Nu 21,3 . (9) Nu 22,36 . (10) Nu 33,40 . Dt (5) : (1) Dt 1,34 . (2) Dt 5,28 . (3) Dt 9,19 . (4) Dt 10,10 . (5) Dt 26,7 .
- Horen en oor zijn verwant met elkaar . oor < Lat. aus , auris , zie Gr. ous / ôs , ôtis . auscultare (het oor lenen aan , toehoren , aanhoren) -> écouter . D. hören . E. : to hear . Fr. : écouter .

Mt 14,1.6. nom. mann. enk. ἡρῳδης = hèrô(i)dès (Herodes) . Taalgebruik in het ΝΤ : hèrô(i)dès (Herodes) . Taalgebruik in Mc : hèrô(i)dès (Herodes) . Mt (6) : (1) Mt 2,3 . (2) Mt 2,7 . (3) Mt 2,13 . (4) Mt 2,16 . (5) Mt 14,1 . (6) Mt 14,3 . Mc (7) : (1) Mc 6,14 . (2) Mc 6,22 . (3) Mc 6,26 . (4) Mc 6,27 . (5) Mc 15,2 . (6) Mc 15,26 . (7) Mc 15,32 . Lc (8) : (1) Lc 3,19 . (2) Lc 9,7 . (3) Lc 9,9 . (4) Lc 13,31 . (5) Lc 23,8 . (6) Lc 23,11 . (7) Lc 23,12 . (8) Lc 23,15 . Hnd (5) : (1) Hnd 4,27 . (2) Hnd 12,1 . (3) Hnd 12,6 . (4) Hnd 12,19 . (5) Hnd 12,21 . In Mc 6,14 is er in het Marcusevangelie voor het eerst sprake van Herodes . In Mc 3,6 hoorden we al over de Herodianen .

  hèrô(i)dès (Herodes)  Mt bijbel ΝΤ Mt Mc Lc Hnd syn.  ev. 
nom. mann. enk. hèrô(i)dès   (6) : (1) Mt 2,3 . (2) Mt 2,7 . (3) Mt 2,13 . (4) Mt 2,16 . (5) Mt 14,1 . (6) Mt 14,3 . 24  24  19  19 
gen. mann. enk. hèrô(i)dou    13  13  10  10 
dat. mann. enk.  hèrô(i)dè(i)      
  totaal   42  42  13  13  34  34 

Mt 14,1.11. gen. mann. enk. ιησου = Ièsou (Jezus) . Taalgebruik in het NT : Ièsous (Jezus) . Taalgebruik in de LXX : Ièsous (Jezus) .

  Ièsous (Jezus)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br. Rom 1 Kor  2 Kor  Gal Ef  Fil  Kol  1 Tes  2 Tes  1 Tim  2 Tim Tit Film Heb Jak 1 Pe 2 Pe 1 Joh 2 Joh  3 Joh  Jud  Apk syn. ev.
2 voc. + gen. + dat. mann. enk. Ièsou 348  35  313  25 13 18 18 32 196 29 17 11 14 18 19 5 12 10 10 11 4 5 4 2 9 7 4 1 0 4 11 56 74
  totaal 1115  223  892  150 81 87 238 69 255 36 23 17 17 19 21 7 16 12 13 12 4 6 14 2 9 8 9 4 1 5 12 318 556

Ièsous  Mt 1 Mt 2 Mt 8 Mt 9 Mt 14 Mt 15 Mt 17 Mt 18 Mt 21 Mt 26 Mt 27  
voc. gen. dat. Ièsou  2 : (1) Mt 1,1 (gen.) . (2) Mt 1,18 (gen.) . 1 : Mt 2,1 (gen.) . 1 : Mt 8,34 (dat.) . 2 : (1) Mt 9,10 (dat.) . (2) Mt 9,27 (dat.) 2 : (1) Mt 14,1 (gen.) . (2) Mt 14,12 (dat.) . 1 : Mt 15,1 (dat.) . 2 : (1) Mt 17,4 (dat.) . (2) Mt 17,19 (dat.) . 1 : Mt 18,1 (dat.) . 1 : Mt 21,27 (dat.) . 25 

In het NT komt een vorm van de naam Jezus in 892 verzen voor . Bij Mt is dat in 150 verzen (16,81 %) . In Mt 26 - Mt 28 (lijdens- en verrijzenisverhalen) komt een vorm van de naam Jezus in drieënveertig verzen (28,66 %) voor . - (tou) ... Ièsou .


Mt 14,2 - Mt 14,2 : Herodes'mening over Jezus - Mc 6,14-16 - Mt 14,1-2 - Lc 9,7-9 -- bijbeloverzicht -- Mt (Matteüs) -- bijbelverwijzingen -- Mt 14 -- Mt 14,1 - Mt 14,2 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
14:2 kai eipen tois paisin autou outos estin iôannès o baptistès autos ègerthè apo tôn nekrôn kai dia touto ai dunameis energousin en autô   2 et ait pueris suis hic est Iohannes Baptista ipse surrexit a mortuis et ideo virtutes inoperantur in eo    2 En zeide tot zijn knechten: Deze is Johannes de Doper; hij is opgewekt van de doden, en daarom werken die krachten in Hem.  [2] en hij zei tegen zijn dienaren: ‘Dat is Johannes de Doper. Hij is uit de doden opgewekt, en daarom zijn die krachten werkzaam in hem.’  [2] en hij zei tegen zijn hovelingen: ‘Dat moet Johannes de Doper zijn; hij is opgestaan uit de dood en daardoor beschikt hij over zulke wonderbaarlijke krachten.’  2 en zegt tot zijn jongens: dat is Johannes de Doper!– hij is opgewekt uit de doden, en daarom werken deze krachten in hem!  2. qui dit à ses serviteurs : « Celui-là est Jean le Baptiste ! Le voilà ressuscité des morts : d'où les pouvoirs miraculeux qui se déploient en sa personne ! » 

King James Bible . [2] And said unto his servants, This is John the Baptist; he is risen from the dead; and therefore mighty works do shew forth themselves in him.
Luther-Bibel . 2 Und er sprach zu seinen Leuten: Das ist Johannes der Täufer; er ist von den Toten auferstanden, darum tut er solche Taten.

Tekstuitleg van Mt 14,2 .

149. Mt 14,3-12 : onthoofding van Johannes de Doper - bijbeloverzicht -- Mt (Matteüs) -- bijbelverwijzingen -- Mt 14 -- Mc 6,17-29 - Mt 14,3-12 -- Mt 14,3 - Mt 14,4 - Mt 14,5 - Mt 14,6 - Mt 14,7 - Mt 14,8 - Mt 14,9 - Mt 14,10 - Mt 14,11 - Mt 14,12 -

Mt 14,3 - Mt 14,3 : Onthoofding van Johannes de Doper - bijbeloverzicht -- Mt (Matteüs) -- bijbelverwijzingen -- Mt 14 -- Mc 6,17-29 - Mt 14,3-12 -- Mt 14,3 - Mt 14,4 - Mt 14,5 - Mt 14,6 - Mt 14,7 - Mt 14,8 - Mt 14,9 - Mt 14,10 - Mt 14,11 - Mt 14,12 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
14:3 o gar èrôdès kratèsas ton iôannèn edèsen | | [auton] | kai en fulakè apetheto dia èrôdiada tèn gunaika filippou tou adelfou autou   3 Herodes enim tenuit Iohannem et alligavit eum et posuit in carcere propter Herodiadem uxorem fratris sui     3 Want Herodes had Johannes gevangen genomen, en hem gebonden, en in den kerker gezet, om Herodias' wil, de huisvrouw van Filippus, zijn broeder.   [3] Want Herodes had Johannes gearresteerd en hem in de boeien geslagen en in de gevangenis opgesloten vanwege Herodias, de vrouw van zijn broer Filippus.   [3] Herodes had Johannes destijds laten arresteren en in de boeien laten slaan en hem in de gevangenis geworpen vanwege Herodias, de vrouw van zijn broer Filippus.   3 Want hij, Herodes heeft Johannes gegrepen, gebonden en in bewaring gezet vanwege Herodias, de vrouw van zijn broer Filippus.  3. C'est qu'en effet Hérode avait fait arrêter, enchaîner et emprisonner Jean, à cause d'Hérodiade, la femme de Philippe son frère. 

King James Bible . [3] For Herod had laid hold on John, and bound him, and put him in prison for Herodias' sake, his brother Philip's wife.
Luther-Bibel . 3 Denn Herodes hatte Johannes ergriffen, gefesselt und in das Gefängnis geworfen wegen der Herodias, der Frau seines Bruders Philippus.

Tekstuitleg van Mt 14,3 .

Mt 14,4 - Mt 14,4 : Onthoofding van Johannes de Doper - bijbeloverzicht -- Mt (Matteüs) -- bijbelverwijzingen -- Mt 14 -- Mc 6,17-29 - Mt 14,3-12 -- Mt 14,3 - Mt 14,4 - Mt 14,5 - Mt 14,6 - Mt 14,7 - Mt 14,8 - Mt 14,9 - Mt 14,10 - Mt 14,11 - Mt 14,12 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
14:4 elegen gar o iôannès autô ouk exestin soi echein autèn   4 dicebat enim illi Iohannes non licet tibi habere eam    4 Want Johannes zeide tot hem: Het is u niet geoorloofd haar te hebben.   [4] Want Johannes had tegen Herodes gezegd: ‘Het is u niet geoorloofd om haar te bezitten.’   [4] Johannes had namelijk tegen hem gezegd: ‘U mag haar niet tot vrouw nemen.’   4 Want Johannes had tot hem gezegd: dat mag niet, dat jij haar hebt!   4. Car Jean lui disait : « Il ne t'est pas permis de l'avoir. »  

King James Bible . [4] For John said unto him, It is not lawful for thee to have her.
Luther-Bibel . 4 Denn Johannes hatte zu ihm gesagt: Es ist nicht recht, dass du sie hast.

Tekstuitleg van Mt 14,4 .

Mt 14,4.3. bepaald lidwoord nom. mann. enk. ὁ = ho . Zie bepaald lidwoord ὁ = ho , ἡ = hè , το = to (de - het) . Taalgebruik in het NT : bepaald lidwoord . Mt (408) . Mt 14 (16) : (1) Mt 14,1 . (2) Mt 14,2 . (3) Mt 14,3 . (4) Mt 14,4 . (5) Mt 14,7 . (6) Mt 14,9 . (7) Mt 14,13 . (8) Mt 14,15 . (9) Mt 14,16 . (10) Mt 14,18 . (11) Mt 14,24 . (12) Mt 14,27 . (13) Mt 14,28 . (14) Mt 14,29 . (15) Mt 14,31 . (16) Mt 14,32 .

  lidw. enk. bijbel  OT NT Mt  Mc  Lc  Joh  Hnd  Br.  Apk  syn. ev.
1. nom. m. enk. ho 8495 6052 2443 408 219 331 436 281 612 156  958  1394 
  Totaal   54298  42002  12296  1648  940  1649  1422  1696  4013  928  4237 5659  

- bepaald lidw. de . Arabisch : bepaald lidw. اَل = ´al (de) . Taalgebruik in de Qoran : ´al (de) . D. : der , die , das enz. . E. : the . Fr. : le , la enz. (< lat. aanwijz. voornaamwoord il-lum , il-lam) . Grieks : ὁ = ho , ἡ = hè , το = to (de - het) . Hebreeuws : הַ = ha (de, het) . Taalgebruik in Tenakh : ha (de, het) .

Mt 14,4.4. nom. mann. enk. ιωαννης = Jôannès (Johannes) . Taalgebruik in het NT : Iôannès (Johannes) . Taalgebruik in de LXX : Iôannès (Johannes) . Taalgebruik in Mc : Iôannès (Johannes) .

  Iôannès (Johannes)   bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br. Apk syn.  ev. 
1 nom. mann. enk. Iôannès  58  53  10  10  12  10  27  39 
  totaal 148  16 132  26  25  30  22  24  81  103 

Iôannès (Johannes)   ev.  Mt Mt (de doper) Mt (apostel) Mc Mc (de doper) Mc (apostel) Lc Lc (de doper) Lc (apostel) Joh Joh (de doper) Joh (apostel)
nom. mann. enk. Iôannès  39  10  9 : (1) Mt 3,1 . (2) Mt 3,4 . (3) Mt 3,14 . (4) Mt 4,12 . (5) Mt 11,2 . (6) Mt 11,18 . (7) Mt 14,2 . (8) Mt 14,4 . (9) Mt 21,32 . (1) Mt 10,2 . 4 : (1) Mc 1,4 . (2) Mc 1,6 . (3) Mc 6,14 . (4) Mc 6,18 . 3 : (1) Mc 9,38 . (2) Mc 10,35 . (3) Mc 13,3 . 10  8 : (1) Lc 1,60 . (2) Lc 1,63 . (3) Lc 3,16 . (4) Lc 7,18 . (5) Lc 7,20 . (6) Lc 7,33 . (7) Lc 9,7 . (8) Lc 11,1 . 2 : (1) Lc 9,49 . (2) Lc 9,54 . 12  12 : (1) Joh 1,6 . (2) Joh 1,15 . (3) Joh 1,26 . (4) Joh 1,28 . (5) Joh 1,32 . (6) Joh 1,35 . (7) Joh 3,23 . (8) Joh 3,24 . (9) Joh 3,27 . (10) Joh 4,1 . (11) Joh 10,40 . (12) Joh 10,41  
totaal 103  26  23  3 25  15  10 30  23  22  18 

Hebr. jôchanan . Ned. Johan . D. Johannes . Fr. Jean . E. John .


Mt 14,5 - Mt 14,5 : Onthoofding van Johannes de Doper - bijbeloverzicht -- Mt (Matteüs) -- bijbelverwijzingen -- Mt 14 -- Mc 6,17-29 - Mt 14,3-12 -- Mt 14,3 - Mt 14,4 - Mt 14,5 - Mt 14,6 - Mt 14,7 - Mt 14,8 - Mt 14,9 - Mt 14,10 - Mt 14,11 - Mt 14,12 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
14:5 kai thelôn auton apokteinai efobèthè ton ochlon oti ôs profètèn auton eichon 5 et volens illum occidere timuit populum quia sicut prophetam eum habebant     5 En willende hem doden, vreesde hij het volk, omdat zij hem hielden voor een profeet.  [5] Hij wilde hem uit de weg ruimen, maar hij was bang* voor de mensen, omdat die hem voor een profeet hielden.   [5] En hoewel hij hem wilde doden, deed hij dat niet uit vrees voor het volk, dat hem voor een profeet hield.   5 Hij wilde hem wel ter dood brengen maar vreesde de schare, omdat zij hem voor een profeet hielden.  5. Il avait même voulu le tuer, mais avait craint la foule, parce qu'on le tenait pour un prophète.  

King James Bible . [5] And when he would have put him to death, he feared the multitude, because they counted him as a prophet.
Luther-Bibel . 5 Und er hätte ihn gern getötet, fürchtete sich aber vor dem Volk; denn sie hielten ihn für einen Propheten.

Tekstuitleg van Mt 14,5 .

Mt 14,6 - Mt 14,6 : Onthoofding van Johannes de Doper - bijbeloverzicht -- Mt (Matteüs) -- bijbelverwijzingen -- Mt 14 -- Mc 6,17-29 - Mt 14,3-12 -- Mt 14,3 - Mt 14,4 - Mt 14,5 - Mt 14,6 - Mt 14,7 - Mt 14,8 - Mt 14,9 - Mt 14,10 - Mt 14,11 - Mt 14,12 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
14:6 genesiois de genomenois tou èrôdou ôrchèsato è thugatèr tès èrôdiados en tô mesô kai èresen tô èrôdè   6 die autem natalis Herodis saltavit filia Herodiadis in medio et placuit Herodi    6 Maar als de dag der geboorte van Herodes gehouden werd, danste de dochter van Herodias in het midden van hen, en zij behaagde aan Herodes.  [6] Toen echter de verjaardag van Herodes gevierd werd, trad de dochter van Herodias op als danseres, tot groot genoegen van Herodes.   [6] Toen Herodes een feest gaf ter gelegenheid van zijn verjaardag, danste de dochter van Herodias te midden van de aanwezigen, en dat viel bij Herodes in de smaak.   6 Maar als de feesten voor Herodes’ geboorte worden gevierd treedt de dochter van Herodias op als danseres in hun midden en behaagde hem, Herodes,  6. Or, comme Hérode célébrait son anniversaire de naissance, la fille d'Hérodiade dansa en public et plut à Hérode  

King James Bible . [6] But when Herod's birthday was kept, the daughter of Herodias danced before them, and pleased Herod.
Luther-Bibel . 6 Als aber Herodes seinen Geburtstag beging, da tanzte die Tochter der Herodias vor ihnen. Das gefiel dem Herodes gut.

Tekstuitleg van Mt 14,6 .

Mt 14,7 - Mt 14,7 : Onthoofding van Johannes de Doper - bijbeloverzicht -- Mt (Matteüs) -- bijbelverwijzingen -- Mt 14 -- Mc 6,17-29 - Mt 14,3-12 -- Mt 14,3 - Mt 14,4 - Mt 14,5 - Mt 14,6 - Mt 14,7 - Mt 14,8 - Mt 14,9 - Mt 14,10 - Mt 14,11 - Mt 14,12 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
14:7 othen meth orkou ômologèsen autè dounai o ean aitèsètai   7 unde cum iuramento pollicitus est ei dare quodcumque postulasset ab eo     7 Waarom hij haar met ede beloofde te geven, wat zij ook zou eisen.  [7] Daarom beloofde hij onder ede haar te geven wat ze maar zou vragen.   [7] Daarom zei hij dat ze zou krijgen wat ze maar zou vragen, en hij bezegelde die belofte met een eed.   7 waarom hij met een eed belooft haar te geven wat zij maar vraagt.  7. au point qu'il s'engagea par serment à lui donner ce qu'elle demanderait.  

King James Bible . [7] Whereupon he promised with an oath to give her whatsoever she would ask.
Luther-Bibel . 7 Darum versprach er ihr mit einem Eid, er wolle ihr geben, was sie fordern würde.

Tekstuitleg van Mt 14,7 .

Mt 14,8 - Mt 14,8 : Onthoofding van Johannes de Doper - bijbeloverzicht -- Mt (Matteüs) -- bijbelverwijzingen -- Mt 14 -- Mc 6,17-29 - Mt 14,3-12 -- Mt 14,3 - Mt 14,4 - Mt 14,5 - Mt 14,6 - Mt 14,7 - Mt 14,8 - Mt 14,9 - Mt 14,10 - Mt 14,11 - Mt 14,12 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
14:8 è de probibastheisa upo tès mètros autès dos moi fèsin ôde epi pinaki tèn kefalèn iôannou tou baptistou  8 at illa praemonita a matre sua da mihi inquit hic in disco caput Iohannis Baptistae    8 En zij, te voren onderricht zijnde van haar moeder, zeide: Geef mij hier in een schotel het hoofd van Johannes den Doper.  [8] Door haar moeder opgestookt, zei ze: ‘Geef mij hier op een schotel het hoofd van Johannes de Doper.’   [8] Door haar moeder daartoe aangezet zei ze: ‘Breng me dan op een schaal het hoofd van Johannes de Doper.’  8 En zij,…eerder al opgestookt door haar moeder: geef mij, hier, op een schotel, het hoofd van Johannes de Doper!  8. Endoctrinée par sa mère, elle lui dit : « Donne-moi ici, sur un plat, la tête de Jean le Baptiste. » 

King James Bible . [8] And she, being before instructed of her mother, said, Give me here John Baptist's head in a charger.
Luther-Bibel . 8 Und wie sie zuvor von ihrer Mutter angestiftet war, sprach sie: Gib mir hier auf einer Schale das Haupt Johannes des Täufers!

Tekstuitleg van Mt 14,8 .

Mt 14,9 - Mt 14,9 : Onthoofding van Johannes de Doper - bijbeloverzicht -- Mt (Matteüs) -- bijbelverwijzingen -- Mt 14 -- Mc 6,17-29 - Mt 14,3-12 -- Mt 14,3 - Mt 14,4 - Mt 14,5 - Mt 14,6 - Mt 14,7 - Mt 14,8 - Mt 14,9 - Mt 14,10 - Mt 14,11 - Mt 14,12 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
14:9 kai lupètheis o basileus dia tous orkous kai tous sunanakeimenous ekeleusen dothènai  9 et contristatus est rex propter iuramentum autem et eos qui pariter recumbebant iussit dari    9 En de koning werd bedroefd; doch om de eden, en degenen, die met hem aanzaten, gebood hij, dat het haar zou gegeven worden;   [9] De koning werd bedroefd, maar vanwege zijn eed en omwille van zijn gasten gaf hij het bevel om het haar te geven.  [9] Deze vraag bedroefde de koning, maar omdat hij in het bijzijn van zijn tafelgasten een eed gezworen had, beval hij dat men het haar zou brengen,   9 Hoe bedroefd ook,– vanwege zijn eden en wie er met hem aanliggen, beveelt hij dat het moet worden gegeven;  9. Le roi fut contristé, mais, à cause de ses serments et des convives, il commanda de la lui donner 

King James Bible . [9] And the king was sorry: nevertheless for the oath's sake, and them which sat with him at meat, he commanded it to be given her.
Luther-Bibel . 9 Und der König wurde traurig; doch wegen des Eides und derer, die mit ihm zu Tisch saßen, befahl er, es ihr zu geben,

Tekstuitleg van Mt 14,9 .

Mt 14,10 - Mt 14,10 : Onthoofding van Johannes de Doper - bijbeloverzicht -- Mt (Matteüs) -- bijbelverwijzingen -- Mt 14 -- Mc 6,17-29 - Mt 14,3-12 -- Mt 14,3 - Mt 14,4 - Mt 14,5 - Mt 14,6 - Mt 14,7 - Mt 14,8 - Mt 14,9 - Mt 14,10 - Mt 14,11 - Mt 14,12 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
14:10 kai pempsas apekefalisen | | [ton] | iôannèn en tè fulakè   10 misitque et decollavit Iohannem in carcere     10 En zond heen, en onthoofdde Johannes in den kerker.   [10] En hij liet Johannes in de gevangenis onthoofden.   [10] en hij gaf opdracht Johannes in de gevangenis te onthoofden.   10 hij stuurt bericht en laat Johannes in bewaring onthoofden.  10. et envoya décapiter Jean dans la prison.  

King James Bible . [10] And he sent, and beheaded John in the prison.
Luther-Bibel . 10 und schickte hin und ließ Johannes im Gefängnis enthaupten.

Tekstuitleg van Mt 14,10 .

Mt 14,11 - Mt 14,11 : Onthoofding van Johannes de Doper - bijbeloverzicht -- Mt (Matteüs) -- bijbelverwijzingen -- Mt 14 -- Mc 6,17-29 - Mt 14,3-12 -- Mt 14,3 - Mt 14,4 - Mt 14,5 - Mt 14,6 - Mt 14,7 - Mt 14,8 - Mt 14,9 - Mt 14,10 - Mt 14,11 - Mt 14,12 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
14:11 kai ènechthè è kefalè autou epi pinaki kai edothè tô korasiô kai ènegken tè mètri autès   11 et adlatum est caput eius in disco et datum est puellae et tulit matri suae     11 En zijn hoofd werd gebracht in een schotel, en het dochtertje gegeven; en zij droeg het tot haar moeder.   [11] Zijn hoofd werd op een schotel gebracht en aan het meisje gegeven, en zij bracht het naar haar moeder.   [11] Het hoofd werd op een schaal binnengebracht en aan het meisje gegeven, en zij bracht het naar haar moeder.   11 Zijn hoofd wordt binnengebracht op een schotel en gegeven aan het meisje en zij draagt het naar haar moeder.   11. Sa tête fut apportée sur un plat et donnée à la jeune fille, qui la porta à sa mère.  

King James Bible . [11] And his head was brought in a charger, and given to the damsel: and she brought it to her mother.
Luther-Bibel . 11 Und sein Haupt wurde hereingetragen auf einer Schale und dem Mädchen gegeben; und sie brachte es ihrer Mutter.

Tekstuitleg van Mt 14,11 .

Mt 14,12 - Mt 14,12 : Onthoofding van Johannes de Doper - bijbeloverzicht -- Mt (Matteüs) -- bijbelverwijzingen -- Mt 14 -- Mc 6,17-29 - Mt 14,3-12 -- Mt 14,3 - Mt 14,4 - Mt 14,5 - Mt 14,6 - Mt 14,7 - Mt 14,8 - Mt 14,9 - Mt 14,10 - Mt 14,11 - Mt 14,12 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
14:12 kai proselthontes oi mathètai autou èran to ptôma kai ethapsan | auton | <auton> | kai elthontes apèggeilan tô ièsou   12 et accedentes discipuli eius tulerunt corpus et sepelierunt illud et venientes nuntiaverunt Iesu     12 En zijn discipelen kwamen, en namen het lichaam weg, en begroeven hetzelve; en gingen en boodschapten het Jezus.  [12] Zijn leerlingen kwamen het lijk halen en ze begroeven het, en ze gingen Jezus op de hoogte stellen. [12] Zijn leerlingen kwamen het lijk halen, begroeven het en gingen daarna naar Jezus om het hem te vertellen. 12 Zijn leerlingen komen daarheen, nemen het lijk op en begraven hem. Dan komen ze dit aan Jezus verkondigen.   12. Les disciples de Jean vinrent prendre le cadavre et l'enterrèrent ; puis ils allèrent informer Jésus.  

King James Bible . [12] And his disciples came, and took up the body, and buried it, and went and told Jesus.
Luther-Bibel . 12 Da kamen seine Jünger und nahmen seinen Leichnam und begruben ihn; und sie kamen und verkündeten das Jesus.

Tekstuitleg van Mt 14,12 .

- elthontes (gekomen) zie - elthôn (gegaan, gekomen). In 14 verzen bij Matteüs, zie Mt 8,14 .

10. act. ind. aor. 3de pers. mv. εθαψαν = ethapsan (zij begroeven) van het werkw. θαπτω = thaptô (begraven) . Taalgebruik in Tenakh : thaptô (begraven) . Bijbel (43) . OT (40) . NT (3) : (1) Mt 14,12 . (2) Hnd 5,6 . (3) Hnd 5,10 . Een vorm van θαπτω = thaptô (begraven) in de LXX (177) , in het NT (11) : (1) Mt 8,21 . (2) Mt 8,22 . (3) Mt 14,12 . (4) Lc 9,59 . (5) Lc 9,60 . (6) Lc 16,22 . (7) Hnd 2,29 . (8) Hnd 5,6 . (9) Hnd 5,9 . (10) Hnd 5,10 . (11) 1 Kor 15,4 .
- Hebreeuws . וַיִּקְבְּרֻהוּ = wajjiqëbëruhû (en zij begroeven hem) < prefix verbindingswoord wë + act. qal imperf. 3de pers. mann. mv. + suffix persoonl. voornaamw. 3de pers. mann. enk. van het werkw. קָבַר = qâbhar (begraven) . Taalgebruik in Tenakh : qâbhar (begraven) . Getalwaarde : qoph = 19 of 100 , beth = 2 , resj = 20 of 200 ; totaal : 41 OF 302 (2 X 151) . Structuur : 1 - 2 - 2 . De som van de elementen is telkens 5 . Tenakh (15) : (1) 1 S 25,1 . (2) 1 S 28,3 . (3) 2 S 2,32 . (4) 2 K 13,9 . (5) 2 K 13,20 . (6) 2 K 23,30 . (7) 2 Kr 9,31 . (8) 2 Kr 16,14 . (9) 2 Kr 21,20 . (10) 2 Kr 22,9 . (11) 2 Kr 24,16 . (12) 2 Kr 24,25 . (13) 2 Kr 28,27 . (14) 2 Kr 32,33 . (15) 2 Kr 33,20 .

150. Terugkeer van de apostelen. Volkstoeloop : Mc 6,30-34 - Mt 14,13-14 - Lc 9,10-11 -- bijbeloverzicht -- Mt (Matteüs) -- bijbelverwijzingen -- Mt 14 - Mt 14,1-2 - Mt 14,3-12 -- Mt 14,15-21a - Mt 14,22-33 - Mt 14,34-36 - Mt 14,13 - Mt 14,14 -

Evangelie op de 18de (achttiende) zondag door het a-jaar : Mt 14,13-21 . Verwijzing : Mt 14,13-21 .

In die tijd voer Jezus in een boot naar een eenzame plek om alleen te zijn. Maar het volk kwam dit te weten en zij gingen Hem van uit hun steden te voet achterna. Toen Hij bij zijn landing dan ook een grote menigte zag, kreeg Hij diep medelijden met hen en Hij genas hun zieken. Tegen het vallen van de avond kwamen zijn leerlingen naar Hem toe en zeiden: "Deze plek is eenzaam en het is al laat op de dag. Stuur dus het volk weg om in de dorpen eten te gaan kopen." "Het is niet nodig dat zij weggaan, zei Jezus hun, geeft gij hun maar te eten." Doch zij antwoordden: "Wij hebben hier niet meer dan vijf broden en twee vissen." Waarop Jezus sprak: "Brengt die dan hier." En Hij gaf opdracht dat het volk zich zou neerzetten op het gras. Hij nam de vijf broden en de twee vissen, sloeg de ogen ten hemel, en nadat Hij de zegen had uitgesproken, brak Hij de broden die Hij aan zijn leerlingen gaf en de leerlingen gaven ze weer aan het volk. Allen aten tot ze verzadigd waren en aan overgebleven brokken haalde men nog twaalf volle korven op. Het waren ongeveer vijfduizend mannen die hadden gegeten, vrouwen en kinderen niet meegerekend.

Mt 14,13 - Mt 14,13 : 150. Terugkeer van de apostelen. Volkstoeloop : Mc 6,30-34 - Mt 14,13-14 - Lc 9,10-11 -- bijbeloverzicht -- Mt (Matteüs) -- bijbelverwijzingen -- Mt 14 - Mt 14,1-2 - Mt 14,3-12 -- Mt 14,15-21a - Mt 14,22-33 - Mt 14,34-36 - Mt 14,13 - Mt 14,14 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
Akousas de ho Ièsous anechôrèsen ekeithen en ploiôi eis erèmon topon kat'idian  13 quod cum audisset Iesus secessit inde in navicula in locum desertum seorsum et cum audissent turbae secutae sunt eum pedestres de civitatibus     13 En als Jezus dit hoorde, vertrok Hij van daar te scheep, naar een woeste plaats alleen; en de scharen, dat horende, zijn Hem te voet gevolgd uit de steden.   [13] Toen Jezus dat hoorde, week Hij met een boot uit naar een eenzame plaats om alleen te zijn. Toen de mensen dat hoorden, volgden ze Hem te voet vanuit de steden.   [13] Toen Jezus hiervan hoorde, week hij per boot uit naar een afgelegen plaats waar hij alleen kon zijn. Maar de mensen kwamen het te weten, en vanuit de steden volgden ze hem over land.  13 ¶ Als Jezus het hoort neemt hij de wijk daarvandaan, in een boot naar een plek in de woestijn om op zichzelf te zijn. De scharen die daarvan horen volgen hem vanuit de steden te voet.  13. L'ayant appris, Jésus se retira en barque dans un lieu désert, à l'écart ; ce qu'apprenant, les foules partirent à sa suite, venant à pied des villes.  

King James Bible . [13] When Jesus heard of it, he departed thence by ship into a desert place apart: and when the people had heard thereof, they followed him on foot out of the cities.
Luther-Bibel . 13 Als das Jesus hörte, fuhr er von dort weg in einem Boot in eine einsame Gegend allein. Und als das Volk das hörte, folgte es ihm zu Fuß aus den Städten.
- 18de (achttiende) zondag door het a-jaar . In die tijd voer Jezus in een boot naar een eenzame plek om alleen te zijn. Maar het volk kwam dit te weten en zij gingen Hem van uit hun steden te voet achterna.

Tekstuitleg van Mt 14,13 . Het vers Mt 14,13 telt 23 woorden en 117 (3² X 13) letters . Een heel mooie parallelle zinsopbouw in Mt 14,13 :

Mt 14,13  
akousas de (gehoord echter) kai akousantes (en gehoord)
ho Ièsous (Jezus) hoi ochloi (de menigten)
anechôrèsen (week hij uit) èkolouthèsan (volgden)
ekeithen (vandaar) autôi (hem)
en ploiôi (per boot) pezèi (te voet)
eis erèmon topon (naar een eenzame plaats) apo tôn poleôn (van de steden)
kat'idian (in quarantaine)  
150. Terugkeer van de apostelen. Volkstoeloop : Mc 6,30-34 - Mt 14,13-14 -Lc 9,10-11  

Wat Jezus en Johannes over elkaar vernemen , verloopt via leerlingen . In Mt 4,12 verneemt Jezus dat Johannes is overgeleverd . Jezus wijkt uit naar Galilea . Blijkbaar voelt Jezus zich bedreigd . In Galilea gaat Jezus op zoek naar leerlingen . Er komt een nieuw stadium in het leven van Jezus . Johannes verdwijnt in de gevangenis en Jezus manifesteert zich als leraar . In Mt 11,2 heeft Johannes over de werken van Jezus gehoord en hij stelt hem via zijn leerlingen de vraag of hij de komende is . Johannes had dus nog leerlingen . Je zou mogen verwachten dat de leerlingen van Johannes naar de kring van Jezus waren overgestapt . Want als Jezus de komende is , dan is Johannes zijn wegbereider geweest . In Mt 14,13 verneemt Jezus dat Johannes onthoofd en begraven is . Blijkbaar wordt Jezus zozeer in samenhang met Johannes de Doper gezien , dat ook zijn leven in gevaar is , wanneer dat het geval met Johannes is . In deze gevallen heeft horen iets bedreigends . Zo wordt ook duidelijk dat het lot van Johannes ook het lot van Jezus zal worden . Het uitwijken van Jezus zal een wending nemen wanneer Petrus belijdt dat Jezus de messias is , de zoon van de levende God . De leerlingen zijn dan voldoende gevormd en gegroeid dat zijn boodschap kan overleven bij zijn heengaan .

 
1. Herodes
2. Jozef
3. Jezus
7. Jezus
4. Jezus
5. Jezus
6. Johannes de Doper
8. de jongeling
bijbelplaats
Mt 2,3
Mt 2,22
Mt 4,12  
Mt 14,13
Mt 8,10
Mt 9,12
Mt 11,2
Mt 19,22
 
akousas (gehoord)
akousas (gehoord)
akousas (gehoord)
akousas (gehoord)
akousas (gehoord)
ho de (hij echter) akousas (gehoord) 
Ho de Iôannès (Johannes echter)  akousas (gehoord)
akousas (gehoord)
het partikel de (echter)
de (echter)
de (echter)
de (echter)
de (echter)
de (echter)
 
 
de (echter)
onderwerp
ho basileus Hèrôides (koning Herodes)
 
 
ho Ièsous (Jezus)
ho Ièsous (Jezus)
 
 
ho neaniskos (de jongeling)
+ voorwerpszin : hoti... (dat...) of voorwerp
 
hoti (dat)...
hoti (dat)...
 
 
 
 
ton logon (het woord)
vervoegd werkwoord
etarachthè (werd hij ontsteld)
 23 anechôrèsen (week hij uit)
anechôrèsen (week hij uit)
anechôrèsen (week hij uit)
ethaumasen (was hij verwonderd)
eipen (zei hij)
 .... eipen (zei)
apèlthen (ging hij weg)
 
11. Huldiging van de magiërs : Mt 2,1-12 -
12. Vlucht naar Egypte en terugkeer : t 2,13-23 -
21. Begin van Jezus'optreden in Galilea : Mc 1,14-15 - Mt 4,12-17 - Lc 4,14-15 -
150. Terugkeer van de apostelen. Volkstoeloop - Mc 6,30-34 - Mt 14,13-14 -Lc 9,10-11 -
57. De honderdman van Kafarnaüm :Mt 8,5-13 - Lc 7,1-10 -
69. Jezus eet met tollenaars en zondaars : Mc 2,15-17 - Mt 9,10-13 - Lc 5,29-32 -
111. Vraag van Johannes de Doper : Lc 7,18-23 - Mt 11,2-6 -
268. De rijke (jonge) man : Mc 10,17-22 - Mt 19,16-22 - Lc 18,18-23 -

Mt 14,13.1. act. part. aor. nom. mann. enk. akousas (gehoord) van het werkw. akouô (horen) . Taalgebruik in de bijbel : akouô (horen) . Taalgebruik in de Septuaginta : akouô (horen) . Hebr. sjâmâ` (horen, luisteren) . Taalgebruik in Tenach : sjâm`â (horen, luisteren) . Beide (horen en oor) zijn verwant met elkaar . oor < Lat. aus , auris , zie Gr. ous / ôs , ôtis . auscultare (het oor lenen aan , toehoren , aanhoren) -> écouter . Lat. audire . Ned. horen . E. to hear . D. höhren . Bijbel (54) . OT (21) . NT (33) . Mt (8) : (1) Mt 2,3 (+ de) . (2) Mt 2,22 (+ de) . (3) Mt 4,12 (+ de) . (4) Mt 8,10 (+ de) . (5) Mt 9,12 . (6) Mt 11,2 . (7) Mt 14,13 . (8) Mt 19,22 (+ de) .

Mt 14,13.2. de (echter) , afkorting d' . Taalgebruik in de bijbel : de (echter) . Partikel . Het staat steeds als tweede woord in de zin . Het kan een lichte tegenstelling aanduiden . Om een verandering van personage of situatie in de zin aan te duiden . Bijbel (6210) . OT (3754) NT (2456) . Mt (421) . Mc (149) . Lc (478) . Joh (203) . Hnd (490) . Brieven (708) . Apk (7) . Mt 14 (19) : (1) Mt 14,6 . (2) Mt 14,8 . (3) Mt 14,13 . (4) Mt 14,15 . (5) Mt 14,16 . (6) Mt 14,17 . (7) Mt 14,18 . (8) Mt 14,19 . (9) Mt 14,21 . (10) Mt 14,23 . (11) Mt 14,24 . (12) Mt 14,25 . (13) Mt 14,26 . (14) Mt 14,27 . (15) Mt 14,28 . (16) Mt 14,29 . (17) Mt 14,30 . (18) Mt 14,31 . (19) Mt 14,33 . Er heeft verandering van personage plaats .

Mt 14,13.1. - 2. akousas de (gehoord echter) . NT (17) : (1) Mt 2,3 . (2) Mt 2,22 . (3) Mt 4,12 . (4) Mt 8,10 . (5) Mt 19,22 . (6) Mt 22,7 . (7) Mc 6,16 . (8) Lc 7,3 . (9) Lc 7,9 . (10) Lc 14,15 . (11) Lc 18,22 . (12) Lc 18,36 . (13) Joh 11,4 . (14) Hnd 7,12 . (15) Hnd 22,26 . (16) Hnd 23,16 . (17) Hnd 24,22 .

Mt 14,13.3. bepaald lidw. ho , hè , to (de - het) OF betrekk. voornaamw. nom. + acc. onz. enk. ho . Taalgebruik in de bijbel : bepaald lidwoord . Website : http://mediatheek.thinkquest.nl/~kla020/algemeen_3/gramm.html . Gr. to.. , tè... N. : de . E. : the . D. der , die , das . Bijbel (8495) . NT (2443) . Mt (408) . Mt 14 () : (1) Mt 14,1 . (2) Mt 14,2 . (3) Mt 14,3 . (4) Mt 14,4 . (5) Mt 14,7 . (6) Mt 14,9 . (7) Mt 14,13 . (8) Mt 14,15 . (9) Mt 14,16 . (10) Mt 14,18 . (11) Mt 14,24 . (12) Mt 14,27 . (13) Mt 14,28 . (14) Mt 14,29 . (15) Mt 14,31 . (16) Mt 14,32 .

Mt 14,13.4. nom. mann. enk. ièsous (Jezus) . Taalgebruik in de bijbel : Ièsous (Jezus) . NT (455) . Mt (110) . Mt 14 (4) telkens met bepaald lidwoord : (1) Mt 14,13 . (2) Mt 14,16 . (3) Mt 14,27 . (4) Mt 14,31 .

Mt 14,13.3. - 4. ho ièsous (Jezus) . Mt 14 (4) : (1) Mt 14,13 . (2) Mt 14,16 . (3) Mt 14,27 . (4) Mt 14,31 .

Mt 14,13.1. - 4. akousas de ho ièsous (Jezus echter- dat - horende) . Tenakh (3) : (3) Mt 4,12 . (4) Mt 8,10 . (13) Joh 11,4 . In sommige tekstuitgaven ook Mt 14,13 .

. - anechôrèsen (hij week uit) zie anachôreô (uitwijken) In 9 verzen bij Matteüs, zie Mt 2,12

In Mt 14,13 verneemt Jezus dat Johannes de Doper is onthoofd en begraven . Blijkbaar wordt Jezus zozeer in samenhang met Johannes de Doper gezien , dat met de dood van Johannes de Doper ook het leven van Jezus in gevaar is .

Bij Mt 4,12 hebben we gezien dat Ex 2 doorklinkt in de teksten van anachôreô (uitwijken) . Invulling van personages en situaties kunnen veranderen . De dreiging naar Jezus gaat uit van Herodes omdat deze koning de profeet Johannes de Doper heeft gedood . Mozes vluchtte uit Egypte naar Midjan , in de woestijn . Ook hier wijkt Jezus uit van de plek van het gevaar (ekeithen : vanhier) naar een woestijngebied .

Mt 14,14 - Mt 14,14 : 150. Terugkeer van de apostelen. Volkstoeloop : Mc 6,30-34 - Mt 14,13-14 - Lc 9,10-11 -- bijbeloverzicht -- Mt (Matteüs) -- bijbelverwijzingen -- Mt 14 - Mt 14,1-2 - Mt 14,3-12 -- Mt 14,15-21a - Mt 14,22-33 - Mt 14,34-36 - Mt 14,13 - Mt 14,14 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
14:14 kai exelthôn eiden polun ochlon kai esplagchnisthè ep autois kai etherapeusen tous arrôstous autôn   14 et exiens vidit turbam multam et misertus est eius et curavit languidos eorum   14 En Jezus uitgaande, zag een grote schare, en werd innerlijk met ontferming over hen bewogen, en genas hun kranken. [14] Toen Hij van boord ging, zag Hij een grote menigte. Hij had zeer met hen te doen en genas hun zieken.  [14] Toen hij uit de boot stapte en de grote menigte zag, voelde hij medelijden met hen en hij genas hun zieken.  14 Als hij uitstapt ziet hij een grote schare, en is om hen bewogen; hij geneest hun arme drommels. 14. En débarquant, il vit une foule nombreuse et il en eut pitié ; et il guérit leurs infirmes.

King James Bible . [14] And Jesus went forth, and saw a great multitude, and was moved with compassion toward them, and he healed their sick.
Luther-Bibel . 14 Und Jesus stieg aus und sah die große Menge; und sie jammerten ihn und er heilte ihre Kranken.
- 18de (achttiende) zondag door het a-jaar . Toen Hij bij zijn landing dan ook een grote menigte zag, kreeg Hij diep medelijden met hen en Hij genas hun zieken.

Tekstuitleg van Mt 14,14 .

2. exelthôn (uitgegaan) . Taalgebruik : eiselthôn (binnengegaan) , zie Mc 2,1 . Participium aorist nominatief mannelijk enkelvoud . In achtendertig verzen in de bijbel . In zeventien verzen in het OT . In eenentwintig verzen in het NT . Mt (9) . Mc (3) . Lc (6) . Hnd (3) .
Bij Matteüs : (1) Mt 13,1 . (2) Mt 14,14 . (3) Mt 15,21 . (4) Mt 18,28 . (5) Mt 20,3 . (6) Mt 20,5 . (7) Mt 20,6 . (8) Mt 24,1 . (9) Mt 26,75 .
Bij Marcus : (1) Mc 1,45 . (2) Mc 6,34 . (3) Mc 7,31 .
Bij Lucas : (1) Lc 1,22 . (2) Lc 4,42 . (3) Lc 14,18 . (4) Lc 15,28 . (5) Lc 22,39 . (6) Lc 22,62 .
In Hnd : (1) Hnd 7,4 . (2) Hnd 12,9 . (3) Hnd 12,17 .

exelthôn (uitgegaan) . Dit sluit aan bij Mt 14,13 : anechôrèsen ekeithen en ploiôi : week hij uit vandaar in een boot . exelthôn van Mt 14,14 betekent : uitge'stapt' - uit de boot - .

1. - 2. και εξηλθεν = kai exèlthen (en hij ging uit) . NT (18) : (1) Mt 9,26 . (2) Mt 17,18 . (3) Mc 2,13 .  (4) Mc 6,1 .  (5) Mc 8,27 . (6) Mc 14,68 . (7) Lc 7,17 . enz. Maar vaak gaat een participiumzin of een bepaling aan het vervoegd werkw. εξηλθεν = exèlthen vooraf .
- εξηλθεν δε = exèlthen de (hij echter ging uit) . Bijbel = NT (1) : Lc 8,35 .
- ὁ δε εξελθων = (ho) de exelthôn (hij echter uitgegaan) . Slechts in Mc 1,45 in het NT .
- και εξελθων = kai exelthôn (en uitgegaan) . LXX (8) . NT (8) : (1) Mt 14,14 . (2) Mt 15,21 . (3) Mt 20,3 . (4) Mt 24,1 . (5) Mt 26,75 . (6) Mc 6,34 . (7) Lc 22,39 . (8) Hnd 12,9 .
- Hebreeuws : וַיֵּצֵא = wajjetse´ (en hij ging uit) < waw consec. en qal act. imperf. 3de pers. mann. enk. van het werkw. יָצָא = jâtsa´ (uitgaan, uittrekken) . Taalgebruik in Tenakh : jâtsâ´ (uitgaan, uittrekken) . Getalswaarde : jod = 10 , tsade = 18 of 90 , aleph = 1 ; totaal : 29 (priemgetal) OF 101 priemgetal . Structuur : 1 - 9 - 1 . De som van de elementen is telkens 2 . Tenakh (191) . Pentateuch (55) . Eerdere Profeten (76) . Latere Profeten (21) . 12 Kleine Profeten (6) . Geschriften (33) .
- Latijn : act. part. aor. nom. mann. enk. egressus (uitgeschreden) van het werkw. egredi (uitschrijden) . Bijbel (181) . Mc (6) .

(ho) de exelthôn (hij echter uitgegaan) . Slechts in Mc 1,45 in het NT . de eindigt met epsilon en exelthôn begint met epsilon . Dit kan verwarring scheppen .
kai exelthôn (en uitgegaan) . In tien verzen in het NT . Mt (5) . Mc (1) . Lc (2) . Hnd (2) .
In vijf verzen bij Mt : (2) Mt 14,14 . (3) Mt 15,21 . (5) Mt 20,3 . (8) Mt 24,1 . (9) Mt 26,75 .
In één vers bij Mc : (2) Mc 6,34 . In Mc 7,31 : kai palin exelthôn (en opnieuw uitgegaan) . palin van Mc 7,31 (Mc 7,31-37) verwijst naar exelthôn (uitgegaan) van Mc 6,34 (Mc 6,30-34) .
In twee verzen bij Lucas : (5) Lc 22,39 . (6) Lc 22,62 .
In twee verzen in Hnd : (2) Hnd 12,9 . (3) Hnd 12,17 .
kai exelthôn (en uitgegaan) . In tien verzen in het NT . Mt (5) . Mc (1) . Lc (2) . Hnd (2) . In vijf verzen bij Mt : (2) Mt 14,14 . (3) Mt 15,21 . (5) Mt 20,3 . (8) Mt 24,1 . (9) Mt 26,75 . In één vers bij Mc : (2) Mc 6,34 .

3. eiden (hij zag) , zie Mt 2,16 . In 10 verzen bij Matteüs: (1) Mt 3,16 . (2) Mt 4,16 . (3) Mt 4,18 . (4) Mt 4,21 . (5) Mt 8,14 . (6) Mt 9,9 . (7) Mt 14,14 . (8) Mt 20,3 . (9) Mt 22,11 . (10) Mt 26,71 . Hier is de structuur met de roepingsverhalen (participiumzin + eiden = hij zag) opvallend : Mt 4,18 . Mt 4,21 . Mt 9,9 .

11. act. ind. aor. 3de pers. enk. εθεραπευσεν = etherapeusen (hij genas) van het werkw. θεραπευω = therapeuô (genezen, verzorgen) . Taalgebruik in het NT : therapeuô (genezen, verzorgen) . Taalgebruik in de LXX : therapeuô (genezen, verzorgen) . LXX (4) : (1) 2 S 19,25 . (2) Tob 12,3 . (3) W 16,12 . (4) Sir 38,7 . NT (14) : (1) Mt 4,24 . (2) Mt 8,16 . (3) Mt 12,15 . (4) Mt 12,22 . (5) Mt 14,14 . (6) Mt 15,30 . (7) Mt 19,2 . (8) Mt 21,14 . (9) Mc 1,34 . (10) Mc 3,10 . (11) Mc 6,5 . (12) Lc 4,40 . (13) Lc 7,21 . (14) Lc 13,14 . Een vorm van θεραπευω = therapeuô (genezen, verzorgen) in de LXX (26) , in het NT (43) , in Mt (16) , in Mc (5) , in Lc (14) , in Joh (1) . Een vorm van θεραπευω = therapeuô (genezen, verzorgen) kan de vertaling van 8 verschillende Hebreeuwse (werk)woorden zijn .

10. - 12.

- Mt 14,14 -
- kai (en) Nevenschikkend voegwoord. In 705 verzen bij Matteüs, zie Mt 1,2 : Mt 1,1-17 -.
- eiden (hij zag) zie idôn (gezien). In 12 verzen bij Matteüs, zie Mt 2,16 : Mt 2,13-23 - .

eiden (hij zag) . In 10 verzen bij Matteüs. Hier is het de 7de maal dat deze werkwoordsvorm voorkomt en de 6de maal dat Jezus het onderwerp is.

151. Mt 14,15-21a : Eerste broodvermenigvuldiging - Mc 6,35-44a - Mt 14,15-21a - Lc 9,12-17a -- bijbeloverzicht -- Mt (Matteüs) -- bijbelverwijzingen -- Mt 14 - Mt 14,1-2 - Mt 14,3-12 - Mt 14,13-14 -- Mt 14,22-33 - Mt 14,34-36 - Mt 14,15 - Mt 14,16 - Mt 14,17 - Mt 14,18 - Mt 14,19 - Mt 14,20 - Mt 14,21 -

Matteüs gebruikt 10X kai (en) en 7X de (echter). Het verhaal is ingedeeld in 9 verzen; 6 verzen hebben de (echter) als tweede woord van het vers, 3 verzen beginnen met kai (echter).

Mt 14,15 - Mt 14,15 : Eerste broodvermenigvuldiging - Mc 6,35-44a - Mt 14,15-21a - Lc 9,12-17a -- bijbeloverzicht -- Mt (Matteüs) -- bijbelverwijzingen -- Mt 14 - Mt 14,1-2 - Mt 14,3-12 - Mt 14,13-14 -- Mt 14,22-33 - Mt 14,34-36 - Mt 14,15 - Mt 14,16 - Mt 14,17 - Mt 14,18 - Mt 14,19 - Mt 14,20 - Mt 14,21 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
14:15 opsias de genomenès prosèlthon autôi hoi mathètai legontes erèmos estin o topos kai hè hôra èdè parèlthen apoluson tous ochlous hina apelthontes eis tas kômas agorasôsin heautois brômata 15 vespere autem facto accesserunt ad eum discipuli eius dicentes desertus est locus et hora iam praeteriit dimitte turbas ut euntes in castella emant sibi escas   Toen het nu avond geworden was , naderden de leerlingen hem , zeggend : " De plaats is woest en het (etens)uur is al voorbijgegaan ; zend de volksmenigten weg , opdat ze heengaan naar de dorpen (en) voedsel voor zich kopen. "  15 En als het nu avond werd, kwamen Zijn discipelen tot Hem, zeggende: Deze plaats is woest, en de tijd is nu voorbijgegaan; laat de scharen van U, opdat zij heengaan in de vlekken en zichzelven spijze kopen.  [15] Toen het avond werd, kwamen zijn leerlingen Hem zeggen: ‘Dit is een eenzame plaats en het is al laat geworden. Stuur de mensen weg, dan kunnen ze zelf in de dorpen eten gaan kopen.’  [15] Bij het vallen van de avond kwamen de leerlingen naar hem toe en zeiden: ‘Dit is een afgelegen plaats en het is al laat. Stuur de mensen weg, laat ze naar de dorpen gaan om eten voor zichzelf te kopen.’   15 Maar als het later wordt, komen de leerlingen tot hem en zeggen: deze plek is een woestijn, en het etensuur is al voorbijgegaan; maak u dan los van de scharen, opdat ze weggaan naar de dorpen en voor zichzelf levensmiddelen kopen!   15. Le soir venu, les disciples s'approchèrent et lui dirent : « L'endroit est désert et l'heure est déjà passée ; renvoie donc les foules afin qu'elles aillent dans les villages s'acheter de la nourriture. » 

King James Bible . And when it was evening, his disciples came to him, sapsing, This is a desert place, and the time is now past; send the multitude awaps, that theps maps go into the villages, and bups themselves victuals.
Luther-Bibel . 15 Am Abend aber traten seine Jünger zu ihm und sprachen: Die Gegend ist öde und die Nacht bricht herein; lass das Volk gehen, damit sie in die Dörfer gehen und sich zu essen kaufen.
- 18de (achttiende) zondag door het a-jaar . Tegen het vallen van de avond kwamen zijn leerlingen naar Hem toe en zeiden: "Deze plek is eenzaam en het is al laat op de dag. Stuur dus het volk weg om in de dorpen eten te gaan kopen."

Tekstuitleg van Mt 14,15 . Dit vers Mt 14,15 telt 29 woorden en 153 (3 X 3 X 17) letters . De getalwaarde van Mt 14,15 is 18347 (3 X 2621) .

1. gen. vr. enk. οψιας = opsias ('s avonds) van het zelfst. naamw. οψια = opsia (avond) . Taalgebruik in het NT : opsia (avond) . Taalgebruik in de LXX : opsia (avond) . Taalgebruik in Mc : opsia (avond) . Bijbel = NT (14) . Mt (7) : (1) Mt 8,16 . (2) Mt 14,15 . (3) Mt 14,23 . (4) Mt 16,2 . (5) Mt 20,8 . (6) Mt 26,20 . (7) Mt 27,57 . Mc (6) : (1) Mc 1,32 . (2) Mc 4,35 . (3) Mc 6,47 . (4) Mc 11,11 . (5) Mc 14,17 . (6) Mc 15,42 . Joh (1) : Joh 20,19 . Synoptici : 1) Mt 8,16 // Mc 1,32 . (2) Mt 14,23 // Mc 6,47 . (3) Mt 26,20 // Mc 14,17 . (4) Mt 27,57 // Mc 15,42 . Synoptici : (1) Mc 1,32 // Mt 8,16 . (2) Mc 6,47 // Mt 14,23 . (3) Mc 14,17 // Mt 26,20 . (4) Mc 15,42 // Mt 27,57 . In Lucas komt geen vorm van het woord οψια = opsia (avond) voor . Bij Marcus komt het in 6 verhalen voor : (1) de avond na de sabbat in Kafarnaüm (Mc 1,32) . (2) bij de storm (Mc 4,35) . (3) bij het wandelen op het meer (Mc 6,47) . (4) de avond na de intrede in Jerusalem (Mc 11,11) . (5) het laatste avondmaal (Mc 14,17) . (6) de begrafenis van Jezus (Mc 15,42) .

opsia (avond)   bijbel OT NT Mt Mc Joh syn.  ev. 
nom. + dat. mann. enk. opsia(i) (avond)  1 : Jdt 13,1     1 : Joh 6,16 .  
gen. mann. enk. opsias ('s avonds)  14    14  7 : (1) Mt 8,16 . (2) Mt 14,15 . (3) Mt 14,23 . (4) Mt 16,2 . (5) Mt 20,8 . (6) Mt 26,20 . (7) Mt 27,57 . 6 : (1) Mc 1,32 . (2) Mc 4,35 . (3) Mc 6,47 . (4) Mc 11,11 . (5) Mc 14,17 . (6) Mc 15,42 . 1 : Joh 20,19 . 13 : (1) Mt 8,16 // Mc 1,32 . (2) Mt 14,23 // Mc 6,47 . (3) Mt 26,20 // Mc 14,17 . (4) Mt 27,57 // Mc 15,42   14 
acc. mann. enk. opsian              
totaal 16  15  13  15 
opsias... genomenès       7   5 :  (1) Mc 1,32 . (2) Mc 4,35 . (3) Mc 6,47 . (4) . (5) Mc 14,17 . (6) Mc 15,42 . Niet in (4) Mc 11,11 .      

- ἑσπερα = hespera (avond) . Taalgebruik in het NT : hespera (avond) . Taalgebruik in de LXX : hespera (avond) . Een vorm van ἑσπερα = hespera (avond) in de LXX (129) , in het NT (3) . - Hebreeuws . עֶרֶב = `èrèbh (avond) . Taalgebruik in Tenakh : `èrèbh (avond) . Getalwaarde : ajin = 16 of 70 , resj = 20 of 200 , beth = 2 ; totaal : 38 (2 X 19) OF 272 (2² X 2² X 17) . Structuur : 7 - 2 - 2 . De som van de elementen is telkens 2 . Tenakh (48) . Pentateuch (20) . Eerdere Profeten (2) . Latere Profeten (5) . 12 Kleine Profeten (3) . Geschriften (18) . Gn (10) : (1) Gn 1,5 . (2) Gn 1,8 . (3) Gn 1,13 . (4) Gn 1,19 . (5) Gn 1,23 . (6) Gn 1,31 . (7) Gn 8,11 . (8) Gn 24,11 . (9) Gn 24,63 . (10) Gn 44,32 .
- Ned. : avond . Arabisch : مَسَاء = masâ´ (avond) . Taalgebruik in de Qoran : masâ´ (avond) . Aramees : רְמַשׁ / רַמְשָׁא = rëmasj / ramësjâ' . D. : Abend . E. evening . Fr. : le soir . Gr. : οψια = opsia (avond) . Taalgebruik in het NT : opsia (avond) EN : ἑσπερα = hespera (avond) . Taalgebruik in het NT : hespera (avond) . Hebr. : עֶרֶב = `èrèbh (avond) . Taalgebruik in Tenakh : `èrèbh (avond . Italiaans : alla sera . Lat. : vesper (gen. : vesperi) . Spaans : la tarde . Syrisch : ramcho .
- Ned. : traag . Lat. : tardus (langzaam, traag) . Fr. : tard . Il se fait tard (het wordt laat) .
- Ned. : laat . comparatief : later . Lat. : lassus (moe, traag) , zie het werkw. lassare (vermoeien) .
- Lat. : bijvoegl. naamw. serus (laat) . Fr. : le soir (de avond) .
- Door het neerdalen en het ondergaan van de zon wordt het avond . Het is hét symbool van overgang . Na het ondergaan van de zon wordt het duister . Dan begint de nacht . Hiermee begint bij de Joden het volgende etmaal .
- De avond wijst vooruit naar het laatste avondmaal en de begrafenis van Jezus . Maar het herinnert tegelijkertijd aan belangrijke joodse gebeurtenissen en gebruiken : de avond van het eten van ongedesemd brood en van de tocht door de rietzee . De avond bundelt de overgang van de slavernij naar de vrijheid , naar de onderlinge solidariteit , naar de overgang van leven naar dood .

3. part. aor. gen. vr. enk. γενομενης = genomenès (geworden) van het werkw. γινομαι = ginomai (worden, gebeuren) . Taalgebruik in de LXX : ginomai (worden) . Taalgebruik in het NT : ginomai (worden) . Taalgebruik in Mc : ginomai (worden) . Mt (9) : (1) Mt 8,16 . (2) Mt 13,21 . (3) Mt 14,15 . (4) Mt 14,23 . (5) Mt 16,2 . (6) Mt 20,8 . (7) Mt 27,1 . (8) Mt 26,20 . (9) Mt 27,57 . Mc (9) . (1) Mc 1,32 . (2) Mc 4,17 . (3) Mc 4,35 . (4) Mc 6,21 . (5) Mc 6,35 . (6) Mc 6,47 . (7) Mc 14,17 . (8) Mc 15,33 . (9) Mc 15,42 . Lc (2) : (1) Lc 4,42 . (2) Lc 6,48 . Joh (1) : Joh 21,4 . Een vorm van γινομαι = ginomai in de LXX (2174) , in het NT (667) .

  ginomai (worden, gebeuren)   bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br. Apk syn.   ev. 
  part. aor. gen. vr. enk. genomenès  41  33  11    20  21 

1.- 3. οψιας (...) γενομενης = opsias (...) genomenès (nadat het avond was geworden) . Bijbel = NT (12) : (1) Mt 8,16 . (2) Mt 14,15 . (3) Mt 14,23 . (4) Mt 16,2 . (5) Mt 20,8 . (6) Mt 26,20 . (7) Mt 27,57 . (8) Mc 1,32 . (9) Mc 4,35 . (10) Mc 6,47 . (11) Mc 14,17 . (12) Mc 15,42 .
- οψιας δε γενομενης = opsias de genomenès (nadat het echter avond was geworden) . Bijbel = NT (7) : (1) Mt 8,16 . (2) Mt 14,15 . (3) Mt 14,23 . (4) Mt 20,8 . (5) Mt 26,20 . (6) Mt 27,57 . (7) Mc 1,32 .
- και οψιας γενομενης = kai opsias genomenès (en nadat het avond was geworden) . Bijbel = NT (2) : (1) Mc 6,47 . (2) Mc 14,17 .
- και ... οψιας γενομενης = kai ... opsias genomenès (en ... nadat het avond was geworden) . Bijbel = NT (2) : (1) Mc 4,35 . (2) Mc 15,42 .
- Zonder και = kai (en) en δε = de (echter) ; οψιας (...) γενομενης = opsias genomenès (nadat het avond was geworden) . Bijbel = NT (1) : Mt 16,2 .
- Hebr. : וַיְהִי עֶרֶב = wajëhî `èrèbh (en het werd avond) . Tenakh (6) : (1) Gn 1,5 . (2) Gn 1,8 . (3) Gn 1,13 . (4) Gn 1,19 . (5) Gn 1,23 . (6) Gn 1,31 .

9. erèmos . Bijvoeglijk naamwoord nominatief mannelijk enkelvoud . In tweeëndertig verzen in de bijbel . In achtentwintig verzen in het O.T. . In vier verzen in het N.T. : (1) Mt 14,15 // Mc 6,35 . (2) Mt 23,38 . (3) Mc 6,35 // Mt 14,15 . (4) Hnd 8,26 . Een plaats is eenzaam om tot rust te komen . Een huis is verlaten nadat de bewoners zijn gevlucht , gestorven of gedood . Een weg is verlaten . Verwijzing : erèmos (woestijn, eenzaam) , Mc 1,12 . heremiet < herèmitos : kluizenaar . désert < Latijnse de-sertus : verlaten ; serere , sertum : aaneenrijgen , aaneenschakelen .

De leerlingen (Mt 14,15) vragen dat Jezus de menigten zou ontbinden (apoluô). Ontbinden doet denken aan leger, aan jeugdbewegingen met vendels en groepen. Jezus ontbindt de menigten nadat ze gegeten hebben. In Mt 14,22 dwingt Jezus de leerlingen in de boot te stappen terwijl hij de menigten ontbindt. In Mt 14,23 ontbindt Jezus de menigten.

Mt 14,16 - Mt 14,16 : Eerste broodvermenigvuldiging - Mc 6,35-44a - Mt 14,15-21a - Lc 9,12-17a -- bijbeloverzicht -- Mt (Matteüs) -- bijbelverwijzingen -- Mt 14 - Mt 14,1-2 - Mt 14,3-12 - Mt 14,13-14 -- Mt 14,22-33 - Mt 14,34-36 - Mt 14,15 - Mt 14,16 - Mt 14,17 - Mt 14,18 - Mt 14,19 - Mt 14,20 - Mt 14,21 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
14:16 o de | ièsous | [ièsous] | eipen autois ou chreian echousin apelthein dote autois umeis fagein   16 Iesus autem dixit eis non habent necesse ire date illis vos manducare    16 Maar Jezus zeide tot hen: Het is hun niet van node heen te gaan, geeft gij hun te eten.   [16] Maar Jezus zei: ‘Ze hoeven niet weg te gaan. Jullie moeten hun te eten geven.’   [16] Maar Jezus zei: ‘Ze hoeven niet weg, geven jullie hun maar te eten.’  16 Maar Jezus zegt tot hen: het is niet nodig dat ze weggaan: geeft gij hen te eten!   16. Mais Jésus leur dit : « Il n'est pas besoin qu'elles y aillent ; donnez-leur vous-mêmes à manger. » - 

King James Bible . [16] But Jesus said unto them, They need not depart; give ye them to eat.
Luther-Bibel . 16 Aber Jesus sprach zu ihnen: Es ist nicht nötig, dass sie fortgehen; gebt ihr ihnen zu essen.
- 18de (achttiende) zondag door het a-jaar . "Het is niet nodig dat zij weggaan, zei Jezus hun, geeft gij hun maar te eten."

Tekstuitleg van Mt 14,16 .

1. bepaald lidw. ho , hè , to (de - het) OF betrekk. voornaamw. nom. + acc. onz. enk. ho . Taalgebruik in de bijbel : bepaald lidwoord . Website : http://mediatheek.thinkquest.nl/~kla020/algemeen_3/gramm.html . Gr. to.. , tè... N. : de . E. : the . D. der , die , das . Bijbel (8495) . NT (2443) . Mt (408) . Mt 14 () : (1) Mt 14,1 . (2) Mt 14,2 . (3) Mt 14,3 . (4) Mt 14,4 . (5) Mt 14,7 . (6) Mt 14,9 . (7) Mt 14,13 . (8) Mt 14,15 . (9) Mt 14,16 . (10) Mt 14,18 . (11) Mt 14,24 . (12) Mt 14,27 . (13) Mt 14,28 . (14) Mt 14,29 . (15) Mt 14,31 . (16) Mt 14,32 .

2. de (echter) . δε = de (echter) , afkorting δ' = d' . Taalgebruik in het NT : de (echter) . Taalgebruik in de LXX : de (echter) . Taalgebruik in Mc : de (echter) . Taalgebruik in Lc : de (echter) . Partikel . Het staat steeds als tweede woord in de zin . Het kan een lichte tegenstelling aanduiden . Om een verandering van personage of situatie in de zin aan te duiden .
In vijf verzen in Mc 1 : (1) Mc 1,8 . (2) Mc 1,14 . (3) Mc 1,30 . (4) Mc 1,32 . (5) Mc 1,45 . In Mc 1,8 duidt het de tegenstelling aan tussen Johannes en Jezus . Mc 4 (4) : (1) Mc 4,11 . (2) Mc 4,15 . (3) Mc 4,29 . (4) Mc 4,34 .

de (echter)   bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br. Apk syn.  ev. 
de  6210 3754 2456 421 149 478 203 490 708 7 1048  1251 
d'  73 50  23  12      19  20 
Totaal 6283 3804 2479 433 151 483 204 490 711 7 1067 1271

partikel de (echter) Mt 1 Mt 2 Mt 3 Mt 4 Mt 5 Mt 6 Mt 7 Mt 8 Mt 9 Mt 10 Mt 11 Mt 12 Mt 13 Mt 14 Mt 15 Mt 16 Mt 17 Mt 18 Mt 19 Mt 20 Mt 21 Mt 22 Mt 23 Mt 24 Mt 25 Mt 26 Mt 27 Mt 28
421 21 11 9 5 12 13 3 16 16 13 5 17 25 19 19 14 11 9 15 13 22 17 13 15 21 31 27 9
12         3         2   1       1   1     1   2       1  
433 21 11 9 5 15 13 3 16 16 15 5 18 25 19 19 15 11 10 15 13 23 17 15 15 21 31 28 9

Bijbel (6210) . OT (3754) NT (2456) . Mt (421) . Mc (149) . Lc (478) . Joh (203) . Hnd (490) . Brieven (708) . Apk (7) . In 421 verzen bij Mt . Mt 1 (21) . Mt 2 (11) .
In zes verzen in Mt 2,1-12 : (1) Mt 2,1 . (2) Mt 2,3 . (3) Mt 2,5 . (4) Mt 2,8 . (5) Mt 2,9 . (6) Mt 2,10 . In vijf verzen in Mt 2,13-23 : (1) Mt 2,13 . (2) Mt 2,14 . (3) Mt 2,19 . (4) Mt 2,21 . (5) Mt 2,22 .
In vijf verzen in Mt 4 : (1) Mt 4,4 . (2) Mt 4,12 . (3) Mt 4,18 . (4) Mt 4,20 . (5) Mt 4,22 . Mt 14 (19) : (1) Mt 14,6 . (2) Mt 14,8 . (3) Mt 14,13 . (4) Mt 14,15 . (5) Mt 14,16 . (6) Mt 14,17 . (7) Mt 14,18 . (8) Mt 14,19 . (9) Mt 14,21 . (10) Mt 14,23 . (11) Mt 14,24 . (12) Mt 14,25 . (13) Mt 14,26 . (14) Mt 14,27 . (15) Mt 14,28 . (16) Mt 14,29 . (17) Mt 14,30 . (18) Mt 14,31 . (19) Mt 14,33 .
In veertien verzen in Mt 16 : (1) Mt 16,2 . (2) Mt 16,3 . (3) Mt 16,6 . (4) Mt 16,7 . (5) Mt 16,8 . (6) Mt 16,11 . (7) Mt 16,13 . (8) Mt 16,14 . (9) Mt 16,15 . (10) Mt 16,16 . (11) Mt 16,17 . (12) Mt 16,18 . (13) Mt 16,23 . (14) Mt 16,26 .

de (echter) , afkorting d' . Taalgebruik in de bijbel : de (echter) . Partikel . Het staat steeds als tweede woord in de zin . Het kan een lichte tegenstelling aanduiden . Om een verandering van personage of situatie in de zin aan te duiden . Bijbel (6210) . OT (3754) NT (2456) . Mt (421) . Mc (149) . Lc (478) . Joh (203) . Hnd (490) . Brieven (708) . Apk (7) . Mt 14 (19) : (1) Mt 14,6 . (2) Mt 14,8 . (3) Mt 14,13 . (4) Mt 14,15 . (5) Mt 14,16 . (6) Mt 14,17 . (7) Mt 14,18 . (8) Mt 14,19 . (9) Mt 14,21 . (10) Mt 14,23 . (11) Mt 14,24 . (12) Mt 14,25 . (13) Mt 14,26 . (14) Mt 14,27 . (15) Mt 14,28 . (16) Mt 14,29 . (17) Mt 14,30 . (18) Mt 14,31 . (19) Mt 14,33 . Er heeft verandering van personage plaats .

3. nom. mann. enk. ièsous (Jezus) . Taalgebruik in de bijbel : Ièsous (Jezus) . NT (455) . Mt (110) . Mt 14 (4) telkens met bepaald lidwoord : (1) Mt 14,13 . (2) Mt 14,16 . (3) Mt 14,27 . (4) Mt 14,31 .

1. - 3. ho ièsous (Jezus) . Mt 14 (4) : (1) Mt 14,13 . (2) Mt 14,16 . (3) Mt 14,27 . (4) Mt 14,31 .

1. - 5. ho de Ièsous eipen autois (Jezus echter zei hen) . In acht verzen in het N.T. : (1) Mt 13,57 . (2) Mt 14,16 . (3) Mt 16,6 . (4) Mt 17,20 . (5) Mt 19,28 . (6) Mt 24,2 . (7) Mc 10,38 . (8) Mc 10,39 .

10. act. imperat. aor. 2de pers. mv. δοτε = dote (geeft) van het werkw. διδωμι = didômi (geven) . Taalgebruik in het NT : didômi (geven) . Taalgebruik in de Septuaginta : didômi (geven) . NT (14) : (1) Mt 10,8 . (2) Mt 14,16 . (3) Mt 25,8 . (4) Mt 25,28 . (5) Mc 6,37 . (6) Lc 9,13 . (7) Lc 11,41 . (8) Lc 12,33 . (9) Lc 15,22 . (10) Lc 19,24 . (11) Hnd 8,19 . (12) Rom 12,19 . (13) Apk 14,7 . (14) Apk 18,7 . Een vorm van διδωμι = didômi (geven) in de LXX (2131) , in het NT (416) , in Lc (54) , in Lc 9 (3) : (1) Lc 9,1 . (2) Lc 9,13 . (3) Lc 9,16 . In Lc : X vormen van διδωμι = didômi (geven) in 54 verzen in 20 / 24 hoofdstukken . In Hnd : X vormen van διδωμι = didômi (geven) in 34 verzen in 18 / 28 hoofdstukken .

  didômi (geven)   bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br. Apk syn.  ev.  P.  A. b. 
  act. imperat. aor. 2de pers. mv. dote  50  36  14    10  10   
  Totaal   2131 416 56 39  60 76 35 72 + 4 58 155 231 76 16

act. imperatief aor. 2de pers. enk. δος = dos (geef) van het werkw. διδωμι = didômi (geven) . Taalgebruik in het NT : didômi (geven) . Taalgebruik in de Septuaginta : didômi (geven) . NT (14) : (1) Mt 10,8 . (2) Mt 14,16 . (3) Mt 25,8 . (4) Mt 25,28 . (5) Mc 6,37 . (6) Lc 9,13 . (7) Lc 11,41 . (8) Lc 12,33 . (9) Lc 15,22 . (10) Lc 19,24 . (11) Hnd 8,19 . (12) Rom 12,19 . (13) Apk 14,7 . (14) Apk 18,7 .

  didômi (geven)   bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br. Apk syn.  ev.  P.  A. b. 
  act. imperat. aor. 2de pers. enk. dos   89  73  16  2     10  15     
  Totaal   2131 416 56 39  60 76 35 72 + 4 58 155 231 76 16

- Hebreeuws . act. imperat. perf. 2de pers. mann. mv. תְנוּ = thënû (geeft) van het werkw. נָתַן = nâthan (geven) . Taalgebruik in Tenakh : nâthan (geven) . Getalwaarde : nun = 14 of 50 , thaw = 22 of 400 ; totaal : 50 of 500 . Structuur : 5 - 4 - 5 . De som van de elementen is telkens 5 . Tenakh (23) : (1) Gn 23,4 . (2) Gn 34,8 . (3) Ex 7,9 . (4) Ex 17,2 . (5) Joz 20,2 . (6) Re 8,5 . (7) Re 20,13 . (8) 1 S 11,12 . (9) 1 S 17,10 . (10) 2 S 20,21 . (11) 1 K 3,26 . (12) 1 K 3,27 . (13) Jr 13,16 . (14) Jr 22,3 . (15) Jr 29,6 . (16) Jr 48,9 . (17) Ps 68,35 . (18) Spr 31,6 . (19) Spr 31,31 . (20) Ezr 10,11 . (21) 2 Kr 22,19 . (22) 2 Kr 30,8 . (23) 2 Kr 35,3 .
- act. imperat. 2de pers. mann. enk. תֵן / תֶן = then / thèn van het werkw. נָתַן = nâthan (geven) . Taalgebruik in Tenakh : nâthan (geven) . Getalwaarde : nun = 14 of 50 , thaw = 22 of 400 ; totaal : 50 of 500 . Structuur : 5 - 4 - 5 . De som van de elementen is telkens 5 . Tenakh (12) : (1) Gn 14,21 . (2) 2 K 4,42 . (3) 2 K 4,43 . (4) Jr 18,21 . (5) Hos 9,14 . (6) Ps 28,4 . (7) Ps 72,1 . (8) Ps 115,1 . (9) Spr 9,9 . (10) Pr 11,2 . (11) 1 Kr 29,19 . (12) 2 Kr 1,10 .
- Lat. dare / donare - donum : geven - gave , gift . Fr. donner - don : geven - gave . D. geben . E. to give .


Mt 14,17 - Mt 14,17 : Eerste broodvermenigvuldiging - Mc 6,35-44a - Mt 14,15-21a - Lc 9,12-17a -- bijbeloverzicht -- Mt (Matteüs) -- bijbelverwijzingen -- Mt 14 - Mt 14,1-2 - Mt 14,3-12 - Mt 14,13-14 -- Mt 14,22-33 - Mt 14,34-36 - Mt 14,15 - Mt 14,16 - Mt 14,17 - Mt 14,18 - Mt 14,19 - Mt 14,20 - Mt 14,21 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
14:17 oi de legousin autô ouk echomen ôde ei mè pente artous kai duo ichthuas   17 responderunt ei non habemus hic nisi quinque panes et duos pisces     17 Doch zij zeiden tot Hem: Wij hebben hier niet, dan vijf broden en twee vissen.  [17] Zij zeiden Hem: ‘Wij hebben hier niets anders dan vijf broden en twee vissen.’   [17] Ze antwoordden hem: ‘We hebben hier niets, alleen vijf broden en twee vissen.’   17 Zij zeggen tot hem: we hebben hier niets behalve vijf broden en twee vissen!   17. « Mais, lui disent-ils, nous n'avons ici que cinq pains et deux poissons. » Il dit :  

King James Bible . [17] And they say unto him, We have here but five loaves, and two fishes.
Luther-Bibel . 17 Sie sprachen zu ihm: Wir haben hier nichts als fünf Brote und zwei Fische.
- 18de (achttiende) zondag door het a-jaar . Doch zij antwoordden: "Wij hebben hier niet meer dan vijf broden en twee vissen."

Tekstuitleg van Mt 14,17 .

Mt 14,18 - Mt 14,18 : Eerste broodvermenigvuldiging - Mc 6,35-44a - Mt 14,15-21a - Lc 9,12-17a -- bijbeloverzicht -- Mt (Matteüs) -- bijbelverwijzingen -- Mt 14 - Mt 14,1-2 - Mt 14,3-12 - Mt 14,13-14 -- Mt 14,22-33 - Mt 14,34-36 - Mt 14,15 - Mt 14,16 - Mt 14,17 - Mt 14,18 - Mt 14,19 - Mt 14,20 - Mt 14,21 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
14:18 o de eipen ferete moi ôde autous   18 qui ait eis adferte illos mihi huc     18 En Hij zeide: Brengt Mij dezelve hier.   [18] Hij zei: ‘Breng die hier.’   [18] Hij zei: ‘Breng ze mij.’  18 Maar hij zegt: brengt die hier naar mij toe!  18. « Apportez-les-moi ici. »  

King James Bible . [18] He said, Bring them hither to me.
Luther-Bibel . 18 Und er sprach: Bringt sie mir her!
- 18de (achttiende) zondag door het a-jaar . Waarop Jezus sprak: "Brengt die dan hier."

Tekstuitleg van Mt 14,18 .

Mt 14,19 - Mt 14,19 : Eerste broodvermenigvuldiging - Mc 6,35-44a - Mt 14,15-21a - Lc 9,12-17a -- bijbeloverzicht -- Mt (Matteüs) -- bijbelverwijzingen -- Mt 14 - Mt 14,1-2 - Mt 14,3-12 - Mt 14,13-14 -- Mt 14,22-33 - Mt 14,34-36 - Mt 14,15 - Mt 14,16 - Mt 14,17 - Mt 14,18 - Mt 14,19 - Mt 14,20 - Mt 14,21 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
14:19 kai keleusas tous ochlous anaklithènai epi tou chortou labôn tous pente artous kai tous duo ichthuas anablepsas eis ton ouranon eulogèsen kai klasas edôken tois mathètais tous artous oi de mathètai tois ochlois   19 et cum iussisset turbam discumbere supra faenum acceptis quinque panibus et duobus piscibus aspiciens in caelum benedixit et fregit et dedit discipulis panes discipuli autem turbis     19 En Hij beval de scharen neder te zitten op het gras, en nam de vijf broden en de twee vissen, en opwaarts ziende naar den hemel, zegende dezelve; en als Hij ze gebroken had, gaf Hij de broden den discipelen, en de discipelen aan de scharen.   [19] Hij verzocht de mensen op het gras te gaan zitten, nam die vijf broden en twee vissen, keek op naar de hemel, sprak de zegenbede uit, Hij brak de broden en gaf ze aan de leerlingen, en de leerlingen gaven ze aan de mensen.  [19] En nadat hij de mensen opdracht had gegeven op het gras te gaan zitten, nam hij de vijf broden en de twee vissen, keek omhoog naar de hemel, sprak het zegengebed uit en brak de broden; hij gaf ze aan de leerlingen, en de leerlingen gaven ze door aan de mensen.   19 Hij beveelt de scharen te gaan aanliggen op het gras. Hij neemt de vijf broden en de twee vissen, kijkt op naar de hemel en spreekt de zegening uit. Hij breekt de broden en geeft ze aan de leerlingen, en de leerlingen aan de scharen.   19. Et, ayant donné l'ordre de faire étendre les foules sur l'herbe, il prit les cinq pains et les deux poissons, leva les yeux au ciel, bénit, puis, rompant les pains, il les donna aux disciples, qui les donnèrent aux foules. 

King James Bible . [19] And he commanded the multitude to sit down on the grass, and took the five loaves, and the two fishes, and looking up to heaven, he blessed, and brake, and gave the loaves to his disciples, and the disciples to the multitude.
Luther-Bibel . 19 Und er ließ das Volk sich auf das Gras lagern und nahm die fünf Brote und die zwei Fische, sah auf zum Himmel, dankte und brach's und gab die Brote den Jüngern, und die Jünger gaben sie dem Volk.
- 18de (achttiende) zondag door het a-jaar . En Hij gaf opdracht dat het volk zich zou neerzetten op het gras. Hij nam de vijf broden en de twee vissen, sloeg de ogen ten hemel, en nadat Hij de zegen had uitgesproken, brak Hij de broden die Hij aan zijn leerlingen gaf en de leerlingen gaven ze weer aan het volk.

Tekstuitleg van Mt 14,19 .

Mt 14,20 - Mt 14,20 : Eerste broodvermenigvuldiging - Mc 6,35-44a - Mt 14,15-21a - Lc 9,12-17a -- bijbeloverzicht -- Mt (Matteüs) -- bijbelverwijzingen -- Mt 14 - Mt 14,1-2 - Mt 14,3-12 - Mt 14,13-14 -- Mt 14,22-33 - Mt 14,34-36 - Mt 14,15 - Mt 14,16 - Mt 14,17 - Mt 14,18 - Mt 14,19 - Mt 14,20 - Mt 14,21 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
14:20 kai efagon pantes kai echortasthèsan kai èran to perisseuon tôn klasmatôn dôdeka kofinous plèreis  20 et manducaverunt omnes et saturati sunt et tulerunt reliquias duodecim cofinos fragmentorum plenos     20 En zij aten allen en werden verzadigd, en zij namen op, het overschot der brokken, twaalf volle korven.  [20] Allemaal hadden ze volop te eten. Ze haalden de brokken op die over waren, twaalf korven vol.   [20] Iedereen at en werd verzadigd, en toen ze de stukken brood die over waren ophaalden, hadden ze twaalf manden vol.  20 Allen eten en worden verzadigd. Als ze wat er over is van  de brokken oprapen, zijn dat twaalf volle korven.   20. Tous mangèrent et furent rassasiés, et l'on emporta le reste des morceaux : douze pleins couffins ! 

King James Bible . [20] And they did all eat, and were filled: and they took up of the fragments that remained twelve baskets full.
Luther-Bibel . 20 Und sie aßen alle und wurden satt und sammelten auf, was an Brocken übrig blieb, zwölf Körbe voll.
- 18de (achttiende) zondag door het a-jaar . Allen aten tot ze verzadigd waren en aan overgebleven brokken haalde men nog twaalf volle korven op.

Tekstuitleg van Mt 14,20 .

14. plèreis (vol) . Verwijzing : pimplèmi (vervullen, vol maken) , zie Lc 4,1 . Nominatief meervoud . In vijfentwintig verzen in de bijbel . In twintig verzen in het O.T. . In vijf verzen in het N.T. : (1) Mt 14,20 . (2) Mt 15,37 . (3) Mc 8,19 . (4) Hnd 6,3 (zeven getuigen - plèreis pneumatos kai sofias = vol van geest en wijsheid) . (5) Hnd 19,28 .

Mt 14,21 - Mt 14,21 : Eerste broodvermenigvuldiging - Mc 6,35-44a - Mt 14,15-21a - Lc 9,12-17a -- bijbeloverzicht -- Mt (Matteüs) -- bijbelverwijzingen -- Mt 14 - Mt 14,1-2 - Mt 14,3-12 - Mt 14,13-14 -- Mt 14,22-33 - Mt 14,34-36 - Mt 14,15 - Mt 14,16 - Mt 14,17 - Mt 14,18 - Mt 14,19 - Mt 14,20 - Mt 14,21 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
14:21 oi de esthiontes èsan andres ôsei pentakischilioi chôris gunaikôn kai paidiôn 21 manducantium autem fuit numerus quinque milia virorum exceptis mulieribus et parvulis    21 Die nu gegeten hadden, waren omtrent vijf duizend mannen, zonder de vrouwen en kinderen.  [21] Afgezien van vrouwen en kinderen waren het zo’n vijfduizend man die gegeten hadden.  [21] Er hadden ongeveer vijfduizend man gegeten, vrouwen en kinderen niet meegeteld.  21 Die hebben gegeten, dat zijn zo´n vijfduizend mannen geweest, afgezien van vrouwen en kinderen.   21. Or ceux qui mangèrent étaient environ cinq mille hommes, sans compter les femmes et les enfants.  

King James Bible . [21] And they that had eaten were about five thousand men, beside women and children.
Luther-Bibel . 21 Die aber gegessen hatten, waren etwa fünftausend Mann, ohne Frauen und Kinder.
- 18de (achttiende) zondag door het a-jaar . Het waren ongeveer vijfduizend mannen die hadden gegeten, vrouwen en kinderen niet meegerekend.

Tekstuitleg van Mt 14,21 .

152. Mt 14,22-33 - Mc 6,45-52 - Mt 14,22-33 - Jezus wandelt op het meer -- bijbeloverzicht -- Mt (Matteüs) -- bijbelverwijzingen -- Mt 14 -- Mt 14,22 - Mt 14,23 - Mt 14,24 - Mt 14,25 - Mt 14,26 - Mt 14,27 - Mt 14,28 - Mt 14,29 - Mt 14,30 - Mt 14,31 - Mt 14,32 - Mt 14,33 -

Lezing op de 19de (negentiende) zondag door het a-jaar : Mt 14,22-33 .

Na de broodvermenigvuldiging dwong Jezus zijn leerlingen in de boot te gaan en alvast naar de overkant te varen, terwijl Hij het volk naar huis zou zenden. Toen Hij het volk had weggezonden, ging Hij de berg op om in afzondering te bidden. De avond viel en Hij was daar alleen. De boot was reeds een heel eind van de kust verwijderd en werd geteisterd door de golven, want zij hadden tegenwind. Tegen de morgen kwam Hij te voet over het meer naar hen toe. Maar toen de leerlingen Hem zo over het meer zagen gaan, raakten zij van streek omdat zij een spook meenden te zien en zij begonnen van angst te schreeuwen. Maar Jezus zei onmiddellijk tot hen: "Weest gerust, Ik ben het. Vreest niet." "Heer, antwoordde Petrus, als Gij het zijt, zeg mij dan dat ik over het water naar U toe moet komen." Waarop Jezus sprak: "Kom!" Petrus stapte uit de boot en liep over het water naar Jezus toe. Maar toen hij merkte hoe hevig de wind was, werd hij bang; hij begon te zinken en schreeuwde: "Heer, red mij!" Terstond stak Jezus zijn hand uit en greep hem vast, terwijl Hij tot hem zei: "Kleingelovige, waarom hebt ge getwijfeld?" Nadat zij in de boot gestapt waren, ging de wind liggen. De inzittenden wierpen zich voor Hem neer en zeiden: "Waarlijk, Gij zijt de Zoon van God."

Er zijn 12 verzen. Kai (en) wordt 9X gebruikt; de (echter) in 10 verzen. In 3 verzen (Mt 14,22 - Mt 14,23 en Mt 14,32) begint het vers met kai (en); in 9 verzen staat de (echter) op de tweede plaats in de zin (Mt 14,24 tot en met Mt 14,31, Mt 14,33). De Marcustekst bevat 8 verzen. Matteüs heeft 4 verzen meer en is met 4 verzen tekst uitgebreid. De Marcustekst gebruikt 10X kai (en) en 2X de (echter). Bij Marcus beginnen 5 verzen met kai (en), 1 vers heeft op de tweede plaats in de zin de (echter) en 2 verzen hebben op de tweede plaats in de zin gar (want). De Matteüstekst is een de (echter)-tekst. De versindeler heeft zich hierop laten inspireren bij de indeling van de verzen.
Jezus , de leerlingen en Petrus , de menigten , de boot , de wind zijn de personages van het verhaal . Plaats- en tijdsbepalingen spelen een belangrijke rol . Er zijn twee soorten dialogen : de ene dialoog tussen de leerlingen en Jezus , de andere dialoog tussen Jezus en Petrus .

de leerlingen Jezus Petrus Jezus Petrus Jezus mensen in de boot
Mt 14,26 Mt 14,27 Mt 14,28 Mt 14,29 Mt 14,30 Mt 14,31 Mt 14,33
  euthus de elalèsen (onmiddellijk sprak echter) apokritheis de autôi (beantwoord echter hem)       hoi de (zij echter) en tôi ploiôi (in de boot)
hoi de mathètai (de leerlingen echter) ho Ièsous (Jezus) ho Petros (Petrus) ho de (hij echter)      
        ekraxen (schreeuwde hij)    
legontes (zeggende) autois legôn (aan hen zeggend) eipen (zei) eipen (zei) legôn (zeggende) kai legei autôi (en hij zegt hem) legontes (zeggende)

 

Mt 14,22 - Mt 14,22 : 152. Mc 6,45-52 - Mt 14,22-33 - : Jezus wandelt op het meer -- bijbeloverzicht -- Mt (Matteüs) -- bijbelverwijzingen -- Mt 14 -- - Mt 14,22 - Mt 14,23 - Mt 14,24 - Mt 14,25 - Mt 14,26 - Mt 14,27 - Mt 14,28 - Mt 14,29 - Mt 14,30 - Mt 14,31 - Mt 14,32 - Mt 14,33 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
14:22 kai eutheôs ènagkasen tous mathètas embènai eis to ploion kai proagein auton eis to peran eôs ou apolusè tous ochlous   22 et statim iussit discipulos ascendere in navicula et praecedere eum trans fretum donec dimitteret turbas   22 En terstond dwong Jezus Zijn discipelen in het schip te gaan, en voor Hem af te varen naar de andere zijde, terwijl Hij de scharen van Zich zou laten.  [22] Meteen hierna dwong Hij de leerlingen om aan boord te gaan en alvast voor Hem uit over te steken; dan zou Hij intussen de mensen wegsturen.   [22] Meteen daarna gelastte hij de leerlingen in de boot te stappen en alvast vooruit te gaan naar de overkant, hij zou ook komen nadat hij de mensen had weggestuurd.   22 ¶ Meteen dwingt hij de leerlingen de boot in te stappen en voor hem uit naar de overkant te varen, terwijl hij zich van de scharen losmaakt.   22. Et aussitôt il obligea les disciples à monter dans la barque et à le devancer sur l'autre rive, pendant qu'il renverrait les foules. 

King James Bible . [22] And straightway Jesus constrained his disciples to get into a ship, and to go before him unto the other side, while he sent the multitudes away.
Luther-Bibel . 22 Und alsbald trieb Jesus seine Jünger, in das Boot zu steigen und vor ihm hinüberzufahren, bis er das Volk gehen ließe.
- 19de (negentiende) zondag door het a-jaar . Na de broodvermenigvuldiging dwong Jezus zijn leerlingen in de boot te gaan en alvast naar de overkant te varen, terwijl Hij het volk naar huis zou zenden.

Tekstuitleg van Mt 14,22 .

Mt 14,23 - Mt 14,23 : 152. Mc 6,45-52 - Mt 14,22-33 - : Jezus wandelt op het meer -- bijbeloverzicht -- Mt (Matteüs) -- bijbelverwijzingen -- Mt 14 -- - Mt 14,22 - Mt 14,23 - Mt 14,24 - Mt 14,25 - Mt 14,26 - Mt 14,27 - Mt 14,28 - Mt 14,29 - Mt 14,30 - Mt 14,31 - Mt 14,32 - Mt 14,33 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
14:23 kai apolusas tous ochlous anebè eis to oros kat idian proseuxasthai opsias de genomenès monos èn ekei   23 et dimissa turba ascendit in montem solus orare vespere autem facto solus erat ibi    23 En als Hij nu de scharen van Zich gelaten had, klom Hij op den berg alleen, om te bidden. En als het nu avond was geworden, zo was Hij daar alleen.  [23] Toen Hij de mensen had weggestuurd, ging Hij de berg op om te bidden, Hij alleen. Toen het avond geworden was, was Hij daar nog alleen.   [23] Toen hij hen weggestuurd had, ging hij de berg op om er in afzondering te bidden. De nacht viel, en hij was daar helemaal alleen.   23 Hij maakt zich van de scharen los en klimt het bergland in, om apart van iedereen te aanbidden. Als het avond wordt blijft hij daar, alleen.   23. Et quand il eut renvoyé les foules, il gravit la montagne, à l'écart, pour prier. Le soir venu, il était là, seul.  

King James Bible . [23] And when he had sent the multitudes away, he went up into a mountain apart to pray: and when the evening was come, he was there alone.
Luther-Bibel . 23 Und als er das Volk hatte gehen lassen, stieg er allein auf einen Berg, um zu beten. Und am Abend war er dort allein.
- 19de (negentiende) zondag door het a-jaar . Toen Hij het volk had weggezonden, ging Hij de berg op om in afzondering te bidden. De avond viel en Hij was daar alleen.

Tekstuitleg van Mt 14,23 .

2.

apolusas (ontbonden) . Participium aorist nominatief enkelvoud. Deze vorm komt slechts in 2 verzen in de bijbel voor, bij Matteüs en telkens in een gelijkaardige contekst. Mt 14,23 en Mt 15,39 . Bij beiden is het object tous ochlous (de menigten). Bij beiden wordt een broodverhaal afgesloten. Zie ook Mt 14,15 , waar de leerlingen reeds aan Jezus vroegen om de menigten te ontbinden.
Het was anders uitgevallen dan Jezus had gewild. Nadat hij vernomen had dat Johannes de Doper was onthoofd, was Jezus met zijn leerlingen uitgeweken naar een eenzame plaats (Mt 14,13). De menigten waren hen echter gevolgd; Jezus genas de zieken. 'S avonds stelden de leerlingen voor de menigten te ontbinden (Mt 14,15). Jezus geeft hen eerst te eten. Nadat Jezus zijn leerlingen heeft gedwongen in de boot te stappen en reeds uit te varen (Mt 14,22) en hij de menigten heeft ontbonden (Mt 14,23). kan hij eindelijk eens alleen zijn. Want hij is aan het uitwijken voor dreigend gevaar. Door de dood van Johannes de Doper kijkt hij de dood in het gezicht. De broodvermenigvuldiging doet denken aan het laatste Avondmaal. Zowel na de broodvermenigvuldiging als na het laatste Avondmaal gaat Jezus naar de berg om te bidden.

Mt 14,24 - Mt 14,24 : 152. Mc 6,45-52 - Mt 14,22-33 - : Jezus wandelt op het meer -- bijbeloverzicht -- Mt (Matteüs) -- bijbelverwijzingen -- Mt 14 -- - Mt 14,22 - Mt 14,23 - Mt 14,24 - Mt 14,25 - Mt 14,26 - Mt 14,27 - Mt 14,28 - Mt 14,29 - Mt 14,30 - Mt 14,31 - Mt 14,32 - Mt 14,33 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
14:24 to de ploion èdè stadious pollous apo tès gès apeichen* basanizomenon upo tôn kumatôn èn gar enantios o anemos   24 navicula autem in medio mari iactabatur fluctibus erat enim contrarius ventus     24 En het schip was nu midden in de zee, zijnde in nood van de baren; want de wind was hun tegen.   [24] Toen de boot al veel stadiën* uit de kust was, had die het zwaar te verduren van de golven, omdat de wind tegenzat.   [24] De boot was intussen al vele stadiën van de vaste wal verwijderd en werd, als gevolg van de tegenwind, door de golven geteisterd.   24 Maar de boot is al vele stadiën van het land af, geteisterd door de golven, want de wind is tegen.   24. La barque, elle, se trouvait déjà éloignée de la terre de plusieurs stades, harcelée par les vagues, car le vent était contraire.  

King James Bible . [24] But the ship was now in the midst of the sea, tossed with waves: for the wind was contrary.
Luther-Bibel . 24 Und das Boot war schon weit vom Land entfernt und kam in Not durch die Wellen; denn der Wind stand ihm entgegen.
- 19de (negentiende) zondag door het a-jaar . De boot was reeds een heel eind van de kust verwijderd en werd geteisterd door de golven, want zij hadden tegenwind.

Tekstuitleg van Mt 14,24 .

- de (echter). Partikel. In 421 verzen bij Matteüs. zie bij Mt 1,2 -

Mt 14,25 - Mt 14,25 : 152. Mc 6,45-52 - Mt 14,22-33 - : Jezus wandelt op het meer -- bijbeloverzicht -- Mt (Matteüs) -- bijbelverwijzingen -- Mt 14 -- - Mt 14,22 - Mt 14,23 - Mt 14,24 - Mt 14,25 - Mt 14,26 - Mt 14,27 - Mt 14,28 - Mt 14,29 - Mt 14,30 - Mt 14,31 - Mt 14,32 - Mt 14,33 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
14:25 tetartè de fulakè tès nuktos èlthen pros autous peripatôn epi tèn thalassan 25 quarta autem vigilia noctis venit ad eos ambulans supra mare     25 Maar ter vierde wake des nachts kwam Jezus af tot hen, wandelende op de zee.   [25] Op het einde van de nacht ging Hij lopend over het meer naar hen toe.   [25] Tegen het einde van de nacht kwam hij naar hen toe, lopend over het meer.   25 In de vierde nachtwake komt hij naar hen toe, wandelend over de zee.   25. A la quatrième veille de la nuit, il vint vers eux en marchant sur la mer.  

King James Bible . [25] And in the fourth watch of the night Jesus went unto them, walking on the sea.
Luther-Bibel . 25 Aber in der vierten Nachtwache kam Jesus zu ihnen und ging auf dem See.
- 19de (negentiende) zondag door het a-jaar . Tegen de morgen kwam Hij te voet over het meer naar hen toe.

Tekstuitleg van Mt 14,25 .

- de (echter). Partikel. In 421 verzen bij Matteüs. zie bij Mt 1,2 -

Het verhaal doet denken aan de wonderbare visvangst. De hele nacht hebben de leerlingen tevergeefs gevangen. Een nacht zonder resultaat. Ook hier is het een nacht van vechten tegen de baren en de wind. Bij de vierde nachtwake zijn de leerlingen nog niet aan de overkant. De leerlingen varen zonder Jezus. Ze zijn ertoe gedwongen.
Er zijn ook heel wat overeenkomsten met het verhaal Mt 28,16-20 . Eén ervan is dat Jezus naar hen toegaat Mt 28,18 . Wellicht speelt hier de spsmboliek van de 'overkant'. De leerlingen zijn aan de ene kant, Jezus aan de andere. De leerlingen bevinden zich in dit leven, Jezus in het leven na de dood. Jezus is niet meer gebonden aan de ruimte en aan natuurwetten. Het wil vertellen dat Jezus aanwezig is bij zijn leerlingen die opboksen tegen de golven en de wind in dit leven.

peripatôn (rondwandelend). Particpium praesens nominatief enkelvoud. Het komt in 9 verzen in de bijbel voor. In (1) Ps 104,3 (die wandelt op de vleugels van de wind), (2) Job 9,8 (en wandelend als op de golven op zee) (3) Sir 10,27 (4) Mt 4,18 (5) Mt 14,25

Mt 14,26 - Mt 14,26 : 152. Mc 6,45-52 - Mt 14,22-33 - : Jezus wandelt op het meer -- bijbeloverzicht -- Mt (Matteüs) -- bijbelverwijzingen -- Mt 14 -- - Mt 14,22 - Mt 14,23 - Mt 14,24 - Mt 14,25 - Mt 14,26 - Mt 14,27 - Mt 14,28 - Mt 14,29 - Mt 14,30 - Mt 14,31 - Mt 14,32 - Mt 14,33 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
14:26 oi de mathètai idontes auton epi tès thalassès peripatounta etarachthèsan legontes oti fantasma estin kai apo tou fobou ekraxan   26 et videntes eum supra mare ambulantem turbati sunt dicentes quia fantasma est et prae timore clamaverunt    26 En de discipelen, ziende Hem op de zee wandelen, werden ontroerd, zeggende: Het is een spooksel! En zij schreeuwden van vreze.   [26] Toen de leerlingen Hem op het meer zagen lopen, raakten ze in paniek. ‘Een spook!’, riepen ze, en ze schreeuwden van angst.   [26] Toen de leerlingen hem op het meer zagen lopen, raakten ze in paniek. Ze riepen: ‘Een spook!’ en schreeuwden het uit van angst.   26 Maar als de leerlingen hem zien wandelen over de zee, zijn ze verbijsterd; ze zeggen: dat is een spook!, en ze schreeuwen van vrees.   26. Les disciples, le voyant marcher sur la mer, furent troublés : « C'est un fantôme », disaient-ils, et pris de peur ils se mirent à crier.  

King James Bible . [26] And when the disciples saw him walking on the sea, they were troubled, saying, It is a spirit; and they cried out for fear.
Luther-Bibel . 26 Und als ihn die Jünger sahen auf dem See gehen, erschraken sie und riefen: Es ist ein Gespenst!, und schrien vor Furcht.
- 19de (negentiende) zondag door het a-jaar . Maar toen de leerlingen Hem zo over het meer zagen gaan, raakten zij van streek omdat zij een spook meenden te zien en zij begonnen van angst te schreeuwen.

Tekstuitleg van Mt 14,26 .

- de (echter). Partikel. In 421 verzen bij Matteüs. zie bij Mt 1,2 -

Mt 14,26.19. act. ind. aor. 3de pers. mv. εκραξαν = ekraksan (zij krijsten) van het werkw. κραζω = krazô (krijsen, schreeuwen, roepen) . Taalgebruik in het NT : krazô (schreeuwen, roepen) . Taalgebruik in de LXX : krazô (schreeuwen, roepen) . Taalgebruik in Mc : krazô (schreeuwen, roepen) . Bijbel (7) : (1) Mt 8,29. (2) Mt 14,26 . (3) Mt 20,30 . (4) Mt 20,31 . (5) Mc 15,13 . (6) Mc 15,14 . (7) Apk 6,10 . Een vorm van κραζω = krazô (krijsen , schreeuwen, roepen) in de LXX (111) , in het NT (55) , in Mt (12) , in Mc (11) , in Lc (3) .

Mt 14,27 - Mt 14,27 : 152. Mc 6,45-52 - Mt 14,22-33 - : Jezus wandelt op het meer -- bijbeloverzicht -- Mt (Matteüs) -- bijbelverwijzingen -- Mt 14 -- - Mt 14,22 - Mt 14,23 - Mt 14,24 - Mt 14,25 - Mt 14,26 - Mt 14,27 - Mt 14,28 - Mt 14,29 - Mt 14,30 - Mt 14,31 - Mt 14,32 - Mt 14,33 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
14:27 euthus de elalèsen [o ièsous] autois legôn tharseite egô eimi mè fobeisthe  27 statimque Iesus locutus est eis dicens habete fiduciam ego sum nolite timere     27 Maar terstond sprak hen Jezus aan, zeggende: Zijt goedsmoeds, Ik ben het, vreest niet.  [27] Meteen zei Jezus: ‘Rustig maar, Ik ben het. Wees niet bang.’   [27] Meteen sprak Jezus hen aan: ‘Blijf kalm! Ik ben het, wees niet bang!’   27 Maar meteen spreekt Jezus tot hen en zegt: houdt moed, ik ben het, vreest niet!   27. Mais aussitôt Jésus leur parla en disant : « Ayez confiance, c'est moi, soyez sans crainte. »  

King James Bible . [27] But straightway Jesus spake unto them, saying, Be of good cheer; it is I; be not afraid.
Luther-Bibel . 27 Aber sogleich redete Jesus mit ihnen und sprach: Seid getrost, ich bin's; fürchtet euch nicht!
- 19de (negentiende) zondag door het a-jaar . Maar Jezus zei onmiddellijk tot hen: "Weest gerust, Ik ben het. Vreest niet."

Tekstuitleg van Mt 14,27 .

- euthus (tijd: onmiddellijk, dadelijk, terstond; plaats : rechtstreeks, direct, zonder omwegen). In 40 verzen bij Marcus, zie Mc 1,10 . In 5 verzen bij Matteüs.
- de (echter). Partikel. In 421 verzen bij Matteüs. zie bij Mt 1,2 -

Euthus (onmiddellijk) . Het komt in 5 verzen bij Matteüs voor. Het komt in de paralleltekst van Mc 6,50 voor. In Mt 14,27 en Mt 21,3 staat het vooraan de zin, gevolgd door de (echter).
De (echter). Er is verandering van personage. In Mt 14,25 is Jezus hoofdpersonage, in Mt 14,26 zijn het de leerlingen, in Mt 14,27 is het opnieuw Jezus en in Mt 14,33 zijn het opnieuw de leerlingen.
Tharseite (hebt goede moed) . Het komt in 12 verzen in de bijbel voor. In 9 verzen in het O.T., Vaak is het vertaling van het Hebreeuwse ´al th(j)iraa´u (latijn : nolite timere, vreest niet) . (1) Ex 14,13 . (2) Ex 20,20 . (10) Mt 14,27 . (11) Mc 6,50 . (12) Joh 16,33 .Het Hebreeuwse ´al th(j)iraa´u (latijn : nolite timere, vrees niet) komt in Tenach in 38 verzen voor. Meestal wordt het vertaald door mè fobeisthe (vreest niet). In de bijbel komt fobeisthe in 34 verzen voor; in 23 verzen in het O.T. en in 11 verzen in het N.T.; in 6 verzen bij Matteüs, in 1 vers bij Marcus, in 2 verzen bij Lucas, in Joh 6,20 en in 1 Pe 2,17.

Mt 14,28 - Mt 14,28 : 152. Mc 6,45-52 - Mt 14,22-33 - : Jezus wandelt op het meer -- bijbeloverzicht -- Mt (Matteüs) -- bijbelverwijzingen -- Mt 14 -- - Mt 14,22 - Mt 14,23 - Mt 14,24 - Mt 14,25 - Mt 14,26 - Mt 14,27 - Mt 14,28 - Mt 14,29 - Mt 14,30 - Mt 14,31 - Mt 14,32 - Mt 14,33 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
14:28 apokritheis de | o petros eipen autô | autô o petros eipen | kurie ei su ei keleuson me elthein pros se epi ta udata   28 respondens autem Petrus dixit Domine si tu es iube me venire ad te super aquas     28 En Petrus antwoordde Hem, en zeide: Heere! indien Gij het zijt, zo gebied mij tot U te komen op het water.  [28] Petrus gaf Hem ten antwoord: ‘Heer, als U het bent, laat me dan over het water naar U toekomen.’  [28] Petrus antwoordde: ‘Heer, als u het bent, zeg me dan dat ik over het water naar u toe moet komen.’  28 Ten antwoord zegt Petrus tot hem: heer, als u het bent, beveel mij over de wateren tot u te komen!   28. Sur quoi, Pierre lui répondit : « Seigneur, si c'est bien toi, donne-moi l'ordre de venir à toi sur les eaux. » -  

King James Bible . [28] And Peter answered him and said, Lord, if it be thou, bid me come unto thee on the water.
Luther-Bibel . 28 Petrus aber antwortete ihm und sprach: Herr, bist du es, so befiehl mir, zu dir zu kommen auf dem Wasser.
- 19de (negentiende) zondag door het a-jaar . "Heer, antwoordde Petrus, als Gij het zijt, zeg mij dan dat ik over het water naar U toe moet komen."

Tekstuitleg van Mt 14,28 .

Mt 14,29 - Mt 14,29 : 152. Mc 6,45-52 - Mt 14,22-33 - : Jezus wandelt op het meer -- bijbeloverzicht -- Mt (Matteüs) -- bijbelverwijzingen -- Mt 14 -- - Mt 14,22 - Mt 14,23 - Mt 14,24 - Mt 14,25 - Mt 14,26 - Mt 14,27 - Mt 14,28 - Mt 14,29 - Mt 14,30 - Mt 14,31 - Mt 14,32 - Mt 14,33 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
14:29 o de eipen elthe kai katabas apo tou ploiou | | [o] | petros periepatèsen epi ta udata kai èlthen pros ton ièsoun   29 at ipse ait veni et descendens Petrus de navicula ambulabat super aquam ut veniret ad Iesum    29 En Hij zeide: Kom. En Petrus klom neder van het schip, en wandelde op het water, om tot Jezus te komen.   [29] Hij zei: ‘Kom.’ En Petrus stapte overboord, liep over het water en kwam naar Jezus toe.  [29] Hij zei: ‘Kom!’ Petrus stapte uit de boot en liep over het water naar Jezus toe.   29 En hij zegt: kom! Petrus stapt van de boot af, wandelt over de wateren en komt aan bij Jezus.   29. « Viens », dit Jésus. Et Pierre, descendant de la barque, se mit à marcher sur les eaux et vint vers Jésus.  

King James Bible . [29] And he said, Come. And when Peter was come down out of the ship, he walked on the water, to go to Jesus.
Luther-Bibel . 29 Und er sprach: Komm her! Und Petrus stieg aus dem Boot und ging auf dem Wasser und kam auf Jesus zu.
- 19de (negentiende) zondag door het a-jaar . Waarop Jezus sprak: "Kom!" Petrus stapte uit de boot en liep over het water naar Jezus toe.

Tekstuitleg van Mt 14,29 .

18. - 19. τον ιησουν = ton Ièsoun (de Jezus) . NT (66) . Mt (9) : (1) Mt 14,29 . (2) Mt 17,8 . (3) Mt 26,4 . (4) Mt 26,50 . (5) Mt 26,57 . (6) Mt 27,20 . (7) Mt 27,26 . (8) Mt 27,27 . (9) Mt 27,54 .

Mt 14,30 - Mt 14,30 : 152. Mc 6,45-52 - Mt 14,22-33 - : Jezus wandelt op het meer -- bijbeloverzicht -- Mt (Matteüs) -- bijbelverwijzingen -- Mt 14 -- - Mt 14,22 - Mt 14,23 - Mt 14,24 - Mt 14,25 - Mt 14,26 - Mt 14,27 - Mt 14,28 - Mt 14,29 - Mt 14,30 - Mt 14,31 - Mt 14,32 - Mt 14,33 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
14:30 blepôn de ton anemon | | [ischuron*] | efobèthè kai arxamenos katapontizesthai ekraxen legôn kurie sôson me   30 videns vero ventum validum timuit et cum coepisset mergi clamavit dicens Domine salvum me fac    30 Maar ziende den sterken wind, werd hij bevreesd, en als hij begon neder te zinken, riep hij, zeggende: Heere, behoud mij!   [30] Toen hij lette op de kracht van de wind, werd hij bang, en toen hij begon te zinken, schreeuwde hij: ‘Heer, red me.’  [30] Maar toen hij voelde hoe sterk de wind was, werd hij bang. Hij begon te zinken en schreeuwde het uit: ‘Heer, red me!’  30 Maar als hij naar de wind kijkt wordt hij bevreesd en begint te zinken; hij schreeuwt het uit en zegt: heer, red mij!   30. Mais, voyant le vent, il prit peur et, commençant à couler, il s'écria : « Seigneur, sauve-moi ! » 

King James Bible . [30] But when he saw the wind boisterous, he was afraid; and beginning to sink, he cried, saying, Lord, save me.
Luther-Bibel . 30 Als er aber den starken Wind sah, erschrak er und begann zu sinken und schrie: Herr, hilf mir!
- 19de (negentiende) zondag door het a-jaar . Maar toen hij merkte hoe hevig de wind was, werd hij bang; hij begon te zinken en schreeuwde: "Heer, red mij!"

Tekstuitleg van Mt 14,30 .

Mt 14,31 - Mt 14,31 : 152. Mc 6,45-52 - Mt 14,22-33 - : Jezus wandelt op het meer -- bijbeloverzicht -- Mt (Matteüs) -- bijbelverwijzingen -- Mt 14 -- - Mt 14,22 - Mt 14,23 - Mt 14,24 - Mt 14,25 - Mt 14,26 - Mt 14,27 - Mt 14,28 - Mt 14,29 - Mt 14,30 - Mt 14,31 - Mt 14,32 - Mt 14,33 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
14:31 eutheôs de o ièsous ekteinas tèn cheira epelabeto autou kai legei autô oligopiste eis ti edistasas   31 et continuo Iesus extendens manum adprehendit eum et ait illi modicae fidei quare dubitasti    31 En Jezus, terstond de hand uitstekende, greep hem aan, en zeide tot hem: Gij kleingelovige! waarom hebt gij gewankeld?   [31] Meteen stak Jezus zijn hand uit en greep hem vast. Hij zei: ‘Kleingelovige, waarom heb je getwijfeld?’   [31] Meteen strekte Jezus zijn hand uit, hij greep hem vast en zei: ‘Kleingelovige, waarom heb je getwijfeld?’  31 Meteen strekt Jezus de hand uit, neemt hem vast en zegt tot hem: kleingelovige, waarom zo getwijfeld?  31. Aussitôt Jésus tendit la main et le saisit, en lui disant : « Homme de peu de foi, pourquoi as-tu douté ? »  

King James Bible . [31] And immediately Jesus stretched forth his hand, and caught him, and said unto him, O thou of little faith, wherefore didst thou doubt?
Luther-Bibel . 31 Jesus aber streckte sogleich die Hand aus und ergriff ihn und sprach zu ihm: Du Kleingläubiger, warum hast du gezweifelt?
- 19de (negentiende) zondag door het a-jaar . Terstond stak Jezus zijn hand uit en greep hem vast, terwijl Hij tot hem zei: "Kleingelovige, waarom hebt ge getwijfeld?"

Tekstuitleg van Mt 14,31 .

Mt 14,32 - Mt 14,32 : 152. Mc 6,45-52 - Mt 14,22-33 - : Jezus wandelt op het meer -- bijbeloverzicht -- Mt (Matteüs) -- bijbelverwijzingen -- Mt 14 -- - Mt 14,22 - Mt 14,23 - Mt 14,24 - Mt 14,25 - Mt 14,26 - Mt 14,27 - Mt 14,28 - Mt 14,29 - Mt 14,30 - Mt 14,31 - Mt 14,32 - Mt 14,33 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
14:32 kai anabantôn autôn eis to ploion ekopasen o anemos   32 et cum ascendissent in naviculam cessavit ventus     32 En als zij in het schip geklommen waren, stilde de wind.   [32] Toen ze in de boot gestapt waren, ging de wind liggen.  [32] Toen ze in de boot stapten, ging de wind liggen.   32 Zij klimmen de boot in en de wind gaat liggen.  32. Et quand ils furent montés dans la barque, le vent tomba.  

King James Bible . [32] And when they were come into the ship, the wind ceased.
Luther-Bibel . 32 Und sie traten in das Boot und der Wind legte sich.
- 19de (negentiende) zondag door het a-jaar . Nadat zij in de boot gestapt waren, ging de wind liggen.

Tekstuitleg van Mt 14,32 .

Mt 14,33 - Mt 14,33 : 152. Mc 6,45-52 - Mt 14,22-33 - : Jezus wandelt op het meer -- bijbeloverzicht -- Mt (Matteüs) -- bijbelverwijzingen -- Mt 14 -- - Mt 14,22 - Mt 14,23 - Mt 14,24 - Mt 14,25 - Mt 14,26 - Mt 14,27 - Mt 14,28 - Mt 14,29 - Mt 14,30 - Mt 14,31 - Mt 14,32 - Mt 14,33 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
14:33 oi de en tô ploiô prosekunèsan autô legontes alèthôs theou uios ei   33 qui autem in navicula erant venerunt et adoraverunt eum dicentes vere Filius Dei es    33 Die nu in het schip waren, kwamen en aanbaden Hem, zeggende: Waarlijk, Gij zijt Gods Zoon!   [33] De mensen in de boot vielen voor Hem op de knieën en zeiden: ‘Werkelijk, U bent de Zoon van God*.’   [33] In de boot bogen de anderen zich voor hem neer en zeiden: ‘U bent werkelijk Gods Zoon!’   33 De mensen in de boot vallen voor hem neer en zeggen: u bent werkelijk een zoon van God!  33. Ceux qui étaient dans la barque se prosternèrent devant lui, en disant : « Vraiment, tu es Fils de Dieu ! » 

King James Bible . [33] Then they that were in the ship came and worshipped him, saying, Of a truth thou art the Son of God.
Luther-Bibel . 33 Die aber im Boot waren, fielen vor ihm nieder und sprachen: Du bist wahrhaftig Gottes Sohn!
- 19de (negentiende) zondag door het a-jaar . De inzittenden wierpen zich voor Hem neer en zeiden: "Waarlijk, Gij zijt de Zoon van God."

Tekstuitleg van Mt 14,33 .

- prosekunèsan (zij knielden bij), zie Mt 2,11 . In. 4 verzen bij Matteüs : (1) Mt 2,11 . (2) Mt 14,33 . (3) Mt 28,9 . (4) Mt 28,17 . Wijzen, leerlingen en leerlingen-vrouwen knielen voor Jezus. Het is een reactie op een Godsopenbaring.

Mt 14,33 is een reactie op wat Jezus zegt (Mt 14,27) en op zijn komen in de boot (Mt 14,27). alèthôs (waarlijk) . Bijwoord van alèthès (waar, echt).

153. Mt 14,34-36 : genezingen te Gennesaret - Mc 6,53-56 - Mt 14,34-36 -- bijbeloverzicht -- Mt (Matteüs) -- bijbelverwijzingen -- Mt 14 -- Mt 14,34 - Mt 14,35 - Mt 14,36 -

Mt 14,34 - Mt 14,34 : Genezingen te Gennesaret - Mc 6,53-56 - Mt 14,34-36 -- bijbeloverzicht -- Mt (Matteüs) -- bijbelverwijzingen -- Mt 14 -- Mt 14,34 - Mt 14,35 - Mt 14,36 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
14:34 kai diaperasantes èlthon epi tèn gèn eis gennèsaret   34 et cum transfretassent venerunt in terram Gennesar     34 En overgevaren zijnde, kwamen zij in het land Gennesaret.  [34] Ze staken over en kwamen aan land in Gennesaret.   [34] Toen ze overgestoken waren, gingen ze aan land bij Gennesaret.   34 ¶ Ze steken over en komen aan land in Gennesaret   34. Ayant achevé la traversée, ils touchèrent terre à Gennésaret. 

King James Bible . [34] And when they were gone over, they came into the land of Gennesaret.
Luther-Bibel . 34 Und sie fuhren hinüber und kamen ans Land in Genezareth.

Tekstuitleg van Mt 14,34 .

Mt 14,35 - Mt 14,35 : Genezingen te Gennesaret - Mc 6,53-56 - Mt 14,34-36 -- bijbeloverzicht -- Mt (Matteüs) -- bijbelverwijzingen -- Mt 14 -- Mt 14,34 - Mt 14,35 - Mt 14,36 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
14:35 kai epignontes auton oi andres tou topou ekeinou apesteilan eis olèn tèn perichôron ekeinèn kai prosènegkan autô pantas tous kakôs echontas 35 et cum cognovissent eum viri loci illius miserunt in universam regionem illam et obtulerunt ei omnes male habentes     35 En als de mannen van die plaats Hem werden kennende, zonden zij in dat gehele omliggende land, en brachten tot Hem allen, die kwalijk gesteld waren;   [35] Toen de mensen uit die plaats Hem herkenden, brachten ze de hele omgeving op de hoogte en bracht men alle zieken bij Hem.  [35] De mensen daar herkenden hem en maakten zijn komst overal in de omgeving bekend, en men bracht allen die ziek waren bij hem.   35 Als de mannen van die plaats hem herkennen, zenden zij bericht naar heel de omgeving, en ze brengen tot hem allen die er kwalijk aan toe zijn   35. Les gens de l'endroit, l'ayant reconnu, mandèrent la nouvelle à tout le voisinage, et on lui présenta tous les malades : 

King James Bible . [35] And when the men of that place had knowledge of him, they sent out into all that country round about, and brought unto him all that were diseased;
Luther-Bibel . 35 Und als die Leute an diesem Ort ihn erkannten, schickten sie Botschaft ringsum in das ganze Land und brachten alle Kranken zu ihm

Tekstuitleg van Mt 14,35 .

Mt 14,36 - Mt 14,36 : Genezingen te Gennesaret - Mc 6,53-56 - Mt 14,34-36 -- bijbeloverzicht -- Mt (Matteüs) -- bijbelverwijzingen -- Mt 14 -- Mt 14,34 - Mt 14,35 - Mt 14,36 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
14:36 kai parekaloun | [auton] | auton | ina monon apsôntai tou kraspedou tou imatiou autou kai osoi èpsanto diesôthèsan   36 et rogabant eum ut vel fimbriam vestimenti eius tangerent et quicumque tetigerunt salvi facti sunt     36 En baden Hem, dat zij alleenlijk den zoom Zijns kleeds zouden mogen aanraken; en zovelen als Hem aanraakten, werden gezond.   [36] Die vroegen of ze Hem mochten aanraken, al was het maar de zoom van zijn kleed. En wie Hem aanraakte, werd gered.   [36] Die smeekten hem alleen maar de zoom van zijn kleed te mogen aanraken. En iedereen die dat deed werd genezen en was volkomen gezond.  36 en roepen hem te hulp om alleen maar de zoom van zijn kleed te mogen vastgrijpen. En allen die hem vastgrijpen worden gered.   36. on le priait de les laisser simplement toucher la frange de son manteau, et tous ceux qui touchèrent furent sauvés. 

King James Bible . [36] And besought him that they might only touch the hem of his garment: and as many as touched were made perfectly whole.
Luther-Bibel . 36 und baten ihn, dass sie nur den Saum seines Gewandes berühren dürften. Und alle, die ihn berührten, wurden gesund.

Tekstuitleg van Mt 14,36 .


GRIEKSE TEKST

14:1 en ekeinô tô kairô èkousen èrôdès o tetraarchès tèn akoèn ièsou 14:2 kai eipen tois paisin autou outos estin iôannès o baptistès autos ègerthè apo tôn nekrôn kai dia touto ai dunameis energousin en autô 14:3 o gar èrôdès kratèsas ton iôannèn edèsen | | [auton] | kai en fulakè apetheto dia èrôdiada tèn gunaika filippou tou adelfou autou 14:4 elegen gar o iôannès autô ouk exestin soi echein autèn 14:5 kai thelôn auton apokteinai efobèthè ton ochlon oti ôs profètèn auton eichon 14:6 genesiois de genomenois tou èrôdou ôrchèsato è thugatèr tès èrôdiados en tô mesô kai èresen tô èrôdè 14:7 othen meth orkou ômologèsen autè dounai o ean aitèsètai 14:8 è de probibastheisa upo tès mètros autès dos moi fèsin ôde epi pinaki tèn kefalèn iôannou tou baptistou 14:9 kai lupètheis o basileus dia tous orkous kai tous sunanakeimenous ekeleusen dothènai 14:10 kai pempsas apekefalisen | | [ton] | iôannèn en tè fulakè 14:11 kai ènechthè è kefalè autou epi pinaki kai edothè tô korasiô kai ènegken tè mètri autès 14:12 kai proselthontes oi mathètai autou èran to ptôma kai ethapsan | auton | <auton> | kai elthontes apèggeilan tô ièsou 14:13 akousas de o ièsous anechôrèsen ekeithen en ploiô eis erèmon topon kat idian kai akousantes oi ochloi èkolouthèsan autô pezè apo tôn poleôn 14:14 kai exelthôn eiden polun ochlon kai esplagchnisthè ep autois kai etherapeusen tous arrôstous autôn 14:15 opsias de genomenès prosèlthon autô oi mathètai legontes erèmos estin o topos kai è ôra èdè parèlthen apoluson tous ochlous ina apelthontes eis tas kômas agorasôsin eautois brômata 14:16 o de | ièsous | [ièsous] | eipen autois ou chreian echousin apelthein dote autois umeis fagein 14:17 oi de legousin autô ouk echomen ôde ei mè pente artous kai duo ichthuas 14:18 o de eipen ferete moi ôde autous 14:19 kai keleusas tous ochlous anaklithènai epi tou chortou labôn tous pente artous kai tous duo ichthuas anablepsas eis ton ouranon eulogèsen kai klasas edôken tois mathètais tous artous oi de mathètai tois ochlois 14:20 kai efagon pantes kai echortasthèsan kai èran to perisseuon tôn klasmatôn dôdeka kofinous plèreis 14:21 oi de esthiontes èsan andres ôsei pentakischilioi chôris gunaikôn kai paidiôn 14:22 kai | [eutheôs] | eutheôs | ènagkasen tous mathètas embènai eis | | to | ploion kai proagein auton eis to peran eôs ou apolusè tous ochlous 14:23 kai apolusas tous ochlous anebè eis to oros kat idian proseuxasthai opsias de genomenès monos èn ekei 14:24 to de ploion èdè stadious pollous apo tès gès apeichen* basanizomenon upo tôn kumatôn èn gar enantios o anemos 14:25 tetartè de fulakè tès nuktos èlthen pros autous peripatôn epi tèn thalassan 14:26 oi de mathètai idontes auton epi tès thalassès peripatounta etarachthèsan legontes oti fantasma estin kai apo tou fobou ekraxan 14:27 euthus de elalèsen [o ièsous] autois legôn tharseite egô eimi mè fobeisthe 14:28 apokritheis de | o petros eipen autô | autô o petros eipen | kurie ei su ei keleuson me elthein pros se epi ta udata 14:29 o de eipen elthe kai katabas apo tou ploiou | | [o] | petros periepatèsen epi ta udata kai èlthen pros ton ièsoun 14:30 blepôn de ton anemon | | [ischuron*] | efobèthè kai arxamenos katapontizesthai ekraxen legôn kurie sôson me 14:31 eutheôs de o ièsous ekteinas tèn cheira epelabeto autou kai legei autô oligopiste eis ti edistasas 14:32 kai anabantôn autôn eis to ploion ekopasen o anemos 14:33 oi de en tô ploiô prosekunèsan autô legontes alèthôs theou uios ei 14:34 kai diaperasantes èlthon epi tèn gèn eis gennèsaret 14:35 kai epignontes auton oi andres tou topou ekeinou apesteilan eis olèn tèn perichôron ekeinèn kai prosènegkan autô pantas tous kakôs echontas 14:36 kai parekaloun | [auton] | auton | ina monon apsôntai tou kraspedou tou imatiou autou kai osoi èpsanto diesôthèsan


VULGAAT

1 in illo tempore audiit Herodes tetrarcha famam Iesu 2 et ait pueris suis hic est Iohannes Baptista ipse surrexit a mortuis et ideo virtutes inoperantur in eo 3 Herodes enim tenuit Iohannem et alligavit eum et posuit in carcere propter Herodiadem uxorem fratris sui 4 dicebat enim illi Iohannes non licet tibi habere eam 5 et volens illum occidere timuit populum quia sicut prophetam eum habebant 6 die autem natalis Herodis saltavit filia Herodiadis in medio et placuit Herodi 7 unde cum iuramento pollicitus est ei dare quodcumque postulasset ab eo 8 at illa praemonita a matre sua da mihi inquit hic in disco caput Iohannis Baptistae 9 et contristatus est rex propter iuramentum autem et eos qui pariter recumbebant iussit dari 10 misitque et decollavit Iohannem in carcere 11 et adlatum est caput eius in disco et datum est puellae et tulit matri suae 12 et accedentes discipuli eius tulerunt corpus et sepelierunt illud et venientes nuntiaverunt Iesu 13 quod cum audisset Iesus secessit inde in navicula in locum desertum seorsum et cum audissent turbae secutae sunt eum pedestres de civitatibus 14 et exiens vidit turbam multam et misertus est eius et curavit languidos eorum 15 vespere autem facto accesserunt ad eum discipuli eius dicentes desertus est locus et hora iam praeteriit dimitte turbas ut euntes in castella emant sibi escas 16 Iesus autem dixit eis non habent necesse ire date illis vos manducare 17 responderunt ei non habemus hic nisi quinque panes et duos pisces 18 qui ait eis adferte illos mihi huc 19 et cum iussisset turbam discumbere supra faenum acceptis quinque panibus et duobus piscibus aspiciens in caelum benedixit et fregit et dedit discipulis panes discipuli autem turbis 20 et manducaverunt omnes et saturati sunt et tulerunt reliquias duodecim cofinos fragmentorum plenos 21 manducantium autem fuit numerus quinque milia virorum exceptis mulieribus et parvulis 22 et statim iussit discipulos ascendere in navicula et praecedere eum trans fretum donec dimitteret turbas 23 et dimissa turba ascendit in montem solus orare vespere autem facto solus erat ibi 24 navicula autem in medio mari iactabatur fluctibus erat enim contrarius ventus 25 quarta autem vigilia noctis venit ad eos ambulans supra mare 26 et videntes eum supra mare ambulantem turbati sunt dicentes quia fantasma est et prae timore clamaverunt 27 statimque Iesus locutus est eis dicens habete fiduciam ego sum nolite timere 28 respondens autem Petrus dixit Domine si tu es iube me venire ad te super aquas 29 at ipse ait veni et descendens Petrus de navicula ambulabat super aquam ut veniret ad Iesum 30 videns vero ventum validum timuit et cum coepisset mergi clamavit dicens Domine salvum me fac 31 et continuo Iesus extendens manum adprehendit eum et ait illi modicae fidei quare dubitasti 32 et cum ascendissent in naviculam cessavit ventus 33 qui autem in navicula erant venerunt et adoraverunt eum dicentes vere Filius Dei es 34 et cum transfretassent venerunt in terram Gennesar 35 et cum cognovissent eum viri loci illius miserunt in universam regionem illam et obtulerunt ei omnes male habentes 36 et rogabant eum ut vel fimbriam vestimenti eius tangerent et quicumque tetigerunt salvi facti sunt  


- de (echter) , afkorting d' . Taalgebruik in de bijbel : de (echter) . Partikel . Het staat steeds als tweede woord in de zin . Het kan een lichte tegenstelling aanduiden . Om een verandering van personage of situatie in de zin aan te duiden . Bijbel (6210) . OT (3754) NT (2456) . Mt (421) . Mc (149) . Lc (478) . Joh (203) . Hnd (490) . Brieven (708) . Apk (7) . Mt 14 (19) : (1) Mt 14,6 . (2) Mt 14,8 . (3) Mt 14,13 . (4) Mt 14,15 . (5) Mt 14,16 . (6) Mt 14,17 . (7) Mt 14,18 . (8) Mt 14,19 . (9) Mt 14,21 . (10) Mt 14,23 . (11) Mt 14,24 . (12) Mt 14,25 . (13) Mt 14,26 . (14) Mt 14,27 . (15) Mt 14,28 . (16) Mt 14,29 . (17) Mt 14,30 . (18) Mt 14,31 . (19) Mt 14,33 .

- E - F - G - H

- bepaald lidw. ho , hè , to (de - het) OF betrekk. voornaamw. nom. + acc. onz. enk. ho . Taalgebruik in de bijbel : bepaald lidwoord . Website : http://mediatheek.thinkquest.nl/~kla020/algemeen_3/gramm.html . Gr. to.. , tè... N. : de . E. : the . D. der , die , das . Bijbel (8495) . NT (2443) . Mt (408) . Mt 14 () : (1) Mt 14,1 . (2) Mt 14,2 . (3) Mt 14,3 . (4) Mt 14,4 . (5) Mt 14,7 . (6) Mt 14,9 . (7) Mt 14,13 . (8) Mt 14,15 . (9) Mt 14,16 . (10) Mt 14,18 . (11) Mt 14,24 . (12) Mt 14,27 . (13) Mt 14,28 . (14) Mt 14,29 . (15) Mt 14,31 . (16) Mt 14,32 .

- I

- nom. mann. enk. ièsous (Jezus) . Taalgebruik in de bijbel : Ièsous (Jezus) . NT (455) . Mt (110) . Mt 14 (4) telkens met bepaald lidwoord : (1) Mt 14,13 . (2) Mt 14,16 . (3) Mt 14,27 . (4) Mt 14,31 .

- J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z -