- Bibliografie - Literatuur - Liturgisch gebruik - Overzicht bijbelboeken - Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken - Overzicht van deze website
![]() |
ZOEKEN OP DEZE WEBSITE |
1. LXX , Griekse tekst N.T. | 2. Vulgata | 3. Synopsis Denaux - Vervenne | 4. Statenvertaling | 5. Willibrordvertaling | 6. Nieuwe Vertaling | 7. Naardense vertaling , zie |
8. Bible de Jérusalem | 9. Statenvertaling | 10. King James Bible - King James Bible | 11. Luther-Bibel |
In hun synopsis van de eerste drie evangeliën (Leuven, Vlaamse
Bijbelstichting, 1986; Turnhout, Brepols, ) onderscheiden Adelbert Denaux en
Marc Vervenne volgende pericopen in het zeventiende hoofdstuk van het Matteüsevangelie
:
168. Verheerlijking van Jezus : Mc
9,2-10 - Mt
17,1-9 - Lc
9,28-36 -
169. Vraag omtrent de wederkomst van Elia : Mc
9,11-13 - Mt
17,10-13 -
170. Genezing van een bezeten kind : Mc
9,14-29 - Mt
17,14-21 - Lc
9,37-43a -
171. Tweede lijdensvoorspelling : Mc
9,30-32 - Mt
17,22-23 - Lc
9,43b-45 -
172. Tempelbelasting : Mt
17,24-27 -
Gij badt op enen berg, alleen, / En Jezus, ik en vind er geen / Waar 'k hoog genoeg kan klimmen / Om U alleen te vinden. / De wereld wil mij achterna / Al waar ik ga of sta, / of ooit mijn ogen sla. / En arm als ik en is er geen / Geen een / Die nood hebbe en niet klagen kan, / Die honger en niet vragen kan, / Die pijn en niet gewagen kan / Hoe wee het doet, / O, leer mij arme dwaas / Hoe dat ik bidden moet. Guido Gezelle
Mt 17,1-9 telt negen verzen , 168 (2 X 2 X 2 X 3 X 7) woorden en 807 (3 X 269) letters .
1. Jezus | 2. zijn gelaat / zijn kleren | 3. Mozes en Elia | 4. Petrus | 5. wolk en stem | 6. de leerlingen | 7. Jezus | 8. de leerlingen | 9. Jezus |
Mt 17,1 - Mt 17,2a | Mt 17,2b | Mt 17,3 | Mt 17,4 | Mt 17,5 | Mt 17,6 | Mt 17,7 | Mt 17,8 | Mt 17,9 |
3 nevenschikkende zinnen met kai (en) | 2 zinnen; | 1 zin | inleiding + citaat | 2 zinnen idou (zie) kai idou (en zie) | 2 zinnen verbonden met kai (en) | 2 zinnen met kai (en) | 1 zin | 1 zin : inleiding en citaat |
begin pericope kai (en) | 1X kai (en) 1X de (echter) | kai idou (en zie) | de (echter) | idou (zie) kai idou (en zie) | begin van de zin kai (en) en 1X in de zin | begin van de zin kai (en) in de zin 1X kai (en) | de (echter) | kai bij het begin van de zin |
2X T.T. , 1X V.T. | 2X V.T. | 1X V.T. | V.T. | 1X V.T. | V.T. | 2X V.T. | V.T. | V.T. |
Kai (en) - kai
(en. nevenschikkend voegwoord. 705X bij Matteüs) - Het gebruik van kai
(en) is veelvuldig (19X) en zeer verscheiden. Vooreerst wordt kai (en) gebruikt
bij het begin (Mt 17,1) van de pericope. Het wordt 6X gebruikt bij het begin
van een zin ondanks de personageverandering : Mt 17,2b. Mt 17,3 (voor idou =
zie). Mt 17,5b (eveneens voor idou = zie). Mt 17,6. Mt 17,7 en Mt 17,9. Kai
(en) verbindt nevenschikkende zinnen met hetzelfde onderwerp (5X): Mt 17,1.
Mt 17,2. Mt 17,6 en Mt 17,7 (2X). Kai (en) verbindt ook zinsdelen met elkaar
(7X): Mt 17,1 (2X). Mt 17,3. Mt 17,4 (2X). Mt 17,7 (2X). De (echter) als tweede
woord in de zin om de persoonsverandering aan te duiden (3X) : Mt 17,2c. Mt
17,4. Mt 17,8. De pericope werd in 9 verzen ingedeeld; 6 ervan beginnen met
kai (en), 2 ervan hebben als tweede woord de (echter).
Mt 17,1-9 heeft 3X idou (zie) - idou
(zie. 59X bij Matteüs) - . Het heeft telkens te maken met het hemelse :
Mt 17,3. Mt 17,5a. Mt 17,5b.
Mt 17,1 - Mt 17,1 : 168. Verheerlijking van Jezus - Mc 9,2-10 - Mt 17,1-9 - Lc 9,28-36 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt 17 -- Mt 17,1-9 - Mt 17,10-13 - Mt 17,14-21 - Mt 17,22-23 - Mt 17,24-27 -- Mt 17,1 - Mt 17,2 - Mt 17,3 - Mt 17,4 - Mt 17,5 - Mt 17,6 - Mt 17,7 - Mt 17,8 - Mt 17,9 - Mt (Matteüs) - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [1] And after six days Jesus taketh Peter, James, and John
his brother, and bringeth them up into an high mountain apart,
Luther-Bibel . 1 Und nach sechs Tagen nahm Jesus mit sich Petrus und Jakobus
und Johannes, dessen Bruder, und führte sie allein auf einen hohen Berg.
Tekstanalyse van Mt 17,1 . Dit vers Mt 17,1 telt 24 (2 X 2 X 2 X 3) woorden en 115 (5 X 23) letters . De getalwaarde van Mt 17,1 is 11426 (2 X 29 X 197) . Het vers bestaat uit twee nevenschikkende zinnen die elk met het verbindingswoord kai (en) begint .
Het verhaal van de bekoringen , de gedaanteverandering , de doodstrijd in de hof van Olijven worden aan elkaar gelinkt. - paralambanô (bij zich nemen. 5X bij Matteüs) -
21. horos (berg) . Verwijzing : horos (berg) , zie Mt 4,8 en Mc 9,2 . (Hebreeuws : har , zie Mt 4,8 ) In 196 verzen in de bijbel . In 168 verzen in het O.T. . In achtentwintig verzen in het N.T. . In acht verzen bij Matteüs : (1) Mt 4,8 . (2) Mt 5,1 . (3) Mt 14,23 . (4) Mt 15,29 . (5) Mt 17,1 - Mt 17,2 . (6) Mt 21,1 . (7) Mt 26,30 . (8) Mt 28,16 . In deze acht verzen staat het voorzetsel van plaats (eis = naar) vóór het zelfstandig naamwoord horos (berg) . Tussen het voorzetsel en het zelfstandig naamwoord staat het bepaald lidwoord tenzij horos wordt gevolgd door een bijvoeglijk naamwoord (Mt 4,7 en Mt 17,1) . In zes van de acht verzen is Jezus onderwerp van de zin (niet in Mt 4,8 en Mt 28,16 ) .
1. de duivel | 2. Jezus | 3. Jezus | 4. | 5. | 6. | 7. | 8. de elf leerlingen | |
Mt 4,8 | Mt 5,1 | Mt 14,23 | Mt 15,29 | Mt 17,1 - Mt 17,2 | Mt 21,1 | Mt 24,3 | Mt 26,30 | Mt 28,16 |
palin (opnieuw) | kai (en) | kai ... (en) | kai (en)... | kai (en ) | Hoi de endeka mathètai (De elf leerlingen echter) | |||
paralambanei (neemt bij zich) auton (hem) ho diabolos (de duivel) | anebè (hij klom omhoog) | anebè (hij klom omhoog) | anabas (opgeklommen) | paralambanei (neemt bij zich) ... kai anaferei autous (en hij voert hen omhoog) | èlthon ( zij kwamen)... | kathèmenou de autou epi orous tôn Helaiôn (terwijl hij echter zich op de Olijfberg neerzet) | exèlthon ( zij gingen naar buiten) | eporeuthèsan (gingen op weg) |
eis horos hupsèlon lian (naar een zeer hoge berg) | eis to horos (naar de berg) | eis to horos (naar de berg) kat' idian (op zichzelf) | eis to horos (naar de berg) | eis horos hupsèlon (naar een hoge berg) kat' idian (op zichzelf) | eis to horos tôn Helaiôn (naar de Olijfberg) | eis to horos (naar de berg) | ... eis to horos (naar de berg) | |
kai kathisantos autou (en nadat hij zich had neergezet) | ekathèto ekei (zette hij zich naar) | |||||||
prosèlthan autôi hoi mathètai autou (kwamen zijn leerlingen bij hem) | prosèlthan autôi hoi mathètai autou (kwamen de leerlingen bij hem) kat' idian (afzonderlijk) | |||||||
20. Jezus door de Satan op de proef gesteld : Mc 1,12-13 - Mt 4,1-11 - Lc 4,1-13 - | 24. Jezus leert en geneest : Mc 1,21 - Mt 4,23-25 ; 5,1-2 - Lc 4,31 - | 152. Jezus wandelt op het meer - Mc 6,45-52 - Mt 14,22-33 | 157. Genezing van een doofstomme : Mc 7,31-37 - Mt 15,29-31 - | 168. Verheerlijking van Jezus : Mc 9,2-10 - Mt 17,1-9 - Lc 9,28-36 - | 281. Jezus gaat Jerzalem binnen : Mc 11,11 - Mt 21,1-11 - | 299. Inleiding tot de eschatologische rede : Mc 13,1-4 - Mt 24,1-3 - Lc 21,5-7 - | 328. Voorspelling van de ontrouw van de leerlingen en van Petrus' verloochening : Mc 14,26-31 - Mt 26,30-35 - Lc 22,39 - | 353. Verschijning aan de elf in Galilea :Mt 28,16-20 - |
Mt 17,2 - Mt 17,2 : 168. Verheerlijking van Jezus - Mc 9,2-10 - Mt 17,1-9 - Lc 9,28-36 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt 17 -- Mt 17,1-9 - Mt 17,10-13 - Mt 17,14-21 - Mt 17,22-23 - Mt 17,24-27 -- Mt 17,1 - Mt 17,2 - Mt 17,3 - Mt 17,4 - Mt 17,5 - Mt 17,6 - Mt 17,7 - Mt 17,8 - Mt 17,9 - Mt (Matteüs) - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [2] And was transfigured before them: and his face did shine
as the sun, and his raiment was white as the light.
Luther-Bibel . 2 Und er wurde verklärt vor ihnen, und sein Angesicht leuchtete
wie die Sonne, und seine Kleider wurden weiß wie das Licht.
Tekstanalyse van Mt 17,2 . Dit vers Mt 17,2 telt 21 (3 X 7) woorden en 94 (2 X 47) letters . De getalwaarde van Mt 17,2 is 14816 (2 X 2 X 2 X 2 X 2 X 463) .
3. emprosthen (vóór) .
Verhalen van gedaanteverandering en verrijzenis doorweven elkaar .
Mt 17,2 b | Mt 17,2 c | Mt 28,3a | Mt 28,3 b | Da 10,6 | Ex 24,17 |
kai elampsen (en schitterde) | ta de himatia autou (zijn kleren echter) egeneto leuka (werden wit) | èn de (was echter) | kai (en) | kai (en) | |
to prosôpon autou (zijn aangezicht) | hè eidea autou (zijn gezicht) | to enduma autou (zijn kleed) | to (het) prosôpou (aangezicht) autou (van hem) | to de eidos tès doksès kuriou hôsei (de gestalte echter van de heerlijkheid van de heer als...) | |
hôs ho hèlios (als de zon) | hôs to fôs (als het licht) | hôs astrapè (als een schitterende ster) | leukon hôs astrapè (wit als een schitterende ster) | hôsei (zoals) horasis astrapès (het zicht van een ster) | |
kai (en) kai hoi brachiones autou kai hoi podes (B-versie: kai ta skelè) (en zijn armen en benen) hôsei chalkos eksastraptôn (als schitterend koper); b-versie : hôs horasis chalkou stilbontos (als het zicht van schitterend koper) | |||||
168. Verheerlijking van Jezus : Mc 9,2-10 - Mt 17,1-9 - Lc 9,28-36 - | 351. Vrouwen als getuigen van Jezus'verrijzenis : Mc 16,1-8 - Mt 28,1-10 - Lc 23,56b-24,12 - | Het verbond - Ex 24,1-18 - |
Mt 17,3 - Mt 17,3 : 168. Verheerlijking van Jezus - Mc 9,2-10 - Mt 17,1-9 - Lc 9,28-36 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt 17 -- Mt 17,1-9 - Mt 17,10-13 - Mt 17,14-21 - Mt 17,22-23 - Mt 17,24-27 -- Mt 17,1 - Mt 17,2 - Mt 17,3 - Mt 17,4 - Mt 17,5 - Mt 17,6 - Mt 17,7 - Mt 17,8 - Mt 17,9 - Mt (Matteüs) - | ||||||||||||||||
|
King James Bible .[3] And, behold, there appeared unto them Moses and Elias
talking with him.
Luther-Bibel . 3 Und siehe, da erschienen ihnen Mose und Elia; die redeten mit
ihm.
Tekstanalyse van Mt 17,3 . Dit vers Mt 17,3 telt 10 (2 X 5) woorden en 53 letters . De getalwaarde van Mt 17,3 is 7824 (2 X 2 X 2 X 2 X 3 X 163) .
Mt 17,4 - Mt 17,4 : 168. Verheerlijking van Jezus - Mc 9,2-10 - Mt 17,1-9 - Lc 9,28-36 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt 17 -- Mt 17,1-9 - Mt 17,10-13 - Mt 17,14-21 - Mt 17,22-23 - Mt 17,24-27 -- Mt 17,1 - Mt 17,2 - Mt 17,3 - Mt 17,4 - Mt 17,5 - Mt 17,6 - Mt 17,7 - Mt 17,8 - Mt 17,9 - Mt (Matteüs) - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [4] Then answered Peter, and said unto Jesus, Lord, it is
good for us to be here: if thou wilt, let us make here three tabernacles; one
for thee, and one for Moses, and one for Elias.
Luther-Bibel . 4 Petrus aber fing an und sprach zu Jesus: Herr, hier ist gut
sein! Willst du, so will ich hier drei Hütten bauen, dir eine, Mose eine
und Elia eine.
Tekstanalyse van Mt 17,4 . Dit vers Mt 17,4 telt 27 (3 X 3 X 3) woorden en 120 (2 X 2 X 2 X 3 X 5) letters . De getalwaarde van Mt 17,4 is 10844 (2 X 2 X 2711) .
Structuur en woordgebruik van van de zin apokritheis de ho Petros eipen tôi Ièsou (beantwoord echter zei Petrus tot Jezus) komt vaak voor bij Matteüs : - apokritheis (beantwoord. 43X bij Matteüs) -.
Mt 17,5 - Mt 17,5 : 168. Verheerlijking van Jezus - Mc 9,2-10 - Mt 17,1-9 - Lc 9,28-36 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt 17 -- Mt 17,1-9 - Mt 17,10-13 - Mt 17,14-21 - Mt 17,22-23 - Mt 17,24-27 -- Mt 17,1 - Mt 17,2 - Mt 17,3 - Mt 17,4 - Mt 17,5 - Mt 17,6 - Mt 17,7 - Mt 17,8 - Mt 17,9 -- Mt (Matteüs) - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . While he yet spake, behold, a bright cloud overshadowed
them: and behold a voice out of the cloud, which said, This is my beloved Son,
in whom I am well pleased; hear ye him.
Luther-Bibel (1984) . 5 Als er noch so redete, siehe, da überschattete
sie eine lichte Wolke. Und siehe, eine Stimme aus der Wolke sprach: dDies ist
mein lieber Sohn, an dem ich Wohlgefallen habe; den sollt ihr hören!
Tekstuitleg van Mt 17,5 . Dit vers Mt 17,5 telt 27 (3 X 3 X 3) woorden en 131 (priemgetal) letters . De getalwaarde van Mt 17,5 is 18395 (5 X 13 X 283) .
1. 7. | 2. 3. | 4. | 5. | 6. | 8. | 9. | 10. | 11. |
Mt 3,17 = Mt 17,5 | Mt 4,3 . Mt 4,6 | Mt 8,29 | Mt 14,33 | Mt 16,16 | Mt 26,63 | Mt 27,40 | Mt 27,43 | Mt 27,54 |
ei (indien gij) | Tí hèmin kai soi, wat is er tussen ons en u | alèthôs (waarlijk) | ei (indien) | ei (indien gij) | eipen gar hoti (want hij zei) | alèthôs (waarlijk) | ||
houtos (deze) | huios (zoon) | huie (zzon) | su (gij) | su (gij) | huios (zoon) | |||
estin (is) | ei (zijt) | ei (zijt) | ei (zijt) | ei (zijt) | ||||
ho huios mou (mijn zoon) ho agapètos (de beminde) | tou theou (van God) | tou theou (van God) | theou huios ei (u bent zoon van God) | ho christos, ho huios tou theou tou zôntos (de Christus, de zoon van de levende God) | ho christos ho huios tou theou: de Christus, de zoon van God | tou theou (van God) | theou eimi huios (ik ben zoon van God) | theou huios èn houtos (zoon van God was deze) |
18. Doop van Jezus : Mc 1,9-11 - Mt 3,13-17 - Lc 3,21-22 -168. Verheerlijking van Jezus : Mc 9,2-10 - Mt 17,1-9 - Lc 9,28-36 | 20. Jezus door de Satan op de proef gesteld : Mc
1,12-13 - Mt
4,1-11 - Lc
4,1-13 |
66. Twee bezetenen van Gadara van de demonen bevrijd : Mt 8,28-34 - Mc 5,1-20 - Lc 8,26-39 | Jezus wandelt op het meer : Mc 6,45-52 - Mt 14,22-33 | 162. belijdenis van Petrus : Mc 8,27-30 - Mt 16,13-20 - Lc 9,18-21 | 332. Jezus voor het Sandredin : Mc 14,55-64 - Mt 26,59-66 - Lc 22,66-71 | 346. Bespotting van de gekruisigde Jezus : Mc 15,27-32 - Mt 27,38-44 - Lc 23,35-43 - | 346. Bespotting van de gekruisigde Jezus : Mc 15,27-32 - Mt 27,38-44 - Lc 23,35-43 - | 347. Kruisdood van Jezus : Mc 15,33-39 - Mt 27,45-54 - Lc 23,44-48 - |
Mt 17,6 - Mt 17,6 : 168. Verheerlijking van Jezus - Mc 9,2-10 - Mt 17,1-9 - Lc 9,28-36 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt 17 -- Mt 17,1-9 - Mt 17,10-13 - Mt 17,14-21 - Mt 17,22-23 - Mt 17,24-27 -- Mt 17,1 - Mt 17,2 - Mt 17,3 - Mt 17,4 - Mt 17,5 - Mt 17,6 - Mt 17,7 - Mt 17,8 - Mt 17,9 - Mt (Matteüs) - | ||||||||||||||||
|
King James Bible .[6] And when the disciples heard it, they fell on their face,
and were sore afraid.
Luther-Bibel . 6 Als das die Jünger hörten, fielen sie auf ihr Angesicht
und erschraken sehr.
Tekstanalyse van Mt 17,6 . Dit vers Mt 17,6 telt 11 woorden , 63 (3 X 3 X 7) letters en 27 (3 X 3 X 3) lettergrepen . De getalwaarde van Mt 17,6 is 6992 (2 X 2 X 2 X 2 X 19 X 23) . Mt 17,6 lijkt een variante van Mt 28,17 : 1. gehoord - gezien , 2. zij vielen op hun aangezicht - zij knielden bij , 3. zij vreesden - zij echter twijfelden .
6. epi (op, bij) . Verwijzing : epi (op, bij) . Lat. in . super = boven < bi - oven . Ned. op . D. auf . Fr. sur .
epi (op, bij) | bijbel | O.T. | N.T. | Mt | Mc | Lc | Joh | Hnd | Br. | Apk | syn. | ev. |
epi | 4540 | 3946 | 594 | 91 | 51 | 104 | 22 | 120 | 117 | 89 | 246 | 268 |
Totaal | 6290 | 5473 | 817 | 114 | 71 | 149 | 36 | 161 | 172 | 114 | 334 | 370 |
7. prosôpon (aangezicht) . Verwijzing : prosôpon (aangezicht) . pros : naar , bij (aan-) , ôpon , zie optie , optiek enz ... op- : zien . aangezicht , waarnaar je kijkt . Of : pro -s -opon , waaruit het Latijnse per- son -a (doorheen -klinken) , wat wijst op een masker waardoor men sprak .
prosôpon (aangezicht) | bijbel | O.T. | N.T. | Mt | Mc | Lc | Joh | Hnd | Br. | Apk | syn. | ev. | P. | A. b. |
nom. + acc. onz. enk. prosôpon | 569 | 528 | 41 | 8 | 2 | 8 | 5 | 15 | 3 | 18 | 18 | 13 | 2 | |
totaal | 1145 | 1392 | 66 | 9 | 3 | 12 | 11 | 25 | 6 | 24 | 24 | 22 | 3 |
prosôpon (aangezicht) | Mt | Mc | Lc | syn. |
nom. + acc. onz. enk. prosôpon | 8 : (1) Mt 6,17 . (2) Mt 16,3 . (3) Mt 17,2 . (4) Mt 17,6 . (5) Mt 18,10 . (6) Mt 22,16 . (7) Mt 26,39 . (8) Mt 26,67 . | 2 : (1) Mc 12,14 . (2) Mc 14,65 . | 8 : (1) Lc 2,31 . (2) Lc 5,12 . (3) Lc 9,51 . (4) Lc 9,53 . (5) Lc 12,56 . (6) Lc 17,16 . (7) Lc 20,21 . (8) Lc 21,35 . | 18 : (1) Mt 16,3 // Lc 12,56 . (2) Mt 17,2 // Lc 9,29 . (3) Mt 22,16 // Mc 12,14 // Lc 20,21 . (4) Mt 26,67 // Mc 14,65 . |
6. - 7. epi prosôpon (op het aangezicht) . In negen verzen in het N.T. : Mt (2) . Lc (3) . P. (2) . Apk (2) . In Mt (2) : (1) Mt 17,6 . (2) Mt 26,39 .
Mt 17,7 - Mt 17,7 : 168. Verheerlijking van Jezus - Mc 9,2-10 - Mt 17,1-9 - Lc 9,28-36 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt 17 -- Mt 17,1-9 - Mt 17,10-13 - Mt 17,14-21 - Mt 17,22-23 - Mt 17,24-27 -- Mt 17,1 - Mt 17,2 - Mt 17,3 - Mt 17,4 - Mt 17,5 - Mt 17,6 - Mt 17,7 - Mt 17,8 - Mt 17,9 - Mt (Matteüs) - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [7] And Jesus came and touched them, and said, Arise, and
be not afraid.
Luther-Bibel . 7 Jesus aber trat zu ihnen, rührte sie an und sprach: Steht
auf und fürchtet euch nicht!
Tekstanalyse van Mt 17,7 . Dit vers Mt 17,7 telt 12 (2 X 2 X 3) woorden en 58 (2 X 29) letters . De getalwaarde van Mt 17,7 is 6459 (3 X 2153) .
Mt 17,8 - Mt 17,8 : 168. Verheerlijking van Jezus - Mc 9,2-10 - Mt 17,1-9 - Lc 9,28-36 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt 17 -- Mt 17,1-9 - Mt 17,10-13 - Mt 17,14-21 - Mt 17,22-23 - Mt 17,24-27 -- Mt 17,1 - Mt 17,2 - Mt 17,3 - Mt 17,4 - Mt 17,5 - Mt 17,6 - Mt 17,7 - Mt 17,8 - Mt 17,9 - Mt (Matteüs) - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [8] And when they had lifted up their eyes, they saw no
man, save Jesus only.
Luther-Bibel . 8 Als sie aber ihre Augen aufhoben, sahen sie niemand als Jesus
allein.
Tekstanalyse van Mt 17,8 . Dit vers Mt 17,8 telt 12 (2 X 2 X 3) woorden en 58 (2 X 29) letters . De getalwaarde van Mt 17,8 is 6762 (2 X 3 X 7 X 7 X 23) .
11. - 12. τον ιησουν = ton Ièsoun (de Jezus) . NT (66) . Mt (9) : (1) Mt 14,29 . (2) Mt 17,8 . (3) Mt 26,4 . (4) Mt 26,50 . (5) Mt 26,57 . (6) Mt 27,20 . (7) Mt 27,26 . (8) Mt 27,27 . (9) Mt 27,54 .
Mt 17,9 - Mt 17,9 : 168. Verheerlijking van Jezus - Mc 9,2-10 - Mt 17,1-9 - Lc 9,28-36 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt 17 -- Mt 17,1-9 - Mt 17,10-13 - Mt 17,14-21 - Mt 17,22-23 - Mt 17,24-27 -- Mt 17,1 - Mt 17,2 - Mt 17,3 - Mt 17,4 - Mt 17,5 - Mt 17,6 - Mt 17,7 - Mt 17,8 - Mt 17,9 -- Mt (Matteüs) - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [9] And as they came down from the mountain, Jesus charged
them, saying, Tell the vision to no man, until the Son of man be risen again
from the dead.
Luther-Bibel . 9 Und als sie vom Berge hinabgingen, gebot ihnen Jesus und sprach:
Ihr sollt von dieser Erscheinung niemandem sagen, bis der Menschensohn von den
Toten auferstanden ist.
Tekstanalyse van Mt 17,9 . Dit vers Mt 17,9 telt 24 (2 X 2 X 2 X 3) woorden en 115 (5 X 23) letters . De getalwaarde van Mt 17,9 is 15833 (71 X 223) .
- prosèlthen (hij kwam naderbij), zie Mt 4,3 . In 6 verzen bij Matteüs : (1) Mt 8,5 . (2) Mt 17,7 . (3) Mt 17,14 . (4) Mt 20,20 . (5) Mt 26,7 . (6) Mt 26,69 . In Mt 17,7 komt Jezus naderbij. - proselthôn (naderbijgekomen), zie Mt 4,3 . In 14 verzen bij Matteüs : 1) Mt 4,3 . (2) Mt 8,2 . (3) Mt 8,19 . (4) Mt 18,21 . (5) Mt 19,16 . (6) Mt 21,28 . (7) Mt 21,30 . (8) Mt 25,20 . (9) Mt 25,22 . (10) Mt 25,24 . (11) Mt 26,49 . (12) Mt 27,58 . (13) Mt 28,2 . (14) Mt 28,18 . In Mt 28,18 komt Jezus eveneens naderbij. In 2 uitzonderlijke verhalen komt Jezus naderbij nl. in dat van de verheerlijking en in dat van de zending nade verrijzenis.
Mt 17,6 | Da 8,18 | Da 10,9 |
kai akousantes hoi mathètai (en terwijl de leerlingen het hoorden) | kai lalountos autou met'emou (en terwijl hij met mij sprak) | |
epesan epi prosôpon autôn (vielen zij op hun aangezicht) | ekoimèthèn epi prosôpon chamai (werd ik neergesmakt op het gezicht op de grond | |
... | ||
Mt 17,7 kai prosèlthen ho Ièsous (en Jezus kwam naderbij) | ||
kai hapsamenos autôn eipen (en hen aangeraakt zei hij) | kai hapsamenos mou (en mij aangeraakt) | |
egerthète (ontwaakt) ... | ègeire me... wekte hij me op) | |
168. Verheerlijking van Jezus : Mc 9,2-10 - Mt 17,1-9 - Lc 9,28-36 |
- mèdeni (aan niemand) 3X bij Matteüs -
169. Vraag omtrent de wederkomst van Elia : Mt 17,10-13 - Mc 9,11-13 -- Mt 17,10 - Mt 17,11 - Mt 17,12 - Mt 17,13 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 17 -- Mt 17,10-13 -
Mt 17,10 - Mt 17,10 : 169. Vraag omtrent de wederkomst van Elia - Mc 9,11-13 -- Mt 17,10 - Mt 17,11 - Mt 17,12 - Mt 17,13 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 17 -- Mt 17,10-13 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [10] And his disciples asked him, saying, Why then say the
scribes that Elias must first come?
Luther-Bibel . 10 Und seine Jünger fragten ihn und sprachen: Warum sagen denn
die Schriftgelehrten, zuerst müsse Elia kommen?
Tekstuitleg van Mt 17,10 .
Mt 17,11 - Mt 17,11 : 169. Vraag omtrent de wederkomst van Elia - Mc 9,11-13 -- Mt 17,10 - Mt 17,11 - Mt 17,12 - Mt 17,13 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 17 -- Mt 17,10-13 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [11] And Jesus answered and said unto them, Elias truly
shall first come, and restore all things.
Luther-Bibel . 11 Jesus antwortete und sprach zu ihnen: Elia soll freilich kommen
und alles zurechtbringen.
Tekstuitleg van Mt 17,11 .
Mt 17,12 - Mt 17,12 : 169. Vraag omtrent de wederkomst van Elia - Mc 9,11-13 -- Mt 17,10 - Mt 17,11 - Mt 17,12 - Mt 17,13 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 17 -- Mt 17,10-13 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [12] But I say unto you, That Elias is come already, and
they knew him not, but have done unto him whatsoever they listed. Likewise shall
also the Son of man suffer of them.
Luther-Bibel . 12 Doch ich sage euch: Elia ist schon gekommen, aber sie haben
ihn nicht erkannt, sondern haben mit ihm getan, was sie wollten. So wird auch
der Menschensohn durch sie leiden müssen.
Tekstuitleg van Mt 17,12 .
Mt 17,13 - Mt 17,13 : 169. Vraag omtrent de wederkomst van Elia - Mc 9,11-13 -- Mt 17,10 - Mt 17,11 - Mt 17,12 - Mt 17,13 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 17 -- Mt 17,10-13 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [13] Then the disciples understood that he spake unto them
of John the Baptist.
Luther-Bibel . 13 Da verstanden die Jünger, dass er von Johannes dem Täufer
zu ihnen geredet hatte.
Tekstuitleg van Mt 17,13 .
170. Genezing van een bezeten kind : Mt 17,14-21 - Mc 9,14-29 - Mt 17,14-21 - Lc 9,37-43a -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt 17,14 - Mt 17,15 - Mt 17,16 - Mt 17,17 - Mt 17,18 - Mt 17,19 - Mt 17,20 - Mt 17,21 -- Mt (Matteüs) -- Mt 17 -
Mt 17,14 - Mt 17,14 : 170. Genezing van een bezeten kind - Mc 9,14-29 - Mt 17,14-21 - Lc 9,37-43a -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt 17,14 - Mt 17,15 - Mt 17,16 - Mt 17,17 - Mt 17,18 - Mt 17,19 - Mt 17,20 - Mt 17,21 -- Mt (Matteüs) -- Mt 17 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [14] And when they were come to the multitude, there came
to him a certain man, kneeling down to him, and saying,
Luther-Bibel . 14 Und als sie zu dem Volk kamen, trat ein Mensch zu ihm, fiel
ihm zu Füßen
Tekstuitleg van Mt 17,14 .
Mt 17,15 - Mt 17,15 : 170. Genezing van een bezeten kind - Mc 9,14-29 - Mt 17,14-21 - Lc 9,37-43a -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt 17,14 - Mt 17,15 - Mt 17,16 - Mt 17,17 - Mt 17,18 - Mt 17,19 - Mt 17,20 - Mt 17,21 -- Mt (Matteüs) -- Mt 17 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [15] Lord, have mercy on my son: for he is lunatick, and
sore vexed: for ofttimes he falleth into the fire, and oft into the water.
Luther-Bibel . 15 und sprach: Herr, erbarme dich über meinen Sohn! Denn er ist
mondsüchtig und hat schwer zu leiden; er fällt oft ins Feuer und oft ins Wasser;
Tekstuitleg van Mt 17,15 .
Mt 17,16 - Mt 17,16 : 170. Genezing van een bezeten kind - Mc 9,14-29 - Mt 17,14-21 - Lc 9,37-43a -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt 17,14 - Mt 17,15 - Mt 17,16 - Mt 17,17 - Mt 17,18 - Mt 17,19 - Mt 17,20 - Mt 17,21 -- Mt (Matteüs) -- Mt 17 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [16] And I brought him to thy disciples, and they could
not cure him.
Luther-Bibel . 16 und ich habe ihn zu deinen Jüngern gebracht und sie konnten
ihm nicht helfen.
Tekstuitleg van Mt 17,16 .
Mt 17,17 - Mt 17,17 : 170. Genezing van een bezeten kind - Mc 9,14-29 - Mt 17,14-21 - Lc 9,37-43a -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt 17,14 - Mt 17,15 - Mt 17,16 - Mt 17,17 - Mt 17,18 - Mt 17,19 - Mt 17,20 - Mt 17,21 -- Mt (Matteüs) -- Mt 17 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [17] Then Jesus answered and said, O faithless and perverse
generation, how long shall I be with you? how long shall I suffer you? bring
him hither to me.
Luther-Bibel . 17 Jesus aber antwortete und sprach: O du ungläubiges und verkehrtes
Geschlecht, wie lange soll ich bei euch sein? Wie lange soll ich euch erdulden?
Bringt ihn mir her!
Tekstuitleg van Mt 17,17 .
Mt 17,18 - Mt 17,18 : 170. Genezing van een bezeten kind - Mc 9,14-29 - Mt 17,14-21 - Lc 9,37-43a -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt 17,14 - Mt 17,15 - Mt 17,16 - Mt 17,17 - Mt 17,18 - Mt 17,19 - Mt 17,20 - Mt 17,21 -- Mt (Matteüs) -- Mt 17 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [18] And Jesus rebuked the devil; and he departed out of
him: and the child was cured from that very hour.
Luther-Bibel . 18 Und Jesus bedrohte ihn; und der böse Geist fuhr aus von ihm
und der Knabe wurde gesund zu derselben Stunde.
Tekstuitleg van Mt 17,18 .
Mt 17,19 - Mt 17,19 : 170. Genezing van een bezeten kind - Mc 9,14-29 - Mt 17,14-21 - Lc 9,37-43a -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt 17,14 - Mt 17,15 - Mt 17,16 - Mt 17,17 - Mt 17,18 - Mt 17,19 - Mt 17,20 - Mt 17,21 -- Mt (Matteüs) -- Mt 17 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [19] Then came the disciples to Jesus apart, and said, Why
could not we cast him out?
Luther-Bibel . 19 Da traten seine Jünger zu ihm, als sie allein waren, und fragten:
Warum konnten "wir" ihn nicht austreiben?
Tekstuitleg van Mt 17,19 .
Mt 17,20 - Mt 17,20 : 170. Genezing van een bezeten kind - Mc 9,14-29 - Mt 17,14-21 - Lc 9,37-43a -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt 17,14 - Mt 17,15 - Mt 17,16 - Mt 17,17 - Mt 17,18 - Mt 17,19 - Mt 17,20 - Mt 17,21 -- Mt (Matteüs) -- Mt 17 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [20] And Jesus said unto them, Because of your unbelief:
for verily I say unto you, If ye have faith as a grain of mustard seed, ye shall
say unto this mountain, Remove hence to yonder place; and it shall remove; and
nothing shall be impossible unto you.
Luther-Bibel . 20 Er aber sprach zu ihnen: Wegen eures Kleinglaubens. Denn wahrlich,
ich sage euch: Wenn ihr Glauben habt wie ein Senfkorn, so könnt ihr sagen zu
diesem Berge: Heb dich dorthin!, so wird er sich heben; und euch wird nichts
unmöglich sein.
Tekstuitleg van Mt 17,20 .
Mt 17,21 - Mt 17,21 : 170. Genezing van een bezeten kind - Mc 9,14-29 - Mt 17,14-21 - Lc 9,37-43a -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt 17,14 - Mt 17,15 - Mt 17,16 - Mt 17,17 - Mt 17,18 - Mt 17,19 - Mt 17,20 - Mt 17,21 -- Mt (Matteüs) -- Mt 17 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [21] Howbeit this kind goeth not out but by prayer and fasting.
Luther-Bibel . 21
Tekstuitleg van Mt 17,21 .
171. Tweede lijdensvoorspelling : Mt 17,22-23 - Mc 9,30-32 - Mt 17,22-23 - Lc 9,43b-45 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 17 -- Mt 17,22 - Mt 17,23 -
Mt 17,22 - Mt 17,22 : 171. Tweede lijdensvoorspelling : Mt 17,22-23 - Mc 9,30-32 - Mt 17,22-23 - Lc 9,43b-45 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 17 -- Mt 17,22 - Mt 17,23 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [22] And while they abode in Galilee, Jesus said unto them,
The Son of man shall be betrayed into the hands of men:
Luther-Bibel . 22 Als sie aber beieinander waren in Galiläa, sprach Jesus zu
ihnen: Der Menschensohn wird überantwortet werden in die Hände der Menschen
Tekstuitleg van Mt 17,22 . Derde lijdensaankondiging : Mt 17,22 - Mt 17,23 .
Mc 9,31 | ho huios tou anthrôpou (de mensenzoon) paradidotai eis cheiras anthrôpôn (wordt overgeleverd in handen van mensen) | kai apoktenousin auton (en zij zullen hem doden) | kai apoktantheis meta treis èmeras anastèsetai (en gedood zal hij opstaan na drie dagen) |
Mt 17,22 | mellei o uios tou anthrôpou paradidosthai eis cheiras anthrôpôn (de mensenzoon staat op het punt overgeleverd te worden in handen van mensen) | Mt 17,23 : kai apoktenousin auton (en zij zullen hem doden) | kai tè tritè èmera egerthèsetai (en op de derde dag zal hij opgewekt worden) . |
Lc 9,44 | o gar uios tou anthrôpou mellei paradidosthai eis cheiras anthrôpôn (want de mensenzoon staat op het punt overgeleverd te worden in handen van mensen) |
Mt 16,21 | apo tote èrxato Ièsous Christos deiknuein tois mathètais autou | hoti dei auton eis Hierosoluma apelthein kai polla pathein | apo tôn presbuterôn kai archiereôn kai grammateôn | kai apoktanthènai | kai tritèi hèmerai egerthènai |
Mt 17,22 | mellei o uios tou anthrôpou paradidosthai eis cheiras anthrôpôn (de mensenzoon staat op het punt overgeleverd te worden in handen van mensen) | Mt 17,23 : kai apoktenousin auton (en zij zullen hem doden) | kai tè tritè èmera egerthèsetai (en op de derde dag zal hij opgewekt worden) . | kai meta treis hèmeras anastènai | |
Lc 9,22 | eipôn | hoti dei ton huion tou anthrôpou polla pathein | kai apodokimasthènai apo tôn presbuterôn kai archiereôn kai grammateôn | kai apoktanthènai | kai tritèi hèmerai egerthènai |
vervulling | aankondiging | ||||
Mt 26,45 | Mc 14,41 | Mt 17,22 | Mc 9,31 | Lc 9,44 | |
kai ho huios tou anthrôpou (en de mensenzoon) | idou paradidotai ho huios tou anthrôpou (zie wordt overgeleverd de mensenzoon) | mellei ho huios tou anthrôpou (de mensenzoon staat op het punt) | hoti ho huios tou anthrôpou (dat de mensenzoon) | ho gar huios tou anthrôpou (want de mensenzoon) | |
paradidotai (wordt overgeleverd) | paradidosthai (overgeleverd te worden) | paradidotai (wordt overgeleverd) | mellei paradidosthai (staat op het punt overgeleverd te worden) | ||
eis cheiras hamartôlôn (in handen van zondaars) | eis tas cheiras tôn hamartôlôn (in de handen van de zondaars) | eis cheiras anthrôpôn (in handen van mensen) | eis cheiras anthrôpôn (in handen van mensen) | eis cheiras anthrôpôn (in handen van mensen | |
329. Jezus in Getsemane : Mc 14,32-42 - Mt 26,36-46 - Lc 22,40-46 - | 171. Tweede lijdensvoorspelling : Mc 9,30-32 // Mt 17,22-23 // Lc 9,43b-45 - Mc 9,30-32 - Mt 17,22-23 - Lc 9,43b-45 - |
Mt 17,23 - Mt 17,23 : 171. Tweede lijdensvoorspelling : Mt 17,22-23 - Mc 9,30-32 - Mt 17,22-23 - Lc 9,43b-45 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 17 -- Mt 17,22 - Mt 17,23 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [23] And they shall kill him, and the third day he shall
be raised again. And they were exceeding sorry.
Luther-Bibel . 23 und sie werden ihn töten, und am dritten Tag wird er auferstehen.
Und sie wurden sehr betrübt.
Tekstuitleg van Mt 17,23 .
Mc 7,17 // Mt 15,12 | Mc 9,28 // Mt 17,19 | Mt 17,19 // Mc 9,28 | Mc 10,2 // Mt 19,3 | Mc 9,33 // Mt 18,1 | Mt 18,1 // Mc 9,33 | Mt 19,3 // Mc 10,2 | Mc 10,10 | Mt 15,1 // Mc 7,1.5 | Mc 7,5 // Mt 15,1 | |
Kai (en) hote (toen) | Tote (toen) | Kai (en) | Tote (toen) | Kai (en) | Kai (en) | En ekeiniji tiji hoorai (Op hetzelfde moment) | Kai (en) | Kai (en) | Tote (toen) | kai (en) |
eisijlthen (hij binnenging) | proselthontes (gekomen zijnde bij) | eiselthontos autou (nadat hij binnengegaan was) | proselthontes (gekomen zijnde bij) | proselthontes (gekomen zijnde bij) | prosijlthon (kwamen) | prosijlthon (kwamen) | proserchontai (gaan naar) | |||
eis oikon (in huis) apo tou ochlou (weg van de menigte) | eis oikian (in huis) | en tiji oikiai genomenos (in het huis zijnde) | eis tijn oikian (thuis) palin (opnieuw) | tooi Iijsou (Jezus) | ||||||
hoi mathijtai (de leerlingen) | hoi mathijtai autou (zijn leerlingen) kat'idiav (onder elkaar) | hoi mathijtai (de leerlingen) | Farisaioi (de Farizeeën) | hoi mathijtai (de leerlingen) | Farisaioi (de Farizeeën) | hoi mathijtai (de leerlingen) | apo Hierosolumoon Farisaioi kai grammateis (vanuit Jeruzalem Farizeeën en schriftgeleerden) | |||
tooi Iijsou (tot Jezus) | tooi Iijsou (tot Jezus) | autooi (tot hem) | ||||||||
epijrootoon (vroegen) | legousin (zij zeggen) | epijrootoon (vroegen) | eipon (zeiden zij) | epijrootoon (vroegen) | epijroota (ondervroeg) | legontes (zeggende) | peirazontes auton kai legontes (hem op de proef stellende en zeggende) | peri toutou (hierover) epijrootoon (vroegen) | legontes (zeggende) | eperootoosin (ondervroegen) |
auton (hem) | autooi (tot hem) | auton (hem) | auton (hem) | autous (hen) | auton (hem) | auton (hem) | ||||
hoi mathijtai autou ( de leerlingen van hem) | hoi Farisaioi kai hoi grammateis (de Farizeeën en de schriftgeleerden) | |||||||||
155. Rein en onrein : Mc 7,14-23 // Mt 15,10-20 | 155. Rein en onrein : Mc 7,14-23 // Mt 15,10-20 | 170. Genezing van een bezeten kind : Mc 9,14-29 // Mt 17,14-21 // Lc 9,37-43a | 170. Genezing van een bezeten kind : Mc 9,14-29 // Mt 17,14-21 // Lc 9,37-43a | 265. Onontbindbaarheid van het huwelijk : Mc 10,2-12 // Mt 19,3-9 | 173. De grootste in het Rijk Gods : Mc 9,33-37 // Mt 18,1-5 // Lc 9,46-48 | 173. De grootste in het Rijk Gods : Mc 9,33-37 // Mt 18,1-5 // Lc 9,46-48 | 265. Onontbindbaarheid van het huwelijk : Mc 10,2-12 // Mt 19,3-9 | 265. Onontbindbaarheid van het huwelijk : Mc 10,2-12 // Mt 19,3-9 | 154. Twistgesprek met de Farizeeën en schriftgeleerden : Mc 7,1-13 // Mt 15,1-9 | 154. Twistgesprek met de Farizeeën en schriftgeleerden : Mc 7,1-13 // Mt 15,1-9 |
Mc 8,27 // Mt 16,13 // Lc 9,18 | Mt 16, 13 // Mc 8,27 | Mc 9,11// Mt 17,10 | Mt 17,10 // Mc 9,11 |
kai (en) | kai (en) | kai (en) | Kai (en) |
en tiji hoddooi (onderweg) | |||
epijroota (vroeg hij) | epijroota (vroeg hij) | epijrootoon (zij vroegen) | epijrootijsan (vroegen) |
tous mathijtas autou (zijn leerlingen) | tous mathijtas autou (zijn leerlingen) | auton (hem) | auton (hem) |
hoi mathijtai ( de leerlingen) | |||
legoon autois (hen zeggend) | legoon (zeggend) | legontes (zeggende) | legontes (zeggende) |
162. Belijdenis van Petrus : Mc 8,27-30 // Mt 16,13-20
// Lc 9,18-21 |
169. Vraag omtrent de wederkomst van Elia : Mc 9,11-13
// Mt 17,10-13 |
169. Vraag omtrent de wederkomst van Elia : Mc 9,11-13
// Mt 17,10-13 |
172. Tempelbelasting : Mt 17,24-27 - Mt 17,24-27 - Mt 17,24 - Mt 17,25 - Mt 17,26 - Mt 17,27 - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 17 -
Via een parabel vraagt Jezus naar de mening van Petrus. Hij vraagt van wie de koningen van de aarde belastingen ontvangen, van hun eigen burgers of van vreemdelingen. In Mt 17,26 geeft Jezus zijn mening. Hierna komt Jezus tot een besluit.
Mt 17,24 - Mt 17,24 : 172. Tempelbelasting - Mt 17,24-27 - Mt 17,24 - Mt 17,25 - Mt 17,26 - Mt 17,27 - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 17 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [24] And when they were come to Capernaum, they that received
tribute money came to Peter, and said, Doth not your master pay tribute?
Luther-Bibel . 24 Als sie nun nach Kapernaum kamen, traten zu Petrus, die den
Tempelgroschen einnehmen, und sprachen: Pflegt euer Meister nicht den Tempelgroschen
zu geben?
Tekstuitleg van Mt 17,24 .
Mt 17,25 - Mt 17,25 : 172. Tempelbelasting - Mt 17,24-27 - Mt 17,24 - Mt 17,25 - Mt 17,26 - Mt 17,27 - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 17 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [25] He saith, Yes. And when he was come into the house,
Jesus prevented him, saying, What thinkest thou, Simon? of whom do the kings
of the earth take custom or tribute? of their own children, or of strangers?
Luther-Bibel . 25 Er sprach: Ja. Und als er heimkam, kam ihm Jesus zuvor und
fragte: Was meinst du, Simon? Von wem nehmen die Könige auf Erden Zoll oder
Steuern: von ihren Kindern oder von den Fremden?
Tekstuitleg van Mt 17,25 .
tí ... dokei (wat is je / jullie mening?) : zie Mt 17,25 . Verder : Mt 18,12 . Mt 21,28 . Mt 22,17 . Mt 22,42 . Mt 26,66 .
dokei (het schijnt, het blijkt) komt in 30 verzen in de bijbel
voor; in 10 verzen in het O.T., in 20 verzen in het N.T. In 6 verzen bij Matteüs,
in 3 verzen bij Lucas, in Joh 11,56 enz. Bij Matteüs komt het in 6 verzen
voor, telkens in een vragende zin. De zinsstructuur is telkens dezelfde : het
vragend voornaamwoord tí (wat) als onderwerp, het meewerkend voorwerp
(telkens de 2de persoon; enkelvoud : soi, het meervoud humin), tenslotte het
werkwoord dokei (het schijnt...). Een letterlijke vertaling naar het Nederlands
is moeilijk: wat lijkt het jou / jullie -> wat ben / zijn jij / jullie van
mening of wat is jouw / jullie mening of nog:
wat denk je / wat denken jullie. In de vertalingen wordt ook de beleefdheidsvorm
U gebruikt.
In Mt
17,25 richt Jezus zich tot Petrus, een hogere persoon tot een lagere. In
al de vertalingen wordt de je-vorm gebruikt. Staat in het Nederlands het persoonlijk
voornaamwoord 2de persoon enkelvoud (je) na het werkwoord (indicatief onvoltooid
tegenwoordige tijd) dan vervalt de -t van de 2de persoon enkelvoud van
1. de vraag van Jezus tot Petrus | 2. een soort retorische vraag van Jezus aan zijn leerlingen | 3. een vraag van Jezus aan de hogepriesters en oudsten van het volk | 4. vraag van leerlingen van de farizeeën samen met de Herodianen aan Jezus | 5. Een vraag van Jezus aan de farizeeën | 6. de vraag van de hogepriester aan de hogepriesters en heel het sanhedrin |
Mt 17,25 | Mt 18,12 | Mt 21,28 | Mt 22,17 | Mt 22,42 | Mt 26,66 |
Tí (wat) | Tí (Wat) | Tí de (Wat echter) | Tí (wat) | Tí (Wat) | Tí (Wat) |
soi (voor jou) | humin (voor jullie) | humin (voor jullie) | soi (voor jou) | humin (voor jullie) | humin (voor jullie) |
dokei; (lijkt het?) | dokei; (lijkt het ?). | dokei; (lijkt het ?). | dokei; (lijkt het?) | dokei; (lijkt het ?). | dokei; (lijkt het ?). |
+ parabel | + parabel | + parabel | |||
172. Tempelbelasting : Mt 17,24-27 - | 178. Gelijkenis van het verdwaalde schaap : Mt 18,10-14 - Lc 15,1-7 - | 288. Gelijkenis van de twee zonen : Mt 21,28-32 - | 291. Vraag van de Farizeeën over de belasting aan de keizer : Mc 12,13-17 - Mt 22,15-22 - Lc 20,20-26 - | 294. Zoon en Heer van David : Mc 12,35-37a - Mt 22,41-46 - Lc 20,41-44 - | 332. Jezus voor het Sanhedrin : Mc 14,55-64 - Mt 26,59-66 - Lc 22,66-71 |
het werkwoord; nochtans lezen we "wat dunkt je" waarschijnlijk uit
het meer dialectische "wat dunkt ge".
Mt
17,24-27 is een tekst, eigen aan Matteüs. Na de vraag : wat is jouw
mening? vervolgt Jezus met een volgende vraag waarover Petrus zijn mening moet
geven. Het is een vraag met een dilemma, maar het antwoord in de ene richting
ligt voor het grijpen. Petrus geeft dat bijna vanzelfsprekende antwoord. Daaruit
trekt Jezus dan de conclusie die in tegenstelling staat met het antwoord dat
Petrus eerder had gegeven.
Mt 17,26 - Mt 17,26 : 172. Tempelbelasting - Mt 17,24-27 - Mt 17,24 - Mt 17,25 - Mt 17,26 - Mt 17,27 - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 17 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [26] Peter saith unto him, Of strangers. Jesus saith unto
him, Then are the children free.
Luther-Bibel . 26 Als er antwortete: Von den Fremden, sprach Jesus zu ihm: So
sind die Kinder frei.
Tekstuitleg van Mt 17,26 .
Mt 17,27 - Mt 17,27 : 172. Tempelbelasting - Mt 17,24-27 - Mt 17,24 - Mt 17,25 - Mt 17,26 - Mt 17,27 - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 17 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [27] Notwithstanding, lest we should offend them, go thou
to the sea, and cast an hook, and take up the fish that first cometh up; and
when thou hast opened his mouth, thou shalt find a piece of money: that take,
and give unto them for me and thee.
Luther-Bibel . 27 Damit wir ihnen aber keinen Anstoß geben, geh hin an den See
und wirf die Angel aus, und den ersten Fisch, der heraufkommt, den nimm; und
wenn du sein Maul aufmachst, wirst du ein Zweigroschenstück finden; das nimm
und gib's ihnen für mich und dich.
Tekstuitleg van Mt 17,27 .
1kai meth èmeras ex paralambanei o ièsous ton petron kai iakôbon kai iôannèn ton adelfon autou, kai anaferei autous eis oros upsèlon kat idian. 2kai metemorfôthè emprosthen autôn, kai elampsen to prosôpon autou ôs o èlios, ta de imatia autou egeneto leuka ôs to fôs. 3kai idou ôfthè autois môusès kai èlias sullalountes met autou. 4apokritheis de o petros eipen tô ièsou, kurie, kalon estin èmas ôde einai: ei theleis, poièsô ôde treis skènas, soi mian kai môusei mian kai èlia mian. 5eti autou lalountos idou nefelè fôteinè epeskiasen autous, kai idou fônè ek tès nefelès legousa, outos estin o uios mou o agapètos, en ô eudokèsa: akouete autou. 6kai akousantes oi mathètai epesan epi prosôpon autôn kai efobèthèsan sfodra. 7kai prosèlthen o ièsous kai apsamenos autôn eipen, egerthète kai mè fobeisthe. 8eparantes de tous ofthalmous autôn oudena eidon ei mè auton ièsoun monon. 9kai katabainontôn autôn ek tou orous eneteilato autois o ièsous legôn, mèdeni eipète to orama eôs ou o uios tou anthrôpou ek nekrôn egerthè. 10kai epèrôtèsan auton oi mathètai legontes, ti oun oi grammateis legousin oti èlian dei elthein prôton; 11o de apokritheis eipen, èlias men ercetai kai apokatastèsei panta: 12legô de umin oti èlias èdè èlthen, kai ouk epegnôsan auton alla epoièsan en autô osa èthelèsan: outôs kai o uios tou anthrôpou mellei pascein up autôn. 13tote sunèkan oi mathètai oti peri iôannou tou baptistou eipen autois. 14kai elthontôn pros ton oclon prosèlthen autô anthrôpos gonupetôn auton 15kai legôn, kurie, eleèson mou ton uion, oti selèniazetai kai kakôs pascei: pollakis gar piptei eis to pur kai pollakis eis to udôr. 16kai prosènegka auton tois mathètais sou, kai ouk èdunèthèsan auton therapeusai. 17apokritheis de o ièsous eipen, ô genea apistos kai diestrammenè, eôs pote meth umôn esomai; eôs pote anexomai umôn; ferete moi auton ôde. 18kai epetimèsen autô o ièsous, kai exèlthen ap autou to daimonion: kai etherapeuthè o pais apo tès ôras ekeinès. 19tote proselthontes oi mathètai tô ièsou kat idian eipon, dia ti èmeis ouk èdunèthèmen ekbalein auto; 20o de legei autois, dia tèn oligopistian umôn: amèn gar legô umin, ean ecète pistin ôs kokkon sinapeôs, ereite tô orei toutô, metaba enthen ekei, kai metabèsetai: kai ouden adunatèsei umin. 21sustrefomenôn 22de autôn en tè galilaia eipen autois o ièsous, mellei o uios tou anthrôpou paradidosthai eis ceiras anthrôpôn, 23kai apoktenousin auton, kai tè tritè èmera egerthèsetai. kai elupèthèsan sfodra. 24elthontôn de autôn eis kafarnaoum prosèlthon oi ta didracma lambanontes tô petrô kai eipan, o didaskalos umôn ou telei [ta] didracma; 25legei, nai. kai elthonta eis tèn oikian proefthasen auton o ièsous legôn, ti soi dokei, simôn; oi basileis tès gès apo tinôn lambanousin telè è kènson; apo tôn uiôn autôn è apo tôn allotriôn; 26eipontos de, apo tôn allotriôn, efè autô o ièsous, ara ge eleutheroi eisin oi uioi. 27ina de mè skandalisômen autous, poreutheis eis thalassan bale agkistron kai ton anabanta prôton icthun aron, kai anoixas to stoma autou eurèseis statèra: ekeinon labôn dos autois anti emou kai sou.
Vulgaat
1 et post dies sex adsumpsit Iesus Petrum et Iacobum et Iohannem fratrem eius et ducit illos in montem excelsum seorsum 2 et transfiguratus est ante eos et resplenduit facies eius sicut sol vestimenta autem eius facta sunt alba sicut nix 3 et ecce apparuit illis Moses et Helias cum eo loquentes 4 respondens autem Petrus dixit ad Iesum Domine bonum est nos hic esse si vis faciamus hic tria tabernacula tibi unum et Mosi unum et Heliae unum 5 adhuc eo loquente ecce nubes lucida obumbravit eos et ecce vox de nube dicens hic est Filius meus dilectus in quo mihi bene conplacuit ipsum audite 6 et audientes discipuli ceciderunt in faciem suam et timuerunt valde 7 et accessit Iesus et tetigit eos dixitque eis surgite et nolite timere 8 levantes autem oculos suos neminem viderunt nisi solum Iesum 9 et descendentibus illis de monte praecepit Iesus dicens nemini dixeritis visionem donec Filius hominis a mortuis resurgat 10 et interrogaverunt eum discipuli dicentes quid ergo scribae dicunt quod Heliam oporteat primum venire 11 at ille respondens ait eis Helias quidem venturus est et restituet omnia 12 dico autem vobis quia Helias iam venit et non cognoverunt eum sed fecerunt in eo quaecumque voluerunt sic et Filius hominis passurus est ab eis 13 tunc intellexerunt discipuli quia de Iohanne Baptista dixisset eis 14 et cum venisset ad turbam accessit ad eum homo genibus provolutus ante eum dicens Domine miserere filii mei quia lunaticus est et male patitur nam saepe cadit in ignem et crebro in aquam 15 et obtuli eum discipulis tuis et non potuerunt curare eum 16 respondens Iesus ait o generatio incredula et perversa quousque ero vobiscum usquequo patiar vos adferte huc illum ad me 17 et increpavit ei Iesus et exiit ab eo daemonium et curatus est puer ex illa hora 18 tunc accesserunt discipuli ad Iesum secreto et dixerunt quare nos non potuimus eicere illum 19 dicit illis propter incredulitatem vestram amen quippe dico vobis si habueritis fidem sicut granum sinapis dicetis monti huic transi hinc et transibit et nihil inpossibile erit vobis 20 hoc autem genus non eicitur nisi per orationem et ieiunium 21 conversantibus autem eis in Galilaea dixit illis Iesus Filius hominis tradendus est in manus hominum 22 et occident eum et tertio die resurget et contristati sunt vehementer 23 et cum venissent Capharnaum accesserunt qui didragma accipiebant ad Petrum et dixerunt magister vester non solvit didragma 24 ait etiam et cum intrasset domum praevenit eum Iesus dicens quid tibi videtur Simon reges terrae a quibus accipiunt tributum vel censum a filiis suis an ab alienis 25 et ille dixit ab alienis dixit illi Iesus ergo liberi sunt filii 26 ut autem non scandalizemus eos vade ad mare et mitte hamum et eum piscem qui primus ascenderit tolle et aperto ore eius invenies staterem illum sumens da eis pro me et te