MATTEÜSEVANGELIE : ZEVENTIENDE HOOFDSTUK , MT 17 -
- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 17 -
- Mt 17,1-9 - Mt 17,10-13 - Mt 17,14-21 - Mt 17,22-23 - Mt 17,24-27 -

- Bibliografie - Literatuur - Liturgisch gebruik - Overzicht bijbelboeken - Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken - Overzicht van deze website

Overzicht Mt 1 , Mt 2 , Mt 3 , Mt 4 , Mt 5 , Mt 6 , Mt 7 , Mt 8 , Mt 9 , Mt 10 , Mt 11 , Mt 12 , Mt 13 , Mt 14 , Mt 15 , Mt 16 , Mt 17 , Mt 18 , Mt 19 , Mt 20 , Mt 21 , Mt 22 , Mt 23 , Mt 24 , Mt 25 , Mt 26 , Mt 27 , Mt 28 .
Tekstuitleg per pericope - Mt 17,1-9 - Mt 17,10-13 - Mt 17,14-21 - Mt 17,22-23 - Mt 17,24-27 -
Tekstuitleg vers per vers - Mt 17,1 - Mt 17,2 - Mt 17,3 - Mt 17,4 - Mt 17,5 - Mt 17,6 - Mt 17,7 - Mt 17,8 - Mt 17,9 - Mt 17,10 - Mt 17,11 - Mt 17,12 - Mt 17,13 - Mt 17,14 - Mt 17,15 - Mt 17,16 - Mt 17,17 - Mt 17,18 - Mt 17,19 - Mt 17,20 - Mt 17,21 - Mt 17,22 - Mt 17,23 - Mt 17,24 - Mt 17,25 - Mt 17,26 - Mt 17,27 -
Religie.opzijnbest.nl
ZOEKEN OP DEZE WEBSITE
PicoSearch
  Hulp
Verzorgd door PicoSearch
     
 
1. LXX , Griekse tekst N.T.   2. Vulgata   3. Synopsis Denaux - Vervenne  4. Statenvertaling   5. Willibrordvertaling   6. Nieuwe Vertaling   7. Naardense vertaling , zie
8. Bible de Jérusalem 9. Statenvertaling   10. King James Bible  - King James Bible 11. Luther-Bibel        

WEDERKERIGHEID (DIVERSITEIT - VICE VERSA) . Meer info : Arseen De Kesel . Email: arseen.de.kesel@pandora.be .
websitenamen : http://users.telenet.be/arseen.de.kesel/ en http://www.interlevensbeschouwelijk.be/index.htm
- STARTPAGINA - AGENDA - BIJ DE HAND - NIEUW - OVERZICHT -  TIJDSCHRIFTEN -
ALFABETISCH OVERZICHT VAN THEMA'S EN WEBSITES :
- A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z
HOOFDTHEMA'S : allochtonen , armoede , bahá'í ,  bezinningsteksten , bijbel , bijbel en koran , boeddhisme , christendom , extreemrechts ( Vlaams Blok ) , fundamentalisme , globalisering en antiglobalisering ,  hindoeïsme , interlevensbeschouwelijke dialoog , interreligieuze meditatie , islam , jodendom , koran , levensbeschouwing , levensbeschouwing / godsdienst en onderwijs , racisme , samenleving , sikhisme , spiritualiteit , tewerkstelling van allochtonen , vluchtelingen en asielzoekers , vrijzinnigheid , witte scholen , multiculturele scholen en concentratiescholen , Eigen-zinnige beschouwingen , Het kleine of grote ongenoegen

Woordenschat
Bibliografie :
Literatuur :
Liturgisch gebruik
Overzicht van de bijbelboeken - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -
- OT : Gn (Genesis) , Ex (Exodus) , Lv (Leviticus) , Nu (Numeri) , Dt (Deuteronomium) , Joz (Jozua) , Re (Rechters) , Rt (Ruth) , 1 S (1 Samuël) , 2 S (2 Samuël) , 1 K (1 Koningen) , 2 K (2 Koningen) , 1 Kr ( 1 Kronieken) , 2 Kr (2 Kronieken) , Ezr (Ezra) , Neh (Nehemia) , Tob (Tobia) , Jdt (Judith) , Est (Esther) , 1 Mak (1 Makkabeeën) , 2 Mak (2 Makkabeeën) , Job , Ps (Psalmen ) , Spr (Spreuken) , Pr (Prediker) , Hl (Hooglied) , W (Wijsheid) , Sir (Sirach) , Js (Jesaja) , Jr (Jeremia) , Kl (Klaagliederen) , Bar (Baruch) , Ez (Ezechiël) , Da (Daniël) , Hos (Hosea) , Jl (Joël) , Am (Amos) , Ob (Obadja) , Jon (Jona) , Mi (Micha) , Nah (Nahum) , Hab (Habakuk) , Sef (Sefanja) , Hag (Haggai) , Zach (Zacharia) , Mal (Maleachi) .
- NT : Mt (Matteüs) - Mc (Marcus) - Lc (Lucas) - Joh (Johannes) - Hnd (Handelingen) , Rom (Rome) , 1 Kor (Korinte) , 2 Kor (Korinte) , Gal (Galatië) , Ef (Efese) , Fil (Filippi) , Kol (Kolosse) , 1 Tes (Tessalonika) , 2 Tes (Tessalonika) , 1 Tim (Timoteüs) , 2 Tim (Timoteüs) , Tit (Titus) , Film (Filemon) , Heb (Hebreeën) , Jak (Jakobus) , 1 Pe (Petrus) , 2 Pe (Petrus) , 1 Joh (Johannes) , 2 Joh (Johannes) , 2 Joh (Johannes) , Jud (Judas) , Apk (Apokalyps) .
Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken : - bibliografie bijbel - bibliografie van het Oude Testament - bibliografie Matteüsevangelie - bibliografie Marcusevangelie - bibliografie Lucasevangelie - bibliografie van het Johannesevangelie - bibliografie van het Nieuwe Testament (behalve evangeliën)

In hun synopsis van de eerste drie evangeliën (Leuven, Vlaamse Bijbelstichting, 1986; Turnhout, Brepols, ) onderscheiden Adelbert Denaux en Marc Vervenne volgende pericopen in het zeventiende hoofdstuk van het Matteüsevangelie :
168. Verheerlijking van Jezus : Mc 9,2-10 - Mt 17,1-9 - Lc 9,28-36 -
169. Vraag omtrent de wederkomst van Elia : Mc 9,11-13 - Mt 17,10-13 -
170. Genezing van een bezeten kind : Mc 9,14-29 - Mt 17,14-21 - Lc 9,37-43a -
171. Tweede lijdensvoorspelling : Mc 9,30-32 - Mt 17,22-23 - Lc 9,43b-45 -
172. Tempelbelasting : Mt 17,24-27 -

168. Verheerlijking van Jezus : Mt 17,1-9 - Mc 9,2-10 - Mt 17,1-9 - Lc 9,28-36 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt 17 -- Mt 17,1-9 - Mt 17,10-13 - Mt 17,14-21 - Mt 17,22-23 - Mt 17,24-27 -- Mt 17,1 - Mt 17,2 - Mt 17,3 - Mt 17,4 - Mt 17,5 - Mt 17,6 - Mt 17,7 - Mt 17,8 - Mt 17,9 -

Gij badt op enen berg, alleen, / En Jezus, ik en vind er geen / Waar 'k hoog genoeg kan klimmen / Om U alleen te vinden. / De wereld wil mij achterna / Al waar ik ga of sta, / of ooit mijn ogen sla. / En arm als ik en is er geen / Geen een / Die nood hebbe en niet klagen kan, / Die honger en niet vragen kan, / Die pijn en niet gewagen kan / Hoe wee het doet, / O, leer mij arme dwaas / Hoe dat ik bidden moet. Guido Gezelle

Mt 17,1-9 telt negen verzen , 168 (2 X 2 X 2 X 3 X 7) woorden en 807 (3 X 269) letters .

1. Jezus 2. zijn gelaat / zijn kleren 3. Mozes en Elia 4. Petrus 5. wolk en stem 6. de leerlingen 7. Jezus 8. de leerlingen 9. Jezus
Mt 17,1 - Mt 17,2a Mt 17,2b Mt 17,3 Mt 17,4 Mt 17,5 Mt 17,6 Mt 17,7 Mt 17,8 Mt 17,9
3 nevenschikkende zinnen met kai (en) 2 zinnen; 1 zin inleiding + citaat 2 zinnen idou (zie) kai idou (en zie) 2 zinnen verbonden met kai (en) 2 zinnen met kai (en) 1 zin 1 zin : inleiding en citaat
begin pericope kai (en) 1X kai (en) 1X de (echter) kai idou (en zie) de (echter) idou (zie) kai idou (en zie) begin van de zin kai (en) en 1X in de zin begin van de zin kai (en) in de zin 1X kai (en) de (echter) kai bij het begin van de zin
2X T.T. , 1X V.T. 2X V.T. 1X V.T. V.T. 1X V.T. V.T. 2X V.T. V.T. V.T.

Kai (en) - kai (en. nevenschikkend voegwoord. 705X bij Matteüs) - Het gebruik van kai (en) is veelvuldig (19X) en zeer verscheiden. Vooreerst wordt kai (en) gebruikt bij het begin (Mt 17,1) van de pericope. Het wordt 6X gebruikt bij het begin van een zin ondanks de personageverandering : Mt 17,2b. Mt 17,3 (voor idou = zie). Mt 17,5b (eveneens voor idou = zie). Mt 17,6. Mt 17,7 en Mt 17,9. Kai (en) verbindt nevenschikkende zinnen met hetzelfde onderwerp (5X): Mt 17,1. Mt 17,2. Mt 17,6 en Mt 17,7 (2X). Kai (en) verbindt ook zinsdelen met elkaar (7X): Mt 17,1 (2X). Mt 17,3. Mt 17,4 (2X). Mt 17,7 (2X). De (echter) als tweede woord in de zin om de persoonsverandering aan te duiden (3X) : Mt 17,2c. Mt 17,4. Mt 17,8. De pericope werd in 9 verzen ingedeeld; 6 ervan beginnen met kai (en), 2 ervan hebben als tweede woord de (echter).
Mt 17,1-9 heeft 3X idou (zie) - idou (zie. 59X bij Matteüs) - . Het heeft telkens te maken met het hemelse : Mt 17,3. Mt 17,5a. Mt 17,5b.

Mt 17,1 - Mt 17,1 : 168. Verheerlijking van Jezus - Mc 9,2-10 - Mt 17,1-9 - Lc 9,28-36 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt 17 -- Mt 17,1-9 - Mt 17,10-13 - Mt 17,14-21 - Mt 17,22-23 - Mt 17,24-27 -- Mt 17,1 - Mt 17,2 - Mt 17,3 - Mt 17,4 - Mt 17,5 - Mt 17,6 - Mt 17,7 - Mt 17,8 - Mt 17,9 - Mt (Matteüs) -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
17:1 kai meth èmeras ex paralambanei o ièsous ton petron kai iakôbon kai iôannèn ton adelfon autou kai anaferei autous eis oros upsèlon kat idian   1 et post dies sex adsumpsit Iesus Petrum et Iacobum et Iohannem fratrem eius et ducit illos in montem excelsum seorsum   1. En na zes dagen nam Jezus Petrus en Jakobus en Johannes, zijn broer, mee en bracht hen omhoog op een hoge berg.   1 En na zes dagen nam Jezus met Zich Petrus, en Jakobus, en Johannes, zijn broeder, en bracht hen op een hogen berg alleen.   [1] Zes dagen later nam Jezus Petrus*, Jakobus en diens broer Johannes met zich mee een hoge berg* op, waar Hij met hen alleen was. [  [1] Zes dagen later nam Jezus Petrus, Jakobus en diens broer Johannes met zich mee een hoge berg op, waar ze alleen waren.   1 ¶ Zes dagen daarna  neemt Jezus Petrus, Jakobus en diens broer Johannes met zich mee en brengt hen een hoge berg op, ver van alles.  1. Six jours après, Jésus prend avec lui Pierre, Jacques, et Jean son frère, et les emmène, à l'écart, sur une haute montagne.  

King James Bible . [1] And after six days Jesus taketh Peter, James, and John his brother, and bringeth them up into an high mountain apart,
Luther-Bibel . 1 Und nach sechs Tagen nahm Jesus mit sich Petrus und Jakobus und Johannes, dessen Bruder, und führte sie allein auf einen hohen Berg.

Tekstanalyse van Mt 17,1 . Dit vers Mt 17,1 telt 24 (2 X 2 X 2 X 3) woorden en 115 (5 X 23) letters . De getalwaarde van Mt 17,1 is 11426 (2 X 29 X 197) . Het vers bestaat uit twee nevenschikkende zinnen die elk met het verbindingswoord kai (en) begint .

Het verhaal van de bekoringen , de gedaanteverandering , de doodstrijd in de hof van Olijven worden aan elkaar gelinkt. - paralambanô (bij zich nemen. 5X bij Matteüs) -

21. horos (berg) . Verwijzing : horos (berg) , zie Mt 4,8 en Mc 9,2 . (Hebreeuws : har , zie Mt 4,8 ) In 196 verzen in de bijbel . In 168 verzen in het O.T. . In achtentwintig verzen in het N.T. . In acht verzen bij Matteüs : (1) Mt 4,8 . (2) Mt 5,1 . (3) Mt 14,23 . (4) Mt 15,29 . (5) Mt 17,1 - Mt 17,2 . (6) Mt 21,1 . (7) Mt 26,30 . (8) Mt 28,16 . In deze acht verzen staat het voorzetsel van plaats (eis = naar) vóór het zelfstandig naamwoord horos (berg) . Tussen het voorzetsel en het zelfstandig naamwoord staat het bepaald lidwoord tenzij horos wordt gevolgd door een bijvoeglijk naamwoord (Mt 4,7 en Mt 17,1) . In zes van de acht verzen is Jezus onderwerp van de zin (niet in Mt 4,8 en Mt 28,16 ) .

1. de duivel 2. Jezus 3. Jezus 4. 5. 6.   7. 8.  de elf leerlingen
Mt 4,8 Mt 5,1 Mt 14,23 Mt 15,29 Mt 17,1 - Mt 17,2 Mt 21,1 Mt 24,3 Mt 26,30 Mt 28,16
palin (opnieuw)     kai (en) kai ... (en) kai (en)...   kai (en ) Hoi de endeka mathètai (De elf leerlingen echter)
paralambanei (neemt bij zich) auton (hem) ho diabolos (de duivel) anebè (hij klom omhoog) anebè (hij klom omhoog) anabas (opgeklommen) paralambanei (neemt bij zich) ... kai anaferei autous (en hij voert hen omhoog) èlthon ( zij kwamen)... kathèmenou de autou epi orous tôn Helaiôn (terwijl hij echter zich op de Olijfberg neerzet) exèlthon ( zij gingen naar buiten) eporeuthèsan (gingen op weg)
eis horos hupsèlon lian (naar een zeer hoge berg) eis to horos (naar de berg) eis to horos (naar de berg)  kat' idian (op zichzelf) eis to horos (naar de berg) eis horos hupsèlon (naar een hoge berg)  kat' idian (op zichzelf) eis to horos tôn Helaiôn (naar de Olijfberg)   eis to horos (naar de berg)  ... eis to horos (naar de berg)
  kai kathisantos autou (en nadat hij zich had neergezet)   ekathèto ekei (zette hij zich naar)          
  prosèlthan autôi hoi mathètai autou (kwamen zijn leerlingen bij hem)         prosèlthan autôi hoi mathètai autou (kwamen de leerlingen bij hem) kat' idian (afzonderlijk)    
20. Jezus door de Satan op de proef gesteld : Mc 1,12-13 - Mt 4,1-11 - Lc 4,1-13 - 24. Jezus leert en geneest : Mc 1,21 - Mt 4,23-25 ; 5,1-2 - Lc 4,31 - 152. Jezus wandelt op het meer - Mc 6,45-52 - Mt 14,22-33 157. Genezing van een doofstomme : Mc 7,31-37 - Mt 15,29-31 - 168. Verheerlijking van Jezus : Mc 9,2-10 - Mt 17,1-9 - Lc 9,28-36 - 281. Jezus gaat Jerzalem binnen : Mc 11,11 - Mt 21,1-11 - 299. Inleiding tot de eschatologische rede : Mc 13,1-4 - Mt 24,1-3 - Lc 21,5-7 -  328. Voorspelling van de ontrouw van de leerlingen en van Petrus' verloochening : Mc 14,26-31 - Mt 26,30-35 - Lc 22,39 -  353. Verschijning aan de elf in Galilea :Mt 28,16-20 -

 

Mt 17,2 - Mt 17,2 : 168. Verheerlijking van Jezus - Mc 9,2-10 - Mt 17,1-9 - Lc 9,28-36 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt 17 -- Mt 17,1-9 - Mt 17,10-13 - Mt 17,14-21 - Mt 17,22-23 - Mt 17,24-27 -- Mt 17,1 - Mt 17,2 - Mt 17,3 - Mt 17,4 - Mt 17,5 - Mt 17,6 - Mt 17,7 - Mt 17,8 - Mt 17,9 - Mt (Matteüs) -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
2kai metemorfôthè emprosthen autôn, kai elampsen to prosôpon autou ôs o èlios, ta de imatia autou egeneto leuka ôs to fôs.  2 et transfiguratus est ante eos et resplenduit facies eius sicut sol vestimenta autem eius facta sunt alba sicut nix   2. En hij werd vóór hen van gedaante veranderd; en zijn gezicht scheen als de zon en zijn kleren werden wit als het licht.    2 En Hij werd voor hen veranderd van gedaante; en Zijn aangezicht blonk gelijk de zon, en Zijn klederen werden wit gelijk het licht.  2] Voor hun ogen veranderde Hij van gedaante. Zijn gezicht ging stralen als de zon en zijn kleren werden wit als licht.   [2] Voor hun ogen veranderde hij van gedaante, zijn gezicht straalde als de zon en zijn kleren werden wit als het licht. [  2 En daar, vóór hen, verandert hij van gedaante: zijn aanschijn straalt als de zon, en zijn kleren worden wit als het licht.   2. Et il fut transfiguré devant eux : son visage resplendit comme le soleil, et ses vêtements devinrent blancs comme la lumière. 

King James Bible . [2] And was transfigured before them: and his face did shine as the sun, and his raiment was white as the light.
Luther-Bibel . 2 Und er wurde verklärt vor ihnen, und sein Angesicht leuchtete wie die Sonne, und seine Kleider wurden weiß wie das Licht.

Tekstanalyse van Mt 17,2 . Dit vers Mt 17,2 telt 21 (3 X 7) woorden en 94 (2 X 47) letters . De getalwaarde van Mt 17,2 is 14816 (2 X 2 X 2 X 2 X 2 X 463) .

3. emprosthen (vóór) .

Verhalen van gedaanteverandering en verrijzenis doorweven elkaar .

Mt 17,2 b Mt 17,2 c Mt 28,3a Mt 28,3 b Da 10,6 Ex 24,17  
kai elampsen (en schitterde)  ta de himatia autou (zijn kleren echter) egeneto leuka (werden wit) èn de (was echter)   kai (en)  kai (en)  
to prosôpon autou (zijn aangezicht)   hè eidea autou (zijn gezicht) to enduma autou (zijn kleed) to (het)  prosôpou (aangezicht) autou (van hem)  to de eidos tès doksès kuriou hôsei (de gestalte echter van de heerlijkheid van de heer als...)
hôs ho hèlios (als de zon) hôs to fôs (als het licht) hôs astrapè (als een schitterende ster) leukon hôs astrapè (wit als een schitterende ster) hôsei (zoals) horasis astrapès (het zicht van een ster)   
         kai (en) kai hoi brachiones autou kai hoi podes (B-versie: kai ta skelè) (en zijn armen en benen)  hôsei chalkos eksastraptôn (als schitterend koper); b-versie : hôs horasis chalkou stilbontos (als het zicht van schitterend koper)  
 168. Verheerlijking van Jezus : Mc 9,2-10 - Mt 17,1-9 - Lc 9,28-36 -    351. Vrouwen als getuigen van Jezus'verrijzenis : Mc 16,1-8 - Mt 28,1-10 - Lc 23,56b-24,12 -     Het verbond - Ex 24,1-18 -

 

Mt 17,3 - Mt 17,3 : 168. Verheerlijking van Jezus - Mc 9,2-10 - Mt 17,1-9 - Lc 9,28-36 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt 17 -- Mt 17,1-9 - Mt 17,10-13 - Mt 17,14-21 - Mt 17,22-23 - Mt 17,24-27 -- Mt 17,1 - Mt 17,2 - Mt 17,3 - Mt 17,4 - Mt 17,5 - Mt 17,6 - Mt 17,7 - Mt 17,8 - Mt 17,9 - Mt (Matteüs) -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
3kai idou ôfthè autois môusès kai èlias sullalountes met autou.   3 et ecce apparuit illis Moses et Helias cum eo loquentes  3. En zie, hun verschenen Mozes en Elia, die met hem spraken.    3 En ziet, van hen werden gezien Mozes en Elias, met Hem samensprekende.  [3] Opeens verschenen hun Mozes en Elia, in gesprek met Hem.   3] Plotseling verschenen aan hen Mozes en Elia, die met Jezus in gesprek waren. 3 En zie, zij krijgen Mozes te zien, en Elia terwijl die spreken met hem.   3. Et voici que leur apparurent Moïse et Élie, qui s'entretenaient avec lui. 

King James Bible .[3] And, behold, there appeared unto them Moses and Elias talking with him.
Luther-Bibel . 3 Und siehe, da erschienen ihnen Mose und Elia; die redeten mit ihm.

Tekstanalyse van Mt 17,3 . Dit vers Mt 17,3 telt 10 (2 X 5) woorden en 53 letters . De getalwaarde van Mt 17,3 is 7824 (2 X 2 X 2 X 2 X 3 X 163) .

Mt 17,4 - Mt 17,4 : 168. Verheerlijking van Jezus - Mc 9,2-10 - Mt 17,1-9 - Lc 9,28-36 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt 17 -- Mt 17,1-9 - Mt 17,10-13 - Mt 17,14-21 - Mt 17,22-23 - Mt 17,24-27 -- Mt 17,1 - Mt 17,2 - Mt 17,3 - Mt 17,4 - Mt 17,5 - Mt 17,6 - Mt 17,7 - Mt 17,8 - Mt 17,9 - Mt (Matteüs) -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
4apokritheis de o petros eipen tô ièsou, kurie, kalon estin èmas ôde einai: ei theleis, poièsô ôde treis skènas, soi mian kai môusei mian kai èlia mian.   4 respondens autem Petrus dixit ad Iesum Domine bonum est nos hic esse si vis faciamus hic tria tabernacula tibi unum et Mosi unum et Heliae unum 4. Petrus nu antwoordde (en) zei aan Jezus: 'Heer, het is goed dat wij hier zijn; als u wilt, zal ik hier drie tenten maken: voor u één, en voor Mozes één en voor Elia één.'    4 En Petrus, antwoordende, zeide tot Jezus: Heere! het is goed, dat wij hier zijn; zo Gij wilt, laat ons hier drie tabernakelen maken, voor U een, en voor Mozes een, en een voor Elias. [4] Petrus zei daarop tegen Jezus: ‘Heer, het is maar goed dat wij hier zijn. Als U wilt, zal ik hier drie hutten* maken, voor U een en voor Mozes een en voor Elia een.’ [4] Petrus nam het woord en zei tegen Jezus: ‘Heer, het is goed dat wij hier zijn. Als u wilt zal ik hier drie tenten opslaan, een voor u, een voor Mozes en een voor Elia.’ 4 Ten antwoord zegt Petrus tot Jezus: heer, hoe goed is het dat wij hier zijn!– als u het wilt zal ik hier drie tenten maken: één voor u, één voor Mozes en één voor Elia… 4. Pierre alors, prenant la parole, dit à Jésus : « Seigneur, il est heureux que nous soyons ici ; si tu le veux, je vais faire ici trois tentes, une pour toi, une pour Moïse et une pour Élie. »

King James Bible . [4] Then answered Peter, and said unto Jesus, Lord, it is good for us to be here: if thou wilt, let us make here three tabernacles; one for thee, and one for Moses, and one for Elias.
Luther-Bibel . 4 Petrus aber fing an und sprach zu Jesus: Herr, hier ist gut sein! Willst du, so will ich hier drei Hütten bauen, dir eine, Mose eine und Elia eine.

Tekstanalyse van Mt 17,4 . Dit vers Mt 17,4 telt 27 (3 X 3 X 3) woorden en 120 (2 X 2 X 2 X 3 X 5) letters . De getalwaarde van Mt 17,4 is 10844 (2 X 2 X 2711) .

Structuur en woordgebruik van van de zin apokritheis de ho Petros eipen tôi Ièsou (beantwoord echter zei Petrus tot Jezus) komt vaak voor bij Matteüs : - apokritheis (beantwoord. 43X bij Matteüs) -.

Mt 17,5 - Mt 17,5 : 168. Verheerlijking van Jezus - Mc 9,2-10 - Mt 17,1-9 - Lc 9,28-36 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt 17 -- Mt 17,1-9 - Mt 17,10-13 - Mt 17,14-21 - Mt 17,22-23 - Mt 17,24-27 -- Mt 17,1 - Mt 17,2 - Mt 17,3 - Mt 17,4 - Mt 17,5 - Mt 17,6 - Mt 17,7 - Mt 17,8 - Mt 17,9 -- Mt (Matteüs) -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
5 eti autou lalountos idou nefelè fôteinè epeskiasen autous, kai idou fônè ek tès nefelès legousa, houtos estin ho huios mou ho agapètos, en hôi eudokèsa: akouete autou. adhuc eo loquente ecce nubes lucida obumbravit eos et ecce vox de nube dicens hic est Filius meus dilectus in quo mihi bene conplacuit ipsum audite  Terwijl hij nog sprak, zie, en verlichte wolk overschaduwde hen; en zie, een stem (kwam uit de wolk, zeggend: 'Deze is mijn geliefde zoon, in wie ik welbehagen heb gesteld.'  5 Terwijl hij nog sprak, ziet, een luchtige wolk heeft hen overschaduwd; en ziet, een stem uit de wolk, zeggende: Deze is Mijn geliefde Zoon, in Denwelken Ik Mijn welbehagen heb; hoort Hem!  [5] Hij was nog niet uitgesproken of daar kwam een lichtende wolk die hen overdekte, en opeens klonk er een stem uit die wolk: ‘Dit is mijn geliefde Zoon, in wie Ik vreugde vind. Luister naar Hem.’   [5] Hij was nog niet uitgesproken, of de schaduw van een stralende wolk gleed over hen heen, en uit de wolk klonk een stem: ‘Dit is mijn geliefde Zoon, in hem vind ik vreugde. Luister naar hem!’  5 Terwijl hij nog spreekt, zie, een lichtende wolk overwelft hen; en zie, vanuit de wolk een stem die zegt: dit is mijn zoon, de geliefde, in wie ik welbehagen heb: hoort naar hem!  Comme il parlait encore, voici qu'une nuée lumineuse les prit sous son ombre, et voici qu'une voix disait de la nuée : « Celui-ci est mon Fils bien-aimé, qui a toute ma faveur, écoutez-le. » 

King James Bible . While he yet spake, behold, a bright cloud overshadowed them: and behold a voice out of the cloud, which said, This is my beloved Son, in whom I am well pleased; hear ye him.
Luther-Bibel (1984) . 5 Als er noch so redete, siehe, da überschattete sie eine lichte Wolke. Und siehe, eine Stimme aus der Wolke sprach: dDies ist mein lieber Sohn, an dem ich Wohlgefallen habe; den sollt ihr hören!

Tekstuitleg van Mt 17,5 . Dit vers Mt 17,5 telt 27 (3 X 3 X 3) woorden en 131 (priemgetal) letters . De getalwaarde van Mt 17,5 is 18395 (5 X 13 X 283) .

1. 7. 2. 3. 4. 5. 6. 8. 9.  10. 11.
Mt 3,17 = Mt 17,5 Mt 4,3 . Mt 4,6 Mt 8,29 Mt 14,33 Mt 16,16 Mt 26,63 Mt 27,40 Mt 27,43 Mt 27,54

ei (indien gij) Tí hèmin kai soi, wat is er tussen ons en u alèthôs (waarlijk)
ei (indien) ei (indien gij) eipen gar hoti (want hij zei) alèthôs (waarlijk)
houtos (deze) huios (zoon) huie (zzon)   su (gij) su (gij) huios (zoon)    
estin (is) ei (zijt)     ei (zijt) ei (zijt) ei (zijt)    
ho huios mou (mijn zoon) ho agapètos (de beminde) tou theou (van God) tou theou (van God) theou huios ei (u bent zoon van God) ho christos, ho huios tou theou tou zôntos (de Christus, de zoon van de levende God) ho christos ho huios tou theou: de Christus, de zoon van God tou theou (van God) theou eimi huios (ik ben zoon van God) theou huios èn houtos (zoon van God was deze)
18. Doop van Jezus : Mc 1,9-11 - Mt 3,13-17 - Lc 3,21-22 -168. Verheerlijking van Jezus : Mc 9,2-10 - Mt 17,1-9 - Lc 9,28-36 20. Jezus door de Satan op de proef gesteld : Mc 1,12-13 - Mt 4,1-11 - Lc 4,1-13
66. Twee bezetenen van Gadara van de demonen bevrijd : Mt 8,28-34 - Mc 5,1-20 - Lc 8,26-39 Jezus wandelt op het meer : Mc 6,45-52 - Mt 14,22-33 162. belijdenis van Petrus : Mc 8,27-30 - Mt 16,13-20 - Lc 9,18-21 332. Jezus voor het Sandredin : Mc 14,55-64 - Mt 26,59-66 - Lc 22,66-71 346. Bespotting van de gekruisigde Jezus : Mc 15,27-32 - Mt 27,38-44 - Lc 23,35-43 -  346. Bespotting van de gekruisigde Jezus : Mc 15,27-32 - Mt 27,38-44 - Lc 23,35-43 -  347. Kruisdood van Jezus : Mc 15,33-39 - Mt 27,45-54 - Lc 23,44-48 -

 

Mt 17,6 - Mt 17,6 : 168. Verheerlijking van Jezus - Mc 9,2-10 - Mt 17,1-9 - Lc 9,28-36 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt 17 -- Mt 17,1-9 - Mt 17,10-13 - Mt 17,14-21 - Mt 17,22-23 - Mt 17,24-27 -- Mt 17,1 - Mt 17,2 - Mt 17,3 - Mt 17,4 - Mt 17,5 - Mt 17,6 - Mt 17,7 - Mt 17,8 - Mt 17,9 - Mt (Matteüs) -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
6 kai akousantes oi mathètai epesan epi prosôpon autôn kai efobèthèsan sfodra.  6 et audientes discipuli ceciderunt in faciem suam et timuerunt valde  6. En toen de leerlingen dit hoorden, vielen ze op hun aangezicht en ze werden geweldig bevreesd.    6 En de discipelen, dit horende, vielen op hun aangezicht, en werden zeer bevreesd.  [6] Toen de leerlingen dat hoorden, wierpen ze zich op de grond en werden ze vreselijk bang.  [6] Toen de leerlingen dit hoorden, wierpen ze zich neer en verborgen uit angst hun gezicht.   6 Als ze dat horen vallen de leerlingen op hun aanschijn; ze zijn zéér bevreesd.  6. A cette voix, les disciples tombèrent sur leurs faces, tout effrayés.  

King James Bible .[6] And when the disciples heard it, they fell on their face, and were sore afraid.
Luther-Bibel . 6 Als das die Jünger hörten, fielen sie auf ihr Angesicht und erschraken sehr.

Tekstanalyse van Mt 17,6 . Dit vers Mt 17,6 telt 11 woorden , 63 (3 X 3 X 7) letters en 27 (3 X 3 X 3) lettergrepen . De getalwaarde van Mt 17,6 is 6992 (2 X 2 X 2 X 2 X 19 X 23) . Mt 17,6 lijkt een variante van Mt 28,17 : 1. gehoord - gezien , 2. zij vielen op hun aangezicht - zij knielden bij , 3. zij vreesden - zij echter twijfelden .

6. epi (op, bij) . Verwijzing : epi (op, bij) . Lat. in . super = boven < bi - oven . Ned. op . D. auf . Fr. sur .

epi (op, bij)  bijbel O.T. N.T. Mt Mc Lc Joh Hnd Br. Apk syn.  ev. 
epi 4540  3946 594  91  51  104  22  120  117 89  246  268 
Totaal   6290  5473  817  114  71  149  36  161  172  114  334  370 

7. prosôpon (aangezicht) . Verwijzing : prosôpon (aangezicht) . pros : naar , bij (aan-) , ôpon , zie optie , optiek enz ... op- : zien . aangezicht , waarnaar je kijkt . Of : pro -s -opon , waaruit het Latijnse per- son -a (doorheen -klinken) , wat wijst op een masker waardoor men sprak .

prosôpon (aangezicht)   bijbel O.T. N.T. Mt Mc Lc Joh Hnd Br. Apk syn.  ev.  P.  A. b. 
nom. + acc. onz. enk. prosôpon  569  528  41    15  18  18  13 
totaal 1145  1392  66 12    11  25  24  24  22 

prosôpon (aangezicht)   Mt Mc Lc syn. 
nom. + acc. onz. enk. prosôpon  8 : (1) Mt 6,17 . (2) Mt 16,3 . (3) Mt 17,2 . (4) Mt 17,6 . (5) Mt 18,10 . (6) Mt 22,16 . (7) Mt 26,39 . (8) Mt 26,67 . 2 : (1) Mc 12,14 . (2) Mc 14,65 . 8 : (1) Lc 2,31 . (2) Lc 5,12 . (3) Lc 9,51 . (4) Lc 9,53 . (5) Lc 12,56 . (6) Lc 17,16 . (7) Lc 20,21 . (8) Lc 21,35 . 18 : (1) Mt 16,3 // Lc 12,56 . (2) Mt 17,2 // Lc 9,29 . (3) Mt 22,16 // Mc 12,14 // Lc 20,21 . (4) Mt 26,67 // Mc 14,65 .

6. - 7. epi prosôpon (op het aangezicht) . In negen verzen in het N.T. : Mt (2) . Lc (3) . P. (2) . Apk (2) . In Mt (2) : (1) Mt 17,6 . (2) Mt 26,39 .

Mt 17,7 - Mt 17,7 : 168. Verheerlijking van Jezus - Mc 9,2-10 - Mt 17,1-9 - Lc 9,28-36 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt 17 -- Mt 17,1-9 - Mt 17,10-13 - Mt 17,14-21 - Mt 17,22-23 - Mt 17,24-27 -- Mt 17,1 - Mt 17,2 - Mt 17,3 - Mt 17,4 - Mt 17,5 - Mt 17,6 - Mt 17,7 - Mt 17,8 - Mt 17,9 - Mt (Matteüs) -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
17:7 kai prosèlthen ho Ièsous kai hapsamenos autôn eipen egerthète kai mè fobeisthe  7 et accessit Iesus et tetigit eos dixitque eis surgite et nolite timere   7. En Jezus naderde en raakte hen aan (en) zei: 'Sta op en vrees niet!'   7 En Jezus, bij hen komende, raakte hen aan, en zeide: Staat op en vreest niet.   [7] Jezus kwam naar hen toe, raakte hen aan en zei: ‘Sta op en wees niet bang.’   [7] Jezus kwam dichterbij, raakte hen aan en zei: ‘Sta op, jullie hoeven niet bang te zijn.’  7 Jezus komt naar hen toe omhelst hen en zegt: waakt óp en vreest niet!   7. Mais Jésus, s'approchant, les toucha et leur dit : « Relevez-vous, et n'ayez pas peur. » 

King James Bible . [7] And Jesus came and touched them, and said, Arise, and be not afraid.
Luther-Bibel . 7 Jesus aber trat zu ihnen, rührte sie an und sprach: Steht auf und fürchtet euch nicht!

Tekstanalyse van Mt 17,7 . Dit vers Mt 17,7 telt 12 (2 X 2 X 3) woorden en 58 (2 X 29) letters . De getalwaarde van Mt 17,7 is 6459 (3 X 2153) .

Mt 17,8 - Mt 17,8 : 168. Verheerlijking van Jezus - Mc 9,2-10 - Mt 17,1-9 - Lc 9,28-36 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt 17 -- Mt 17,1-9 - Mt 17,10-13 - Mt 17,14-21 - Mt 17,22-23 - Mt 17,24-27 -- Mt 17,1 - Mt 17,2 - Mt 17,3 - Mt 17,4 - Mt 17,5 - Mt 17,6 - Mt 17,7 - Mt 17,8 - Mt 17,9 - Mt (Matteüs) -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
8eparantes de tous ofthalmous autôn oudena eidon ei mè auton ièsoun monon.  8 levantes autem oculos suos neminem viderunt nisi solum Iesum  8. Toen ze nu hun ogen opsloegen, zagen ze niemand behalve hemzelf, Jezus alleen.   8 En hun ogen opheffende, zagen zij niemand, dan Jezus alleen.  [8] Toen ze hun ogen opsloegen, zagen ze niemand meer dan Jezus alleen.  [8] Ze keken op en zagen niemand meer, Jezus was alleen. 8 Ze heffen hun ogen op en zien niemand behalve hem: Jezus, alleen.  8. Et eux, levant les yeux, ne virent plus personne que lui, Jésus, seul.  

King James Bible . [8] And when they had lifted up their eyes, they saw no man, save Jesus only.
Luther-Bibel . 8 Als sie aber ihre Augen aufhoben, sahen sie niemand als Jesus allein.

Tekstanalyse van Mt 17,8 . Dit vers Mt 17,8 telt 12 (2 X 2 X 3) woorden en 58 (2 X 29) letters . De getalwaarde van Mt 17,8 is 6762 (2 X 3 X 7 X 7 X 23) .

11. - 12. τον ιησουν = ton Ièsoun (de Jezus) . NT (66) . Mt (9) : (1) Mt 14,29 . (2) Mt 17,8 . (3) Mt 26,4 . (4) Mt 26,50 . (5) Mt 26,57 . (6) Mt 27,20 . (7) Mt 27,26 . (8) Mt 27,27 . (9) Mt 27,54 .

Mt 17,9 - Mt 17,9 : 168. Verheerlijking van Jezus - Mc 9,2-10 - Mt 17,1-9 - Lc 9,28-36 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt 17 -- Mt 17,1-9 - Mt 17,10-13 - Mt 17,14-21 - Mt 17,22-23 - Mt 17,24-27 -- Mt 17,1 - Mt 17,2 - Mt 17,3 - Mt 17,4 - Mt 17,5 - Mt 17,6 - Mt 17,7 - Mt 17,8 - Mt 17,9 -- Mt (Matteüs) -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
9kai katabainontôn autôn ek tou orous eneteilato autois o ièsous legôn, mèdeni eipète to orama eôs ou o uios tou anthrôpou ek nekrôn egerthè.   9 et descendentibus illis de monte praecepit Iesus dicens nemini dixeritis visionem donec Filius hominis a mortuis resurgat    9. En nadat ze van de berg afgedaald waren, beval Jezus hun, zeggend: 'Zeg aan niemand dit gezicht totdat de Mensenzoon uit de doden is opgewekt.'  9 En als zij van den berg afkwamen, gebood hun Jezus, zeggende: Zegt niemand dit gezicht, totdat de Zoon des mensen zal opgestaan zijn uit de doden.  
[9] Terwijl ze van de berg afdaalden, gebood Jezus hun: ‘Vertel niemand van dit visioen voordat de Mensenzoon uit de doden is opgewekt.’ 

[9] Toen ze van de berg afdaalden, gebood Jezus hun: ‘Praat met niemand over wat jullie hebben gezien voordat de Mensenzoon uit de dood is opgewekt.’  
9 Als ze afdalen uit het bergland gebiedt Jezus hun en zegt hij: dit vergezicht,– zegt het aan niemand totdat de mensenzoon uit de doden is opgewekt!   9. Comme ils descendaient de la montagne, Jésus leur donna cet ordre : « Ne parlez à personne de cette vision, avant que le Fils de l'homme ne ressuscite d'entre les morts. »  

King James Bible . [9] And as they came down from the mountain, Jesus charged them, saying, Tell the vision to no man, until the Son of man be risen again from the dead.
Luther-Bibel . 9 Und als sie vom Berge hinabgingen, gebot ihnen Jesus und sprach: Ihr sollt von dieser Erscheinung niemandem sagen, bis der Menschensohn von den Toten auferstanden ist.

Tekstanalyse van Mt 17,9 . Dit vers Mt 17,9 telt 24 (2 X 2 X 2 X 3) woorden en 115 (5 X 23) letters . De getalwaarde van Mt 17,9 is 15833 (71 X 223) .

- prosèlthen (hij kwam naderbij), zie Mt 4,3 . In 6 verzen bij Matteüs : (1) Mt 8,5 . (2) Mt 17,7 . (3) Mt 17,14 . (4) Mt 20,20 . (5) Mt 26,7 . (6) Mt 26,69 . In Mt 17,7 komt Jezus naderbij. - proselthôn (naderbijgekomen), zie Mt 4,3 . In 14 verzen bij Matteüs : 1) Mt 4,3 . (2) Mt 8,2 . (3) Mt 8,19 . (4) Mt 18,21 . (5) Mt 19,16 . (6) Mt 21,28 . (7) Mt 21,30 . (8) Mt 25,20 . (9) Mt 25,22 . (10) Mt 25,24 . (11) Mt 26,49 . (12) Mt 27,58 . (13) Mt 28,2 . (14) Mt 28,18 . In Mt 28,18 komt Jezus eveneens naderbij. In 2 uitzonderlijke verhalen komt Jezus naderbij nl. in dat van de verheerlijking en in dat van de zending nade verrijzenis.

Mt 17,6 Da 8,18 Da 10,9
kai akousantes hoi mathètai (en terwijl de leerlingen het hoorden) kai lalountos autou met'emou (en terwijl hij met mij sprak)  
epesan epi prosôpon autôn (vielen zij op hun aangezicht) ekoimèthèn epi prosôpon chamai (werd ik neergesmakt op het gezicht op de grond  
...    
Mt 17,7 kai prosèlthen ho Ièsous (en Jezus kwam naderbij)    
kai hapsamenos autôn eipen (en hen aangeraakt zei hij) kai hapsamenos mou (en mij aangeraakt)  
egerthète (ontwaakt) ... ègeire me... wekte hij me op)  
168. Verheerlijking van Jezus : Mc 9,2-10 - Mt 17,1-9 - Lc 9,28-36    

- mèdeni (aan niemand) 3X bij Matteüs  -

169. Vraag omtrent de wederkomst van Elia : Mt 17,10-13 - Mc 9,11-13 -- Mt 17,10 - Mt 17,11 - Mt 17,12 - Mt 17,13 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 17 -- Mt 17,10-13 -

Mt 17,10 - Mt 17,10 : 169. Vraag omtrent de wederkomst van Elia - Mc 9,11-13 -- Mt 17,10 - Mt 17,11 - Mt 17,12 - Mt 17,13 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 17 -- Mt 17,10-13 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
10kai epèrôtèsan auton oi mathètai legontes, ti oun oi grammateis legousin oti èlian dei elthein prôton;  10 et interrogaverunt eum discipuli dicentes quid ergo scribae dicunt quod Heliam oporteat primum venire    10 En Zijn discipelen vraagden Hem, zeggende: Wat zeggen dan de Schriftgeleerden, dat Elias eerst moet komen?   [10] De leerlingen stelden Hem de vraag: ‘Waarom zeggen de schriftgeleerden eigenlijk dat Elia eerst moet komen?’   [10] De leerlingen vroegen hem: ‘Waarom zeggen de schriftgeleerden toch dat Elia eerst moet komen?’   10 Maar de leerlingen vragen bij hem dóór en zeggen: waarom zeggen dan de schriftgeleerden dat éérst Elia moet komen?  10. Et les disciples lui posèrent cette question : « Que disent donc les scribes, qu'Élie doit venir d'abord ? » 

King James Bible . [10] And his disciples asked him, saying, Why then say the scribes that Elias must first come?
Luther-Bibel . 10 Und seine Jünger fragten ihn und sprachen: Warum sagen denn die Schriftgelehrten, zuerst müsse Elia kommen?

Tekstuitleg van Mt 17,10 .

Mt 17,11 - Mt 17,11 : 169. Vraag omtrent de wederkomst van Elia - Mc 9,11-13 -- Mt 17,10 - Mt 17,11 - Mt 17,12 - Mt 17,13 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 17 -- Mt 17,10-13 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
11o de apokritheis eipen, èlias men ercetai kai apokatastèsei panta:   11 at ille respondens ait eis Helias quidem venturus est et restituet omnia     11 Doch Jezus, antwoordende, zeide tot hen: Elias zal wel eerst komen, en alles weder oprichten.   [11] Hij antwoordde: ‘Elia komt en zal alles herstellen.  [11] Hij antwoordde: ‘Elia zou inderdaad komen en alles herstellen.   11 Ten antwoord zegt hij: já, Elia zal komen en alom herstel bewerken,   11. Il répondit : « Oui, Élie doit venir et tout remettre en ordre ;  

King James Bible . [11] And Jesus answered and said unto them, Elias truly shall first come, and restore all things.
Luther-Bibel . 11 Jesus antwortete und sprach zu ihnen: Elia soll freilich kommen und alles zurechtbringen.

Tekstuitleg van Mt 17,11 .
Mt 17,12 - Mt 17,12 : 169. Vraag omtrent de wederkomst van Elia - Mc 9,11-13 -- Mt 17,10 - Mt 17,11 - Mt 17,12 - Mt 17,13 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 17 -- Mt 17,10-13 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12legô de umin oti èlias èdè èlthen, kai ouk epegnôsan auton alla epoièsan en autô osa èthelèsan: outôs kai o uios tou anthrôpou mellei pascein up autôn.  12 dico autem vobis quia Helias iam venit et non cognoverunt eum sed fecerunt in eo quaecumque voluerunt sic et Filius hominis passurus est ab eis    12 Maar Ik zeg u, dat Elias nu gekomen is, en zij hebben hem niet gekend; doch zij hebben aan hem gedaan, al wat zij hebben gewild; alzo zal ook de Zoon des mensen van hen lijden.  [12] Maar Ik zeg jullie: Elia* is al gekomen, en ze hebben hem niet herkend; ze hebben met hem gedaan wat ze wilden. Zo zal ook de Mensenzoon door hun toedoen moeten lijden.’   [12] Maar ik zeg jullie dat Elia al gekomen is, ze hebben hem alleen niet herkend, en ze hebben met hem gedaan wat ze wilden. Zo zal ook de Mensenzoon door hun toedoen moeten lijden.’   12 maar ik zeg u dat Elia reeds gekomen is, en ze hebben hem niet herkend maar met hem gedaan wat hun wil hun ingaf: zó is het ook de weg van de mensenzoon om door hun toedoen te lijden!   12. or, je vous le dis, Élie est déjà venu, et ils ne l'ont pas reconnu, mais l'ont traité à leur guise. De même le Fils de l'homme aura lui aussi à souffrir d'eux. »  

King James Bible . [12] But I say unto you, That Elias is come already, and they knew him not, but have done unto him whatsoever they listed. Likewise shall also the Son of man suffer of them.
Luther-Bibel . 12 Doch ich sage euch: Elia ist schon gekommen, aber sie haben ihn nicht erkannt, sondern haben mit ihm getan, was sie wollten. So wird auch der Menschensohn durch sie leiden müssen.

Tekstuitleg van Mt 17,12 .
Mt 17,13 - Mt 17,13 : 169. Vraag omtrent de wederkomst van Elia - Mc 9,11-13 -- Mt 17,10 - Mt 17,11 - Mt 17,12 - Mt 17,13 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 17 -- Mt 17,10-13 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
13tote sunèkan oi mathètai oti peri iôannou tou baptistou eipen autois.   13 tunc intellexerunt discipuli quia de Iohanne Baptista dixisset eis    13 Toen verstonden de discipelen dat Hij hun van Johannes de Doper gesproken had.   [13] Toen begrepen de leerlingen dat Hij hun sprak over Johannes de Doper.   [13] Toen begrepen de leerlingen dat hij op Johannes de Doper doelde.  13 Dán begrijpen de leerlingen dat wat hij hun gezegd heeft gaat over Johannes de Doper.   13. Alors les disciples comprirent que ses paroles visaient Jean le Baptiste.  

King James Bible . [13] Then the disciples understood that he spake unto them of John the Baptist.
Luther-Bibel . 13 Da verstanden die Jünger, dass er von Johannes dem Täufer zu ihnen geredet hatte.

Tekstuitleg van Mt 17,13 .

170. Genezing van een bezeten kind : Mt 17,14-21 - Mc 9,14-29 - Mt 17,14-21 - Lc 9,37-43a -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt 17,14 - Mt 17,15 - Mt 17,16 - Mt 17,17 - Mt 17,18 - Mt 17,19 - Mt 17,20 - Mt 17,21 -- Mt (Matteüs) -- Mt 17 -

Mt 17,14 - Mt 17,14 : 170. Genezing van een bezeten kind - Mc 9,14-29 - Mt 17,14-21 - Lc 9,37-43a -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt 17,14 - Mt 17,15 - Mt 17,16 - Mt 17,17 - Mt 17,18 - Mt 17,19 - Mt 17,20 - Mt 17,21 -- Mt (Matteüs) -- Mt 17 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
14 kai elthontôn pros ton ochlon prosèlthen autô anthrôpos gonupetôn auton   14 et cum venisset ad turbam accessit ad eum homo genibus provolutus ante eum   14 En als zij bij de schare gekomen waren, kwam tot Hem een mens, vallende voor Hem op de knieën, en zeggende:  [14] Toen ze bij de menigte gekomen waren, kwam er iemand naar Hem toe, die voor Hem op de knieën viel   [14] Toen ze zich weer bij de mensenmassa voegden, kwam er iemand naar hem toe die voor hem op zijn knieën viel   14 ¶ Als zij weer bij de schare komen komt er een mens op hem af die voor hem op de knieën valt   14. Comme ils rejoignaient la foule, un homme s'approcha de lui et, s'agenouillant, lui dit :  

King James Bible . [14] And when they were come to the multitude, there came to him a certain man, kneeling down to him, and saying,
Luther-Bibel . 14 Und als sie zu dem Volk kamen, trat ein Mensch zu ihm, fiel ihm zu Füßen

Tekstuitleg van Mt 17,14 .
Mt 17,15 - Mt 17,15 : 170. Genezing van een bezeten kind - Mc 9,14-29 - Mt 17,14-21 - Lc 9,37-43a -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt 17,14 - Mt 17,15 - Mt 17,16 - Mt 17,17 - Mt 17,18 - Mt 17,19 - Mt 17,20 - Mt 17,21 -- Mt (Matteüs) -- Mt 17 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
15kai legôn, kurie, eleèson mou ton uion, oti selèniazetai kai kakôs pascei: pollakis gar piptei eis to pur kai pollakis eis to udôr. dicens Domine miserere filii mei quia lunaticus est et male patitur nam saepe cadit in ignem et crebro in aquam    15 Heere! ontferm U over mijn zoon; want hij is maanziek, en is in zwaar lijden; want menigmaal valt hij in het vuur, en menigmaal in het water.   [15] en zei: ‘Heer, heb medelijden met mijn zoon, want hij lijdt aan toevallen en is er slecht aan toe. Want dikwijls valt hij in het vuur of in het water.   [15] en zei: ‘Heer, heb medelijden met mijn zoon, want hij is maanziek en lijdt daar erg onder; hij valt dikwijls in het vuur of in het water.   15 en zegt, heer ontferm u over mijn zoon, want hij heeft de maanziekte en is er slecht aan toe; want vaak valt hij in het vuur en vaak ook in het water;   15. « Seigneur, aie pitié de mon fils, qui est lunatique et va très mal : souvent il tombe dans le feu, et souvent dans l'eau.  

King James Bible . [15] Lord, have mercy on my son: for he is lunatick, and sore vexed: for ofttimes he falleth into the fire, and oft into the water.
Luther-Bibel . 15 und sprach: Herr, erbarme dich über meinen Sohn! Denn er ist mondsüchtig und hat schwer zu leiden; er fällt oft ins Feuer und oft ins Wasser;

Tekstuitleg van Mt 17,15 .
Mt 17,16 - Mt 17,16 : 170. Genezing van een bezeten kind - Mc 9,14-29 - Mt 17,14-21 - Lc 9,37-43a -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt 17,14 - Mt 17,15 - Mt 17,16 - Mt 17,17 - Mt 17,18 - Mt 17,19 - Mt 17,20 - Mt 17,21 -- Mt (Matteüs) -- Mt 17 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
16kai prosènegka auton tois mathètais sou, kai ouk èdunèthèsan auton therapeusai.   15 et obtuli eum discipulis tuis et non potuerunt curare eum      16 En ik heb hem tot Uw discipelen gebracht, en zij hebben hem niet kunnen genezen.   [16] Ik heb hem naar uw leerlingen gebracht, maar die konden hem niet genezen.’   [16] Ik heb hem bij uw leerlingen gebracht, maar zij konden hem niet genezen.’   16 en ik heb hem bij uw leerlingen gebracht maar die hebben hem niet kunnen genezen!   16. Je l'ai présenté à tes disciples, et ils n'ont pas pu le guérir. » -  

King James Bible . [16] And I brought him to thy disciples, and they could not cure him.
Luther-Bibel . 16 und ich habe ihn zu deinen Jüngern gebracht und sie konnten ihm nicht helfen.

Tekstuitleg van Mt 17,16 .
Mt 17,17 - Mt 17,17 : 170. Genezing van een bezeten kind - Mc 9,14-29 - Mt 17,14-21 - Lc 9,37-43a -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt 17,14 - Mt 17,15 - Mt 17,16 - Mt 17,17 - Mt 17,18 - Mt 17,19 - Mt 17,20 - Mt 17,21 -- Mt (Matteüs) -- Mt 17 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
17apokritheis de o ièsous eipen, ô genea apistos kai diestrammenè, eôs pote meth umôn esomai; eôs pote anexomai umôn; ferete moi auton ôde.   16 respondens Iesus ait o generatio incredula et perversa quousque ero vobiscum usquequo patiar vos adferte huc illum ad me    17 En Jezus, antwoordende, zeide: O, ongelovig en verkeerd geslacht, hoe lang zal Ik nog met ulieden zijn, hoe lang zal Ik u nog verdragen? Brengt hem Mij hier.   [17] ‘Ongelovig en tegendraads slag mensen’, zei Jezus. ‘Hoe lang moet Ik nog bij jullie blijven? Hoe lang moet Ik jullie nog verdragen? Breng hem hier bij Me.’   [17] Jezus antwoordde: ‘Wat zijn jullie toch een ongelovig en dwars volk, hoe lang moet ik nog bij jullie blijven? Hoe lang moet ik jullie nog verdragen? Breng hem bij me.’   17 Ten antwoord zegt Jezus echter: o ongelovig en ontaard gebroed!– tot wanneer moet ik nog bij u zijn, tot wanneer het met u uithouden?!– brengt hem hier, bij mij!   17. « Engeance incrédule et pervertie, répondit Jésus, jusques à quand serai-je avec vous ? Jusques à quand ai-je à vous supporter ? Apportez-le-moi ici. »  

King James Bible . [17] Then Jesus answered and said, O faithless and perverse generation, how long shall I be with you? how long shall I suffer you? bring him hither to me.
Luther-Bibel . 17 Jesus aber antwortete und sprach: O du ungläubiges und verkehrtes Geschlecht, wie lange soll ich bei euch sein? Wie lange soll ich euch erdulden? Bringt ihn mir her!

Tekstuitleg van Mt 17,17 .
Mt 17,18 - Mt 17,18 : 170. Genezing van een bezeten kind - Mc 9,14-29 - Mt 17,14-21 - Lc 9,37-43a -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt 17,14 - Mt 17,15 - Mt 17,16 - Mt 17,17 - Mt 17,18 - Mt 17,19 - Mt 17,20 - Mt 17,21 -- Mt (Matteüs) -- Mt 17 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
18kai epetimèsen autô o ièsous, kai exèlthen ap autou to daimonion: kai etherapeuthè o pais apo tès ôras ekeinès.  17 et increpavit ei Iesus et exiit ab eo daemonium et curatus est puer ex illa hora     18 En Jezus bestrafte hem, en de duivel ging van hem uit, en het kind werd genezen van die ure af.   [18] Jezus bestrafte hem en de demon ging uit hem weg. En de jongen was vanaf dat uur genezen.  [18] Daarop sprak Jezus de demon op strenge toon toe. Deze ging uit de jongen weg, en vanaf dat moment was hij genezen.   18 Als Jezus hem streng toespreekt gaat de demon weg, uit hem vandaan, en is de knaap genezen vanaf dat uur.  18. Et Jésus le menaça, et le démon sortit de l'enfant qui, de ce moment, fut guéri. 

King James Bible . [18] And Jesus rebuked the devil; and he departed out of him: and the child was cured from that very hour.
Luther-Bibel . 18 Und Jesus bedrohte ihn; und der böse Geist fuhr aus von ihm und der Knabe wurde gesund zu derselben Stunde.

Tekstuitleg van Mt 17,18 .
Mt 17,19 - Mt 17,19 : 170. Genezing van een bezeten kind - Mc 9,14-29 - Mt 17,14-21 - Lc 9,37-43a -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt 17,14 - Mt 17,15 - Mt 17,16 - Mt 17,17 - Mt 17,18 - Mt 17,19 - Mt 17,20 - Mt 17,21 -- Mt (Matteüs) -- Mt 17 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
19tote proselthontes oi mathètai tô ièsou kat idian eipon, dia ti èmeis ouk èdunèthèmen ekbalein auto;   18 tunc accesserunt discipuli ad Iesum secreto et dixerunt quare nos non potuimus eicere illum     19 Toen kwamen de discipelen tot Jezus alleen, en zeiden: Waarom hebben wij hem niet kunnen uitwerpen?  [19] Toen vroegen de leerlingen Jezus onder vier ogen: ‘Waarom hebben wij hem niet kunnen uitdrijven?’   [19] Later kwamen de leerlingen naar Jezus toe. Eenmaal met hem alleen vroegen ze: ‘Waarom konden wij die geest niet uitdrijven?’   19 Dán komen de leerlingen bij Jezus –als ze onder elkaar zijn– en zeggen: waardoor hebben wíj hem niet kunnen uitdrijven?  19. Alors les disciples, s'approchant de Jésus, dans le privé, lui demandèrent : « Pourquoi nous autres, n'avons-nous pu l'expulser ? » - 

King James Bible . [19] Then came the disciples to Jesus apart, and said, Why could not we cast him out?
Luther-Bibel . 19 Da traten seine Jünger zu ihm, als sie allein waren, und fragten: Warum konnten "wir" ihn nicht austreiben?

Tekstuitleg van Mt 17,19 .
Mt 17,20 - Mt 17,20 : 170. Genezing van een bezeten kind - Mc 9,14-29 - Mt 17,14-21 - Lc 9,37-43a -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt 17,14 - Mt 17,15 - Mt 17,16 - Mt 17,17 - Mt 17,18 - Mt 17,19 - Mt 17,20 - Mt 17,21 -- Mt (Matteüs) -- Mt 17 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
20o de legei autois, dia tèn oligopistian umôn: amèn gar legô umin, ean ecète pistin ôs kokkon sinapeôs, ereite tô orei toutô, metaba enthen ekei, kai metabèsetai: kai ouden adunatèsei umin.   19 dicit illis propter incredulitatem vestram amen quippe dico vobis si habueritis fidem sicut granum sinapis dicetis monti huic transi hinc et transibit et nihil inpossibile erit vobis   20 En Jezus zeide tot hen: Om uws ongeloofs wil; want voorwaar zeg Ik u: Zo gij een geloof hadt als een mosterdzaad, gij zoudt tot dezen berg zeggen: Ga heen van hier derwaarts, en hij zal heengaan; en niets zal u onmogelijk zijn.  [20] Hij zei hun: ‘Omdat jullie vertrouwen zo klein is! Want Ik verzeker jullie, als je vertrouwen hebt zo groot als een mosterdzaadje, dan zeg je tegen die berg: ga van hier naar daar, en hij gaat. Niets zal voor jullie onmogelijk zijn.’  [20] Hij antwoordde: ‘Vanwege jullie gebrek aan geloof. Ik verzeker jullie: als jullie geloof hebben als een mosterdzaadje, dan zullen jullie tegen die berg zeggen: “Verplaats je van hier naar daar!” en dan zal hij zich verplaatsen. Niets zal voor jullie onmogelijk zijn.’   20 En hij zegt tot hen: door dat gebrek aan geloof bij u!– want het is wáár, zeg ik u: wanneer ge een geloof hebt als een mosterdkorrel, zult ge tot deze berg zeggen ‘ga van hier naar daar!’ en hij zal gaan,– en er zal niets zijn dat ge niet kunt;   20. « Parce que vous avez peu de foi, leur dit-il. Car, je vous le dis en vérité, si vous avez de la foi comme un grain de sénevé, vous direz à cette montagne : Déplace-toi d'ici à là, et elle se déplacera, et rien ne vous sera impossible. »  

King James Bible . [20] And Jesus said unto them, Because of your unbelief: for verily I say unto you, If ye have faith as a grain of mustard seed, ye shall say unto this mountain, Remove hence to yonder place; and it shall remove; and nothing shall be impossible unto you.
Luther-Bibel . 20 Er aber sprach zu ihnen: Wegen eures Kleinglaubens. Denn wahrlich, ich sage euch: Wenn ihr Glauben habt wie ein Senfkorn, so könnt ihr sagen zu diesem Berge: Heb dich dorthin!, so wird er sich heben; und euch wird nichts unmöglich sein.

Tekstuitleg van Mt 17,20 .
Mt 17,21 - Mt 17,21 : 170. Genezing van een bezeten kind - Mc 9,14-29 - Mt 17,14-21 - Lc 9,37-43a -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt 17,14 - Mt 17,15 - Mt 17,16 - Mt 17,17 - Mt 17,18 - Mt 17,19 - Mt 17,20 - Mt 17,21 -- Mt (Matteüs) -- Mt 17 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
21sustrefomenôn  20 hoc autem genus non eicitur nisi per orationem et ieiunium    21 Maar dit geslacht vaart niet uit, dan door bidden en vasten.   -   -   21 maar dit gebroed vertrekt nooit, behalve door bidden en vasten!  21. - 

King James Bible . [21] Howbeit this kind goeth not out but by prayer and fasting.
Luther-Bibel . 21

Tekstuitleg van Mt 17,21 .

171. Tweede lijdensvoorspelling : Mt 17,22-23 - Mc 9,30-32 - Mt 17,22-23 - Lc 9,43b-45 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 17 -- Mt 17,22 - Mt 17,23 -

Mt 17,22 - Mt 17,22 : 171. Tweede lijdensvoorspelling : Mt 17,22-23 - Mc 9,30-32 - Mt 17,22-23 - Lc 9,43b-45 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 17 -- Mt 17,22 - Mt 17,23 - 
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
22de autôn en tè galilaia eipen autois o ièsous, mellei o uios tou anthrôpou paradidosthai eis cheiras anthrôpôn,  21 conversantibus autem eis in Galilaea dixit illis Iesus Filius hominis tradendus est in manus hominum     22 En als zij in Galilea verkeerden, zeide Jezus tot hen: De Zoon des mensen zal overgeleverd worden in de handen der mensen;  [22] Terwijl ze bij elkaar waren in Galilea, zei Jezus tegen hen: ‘De Mensenzoon zal overgeleverd worden en in de handen van mensen vallen,   [22] Terwijl ze door Galilea trokken, zei Jezus tegen hen: ‘De Mensenzoon zal uitgeleverd worden aan de mensen.   22 ¶ Terwijl ze samen zijn in Galilea zegt Jezus tot hen: het is de weg van de mensenzoon om te worden overgegeven in handen van mensen   22. Comme ils se trouvaient réunis en Galilée, Jésus leur dit : « Le Fils de l'homme va être livré aux mains des hommes, 

King James Bible . [22] And while they abode in Galilee, Jesus said unto them, The Son of man shall be betrayed into the hands of men:
Luther-Bibel . 22 Als sie aber beieinander waren in Galiläa, sprach Jesus zu ihnen: Der Menschensohn wird überantwortet werden in die Hände der Menschen

Tekstuitleg van Mt 17,22 . Derde lijdensaankondiging : Mt 17,22 - Mt 17,23 .
Mc 9,31 ho huios tou anthrôpou (de mensenzoon) paradidotai eis cheiras anthrôpôn (wordt overgeleverd in handen van mensen) kai apoktenousin auton (en zij zullen hem doden) kai apoktantheis meta treis èmeras anastèsetai (en gedood zal hij opstaan na drie dagen)
Mt 17,22  mellei o uios tou anthrôpou paradidosthai eis cheiras anthrôpôn (de mensenzoon staat op het punt overgeleverd te worden in handen van mensen)  Mt 17,23 : kai apoktenousin auton (en zij zullen hem doden)  kai tè tritè èmera egerthèsetai (en op de derde dag zal hij opgewekt worden) .
Lc 9,44   o gar uios tou anthrôpou mellei paradidosthai eis cheiras anthrôpôn (want de mensenzoon staat op het punt overgeleverd te worden in handen van mensen)     

Mt 16,21 apo tote èrxato Ièsous Christos deiknuein tois mathètais autou hoti dei auton eis Hierosoluma apelthein kai polla pathein apo tôn presbuterôn kai archiereôn kai grammateôn kai apoktanthènai kai tritèi hèmerai egerthènai
Mt 17,22   mellei o uios tou anthrôpou paradidosthai eis cheiras anthrôpôn (de mensenzoon staat op het punt overgeleverd te worden in handen van mensen)  Mt 17,23 : kai apoktenousin auton (en zij zullen hem doden)  kai tè tritè èmera egerthèsetai (en op de derde dag zal hij opgewekt worden) . kai meta treis hèmeras anastènai
Lc 9,22 eipôn hoti dei ton huion tou anthrôpou polla pathein kai apodokimasthènai apo tôn presbuterôn kai archiereôn kai grammateôn kai apoktanthènai kai tritèi hèmerai egerthènai

vervulling     aankondiging    
Mt 26,45 Mc 14,41   Mt 17,22    Mc 9,31   Lc 9,44
kai ho huios tou anthrôpou (en de mensenzoon) idou paradidotai ho huios tou anthrôpou (zie wordt overgeleverd de mensenzoon)   mellei ho huios tou anthrôpou (de mensenzoon staat op het punt) hoti ho huios tou anthrôpou (dat de mensenzoon) ho gar huios tou anthrôpou (want de mensenzoon)
paradidotai (wordt overgeleverd)     paradidosthai (overgeleverd te worden) paradidotai (wordt overgeleverd) mellei paradidosthai (staat op het punt overgeleverd te worden)
eis cheiras hamartôlôn (in handen van zondaars) eis tas cheiras tôn hamartôlôn (in de handen van de zondaars)   eis cheiras anthrôpôn (in handen van mensen)  eis cheiras anthrôpôn (in handen van mensen) eis cheiras anthrôpôn  (in handen van mensen
329. Jezus in Getsemane : Mc 14,32-42 - Mt 26,36-46 - Lc 22,40-46 -     171. Tweede lijdensvoorspelling : Mc 9,30-32 // Mt 17,22-23 // Lc 9,43b-45 - Mc 9,30-32 - Mt 17,22-23 - Lc 9,43b-45 -    

 

 
Mt 17,23 - Mt 17,23 : 171. Tweede lijdensvoorspelling : Mt 17,22-23 - Mc 9,30-32 - Mt 17,22-23 - Lc 9,43b-45 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 17 -- Mt 17,22 - Mt 17,23 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
23 kai apoktenousin auton, kai tè tritè èmera egerthèsetai. kai elupèthèsan sfodra.  22 et occident eum et tertio die resurget et contristati sunt vehementer    23 En zij zullen Hem doden, en ten derden dage zal Hij opgewekt worden. En zij werden zeer bedroefd.   [23] die Hem zullen doden, en op de derde dag zal Hij tot leven worden gewekt.’ Ze werden buitengewoon verdrietig.   [23] Die zullen hem doden, maar op de derde dag zal hij uit de dood worden opgewekt.’ Dit maakte hen zeer bedroefd.   23 die hem zullen doden; maar ten derde dage zal hij worden opgewekt! Zij worden zeer bedroefd.  23. et ils le tueront, et, le troisième jour, il ressuscitera. » Et ils en furent tout consternés. 

King James Bible . [23] And they shall kill him, and the third day he shall be raised again. And they were exceeding sorry.
Luther-Bibel . 23 und sie werden ihn töten, und am dritten Tag wird er auferstehen. Und sie wurden sehr betrübt.

Tekstuitleg van Mt 17,23 .

Mc 7,17 // Mt 15,12    Mc 9,28 // Mt 17,19 Mt 17,19 // Mc 9,28  Mc 10,2 // Mt 19,3 Mc 9,33 // Mt 18,1  Mt 18,1 // Mc 9,33  Mt 19,3 // Mc 10,2 Mc 10,10 Mt 15,1 // Mc 7,1.5 Mc 7,5 // Mt 15,1 
Kai (en) hote (toen)  Tote (toen)   Kai (en)  Tote (toen) Kai (en)    Kai (en)  En ekeiniji tiji hoorai (Op hetzelfde moment) Kai (en) Kai (en)   Tote (toen)  kai (en)
eisijlthen (hij binnenging)  proselthontes (gekomen zijnde bij)  eiselthontos autou (nadat hij binnengegaan was)  proselthontes (gekomen zijnde bij)  proselthontes (gekomen zijnde bij)    prosijlthon (kwamen)   prosijlthon (kwamen)    proserchontai (gaan naar)  
eis oikon (in huis) apo tou ochlou (weg van de menigte)    eis oikian (in huis)     en tiji oikiai genomenos (in het huis zijnde)      eis tijn oikian (thuis) palin (opnieuw)  tooi Iijsou (Jezus)  
   hoi mathijtai (de leerlingen)  hoi mathijtai autou (zijn leerlingen) kat'idiav (onder elkaar)  hoi mathijtai (de leerlingen) Farisaioi (de Farizeeën)    hoi mathijtai (de leerlingen)  Farisaioi (de Farizeeën)  hoi mathijtai (de leerlingen) apo Hierosolumoon  Farisaioi kai grammateis (vanuit Jeruzalem Farizeeën en schriftgeleerden)  
      tooi Iijsou (tot Jezus)     tooi Iijsou (tot Jezus)  autooi (tot hem)      
 epijrootoon (vroegen) legousin (zij zeggen)  epijrootoon (vroegen)  eipon (zeiden zij)  epijrootoon (vroegen) epijroota (ondervroeg)   legontes (zeggende) peirazontes auton kai legontes (hem op de proef stellende en zeggende)   peri toutou (hierover) epijrootoon (vroegen) legontes (zeggende)   eperootoosin (ondervroegen)
auton (hem)  autooi (tot hem) auton (hem)    auton (hem)  autous (hen)     auton (hem)    auton (hem) 
hoi mathijtai autou ( de leerlingen van hem)                    hoi Farisaioi kai hoi grammateis (de Farizeeën en de schriftgeleerden)
155. Rein en onrein : Mc 7,14-23 // Mt 15,10-20 155. Rein en onrein : Mc 7,14-23 // Mt 15,10-20  170. Genezing van een bezeten kind : Mc 9,14-29 // Mt 17,14-21 // Lc 9,37-43a   170. Genezing van een bezeten kind : Mc 9,14-29 // Mt 17,14-21 // Lc 9,37-43a    265. Onontbindbaarheid van het huwelijk : Mc 10,2-12 // Mt 19,3-9   173. De grootste in het Rijk Gods : Mc 9,33-37 // Mt 18,1-5 // Lc 9,46-48   173. De grootste in het Rijk Gods : Mc 9,33-37 // Mt 18,1-5 // Lc 9,46-48   265. Onontbindbaarheid van het huwelijk : Mc 10,2-12 // Mt 19,3-9 265. Onontbindbaarheid van het huwelijk : Mc 10,2-12 // Mt 19,3-9  154. Twistgesprek met de Farizeeën en schriftgeleerden : Mc 7,1-13 // Mt 15,1-9  154. Twistgesprek met de Farizeeën en schriftgeleerden : Mc 7,1-13 // Mt 15,1-9

 

Mc 8,27 // Mt 16,13 // Lc 9,18 Mt 16, 13 // Mc 8,27 Mc 9,11// Mt 17,10 Mt 17,10 // Mc 9,11
kai (en) kai (en) kai (en) Kai (en)
en tiji hoddooi (onderweg)      
epijroota (vroeg hij) epijroota (vroeg hij)  epijrootoon (zij vroegen)  epijrootijsan (vroegen)
tous mathijtas autou (zijn leerlingen) tous mathijtas autou (zijn leerlingen) auton (hem)  auton (hem) 
      hoi mathijtai ( de leerlingen)
legoon autois (hen zeggend) legoon (zeggend) legontes (zeggende) legontes (zeggende)
 162. Belijdenis van Petrus : Mc 8,27-30 // Mt 16,13-20 // Lc 9,18-21
  169. Vraag omtrent de wederkomst van Elia : Mc 9,11-13 // Mt 17,10-13
169. Vraag omtrent de wederkomst van Elia : Mc 9,11-13 // Mt 17,10-13

 

172. Tempelbelasting : Mt 17,24-27 - Mt 17,24-27 - Mt 17,24 - Mt 17,25 - Mt 17,26 - Mt 17,27 - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 17 -

Via een parabel vraagt Jezus naar de mening van Petrus. Hij vraagt van wie de koningen van de aarde belastingen ontvangen, van hun eigen burgers of van vreemdelingen. In Mt 17,26 geeft Jezus zijn mening. Hierna komt Jezus tot een besluit.

Mt 17,24 - Mt 17,24 : 172. Tempelbelasting - Mt 17,24-27 - Mt 17,24 - Mt 17,25 - Mt 17,26 - Mt 17,27 - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 17 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
24elthontôn de autôn eis kafarnaoum prosèlthon oi ta didracma lambanontes tô petrô kai eipan, o didaskalos umôn ou telei [ta] didracma;  23 et cum venissent Capharnaum accesserunt qui didragma accipiebant ad Petrum et dixerunt magister vester non solvit didragma    24 En als zij te Kapernaum ingekomen waren, gingen tot Petrus die de didrachmen ontvingen, en zeiden: Uw Meester, betaalt Hij de didrachmen niet? [24] Toen ze in Kafarnaüm waren aangekomen, kwamen de inners van de tempelbelasting op Petrus af en zeiden: ‘Betaalt uw meester de tempelbelasting* niet?’   [24] Toen ze in Kafarnaüm waren aangekomen, kwamen de inners van de tempelbelasting bij Petrus en vroegen: ‘Draagt uw meester de dubbeldrachme niet af?’ 24 ¶ Als ze Kafarnaoem binnenkomen, komen de ontvangers van de dubbeldrachmen op Petrus toe en zeggen: die leermeester van jullie,– betaalt hij geen dubbeldrachmen? En hij zegt: jawél!  24. Comme ils étaient venus à Capharnaüm, les collecteurs du didrachme s'approchèrent de Pierre et lui dirent : « Est-ce que votre maître ne paie pas le didrachme ? » - 

King James Bible . [24] And when they were come to Capernaum, they that received tribute money came to Peter, and said, Doth not your master pay tribute?
Luther-Bibel . 24 Als sie nun nach Kapernaum kamen, traten zu Petrus, die den Tempelgroschen einnehmen, und sprachen: Pflegt euer Meister nicht den Tempelgroschen zu geben?

Tekstuitleg van Mt 17,24 .
Mt 17,25 - Mt 17,25 : 172. Tempelbelasting - Mt 17,24-27 - Mt 17,24 - Mt 17,25 - Mt 17,26 - Mt 17,27 - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 17 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
25legei, nai. kai elthonta eis tèn oikian proefthasen auton o ièsous legôn, ti soi dokei, simôn; oi basileis tès gès apo tinôn lambanousin telè è kènson; apo tôn uiôn autôn è apo tôn allotriôn; ait etiam et cum intrasset domum praevenit eum Iesus dicens quid tibi videtur Simon reges terrae a quibus accipiunt tributum vel censum a filiis suis an ab alienis Wat dunkt je, Simon? 25 Hij zeide: Ja. En toen hij in huis gekomen was, voorkwam hem Jezus, zeggende: Wat dunkt u, Simon! de koningen der aarde, van wie nemen zij tollen of schatting, van hun zonen, of van de vreemden?  Hij zei: ‘Jazeker.’ Toen Petrus thuisgekomen was, was Jezus hem voor met de vraag: ‘Wat vind je, Simon? Van wie heffen de koningen van de aarde tol of belasting? Van hun kinderen of van vreemden?’ Hij antwoordde: ‘Zeker wel!’ Toen hij thuiskwam, was Jezus hem voor met de vraag: ‘Wat denk je, Simon? Van wie innen de heersers op aarde tol of belasting? Van hun eigen kinderen of van anderen?’ 25 Maar als hij het huis binnenkomt is Jezus de eerste om hem te zeggen: wat denk jij, Simon: de koningen der aarde,– van wie nemen zij tolgelden of accijns?– van hun eigen zonen of van elderswonenden?  25. « Mais si », dit-il. Quand il fut arrivé à la maison, Jésus devança ses paroles en lui disant : « Qu'en penses-tu, Simon ? Les rois de la terre, de qui perçoivent-ils taxes ou impôts ? De leurs fils ou des étrangers ? »  

King James Bible . [25] He saith, Yes. And when he was come into the house, Jesus prevented him, saying, What thinkest thou, Simon? of whom do the kings of the earth take custom or tribute? of their own children, or of strangers?
Luther-Bibel . 25 Er sprach: Ja. Und als er heimkam, kam ihm Jesus zuvor und fragte: Was meinst du, Simon? Von wem nehmen die Könige auf Erden Zoll oder Steuern: von ihren Kindern oder von den Fremden?

Tekstuitleg van Mt 17,25 .

tí ... dokei (wat is je / jullie mening?) : zie Mt 17,25 . Verder : Mt 18,12 . Mt 21,28 . Mt 22,17 . Mt 22,42 . Mt 26,66 .

dokei (het schijnt, het blijkt) komt in 30 verzen in de bijbel voor; in 10 verzen in het O.T., in 20 verzen in het N.T. In 6 verzen bij Matteüs, in 3 verzen bij Lucas, in Joh 11,56 enz. Bij Matteüs komt het in 6 verzen voor, telkens in een vragende zin. De zinsstructuur is telkens dezelfde : het vragend voornaamwoord tí (wat) als onderwerp, het meewerkend voorwerp (telkens de 2de persoon; enkelvoud : soi, het meervoud humin), tenslotte het werkwoord dokei (het schijnt...). Een letterlijke vertaling naar het Nederlands is moeilijk: wat lijkt het jou / jullie -> wat ben / zijn jij / jullie van mening of wat is jouw / jullie mening of nog: wat denk je / wat denken jullie. In de vertalingen wordt ook de beleefdheidsvorm U gebruikt.
In Mt 17,25 richt Jezus zich tot Petrus, een hogere persoon tot een lagere. In al de vertalingen wordt de je-vorm gebruikt. Staat in het Nederlands het persoonlijk voornaamwoord 2de persoon enkelvoud (je) na het werkwoord (indicatief onvoltooid tegenwoordige tijd) dan vervalt de -t van de 2de persoon enkelvoud van

1. de vraag van Jezus tot Petrus 2. een soort retorische vraag van Jezus aan zijn leerlingen 3. een vraag van Jezus aan de hogepriesters en oudsten van het volk 4. vraag van leerlingen van de farizeeën samen met de Herodianen aan Jezus 5. Een vraag van Jezus aan de farizeeën 6. de vraag van de hogepriester aan de hogepriesters en heel het sanhedrin
Mt 17,25 Mt 18,12 Mt 21,28 Mt 22,17 Mt 22,42 Mt 26,66
Tí (wat) Tí (Wat) Tí de (Wat echter) Tí (wat) Tí (Wat) Tí (Wat)
           
soi (voor jou) humin (voor jullie) humin (voor jullie) soi (voor jou) humin (voor jullie) humin (voor jullie)
dokei; (lijkt het?) dokei; (lijkt het ?). dokei; (lijkt het ?). dokei; (lijkt het?) dokei; (lijkt het ?). dokei; (lijkt het ?).
 + parabel + parabel + parabel      
 172. Tempelbelasting : Mt 17,24-27 -  178. Gelijkenis van het verdwaalde schaap : Mt 18,10-14 - Lc 15,1-7 -  288. Gelijkenis van de twee zonen : Mt 21,28-32 -  291. Vraag van de Farizeeën over de belasting aan de keizer : Mc 12,13-17 - Mt 22,15-22 - Lc 20,20-26 -  294. Zoon en Heer van David : Mc 12,35-37a - Mt 22,41-46 - Lc 20,41-44 -  332. Jezus voor het Sanhedrin : Mc 14,55-64 - Mt 26,59-66 - Lc 22,66-71

het werkwoord; nochtans lezen we "wat dunkt je" waarschijnlijk uit het meer dialectische "wat dunkt ge".
Mt 17,24-27 is een tekst, eigen aan Matteüs. Na de vraag : wat is jouw mening? vervolgt Jezus met een volgende vraag waarover Petrus zijn mening moet geven. Het is een vraag met een dilemma, maar het antwoord in de ene richting ligt voor het grijpen. Petrus geeft dat bijna vanzelfsprekende antwoord. Daaruit trekt Jezus dan de conclusie die in tegenstelling staat met het antwoord dat Petrus eerder had gegeven.

Mt 17,26 - Mt 17,26 : 172. Tempelbelasting - Mt 17,24-27 - Mt 17,24 - Mt 17,25 - Mt 17,26 - Mt 17,27 - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 17 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
26eipontos de, apo tôn allotriôn, efè autô o ièsous, ara ge eleutheroi eisin oi uioi.   25 et ille dixit ab alienis dixit illi Iesus ergo liberi sunt filii     26 Petrus zeide tot Hem: Van de vreemden. Jezus zeide tot hem: Zo zijn dan de zonen vrij.   [26] Toen hij zei: ‘Van vreemden’, zei Jezus tegen hem: ‘In dat geval zijn de kinderen vrijgesteld.  [26] Op zijn antwoord: ‘Van anderen,’ zei Jezus tegen hem: ‘Dan zijn de kinderen dus vrijgesteld.  26 Als hij zegt: van die van elders!, beweert Jezus tegen hem: dan zijn dus de zonen er vrij van!  26. Et comme il répondait : « Des étrangers », Jésus lui dit : « Par conséquent, les fils sont exempts.  

King James Bible . [26] Peter saith unto him, Of strangers. Jesus saith unto him, Then are the children free.
Luther-Bibel . 26 Als er antwortete: Von den Fremden, sprach Jesus zu ihm: So sind die Kinder frei.

Tekstuitleg van Mt 17,26 .
Mt 17,27 - Mt 17,27 : 172. Tempelbelasting - Mt 17,24-27 - Mt 17,24 - Mt 17,25 - Mt 17,26 - Mt 17,27 - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 17 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
27ina de mè skandalisômen autous, poreutheis eis thalassan bale agkistron kai ton anabanta prôton icthun aron, kai anoixas to stoma autou eurèseis statèra: ekeinon labôn dos autois anti emou kai sou.   26 ut autem non scandalizemus eos vade ad mare et mitte hamum et eum piscem qui primus ascenderit tolle et aperto ore eius invenies staterem illum sumens da eis pro me et te     27 Maar opdat wij hun geen aanstoot geven, ga heen naar de zee, werp den angel uit, en den eersten vis, die opkomt, neem, en zijn mond geopend hebbende, zult gij een stater vinden; neem dien, en geef hem aan hen voor Mij en u.   [27] Maar om te voorkomen dat wij hun aanstoot geven: ga naar het meer, werp je hengel uit en grijp de eerste vis die je bovenhaalt, en als je zijn bek opendoet, zul je een stater* vinden. Betaal daarmee voor Mij en voor jou.’  [27] Maar laten we hen niet voor het hoofd stoten; ga naar het meer, werp daar je hengel uit en haal de vis die het eerst bijt van de haak. Als je zijn bek opent, zul je een vierdrachmenstuk vinden. Neem dat mee en betaal hun voor ons allebei.’  27 maar laten we geen struikelblok voor hen leggen: ga naar de zee, werp de vishaak uit en de eerste vis die bovenkomt, haal die op; open zijn mond, dan zul je een stater vinden: neem die en geef hem aan hén, voor mij en voor jou!   27. Cependant, pour ne pas les scandaliser, va à la mer, jette l'hameçon, saisis le premier poisson qui montera, et ouvre-lui la bouche : tu y trouveras un statère ; prends-le et donne-le-leur, pour moi et pour toi. » 

King James Bible . [27] Notwithstanding, lest we should offend them, go thou to the sea, and cast an hook, and take up the fish that first cometh up; and when thou hast opened his mouth, thou shalt find a piece of money: that take, and give unto them for me and thee.
Luther-Bibel . 27 Damit wir ihnen aber keinen Anstoß geben, geh hin an den See und wirf die Angel aus, und den ersten Fisch, der heraufkommt, den nimm; und wenn du sein Maul aufmachst, wirst du ein Zweigroschenstück finden; das nimm und gib's ihnen für mich und dich.

Tekstuitleg van Mt 17,27 .


1kai meth èmeras ex paralambanei o ièsous ton petron kai iakôbon kai iôannèn ton adelfon autou, kai anaferei autous eis oros upsèlon kat idian. 2kai metemorfôthè emprosthen autôn, kai elampsen to prosôpon autou ôs o èlios, ta de imatia autou egeneto leuka ôs to fôs. 3kai idou ôfthè autois môusès kai èlias sullalountes met autou. 4apokritheis de o petros eipen tô ièsou, kurie, kalon estin èmas ôde einai: ei theleis, poièsô ôde treis skènas, soi mian kai môusei mian kai èlia mian. 5eti autou lalountos idou nefelè fôteinè epeskiasen autous, kai idou fônè ek tès nefelès legousa, outos estin o uios mou o agapètos, en ô eudokèsa: akouete autou. 6kai akousantes oi mathètai epesan epi prosôpon autôn kai efobèthèsan sfodra. 7kai prosèlthen o ièsous kai apsamenos autôn eipen, egerthète kai mè fobeisthe. 8eparantes de tous ofthalmous autôn oudena eidon ei mè auton ièsoun monon. 9kai katabainontôn autôn ek tou orous eneteilato autois o ièsous legôn, mèdeni eipète to orama eôs ou o uios tou anthrôpou ek nekrôn egerthè. 10kai epèrôtèsan auton oi mathètai legontes, ti oun oi grammateis legousin oti èlian dei elthein prôton; 11o de apokritheis eipen, èlias men ercetai kai apokatastèsei panta: 12legô de umin oti èlias èdè èlthen, kai ouk epegnôsan auton alla epoièsan en autô osa èthelèsan: outôs kai o uios tou anthrôpou mellei pascein up autôn. 13tote sunèkan oi mathètai oti peri iôannou tou baptistou eipen autois. 14kai elthontôn pros ton oclon prosèlthen autô anthrôpos gonupetôn auton 15kai legôn, kurie, eleèson mou ton uion, oti selèniazetai kai kakôs pascei: pollakis gar piptei eis to pur kai pollakis eis to udôr. 16kai prosènegka auton tois mathètais sou, kai ouk èdunèthèsan auton therapeusai. 17apokritheis de o ièsous eipen, ô genea apistos kai diestrammenè, eôs pote meth umôn esomai; eôs pote anexomai umôn; ferete moi auton ôde. 18kai epetimèsen autô o ièsous, kai exèlthen ap autou to daimonion: kai etherapeuthè o pais apo tès ôras ekeinès. 19tote proselthontes oi mathètai tô ièsou kat idian eipon, dia ti èmeis ouk èdunèthèmen ekbalein auto; 20o de legei autois, dia tèn oligopistian umôn: amèn gar legô umin, ean ecète pistin ôs kokkon sinapeôs, ereite tô orei toutô, metaba enthen ekei, kai metabèsetai: kai ouden adunatèsei umin. 21sustrefomenôn 22de autôn en tè galilaia eipen autois o ièsous, mellei o uios tou anthrôpou paradidosthai eis ceiras anthrôpôn, 23kai apoktenousin auton, kai tè tritè èmera egerthèsetai. kai elupèthèsan sfodra. 24elthontôn de autôn eis kafarnaoum prosèlthon oi ta didracma lambanontes tô petrô kai eipan, o didaskalos umôn ou telei [ta] didracma; 25legei, nai. kai elthonta eis tèn oikian proefthasen auton o ièsous legôn, ti soi dokei, simôn; oi basileis tès gès apo tinôn lambanousin telè è kènson; apo tôn uiôn autôn è apo tôn allotriôn; 26eipontos de, apo tôn allotriôn, efè autô o ièsous, ara ge eleutheroi eisin oi uioi. 27ina de mè skandalisômen autous, poreutheis eis thalassan bale agkistron kai ton anabanta prôton icthun aron, kai anoixas to stoma autou eurèseis statèra: ekeinon labôn dos autois anti emou kai sou.


Vulgaat

1 et post dies sex adsumpsit Iesus Petrum et Iacobum et Iohannem fratrem eius et ducit illos in montem excelsum seorsum 2 et transfiguratus est ante eos et resplenduit facies eius sicut sol vestimenta autem eius facta sunt alba sicut nix 3 et ecce apparuit illis Moses et Helias cum eo loquentes 4 respondens autem Petrus dixit ad Iesum Domine bonum est nos hic esse si vis faciamus hic tria tabernacula tibi unum et Mosi unum et Heliae unum 5 adhuc eo loquente ecce nubes lucida obumbravit eos et ecce vox de nube dicens hic est Filius meus dilectus in quo mihi bene conplacuit ipsum audite 6 et audientes discipuli ceciderunt in faciem suam et timuerunt valde 7 et accessit Iesus et tetigit eos dixitque eis surgite et nolite timere 8 levantes autem oculos suos neminem viderunt nisi solum Iesum 9 et descendentibus illis de monte praecepit Iesus dicens nemini dixeritis visionem donec Filius hominis a mortuis resurgat 10 et interrogaverunt eum discipuli dicentes quid ergo scribae dicunt quod Heliam oporteat primum venire 11 at ille respondens ait eis Helias quidem venturus est et restituet omnia 12 dico autem vobis quia Helias iam venit et non cognoverunt eum sed fecerunt in eo quaecumque voluerunt sic et Filius hominis passurus est ab eis 13 tunc intellexerunt discipuli quia de Iohanne Baptista dixisset eis 14 et cum venisset ad turbam accessit ad eum homo genibus provolutus ante eum dicens Domine miserere filii mei quia lunaticus est et male patitur nam saepe cadit in ignem et crebro in aquam 15 et obtuli eum discipulis tuis et non potuerunt curare eum 16 respondens Iesus ait o generatio incredula et perversa quousque ero vobiscum usquequo patiar vos adferte huc illum ad me 17 et increpavit ei Iesus et exiit ab eo daemonium et curatus est puer ex illa hora 18 tunc accesserunt discipuli ad Iesum secreto et dixerunt quare nos non potuimus eicere illum 19 dicit illis propter incredulitatem vestram amen quippe dico vobis si habueritis fidem sicut granum sinapis dicetis monti huic transi hinc et transibit et nihil inpossibile erit vobis 20 hoc autem genus non eicitur nisi per orationem et ieiunium 21 conversantibus autem eis in Galilaea dixit illis Iesus Filius hominis tradendus est in manus hominum 22 et occident eum et tertio die resurget et contristati sunt vehementer 23 et cum venissent Capharnaum accesserunt qui didragma accipiebant ad Petrum et dixerunt magister vester non solvit didragma 24 ait etiam et cum intrasset domum praevenit eum Iesus dicens quid tibi videtur Simon reges terrae a quibus accipiunt tributum vel censum a filiis suis an ab alienis 25 et ille dixit ab alienis dixit illi Iesus ergo liberi sunt filii 26 ut autem non scandalizemus eos vade ad mare et mitte hamum et eum piscem qui primus ascenderit tolle et aperto ore eius invenies staterem illum sumens da eis pro me et te