BRIEF AAN DE EFEZIERS HOOFDSTUK 1 - Ef 1 - - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Ef (Efese) -- Ef 1 -
- Ef 1,1-2 -- Ef 1,3-14 -- Ef 1,15-23 -- Ef 1,3-10 -- Ef 1,17-23
Deze websitepagina is een onderdeel van de website van Arseen De Kesel: http://www.interlevensbeschouwelijk.be/index.html.

- bijbeloverzicht: woordgebruik -- A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z -

Overzicht van het NT: NT: overzicht, NT: taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z -,

Uitleg hoofdstuk per hoofdstuk: Ef 1, Ef 2, Ef 3, Ef 4, Ef 5, Ef 6,
Bijbeluitleg per pericope:
- Ef 1,1-2: Schrijver, lezers, groet.
- Ef 1,3-14: Loflied.
- Ef 1,15-23: Dankzegging en gebed.
Uitleg vers per vers: Ef 1,1 - Ef 1,2 - Ef 1,3 - Ef 1,4 - Ef 1,5 - Ef 1,6 - Ef 1,7 - Ef 1,8 - Ef 1,9 - Ef 1,10 - Ef 1,11 - Ef 1,12 - Ef 1,13 - Ef 1,14 - Ef 1,15 - Ef 1,16 - Ef 1,17 - Ef 1,18 - Ef 1,19 - Ef 1,20 - Ef 1,21 - Ef 1,22 - Ef 1,23 -



Liturgisch gebruik
- Ef 1,3-10: 15de (vijftiende) zondag door het b-jaar.
- Ef 1,17-23: Hemelvaart ABC - Hemelvaart ABC - Hemelvaart ABC.

Ef 1,1-2: Schrijver, lezers, groet - bijbeloverzicht -- Ef (Efese) -- bijbelverwijzingen -- Ef 1 -- Ef 1,1-2 -- Ef 1,3-14 -- Ef 1,15-23 - Ef 1,1 - Ef 1,2 -

Ef 1,1 - Ef 1,1: Schrijver, lezers, groet - bijbeloverzicht -- Ef (Efese) -- bijbelverwijzingen -- Ef 1 -- Ef 1,1-2 -- Ef 1,3-14 -- Ef 1,15-23 - Ef 1,1 - Ef 1,2 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
 1 Παῦλος, ἀπόστολος Ἰησοῦ Χριστοῦ διὰ θελήματος Θεοῦ, τοῖς ἁγίοις τοῖς οὖσιν ἐν Ἐφέσῳ καὶ πιστοῖς ἐν Χριστῷ Ἰησοῦ· 1 Paulus apostolus Christi Iesu per voluntatem Dei sanctis omnibus qui sunt Ephesi et fidelibus in Christo Iesu   1 Paulus, een apostel van Jezus Christus, door den wil van God, aan de heiligen, die te Efeze zijn, en gelovigen in Christus Jezus:   [1] Van * Paulus, door de wil van God apostel van Christus Jezus, aan de heiligen* en gelovigen in Christus Jezus te Efeze*.   [1] Van Paulus, door Gods wil apostel van Christus Jezus. Aan de heiligen in Efeze, aan de gelovigen die één zijn in Christus Jezus.   1 ¶ Paulus, door de wil van God apostel van Christus Jezus, aan de heiligen die er zijn in Efeze en geloven in Christus Jezus:  1. Paul, apôtre du Christ Jésus, par la volonté de Dieu, aux saints et fidèles dans le Christ Jésus.  

King James Bible. [1] Paul, an apostle of Jesus Christ by the will of God, to the saints which are at Ephesus, and to the faithful in Christ Jesus:
Luther-Bibel. 1 1 Paulus, ein Apostel Christi Jesu durch den Willen Gottes, an die Heiligen in Ephesus, die Gläubigen in Christus Jesus:

Tekstuitleg van Ef 1,1.

Ef 1,1.1. παυλος = paulos (Paulus). Taalgebruik in het NT: paulos (Paulus). Paulos (Paulus) staat in dertien van de veertien brieven, die aan Paulus worden toegeschreven, aan het begin van de brief. Niet in Hebr.. Hiermee wordt de afzender van de brief aangeduid. Het is niet omdat Paulus op de hoofding van de brief staat, dat de brief daadwerkelijk van Paulus is. Sommige leerlingen hebben gebruik gemaakt van de naam Paulus om hun brief meer gewicht te geven.

    NT Hnd 13 Hnd 14 Hnd 15 Hnd 16 Hnd 17 Hnd 18 Hnd 19 Hnd 20 Hnd 21 Hnd 22 Hnd 23 Hnd 24 Hnd 25 Hnd 26 Hnd 27  Hnd 28 Hnd
1 nom.mann. enk. paulos 79  55 
  totaal  158  11  10  11  15  10  128 

2. αποστολος = apostolos (apostel, gezondene). Taalgebruik in het NT: apostolos (apostel). In negen van de veertien brieven van Paulus wordt αποστολος = apostolos (apostel) in het eerste vers vermeld. Niet in Fil (Paulus samen met Timoteüs), 1 Tes (Paulus, samen met Silvanus en Timoteüs), 2 Tes (Paulus, samen met Silvanus en Timoteüs), Film en Heb. In Heb was Paulus al niet vermeld. In 1 Pe en 2 Pe wordt eveneens αποστολος = apostolos vermeld bij de naam Petros (Petrus).
Paulus is de afzender van de brief. Men zou apo- stolos ook als af-zender kunnen vertalen. Maar die betekenis is te mager. Hij is meer. Hij is apostel of afzender van Christus Jezus. Hij is de gezondene door Christus Jezus. En er is nog meer. Hij is dat door de wil van God. Paulus heeft dus niet alleen een mandaat van Christus Jezus, maar ook een mandaat van God.
Er worden zware gezagsargumenten ingeroepen om het gezag van de brief te beklemtonen.
Paulus heeft een bepaald gebeuren op weg naar Damascus geïnterpreteerd als een verschijning van Jezus aan hem. Bovendien heeft hij het gebeuren begrepen als een zending door Jezus.

  apostolos (apostel)   bijbel NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br. Rom 1 Kor  2 Kor  Gal Ef  Fil  Kol  1 Tes  1 Tim  2 Tim Tit Heb 1 Pe 2 Pe Jud  syn.  ev.  P..  A. b.. 
1 nom. mann. enk. apostolos  18  18          17  2: (1) Rom 1,1. (2) Rom 11,13.   4: (1) 1 Kor 1,1. (2) 1 Kor 9,1. (3) 1 Kor 9,2. (4) 1 Kor 15,9.   1: (1) 2 Kor 1,1.   (1) Gal 1,1.   (1)Ef 1,1.     (1) Kol 1,1   2: (1) 1 Tim 1,1. (2) 1 Tim 2,7  2 : (1) 2 Tim 1,1. (2) 2 Tim 1,11  1:   Tit 1,1.   (1) 1 Pe 1,1.   (1) 2 Pe 1,1.       15 
  totaal 80  80  28  39  10  35 

Ef 1,1.1. - 2. παυλος αποστολος = paulos apostolos (Paulus, apostel of gezondene). Brieven (6): (1) 2 Kor 1,1. (2)  Gal 1,1. (3)  Ef 1,1. (4)  Kol 1,1.  (5)  1 Tim 1,1. (6)  2 Tim 1,1.  

  Rom 1 Kor  2 Kor  Gal Ef  Fil  Kol  1 Tes  2 Tes  1 Tim  2 Tim Tit Film Heb 1 Pe 2 Pe P.  A.b 
vers  Rom 1,1.   1 Kor 1,1 2 Kor 1,1.   Gal 1,1 Ef 1,1 Ef 1,1 Kol 1,1 1 Tes 1,1 2 Tes 1,1 1 Tim 1,1.   2 Tim 1,1.   Tit 1,1   Film 1,1.     1 Pe 1,1  2 Pe 3,15  14 
paulos (Paulus) / (Sumeôn) Petros (Simon) Petrus + T.    (X) X  13 
doulos (dienaar)         douloi                  doulos kai (dienaar en) 
Christou Ièsou (van Ch..J.)                      (theou: van God)           
klètos (geroepen)                     (+ de)            
apostolos (apostel)        desmos (gevangene)    9 (10) 
Christou Ièsou of Ièsou Christou              
dia thelèmatos theou (door de wil van God)    (x)                     

Ef 1,1.3. gen. mann. enk. χριστου = christou (van Christus) van het zelfst. naamw. χριστος = christos (gezalfde, Christus). Taalgebruik in het NT: christos (Christus). Taalgebruik in de LXX: christos (Christus). Een vorm van χριστος = christos (gezalfde, Christus) in het OT (50), in het NT (529). Het Griekse woord χριστος = christos (Christus) is de vertaling van het Hebreeuwse massiach (gezalfde, messias). Jezus was zijn geboortenaam, Christus is een bijnaam om hem als de messias aan te duiden. In de Brieven wordt de term Christus veelvuldig gebruikt. Het is niet omdat de term Christus zo weinig voorkomt in de evangelies, dat de visie van Paulus niet overheersend zou zijn.

Christos  bijbel  OT  NT  Mt  Mc   Lc  Joh  syn. ev. Hnd  Br. Rom 1 Kor  2 Kor  Gal Ef  Fil  Kol  1 Tes  2 Tes  1 Tim  2 Tim Tit Film Heb Jak 1 Pe 2 Pe 1 Joh 2 Joh  3 Joh  Jud 
gen. Christou 251 11 240 5 2 0 1 7 8 11 214 27 24 30 15 20 17 11 6 7 8 5 4 4 6 2 14 6 2 2   4
totaal 555 38 517 16 7 12 18 35 53 25 432 65  61  44  36  46  37  25  10  10  14  13  12  21   

Hebreeuws. מָשִׁיחַ = mâsjîach (messias, gezalfde). Zie het werkw. מָשַׁח = mâsjach (zalven). Taalgebruik in Tenakh: mâsjach (zalven). Getalswaarde: mem = 13 of 40, sjin = 20 of 200, chet = 8 ; totaal: 41 OF 248 (2³ X 31). Structuur: 4 - 2 - 8. De som van de elementen is telkens 5. m-sj-j-ch. Tenakh (11): (1) 1 S 24,7. (2) 1 S 24,11. (3) 1 S 26,16. (4) 2 S 1,14. (5) 2 S 1,16. (6) 2 S 1,21. (7) 2 S 19,22. (8) 2 S 23,1. (9) Kl 4,20. (10) Da 9,25. (11) Da 9,26.
- Zie ook het Griekse werkw. χριω = chriô (zalven). Taalgebruik in het NT: chriô (zalven). Taalgebruik in de LXX: chriô (zalven). Een vorm van χριω = chriô in de LXX (79), in het NT (5): (1) Lc 4,18. (2) Hnd 4,27. (3) Hnd 10,38. (4) 2 Kor 1,21. (5) Heb 1,9.

Ef 1,1.4. gen. mann. enk. ιησου = Ièsou (Jezus) van het zelfst. naamw. ιησους = ièsous (Jezus). Taalgebruik in het NT: Ièsous (Jezus). Taalgebruik in de LXX: Ièsous (Jezus). In Mc en Lc wordt de naam Jezus relatief weinig gebruikt. In de evangelies wordt de naam Christus zeer weinig gebruikt, maar des te overvloediger in de Brieven.

  Ièsous (Jezus)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br. Rom 1 Kor  2 Kor  Gal Ef  Fil  Kol  1 Tes  2 Tes  1 Tim  2 Tim Tit Film Heb Jak 1 Pe 2 Pe 1 Joh 2 Joh  3 Joh  Jud  Apk syn. ev.
1 nom. mann. enk. Ièsous 604  149  455  110 57 55 194 10 28 1 4 2 1 0 1 1 2 2 3 0 0 0 5 0 0 1 5 0 0 0 1 222 416
2 voc. + gen. + dat. mann. enk. Ièsou 348  35  313  25 13 18 18 32 196 29 17 11 14 18 19 5 12 10 10 11 4 5 4 2 9 7 4 1 0 4 11 56 74
3 acc. mann. enk. Ièsoun 163  39  124  15 11 14 26 27 31 6 2 4 2 1 1 1 2 0 0 1 0 1 5 0 0 0 0 3 1 1 0 40 66
  totaal 1115  223  892  150 81 87 238 69 255 36 23 17 17 19 21 7 16 12 13 12 4 6 14 2 9 8 9 4 1 5 12 318 556

- Hebreeuws. יְהוֹשֻׁעַ = jëhôsju`a (Jozua). Taalgebruik in Tenakh: jëhôsju`a (Jozua). Getalswaarde: jod = 10, he = 5, waw = 6, sjin = 21 of 300, ajin = 16 of 70 ; totaal: 58 (2 X 29) OF 391 (17 X 23). Structuur: 1 - 5 - 6 - 3 - 7. De som van de elementen is telkens 4. Tenakh (177). Pentateuch (16). Eerdere Profeten (152). Joz (142). Re (6). 1 S (2). 1 K (1). 2 K (1). Jozua was degene die het volk van Israël het land binnenleidde.
- יָשַׁע = jâsja` (redden, bevrijden, verlossen). Taalgebruik in Tenakh: jâsja` (redden, bevrijden, verlossen). Getalswaarde: jod = 10, sjin = 21 of 300, ajin = 16 of 70 ; totaal: 47 OF 380 (2² X 5 X 19). Structuur: 1 - 3 - 7. De Getalswaarde van de elementen is telkens 2. Grieks. σῳζω = sôzô (redden, verlossen). Taalgebruik in het NT: sôzô (redden). Taalgebruik in de LXX: sôzô (redden). L. salvator (salvare - salus). Fr. sauver - saveur. Ned. b.v. salie (een heilbrengend kruid). E. saviour. Ned. heiland. D. Heiland. Arabisch: = najada (redden, helpen). Taalgebruik in de Qoran: najada (redden, helpen). Hebr. מוֹשִׁיעַ = môsjî`a (de reddende) act. part. hifil nom. mann. enk. van het werkw. יָשַׁע = jâsja` (redden, bevrijden, verlossen), is heel nauw verwant wat letters betreft: מָשַׁח = mâsjach (zalven). (מָשִׁיחַ =mâsjîach = gezalfde, messias, G. χριστος = christos = Christus). Een vorm van σῳζω = sôzô (redden) in de LXX (363), in het NT (106).

Ef 1,1.3. - 4. ιησου χριστου = Ièsou Christou (Jezus Christus). NT (146). Slechts in vier verzen in de evangelies: (1) Mt 1,1. (2) Mt 1,18. (3) Mc 1,1. (4) Joh 1,17. Hnd (11). Brieven (125). Apk (6). We hebben reeds gewezen op de gelijkenissen tussen de 2 woorden in het Hebreeuws. Het is opvallend dat in de Brieven de namen van Jezus en Christuis zo sterk aan elkaar gelinkt zijn.

Christos  bijbel  OT  NT  Mt  Mc   Lc  Joh  syn. ev. Hnd  Br. Rom 1 Kor  2 Kor  Gal Ef  Fil  Kol  1 Tes  2 Tes  1 Tim  2 Tim Tit Film Heb Jak 1 Pe 2 Pe 1 Joh 2 Joh  3 Joh  Jud  Apk
een vorm van Ièsous Christos     178 3 1 0 2     16   23 15 10 8 11 9 3 8 10 6 6 4 3 3 2 8 7 8 2   4 6
een vorm van Christos Ièsous     74             4   10 6 1 8 8 11 3 2   7 8   3 1   2            
totaal     252 3 1 0 2     20   33 21 11 16 19 20 6 10 10 13 14 4 6 3 2 10 7 8 2   4 6
totaal een vorm van Ièsous 1115  223  892  150 81 87 238     69 255 36 23 17 17 19 21 7 16 12 13 12 4 6 14 2 9 8 9 4 1 5 12

Ef 1,1.6. θεληματος (= thelèmatos: van de wil; zn gen onz enk van het zn θελημα = thelèma: wil). Taalgebruik in het NT: thelèma (wil). Taalgebruik in de LXX: thelèma (wil). Een vorm van het wkw θελω (= thelô: willen) in de LXX (148), in het NT (207), in Mt (42), in Mc (24), in Lc (28), in Joh (23).

  θελημα (= thelèma: wil).   bijbel  OT  NT  Mt  Mc Lc  synopt Joh  ev Hnd  Br  Rom 1 Kor  2 Kor  Gal Ef  Kol  1 Tes  2 Tim Heb Ab
1 θελημα (= thelèma: wil; zn nom + acc onz enk).   60 23 37 Mt (6): (1) Mt 6,10. (2) Mt 7,21. (3) Mt 12,50. (4) Mt 18,14. (5) Mt 21,31. (6) Mt 26,42. Mc (1): Mc 3,35. Lc (2): (1) Lc 12,47. (2) Lc 22,42. 9 7 16 2 18 2 : (1) Rom 2,18. (2) Rom 12,2. 1 : 1 Kor 16,12.   1 : Gal 1,4. 2 : (1) Ef 5,17. (2) Ef 6,6.   2 : (1) 1 Tes 4,3. (2) 1 Tes 5,18. 1 : 2 Tim 2,26. 4 : (1) Heb 10,7. (2) Heb 10,9. (3) Heb 10,36. (4) Heb 13,21. 13 
2 θεληματος (= thelèmatos: van de wil; zn gen onz enk). 16 3 13         1 1   12 1 : Rom 15,32. 2 : (1) 1 Kor 1,1. (2) 1 Kor 7,37. 2: (1) 2 Kor 1,1. (2) 2 Kor 8,5.   4 : (1) Ef 1,1. (2) Ef 1,5. (3) Ef 1,9. (4) Ef 1,11. 2 : (1) Kol 1,1. (2) Kol 1,9.   1 : 2 Tim 1,1.   12   
3 θελημα (= thelèmati). 10 4 6     1 1   1   5 1 : Rom 1,10.         1 : Kol 4,12.     1 : Heb 10,10.
  Totaal   86 30 56 6 1 3 10 8 18 2 35 28 

- Een vorm van het werkw. θελω = thelô (willen) in de LXX (148), in het NT (207), in Mt (42), in Mc (24), in Lc (28), in Joh (23).
- Ned.: willen. D.: willen. F.: vouloir. Grieks: θελω = thelô (willen). Taalgebruik in het NT: thelô (willen). Lat.: velle -> volun-tas (wil).

7. gen. mann. enk. θεου = theou (van God) van het zelfst. naamw. θεος = theos (God). Taalgebruik in het NT: theos (God). Taalgebruik in de LXX: theos (God). Een vorm van θεος = theos (God) in de LXX (3984), in het NT (1314).

  theos (God)  bijbel  OT  NT syn.. ev. Br. Rom 1 Kor  2 Kor  Gal Ef  Fil  Kol  1 Tes  2 Tes  1 Tim  2 Tim Tit Film Heb Jak 1 Pe 2 Pe 1 Joh 2 Joh  3 Joh  Jud  Paul. Ap. br.
1 nom. mann. enk. theos 1686  1399  287  29 46 163  32  30  18    22  11        143 20
2 gen. mann. enk.  theou 1517  876  641  129 172 360   71  46  33  15  20  10  14  15  15  29  20  29  293 67
3 dat.  mann. enk. theô(i) 433  279  154  14 18 110  27  14  12        97  13 
4 acc.  mann. enk. theon 496  354  142  33 45 62  14              43 19
  Totaal   4132  2908  1224  205 281 695 144  93  70   30  31  23  20  35  17  21  13  12  65  15  36  52  4 576  119 

- Hebreeuws. אֱלֹהִים = ´èlohîm (God). Taalgebruik in Tenakh: ´èlohîm (God). Getalswaarde: aleph = 1 ; lamed = 12 of 30 ; he = 5 ; jod = 10 ; mem = 13 of 40 ; totaal: 41 of 86 (2 X 43). Structuur: 1 - 3 -5 -1 - 4. De som van de elementen is telkens 5. De verkorte vorm van de godsnaam אֱלֹהִים = ´èlohîm is אֵל = ´èl. Getalswaarde is: aleph = 1 ; lamed = 12 of 30 ; totaal 13 of 31 (spiegelbeeld). Structuur: 1 - 3. De som van de elementen is telkens 4. Tenakh (635). Pentateuch (207). Eerdere Profeten (118). Latere Profeten (39). 12 Kleine Profeten (17). Geschriften (253).
- Ned.: God. Arabisch: اَللە = ´allah (Allah). Taalgebruik in de Qoran: ´allah (Allah). In het woord Allah zit het woord `al (op, verheven). D.: Gott. E.: God. Fr.: dieu. De vloek dju. Grieks: θεος = theos (God) . Taalgebruik in het NT: theos (God). Hebreeuws: אֱלֹהִים = ´èlohîm (God). Taalgebruik in Tenakh: ´èlohîm (God).

6. - 7. De zeven verzen waarin θεληματος θεου (= thelèmatos theou: van de wil van God) in het NT voorkomt, staat telkens na het voorzetsel dia (door) en slechts in deze zeven verzen in de brieven van Paulus. In 5 beginverzen volgt dia thelèmatos theou (door een wil van God) op paulos apostolos ièsou christou (Paulus, apostel van Jezus Christus). Uit de onderstaande tabel is duidelijk welke verzen het zijn.
We willen opmerken dat noch vóór θεληματος = thelèmatos (door een wil) noch vóór θεου = theou (van God) een bepaald lidwoord staat ; we zouden kunnen vertalen: door een wil van God. Vlotter vertaald: omdat God het wil.

θελημα (= thelèma: wil). NT  Br  Rom 1 Kor  2 Kor  Ef  Kol  2 Tim P Ab 
θεληματος θεου (= thelèmatos theou: van de wil van God). 7 7 1: Rom 15,32 1: 1 Kor 1,1. 2: (1) 2 Kor 1,1. (2) 2 Kor 8,5. 1: Ef 1,1. 1: Kol 1,1. 1: 2 Tim 1,1 7  
δια θεληματος θεου (= dia thelèmatos theou: door de wil van God) + . 5   1: 1 Kor 1,1. 2: (1) 2 Kor 1,1. 1: Ef 1,1. 1: Kol 1,1. 1: 2 Tim 1,1 5  

9.

 

  hagios (heilig) Br. Rom 1 Kor  2 Kor  Ef  Fil  Kol  1 Tes  2 Tes  1 Tim  2 Tim Tit Film Heb 1 Pe 2 Pe 1 Joh 2 Joh  Jud  P.  A.b  bijbel  O.T.  N.T.  ev.
10 dat. mann. + onz. mv. hagiois 17                   16  40 21 19  
  Totaal   100 17  11  13  18  83 17  892 684 208 37

  Br. Rom 1 Kor  2 Kor  Ef  Fil  Kol  1 Tes  2 Tes  1 Tim  2 Tim Tit Film Heb 1 Pe 2 Pe 1 Joh 2 Joh  Jud  P.  A.b 
10 17 3 : (1) Rom 1,7. (2) Rom 15,25. (3) Rom 15,31. 2 : (1) 1 Kor 1,2. (2) 1 Kor 16,15. 1 : 2 Kor 1,1. 5 : (1) Ef 1,1. (2) Ef 1,18. (3) Ef 3,5. (4) Ef 3,18. (5) Ef 5,3. 1 : Fil 1,1. 2 : (1) Kol 1,2. (2) Kol 1,26.   1 : 2 Tes 1,10.         1 : Heb 6,10.         1 : Jud 1,3. 16 

8. - 11. tois ousin en (aan hen die zijn in...). In vier verzen in het N.T.:
(1) Rom 1,7: pasin tois ousin en Romèi (aan allen die in Rome zijn)... hagiois (aan de heiligen).
(2) 2 Kor 1,1: sun tois hagiois pasin tois ousin en holèi tèi Achaiai (met alle heiligen die zijn in heel Achaia).
(3) Ef 1,1: tois hagiois tois ousin en Efesôi (aan de heiligen die zijn in...).
(4) Fil 1,1: pasin tois agiois en christô ièsou tois ousin en filippois (aan alle heiligen in Jezus Christus die zijn in Filippi).


Ef 1,2 - Ef 1,2: Schrijver, lezers, groet - bijbeloverzicht -- Ef (Efese) -- bijbelverwijzingen -- Ef 1 -- Ef 1,1-2 -- Ef 1,3-14 -- Ef 1,15-23 - Ef 1,1 - Ef 1,2 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
2 χάρις ὑμῖν καὶ εἰρήνη ἀπὸ Θεοῦ πατρὸς ἡμῶν καὶ Κυρίου Ἰησοῦ Χριστοῦ. 1 Paulus apostolus Christi Iesu per voluntatem Dei sanctis omnibus qui sunt Ephesi et fidelibus in Christo Iesu 2 gratia vobis et pax a Deo Patre nostro et Domino Iesu Christo     2 Genade zij u en vrede van God, onzen Vader, en den Heere Jezus Christus.  [2] Genade voor u en vrede vanwege God onze Vader en de Heer Jezus Christus!  [2] Genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van Jezus Christus, de Heer.  2 genade voor u en vrede van God, onze Vader, en de Heer, Jezus Christus!   2. A vous grâce et paix de par Dieu notre Père et le Seigneur Jésus Christ.  

King James Bible. [2] Grace be to you, and peace, from God our Father, and from the Lord Jesus Christ.
Luther-Bibel. 2 Gnade sei mit euch und Friede von Gott, unserm Vater, und dem Herrn Jesus Christus! Lobpreis Gottes für die Erlösung durch Christus

Tekstuitleg van Ef 1,2.

1. nom. vr. enk. χαρις = charis (genade, gratie). Taalgebruik in het NT: charis (genade, gratie). Taalgebruik in de LXX: charis (genade, gratie). Begin van een groet. ch - r: L. gratia. Fr. grâce. Vertaling: gratie, genade, char-me, bevalligheid. We zouden groeten: aangenaam. Verwante woorden: eucharisteô (danken). Een vorm van χαρις = charis (genade, gratie) in de LXX (164), in het NT (155). χαρις = charis (genade, gratie) is in de LXX de vertaling van 8 verschillende Hebreeuwse woorden

charis (genade) bijbel  OT NT  Mt 

Mc 

Lc  Joh  ev. Hnd  Apk  Br. Rom 1 Kor  2 Kor  Gal Ef  Fil  Kol  1 Tes  2 Tes  1 Tim  2 Tim Tit Film Heb Jak 1 Pe 2 Pe 1 Joh 2 Joh  3 Joh  Jud  Paul Ap.
nom. charis 78 20 58 0 0 4 1 1 2 50         45 
Totaal   293  134  159 0 0 9 4 13  16 2 128 23  18  14  10    112  16 

Meestal komen we in de slotwens van een brief de uitdrukking tegen: de genade van onze Heer Jezus Christus.

charis  Br. Rom 1 Kor  2 Kor  Gal Fil  1 Tes  2 Tes  1 Tim  Film Paul  Apk 
    2: (1) Rom 16,20. (2) Rom 16,24. 1: 1 Kor 16,23. 1: 2 Kor 13,13   1: Gal 6,18 1: Fil 4,23 1: 1 Tes 5,28.   1: 2 Tes 3,18.   1: 1 Tim 1,14 1: Film 1,25. 10.   1: Apk 22,21.  

Ef 1,2.4. ειρηνη = eirènè (vrede). Taalgebruik in het NT: eirènè (vrede). Taalgebruik in de LXX: eirènè (vrede). Een vorm van ειρηνη = eirènè (vrede) in de LXX (294), in het NT (91).

eirènè (vrede) bijbel OT NT syn. ev.   Br. Rom 1 Kor  2 Kor  Gal Ef  Fil  Kol  1 Tes  2 Tes  1 Tim  2 Tim Tit Film Heb
nom. + dat.vr. enk. eirènè(i) 151  105  46  10  25  4 : (1) Rom 1,7. (2) Rom 2,10. (3) Rom 8,6. (4) Rom 14,17. 3 : (1) 1 Kor 1,3. (2) 1 Kor 7,15. (3) 1 Kor 16,11. 1 : 2 Kor 1,2. 3 : (1) Gal 1,3. (2) Gal 5,22. (3) Gal 6,16. 3: (1) Ef 1,2. (2) Ef 2,14. (3) Ef 6,23. 2 : (1) Fil 1,2. (2) Fil 4,7. 2 : (1) Kol 1,2. (2) Kol 3,15. 2 : (1) 1 Tes 1,1. (2) 1 Tes 5,3. 1 : 2 Tes 1,2. 1 : 1 Tim 1,2. 1 : 2 Tim 1,2. 1 : Tit 1,4. 1 : Film3.  
Totaal  321  234  87  16  21  43 10 

- Lat. pax. Fr. paix. E. peace. Ned. vrede. D. Friede.

Ef 1,2.6. gen. mann. enk. θεου = theou (van God) van het zelfst. naamw. θεος = theos (God). Taalgebruik in het NT: theos (God). Taalgebruik in de LXX: theos (God). Een vorm van θεος = theos (God) in de LXX (3984), in het NT (1314).

  theos (God)  bijbel  OT  NT syn.. ev. Br. Rom 1 Kor  2 Kor  Gal Ef  Fil  Kol  1 Tes  2 Tes  1 Tim  2 Tim Tit Film Heb Jak 1 Pe 2 Pe 1 Joh 2 Joh  3 Joh  Jud  Paul. Ap. br.
1 nom. mann. enk. theos 1686  1399  287  29 46 163  32  30  18    22  11        143 20
2 gen. mann. enk.  theou 1517  876  641  129 172 360   71  46  33  15  20  10  14  15  15  29  20  29  293 67
3 dat.  mann. enk. theô(i) 433  279  154  14 18 110  27  14  12        97  13 
4 acc.  mann. enk. theon 496  354  142  33 45 62  14              43 19
  Totaal   4132  2908  1224  205 281 695 144  93  70   30  31  23  20  35  17  21  13  12  65  15  36  52  4 576  119 

- Hebreeuws. אֱלֹהִים = ´èlohîm (God). Taalgebruik in Tenakh: ´èlohîm (God). Getalswaarde: aleph = 1 ; lamed = 12 of 30 ; he = 5 ; jod = 10 ; mem = 13 of 40 ; totaal: 41 of 86 (2 X 43). Structuur: 1 - 3 -5 -1 - 4. De som van de elementen is telkens 5. De verkorte vorm van de godsnaam אֱלֹהִים = ´èlohîm is אֵל = ´èl. Getalswaarde is: aleph = 1 ; lamed = 12 of 30 ; totaal 13 of 31 (spiegelbeeld). Structuur: 1 - 3. De som van de elementen is telkens 4. Tenakh (635). Pentateuch (207). Eerdere Profeten (118). Latere Profeten (39). 12 Kleine Profeten (17). Geschriften (253).
- Ned.: God. Arabisch: اَللە = ´allah (Allah). Taalgebruik in de Qoran: ´allah (Allah). In het woord Allah zit het woord `al (op, verheven). D.: Gott. E.: God. Fr.: dieu. De vloek dju. Grieks: θεος = theos (God) . Taalgebruik in het NT: theos (God). Hebreeuws: אֱלֹהִים = ´èlohîm (God). Taalgebruik in Tenakh: ´èlohîm (God).

Ef 1,2.6. - 7. theou patros (van God Vader).

theos (kai) patèr   N.T. Br. Rom 1 Kor  2 Kor  Gal Ef  Fil  Kol  1 Tes  2 Tes  1 Tim  2 Tim Tit Film 1 Pe 2 Pe 2 Joh  P.   A. B 
theou (kai) patros = God (en) Vader  23 23 1 1 1 3 2 2 2 3 1 1 1 1 1 1 1 1 20  3
theou (kai) patros = God (en) Vader      Rom 1,7  1 Kor 1,3  2 Kor 1,2  3: (1) Gal 1,1. (2) Gal 1,3 . (3) Gal 1,4. 2: (1) Ef 1,2  . (2) Ef 6,23. 2: (1) Fil 1,2 . (2) Fil 2,11. 2: (1) Kol 1,2 . (2) Kol 2,2. 1 Tes 1,1  2 Tes 1,2  1 Tim 1,2   2 Tim 1,2  Tit 1,4  Film 1,3  1 Pe 1,2   2 Pe 1,17  2 Joh 1,3     

Ef 1,2.1. - 12. χαρις ὑμιν και ειρηνη απο θεου πατρος ὑμων και απο κυριου ιησου χριστου = charis humin kai eirènè apo Theou patros hèmôn kai apo kuriou Ièsou Christou (Genade zij u en vrede vanwege God onze vader en vanwege onze Heer Jezus Christus). In tien verzen in de brieven van Paulus: (1) Rom 1,7. (2) 1 Kor 1,3. (3) 2 Kor 1,2. (4) Gal 1,3. (5) Ef 1,2. (6) Fil 1,2. (7) Kol 1,2. (8) 1 Tes 1,1. (9) 2 Tes 1,2. (10) Film3. Met deze begroeting opent Paulus een brief. In de pastorale brieven vinden we een variante van deze formulering: (1) 1 Tim 1,2. (2) 2 Tim 1,2. (3) Tit 1,4.



Ef 1,3-14: Loflied - Ef 1,3-14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Ef (Efese) -- Ef 1 -- Ef 1,3-14 -- Ef 1,4 - Ef 1,5 - Ef 1,6 - Ef 1,7 - Ef 1,8 - Ef 1,9 - Ef 1,10 - Ef 1,11 - Ef 1,12 - Ef 1,13 - Ef 1,14 -

Tweede lezing op de 15de (vijftiende) zondag door het b-jaar: Ef 1,3-10. Verwijzing: Ef 1,3-10.

Broeders en zusters, gezegend is God, de Vader van onze Heer Jezus Christus, die ons in de hemelen in Christus heeft gezegend met elke geestelijke zegen. In Hem heeft Hij ons uitverkoren vóór de grondlegging der wereld, om heilig en vlekkeloos te zijn voor zijn aangezicht. In liefde heeft Hij ons voorbestemd zijn kinderen te worden door Jezus Christus, naar het welbehagen van zijn wil, tot lof van de heerlijkheid van zijn genade. Hiermee heeft Hij ons begiftigd in de Geliefde, in wie wij de verlossing hebben door zijn bloed, de vergiffenis der zonden dank zij de rijkdom van zijn genade. Die heeft Hij ons meegedeeld als een overvloed van wijsheid en inzicht. Want Hij heeft ons zijn geheim raadsbesluit doen kennen, de beslissing die Hij in Christus had genomen ter verwezenlijking van de volheid der tijden: het heelal in Christus onder één Hoofd te brengen, alle wezens in de hemelen en alle wezens op aarde, in Hem.

Ef 1,3 - Ef 1,3: Loflied - Ef 1,3-14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Ef (Efese) -- Ef 1 -- Ef 1,3-14 -- Ef 1,4 - Ef 1,5 - Ef 1,6 - Ef 1,7 - Ef 1,8 - Ef 1,9 - Ef 1,10 - Ef 1,11 - Ef 1,12 - Ef 1,13 - Ef 1,14 -
Griekse tekst Vulgaat 15de (vijftiende) zondag door het b-jaar  Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
3 Εὐλογητὸς ὁ Θεὸς καὶ πατὴρ τοῦ Κυρίου ἡμῶν Ἰησοῦ Χριστοῦ, ὁ εὐλογήσας ἡμᾶς ἐν πάσῃ εὐλογίᾳ πνευματικῇ ἐν τοῖς ἐπουρανίοις ἐν Χριστῷ, 3 benedictus Deus et Pater Domini nostri Iesu Christi qui benedixit nos in omni benedictione spiritali in caelestibus in Christo Broeders en zusters, gezegend is God, de Vader van onze Heer Jezus Christus, die ons in de hemelen in Christus heeft gezegend met elke geestelijke zegen.   3 Gezegend zij de God en Vader van onzen Heere Jezus Christus, Die ons gezegend heeft met alle geestelijke zegening in den hemel in Christus.   [3] Gezegend* is de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, die ons in de hemelse* regionen in Christus heeft gezegend met elke geestelijke zegen.   [3] Gezegend zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, die ons in de hemelsferen, in Christus, met talrijke geestelijke zegeningen heeft gezegend.   3 ¶ Gezegend zij God, de Vader van Jezus Christus, onze Heer! met Christus in de hemelen geeft hij ons alle zegen van de Geest.   3. Béni soit le Dieu et Père de notre Seigneur Jésus Christ, qui nous a bénis par toutes sortes de bénédictions spirituelles, aux cieux, dans le Christ.  

King James Bible. [3] Blessed be the God and Father of our Lord Jesus Christ, who hath blessed us with all spiritual blessings in heavenly places in Christ:
Luther-Bibel. 3 Gelobt sei Gott, der Vater unseres Herrn Jesus Christus, der uns gesegnet hat mit allem geistlichen Segen im Himmel durch Christus.

Tekstuitleg van Ef 1,3.

1. nom. mann. enk. ευλογητος = eulogètos (gezegend). Zie het werkw. ευλογεω = eulogeô (zegenen, goed spreken, loven, prijzen). Taalgebruik in het NT: eulogètos (gezegend). Taalgebruik in de LXX: eulogètos (gezegend). Taalgebruik in Lc: eulogètos (gezegend). Bijbel (64). LXX (57). Pentateuch (10): (1) Gn 9,26. (2) Gn 12,2. (3) Gn 14,20. (4) Gn 24,27. (5) Gn 24,31. (6) Gn 26,29. (7) Gn 43,28. (8) Ex 18,10. (9) Dt 7,14. (10) Dt 33,24. NT (7): (1) Lc 1,68. (2) Rom 1,25. (3) Rom 9,5. (4) 2 Kor 1,3. (5) 2 Kor 11,31. (6) Ef 1,3. (7) 1 Pe 1,3. In Lc is dit de enigste vorm. Een vorm van ευλογητος = eulogètos in de Bijbel (82), in de LXX (74), in het NT (8): 7 + Mc 14,61. Een vorm van ευλογεω = eulogeô in de LXX (516), in het NT (42), Mt (5): (1) Mt 14,19. (2) Mt 21,9. (3) Mt 23,39. (4) Mt 25,34. (5) Mt 26,26, Mc (5): (1) Mc 6,41. (2) Mc 8,7. (3) Mc 11,9. (4) Mc 11,10. (5) Mc 14,22, Lc (13): (1) Lc 1,28. (2) Lc 1,42. (3) Lc 1,64. (4) Lc 2,28. (5) Lc 2,34. (6) Lc 6,28. (7) Lc 9,16. (8) Lc 13,35. (9) Lc 19,38. (10) Lc 24,30. (11) Lc 24,50. (12) Lc 24,51. (13) Lc 24,53. In Lc: 7 vormen in 7 / 24 hoofdstukken en in 13 verzen. Joh (1): Joh 12,13. Hnd (2): (1) Hnd 3,25. (2) Hnd 3,26. In Hnd: 2 vormen van ευλογεω = eulogeô (goed spreken, loven, prijzen) in 2 verzen in 1 / 28 hoofdstukken. In Lc: 5 verzen in de kindsheidsverhalen, 4 verzen in de verschijningsverhalen, in de verhalen van de vlakterede en de broodvermenigvuldiging, in een citaat (Ps 118,26) in Lc 13,35 dat ook bij de intrede van Jezus in Jeruzalem wordt aangehaald.
- Hebreeuws. pass. qal deelw. tegenwoordige tijd mann. enk. בָּרוּך = bârûkh (gezegend) van het werkw. בָרַך = bârakh (zegenen, loven, prijzen). Getalwaarde: beth = 2, resj = 20 of 200, kaf = 11 of 20. Totaal: 33 (3 X 11) of 222 (6 X 37 OF 2 X 111). Structuur: 2 - 2 - 2. De som van de elementen is telkens 6. Tenakh (83). Pentateuch (17): (1) Gn 9,26. (2) Gn 14,19. (3) Gn 24,27. (4) Gn 24,31. (5) Gn 26,29. (6) Gn 27,29. (7) Gn 27,33. (8) Ex 18,10. (9) Nu 22,12. (10) Nu 24,9. (11) Dt 7,14. (12) Dt 28,3. (13) Dt 28,4. (14) Dt 28,5. (15) Dt 28,6. (16) Dt 33,20. (17) Dt 33,24. Ps (14): (1) Ps 28,6. (2) Ps 31,22. (3) Ps 41,14 (bij het einde van het eerste psalmenboek). (4) Ps 66,20 (einde van de Psalm). (5) Ps 68,20. (6) Ps 68,36 (op het einde van de Psalm). (7) Ps 72,18 (bij het einde van het tweede psalmenboek). (8) Ps 89,53 (bij het einde van het derde psalmenboek). (9) Ps 106,48 (bij het einde van het vierde psalmenboek). (10) Ps 118,26. (11) Ps 119,12. (12) Ps 124,6. (13) Ps 135,21. (14) Ps 144,1.
- Ned.: zegenen < signare (tekenen), het signum (teken) van het kruis slaan. Arabisch: بَارَكَ = bâraka (zegenen). Taalgebruik in de Qoran: bâraka (zegenen). D.: segnen. E.: to bless. Fr.: bénir. Gr.: ευλογεω = eulogeô (goed spreken, loven, prijzen). Taalgebruik in het NT: eulogeô (goed spreken, loven, prijzen). Hebreeuws: בָרַך = bârakh (zegenen, loven, prijzen). Taalgebruik in Tenakh: bârakh (zegenen, loven, prijzen). Lat.: benedicere.

3. nom. mann. enk. θεος = theos (God). Taalgebruik in het NT: theos (God). Taalgebruik in de LXX: theos (God). Lc (15) (1) Lc 1,32. (2) Lc 1,68. (3) Lc 3,8. (4) Lc 5,21. (5) Lc 7,16. (6) Lc 8,39. (7) Lc 12,20. (8) Lc 12,24. (9) Lc 12,28. (10) Lc 16,15. (11) Lc 18,7. (12) Lc 18,11. (13) Lc 18,13. (14) Lc 18,19. (15) Lc 20,38. Een vorm van theos (God) in de LXX (3984), in het NT (1314), in Lc (117), in Lc 1 (13): (1) Lc 1,6. (2) Lc 1,8. (3) Lc 1,16. (4) Lc 1,19. (5) Lc 1,26. (6) Lc 1,30. (7) Lc 1,32. (8) Lc 1,35. (9) Lc 1,37. (10) Lc 1,47. (11) Lc 1,64.  (12) Lc 1,68. (13) Lc 1,78. In het eerste deel van de lofzang (Lc 1,68-79) in Lc 1,68: theos (God), in het tweede deel van de lofzang (Lc 1,68-79) in Lc 1,78: eleous theou (van de barmhartigheid van God).

theos (God)  bijbel  OT  NT  syn.. ev. Br. Rom 1 Kor  2 Kor  Gal Ef  Fil  Kol  1 Tes  2 Tes  1 Tim  2 Tim Tit Film Heb Jak 1 Pe 2 Pe 1 Joh 2 Joh  3 Joh  Jud  Paul. Ap. br.
nom. enk. theos 1686  1399  287  29 46 163  32  30  18    22  11        143 20

- אֱלֹהִים = ´èlohîm (God). Taalgebruik in Tenakh: ´èlohîm (God). Getalwaarde: aleph = 1 ; lamed = 12 of 30 ; he = 5 ; jod = 10 ; mem = 13 of 40 ; totaal: 41 of 86 (2 X 43). Structuur: 1 - 3 -5 -1 - 4. De som van de elementen is telkens 5. De verkorte vorm van de godsnaam אֱלֹהִים = ´èlohîm is אֵל = ´èl. Getalwaarde is: aleph = 1 ; lamed = 12 of 30 ; totaal 13 of 31 (spiegelbeeld). Structuur: 1 - 3. De som van de elementen is telkens 4. Hebr. ´èlohîm (God). Tenakh (635). Pentateuch (207). Eerdere Profeten (118). Latere Profeten (39). 12 Kleine Profeten (17). Geschriften (253).
- Ned.: God. Arabisch: اَللە = ´allah (Allah). Taalgebruik in de Qoran: ´allah (Allah). In het woord Allah zit het woord `al (op, verheven). D.: Gott. E.: God. Fr.: dieu. De vloek dju. Grieks: θεος = theos (God) . Taalgebruik in het NT: theos (God). Hebreeuws: אֱלֹהִים = ´èlohîm (God). Taalgebruik in Tenakh: ´èlohîm (God).

 

Ef 1,4 - Ef 1,4: Loflied - Ef 1,3-14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Ef (Efese) -- Ef 1 -- Ef 1,3-14 -- Ef 1,4 - Ef 1,5 - Ef 1,6 - Ef 1,7 - Ef 1,8 - Ef 1,9 - Ef 1,10 - Ef 1,11 - Ef 1,12 - Ef 1,13 - Ef 1,14 -
Griekse tekst Vulgaat 15de (vijftiende) zondag door het b-jaar  Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
4 καθὼς καὶ ἐξελέξατο ἡμᾶς ἐν αὐτῷ πρὸ καταβολῆς κόσμου εἶναι ἡμᾶς ἁγίους καὶ ἀμώμους κατενώπιον αὐτοῦ, ἐν ἀγάπῃ 4 sicut elegit nos in ipso ante mundi constitutionem ut essemus sancti et inmaculati in conspectu eius in caritate   In Hem heeft Hij ons uitverkoren vóór de grondlegging der wereld, om heilig en vlekkeloos te zijn voor zijn aangezicht.   4 Gelijk Hij ons uitverkoren heeft in Hem, voor de grondlegging der wereld, opdat wij zouden heilig en onberispelijk zijn voor Hem in de liefde; [4] Want in Hem heeft Hij ons uitgekozen*, al voor de grondlegging van de wereld, om heilig en vlekkeloos voor Hem te staan in liefde.   [4] In Christus immers heeft God, voordat de wereld gegrondvest werd, ons vol liefde uitgekozen om voor hem heilig en zuiver te zijn,  4 Ja, in hem heeft hij ons uitverkoren al voor de grondlegging der wereld om geheiligd en gereinigd voor hem te staan.   4. C'est ainsi qu'Il nous a élus en lui, dès avant la fondation du monde, pour être saints et immaculés en sa présence, dans l'amour,  

King James Bible. [4] According as he hath chosen us in him before the foundation of the world, that we should be holy and without blame before him in love:
Luther-Bibel. 4 Denn in ihm hat er uns erwählt, ehe der Welt Grund gelegt war, dass wir heilig und untadelig vor ihm sein sollten; in seiner Liebe

Tekstuitleg van Ef 1,4.

Ef 1,5 - Ef 1,5: Loflied - Ef 1,3-14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Ef (Efese) -- Ef 1 -- Ef 1,3-14 -- Ef 1,4 - Ef 1,5 - Ef 1,6 - Ef 1,7 - Ef 1,8 - Ef 1,9 - Ef 1,10 - Ef 1,11 - Ef 1,12 - Ef 1,13 - Ef 1,14 -
Griekse tekst Vulgaat 15de (vijftiende) zondag door het b-jaar  Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
5 προορίσας ἡμᾶς εἰς υἱοθεσίαν διὰ Ἰησοῦ Χριστοῦ εἰς αὐτόν, κατὰ τὴν εὐδοκίαν τοῦ θελήματος αὐτοῦ, 5 qui praedestinavit nos in adoptionem filiorum per Iesum Christum in ipsum secundum propositum voluntatis suae   In liefde heeft Hij ons voorbestemd zijn kinderen te worden door Jezus Christus, naar het welbehagen van zijn wil,  5 Die ons te voren verordineerd heeft tot aanneming tot kinderen, door Jezus Christus, in Zichzelven, naar het welbehagen van Zijn wil. [5] Hij heeft ons voorbestemd om zijn kinderen* te worden door Jezus Christus, volgens zijn wilsbesluit,   [5] en hij heeft ons naar zijn wil en verlangen voorbestemd om in Jezus Christus zijn kinderen te worden,   5 In liefde heeft hij ons voorbestemd zijn kinderen te worden door Jezus Christus. Zo was het welbehagen van zijn wil.   5. déterminant d'avance que nous serions pour Lui des fils adoptifs par Jésus Christ. Tel fut le bon plaisir de sa volonté, 

King James Bible. [5] Having predestinated us unto the adoption of children by Jesus Christ to himself, according to the good pleasure of his will,
Luther-Bibel. 5 hat er uns dazu vorherbestimmt, seine Kinder zu sein durch Jesus Christus nach dem Wohlgefallen seines Willens,

Tekstuitleg van Ef 1,5.

1. proorisas ( te voren bestemd ). Verwijzing: pro-orizô (vooraf bepalen, bestemmen). Part. aor. nom. mann. enk. van het werkwoord pro + horizô: vooraf bestemmen. Zie horizon: gezichtseinder. horizô ( begrenzen, bepalen, definiëren, vaststellen ). horos: grens.

pro-orizô (vooraf bepalen, bestemmen)  bijbel O.T. N.T. Mt Mc Lc Joh Hnd Br. Apk syn.  ev. 
ind. aor. 3de p. enk. proôrisen            1 : Hnd 4,28. 3 : (1) Rom 8,29. (2) Rom 8,30. (3) 1 Kor 2,7.      
part. aor. nom. mann. enk. proorisas              1 : Ef 1,5.      
part. pass. aor. nom. mann. mv. prooristhentes             1 : Ef 1,11.      
totaal                

14. θεληματος (= thelèmatos: van de wil; zn gen onz enk van het zn θελημα = thelèma: wil). Taalgebruik in het NT: thelèma (wil). Taalgebruik in de LXX: thelèma (wil). Een vorm van het wkw θελω (= thelô: willen) in de LXX (148), in het NT (207), in Mt (42), in Mc (24), in Lc (28), in Joh (23).

  θελημα (= thelèma: wil).   bijbel  OT  NT  Mt  Mc Lc  synopt Joh  ev Hnd  Br  Rom 1 Kor  2 Kor  Gal Ef  Kol  1 Tes  2 Tim Heb Ab
1 θελημα (= thelèma: wil; zn nom + acc onz enk).   60 23 37 Mt (6): (1) Mt 6,10. (2) Mt 7,21. (3) Mt 12,50. (4) Mt 18,14. (5) Mt 21,31. (6) Mt 26,42. Mc (1): Mc 3,35. Lc (2): (1) Lc 12,47. (2) Lc 22,42. 9 7 16 2 18 2 : (1) Rom 2,18. (2) Rom 12,2. 1 : 1 Kor 16,12.   1 : Gal 1,4. 2 : (1) Ef 5,17. (2) Ef 6,6.   2 : (1) 1 Tes 4,3. (2) 1 Tes 5,18. 1 : 2 Tim 2,26. 4 : (1) Heb 10,7. (2) Heb 10,9. (3) Heb 10,36. (4) Heb 13,21. 13 
2 θεληματος (= thelèmatos: van de wil; zn gen onz enk). 16 3 13         1 1   12 1 : Rom 15,32. 2 : (1) 1 Kor 1,1. (2) 1 Kor 7,37. 2: (1) 2 Kor 1,1. (2) 2 Kor 8,5.   4 : (1) Ef 1,1. (2) Ef 1,5. (3) Ef 1,9. (4) Ef 1,11. 2 : (1) Kol 1,1. (2) Kol 1,9.   1 : 2 Tim 1,1.   12   
3 θελημα (= thelèmati). 10 4 6     1 1   1   5 1 : Rom 1,10.         1 : Kol 4,12.     1 : Heb 10,10.
  Totaal   86 30 56 6 1 3 10 8 18 2 35 28 

Ef 1,6 - Ef 1,6: Loflied - Ef 1,3-14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Ef (Efese) -- Ef 1 -- Ef 1,3-14 -- Ef 1,4 - Ef 1,5 - Ef 1,6 - Ef 1,7 - Ef 1,8 - Ef 1,9 - Ef 1,10 - Ef 1,11 - Ef 1,12 - Ef 1,13 - Ef 1,14 -
Griekse tekst Vulgaat 15de (vijftiende) zondag door het b-jaar  Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
6 εἰς ἔπαινον δόξης τῆς χάριτος αὐτοῦ, ἐν ᾗ ἐχαρίτωσεν ἡμᾶς ἐν τῷ ἠγαπημένῳ, 6 in laudem gloriae gratiae suae in qua gratificavit nos in dilecto   tot lof van de heerlijkheid van zijn genade. Hiermee heeft Hij ons begiftigd in de Geliefde,  6 Tot prijs der heerlijkheid Zijner genade, door welke Hij ons begenadigd heeft in den Geliefde;   [6] tot lof van de heerlijkheid van zijn genade, waarmee Hij ons begiftigd heeft in de geliefde.  [6] tot eer van de grootheid van Gods genade, ons geschonken in zijn geliefde Zoon.   6 Tot lof van de heerlijkheid van zijn genade heeft hij ons begenadigd in de Geliefde.  6. à la louange de gloire de sa grâce, dont Il nous a gratifiés dans le Bien-aimé.  

King James Bible. [6] To the praise of the glory of his grace, wherein he hath made us accepted in the beloved.
Luther-Bibel. 6 zum Lob seiner herrlichen Gnade, mit der er uns begnadet hat in dem Geliebten.

Tekstuitleg van Ef 1,6.

Ef 1,7 - Ef 1,7: Loflied - Ef 1,3-14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Ef (Efese) -- Ef 1 -- Ef 1,3-14 -- Ef 1,4 - Ef 1,5 - Ef 1,6 - Ef 1,7 - Ef 1,8 - Ef 1,9 - Ef 1,10 - Ef 1,11 - Ef 1,12 - Ef 1,13 - Ef 1,14 -
Griekse tekst Vulgaat 15de (vijftiende) zondag door het b-jaar  Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
7 ἐν ᾧ ἔχομεν τὴν ἀπολύτρωσιν διὰ τοῦ αἵματος αὐτοῦ, τὴν ἄφεσιν τῶν παραπτωμάτων, κατὰ τὸν πλοῦτον τῆς χάριτος αὐτοῦ, 7 in quo habemus redemptionem per sanguinem eius remissionem peccatorum secundum divitias gratiae eius   in wie wij de verlossing hebben door zijn bloed, de vergiffenis der zonden dank zij de rijkdom van zijn genade.   7 In Welken wij hebben de verlossing door Zijn bloed, namelijk de vergeving der misdaden, naar den rijkdom Zijner genade,  [7] In Hem hebben wij de verlossing door zijn bloed, de vergeving van de zonden, dankzij zijn rijke genade.   [7] In hem zijn wij door zijn bloed verlost en zijn onze zonden vergeven, dankzij de rijke genade   7 Door diens bloed heeft hij ons vrijgemaakt, ontvingen wij vergeving van de zonden: zo groot is Gods genadige hart.  7. En lui nous trouvons la rédemption, par son sang, la rémission des fautes, selon la richesse de sa grâce,  

King James Bible. [7] In whom we have redemption through his blood, the forgiveness of sins, according to the riches of his grace;
Luther-Bibel. 7 In ihm haben wir die Erlösung durch sein Blut, die Vergebung der Sünden, nach dem Reichtum seiner Gnade,

Tekstuitleg van Ef 1,7.

11. afesin (vergeving). Verwijzing: afièmi (weg-laten, af-laten, vergeven, kwijtschelden, los-laten, ver-laten), zie Mt 6,14. Accusatief enkelvoud. In zesentwintig verzen in de bijbel. In veertien verzen in het O.T.. In twaalf verzen in het N.T.. In zes verzen in de evangelies: (1) Mt 26,28. (2) Mc 1,4. (3) Mc 3,29. (4) Lc 3,3. (5) Lc 4,18. (6) Lc 24,47. In zes verzen in de andere boeken van het N.T.: (1) Hnd 2,38. (2) Hnd 5,31. (3) Hnd 10,43. (4) Hnd 26,18. (5) Ef 1,7. (6) Kol 1,14. In negen verzen in combinatie met hamartiôn (van zonden), vandaar: zondenvergeving. Niet in (1) Mc 3,29. (2) Lc 4,18. (3) Ef 1,7 (vergeving van overtredingen).

Ef 1,8 - Ef 1,8: Loflied - Ef 1,3-14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Ef (Efese) -- Ef 1 -- Ef 1,3-14 -- Ef 1,4 - Ef 1,5 - Ef 1,6 - Ef 1,7 - Ef 1,8 - Ef 1,9 - Ef 1,10 - Ef 1,11 - Ef 1,12 - Ef 1,13 - Ef 1,14 -
Griekse tekst Vulgaat 15de (vijftiende) zondag door het b-jaar  Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
8 ἧς ἐπερίσσευσεν εἰς ἡμᾶς ἐν πάσῃ σοφίᾳ καὶ φρονήσει, 8 quae superabundavit in nobis in omni sapientia et prudentia   Die heeft Hij ons meegedeeld als een overvloed van wijsheid en inzicht.   8 Met welke Hij overvloedig is geweest over ons in alle wijsheid en voorzichtigheid;  [8] Daarmee heeft Hij ons overladen* in al zijn wijsheid en inzicht.   [8] die God ons in overvloed heeft geschonken. Hij heeft ons in al zijn wijsheid en inzicht   8 Hij heeft ons overstelpt met alle wijsheid en inzicht en het geheim van zijn wil leren kennen.  8. qu'Il nous a prodiguée, en toute sagesse et intelligence: 

King James Bible. [8] Wherein he hath abounded toward us in all wisdom and prudence;
Luther-Bibel. 8 die er uns reichlich hat widerfahren lassen in aller Weisheit und Klugheit.

Tekstuitleg van Ef 1,8.

Ef 1,9 - Ef 1,9: Loflied - Ef 1,3-14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Ef (Efese) -- Ef 1 -- Ef 1,3-14 -- Ef 1,4 - Ef 1,5 - Ef 1,6 - Ef 1,7 - Ef 1,8 - Ef 1,9 - Ef 1,10 - Ef 1,11 - Ef 1,12 - Ef 1,13 - Ef 1,14 -
Griekse tekst Vulgaat 15de (vijftiende) zondag door het b-jaar  Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
9 γνωρίσας ἡμῖν τὸ μυστήριον τοῦ θελήματος αὐτοῦ κατὰ τὴν εὐδοκίαν αὐτοῦ, ἣν προέθετο ἐν αὐτῷ 9 ut notum faceret nobis sacramentum voluntatis suae secundum bonum placitum eius quod proposuit in eo   Want Hij heeft ons zijn geheim raadsbesluit doen kennen, de beslissing die Hij in Christus had genomen  9 Ons bekend gemaakt hebbende de verborgenheid van Zijn wil, naar Zijn welbehagen, hetwelk Hij voorgenomen had in Zichzelven.   [9] Want Hij heeft ons het geheim* van zijn wil* bekend gemaakt, overeenkomstig het besluit dat Hij in Christus had genomen,   [9] dit mysterie onthuld:   9 En dit is zijn welbehagen, het besluit dat hij bij zichzelf heeft vastgesteld voor de volheid van de tijden:   9. Il nous a fait connaître le mystère de sa volonté, ce dessein bienveillant qu'Il avait formé en lui par avance,  

King James Bible. [9] Having made known unto us the mystery of his will, according to his good pleasure which he hath purposed in himself:
Luther-Bibel. 9 Denn Gott hat uns wissen lassen das Geheimnis seines Willens nach seinem Ratschluss, den er zuvor in Christus gefasst hatte,

Tekstuitleg van Ef 1,9.

6. θεληματος (= thelèmatos: van de wil; zn gen onz enk van het zn θελημα = thelèma: wil). Taalgebruik in het NT: thelèma (wil). Taalgebruik in de LXX: thelèma (wil). Een vorm van het wkw θελω (= thelô: willen) in de LXX (148), in het NT (207), in Mt (42), in Mc (24), in Lc (28), in Joh (23).

  θελημα (= thelèma: wil).   bijbel  OT  NT  Mt  Mc Lc  synopt Joh  ev Hnd  Br  Rom 1 Kor  2 Kor  Gal Ef  Kol  1 Tes  2 Tim Heb Ab
1 θελημα (= thelèma: wil; zn nom + acc onz enk).   60 23 37 Mt (6): (1) Mt 6,10. (2) Mt 7,21. (3) Mt 12,50. (4) Mt 18,14. (5) Mt 21,31. (6) Mt 26,42. Mc (1): Mc 3,35. Lc (2): (1) Lc 12,47. (2) Lc 22,42. 9 7 16 2 18 2 : (1) Rom 2,18. (2) Rom 12,2. 1 : 1 Kor 16,12.   1 : Gal 1,4. 2 : (1) Ef 5,17. (2) Ef 6,6.   2 : (1) 1 Tes 4,3. (2) 1 Tes 5,18. 1 : 2 Tim 2,26. 4 : (1) Heb 10,7. (2) Heb 10,9. (3) Heb 10,36. (4) Heb 13,21. 13 
2 θεληματος (= thelèmatos: van de wil; zn gen onz enk). 16 3 13         1 1   12 1 : Rom 15,32. 2 : (1) 1 Kor 1,1. (2) 1 Kor 7,37. 2: (1) 2 Kor 1,1. (2) 2 Kor 8,5.   4 : (1) Ef 1,1. (2) Ef 1,5. (3) Ef 1,9. (4) Ef 1,11. 2 : (1) Kol 1,1. (2) Kol 1,9.   1 : 2 Tim 1,1.   12   
3 θελημα (= thelèmati). 10 4 6     1 1   1   5 1 : Rom 1,10.         1 : Kol 4,12.     1 : Heb 10,10.
  Totaal   86 30 56 6 1 3 10 8 18 2 35 28 

5. - 7. του θεληματος αυτου (= tou thelèmatos autou: van zijn wil). NT (4): (1) Ef 1,5. (2) Ef 1,9. (3) Ef 1,11. (4) Kol 1,9.


Ef 1,10 - Ef 1,10: Loflied - Ef 1,3-14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Ef (Efese) -- Ef 1 -- Ef 1,3-14 -- Ef 1,4 - Ef 1,5 - Ef 1,6 - Ef 1,7 - Ef 1,8 - Ef 1,9 - Ef 1,10 - Ef 1,11 - Ef 1,12 - Ef 1,13 - Ef 1,14 -
Griekse tekst Vulgaat 15de (vijftiende) zondag door het b-jaar  Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
10 εἰς οἰκονομίαν τοῦ πληρώματος τῶν καιρῶν, ἀνακεφαλαιώσασθαι τὰ πάντα ἐν τῷ Χριστῷ, τὰ ἐπὶ τοῖς οὐρανοῖς καὶ τὰ ἐπὶ τῆς γῆς, ἐν αὐτῷ, 10 in dispensationem plenitudinis temporum instaurare omnia in Christo quae in caelis et quae in terra sunt in ipso   ter verwezenlijking van de volheid der tijden: het heelal in Christus onder één Hoofd te brengen, alle wezens in de hemelen en alle wezens op aarde, in Hem.   10 Om in de bedeling van de volheid der tijden, wederom alles tot een te vergaderen in Christus, beide dat in den hemel is, en dat op de aarde is;   [10] ter verwezenlijking van de volheid* van de tijden: alles in Christus onder één hoofd samen te brengen, alles in de hemelse regionen en alles op aarde, in Hem.   zijn voornemen om met Christus de voltooiing van de tijd te verwezenlijken en zijn besluit om alles in de hemel en op aarde onder één hoofd bijeen te brengen, onder Christus.   10 alles in de hemel en op aarde weer bijeen te brengen onder één hoofd, in de Christus. 10. pour le réaliser quand les temps seraient accomplis: ramener toutes choses sous un seul Chef, le Christ, les êtres célestes comme les terrestres.  

King James Bible. [10] That in the dispensation of the fulness of times he might gather together in one all things in Christ, both which are in heaven, and which are on earth; even in him:
Luther-Bibel. 10 um ihn auszuführen, wenn die Zeit erfüllt wäre, dass alles zusammengefasst würde in Christus, was im Himmel und auf Erden ist.

Tekstuitleg van Ef 1,10.

4. πληρωματος (= plèrômatos: van de volheid; zn gen onz enk van het zn πληρώμα = plèrôma: volheid, lading, volledig aantal). NT (3): (1) Joh 1,16. (2) Ef 1,10. (3) Ef 4,13.

7. ἀνακεφαλαιώσασθαι (= anakefalaiôsasthai: om onder één hoofd te brengen; wkw med inf aor van het wkw ἀνακεφαλαιόω = anakefalaioô: opsommen, verzamelen, bijeenbrengen, bovenaan onder één hoofd brengen OF opnieuw onder één hoofd te brengen). NT (1): Ef 1,10.
- Vulg: instaurare (= vernieuwen, herstellen; wkw act inf praes). Vulg (2):

9. πάντα (= panta: ieder of alles; onbep vnw, bv nw acc onz mv van het bv nw πᾶς = pas: ieder).

12.

Christos  bijbel  OT  NT  Mt  Mc Lc  Joh  syn. ev. Hnd  Br. Rom 1 Kor  2 Kor  Gal Ef  Fil  Kol  1 Tes  2 Tes  1 Tim  2 Tim Tit Film Heb Jak 1 Pe 2 Pe 1 Joh 2 Joh  3 Joh  Jud 
nom. Christos 118 8 110 8 5 5 15 18 33 4 73 14 18 2 9 6 4 4   1 3       6   2 1 3      

voc. Christe

1   1 1 0 0 0 1 1 0                                            
gen. Christou 251 11 240 5 2 0 1 7 8 11 214 27 24 30 15 20 17 11 6 7 8 5 4 4 6 2 14 6 2 2   4
dat. Christô(i) 107 5 102 0 0 0 0     0 102 16  12  16  11             
acc. Christon 78 14 64 2 0 7 2 9 11 10 43                
totaal 555 38 517 16 7 12 18 35 53 25 432 65  61  44  36  46  37  25  10  10  14  13  12  21   

14. - 16. εν τοις ουρανοις (= en tois ouranois: in de hemelen). LXX (2): Ps 88,3. (2) Ps 113,11. NT (22). Mt (9). (1) Mt 5,12. (2) Mt 5,16. (3) Variante lezing. Mt 5,48. (4) Mt 6,1. (5) Mt 6,9. (6) Mt 7,11. (7) Mt 16,17. (8) Mt 16,19. (9) Mt 23,9. Mc (3): (1) Mc 11,25 (2X). (2) Mc 12,25. (3) Mc 13,25. Lc (3): (1) Lc 10,20.  (2) Lc 12,33. (3) Lc 18,22. Overige (7): (1) 2 Kor 5,1. (2) Ef 1,10. (3) Kol 1,5. (4) Kol 1,16. (5) Kol 1,20. (6) Heb 8,1. (7) Heb 9,23. Variante lezing in Ef 1,10: επι τοις ουρανοις (= epi τοις ουρανοις = epi tois ouranois: op de hemelen).


Ef 1,11 - Ef 1,11: Loflied - Ef 1,3-14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Ef (Efese) -- Ef 1 -- Ef 1,3-14 -- Ef 1,4 - Ef 1,5 - Ef 1,6 - Ef 1,7 - Ef 1,8 - Ef 1,9 - Ef 1,10 - Ef 1,11 - Ef 1,12 - Ef 1,13 - Ef 1,14 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
11 ἐν ᾧ καὶ ἐκληρώθημεν προορισθέντες κατὰ πρόθεσιν τοῦ τὰ πάντα ἐνεργοῦντος κατὰ τὴν βουλὴν τοῦ θελήματος αὐτοῦ, 11 in quo etiam sorte vocati sumus praedestinati secundum propositum eius qui omnia operatur secundum consilium voluntatis suae     11 In Hem, in Welken wij ook een erfdeel geworden zijn, wij, die te voren verordineerd waren naar het voornemen Desgenen, Die alle dingen werkt naar den raad van Zijn wil;   [11] In Hem hebben wij ook ons erfdeel ontvangen, daartoe voorbestemd door de beslissing van Hem die alles tot stand brengt naar zijn wilsbesluit,   [11] In hem heeft God, die alles naar zijn wil en besluit tot stand brengt, ons de bestemming toebedeeld   11 In hem zijn wij voorbestemd om erfgoed te ontvangen, naar het voornemen van hem die alles tot stand brengt naar de raad van zijn wil.   11. C'est en lui encore que nous avons été mis à part, désignés d'avance, selon le plan préétabli de Celui qui mène toutes choses au gré de sa volonté, 

King James Bible. [11] In whom also we have obtained an inheritance, being predestinated according to the purpose of him who worketh all things after the counsel of his own will:
Luther-Bibel. 11 In ihm sind wir auch zu Erben eingesetzt worden, die wir dazu vorherbestimmt sind nach dem Vorsatz dessen, der alles wirkt nach dem Ratschluss seines Willens;

Tekstuitleg van Ef 1,11.

5. prooristhentes (tevoren bestemd). Verwijzing: pro-orizô (vooraf bepalen, bestemmen). Part. pass. nom. mann. mv. van het werkwoord pro + horizô: vooraf bestemmen. Zie horizon: gezichtseinder. horizô ( begrenzen, bepalen, definiëren, vaststellen ). horos: grens.

pro-orizô (vooraf bepalen, bestemmen)  bijbel O.T. N.T. Mt Mc Lc Joh Hnd Br. Apk syn.  ev. 
ind. aor. 3de p. enk. proôrisen            1 : Hnd 4,28. 3 : (1) Rom 8,29. (2) Rom 8,30. (3) 1 Kor 2,7.      
part. aor. nom. mann. enk. proorisas              1 : Ef 1,5.      
part. pass. aor. nom. mann. mv. prooristhentes             1 : Ef 1,11.      
totaal                

16. θεληματος (= thelèmatos: van de wil; zn gen onz enk van het zn θελημα = thelèma: wil). Taalgebruik in het NT: thelèma (wil). Taalgebruik in de LXX: thelèma (wil). Een vorm van het wkw θελω (= thelô: willen) in de LXX (148), in het NT (207), in Mt (42), in Mc (24), in Lc (28), in Joh (23).

  θελημα (= thelèma: wil).   bijbel  OT  NT  Mt  Mc Lc  synopt Joh  ev Hnd  Br  Rom 1 Kor  2 Kor  Gal Ef  Kol  1 Tes  2 Tim Heb Ab
1 θελημα (= thelèma: wil; zn nom + acc onz enk).   60 23 37 Mt (6): (1) Mt 6,10. (2) Mt 7,21. (3) Mt 12,50. (4) Mt 18,14. (5) Mt 21,31. (6) Mt 26,42. Mc (1): Mc 3,35. Lc (2): (1) Lc 12,47. (2) Lc 22,42. 9 7 16 2 18 2 : (1) Rom 2,18. (2) Rom 12,2. 1 : 1 Kor 16,12.   1 : Gal 1,4. 2 : (1) Ef 5,17. (2) Ef 6,6.   2 : (1) 1 Tes 4,3. (2) 1 Tes 5,18. 1 : 2 Tim 2,26. 4 : (1) Heb 10,7. (2) Heb 10,9. (3) Heb 10,36. (4) Heb 13,21. 13 
2 θεληματος (= thelèmatos: van de wil; zn gen onz enk). 16 3 13         1 1   12 1 : Rom 15,32. 2 : (1) 1 Kor 1,1. (2) 1 Kor 7,37. 2: (1) 2 Kor 1,1. (2) 2 Kor 8,5.   4 : (1) Ef 1,1. (2) Ef 1,5. (3) Ef 1,9. (4) Ef 1,11. 2 : (1) Kol 1,1. (2) Kol 1,9.   1 : 2 Tim 1,1.   12   
3 θελημα (= thelèmati). 10 4 6     1 1   1   5 1 : Rom 1,10.         1 : Kol 4,12.     1 : Heb 10,10.
  Totaal   86 30 56 6 1 3 10 8 18 2 35 28 

Ef 1,12 - Ef 1,12: Loflied - Ef 1,3-14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Ef (Efese) -- Ef 1 -- Ef 1,3-14 -- Ef 1,4 - Ef 1,5 - Ef 1,6 - Ef 1,7 - Ef 1,8 - Ef 1,9 - Ef 1,10 - Ef 1,11 - Ef 1,12 - Ef 1,13 - Ef 1,14 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12 εἰς τὸ εἶναι ἡμᾶς εἰς ἔπαινον δόξης αὐτοῦ, τοὺς προηλπικότας ἐν Χριστῷ· 12 ut simus in laudem gloriae eius qui ante speravimus in Christo     12 Opdat wij zouden zijn tot prijs Zijner heerlijkheid, wij, die eerst in Christus gehoopt hebben.   [12] opdat wij, die reeds tevoren onze hoop op Christus hadden gevestigd, tot lof van zijn heerlijkheid zouden zijn.   [12] om vanaf het begin onze hoop te vestigen op Christus, tot eer van Gods grootheid.   12 Lang tevoren leefden wij reeds in hoop op de Christus,– tot lof van zijn heerlijkheid.   12. pour être, à la louange de sa gloire, ceux qui ont par avance espéré dans le Christ.

King James Bible. [12] That we should be to the praise of his glory, who first trusted in Christ.
Luther-Bibel. 12 damit wir etwas seien zum Lob seiner Herrlichkeit, die wir zuvor auf Christus gehofft haben.

Tekstuitleg van Ef 1,12.

Ef 1,13 - Ef 1,13: Loflied - Ef 1,3-14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Ef (Efese) -- Ef 1 -- Ef 1,3-14 -- Ef 1,4 - Ef 1,5 - Ef 1,6 - Ef 1,7 - Ef 1,8 - Ef 1,9 - Ef 1,10 - Ef 1,11 - Ef 1,12 - Ef 1,13 - Ef 1,14 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
13 ἐν ᾧ καὶ ὑμεῖς ἀκούσαντες τὸν λόγον τῆς ἀληθείας, τὸ εὐαγγέλιον τῆς σωτηρίας ὑμῶν, ἐν ᾧ καὶ πιστεύσαντες ἐσφραγίσθητε τῷ Πνεύματι τῆς ἐπαγγελίας τῷ ἁγίῳ, 13 in quo et vos cum audissetis verbum veritatis evangelium salutis vestrae in quo et credentes signati estis Spiritu promissionis Sancto     13 In Welken ook gij zijt, nadat gij het woord der waarheid, namelijk het Evangelie uwer zaligheid gehoord hebt; in Welken gij ook, nadat gij geloofd hebt, zijt verzegeld geworden met den Heiligen Geest der belofte;   [13] In Hem hebt ook u het woord van de waarheid gehoord, het evangelie van uw redding; in Hem bent u ook tot het geloof gekomen; u bent verzegeld* met de beloofde heilige Geest,   [13] In hem hebt ook u de boodschap van de waarheid gehoord, het evangelie van uw redding, in hem bent u, door uw geloof, gemerkt met het stempel van de heilige Geest die ons beloofd is   13 Ook gij, gelovigen uit de volken, hebt nu het woord van de waarheid gehoord, de verkondiging van uw behoud. Door in hem te geloven draagt ook gij het zegel van de aangekondigde heilige Geest. 13. C'est en lui que vous aussi, après avoir entendu la Parole de vérité, l'Évangile de votre salut, et y avoir cru, vous avez été marqués d'un sceau par l'Esprit de la Promesse, cet Esprit Saint  

King James Bible. [13] In whom ye also trusted, after that ye heard the word of truth, the gospel of your salvation: in whom also after that ye believed, ye were sealed with that holy Spirit of promise,
Luther-Bibel. 13 In ihm seid auch ihr, die ihr das Wort der Wahrheit gehört habt, nämlich das Evangelium von eurer Seligkeit – in ihm seid auch ihr, als ihr gläubig wurdet, versiegelt worden mit dem Heiligen Geist, der verheißen ist,

Tekstuitleg van Ef 1,13.

Ef 1,14 - Ef 1,14: Loflied - Ef 1,3-14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Ef (Efese) -- Ef 1 -- Ef 1,3-14 -- Ef 1,4 - Ef 1,5 - Ef 1,6 - Ef 1,7 - Ef 1,8 - Ef 1,9 - Ef 1,10 - Ef 1,11 - Ef 1,12 - Ef 1,13 - Ef 1,14 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
14 ὅς ἐστιν ἀρραβὼν τῆς κληρονομίας ἡμῶν, εἰς ἀπολύτρωσιν τῆς περιποιήσεως, εἰς ἔπαινον τῆς δόξης αὐτοῦ. 14 qui est pignus hereditatis nostrae in redemptionem adquisitionis in laudem gloriae ipsius     14 Die het onderpand is van onze erfenis, tot de verkregene verlossing, tot prijs Zijner heerlijkheid.   [14] het voorschot op onze erfenis, tot verlossing van het volk* dat Hij zich verworven heeft, en tot lof van zijn heerlijkheid.   [14] als voorschot op onze erfenis, opdat allen die hij zich heeft verworven verlost zullen worden, tot eer van Gods grootheid.   14 Deze is de waarborg voor ons erfdeel: dat zijn eigendom verlost wordt,– tot lof van zijn heerlijkheid!   14. qui constitue les arrhes de notre héritage, et prépare la rédemption du Peuple que Dieu s'est acquis, pour la louange de sa gloire.  

King James Bible. [14] Which is the earnest of our inheritance until the redemption of the purchased possession, unto the praise of his glory.
Luther-Bibel. 14 welcher ist das Unterpfand unsres Erbes, zu unsrer Erlösung, dass wir sein Eigentum würden zum Lob seiner Herrlichkeit.

Tekstuitleg van Ef 1,14.


Ef 1,15-23: Dankzegging en gebed - Ef 1,15-23 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Ef (Efese) -- Ef 1 -- Ef 1,15-23 -- Ef 1,15 - Ef 1,16 - Ef 1,17 - Ef 1,18 - Ef 1,19 - Ef 1,20 - Ef 1,21 - Ef 1,22 - Ef 1,23 -

Ef 1,15 - Ef 1,15: Dankzegging en gebed - Ef 1,15-23 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Ef (Efese) -- Ef 1 -- Ef 1,15-23 -- Ef 1,15 - Ef 1,16 - Ef 1,17 - Ef 1,18 - Ef 1,19 - Ef 1,20 - Ef 1,21 - Ef 1,22 - Ef 1,23 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
15dia touto kagô, akousas tèn kath umas pistin en tô kuriô ièsou kai tèn agapèn tèn eis pantas tous agious, 15 propterea et ego audiens fidem vestram quae est in Domino Iesu et dilectionem in omnes sanctos     15 Daarom ook ik, gehoord hebbende het geloof in den Heere Jezus, dat onder u is, en de liefde tot al de heiligen,   [15] Ik heb gehoord van uw geloof in de Heer Jezus en van uw liefde voor alle heiligen.   [15] Daarom, en ook omdat ik gehoord heb over uw geloof in Jezus, de Heer, en over uw liefde voor alle heiligen,   15 ¶ Ik heb gehoord van uw geloof in de Heer Jezus en de liefde voor al de heiligen;   15. C'est pourquoi moi-même, ayant appris votre foi dans le Seigneur Jésus et votre charité à l'égard de tous les saints,  

King James Bible. [15] Wherefore I also, after I heard of your faith in the Lord Jesus, and love unto all the saints,
Luther-Bibel. 15 Darum auch ich, nachdem ich gehört habe von dem Glauben bei euch an den Herrn Jesus und von eurer Liebe zu allen Heiligen,

Tekstuitleg van Ef 1,15.

Ef 1,16 - Ef 1,16: Dankzegging en gebed - Ef 1,15-23 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Ef (Efese) -- Ef 1 -- Ef 1,15-23 -- Ef 1,15 - Ef 1,16 - Ef 1,17 - Ef 1,18 - Ef 1,19 - Ef 1,20 - Ef 1,21 - Ef 1,22 - Ef 1,23 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
16ou pauomai eucharistôn uper umôn mneian poioumenos epi tôn proseuchôn mou,   16 non cesso gratias agens pro vobis memoriam vestri faciens in orationibus meis     16 Houde niet op voor u te danken, gedenkende uwer in mijn gebeden;   [16] Daarom zeg ik onophoudelijk dank en gedenk ik u steeds in mijn gebeden.   [16] dank ik God onophoudelijk voor u en noem ik u in mijn gebeden.   16 en daarom houd ook ik niet op voor u te danken en u te gedenken in mijn gebeden.   16. je ne cesse de rendre grâces à votre sujet et de faire mémoire de vous dans mes prières. 

King James Bible. [16] Cease not to give thanks for you, making mention of you in my prayers;
Luther-Bibel. 16 höre ich nicht auf, zu danken für euch, und gedenke euer in meinem Gebet,

Tekstuitleg van Ef 1,16.

Tweede lezing op Hemelvaart ABC - Hemelvaart ABC - Hemelvaart ABC: Ef 1,17-23. Verwijzing: Ef 1,17-23.
Broeders en zusters, ik smeek de God van onze Heer Jezus Christus, de Vader der heerlijkheid, u de Geest te geven van wijsheid en openbaring om Hem waarachtig te kennen. Moge Hij uw innerlijk oog verlichten om te zien, hoe groot de hoop is waartoe Hij u roept, hoe rijk de heerlijkheid van zijn erfdeel te midden der heiligen en hoe overgroot zijn macht is in ons die geloven. Dezelfde sterkte en kracht heeft Hij betoond in Christus, toen Hij Hem opwekte uit de dood en zette aan zijn rechterhand in de hemelen, hoog boven alle heerschappijen, machten, krachten en hoogheden en boven elke naam die genoemd wordt, niet alleen in deze maar ook in de toekomstige tijd. Alles heeft God onder zijn voeten gelegd, en Hemzelf, verheven boven alles, heeft Hij als Hoofd gegeven aan de Kerk die zijn lichaam is, de volheid van Hem, die het al in alles vervult.

Ef 1,17 - Ef 1,17: Dankzegging en gebed - Ef 1,15-23 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Ef (Efese) -- Ef 1 -- Ef 1,15-23 -- Ef 1,15 - Ef 1,16 - Ef 1,17 - Ef 1,18 - Ef 1,19 - Ef 1,20 - Ef 1,21 - Ef 1,22 - Ef 1,23 -
Griekse tekst Vulgaat Hemelvaart ABC - Hemelvaart ABC - Hemelvaart ABC  Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
17ina o theos tou kuriou èmôn ièsou christou, o patèr tès doxès, dôè umin pneuma sofias kai apokalupseôs en epignôsei autou,   17 ut Deus Domini nostri Iesu Christi Pater gloriae det vobis spiritum sapientiae et revelationis in agnitione eius   Broeders en zusters, ik smeek de God van onze Heer Jezus Christus, de Vader der heerlijkheid, u de Geest te geven van wijsheid en openbaring om Hem waarachtig te kennen.   17 Opdat de God van onzen Heere Jezus Christus, de Vader der heerlijkheid, u geve den Geest der wijsheid en der openbaring in Zijn kennis;  [17] Moge de God van onze Heer Jezus Christus, de Vader der heerlijkheid, u de Geest* van wijsheid en openbaring geven, om Hem echt te kennen.   [17] Moge de God van onze Heer Jezus Christus, de vader van alle luister, u een geest van inzicht schenken in wat geopenbaard is, opdat u hem zult kennen.   17 Moge de God van onze Heer Jezus Christus, de Vader der heerlijkheid, u geven de Geest van wijsheid en openbaring, tot kennis van hem.  17. Daigne le Dieu de notre Seigneur Jésus Christ, le Père de la gloire, vous donner un esprit de sagesse et de révélation, qui vous le fasse vraiment connaître !  

King James Bible. [17] That the God of our Lord Jesus Christ, the Father of glory, may give unto you the spirit of wisdom and revelation in the knowledge of him:
Luther-Bibel. 17 dass der Gott unseres Herrn Jesus Christus, der Vater der Herrlichkeit, euch gebe den Geist der Weisheit und der Offenbarung, ihn zu erkennen.

Tekstuitleg van Ef 1,17.

Ef 1,18 - Ef 1,18: Dankzegging en gebed - Ef 1,15-23 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Ef (Efese) -- Ef 1 -- Ef 1,15-23 -- Ef 1,15 - Ef 1,16 - Ef 1,17 - Ef 1,18 - Ef 1,19 - Ef 1,20 - Ef 1,21 - Ef 1,22 - Ef 1,23 -
Griekse tekst Vulgaat Hemelvaart ABC - Hemelvaart ABC - Hemelvaart ABC  Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
18pefôtismenous tous ofthalmous tès kardias [umôn] eis to eidenai umas tis estin è elpis tès klèseôs autou, tis o ploutos tès doxès tès klèronomias autou en tois agiois, 18 inluminatos oculos cordis vestri ut sciatis quae sit spes vocationis eius quae divitiae gloriae hereditatis eius in sanctis   Moge Hij uw innerlijk oog verlichten om te zien, hoe groot de hoop is waartoe Hij u roept, hoe rijk de heerlijkheid van zijn erfdeel te midden der heiligen  18 Namelijk verlichte ogen uws verstands, opdat gij moogt weten, welke zij de hoop van Zijn roeping, en welke de rijkdom zij der heerlijkheid van Zijn erfenis in de heiligen;   [18] Moge Hij de ogen van uw hart verlichten, zodat u ziet hoe groot de hoop is waartoe Hij u roept, hoe rijk de heerlijkheid is van zijn erfdeel te midden van de heiligen*   [18] Moge uw hart verlicht worden, zodat u zult zien waarop u hopen mag nu hij u geroepen heeft, hoe rijk de luister is die de heiligen zullen ontvangen,   18 Moge hij verlichten de ogen van uw hart, zodat ge zult weten welke de hoop is waartoe hij roept, wat de rijkdom is van de heerlijkheid van zijn erfdeel onder de heiligen   18. Puisse-t-il illuminer les yeux de votre cœur pour vous faire voir quelle espérance vous ouvre son appel, quels trésors de gloire renferme son héritage parmi les saints,  

King James Bible. [18] The eyes of your understanding being enlightened; that ye may know what is the hope of his calling, and what the riches of the glory of his inheritance in the saints,
Luther-Bibel. 18 Und er gebe euch erleuchtete Augen des Herzens, damit ihr erkennt, zu welcher Hoffnung ihr von ihm berufen seid, wie reich die Herrlichkeit seines Erbes für die Heiligen ist

Tekstuitleg van Ef 1,18.

Ef 1,19 - Ef 1,19: Dankzegging en gebed - Ef 1,15-23 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Ef (Efese) -- Ef 1 -- Ef 1,15-23 -- Ef 1,15 - Ef 1,16 - Ef 1,17 - Ef 1,18 - Ef 1,19 - Ef 1,20 - Ef 1,21 - Ef 1,22 - Ef 1,23 -
Griekse tekst Vulgaat Hemelvaart ABC - Hemelvaart ABC - Hemelvaart ABC  Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
19kai ti to uperballon megethos tès dunameôs autou eis èmas tous pisteuontas kata tèn energeian tou kratous tès ischuos autou   19 et quae sit supereminens magnitudo virtutis eius in nos qui credidimus secundum operationem potentiae virtutis eius  en hoe overgroot zijn macht is in ons die geloven. Dezelfde sterkte en kracht   19 En welke de uitnemende grootheid Zijner kracht zij aan ons, die geloven, naar de werking der sterkte Zijner macht,  [19] en* overgroot zijn macht over ons die geloven. Dezelfde sterkte en kracht   [19] en hoe overweldigend groot de krachtige werking van Gods macht is voor ons die geloven.   19 en wat de allesovertreffende grootheid is van zijn macht aan ons die geloven. Met dezelfde werking van de sterkte van zijn macht   19. et quelle extraordinaire grandeur sa puissance revêt pour nous, les croyants, selon la vigueur de sa force,  

King James Bible. [19] And what is the exceeding greatness of his power to usward who believe, according to the working of his mighty power,
Luther-Bibel. 19 und wie überschwänglich groß seine Kraft an uns, die wir glauben, weil die Macht seiner Stärke bei uns wirksam wurde,

Tekstuitleg van Ef 1,19.

Ef 1,20 - Ef 1,20: Dankzegging en gebed - Ef 1,15-23 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Ef (Efese) -- Ef 1 -- Ef 1,15-23 -- Ef 1,15 - Ef 1,16 - Ef 1,17 - Ef 1,18 - Ef 1,19 - Ef 1,20 - Ef 1,21 - Ef 1,22 - Ef 1,23 -
Griekse tekst Vulgaat Hemelvaart ABC - Hemelvaart ABC - Hemelvaart ABC  Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
20èn enèrgèsen en tô christô egeiras auton ek nekrôn, kai kathisas en dexia autou en tois epouraniois   20 quam operatus est in Christo suscitans illum a mortuis et constituens ad dexteram suam in caelestibus   heeft Hij betoond in Christus, toen Hij Hem opwekte uit de dood en zette aan zijn rechterhand in de hemelen,   20 Die Hij gewrocht heeft in Christus, als Hij Hem uit de doden heeft opgewekt; en heeft Hem gezet tot Zijn rechter hand in den hemel;   [20] heeft Hij betoond in Christus, toen Hij Hem opwekte uit de doden en liet zetelen aan zijn rechterhand in de hemel*,   [20] Die macht was ook werkzaam in Christus toen God hem opwekte uit de dood en hem in de hemelsferen een plaats gaf aan zijn rechterhand,   20 heeft hij gewerkt in de Christus toen hij hem opwekte uit de doden en deed zetelen aan zijn rechterhand in de hemelse regionen,  20. qu'il a déployée en la personne du Christ, le ressuscitant d'entre les morts et le faisant siéger à sa droite, dans les cieux, 

King James Bible. [20] Which he wrought in Christ, when he raised him from the dead, and set him at his own right hand in the heavenly places,
Luther-Bibel. 20 mit der er in Christus gewirkt hat. Durch sie hat er ihn von den Toten auferweckt und eingesetzt zu seiner Rechten im Himmel

Tekstuitleg van Ef 1,20.

Ef 1,21 - Ef 1,21: Dankzegging en gebed - Ef 1,15-23 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Ef (Efese) -- Ef 1 -- Ef 1,15-23 -- Ef 1,15 - Ef 1,16 - Ef 1,17 - Ef 1,18 - Ef 1,19 - Ef 1,20 - Ef 1,21 - Ef 1,22 - Ef 1,23 -
Griekse tekst Vulgaat Hemelvaart ABC - Hemelvaart ABC - Hemelvaart ABC  Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
21uperanô pasès archès kai exousias kai dunameôs kai kuriotètos kai pantos onomatos onomazomenou ou monon en tô aiôni toutô alla kai en tô mellonti:   21 supra omnem principatum et potestatem et virtutem et dominationem et omne nomen quod nominatur non solum in hoc saeculo sed et in futuro   hoog boven alle heerschappijen, machten, krachten en hoogheden en boven elke naam die genoemd wordt, niet alleen in deze maar ook in de toekomstige tijd.   21 Verre boven alle overheid, en macht, en kracht, en heerschappij, en allen naam, die genaamd wordt, niet alleen in deze wereld, maar ook in de toekomende;   [21] hoog boven alle heerschappijen*, machten, krachten en hoogheden, en boven elke naam die genoemd wordt, niet alleen in deze maar ook in de toekomstige wereld.   [21] hoog boven alle hemelse vorsten en heersers, alle machten en krachten en elke naam die genoemd wordt, niet alleen in deze wereld maar ook in de toekomstige. 21 hoog boven alle overheid, gezag, macht en heerschappij, en alle naam die wordt genoemd niet alleen in deze eeuw maar ook in de toekomstige. 21. bien au-dessus de toute Principauté, Puissance, Vertu, Seigneurie, et de tout autre nom qui se pourra nommer, non seulement dans ce siècle-ci, mais encore dans le siècle à venir.  

King James Bible. [21] Far above all principality, and power, and might, and dominion, and every name that is named, not only in this world, but also in that which is to come:
Luther-Bibel. 21 über alle Reiche, Gewalt, Macht, Herrschaft und alles, was sonst einen Namen hat, nicht allein in dieser Welt, sondern auch in der zukünftigen.

Tekstuitleg van Ef 1,21.

Ef 1,22 - Ef 1,22: Dankzegging en gebed - Ef 1,15-23 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Ef (Efese) -- Ef 1 -- Ef 1,15-23 -- Ef 1,15 - Ef 1,16 - Ef 1,17 - Ef 1,18 - Ef 1,19 - Ef 1,20 - Ef 1,21 - Ef 1,22 - Ef 1,23 -
Griekse tekst Vulgaat Hemelvaart ABC - Hemelvaart ABC - Hemelvaart ABC  Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
22kai panta upetaxen upo tous podas autou, kai auton edôken kefalèn uper panta tè ekklèsia, 22 et omnia subiecit sub pedibus eius et ipsum dedit caput supra omnia ecclesiae   Alles heeft God onder zijn voeten gelegd, en Hemzelf, verheven boven alles, heeft Hij als Hoofd gegeven aan de Kerk   22 En heeft alle dingen Zijn voeten onderworpen, en heeft Hem der Gemeente gegeven tot een Hoofd boven alle dingen;  [22] Alles heeft Hij onder zijn voeten gelegd*, en Hemzelf, verheven boven alles, heeft Hij als hoofd gegeven aan de kerk*,   [22] Hij heeft alles aan zijn voeten gelegd en hem als hoofd over alles aangesteld, voor de kerk,   22 ‘Alles heeft hij gelegd onder zijn voeten’ en hem heeft hij als hoofd gegeven over heel de kerk   22. Il a tout mis sous ses pieds, et l'a constitué, au sommet de tout, Tête pour l'Église,  

King James Bible. [22] And hath put all things under his feet, and gave him to be the head over all things to the church,
Luther-Bibel. 22 Und alles hat er unter seine Füße getan und hat ihn gesetzt der Gemeinde zum Haupt über alles,

Tekstuitleg van Ef 1,22.

Ef 1,23 - Ef 1,23: Dankzegging en gebed - Ef 1,15-23 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Ef (Efese) -- Ef 1 -- Ef 1,15-23 -- Ef 1,15 - Ef 1,16 - Ef 1,17 - Ef 1,18 - Ef 1,19 - Ef 1,20 - Ef 1,21 - Ef 1,22 - Ef 1,23 -
Griekse tekst Vulgaat Hemelvaart ABC - Hemelvaart ABC - Hemelvaart ABC  Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
23ètis estin to sôma autou, to plèrôma tou ta panta en pasin plèroumenou.   23 quae est corpus ipsius plenitudo eius qui omnia in omnibus adimpletur   die zijn lichaam is, de volheid van Hem, die het al in alles vervult.   23 Welke Zijn lichaam is, en de vervulling Desgenen, Die alles in allen vervult.   [23] die zijn lichaam* is, de volheid* van Hem die het al in alles vervult.  [23] die zijn lichaam is, de volheid van hem die alles in allen vervult.  23 die zijn lichaam is, de volheid van hem die alles in allen vervult.   23. laquelle est son Corps, la Plénitude de Celui qui est rempli, tout en tout. 

King James Bible. [23] Which is his body, the fulness of him that filleth all in all.
Luther-Bibel. 23 welche sein Leib ist, nämlich die Fülle dessen, der alles in allem erfüllt.

Tekstuitleg van Ef 1,23.


GRIEKSE TEKST

1 Παῦλος, ἀπόστολος Ἰησοῦ Χριστοῦ διὰ θελήματος Θεοῦ, τοῖς ἁγίοις τοῖς οὖσιν ἐν Ἐφέσῳ καὶ πιστοῖς ἐν Χριστῷ Ἰησοῦ· 2 χάρις ὑμῖν καὶ εἰρήνη ἀπὸ Θεοῦ πατρὸς ἡμῶν καὶ Κυρίου Ἰησοῦ Χριστοῦ. 3 Εὐλογητὸς ὁ Θεὸς καὶ πατὴρ τοῦ Κυρίου ἡμῶν Ἰησοῦ Χριστοῦ, ὁ εὐλογήσας ἡμᾶς ἐν πάσῃ εὐλογίᾳ πνευματικῇ ἐν τοῖς ἐπουρανίοις ἐν Χριστῷ, 4 καθὼς καὶ ἐξελέξατο ἡμᾶς ἐν αὐτῷ πρὸ καταβολῆς κόσμου εἶναι ἡμᾶς ἁγίους καὶ ἀμώμους κατενώπιον αὐτοῦ, ἐν ἀγάπῃ 5 προορίσας ἡμᾶς εἰς υἱοθεσίαν διὰ Ἰησοῦ Χριστοῦ εἰς αὐτόν, κατὰ τὴν εὐδοκίαν τοῦ θελήματος αὐτοῦ, 6 εἰς ἔπαινον δόξης τῆς χάριτος αὐτοῦ, ἐν ᾗ ἐχαρίτωσεν ἡμᾶς ἐν τῷ ἠγαπημένῳ, 7 ἐν ᾧ ἔχομεν τὴν ἀπολύτρωσιν διὰ τοῦ αἵματος αὐτοῦ, τὴν ἄφεσιν τῶν παραπτωμάτων, κατὰ τὸν πλοῦτον τῆς χάριτος αὐτοῦ, 8 ἧς ἐπερίσσευσεν εἰς ἡμᾶς ἐν πάσῃ σοφίᾳ καὶ φρονήσει, 9 γνωρίσας ἡμῖν τὸ μυστήριον τοῦ θελήματος αὐτοῦ κατὰ τὴν εὐδοκίαν αὐτοῦ, ἣν προέθετο ἐν αὐτῷ 10 εἰς οἰκονομίαν τοῦ πληρώματος τῶν καιρῶν, ἀνακεφαλαιώσασθαι τὰ πάντα ἐν τῷ Χριστῷ, τὰ ἐπὶ τοῖς οὐρανοῖς καὶ τὰ ἐπὶ τῆς γῆς, ἐν αὐτῷ, 11 ἐν ᾧ καὶ ἐκληρώθημεν προορισθέντες κατὰ πρόθεσιν τοῦ τὰ πάντα ἐνεργοῦντος κατὰ τὴν βουλὴν τοῦ θελήματος αὐτοῦ, 12 εἰς τὸ εἶναι ἡμᾶς εἰς ἔπαινον δόξης αὐτοῦ, τοὺς προηλπικότας ἐν Χριστῷ· 13 ἐν ᾧ καὶ ὑμεῖς ἀκούσαντες τὸν λόγον τῆς ἀληθείας, τὸ εὐαγγέλιον τῆς σωτηρίας ὑμῶν, ἐν ᾧ καὶ πιστεύσαντες ἐσφραγίσθητε τῷ Πνεύματι τῆς ἐπαγγελίας τῷ ἁγίῳ, 14 ὅς ἐστιν ἀρραβὼν τῆς κληρονομίας ἡμῶν, εἰς ἀπολύτρωσιν τῆς περιποιήσεως, εἰς ἔπαινον τῆς δόξης αὐτοῦ. 15 Διὰ τοῦτο κἀγώ, ἀκούσας τὴν καθ' ὑμᾶς πίστιν ἐν τῷ Κυρίῳ Ἰησοῦ καὶ τὴν ἀγάπην τὴν εἰς πάντας τοὺς ἁγίους, 16 οὐ παύομαι εὐχαριστῶν ὑπὲρ ὑμῶν μνείαν ὑμῶν ποιούμενος ἐπὶ τῶν προσευχῶν μου, 17 ἵνα ὁ Θεὸς τοῦ Κυρίου ἡμῶν Ἰησοῦ Χριστοῦ, ὁ πατὴρ τῆς δόξης, δώῃ ὑμῖν πνεῦμα σοφίας καὶ ἀποκαλύψεως ἐν ἐπιγνώσει αὐτοῦ, 18 πεφωτισμένους τοὺς ὀφθαλμοὺς τῆς καρδίας ὑμῶν εἰς τὸ εἰδέναι ὑμᾶς τίς ἐστιν ἡ ἐλπὶς τῆς κλήσεως αὐτοῦ, καὶ τίς ὁ πλοῦτος τῆς δόξης τῆς κληρονομίας αὐτοῦ ἐν τοῖς ἁγίοις, 19 καὶ τί τὸ ὑπερβάλλον μέγεθος τῆς δυνάμεως αὐτοῦ εἰς ἡμᾶς τοὺς πιστεύοντας κατὰ τὴν ἐνέργειαν τοῦ κράτους τῆς ἰσχύος αὐτοῦ, 20 ἣν ἐνήργησεν ἐν τῷ Χριστῷ ἐγείρας αὐτὸν ἐκ νεκρῶν, καὶ ἐκάθισεν ἐν δεξιᾷ αὐτοῦ ἐν τοῖς ἐπουρανίοις 21 ὑπεράνω πάσης ἀρχῆς καὶ ἐξουσίας καὶ δυνάμεως καὶ κυριότητος καὶ παντὸς ὀνόματος ὀνομαζομένου οὐ μόνον ἐν τῷ αἰῶνι τούτῳ, ἀλλὰ καὶ ἐν τῷ μέλλοντι· 22 καὶ πάντα ὑπέταξεν ὑπὸ τοὺς πόδας αὐτοῦ, καὶ αὐτὸν ἔδωκε κεφαλὴν ὑπὲρ πάντα τῇ ἐκκλησίᾳ, 23 ἥτις ἐστὶ τὸ σῶμα αὐτοῦ, τὸ πλήρωμα τοῦ τὰ πάντα ἐν πᾶσι πληρουμένου.

1paulos apostolos christou ièsou dia thelèmatos theou tois agiois tois ousin [en efesô] kai pistois en christô ièsou: 2charis umin kai eirènè apo theou patros èmôn kai kuriou ièsou christou. 3eulogètos o theos kai patèr tou kuriou èmôn ièsou christou, o eulogèsas èmas en pasè eulogia pneumatikè en tois epouraniois en christô, 4kathôs exelexato èmas en autô pro katabolès kosmou, einai èmas agious kai amômous katenôpion autou en agapè, 5proorisas èmas eis uiothesian dia ièsou christou eis auton, kata tèn eudokian tou thelèmatos autou, 6eis epainon doxès tès charitos autou ès echaritôsen èmas en tô ègapèmenô, 7en ô echomen tèn apolutrôsin dia tou aimatos autou, tèn afesin tôn paraptômatôn, kata to ploutos tès charitos autou, 8ès eperisseusen eis èmas en pasè sofia kai fronèsei 9gnôrisas èmin to mustèrion tou thelèmatos autou, kata tèn eudokian autou èn proetheto en autô 10eis oikonomian tou plèrômatos tôn kairôn, anakefalaiôsasthai ta panta en tô christô, ta epi tois ouranois kai ta epi tès gès: en autô, 11en ô kai eklèrôthèmen prooristhentes kata prothesin tou ta panta energountos kata tèn boulèn tou thelèmatos autou, 12eis to einai èmas eis epainon doxès autou tous proèlpikotas en tô christô: 13en ô kai umeis akousantes ton logon tès alètheias, to euaggelion tès sôtèrias umôn, en ô kai pisteusantes esfragisthète tô pneumati tès epaggelias tô agiô, 14o estin arrabôn tès klèronomias èmôn, eis apolutrôsin tès peripoièseôs, eis epainon tès doxès autou. 15dia touto kagô, akousas tèn kath umas pistin en tô kuriô ièsou kai tèn agapèn tèn eis pantas tous agious, 16ou pauomai eucharistôn uper umôn mneian poioumenos epi tôn proseuchôn mou, 17ina o theos tou kuriou èmôn ièsou christou, o patèr tès doxès, dôè umin pneuma sofias kai apokalupseôs en epignôsei autou, 18pefôtismenous tous ofthalmous tès kardias [umôn] eis to eidenai umas tis estin è elpis tès klèseôs autou, tis o ploutos tès doxès tès klèronomias autou en tois agiois, 19kai ti to uperballon megethos tès dunameôs autou eis èmas tous pisteuontas kata tèn energeian tou kratous tès ischuos autou 20èn enèrgèsen en tô christô egeiras auton ek nekrôn, kai kathisas en dexia autou en tois epouraniois 21uperanô pasès archès kai exousias kai dunameôs kai kuriotètos kai pantos onomatos onomazomenou ou monon en tô aiôni toutô alla kai en tô mellonti: 22kai panta upetaxen upo tous podas autou, kai auton edôken kefalèn uper panta tè ekklèsia, 23ètis estin to sôma autou, to plèrôma tou ta panta en pasin plèroumenou.


VULGAAT

1 Paulus apostolus Christi Iesu per voluntatem Dei sanctis omnibus qui sunt Ephesi et fidelibus in Christo Iesu 2 gratia vobis et pax a Deo Patre nostro et Domino Iesu Christo 3 benedictus Deus et Pater Domini nostri Iesu Christi qui benedixit nos in omni benedictione spiritali in caelestibus in Christo 4 sicut elegit nos in ipso ante mundi constitutionem ut essemus sancti et inmaculati in conspectu eius in caritate 5 qui praedestinavit nos in adoptionem filiorum per Iesum Christum in ipsum secundum propositum voluntatis suae 6 in laudem gloriae gratiae suae in qua gratificavit nos in dilecto 7 in quo habemus redemptionem per sanguinem eius remissionem peccatorum secundum divitias gratiae eius 8 quae superabundavit in nobis in omni sapientia et prudentia 9 ut notum faceret nobis sacramentum voluntatis suae secundum bonum placitum eius quod proposuit in eo 10 in dispensationem plenitudinis temporum instaurare omnia in Christo quae in caelis et quae in terra sunt in ipso 11 in quo etiam sorte vocati sumus praedestinati secundum propositum eius qui omnia operatur secundum consilium voluntatis suae 12 ut simus in laudem gloriae eius qui ante speravimus in Christo 13 in quo et vos cum audissetis verbum veritatis evangelium salutis vestrae in quo et credentes signati estis Spiritu promissionis Sancto 14 qui est pignus hereditatis nostrae in redemptionem adquisitionis in laudem gloriae ipsius 15 propterea et ego audiens fidem vestram quae est in Domino Iesu et dilectionem in omnes sanctos 16 non cesso gratias agens pro vobis memoriam vestri faciens in orationibus meis 17 ut Deus Domini nostri Iesu Christi Pater gloriae det vobis spiritum sapientiae et revelationis in agnitione eius 18 inluminatos oculos cordis vestri ut sciatis quae sit spes vocationis eius quae divitiae gloriae hereditatis eius in sanctis 19 et quae sit supereminens magnitudo virtutis eius in nos qui credidimus secundum operationem potentiae virtutis eius 20 quam operatus est in Christo suscitans illum a mortuis et constituens ad dexteram suam in caelestibus 21 supra omnem principatum et potestatem et virtutem et dominationem et omne nomen quod nominatur non solum in hoc saeculo sed et in futuro 22 et omnia subiecit sub pedibus eius et ipsum dedit caput supra omnia ecclesiae 23 quae est corpus ipsius plenitudo eius qui omnia in omnibus adimpletur