HANDELINGEN VAN DE APOSTELEN HOOFDSTUK 3 - Hnd 3 -
- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 3 -
- Hnd 3,11-26 -- Hnd 3,13-15.17-19 -

- Bibliografie - Literatuur - Liturgisch gebruik - Overzicht bijbelboeken - Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken - Overzicht van deze website -

Overzicht van Handelingen van de apostelen : Hnd (Handelingen) : overzicht , Hnd : woordgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Hnd : commentaar ,
Hnd 1 , Hnd 2 , Hnd 3 , Hnd 4 , Hnd 5 , Hnd 6 , Hnd 7 , Hnd 8 , Hnd 9 , Hnd 10 , Hnd 11 , Hnd 12 , Hnd 13 , Hnd 14 , Hnd 15 , Hnd 16 , Hnd 17 , Hnd 18 , Hnd 19 , Hnd 20 , Hnd 21 , Hnd 22 , Hnd 23 , Hnd 24 , Hnd 25 , Hnd 26 , Hnd 27 , Hnd 28 ,
Per pericope - Hnd 3,1-10 -- Hnd 3,11-26 -
- Hnd 3,1-10 : Een verlamde genezen bij de tempelpoort .
- Hnd 3,11-26 : Toespraak van Petrus .
Uitleg vers per vers
: - Hnd 3,1 - Hnd 3,2 - Hnd 3,3 - Hnd 3,4 - Hnd 3,5 - Hnd 3,6 - Hnd 3,7 - Hnd 3,8 - Hnd 3,9 - Hnd 3,10 - Hnd 3,11 - Hnd 3,12 - Hnd 3,13 - Hnd 3,14 - Hnd 3,15 - Hnd 3,16 - Hnd 3,17 - Hnd 3,18 - Hnd 3,19 - Hnd 3,20 - Hnd 3,21 - Hnd 3,22 - Hnd 3,23 - Hnd 3,24 - Hnd 3,25 - Hnd 3,26 -


Religie.opzijnbest.nl
ZOEKEN OP DEZE WEBSITE
PicoSearch
  Hulp
Verzorgd door PicoSearch
 
1. LXX , Griekse tekst N.T.   2. Vulgata   3. Synopsis Denaux - Vervenne  4. Statenvertaling   5. Willibrordvertaling   6. Nieuwe Vertaling   7. Naardense vertaling , zie
8. Bible de Jérusalem 9. Statenvertaling   10. King James Bible  - King James Bible 11. Luther-Bibel  (2)      

WEDERKERIGHEID (DIVERSITEIT - VICE VERSA) . Meer info : Arseen De Kesel . Email: arseen.de.kesel@pandora.be .
websitenamen : http://users.telenet.be/arseen.de.kesel/ en http://www.interlevensbeschouwelijk.be/index.htm
- STARTPAGINA - AGENDA - BIJ DE HAND - NIEUW - OVERZICHT -  TIJDSCHRIFTEN -
ALFABETISCH OVERZICHT VAN THEMA'S EN WEBSITES :
- A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z
HOOFDTHEMA'S : allochtonen , armoede , bahá'í ,  bezinningsteksten , bijbel , bijbel en koran , boeddhisme , christendom , extreemrechts ( Vlaams Blok ) , fundamentalisme , globalisering en antiglobalisering ,  hindoeïsme , interlevensbeschouwelijke dialoog , interreligieuze meditatie , islam , jodendom , koran , levensbeschouwing , levensbeschouwing / godsdienst en onderwijs , racisme , samenleving , sikhisme , spiritualiteit , tewerkstelling van allochtonen , vluchtelingen en asielzoekers , vrijzinnigheid , witte scholen , multiculturele scholen en concentratiescholen , Eigen-zinnige beschouwingen , Het kleine of grote ongenoegen

Woordenschat
Bibliografie
Literatuur .
Liturgisch gebruik
- Hnd 3,13-15.17-19 : 3de (derde) paaszondag B .
Overzicht van de bijbelboeken
- bijbeloverzicht , bijbelverwijzingen , Oude Testament , Pentateuch , Historische boeken , Profeten , Wijsheidsboeken , Nieuwe Testament , Evangelies , Synoptici , Brieven van Paulus , Apostolische brieven .
- OT : Gn (Genesis) , Ex (Exodus) , Lv (Leviticus) , Nu (Numeri) , Dt (Deuteronomium) , Joz (Jozua) , Re (Rechters) , Rt (Ruth) , 1 S (1 Samuël) , 2 S (2 Samuël) , 1 K (1 Koningen) , 2 K (2 Koningen) , 1 Kr ( 1 Kronieken) , 2 Kr (2 Kronieken) , Ezr (Ezra) , Neh (Nehemia) , Tob (Tobia) , Jdt (Judith) , Est (Esther) , 1 Mak (1 Makkabeeën) , 2 Mak (2 Makkabeeën) , Job , Ps (Psalmen ) , Spr (Spreuken) , Pr (Prediker) , Hl (Hooglied) , W (Wijsheid) , Sir (Sirach) , Js (Jesaja) , Jr (Jeremia) , Kl (Klaagliederen) , Bar (Baruch) , Ez (Ezechiël) , Da (Daniël) , Hos (Hosea) , Jl (Joël) , Am (Amos) , Ob (Obadja) , Jon (Jona) , Mi (Micha) , Nah (Nahum) , Hab (Habakuk) , Sef (Sefanja) , Hag (Haggai) , Zach (Zacharia) , Mal (Maleachi) .
- NT : Mt (Matteüs) - Mc (Marcus) - Lc (Lucas) - Joh (Johannes) - Hnd (Handelingen) , Rom (Rome) , 1 Kor (Korinte) , 2 Kor (Korinte) , Gal (Galatië) , Ef (Efese) , Fil (Filippi) , Kol (Kolosse) , 1 Tes (Tessalonika) , 2 Tes (Tessalonika) , 1 Tim (Timoteüs) , 2 Tim (Timoteüs) , Tit (Titus) , Film (Filemon) , Heb (Hebreeën) , Jak (Jakobus) , 1 Pe (Petrus) , 2 Pe (Petrus) , 1 Joh (Johannes) , 2 Joh (Johannes) , 2 Joh (Johannes) , Jud (Judas) , Apk (Apokalyps) .
Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken : - bibliografie bijbel - bibliografie van het Oude Testament - bibliografie Matteüsevangelie - bibliografie Marcusevangelie - bibliografie Lucasevangelie - bibliografie van het Johannesevangelie - bibliografie van het Nieuwe Testament (behalve evangeliën)
Hnd 3,1-10 : Een verlamde genezen bij de tempelpoort

Hnd 3,1-10 : Een verlamde genezen bij de tempelpoort - Hnd 3,1-10 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 3 -- Hnd 3,1 - Hnd 3,2 - Hnd 3,3 - Hnd 3,4 - Hnd 3,5 - Hnd 3,6 - Hnd 3,7 - Hnd 3,8 - Hnd 3,9 - Hnd 3,10 -

Er is een zekere overeenkomst in het schema van
1. Jezus / Petrus en Johannes op weg naar . Mt 9,1 / Hnd 3,1 .
2.
Lc 5,25 - Lc 5,26 Hnd 3,8 - Hnd 3,9 - Hnd 3,10 Hnd 9,35 Hnd 14,11
25b apèlthen eis ton oikon autou (hij ging weg naar zijn huis) 8b kai eisèlthen sun autois eis to hieron (en hij ging met hen de tempel binnen)    
doxazôn ton theon (God verheerlijkend) peripatôn kai hallomenos kai ainôn ton theon (wandelend en springend en God lovend)    
26. kai ekstasis elaben hapantes ... kai eplèsthèsan fobou (en ontsteltenis benam allen... en zij werden vervuld van vrees) 10b kai eplèsthèsan thambous kai ekstaseôs epi ... (en zij werden vervuld van verbazing en ontsteltenis over...)    
26b hoti eidomen paradoxa sèmeron (want we hebben wonderbare dingen gezien vandaag) 9. kai eiden pas ho laos auton ... (en heel het volk zag hem...) kai eidan pantes hoi katoikountes Ludda kai ton Sarôna (en al de bewoners van Lyda en Sarone zagen het) hoi te ochloi idontes ho epoisen Paulos (en de menigten ziende wat Paulus had gedaan)
67. Genezing van de lamme : Mc 2,1-12 - Lc 5,17-26 - Mt 9,1-8   Een verlamde genezen bij de tempelpoort : Hnd 3,1-10   Petrus in Lydda en Joppe : Hnd 9,32-43  In Lystra : Hnd 14,8-20  

 

Hnd 3,1 - Hnd 3,1 : Een verlamde genezen bij de tempelpoort - Hnd 3,1-10 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 3 -- Hnd 3,1 - Hnd 3,2 - Hnd 3,3 - Hnd 3,4 - Hnd 3,5 - Hnd 3,6 - Hnd 3,7 - Hnd 3,8 - Hnd 3,9 - Hnd 3,10 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
 1 petros de kai iôannès anebainon eis to ieron epi tèn ôran tès proseuchès tèn enatèn. 1 Petrus autem et Iohannes ascendebant in templum ad horam orationis nonam    1 Petrus nu en Johannes gingen te zamen op naar den tempel, omtrent de ure des gebeds, zijnde de negende ure;  [1] Eens gingen Petrus en Johannes op de gebedstijd* – het negende uur – naar de tempel.   [1] Op een dag gingen Petrus en Johannes zoals gewoonlijk omstreeks het negende uur naar de tempel voor het middaggebed.  1 ¶ Petrus en Johannes zijn opgeklommen naar het heiligdom, tegen het gebedsuur dat het negende heet.  1. Pierre et Jean montaient au Temple pour la prière de la neuvième heure. 

King James Bible . [1] Now Peter and John went up together into the temple at the hour of prayer, being the ninth hour.
Luther-Bibel . 3 1 Petrus aber und Johannes gingen hinauf in den Tempel um die neunte Stunde, zur Gebetszeit.

Tekstuitleg van Hnd 3,1 .

8. hieron (tempel) . Verwijzing : hieron (tempel) , zie Lc 24,53 . Nominatief of accusatief onzijdig enkelvoud. In veertig verzen in de bijbel . In twintig verzen in het O.T. . In twintig (2 + 2 + 3 + 2 + 11) verzen in het N.T. : Mt (2) , Mc (2) , Lc (3) , Joh (2) . In elf verzen in Hnd komt de accusatief onzijdig enkelvoud voor . In acht verzen is dat in de uitdrukking eis to hieron (naar de tempel) met een werkwoordvorm van een werkwoord 'gaan' . In zeven van die verzen staat een werkwoord met een voorvoegsel eis... , in één ervan met het voorvoegsel ana... (op...) .
(1) Hnd 3,1 : anebainon eis to hieron = zij klommen op naar de tempel .
(2) Hnd 3,2 : para tôn eisporeuomenôn eis to hieron = vanwege hen die zich naar de tempel begeven .
(3) Hnd 3,3 : eisienai eis to hieron = binnen te gaan naar de tempel .
(4) Hnd 3,8 : kai eisèlthen sun autois eis to hieron = en hij ging met hen naar binnen naar de tempel .
(5) Hnd 5,21 : eisèlthon ... eis to hieron = gingen zij naar de tempel .
(6) Hnd 19,27 : de tempel van de grote godin Artemis .
(7) Hnd 21,26 : eisèei eis to hieron : hij ging binnen naar de tempel ..
(8) Hnd 21,28 : eisègagen eis to hieron = hij leidde hen naar de tempel ..
(9) Hnd 21,29 : eis to hieron eisègagen ho Paulos = naar de tempel leidde Paulus .
(10) Hnd 24,6 : die de tempel trachtte te bezoedelen .
(11) Hnd 25,8 : noch tegen de tempel heb ik iets misdaan .

Hnd 3,2 - Hnd 3,2 : Een verlamde genezen bij de tempelpoort - Hnd 3,1-10 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 3 -- Hnd 3,1 - Hnd 3,2 - Hnd 3,3 - Hnd 3,4 - Hnd 3,5 - Hnd 3,6 - Hnd 3,7 - Hnd 3,8 - Hnd 3,9 - Hnd 3,10 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
2 kai tis anèr chôlos ek koilias mètros autou uparchôn ebastazeto, on etithoun kath èmeran pros tèn thuran tou ierou tèn legomenèn ôraian tou aitein eleèmosunèn para tôn eisporeuomenôn eis to ieron: 2 et quidam vir qui erat claudus ex utero matris suae baiulabatur quem ponebant cotidie ad portam templi quae dicitur Speciosa ut peteret elemosynam ab introeuntibus in templum    2 En een zeker man, die kreupel was van zijner moeders lijf, werd gedragen, welken zij dagelijks zetten aan de deur des tempels, genaamd de Schone, om een aalmoes te begeren van degenen, die in den tempel gingen;  [2] Nu was er een man, al vanaf de moederschoot verlamd, die elke dag daarheen werd gedragen en bij de tempelingang, die de Schone* heet, werd neergezet om een aalmoes te vragen aan de mensen die de tempel ingingen.   [2] Men had ook een man die al sinds zijn geboorte verlamd was naar de tempel gebracht; hij werd daar elke dag neergelegd bij de poort die de Schone heet, om te bedelen bij de bezoekers van de tempel.   2 Ook zomaar een man die sinds de schoot van zijn moeder lam is, is daarheen gedragen: hem zetten ze dag aan dag neer voor de poort van het heiligdom welke ‘die van het gebedsuur’ heet,– om een aalmoes te vragen aan wie op het punt staan het heiligdom binnen te treden.  2. Or on apportait un impotent de naissance qu'on déposait tous les jours à la porte du Temple appelée la Belle, pour demander l'aumône à ceux qui y entraient.  

King James Bible . [2] And a certain man lame from his mother's womb was carried, whom they laid daily at the gate of the temple which is called Beautiful, to ask alms of them that entered into the temple;
Luther-Bibel . 2 Und es wurde ein Mann herbeigetragen, lahm von Mutterleibe; den setzte man täglich vor die Tür des Tempels, die da heißt die Schöne, damit er um Almosen bettelte bei denen, die in den Tempel gingen.

Tekstuitleg van Hnd 3,2 . Dit vers Hnd 3,2 telt 31 woorden en 159 letters . De getalwaarde van Hnd 3,2 is 19128 (2 X 2 X 2 X 3 X 797) .

- Hnd 3,2 : kai tis anèr chôlos ek koilias mètros autou
- Hnd 14,8 : kai tis anèr chôlos ek koilias mètros autou

1. kai (en) . Er heeft verandering van personage plaats .

3. anèr (man) . Verwijzing : anèr (man) , zie Lc 5,12 . Het komt in 480 verzen in de bijbel voor . In 432 verzen in het O.T. . In achtenveertig verzen in het N.T. . In negen verzen bij Lucas : In veertien verzen in Hnd :
(1) Hnd 3,2 (kai tis anèr chôlos... = en een man , lam ...) .
(2) Hnd 5,1 (anèr de tis Ananias onomati = een man echter, Ananias met name) .
(3) Hnd 8,9 (anèr de tis onomati Sumeôn = een man echter, met name Simeon) .
(4) Hnd 8,27 (kai idou anèr Aithiops = en zie een Ethiopisch man) .
(5) Hnd 10,1 (anèr de tis en Kaisareiai onomati Kornèlios = een man echter in Caesarea, met name Cornelius) .
(6) Hnd 10,28 (Cornelius - anèr dikaios kai foboumenos ton theon = een rechtvaardig en godvrezend man) .
(7) Hnd 10,30 (kai idou anèr - Paulus - = en zie een man) .
(8) Hnd 11,24 (Barnabas - hoti èn anèr agathos kai plèrès pneumatos hagiou kai pisteôs = want hij was een goed man en vol van heilige geest en van geloof) .
(9) Hnd 14,8 (kai tis anèr = en een man) .
(10) Hnd 16,9 (anèr Makedôn tis = een Macedoniër) .
(11) Hnd 18,24 (Apollo - anèr logios = een welbespraakt man) .
(12) Hnd 22,3 (egô eimi anèr Ioudaios = ik ben een jood) .
(13) Hnd 22,12 (Ananias de tis, anèr eulabès... = Een Ananias, een godsvruchtig man) .
(14) Hnd 25,14 (anèr tis = welke man) .
In vijf van de veertien verzen in Hnd staat anèr (man) vooraan de zin : (2) Hnd 5,1 . (3) Hnd 8,9 . (5) Hnd 10,1 . (10) Hnd 16,9 . (14) Hnd 25,14 . In drie verzen ervan (2) Hnd 5,1 . (3) Hnd 8,9 . (5) Hnd 10,1 .Het woord anèr (man) wordt gevolgd door het partikel de (echter) en het onbepaald voornaamwoord tis (een bepaald iemand) . In deze drie verzen wordt dan de concrete naam gegeven : (2) Hnd 5,1 (anèr de tis Ananias onomati = een man echter, Ananias met name) . (3) Hnd 8,9 (anèr de tis onomati Sumeôn = een man echter, met name Simeon) . (5) Hnd 10,1 (anèr de tis en Kaisareiai onomati Kornèlios = een man echter in Caesarea, met name Cornelius) . Deze constructie vinden we ook in Hnd 18,24 waar Ioudaious (jood) het woord anèr (man) vervangt ; wellicht omdat anèr (man) nog verder in de zin vermeld wordt . Hnd 18,24 (Ioudaios de tis Apollôs onomati = een jood echter , Apollo met name ) .

1. - 3. De constructie kai tis anèr (en een man) komt tweemaal in Hnd voor : (1) Hnd 3,2 . (2) Hnd 14,8 . In beide teksten staat het aan het begin van een vers en van de beschrijving van de noodlijdende . In deze beide teksten gaat het om de genezing van een lamme : Hnd 3,1-10 en Hnd 14,8-20 . In deze beide teksten draagt de man geen naam of wordt zijn afkomst niet vermeld .

5. - 8. ek koilias mètros autou : vanaf zijn moederschoot .
- koilias (van de moederschoot) . Genitief vrouwelijk enkelvoud . In achtenvijftig verzen in de bijbel . In zeven verzen in het N.T. : (1) Mt 19,12 . (2) Lc 1,15 . (3) Lc 1,42 . (4) Joh 7,38 . (5) Hnd 3,2 . (6) Hnd 14,8 . (7) Gal 1,15 . Verwijzing : bhâtèn (moederschoot) , zie Jr 1,5 .

13. - 14. kath' hèmeran (dagelijks) . NT (17) : (1) Mt 26,55 . (2) Mc 14,49 . (3) Lc 9,23 . (4) Lc 11,3 . (5) Lc 16,19 . (6) Lc 19,47 . (7) Lc 22,53 . (8) Hnd 2,46 . (9) Hnd 2,47 . (10) Hnd 3,2 . (11) Hnd 16,5 . (12) Hnd 17,11 . () Hnd 17,17 (kata pasan hèmeran = gedurende elke dag) . (13) Hnd 19,9 . In vier verzen in de andere boeken van het NT . pasan te hèmeran (ook iedere dag) . NT (1) : Hnd 5,42 . pasan hèmeran (elke dag) . NT (2) : (1) Hnd 17,17 . (2) Rom 14,5 .

31. hieron (tempel) . Verwijzing : hieron (tempel) , zie Lc 24,53 . Nominatief of accusatief onzijdig enkelvoud. In veertig verzen in de bijbel . In twintig verzen in het O.T. . In twintig (2 + 2 + 3 + 2 + 11) verzen in het N.T. : Mt (2) , Mc (2) , Lc (3) , Joh (2) . In elf verzen in Hnd komt de accusatief onzijdig enkelvoud voor . In acht verzen is dat in de uitdrukking eis to hieron (naar de tempel) met een werkwoordvorm van een werkwoord 'gaan' . In zeven van die verzen staat een werkwoord met een voorvoegsel eis... , in één ervan met het voorvoegsel ana... (op...) .
(1) Hnd 3,1 : anebainon eis to hieron = zij klommen op naar de tempel .
(2) Hnd 3,2 : para tôn eisporeuomenôn eis to hieron = vanwege hen die zich naar de tempel begeven .
(3) Hnd 3,3 : eisienai eis to hieron = binnen te gaan naar de tempel .
(4) Hnd 3,8 : kai eisèlthen sun autois eis to hieron = en hij ging met hen naar binnen naar de tempel .
(5) Hnd 5,21 : eisèlthon ... eis to hieron = gingen zij naar de tempel .
(6) Hnd 19,27 : de tempel van de grote godin Artemis .
(7) Hnd 21,26 : eisèei eis to hieron : hij ging binnen naar de tempel ..
(8) Hnd 21,28 : eisègagen eis to hieron = hij leidde hen naar de tempel ..
(9) Hnd 21,29 : eis to hieron eisègagen ho Paulos = naar de tempel leidde Paulus .
(10) Hnd 24,6 : die de tempel trachtte te bezoedelen .
(11) Hnd 25,8 : noch tegen de tempel heb ik iets misdaan .

Hnd 3,3 - Hnd 3,3 : Een verlamde genezen bij de tempelpoort - Hnd 3,1-10 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 3 -- Hnd 3,1 - Hnd 3,2 - Hnd 3,3 - Hnd 3,4 - Hnd 3,5 - Hnd 3,6 - Hnd 3,7 - Hnd 3,8 - Hnd 3,9 - Hnd 3,10 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
3 os idôn petron kai iôannèn mellontas eisienai eis to ieron èrôta eleèmosunèn labein.   3 is cum vidisset Petrum et Iohannem incipientes introire in templum rogabat ut elemosynam acciperet    3 Welke, Petrus en Johannes ziende, als zij in den tempel zouden ingaan, bad, dat hij een aalmoes mocht ontvangen.  [3] Toen hij Petrus en Johannes zag, die juist de tempel wilden binnengaan, vroeg hij om een aalmoes.  [3] Toen hij zag dat Petrus en Johannes de tempel wilden binnengaan, vroeg hij om een aalmoes.   3 Hij ziet Petrus en Johannes op het punt het heiligdom binnen te gaan,– en heeft gevraagd dat hij een aalmoes mocht krijgen.   3. Voyant Pierre et Jean sur le point de pénétrer dans le Temple, il leur demanda l'aumône. 

King James Bible . [3] Who seeing Peter and John about to go into the temple asked an alms.
Luther-Bibel . 3 Als er nun Petrus und Johannes sah, wie sie in den Tempel hineingehen wollten, bat er um ein Almosen.

Tekstuitleg van Hnd 3,3 .

10. hieron (tempel) . Verwijzing : hieron (tempel) , zie Lc 24,53 . Nominatief of accusatief onzijdig enkelvoud. In veertig verzen in de bijbel . In twintig verzen in het O.T. . In twintig (2 + 2 + 3 + 2 + 11) verzen in het N.T. : Mt (2) , Mc (2) , Lc (3) , Joh (2) . In elf verzen in Hnd komt de accusatief onzijdig enkelvoud voor . In acht verzen is dat in de uitdrukking eis to hieron (naar de tempel) met een werkwoordvorm van een werkwoord 'gaan' . In zeven van die verzen staat een werkwoord met een voorvoegsel eis... , in één ervan met het voorvoegsel ana... (op...) .
(1) Hnd 3,1 : anebainon eis to hieron = zij klommen op naar de tempel .
(2) Hnd 3,2 : para tôn eisporeuomenôn eis to hieron = vanwege hen die zich naar de tempel begeven .
(3) Hnd 3,3 : eisienai eis to hieron = binnen te gaan naar de tempel .
(4) Hnd 3,8 : kai eisèlthen sun autois eis to hieron = en hij ging met hen naar binnen naar de tempel .
(5) Hnd 5,21 : eisèlthon ... eis to hieron = gingen zij naar de tempel .
(6) Hnd 19,27 : de tempel van de grote godin Artemis .
(7) Hnd 21,26 : eisèei eis to hieron : hij ging binnen naar de tempel ..
(8) Hnd 21,28 : eisègagen eis to hieron = hij leidde hen naar de tempel ..
(9) Hnd 21,29 : eis to hieron eisègagen ho Paulos = naar de tempel leidde Paulus .
(10) Hnd 24,6 : die de tempel trachtte te bezoedelen .
(11) Hnd 25,8 : noch tegen de tempel heb ik iets misdaan .

Hnd 3,4 - Hnd 3,4 : Een verlamde genezen bij de tempelpoort - Hnd 3,1-10 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 3 -- Hnd 3,1 - Hnd 3,2 - Hnd 3,3 - Hnd 3,4 - Hnd 3,5 - Hnd 3,6 - Hnd 3,7 - Hnd 3,8 - Hnd 3,9 - Hnd 3,10 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
4 atenisas de petros eis auton sun tô iôannè eipen, blepson eis èmas.   4 intuens autem in eum Petrus cum Iohanne dixit respice in nos    4 En Petrus, sterk op hem ziende, met Johannes, zeide: Zie op ons.  [4] Petrus keek hem doordringend aan, evenals Johannes, en zei: ‘Kijk ons eens aan!’   [4] Petrus richtte zijn blik op hem, evenals Johannes, en zei: ‘Kijk ons aan.’   4 Petrus staart hem aan, Johannes ook, en zegt: kijk ons aan!   4. Alors Pierre fixa les yeux sur lui, ainsi que Jean, et dit : « Regarde-nous. »  

King James Bible . [4] And Peter, fastening his eyes upon him with John, said, Look on us.
Luther-Bibel . 4 Petrus aber blickte ihn an mit Johannes und sprach: Sieh uns an!

Tekstuitleg van Hnd 3,4

1. atenisas (strak aangekeken) . Participium aorist nominatief mannelijk enkelvoud . atenizô : gespannen / strak aankijken . In zeven verzen in de bijbel . Enkel in Hnd : (1)

Hnd 3,5 - Hnd 3,5 : Een verlamde genezen bij de tempelpoort - Hnd 3,1-10 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 3 -- Hnd 3,1 - Hnd 3,2 - Hnd 3,3 - Hnd 3,4 - Hnd 3,5 - Hnd 3,6 - Hnd 3,7 - Hnd 3,8 - Hnd 3,9 - Hnd 3,10 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
5 o de epeichen autois prosdokôn ti par autôn labein. 5 at ille intendebat in eos sperans se aliquid accepturum ab eis     5 En hij hield de ogen op hen, verwachtende, dat hij iets van hen zou ontvangen. schilderij van Masolino: Petrus geneest een lamme  [5] Hij hield het oog op hen gericht, in de veronderstelling iets van hen te krijgen.   [5] De bedelaar keek naar hen op, in de verwachting iets van hen te krijgen.  5 Hij heeft zich bij hen gehouden, verwachtend dat hij iets van hen zou krijgen.  5. Il tenait son regard attaché sur eux, s'attendant à en recevoir quelque chose. 

King James Bible . [5] And he gave heed unto them, expecting to receive something of them.
Luther-Bibel . 5 Und er sah sie an und wartete darauf, dass er etwas von ihnen empfinge.

Tekstuitleg van Hnd 3,5 .
Hnd 3,6 - Hnd 3,6 : Een verlamde genezen bij de tempelpoort - Hnd 3,1-10 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 3 -- Hnd 3,1 - Hnd 3,2 - Hnd 3,3 - Hnd 3,4 - Hnd 3,5 - Hnd 3,6 - Hnd 3,7 - Hnd 3,8 - Hnd 3,9 - Hnd 3,10 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
6 eipen de petros, argurion kai chrusion ouch uparchei moi, o de echô touto soi didômi: en tô onomati ièsou christou tou nazôraiou [egeire kai] peripatei.  6 Petrus autem dixit argentum et aurum non est mihi quod autem habeo hoc tibi do in nomine Iesu Christi Nazareni surge et ambula    6 En Petrus zeide: Zilver en goud heb ik niet, maar hetgeen ik heb, dat geve ik u; in den Naam van Jezus Christus, den Nazarener, sta op en wandel!  [6] Maar Petrus zei: ‘Zilver en goud bezit ik niet, maar wat ik heb, dat geef ik u: in naam van Jezus Christus de Nazoreeër*, kom overeind en loop.’  [6] Maar Petrus zei: ‘Geld heb ik niet, maar wat ik wel heb, geef ik u: in de naam van Jezus Christus van Nazaret, sta op en loop.’  6 Maar Petrus zegt: zilver en goud behoort mij niet toe, maar wat ik heb, dát geef ik je: in de naam van Jezus Christus, de Nazoreeër: loop!  6. Mais Pierre dit : « De l'argent et de l'or, je n'en ai pas, mais ce que j'ai, je te le donne : au nom de Jésus Christ le Nazôréen, marche ! » 

King James Bible . [6] Then Peter said, Silver and gold have I none; but such as I have give I thee: In the name of Jesus Christ of Nazareth rise up and walk.
Luther-Bibel . 6 Petrus aber sprach: Silber und Gold habe ich nicht; was ich aber habe, das gebe ich dir: Im Namen Jesu Christi von Nazareth steh auf und geh umher!

Tekstuitleg van Hnd 3,6 .
Hnd 3,7 - Hnd 3,7 : Een verlamde genezen bij de tempelpoort - Hnd 3,1-10 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 3 -- Hnd 3,1 - Hnd 3,2 - Hnd 3,3 - Hnd 3,4 - Hnd 3,5 - Hnd 3,6 - Hnd 3,7 - Hnd 3,8 - Hnd 3,9 - Hnd 3,10 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
7 kai piasas auton tès dexias cheiros ègeiren auton: parachrèma de estereôthèsan ai baseis autou kai ta sfudra,  7 et adprehensa ei manu dextera adlevavit eum et protinus consolidatae sunt bases eius et plantae    7 En hem grijpende bij de rechterhand richtte hij hem op, en terstond werden zijn voeten en enkelen vast.  [7] Hij pakte hem bij zijn rechterhand en hielp hem overeind. Meteen kwam er kracht in zijn voeten en enkels;   [7] Hij pakte hem bij zijn rechterhand om hem overeind te helpen. Onmiddellijk kwam er kracht in zijn voeten en enkels.   7 Hij vat hem bij de rechterhand en richt hem op; op slag worden zijn voeten sterk en zijn enkels ook;   7. Et le saisissant par la main droite, il le releva. A l'instant ses pieds et ses chevilles s'affermirent ; 

King James Bible . [7] And he took him by the right hand, and lifted him up: and immediately his feet and ancle bones received strength.
Luther-Bibel . 7 Und er ergriff ihn bei der rechten Hand und richtete ihn auf. Sogleich wurden seine Füße und Knöchel fest,

Tekstuitleg van Hnd 3,6 . Dit vers Hnd 3,6 telt 25 (5 X 5) woorden en 118 (2 X 59) letters . De getalwaarde van Hnd 3,6 is 16256 (2 X 2 X 2 X 2 X 2 X 2 X 2 X 127) .

18. onomati (met naam) . Verwijzing : onoma (naam) , zie Lc 23,50 . Datief onzijdig enkelvoud van het zelfstandig naamwoord onoma (naam) . In 260 verzen in de bijbel . In 168 verzen in het O.T. . In tweeënnegentig verzen in het N.T. . In zestien verzen in Lc . In vijfendertig verzen in Hnd : (1) Hnd 2,38 . (2) Hnd 3,6 . (3) Hnd 4,7 . (4) Hnd 4,10 . (5) Hnd 4,17 . (6) Hnd 4,18 . (7) Hnd 5,1 . (8) Hnd 5,28 . (9) Hnd 5,34 . (10) Hnd 5,40 . (11) Hnd 8,9 . (12) Hnd 9,10 . (13) Hnd 9,11 . (14) Hnd 9,12 . (15) Hnd 9,27 . (16) Hnd 9,28 . (17) Hnd 9,33 . (18) Hnd 9,36 . (19) Hnd 10,1 . (20) Hnd 10,48 . (21) Hnd 11,28 . (22) Hnd 12,13 . (23) Hnd 15,14 . (24) Hnd 16,1 . (25) Hnd 16,14 . (26) Hnd 16,18 . (27) Hnd 17,34 . (28) Hnd 18,2 . (29) Hnd 18,7 . (30) Hnd 18,24 . (31) Hnd 19,24 . (32) Hnd 20,9 . (33) Hnd 21,10 . (34) Hnd 27,1 . (35) Hnd 28,7 .

16. - 18. en tôi onomati (in de naam) . In zesentwintig verzen in het N.T. . Mt (1) . Mc (2) . Lc (1) . Joh (12) . In zes verzen in Hnd : (1) (2) Hnd 3,6 . (2) (4) Hnd 4,10 . (3) (15) Hnd 9,27 . (4) (16) Hnd 9,28 . (5) (20) Hnd 10,48 . (6) (26) Hnd 16,18 . Andere boeken (4) .

16. - 20. en tôi onomati Ièsou Christou (in de naam van Jezus Christus) . In drie verzen in het N.T. : (1) Hnd 3,6 . (2) Hnd 4,10 . (3) Hnd 16,18 .

16. - 22. en tôi onomati Ièsou Christou tou Nazôraiou (in de naam van Jezus Christus de Nazarener) . In twee verzen in het N.T. : (1) Hnd 3,6 . (2) Hnd 4,10 .
Hnd 3,8 - Hnd 3,8 : Een verlamde genezen bij de tempelpoort - Hnd 3,1-10 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 3 -- Hnd 3,1 - Hnd 3,2 - Hnd 3,3 - Hnd 3,4 - Hnd 3,5 - Hnd 3,6 - Hnd 3,7 - Hnd 3,8 - Hnd 3,9 - Hnd 3,10 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
8 kai exallomenos estè kai periepatei, kai eisèlthen sun autois eis to ieron peripatôn kai allomenos kai ainôn ton theon.   8 et exiliens stetit et ambulabat et intravit cum illis in templum ambulans et exiliens et laudans Dominum     8 En hij, opspringende, stond en wandelde, en ging met hen in den tempel, wandelende en springende, en lovende God.   [8] met een sprong ging hij staan en hij liep en hij ging met hen de tempel binnen, lopend en springend en God prijzend.  [8] Hij sprong op, ging staan en begon te lopen. Daarna ging hij samen met hen de tempel binnen, lopend en springend en God lovend.  8 hij springt op en blijft stáán; hij kan lopen en komt met hen het heiligdom binnen, lopend, springend en God lovend!  8. d'un bond il fut debout, et le voilà qui marchait. Il entra avec eux dans le Temple, marchant, gambadant et louant Dieu. 

King James Bible . [8] And he leaping up stood, and walked, and entered with them into the temple, walking, and leaping, and praising God.
Luther-Bibel . 8 er sprang auf, konnte gehen und stehen und ging mit ihnen in den Tempel, lief und sprang umher und lobte Gott.

Tekstuitleg van Hnd 3,8

12. hieron (tempel) . Verwijzing : hieron (tempel) , zie Lc 24,53 . Nominatief of accusatief onzijdig enkelvoud. In veertig verzen in de bijbel . In twintig verzen in het O.T. . In twintig (2 + 2 + 3 + 2 + 11) verzen in het N.T. : Mt (2) , Mc (2) , Lc (3) , Joh (2) . In elf verzen in Hnd komt de accusatief onzijdig enkelvoud voor . In acht verzen is dat in de uitdrukking eis to hieron (naar de tempel) met een werkwoordvorm van een werkwoord 'gaan' . In zeven van die verzen staat een werkwoord met een voorvoegsel eis... , in één ervan met het voorvoegsel ana... (op...) .
(1) Hnd 3,1 : anebainon eis to hieron = zij klommen op naar de tempel .
(2) Hnd 3,2 : para tôn eisporeuomenôn eis to hieron = vanwege hen die zich naar de tempel begeven .
(3) Hnd 3,3 : eisienai eis to hieron = binnen te gaan naar de tempel .
(4) Hnd 3,8 : kai eisèlthen sun autois eis to hieron = en hij ging met hen naar binnen naar de tempel .
(5) Hnd 5,21 : eisèlthon ... eis to hieron = gingen zij naar de tempel .
(6) Hnd 19,27 : de tempel van de grote godin Artemis .
(7) Hnd 21,26 : eisèei eis to hieron : hij ging binnen naar de tempel ..
(8) Hnd 21,28 : eisègagen eis to hieron = hij leidde hen naar de tempel ..
(9) Hnd 21,29 : eis to hieron eisègagen ho Paulos = naar de tempel leidde Paulus .
(10) Hnd 24,6 : die de tempel trachtte te bezoedelen .
(11) Hnd 25,8 : noch tegen de tempel heb ik iets misdaan .

17. ainôn (prijzend) . In twee verzen in het N.T. . Plaatsnaam Aenon : Joh 3,23 . Participium praesens nominatief mannelijk enkelvoud : Hnd 3,8 . Verwijzing : aineô (loven, prijzen) , zie Lc 24,53 .

18. 19. ton theon (God) . Accusatief enkelvoud . Lijdend voorwerp . Verwijzing : theos (God) , zie Lc 24,53 . In combinatie met het werkwoord aineô (loven, prijzen) .

Hnd 3,9 - Hnd 3,9 : Een verlamde genezen bij de tempelpoort - Hnd 3,1-10 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 3 -- Hnd 3,1 - Hnd 3,2 - Hnd 3,3 - Hnd 3,4 - Hnd 3,5 - Hnd 3,6 - Hnd 3,7 - Hnd 3,8 - Hnd 3,9 - Hnd 3,10 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
ainounta  ton theon thambous kai ekstaseôs epi tôi sumbebèkoti autôi 9 kai eiden pas o laos auton peripatounta kai ainounta ton theon, 9 et vidit omnis populus eum ambulantem et laudantem Deum    9 En al het volk zag hem wandelen en God loven.   [9] Al het volk zag hem lopen en God prijzen.  [9] Alle tempelbezoekers zagen hem lopen en hoorden hem God loven.  9 Heel de gemeenschap ziet hem lopen en God loven;   9. Tout le peuple le vit marcher et louer Dieu ;  

King James Bible . [9] And all the people saw him walking and praising God:
Luther-Bibel . 9 Und es sah ihn alles Volk umhergehen und Gott loben.

Tekstanalyse van Hnd 3,9

9. ainounta (prijzend) . Accusatief enkelvoud . Slechts in één vers in de bijbel : Hnd 3,9 .

10. 11. ton theon (God) . Accusatief enkelvoud . Lijdend voorwerp . Verwijzing : theos (God) , zie Lc 24,53 . In combinatie met het werkwoord aineô (loven, prijzen) .

Hnd 3,10 - Hnd 3,10 : Een verlamde genezen bij de tempelpoort - Hnd 3,1-10 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 3 -- Hnd 3,1 - Hnd 3,2 - Hnd 3,3 - Hnd 3,4 - Hnd 3,5 - Hnd 3,6 - Hnd 3,7 - Hnd 3,8 - Hnd 3,9 - Hnd 3,10 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
10 epeginôskon de auton oti autos èn o pros tèn eleèmosunèn kathèmenos epi tè ôraia pulè tou ierou, kai eplèsthèsan thambous kai ekstaseôs epi tô su mbebèkoti autô. 10 cognoscebant autem illum quoniam ipse erat qui ad elemosynam sedebat ad Speciosam portam templi et impleti sunt stupore et extasi in eo quod contigerat illi     10 En zij kenden hem, dat hij die was, die om een aalmoes gezeten had aan de Schone poort des tempels; en zij werden vervuld met verbaasdheid en ontzetting over hetgeen hem geschied was.   [10] Ze herkenden hem als de man die altijd bij de Schone Poort van de tempel zat voor een aalmoes, en ze werden verschrikt en verrukt door wat er met hem gebeurd was.   [10] Ze herkenden hem als de bedelaar die altijd bij de tempelpoort had gezeten en waren buiten zichzelf van verbazing over wat er met hem was gebeurd.  10 ze hebben hem herkend: hij was het die voor z’n aalmoes neerzat bij de gebedsuur–poort van het heiligdom, en zij worden vervuld van verbazing en verrukking over wat hem is overkomen.   10. on le reconnaissait : c'était bien lui qui demandait l'aumône, assis à la Belle Porte du Temple. Et l'on fut rempli d'effroi et de stupeur au sujet de ce qui lui était arrivé.  

King James Bible . [10] And they knew that it was he which sat for alms at the Beautiful gate of the temple: and they were filled with wonder and amazement at that which had happened unto him.
Luther-Bibel . 10 Sie erkannten ihn auch, dass er es war, der vor der Schönen Tür des Tempels gesessen und um Almosen gebettelt hatte; und Verwunderung und Entsetzen erfüllte sie über das, was ihm widerfahren war.

Tekstuitleg van Hnd 3,10 .

Hnd 3,11-26 : Toespraak van Petrus : Hnd 3,11-26 -- Hnd 3 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 3 -- Hnd 3,11 - Hnd 3,12 - Hnd 3,13 - Hnd 3,14 - Hnd 3,15 - Hnd 3,16 - Hnd 3,17 - Hnd 3,18 - Hnd 3,19 - Hnd 3,20 - Hnd 3,21 - Hnd 3,22 - Hnd 3,23 - Hnd 3,24 - Hnd 3,25 - Hnd 3,26 -

Hnd 3,11 - Hnd 3,11 : Hnd 3,11-26 : Toespraak van Petrus : Hnd 3,11-26 -- Hnd 3 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 3 -- Hnd 3,11 - Hnd 3,12 - Hnd 3,13 - Hnd 3,14 - Hnd 3,15 - Hnd 3,16 - Hnd 3,17 - Hnd 3,18 - Hnd 3,19 - Hnd 3,20 - Hnd 3,21 - Hnd 3,22 - Hnd 3,23 - Hnd 3,24 - Hnd 3,25 - Hnd 3,26 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
11kratountos de autou ton petron kai ton iôannèn sunedramen pas o laos pros autous epi tè stoa tè kaloumenè solomôntos ekthamboi.  11 cum teneret autem Petrum et Iohannem concurrit omnis populus ad eos ad porticum qui appellatur Salomonis stupentes    11 En als de kreupele, die gezond gemaakt was, aan Petrus en Johannes vasthield, liep al het volk gezamenlijk tot hen in het voorhof, hetwelk Salomo's voorhof genaamd wordt, verbaasd zijnde.  


[11] Terwijl de man zich aan Petrus en Johannes vastklampte, dromde al het volk geschrokken bij hen samen in de zogeheten Zuilengang* van Salomo.

 
[11] De bedelaar klampte zich aan Petrus en Johannes vast, terwijl de hele menigte stomverbaasd rond hen samenstroomde in de zuilengang van Salomo.   11 Terwijl hij Petrus en Johannes vasthoudt stroomt bij hen heel de gemeenschap samen in de zogenoemde zuilengang van Salomo, uitermate verbaasd.  11. Comme il ne lâchait pas Pierre et Jean, tous, hors d'eux-mêmes, accoururent vers eux au portique dit de Salomon. 

King James Bible . [11] And as the lame man which was healed held Peter and John, all the people ran together unto them in the porch that is called Solomon's, greatly wondering.
Luther-Bibel . 11 Als er sich aber zu Petrus und Johannes hielt, lief alles Volk zu ihnen in die Halle, die da heißt Salomos, und sie wunderten sich sehr.

Tekstuitleg van Hnd 3,11 .
Hnd 3,12 - Hnd 3,12 : Hnd 3,11-26 : Toespraak van Petrus : Hnd 3,11-26 -- Hnd 3 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 3 -- Hnd 3,11 - Hnd 3,12 - Hnd 3,13 - Hnd 3,14 - Hnd 3,15 - Hnd 3,16 - Hnd 3,17 - Hnd 3,18 - Hnd 3,19 - Hnd 3,20 - Hnd 3,21 - Hnd 3,22 - Hnd 3,23 - Hnd 3,24 - Hnd 3,25 - Hnd 3,26 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12idôn de o petros apekrinato pros ton laon, andres israèlitai, ti thaumazete epi toutô, è èmin ti atenizete ôs idia dunamei è eusebeia pepoièkosin tou peripatein auton;  12 videns autem Petrus respondit ad populum viri israhelitae quid miramini in hoc aut nos quid intuemini quasi nostra virtute aut pietate fecerimus hunc ambulare    12 En Petrus, dat ziende, antwoordde tot het volk: Gij Israëlietische mannen, wat verwondert gij u over dit, of wat ziet gij zo sterk op ons, alsof wij door onze eigen kracht of godzaligheid dezen hadden doen wandelen? 

[12] Petrus zag dat en sprak daarop het volk toe: ‘Israëlieten, waarom verwondert u zich hierover en waarom staart u ons aan als hadden wij hem uit eigen kracht of vroomheid doen lopen?

 
[12] Toen Petrus dat zag, richtte hij het woord tot het volk: ‘Israëlieten, waarom bent u zo verbaasd en waarom staart u ons aan alsof het aan onze eigen kracht of vroomheid te danken is dat deze man weer kan lopen?  12 ¶ Petrus ziet dat en antwoordt aan de gemeenschap: mannen Israëlieten, wat verwondert ge u hierover en wat staart ge ons aan?– alsof we door eigen kracht of vroomheid hebben gemaakt dat hij kan lopen!–  12. A cette vue, Pierre s'adressa au peuple : « Hommes d'Israël, pourquoi vous étonner de cela ? Qu'avez-vous à nous regarder, comme si c'était par notre propre puissance ou grâce à notre piété que nous avons fait marcher cet homme ?  

King James Bible . [12] And when Peter saw it, he answered unto the people, Ye men of Israel, why marvel ye at this? or why look ye so earnestly on us, as though by our own power or holiness we had made this man to walk?
Luther-Bibel . 12 Als Petrus das sah, sprach er zu dem Volk: Ihr Männer von Israel, was wundert ihr euch darüber oder was seht ihr auf uns, als hätten wir durch eigene Kraft oder Frömmigkeit bewirkt, dass dieser gehen kann?

Tekstuitleg van Hnd 3,12 .

Lezing op de 3de (derde) paaszondag B : Hnd 3,13-15.17-19 . Verwijzing : Hnd 3,13-15.17-19 .

In die dagen zei Petrus tot het volk: "De God van Abraham, Isaak en Jakob, de God van onze vaderen heeft zijn dienaar Jezus verheerlijkt, die gij hebt overgeleverd en voor Pilatus verloochend ofschoon deze geoordeeld had Hem in vrijheid te moeten stellen. Maar gij hebt de Heilige en Gerechte verloochend en als gunst de vrijlating van een moordenaar gevraagd. De vorst des levens daarentegen hebt gij gedood. God heeft Hem evenwel uit de doden doen opstaan; daarvan zijn wij getuigen. Maar ik weet, broeders, dat gij in onwetendheid gehandeld hebt, evenals uw overheden. Maar wat God tevoren had aangekondigd bij monde van alle profeten, dat zijn Messias zou sterven heeft Hij zo in vervulling doen gaan. Bekeert u dus en hebt berouw, opdat uw zonden worden uitgewist."
Hnd 3,13 - Hnd 3,13 : Hnd 3,11-26 : Toespraak van Petrus : Hnd 3,11-26 -- Hnd 3 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 3 -- Hnd 3,11 - Hnd 3,12 - Hnd 3,13 - Hnd 3,14 - Hnd 3,15 - Hnd 3,16 - Hnd 3,17 - Hnd 3,18 - Hnd 3,19 - Hnd 3,20 - Hnd 3,21 - Hnd 3,22 - Hnd 3,23 - Hnd 3,24 - Hnd 3,25 - Hnd 3,26 -
Griekse tekst Vulgaat 3de (derde) paaszondag B  Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
13o theos abraam kai [o theos] isaak kai [o theos] iakôb, o theos tôn paterôn èmôn, edoxasen ton paida autou ièsoun, on umeis men paredôkate kai èrnèsasthe kata prosôpon pilatou, krinantos ekeinou apoluein:  13 Deus Abraham et Deus Isaac et Deus Iacob Deus patrum nostrorum glorificavit Filium suum Iesum quem vos quidem tradidistis et negastis ante faciem Pilati iudicante illo dimitti  In die dagen zei Petrus tot het volk: "De God van Abraham, Isaak en Jakob, de God van onze vaderen heeft zijn dienaar Jezus verheerlijkt, die gij hebt overgeleverd en voor Pilatus verloochend ofschoon deze geoordeeld had Hem in vrijheid te moeten stellen.   13 De God Abrahams, en Izaks, en Jakobs, de God onzer vaderen, heeft Zijn Kind Jezus verheerlijkt, Welken gij overgeleverd hebt, en hebt Hem verloochend, voor het aangezicht van Pilatus, als hij oordeelde, dat men Hem zoude loslaten.  

[13] De God van Abraham en de God van Isaak en de God van Jakob, de God van onze vaderen, heeft zijn knecht verheerlijkt, Jezus, die u hebt uitgeleverd en voor Pilatus hebt verloochend, toen die Hem wilde vrijlaten.

 
[13] Dit kon gebeuren omdat de God van Abraham en de God van Isaak en de God van Jakob, de God van onze voorouders, aan Jezus, zijn dienaar, de hoogste eer heeft bewezen. Het is deze Jezus die door u is uitgeleverd en verstoten, ook toen Pilatus bereid was hem vrij te laten.  13 de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob,– de God van onze vaderen heeft zijn knecht verheerlijkt: Jezus, die gij hebt prijsgegeven en voor het aanschijn van Pilatus hebt verloochend, hoewel diens oordeel was: loslaten!–   13. Le Dieu d'Abraham, d'Isaac et de Jacob, le Dieu de nos pères a glorifié son serviteur Jésus que vous, vous avez livré et que vous avez renié devant Pilate, alors qu'il était décidé à le relâcher.  

King James Bible . [13] The God of Abraham, and of Isaac, and of Jacob, the God of our fathers, hath glorified his Son Jesus; whom ye delivered up, and denied him in the presence of Pilate, when he was determined to let him go.
Luther-Bibel . 13 Der Gott Abrahams und Isaaks und Jakobs, der Gott unsrer Väter, hat seinen Knecht Jesus verherrlicht, den ihr überantwortet und verleugnet habt vor Pilatus, als der ihn loslassen wollte.

Tekstuitleg van Hnd 3,13 .
Hnd 3,14 - Hnd 3,14 : Hnd 3,11-26 : Toespraak van Petrus : Hnd 3,11-26 -- Hnd 3 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 3 -- Hnd 3,11 - Hnd 3,12 - Hnd 3,13 - Hnd 3,14 - Hnd 3,15 - Hnd 3,16 - Hnd 3,17 - Hnd 3,18 - Hnd 3,19 - Hnd 3,20 - Hnd 3,21 - Hnd 3,22 - Hnd 3,23 - Hnd 3,24 - Hnd 3,25 - Hnd 3,26 -
Griekse tekst Vulgaat 3de (derde) paaszondag B  Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
14umeis de ton agion kai dikaion èrnèsasthe, kai ètèsasthe andra fonea charisthènai umin,   14 vos autem sanctum et iustum negastis et petistis virum homicidam donari vobis  Maar gij hebt de Heilige en Gerechte verloochend en als gunst de vrijlating van een moordenaar gevraagd.   14 Maar gij hebt den Heilige en Rechtvaardige verloochend, en hebt begeerd, dat u een man, die een doodslager was, zou geschonken worden;  

[14] U hebt de heilige en rechtvaardige verloochend, en verzocht om de vrijlating van een moordenaar.

 
[14] U hebt de Heilige en Rechtvaardige verstoten en geëist dat aan een moordenaar gratie verleend zou worden. [ 14 gij hebt de heilige en rechtvaardige verloochend en gevraagd dat voor u een man die een móórdenaar was werd begenadigd;   14. Mais vous, vous avez chargé le Saint et le Juste ; vous avez réclamé la grâce d'un assassin, 

King James Bible . [14] But ye denied the Holy One and the Just, and desired a murderer to be granted unto you;
Luther-Bibel . 14 Ihr aber habt den Heiligen und Gerechten verleugnet und darum gebeten, dass man euch den Mörder schenke;

Tekstuitleg van Hnd 3,14 .
Hnd 3,15 - Hnd 3,15 : Hnd 3,11-26 : Toespraak van Petrus : Hnd 3,11-26 -- Hnd 3 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 3 -- Hnd 3,11 - Hnd 3,12 - Hnd 3,13 - Hnd 3,14 - Hnd 3,15 - Hnd 3,16 - Hnd 3,17 - Hnd 3,18 - Hnd 3,19 - Hnd 3,20 - Hnd 3,21 - Hnd 3,22 - Hnd 3,23 - Hnd 3,24 - Hnd 3,25 - Hnd 3,26 -
Griekse tekst Vulgaat 3de (derde) paaszondag B  Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
hon ho theos ègeiren ek nekrôn , hou hèmeis martures esmen 15 auctorem vero vitae interfecistis quem Deus suscitavit a mortuis cuius nos testes sumus  De vorst des levens daarentegen hebt gij gedood. God heeft Hem evenwel uit de doden doen opstaan; daarvan zijn wij getuigen.   15 En den Vorst des levens hebt gij gedood, Welken God opgewekt heeft uit de doden; waarvan wij getuigen zijn. 

[15] De leidsman* ten leven hebt u ter dood gebracht, maar God heeft Hem opgewekt uit de doden; daarvan zijn wij getuigen.  

15] Hem die de weg naar het leven wijst hebt u gedood, maar God heeft hem uit de dood doen opstaan, en daarvan getuigen wij.   15 en de leidsman ten leven hebt ge gedood,– welke God uit de doden heeft opgewekt: daarvan zijn wij getuigen;   15. tandis que vous faisiez mourir le prince de la vie. Dieu l'a ressuscité des morts : nous en sommes témoins. 

King James Bible . [15] And killed the Prince of life, whom God hath raised from the dead; whereof we are witnesses.
Luther-Bibel . 15 aber den Fürsten des Lebens habt ihr getötet. Den hat Gott auferweckt von den Toten; dessen sind wir Zeugen.

Tekstuitleg van Hnd 3,15 .

15. martures (getuigen). Verwijzing : martureô (getuigen) , zie Joh 1,7 . Nominatief meervoud mannelijk . In twintig verzen in de bijbel . In tien verzen in het O.T. . In tien verzen in het N.T. . Niet bij Matteüs en Marcus. In twee verzen bij Lucas : (1) Lc 11,48 . (2) Lc 24,48 . In zeven verzen in Hnd : (1) Hnd 1,8 . (2) Hnd 2,32 . (3) Hnd 3,15 . (4) Hnd 5,32 . (5) Hnd 7,58 . (6) Hnd 10,39 . (7) Hnd 13,31 . Tenslotte 1 Tes 2,10 .
Het getuigenis van de apostelen is één van de elementen die Lc 24,48 - Lc 24,49 en Hnd 1,4 / Hnd 1,8 gemeenschappelijk hebben :
- Lc 24,48 : humeis martures toutôn = jullie zijn getuigen van deze 'dingen' .
- Hnd 1,8 : esesthe mou martures = jullie zullen mijn getuigen zijn .
Getuigen zijn wijst op opvolging maar ook op de aard van de opvolging . Na het heengaan van Elia werd de leerling Elisa leraar . Op deze wijze gebeurt het niet met de leerlingen van Jezus . Zij blijven leerlingen . Ze zijn en blijven getuigen . In de meeste teksten van Hnd kan dat getuigenis onder verschillende aspecten bekeken worden : tijd , plaats en inhoud . Naar tijd : vanaf het doopsel van Johannes tot ... Naar plaats : te beginnen vanaf Jeruzalem ... Naar inhoud : het leven van Jezus , zijn lijden , dood , opstanding , geestesgave enz....

Hnd 3,16 - Hnd 3,16 : Hnd 3,11-26 : Toespraak van Petrus : Hnd 3,11-26 -- Hnd 3 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 3 -- Hnd 3,11 - Hnd 3,12 - Hnd 3,13 - Hnd 3,14 - Hnd 3,15 - Hnd 3,16 - Hnd 3,17 - Hnd 3,18 - Hnd 3,19 - Hnd 3,20 - Hnd 3,21 - Hnd 3,22 - Hnd 3,23 - Hnd 3,24 - Hnd 3,25 - Hnd 3,26 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
16kai epi tè pistei tou onomatos autou touton on theôreite kai oidate estereôsen to onoma autou, kai è pistis è di autou edôken autô tèn oloklèrian tautèn apenanti pantôn umôn.  16 et in fide nominis eius hunc quem videtis et nostis confirmavit nomen eius et fides quae per eum est dedit integram sanitatem istam in conspectu omnium vestrum    16 En door het geloof in Zijn Naam heeft Zijn Naam dezen gesterkt, dien gij ziet en kent; en het geloof, dat door Hem is, heeft hem deze volmaakte gezondheid gegeven, in uw aller tegenwoordigheid. 

[16] Op grond van het vertrouwen in de naam Jezus Christus kwam er weer kracht in deze man hier, die u allen kent; dat vertrouwen heeft hem, waar u allen bij was, weer helemaal gezond gemaakt.

 
[16] Het komt door zijn naam en door het geloof in zijn naam dat deze man, die u hier voor u ziet en die u kent, kan lopen; het geloof dat Jezus schenkt, heeft hem in aanwezigheid van u allen gezond gemaakt.   16 op grond van het geloof in zijn naam heeft zijn naam hem hier die ge aanschouwt en van wie ge wéét, sterk gemaakt, en het geloof dat door hem is bewerkt heeft hem deze gaafheid van leden gegeven, tegenover u allen!–  16. Et par la foi en son nom, à cet homme que vous voyez et connaissez, ce nom même a rendu la force, et c'est la foi en lui qui, devant vous tous, l'a rétabli en pleine santé. 

King James Bible . [16] And his name through faith in his name hath made this man strong, whom ye see and know: yea, the faith which is by him hath given him this perfect soundness in the presence of you all.
Luther-Bibel . 16 Und durch den Glauben an seinen Namen hat sein Name diesen, den ihr seht und kennt, stark gemacht; und der Glaube, der durch ihn gewirkt ist, hat diesem die Gesundheit gegeben vor euer aller Augen.

Tekstuitleg van Hnd 3,16 .
Hnd 3,17 - Hnd 3,17 : Hnd 3,11-26 : Toespraak van Petrus : Hnd 3,11-26 -- Hnd 3 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 3 -- Hnd 3,11 - Hnd 3,12 - Hnd 3,13 - Hnd 3,14 - Hnd 3,15 - Hnd 3,16 - Hnd 3,17 - Hnd 3,18 - Hnd 3,19 - Hnd 3,20 - Hnd 3,21 - Hnd 3,22 - Hnd 3,23 - Hnd 3,24 - Hnd 3,25 - Hnd 3,26 -
Griekse tekst Vulgaat 3de (derde) paaszondag B  Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
17kai nun, adelfoi, oida oti kata agnoian epraxate, ôsper kai oi archontes umôn: 17 et nunc fratres scio quia per ignorantiam fecistis sicut et principes vestri   Maar ik weet, broeders, dat gij in onwetendheid gehandeld hebt, evenals uw overheden.   17 En nu, broeders, ik weet, dat gij het door onwetendheid gedaan hebt, gelijk als ook uw oversten.  [17] Welnu, broeders, ik weet dat u in onwetendheid hebt gehandeld, net als uw leiders.   [17] Volksgenoten, ik weet dat u uit onwetendheid hebt gehandeld, evenals uw leiders.   17 welnu broeders, ik weet dat ge uit on–kennis hebt gehandeld, zoals ook uw oversten;   17. « Cependant, frères, je sais que c'est par ignorance que vous avez agi, ainsi d'ailleurs que vos chefs.  

King James Bible . [17] And now, brethren, I wot that through ignorance ye did it, as did also your rulers.
Luther-Bibel . 17 Nun, liebe Brüder, ich weiß, dass ihr's aus Unwissenheit getan habt wie auch eure Oberen.

Tekstuitleg van Hnd 3,17 .
Hnd 3,18 - Hnd 3,18 : Hnd 3,11-26 : Toespraak van Petrus : Hnd 3,11-26 -- Hnd 3 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 3 -- Hnd 3,11 - Hnd 3,12 - Hnd 3,13 - Hnd 3,14 - Hnd 3,15 - Hnd 3,16 - Hnd 3,17 - Hnd 3,18 - Hnd 3,19 - Hnd 3,20 - Hnd 3,21 - Hnd 3,22 - Hnd 3,23 - Hnd 3,24 - Hnd 3,25 - Hnd 3,26 -
Griekse tekst Vulgaat 3de (derde) paaszondag B  Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
18o de theos a prokatèggeilen dia stomatos pantôn tôn profètôn pathein ton christon autou eplèrôsen outôs.  18 Deus autem quae praenuntiavit per os omnium prophetarum pati Christum suum implevit sic   Maar wat God tevoren had aangekondigd bij monde van alle profeten, dat zijn Messias zou sterven heeft Hij zo in vervulling doen gaan.   18 Maar God heeft alzo vervuld, hetgeen Hij door den mond van al Zijn profeten te voren verkondigd had, dat de Christus lijden zou. [18] Zo heeft God in vervulling laten gaan wat Hij bij monde van alle profeten tevoren had aangekondigd, namelijk dat zijn Messias* zou lijden.   [18] Zo heeft God echter in vervulling doen gaan wat hij bij monde van alle profeten had aangekondigd: dat zijn messias zou lijden en sterven.  18 maar God heeft vervuld wat hij tevoren heeft verkondigd door de mond van alle profeten: dat zijn gezalfde zou lijden;   18. Dieu, lui, a ainsi accompli ce qu'il avait annoncé d'avance par la bouche de tous les prophètes, que son Christ souffrirait.  

King James Bible . [18] But those things, which God before had shewed by the mouth of all his prophets, that Christ should suffer, he hath so fulfilled.
Luther-Bibel . 18 Gott aber hat erfüllt, was er durch den Mund aller seiner Propheten zuvor verkündigt hat: dass sein Christus leiden sollte.

Tekstuitleg van Hnd 3,18 .

11. pathein (lijden). Infinitief aorist . Verwijzing : paschô (lijden) , zie Mt 16,21 . Infinitief aorist . In dertien verzen in de bijbel . In één vers in het O.T. . In twaalf verzen in het N.T. . In negen verzen bij Lucas en in Hnd : (4) Lc 9,22 ( // Mc 8,31 // Mt 16,21) (eerste lijdensvoorspelling) . (5) Lc 17,25 . (6) Lc 22,15 (het laatste avondmaal) . (7) Lc 24,26 (verschijning van Jezus aan de Emmaüsgangers) . (8) Lc 24,46 (verschijning van Jezus aan de elf en hun metgezellen) . In vier verzen in Handelingen : (9) Hnd 1,3 (inleiding van Handelingen) . (10) Hnd 3,18 (toespraak van Petrus) . (11) Hnd 9,16 (Saulus in Damascus) . (12) Hnd 17,3 (Paulus in Tessalonica) .
De teksten van Lc 22,15 (het laatste avondmaal) : pro tou me pathein (voor mijn lijden) en van Hnd 1,3 (inleiding van Handelingen) : meta to pathein auton (na zijn lijden) omsluiten het lijden . Het lijden omvat de doorgang door de dood ; het is de overgang : leven - dood - leven . In Lc 22,15 wordt de relatie gelegd tussen paschô (pasen) en pathein (lijden) . Pasen of Pesach is de viering van de uittocht uit Egypte , de doortocht door de Rietzee en het komen in de woestijn . De overgang heeft drie elementen die over drie dagen worden gespreid .

11. - 13. pathein ton Christon (dat Christus - moest - lijden) . Verwijzing : deô (moeten) , zie Mt 16,21 . In vier verzen in het N.T. : (1) Lc 24,26 : edei pathein ton Christon = dat Christus moest lijden . {(2) Lc 24,46 : ' edei ' pathein ton Christon = dat Christus moest lijden.} (3) Hnd 3,18 : pathein ton Christon = dat Christus (moest) lijden .(4) Hnd 17,3 (hoti ton Christon. edei pathein = dat Christus moest lijden) .

16. houtôs (zo) . Verwijzing : houtôs (zo, op deze wijze) , zie Mt 21,6 . In 907 verzen in de bijbel . In 708 verzen in het O.T. . In 199 verzen in het N.T. . In eenentwintig verzen bij Lucas . In zesentwintig verzen in Handelingen : (1) Hnd 1,11 . (2) Hnd 3,18 . (3) Hnd 7,1 . (4) Hnd 7,6 . (5) Hnd 7,8 . (6) Hnd 8,32 . (7) Hnd 12,8 . (8) Hnd 12,15 . (9) Hnd 13,8 . (10) Hnd 13,34 . (11) Hnd 13,47 . (12) Hnd 14,1 . (13) Hnd 17,11 . (14) Hnd 17,33 . (15) Hnd 19,20 . (16) Hnd 20,11 . (17) Hnd 20,13 . (18) Hnd 20,35 . (19) Hnd 21,11 . (20) Hnd 22,24 . (21) Hnd 24,9 . (22) Hnd 24,14 . (23) Hnd 27,17 . (24) Hnd 27,25 . (25) Hnd 27,44 . (26) Hnd 28,14 .

Hnd 3,19 - Hnd 3,19 : Hnd 3,11-26 : Toespraak van Petrus : Hnd 3,11-26 -- Hnd 3 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 3 -- Hnd 3,11 - Hnd 3,12 - Hnd 3,13 - Hnd 3,14 - Hnd 3,15 - Hnd 3,16 - Hnd 3,17 - Hnd 3,18 - Hnd 3,19 - Hnd 3,20 - Hnd 3,21 - Hnd 3,22 - Hnd 3,23 - Hnd 3,24 - Hnd 3,25 - Hnd 3,26 -
Griekse tekst Vulgaat 3de (derde) paaszondag B  Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
19metanoèsate oun kai epistrepsate eis to exaleifthènai umôn tas amartias,  19 paenitemini igitur et convertimini ut deleantur vestra peccata  Bekeert u dus en hebt berouw, opdat uw zonden worden uitgewist."   19 Betert u dan, en bekeert u, opdat uw zonden mogen uitgewist worden; wanneer de tijden der verkoeling zullen gekomen zijn van het aangezicht des Heeren,   [19] Kom daarom tot inkeer en bekeer u, opdat uw zonden worden uitgewist.   [19] Wend u af van uw huidige leven en keer terug tot God om vergeving te krijgen voor uw zonden.   19 komt dan tot inkeer en omkeer, daartoe dat uw zonden worden uitgewist,   19. Repentez-vous donc et convertissez-vous, afin que vos péchés soient effacés, 

King James Bible . [19] Repent ye therefore, and be converted, that your sins may be blotted out, when the times of refreshing shall come from the presence of the Lord;
Luther-Bibel . 19 So tut nun Buße und bekehrt euch, dass eure Sünden getilgt werden,

Tekstuitleg van Hnd 3,19 .

Hnd 3,19.1. act. imperat. aor. 2de pers. mv. μετανοησατε = metanoèsate (bekeert jullie) van het werkw. μετανοεω = metanoeô (bekeren) . Taalgebruik in het NT : metanoeô (bekeren) . Taalgebruik in de LXX : metanoeô (bekeren) . LXX (1) : Js 46,8 . NT (2) : (1) Hnd 2,38 . (2) Hnd 3,19 . Een vorm van μετανοεω = metanoeô in de LXX (24) , in het NT (34) .
- Hebreeuws : act. imperat. hifil 2de pers. mv. הַשִׁיבוּ = hasjîbhû (bekeert jullie) van het werkw. שׁוּב = sjûbh (terugkeren) . Taalgebruik in Tenakh : sjûbh (terugkeren) . Getalwaarde : sjin = 21 of 300 , waw = 6 , beth = 2 ; totaal : 29 of 308 (2² X 7 X 11) . Structuur : 3 - 6 - 2 . De som van de elementen is telkens 2 . Tenakh (11) .

Hnd 3,19.4. act. imperat. aor. 2de pers. mv. επιστρεψατε = epistrepsato (keert jullie toe) van het werkw. επιστρεφω = epistrefô (naar iets toekeren) . Taalgebruik in het NT : epistrefô (naar iets toekeren) . Taalgebruik in de Septuaginta : epistrefô (naar iets toekeren) . Bijbel (12) . LXX (11) . NT (1) .
- act. imperat. aor. 2de pers. mv. επιστραφητε = epistrafète (keert jullie toe) van het werkw. επιστρεφω = epistrefô (naar iets toekeren) . Taalgebruik in het NT : epistrefô (naar iets toekeren) . Taalgebruik in de Septuaginta : epistrefô (naar iets toekeren) . Bijbel = OT (16) .
Hnd 3,20 - Hnd 3,20 : Hnd 3,11-26 : Toespraak van Petrus : Hnd 3,11-26 -- Hnd 3 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 3 -- Hnd 3,11 - Hnd 3,12 - Hnd 3,13 - Hnd 3,14 - Hnd 3,15 - Hnd 3,16 - Hnd 3,17 - Hnd 3,18 - Hnd 3,19 - Hnd 3,20 - Hnd 3,21 - Hnd 3,22 - Hnd 3,23 - Hnd 3,24 - Hnd 3,25 - Hnd 3,26 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
20opôs an elthôsin kairoi anapsuxeôs apo prosôpou tou kuriou kai aposteilè ton prokecheirismenon umin christon, ièsoun,   20 ut cum venerint tempora refrigerii a conspectu Domini et miserit eum qui praedicatus est vobis Iesum Christum    20 En Hij gezonden zal hebben Jezus Christus, Die u tevoren gepredikt is;  [20] Dan komen er van Godswege tijden van verademing en zendt Hij de Messias, die Hij u tevoren al had aangewezen, Jezus,  [20] Dan zal de Heer een tijd van rust doen aanbreken en zal hij de messias zenden die hij voor u bestemd heeft. Dat is Jezus,  20 opdat van het aanschijn des Heren momenten van verademing mogen komen, en hij zal zenden de voor u bestemde gezalfde: Jezus  20. et qu'ainsi le Seigneur fasse venir le temps du répit. Il enverra alors le Christ qui vous a été destiné, Jésus,  

King James Bible . [20] And he shall send Jesus Christ, which before was preached unto you:
Luther-Bibel . 20 damit die Zeit der Erquickung komme von dem Angesicht des Herrn und er den sende, der euch zuvor zum Christus bestimmt ist: Jesus.

Tekstuitleg van Hnd 3,20 .
Hnd 3,21 - Hnd 3,21 : Hnd 3,11-26 : Toespraak van Petrus : Hnd 3,11-26 -- Hnd 3 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 3 -- Hnd 3,11 - Hnd 3,12 - Hnd 3,13 - Hnd 3,14 - Hnd 3,15 - Hnd 3,16 - Hnd 3,17 - Hnd 3,18 - Hnd 3,19 - Hnd 3,20 - Hnd 3,21 - Hnd 3,22 - Hnd 3,23 - Hnd 3,24 - Hnd 3,25 - Hnd 3,26 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
21on dei ouranon men dexasthai achri chronôn apokatastaseôs pantôn ôn elalèsen o theos dia stomatos tôn agiôn ap aiônos autou profètôn.  21 quem oportet caelum quidem suscipere usque in tempora restitutionis omnium quae locutus est Deus per os sanctorum suorum a saeculo prophetarum    21 Welken de hemel moet ontvangen tot de tijden der wederoprichting aller dingen, die God gesproken heeft door den mond van al Zijn heilige profeten van alle eeuw.  [21] die in de hemel moest worden opgenomen tot de tijd van het herstel van alles, waarover God van oudsher heeft gesproken bij monde van zijn heilige profeten.   [21] die in de hemel moest worden opgenomen tot de tijd aanbreekt waarover God van oudsher bij monde van zijn heilige profeten heeft gesproken en waarin alles zal worden hersteld.   21 die te gast moet zijn in de hemel tot aan de tijden van het herstel van alle dingen waarvan God heeft gesproken door de mond van zijn heilige profeten sinds eeuwig;  21. celui que le ciel doit garder jusqu'aux temps de la restauration universelle dont Dieu a parlé par la bouche de ses saints prophètes.  

King James Bible . [21] Whom the heaven must receive until the times of restitution of all things, which God hath spoken by the mouth of all his holy prophets since the world began.
Luther-Bibel . 21 Ihn muss der Himmel aufnehmen bis zu der Zeit, in der alles wiedergebracht wird, wovon Gott geredet hat durch den Mund seiner heiligen Propheten von Anbeginn.

Tekstuitleg van Hnd 3,21 .

2. dei (moet) . Verwijzing : deô (moeten) , zie Mt 16,21 . Actief praesens derde persoon enkelvoud van het werkwoord deô (moeten) . In vierennegentig verzen in de bijbel . In achttien verzen in het O.T. . In zesenzeventig verzen in het N.T. . In vijftien verzen in Handelingen : (1) Hnd 1,21 . (2) Hnd 3,21 . (3) Hnd 4,12 . (4) Hnd 5,29 . (5) Hnd 9,6 . (6) Hnd 9,16 . (7) Hnd 14,22 . (8) Hnd 15,5 . (9) Hnd 16,30 . (10) Hnd 19,21 . (11) Hnd 20,35 . (12) Hnd 23,11 . (13) Hnd 25,10 . (14) Hnd 27,24 . (15) Hnd 27,26 .

11. elalèsen (hij sprak) . Verwijzing : legô (zeggen) , zie Mt 4,6 . Actief aorist derde persoon enkelvoud . In 431 verzen in de bijbel . In 400 verzen in het O.T. . In eenendertig verzen in het N.T. .
In vijf verzen bij Lucas : (1) Lc 1,55 (kathôs ... = zoals ...) . (2) Lc 1,70 (kathôs ... = zoals ...) . (3) Lc 2,50 . (4) Lc 11,14 . (5) Lc 24,6 (hôs ... = zoals ...) .
In acht verzen in Hnd : (1) Hnd 2,31 . (2) Hnd 3,21 . (3) Hnd 7,6 . (4) Hnd 8,26 . (5) Hnd 9,27 . (6) Hnd 23,9 . (7) Hnd 28,21 . (8) Hnd 28,25 .

Hnd 3,22 - Hnd 3,22 : Hnd 3,11-26 : Toespraak van Petrus : Hnd 3,11-26 -- Hnd 3 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 3 -- Hnd 3,11 - Hnd 3,12 - Hnd 3,13 - Hnd 3,14 - Hnd 3,15 - Hnd 3,16 - Hnd 3,17 - Hnd 3,18 - Hnd 3,19 - Hnd 3,20 - Hnd 3,21 - Hnd 3,22 - Hnd 3,23 - Hnd 3,24 - Hnd 3,25 - Hnd 3,26 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
22môusès men eipen oti profètèn umin anastèsei kurios o theos umôn ek tôn adelfôn umôn ôs eme: autou akousesthe kata panta osa an lalèsè pros umas.   22 Moses quidem dixit quia prophetam vobis suscitabit Dominus Deus vester de fratribus vestris tamquam me ipsum audietis iuxta omnia quaecumque locutus fuerit vobis    22 Want Mozes heeft tot de vaderen gezegd: De Heere, uw God, zal u een Profeet verwekken, uit uw broederen, gelijk mij; Dien zult gij horen, in alles, wat Hij tot u spreken zal.   [22] Mozes* zei immers: “De Heer uw God zal uit uw midden een profeet voor u laten opstaan zoals ik; luister naar Hem in alles wat Hij u zal zeggen.  [22] Mozes heeft al gezegd: “De Heer, uw God, zal in uw midden een profeet zoals ik laten opstaan; luister naar hem en naar alles wat hij u zal zeggen.  22 Mozes heeft gezegd ‘de Heer God zal uit uw broeders een profeet voor u doen opstaan zoals ik; naar hem zult ge horen in alles wat hij tot u zal spreken’   22. Moïse, d'abord, a dit : Le Seigneur Dieu vous suscitera d'entre vos frères un prophète semblable à moi ; vous l'écouterez en tout ce qu'il vous dira.  

King James Bible . [22] For Moses truly said unto the fathers, A prophet shall the Lord your God raise up unto you of your brethren, like unto me; him shall ye hear in all things whatsoever he shall say unto you.
Luther-Bibel . 22 Mose hat gesagt (5.Mose 18,15; 18,19): »Einen Propheten wie mich wird euch der Herr, euer Gott, erwecken aus euren Brüdern; den sollt ihr hören in allem, was er zu euch sagen wird.

Tekstuitleg van Hnd 3,22

Dé profeet is Mozes . Geen enkel profeet kan met hem vergeleken worden . Deze uniciteit wordt hem toegeschreven omdat hij God van aangezicht tot aangezicht heeft gezien (Dt 34,10) . In Nu 11, 25 ontvangen de zeventig oudsten een deel van de geest van Mozes , maar zij profeteerden slechts kortstondig en tijdelijk . In Nu 12 worden Mirjam en Aäron gestraft omdat ze de uniciteit van Mozes in twijfel hebben getrokken . Zo is Jezus uniek omdat hij is 'in de schoot van de Vader' . Hiertegenover staat Dt 18,9-23 : "de Heer God zal voor u uit uw broeders een profeet doen opstaan gelijk aan mij, luister naar hem." In Hnd 3,22 en Hnd 7,37 wordt Dt 18,18 geciteerd .

Hnd 3,23 - Hnd 3,23 : Hnd 3,11-26 : Toespraak van Petrus : Hnd 3,11-26 -- Hnd 3 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 3 -- Hnd 3,11 - Hnd 3,12 - Hnd 3,13 - Hnd 3,14 - Hnd 3,15 - Hnd 3,16 - Hnd 3,17 - Hnd 3,18 - Hnd 3,19 - Hnd 3,20 - Hnd 3,21 - Hnd 3,22 - Hnd 3,23 - Hnd 3,24 - Hnd 3,25 - Hnd 3,26 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
23estai de pasa psuchè ètis ean mè akousè tou profètou ekeinou exolethreuthèsetai ek tou laou.  23 erit autem omnis anima quae non audierit prophetam illum exterminabitur de plebe   23 En het zal geschieden, dat alle ziel, die dezen Profeet niet zal gehoord hebben, uitgeroeid zal worden uit den volke.   [23] Ieder die niet naar die profeet luistert, zal uit het volk worden uitgeroeid.”  [23] Wie niet naar deze profeet luistert, zal uit het volk gestoten worden.” 23 en het zal zo zijn: ‘alle ziel die niet zal horen naar de profeet zal uit de gemeente worden weggesneden’  23. Quiconque n'écoutera pas ce prophète sera exterminé du sein du peuple. 

King James Bible . [23] And it shall come to pass, that every soul, which will not hear that prophet, shall be destroyed from among the people.
Luther-Bibel . 23 Und es wird geschehen, wer diesen Propheten nicht hören wird, der soll vertilgt werden aus dem Volk.«

Tekstuitleg van Hnd 3,23 .
Hnd 3,24 - Hnd 3,24 : Hnd 3,11-26 : Toespraak van Petrus : Hnd 3,11-26 -- Hnd 3 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 3 -- Hnd 3,11 - Hnd 3,12 - Hnd 3,13 - Hnd 3,14 - Hnd 3,15 - Hnd 3,16 - Hnd 3,17 - Hnd 3,18 - Hnd 3,19 - Hnd 3,20 - Hnd 3,21 - Hnd 3,22 - Hnd 3,23 - Hnd 3,24 - Hnd 3,25 - Hnd 3,26 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
24kai pantes de oi profètai apo samouèl kai tôn kathexès osoi elalèsan kai katèggeilan tas èmeras tautas.  24 et omnes prophetae a Samuhel et deinceps qui locuti sunt et adnuntiaverunt dies istos     24 En ook al de profeten, van Samuël aan, en die daarna gevolgd zijn, zovelen als er hebben gesproken, die hebben ook deze dagen te voren verkondigd. [24] Vanaf Samuël en zijn opvolgers hebben alle profeten die gesproken hebben, deze dagen aangekondigd.  [24] Samuël en alle profeten na hem hebben deze tijd aangekondigd.   24 maar alle profeten die sinds Samuël en zijn opvolgers hebben gesproken hebben deze dagen aangekondigd; 24. Tous les prophètes, ensuite, qui ont parlé depuis Samuel et ses successeurs, ont pareillement annoncé ces jours-ci. 

King James Bible . [24] Yea, and all the prophets from Samuel and those that follow after, as many as have spoken, have likewise foretold of these days.
Luther-Bibel . 24 Und alle Propheten von Samuel an, wie viele auch danach geredet haben, die haben auch diese Tage verkündigt.

Tekstuitleg van Hnd 3,24 .

2. pantes (allen) . Verwijzing : pas (ieder, elk) , zie Mc 2,13 . Nominatief mannelijk en vrouwelijk meervoud . In 724 verzen in de bijbel . In 166 verzen in het N.T. In drieëndertig verzen in Hnd , zie Hnd 1,14 : (1) Hnd 1,14 . (2) Hnd 2,1 . (3) Hnd 2,4 . (4) Hnd 2,12 . (5) Hnd 2,14 . (6) Hnd 2,32 . (7) Hnd 2,44 . (8) Hnd 3,24 . (9) Hnd 4,21 . (10) Hnd 5,17 . (11) Hnd 5,36 . (12) Hnd 5,37 . (13) Hnd 6,15 . (14) Hnd 8,1 . (15) Hnd 8,10 . (16) Hnd 9,21 . (17) Hnd 9,26 . (18) Hnd 9,35 . (19) Hnd 10,33 . (20) Hnd 10,43 . (21) Hnd 16,33 . (22) Hnd 17,7 . (23) Hnd 17,21 . (24) Hnd 18,17 . (25) Hnd 19,7 . (26) Hnd 20,25 . (27) Hnd 21,18 . (28) Hnd 21,20 . (29) Hnd 21,24 . (30) Hnd 22,3 . (31) Hnd 25,24 . (32) Hnd 26,4 . (33) Hnd 27,36 . In drie verzen in het pinksterenverhaal : Hnd 2,1 . Hnd 2,4 . Hnd 2,12 .
- hapantes (allen) . In zes verzen in Hnd : (Hnd 2,1) . (1) Hnd 2,7 . (2) Hnd 4,31 . (3) Hnd 5,12 . (4) Hnd 5,16 . (5) Hnd 16,3 . (6) Hnd 16,28 .

Hnd 3,25 - Hnd 3,25 : Hnd 3,11-26 : Toespraak van Petrus : Hnd 3,11-26 -- Hnd 3 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 3 -- Hnd 3,11 - Hnd 3,12 - Hnd 3,13 - Hnd 3,14 - Hnd 3,15 - Hnd 3,16 - Hnd 3,17 - Hnd 3,18 - Hnd 3,19 - Hnd 3,20 - Hnd 3,21 - Hnd 3,22 - Hnd 3,23 - Hnd 3,24 - Hnd 3,25 - Hnd 3,26 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
25umeis este oi uioi tôn profètôn kai tès diathèkès ès dietheto o theos pros tous pateras umôn, legôn pros abraam, kai en tô spermati sou [en]eulogèthèsontai pasai ai patriai tès gès. 25 vos estis filii prophetarum et testamenti quod disposuit Deus ad patres vestros dicens ad Abraham et in semine tuo benedicentur omnes familiae terrae    25 Gijlieden zijt kinderen der profeten, en des verbonds, hetwelk God met onze vaderen opgericht heeft, zeggende tot Abraham: En in uw zade zullen alle geslachten der aarde gezegend worden.   [25] U bent de zonen van de profeten en van het verbond dat God met uw vaderen heeft gesloten, toen Hij tegen Abraham zei: “En in uw zaad* zullen alle geslachten van de aarde gezegend worden.”   [25] U bent de erfgenamen van de profeten; met uw voorouders heeft God zijn verbond gesloten toen hij tegen Abraham zei: “In jouw nageslacht zullen alle volken op aarde gezegend worden.”  25 u bent de zonen van deze profeten en van het verbond dat God heeft gesloten met onze vaderen, toen hij tot Abraham zei ‘door uw zaad zullen zich gezegend weten alle vaderhuizen der aarde’;  25. « Vous êtes, vous, les fils des prophètes et de l'alliance que Dieu a conclue avec nos pères quand il a dit à Abraham : Et en ta postérité seront bénies toutes les familles de la terre. 

King James Bible . [25] Ye are the children of the prophets, and of the covenant which God made with our fathers, saying unto Abraham, And in thy seed shall all the kindreds of the earth be blessed.
Luther-Bibel . 25 Ihr seid die Söhne der Propheten und des Bundes, den Gott geschlossen hat mit euren Vätern, als er zu Abraham sprach (1.Mose 22,18): »Durch dein Geschlecht sollen gesegnet werden alle Völker auf Erden.«

Tekstuitleg van Hnd 3,25 .

Hnd 3,25.3. nom. mann. mv. hoi (de) van het bepaald lidw. ho , hè , to (de - het) . Taalgebruik in NT : bepaald lidwoord . Website : http://mediatheek.thinkquest.nl/~kla020/algemeen_3/gramm.html . Gr. to.. , tè... N. : de . E. : the . D. der , die , das . Hnd (147) . Hnd 3 (3) : (1) Hnd 3,17 . (2) Hnd 3,24 . (3) Hnd 3,25 .
  lidw. mv.   bijbel  OT  NT  Mt  Mc   Lc  Joh  Hnd  Br. Apk  syn. ev.
10. nom. m. mv. hoi   4230 3257 973 196 101 165 125 147 169 70 462  587 

Hnd 3,25.5. bepaald lidw. gen. mv. tôn (de) van het bepaald lidw. ho , hè , to (de - het) OF voegwoord è (of) . Taalgebruik in NT : bepaald lidwoord . Taalgebruik in Hnd. : bepaald lidwoord . Website : http://mediatheek.thinkquest.nl/~kla020/algemeen_3/gramm.html . Gr. to.. , tè... N. : de . E. : the . D. der , die , das . Hnd (166) . Hnd 3 (8) : (1) Hnd 3,2 . (2) Hnd 3,13 . (3) Hnd 3,18 . (4) Hnd 3,21 . (5) Hnd 3,22 . (6) Hnd 3,24 . (7) Hnd 3,25 . (8) Hnd 3,26 .
  lidw. mv.   bijbel  OT  NT  Mt  Mc   Lc  Joh  Hnd  Br. Apk  syn. ev.
13. gen. m. + vr. + onz. mv. tôn   5178  4144  1034  178  90  119  98  166  267  116     

Hnd 3,25.8. bepaald lidw. gen. vr. enk. tès van het bepaald lidw. ho , hè , to (de - het) OF voegwoord è (of) . Taalgebruik in NT : bepaald lidwoord . Taalgebruik in Hnd. : bepaald lidwoord . Website : http://mediatheek.thinkquest.nl/~kla020/algemeen_3/gramm.html . Gr. to.. , tè... N. : de . E. : the . D. der , die , das . Hnd (164) . Hnd 3 (4) : (1) Hnd 3,1 . (2) Hnd 3,7 . (3) Hnd 3,15 . (4) Hnd 3,25 .

  lidw. enk. bijbel  OT  NT  Mt  Mc  Lc  Joh  Hnd  Br.  Apk  syn. ev.
5. gen. vr. enk. tès 5271  4202  1069  107  65  109  72  164  430  122  281  353 

Hnd  Hnd 1 Hnd 2 Hnd 3 Hnd 4 Hnd 5 Hnd 6 Hnd 7 Hnd 8 Hnd 9 Hnd 10 Hnd 11 Hnd 12 Hnd 13 Hnd 14 Hnd 15 Hnd 16 Hnd 17 Hnd 18 Hnd 19 Hnd 20 Hnd 21 Hnd 22 Hnd 23 Hnd 24 Hnd 25 Hnd 26 Hnd 27  Hnd 28
164  10  11 

Hnd 3,25.9. gen. vr. enk. diathèkès van het zelfst. naamw. diathèkè (verbond) . Taalgebruik in het NT : diathèkè (verbond) . Taalgebruik in de LXX : diathèkè (verbond) . Taalgebruik in Lc. : diathèkè (verbond) . Hebr. bërîth (verbond) . Taalgebruik in Tenach : bërîth (verbond) . Lat. testamentum . E. testament . Ned. testament, verbond . D. Bund . Fr. alliance . Bijbel (128) . OT (103) . NT (15) : (1) Mt 26,28 . (2) Mc 14,24 . (3) Lc 1,72 . (4) Hnd 3,25 . (5) 2 Kor 3,6 . (6) 2 Kor 3,14 . (7) Heb 7,22 . (8) Heb 8,6 . (9) Heb 9,4 . (10) Heb 9,15 . (11) Heb 9,20 . (12) Heb 10,29 . (13) Heb 12,24 . (14) Heb 13,20 . (15) Apk 11,19 . Een vorm van diathèkè (verbond) in Lc in 2 verzen : (1) Lc 1,72 . (2) Lc 22,20 . In Hnd : 2 vormen van diathèkè (verbond) in 2 verzen in 2 hoofdstukken : (1) Hnd 3,25 . (2) Hnd 7,8 . Een vorm van diathèkè (verbond) in het NT (33) , in de LXX (358) .

13.
theos bijbel  O.T.  NT  Mt  Mc   Lc  Joh  Hnd  Br.  Apk  syn.. ev. P. Ap.
nom. mann. enk. theos 1686  1399  287  15  17  58  163  20  29 46 143 20

theos Hnd  Hnd 1 Hnd 2 Hnd 3 Hnd 4 Hnd 5 Hnd 6 Hnd 7 Hnd 8 Hnd 9 Hnd 10 Hnd 11 Hnd 12 Hnd 13 Hnd 14 Hnd 15 Hnd 16 Hnd 17 Hnd 18 Hnd 19 Hnd 20 Hnd 21 Hnd 22 Hnd 23 Hnd 24 Hnd 25 Hnd 26 Hnd 27  Hnd 28
nom 58    7 7. 1 3   11     5 3   6 1 5 1 2   1   1 1 1     1  

Hnd 3,25.14. pros (naar, bij) . Taalgebruik in het NT : pros (naar, bij) . Taalgebruik in de LXX : pros (naar, bij) . Hebr. ´l : voorzetsel ´èl (naar, tot) OF godsnaam El . De verkorte vorm van de godsnaam ´èlohîm is ´èl OF ontkenning ´al (niet) . Taalgebruik in Tenakh : ´èl . Hnd (122) . Hnd 3 (6) : (1) Hnd 3,2 . (2) Hnd 3,10 . (3) Hnd 3,11 . (4) Hnd 3,12 . (5) Hnd 3,22 . (6) Hnd 3,25 .
pros (bij)   bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br. Apk syn.  ev.  P.  A. b. 
  3919  3272  647  41  62  158  91  122  166  261  352     

Hnd 3,25.15. acc. mann. mv. tous van het bepaald lidw. ho , hè , to (de - het) OF voegwoord è (of) . Taalgebruik in NT : bepaald lidwoord . Taalgebruik in Hnd. : bepaald lidwoord . Website : http://mediatheek.thinkquest.nl/~kla020/algemeen_3/gramm.html . Gr. to.. , tè... N. : de . E. : the . D. der , die , das . Hnd (122) . Hnd 3 (1) : Hnd 3,25 .
  lidw. mv.   bijbel  OT  NT  Mt  Mc   Lc  Joh  Hnd  Br. Apk  syn. ev.
16. acc. m. mv. tous   2960 2330 630 91 52 98 51 122 156 60    

Hnd 3,25.16. acc. mann. mv. pateras van het zelfst. naamw. patèr (vader) . Taalgebruik in het NT : patèr (vader) . Taalgebruik in de LXX : patèr (vader) . Taalgebruik in Lc : patèr (vader) . Hebr. âbh . Taalgebruik in Tenakh : ´abh (vader) . Arabisch : ´ab (vader) . Taalgebruik in de Koran : ´ab (vader) . Lat. pater . Fr. père . Ned. vader . E. father . D. Vater . Lc (1) Lc 1,55 . Hnd (8) : (1) Hnd 3,25 . (2) Hnd 7,12 . (3) Hnd 7,19 . (4) Hnd 13,17 . (5) Hnd 13,32 . (6) Hnd 13,36 . (7) Hnd 26,6 . (8) Hnd 28,25 . Een vorm van patèr (vader) in de LXX (1451) , in het NT (415) , in Lc in 48 verzen , in Lc 1 in 8 verzen : (1) Lc 1,17 . (2) Lc 1,32 . (3) Lc 1,55 . (4) Lc 1,59 . (5) Lc 1,62 . (6) Lc 1,67 . (7) Lc 1,72 . (8) Lc 1,73 . Hnd (35) .

 
  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br. Apk syn.  ev.  P.  A. b. 
  acc. mann. mv. pateras   54  42  12           

Hnd 3,25.13. - 14. tous pateras (de vaders) . NT (11) : (1) Lc 1,55 . (2) Hnd 3,22 . (3) Hnd 3,25 . (4) Hnd 7,12 . (5) Hnd 7,19 . (6) Hnd 13,17 . (7) Hnd 13,32 . (8) Hnd 13,36 . (9) Hnd 26,6 . (10) Hnd 28,25 . (11) Rom 11,28 . Hebr. hâ´âbhôth (de vaders) . Zie ´abh (vader) . Taalgebruik in Tenakh : ´abh (vader) . Tenakh (41)

Hnd 3,25.12. - 14. pros tous pateras (tot de vaders) . NT (7) : (1) Lc 1,55 . (2) Hnd 3,22 . (3) Hnd 3,25 . (4) Hnd 13,32 . (5) Hnd 13,36 . (6) Hnd 26,6 . (7) Hnd 28,25 .

Hnd 3,25.12. - 15. pros tous pateras hèmôn (tot onze vaders) . NT (4) : (1) Lc 1,55 . (2) Hnd 3,25 . (3) Hnd 13,32 . (4) Hnd 28,25 . Hebr. la´äbhôthe(j)nû (tot onze vaders) .

Hnd 3,25.19. pros (naar, bij) . Taalgebruik in het NT : pros (naar, bij) . Taalgebruik in de LXX : pros (naar, bij) . Hebr. ´l : voorzetsel ´èl (naar, tot) OF godsnaam El . De verkorte vorm van de godsnaam ´èlohîm is ´èl OF ontkenning ´al (niet) . Taalgebruik in Tenakh : ´èl . Hnd (122) . Hnd 3 (6) : (1) Hnd 3,2 . (2) Hnd 3,10 . (3) Hnd 3,11 . (4) Hnd 3,12 . (5) Hnd 3,22 . (6) Hnd 3,25 .
pros (bij)   bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br. Apk syn.  ev.  P.  A. b. 
  3919  3272  647  41  62  158  91  122  166  261  352     

Hnd 3,25.20. abraam (Abraham) . Taalgebruik in het NT : abraam (Abraham) . Hebr. ´abhërâhâm (Abraham) . Zie ´abhërâm (Abram) . Taalgebruik in Tenakh : ´abhërâm (Abram) . Arabisch : ´ibrahim (Ibrahim) . Taalgebruik in de Koran : ibrahim (Ibrahim) . Bijbel (241) . OT (164) . NT (69) . Lc (14) : (1) Lc 1,55 . (2) Lc 1,73 . (3) Lc 3,8 . (4) Lc 3,34 . (5) Lc 13,16 . (6) Lc 13,28 . (7) Lc 16,22 . (8) Lc 16,23 . (9) Lc 16,24 . (10) Lc 16,25 . (11) Lc 16,29 . (12) Lc 16,30 . (13) Lc 19,9 . (14) Lc 20,37 . Hnd (7) : (1) Hnd 3,13 . (2) Hnd 3,25 . (3) Hnd 7,2 . (4) Hnd 7,16 . (5) Hnd 7,17 . (6) Hnd 7,32 . (7) Hnd 13,26 .

19. - 20. pros abraam (tot Abraham) . NT (2) : (1) Lc 1,73 . (2) Hnd 3,25 . tô(i) (...) abraam (aan Abraham) . NT (10) : (1) Mt 3,9 . (2) Lc 1,55 . (3) Lc 3,8 . (4) Hnd 7,17 . (5) Rom 4,9 . (6) Rom 4,13 . (7) Gal 3,8 . (8) Gal 3,16 . (9) Gal 3,18 . (10) Heb 6,13 . (11) 1 Pe 3,6 . Hebr. lë´abhërâhâm (aan Abraham) . Tenakh (27) .

30. bepaald lidw. gen. vr. enk. tès van het bepaald lidw. ho , hè , to (de - het) OF voegwoord è (of) . Taalgebruik in NT : bepaald lidwoord . Taalgebruik in Hnd. : bepaald lidwoord . Website : http://mediatheek.thinkquest.nl/~kla020/algemeen_3/gramm.html . Gr. to.. , tè... N. : de . E. : the . D. der , die , das . Hnd (164) . Hnd 3 (4) : (1) Hnd 3,1 . (2) Hnd 3,7 . (3) Hnd 3,15 . (4) Hnd 3,25 .
  lidw. enk. bijbel  OT  NT  Mt  Mc  Lc  Joh  Hnd  Br.  Apk  syn. ev.
5. gen. vr. enk. tès 5271  4202  1069  107  65  109  72  164  430  122  281  353 

Hnd  Hnd 1 Hnd 2 Hnd 3 Hnd 4 Hnd 5 Hnd 6 Hnd 7 Hnd 8 Hnd 9 Hnd 10 Hnd 11 Hnd 12 Hnd 13 Hnd 14 Hnd 15 Hnd 16 Hnd 17 Hnd 18 Hnd 19 Hnd 20 Hnd 21 Hnd 22 Hnd 23 Hnd 24 Hnd 25 Hnd 26 Hnd 27  Hnd 28
164  10  11 
Hnd 3,26 - Hnd 3,26 : Toespraak van Petrus : Hnd 3,11-26 -- Hnd 3 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 3 -- Hnd 3,11 - Hnd 3,12 - Hnd 3,13 - Hnd 3,14 - Hnd 3,15 - Hnd 3,16 - Hnd 3,17 - Hnd 3,18 - Hnd 3,19 - Hnd 3,20 - Hnd 3,21 - Hnd 3,22 - Hnd 3,23 - Hnd 3,24 - Hnd 3,25 - Hnd 3,26 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
26umin prôton anastèsas o theos ton paida autou apesteilen auton eulogounta umas en tô apostrefein ekaston apo tôn ponèriôn umôn.  26 vobis primum Deus suscitans Filium suum misit eum benedicentem vobis ut convertat se unusquisque a nequitia sua     26 God, opgewekt hebbende Zijn Kind Jezus, heeft Denzelven eerst tot u gezonden, dat Hij ulieden zegenen zou, daarin dat Hij een iegelijk van u afkere van uw boosheden.   [26] Voor u allereerst heeft God zijn knecht laten opstaan en Hem gezonden om u te zegenen, als u zich allemaal afkeert van uw kwaad.’  [26] God heeft zijn dienaar allereerst voor u laten opstaan en hem naar u gezonden om ieder van u die zich afkeert van zijn slechte daden te zegenen.’  26 voor ú allereerst heeft God zijn kind doen opstaan en hem gezonden die u tot zegen is, daarin dat een ieder zich afkeert van zijn boosheden!   26. C'est pour vous d'abord que Dieu a ressuscité son Serviteur et l'a envoyé vous bénir, du moment que chacun de vous se détourne de ses perversités. »  

King James Bible . [26] Unto you first God, having raised up his Son Jesus, sent him to bless you, in turning away every one of you from his iniquities.
Luther-Bibel . 26 Für euch zuerst hat Gott seinen Knecht Jesus erweckt und hat ihn zu euch gesandt, euch zu segnen, dass ein jeder sich bekehre von seiner Bosheit.

Tekstuitleg van Hnd 3,26 .


Griekse tekst

1petros de kai iôannès anebainon eis to ieron epi tèn ôran tès proseuchès tèn enatèn. 2kai tis anèr chôlos ek koilias mètros autou uparchôn ebastazeto, on etithoun kath èmeran pros tèn thuran tou ierou tèn legomenèn ôraian tou aitein eleèmosunèn para tôn eisporeuomenôn eis to ieron: 3os idôn petron kai iôannèn mellontas eisienai eis to ieron èrôta eleèmosunèn labein. 4atenisas de petros eis auton sun tô iôannè eipen, blepson eis èmas. 5o de epeichen autois prosdokôn ti par autôn labein. 6eipen de petros, argurion kai chrusion ouch uparchei moi, o de echô touto soi didômi: en tô onomati ièsou christou tou nazôraiou [egeire kai] peripatei. 7kai piasas auton tès dexias cheiros ègeiren auton: parachrèma de estereôthèsan ai baseis autou kai ta sfudra, 8kai exallomenos estè kai periepatei, kai eisèlthen sun autois eis to ieron peripatôn kai allomenos kai ainôn ton theon. 9kai eiden pas o laos auton peripatounta kai ainounta ton theon, 10epeginôskon de auton oti autos èn o pros tèn eleèmosunèn kathèmenos epi tè ôraia pulè tou ierou, kai eplèsthèsan thambous kai ekstaseôs epi tô sumbebèkoti autô. 11kratountos de autou ton petron kai ton iôannèn sunedramen pas o laos pros autous epi tè stoa tè kaloumenè solomôntos ekthamboi. 12idôn de o petros apekrinato pros ton laon, andres israèlitai, ti thaumazete epi toutô, è èmin ti atenizete ôs idia dunamei è eusebeia pepoièkosin tou peripatein auton; 13o theos abraam kai [o theos] isaak kai [o theos] iakôb, o theos tôn paterôn èmôn, edoxasen ton paida autou ièsoun, on umeis men paredôkate kai èrnèsasthe kata prosôpon pilatou, krinantos ekeinou apoluein: 14umeis de ton agion kai dikaion èrnèsasthe, kai ètèsasthe andra fonea charisthènai umin, 15ton de archègon tès zôès apekteinate, on o theos ègeiren ek nekrôn, ou èmeis martures esmen. 16kai epi tè pistei tou onomatos autou touton on theôreite kai oidate estereôsen to onoma autou, kai è pistis è di autou edôken autô tèn oloklèrian tautèn apenanti pantôn umôn. 17kai nun, adelfoi, oida oti kata agnoian epraxate, ôsper kai oi archontes umôn: 18o de theos a prokatèggeilen dia stomatos pantôn tôn profètôn pathein ton christon autou eplèrôsen outôs. 19metanoèsate oun kai epistrepsate eis to exaleifthènai umôn tas amartias, 20opôs an elthôsin kairoi anapsuxeôs apo prosôpou tou kuriou kai aposteilè ton prokecheirismenon umin christon, ièsoun, 21on dei ouranon men dexasthai achri chronôn apokatastaseôs pantôn ôn elalèsen o theos dia stomatos tôn agiôn ap aiônos autou profètôn. 22môusès men eipen oti profètèn umin anastèsei kurios o theos umôn ek tôn adelfôn umôn ôs eme: autou akousesthe kata panta osa an lalèsè pros umas. 23estai de pasa psuchè ètis ean mè akousè tou profètou ekeinou exolethreuthèsetai ek tou laou. 24kai pantes de oi profètai apo samouèl kai tôn kathexès osoi elalèsan kai katèggeilan tas èmeras tautas. 25umeis este oi uioi tôn profètôn kai tès diathèkès ès dietheto o theos pros tous pateras umôn, legôn pros abraam, kai en tô spermati sou [en]eulogèthèsontai pasai ai patriai tès gès. 26umin prôton anastèsas o theos ton paida autou apesteilen auton eulogounta umas en tô apostrefein ekaston apo tôn ponèriôn umôn.