HANDELINGEN VAN DE APOSTELEN HOOFDSTUK 7 -- Hnd 7 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 7 -- Hnd 7,1-53 -- Hnd 7,54-60 -- Hnd 7,55-60 -

- Bibliografie - Literatuur - Liturgisch gebruik - Overzicht bijbelboeken - Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken - Overzicht van deze website -

Overzicht van Handelingen van de apostelen : Hnd (Handelingen) : overzicht , Hnd : woordgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Hnd : commentaar ,
Hnd 1 , Hnd 2 , Hnd 3 , Hnd 4 , Hnd 5 , Hnd 6 , Hnd 7 , Hnd 8 , Hnd 9 , Hnd 10 , Hnd 11 , Hnd 12 , Hnd 13 , Hnd 14 , Hnd 15 , Hnd 16 , Hnd 17 , Hnd 18 , Hnd 19 , Hnd 20 , Hnd 21 , Hnd 22 , Hnd 23 , Hnd 24 , Hnd 25 , Hnd 26 , Hnd 27 , Hnd 28 ,
Uitleg per pericope - Hnd 7,1-53 -
- Hnd 7,1-53 : Toespraak van Stefanus .
- Hnd 7,54-60 : Stefanus vermoord en de Jeruzalemse gemeente vervolgd .
Uitleg vers per vers : - Hnd 7,1 - Hnd 7,2 - Hnd 7,3 - Hnd 7,4 - Hnd 7,5 - Hnd 7,6 - Hnd 7,7 - Hnd 7,8 - Hnd 7,9 - Hnd 7,10 - Hnd 7,11 - Hnd 7,12 - Hnd 7,13 - Hnd 7,14 - Hnd 7,15 - Hnd 7,16 - Hnd 7,17 - Hnd 7,18 - Hnd 7,19 - Hnd 7,20 - Hnd 7,21 - Hnd 7,22 - Hnd 7,23 - Hnd 7,24 - Hnd 7,25 - Hnd 7,26 - Hnd 7,27 - Hnd 7,28 - Hnd 7,29 - Hnd 7,30 - Hnd 7,31 - Hnd 7,32 - Hnd 7,33 - Hnd 7,34 - Hnd 7,35 - Hnd 7,36 - Hnd 7,37 - Hnd 7,38 - Hnd 7,39 - Hnd 7,40 - Hnd 7,41 - Hnd 7,42 - Hnd 7,43 - Hnd 7,44 - Hnd 7,45 - Hnd 7,46 - Hnd 7,47 - Hnd 7,48 - Hnd 7,49 - Hnd 7,50 - Hnd 7,51 - Hnd 7,52 - Hnd 7,53 - Hnd 7,54 - Hnd 7,55 - Hnd 7,56 - Hnd 7,57 - Hnd 7,58 - Hnd 7,59 - Hnd 7,60 -


Religie.opzijnbest.nl
ZOEKEN OP DEZE WEBSITE
PicoSearch
  Hulp
Verzorgd door PicoSearch
     
 
             
1. LXX , Griekse tekst N.T.   2. Vulgata   3. Synopsis Denaux - Vervenne  4. Statenvertaling   5. Willibrordvertaling   6. Nieuwe Vertaling   7. Naardense vertaling , zie
8. Bible de Jérusalem 9. Statenvertaling   10. King James Bible  - King James Bible 11. Luther-Bibel   liturgische lezing      

WEDERKERIGHEID (DIVERSITEIT - VICE VERSA) . Meer info : Arseen De Kesel . Email: arseen.de.kesel@pandora.be .
websitenamen : http://users.telenet.be/arseen.de.kesel/ en http://www.interlevensbeschouwelijk.be/index.htm
- STARTPAGINA - AGENDA - BIJ DE HAND - NIEUW - OVERZICHT -  TIJDSCHRIFTEN -
ALFABETISCH OVERZICHT VAN THEMA'S EN WEBSITES :
- A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z
HOOFDTHEMA'S : allochtonen , armoede , bahá'í ,  bezinningsteksten , bijbel , bijbel en koran , boeddhisme , christendom , extreemrechts ( Vlaams Blok ) , fundamentalisme , globalisering en antiglobalisering ,  hindoeïsme , interlevensbeschouwelijke dialoog , interreligieuze meditatie , islam , jodendom , koran , levensbeschouwing , levensbeschouwing / godsdienst en onderwijs , racisme , samenleving , sikhisme , spiritualiteit , tewerkstelling van allochtonen , vluchtelingen en asielzoekers , vrijzinnigheid , witte scholen , multiculturele scholen en concentratiescholen , Eigen-zinnige beschouwingen , Het kleine of grote ongenoegen

Woordenschat
- tithèmi (zetten, plaatsen, maken) , zie Hnd 7,60 .
Bibliografie
Literatuur .
Liturgisch gebruik

Overzicht van de bijbelboeken
- bijbeloverzicht , bijbelverwijzingen , Oude Testament , Pentateuch , Historische boeken , Profeten , Wijsheidsboeken , Nieuwe Testament , Evangelies , Synoptici , Brieven van Paulus , Apostolische brieven .
- OT : Gn (Genesis) , Ex (Exodus) , Lv (Leviticus) , Nu (Numeri) , Dt (Deuteronomium) , Joz (Jozua) , Re (Rechters) , Rt (Ruth) , 1 S (1 Samuël) , 2 S (2 Samuël) , 1 K (1 Koningen) , 2 K (2 Koningen) , 1 Kr ( 1 Kronieken) , 2 Kr (2 Kronieken) , Ezr (Ezra) , Neh (Nehemia) , Tob (Tobia) , Jdt (Judith) , Est (Esther) , 1 Mak (1 Makkabeeën) , 2 Mak (2 Makkabeeën) , Job , Ps (Psalmen ) , Spr (Spreuken) , Pr (Prediker) , Hl (Hooglied) , W (Wijsheid) , Sir (Sirach) , Js (Jesaja) , Jr (Jeremia) , Kl (Klaagliederen) , Bar (Baruch) , Ez (Ezechiël) , Da (Daniël) , Hos (Hosea) , Jl (Joël) , Am (Amos) , Ob (Obadja) , Jon (Jona) , Mi (Micha) , Nah (Nahum) , Hab (Habakuk) , Sef (Sefanja) , Hag (Haggai) , Zach (Zacharia) , Mal (Maleachi) .
- NT : Mt (Matteüs) - Mc (Marcus) - Lc (Lucas) - Joh (Johannes) - Hnd (Handelingen) , Rom (Rome) , 1 Kor (Korinte) , 2 Kor (Korinte) , Gal (Galatië) , Ef (Efese) , Fil (Filippi) , Kol (Kolosse) , 1 Tes (Tessalonika) , 2 Tes (Tessalonika) , 1 Tim (Timoteüs) , 2 Tim (Timoteüs) , Tit (Titus) , Film (Filemon) , Heb (Hebreeën) , Jak (Jakobus) , 1 Pe (Petrus) , 2 Pe (Petrus) , 1 Joh (Johannes) , 2 Joh (Johannes) , 2 Joh (Johannes) , Jud (Judas) , Apk (Apokalyps) .
Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken : - bibliografie bijbel - bibliografie van het Oude Testament - bibliografie Matteüsevangelie - bibliografie Marcusevangelie - bibliografie Lucasevangelie - bibliografie van het Johannesevangelie - bibliografie van het Nieuwe Testament (behalve evangeliën)

Hnd 7,1-53 - Hnd 7,1-53 : Toespraak van Stefanus -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 7 -- Hnd 7,1 - Hnd 7,2 - Hnd 7,3 - Hnd 7,4 - Hnd 7,5 - Hnd 7,6 - Hnd 7,7 - Hnd 7,8 - Hnd 7,9 - Hnd 7,10 - Hnd 7,11 - Hnd 7,12 - Hnd 7,13 - Hnd 7,14 - Hnd 7,15 - Hnd 7,16 - Hnd 7,17 - Hnd 7,18 - Hnd 7,19 - Hnd 7,20 - Hnd 7,21 - Hnd 7,22 - Hnd 7,23 - Hnd 7,24 - Hnd 7,25 - Hnd 7,26 - Hnd 7,27 - Hnd 7,28 - Hnd 7,29 - Hnd 7,30 - Hnd 7,31 - Hnd 7,32 - Hnd 7,33 - Hnd 7,34 - Hnd 7,35 - Hnd 7,36 - Hnd 7,37 - Hnd 7,38 - Hnd 7,39 - Hnd 7,40 - Hnd 7,41 - Hnd 7,42 - Hnd 7,43 - Hnd 7,44 - Hnd 7,45 - Hnd 7,46 - Hnd 7,47 - Hnd 7,48 - Hnd 7,49 - Hnd 7,50 - Hnd 7,51 - Hnd 7,52 - Hnd 7,53 -

Hnd 7,1 - Hnd 7,1 -- Hnd 7,1-53 : Toespraak van Stefanus -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 7 -- Hnd 7,1 - Hnd 7,2 - Hnd 7,3 - Hnd 7,4 - Hnd 7,5 - Hnd 7,6 - Hnd 7,7 - Hnd 7,8 - Hnd 7,9 - Hnd 7,10 - Hnd 7,11 - Hnd 7,12 - Hnd 7,13 - Hnd 7,14 - Hnd 7,15 - Hnd 7,16 - Hnd 7,17 - Hnd 7,18 - Hnd 7,19 - Hnd 7,20 - Hnd 7,21 - Hnd 7,22 - Hnd 7,23 - Hnd 7,24 - Hnd 7,25 - Hnd 7,26 - Hnd 7,27 - Hnd 7,28 - Hnd 7,29 - Hnd 7,30 - Hnd 7,31 - Hnd 7,32 - Hnd 7,33 - Hnd 7,34 - Hnd 7,35 - Hnd 7,36 - Hnd 7,37 - Hnd 7,38 - Hnd 7,39 - Hnd 7,40 - Hnd 7,41 - Hnd 7,42 - Hnd 7,43 - Hnd 7,44 - Hnd 7,45 - Hnd 7,46 - Hnd 7,47 - Hnd 7,48 - Hnd 7,49 - Hnd 7,50 - Hnd 7,51 - Hnd 7,52 - Hnd 7,53 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
1eipen de o archiereus, ei tauta outôs echei;   1 dixit autem princeps sacerdotum si haec ita se habent    1 En de hogepriester zeide: Zijn dan deze dingen alzo? [1] Toen vroeg de hogepriester: ‘Is dat allemaal waar?’   [1] De hogepriester vroeg: ‘Is dat waar?’  1 ¶ Dan zegt de hogepriester: is dit alles zo?  1. Le grand prêtre demanda : « En est-il bien ainsi ? »

King James Bible . [1] Then said the high priest, Are these things so?
Luther-Bibel . 1 Da fragte der Hohepriester: Ist das so?

Tekstuitleg van Hnd 7,1 .

4. archiereus (hogepriester) . Verwijzing : archiereis (hogepriesters) , zie Mt 2,4 . De eerste in de rij van priesters . De nominatief enkelvoud archiereus (priester) komt in zevenendertig verzen in de bijbel voor . O.T. (9) . N.T. (28) . Mt (3) . Mc (3) . Joh (4) . Hnd (9) . In negen verzen in de Hebreeënbrief .In negen verzen in Handelingen : (1) Hnd 4,6 . (2) Hnd 5,17 . (3) Hnd 5,21 . (4) Hnd 5,27 . (5) Hnd 7,1 . (6) Hnd 22,5 . (7) Hnd 23,2 . (8) Hnd 23,5 . (9) Hnd 24,1 .

7. houtôs (zo) . Verwijzing : houtôs (zo, op deze wijze) , zie Mt 21,6 . In 907 verzen in de bijbel . In 708 verzen in het O.T. . In 199 verzen in het N.T. . In eenentwintig verzen bij Lucas . In zesentwintig verzen in Handelingen : (1) Hnd 1,11 . (2) Hnd 3,18 . (3) Hnd 7,1 . (4) Hnd 7,6 . (5) Hnd 7,8 . (6) Hnd 8,32 . (7) Hnd 12,8 . (8) Hnd 12,15 . (9) Hnd 13,8 . (10) Hnd 13,34 . (11) Hnd 13,47 . (12) Hnd 14,1 . (13) Hnd 17,11 . (14) Hnd 17,33 . (15) Hnd 19,20 . (16) Hnd 20,11 . (17) Hnd 20,13 . (18) Hnd 20,35 . (19) Hnd 21,11 . (20) Hnd 22,24 . (21) Hnd 24,9 . (22) Hnd 24,14 . (23) Hnd 27,17 . (24) Hnd 27,25 . (25) Hnd 27,44 . (26) Hnd 28,14 .

Hnd 7,2 - Hnd 7,2 -- Hnd 7,1-53 : Toespraak van Stefanus -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 7 -- Hnd 7,1 - Hnd 7,2 - Hnd 7,3 - Hnd 7,4 - Hnd 7,5 - Hnd 7,6 - Hnd 7,7 - Hnd 7,8 - Hnd 7,9 - Hnd 7,10 - Hnd 7,11 - Hnd 7,12 - Hnd 7,13 - Hnd 7,14 - Hnd 7,15 - Hnd 7,16 - Hnd 7,17 - Hnd 7,18 - Hnd 7,19 - Hnd 7,20 - Hnd 7,21 - Hnd 7,22 - Hnd 7,23 - Hnd 7,24 - Hnd 7,25 - Hnd 7,26 - Hnd 7,27 - Hnd 7,28 - Hnd 7,29 - Hnd 7,30 - Hnd 7,31 - Hnd 7,32 - Hnd 7,33 - Hnd 7,34 - Hnd 7,35 - Hnd 7,36 - Hnd 7,37 - Hnd 7,38 - Hnd 7,39 - Hnd 7,40 - Hnd 7,41 - Hnd 7,42 - Hnd 7,43 - Hnd 7,44 - Hnd 7,45 - Hnd 7,46 - Hnd 7,47 - Hnd 7,48 - Hnd 7,49 - Hnd 7,50 - Hnd 7,51 - Hnd 7,52 - Hnd 7,53 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
2o de efè, andres adelfoi kai pateres, akousate. o theos tès doxès ôfthè tô patri èmôn abraam onti en tè mesopotamia prin è katoikèsai auton en charran,  2 qui ait viri fratres et patres audite Deus gloriae apparuit patri nostro Abraham cum esset in Mesopotamiam priusquam moraretur in Charram     2 En hij zeide: Gij mannen broeders en vaders, hoort toe: de God der heerlijkheid verscheen onzen vader Abraham, nog zijnde in Mesopotamië, eer hij woonde in Charran;  [2] Hij zei*: ‘Broeders, vaders, luister. De God der heerlijkheid verscheen in Mesopotamië* aan onze vader Abraham, voordat deze zich in Haran vestigde,  [2] Stefanus antwoordde: ‘Broeders en leden van het Sanhedrin, luister naar wat ik u te zeggen heb. Toen Abraham, de vader van ons volk, nog in Mesopotamië woonde, voordat hij zich in Charan vestigde, verscheen God in al zijn luister aan hem   2 En hij verklaart: mannen, broeders en vaders, hoort!– ‘de God der ere’ heeft zich laten zien aan onze vader Abraham, toen die nog in Mesopotamië was, voordat hij in Haran ging wonen,   2. Il répondit : « Frères et pères, écoutez. Le Dieu de la gloire apparut à notre père Abraham, encore en Mésopotamie avant de s'établir à Harân, 

King James Bible . [2] And he said, Men, brethren, and fathers, hearken; The God of glory appeared unto our father Abraham, when he was in Mesopotamia, before he dwelt in Charran,
Luther-Bibel . 2 Er aber sprach: Liebe Brüder und Väter, hört zu. Der Gott der Herrlichkeit erschien unserm Vater Abraham, als er noch in Mesopotamien war, ehe er in Haran wohnte,

Tekstuitleg van Hnd 7,2 .

Hnd 7,3 - Hnd 7,3 -- Hnd 7,1-53 : Toespraak van Stefanus -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 7 -- Hnd 7,1 - Hnd 7,2 - Hnd 7,3 - Hnd 7,4 - Hnd 7,5 - Hnd 7,6 - Hnd 7,7 - Hnd 7,8 - Hnd 7,9 - Hnd 7,10 - Hnd 7,11 - Hnd 7,12 - Hnd 7,13 - Hnd 7,14 - Hnd 7,15 - Hnd 7,16 - Hnd 7,17 - Hnd 7,18 - Hnd 7,19 - Hnd 7,20 - Hnd 7,21 - Hnd 7,22 - Hnd 7,23 - Hnd 7,24 - Hnd 7,25 - Hnd 7,26 - Hnd 7,27 - Hnd 7,28 - Hnd 7,29 - Hnd 7,30 - Hnd 7,31 - Hnd 7,32 - Hnd 7,33 - Hnd 7,34 - Hnd 7,35 - Hnd 7,36 - Hnd 7,37 - Hnd 7,38 - Hnd 7,39 - Hnd 7,40 - Hnd 7,41 - Hnd 7,42 - Hnd 7,43 - Hnd 7,44 - Hnd 7,45 - Hnd 7,46 - Hnd 7,47 - Hnd 7,48 - Hnd 7,49 - Hnd 7,50 - Hnd 7,51 - Hnd 7,52 - Hnd 7,53 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
3kai eipen pros auton, exelthe ek tès gès sou kai [ek] tès suggeneias sou, kai deuro eis tèn gèn èn an soi deixô.  3 et dixit ad illum exi de terra tua et de cognatione tua et veni in terram quam tibi monstravero    3 En zeide tot hem: Ga uit uw land en uit uw maagschap, en kom in een land, dat Ik u wijzen zal.   [3] en zei hem: “Trek weg uit uw land en van uw familie en kom naar het land dat Ik u wijzen zal.”  [3] en zei: “Trek weg uit je land, verlaat je familie, en ga naar het land dat ik je zal wijzen.”  3 en heeft tot hem gezegd: ‘ga heen uit je land en je verwantschap, en kom in het land dat ik je wijzen zal’;  3. et lui dit : Quitte ton pays et ta parenté, et va dans le pays que je te montrerai.  

King James Bible . [3] And said unto him, Get thee out of thy country, and from thy kindred, and come into the land which I shall shew thee.
Luther-Bibel . 3 und sprach zu ihm (1.Mose 12,1): »Geh aus deinem Land und von deiner Verwandtschaft und zieh in das Land, das ich dir zeigen will.«

Tekstuitleg van Hnd 7,3 .

Hnd 7,4 - Hnd 7,4 -- Hnd 7,1-53 : Toespraak van Stefanus -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 7 -- Hnd 7,1 - Hnd 7,2 - Hnd 7,3 - Hnd 7,4 - Hnd 7,5 - Hnd 7,6 - Hnd 7,7 - Hnd 7,8 - Hnd 7,9 - Hnd 7,10 - Hnd 7,11 - Hnd 7,12 - Hnd 7,13 - Hnd 7,14 - Hnd 7,15 - Hnd 7,16 - Hnd 7,17 - Hnd 7,18 - Hnd 7,19 - Hnd 7,20 - Hnd 7,21 - Hnd 7,22 - Hnd 7,23 - Hnd 7,24 - Hnd 7,25 - Hnd 7,26 - Hnd 7,27 - Hnd 7,28 - Hnd 7,29 - Hnd 7,30 - Hnd 7,31 - Hnd 7,32 - Hnd 7,33 - Hnd 7,34 - Hnd 7,35 - Hnd 7,36 - Hnd 7,37 - Hnd 7,38 - Hnd 7,39 - Hnd 7,40 - Hnd 7,41 - Hnd 7,42 - Hnd 7,43 - Hnd 7,44 - Hnd 7,45 - Hnd 7,46 - Hnd 7,47 - Hnd 7,48 - Hnd 7,49 - Hnd 7,50 - Hnd 7,51 - Hnd 7,52 - Hnd 7,53 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
4tote exelthôn ek gès chaldaiôn katôkèsen en charran. kakeithen meta to apothanein ton patera autou metôkisen auton eis tèn gèn tautèn eis èn umeis nun katoikeite,   4 tunc exiit de terra Chaldeorum et habitavit in Charram et inde postquam mortuus est pater eius transtulit illum in terram istam in qua nunc vos habitatis    4 Toen ging hij uit het land der Chaldeeën, en woonde in Charran. En van daar, nadat zijn vader gestorven was, bracht Hij hem over in dit land, daar gij nu in woont.  [4] Daarop trok hij weg uit het land van de Chaldeeën en vestigde zich in Haran. Vandaar liet Hij hem na de dood van zijn vader verhuizen naar dit land, waar u nu woont.  [4] Toen trok Abraham weg uit het land van de Chaldeeën en vestigde zich in Charan. Na de dood van zijn vader bracht God hem naar dit land, waar u nu woont.  4 dan gáát hij heen, uit het land van de Chaldeeën en gaat wonen in Haran. Na het sterven van zijn vader laat hij hem daarvandaan wonen in dit land waarin gij nu woont; 4. Il quitta alors le pays des Chaldéens pour s'établir à Harân. C'est de là, après la mort de son père, que Dieu le fit passer dans ce pays où vous habitez maintenant.  

King James Bible . [4] Then came he out of the land of the Chaldaeans, and dwelt in Charran: and from thence, when his father was dead, he removed him into this land, wherein ye now dwell.
Luther-Bibel . 4 Da ging er aus dem Land der Chaldäer und wohnte in Haran. Und als sein Vater gestorben war, brachte Gott ihn von dort herüber in dies Land, in dem ihr nun wohnt,

Tekstuitleg van Hnd 7,4 .

Hnd 7,5 - Hnd 7,5 -- Hnd 7,1-53 : Toespraak van Stefanus -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 7 -- Hnd 7,1 - Hnd 7,2 - Hnd 7,3 - Hnd 7,4 - Hnd 7,5 - Hnd 7,6 - Hnd 7,7 - Hnd 7,8 - Hnd 7,9 - Hnd 7,10 - Hnd 7,11 - Hnd 7,12 - Hnd 7,13 - Hnd 7,14 - Hnd 7,15 - Hnd 7,16 - Hnd 7,17 - Hnd 7,18 - Hnd 7,19 - Hnd 7,20 - Hnd 7,21 - Hnd 7,22 - Hnd 7,23 - Hnd 7,24 - Hnd 7,25 - Hnd 7,26 - Hnd 7,27 - Hnd 7,28 - Hnd 7,29 - Hnd 7,30 - Hnd 7,31 - Hnd 7,32 - Hnd 7,33 - Hnd 7,34 - Hnd 7,35 - Hnd 7,36 - Hnd 7,37 - Hnd 7,38 - Hnd 7,39 - Hnd 7,40 - Hnd 7,41 - Hnd 7,42 - Hnd 7,43 - Hnd 7,44 - Hnd 7,45 - Hnd 7,46 - Hnd 7,47 - Hnd 7,48 - Hnd 7,49 - Hnd 7,50 - Hnd 7,51 - Hnd 7,52 - Hnd 7,53 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
5kai ouk edôken autô klèronomian en autè oude bèma podos, kai epèggeilato dounai autô eis kataschesin autèn kai tô spermati autou met auton, ouk ontos autô teknou. 5 et non dedit illi hereditatem in ea nec passum pedis et repromisit dare illi eam in possessionem et semini eius post ipsum cum non haberet filium    5 En Hij gaf hem geen erfdeel in hetzelve, ook niet een voetstap; en beloofde, dat Hij hem het zelve tot een bezitting geven zou, en zijn zade na hem, als hij nog geen kind had.  [5] Hij gaf hem er nog geen voetbreed van in eigendom, maar beloofde het hem en zijn nakomelingen in bezit te geven, ook al had hij toen nog geen kinderen.  [5] Hij gaf hem hier zelfs niet het kleinste stuk grond in eigendom, maar beloofde wel dat hij en zijn nakomelingen het eens in bezit zouden krijgen, ook al had hij toen nog geen zoon.  5 hij geeft hem daarin geen erfdeel, zelfs geen voetbreed, maar belooft ‘het in bezit te geven aan hem en zijn zaad na hem’, terwijl hij geen kind heeft;  5. Il ne lui donna aucune propriété dans ce pays, pas même de quoi poser le pied, mais il promit de lui en donner la possession, ainsi qu'à sa postérité après lui quoiqu'il n'eût pas d'enfant.  

King James Bible . [5] And he gave him none inheritance in it, no, not so much as to set his foot on: yet he promised that he would give it to him for a possession, and to his seed after him, when as yet he had no child.
Luther-Bibel . 5 aber er gab ihm kein Eigentum darin, auch nicht einen Fußbreit, und verhieß ihm, er wolle es ihm und seinen Nachkommen zum Besitz geben, obwohl er noch kein Kind hatte.

Tekstuitleg van Hnd 7,5 .

Hnd 7,6 - Hnd 7,6 -- Hnd 7,1-53 : Toespraak van Stefanus -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 7 -- Hnd 7,1 - Hnd 7,2 - Hnd 7,3 - Hnd 7,4 - Hnd 7,5 - Hnd 7,6 - Hnd 7,7 - Hnd 7,8 - Hnd 7,9 - Hnd 7,10 - Hnd 7,11 - Hnd 7,12 - Hnd 7,13 - Hnd 7,14 - Hnd 7,15 - Hnd 7,16 - Hnd 7,17 - Hnd 7,18 - Hnd 7,19 - Hnd 7,20 - Hnd 7,21 - Hnd 7,22 - Hnd 7,23 - Hnd 7,24 - Hnd 7,25 - Hnd 7,26 - Hnd 7,27 - Hnd 7,28 - Hnd 7,29 - Hnd 7,30 - Hnd 7,31 - Hnd 7,32 - Hnd 7,33 - Hnd 7,34 - Hnd 7,35 - Hnd 7,36 - Hnd 7,37 - Hnd 7,38 - Hnd 7,39 - Hnd 7,40 - Hnd 7,41 - Hnd 7,42 - Hnd 7,43 - Hnd 7,44 - Hnd 7,45 - Hnd 7,46 - Hnd 7,47 - Hnd 7,48 - Hnd 7,49 - Hnd 7,50 - Hnd 7,51 - Hnd 7,52 - Hnd 7,53 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
6elalèsen de outôs o theos oti estai to sperma autou paroikon en gè allotria, kai doulôsousin auto kai kakôsousin etè tetrakosia:  6 locutus est autem Deus quia erit semen eius accola in terra aliena et servituti eos subicient et male tractabunt eos annis quadringentis     6 En God sprak alzo, dat zijn zaad vreemdeling zijn zoude in een vreemd land, en dat zij het zouden dienstbaar maken, en kwalijk handelen, vierhonderd jaren.  [6] Dit is wat God zei: “Zijn nakomelingen zullen als vreemdeling verblijven in andermans land, men zal hen tot slaaf maken en hen vierhonderd jaar lang slecht behandelen.  [6] God zei tegen Abraham dat zijn nakomelingen vierhonderd jaar in een vreemd land zouden wonen, waar ze in slavernij zouden leven en slecht behandeld zouden worden.   6 maar zó spreekt God: ‘je zaad zal bijwoner zijn in andermans land, en vierhonderd jaren zullen ze het laten sloven en het kwaad doen;  6. Et Dieu lui déclara que sa postérité séjournerait en terre étrangère, qu'on la réduirait en servitude et qu'on la maltraiterait durant quatre cents ans. -  

King James Bible . [6] And God spake on this wise, That his seed should sojourn in a strange land; and that they should bring them into bondage, and entreat them evil four hundred years.
Luther-Bibel . 6 Denn so sprach Gott (1.Mose 15,13-14): »Deine Nachkommen werden Fremdlinge sein in einem fremden Lande, und man wird sie knechten und misshandeln vierhundert Jahre lang.

Tekstuitleg van Hnd 7,6 .

1. elalèsen (hij sprak) . Verwijzing : legô (zeggen) , zie Mt 4,6 . Actief aorist derde persoon enkelvoud . In 431 verzen in de bijbel . In 400 verzen in het O.T. . In eenendertig verzen in het N.T. .
In vijf verzen bij Lucas : (1) Lc 1,55 (kathôs ... = zoals ...) . (2) Lc 1,70 (kathôs ... = zoals ...) . (3) Lc 2,50 . (4) Lc 11,14 . (5) Lc 24,6 (hôs ... = zoals ...) .
In acht verzen in Hnd : (1) Hnd 2,31 . (2) Hnd 3,21 . (3) Hnd 7,6 . (4) Hnd 8,26 . (5) Hnd 9,27 . (6) Hnd 23,9 . (7) Hnd 28,21 . (8) Hnd 28,25 .

3. 3. houtôs (zo) . Verwijzing : houtôs (zo, op deze wijze) , zie Mt 21,6 . In 907 verzen in de bijbel . In 708 verzen in het O.T. . In 199 verzen in het N.T. . In eenentwintig verzen bij Lucas . In zesentwintig verzen in Handelingen : (1) Hnd 1,11 . (2) Hnd 3,18 . (3) Hnd 7,1 . (4) Hnd 7,6 . (5) Hnd 7,8 . (6) Hnd 8,32 . (7) Hnd 12,8 . (8) Hnd 12,15 . (9) Hnd 13,8 . (10) Hnd 13,34 . (11) Hnd 13,47 . (12) Hnd 14,1 . (13) Hnd 17,11 . (14) Hnd 17,33 . (15) Hnd 19,20 . (16) Hnd 20,11 . (17) Hnd 20,13 . (18) Hnd 20,35 . (19) Hnd 21,11 . (20) Hnd 22,24 . (21) Hnd 24,9 . (22) Hnd 24,14 . (23) Hnd 27,17 . (24) Hnd 27,25 . (25) Hnd 27,44 . (26) Hnd 28,14 .

17. auto (zelf) . Verwijzing : autos (hij zelf) , zie Lc 24,36 . Nominatief en accusatief onzijdig enkelvoud . In 490 verzen in de bijbel . In 101 verzen in het N.T. . In acht verzen in Hnd : (1) Hnd 1,15 . (2) Hnd 2,1 . (3) Hnd 2,44 . (4) Hnd 2,47 . (5) Hnd 4,26 . (6) Hnd 7,6 . (7) Hnd 14,1 . (8) Hnd 27,6 .

Hnd 7,7 - Hnd 7,7 -- Hnd 7,1-53 : Toespraak van Stefanus -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 7 -- Hnd 7,1 - Hnd 7,2 - Hnd 7,3 - Hnd 7,4 - Hnd 7,5 - Hnd 7,6 - Hnd 7,7 - Hnd 7,8 - Hnd 7,9 - Hnd 7,10 - Hnd 7,11 - Hnd 7,12 - Hnd 7,13 - Hnd 7,14 - Hnd 7,15 - Hnd 7,16 - Hnd 7,17 - Hnd 7,18 - Hnd 7,19 - Hnd 7,20 - Hnd 7,21 - Hnd 7,22 - Hnd 7,23 - Hnd 7,24 - Hnd 7,25 - Hnd 7,26 - Hnd 7,27 - Hnd 7,28 - Hnd 7,29 - Hnd 7,30 - Hnd 7,31 - Hnd 7,32 - Hnd 7,33 - Hnd 7,34 - Hnd 7,35 - Hnd 7,36 - Hnd 7,37 - Hnd 7,38 - Hnd 7,39 - Hnd 7,40 - Hnd 7,41 - Hnd 7,42 - Hnd 7,43 - Hnd 7,44 - Hnd 7,45 - Hnd 7,46 - Hnd 7,47 - Hnd 7,48 - Hnd 7,49 - Hnd 7,50 - Hnd 7,51 - Hnd 7,52 - Hnd 7,53 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
7kai to ethnos ô ean douleusousin krinô egô, o theos eipen, kai meta tauta exeleusontai kai latreusousin moi en tô topô toutô.  7 et gentem cui servierint iudicabo ego dixit Deus et post haec exibunt et deservient mihi in loco isto    7 En het volk, dat zij dienen zullen, zal Ik oordelen, sprak God; en daarna zullen zij uitgaan, en zij zullen Mij dienen in deze plaats.   [7] Maar over het volk dat zij als slaaf zullen dienen, zal Ik het oordeel vellen,” zei God, “en daarna zullen zij wegtrekken en Mij* op deze plaats vereren.”  [7] “Maar,” zo luidden Gods woorden, “het volk dat ze als slaaf zullen dienen, zal ik straffen, en daarna zullen ze wegtrekken en mij vereren op de heilige plaats.”  7 het volk waarvoor zij moeten sloven zal ik oordelen, zegt God, en daarna zullen zij uittrekken en mij vereren op deze plaats’;  7. Mais la nation dont ils auront été les esclaves, je la jugerai, moi, dit Dieu. Après quoi, ils s'en iront et me rendront leur culte en ce lieu même.  

King James Bible . [7] And the nation to whom they shall be in bondage will I judge, said God: and after that shall they come forth, and serve me in this place.
Luther-Bibel . 7 Aber das Volk, dem sie als Knechte dienen müssen, will ich richten«, sprach Gott, »und danach werden sie ausziehen und mir dienen an dieser Stätte.«

Tekstuitleg van Hnd 7,7 .

13. - 14. meta (+ x +) tauta (letterlijk : na dat ; daarna : eerst aanwijzend voornaamwoord daar < dat en dan het 'voor'zetsel) . Verwijzing : tauta (die 'dingen') , zie Mt 1,20 . In dertig verzen in het N.T. . Mc (1) . Lc (5) . Joh (8) . Hnd (4) . ... Opb (9) . In vier verzen in Hnd : (1) Hnd 7,7 . (2) Hnd 13,20 . (3) Hnd 15,16 . (4) Hnd 18,1 .

Hnd 7,8 - Hnd 7,8 -- Hnd 7,1-53 : Toespraak van Stefanus -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 7 -- Hnd 7,1 - Hnd 7,2 - Hnd 7,3 - Hnd 7,4 - Hnd 7,5 - Hnd 7,6 - Hnd 7,7 - Hnd 7,8 - Hnd 7,9 - Hnd 7,10 - Hnd 7,11 - Hnd 7,12 - Hnd 7,13 - Hnd 7,14 - Hnd 7,15 - Hnd 7,16 - Hnd 7,17 - Hnd 7,18 - Hnd 7,19 - Hnd 7,20 - Hnd 7,21 - Hnd 7,22 - Hnd 7,23 - Hnd 7,24 - Hnd 7,25 - Hnd 7,26 - Hnd 7,27 - Hnd 7,28 - Hnd 7,29 - Hnd 7,30 - Hnd 7,31 - Hnd 7,32 - Hnd 7,33 - Hnd 7,34 - Hnd 7,35 - Hnd 7,36 - Hnd 7,37 - Hnd 7,38 - Hnd 7,39 - Hnd 7,40 - Hnd 7,41 - Hnd 7,42 - Hnd 7,43 - Hnd 7,44 - Hnd 7,45 - Hnd 7,46 - Hnd 7,47 - Hnd 7,48 - Hnd 7,49 - Hnd 7,50 - Hnd 7,51 - Hnd 7,52 - Hnd 7,53 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
8kai edôken autô diathèkèn peritomès: kai outôs egennèsen ton isaak kai perietemen auton tè èmera tè ogdoè, kai isaak ton iakôb, kai iakôb tous dôdeka patriarchas.   8 et dedit illi testamentum circumcisionis et sic genuit Isaac et circumcidit eum die octava et Isaac Iacob et Iacob duodecim patriarchas     8 En Hij gaf hem het verbond der besnijdenis; en alzo gewon hij Izak, en besneed hem op den achtsten dag; en Izak gewon Jakob, en Jakob de twaalf patriarchen.  [8] Hij sloot met hem het verbond van de besnijdenis. Zo verwekte hij Isaak en besneed hem op de achtste dag, en Isaak Jakob, en Jakob de twaalf stamvaders.   [8] God sloot met Abraham het verbond van de besnijdenis, en daarom besneed Abraham zijn zoon Isaak, acht dagen na diens geboorte, en Isaak deed hetzelfde met Jakob, en Jakob met de twaalf stamvaders.  8 hij geeft het verbond van de besnijdenis; en zo brengt hij Isaak voort en besnijdt hem op de achtste dag, en zo Isaak met Jakob, en Jakob met de twaalf aartsvaders;  8. Il lui donna ensuite l'alliance de la circoncision ; c'est ainsi qu'étant devenu père d'Isaac, Abraham le circoncit le huitième jour. Et Isaac fit de même pour Jacob, et Jacob pour les douze patriarches. 

King James Bible . [8] And he gave him the covenant of circumcision: and so Abraham begat Isaac, and circumcised him the eighth day; and Isaac begat Jacob; and Jacob begat the twelve patriarchs.
Luther-Bibel . 8 Und er gab ihm den Bund der Beschneidung. Und so zeugte er Isaak und beschnitt ihn am achten Tage, und Isaak den Jakob, und Jakob die zwölf Erzväter.

Tekstuitleg van Hnd 7,8 .

7. 3. houtôs (zo) . Verwijzing : houtôs (zo, op deze wijze) , zie Mt 21,6 . In 907 verzen in de bijbel . In 708 verzen in het O.T. . In 199 verzen in het N.T. . In eenentwintig verzen bij Lucas . In zesentwintig verzen in Handelingen : (1) Hnd 1,11 . (2) Hnd 3,18 . (3) Hnd 7,1 . (4) Hnd 7,6 . (5) Hnd 7,8 . (6) Hnd 8,32 . (7) Hnd 12,8 . (8) Hnd 12,15 . (9) Hnd 13,8 . (10) Hnd 13,34 . (11) Hnd 13,47 . (12) Hnd 14,1 . (13) Hnd 17,11 . (14) Hnd 17,33 . (15) Hnd 19,20 . (16) Hnd 20,11 . (17) Hnd 20,13 . (18) Hnd 20,35 . (19) Hnd 21,11 . (20) Hnd 22,24 . (21) Hnd 24,9 . (22) Hnd 24,14 . (23) Hnd 27,17 . (24) Hnd 27,25 . (25) Hnd 27,44 . (26) Hnd 28,14 .

Hnd 7,9 - Hnd 7,9 -- Hnd 7,1-53 : Toespraak van Stefanus -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 7 -- Hnd 7,1 - Hnd 7,2 - Hnd 7,3 - Hnd 7,4 - Hnd 7,5 - Hnd 7,6 - Hnd 7,7 - Hnd 7,8 - Hnd 7,9 - Hnd 7,10 - Hnd 7,11 - Hnd 7,12 - Hnd 7,13 - Hnd 7,14 - Hnd 7,15 - Hnd 7,16 - Hnd 7,17 - Hnd 7,18 - Hnd 7,19 - Hnd 7,20 - Hnd 7,21 - Hnd 7,22 - Hnd 7,23 - Hnd 7,24 - Hnd 7,25 - Hnd 7,26 - Hnd 7,27 - Hnd 7,28 - Hnd 7,29 - Hnd 7,30 - Hnd 7,31 - Hnd 7,32 - Hnd 7,33 - Hnd 7,34 - Hnd 7,35 - Hnd 7,36 - Hnd 7,37 - Hnd 7,38 - Hnd 7,39 - Hnd 7,40 - Hnd 7,41 - Hnd 7,42 - Hnd 7,43 - Hnd 7,44 - Hnd 7,45 - Hnd 7,46 - Hnd 7,47 - Hnd 7,48 - Hnd 7,49 - Hnd 7,50 - Hnd 7,51 - Hnd 7,52 - Hnd 7,53 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
9kai oi patriarchai zèlôsantes ton iôsèf apedonto eis aigupton: kai èn o theos met autou,  9 et patriarchae aemulantes Ioseph vendiderunt in Aegyptum et erat Deus cum eo     9 En de patriarchen, nijdig zijnde, verkochten Jozef, om naar Egypte gebracht te worden; en God was met hem,   [9] Uit jaloezie verkochten de stamvaders Jozef naar Egypte, maar God was met hem, [9] Omdat de stamvaders jaloers waren op Jozef, verkochten ze hem als slaaf aan de Egyptenaren. Maar God beschermde hem   9 de aartsvaders zijn naijverig en doen Jozef weg naar Egypte; maar God is met hem,   9. « Les patriarches, jaloux de Joseph, le vendirent pour être emmené en Égypte. Mais Dieu était avec lui : 

King James Bible . [9] And the patriarchs, moved with envy, sold Joseph into Egypt: but God was with him,
Luther-Bibel . 9 Und die Erzväter beneideten Josef und verkauften ihn nach Ägypten. Aber Gott war mit ihm

Tekstuitleg van Hnd 7,9 . Hnd 7,9 maakt deel uit van de redevoering van Stefanus . In het vers Hnd 7,9 wordt de verkoop van Jozef door zijn broers verteld ; hiermee verwijst Hnd 7,9 naar Gn 37,28 en Gn 37,36 .

Hnd 7,9.6. יוֹסֵף = jôseph (Jozef) . Taalgebruik in Tenakh : jôseph (Jozef) . Getalswaarde : jod = 10 , waw = 6 , samech = 15 of 60 , pe = 17 of 80 ; totaal 48 ( 2³ X 3) OF 156 (2² X 3 X 13 OF 12 X 13 OF 6 X 26) . Tenakh (186) . Pentateuch (146) . Eerdere Profeten (19) . Latere Profeten (5) . 12 Kleine Profeten (6) . Geschriften (10) . Gn (129) . Ex 37 (10) .
- Grieks . ιωσηφ = iôsèf (Jozef) . Taalgebruik in de LXX : iôsèf (Jozef) . Taalgebruik in het NT : iôsèf (Jozef) . Bijbel (234) , in de LXX (200) , in het NT (34/35) . Gn (143) . Ex (4) . Lc (11) : (1) Lc 1,27 . (2) Lc 2,4 . (3) Lc 2,16 . (4) Lc 2,33 . (5) Lc 2,43 . (6) Lc 3,23 . (7) Lc 3,24 . (8) Lc 3,26 . (9) Lc 3,30 . (10) Lc 4,22 . (11) Lc 23,50 . Hnd (6) : (1) Hnd 1,23 . (2) Hnd 4,36 . (3) Hnd 7,9 . (4) Hnd 7,13 . (5) Hnd 7,14 . (6) Hnd 7,18 .

  iôsèf  bijbel O.T. NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br. Apk syn.  ev.  P.  A. b. 
  234  200  34  11  21  25   

- Arabisch : يُوسُفُ = jusuf (Jusuf) . Taalgebruik in de Qoran : jusuf (Jusuf)

- יוֹסֵף = jôseph (Jozef) . Taalgebruik in Tenakh : jôseph (Jozef) . Taalgebruik in de LXX : iôsèf (Jozef) . Taalgebruik in het NT : iôsèf (Jozef) . Getalwaarde : jod = 10 , waw = 6 , samech = 15 of 60 , pe = 17 of 80 ; totaal 48 ( 2³ X 3) OF 156 (2² X 3 X 13 OF 12 X 13 OF 6 X 26) . Tenakh (186) . Pentateuch (146) . Eerdere Profeten (19) . Latere Profeten (5) . 12 Kleine Profeten (6) . Geschriften (10) . Gn (129) . Gn 30 (2) : (1) Gn 30,24 . (2) Gn 30,25 .
Bij de aartsvaders Abraham , Isaak en Jakob spelen de getallen van hun leeftijden een symbolische betekenis .
- Abraham werd 175 jaar oud . 175 = 5² X 7 . (Gn 25,7) . Merkwaardig is de plaats van dit vers in de bijbel : het 25ste hoofdstuk en het 7de vers . Som van de factoren : 5 + 5 + 7 = 17 .
- Isaak werd 180 jaar oud . 180 = 6² X 5 . (Gn 35,28) . Som van de factoren : 6 + 6 + 5 = 17 .
- Jakob werd 147 jaar oud . 147 = 7² X 3 . (Gn 49,33) . Som van de factoren : 7 + 7 + 3 = 17 . De buitenste getallen van 147 is 17 . Ook hier is de plaats van dit vers in de bijbel merkwaardig : het 49ste (7²) hoofdstuk en het 33ste (3) vers . Jakob verbleef 130 (5 X 26) jaar in Kanaän en 17 jaar in Egypte (Gn 47,28) . Merkwaardig is de plaats in de bijbel (Gn 47,28) . De buitenste getallen van 147 is 17 . Het tweede en derde getal van 147 is 47 . 28 = 4 X 7 (hierin schuilt 47) .
Het product van drie opeenvolgende getallen ( 5 - 6 - 7) in het kwadraat , opklimmend , met drie opeenvolgende onpare getallen afdalend . De som van de factoren is telkens 17.
- Jozef leefde 110 jaar . 110 = 5² + 6² + 7² . De som van drie opeenvolgende getallen in het kwadraat . (Gn 50,22) of de som van de kwadraten van de aartsvaders . Deze plaats in de bijbel is wellicht ook merkwaardig . (50ste hoofdstuk) X 22 (22ste vers) = 110 .
Ook de getalwaarde van de namen van de 'aartsvaders' kan een symbolische waarde hebben .
- Isaak (Gn 21,3) . jitsëchâq (Isaak) . Getalwaarde : jod = 10 , tsade = 18 of 90 , chet = 8 , qoph = 19 of 100 ; totaal : 49 (7 X 7) OF 208 (8 X 26) .
- Jakob (Gn 25,26) . ja`äqobh (Jakob) . Getalwaarde : jod = 10 , ajin = 16 of 70 , qoph = 19 of 100 , beth = 2 ; totaal : 47 OF 182 (7 X 26) .
- Jozef (Gn 30,24) . Jôseph (Jozef) . Getalwaarde : jod = 10 , waw = 6 , samekh = 15 of 60 , qoph = 17 of 80 ; totaal : 48 (2³ X 2² X 3) OF 156 (6 X 26) .
Het product van drie opeenvolgende getallen (8 - 7 - 6) , afdalend , met de getalwaarde van de godsnaam JHWH = 26 .

Hnd 7,9.5. - 6. אֶת יוֹסֵף = ´èth jôseph (Jozef) . Tenakh (10) : (1) Gn 30,25 . (2) Gn 37,3 . (3) Gn 37,23 . (4) Gn 37,28 . (5) Gn 40,4 . (6) Gn 40,23 . (7) Gn 41,14 . (8) Gn 48,15 . (9) Ex 1,8 . (10) Ez 37,19 .
- τον ιωσηφ = iôsèf (Jozef) . LXX (12) . NT (4) : (1) Mt 1,16 . (2) Lc 2,16 . (3) Hnd 7,9 . (4) Hnd 7,18 .

Hnd 7,9.7. וַיִּמְכְּרְוּ = wajjimëkërû (en zij verkochten) < prefix voegwoord wë + werkwoordsvorm act. ind. imperf. 3de pers. mann. mv. van het werkw. מָכַר = mâkhar (verkopen) . Taalgebruik in Tenakh : mâkhar (verkopen) . Getalswaarde : mem = 13 of 40 , kaph = 11 of 20 , resj = 20 of 200 ; totaal : 44 (2² X 11) OF 260 (2² X 5 X 13) . Structuur : 4 - 2 - 2 . De som van de elementen is telkens 8 . Tenakh (1) : Gn 37,28 . Een vorm van מָכַר = mâkhar (verkopen) in Gn (10) : (1) Gn 25,31 . (2) Gn 25,33 . (3) Gn 31,15 . (4) Gn 37,27 . (5) Gn 37,28 . (6) Gn 37,36 . (7) Gn 45,4 . (8) Gn 45,5 . (9) Gn 47,20 . (10) Gn 47,22 . Zie ook : Hnd 2,45 .
- act. ind. perf. 3de pers. mann. mv. מָכְרוּ = mâkhërû (zij verkochten) van het werkw. m-k-r-w . Tenakh (6) . mâkhërû (zij verkochten) . Tenakh (4) : (1) Gn 37,36 . (2) Gn 47,20 . (3) Gn 47,22 . (4) Jl 4,3 . Zie ook Hnd 2,45 .
- ind. aor. 3de pers. mv. απεδοντο = apedonto (zij verkochten) van het werkw. αποδιδωμι = apodidômi (teruggeven, betalen, vergoeden, verkopen) . Taalgebruik in het NT : apodidômi (teruggeven, betalen, vergoeden, verkopen) . Taalgebruik in de LXX : apodidômi (teruggeven, betalen, vergoeden, verkopen) . Bijbel (6) . LXX (5) : (1) Gn 37,28 . (2) Gn 37,36 . (3) Gn 47,20 . (4) Gn 47,22 . (5) Am 2,6 . NT (1) Hnd 7,9 . Een vorm van αποδιδωμι = apodidômi (teruggeven, betalen, vergoeden, verkopen) in de LXX (220) , in het NT (47) .

Hnd 7,9.5. - 7. וַיִּמְכְּרְוּ אֶת יוֹסֵף = wajjimëkërû ´èth jôseph (en zij verkochten Jozef) . Tenakh (1) : Gn 37,28 .
- απεδοντο τον ιωσηφ = apedonto τον jôsèph (zij verkochten Jozef) . LXX (2) : (1) Gn 37,28 . (2) Gn 37,36 .
- τον ιωσηφ απεδοντο = τον jôsèph apedonto (Jozef verkochten zij) . Bijbel (1) : Hnd 7,9 .

Hnd 7,9.8. - 9. מִצְרַיְמָה = mitsërajëmâh (Egyptewaarts) . Zie : מִצְרָיִם / מִצְרַיִם = mitsërajim / mitsërâjim (Egypte) . Taalgebruik in Tenakh : mitsërajim (Egypte) . Taalgebruik in Ex : mitsërajim (Egypte) . Getalswaarde : mem = 13 of 40 , tsade = 18 of 90 , resj = 20 of 200 , jod = 10 ; totaal : 74 (2 X 37) OF 380 (2² X 5 X 19) . Structuur : 4 - 9 - 2 - 1 - 4 . De som van de elementen is telkens 2 . Tenakh (28) . Pentateuch (27) . Gn (18) : (1) Gn 12,10 . (2) Gn 12,11 . (3) Gn 12,14 . (4) Gn 26,2 . (5) Gn 37,25 . (6) Gn 37,28 . (7) Gn 39,1 . (8) Gn 41,57 . (9) Gn 45,4 . (10) Gn 46,3 . (11) Gn 46,4 . (12) Gn 46,6 . (13) Gn 46,7 . (14) Gn 46,8 . (15) Gn 46,26 . (16) Gn 46,27 . (17) Gn 48,5 . (18) Gn 50,14 . Ex (3) : (1) Ex 1,1 . (2) Ex 4,21 . (3) Ex 13,17 . Nu (3) (1) Nu 14,3 . (2) Nu 14,4 . (3) Nu 20,15 . Dt (3) : (1) Dt 10,22 . (2) Dt 17,16 . (3) Dt 26,5 . 2 Kr (1) : 2 Kr 36,4 . In de Pentateuch komt מִצְרַיְמָה = mitsërajëmâh (Egyptewaarts) voor het eerst voor in Gn 12,10 en het laatst in Dt 26,5 .


Hnd 7,10 - Hnd 7,10 -- Hnd 7,1-53 : Toespraak van Stefanus -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 7 -- Hnd 7,1 - Hnd 7,2 - Hnd 7,3 - Hnd 7,4 - Hnd 7,5 - Hnd 7,6 - Hnd 7,7 - Hnd 7,8 - Hnd 7,9 - Hnd 7,10 - Hnd 7,11 - Hnd 7,12 - Hnd 7,13 - Hnd 7,14 - Hnd 7,15 - Hnd 7,16 - Hnd 7,17 - Hnd 7,18 - Hnd 7,19 - Hnd 7,20 - Hnd 7,21 - Hnd 7,22 - Hnd 7,23 - Hnd 7,24 - Hnd 7,25 - Hnd 7,26 - Hnd 7,27 - Hnd 7,28 - Hnd 7,29 - Hnd 7,30 - Hnd 7,31 - Hnd 7,32 - Hnd 7,33 - Hnd 7,34 - Hnd 7,35 - Hnd 7,36 - Hnd 7,37 - Hnd 7,38 - Hnd 7,39 - Hnd 7,40 - Hnd 7,41 - Hnd 7,42 - Hnd 7,43 - Hnd 7,44 - Hnd 7,45 - Hnd 7,46 - Hnd 7,47 - Hnd 7,48 - Hnd 7,49 - Hnd 7,50 - Hnd 7,51 - Hnd 7,52 - Hnd 7,53 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
10kai exeilato auton ek pasôn tôn thlipseôn autou, kai edôken autô charin kai sofian enantion faraô basileôs aiguptou, kai katestèsen auton ègoumenon ep aigupton kai [ef] olon ton oikon autou.  10 et eripuit eum ex omnibus tribulationibus eius et dedit ei gratiam et sapientiam in conspectu Pharaonis regis Aegypti et constituit eum praepositum super Aegyptum et super omnem domum suam     10 En verloste hem uit al zijn verdrukkingen, en gaf hem genade en wijsheid voor Farao, den koning van Egypteland; en hij stelde hem tot een overste over Egypte, en zijn gehele huis.  [10] en redde hem uit zijn ellende, en begiftigde hem met wijsheid, zodat hij in de gunst kwam bij de farao, de koning van Egypte; deze gaf hem de leiding over Egypte en heel zijn huishouding. [10] en maakte een eind aan al zijn beproevingen door hem in de gunst te laten komen bij de farao, de koning van Egypte, die hem wegens zijn wijsheid belastte met het bestuur over Egypte en hem de leiding gaf over zijn hele hofhouding.   10 hij haalt hem uit al zijn verdrukkingen en geeft hem genade en wijsheid tegenover Egyptes koning Farao, en die stelt hem aan als heerser over Egypte en over heel zijn huis;   10. il le tira de toutes ses tribulations et lui donna grâce et sagesse devant Pharaon, roi d'Égypte, qui l'établit gouverneur de l'Égypte et de toute sa maison.  

King James Bible . [10] And delivered him out of all his afflictions, and gave him favour and wisdom in the sight of Pharaoh king of Egypt; and he made him governor over Egypt and all his house.
Luther-Bibel . 10 und errettete ihn aus aller seiner Bedrängnis und gab ihm Gnade und Weisheit vor dem Pharao, dem König von Ägypten; der setzte ihn zum Regenten über Ägypten und über sein ganzes Haus.

Tekstuitleg van Hnd 7,10 .

Hnd 7,11 - Hnd 7,11 -- Hnd 7,1-53 : Toespraak van Stefanus -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 7 -- Hnd 7,1 - Hnd 7,2 - Hnd 7,3 - Hnd 7,4 - Hnd 7,5 - Hnd 7,6 - Hnd 7,7 - Hnd 7,8 - Hnd 7,9 - Hnd 7,10 - Hnd 7,11 - Hnd 7,12 - Hnd 7,13 - Hnd 7,14 - Hnd 7,15 - Hnd 7,16 - Hnd 7,17 - Hnd 7,18 - Hnd 7,19 - Hnd 7,20 - Hnd 7,21 - Hnd 7,22 - Hnd 7,23 - Hnd 7,24 - Hnd 7,25 - Hnd 7,26 - Hnd 7,27 - Hnd 7,28 - Hnd 7,29 - Hnd 7,30 - Hnd 7,31 - Hnd 7,32 - Hnd 7,33 - Hnd 7,34 - Hnd 7,35 - Hnd 7,36 - Hnd 7,37 - Hnd 7,38 - Hnd 7,39 - Hnd 7,40 - Hnd 7,41 - Hnd 7,42 - Hnd 7,43 - Hnd 7,44 - Hnd 7,45 - Hnd 7,46 - Hnd 7,47 - Hnd 7,48 - Hnd 7,49 - Hnd 7,50 - Hnd 7,51 - Hnd 7,52 - Hnd 7,53 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
11èlthen de limos ef olèn tèn aigupton kai chanaan kai thlipsis megalè, kai ouch èuriskon chortasmata oi pateres èmôn.  11 venit autem fames in universam Aegyptum et Chanaan et tribulatio magna et non inveniebant cibos patres nostri     11 En er kwam een hongersnood over het gehele land van Egypte en Kanaän, en grote benauwdheid; en onze vaders vonden geen spijs.   [11] Toen kwam er een hongersnood over heel Egypte en Kanaän en grote ellende, en onze vaderen hadden niets meer te eten. [11] Er brak echter een grote hongersnood uit in Egypte en Kanaän, die veel ellende veroorzaakte, zodat onze voorouders niets meer te eten hadden.  11 maar er komt honger over heel Egypte en Kanaän, en grote verdrukking, en onze vaderen hebben geen voedsel kunnen vinden;   11. Survinrent alors dans toute l'Égypte et en Canaan famine et grande détresse ; nos pères ne trouvaient rien à manger.  

King James Bible . [11] Now there came a dearth over all the land of Egypt and Chanaan, and great affliction: and our fathers found no sustenance.
Luther-Bibel . 11 Es kam aber eine Hungersnot über ganz Ägypten und Kanaan und eine große Bedrängnis, und unsre Väter fanden keine Nahrung.

Tekstuitleg van Hnd 7,11 .

Hnd 7,12 - Hnd 7,12 -- Hnd 7,1-53 : Toespraak van Stefanus -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 7 -- Hnd 7,1 - Hnd 7,2 - Hnd 7,3 - Hnd 7,4 - Hnd 7,5 - Hnd 7,6 - Hnd 7,7 - Hnd 7,8 - Hnd 7,9 - Hnd 7,10 - Hnd 7,11 - Hnd 7,12 - Hnd 7,13 - Hnd 7,14 - Hnd 7,15 - Hnd 7,16 - Hnd 7,17 - Hnd 7,18 - Hnd 7,19 - Hnd 7,20 - Hnd 7,21 - Hnd 7,22 - Hnd 7,23 - Hnd 7,24 - Hnd 7,25 - Hnd 7,26 - Hnd 7,27 - Hnd 7,28 - Hnd 7,29 - Hnd 7,30 - Hnd 7,31 - Hnd 7,32 - Hnd 7,33 - Hnd 7,34 - Hnd 7,35 - Hnd 7,36 - Hnd 7,37 - Hnd 7,38 - Hnd 7,39 - Hnd 7,40 - Hnd 7,41 - Hnd 7,42 - Hnd 7,43 - Hnd 7,44 - Hnd 7,45 - Hnd 7,46 - Hnd 7,47 - Hnd 7,48 - Hnd 7,49 - Hnd 7,50 - Hnd 7,51 - Hnd 7,52 - Hnd 7,53 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12akousas de iakôb onta sitia eis aigupton exapesteilen tous pateras èmôn prôton:  12 cum audisset autem Iacob esse frumentum in Aegypto misit patres nostros primum    12 Maar als Jakob hoorde, dat in Egypte koren was, zond hij onze vaders de eerste maal uit.   [12] Maar toen Jakob hoorde dat er in Egypte koren was, stuurde hij onze vaderen daarheen; dat was de eerste keer.  [12] Toen Jakob hoorde dat er graan was in Egypte, stuurde hij onze voorouders daar voor de eerste keer heen.   12 maar als Jakob hoort dat er in Egypte koren is, zendt hij onze vaderen uit; dat is de eerste keer;  12. Apprenant qu'il y avait des vivres en Égypte, Jacob y envoya nos pères une première fois ;  

King James Bible . [12] But when Jacob heard that there was corn in Egypt, he sent out our fathers first.
Luther-Bibel . 12 Jakob aber hörte, dass es in Ägypten Getreide gäbe, und sandte unsre Väter aus zum ersten Mal.

Tekstuitleg van Hnd 7,12 .

Hnd 7,13 - Hnd 7,13 -- Hnd 7,1-53 : Toespraak van Stefanus -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 7 -- Hnd 7,1 - Hnd 7,2 - Hnd 7,3 - Hnd 7,4 - Hnd 7,5 - Hnd 7,6 - Hnd 7,7 - Hnd 7,8 - Hnd 7,9 - Hnd 7,10 - Hnd 7,11 - Hnd 7,12 - Hnd 7,13 - Hnd 7,14 - Hnd 7,15 - Hnd 7,16 - Hnd 7,17 - Hnd 7,18 - Hnd 7,19 - Hnd 7,20 - Hnd 7,21 - Hnd 7,22 - Hnd 7,23 - Hnd 7,24 - Hnd 7,25 - Hnd 7,26 - Hnd 7,27 - Hnd 7,28 - Hnd 7,29 - Hnd 7,30 - Hnd 7,31 - Hnd 7,32 - Hnd 7,33 - Hnd 7,34 - Hnd 7,35 - Hnd 7,36 - Hnd 7,37 - Hnd 7,38 - Hnd 7,39 - Hnd 7,40 - Hnd 7,41 - Hnd 7,42 - Hnd 7,43 - Hnd 7,44 - Hnd 7,45 - Hnd 7,46 - Hnd 7,47 - Hnd 7,48 - Hnd 7,49 - Hnd 7,50 - Hnd 7,51 - Hnd 7,52 - Hnd 7,53 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
13kai en tô deuterô anegnôristhè iôsèf tois adelfois autou, kai faneron egeneto tô faraô to genos [tou] iôsèf.   13 et in secundo cognitus est Ioseph a fratribus suis et manifestatum est Pharaoni genus eius     13 En in de tweede reize werd Jozef zijn broederen bekend; en het geslacht van Jozef werd aan Farao openbaar.   [13] De tweede keer maakte Jozef zich aan zijn broers bekend en kwam de farao Jozefs afkomst te weten.   [13] Tijdens hun tweede bezoek onthulde Jozef aan zijn broers wie hij was, waarna zijn afkomst ook aan de farao bekend werd.   13 en bij de tweede gelegenheid maakt Jozef zich aan zijn broeders bekend, en wordt Jozefs afkomst duidelijk;  13. la deuxième fois, Joseph se fit reconnaître de ses frères, et son origine fut révélée à Pharaon. 

King James Bible . [13] And at the second time Joseph was made known to his brethren; and Joseph's kindred was made known unto Pharaoh.
Luther-Bibel . 13 Und beim zweiten Mal gab sich Josef seinen Brüdern zu erkennen; so wurde dem Pharao Josefs Herkunft bekannt.

Tekstuitleg van Hnd 7,13 .

Hnd 7,14 - Hnd 7,14 -- Hnd 7,1-53 : Toespraak van Stefanus -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 7 -- Hnd 7,1 - Hnd 7,2 - Hnd 7,3 - Hnd 7,4 - Hnd 7,5 - Hnd 7,6 - Hnd 7,7 - Hnd 7,8 - Hnd 7,9 - Hnd 7,10 - Hnd 7,11 - Hnd 7,12 - Hnd 7,13 - Hnd 7,14 - Hnd 7,15 - Hnd 7,16 - Hnd 7,17 - Hnd 7,18 - Hnd 7,19 - Hnd 7,20 - Hnd 7,21 - Hnd 7,22 - Hnd 7,23 - Hnd 7,24 - Hnd 7,25 - Hnd 7,26 - Hnd 7,27 - Hnd 7,28 - Hnd 7,29 - Hnd 7,30 - Hnd 7,31 - Hnd 7,32 - Hnd 7,33 - Hnd 7,34 - Hnd 7,35 - Hnd 7,36 - Hnd 7,37 - Hnd 7,38 - Hnd 7,39 - Hnd 7,40 - Hnd 7,41 - Hnd 7,42 - Hnd 7,43 - Hnd 7,44 - Hnd 7,45 - Hnd 7,46 - Hnd 7,47 - Hnd 7,48 - Hnd 7,49 - Hnd 7,50 - Hnd 7,51 - Hnd 7,52 - Hnd 7,53 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
14aposteilas de iôsèf metekalesato iakôb ton patera autou kai pasan tèn suggeneian en psuchais ebdomèkonta pente,   14 mittens autem Ioseph accersivit Iacob patrem suum et omnem cognationem in animabus septuaginta quinque     14 En Jozef zond heen, en ontbood zijn vader Jakob, en al zijn geslacht, bestaande in vijf en zeventig zielen.  [14] Daarop liet Jozef zijn vader Jakob overkomen met heel zijn familie, vijfenzeventig* man;  [14] Jozef liet zijn vader Jakob overkomen met zijn hele familie van vijfenzeventig mensen.   14 Jozef zendt een afvaardiging en nodigt Jakob, zijn vader, uit en heel zijn verwantschap, in totaal vijfenzeventig zielen;   14. Joseph envoya chercher alors son père Jacob et toute sa parenté, qui comptait soixante-quinze personnes. 

King James Bible . [14] Then sent Joseph, and called his father Jacob to him, and all his kindred, threescore and fifteen souls.
Luther-Bibel . 14 Josef aber sandte aus und ließ seinen Vater Jakob holen und seine ganze Verwandtschaft, fünfundsiebzig Menschen.

Tekstuitleg van Hnd 7,14 .

Hnd 7,15 - Hnd 7,15 -- Hnd 7,1-53 : Toespraak van Stefanus -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 7 -- Hnd 7,1 - Hnd 7,2 - Hnd 7,3 - Hnd 7,4 - Hnd 7,5 - Hnd 7,6 - Hnd 7,7 - Hnd 7,8 - Hnd 7,9 - Hnd 7,10 - Hnd 7,11 - Hnd 7,12 - Hnd 7,13 - Hnd 7,14 - Hnd 7,15 - Hnd 7,16 - Hnd 7,17 - Hnd 7,18 - Hnd 7,19 - Hnd 7,20 - Hnd 7,21 - Hnd 7,22 - Hnd 7,23 - Hnd 7,24 - Hnd 7,25 - Hnd 7,26 - Hnd 7,27 - Hnd 7,28 - Hnd 7,29 - Hnd 7,30 - Hnd 7,31 - Hnd 7,32 - Hnd 7,33 - Hnd 7,34 - Hnd 7,35 - Hnd 7,36 - Hnd 7,37 - Hnd 7,38 - Hnd 7,39 - Hnd 7,40 - Hnd 7,41 - Hnd 7,42 - Hnd 7,43 - Hnd 7,44 - Hnd 7,45 - Hnd 7,46 - Hnd 7,47 - Hnd 7,48 - Hnd 7,49 - Hnd 7,50 - Hnd 7,51 - Hnd 7,52 - Hnd 7,53 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
15kai katebè iakôb eis aigupton. kai eteleutèsen autos kai oi pateres èmôn, 15 et descendit Iacob in Aegyptum et defunctus est ipse et patres nostri     15 En Jakob kwam af in Egypte, en stierf, hijzelf en onze vaders.   [15] Jakob vertrok dus naar Egypte. Hij stierf daar, en ook onze vaderen;  [15] Jakob vertrok naar Egypte en stierf daar, evenals onze voorouders;   15 Jakob daalt af naar Egypte en vindt er zijn einde, hijzelf en onze vaderen;   15. Jacob descendit donc en Égypte, et il y mourut, ainsi que nos pères.

King James Bible . [15] So Jacob went down into Egypt, and died, he, and our fathers,
Luther-Bibel . 15 Und Jakob zog hinab nach Ägypten und starb, er und unsre Väter;

Tekstuitleg van Hnd 7,15 .

Hnd 7,16 - Hnd 7,16 -- Hnd 7,1-53 : Toespraak van Stefanus -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 7 -- Hnd 7,1 - Hnd 7,2 - Hnd 7,3 - Hnd 7,4 - Hnd 7,5 - Hnd 7,6 - Hnd 7,7 - Hnd 7,8 - Hnd 7,9 - Hnd 7,10 - Hnd 7,11 - Hnd 7,12 - Hnd 7,13 - Hnd 7,14 - Hnd 7,15 - Hnd 7,16 - Hnd 7,17 - Hnd 7,18 - Hnd 7,19 - Hnd 7,20 - Hnd 7,21 - Hnd 7,22 - Hnd 7,23 - Hnd 7,24 - Hnd 7,25 - Hnd 7,26 - Hnd 7,27 - Hnd 7,28 - Hnd 7,29 - Hnd 7,30 - Hnd 7,31 - Hnd 7,32 - Hnd 7,33 - Hnd 7,34 - Hnd 7,35 - Hnd 7,36 - Hnd 7,37 - Hnd 7,38 - Hnd 7,39 - Hnd 7,40 - Hnd 7,41 - Hnd 7,42 - Hnd 7,43 - Hnd 7,44 - Hnd 7,45 - Hnd 7,46 - Hnd 7,47 - Hnd 7,48 - Hnd 7,49 - Hnd 7,50 - Hnd 7,51 - Hnd 7,52 - Hnd 7,53 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
16kai metetethèsan eis suchem kai etethèsan en tô mnèmati ô ônèsato abraam timès arguriou para tôn uiôn emmôr en suchem.   16 et translati sunt in Sychem et positi sunt in sepulchro quod emit Abraham pretio argenti a filiis Emmor filii Sychem    16 En zij werden overgebracht naar Sichem, en gelegd in het graf, hetwelk Abraham gekocht had voor een som gelds, van de zonen van Emmor, den vader van Sichem.   [16] zij werden overgebracht naar Sichem en bijgezet in het graf* dat Abraham voor een bepaald bedrag van de zonen van Hemor in Sichem had gekocht.  [16] ze werden overgebracht naar Sichem en bijgezet in het graf dat Abraham van de zonen van Chamor uit Sichem had gekocht.  16 zij worden overgebracht naar Sichem en gebracht in het graf dat Abraham voor een prijs in zilvergeld gekocht heeft van de zonen van Chamor in Sichem;  16. Leurs corps furent transportés à Sichem et déposés dans le tombeau qu'Abraham avait acheté à prix d'argent aux fils d'Emmor, père de Sichem.  

King James Bible . [16] And were carried over into Sychem, and laid in the sepulchre that Abraham bought for a sum of money of the sons of Emmor the father of Sychem.
Luther-Bibel . 16 und sie wurden nach Sichem herübergebracht und in das Grab gelegt, das Abraham für Geld gekauft hatte von den Söhnen Hamors in Sichem.

Tekstuitleg van Hnd 7,16 .

Hnd 7,17 - Hnd 7,17 -- Hnd 7,1-53 : Toespraak van Stefanus -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 7 -- Hnd 7,1 - Hnd 7,2 - Hnd 7,3 - Hnd 7,4 - Hnd 7,5 - Hnd 7,6 - Hnd 7,7 - Hnd 7,8 - Hnd 7,9 - Hnd 7,10 - Hnd 7,11 - Hnd 7,12 - Hnd 7,13 - Hnd 7,14 - Hnd 7,15 - Hnd 7,16 - Hnd 7,17 - Hnd 7,18 - Hnd 7,19 - Hnd 7,20 - Hnd 7,21 - Hnd 7,22 - Hnd 7,23 - Hnd 7,24 - Hnd 7,25 - Hnd 7,26 - Hnd 7,27 - Hnd 7,28 - Hnd 7,29 - Hnd 7,30 - Hnd 7,31 - Hnd 7,32 - Hnd 7,33 - Hnd 7,34 - Hnd 7,35 - Hnd 7,36 - Hnd 7,37 - Hnd 7,38 - Hnd 7,39 - Hnd 7,40 - Hnd 7,41 - Hnd 7,42 - Hnd 7,43 - Hnd 7,44 - Hnd 7,45 - Hnd 7,46 - Hnd 7,47 - Hnd 7,48 - Hnd 7,49 - Hnd 7,50 - Hnd 7,51 - Hnd 7,52 - Hnd 7,53 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
17kathôs de èggizen o chronos tès epaggelias ès ômologèsen o theos tô abraam, èuxèsen o laos kai eplèthunthè en aiguptô,   17 cum adpropinquaret autem tempus repromissionis quam confessus erat Deus Abrahae crevit populus et multiplicatus est in Aegypto     17 Maar als nu de tijd der belofte, die God aan Abraham gezworen had, genaakte, wies het volk en vermenigvuldigde in Egypte;   [17] Naarmate de tijd naderde van de belofte die God aan Abraham had gedaan, groeide het volk in Egypte. Het werd steeds groter,   [17] Naarmate de tijd naderde dat Gods belofte aan Abraham in vervulling zou gaan, nam het volk in Egypte in aantal toe en werd het steeds groter,   17 ¶ maar zodra is genaderd de aangekondigde tijd die God aan Abraham beloofd heeft, breidt de gemeenschap uit en wordt zij in Egypte steeds meer,  17. « Comme approchait le temps où devait s'accomplir la promesse que Dieu avait faite solennellement à Abraham, le peuple s'accrut et se multiplia en Égypte,  

King James Bible . [17] But when the time of the promise drew nigh, which God had sworn to Abraham, the people grew and multiplied in Egypt,
Luther-Bibel . 17 Als nun die Zeit der Verheißung sich nahte, die Gott dem Abraham zugesagt hatte, wuchs das Volk und mehrte sich in Ägypten,

Tekstuitleg van Hnd 7,17 .

1. kathôs (zoals, volgens zo'n wijze) . Verwijzing : kathôs (zoals) , zie Mc 1,2 . Het komt in 405 verzen in de bijbel voor . In 326 verzen in het O.T. , in 179 verzen in het N.T. . In elf verzen in Hnd : (1) Hnd 2,4 . (2) Hnd 2,22 . (3) Hnd 7,17 . (4) Hnd 7,42 . (5) Hnd 7,44 . (6) Hnd 7,48 . (7) Hnd 11,29 . (8) Hnd 15,8 . (9) Hnd 15,14 . (10) Hnd 15,15 . (11) Hnd 22,3 .

Hnd 7,18 - Hnd 7,18 -- Hnd 7,1-53 : Toespraak van Stefanus -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 7 -- Hnd 7,1 - Hnd 7,2 - Hnd 7,3 - Hnd 7,4 - Hnd 7,5 - Hnd 7,6 - Hnd 7,7 - Hnd 7,8 - Hnd 7,9 - Hnd 7,10 - Hnd 7,11 - Hnd 7,12 - Hnd 7,13 - Hnd 7,14 - Hnd 7,15 - Hnd 7,16 - Hnd 7,17 - Hnd 7,18 - Hnd 7,19 - Hnd 7,20 - Hnd 7,21 - Hnd 7,22 - Hnd 7,23 - Hnd 7,24 - Hnd 7,25 - Hnd 7,26 - Hnd 7,27 - Hnd 7,28 - Hnd 7,29 - Hnd 7,30 - Hnd 7,31 - Hnd 7,32 - Hnd 7,33 - Hnd 7,34 - Hnd 7,35 - Hnd 7,36 - Hnd 7,37 - Hnd 7,38 - Hnd 7,39 - Hnd 7,40 - Hnd 7,41 - Hnd 7,42 - Hnd 7,43 - Hnd 7,44 - Hnd 7,45 - Hnd 7,46 - Hnd 7,47 - Hnd 7,48 - Hnd 7,49 - Hnd 7,50 - Hnd 7,51 - Hnd 7,52 - Hnd 7,53 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
18achri ou anestè basileus eteros [ep aigupton] os ouk èdei ton iôsèf.  18 quoadusque surrexit rex alius in Aegypto qui non sciebat Ioseph   18 Totdat een ander koning opstond, die Jozef niet gekend had.  [18] totdat er in Egypte een andere koning aan de macht kwam, die van Jozef niets wist.  [18] tot er een andere koning in Egypte aan de macht kwam, die Jozef niet had gekend.   18 totdat er een andere koning over Egypte opstaat ‘die nooit van Jozef heeft geweten’;  18. jusqu'à l'avènement d'un nouveau roi qui ne se souvint pas de Joseph.  

King James Bible . [18] Till another king arose, which knew not Joseph.
Luther-Bibel . 18 bis ein andrer König über Ägypten aufkam, der nichts wusste von Josef.

Tekstuitleg van Hnd 7,18 .

Hnd 7,19 - Hnd 7,19 -- Hnd 7,1-53 : Toespraak van Stefanus -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 7 -- Hnd 7,1 - Hnd 7,2 - Hnd 7,3 - Hnd 7,4 - Hnd 7,5 - Hnd 7,6 - Hnd 7,7 - Hnd 7,8 - Hnd 7,9 - Hnd 7,10 - Hnd 7,11 - Hnd 7,12 - Hnd 7,13 - Hnd 7,14 - Hnd 7,15 - Hnd 7,16 - Hnd 7,17 - Hnd 7,18 - Hnd 7,19 - Hnd 7,20 - Hnd 7,21 - Hnd 7,22 - Hnd 7,23 - Hnd 7,24 - Hnd 7,25 - Hnd 7,26 - Hnd 7,27 - Hnd 7,28 - Hnd 7,29 - Hnd 7,30 - Hnd 7,31 - Hnd 7,32 - Hnd 7,33 - Hnd 7,34 - Hnd 7,35 - Hnd 7,36 - Hnd 7,37 - Hnd 7,38 - Hnd 7,39 - Hnd 7,40 - Hnd 7,41 - Hnd 7,42 - Hnd 7,43 - Hnd 7,44 - Hnd 7,45 - Hnd 7,46 - Hnd 7,47 - Hnd 7,48 - Hnd 7,49 - Hnd 7,50 - Hnd 7,51 - Hnd 7,52 - Hnd 7,53 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
19outos katasofisamenos to genos èmôn ekakôsen tous pateras [èmôn] tou poiein ta brefè ektheta autôn eis to mè zôogoneisthai.   19 hic circumveniens genus nostrum adflixit patres ut exponerent infantes suos ne vivificarentur     19 Deze gebruikte listigheid tegen ons geslacht, en handelde kwalijk met onze vaderen, zodat zij hun jonge kinderen moesten wegwerpen, opdat zij niet zouden voorttelen.   [19] Deze trad sluw op tegen ons volk en behandelde onze vaderen slecht; zo dwong hij hen om hun pasgeboren kinderen te vondeling te leggen, om het volk te laten uitsterven.  [19] Deze koning trof een sluwe maatregel om zich van ons volk te ontdoen: hij dwong onze voorouders hun pasgeboren kinderen te vondeling te leggen, zodat die zouden sterven.  19 hij neemt list te baat tegen ons geslacht en doet de vaderen het kwaad aan dat ze hun nieuwgeborenen te vondeling moeten leggen,– opdat zij niet in leven blijven;  19. Usant d'astuce envers notre race, ce roi maltraita nos pères, jusqu'à leur faire exposer leurs nouveau-nés pour qu'ils ne puissent pas vivre.  

King James Bible . [19] The same dealt subtilly with our kindred, and evil entreated our fathers, so that they cast out their young children, to the end they might not live.
Luther-Bibel . 19 Dieser ging mit Hinterlist vor gegen unser Volk und misshandelte unsre Väter und ließ ihre kleinen Kinder aussetzen, damit sie nicht am Leben blieben.

Tekstuitleg van Hnd 7,19

6. ekakôsen (hij behandelde slecht) . In zeven verzen in de bijbel . In zes verzen in het O.T. : (1) Gn 16,6 . (2) Ex 5,23 . (3) Dt 8,3 . In één vers in het N.T. nl. Hnd 7,19 .

11. poiein (doen, handelen) . Verwijzing : poiein (doen, handelen) , zie Hnd 1,1 . Infinitief praesens . In 151 verzen in de bijbel . In vierentwintig verzen in het N.T. . Niet bij Lucas . In zes verzen in Hnd : (1) Hnd 1,1 . (2) Hnd 7,19 . (3) Hnd 9,6 . (4) Hnd 16,21 . (5) Hnd 16,30 . (6) Hnd 22,26 .

15. ektheta . Accusatief onzijdig meervoud . ekthetos (in veiligheid gebracht, te vondeling gelegd) . ek - thetos : uit- gelegd (tithèmi = leggen) . Hapax . Dit is een duidelijke verwijzing naar Ex 2,3 , waar de moeder van Mozes haar kind in de Nijl te vondeling legt .

Hnd 7,20 - Hnd 7,20 -- Hnd 7,1-53 : Toespraak van Stefanus -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 7 -- Hnd 7,1 - Hnd 7,2 - Hnd 7,3 - Hnd 7,4 - Hnd 7,5 - Hnd 7,6 - Hnd 7,7 - Hnd 7,8 - Hnd 7,9 - Hnd 7,10 - Hnd 7,11 - Hnd 7,12 - Hnd 7,13 - Hnd 7,14 - Hnd 7,15 - Hnd 7,16 - Hnd 7,17 - Hnd 7,18 - Hnd 7,19 - Hnd 7,20 - Hnd 7,21 - Hnd 7,22 - Hnd 7,23 - Hnd 7,24 - Hnd 7,25 - Hnd 7,26 - Hnd 7,27 - Hnd 7,28 - Hnd 7,29 - Hnd 7,30 - Hnd 7,31 - Hnd 7,32 - Hnd 7,33 - Hnd 7,34 - Hnd 7,35 - Hnd 7,36 - Hnd 7,37 - Hnd 7,38 - Hnd 7,39 - Hnd 7,40 - Hnd 7,41 - Hnd 7,42 - Hnd 7,43 - Hnd 7,44 - Hnd 7,45 - Hnd 7,46 - Hnd 7,47 - Hnd 7,48 - Hnd 7,49 - Hnd 7,50 - Hnd 7,51 - Hnd 7,52 - Hnd 7,53 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
20en ô kairô egennèthè môusès, kai èn asteios tô theô: os anetrafè mènas treis en tô oikô tou patros:  20 eodem tempore natus est Moses et fuit gratus Deo qui nutritus est tribus mensibus in domo patris sui    20 In welken tijd Mozes werd geboren, en was uitnemend schoon; welke drie maanden opgevoed werd in het huis zijns vaders.   [20] In die tijd werd Mozes geboren. Hij was een wondermooi* kind; drie maanden lang werd hij in het huis van zijn vader verzorgd,  [20] In die tijd werd Mozes geboren. Hij was een uitzonderlijk mooi kind. Drie maanden lang werd hij in het huis van zijn vader verzorgd,  20 in dat tijdsgewricht wordt Mozes geboren, en die is goddelijk schoon. Hij wordt drie maanden opgevoed in het huis van zijn vader,   20. C'est à ce moment que naquit Moïse, qui était beau devant Dieu. Il fut nourri trois mois dans la maison de son père ;  

King James Bible . [20] In which time Moses was born, and was exceeding fair, and nourished up in his father's house three months:
Luther-Bibel . 20 Zu der Zeit wurde Mose geboren und er war ein schönes Kind vor Gott und wurde drei Monate ernährt im Hause seines Vaters.

Tekstuitleg van Hnd 7,20 .

Hnd 7,21 - Hnd 7,21 -- Hnd 7,1-53 : Toespraak van Stefanus -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 7 -- Hnd 7,1 - Hnd 7,2 - Hnd 7,3 - Hnd 7,4 - Hnd 7,5 - Hnd 7,6 - Hnd 7,7 - Hnd 7,8 - Hnd 7,9 - Hnd 7,10 - Hnd 7,11 - Hnd 7,12 - Hnd 7,13 - Hnd 7,14 - Hnd 7,15 - Hnd 7,16 - Hnd 7,17 - Hnd 7,18 - Hnd 7,19 - Hnd 7,20 - Hnd 7,21 - Hnd 7,22 - Hnd 7,23 - Hnd 7,24 - Hnd 7,25 - Hnd 7,26 - Hnd 7,27 - Hnd 7,28 - Hnd 7,29 - Hnd 7,30 - Hnd 7,31 - Hnd 7,32 - Hnd 7,33 - Hnd 7,34 - Hnd 7,35 - Hnd 7,36 - Hnd 7,37 - Hnd 7,38 - Hnd 7,39 - Hnd 7,40 - Hnd 7,41 - Hnd 7,42 - Hnd 7,43 - Hnd 7,44 - Hnd 7,45 - Hnd 7,46 - Hnd 7,47 - Hnd 7,48 - Hnd 7,49 - Hnd 7,50 - Hnd 7,51 - Hnd 7,52 - Hnd 7,53 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
21ektethentos de autou aneilato auton è thugatèr faraô kai anethrepsato auton eautè eis uion.  21 exposito autem illo sustulit eum filia Pharaonis et enutrivit eum sibi in filium     21 En als hij weggeworpen was, nam hem de dochter van Farao op, en voedde hem voor zichzelve op tot een zoon.   [21] maar toen hij te vondeling was gelegd nam de dochter van de farao hem mee en liet hem opvoeden als haar eigen zoon.  [21] maar toen hij te vondeling werd gelegd, ontfermde de dochter van de farao zich over hem en liet hem opvoeden als haar eigen zoon.   21 maar als hij te vondeling gelegd wordt, neemt Farao’s dochter hem aan en voedt hem op als een eigen zoon.  21. puis, comme il avait été exposé, la fille de Pharaon le recueillit et l'éleva comme son propre fils.  

King James Bible . [21] And when he was cast out, Pharaoh's daughter took him up, and nourished him for her own son.
Luther-Bibel . 21 Als er aber ausgesetzt wurde, nahm ihn die Tochter des Pharao auf und zog ihn auf als ihren Sohn.

Tekstuitleg van Hnd 7,21 .

Hnd 7,22 - Hnd 7,22 -- Hnd 7,1-53 : Toespraak van Stefanus -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 7 -- Hnd 7,1 - Hnd 7,2 - Hnd 7,3 - Hnd 7,4 - Hnd 7,5 - Hnd 7,6 - Hnd 7,7 - Hnd 7,8 - Hnd 7,9 - Hnd 7,10 - Hnd 7,11 - Hnd 7,12 - Hnd 7,13 - Hnd 7,14 - Hnd 7,15 - Hnd 7,16 - Hnd 7,17 - Hnd 7,18 - Hnd 7,19 - Hnd 7,20 - Hnd 7,21 - Hnd 7,22 - Hnd 7,23 - Hnd 7,24 - Hnd 7,25 - Hnd 7,26 - Hnd 7,27 - Hnd 7,28 - Hnd 7,29 - Hnd 7,30 - Hnd 7,31 - Hnd 7,32 - Hnd 7,33 - Hnd 7,34 - Hnd 7,35 - Hnd 7,36 - Hnd 7,37 - Hnd 7,38 - Hnd 7,39 - Hnd 7,40 - Hnd 7,41 - Hnd 7,42 - Hnd 7,43 - Hnd 7,44 - Hnd 7,45 - Hnd 7,46 - Hnd 7,47 - Hnd 7,48 - Hnd 7,49 - Hnd 7,50 - Hnd 7,51 - Hnd 7,52 - Hnd 7,53 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
22kai epaideuthè môusès [en] pasè sofia aiguptiôn, èn de dunatos en logois kai ergois autou.  22 et eruditus est Moses omni sapientia Aegyptiorum et erat potens in verbis et in operibus suis     22 En Mozes werd onderwezen in alle wijsheid der Egyptenaren; en was machtig in woorden en in werken.  [22] Ook werd Mozes onderwezen* in alle wijsheid van de Egyptenaren; hij was een machtig man in woord en daad.  [22] Mozes werd onderwezen in alle kennis van de Egyptenaren en werd een machtig man in woord en daad.   22 Mozes wordt onderwezen in alle wijsheid van de Egyptenaren, en wordt krachtig in zijn woorden en werken.   22. Ainsi Moïse fut-il instruit dans toute la sagesse des Égyptiens, et il était puissant en paroles et en œuvres. 

King James Bible . [22] And Moses was learned in all the wisdom of the Egyptians, and was mighty in words and in deeds.
Luther-Bibel . 22 Und Mose wurde in aller Weisheit der Ägypter gelehrt und war mächtig in Worten und Werken.

Tekstuitleg van Hnd 7,22 .

3. Môüsès (Mozes) . In 401 verzen in de bijbel . In drieënveertig verzen in het N.T. . Vormen van Môsès of Môusès komt in het N.T. tachtigmaal voor . In zeven verzen in Matteüs . In acht verzen bij Marcus . In tien verzen bij Lucas . Twaalfmaal in elf verzen bij Johannes . In elf verzen in Hnd : (1) Hnd 3,22 . (2) Hnd 6,14 . (3) Hnd 7,20 . (4) Hnd 7,22 . (5) Hnd 7,29 . (6) Hnd 7,31 . (7) Hnd 7,32 . (8) Hnd 7,37 . (9) Hnd 7,40 . (10) Hnd 15,21 . (11) Hnd 26,22 .

6. Taalgebruik : sofia (wijsheid) , zie Ps 111,10 . Zelfstandig naamwoord nominatief vrouwelijk enkelvoud of (sofiai) datief vrouwelijk enkelvoud . In 128 verzen in de bijbel . In 103 verzen in het O.T. . In vijfentwintig verzen in het N.T. . Mt (2) . Lc (4) . Hnd (2) : Hnd 6,10 en Hnd 7,22 . Brieven (15) . Apk (2) .
-- sofias (van wijsheid) . In eenenzestig verzen in de bijbel . In negenenveertig verzen in het O.T. . In twaalf verzen in het N.T. . Niet in de ev. In één vers in Hnd : Hnd 6,3 . Brieven (11) .

  bijbel   OT NT Ex   Dt   2 S  1 K  1 Kr  2 Kr  Ezr  Jdt  2 Mak  Job  Ps  Spr  Pr  Hl  W  Sir  Js  Jr  Bar   Ez  Da  Mal   
châkhëmâh  75      4           13  29  12             
sofia (i)  128  103 (?)  25     17  16    16  22         
sofias  61  49  12                (1) 14           
sofian  87  74  13        18    (1) 16           

12. dat. mann. mv. logois van het zelfst. naamw.

  logos (woord) bijbel  OT  NT  Mt  Mc   Lc  Joh  Hnd  Br. Apk  syn. ev. 
7 dat. mv. logois 88 71 17 0 1 3 0 3 10 0

    1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10 11. 12. 13.
  logos Hnd  Hnd 1 Hnd 2 Hnd 4 Hnd 5 Hnd 6 Hnd 7 Hnd 8 Hnd 10 Hnd 11 Hnd 12 Hnd 13 Hnd 14
7 dat. mv. logois 3   Hnd 2,40        Hnd 7,22             

      14. 15. 16. 17. 18. 19. 20.
  logos Hnd  Hnd 15 Hnd 16 Hnd 17 Hnd 18 Hnd 19 Hnd 20 Hnd 22
6 gen. mv. logôn 1           Hnd 20,35   
7 dat. mv. logois 3 Hnd 15,24              

14. dat. onz. mv. εργοις = ergois van het zelfst. naamw. εργον = ergon (werk) . Taalgebruik in het NT : ergon (werk) . Taalgebruik in de LXX : ergon (werk) . Bijbel (70) . LXX (57) . NT (13) .

Hnd 7,23 - Hnd 7,23 -- Hnd 7,1-53 : Toespraak van Stefanus -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 7 -- Hnd 7,1 - Hnd 7,2 - Hnd 7,3 - Hnd 7,4 - Hnd 7,5 - Hnd 7,6 - Hnd 7,7 - Hnd 7,8 - Hnd 7,9 - Hnd 7,10 - Hnd 7,11 - Hnd 7,12 - Hnd 7,13 - Hnd 7,14 - Hnd 7,15 - Hnd 7,16 - Hnd 7,17 - Hnd 7,18 - Hnd 7,19 - Hnd 7,20 - Hnd 7,21 - Hnd 7,22 - Hnd 7,23 - Hnd 7,24 - Hnd 7,25 - Hnd 7,26 - Hnd 7,27 - Hnd 7,28 - Hnd 7,29 - Hnd 7,30 - Hnd 7,31 - Hnd 7,32 - Hnd 7,33 - Hnd 7,34 - Hnd 7,35 - Hnd 7,36 - Hnd 7,37 - Hnd 7,38 - Hnd 7,39 - Hnd 7,40 - Hnd 7,41 - Hnd 7,42 - Hnd 7,43 - Hnd 7,44 - Hnd 7,45 - Hnd 7,46 - Hnd 7,47 - Hnd 7,48 - Hnd 7,49 - Hnd 7,50 - Hnd 7,51 - Hnd 7,52 - Hnd 7,53 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
23ôs de eplèrouto autô tesserakontaetès chronos, anebè epi tèn kardian autou episkepsasthai tous adelfous autou tous uious israèl.   23 cum autem impleretur ei quadraginta annorum tempus ascendit in cor eius ut visitaret fratres suos filios Israhel     23 Als hem nu de tijd van veertig jaren vervuld was, kwam hem in zijn hart, zijn broeders, de kinderen Israëls, te bezoeken.  [23] Toen hij veertig jaar was, kwam het verlangen in hem op zich het lot aan te trekken van zijn broeders, de Israëlieten.  [23] Toen hij veertig jaar was, besloot hij zich te bekommeren om het lot van de Israëlieten, zijn eigen volk.   23 Maar als voor hem de tijd van veertig jaar vervuld is, komt het in zijn hart op om óm te zien naar zijn broeders, de zonen van Israël,  23. « Comme il atteignit la quarantaine, la pensée lui vint de visiter ses frères, les Israélites.  

King James Bible . [23] And when he was full forty years old, it came into his heart to visit his brethren the children of Israel.
Luther-Bibel . 23 Als er aber vierzig Jahre alt wurde, gedachte er, nach seinen Brüdern, den Israeliten, zu sehen.

Tekstuitleg van Hnd 7,23 .

Hnd 7,24 - Hnd 7,24 -- Hnd 7,1-53 : Toespraak van Stefanus -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 7 -- Hnd 7,1 - Hnd 7,2 - Hnd 7,3 - Hnd 7,4 - Hnd 7,5 - Hnd 7,6 - Hnd 7,7 - Hnd 7,8 - Hnd 7,9 - Hnd 7,10 - Hnd 7,11 - Hnd 7,12 - Hnd 7,13 - Hnd 7,14 - Hnd 7,15 - Hnd 7,16 - Hnd 7,17 - Hnd 7,18 - Hnd 7,19 - Hnd 7,20 - Hnd 7,21 - Hnd 7,22 - Hnd 7,23 - Hnd 7,24 - Hnd 7,25 - Hnd 7,26 - Hnd 7,27 - Hnd 7,28 - Hnd 7,29 - Hnd 7,30 - Hnd 7,31 - Hnd 7,32 - Hnd 7,33 - Hnd 7,34 - Hnd 7,35 - Hnd 7,36 - Hnd 7,37 - Hnd 7,38 - Hnd 7,39 - Hnd 7,40 - Hnd 7,41 - Hnd 7,42 - Hnd 7,43 - Hnd 7,44 - Hnd 7,45 - Hnd 7,46 - Hnd 7,47 - Hnd 7,48 - Hnd 7,49 - Hnd 7,50 - Hnd 7,51 - Hnd 7,52 - Hnd 7,53 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
24kai idôn tina adikoumenon èmunato kai epoièsen ekdikèsin tô kataponoumenô pataxas ton aiguption.   24 et cum vidisset quendam iniuriam patientem vindicavit illum et fecit ultionem ei qui iniuriam sustinebat percusso Aegyptio    24 En ziende een, die onrecht leed, beschermde hij hem, en wreekte dengene, dien overlast geschiedde, en versloeg den Egyptenaar.  [24] En toen hij zag dat een van hen onrecht werd aangedaan, nam hij het voor hem op en verschafte hij recht aan de mishandelde man door de Egyptenaar neer te slaan.   [24] Op een dag zag hij dat een van hen werd mishandeld door een Egyptenaar, waarop hij de man wie dit onrecht werd aangedaan te hulp schoot en wraak nam door de Egyptenaar te doden.   24 en als hij er één onrecht ziet lijden, komt hij in het geweer en neemt wraak voor de gekwelde door de Egyptenaar neer te slaan.  24. Voyant maltraiter l'un deux, il prit sa défense et vengea l'opprimé en tuant l'Égyptien.  

King James Bible . [24] And seeing one of them suffer wrong, he defended him, and avenged him that was oppressed, and smote the Egyptian:
Luther-Bibel . 24 Und sah einen Unrecht leiden; da stand er ihm bei und rächte den, dem Leid geschah, und erschlug den Ägypter.

Tekstuitleg van Hnd 7,24 .

Hnd 7,25 - Hnd 7,25 -- Hnd 7,1-53 : Toespraak van Stefanus -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 7 -- Hnd 7,1 - Hnd 7,2 - Hnd 7,3 - Hnd 7,4 - Hnd 7,5 - Hnd 7,6 - Hnd 7,7 - Hnd 7,8 - Hnd 7,9 - Hnd 7,10 - Hnd 7,11 - Hnd 7,12 - Hnd 7,13 - Hnd 7,14 - Hnd 7,15 - Hnd 7,16 - Hnd 7,17 - Hnd 7,18 - Hnd 7,19 - Hnd 7,20 - Hnd 7,21 - Hnd 7,22 - Hnd 7,23 - Hnd 7,24 - Hnd 7,25 - Hnd 7,26 - Hnd 7,27 - Hnd 7,28 - Hnd 7,29 - Hnd 7,30 - Hnd 7,31 - Hnd 7,32 - Hnd 7,33 - Hnd 7,34 - Hnd 7,35 - Hnd 7,36 - Hnd 7,37 - Hnd 7,38 - Hnd 7,39 - Hnd 7,40 - Hnd 7,41 - Hnd 7,42 - Hnd 7,43 - Hnd 7,44 - Hnd 7,45 - Hnd 7,46 - Hnd 7,47 - Hnd 7,48 - Hnd 7,49 - Hnd 7,50 - Hnd 7,51 - Hnd 7,52 - Hnd 7,53 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
25enomizen de sunienai tous adelfous [autou] oti o theos dia cheiros autou didôsin sôtèrian autois, oi de ou sunèkan. 25 existimabat autem intellegere fratres quoniam Deus per manum ipsius daret salutem illis at illi non intellexerunt     25 En hij meende, dat zijn broeders zouden verstaan, dat God door zijn hand hun verlossing geven zou; maar zij hebben het niet verstaan.   [25] Hij meende dat zijn broeders zouden begrijpen dat God hun door zijn hand redding zou brengen, maar zij begrepen het niet.  [25] Hij meende dat zijn volksgenoten zouden begrijpen dat God hen door zijn toedoen wilde bevrijden, maar ze begrepen het niet.  25 Hij heeft gemeend dat zijn broeders zouden begrijpen dat God door zijn hand redding aan hen gaf,– maar zij begrijpen het niet.  25. Ses frères, supposait-il, comprendraient que c'était Dieu qui, par sa main, leur apportait le salut ; mais ils ne le comprirent pas.  

King James Bible . [25] For he supposed his brethren would have understood how that God by his hand would deliver them: but they understood not.
Luther-Bibel . 25 Er meinte aber, seine Brüder sollten's verstehen, dass Gott durch seine Hand ihnen Rettung bringe; aber sie verstanden's nicht.

Tekstuitleg van Hnd 7,25 .

Hnd 7,26 - Hnd 7,26 -- Hnd 7,1-53 : Toespraak van Stefanus -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 7 -- Hnd 7,1 - Hnd 7,2 - Hnd 7,3 - Hnd 7,4 - Hnd 7,5 - Hnd 7,6 - Hnd 7,7 - Hnd 7,8 - Hnd 7,9 - Hnd 7,10 - Hnd 7,11 - Hnd 7,12 - Hnd 7,13 - Hnd 7,14 - Hnd 7,15 - Hnd 7,16 - Hnd 7,17 - Hnd 7,18 - Hnd 7,19 - Hnd 7,20 - Hnd 7,21 - Hnd 7,22 - Hnd 7,23 - Hnd 7,24 - Hnd 7,25 - Hnd 7,26 - Hnd 7,27 - Hnd 7,28 - Hnd 7,29 - Hnd 7,30 - Hnd 7,31 - Hnd 7,32 - Hnd 7,33 - Hnd 7,34 - Hnd 7,35 - Hnd 7,36 - Hnd 7,37 - Hnd 7,38 - Hnd 7,39 - Hnd 7,40 - Hnd 7,41 - Hnd 7,42 - Hnd 7,43 - Hnd 7,44 - Hnd 7,45 - Hnd 7,46 - Hnd 7,47 - Hnd 7,48 - Hnd 7,49 - Hnd 7,50 - Hnd 7,51 - Hnd 7,52 - Hnd 7,53 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
26tè te epiousè èmera ôfthè autois machomenois kai sunèllassen autous eis eirènèn eipôn, andres, adelfoi este: inati adikeite allèlous;   26 sequenti vero die apparuit illis litigantibus et reconciliabat eos in pacem dicens viri fratres estis ut quid nocetis alterutrum     26 En den volgenden dag werd hij van hen gezien, daar zij vochten; en hij drong ze tot vrede, zeggende: Mannen, gij zijt broeders; waarom doet gij elkander ongelijk?  [26] De volgende dag verscheen hij juist toen zij aan het vechten waren; hij probeerde de vrede te herstellen met deze woorden: “Maar jullie zijn toch broeders! Waarom doen jullie elkaar onrecht aan?”  [26] De volgende dag kwam hij tussenbeide toen twee Israëlieten aan het vechten waren, en hij probeerde hen met elkaar te verzoenen door te zeggen: “Jullie zijn toch broeders? Waarom doen jullie elkaar dan kwaad?”  26 De volgende dag laat hij zich aan hen zien als zij aan het vechten zijn, en hij tracht hen te verzoenen tot vrede, door te zeggen: mannen, gij zijt toch broeders!– waarom doet ge elkaar onrecht?   26. Le lendemain, il en aperçut qui se battaient, et il voulut les remettre d'accord. »Mes amis, leur dit-il, vous êtes frères : pourquoi vous maltraiter l'un l'autre ?»  

King James Bible . [26] And the next day he shewed himself unto them as they strove, and would have set them at one again, saying, Sirs, ye are brethren; why do ye wrong one to another?
Luther-Bibel . 26 Und am nächsten Tag kam er zu ihnen, als sie miteinander stritten, und ermahnte sie, Frieden zu halten, und sprach: Liebe Männer, ihr seid doch Brüder; warum tut einer dem andern Unrecht?

Tekstuitleg van Hnd 7,26 .

eipôn (gezegd) . Verwijzing : legô (zeggen) , zie Mt 4,6 . In tweeëndertig verzen in de bijbel . In drie verzen in het O.T. . In negenentwintig verzen in het N.T. . In vijf verzen bij Lucas : (1) Lc 9,22 (eerste lijdensvoorspelling) . (2) Lc 19,28 (kai eipôn tauta = en dit gezegd) . Jezus was op weg naar Jeruzalem . (3) Lc 22,8 . Bij de zending van Petrus en Johannes gaf Jezus hen een opdracht , die ingeleid wordt door eipôn (gezegd) . (4) Lc 23,46 ( touto de eipôn = dit echter gezegd) (5) Lc 24,40 (kai touto eipôn = en dit gezegd) . Daarop toonde Jezus zijn handen en zijn voeten . In elf verzen bij Johannes . In negen verzen in Hnd : (1) Hnd 1,9 (kai tauta eipôn = en dit gezegd) . (2) Hnd 4,25 (hierop volgt een citaat) . (3) Hnd 7,26 (hierop volgt een citaat) . (4) Hnd 7,27 (hierop volgt een citaat) . (5) Hnd 7,60 . (6) Hnd 18,21 (hierop volgt een citaat) . (7) Hnd 19,21 . (8) Hnd 19,40 (kai tauta eipôn = en dit gezegd) . (9) Hnd 20,36 (kai tauta eipôn = en dit gezegd) .
- In negen verzen in het N.T. : (1) Lc 23,46 . (7) (1) Hnd 1,9 . (8) (8) Hnd 19,40 . (9) (9) Hnd 20,36 . In het vers van Lc en in de drie verzen van Hnd wordt tauta eipôn (dit gezegd) voorfagegaan door het koppelwoord kai (en) .

Hnd 7,27 - Hnd 7,27 -- Hnd 7,1-53 : Toespraak van Stefanus -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 7 -- Hnd 7,1 - Hnd 7,2 - Hnd 7,3 - Hnd 7,4 - Hnd 7,5 - Hnd 7,6 - Hnd 7,7 - Hnd 7,8 - Hnd 7,9 - Hnd 7,10 - Hnd 7,11 - Hnd 7,12 - Hnd 7,13 - Hnd 7,14 - Hnd 7,15 - Hnd 7,16 - Hnd 7,17 - Hnd 7,18 - Hnd 7,19 - Hnd 7,20 - Hnd 7,21 - Hnd 7,22 - Hnd 7,23 - Hnd 7,24 - Hnd 7,25 - Hnd 7,26 - Hnd 7,27 - Hnd 7,28 - Hnd 7,29 - Hnd 7,30 - Hnd 7,31 - Hnd 7,32 - Hnd 7,33 - Hnd 7,34 - Hnd 7,35 - Hnd 7,36 - Hnd 7,37 - Hnd 7,38 - Hnd 7,39 - Hnd 7,40 - Hnd 7,41 - Hnd 7,42 - Hnd 7,43 - Hnd 7,44 - Hnd 7,45 - Hnd 7,46 - Hnd 7,47 - Hnd 7,48 - Hnd 7,49 - Hnd 7,50 - Hnd 7,51 - Hnd 7,52 - Hnd 7,53 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
27o de adikôn ton plèsion apôsato auton eipôn, tis se katestèsen archonta kai dikastèn ef èmôn;    27 qui autem iniuriam faciebat proximo reppulit eum dicens quis te constituit principem et iudicem super nos    27 En die zijn naaste ongelijk deed, verstiet hem, zeggende: Wie heeft u tot een overste en rechter over ons gesteld?  [27] Maar de man die de ander onrecht deed, duwde hem weg en zei: “Wie heeft jou tot leider en rechter over ons aangesteld ?  [27] Maar de man die zijn volksgenoot mishandelde, duwde hem weg en zei: “Wie heeft jou als leider en rechter over ons aangesteld?  27 Maar hij die zijn naaste onrecht doet, duwt hem weg en zegt: wie heeft jou aangesteld als overste en rechter over ons?–  27. Alors celui qui maltraitait son compagnon le repoussa en disant : «Qui t'a établi chef et juge sur nous ? 

King James Bible . [27] But he that did his neighbour wrong thrust him away, saying, Who made thee a ruler and a judge over us?
Luther-Bibel . 27 Der aber seinem Nächsten Unrecht getan hatte, stieß ihn von sich und sprach (2.Mose 2,14): »Wer hat dich zum Aufseher und Richter über uns gesetzt?

Tekstuitleg van Hnd 7,27 .

eipôn (gezegd) . Verwijzing : legô (zeggen) , zie Mt 4,6 . In tweeëndertig verzen in de bijbel . In drie verzen in het O.T. . In negenentwintig verzen in het N.T. . In vijf verzen bij Lucas : (1) Lc 9,22 (eerste lijdensvoorspelling) . (2) Lc 19,28 (kai eipôn tauta = en dit gezegd) . Jezus was op weg naar Jeruzalem . (3) Lc 22,8 . Bij de zending van Petrus en Johannes gaf Jezus hen een opdracht , die ingeleid wordt door eipôn (gezegd) . (4) Lc 23,46 ( touto de eipôn = dit echter gezegd) (5) Lc 24,40 (kai touto eipôn = en dit gezegd) . Daarop toonde Jezus zijn handen en zijn voeten . In elf verzen bij Johannes . In negen verzen in Hnd : (1) Hnd 1,9 (kai tauta eipôn = en dit gezegd) . (2) Hnd 4,25 (hierop volgt een citaat) . (3) Hnd 7,26 (hierop volgt een citaat) . (4) Hnd 7,27 (hierop volgt een citaat) . (5) Hnd 7,60 . (6) Hnd 18,21 (hierop volgt een citaat) . (7) Hnd 19,21 . (8) Hnd 19,40 (kai tauta eipôn = en dit gezegd) . (9) Hnd 20,36 (kai tauta eipôn = en dit gezegd) .
- In negen verzen in het N.T. : (1) Lc 23,46 . (7) (1) Hnd 1,9 . (8) (8) Hnd 19,40 . (9) (9) Hnd 20,36 . In het vers van Lc en in de drie verzen van Hnd wordt tauta eipôn (dit gezegd) voorfagegaan door het koppelwoord kai (en) .

Ex 2,14 = Hnd 7,27.35 - Ex 2,11-22 - - Hnd 7,1-53 - Lc 12,14 - Lc 12,13-15 -
  anthrôpe (mens)
Tís (Wie) Tís (Wie)
se (u) me (mij)
katestèsen (heeft aangesteld) katestèsen (heeft aangesteld)
archonta (tot leider) kritèn (tot beoordeelaar)
kai (en) kai (en)
dikastèn (rechter) meristèn (verdeler)
ef'èmôn (over ons) ef'humôn (over u)
 Ex 2,11-22 : Mozesvlucht naar Midjan  210. Vermaning tegen hebzucht : Lc 12,13-15

 

Hnd 7,28 - Hnd 7,28 -- Hnd 7,1-53 : Toespraak van Stefanus -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 7 -- Hnd 7,1 - Hnd 7,2 - Hnd 7,3 - Hnd 7,4 - Hnd 7,5 - Hnd 7,6 - Hnd 7,7 - Hnd 7,8 - Hnd 7,9 - Hnd 7,10 - Hnd 7,11 - Hnd 7,12 - Hnd 7,13 - Hnd 7,14 - Hnd 7,15 - Hnd 7,16 - Hnd 7,17 - Hnd 7,18 - Hnd 7,19 - Hnd 7,20 - Hnd 7,21 - Hnd 7,22 - Hnd 7,23 - Hnd 7,24 - Hnd 7,25 - Hnd 7,26 - Hnd 7,27 - Hnd 7,28 - Hnd 7,29 - Hnd 7,30 - Hnd 7,31 - Hnd 7,32 - Hnd 7,33 - Hnd 7,34 - Hnd 7,35 - Hnd 7,36 - Hnd 7,37 - Hnd 7,38 - Hnd 7,39 - Hnd 7,40 - Hnd 7,41 - Hnd 7,42 - Hnd 7,43 - Hnd 7,44 - Hnd 7,45 - Hnd 7,46 - Hnd 7,47 - Hnd 7,48 - Hnd 7,49 - Hnd 7,50 - Hnd 7,51 - Hnd 7,52 - Hnd 7,53 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
28mè anelein me su theleis on tropon aneiles echthes ton aiguption; 28 numquid interficere me tu vis quemadmodum interfecisti heri Aegyptium   28 Wilt gij mij ook ombrengen, gelijkerwijs gij gisteren den Egyptenaar omgebracht hebt?   [28] Wil je mij soms ook doden, net zoals je gisteren die Egyptenaar hebt gedood?”  [28] Of wil je mij ook doden, zoals gisteren die Egyptenaar?”  28 je wilt mij toch niet wegnemen zoals je gisteren die Egyptenaar hebt weggenomen?  28. Voudrais-tu me tuer comme hier tu as tué l'Égyptien ?»  

King James Bible . [28] Wilt thou kill me, as thou diddest the Egyptian yesterday?
Luther-Bibel .28 Willst du mich auch töten, wie du gestern den Ägypter getötet hast?«

Tekstuitleg van Hnd 7,28 .

Hnd 7,29 - Hnd 7,29 -- Hnd 7,1-53 : Toespraak van Stefanus -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 7 -- Hnd 7,1 - Hnd 7,2 - Hnd 7,3 - Hnd 7,4 - Hnd 7,5 - Hnd 7,6 - Hnd 7,7 - Hnd 7,8 - Hnd 7,9 - Hnd 7,10 - Hnd 7,11 - Hnd 7,12 - Hnd 7,13 - Hnd 7,14 - Hnd 7,15 - Hnd 7,16 - Hnd 7,17 - Hnd 7,18 - Hnd 7,19 - Hnd 7,20 - Hnd 7,21 - Hnd 7,22 - Hnd 7,23 - Hnd 7,24 - Hnd 7,25 - Hnd 7,26 - Hnd 7,27 - Hnd 7,28 - Hnd 7,29 - Hnd 7,30 - Hnd 7,31 - Hnd 7,32 - Hnd 7,33 - Hnd 7,34 - Hnd 7,35 - Hnd 7,36 - Hnd 7,37 - Hnd 7,38 - Hnd 7,39 - Hnd 7,40 - Hnd 7,41 - Hnd 7,42 - Hnd 7,43 - Hnd 7,44 - Hnd 7,45 - Hnd 7,46 - Hnd 7,47 - Hnd 7,48 - Hnd 7,49 - Hnd 7,50 - Hnd 7,51 - Hnd 7,52 - Hnd 7,53 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
 29efugen de môusès en tô logô toutô, kai egeneto paroikos en gè madiam, ou egennèsen uious duo.   29 fugit autem Moses in verbo isto et factus est advena in terra Madiam ubi generavit filios duos     29 En Mozes vluchtte op dat woord en werd een vreemdeling in het land Madiam, waar hij twee zonen gewon.   [29] Vanwege dit voorval vluchtte Mozes, en hij ging als vreemdeling in het land Midjan wonen, waar hij twee zonen verwekte. ”   [29] Toen Mozes dat hoorde, nam hij de vlucht en vestigde zich als vreemdeling in Midjan, waar hij twee zonen kreeg.  29 Op dat woord vlucht Mozes en wordt bijwoner in het land Midjan, waar hij twee zonen voortbrengt.   29. A ces mots, Moïse s'enfuit et alla se réfugier au pays de Madian, où il eut deux fils.  

King James Bible . [29] Then fled Moses at this saying, and was a stranger in the land of Madian, where he begat two sons.
Luther-Bibel . 29 Mose aber floh wegen dieser Rede und lebte als Fremdling im Lande Midian; dort zeugte er zwei Söhne.

Tekstuitleg van Hnd 7,29 .

Hnd 7,30 - Hnd 7,30 - - Hnd 7,1-53 : Toespraak van Stefanus -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 7 -- Hnd 7,1 - Hnd 7,2 - Hnd 7,3 - Hnd 7,4 - Hnd 7,5 - Hnd 7,6 - Hnd 7,7 - Hnd 7,8 - Hnd 7,9 - Hnd 7,10 - Hnd 7,11 - Hnd 7,12 - Hnd 7,13 - Hnd 7,14 - Hnd 7,15 - Hnd 7,16 - Hnd 7,17 - Hnd 7,18 - Hnd 7,19 - Hnd 7,20 - Hnd 7,21 - Hnd 7,22 - Hnd 7,23 - Hnd 7,24 - Hnd 7,25 - Hnd 7,26 - Hnd 7,27 - Hnd 7,28 - Hnd 7,29 - Hnd 7,30 - Hnd 7,31 - Hnd 7,32 - Hnd 7,33 - Hnd 7,34 - Hnd 7,35 - Hnd 7,36 - Hnd 7,37 - Hnd 7,38 - Hnd 7,39 - Hnd 7,40 - Hnd 7,41 - Hnd 7,42 - Hnd 7,43 - Hnd 7,44 - Hnd 7,45 - Hnd 7,46 - Hnd 7,47 - Hnd 7,48 - Hnd 7,49 - Hnd 7,50 - Hnd 7,51 - Hnd 7,52 - Hnd 7,53 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
30kai plèrôthentôn etôn tesserakonta ôfthè autô en tè erèmô tou orous sina aggelos en flogi puros batou.  30 et expletis annis quadraginta apparuit illi in deserto montis Sina angelus in igne flammae rubi     30 En als veertig jaren vervuld waren, verscheen hem de Engel des Heeren, in de woestijn van den berg Sinaï, in een vlammig vuur van het doornenbos.  [30] Toen er veertig jaren verstreken waren, verscheen hem in de woestijn van het Sinaigebergte* een engel in het vuur van een brandende doornstruik.   [30] Nadat er veertig jaren waren verstreken, verscheen er in de woestijn bij de berg Sinai een engel aan hem in de vlammen van een brandende doornstruik.  30 ¶ Als veertig jaren vervuld zijn laat zich in de woestijn van de berg Sinaï een engel zien in de vuurvlam van een doornstruik.   30. « Au bout de quarante ans, un ange lui apparut au désert du mont Sinaï, dans la flamme d'un buisson en feu. 

King James Bible . [30] And when forty years were expired, there appeared to him in the wilderness of mount Sina an angel of the Lord in a flame of fire in a bush.
Luther-Bibel . 30 Und nach vierzig Jahren erschien ihm in der Wüste am Berge Sinai ein Engel in einer Feuerflamme im Dornbusch.

Tekstuitleg van Hnd 7,30 . Dit vers Hnd 7,30 telt 18 (2 X 3 X 3) woorden en 92 (4 X 23) letters . De getalwaarde van Hnd 7,30 is 14304 (2 X 2 X 2 X 2 X 2 X 3 X 149) .

13. aggelos (engel) . Verwijzing : aggelos (engel) , zie Mt 13,41 . Zelfstandig naamwoord nominatief mannelijk enkelvoud . In 155 verzen in de bijbel . In 108 verzen in het O.T. . In zevenenveertig verzen in het N.T. . In elf verzen in Hnd : (1) Hnd 5,19 . (2) Hnd 7,30 . (3) Hnd 8,26 . (4) Hnd 10,7 . (5) Hnd 12,7 . (6) Hnd 12,8 . (7) Hnd 12,10 . (8) Hnd 12,15 . (9) Hnd 12,23 . (10) Hnd 23,9 . (11) Hnd 27,23 .

--- aggelos kuriou (de engel van de Heer) . In vijf verzen in Hnd : (1) Hnd 5,19 : aggelos de kuriou = de engel van de Heer echter) . (2) Hnd 7,30 (sommige handschriften geven slechts aggelos (een engel) . (3) Hnd 8,26 : aggelos de kuriou = de engel van de Heer echter) . (4) Hnd 12,7 : kai idou aggelos kuriou (en zie een engel van de Heer) . (5) Hnd 12,23 .

Hnd 7,31 - Hnd 7,31 -- Hnd 7,1-53 : Toespraak van Stefanus -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 7 -- Hnd 7,1 - Hnd 7,2 - Hnd 7,3 - Hnd 7,4 - Hnd 7,5 - Hnd 7,6 - Hnd 7,7 - Hnd 7,8 - Hnd 7,9 - Hnd 7,10 - Hnd 7,11 - Hnd 7,12 - Hnd 7,13 - Hnd 7,14 - Hnd 7,15 - Hnd 7,16 - Hnd 7,17 - Hnd 7,18 - Hnd 7,19 - Hnd 7,20 - Hnd 7,21 - Hnd 7,22 - Hnd 7,23 - Hnd 7,24 - Hnd 7,25 - Hnd 7,26 - Hnd 7,27 - Hnd 7,28 - Hnd 7,29 - Hnd 7,30 - Hnd 7,31 - Hnd 7,32 - Hnd 7,33 - Hnd 7,34 - Hnd 7,35 - Hnd 7,36 - Hnd 7,37 - Hnd 7,38 - Hnd 7,39 - Hnd 7,40 - Hnd 7,41 - Hnd 7,42 - Hnd 7,43 - Hnd 7,44 - Hnd 7,45 - Hnd 7,46 - Hnd 7,47 - Hnd 7,48 - Hnd 7,49 - Hnd 7,50 - Hnd 7,51 - Hnd 7,52 - Hnd 7,53 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
31o de môusès idôn ethaumazen to orama: proserchomenou de autou katanoèsai egeneto fônè kuriou, 31 Moses autem videns admiratus est visum et accedente illo ut consideraret facta est vox Domini     31 Mozes nu, dat ziende, verwonderde zich over het gezicht; en als hij derwaarts ging, om dat te bezien, zo geschiedde een stem des Heeren tot hem,   [31] Vol verwondering sloeg Mozes het schouwspel gade, maar toen hij erheen ging om te kijken wat het was, klonk de stem van de Heer:  [31] Vol verwondering keek Mozes naar dit schouwspel, maar toen hij dichterbij kwam om het te onderzoeken, klonk de stem van de Heer:   31 Mozes ziet dat en is verwonderd over wat hij ziet. Wanneer hij dichterbij komt om dat gade te slaan, klinkt de stem van de Heer:   31. Moïse était étonné à la vue de cette apparition. Comme il s'avançait pour mieux voir, la voix du Seigneur se fit entendre :  

King James Bible . [31] When Moses saw it, he wondered at the sight: and as he drew near to behold it, the voice of the Lord came unto him,
Luther-Bibel . 31 Als aber Mose das sah, wunderte er sich über die Erscheinung. Als er aber hinzuging zu schauen, geschah die Stimme des Herrn zu ihm (2.Mose 3,5-10):

Tekstuitleg van Hnd 7,31 .

Hnd 7,32 - Hnd 7,32 -- Hnd 7,1-53 : Toespraak van Stefanus -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 7 -- Hnd 7,1 - Hnd 7,2 - Hnd 7,3 - Hnd 7,4 - Hnd 7,5 - Hnd 7,6 - Hnd 7,7 - Hnd 7,8 - Hnd 7,9 - Hnd 7,10 - Hnd 7,11 - Hnd 7,12 - Hnd 7,13 - Hnd 7,14 - Hnd 7,15 - Hnd 7,16 - Hnd 7,17 - Hnd 7,18 - Hnd 7,19 - Hnd 7,20 - Hnd 7,21 - Hnd 7,22 - Hnd 7,23 - Hnd 7,24 - Hnd 7,25 - Hnd 7,26 - Hnd 7,27 - Hnd 7,28 - Hnd 7,29 - Hnd 7,30 - Hnd 7,31 - Hnd 7,32 - Hnd 7,33 - Hnd 7,34 - Hnd 7,35 - Hnd 7,36 - Hnd 7,37 - Hnd 7,38 - Hnd 7,39 - Hnd 7,40 - Hnd 7,41 - Hnd 7,42 - Hnd 7,43 - Hnd 7,44 - Hnd 7,45 - Hnd 7,46 - Hnd 7,47 - Hnd 7,48 - Hnd 7,49 - Hnd 7,50 - Hnd 7,51 - Hnd 7,52 - Hnd 7,53 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
32egô o theos tôn paterôn sou, o theos abraam kai isaak kai iakôb. entromos de genomenos môusès ouk etolma katanoèsai.   32 ego Deus patrum tuorum Deus Abraham et Deus Isaac et Deus Iacob tremefactus autem Moses non audebat considerare    32 Zeggende: Ik ben de God uwer vaderen, de God Abrahams, en de God Izaks, en de God Jakobs. En Mozes werd zeer bevende, en durfde het niet bezien.  [32] “Ik ben de God van uw vaderen, de God van Abraham, Isaak en Jakob.” Mozes begon te beven van schrik en durfde niet te gaan kijken.  [32] “Ik ben de God van je voorouders, de God van Abraham, Isaak en Jakob.” Bevend van schrik wendde Mozes zijn blik af.   32 ik ben de God van je vaderen, de God van Abraham, Isaak en Jakob! Huiverig geworden heeft Mozes niet verder durven gadeslaan.   32. «Je suis le Dieu de tes pères, le Dieu d'Abraham, d'Isaac et de Jacob. » Tout tremblant, Moïse n'osait regarder. 

King James Bible . [32] Saying, I am the God of thy fathers, the God of Abrham, and the God of Isaac, and the God of Jacob. Then Moses trembled, and durst not behold.
Luther-Bibel . 32 »Ich bin der Gott deiner Väter, der Gott Abrahams und Isaaks und Jakobs.« Mose aber fing an zu zittern und wagte nicht hinzuschauen.

Tekstuitleg van Hnd 7,32 .

Hnd 7,33 - Hnd 7,33 -- Hnd 7,1-53 : Toespraak van Stefanus -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 7 -- Hnd 7,1 - Hnd 7,2 - Hnd 7,3 - Hnd 7,4 - Hnd 7,5 - Hnd 7,6 - Hnd 7,7 - Hnd 7,8 - Hnd 7,9 - Hnd 7,10 - Hnd 7,11 - Hnd 7,12 - Hnd 7,13 - Hnd 7,14 - Hnd 7,15 - Hnd 7,16 - Hnd 7,17 - Hnd 7,18 - Hnd 7,19 - Hnd 7,20 - Hnd 7,21 - Hnd 7,22 - Hnd 7,23 - Hnd 7,24 - Hnd 7,25 - Hnd 7,26 - Hnd 7,27 - Hnd 7,28 - Hnd 7,29 - Hnd 7,30 - Hnd 7,31 - Hnd 7,32 - Hnd 7,33 - Hnd 7,34 - Hnd 7,35 - Hnd 7,36 - Hnd 7,37 - Hnd 7,38 - Hnd 7,39 - Hnd 7,40 - Hnd 7,41 - Hnd 7,42 - Hnd 7,43 - Hnd 7,44 - Hnd 7,45 - Hnd 7,46 - Hnd 7,47 - Hnd 7,48 - Hnd 7,49 - Hnd 7,50 - Hnd 7,51 - Hnd 7,52 - Hnd 7,53 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
33eipen de autô o kurios, luson to upodèma tôn podôn sou, o gar topos ef ô estèkas gè agia estin.  33 dixit autem illi Dominus solve calciamentum pedum tuorum locus enim in quo stas terra sancta est    33 En de Heere zeide tot hem: Ontbind de schoenen van uw voeten; want de plaats in welke gij staat, is heilig land.   [33] Daarop zei de Heer tegen hem: “Doe uw schoenen uit, want de plaats waar u staat is heilige grond.  [33] Maar de Heer zei tegen hem: “Trek je sandalen uit, want de grond waarop je staat, is heilig.   33 Maar de Heer zegt tot hem: maak de schoenen van je voeten los, want de plaats waarop je staat, heilig land is dat!–  33. Alors le Seigneur lui dit : «Ote les sandales de tes pieds, car l'endroit où tu te tiens est une terre sainte. 

King James Bible . [33] Then said the Lord to him, Put off thy shoes from thy feet: for the place where thou standest is holy ground.
Luther-Bibel . 33 Aber der Herr sprach zu ihm: »Zieh die Schuhe aus von deinen Füßen; denn die Stätte, auf der du stehst, ist heiliges Land!

Tekstuitleg van Hnd 7,33 .

Hnd 7,34 - Hnd 7,34 -- Hnd 7,1-53 : Toespraak van Stefanus -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 7 -- Hnd 7,1 - Hnd 7,2 - Hnd 7,3 - Hnd 7,4 - Hnd 7,5 - Hnd 7,6 - Hnd 7,7 - Hnd 7,8 - Hnd 7,9 - Hnd 7,10 - Hnd 7,11 - Hnd 7,12 - Hnd 7,13 - Hnd 7,14 - Hnd 7,15 - Hnd 7,16 - Hnd 7,17 - Hnd 7,18 - Hnd 7,19 - Hnd 7,20 - Hnd 7,21 - Hnd 7,22 - Hnd 7,23 - Hnd 7,24 - Hnd 7,25 - Hnd 7,26 - Hnd 7,27 - Hnd 7,28 - Hnd 7,29 - Hnd 7,30 - Hnd 7,31 - Hnd 7,32 - Hnd 7,33 - Hnd 7,34 - Hnd 7,35 - Hnd 7,36 - Hnd 7,37 - Hnd 7,38 - Hnd 7,39 - Hnd 7,40 - Hnd 7,41 - Hnd 7,42 - Hnd 7,43 - Hnd 7,44 - Hnd 7,45 - Hnd 7,46 - Hnd 7,47 - Hnd 7,48 - Hnd 7,49 - Hnd 7,50 - Hnd 7,51 - Hnd 7,52 - Hnd 7,53 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
34idôn eidon tèn kakôsin tou laou mou tou en aiguptô, kai tou stenagmou autôn èkousa, kai katebèn exelesthai autous: kai nun deuro aposteilô se eis aigupton.  34 videns vidi adflictionem populi mei qui est in Aegypto et gemitum eorum audivi et descendi liberare eos et nunc veni et mittam te in Aegyptum    34 Ik heb merkelijk gezien de mishandeling Mijns volks, dat in Egypte is, en Ik heb hun zuchten gehoord en ben nedergekomen, om hen daaruit te verlossen; en nu, kom herwaarts, Ik zal u naar Egypte zenden.  [34] Ik heb de slechte behandeling van mijn volk in Egypte wel gezien, en hun zuchten heb Ik gehoord, en Ik ben afgedaald om hen te bevrijden. En nu, kom, Ik stuur u naar Egypte.”   [34] Ik heb gezien hoe ellendig mijn volk er in Egypte aan toe is en ik heb hun jammerklachten gehoord, zodat ik ben afgedaald om hen te bevrijden. Daarom stuur ik je nu naar Egypte.”  34 want gezien, ja gezien heb ik de kwalijke behandeling van mijn gemeente in Egypte en gehoord heb ik zijn zuchten; ik ben neergedaald om hen weg te halen; en nu, kom mee, dan zend ik je uit naar Egypte! 34. Oui, j'ai vu l'affliction de mon peuple en Égypte, j'ai entendu son gémissement et je suis descendu pour le délivrer. Viens donc, que je t'envoie en Égypte. »  

King James Bible . [34] I have seen, I have seen the affliction of my people which is in Egypt, and I have heard their groaning, and am come down to deliver them. And now come, I will send thee into Egypt.
Luther-Bibel . 34 Ich habe gesehen das Leiden meines Volkes, das in Ägypten ist, und habe sein Seufzen gehört und bin herabgekommen, es zu erretten. Und nun komm her, ich will dich nach Ägypten senden.«

Tekstuitleg van Hnd 7,34 .

17. prefix verbindingswoord wë + act. qal imperf. 1ste pers. enk. וָאֵרֵד = wâ´ered (en ik daalde af) van het werkw. יָרַד = jârad (afdalen, afstijgen, vallen) . Taalgebruik in Tenakh : järad (afdalen, afstijgen, vallen) . Getalwaarde : jod = 10 , resj = 20 of 200 , daleth = 4 ; totaal : 34 (2 X 17) OF of 214 (2 X 107) . Structuur : 1 - 2 - 4 . De som van de elementen is telkens 7 . Tenakh (4) : (1) Ex 3,8 . (2) Dt 9,15 . (3) Dt 10,5 . (4) Jr 18,3 .
- act. qal imperf. 1ste pers. enk. אֵרֵד = ´ered ( ik daalde af) van het werkw. יָרַד = jârad (afdalen, afstijgen, vallen) . Taalgebruik in Tenakh : järad (afdalen, afstijgen, vallen) . Getalwaarde : jod = 10 , resj = 20 of 200 , daleth = 4 ; totaal : 34 (2 X 17) OF of 214 (2 X 107) . Structuur : 1 - 2 - 4 . De som van de elementen is telkens 7 . Tenakh (3) : (1) Gn 37,35 . (2) Gn 46,4 . (3) 1 S 26,6 .
- Grieks . act. ind. aor. 1ste pers. enk. κατεβην = katebèn van het werkw. καταβαινω = katabainô (naar beneden dalen , afdalen) . Taalgebruik in de Septuaginta : katabainô (neerdalen, afdalen) . Taalgebruik in het NT : katabainô (neerdalen, afdalen) . Bijbel (7) : (1) Ex 3,8 . (2) Dt 9,15 . (3) Dt 10,5 . (4) Jr 18,3 . (5) Jon 2,7 . (6) Hl 6,11 . (7) Hnd 7,34 . Een vorm van καταβαινω = katabainô in de LXX (349) , in het NT (81) , in Lc (13) : (1) Lc 2,51 . (2) Lc 3,22 . (3) Lc 6,17 . (4) Lc 8,23 . (5) Lc 9,54 . (6) Lc 10,15 . (7) Lc 10,30 . (8) Lc 10,31 . (9) Lc 17,31 . (10) Lc 18,14 . (11) Lc 19,5 . (12) Lc 19,6 . (13) Lc 22,44 , in Joh (17) .
- Lat. descendere . Fr. descendre . E. to descend . Ned. neerdalen , afdalen . D. herabkommen . Jrd (Jared) is ook een persoonsnaam .

Hnd 7,35 - Hnd 7,35 -- Hnd 7,1-53 : Toespraak van Stefanus -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 7 -- Hnd 7,1 - Hnd 7,2 - Hnd 7,3 - Hnd 7,4 - Hnd 7,5 - Hnd 7,6 - Hnd 7,7 - Hnd 7,8 - Hnd 7,9 - Hnd 7,10 - Hnd 7,11 - Hnd 7,12 - Hnd 7,13 - Hnd 7,14 - Hnd 7,15 - Hnd 7,16 - Hnd 7,17 - Hnd 7,18 - Hnd 7,19 - Hnd 7,20 - Hnd 7,21 - Hnd 7,22 - Hnd 7,23 - Hnd 7,24 - Hnd 7,25 - Hnd 7,26 - Hnd 7,27 - Hnd 7,28 - Hnd 7,29 - Hnd 7,30 - Hnd 7,31 - Hnd 7,32 - Hnd 7,33 - Hnd 7,34 - Hnd 7,35 - Hnd 7,36 - Hnd 7,37 - Hnd 7,38 - Hnd 7,39 - Hnd 7,40 - Hnd 7,41 - Hnd 7,42 - Hnd 7,43 - Hnd 7,44 - Hnd 7,45 - Hnd 7,46 - Hnd 7,47 - Hnd 7,48 - Hnd 7,49 - Hnd 7,50 - Hnd 7,51 - Hnd 7,52 - Hnd 7,53 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
35touton ton môusèn, on èrnèsanto eipontes, tis se katestèsen archonta kai dikastèn; touton o theos [kai] archonta kai lutrôtèn apestalken sun cheiri aggelou tou ofthentos autô en tè batô. 35 hunc Mosen quem negaverunt dicentes quis te constituit principem et iudicem hunc Deus principem et redemptorem misit cum manu angeli qui apparuit illi in rubo    35 Dezen Mozes, welken zij verloochend hadden, zeggende: Wie heeft u tot een overste en rechter gesteld? dezen, zeg ik, heeft God tot een overste en verlosser gezonden, door de hand des Engels, Die hem verschenen was in het doornenbos.   [35] Deze Mozes, die ze hadden afgewezen door te zeggen: “Wie heeft jou tot leider en rechter aangesteld?”, juist hem heeft God als leider en bevrijder gezonden door de hand van de engel die hem in de doornstruik verscheen.   [35] Het was deze Mozes die door zijn volksgenoten werd afgewezen met de woorden: “Wie heeft jou als leider en rechter aangesteld?” Maar God zond hem als leider en bevrijder naar hen toe, door tussenkomst van de engel die in de doornstruik aan hem verschenen was.   35 Deze Mozes, die zij verloochenden toen ze zeiden ‘wie heeft jou aangesteld als overste en rechter?’, hem heeft God als overste en verlosser uitgezonden aan de hand van de engel die zich aan hem heeft laten zien in de doornstruik.   35. « Ce Moïse qu'ils avaient renié en disant : Qui t'a établi chef et juge ? voici que Dieu le leur envoyait comme chef et rédempteur, par l'entremise de l'ange qui lui était apparu dans le buisson.  

King James Bible . [35] This Moses whom they refused, saying, Who made thee a ruler and a judge? the same did God send to be a ruler and a deliverer by the hand of the angel which appeared to him in the bush.
Luther-Bibel . 35 Diesen Mose, den sie verleugnet hatten, als sie sprachen: »Wer hat dich als Aufseher und Richter eingesetzt?«, den sandte Gott als Anführer und Retter durch den Engel, der ihm im Dornbusch erschienen war.

Tekstuitleg van Hnd 7,35 .

Ex 2,14 = Hnd 7,27.35 - Ex 2,11-22 - - Hnd 7,1-53 - Lc 12,14 - Lc 12,13-15 -
  anthrôpe (mens)
Tís (Wie) Tís (Wie)
se (u) me (mij)
katestèsen (heeft aangesteld) katestèsen (heeft aangesteld)
archonta (tot leider) kritèn (tot beoordeelaar)
kai (en) kai (en)
dikastèn (rechter) meristèn (verdeler)
ef'èmôn (over ons) ef'humôn (over u)
 Ex 2,11-22 : Mozesvlucht naar Midjan  210. Vermaning tegen hebzucht : Lc 12,13-15

.katestèsen : aorist van kathistèmi : aanstellen
De reactie van Jezus (Lc 12,14 - Lc 12,13-15 - ) gaat terug op Ex 2,14. In het verhaal van Ex 2,11-15 doodt Mozes een Egyptenaar nadat deze een Hebreeër had neergeslagen. 's Anderendaags wil Mozes tussenkomen tussen twee twistende Hebreeën. Degene die ongelijk heeft, roept Mozes ter verantwoording en zegt: "Wie heeft jou als heer en rechter over ons aangesteld?" Het gevolg ervan is dat Mozes de zaak onbeslecht laat. De situaties van het verhaal van Mozes en van het verhaal van het lucasevangelie zijn zeer verschillend. De gelijkenis bestaat erin dat er een dispuut bestaat tussen twee broers over de verdeling van de erfenis. Degene die zich onrechtvaardig behandeld weet, roept de hulp in van Jezus. Jezus echter citeert uit het Exodusverhaal om bij de erfeniszaak van de de twee twistende broers niet tussenbeide te komen.
Hnd 7,35 interpreteert de vraag van de Hebreeër naar de verantwoording van Mozes'gedrag als een weigering van de Hebreeër om de bemiddeling van Mozes te aanvaarden. Tegenover deze weigering plaatst de schrijver van Handelingen de aanstelling van Mozes tot leider en verlosser door God.
Hnd 7,54-8,3 : Stefanus vermoord en de Jeruzalemse gemeente vervolgd .

Hnd 7,36 - Hnd 7,36 -- Hnd 7,1-53 : Toespraak van Stefanus -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 7 -- Hnd 7,1 - Hnd 7,2 - Hnd 7,3 - Hnd 7,4 - Hnd 7,5 - Hnd 7,6 - Hnd 7,7 - Hnd 7,8 - Hnd 7,9 - Hnd 7,10 - Hnd 7,11 - Hnd 7,12 - Hnd 7,13 - Hnd 7,14 - Hnd 7,15 - Hnd 7,16 - Hnd 7,17 - Hnd 7,18 - Hnd 7,19 - Hnd 7,20 - Hnd 7,21 - Hnd 7,22 - Hnd 7,23 - Hnd 7,24 - Hnd 7,25 - Hnd 7,26 - Hnd 7,27 - Hnd 7,28 - Hnd 7,29 - Hnd 7,30 - Hnd 7,31 - Hnd 7,32 - Hnd 7,33 - Hnd 7,34 - Hnd 7,35 - Hnd 7,36 - Hnd 7,37 - Hnd 7,38 - Hnd 7,39 - Hnd 7,40 - Hnd 7,41 - Hnd 7,42 - Hnd 7,43 - Hnd 7,44 - Hnd 7,45 - Hnd 7,46 - Hnd 7,47 - Hnd 7,48 - Hnd 7,49 - Hnd 7,50 - Hnd 7,51 - Hnd 7,52 - Hnd 7,53 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
36outos exègagen autous poièsas terata kai sèmeia en gè aiguptô kai en eruthra thalassè kai en tè erèmô etè tesserakonta.  36 hic eduxit illos faciens prodigia et signa in terra Aegypti et in Rubro mari et in deserto annis quadraginta     36 Deze heeft hen uitgeleid, doende wonderen en tekenen in het land van Egypte, en in de Rode zee, en in de woestijn, veertig jaren.   [36] Hij is het die hen dat land heeft uitgeleid en veertig jaar lang wonderen en tekenen deed in Egypte, in de Rode Zee en in de woestijn.  [36] Het was deze Mozes die het volk wegleidde uit Egypte onder het verrichten van tekenen en wonderen, niet alleen in Egypte, maar ook bij de Rode Zee en in de woestijn, veertig jaar lang.   36 Hij heeft hen uitgeleid onder het doen van tekenen en wonderen in het land van Egypte, in de Rode Zee en veertig jaren in de woestijn.  36. C'est lui qui les fit sortir, en opérant prodiges et signes au pays d'Égypte, à la mer Rouge et au désert pendant quarante ans.  

King James Bible . [36] He brought them out, after that he had shewed wonders and signs in the land of Egypt, and in the Red sea, and in the wilderness forty years.
Luther-Bibel . 36 Dieser Mose führte sie heraus und tat Wunder und Zeichen in Ägypten, im Roten Meer und in der Wüste vierzig Jahre lang.

Tekstuitleg van Hnd 7,36 .

2. act. ind. aor. 3de pers. enk. εξηγαγεν = exègagen (hij leidde uit) van het werkw. εξαγω = exagô (uitleiden, naar buiten leiden) < ex (uit) + agô (leiden, voeren) . Taalgebruik in het NT : exagô (uitleiden, naar buiten leiden) . Taalgebruik in Lc : exagô (uitleiden, naar buiten leiden) . Taalgebruik in Hnd : exagô (uitleiden, naar buiten leiden) . Taalgebruik in de LXX : exagô (uitleiden, naar buiten leiden) . Bijbel (67) . OT (62) . Pentateuch (30) . Gn (6) : (1) Gn 1,21 . (2) Gn 11,31 . (3) Gn 15,5 . (4) Gn 20,13 . (5) Gn 43,23 . (6) Gn 49,12 . Ex (12) : (1) Ex 12,51 . (2) Ex 13,3 . (3) Ex 13,9 . (4) Ex 13,14 . (5) Ex 13,16 . (6) Ex 16,6 . (7) Ex 16,32 . (8) Ex 18,1 . (9) Ex 19,17 . (10) Ex 32,1 . (11) Ex 32,12 . (12) Ex 32,23 . Nu (1) : Gn 49,12 . Dt (11) : (1) Dt 1,27 . (2) Dt 4,20 . (3) Dt 4,37 . (4) Dt 5,15 . (5) Dt 6,21 . (6) Dt 6,23 . (7) Dt 7,8 . (8) Dt 7,19 . (9) Dt 9,28 . (10) Dt 26,8 . (11) Dt 29,24 . NT (5) : (1) Lc 24,50 . (2) Hnd 7,36 . (3) Hnd 7,40 . (4) Hnd 12,17 . (5) Hnd 13,17 . Een vorm van exagô (uitleiden, naar buiten leiden) in de LXX (221) , in het NT (12) . Syn. (2) . Ev. (3) .

Hnd 7,37 - Hnd 7,37 -- Hnd 7,1-53 : Toespraak van Stefanus -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 7 -- Hnd 7,1 - Hnd 7,2 - Hnd 7,3 - Hnd 7,4 - Hnd 7,5 - Hnd 7,6 - Hnd 7,7 - Hnd 7,8 - Hnd 7,9 - Hnd 7,10 - Hnd 7,11 - Hnd 7,12 - Hnd 7,13 - Hnd 7,14 - Hnd 7,15 - Hnd 7,16 - Hnd 7,17 - Hnd 7,18 - Hnd 7,19 - Hnd 7,20 - Hnd 7,21 - Hnd 7,22 - Hnd 7,23 - Hnd 7,24 - Hnd 7,25 - Hnd 7,26 - Hnd 7,27 - Hnd 7,28 - Hnd 7,29 - Hnd 7,30 - Hnd 7,31 - Hnd 7,32 - Hnd 7,33 - Hnd 7,34 - Hnd 7,35 - Hnd 7,36 - Hnd 7,37 - Hnd 7,38 - Hnd 7,39 - Hnd 7,40 - Hnd 7,41 - Hnd 7,42 - Hnd 7,43 - Hnd 7,44 - Hnd 7,45 - Hnd 7,46 - Hnd 7,47 - Hnd 7,48 - Hnd 7,49 - Hnd 7,50 - Hnd 7,51 - Hnd 7,52 - Hnd 7,53 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
37outos estin o môusès o eipas tois uiois israèl, profètèn umin anastèsei o theos ek tôn adelfôn umôn ôs eme.  37 hic est Moses qui dixit filiis Israhel prophetam vobis suscitabit Deus de fratribus vestris tamquam me    37 Deze is de Mozes, die tot de kinderen Israëls gezegd heeft: De Heere, uw God, zal u een Profeet verwekken uit uw broederen, gelijk mij; Dien zult gij horen.   [37] En het is Mozes die tegen de Israëlieten heeft gezegd: “Uit uw midden zal God een profeet laten opstaan zoals ik.”  [37] Mozes was het die tegen de Israëlieten zei: “God zal in uw midden een profeet zoals ik laten opstaan.”  37 Hij is de Mozes die tot de zonen van Israël gezegd heeft: God zal voor u uit uw broeders een profeet doen opstaan zoals ik!  37. C'est lui, Moïse, qui dit aux Israélites : Dieu vous suscitera d'entre vos frères un prophète comme moi.  

King James Bible . [37] This is that Moses, which said unto the children of Israel, A prophet shall the Lord your God raise up unto you of your brethren, like unto me; him shall ye hear.
Luther-Bibel . 37 Dies ist der Mose, der zu den Israeliten gesagt hat (5.Mose 18,15): »Einen Propheten wie mich wird euch der Herr, euer Gott, erwecken aus euren Brüdern.«

Tekstuitleg van Hnd 7,37

Dé profeet is Mozes . Geen enkel profeet kan met hem vergeleken worden . Deze uniciteit wordt hem toegeschreven omdat hij God van aangezicht tot aangezicht heeft gezien (Dt 34,10) . In Nu 11, 25 ontvangen de zeventig oudsten een deel van de geest van Mozes , maar zij profeteerden slechts kortstondig en tijdelijk . In Nu 12 worden Mirjam en Aäron gestraft omdat ze de uniciteit van Mozes in twijfel hebben getrokken . Zo is Jezus uniek omdat hij is 'in de schoot van de Vader' . Hiertegenover staat Dt 18,9-22 : "de Heer God zal voor u uit uw broeders een profeet doen opstaan gelijk aan mij, luister naar hem." In Hnd 3,22 en Hnd 7,37 wordt Dt 18,18 geciteerd .

Hnd 7,38 - Hnd 7,38 -- Hnd 7,1-53 : Toespraak van Stefanus -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 7 -- Hnd 7,1 - Hnd 7,2 - Hnd 7,3 - Hnd 7,4 - Hnd 7,5 - Hnd 7,6 - Hnd 7,7 - Hnd 7,8 - Hnd 7,9 - Hnd 7,10 - Hnd 7,11 - Hnd 7,12 - Hnd 7,13 - Hnd 7,14 - Hnd 7,15 - Hnd 7,16 - Hnd 7,17 - Hnd 7,18 - Hnd 7,19 - Hnd 7,20 - Hnd 7,21 - Hnd 7,22 - Hnd 7,23 - Hnd 7,24 - Hnd 7,25 - Hnd 7,26 - Hnd 7,27 - Hnd 7,28 - Hnd 7,29 - Hnd 7,30 - Hnd 7,31 - Hnd 7,32 - Hnd 7,33 - Hnd 7,34 - Hnd 7,35 - Hnd 7,36 - Hnd 7,37 - Hnd 7,38 - Hnd 7,39 - Hnd 7,40 - Hnd 7,41 - Hnd 7,42 - Hnd 7,43 - Hnd 7,44 - Hnd 7,45 - Hnd 7,46 - Hnd 7,47 - Hnd 7,48 - Hnd 7,49 - Hnd 7,50 - Hnd 7,51 - Hnd 7,52 - Hnd 7,53 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
38outos estin o genomenos en tè ekklèsia en tè erèmô meta tou aggelou tou lalountos autô en tô orei sina kai tôn paterôn èmôn, os edexato logia zônta dounai èmin, 38 hic est qui fuit in ecclesia in solitudine cum angelo qui loquebatur ei in monte Sina et cum patribus nostris qui accepit verba vitae dare nobis    38 Deze is het, die in de vergadering des volks in de woestijn was met den Engel, Die tot hem sprak op den berg Sinaï, en met onze vaderen; welke de levende woorden ontving, om ons die te geven.   [38] Hij is het die in de gemeenschap* in de woestijn bij onze vaderen was en bij de engel* die op de berg Sinai met hem sprak; hij ontving woorden van leven om ze aan ons te geven,  [38] Hij was het die, toen het volk in de woestijn bijeen was, als bemiddelaar optrad tussen onze voorouders en de engel die op de berg Sinai tegen hem sprak, hij was het die de levenbrengende woorden ontving om ze aan ons door te geven.   38 Hij is het die in de volksvergadering in de woestijn was met de engel die op de berg Sinaï tot hem sprak en met onze vaderen, die levenwekkende woorden ontving om aan ons te geven.  38. C'est lui qui, lors de l'assemblée au désert, était avec l'ange qui lui parlait sur le mont Sinaï, tout en restant avec nos pères ; lui qui reçut les paroles de vie pour nous les donner. 

King James Bible . [38] This is he, that was in the church in the wilderness with the angel which spake to him in the mount Sina, and with our fathers: who received the lively oracles to give unto us:
Luther-Bibel . 38 Dieser ist's, der in der Gemeinde in der Wüste stand zwischen dem Engel, der mit ihm redete auf dem Berge Sinai, und unsern Vätern. Dieser empfing Worte des Lebens, um sie uns weiterzugeben.

Tekstuitleg van Hnd 7,38 . Dit vers Hnd 7,38 telt X woorden en X letters . De getalwaarde van Hnd 7,38 is X .

7. ekklèsia (kerk, gemeente, gemeenschap) . Verwijzing : kaleô (roepen) , zie Gal 5,13 . In vierentachtig verzen in de bijbel . In eenenvijftig verzen in het O.T. . In drieëndertig verzen in het N.T. . Mt (1) . Hond (6) : (1) Hnd 7,38 . (2) Hnd 9,31 . (3) Hnd 11,26 . (4) Hnd 15,22 . (5) Hnd 19,32 . (6) Hnd 19,39 . Brieven (26) .

Hnd 7,39 - Hnd 7,39 -- Hnd 7,1-53 : Toespraak van Stefanus -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 7 -- Hnd 7,1 - Hnd 7,2 - Hnd 7,3 - Hnd 7,4 - Hnd 7,5 - Hnd 7,6 - Hnd 7,7 - Hnd 7,8 - Hnd 7,9 - Hnd 7,10 - Hnd 7,11 - Hnd 7,12 - Hnd 7,13 - Hnd 7,14 - Hnd 7,15 - Hnd 7,16 - Hnd 7,17 - Hnd 7,18 - Hnd 7,19 - Hnd 7,20 - Hnd 7,21 - Hnd 7,22 - Hnd 7,23 - Hnd 7,24 - Hnd 7,25 - Hnd 7,26 - Hnd 7,27 - Hnd 7,28 - Hnd 7,29 - Hnd 7,30 - Hnd 7,31 - Hnd 7,32 - Hnd 7,33 - Hnd 7,34 - Hnd 7,35 - Hnd 7,36 - Hnd 7,37 - Hnd 7,38 - Hnd 7,39 - Hnd 7,40 - Hnd 7,41 - Hnd 7,42 - Hnd 7,43 - Hnd 7,44 - Hnd 7,45 - Hnd 7,46 - Hnd 7,47 - Hnd 7,48 - Hnd 7,49 - Hnd 7,50 - Hnd 7,51 - Hnd 7,52 - Hnd 7,53 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
39ô ouk èthelèsan upèkooi genesthai oi pateres èmôn alla apôsanto kai estrafèsan en tais kardiais autôn eis aigupton,  39 cui noluerunt oboedire patres nostri sed reppulerunt et aversi sunt cordibus suis in Aegyptum     39 Denwelken onze vaders niet wilden gehoorzaam zijn, maar verwierpen hem, en keerden met hun harten weder naar Egypte;  [39] maar onze vaderen wilden niet naar hem luisteren; ze wezen hem af en keerden in gedachte terug naar Egypte;  [39] Maar onze voorouders wilden hem niet gehoorzamen: ze wezen hem af en verlangden terug naar Egypte.  39 Hem wilden onze vaderen niet onderhorig wezen, nee, zij wezen hem af en keerden in hun harten terug naar Egypte;  39. Voilà celui à qui nos pères refusèrent d'obéir. Bien plus, ils le repoussèrent et, retournant de cœur en Égypte, 

King James Bible . [39] To whom our fathers would not obey, but thrust him from them, and in their hearts turned back again into Egypt,
Luther-Bibel . 39 Ihm wollten unsre Väter nicht gehorsam werden, sondern sie stießen ihn von sich und wandten sich in ihrem Herzen wieder Ägypten zu

Tekstuitleg van Hnd 7,39 .

Hnd 7,40 - Hnd 7,40 -- Hnd 7,1-53 : Toespraak van Stefanus -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 7 -- Hnd 7,1 - Hnd 7,2 - Hnd 7,3 - Hnd 7,4 - Hnd 7,5 - Hnd 7,6 - Hnd 7,7 - Hnd 7,8 - Hnd 7,9 - Hnd 7,10 - Hnd 7,11 - Hnd 7,12 - Hnd 7,13 - Hnd 7,14 - Hnd 7,15 - Hnd 7,16 - Hnd 7,17 - Hnd 7,18 - Hnd 7,19 - Hnd 7,20 - Hnd 7,21 - Hnd 7,22 - Hnd 7,23 - Hnd 7,24 - Hnd 7,25 - Hnd 7,26 - Hnd 7,27 - Hnd 7,28 - Hnd 7,29 - Hnd 7,30 - Hnd 7,31 - Hnd 7,32 - Hnd 7,33 - Hnd 7,34 - Hnd 7,35 - Hnd 7,36 - Hnd 7,37 - Hnd 7,38 - Hnd 7,39 - Hnd 7,40 - Hnd 7,41 - Hnd 7,42 - Hnd 7,43 - Hnd 7,44 - Hnd 7,45 - Hnd 7,46 - Hnd 7,47 - Hnd 7,48 - Hnd 7,49 - Hnd 7,50 - Hnd 7,51 - Hnd 7,52 - Hnd 7,53 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
40eipontes tô aarôn, poièson èmin theous oi proporeusontai èmôn: o gar môusès outos, os exègagen èmas ek gès aiguptou, ouk oidamen ti egeneto autô.  40 dicentes ad Aaron fac nobis deos qui praecedant nos Moses enim hic qui eduxit nos de terra Aegypti nescimus quid factum sit ei     40 Zeggende tot Aäron: Maak ons goden, die voor ons heengaan; want wat dezen Mozes aangaat, die ons uit het land van Egypte geleid heeft, wij weten niet, wat hem geschied is. [40] toen zeiden ze tegen Aäron: “Maak goden voor ons die voorop kunnen gaan, want die Mozes, die ons uit het land Egypte heeft geleid, wij weten niet wat er met hem is gebeurd.  [40] Daarom zeiden ze tegen Aäron: “Maak goden voor ons die voor ons uit kunnen gaan, want wat er gebeurd is met die Mozes, die ons uit Egypte heeft geleid, weten we niet.”  

40 ze zeiden tot Aäron; maak ons goden die voor ons uit kunnen gaan, want die Mozes, die ons uit Egypte heeft geleid, wij weten niet wat er met hem is geschied!

 
40. ils dirent à Aaron : «Fais-nous des dieux qui marchent devant nous ; car ce Moïse qui nous a fait sortir du pays d'Égypte, nous ne savons ce qui lui est arrivé. » 

King James Bible . [40] Saying unto Aaron, Make us gods to go before us: for as for this Moses, which brought us out of the land of Egypt, we wot not what is become of him.
Luther-Bibel . 40 und sprachen zu Aaron (2.Mose 32,1): »Mache uns Götter, die vor uns hergehen; denn wir wissen nicht, was diesem Mose, der uns aus dem Lande Ägypten geführt hat, widerfahren ist.«

Tekstuitleg van Hnd 7,40 . In Hnd 7,40 wordt Ex 32,1 geciteerd .

15. act. ind. aor. 3de pers. enk. εξηγαγεν = exègagen (hij leidde uit) van het werkw. εξαγω = exagô (uitleiden, naar buiten leiden) < ex (uit) + agô (leiden, voeren) . Taalgebruik in het NT : exagô (uitleiden, naar buiten leiden) . Taalgebruik in Lc : exagô (uitleiden, naar buiten leiden) . Taalgebruik in Hnd : exagô (uitleiden, naar buiten leiden) . Taalgebruik in de LXX : exagô (uitleiden, naar buiten leiden) . Bijbel (67) . OT (62) . Pentateuch (30) . Gn (6) : (1) Gn 1,21 . (2) Gn 11,31 . (3) Gn 15,5 . (4) Gn 20,13 . (5) Gn 43,23 . (6) Gn 49,12 . Ex (12) : (1) Ex 12,51 . (2) Ex 13,3 . (3) Ex 13,9 . (4) Ex 13,14 . (5) Ex 13,16 . (6) Ex 16,6 . (7) Ex 16,32 . (8) Ex 18,1 . (9) Ex 19,17 . (10) Ex 32,1 . (11) Ex 32,12 . (12) Ex 32,23 . Nu (1) : Gn 49,12 . Dt (11) : (1) Dt 1,27 . (2) Dt 4,20 . (3) Dt 4,37 . (4) Dt 5,15 . (5) Dt 6,21 . (6) Dt 6,23 . (7) Dt 7,8 . (8) Dt 7,19 . (9) Dt 9,28 . (10) Dt 26,8 . (11) Dt 29,24 . NT (5) : (1) Lc 24,50 . (2) Hnd 7,36 . (3) Hnd 7,40 . (4) Hnd 12,17 . (5) Hnd 13,17 . Een vorm van exagô (uitleiden, naar buiten leiden) in de LXX (221) , in het NT (12) . Syn. (2) . Ev. (3) .

15. - 16.

Hnd 7,41 - Hnd 7,41 -- Hnd 7,1-53 : Toespraak van Stefanus -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 7 -- Hnd 7,1 - Hnd 7,2 - Hnd 7,3 - Hnd 7,4 - Hnd 7,5 - Hnd 7,6 - Hnd 7,7 - Hnd 7,8 - Hnd 7,9 - Hnd 7,10 - Hnd 7,11 - Hnd 7,12 - Hnd 7,13 - Hnd 7,14 - Hnd 7,15 - Hnd 7,16 - Hnd 7,17 - Hnd 7,18 - Hnd 7,19 - Hnd 7,20 - Hnd 7,21 - Hnd 7,22 - Hnd 7,23 - Hnd 7,24 - Hnd 7,25 - Hnd 7,26 - Hnd 7,27 - Hnd 7,28 - Hnd 7,29 - Hnd 7,30 - Hnd 7,31 - Hnd 7,32 - Hnd 7,33 - Hnd 7,34 - Hnd 7,35 - Hnd 7,36 - Hnd 7,37 - Hnd 7,38 - Hnd 7,39 - Hnd 7,40 - Hnd 7,41 - Hnd 7,42 - Hnd 7,43 - Hnd 7,44 - Hnd 7,45 - Hnd 7,46 - Hnd 7,47 - Hnd 7,48 - Hnd 7,49 - Hnd 7,50 - Hnd 7,51 - Hnd 7,52 - Hnd 7,53 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
kai emoschopoièsan en tasis hèmerais ekeinais kai anègagon thusian töi eidôlôi kai eufrainonto en tois ergois tôn cheirôn autôn  41kai emoschopoièsan en tais èmerais ekeinais kai anègagon thusian tô eidôlô, kai eufrainonto en tois ergois tôn cheirôn autôn. 7:41 et vitulum fecerunt in illis diebus et obtulerunt hostiam simulacro et laetabantur in operibus manuum suarum    41 En zij maakten een kalf in die dagen, en brachten offerande tot den afgod, en verheugden zich in de werken hunner handen. [41] In die dagen maakten ze een stierkalf, brachten offers aan dat beeld en verlustigden zich in het werk van hun handen.   [41] Toen maakten ze een beeld in de vorm van een stierkalf, brachten er offers aan en verheugden zich over hun eigen maaksel. 

41 En zij maken een stierkalf in die dagen, brengen een offer aan dat afgodsbeeld, en hebben zich verheugd in de werken van hun handen.

 
41. Ils fabriquèrent un veau en ces jours-là et offrirent un sacrifice à l'idole, et ils célébraient joyeusement l'œuvre de leurs mains. 

King James Bible . [41] And they made a calf in those days, and offered sacrifice unto the idol, and rejoiced in the works of their own hands.
Luther-Bibel . 41 Und sie machten zu der Zeit ein Kalb und opferten dem Götzenbild und freuten sich über das Werk ihrer Hände.

Tekstuitleg van Hnd 7,41 .

Hnd 7,42 - Hnd 7,42 -- Hnd 7,1-53 : Toespraak van Stefanus -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 7 -- Hnd 7,1 - Hnd 7,2 - Hnd 7,3 - Hnd 7,4 - Hnd 7,5 - Hnd 7,6 - Hnd 7,7 - Hnd 7,8 - Hnd 7,9 - Hnd 7,10 - Hnd 7,11 - Hnd 7,12 - Hnd 7,13 - Hnd 7,14 - Hnd 7,15 - Hnd 7,16 - Hnd 7,17 - Hnd 7,18 - Hnd 7,19 - Hnd 7,20 - Hnd 7,21 - Hnd 7,22 - Hnd 7,23 - Hnd 7,24 - Hnd 7,25 - Hnd 7,26 - Hnd 7,27 - Hnd 7,28 - Hnd 7,29 - Hnd 7,30 - Hnd 7,31 - Hnd 7,32 - Hnd 7,33 - Hnd 7,34 - Hnd 7,35 - Hnd 7,36 - Hnd 7,37 - Hnd 7,38 - Hnd 7,39 - Hnd 7,40 - Hnd 7,41 - Hnd 7,42 - Hnd 7,43 - Hnd 7,44 - Hnd 7,45 - Hnd 7,46 - Hnd 7,47 - Hnd 7,48 - Hnd 7,49 - Hnd 7,50 - Hnd 7,51 - Hnd 7,52 - Hnd 7,53 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
42estrepsen de o theos kai paredôken autous latreuein tè stratia tou ouranou, kathôs gegraptai en biblô tôn profètôn, mè sfagia kai thusias prosènegkate moi etè tesserakonta en tè erèmô, oikos israèl;   42 convertit autem Deus et tradidit eos servire militiae caeli sicut scriptum est in libro Prophetarum numquid victimas aut hostias obtulistis mihi annis quadraginta in deserto domus Israhel    42 En God keerde Zich, en gaf hen over, dat zij het heir des hemels dienden, gelijk geschreven is in het boek der profeten: Hebt gij ook slachtofferen en offeranden Mij opgeofferd, veertig jaren in de woestijn, gij huis Israëls?   [42] Nu keerde God zich af en gaf hen prijs aan de eredienst* van de hemelmachten, zoals geschreven staat in het boek van de profeten: Hebt* u Mij soms slachtoffers en brandoffers gebracht, die veertig jaar in de woestijn, huis van Israël?   [42] Maar God keerde zich van hen af en liet hen de sterren en hemelgoden aanbidden, zoals in het boek van de Profeten geschreven staat: “Hebben jullie mij soms dierenoffers en brandoffers gebracht toen jullie veertig jaar door de woestijn trokken, volk van Israël? 

42 ¶ En God keert zich af en geeft hen prijs aan de verering van de hemelse heirschaar, zoals staat geschreven in het boek der profeten: ‘hebt ge mij slachtgaven en offeranden gebracht, die veertig jaren in de woestijn, huis van Israël?–

 
42. Alors Dieu se détourna d'eux et les livra au culte de l'armée du ciel, ainsi qu'il est écrit au livre des Prophètes : M'avez-vous donc offert victimes et sacrifices, pendant quarante ans au désert, maison d'Israël ? 

King James Bible . [42] Then God turned, and gave them up to worship the host of heaven; as it is written in the book of the prophets, O ye house of Israel, have ye offered to me slain beasts and sacrifices by the space of forty years in the wilderness?
Luther-Bibel . 42 Aber Gott wandte sich ab und gab sie dahin, sodass sie dem Heer des Himmels dienten, wie geschrieben steht im Buch der Propheten (Amos 5,25-27): »Habt ihr vom Hause Israel die vierzig Jahre in der Wüste mir je Opfer und Gaben dargebracht?

Tekstuitleg van Hnd 7,42 .

13. kathôs (zoals, volgens zo'n wijze) . Verwijzing : kathôs (zoals) , zie Mc 1,2 . Het komt in 405 verzen in de bijbel voor . In 326 verzen in het O.T. , in 179 verzen in het N.T. . In elf verzen in Hnd : (1) Hnd 2,4 . (2) Hnd 2,22 . (3) Hnd 7,17 . (4) Hnd 7,42 . (5) Hnd 7,44 . (6) Hnd 7,48 . (7) Hnd 11,29 . (8) Hnd 15,8 . (9) Hnd 15,14 . (10) Hnd 15,15 . (11) Hnd 22,3 .

Hnd 7,43 - Hnd 7,43 -- Hnd 7,1-53 : Toespraak van Stefanus -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 7 -- Hnd 7,1 - Hnd 7,2 - Hnd 7,3 - Hnd 7,4 - Hnd 7,5 - Hnd 7,6 - Hnd 7,7 - Hnd 7,8 - Hnd 7,9 - Hnd 7,10 - Hnd 7,11 - Hnd 7,12 - Hnd 7,13 - Hnd 7,14 - Hnd 7,15 - Hnd 7,16 - Hnd 7,17 - Hnd 7,18 - Hnd 7,19 - Hnd 7,20 - Hnd 7,21 - Hnd 7,22 - Hnd 7,23 - Hnd 7,24 - Hnd 7,25 - Hnd 7,26 - Hnd 7,27 - Hnd 7,28 - Hnd 7,29 - Hnd 7,30 - Hnd 7,31 - Hnd 7,32 - Hnd 7,33 - Hnd 7,34 - Hnd 7,35 - Hnd 7,36 - Hnd 7,37 - Hnd 7,38 - Hnd 7,39 - Hnd 7,40 - Hnd 7,41 - Hnd 7,42 - Hnd 7,43 - Hnd 7,44 - Hnd 7,45 - Hnd 7,46 - Hnd 7,47 - Hnd 7,48 - Hnd 7,49 - Hnd 7,50 - Hnd 7,51 - Hnd 7,52 - Hnd 7,53 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
43kai anelabete tèn skènèn tou moloch kai to astron tou theou [umôn] raifan, tous tupous ous epoièsate proskunein autois: kai metoikiô umas epekeina babulônos.  43 et suscepistis tabernaculum Moloch et sidus dei vestri Rempham figuras quas fecistis adorare eas et transferam vos trans Babylonem     43 Ja, gij hebt opgenomen den tabernakel van Moloch, en het gesternte van uw god Remfan, de afbeeldingen, die gij gemaakt hebt, om die te aanbidden; en Ik zal u overvoeren op gene zijde van Babylon.  [43] Maar u hebt wel de tent van Moloch gedragen en de ster van uw god Raifa, de beelden die u gemaakt hebt om ervoor te knielen! Ik zal u een woonplaats geven ergens achter Babylon!  [43] Nee, jullie hebben de tent van Moloch meegedragen en de ster van jullie god Refan, beelden die jullie zelf gemaakt hebben om te aanbidden. Daarom zal ik jullie wegvoeren, tot voorbij Babylon.” 

43 ge hebt de tent van Moloch opgenomen en de ster van uw god Raifa, de beelden die ge hebt gemaakt om u aan hen te onderwerpen; ik zal u verhuizen naar verder dan Babylon!’

 
43. Mais vous avez porté la tente de Moloch et l'étoile du dieu Rephân, les figures que vous aviez faites pour les adorer ; aussi vous déporterai-je par-delà Babylone. 

King James Bible . [43] Yea, ye took up the tabernacle of Moloch, and the star of your god Remphan, figures which ye made to worship them: and I will carry you away beyond Babylon.
Luther-Bibel . 43 Ihr trugt die Hütte Molochs umher und den Stern des Gottes Räfan, die Bilder, die ihr gemacht hattet, sie anzubeten. Und ich will euch wegführen bis über Babylon hinaus.«

Tekstuitleg van Hnd 7,43 .

Hnd 7,44 - Hnd 7,44 -- Hnd 7,1-53 : Toespraak van Stefanus -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 7 -- Hnd 7,1 - Hnd 7,2 - Hnd 7,3 - Hnd 7,4 - Hnd 7,5 - Hnd 7,6 - Hnd 7,7 - Hnd 7,8 - Hnd 7,9 - Hnd 7,10 - Hnd 7,11 - Hnd 7,12 - Hnd 7,13 - Hnd 7,14 - Hnd 7,15 - Hnd 7,16 - Hnd 7,17 - Hnd 7,18 - Hnd 7,19 - Hnd 7,20 - Hnd 7,21 - Hnd 7,22 - Hnd 7,23 - Hnd 7,24 - Hnd 7,25 - Hnd 7,26 - Hnd 7,27 - Hnd 7,28 - Hnd 7,29 - Hnd 7,30 - Hnd 7,31 - Hnd 7,32 - Hnd 7,33 - Hnd 7,34 - Hnd 7,35 - Hnd 7,36 - Hnd 7,37 - Hnd 7,38 - Hnd 7,39 - Hnd 7,40 - Hnd 7,41 - Hnd 7,42 - Hnd 7,43 - Hnd 7,44 - Hnd 7,45 - Hnd 7,46 - Hnd 7,47 - Hnd 7,48 - Hnd 7,49 - Hnd 7,50 - Hnd 7,51 - Hnd 7,52 - Hnd 7,53 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
44è skènè tou marturiou èn tois patrasin èmôn en tè erèmô, kathôs dietaxato o lalôn tô môusè poièsai autèn kata ton tupon on eôrakei,   44 tabernaculum testimonii fuit patribus nostris in deserto sicut disposuit loquens ad Mosen ut faceret illud secundum formam quam viderat    44 De tabernakel der getuigenis was onder onze vaderen in de woestijn, gelijk geordineerd had Hij, Die tot Mozes zeide, dat hij denzelven maken zou naar de afbeelding, die hij gezien had;   [44] Onze vaderen hadden in de woestijn de tent* der getuigenis, die was gemaakt volgens de opdracht van degene die tot Mozes gesproken heeft, naar het model dat hij had gezien.  [44] Onze voorouders hadden in de woestijn de verbondstent bij zich, gemaakt in opdracht van de engel die met Mozes sprak, naar het ontwerp dat Mozes had gezien. 

44 Onze vaderen hadden in de woestijn de tent van het getuigenis, naar de opdracht van Hem die tot Mozes uitsprak haar te maken naar het voorbeeld dat hij had gezien.

44. « Nos pères au désert avaient la Tente du Témoignage, ainsi qu'en avait disposé Celui qui parlait à Moïse, lui enjoignant de la faire suivant le modèle qu'il avait vu.  

King James Bible . [44] Our fathers had the tabernacle of witness in the wilderness, as he had appointed, speaking unto Moses, that he should make it according to the fashion that he had seen.
Luther-Bibel . 44 Es hatten unsre Väter die Stiftshütte in der Wüste, wie der es angeordnet hatte, der zu Mose redete, dass er sie machen sollte nach dem Vorbild, das er gesehen hatte.

Tekstuitleg van Hnd 7,44 .

12. kathôs (zoals, volgens zo'n wijze) . Verwijzing : kathôs (zoals) , zie Mc 1,2 . Het komt in 405 verzen in de bijbel voor . In 326 verzen in het O.T. , in 179 verzen in het N.T. . In elf verzen in Hnd : (1) Hnd 2,4 . (2) Hnd 2,22 . (3) Hnd 7,17 . (4) Hnd 7,42 . (5) Hnd 7,44 . (6) Hnd 7,48 . (7) Hnd 11,29 . (8) Hnd 15,8 . (9) Hnd 15,14 . (10) Hnd 15,15 . (11) Hnd 22,3 .

Hnd 7,45 - Hnd 7,45 -- Hnd 7,1-53 : Toespraak van Stefanus -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 7 -- Hnd 7,1 - Hnd 7,2 - Hnd 7,3 - Hnd 7,4 - Hnd 7,5 - Hnd 7,6 - Hnd 7,7 - Hnd 7,8 - Hnd 7,9 - Hnd 7,10 - Hnd 7,11 - Hnd 7,12 - Hnd 7,13 - Hnd 7,14 - Hnd 7,15 - Hnd 7,16 - Hnd 7,17 - Hnd 7,18 - Hnd 7,19 - Hnd 7,20 - Hnd 7,21 - Hnd 7,22 - Hnd 7,23 - Hnd 7,24 - Hnd 7,25 - Hnd 7,26 - Hnd 7,27 - Hnd 7,28 - Hnd 7,29 - Hnd 7,30 - Hnd 7,31 - Hnd 7,32 - Hnd 7,33 - Hnd 7,34 - Hnd 7,35 - Hnd 7,36 - Hnd 7,37 - Hnd 7,38 - Hnd 7,39 - Hnd 7,40 - Hnd 7,41 - Hnd 7,42 - Hnd 7,43 - Hnd 7,44 - Hnd 7,45 - Hnd 7,46 - Hnd 7,47 - Hnd 7,48 - Hnd 7,49 - Hnd 7,50 - Hnd 7,51 - Hnd 7,52 - Hnd 7,53 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
45èn kai eisègagon diadexamenoi oi pateres èmôn meta ièsou en tè kataschesei tôn ethnôn ôn exôsen o theos apo prosôpou tôn paterôn èmôn eôs tôn èmerôn dauid, 45 quod et induxerunt suscipientes patres nostri cum Iesu in possessionem gentium quas expulit Deus a facie patrum nostrorum usque in diebus David    45 Welken ook onze vaders ontvangen hebbende, met Jozua gebracht hebben in het land, dat de heidenen bezaten, die God verdreven heeft van het aangezicht onzer vaderen, tot de dagen van David toe;  [45] In de volgende generatie brachten onze vaderen haar het land binnen toen ze dat met Jozua op de volkeren veroverden, die God verdreef uit het oog van onze vaderen; zo bleef het tot de dagen van David,  [45] Onze voorouders hadden deze tent bij zich toen ze onder leiding van Jozua het land veroverden van de volken die God voor hen verdreef; dit duurde tot in de tijd van David. 

45 Haar hebben onze vaderen aanvaard en met Jozua meegevoerd in wat veroverd werd op de heidenen die God verdreven heeft van het aanschijn van onze vaderen; zo tot aan de dagen van David.

45. Après l'avoir reçue, nos pères l'introduisirent, sous la conduite de Josué, dans le pays conquis sur les nations que Dieu chassa devant eux ; ainsi en fut-il jusqu'aux jours de David.  

King James Bible . [45] Which also our fathers that came after brought in with Jesus into the possession of the Gentiles, whom God drave out before the face of our fathers, unto the days of David;
Luther-Bibel . 45 Diese übernahmen unsre Väter und brachten sie mit Josua in das Land, das die Heiden innehatten, die Gott vertrieb vor dem Angesicht unsrer Väter, bis zur Zeit Davids.

Tekstuitleg van Hnd 7,45 .

Hnd 7,46 - Hnd 7,46 -- Hnd 7,1-53 : Toespraak van Stefanus -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 7 -- Hnd 7,1 - Hnd 7,2 - Hnd 7,3 - Hnd 7,4 - Hnd 7,5 - Hnd 7,6 - Hnd 7,7 - Hnd 7,8 - Hnd 7,9 - Hnd 7,10 - Hnd 7,11 - Hnd 7,12 - Hnd 7,13 - Hnd 7,14 - Hnd 7,15 - Hnd 7,16 - Hnd 7,17 - Hnd 7,18 - Hnd 7,19 - Hnd 7,20 - Hnd 7,21 - Hnd 7,22 - Hnd 7,23 - Hnd 7,24 - Hnd 7,25 - Hnd 7,26 - Hnd 7,27 - Hnd 7,28 - Hnd 7,29 - Hnd 7,30 - Hnd 7,31 - Hnd 7,32 - Hnd 7,33 - Hnd 7,34 - Hnd 7,35 - Hnd 7,36 - Hnd 7,37 - Hnd 7,38 - Hnd 7,39 - Hnd 7,40 - Hnd 7,41 - Hnd 7,42 - Hnd 7,43 - Hnd 7,44 - Hnd 7,45 - Hnd 7,46 - Hnd 7,47 - Hnd 7,48 - Hnd 7,49 - Hnd 7,50 - Hnd 7,51 - Hnd 7,52 - Hnd 7,53 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
46os euren charin enôpion tou theou kai ètèsato eurein skènôma tô oikô iakôb.   46 qui invenit gratiam ante Deum et petiit ut inveniret tabernaculum Deo Iacob     46 Dewelke voor God genade gevonden heeft, en begeerd heeft te vinden een woonstede voor den God Jakobs.   [46] die genade vond bij God en een heiligdom wilde vinden voor het huis* van Jakob.  [46] David werd door God begunstigd en vroeg om een heiligdom voor het volk van Jakob.  46 Hij vindt genade bij het aanschijn van God en vraagt een ‘tent–oord te mogen vinden voor het huis van Jakob’.  46. Celui-ci trouva grâce devant Dieu et sollicita la faveur de trouver une résidence pour la maison de Jacob.  

King James Bible . [46] Who found favour before God, and desired to find a tabernacle for the God of Jacob.
Luther-Bibel . 46 Der fand Gnade bei Gott und bat darum, dass er eine Stätte finden möge für das Haus Jakob.

Tekstuitleg van Hnd 7,46 .

Hnd 7,47 - Hnd 7,47 -- Hnd 7,1-53 : Toespraak van Stefanus -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 7 -- Hnd 7,1 - Hnd 7,2 - Hnd 7,3 - Hnd 7,4 - Hnd 7,5 - Hnd 7,6 - Hnd 7,7 - Hnd 7,8 - Hnd 7,9 - Hnd 7,10 - Hnd 7,11 - Hnd 7,12 - Hnd 7,13 - Hnd 7,14 - Hnd 7,15 - Hnd 7,16 - Hnd 7,17 - Hnd 7,18 - Hnd 7,19 - Hnd 7,20 - Hnd 7,21 - Hnd 7,22 - Hnd 7,23 - Hnd 7,24 - Hnd 7,25 - Hnd 7,26 - Hnd 7,27 - Hnd 7,28 - Hnd 7,29 - Hnd 7,30 - Hnd 7,31 - Hnd 7,32 - Hnd 7,33 - Hnd 7,34 - Hnd 7,35 - Hnd 7,36 - Hnd 7,37 - Hnd 7,38 - Hnd 7,39 - Hnd 7,40 - Hnd 7,41 - Hnd 7,42 - Hnd 7,43 - Hnd 7,44 - Hnd 7,45 - Hnd 7,46 - Hnd 7,47 - Hnd 7,48 - Hnd 7,49 - Hnd 7,50 - Hnd 7,51 - Hnd 7,52 - Hnd 7,53 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
47solomôn de oikodomèsen autô oikon.   47 Salomon autem aedificavit illi domum     47 En Salomo bouwde Hem een huis.  [47] Pas Salomo bouwde een huis voor Hem.  [47] Maar het was Salomo die voor God een tempel bouwde.  47 Maar Salomo bouwt voor hem een huis.   47. Ce fut Salomon toutefois qui lui bâtit une maison. 

King James Bible . [47] But Solomon built him an house.
Luther-Bibel . 47 Salomo aber baute ihm ein Haus.

Tekstuitleg van Hnd 7,47 .

Hnd 7,48 - Hnd 7,48 -- Hnd 7,1-53 : Toespraak van Stefanus -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 7 -- Hnd 7,1 - Hnd 7,2 - Hnd 7,3 - Hnd 7,4 - Hnd 7,5 - Hnd 7,6 - Hnd 7,7 - Hnd 7,8 - Hnd 7,9 - Hnd 7,10 - Hnd 7,11 - Hnd 7,12 - Hnd 7,13 - Hnd 7,14 - Hnd 7,15 - Hnd 7,16 - Hnd 7,17 - Hnd 7,18 - Hnd 7,19 - Hnd 7,20 - Hnd 7,21 - Hnd 7,22 - Hnd 7,23 - Hnd 7,24 - Hnd 7,25 - Hnd 7,26 - Hnd 7,27 - Hnd 7,28 - Hnd 7,29 - Hnd 7,30 - Hnd 7,31 - Hnd 7,32 - Hnd 7,33 - Hnd 7,34 - Hnd 7,35 - Hnd 7,36 - Hnd 7,37 - Hnd 7,38 - Hnd 7,39 - Hnd 7,40 - Hnd 7,41 - Hnd 7,42 - Hnd 7,43 - Hnd 7,44 - Hnd 7,45 - Hnd 7,46 - Hnd 7,47 - Hnd 7,48 - Hnd 7,49 - Hnd 7,50 - Hnd 7,51 - Hnd 7,52 - Hnd 7,53 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
48all ouch o upsistos en cheiropoiètois katoikei: kathôs o profètès legei,   48 sed non Excelsus in manufactis habitat sicut propheta dicit    48 Maar de Allerhoogste woont niet in tempelen met handen gemaakt; gelijk de profeet zegt:  [48] Maar de Allerhoogste woont niet in wat door mensenhand is gemaakt, zoals de profeet zegt:  [48] Toch woont de Allerhoogste niet in een huis dat door mensenhanden is gemaakt, zoals de profeet zegt:   48 Echter woont de Allerhoogste niet in dingen met handen gemaakt,– zoals de profeet zegt:  48. Mais le Très-Haut n'habite pas dans des demeures faites de main d'homme ; ainsi le dit le prophète :  

King James Bible . [48] Howbeit the most High dwelleth not in temples made with hands; as saith the prophet,
Luther-Bibel . 48 Aber der Allerhöchste wohnt nicht in Tempeln, die mit Händen gemacht sind, wie der Prophet spricht (Jesaja 66,1-2):

Tekstuitleg van Hnd 7,48 .

9. kathôs (zoals, volgens zo'n wijze) . Verwijzing : kathôs (zoals) , zie Mc 1,2 . Het komt in 405 verzen in de bijbel voor . In 326 verzen in het O.T. , in 179 verzen in het N.T. . In elf verzen in Hnd : (1) Hnd 2,4 . (2) Hnd 2,22 . (3) Hnd 7,17 . (4) Hnd 7,42 . (5) Hnd 7,44 . (6) Hnd 7,48 . (7) Hnd 11,29 . (8) Hnd 15,8 . (9) Hnd 15,14 . (10) Hnd 15,15 . (11) Hnd 22,3 .

10. nom. mann. enk. profètès (profeet) . Taalgebruik in het N.T. : profètès (profeet) . Taalgebruik in Lc : profètès (profeet) . Taalgebruik in Hnd : profètès (profeet) . Taalgebruik in Tenach : nâbhî´(profeet) . Hebr. nâbhî´(profeet) . Gr. profètès < pro - fè - tès (fèmi : spreken) . Hnd (4) : (1) Hnd 2,30 . (2) Hnd 7,48 . (3) Hnd 8,34 . (4) Hnd 21,10 . Lc (7) . Een vorm van profètès (profeet) in Hnd in 30 verzen , in Hnd 2 : (1) Hnd 2,16 . (2) Hnd 2,30 . In Hnd : 6 vormen van profètès (profeet) in 30 verzen in 12 / 28 hoofdstukken . In Lc : 7 vormen van profètès (profeet) in 29 verzen in 13 / 24 hoofdstukken .

Hnd 7,49 - Hnd 7,49 -- Hnd 7,1-53 : Toespraak van Stefanus -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 7 -- Hnd 7,1 - Hnd 7,2 - Hnd 7,3 - Hnd 7,4 - Hnd 7,5 - Hnd 7,6 - Hnd 7,7 - Hnd 7,8 - Hnd 7,9 - Hnd 7,10 - Hnd 7,11 - Hnd 7,12 - Hnd 7,13 - Hnd 7,14 - Hnd 7,15 - Hnd 7,16 - Hnd 7,17 - Hnd 7,18 - Hnd 7,19 - Hnd 7,20 - Hnd 7,21 - Hnd 7,22 - Hnd 7,23 - Hnd 7,24 - Hnd 7,25 - Hnd 7,26 - Hnd 7,27 - Hnd 7,28 - Hnd 7,29 - Hnd 7,30 - Hnd 7,31 - Hnd 7,32 - Hnd 7,33 - Hnd 7,34 - Hnd 7,35 - Hnd 7,36 - Hnd 7,37 - Hnd 7,38 - Hnd 7,39 - Hnd 7,40 - Hnd 7,41 - Hnd 7,42 - Hnd 7,43 - Hnd 7,44 - Hnd 7,45 - Hnd 7,46 - Hnd 7,47 - Hnd 7,48 - Hnd 7,49 - Hnd 7,50 - Hnd 7,51 - Hnd 7,52 - Hnd 7,53 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
49o ouranos moi thronos, è de gè upopodion tôn podôn mou: poion oikon oikodomèsete moi, legei kurios, è tis topos tès katapauseôs mou;  49 caelum mihi sedis est terra autem scabillum pedum meorum quam domum aedificabitis mihi dicit Dominus aut quis locus requietionis meae est    49 De hemel is Mij een troon, en de aarde een voetbank Mijner voeten. Hoedanig huis zult gij Mij bouwen, zegt de Heere, of welke is de plaats Mijner ruste?   [49] De hemel is mijn troon, en de aarde een voetbank voor mijn voeten; wat voor huis zou u voor Mij moeten bouwen, zegt de Heer, welke plaats zou mijn rustplaats moeten zijn?   [49] “De hemel is mijn troon, de aarde mijn voetenbank. Hoe zouden jullie dan een huis voor mij kunnen bouwen – zegt de Heer –, een plaats waar ik kan rusten?  49 ‘de hemel is mij een troon en de aarde een voetbank voor mijn voeten; wat voor huis wilt ge mij bouwen, zegt de Heer, of wat moet de plaats van mijn rust worden?–   49. Le ciel est mon trône et la terre l'escabeau de mes pieds : quelle maison me bâtirez-vous, dit le Seigneur, et quel sera le lieu de mon repos ?  

King James Bible . [49] Heaven is my throne, and earth is my footstool: what house will ye build me? saith the Lord: or what is the place of my rest?
Luther-Bibel . 49 »Der Himmel ist mein Thron und die Erde der Schemel meiner Füße; was wollt ihr mir denn für ein Haus bauen«, spricht der Herr, »oder was ist die Stätte meiner Ruhe?

Tekstuitleg van Hnd 7,49 .

Hnd 7,50 - Hnd 7,50 -- Hnd 7,1-53 : Toespraak van Stefanus -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 7 -- Hnd 7,1 - Hnd 7,2 - Hnd 7,3 - Hnd 7,4 - Hnd 7,5 - Hnd 7,6 - Hnd 7,7 - Hnd 7,8 - Hnd 7,9 - Hnd 7,10 - Hnd 7,11 - Hnd 7,12 - Hnd 7,13 - Hnd 7,14 - Hnd 7,15 - Hnd 7,16 - Hnd 7,17 - Hnd 7,18 - Hnd 7,19 - Hnd 7,20 - Hnd 7,21 - Hnd 7,22 - Hnd 7,23 - Hnd 7,24 - Hnd 7,25 - Hnd 7,26 - Hnd 7,27 - Hnd 7,28 - Hnd 7,29 - Hnd 7,30 - Hnd 7,31 - Hnd 7,32 - Hnd 7,33 - Hnd 7,34 - Hnd 7,35 - Hnd 7,36 - Hnd 7,37 - Hnd 7,38 - Hnd 7,39 - Hnd 7,40 - Hnd 7,41 - Hnd 7,42 - Hnd 7,43 - Hnd 7,44 - Hnd 7,45 - Hnd 7,46 - Hnd 7,47 - Hnd 7,48 - Hnd 7,49 - Hnd 7,50 - Hnd 7,51 - Hnd 7,52 - Hnd 7,53 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
50ouchi è cheir mou epoièsen tauta panta;   50 nonne manus mea fecit haec omnia     50 Heeft niet Mijn hand al deze dingen gemaakt?  [50] Heeft mijn hand dat alles niet gemaakt?   [50] Heb ik dit alles niet met eigen handen gemaakt?”  50 heeft niet mijn hand dit alles gemaakt?’   50. N'est-ce pas ma main qui a fait tout cela ?  

King James Bible . [50] Hath not my hand made all these things?
Luther-Bibel . 50 Hat nicht meine Hand das alles gemacht?«

Tekstuitleg van Hnd 7,50 .

Hnd 7,51 - Hnd 7,51 -- Hnd 7,1-53 : Toespraak van Stefanus -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 7 -- Hnd 7,1 - Hnd 7,2 - Hnd 7,3 - Hnd 7,4 - Hnd 7,5 - Hnd 7,6 - Hnd 7,7 - Hnd 7,8 - Hnd 7,9 - Hnd 7,10 - Hnd 7,11 - Hnd 7,12 - Hnd 7,13 - Hnd 7,14 - Hnd 7,15 - Hnd 7,16 - Hnd 7,17 - Hnd 7,18 - Hnd 7,19 - Hnd 7,20 - Hnd 7,21 - Hnd 7,22 - Hnd 7,23 - Hnd 7,24 - Hnd 7,25 - Hnd 7,26 - Hnd 7,27 - Hnd 7,28 - Hnd 7,29 - Hnd 7,30 - Hnd 7,31 - Hnd 7,32 - Hnd 7,33 - Hnd 7,34 - Hnd 7,35 - Hnd 7,36 - Hnd 7,37 - Hnd 7,38 - Hnd 7,39 - Hnd 7,40 - Hnd 7,41 - Hnd 7,42 - Hnd 7,43 - Hnd 7,44 - Hnd 7,45 - Hnd 7,46 - Hnd 7,47 - Hnd 7,48 - Hnd 7,49 - Hnd 7,50 - Hnd 7,51 - Hnd 7,52 - Hnd 7,53 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
51sklèrotrachèloi kai aperitmètoi kardiais kai tois ôsin, umeis aei tô pneumati tô agiô antipiptete, ôs oi pateres umôn kai umeis.   51 dura cervice et incircumcisi cordibus et auribus vos semper Spiritui Sancto resistitis sicut patres vestri et vos    51 Gij hardnekkigen en onbesnedenen van hart en oren, gij wederstaat altijd den Heiligen Geest; gelijk uw vaders, alzo ook gij.  [51] Hardnekkigen en onbesnedenen* van hart en oor! Altijd maar verzet u zich tegen de heilige Geest, u net zo goed als uw vaderen.  [51] Halsstarrige ongelovigen, u wilt niet luisteren en verzet u steeds weer tegen de heilige Geest, zoals uw voorouders ook al deden.   51 ¶ Halsstarrigen en onbesnedenen van harten en oren, gij weerstreeft altijd de heilige Geest; zoals uw vaderen, ook gij!–  51. « Nuques raides, oreilles et cœurs incirconcis, toujours vous résistez à l'Esprit Saint ! Tels furent vos pères, tels vous êtes ! 

King James Bible . [51] Ye stiffnecked and uncircumcised in heart and ears, ye do always resist the Holy Ghost: as your fathers did, so do ye.
Luther-Bibel . 51 Ihr Halsstarrigen, mit verstockten Herzen und tauben Ohren, ihr widerstrebt allezeit dem Heiligen Geist, wie eure Väter, so auch ihr.

Tekstuitleg van Hnd 7,51 .

Hnd 7,52 - Hnd 7,52 -- Hnd 7,1-53 : Toespraak van Stefanus -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 7 -- Hnd 7,1 - Hnd 7,2 - Hnd 7,3 - Hnd 7,4 - Hnd 7,5 - Hnd 7,6 - Hnd 7,7 - Hnd 7,8 - Hnd 7,9 - Hnd 7,10 - Hnd 7,11 - Hnd 7,12 - Hnd 7,13 - Hnd 7,14 - Hnd 7,15 - Hnd 7,16 - Hnd 7,17 - Hnd 7,18 - Hnd 7,19 - Hnd 7,20 - Hnd 7,21 - Hnd 7,22 - Hnd 7,23 - Hnd 7,24 - Hnd 7,25 - Hnd 7,26 - Hnd 7,27 - Hnd 7,28 - Hnd 7,29 - Hnd 7,30 - Hnd 7,31 - Hnd 7,32 - Hnd 7,33 - Hnd 7,34 - Hnd 7,35 - Hnd 7,36 - Hnd 7,37 - Hnd 7,38 - Hnd 7,39 - Hnd 7,40 - Hnd 7,41 - Hnd 7,42 - Hnd 7,43 - Hnd 7,44 - Hnd 7,45 - Hnd 7,46 - Hnd 7,47 - Hnd 7,48 - Hnd 7,49 - Hnd 7,50 - Hnd 7,51 - Hnd 7,52 - Hnd 7,53 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
52tina tôn profètôn ouk ediôxan oi pateres umôn; kai apekteinan tous prokataggeilantas peri tès eleuseôs tou dikaiou ou nun umeis prodotai kai foneis egenesthe,   52 quem prophetarum non sunt persecuti patres vestri et occiderunt eos qui praenuntiabant de adventu Iusti cuius vos nunc proditores et homicidae fuistis     52 Wien van de profeten hebben uw vaders niet vervolgd? En zij hebben gedood degenen, die te voren verkondigd hebben de komst des Rechtvaardigen, van Welken gijlieden nu verraders en moordenaars geworden zijt.  [52] Welke profeet hebben uw vaderen niet vervolgd? Zij hebben de aankondigers van de rechtvaardige ter dood gebracht, u hebt Hemzelf verraden en vermoord;  [52] Wie van de profeten hebben uw voorouders niet vervolgd? Degenen die de komst van de Rechtvaardige aankondigden hebben ze gedood, en zelf hebt u nu de Rechtvaardige verraden en vermoord,   52 wie van de profeten hebben uw vaderen niet vervolgd?– zij doodden hen die vroeger al over de komst van de Rechtvaardige verkondigden; van hem zijt gij de overleveraars en moordenaars geworden,   52. Lequel des prophètes vos pères n'ont-ils point persécuté ? Ils ont tué ceux qui prédisaient la venue du Juste, celui-là même que maintenant vous venez de trahir et d'assassiner, 

King James Bible . [52] Which of the prophets have not your fathers persecuted? and they have slain them which shewed before of the coming of the Just One; of whom ye have been now the betrayers and murderers:
Luther-Bibel . 52 Welchen Propheten haben eure Väter nicht verfolgt? Und sie haben getötet, die zuvor verkündigten das Kommen des Gerechten, dessen Verräter und Mörder ihr nun geworden seid.

Tekstuitleg van Hnd 7,52 .

Hnd 7,53 - Hnd 7,53 -- Hnd 7,1-53 : Toespraak van Stefanus -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 7 -- Hnd 7,1 - Hnd 7,2 - Hnd 7,3 - Hnd 7,4 - Hnd 7,5 - Hnd 7,6 - Hnd 7,7 - Hnd 7,8 - Hnd 7,9 - Hnd 7,10 - Hnd 7,11 - Hnd 7,12 - Hnd 7,13 - Hnd 7,14 - Hnd 7,15 - Hnd 7,16 - Hnd 7,17 - Hnd 7,18 - Hnd 7,19 - Hnd 7,20 - Hnd 7,21 - Hnd 7,22 - Hnd 7,23 - Hnd 7,24 - Hnd 7,25 - Hnd 7,26 - Hnd 7,27 - Hnd 7,28 - Hnd 7,29 - Hnd 7,30 - Hnd 7,31 - Hnd 7,32 - Hnd 7,33 - Hnd 7,34 - Hnd 7,35 - Hnd 7,36 - Hnd 7,37 - Hnd 7,38 - Hnd 7,39 - Hnd 7,40 - Hnd 7,41 - Hnd 7,42 - Hnd 7,43 - Hnd 7,44 - Hnd 7,45 - Hnd 7,46 - Hnd 7,47 - Hnd 7,48 - Hnd 7,49 - Hnd 7,50 - Hnd 7,51 - Hnd 7,52 - Hnd 7,53 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
53oitines elabete ton nomon eis diatagas aggelôn, kai ouk efulaxate.   53 qui accepistis legem in dispositionem angelorum et non custodistis     53 Gij, die de wet ontvangen hebt door bestellingen der engelen, en hebt ze niet gehouden!  [53] u die door tussenkomst van engelen de wet hebt ontvangen, maar die niet onderhoudt.’   [53] u die de wet ontvangen hebt door tussenkomst van de engelen, maar er niet naar hebt geleefd.’   53 gij die op bevel van engelen de Wet hebt mogen aannemen en die niet hebt bewaard!   53. vous qui avez reçu la Loi par le ministère des anges et ne l'avez pas observée. »  

King James Bible . [53] Who have received the law by the disposition of angels, and have not kept it.
Luther-Bibel . 53 Ihr habt das Gesetz empfangen durch Weisung von Engeln und habt's nicht gehalten.

Tekstuitleg van Hnd 7,53 .

Hnd 7,54-60 - Hnd 7,54-60 : Stefanus vermoord en de Jeruzalemse gemeente vervolgd -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 7,54 - Hnd 7,55 - Hnd 7,56 - Hnd 7,57 - Hnd 7,58 - Hnd 7,59 - Hnd 7,60 -

Hnd 7,54 - Hnd 7,54 -- Hnd 7,54-60 : Stefanus vermoord en de Jeruzalemse gemeente vervolgd -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 7,54 - Hnd 7,55 - Hnd 7,56 - Hnd 7,57 - Hnd 7,58 - Hnd 7,59 - Hnd 7,60 -- Hnd 7 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
54akouontes de tauta dieprionto tais kardiais autôn kai ebruchon tous odontas ep auton.  54 audientes autem haec dissecabantur cordibus suis et stridebant dentibus in eum     54 Als zij nu dit hoorden, berstten hun harten, en zij knersten de tanden tegen hem.   [54] Toen ze dit hoorden, waren ze diep gekwetst, en ze knarsetandden van woede tegen hem.  [54] Toen ze dit hoorden, ontstaken ze in woede en begonnen te knarsetanden.   54 ¶ Toen ze deze dingen hoorden sneden die door hun harten en hebben ze tegen hem met hun tanden geknarst.  54. A ces mots, leurs cœurs frémissaient de rage, et ils grinçaient des dents contre Étienne. 

King James Bible . [54] When they heard these things, they were cut to the heart, and they gnashed on him with their teeth.
Luther-Bibel . 54 Als sie das hörten, ging's ihnen durchs Herz und sie knirschten mit den Zähnen über ihn.

Tekstuitleg van Hnd 7,54 .

1. akouontes (horende) . Verwijzing : akouô (horen, luisteren) , zie Mt 4,12 . Tegenwoordig deelwoord nominatief mannelijk meervoud . In twintig verzen in de bijbel . In vijf verzen in het O.T. . In vijf verzen in Lc : (1) Lc 2,47 . (2) Lc 4,28 . (3) Lc 8,10 . (4) Lc 8,21 . (5) Lc 11,28 . In vier verzen in Hnd : (1) Hnd 7,54 . (2) Hnd 9,7 . (3) Hnd 9,21 . (4) Hnd 18,8 . pantes hoi akouantes (alle toehoorders) .

1. - 3. akouontes (de) tauta = dat (echter) horende . In twee verzen in het N.T. : (1) Lc 4,28 : akouontes tauta = dat horende .Op het einde van de zin . (2) Hnd 7,54 : akouontes de tauta = dat echter horende . Bij het begin van de zin .

Lezing op de 7de (zevende) paaszondag C : Hnd 7,55-60 (Verwijzing : Hnd 7,55-60) :
In die dagen staarde Stefanus, vervuld van de heilige Geest, naar de hemel en zag Gods heerlijkheid en Jezus, staande aan Gods rechterhand; en hij riep uit: "Ik zie de hemel open en de Mensenzoon staande aan Gods rechterhand." Maar zij begonnen luidkeels te schreeuwen, stopten hun oren toe en stormden als één man op hem af. Zij sleepten hem buiten de poort en stenigden hem. De getuigen legden hun mantels neer aan de voeten van een jongeman die Saulus heette. Terwijl zij Stefanus stenigden bad hij: "Heer Jezus, ontvang mijn geest." Toen viel hij op zijn knieën en riep met luider stem: "Heer, reken hun deze zonde niet aan." Na deze woorden ontsliep hij. Saulus stemde in met de moord op deze man.

Hnd 7,55 - Hnd 7,55 -- Hnd 7,54-60 : Stefanus vermoord en de Jeruzalemse gemeente vervolgd -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 7,54 - Hnd 7,55 - Hnd 7,56 - Hnd 7,57 - Hnd 7,58 - Hnd 7,59 -- Hnd 7,60 -- Hnd 7 -
Griekse tekst Vulgaat 7de (zevende) paaszondag C  Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
55uparchôn de plèrès pneumatos agiou atenisas eis ton ouranon eiden doxan theou kai ièsoun estôta ek dexiôn tou theou, 55 cum autem esset plenus Spiritu Sancto intendens in caelum vidit gloriam Dei et Iesum stantem a dextris Dei In die dagen staarde Stefanus, vervuld van de heilige Geest, naar de hemel en zag Gods heerlijkheid en Jezus, staande aan Gods rechterhand;  55 Maar hij, vol zijnde des Heiligen Geestes, en de ogen houdende naar den hemel, zag de heerlijkheid Gods, en Jezus, staande ter rechter hand Gods.  [55] Maar hij stond daar, vol van de heilige Geest, hij richtte zijn blik op de hemel, zag de heerlijkheid van God, en* daar stond Jezus aan Gods rechterhand.  [55] Maar vervuld van de heilige Geest sloeg Stefanus zijn blik op naar de hemel en zag de luister van God, en Jezus, die aan Gods rechterhand stond,  55 Maar hij staart, vol van heilige Geest, naar de hemel en ziet de glorie van God, en staande ter rechterhand van God Jezus.   55. Tout rempli de l'Esprit Saint, il fixa son regard vers le ciel ; il vit alors la gloire de Dieu et Jésus debout à la droite de Dieu. 

King James Bible . [55] But he, being full of the Holy Ghost, looked up stedfastly into heaven, and saw the glory of God, and Jesus standing on the right hand of God,
Luther-Bibel . 55 Er aber, voll Heiligen Geistes, sah auf zum Himmel und sah die Herrlichkeit Gottes und Jesus stehen zur Rechten Gottes

Tekstanalyse van Hnd 7,55

3. plèrès (vol) . Verwijzing : pimplèmi (vervullen, vol maken) , zie Lc 4,1 . Plèrès (vol) : in twee verzen bij Lucas : (1) Lc 4,1 (plèrès pneumatos hagiou = vol van heilige geest) . (2) Lc 5,12 (kai idou anèr plèrès lepras = en zie een man vol van melaatsheid) .
In zes verzen in Hnd , waaronder : (1) Hnd 6,5 (Stefanus - plèrès pisteôs kai pneumatos hagiou = vol van geloof en heilige geest) . (3) Hnd 7,55 (Stefanus : plèrès pneumatos hagiou = vol van heilige geest) . (5) Hnd 11,24 (plèrès pneumatos hagiou kai pisteôs = vol van heilige geest en van geloof) .

7. pneumatos (- vol - geest) . Verwijzing : pneuma (adem, wind, geest) , zie Lc 4,1 . Genitief onzijdig enkelvoud . In 138 verzen in de bijbel . In tweeënveertig verzen in het O.T. . In zesennegentig verzen in het N.T. . In zes verzen bij Lucas voor ; in vier verzen in combinatie met vervullen / vol :
(1) Johannes de Doper : Lc 1,15 (pneumatos hagiou plèsthèsetai = van heilige geest zal hij vervuld worden) .
(2) Lc 1,41 ( Elisabeth - eplèsthè pneumatos hagiou hè Elisabet = Elisabeth werd vervuld van heilige geest) .
(3) Lc 1,67 (Zacharia - eplèsthè pneumatos hagiou = hij werd vervuld van heilige geest) .
(4) Lc 2,26 .
(5) Lc 4,1 (plèrès pneumatos hagiou = vol van heilige geest) .
(6) Lc 4,14 : en tèi dunamei tou pneumatos = in de kracht van de geest) .
Meestal volgt de bepaling pneumatos (van geest) op het begrip van vullen / vol , behalve in Lc 1,15 .
In drieëntwintig verzen in Hnd.:
(1) Hnd 1,2 (dia pneumatos hagiou = via heilige geest) .
(2) Hnd 1,8 (dunamin epelthontos tou pneumatos hagiou ef'humas = kracht van de over jullie komende heilige geest) .
(3) Hnd 2,4 (eplèsthèsan pantes pneumatos hagiou = allen werden vervuld van heilige geest) .
(4) Hnd 2,17 .
(5) Hnd 2,18 .
(6) Hnd 2,33 .
(7) Hnd 2,38 (tèn dôrean tou hagiou pneumatos = de gave van de heilige geest) .
(8) Hnd 4,8 (Petrus - plèstheis pneumatos hagiou = vervuld van heilige geest) .
(9) Hnd 4,25 .
(10) Hnd 4,31 (eplèsthèsan hapantes tou hagiou pneumatos = allen werden vervuld van de heilige geest) .
(11) Hnd 6,3 (7 getuigen - plèreis pneumatos kai sofias = vol van geest en wijsheid) .
(12) Hnd 6,5 (Stefanus - plèrès pisteôs kai pneumatos hagiou = vol van geloof en heilige geest) .
(13) Hnd 7,55 (plèrès pneumatos hagiou = vol van heilige geest) .
(14) Hnd 9,17
(15) Hnd 9,31 XXX .
(16) Hnd 10,45 (hè dôrea tou hagiou pneumatos ekkechutai = de gave van de heilige geest wordt uitgestort) .
(17) Hnd 11,24 (plèrès pneumatos hagiou kai pisteôs = vol van heilige geest en van geloof) .
(18) Hnd 11,28 .
(19) Hnd 13,4 .
(20) Hnd 13,9 (Paulus - plèstheis pneumatos hagiou = vervuld van heilige geest) .
(21) Hnd 13,52 .
(22) Hnd 16,6 .
(23) Hnd 21,4 .

Hnd 7,56 - Hnd 7,56 -- Hnd 7,54-60 : Stefanus vermoord en de Jeruzalemse gemeente vervolgd -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 7,54 - Hnd 7,55 - Hnd 7,56 - Hnd 7,57 - Hnd 7,58 - Hnd 7,59 -- Hnd 7,60 -- Hnd 7 -
Griekse tekst Vulgaat 7de (zevende) paaszondag C  Statenvertaling  Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
56kai eipen, idou theôrô tous ouranous diènoigmenous kai ton uion tou anthrôpou ek dexiôn estôta tou theou.  et ait ecce video caelos apertos et Filium hominis a dextris stantem Dei   en hij riep uit: "Ik zie de hemel open en de Mensenzoon staande aan Gods rechterhand."   56 En hij zeide: Ziet, ik zie de hemelen geopend, en den Zoon des mensen, staande ter rechter hand Gods.  [56] Hij zei: ‘Ik zie de hemelen open en ik zie de Mensenzoon staan aan de rechterhand van God.’  [56] en hij zei: ‘Ik zie de hemel geopend en de Mensenzoon, die aan Gods rechterhand staat.’  56 Hij zegt: zie, ik aanschouw de hemelen geopend, en staande ter rechterhand van God de mensenzoon!  56. « Ah ! dit-il, je vois les cieux ouverts et le Fils de l'homme debout à la droite de Dieu. »  

King James Bible . [56] And said, Behold, I see the heavens opened, and the Son of man standing on the right hand of God.
Luther-Bibel . 56 und sprach: Siehe, ich sehe den Himmel offen und den Menschensohn zur Rechten Gottes stehen.

Tekstuitleg van Hnd 7,56 .

Hnd 7,57 - Hnd 7,57 -- Hnd 7,54-60 : Stefanus vermoord en de Jeruzalemse gemeente vervolgd -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 7,54 - Hnd 7,55 - Hnd 7,56 - Hnd 7,57 - Hnd 7,58 - Hnd 7,59 -- Hnd 7,60 -- Hnd 7 -
Griekse tekst Vulgaat 7de (zevende) paaszondag C  Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
57kraxantes de fônè megalè suneschon ta ôta autôn, kai ôrmèsan omothumadon ep auton,   56 exclamantes autem voce magna continuerunt aures suas et impetum fecerunt unianimiter in eum  Maar zij begonnen luidkeels te schreeuwen, stopten hun oren toe en stormden als één man op hem af.  57 Maar zij, roepende met grote stemme, stopten hun oren, en vielen eendrachtelijk op hem aan;  [57] Maar ze hielden hun oren dicht, begonnen luid te schreeuwen, stormden als één man op hem af,  [57] Maar ze schreeuwden en tierden, hielden hun handen voor hun oren en stormden met zijn allen op hem af.   57 Maar met grote stem schreeuwend houden zij hun oren dicht en stormen zij eensgezind op hem af.   57. Jetant alors de grands cris, ils se bouchèrent les oreilles et, comme un seul homme, se précipitèrent sur lui,  

King James Bible . [57] Then they cried out with a loud voice, and stopped their ears, and ran upon him with one accord,
Luther-Bibel . 57 Sie schrien aber laut und hielten sich ihre Ohren zu und stürmten einmütig auf ihn ein,

Tekstuitleg van Hnd 7,57 .

11. homothumadon (gelijkgezind) . Verwijzing : homothumadon (eensgezind , gelijkgezind) , zie Hnd 1,14 . homoios : gelijkend . thumos : opwelling , hardstocht . Bijwoord . In veertig verzen in de bijbel . In negenentwintig verzen in het O.T. . In elf verzen in het N.T. . In tien verzen in Hnd . In één vers in Rom . (1) Hnd 1,14 . (2) Hnd 2,46 . (3) Hnd 4,24 . (4) Hnd 5,12 . (5) Hnd 7,57 . (6) Hnd 8,6 . (7) Hnd 12,20 . (8) Hnd 15,25 . (9) Hnd 18,12 . (10) Hnd 19,29 .

Hnd 7,58 - Hnd 7,58 - Hnd 7,54-60 : Stefanus vermoord en de Jeruzalemse gemeente vervolgd -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 7,54 - Hnd 7,55 - Hnd 7,56 - Hnd 7,57 - Hnd 7,58 - Hnd 7,59 - Hnd 7,60 -- Hnd 7 -
Griekse tekst Vulgaat 7de (zevende) paaszondag C  Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
58kai ekbalontes exô tès poleôs elithoboloun. kai oi martures apethento ta imatia autôn para tous podas neaniou kaloumenou saulou.  57 et eicientes eum extra civitatem lapidabant et testes deposuerunt vestimenta sua secus pedes adulescentis qui vocabatur Saulus  Zij sleepten hem buiten de poort en stenigden hem. De getuigen legden hun mantels neer aan de voeten van een jongeman die Saulus heette.  58 En wierpen hem ter stad uit, en stenigden hem; en de getuigen legden hun klederen af aan de voeten eens jongelings, genaamd Saulus.   [58] sleurden hem de stad uit en stenigden hem. De getuigen* legden hun kleren neer bij een jongeman, die Saulus* heette.  [58] Ze dreven hem de stad uit om hem te stenigen. De getuigen gaven hun mantel in bewaring bij een jongeman die Saulus heette.  58 Ze werpen hem de stad uit, en hebben hem gestenigd. De getuigen leggen hun kleren af aan de voeten van een jongeman die Saulus wordt genoemd.  58. le poussèrent hors de la ville et se mirent à le lapider. Les témoins avaient déposé leurs vêtements aux pieds d'un jeune homme appelé Saul. 

King James Bible . [58] And cast him out of the city, and stoned him: and the witnesses laid down their clothes at a young man's feet, whose name was Saul.
Luther-Bibel . 58 stießen ihn zur Stadt hinaus und steinigten ihn. Und die Zeugen legten ihre Kleider ab zu den Füßen eines jungen Mannes, der hieß Saulus,

Tekstuitleg van Hnd 7,58 .

9. martures (getuigen). Verwijzing : martureô (getuigen) , zie Joh 1,7 . Nominatief meervoud mannelijk . In twintig verzen in de bijbel . In tien verzen in het O.T. . In tien verzen in het N.T. . Niet bij Matteüs en Marcus. In twee verzen bij Lucas : (1) Lc 11,48 . (2) Lc 24,48 . In zeven verzen in Hnd : (1) Hnd 1,8 . (2) Hnd 2,32 . (3) Hnd 3,15 . (4) Hnd 5,32 . (5) Hnd 7,58 . (6) Hnd 10,39 . (7) Hnd 13,31 . Tenslotte 1 Tes 2,10 .
Het getuigenis van de apostelen is één van de elementen die Lc 24,48 - Lc 24,49 en Hnd 1,4 / Hnd 1,8 gemeenschappelijk hebben :
- Lc 24,48 : humeis martures toutôn = jullie zijn getuigen van deze 'dingen' .
- Hnd 1,8 : esesthe mou martures = jullie zullen mijn getuigen zijn .
Getuigen zijn wijst op opvolging maar ook op de aard van de opvolging . Na het heengaan van Elia werd de leerling Elisa leraar . Op deze wijze gebeurt het niet met de leerlingen van Jezus . Zij blijven leerlingen . Ze zijn en blijven getuigen . In de meeste teksten van Hnd kan dat getuigenis onder verschillende aspecten bekeken worden : tijd , plaats en inhoud . Naar tijd : vanaf het doopsel van Johannes tot ... Naar plaats : te beginnen vanaf Jeruzalem ... Naar inhoud : het leven van Jezus , zijn lijden , dood , opstanding , geestesgave enz....

------------------------------------------------------------------------------------------
Hnd 7,59 - Hnd 7,59 -- Hnd 7,54-60 : Stefanus vermoord en de Jeruzalemse gemeente vervolgd -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 7,54 - Hnd 7,55 - Hnd 7,56 - Hnd 7,57 - Hnd 7,58 - Hnd 7,59 -- Hnd 7,60 -- Hnd 7 -
Griekse tekst Vulgaat 7de (zevende) paaszondag C  Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
59kai elithoboloun ton stefanon epikaloumenon kai legonta, kurie ièsou, dexai to pneuma mou.   58 et lapidabant Stephanum invocantem et dicentem Domine Iesu suscipe spiritum meum  Terwijl zij Stefanus stenigden bad hij: "Heer Jezus, ontvang mijn geest."  59 En zij stenigden Stefanus, aanroepende en zeggende: Heere Jezus, ontvang mijn geest.  [59] Ze stenigden Stefanus, terwijl hij bad: ‘Heer Jezus, ontvang mijn geest.’  [59] Terwijl Stefanus gestenigd werd, riep hij uit: ‘Heer Jezus, ontvang mijn geest.’  59 Ze hebben Stefanus gestenigd, die uitroept en zegt: Heer Jezus, ontvang mijn geest!  59. Et tandis qu'on le lapidait, Étienne faisait cette invocation : « Seigneur Jésus, reçois mon esprit. » 

King James Bible . [59] And they stoned Stephen, calling upon God, and saying, Lord Jesus, receive my spirit.
Luther-Bibel . 59 und sie steinigten Stephanus; der rief den Herrn an und sprach: Herr Jesus, nimm meinen Geist auf!

Tekstuitleg van Hnd 7,59 .

Hnd 7,60 - Hnd 7,60 -- Hnd 7,54-60 : Stefanus vermoord en de Jeruzalemse gemeente vervolgd -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 7,54 - Hnd 7,55 - Hnd 7,56 - Hnd 7,57 - Hnd 7,58 - Hnd 7,59 - Hnd 7,60 -- Hnd 7 -
Griekse tekst Vulgaat 7de (zevende) paaszondag C  Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
theis de ta gonata ekraksen fônèi megalèi Kurie mè stèsèis autois  tautèn tèn hamartian kai touto eipôn ekoimèthè 59 positis autem genibus clamavit voce magna Domine ne statuas illis hoc peccatum et cum hoc dixisset obdormivit Saulus autem erat consentiens neci eius   Toen viel hij op zijn knieën en riep met luider stem: "Heer, reken hun deze zonde niet aan." Na deze woorden ontsliep hij. Saulus stemde in met de moord op deze man.  60 En vallende op de knieën, riep hij met grote stem: Heere, reken hun deze zonde niet toe! En als hij dat gezegd had, ontsliep hij.  [60] Hij viel op zijn knieën en riep met luide stem: ‘Heer, reken hun deze zonde niet aan.’ Na deze woorden stierf hij.  [60] Hij viel op zijn knieën en riep luidkeels: ‘Heer, reken hun deze zonde niet aan!’ En na deze woorden stierf hij.  60 En op de knieën vallend schreeuwt hij met grote stem: Heer, zet deze zonde niet tegen hen in! Als hij dat gezegd heeft ontslaapt hij.   60. Puis il fléchit les genoux et dit, dans un grand cri : « Seigneur, ne leur impute pas ce péché. » Et en disant cela, il s'endormit. 

 

Lc 23,46 kai fônèsas fônè megalè o Ièsous eipen pater eis cheiras sou paratithemai to pneuma mou touto de eipôn exepneusen
Mc 15,34 kai tèi enatèi hôrai eboèsen ho Ièsous fônèi megalèi      
Mc 15,37   ho de Ièsous afeis fônèn megalèn     exepneusen
Mt 27,46 peri de tèn enatèn hôran aneboèsen ho Ièsous fônèi megalèi legôn      
Mt 27,50   ho de Ièsous palin kraksas fônèi megalèi afèken to pneuma     afèken to pneuma
Hnd 7,59   legonta (en zeggend) Kurie Ièsou , dexai to pneuma mou    
Hnd 7,60 theis de ta gonata ekraksen fônèi megalèi Kurie mè stèsèis autois  tautèn tèn hamartian kai touto eipôn ekoimèthè

King James Bible . [60] And he kneeled down, and cried with a loud voice, Lord, lay not this sin to their charge. And when he had said this, he fell asleep.
Luther-Bibel . 60 Er fiel auf die Knie und schrie laut: Herr, rechne ihnen diese Sünde nicht an! Und als er das gesagt hatte, verschied er.

Tekstuitleg van Hnd 7,60

1. theis . Participium aorist nominatief mannelijk enkelvoud . In zeven verzen in de bijbel .
- tithèmi (zetten, plaatsen, maken) . Verwijzing : tithèmi (zetten, plaatsen, maken) , zie Hnd 7,60 .

eipôn (gezegd) . Verwijzing : legô (zeggen) , zie Mt 4,6 . In tweeëndertig verzen in de bijbel . In drie verzen in het O.T. . In negenentwintig verzen in het N.T. . In vijf verzen bij Lucas : (1) Lc 9,22 (eerste lijdensvoorspelling) . (2) Lc 19,28 (kai eipôn tauta = en dit gezegd) . Jezus was op weg naar Jeruzalem . (3) Lc 22,8 . Bij de zending van Petrus en Johannes gaf Jezus hen een opdracht , die ingeleid wordt door eipôn (gezegd) . (4) Lc 23,46 ( touto de eipôn = dit echter gezegd) (5) Lc 24,40 (kai touto eipôn = en dit gezegd) . Daarop toonde Jezus zijn handen en zijn voeten . In elf verzen bij Johannes . In negen verzen in Hnd : (1) Hnd 1,9 (kai tauta eipôn = en dit gezegd) . (2) Hnd 4,25 (hierop volgt een citaat) . (3) Hnd 7,26 (hierop volgt een citaat) . (4) Hnd 7,27 (hierop volgt een citaat) . (5) Hnd 7,60 . (6) Hnd 18,21 (hierop volgt een citaat) . (7) Hnd 19,21 . (8) Hnd 19,40 (kai tauta eipôn = en dit gezegd) . (9) Hnd 20,36 (kai tauta eipôn = en dit gezegd) .
- In negen verzen in het N.T. : (1) Lc 23,46 . (7) (1) Hnd 1,9 . (8) (8) Hnd 19,40 . (9) (9) Hnd 20,36 . In het vers van Lc en in de drie verzen van Hnd wordt tauta eipôn (dit gezegd) voorafgegaan door het koppelwoord kai (en) .