HANDELINGEN VAN DE APOSTELEN HOOFDSTUK 9 - Hnd 9 -
- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 9 -
- Hnd 9,1-22 - Hnd 9,23-30 - Hnd 9,32-43 -- Hnd 9,26-31 -

- Bibliografie - Literatuur - Liturgisch gebruik - Overzicht bijbelboeken - Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken - Overzicht van deze website -

Overzicht van Handelingen van de apostelen : Hnd (Handelingen) : overzicht , Hnd : woordgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Hnd : commentaar ,

NT (NT overzicht) : overzicht , NT : taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , NT : commentaar ,

Hnd 1 , Hnd 2 , Hnd 3 , Hnd 4 , Hnd 5 , Hnd 6 , Hnd 7 , Hnd 8 , Hnd 9 , Hnd 10 , Hnd 11 , Hnd 12 , Hnd 13 , Hnd 14 , Hnd 15 , Hnd 16 , Hnd 17 , Hnd 18 , Hnd 19 , Hnd 20 , Hnd 21 , Hnd 22 , Hnd 23 , Hnd 24 , Hnd 25 , Hnd 26 , Hnd 27 , Hnd 28 ,
Uitleg per pericope : Hnd 9,1-22 - Hnd 9,23-30 - Hnd 9,31 -- Hnd 9,32-43 -
- Hnd 9,1-22 : Saulus in Damascus .
- Hnd 9,23-30 : Vlucht uit Damascus en terugkeer naar Jeruzalem .
- Hnd 9,31 : De gemeente ontplooit zich in vrede .
- Hnd 9,32-43 : Petrus in Lydda en Joppe .
Uitleg vers per vers : - Hnd 9,1 - Hnd 9,2 - Hnd 9,3 - Hnd 9,4 - Hnd 9,5 - Hnd 9,6 - Hnd 9,7 - Hnd 9,8 - Hnd 9,9 - Hnd 9,10 - Hnd 9,11 - Hnd 9,12 - Hnd 9,13 - Hnd 9,14 - Hnd 9,15 - Hnd 9,16 - Hnd 9,17 - Hnd 9,18 - Hnd 9,19 - Hnd 9,20 - Hnd 9,21 - Hnd 9,22 - Hnd 9,23 - Hnd 9,24 - Hnd 9,25 - Hnd 9,26 - Hnd 9,27 - Hnd 9,28 - Hnd 9,29 - Hnd 9,30 - Hnd 9,31 - Hnd 9,32 - Hnd 9,33 - Hnd 9,34 - Hnd 9,35 - Hnd 9,36 - Hnd 9,37 - Hnd 9,38 - Hnd 9,39 - Hnd 9,40 - Hnd 9,41 - Hnd 9,42 - Hnd 9,43 -


Religie.opzijnbest.nl
ZOEKEN OP DEZE WEBSITE
PicoSearch
  Hulp
Verzorgd door PicoSearch
 
1. LXX , Griekse tekst N.T.   2. Vulgata   3. Synopsis Denaux - Vervenne  4. Statenvertaling   5. Willibrordvertaling   6. Nieuwe Vertaling   7. Naardense vertaling , zie
8. Bible de Jérusalem 9. Statenvertaling   10. King James Bible  - King James Bible 11. Luther-Bibel        

WEDERKERIGHEID (DIVERSITEIT - VICE VERSA) . Meer info : Arseen De Kesel . Email: arseen.de.kesel@pandora.be .
websitenamen : http://users.telenet.be/arseen.de.kesel/ en http://www.interlevensbeschouwelijk.be/index.htm
- STARTPAGINA - AGENDA - BIJ DE HAND - NIEUW - OVERZICHT -  TIJDSCHRIFTEN -
ALFABETISCH OVERZICHT VAN THEMA'S EN WEBSITES :
- A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z
HOOFDTHEMA'S : allochtonen , armoede , bahá'í ,  bezinningsteksten , bijbel , bijbel en koran , boeddhisme , christendom , extreemrechts (Vlaams Blok) , fundamentalisme , globalisering en antiglobalisering ,  hindoeïsme , interlevensbeschouwelijke dialoog , interreligieuze meditatie , islam , jodendom , koran , levensbeschouwing , levensbeschouwing / godsdienst en onderwijs , racisme , samenleving , sikhisme , spiritualiteit , tewerkstelling van allochtonen , vluchtelingen en asielzoekers , vrijzinnigheid , witte scholen , multiculturele scholen en concentratiescholen , Eigen-zinnige beschouwingen , Het kleine of grote ongenoegen

Woordenschat
- Damaskos (Damascus) , zie Hnd 9,2 .
Bibliografie
Literatuur .
Liturgisch gebruik

- Hnd 9,26-31 : 5de (vijfde) paaszondag B .
Overzicht van de bijbelboeken
- bijbeloverzicht , bijbelverwijzingen , Oude Testament , Pentateuch , Historische boeken , Profeten , Wijsheidsboeken , Nieuwe Testament , Evangelies , Synoptici , Brieven van Paulus , Apostolische brieven .
- OT : Gn (Genesis) , Ex (Exodus) , Lv (Leviticus) , Nu (Numeri) , Dt (Deuteronomium) , Joz (Jozua) , Re (Rechters) , Rt (Ruth) , 1 S (1 Samuël) , 2 S (2 Samuël) , 1 K (1 Koningen) , 2 K (2 Koningen) , 1 Kr ( 1 Kronieken) , 2 Kr (2 Kronieken) , Ezr (Ezra) , Neh (Nehemia) , Tob (Tobia) , Jdt (Judith) , Est (Esther) , 1 Mak (1 Makkabeeën) , 2 Mak (2 Makkabeeën) , Job , Ps (Psalmen ) , Spr (Spreuken) , Pr (Prediker) , Hl (Hooglied) , W (Wijsheid) , Sir (Sirach) , Js (Jesaja) , Jr (Jeremia) , Kl (Klaagliederen) , Bar (Baruch) , Ez (Ezechiël) , Da (Daniël) , Hos (Hosea) , Jl (Joël) , Am (Amos) , Ob (Obadja) , Jon (Jona) , Mi (Micha) , Nah (Nahum) , Hab (Habakuk) , Sef (Sefanja) , Hag (Haggai) , Zach (Zacharia) , Mal (Maleachi) .
- NT : Mt (Matteüs) - Mc (Marcus) - Lc (Lucas) - Joh (Johannes) - Hnd (Handelingen) , Rom (Rome) , 1 Kor (Korinte) , 2 Kor (Korinte) , Gal (Galatië) , Ef (Efese) , Fil (Filippi) , Kol (Kolosse) , 1 Tes (Tessalonika) , 2 Tes (Tessalonika) , 1 Tim (Timoteüs) , 2 Tim (Timoteüs) , Tit (Titus) , Film (Filemon) , Heb (Hebreeën) , Jak (Jakobus) , 1 Pe (Petrus) , 2 Pe (Petrus) , 1 Joh (Johannes) , 2 Joh (Johannes) , 2 Joh (Johannes) , Jud (Judas) , Apk (Apokalyps) .
Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken : - bibliografie bijbel - bibliografie van het Oude Testament - bibliografie Matteüsevangelie - bibliografie Marcusevangelie - bibliografie Lucasevangelie - bibliografie van het Johannesevangelie - bibliografie van het Nieuwe Testament (behalve evangeliën)

Saulus in Damascus : Hnd 9,1-22 - Hnd 9,1-22 -- Hnd 9 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 9,1 - Hnd 9,2 - Hnd 9,3 - Hnd 9,4 - Hnd 9,5 - Hnd 9,6 - Hnd 9,7 - Hnd 9,8 - Hnd 9,9 - Hnd 9,10 - Hnd 9,11 - Hnd 9,12 - Hnd 9,13 - Hnd 9,14 - Hnd 9,15 - Hnd 9,16 - Hnd 9,17 - Hnd 9,18 - Hnd 9,19 - Hnd 9,20 - Hnd 9,21 - Hnd 9,22 - Hnd 9 -

Hnd 9,1 - Hnd 9,1 : Saulus in Damascus : Hnd 9,1-22 -- Hnd 9 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 9,1 - Hnd 9,2 - Hnd 9,3 - Hnd 9,4 - Hnd 9,5 - Hnd 9,6 - Hnd 9,7 - Hnd 9,8 - Hnd 9,9 - Hnd 9,10 - Hnd 9,11 - Hnd 9,12 - Hnd 9,13 - Hnd 9,14 - Hnd 9,15 - Hnd 9,16 - Hnd 9,17 - Hnd 9,18 - Hnd 9,19 - Hnd 9,20 - Hnd 9,21 - Hnd 9,22 - Hnd 9 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
o de saulos, eti empneôn apeilès kai fonou eis tous mathètas tou kuriou, proselthôn tô archierei  1 Saulus autem adhuc inspirans minarum et caedis in discipulos Domini accessit ad principem sacerdotum    1 En Saulus, blazende nog dreiging en moord tegen de discipelen des Heeren, ging tot de hogepriester,   [1] Saulus ging nog altijd fel te keer en bedreigde de leerlingen van de Heer met de dood. Hij wendde zich tot de hogepriester   [1] Intussen bedreigde Saulus de leerlingen van de Heer nog steeds met de dood. Hij ging naar de hogepriester   1 ¶ Saulus briest nog steeds van dreiging en moord tegen de leerlingen van de Heer. Hij komt bij de hogepriester  1. Cependant Saul, ne respirant toujours que menaces et carnage à l'égard des disciples du Seigneur, alla trouver le grand prêtre  

King James Bible . [1] And Saul, yet breathing out threatenings and slaughter against the disciples of the Lord, went unto the high priest,
Luther-Bibel . 1 Saulus aber schnaubte noch mit Drohen und Morden gegen die Jünger des Herrn und ging zum Hohenpriester

Tekstuitleg van Hnd 9,1 .

Hnd 9,2 - Hnd 9,2 : Saulus in Damascus : Hnd 9,1-22 -- Hnd 9 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 9,1 - Hnd 9,2 - Hnd 9,3 - Hnd 9,4 - Hnd 9,5 - Hnd 9,6 - Hnd 9,7 - Hnd 9,8 - Hnd 9,9 - Hnd 9,10 - Hnd 9,11 - Hnd 9,12 - Hnd 9,13 - Hnd 9,14 - Hnd 9,15 - Hnd 9,16 - Hnd 9,17 - Hnd 9,18 - Hnd 9,19 - Hnd 9,20 - Hnd 9,21 - Hnd 9,22 - Hnd 9 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
2 ètèsato par autou epistolas eis damaskon pros tas sunagôgas, opôs ean tinas eurè tès odou ontas, andras te kai gunaikas, dedemenous agagè eis ierousalèm.  2 et petiit ab eo epistulas in Damascum ad synagogas ut si quos invenisset huius viae viros ac mulieres vinctos perduceret in Hierusalem    2 En begeerde brieven van hem naar Damaskus, aan de synagogen, opdat, zo hij enigen, die van dien weg waren, vond, hij dezelve, beiden mannen en vrouwen, zou gebonden brengen naar Jeruzalem.   [2] en vroeg hem brieven voor de synagogen in Damascus*, zodat hij aanhangers van de weg* die hij daar zou vinden, mannen zowel als vrouwen, gevangen kon nemen en naar Jeruzalem overbrengen.   [2] met het verzoek hem aanbevelingsbrieven mee te geven voor de synagogen in Damascus, opdat hij de aanhangers van de Weg die hij daar zou aantreffen, mannen zowel als vrouwen, gevangen kon nemen en kon meevoeren naar Jeruzalem. 2 en vraagt van hem brieven aan Damascus, voor de synagogen daar, om, als hij er vindt die bij de Weg horen, mannen zowel als vrouwen, ze gebonden naar Jeruzalem te mogen voeren.   2. et lui demanda des lettres pour les synagogues de Damas, afin que, s'il y trouvait quelques adeptes de la Voie, hommes ou femmes, il les amenât enchaînés à Jérusalem. 

King James Bible . [2] And desired of him letters to Damascus to the synagogues, that if he found any of this way, whether they were men or women, he might bring them bound unto Jerusalem.
Luther-Bibel . 2 und bat ihn um Briefe nach Damaskus an die Synagogen, damit er Anhänger des neuen Weges, Männer und Frauen, wenn er sie dort fände, gefesselt nach Jerusalem führe.

Tekstuitleg van Hnd 9,2

6. Damaskos (Damascus) . Verwijzing : Damaskos (Damascus) , zie Hnd 9,2 . Damascus is een naam van een stad , een plaatsaanduiding .

Damaskos (Damascus) bijbel  O.T.  N.T.  Mt  Mc Lc  Joh  Hnd  Brieven  Apk  Lc Hnd
nom. enk. Damaskos 6 6                    
gen. enk. Damaskou 23 23                    
dat. enk. Damaskôi 15 7 8         7 1     (1) Hnd 9,3 . (2) Hnd 9,10 . (3) Hnd 9,19 . (4) Hnd 9,22 . (5) Hnd 9,27 . (6) Hnd 22,6 . (7) Hnd 26,20 .
acc. enk. Damaskon 18  11              (1) Hnd 9,2 .  (2) Hnd 9,8 . (3) Hnd 22,5 . (4) Hnd 22,10 . (5) Hnd 22,11 . (6) Hnd 26,12 .
Totaal   62  47  15          13       

- datief mannelijk enkelvoud (wat vorm betreft) ; de stadsnaam is in het Grieks vrouwelijk : Damaskôi (b.v. in Damacus) . Verwijzing : Damaskos (Damascus) , zie Hnd 9,2 . In vijftien verzen in de bijbel . In zeven verzen in het O.T. . In acht verzen in het N.T. :
(1) Hnd 9,3 : egeneto auton eggizein tèi Damaskôi = het gebeurde dat hij Damascus naderde .
(2) Hnd 9,10 : en Damaskôi = in Damascus .
(3) Hnd 9,19 : en Damaskôi = in Damascus .
(4) Hnd 9,22 : en Damaskôi = in Damascus .
(5) Hnd 9,27 : en Damaskôi = in Damascus .
(6) Hnd 22,6 : egeneto de moi poreuomenôi kai eggizonti tèi Damakôi = het overkwam mij echter , terwijl ik op weg was en Damascus naderde .
(7) Hnd 26,20 : en Damaskôi = in Damascus .
(8) 2 Kor 11,32 (en Damaskôi = in Damascus) .
-- en Damaskôi (in Damascus) . Verwijzing : Damaskos (Damascus) , zie Hnd 9,2 . In zes van de acht verzen in het N.T. . Niet in Hnd 9,3 en in Hnd 22,6 .
- accusatief enkelvoud Damaskon . Verwijzing : Damaskos (Damascus) , zie Hnd 9,2 . In elf verzen in het O.T. . In zeven verzen in het N.T. :
(1) Hnd 9,2 : eis Damaskon = naar Damascus .
(2) Hnd 9,8 : eis Damaskon = naar Damascus .
(3) Hnd 22,5 : eis Damaskon = naar Damascus .
(4) Hnd 22,10 : eis Damaskon = naar Damascus .
(5) Hnd 22,11 : : eis Damaskon = naar Damascus .
(6) Hnd 26,12 : eis tèn Damaskon = naar Damascus .
(7) Gal 1,17 : eis Damaskon = naar Damascus .

Hnd 9,3 - Hnd 9,3 : Saulus in Damascus : Hnd 9,1-22 -- Hnd 9 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 9,1 - Hnd 9,2 - Hnd 9,3 - Hnd 9,4 - Hnd 9,5 - Hnd 9,6 - Hnd 9,7 - Hnd 9,8 - Hnd 9,9 - Hnd 9,10 - Hnd 9,11 - Hnd 9,12 - Hnd 9,13 - Hnd 9,14 - Hnd 9,15 - Hnd 9,16 - Hnd 9,17 - Hnd 9,18 - Hnd 9,19 - Hnd 9,20 - Hnd 9,21 - Hnd 9,22 - Hnd 9 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
3 en de tô poreuesthai egeneto auton eggizein tèi damaskô, exaifnès te auton perièstrapsen fôs ek tou ouranou, 3 et cum iter faceret contigit ut adpropinquaret Damasco et subito circumfulsit eum lux de caelo    3 En als hij reisde, is het geschied, dat hij nabij Damaskus kwam, en hem omscheen snellijk een licht van den hemel;
schilderij van Caravaggio: De bekering van Saulus» meer 
[3] Hij* was op weg en naderde Damascus al, toen hem plotseling een hemels licht omstraalde.   [3] Toen hij onderweg was en Damascus naderde, werd hij plotseling omstraald door een licht uit de hemel.  3 Maar terwijl hij voorttrekt geschiedt het als hij Damascus nadert dat plotseling licht uit de hemel hem omstraalt. 3. Il faisait route et approchait de Damas, quand soudain une lumière venue du ciel l'enveloppa de sa clarté.  

King James Bible . [3] And as he journeyed, he came near Damascus: and suddenly there shined round about him a light from heaven:
Luther-Bibel . 3 Als er aber auf dem Wege war und in die Nähe von Damaskus kam, umleuchtete ihn plötzlich ein Licht vom Himmel;

>
Lc 18,35 egeneto de en tôi eggizein auton eis Ierichô  
Hnd 11,15 en de tô arxasthai me lalein   epepesen to pneuma to agion ep autous
Hnd 9,3 en de tô poreuesthai egeneto (onderweg echter gebeurde het) auton eggizein tè damaskô, exaifnès te auton perièstrapsen fôs ek tou ouranou,
Hnd 22,6 egeneto de moi poreuomenô (het gebeurde echter onderweg kai eggizonti tè damaskô (en bij het naderen van Damaskus) peri mesèmbrian exaifnès ek tou ouranou periastrapsai fôs ikanon peri eme
Hnd 26,12 poreuomenos eis tèn damaskon (onderweg naar Damaskus)    

Tekstanalyse van Hnd 9,3 . Dit vers Hnd 9,3 telt 17 woorden en 92 (2 X 2 X 23) letters . De getalwaarde van Hnd 9,3 is 11557 (7 X 13 X 127) .

1. en (in) . Verwijzing : en (in) , zie Mt 1,22 . Voorzetsel + datief . In 11097 verzen in de bijbel . In 2154 verzen in het N.T. In 226 verzen in Hnd . In zestien verzen in Hnd 9 . Nadat Saulus gelovigen in Jeruzalem heeft vervolgd , krijgt hij machtiging om ook gelovigen in Damascus te vervolgen . In Hnd 9,2 is er voor het eerst sprake over Damascus in het kader van die vervolging . Saulus is op weg naar Damascus wanneer hij plotseling door een hemels visioen wordt getroffen .
- In Hnd 9,3 staat en (in, tijdens) bij het begin van een zin , een infinitiefzin , die de gelijktijdigheid met het hoofdwerkwoord uitdrukt : in het op weg gaan echter = tijdens zijn tocht = onderweg .

en (in, tijdens)   bijbel O.T. N.T. Mt Mc Lc Joh Hnd Brieven Apk    
  11097 8943 2154 247 119 288 182 226 966 126    

en (in, tijdens) Hnd 1 Hnd 2 Hnd 3 Hnd 4 Hnd 5 Hnd 6 Hnd 7 Hnd 8 Hnd 9 Hnd 10 Hnd 11 Hnd 12 Hnd 13 Hnd 14
  10 8 3 11 11 4 23 7 16 10 10 4 14

en (in, tijdens) Hnd 15 Hnd 16 Hnd 17 Hnd 18 Hnd 19 Hnd 20 Hnd 21 Hnd 22 Hnd 23 Hnd 24 Hnd 25 Hnd 26 Hnd 27  Hnd 28
  6 9 10 7 5 11  5 10 

- en (in, tijdens) in Hnd 9 : (1) Hnd 9,3 . (2) Hnd 9,10 . (3) Hnd 9,11 . (4) Hnd 9,12 . (5) Hnd 9,13 . (6) Hnd 9,17 . (7) Hnd 9,19 . (8) Hnd 9,20 . (9) Hnd 9,22 . (10) Hnd 9,25 . (11) Hnd 9,27 . (12) Hnd 9,28 . (13) Hnd 9,36 . (14) Hnd 9,37 . (15) Hnd 9,38 . (16) Hnd 9,43 .

2. de (echter) . Partikel . In 6210 verzen in de bijbel . In 3754 verzen in het O.T. . In 2456 verzen in het N.T. . In 478 verzen bij Lucas .In 490 verzen in Hnd , zie Hnd 13,6 . In Hnd 9,1 en Hnd 9,2 is Saulus onderwerp , in Hnd 9,3 is een licht uit de hemel onderwerp . Er is dus verandering van onderwerp , vandaar het gebruik van de (echter) .

de (echter)   bijbel O.T. N.T. Mt Mc Lc Joh Hnd Brieven Apk    
  6210 3754 2456 421 149 478 203 490 708 7    

en (in, tijdens) Hnd 1 Hnd 2 Hnd 3 Hnd 4 Hnd 5 Hnd 6 Hnd 7 Hnd 8 Hnd 9 Hnd 10 Hnd 11 Hnd 12 Hnd 13 Hnd 14
                  30       23  

en (in, tijdens) Hnd 15 Hnd 16 Hnd 17 Hnd 18 Hnd 19 Hnd 20 Hnd 21 Hnd 22 Hnd 23 Hnd 24 Hnd 25 Hnd 26 Hnd 27  Hnd 28
                             

 

 

In dertig verzen in Hnd 9 . In Hnd 9,1 - Hnd 9,2 is Saulus het onderwerp . In Hnd 9,3 staat een ander onderwerp : fôs ek tou ouranou = een licht uit de hemel . Het staat op het einde van de zin en krijgt hierdoor nadruk . Tegenover Saulus , die erop uit is om sommige joden van Damascus gevangen naar Jeruzalem te voeren , staat het licht uit de hemel .

1. - 2. en de . Verwijzing : Hnd 9,3 . In vierentwintig verzen in het N.T. . Mt (3) . Lc (3) . Joh (4) . Hnd (6) : (1) Hnd 6,1 . (2) Hnd 9,3 . (3) Hnd 11,15 . (4) Hnd 17,16 . (5) Hnd 20,7 . (6) Hnd 28,7 . 1 Kor (2) . 2 Kor (1) . Fil (1) . 2 Pe (vier verzen ; zevenmaal) .

3. tôi (de) . Verwijzing in N.T. : bepaald lidwoord . Verwijzing in Hnd. : bepaald lidwoord . Bepaald lidwoord . Datief mannelijk of onzijdig enkelvoud . Hnd 9 (5) : (1) Hnd 9,3 . (2) Hnd 9,24 . (3) Hnd 9,27 . (4) Hnd 9,28 . (5) Hnd 9,31 .

1. - 3. en de tôi . Verwijzing : en (in) , zie Mt 1,22 . Voorzetsel + partikel + bepaald lidwoord datief mannelijk of onzijdig enkelvoud . In acht verzen in het N.T.
- en de tôi + infinitief . Voorzetsel + partikel + bepaald lidwoord datief mannelijk of onzijdig enkelvoud + infinitief . In vier verzen in het N.T. : (1) Mt 13,25 . (2) Lc 8,42 . (3) Lc 11,37 . (4) Hnd 9,3 . (5) Hnd 11,15 .

4. poreuesthai . Verwijzing : poreuomai (zich op weg begeven, op weg gaan) , zie Mt 2,9 . Zie ook poreuomai = zich op weg begeven (bij Marcus) , zie Mc 10,1 . Infintief praesens . In vierenzeventig verzen in de bijbel . In zestien verzen in het N.T. . Mt (0) . Mc (0) . Lc (7) . Joh (1) . Hnd (6) . 2 Kor (2) . In zeven verzen bij Lucas : (1) Lc 4,42 . (2) Lc 9,51 . (3) Lc 10,38 . (4) Lc 13,33 . (5) Lc 17,11 . (6) Lc 22,33 . (7) Lc 24,28 . In zes verzen in Hnd : (1) Hnd 9,3 . (2) Hnd 14,16 . (3) Hnd 17,14 . (4) Hnd 19,21 . (5) Hnd 20,1 . (6) Hnd 25,20 .

1. - 4. en (de) tôi poreuesthai (terwijl ... onderweg was / waren) : (1) Lc 10,38 : egeneto de en tôi poreuesthai autous (terwijl zij echter onderweg waren) . (2) Lc 17,11 : kai egeneto en tôi poreuesthai auton eis Ierousalèm (en terwijl hij onderweg was naar Jeruzalem) . (3) Hnd 9,3 : en de tôi poreusesthai (onderweg echter) . Verwijzing : Hnd 9,3 .

Lc 9,51 Lc 9,52 Lc 9,53 Lc 9,56  Lc 9,57 Lc 10,38 Lc 17,11
kai (en) kai (en) hoti (omdat)  kai (en)  kai (en)   kai egeneto (en het gebeurde)
autos (hij)            
to prosôpon (het aangezicht)   to prosôpon autou (zijn aangezicht)        
estèrisen (was vast van plan) apesteilen... pro prosôpou autou (hij zond... voor zijn aangezicht)          
tou poreuesthai (om te gaan) kai poreuthentes (en gaande) eisèlthon (gingen zij) èn poreuomenon (was gaande) eporeuthèsan (zij gingen) poreuomenôn autôn en tôi hodôi (terwijl zij onderweg gingen)n en de tôi poreuesthai autous autos eisèlthen (terwijl zij aan het gaan waren, ging hij zelf binnen) en tôi poreuesthai (in het gaan)
eis (naar) eis (naar) eis (naar)  eis heteran kômèn (naar een ander dorp)   eis  (naar) eis (naar) 
Ierousalèm (naar Jeruzalem) kômèn Samaritôn (van de Samaritanen) Ierousalèm (Jeruzalem)      kômèn tina (een bepaald dorp) Ierousalèm (Jeruzalem) 
 183. Het ongastvrije samaritanendorp : Lc 9,51-56 -  183. Het ongastvrije samaritanendorp :Lc 9,51-56 -  183. Het ongastvrije samaritanendorp : Lc 9,51-56 -  183. Het ongastvrije samaritanendorp : Lc 9,51-56 - 184. Voorwaarden van het volgen : Lc 9,57-62 - Mt 8,18-22   193. Maria en Marta : Lc 10,38-42 253. Genezing van de tien melaatsen : Lc 17,11-19  

7. eggizein . Verwijzing : eggizô (naderen) , zie Mt 21,1 . Infinitief praesens . In twee verzen in het N.T. :
(1) Lc 18,35 : egeneto de en tôi eggizein auton eis Ierichô (terwijl hij echter Jericho naderde) .
(2) Hnd 9,3 : egeneto auton eggizein tèi Damaskôi (het gebeurde dat hij Damaskus naderde) .
In Lucas was de man langs de weg blind en zal hij zien . In Hnd is Saulus op weg naar Damaskus ; hij ziet maar hij zal blind worden .

9. datief mannelijk enkelvoud (wat vorm betreft) ; de stadsnaam is in het Grieks vrouwelijk : Damaskôi (b.v. in Damacus) . Verwijzing : Damaskos (Damascus) , zie Hnd 9,2 . In vijftien verzen in de bijbel . In zeven verzen in het O.T. . In acht verzen in het N.T. : (1) Hnd 9,3 : egeneto auton eggizein tèi Damaskôi = het gebeurde dat hij Damascus naderde . (2) Hnd 9,10 : en Damaskôi = in Damascus . (3) Hnd 9,19 : en Damaskôi = in Damascus . (4) Hnd 9,22 : en Damaskôi = in Damascus . (5) Hnd 9,27 : en Damaskôi = in Damascus . (6) Hnd 22,6 : egeneto de moi poreuomenôi kai eggizonti tèi Damakôi = het overkwam mij echter , terwijl ik op weg was en Damascus naderde . (7) Hnd 26,20 : en Damaskôi = in Damascus . (8) 2 Kor 11,32 (en Damaskôi = in Damascus) .

12. perièstrapsen . Verwijzing : astraptô (bliksemen, stralen) , zie Lc 24,4 . Indicatief aorist derde persoon onzijdig enkelvoud .
- astraptousa . Participium praesens nominatief vrouwelijk enkelvoud . Slechts in Lc 17,24 . In dit vers vergelijkt Lucas de komst van de mensenzoon met een bliksem die flitst en de hemel van de ene naar de andere kant verlicht . In Hnd 9,3 wordt gezegd dat een licht uit de hemel hem omstraalde . Hier wordt het werkwoord peri-astraptô (rondom - stralen / bliksemen . Paulus wordt 'neer'gebliksemd .

13. fôs (licht) . Verwijzing : fôs (licht) , zie Mt 5,14 . Zelfstandig naamwoord onzijdig enkelvoud . In 143 verzen in de bijbel . In 102 verzen in het O.T. . In eenenveertig verzen in het N.T. . In acht verzen in Hnd : (1) Hnd 9,3 . (2) Hnd 12,7 . (3) Hnd 13,47 . (4) Hnd 22,6 . (5) Hnd 22,9 . (6) Hnd 26,13 . (7) Hnd 26,18 . (8) Hnd 26,23 .

Hnd 9,4 - Hnd 9,4 : Saulus in Damascus : Hnd 9,1-22 -- Hnd 9 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 9,1 - Hnd 9,2 - Hnd 9,3 - Hnd 9,4 - Hnd 9,5 - Hnd 9,6 - Hnd 9,7 - Hnd 9,8 - Hnd 9,9 - Hnd 9,10 - Hnd 9,11 - Hnd 9,12 - Hnd 9,13 - Hnd 9,14 - Hnd 9,15 - Hnd 9,16 - Hnd 9,17 - Hnd 9,18 - Hnd 9,19 - Hnd 9,20 - Hnd 9,21 - Hnd 9,22 - Hnd 9 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
4 kai pesôn epi tèn gèn èkousen fônèn legousan autô, saoul saoul, ti me diôkeis;  4 et cadens in terram audivit vocem dicentem sibi Saule Saule quid me persequeris    4 En ter aarde gevallen zijnde, hoorde hij een stem, die tot hem zeide: Saul, Saul! wat vervolgt gij Mij?   [4] Hij viel op de grond en hoorde een stem tegen hem zeggen: ‘Saul, Saul, waarom vervolg je Mij?’  [4] Hij viel op de grond en hoorde een stem tegen hem zeggen: ‘Saul, Saul, waarom vervolg je mij?’   4 Hij valt op de aarde neer en hoort een stem tot hem zeggen: Saul, Saul, waarom vervolg je mij?  4. Tombant à terre, il entendit une voix qui lui disait : « Saoul, Saoul, pourquoi me persécutes-tu ? » - 

King James Bible . [4] And he fell to the earth, and heard a voice saying unto him, Saul, Saul, why persecutest thou me?
Luther-Bibel . 4 und er fiel auf die Erde und hörte eine Stimme, die sprach zu ihm: Saul, Saul, was verfolgst du mich?

Tekstuitleg van Hnd 9,4 .

2. pesôn (gevallen) . Verwijzing : piptô (vallen) , zie Mc 1,40 . Participium aorist nominatief mannelijk enkelvoud van het werkwoord piptô = vallen . In tweeëntwintig verzen in de bijbel . In negen verzen in het O.T. . In dertien verzen in het N.T. . Mt (4) . Mc (1) . Lc (3) . Joh (1) . Hnd (3) : (1) Hnd 5,5 . (2) Hnd 9,4 . (3) Hnd 10,25 . 1 Kor (1) .

3. - 5. epi tèn gèn (op de aarde / grond) .

2. - 5. pesôn (gevallen) epi tèn gèn (op de grond) .

Hnd 9,5 - Hnd 9,5 : Saulus in Damascus : Hnd 9,1-22 -- Hnd 9 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 9,1 - Hnd 9,2 - Hnd 9,3 - Hnd 9,4 - Hnd 9,5 - Hnd 9,6 - Hnd 9,7 - Hnd 9,8 - Hnd 9,9 - Hnd 9,10 - Hnd 9,11 - Hnd 9,12 - Hnd 9,13 - Hnd 9,14 - Hnd 9,15 - Hnd 9,16 - Hnd 9,17 - Hnd 9,18 - Hnd 9,19 - Hnd 9,20 - Hnd 9,21 - Hnd 9,22 - Hnd 9 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
5 eipen de, tis ei, kurie; o de, egô eimi ièsous on su diôkeis: 5 qui dixit quis es Domine et ille ego sum Iesus quem tu persequeris   5 En hij zeide: Wie zijt Gij, Heere? En de Heere zeide: Ik ben Jezus, Dien gij vervolgt. Het is u hard, de verzenen tegen de prikkels te slaan.  [5] Hij zei: ‘Wie bent U dan, Heer?’ Deze antwoordde: ‘Ik ben Jezus die jij vervolgt.   [5] Hij vroeg: ‘Wie bent u, Heer?’ Het antwoord was: ‘Ik ben Jezus, die jij vervolgt. [ 5 Hij zegt: wie bent u dan, Heer? En hij: ik ben Jezus, die jij vervolgt!  5. « Qui es-tu, Seigneur ? » demanda-t-il. Et lui : « Je suis Jésus que tu persécutes.  

King James Bible . [5] And he said, Who art thou, Lord? And the Lord said, I am Jesus whom thou persecutest: it is hard for thee to kick against the pricks.
Luther-Bibel . 5 Er aber sprach: Herr, wer bist du? Der sprach: Ich bin Jesus, den du verfolgst.

Tekstuitleg van Hnd 9,5 .

Hnd 9,6 - Hnd 9,6 : Saulus in Damascus : Hnd 9,1-22 -- Hnd 9 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 9,1 - Hnd 9,2 - Hnd 9,3 - Hnd 9,4 - Hnd 9,5 - Hnd 9,6 - Hnd 9,7 - Hnd 9,8 - Hnd 9,9 - Hnd 9,10 - Hnd 9,11 - Hnd 9,12 - Hnd 9,13 - Hnd 9,14 - Hnd 9,15 - Hnd 9,16 - Hnd 9,17 - Hnd 9,18 - Hnd 9,19 - Hnd 9,20 - Hnd 9,21 - Hnd 9,22 - Hnd 9 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
6 alla anastèthi kai eiselthe eis tèn polin, kai lalèthèsetai soi o ti se dei poiein. 6 […]     6 En hij, bevende en verbaasd zijnde, zeide: Heere, wat wilt Gij, dat ik doen zal? En de Heere zeide tot hem: Sta op, en ga in de stad, en u zal aldaar gezegd worden, wat gij doen moet.  [6] Kom, sta op en ga de stad binnen. Daar zal je gezegd worden wat je doen moet.’   6] Maar sta nu op en ga de stad in, daar zal je gezegd worden wat je moet doen.’   6 Maar sta op en kom de stad binnen, dan zal tot jou gesproken worden wat je moet doen! 6. Mais relève-toi, entre dans la ville, et l'on te dira ce que tu dois faire. »  

King James Bible . [6] And he trembling and astonished said, Lord, what wilt thou have me to do? And the Lord said unto him, Arise, and go into the city, and it shall be told thee what thou must do.
Luther-Bibel . 6 Steh auf und geh in die Stadt; da wird man dir sagen, was du tun sollst.

Tekstuitleg van Hnd 9,6

- Hnd 9,6 : kai lalèthèsetai soi ho ti se dei poiein = en er zal je gezegd worden wat je moet doen .
- Hnd 22,10 : kakei soi lalèthèsetai peri pantôn hôn tetaktai soi poièsai = en daar zal je gezegd worden over alles wat er bevolen is dat je doet .

14. dei (moet) . Verwijzing : deô (moeten) , zie Mt 16,21 . Actief praesens derde persoon enkelvoud van het werkwoord deô (moeten) . In vierennegentig verzen in de bijbel . In achttien verzen in het O.T. . In zesenzeventig verzen in het N.T. . In vijftien verzen in Handelingen : (1) Hnd 1,21 . (2) Hnd 3,21 . (3) Hnd 4,12 . (4) Hnd 5,29 . (5) Hnd 9,6 . (6) Hnd 9,16 . (7) Hnd 14,22 . (8) Hnd 15,5 . (9) Hnd 16,30 . (10) Hnd 19,21 . (11) Hnd 20,35 . (12) Hnd 23,11 . (13) Hnd 25,10 . (14) Hnd 27,24 . (15) Hnd 27,26 .

15. poiein (doen, handelen) . Verwijzing : poiein (doen, handelen) , zie Hnd 1,1 . Infinitief praesens . In 151 verzen in de bijbel . In vierentwintig verzen in het N.T. . Niet bij Lucas . In zes verzen in Hnd : (1) Hnd 1,1 . (2) Hnd 7,19 . (3) Hnd 9,6 . (4) Hnd 16,21 . (5) Hnd 16,30 . (6) Hnd 22,26 .

In twee van de zes verzen staat : dei poiein (men moet doen) : (1) (3) Hnd 9,6 . (2) (5) Hnd 16,30 . In het bekeringsverhaal van Paulus zegt de stem wat Paulus moet doen .

Hnd 9,7 - Hnd 9,7 : Saulus in Damascus : Hnd 9,1-22 -- Hnd 9 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 9,1 - Hnd 9,2 - Hnd 9,3 - Hnd 9,4 - Hnd 9,5 - Hnd 9,6 - Hnd 9,7 - Hnd 9,8 - Hnd 9,9 - Hnd 9,10 - Hnd 9,11 - Hnd 9,12 - Hnd 9,13 - Hnd 9,14 - Hnd 9,15 - Hnd 9,16 - Hnd 9,17 - Hnd 9,18 - Hnd 9,19 - Hnd 9,20 - Hnd 9,21 - Hnd 9,22 - Hnd 9 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
7 oi de andres oi sunodeuontes autô eistèkeisan eneoi, akouontes men tès fônès mèdena de theôrountes.   7 sed surge et ingredere civitatem et dicetur tibi quid te oporteat facere viri autem illi qui comitabantur cum eo stabant stupefacti audientes quidem vocem neminem autem videntes    7 En de mannen, die met hem over weg reisden, stonden verbaasd, horende wel de stem, maar niemand ziende.  [7] Zijn reisgenoten stonden sprakeloos; ze hoorden de stem wel, maar zagen niemand.   [7] De mannen die met Saulus meereisden, stonden sprakeloos; ze hoorden de stem wel, maar zagen niemand.  7 De mannen die met hem onderweg zijn, zijn sprakeloos blijven staan. Zij horen de stem wel maar worden niemand gewaar.  7. Ses compagnons de route s'étaient arrêtés, muets de stupeur : ils entendaient bien la voix, mais sans voir personne. 

King James Bible . [7] And the men which journeyed with him stood speechless, hearing a voice, but seeing no man.
Luther-Bibel . 7 Die Männer aber, die seine Gefährten waren, standen sprachlos da; denn sie hörten zwar die Stimme, aber sahen niemanden.

Tekstuitleg van Hnd 9,7 .

9. akouontes (horende) . Verwijzing : akouô (horen, luisteren) , zie Mt 4,12 . Tegenwoordig deelwoord nominatief mannelijk meervoud . In twintig verzen in de bijbel . In vijf verzen in het O.T. . In vijf verzen in Lc : (1) Lc 2,47 . (2) Lc 4,28 . (3) Lc 8,10 . (4) Lc 8,21 . (5) Lc 11,28 . In vier verzen in Hnd : (1) Hnd 7,54 . (2) Hnd 9,7 . (3) Hnd 9,21 . (4) Hnd 18,8 .

Hnd 9,8 - Hnd 9,8 : Saulus in Damascus : Hnd 9,1-22 -- Hnd 9 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 9,1 - Hnd 9,2 - Hnd 9,3 - Hnd 9,4 - Hnd 9,5 - Hnd 9,6 - Hnd 9,7 - Hnd 9,8 - Hnd 9,9 - Hnd 9,10 - Hnd 9,11 - Hnd 9,12 - Hnd 9,13 - Hnd 9,14 - Hnd 9,15 - Hnd 9,16 - Hnd 9,17 - Hnd 9,18 - Hnd 9,19 - Hnd 9,20 - Hnd 9,21 - Hnd 9,22 - Hnd 9 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
8 ègerthè de saulos apo tès gès, aneôgmenôn de tôn ofthalmôn autou ouden eblepen: cheiragôgountes de auton eisègagon eis damaskon.  8 surrexit autem Saulus de terra apertisque oculis nihil videbat ad manus autem illum trahentes introduxerunt Damascum    8 En Saulus stond op van de aarde; en als hij zijn ogen opendeed, zag hij niemand. En zij, hem bij de hand leidende, brachten hem te Damaskus.  [8] Saulus stond op van de grond, maar hoewel hij zijn ogen open had kon hij niets zien. Ze namen hem dus bij de hand en brachten hem zo Damascus binnen.   [8] Saulus kwam overeind, en hoewel hij zijn ogen open had, kon hij niets zien. Zijn metgezellen pakten hem bij de hand en brachten hem naar Damascus.   8 Saul komt overeind van de aarde, maar hoewel zijn ogen open zijn kan hij helemaal niet kijken! Maar met handgeleide leiden zij hem Damascus binnen.  8. Saul se releva de terre, mais, quoiqu'il eût les yeux ouverts, il ne voyait rien. On le conduisit par la main pour le faire entrer à Damas. 

King James Bible . [8] And Saul arose from the earth; and when his eyes were opened, he saw no man: but they led him by the hand, and brought him into Damascus.
Luther-Bibel . 8 Saulus aber richtete sich auf von der Erde; und als er seine Augen aufschlug, sah er nichts. Sie nahmen ihn aber bei der Hand und führten ihn nach Damaskus;

Tekstuitleg van Hnd 9,8 .

19. accusatief enkelvoud Damaskon . Verwijzing : Damaskos (Damascus) , zie Hnd 9,2 . In elf verzen in het O.T. . In zeven verzen in het N.T. : (1) Hnd 9,2 : eis Damaskon = naar Damascus . (2) Hnd 9,8 : eis Damaskon = naar Damascus . (3) Hnd 22,5 : eis Damaskon = naar Damascus . (4) Hnd 22,10 : eis Damaskon = naar Damascus . (5) Hnd 22,11 : : eis Damaskon = naar Damascus . (6) Hnd 26,12 : eis tèn Damaskon = naar Damascus . (7) Gal 1,17 : eis Damaskon = naar Damascus .

Hnd 9,9 - Hnd 9,9 : Saulus in Damascus : Hnd 9,1-22 -- Hnd 9 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 9,1 - Hnd 9,2 - Hnd 9,3 - Hnd 9,4 - Hnd 9,5 - Hnd 9,6 - Hnd 9,7 - Hnd 9,8 - Hnd 9,9 - Hnd 9,10 - Hnd 9,11 - Hnd 9,12 - Hnd 9,13 - Hnd 9,14 - Hnd 9,15 - Hnd 9,16 - Hnd 9,17 - Hnd 9,18 - Hnd 9,19 - Hnd 9,20 - Hnd 9,21 - Hnd 9,22 - Hnd 9 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
9 kai èn èmeras treis mè blepôn, kai ouk efagen oude epien.  9 et erat tribus diebus non videns et non manducavit neque bibit     9 En hij was drie dagen, dat hij niet zag, en at niet, en dronk niet.   [9] En het duurde drie dagen dat hij niet kon zien en niet at of dronk.   [9] Drie dagen lang bleef hij blind en at en dronk hij niet.  9 Het is drie dagen dat hij niet kan kijken; ook eet en drinkt hij niet. 9. Trois jours durant, il resta sans voir, ne mangeant et ne buvant rien.  

King James Bible . [9] And he was three days without sight, and neither did eat nor drink.
Luther-Bibel . 9 und er konnte drei Tage nicht sehen und aß nicht und trank nicht.

Tekstuitleg van Hnd 9,9 .

Hnd 9,10 - Hnd 9,10 : Saulus in Damascus : Hnd 9,1-22 -- Hnd 9 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 9,1 - Hnd 9,2 - Hnd 9,3 - Hnd 9,4 - Hnd 9,5 - Hnd 9,6 - Hnd 9,7 - Hnd 9,8 - Hnd 9,9 - Hnd 9,10 - Hnd 9,11 - Hnd 9,12 - Hnd 9,13 - Hnd 9,14 - Hnd 9,15 - Hnd 9,16 - Hnd 9,17 - Hnd 9,18 - Hnd 9,19 - Hnd 9,20 - Hnd 9,21 - Hnd 9,22 - Hnd 9 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
10 èn de tis mathètès en damaskô onomati ananias, kai eipen pros auton en oramati o kurios, anania. o de eipen, idou egô, kurie.  10 erat autem quidam discipulus Damasci nomine Ananias et dixit ad illum in visu Dominus Anania at ille ait ecce ego Domine     10 En er was een zeker discipel te Damaskus, met name Ananias; en de Heere zeide tot hem in een gezicht: Ananias! En hij zeide: Zie, hier ben ik, Heere!   [10] Nu was er in Damascus een leerling die Ananias heette. De Heer zei in een visioen tegen hem: ‘Ananias!’ en hij antwoordde: ‘Hier ben ik, Heer.’ [10] In Damascus woonde een leerling die Ananias heette. In een visioen zei de Heer tegen hem: ‘Ananias!’ Hij antwoordde: ‘Ik luister, Heer.’  10 ¶ Nu is er een zeker leerling in Damascus, met de naam Ananias, en tot hem zegt de Heer in een gezicht: Ananias! Hij zegt: zie, hier ben ik, Heer!   10. Il y avait à Damas un disciple du nom d'Ananie. Le Seigneur l'appela dans une vision : « Ananie ! » - « Me voici, Seigneur », répondit-il. -

King James Bible . [10] And there was a certain disciple at Damascus, named Ananias; and to him said the Lord in a vision, Ananias. And he said, Behold, I am here, Lord.
Luther-Bibel . 10 Es war aber ein Jünger in Damaskus mit Namen Hananias; dem erschien der Herr und sprach: Hananias! Und er sprach: Hier bin ich, Herr.

Tekstuitleg van Hnd 9,10 . Dit vers Hnd 9,10 telt 23 woorden en 96 (2 X 2 X 2 X 2 X 2 X 3) letters . De getalwaarde van Hnd 9,10 is 8146 (2 X 4073) .

6. datief mannelijk enkelvoud (wat vorm betreft) ; de stadsnaam is in het Grieks vrouwelijk : Damaskôi (b.v. in Damacus) . Verwijzing : Damaskos (Damascus) , zie Hnd 9,2 . In vijftien verzen in de bijbel . In zeven verzen in het O.T. . In acht verzen in het N.T. : (1) Hnd 9,3 : egeneto auton eggizein tèi Damaskôi = het gebeurde dat hij Damascus naderde . (2) Hnd 9,10 : en Damaskôi = in Damascus . (3) Hnd 9,19 : en Damaskôi = in Damascus . (4) Hnd 9,22 : en Damaskôi = in Damascus . (5) Hnd 9,27 : en Damaskôi = in Damascus . (6) Hnd 22,6 : egeneto de moi poreuomenôi kai eggizonti tèi Damakôi = het overkwam mij echter , terwijl ik op weg was en Damascus naderde . (7) Hnd 26,20 : en Damaskôi = in Damascus . (8) 2 Kor 11,32 (en Damaskôi = in Damascus) .

5. - 6. en Damaskôi (in Damascus) . Verwijzing : Damaskos (Damascus) , zie Hnd 9,2 . In zes van de acht verzen in het N.T. . Niet in Hnd 9,3 en in Hnd 22,6 .

8. Anananias (Ananias) , zie Hnd 5,1 . In negentien verzen in de bijbel . O.T. (11) . N.T. (8) en wel in Hnd : (1) Hnd 5,1 . (2) Hnd 5,5 . (3) Hnd 9,10 . (4) Hnd 9,13 . (5) Hnd 9,17 . (6) Hnd 22,12 . (7) Hnd 23,2 . (8) Hnd 24,1 .

7. onomati (met naam) . Verwijzing : onoma (naam) , zie Lc 23,50 . Datief onzijdig enkelvoud van het zelfstandig naamwoord onoma (naam) . In 260 verzen in de bijbel . In 168 verzen in het O.T. . In tweeënnegentig verzen in het N.T. . In zestien verzen in Lc . In vijfendertig verzen in Hnd : (1) Hnd 2,38 . (2) Hnd 3,6 . (3) Hnd 4,7 . (4) Hnd 4,10 . (5) Hnd 4,17 . (6) Hnd 4,18 . (7) Hnd 5,1 . (8) Hnd 5,28 . (9) Hnd 5,34 . (10) Hnd 5,40 . (11) Hnd 8,9 . (12) Hnd 9,10 . (13) Hnd 9,11 . (14) Hnd 9,12 . (15) Hnd 9,27 . (16) Hnd 9,28 . (17) Hnd 9,33 . (18) Hnd 9,36 . (19) Hnd 10,1 . (20) Hnd 10,48 . (21) Hnd 11,28 . (22) Hnd 12,13 . (23) Hnd 15,14 . (24) Hnd 16,1 . (25) Hnd 16,14 . (26) Hnd 16,18 . (27) Hnd 17,34 . (28) Hnd 18,2 . (29) Hnd 18,7 . (30) Hnd 18,24 . (31) Hnd 19,24 . (32) Hnd 20,9 . (33) Hnd 21,10 . (34) Hnd 27,1 . (35) Hnd 28,7 .

Hnd 9,11 - Hnd 9,11 : Saulus in Damascus : Hnd 9,1-22 -- Hnd 9 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 9,1 - Hnd 9,2 - Hnd 9,3 - Hnd 9,4 - Hnd 9,5 - Hnd 9,6 - Hnd 9,7 - Hnd 9,8 - Hnd 9,9 - Hnd 9,10 - Hnd 9,11 - Hnd 9,12 - Hnd 9,13 - Hnd 9,14 - Hnd 9,15 - Hnd 9,16 - Hnd 9,17 - Hnd 9,18 - Hnd 9,19 - Hnd 9,20 - Hnd 9,21 - Hnd 9,22 - Hnd 9 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
11o de kurios pros auton, anastas poreuthèti epi tèn rumèn tèn kaloumenèn eutheian kai zètèson en oikia iouda saulon onomati tarsea: idou gar proseuchetai,   11 et Dominus ad illum surgens vade in vicum qui vocatur Rectus et quaere in domo Iudae Saulum nomine Tarsensem ecce enim orat    11 En de Heere zeide tot hem: Sta op, en ga in de straat, genaamd de Rechte, en vraag in het huis van Judas naar een, met name Saulus, van Tarsen; want zie, hij bidt.   [11] Daarop zei de Heer tegen hem: ‘Sta op en ga naar de Rechte* Straat en vraag in het huis van Judas naar iemand uit Tarsus die Saulus heet. Hij is nu juist in gebed [11] Daarop zei de Heer: ‘Ga naar de Rechte Straat en vraag daar in het huis van Judas naar iemand uit Tarsus die Saulus heet. Hij is aan het bidden, 11 De Heer zegt tot hem: sta op, ga heen, op de straat aan die de Rechte wordt genoemd, en zoek in het huis van Judas iemand met de naam Saulus van Tarsus; want zie, hij is in gebed   11. « Pars, reprit le Seigneur, va dans la rue Droite et demande, dans la maison de Judas, un nommé Saul de Tarse. Car le voilà qui prie  

[11] And the Lord said unto him, Arise, and go into the street which is called Straight, and inquire in the house of Judas for one called Saul, of Tarsus: for, behold, he prayeth,
11 Der Herr sprach zu ihm: Steh auf und geh in die Straße, die die Gerade heißt, und frage in dem Haus des Judas nach einem Mann mit Namen Saulus von Tarsus. Denn siehe, er betet

Tekstuitleg van Hnd 9,11 . Dit vers Hnd 9,11 telt 24 (2 X 2 X 2 X 3) woorden en 125 (5 X 5 X 5) letters . De getalwaarde van Hnd 9,11 is 12041 (priemgetal) .

20. onomati (met naam) . Verwijzing : onoma (naam) , zie Lc 23,50 . Datief onzijdig enkelvoud van het zelfstandig naamwoord onoma (naam) . In 260 verzen in de bijbel . In 168 verzen in het O.T. . In tweeënnegentig verzen in het N.T. . In zestien verzen in Lc . In vijfendertig verzen in Hnd : (1) Hnd 2,38 . (2) Hnd 3,6 . (3) Hnd 4,7 . (4) Hnd 4,10 . (5) Hnd 4,17 . (6) Hnd 4,18 . (7) Hnd 5,1 . (8) Hnd 5,28 . (9) Hnd 5,34 . (10) Hnd 5,40 . (11) Hnd 8,9 . (12) Hnd 9,10 . (13) Hnd 9,11 . (14) Hnd 9,12 . (15) Hnd 9,27 . (16) Hnd 9,28 . (17) Hnd 9,33 . (18) Hnd 9,36 . (19) Hnd 10,1 . (20) Hnd 10,48 . (21) Hnd 11,28 . (22) Hnd 12,13 . (23) Hnd 15,14 . (24) Hnd 16,1 . (25) Hnd 16,14 . (26) Hnd 16,18 . (27) Hnd 17,34 . (28) Hnd 18,2 . (29) Hnd 18,7 . (30) Hnd 18,24 . (31) Hnd 19,24 . (32) Hnd 20,9 . (33) Hnd 21,10 . (34) Hnd 27,1 . (35) Hnd 28,7 .

Hnd 9,12 - Hnd 9,12 : Saulus in Damascus : Hnd 9,1-22 -- Hnd 9 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 9,1 - Hnd 9,2 - Hnd 9,3 - Hnd 9,4 - Hnd 9,5 - Hnd 9,6 - Hnd 9,7 - Hnd 9,8 - Hnd 9,9 - Hnd 9,10 - Hnd 9,11 - Hnd 9,12 - Hnd 9,13 - Hnd 9,14 - Hnd 9,15 - Hnd 9,16 - Hnd 9,17 - Hnd 9,18 - Hnd 9,19 - Hnd 9,20 - Hnd 9,21 - Hnd 9,22 - Hnd 9 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12kai eiden andra [en oramati] ananian onomati eiselthonta kai epithenta autô [tas] cheiras opôs anablepsè.   12 et vidit virum Ananiam nomine introeuntem et inponentem sibi manus ut visum recipiat    12 En hij heeft in een gezicht gezien, dat een man, met name Ananias, inkwam, en hem de hand oplegde, opdat hij wederom ziende werd.  [12] en heeft in een visioen gezien hoe iemand met de naam Ananias binnenkomt en hem de handen oplegt, zodat hij weer kan zien.’  [12] en hij heeft in een visioen gezien hoe een man die Ananias heet, binnenkomt en hem de handen oplegt om hem weer te laten zien.’   12 en heeft in een gezicht een man met de naam Ananias zien binnenkomen die hem de handen oplegt, zodat hij weer kan kijken.  12. et qui a vu un homme du nom d'Ananie entrer et lui imposer les mains pour lui rendre la vue. » 

King James Bible . [12] And hath seen in a vision a man named Ananias coming in, and putting his hand on him, that he might receive his sight.
Luther-Bibel . 12 und hat in einer Erscheinung einen Mann gesehen mit Namen Hananias, der zu ihm hereinkam und die Hand auf ihn legte, damit er wieder sehend werde.

Tekstuitleg van Hnd 9,12 .

Hnd 9,13 - Hnd 9,13 : Saulus in Damascus : Hnd 9,1-22 -- Hnd 9 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 9,1 - Hnd 9,2 - Hnd 9,3 - Hnd 9,4 - Hnd 9,5 - Hnd 9,6 - Hnd 9,7 - Hnd 9,8 - Hnd 9,9 - Hnd 9,10 - Hnd 9,11 - Hnd 9,12 - Hnd 9,13 - Hnd 9,14 - Hnd 9,15 - Hnd 9,16 - Hnd 9,17 - Hnd 9,18 - Hnd 9,19 - Hnd 9,20 - Hnd 9,21 - Hnd 9,22 - Hnd 9 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
13apekrithè de ananias, kurie, èkousa apo pollôn peri tou andros toutou, osa kaka tois agiois sou epoièsen en ierousalèm:   13 respondit autem Ananias Domine audivi a multis de viro hoc quanta mala sanctis tuis fecerit in Hierusalem    13 En Ananias antwoordde: Heere! ik heb uit velen gehoord van dezen man, hoeveel kwaad hij Uw heiligen in Jeruzalem gedaan heeft;   [13] Hierop zei Ananias: ‘Heer, ik heb al van veel kanten gehoord hoeveel kwaad deze man uw heiligen* in Jeruzalem heeft aangedaan.  [13] Ananias antwoordde: ‘Heer, van veel kanten heb ik gehoord over deze man en over al het kwaad dat hij uw heiligen in Jeruzalem heeft aangedaan.   13 Maar Ananias antwoordt: Heer, ik heb van velen over deze man gehoord, hoeveel kwaad hij uw heiligen gedaan heeft in Jeruzalem;  13. Ananie répondit : « Seigneur, j'ai entendu beaucoup de monde parler de cet homme et dire tout le mal qu'il a fait à tes saints à Jérusalem.  

King James Bible . [13] Then Ananias answered, Lord, I have heard by many of this man, how much evil he hath done to thy saints at Jerusalem:
Luther-Bibel . 13 Hananias aber antwortete: Herr, ich habe von vielen gehört über diesen Mann, wie viel Böses er deinen Heiligen in Jerusalem angetan hat;

Tekstuitleg van Hnd 9,13 .

3. Anananias (Ananias) , zie Hnd 5,1 . In negentien verzen in de bijbel . O.T. (11) . N.T. (8) en wel in Hnd : (1) Hnd 5,1 . (2) Hnd 5,5 . (3) Hnd 9,10 . (4) Hnd 9,13 . (5) Hnd 9,17 . (6) Hnd 22,12 . (7) Hnd 23,2 . (8) Hnd 24,1 .

Hnd 9,14 - Hnd 9,14 : Saulus in Damascus : Hnd 9,1-22 -- Hnd 9 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 9,1 - Hnd 9,2 - Hnd 9,3 - Hnd 9,4 - Hnd 9,5 - Hnd 9,6 - Hnd 9,7 - Hnd 9,8 - Hnd 9,9 - Hnd 9,10 - Hnd 9,11 - Hnd 9,12 - Hnd 9,13 - Hnd 9,14 - Hnd 9,15 - Hnd 9,16 - Hnd 9,17 - Hnd 9,18 - Hnd 9,19 - Hnd 9,20 - Hnd 9,21 - Hnd 9,22 - Hnd 9 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
14kai ôde echei exousian para tôn archiereôn dèsai pantas tous epikaloumenous to onoma sou.  14 et hic habet potestatem a principibus sacerdotum alligandi omnes qui invocant nomen tuum     14 En heeft hier macht van de overpriesters, om te binden allen, die Uw Naam aanroepen.  [14] Ook hier beschikt hij over een machtiging van de hogepriesters om ieder die uw naam aanroept gevangen te nemen.’   [14] Bovendien heeft hij toestemming van de hogepriesters om hier iedereen die uw naam aanroept in de boeien te slaan.’ 14 en hier heeft hij volmacht van de overpriesters om allen te binden die uw naam aanroepen! 14. Et il est ici avec pleins pouvoirs des grands prêtres pour enchaîner tous ceux qui invoquent ton nom. »  

King James Bible . [14] And here he hath authority from the chief priests to bind all that call on thy name.
Luther-Bibel . 14 und hier hat er Vollmacht von den Hohenpriestern, alle gefangen zu nehmen, die deinen Namen anrufen.

Tekstuitleg van Hnd 9,14 .

Hnd 9,15 - Hnd 9,15 : Saulus in Damascus : Hnd 9,1-22 -- Hnd 9 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 9,1 - Hnd 9,2 - Hnd 9,3 - Hnd 9,4 - Hnd 9,5 - Hnd 9,6 - Hnd 9,7 - Hnd 9,8 - Hnd 9,9 - Hnd 9,10 - Hnd 9,11 - Hnd 9,12 - Hnd 9,13 - Hnd 9,14 - Hnd 9,15 - Hnd 9,16 - Hnd 9,17 - Hnd 9,18 - Hnd 9,19 - Hnd 9,20 - Hnd 9,21 - Hnd 9,22 - Hnd 9 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
15eipen de pros auton o kurios, poreuou, oti skeuos eklogès estin moi outos tou bastasai to onoma mou enôpion ethnôn te kai basileôn uiôn te israèl: 15 dixit autem ad eum Dominus vade quoniam vas electionis est mihi iste ut portet nomen meum coram gentibus et regibus et filiis Israhel    15 Maar de Heere zeide tot hem: Ga heen; want deze is Mij een uitverkoren vat, om Mijn Naam te dragen voor de heidenen, en de koningen, en de kinderen Israëls.   [15] Maar de Heer zei tegen hem: ‘Ga, want deze man is het instrument dat Ik gekozen heb om mijn naam hoog te houden onder de volken en hun koningen en onder de Israëlieten.   [15] Maar de Heer zei: ‘Ga, want hij is het instrument dat ik gekozen heb om mijn naam uit te dragen onder alle volken en heersers en onder al de Israëlieten.  15 Maar de Heer zegt tot hem: ga, want hij is voor mij een uitverkoren werktuig om mijn naam te torsen voor het aanschijn van volkeren, koningen en kinderen Israëls;  15. Mais le Seigneur lui dit : « Va, car cet homme m'est un instrument de choix pour porter mon nom devant les nations païennes, les rois et les Israélites.  

King James Bible . [15] But the Lord said unto him, Go thy way: for he is a chosen vessel unto me, to bear my name before the Gentiles, and kings, and the children of Israel:
Luther-Bibel . 15 Doch der Herr sprach zu ihm: Geh nur hin; denn dieser ist mein auserwähltes Werkzeug, dass er meinen Namen trage vor Heiden und vor Könige und vor das Volk Israel.

Tekstuitleg van Hnd 9,15 .

Hnd 9,16 - Hnd 9,16 : Saulus in Damascus : Hnd 9,1-22 -- Hnd 9 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 9,1 - Hnd 9,2 - Hnd 9,3 - Hnd 9,4 - Hnd 9,5 - Hnd 9,6 - Hnd 9,7 - Hnd 9,8 - Hnd 9,9 - Hnd 9,10 - Hnd 9,11 - Hnd 9,12 - Hnd 9,13 - Hnd 9,14 - Hnd 9,15 - Hnd 9,16 - Hnd 9,17 - Hnd 9,18 - Hnd 9,19 - Hnd 9,20 - Hnd 9,21 - Hnd 9,22 - Hnd 9 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
16egô gar upodeixô autô osa dei auton uper tou onomatos mou pathein.   16 ego enim ostendam illi quanta oporteat eum pro nomine meo pati     16 Want Ik zal hem tonen, hoeveel hij lijden moet om Mijn Naam.   [16] Ik zal hem namelijk laten zien hoeveel hij moet lijden omwille van mijn naam.’  [16] Ik zal hem tonen hoezeer hij moet lijden omwille van mijn naam.’   16 want zelf zal ik hem tonen hoeveel hij voor mijn naam moet lijden!   16. Moi-même, en effet, je lui montrerai tout ce qu'il lui faudra souffrir pour mon nom. »  

King James Bible . [16] For I will shew him how great things he must suffer for my name's sake.
Luther-Bibel . 16 Ich will ihm zeigen, wie viel er leiden muss um meines Namens willen.

Tekstuitleg van Hnd 9,16 .

6. dei (moet) . Verwijzing : deô (moeten) , zie Mt 16,21 . Actief praesens derde persoon enkelvoud van het werkwoord deô (moeten) . In vierennegentig verzen in de bijbel . In achttien verzen in het O.T. . In zesenzeventig verzen in het N.T. . In vijftien verzen in Handelingen : (1) Hnd 1,21 . (2) Hnd 3,21 . (3) Hnd 4,12 . (4) Hnd 5,29 . (5) Hnd 9,6 . (6) Hnd 9,16 . (7) Hnd 14,22 . (8) Hnd 15,5 . (9) Hnd 16,30 . (10) Hnd 19,21 . (11) Hnd 20,35 . (12) Hnd 23,11 . (13) Hnd 25,10 . (14) Hnd 27,24 . (15) Hnd 27,26 .

Hnd 9,17 - Hnd 9,17 : Saulus in Damascus : Hnd 9,1-22 -- Hnd 9 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 9,1 - Hnd 9,2 - Hnd 9,3 - Hnd 9,4 - Hnd 9,5 - Hnd 9,6 - Hnd 9,7 - Hnd 9,8 - Hnd 9,9 - Hnd 9,10 - Hnd 9,11 - Hnd 9,12 - Hnd 9,13 - Hnd 9,14 - Hnd 9,15 - Hnd 9,16 - Hnd 9,17 - Hnd 9,18 - Hnd 9,19 - Hnd 9,20 - Hnd 9,21 - Hnd 9,22 - Hnd 9 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
17apèlthen de ananias kai eisèlthen eis tèn oikian, kai epitheis ep auton tas cheiras eipen, saoul adelfe, o kurios apestalken me, ièsous o oftheis soi en tè odô è èrchou, opôs anablepsès kai plèsthès pneumatos agiou.   17 et abiit Ananias et introivit in domum et inponens ei manus dixit Saule frater Dominus misit me Iesus qui apparuit tibi in via qua veniebas ut videas et implearis Spiritu Sancto    17 En Ananias ging heen en kwam in het huis; en de handen op hem leggende, zeide hij: Saul, broeder! de Heere heeft mij gezonden, namelijk Jezus, Die u verschenen is op den weg, dien gij kwaamt, opdat gij weder ziende en met den Heiligen Geest vervuld zoudt worden.   [17] Ananias vertrok, ging het huis binnen en legde hem de handen op. ‘Saul, broeder,’ zei hij, ‘de Heer heeft mij gestuurd – Jezus, die je onderweg hierheen is verschenen – opdat je weer kunt zien en vervuld wordt van heilige Geest.’  [17] Ananias vertrok en ging naar het huis, waar hij Saulus de handen oplegde, terwijl hij zei: ‘Saul, broeder, ik ben gezonden door de Heer, door Jezus, die aan u verschenen is op de weg hierheen, om ervoor te zorgen dat u weer kunt zien en vervuld wordt van de heilige Geest.’ 17 Ananias gaat heen en komt het huis binnen. Hij legt hem de handen op en zegt: Saul, broeder, de Heer heeft mij uitgezonden, Jezus, die zich aan jou heeft laten zien op de weg waarover je kwam,– opdat je opnieuw kunt kijken en vervuld wordt van heilige Geest!   17. Alors Ananie partit, entra dans la maison, imposa les mains à Saul et lui dit : « Saoul, mon frère, celui qui m'envoie, c'est le Seigneur, ce Jésus qui t'est apparu sur le chemin par où tu venais ; et c'est afin que tu recouvres la vue et sois rempli de l'Esprit Saint. »  

King James Bible . [17] And Ananias went his way, and entered into the house; and putting his hands on him said, Brother Saul, the Lord, even Jesus, that appeared unto thee in the way as thou camest, hath sent me, that thou mightest receive thy sight, and be filled with the Holy Ghost.
Luther-Bibel . 17 Und Hananias ging hin und kam in das Haus und legte die Hände auf ihn und sprach: Lieber Bruder Saul, der Herr hat mich gesandt, Jesus, der dir auf dem Wege hierher erschienen ist, dass du wieder sehend und mit dem Heiligen Geist erfüllt werdest.

Tekstuitleg van Hnd 9,17 .

3. Anananias (Ananias) , zie Hnd 5,1 . In negentien verzen in de bijbel . O.T. (11) . N.T. (8) en wel in Hnd : (1) Hnd 5,1 . (2) Hnd 5,5 . (3) Hnd 9,10 . (4) Hnd 9,13 . (5) Hnd 9,17 . (6) Hnd 22,12 . (7) Hnd 23,2 . (8) Hnd 24,1 .

35. pneumatos (- vol - geest) . Verwijzing : pneuma (adem, wind, geest) , zie Lc 4,1 . Genitief onzijdig enkelvoud . In 138 verzen in de bijbel . In tweeënveertig verzen in het O.T. . In zesennegentig verzen in het N.T. . In zes verzen bij Lucas voor ; in vier verzen in combinatie met vervullen / vol :
(1) Johannes de Doper : Lc 1,15 (pneumatos hagiou plèsthèsetai = van heilige geest zal hij vervuld worden) .
(2) Lc 1,41 ( Elisabeth - eplèsthè pneumatos hagiou hè Elisabet = Elisabeth werd vervuld van heilige geest) .
(3) Lc 1,67 (Zacharia - eplèsthè pneumatos hagiou = hij werd vervuld van heilige geest) .
(4) Lc 2,26 .
(5) Lc 4,1 (plèrès pneumatos hagiou = vol van heilige geest) .
(6) Lc 4,14 : en tèi dunamei tou pneumatos = in de kracht van de geest) .
Meestal volgt de bepaling pneumatos (van geest) op het begrip van vullen / vol , behalve in Lc 1,15 .
In drieëntwintig verzen in Hnd.:
(1) Hnd 1,2 (dia pneumatos hagiou = via heilige geest) .
(2) Hnd 1,8 (dunamin epelthontos tou pneumatos hagiou ef'humas = kracht van de over jullie komende heilige geest) .
(3) Hnd 2,4 (eplèsthèsan pantes pneumatos hagiou = allen werden vervuld van heilige geest) .
(4) Hnd 2,17 .
(5) Hnd 2,18 .
(6) Hnd 2,33 .
(7) Hnd 2,38 (tèn dôrean tou hagiou pneumatos = de gave van de heilige geest) .
(8) Hnd 4,8 (Petrus - plèstheis pneumatos hagiou = vervuld van heilige geest) .
(9) Hnd 4,25 .
(10) Hnd 4,31 (eplèsthèsan hapantes tou hagiou pneumatos = allen werden vervuld van de heilige geest) .
(11) Hnd 6,3 (7 getuigen - plèreis pneumatos kai sofias = vol van geest en wijsheid) .
(12) Hnd 6,5 (Stefanus - plèrès pisteôs kai pneumatos hagiou = vol van geloof en heilige geest) .
(13) Hnd 7,55 (plèrès pneumatos hagiou = vol van heilige geest) .
(14) Hnd 9,17
(15) Hnd 9,31
(16) Hnd 10,45 (hè dôrea tou hagiou pneumatos ekkechutai = de gave van de heilige geest wordt uitgestort) .
(17) Hnd 11,24 (plèrès pneumatos hagiou kai pisteôs = vol van heilige geest en van geloof) .
(18) Hnd 11,28 .
(19) Hnd 13,4 .
(20) Hnd 13,9 (Paulus - plèstheis pneumatos hagiou = vervuld van heilige geest) .
(21) Hnd 13,52 .
(22) Hnd 16,6 .
(23) Hnd 21,4 .

Hnd 9,18 - Hnd 9,18 : Saulus in Damascus : Hnd 9,1-22 -- Hnd 9 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 9,1 - Hnd 9,2 - Hnd 9,3 - Hnd 9,4 - Hnd 9,5 - Hnd 9,6 - Hnd 9,7 - Hnd 9,8 - Hnd 9,9 - Hnd 9,10 - Hnd 9,11 - Hnd 9,12 - Hnd 9,13 - Hnd 9,14 - Hnd 9,15 - Hnd 9,16 - Hnd 9,17 - Hnd 9,18 - Hnd 9,19 - Hnd 9,20 - Hnd 9,21 - Hnd 9,22 - Hnd 9 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
18kai eutheôs apepesan autou apo tôn ofthalmôn ôs lepides, aneblepsen te, kai anastas ebaptisthè,  18 et confestim ceciderunt ab oculis eius tamquam squamae et visum recepit et surgens baptizatus est    18 En terstond vielen af van zijn ogen gelijk als schellen, en hij werd terstond wederom ziende; en stond op, en werd gedoopt.   [18] Meteen vielen hem als het ware de schellen van de ogen. Hij kon weer zien, stond op en liet zich dopen.  [18] Meteen was het alsof er schellen van Saulus’ ogen vielen; hij kon weer zien, stond op en liet zich dopen,   18 En meteen vallen hem als het ware schellen van de ogen. Hij kan opnieuw kijken, staat op en laat zich onderdompelen.   18. Aussitôt il lui tomba des yeux comme des écailles, et il recouvra la vue. Sur-le-champ il fut baptisé ;  

King James Bible . [18] And immediately there fell from his eyes as it had been scales: and he received sight forthwith, and arose, and was baptized.
Luther-Bibel . 18 Und sogleich fiel es von seinen Augen wie Schuppen und er wurde wieder sehend; und er stand auf, ließ sich taufen

Tekstuitleg van Hnd 9,18 .

Hnd 9,19 - Hnd 9,19 : Saulus in Damascus : Hnd 9,1-22 -- Hnd 9 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 9,1 - Hnd 9,2 - Hnd 9,3 - Hnd 9,4 - Hnd 9,5 - Hnd 9,6 - Hnd 9,7 - Hnd 9,8 - Hnd 9,9 - Hnd 9,10 - Hnd 9,11 - Hnd 9,12 - Hnd 9,13 - Hnd 9,14 - Hnd 9,15 - Hnd 9,16 - Hnd 9,17 - Hnd 9,18 - Hnd 9,19 - Hnd 9,20 - Hnd 9,21 - Hnd 9,22 - Hnd 9 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
19 kai labôn trofèn enischusen. egeneto de meta tôn en damaskô mathètôn èmeras tinas,  19 et cum accepisset cibum confortatus est fuit autem cum discipulis qui erant Damasci per dies aliquot   19 En als hij spijze genomen had, werd hij versterkt. En Saulus was sommige dagen bij de discipelen, die te Damaskus waren.   [19] Hij at iets om weer op krachten te komen. [19] Hij was enkele dagen bij de leerlingen in Damascus   [19] en nadat hij gegeten had, kwam hij weer op krachten. Hij bleef enkele dagen bij de leerlingen in Damascus  19 Hij neemt voedsel aan en komt op krachten. En het geschiedt als hij enkele dagen bij de leerlingen in Damascus is   19. puis il prit de la nourriture, et les forces lui revinrent. Il passa quelques jours avec les disciples à Damas, 

King James Bible . [19] And when he had received meat, he was strengthened. Then was Saul certain days with the disciples which were at Damascus.
Luther-Bibel . 19 und nahm Speise zu sich und stärkte sich. Saulus blieb aber einige Tage bei den Jüngern in Damaskus.

Tekstuitleg van Hnd 9,19 .

10. datief mannelijk enkelvoud (wat vorm betreft) ; de stadsnaam is in het Grieks vrouwelijk : Damaskôi (b.v. in Damacus) . Verwijzing : Damaskos (Damascus) , zie Hnd 9,2 . In vijftien verzen in de bijbel . In zeven verzen in het O.T. . In acht verzen in het N.T. : (1) Hnd 9,3 : egeneto auton eggizein tèi Damaskôi = het gebeurde dat hij Damascus naderde . (2) Hnd 9,10 : en Damaskôi = in Damascus . (3) Hnd 9,19 : en Damaskôi = in Damascus . (4) Hnd 9,22 : en Damaskôi = in Damascus . (5) Hnd 9,27 : en Damaskôi = in Damascus . (6) Hnd 22,6 : egeneto de moi poreuomenôi kai eggizonti tèi Damakôi = het overkwam mij echter , terwijl ik op weg was en Damascus naderde . (7) Hnd 26,20 : en Damaskôi = in Damascus . (8) 2 Kor 11,32 (en Damaskôi = in Damascus) .

9. - 10. en Damaskôi (in Damascus) . Verwijzing : Damaskos (Damascus) , zie Hnd 9,2 . In zes van de acht verzen in het N.T. . Niet in Hnd 9,3 en in Hnd 22,6

Hnd 9,20 - Hnd 9,20 : Saulus in Damascus : Hnd 9,1-22 -- Hnd 9 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 9,1 - Hnd 9,2 - Hnd 9,3 - Hnd 9,4 - Hnd 9,5 - Hnd 9,6 - Hnd 9,7 - Hnd 9,8 - Hnd 9,9 - Hnd 9,10 - Hnd 9,11 - Hnd 9,12 - Hnd 9,13 - Hnd 9,14 - Hnd 9,15 - Hnd 9,16 - Hnd 9,17 - Hnd 9,18 - Hnd 9,19 - Hnd 9,20 - Hnd 9,21 - Hnd 9,22 - Hnd 9 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
20 kai eutheôs en tais sunagôgais ekèrussen ton ièsoun oti outos estin o uios tou theou.  20 et continuo in synagogis praedicabat Iesum quoniam hic est Filius Dei     20 En hij predikte terstond Christus in de synagogen, dat Hij de Zoon van God is.  [20] en meteen al verkondigde hij in de synagogen dat Jezus de Zoon van God is.  [20] en ging onmiddellijk in de synagogen verkondigen dat Jezus de Zoon van God is.  20 dat hij meteen in de synagogen over Jezus is gaan prediken dat hij de Zoon van God is.   20. et aussitôt il se mit à prêcher Jésus dans les synagogues, proclamant qu'il est le Fils de Dieu. 

King James Bible . [20] And straightway he preached Christ in the synagogues, that he is the Son of God.
Luther-Bibel . 20 Und alsbald predigte er in den Synagogen von Jesus, dass dieser Gottes Sohn sei.

Tekstuitleg van Hnd 9,20

Hnd 9,21 - Hnd 9,21 : Saulus in Damascus : Hnd 9,1-22 -- Hnd 9 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 9,1 - Hnd 9,2 - Hnd 9,3 - Hnd 9,4 - Hnd 9,5 - Hnd 9,6 - Hnd 9,7 - Hnd 9,8 - Hnd 9,9 - Hnd 9,10 - Hnd 9,11 - Hnd 9,12 - Hnd 9,13 - Hnd 9,14 - Hnd 9,15 - Hnd 9,16 - Hnd 9,17 - Hnd 9,18 - Hnd 9,19 - Hnd 9,20 - Hnd 9,21 - Hnd 9,22 - Hnd 9 -

Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
21 existanto de pantes oi akouontes kai elegon, ouch outos estin o porthèsas eis ierousalèm tous epikaloumenous to onoma touto, kai ôde eis touto elèluthei ina dedemenous autous agagè epi tous archiereis; 21 stupebant autem omnes qui audiebant et dicebant nonne hic est qui expugnabat in Hierusalem eos qui invocabant nomen istud et huc ad hoc venit ut vinctos illos duceret ad principes sacerdotum     21 En zij ontzetten zich allen, die het hoorden, en zeiden: Is deze niet degene, die te Jeruzalem verstoorde, wie dezen Naam aanriepen, en die daarom hier gekomen is, opdat hij dezelve gebonden zou brengen tot de overpriesters?   [21] Alle toehoorders stonden versteld en zeiden: ‘Maar dit is toch de man die in Jeruzalem iedereen naar het leven stond die deze naam aanroept! Ook hier was hij met dat doel gekomen, om hen gevangen te nemen en naar de hogepriesters te brengen.’  [21] Allen die hem hoorden waren stomverbaasd en vroegen: ‘Dat is toch de man die in Jeruzalem de volgelingen van die Jezus naar het leven stond, en hij is toch hierheen gekomen om hen gevangen te nemen en uit te leveren aan de hogepriesters?’  21 Alle toehoorders staan versteld; zij hebben gezegd: is hij het niet die te Jeruzalem hen uitroeide die deze naam aanriepen en daarvoor ook hierheen is gekomen om hen gebonden naar de overpriester te leiden?   21. Tous ceux qui l'entendaient étaient stupéfaits et disaient : « N'est-ce pas là celui qui, à Jérusalem, s'acharnait sur ceux qui invoquent ce nom, et n'est-il pas venu ici tout exprès pour les amener enchaînés aux grands prêtres ? »  

King James Bible . [21] But all that heard him were amazed, and said; Is not this he that destroyed them which called on this name in Jerusalem, and came hither for that intent, that he might bring them bound unto the chief priests?
Luther-Bibel . 21 Alle aber, die es hörten, entsetzten sich und sprachen: Ist das nicht der, der in Jerusalem alle vernichten wollte, die diesen Namen anrufen, und ist er nicht deshalb hierher gekommen, dass er sie gefesselt zu den Hohenpriestern führe?

Tekstanalyse van Hnd 9,21

1. existanto (zij waren buiten zichzelf) . Verwijzing : existamai (buiten zichzelf zijn , ontsteld / ontzet zijn) , zie Mc 16,8 . Imperfectum derde persoon meervoud . In zeven verzen in de bijbel . In één vers in het O.T. , in zes verzen in het N.T. : (1) Gn 43,33 . (2) Mt 12,23 . (3) Mc 6,51 . (4) Lc 2,47 . (5) Hnd 2,7 . (6) Hnd 2,12 . (7) Hnd 9,21 . In alle zinnen staat het vervoegd werkwoord bij het begin van de zin . Het werkwoord existèmai wordt vertaald door : buiten zichzelf zijn , versteld staan , verstomd staan , buiten zichzelf raken , van zijn stuk brengen , van zijn stuk gebracht worden . Het werkwoord existèmai roept de gedachte op dat men uit zijn evenwicht geraakt , dat het gebeurde niet overeenkomt met wat men over een persoon (personen) of situatie dacht en bijgevolg vragen oproept . Bij existèmai wordt het voor-oordeel aan het wankelen gebracht . Zie ook Hnd 2,12 . Het is een reactie op wat ze in Hnd 2,6 horen praten . Deze reactie komt na het eerste optreden van hen die door de geest vervuld zijn .

In het schema onder Mc 16,8 kunnen we zien hoe de zinnen met existanto (zij waren buiten zichzelf) op gelijkaardige wijze zijn opgebouwd .

1. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
2. Gn 43,33 Mt 12,23 Mc 6,51 Lc 2,47 Hnd 2,7 Hnd 2,12 Hnd 9,21
3. existanto de (zij waren echter buiten zichzelf) kai existanto (en zij waren buiten zichzelf) existanto (zij waren buiten zichzelf) existanto de (zij waren echter buiten zichzelf) existanto de (zij waren echter buiten zichzelf) existanto de (zij waren echter buiten zichzelf) existanto de (zij waren echter buiten zichzelf)
4. hoi anthrôpoi (de mensen)  ekastos pros ton adelfou autou (ieder tot zijn broer) pantes oi ochloi (alle menigten) (en heautois = onder elkaar)  pantes oi akouontes (alle toehoorders) "pantes" (allen)   pantes (allen)   pantes oi akouontes (alle toehoorders) 
5.   kai elegon (en ze zeiden)       kai ethaumazon legontes (en zij waren verwonderd zeggend)   kai dièporoun allos pros allon legontes (en zij waren in verlegenheid, de ene tot de ander zeggend)   kai elegon (en ze zeiden)   
6.   mèti outos estin ho (is deze niet de ...)       ouch idou hapantes houtoi eisin  (zie zijn niet al dezen)   ti thelei touto einai ;  ouch houtos estin ho (is deze niet)  
7.   117. Genezing van een blinde en een stomme bezetene : Mt 12,22-23 - Mt 9,32-34 - Lc 11,14   152. Jezus wandelt op het meer : Mc 6,45-52 - Mt 14,22-33 8. De twaalfjarige Jezus in de tempel : Lc 2,41-52  Hnd 2,1-13 : Pinksteren  Hnd 2,1-13 : Pinksteren  Saulus in Damascus : Hnd 9,1-22 .  

3. pantes (allen) . Verwijzing : pas (ieder, elk) , zie Mc 2,13 . Nominatief mannelijk en vrouwelijk meervoud . In 724 verzen in de bijbel . In 166 verzen in het N.T. In drieëndertig verzen in Hnd , zie Hnd 1,14 : (1) Hnd 1,14 . (2) Hnd 2,1 . (3) Hnd 2,4 . (4) Hnd 2,12 . (5) Hnd 2,14 . (6) Hnd 2,32 . (7) Hnd 2,44 . (8) Hnd 3,24 . (9) Hnd 4,21 . (10) Hnd 5,17 . (11) Hnd 5,36 . (12) Hnd 5,37 . (13) Hnd 6,15 . (14) Hnd 8,1 . (15) Hnd 8,10 . (16) Hnd 9,21 . (17) Hnd 9,26 . (18) Hnd 9,35 . (19) Hnd 10,33 . (20) Hnd 10,43 . (21) Hnd 16,33 . (22) Hnd 17,7 . (23) Hnd 17,21 . (24) Hnd 18,17 . (25) Hnd 19,7 . (26) Hnd 20,25 . (27) Hnd 21,18 . (28) Hnd 21,20 . (29) Hnd 21,24 . (30) Hnd 22,3 . (31) Hnd 25,24 . (32) Hnd 26,4 . (33) Hnd 27,36 . In drie verzen in het pinksterenverhaal : Hnd 2,1 . Hnd 2,4 . Hnd 2,12 .
- hapantes (allen) . In zes verzen in Hnd : (Hnd 2,1) . (1) Hnd 2,7 . (2) Hnd 4,31 . (3) Hnd 5,12 . (4) Hnd 5,16 . (5) Hnd 16,3 . (6) Hnd 16,28 .

5. akouontes (horende) . Verwijzing : akouô (horen, luisteren) , zie Mt 4,12 . Tegenwoordig deelwoord nominatief mannelijk meervoud . In twintig verzen in de bijbel . In vijf verzen in het O.T. . In vijf verzen in Lc : (1) Lc 2,47 . (2) Lc 4,28 . (3) Lc 8,10 . (4) Lc 8,21 . (5) Lc 11,28 . In vier verzen in Hnd : (1) Hnd 7,54 . (2) Hnd 9,7 . (3) Hnd 9,21 . (4) Hnd 18,8 .

3. - 5. pantes hoi akouantes (al wie hoort) . In twee verzen in het N.T. : (1) Lc 2,47 . (2) Hnd 9,21 .

Hnd 9,22 - Hnd 9,22 : Saulus in Damascus : Hnd 9,1-22 -- Hnd 9 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 9,1 - Hnd 9,2 - Hnd 9,3 - Hnd 9,4 - Hnd 9,5 - Hnd 9,6 - Hnd 9,7 - Hnd 9,8 - Hnd 9,9 - Hnd 9,10 - Hnd 9,11 - Hnd 9,12 - Hnd 9,13 - Hnd 9,14 - Hnd 9,15 - Hnd 9,16 - Hnd 9,17 - Hnd 9,18 - Hnd 9,19 - Hnd 9,20 - Hnd 9,21 - Hnd 9,22 - Hnd 9 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
22 saulos de mallon enedunamouto kai sunechunnen [tous] ioudaious tous katoikountas en damaskô, sumbibazôn oti outos estin o christos.  22 Saulus autem magis convalescebat et confundebat Iudaeos qui habitabant Damasci adfirmans quoniam hic est Christus     22 Doch Saulus werd meer en meer bekrachtigd, en overtuigde de Joden, die te Damaskus woonden, bewijzende, dat deze de Christus is.   [22] Saulus’ optreden werd steeds sterker; hij bracht de Joden die in Damascus woonden in verlegenheid door hun te bewijzen dat Jezus de Messias* is.   [22] Saulus’ optreden werd echter steeds krachtiger, en hij bracht de in Damascus wonende Joden in verwarring door aan te tonen dat Jezus de messias is.  22 Maar Saulus werd des te meer bekrachtigd, en heeft de Judeeërs die in Damascus wonen in verwarring gebracht door te bewijzen dat hij de Christus is. 22. Mais Saul gagnait toujours en force et confondait les Juifs de Damas en démontrant que Jésus est bien le Christ.  

King James Bible . [22] But Saul increased the more in strength, and confounded the Jews which dwelt at Damascus, proving that this is very Christ.
Luther-Bibel . 22 Saulus aber gewann immer mehr an Kraft und trieb die Juden in die Enge, die in Damaskus wohnten, und bewies, dass Jesus der Christus ist.

Tekstuitleg van Hnd 9,22 .

12. datief mannelijk enkelvoud (wat vorm betreft) ; de stadsnaam is in het Grieks vrouwelijk : Damaskôi (b.v. in Damacus) . Verwijzing : Damaskos (Damascus) , zie Hnd 9,2 . In vijftien verzen in de bijbel . In zeven verzen in het O.T. . In acht verzen in het N.T. : (1) Hnd 9,3 : egeneto auton eggizein tèi Damaskôi = het gebeurde dat hij Damascus naderde . (2) Hnd 9,10 : en Damaskôi = in Damascus . (3) Hnd 9,19 : en Damaskôi = in Damascus . (4) Hnd 9,22 : en Damaskôi = in Damascus . (5) Hnd 9,27 : en Damaskôi = in Damascus . (6) Hnd 22,6 : egeneto de moi poreuomenôi kai eggizonti tèi Damakôi = het overkwam mij echter , terwijl ik op weg was en Damascus naderde . (7) Hnd 26,20 : en Damaskôi = in Damascus . (8) 2 Kor 11,32 (en Damaskôi = in Damascus) .

11. - 12. en Damaskôi (in Damascus) . Verwijzing : Damaskos (Damascus) , zie Hnd 9,2 . In zes van de acht verzen in het N.T. . Niet in Hnd 9,3 en in Hnd 22,6 .

Hnd 9,23-30 : Vlucht uit Damascus en terugkeer naar Jeruzalem : Hnd 9,23-30 -- Hnd 9 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 9,23 - Hnd 9,24 - Hnd 9,25 - Hnd 9,26 - Hnd 9,27 - Hnd 9,28 - Hnd 9,29 - Hnd 9,30 -

Hnd 9,23 - Hnd 9,23 : Vlucht uit Damascus en terugkeer naar Jeruzalem : Hnd 9,23-30 -- Hnd 9 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 9,23 - Hnd 9,24 - Hnd 9,25 - Hnd 9,26 - Hnd 9,27 - Hnd 9,28 - Hnd 9,29 - Hnd 9,30 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
23 ôs de eplèrounto èmerai ikanai, sunebouleusanto oi ioudaioi anelein auton:   23 cum implerentur autem dies multi consilium fecerunt Iudaei ut eum interficerent     23 En als vele dagen verlopen waren, zo hielden de Joden te zamen raad, om hem te doden.  [23] Na verloop van verscheidene dagen beraamden de Joden een plan om hem ter dood te brengen.  
[23] Al spoedig beraamden de Joden een plan om hem te vermoorden.  
23 ¶ Als heel wat dagen vervuld zijn, nemen de Judeeërs het raadsbesluit om hem uit de weg te ruimen.   23. Au bout d'un certain temps, les Juifs se concertèrent pour le faire périr.  

King James Bible . [23] And after that many days were fulfilled, the Jews took counsel to kill him:
Luther-Bibel . 23 Nach mehreren Tagen aber hielten die Juden Rat und beschlossen, ihn zu töten.

Tekstuitleg van Hnd 9,23 .

3. eplèrounto (zij vervulden) . Imperfectum derde persoon meervoud . Verwijzing : pimplèmi (vervullen, vol maken) , zie Lc 4,1 . In twee verzen in de bijbel : (1) Hnd 9,23 . (2) Hnd 13,52 (eplèrounto charas kai pneumatis hagiou = zij werden vervuld van genade en heilige geest) .

Hnd 9,24 - Hnd 9,24 : Vlucht uit Damascus en terugkeer naar Jeruzalem : Hnd 9,23-30 -- Hnd 9 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 9,23 - Hnd 9,24 - Hnd 9,25 - Hnd 9,26 - Hnd 9,27 - Hnd 9,28 - Hnd 9,29 - Hnd 9,30 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
24 egnôsthè de tô saulô è epiboulè autôn. paretèrounto de kai tas pulas èmeras te kai nuktos opôs auton anelôsin:  24 notae autem factae sunt Saulo insidiae eorum custodiebant autem et portas die ac nocte ut eum interficerent     24 Maar hun lage werd Saulus bekend; en zij bewaarden de poorten, beide des daags en des nachts, opdat zij hem doden mochten.   [24] Saulus kwam hun opzet te weten. Ze controleerden ook de stadspoorten dag en nacht, om hem ter dood te kunnen brengen.  [24] Saulus raakte echter van hun voornemen op de hoogte. Ze bewaakten zelfs dag en nacht de stadspoorten om hem te kunnen doden. 24 Maar hun besluit wordt aan Saulus bekend: ze zijn zelfs dag en nacht de poorten gaan bewaken om hem uit de weg te ruimen. 24. Mais Saul eut vent de leur complot. On gardait même les portes de la ville jour et nuit, afin de le faire périr. 

King James Bible . [24] But their laying await was known of Saul. And they watched the gates day and night to kill him.
Luther-Bibel . 24 Aber es wurde Saulus bekannt, dass sie ihm nachstellten. Sie bewachten Tag und Nacht auch die Tore, um ihn zu töten.

Tekstuitleg van Hnd 9,24 .

3. tôi (de) . Verwijzing in N.T. : bepaald lidwoord . Verwijzing in Hnd. : bepaald lidwoord . Bepaald lidwoord . Datief mannelijk of onzijdig enkelvoud . Hnd 9 (5) : (1) Hnd 9,3 . (2) Hnd 9,24 . (3) Hnd 9,27 . (4) Hnd 9,28 . (5) Hnd 9,31 .

Hnd 9,25 - Hnd 9,25 : Vlucht uit Damascus en terugkeer naar Jeruzalem : Hnd 9,23-30 -- Hnd 9 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 9,23 - Hnd 9,24 - Hnd 9,25 - Hnd 9,26 - Hnd 9,27 - Hnd 9,28 - Hnd 9,29 - Hnd 9,30 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
25 labontes de oi mathètai autou nuktos dia tou teichous kathèkan auton chalasantes en spuridi. 25 accipientes autem discipuli eius nocte per murum dimiserunt eum submittentes in sporta    25 Doch de discipelen namen hem des nachts, en lieten hem neder door den muur, hem aflatende in een mand.  [25] Maar op een nacht namen zijn leerlingen hem mee en lieten hem via de stadsmuur in een mand naar beneden zakken.   [25] Maar Saulus’ leerlingen brachten hem ’s nachts naar de stadsmuur en lieten hem daar in een mand naar beneden zakken. 25 Zijn leerlingen nemen hem ‘s nachts mee en helpen hem de muur door, door hem te laten zakken in een korf. 25. Alors les disciples le prirent de nuit et le descendirent dans une corbeille le long de la muraille. 

King James Bible . [25] Then the disciples took him by night, and let him down by the wall in a basket.
Luther-Bibel . 25 Da nahmen ihn seine Jünger bei Nacht und ließen ihn in einem Korb die Mauer hinab.

Tekstuitleg van Hnd 9,25 .

Lezing op de 5de (vijfde) paaszondag B : Hnd 9,26-31 . Verwijzing : Hnd 9,26-31 .

In die tijd deed Paulus, in Jeruzalem aangekomen, pogingen zich bij de leerlingen aan te sluiten, maar allen waren bang van hem omdat zij niet konden geloven dat hij een leerling was. Barnabas trok zich zijn lot aan, bracht hem bij de apostelen en verhaalde hun, hoe hij onderweg de Heer gezien had en dat Deze tot hem had gesproken, en hoe hij in Damascus vrijmoedig opgetreden was in de Naam van Jezus. Voortaan ging hij in Jeruzalem geregeld met hen om terwijl hij onverschrokken optrad in de naam van de Heer. Hij sprak en disputeerde met de Hellenisten. Deze probeerden hem te vermoorden. Toen de broeders dit te weten kwamen brachten zij hem weg naar Caesarea en lieten hem naar Tarsus vertrekken. Nu genoot de Kerk in heel Judea, Galilea en Samaria vrede; zij werd steeds meer bevestigd in de vreze des Heren en nam gestadig in aantal toe door vertroosting van de heilige Geest.

Hnd 9,26 - Hnd 9,26 : Vlucht uit Damascus en terugkeer naar Jeruzalem : Hnd 9,23-30 -- Hnd 9 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 9,23 - Hnd 9,24 - Hnd 9,25 - Hnd 9,26 - Hnd 9,27 - Hnd 9,28 - Hnd 9,29 - Hnd 9,30 -
Griekse tekst Vulgaat 5de (vijfde) paaszondag B  Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
26paragenomenos de eis ierousalèm epeirazen kollasthai tois mathètais: kai pantes efobounto auton, mè pisteuontes oti estin mathètès.   26 cum autem venisset in Hierusalem temptabat iungere se discipulis et omnes timebant eum non credentes quia esset discipulus  In die tijd deed Paulus, in Jeruzalem aangekomen, pogingen zich bij de leerlingen aan te sluiten, maar allen waren bang van hem omdat zij niet konden geloven dat hij een leerling was.   26 Saulus nu, te Jeruzalem gekomen zijnde, poogde zich bij de discipelen te voegen; maar zij vreesden hem allen, niet gelovende, dat hij een discipel was.   [26] In* Jeruzalem aangekomen zocht hij aansluiting bij de leerlingen, maar ze waren allemaal bang voor hem, omdat ze niet geloofden dat hij een leerling was. 
[26] Toen hij terug was in Jeruzalem wilde hij zich aansluiten bij de leerlingen, maar die waren bang voor hem omdat ze niet geloofden dat ook hij een leerling was geworden.  
26 Toen hij Jeruzalem bereikte heeft hij getracht zich te voegen bij de leerlingen. Maar die zijn allen bevreesd geweest voor hem en hebben niet kunnen geloven dat hij een leerling is geworden.   26. Arrivé à Jérusalem, il essayait de se joindre aux disciples, mais tous en avaient peur, ne croyant pas qu'il fût vraiment disciple.  

King James Bible . [26] And when Saul was come to Jerusalem, he assayed to join himself to the disciples: but they were all afraid of him, and believed not that he was a disciple.
Luther-Bibel . 26 Als er aber nach Jerusalem kam, versuchte er, sich zu den Jüngern zu halten; doch sie fürchteten sich alle vor ihm und glaubten nicht, dass er ein Jünger wäre.

Tekstuitleg van Hnd 9,26 .

10. pantes (allen) . Verwijzing : pas (ieder, elk) , zie Mc 2,13 . Nominatief mannelijk en vrouwelijk meervoud . In 724 verzen in de bijbel . In 166 verzen in het N.T. In drieëndertig verzen in Hnd , zie Hnd 1,14 : (1) Hnd 1,14 . (2) Hnd 2,1 . (3) Hnd 2,4 . (4) Hnd 2,12 . (5) Hnd 2,14 . (6) Hnd 2,32 . (7) Hnd 2,44 . (8) Hnd 3,24 . (9) Hnd 4,21 . (10) Hnd 5,17 . (11) Hnd 5,36 . (12) Hnd 5,37 . (13) Hnd 6,15 . (14) Hnd 8,1 . (15) Hnd 8,10 . (16) Hnd 9,21 . (17) Hnd 9,26 . (18) Hnd 9,35 . (19) Hnd 10,33 . (20) Hnd 10,43 . (21) Hnd 16,33 . (22) Hnd 17,7 . (23) Hnd 17,21 . (24) Hnd 18,17 . (25) Hnd 19,7 . (26) Hnd 20,25 . (27) Hnd 21,18 . (28) Hnd 21,20 . (29) Hnd 21,24 . (30) Hnd 22,3 . (31) Hnd 25,24 . (32) Hnd 26,4 . (33) Hnd 27,36 . In drie verzen in het pinksterenverhaal : Hnd 2,1 . Hnd 2,4 . Hnd 2,12 .
- hapantes (allen) . In zes verzen in Hnd : (Hnd 2,1) . (1) Hnd 2,7 . (2) Hnd 4,31 . (3) Hnd 5,12 . (4) Hnd 5,16 . (5) Hnd 16,3 . (6) Hnd 16,28 .

Hnd 9,27 - Hnd 9,27 : Vlucht uit Damascus en terugkeer naar Jeruzalem : Hnd 9,23-30 -- Hnd 9 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 9,23 - Hnd 9,24 - Hnd 9,25 - Hnd 9,26 - Hnd 9,27 - Hnd 9,28 - Hnd 9,29 - Hnd 9,30 -
Griekse tekst Vulgaat 5de (vijfde) paaszondag B  Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
27barnabas de epilabomenos auton ègagen pros tous apostolous, kai diègèsato autois pôs en tè odô eiden ton kurion kai oti elalèsen autô, kai pôs en damaskô eparrèsiasato en tô onomati tou ièsou.  27 Barnabas autem adprehensum illum duxit ad apostolos et narravit illis quomodo in via vidisset Dominum et quia locutus est ei et quomodo in Damasco fiducialiter egerit in nomine Iesu  Barnabas trok zich zijn lot aan, bracht hem bij de apostelen en verhaalde hun, hoe hij onderweg de Heer gezien had en dat Deze tot hem had gesproken, en hoe hij in Damascus vrijmoedig opgetreden was in de Naam van Jezus.   27 Maar Barnabas, hem tot zich nemende, leidde hem tot de apostelen, en verhaalde hun, hoe hij op den weg den Heere gezien had, en dat Hij tot hem gesproken had; en hoe hij te Damaskus vrijmoediglijk gesproken had in den Naam van Jezus.  [27] Maar Barnabas nam hem mee naar de apostelen en vertelde hun hoe hij onderweg de Heer had gezien en dat die tot hem gesproken had, en hoe hij in Damascus vrijmoedig was opgetreden in de naam van Jezus.  [27] Barnabas nam hem echter onder zijn hoede en bracht hem naar de apostelen, aan wie hij vertelde dat Saulus onderweg de Heer had gezien, dat hij met hem had gesproken en dat hij in Damascus vrijmoedig de naam van Jezus had verkondigd. 27 Maar Barnabas neemt hem bij zich op en leidt hem naar de apostelen, en hij verhaalt hun hoe hij op de weg de Heer gezien heeft, dat die tot hem gesproken heeft, en hoe hij in Damascus vrijmoedig opgetreden is in de naam van Jezus.   27. Alors Barnabé le prit avec lui, l'amena aux apôtres et leur raconta comment, sur le chemin, Saul avait vu le Seigneur, qui lui avait parlé, et avec quelle assurance il avait prêché à Damas au nom de Jésus.  

King James Bible . [27] But Barnabas took him, and brought him to the apostles, and declared unto them how he had seen the Lord in the way, and that he had spoken to him, and how he had preached boldly at Damascus in the name of Jesus.
Luther-Bibel . 27 Barnabas aber nahm ihn zu sich und führte ihn zu den Aposteln und erzählte ihnen, wie Saulus auf dem Wege den Herrn gesehen und dass der mit ihm geredet und wie er in Damaskus im Namen Jesu frei und offen gepredigt hätte.

Tekstuitleg van Hnd 9,27 . Dit vers Hnd 9,27 telt 32 (2 X 2 X 2 X 2 X 2) en 161 letters . De getalwaarde van Hnd 9,27 is 18391 (53 X 347) .

21. elalèsen (hij sprak) . Verwijzing : legô (zeggen) , zie Mt 4,6 . Actief aorist derde persoon enkelvoud . In 431 verzen in de bijbel . In 400 verzen in het O.T. . In eenendertig verzen in het N.T. .
In vijf verzen bij Lucas : (1) Lc 1,55 (kathôs ... = zoals ...) . (2) Lc 1,70 (kathôs ... = zoals ...) . (3) Lc 2,50 . (4) Lc 11,14 . (5) Lc 24,6 (hôs ... = zoals ...) .
In acht verzen in Hnd : (1) Hnd 2,31 . (2) Hnd 3,21 . (3) Hnd 7,6 . (4) Hnd 8,26 . (5) Hnd 9,27 . (6) Hnd 23,9 . (7) Hnd 28,21 . (8) Hnd 28,25 .

26. datief mannelijk enkelvoud (wat vorm betreft) ; de stadsnaam is in het Grieks vrouwelijk : Damaskôi (b.v. in Damacus) . Verwijzing : Damaskos (Damascus) , zie Hnd 9,2 . In vijftien verzen in de bijbel . In zeven verzen in het O.T. . In acht verzen in het N.T. : (1) Hnd 9,3 : egeneto auton eggizein tèi Damaskôi = het gebeurde dat hij Damascus naderde . (2) Hnd 9,10 : en Damaskôi = in Damascus . (3) Hnd 9,19 : en Damaskôi = in Damascus . (4) Hnd 9,22 : en Damaskôi = in Damascus . (5) Hnd 9,27 : en Damaskôi = in Damascus . (6) Hnd 22,6 : egeneto de moi poreuomenôi kai eggizonti tèi Damakôi = het overkwam mij echter , terwijl ik op weg was en Damascus naderde . (7) Hnd 26,20 : en Damaskôi = in Damascus . (8) 2 Kor 11,32 (en Damaskôi = in Damascus) .

25. - 26. en Damaskôi (in Damascus) . Verwijzing : Damaskos (Damascus) , zie Hnd 9,2 . In zes van de acht verzen in het N.T. . Niet in Hnd 9,3 en in Hnd 22,6 .

29. tôi (de) . Verwijzing in N.T. : bepaald lidwoord . Verwijzing in Hnd. : bepaald lidwoord . Bepaald lidwoord . Datief mannelijk of onzijdig enkelvoud . Hnd 9 (5) : (1) Hnd 9,3 . (2) Hnd 9,24 . (3) Hnd 9,27 . (4) Hnd 9,28 . (5) Hnd 9,31 .

30. onomati (met naam) . Verwijzing : onoma (naam) , zie Lc 23,50 . Datief onzijdig enkelvoud van het zelfstandig naamwoord onoma (naam) . In 260 verzen in de bijbel . In 168 verzen in het O.T. . In tweeënnegentig verzen in het N.T. . In zestien verzen in Lc . In vijfendertig verzen in Hnd : (1) Hnd 2,38 . (2) Hnd 3,6 . (3) Hnd 4,7 . (4) Hnd 4,10 . (5) Hnd 4,17 . (6) Hnd 4,18 . (7) Hnd 5,1 . (8) Hnd 5,28 . (9) Hnd 5,34 . (10) Hnd 5,40 . (11) Hnd 8,9 . (12) Hnd 9,10 . (13) Hnd 9,11 . (14) Hnd 9,12 . (15) Hnd 9,27 . (16) Hnd 9,28 . (17) Hnd 9,33 . (18) Hnd 9,36 . (19) Hnd 10,1 . (20) Hnd 10,48 . (21) Hnd 11,28 . (22) Hnd 12,13 . (23) Hnd 15,14 . (24) Hnd 16,1 . (25) Hnd 16,14 . (26) Hnd 16,18 . (27) Hnd 17,34 . (28) Hnd 18,2 . (29) Hnd 18,7 . (30) Hnd 18,24 . (31) Hnd 19,24 . (32) Hnd 20,9 . (33) Hnd 21,10 . (34) Hnd 27,1 . (35) Hnd 28,7 .

28. - 30. en tôi onomati (in de naam) . In zesentwintig verzen in het N.T. . Mt (1) . Mc (2) . Lc (1) . Joh (12) . In zes verzen in Hnd : (1) (2) Hnd 3,6 . (2) (4) Hnd 4,10 . (3) (15) Hnd 9,27 . (4) (16) Hnd 9,28 . (5) (20) Hnd 10,48 . (6) (26) Hnd 16,18 . Andere boeken (4) .

28. - 32. en tôi onomati tou Ièsou (in de naam van Jezus) . Slechts in Hnd 9,27 in de bijbel .

Hnd 9,28 - Hnd 9,28 : Vlucht uit Damascus en terugkeer naar Jeruzalem : Hnd 9,23-30 -- Hnd 9 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 9,23 - Hnd 9,24 - Hnd 9,25 - Hnd 9,26 - Hnd 9,27 - Hnd 9,28 - Hnd 9,29 - Hnd 9,30 -
Griekse tekst Vulgaat 5de (vijfde) paaszondag B  Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
28kai èn met autôn eisporeuomenos kai ekporeuomenos eis ierousalèm, parrèsiazomenos en tô onomati tou kuriou,   28 et erat cum illis intrans et exiens in Hierusalem et fiducialiter agens in nomine Domini   Voortaan ging hij in Jeruzalem geregeld met hen om  28 En hij was met hen ingaande en uitgaande te Jeruzalem;   [28] Daarna ging hij in Jeruzalem dagelijks met hen om. Hij trad vrijmoedig op in de naam van de Heer,   [28] Saulus liep nu openlijk met de apostelen in Jeruzalem rond en verkondigde vrijmoedig de naam van de Heer. 28 Dan mag hij met hen Jeruzalem in– en uitgaan, vrijmoedig optredend in de naam van de Heer.   28. Dès lors il allait et venait avec eux dans Jérusalem, prêchant avec assurance au nom du Seigneur. 

King James Bible . [28] And he was with them coming in and going out at Jerusalem.
Luther-Bibel . 28 Und er ging bei ihnen in Jerusalem ein und aus und predigte im Namen des Herrn frei und offen.

Tekstuitleg van Hnd 9,28 . Dit vers Hnd 9,28 telt 9 (3 X 3) woorden en 55 (5 X 11) letters . De getalwaarde van Hnd 9,28 is 5355 (3 X 3 X 5 X 7 X 17) .

12. tôi (de) . Verwijzing in N.T. : bepaald lidwoord . Verwijzing in Hnd. : bepaald lidwoord . Bepaald lidwoord . Datief mannelijk of onzijdig enkelvoud . Hnd 9 (5) : (1) Hnd 9,3 . (2) Hnd 9,24 . (3) Hnd 9,27 . (4) Hnd 9,28 . (5) Hnd 9,31 .

13. onomati (met naam) . Verwijzing : onoma (naam) , zie Lc 23,50 . Datief onzijdig enkelvoud van het zelfstandig naamwoord onoma (naam) . In 260 verzen in de bijbel . In 168 verzen in het O.T. . In tweeënnegentig verzen in het N.T. . In zestien verzen in Lc . In vijfendertig verzen in Hnd : (1) Hnd 2,38 . (2) Hnd 3,6 . (3) Hnd 4,7 . (4) Hnd 4,10 . (5) Hnd 4,17 . (6) Hnd 4,18 . (7) Hnd 5,1 . (8) Hnd 5,28 . (9) Hnd 5,34 . (10) Hnd 5,40 . (11) Hnd 8,9 . (12) Hnd 9,10 . (13) Hnd 9,11 . (14) Hnd 9,12 . (15) Hnd 9,27 . (16) Hnd 9,28 . (17) Hnd 9,33 . (18) Hnd 9,36 . (19) Hnd 10,1 . (20) Hnd 10,48 . (21) Hnd 11,28 . (22) Hnd 12,13 . (23) Hnd 15,14 . (24) Hnd 16,1 . (25) Hnd 16,14 . (26) Hnd 16,18 . (27) Hnd 17,34 . (28) Hnd 18,2 . (29) Hnd 18,7 . (30) Hnd 18,24 . (31) Hnd 19,24 . (32) Hnd 20,9 . (33) Hnd 21,10 . (34) Hnd 27,1 . (35) Hnd 28,7 .

11. - 13. en tôi onomati (in de naam) . In zesentwintig verzen in het N.T. . Mt (1) . Mc (2) . Lc (1) . Joh (12) . In zes verzen in Hnd : (1) (2) Hnd 3,6 . (2) (4) Hnd 4,10 . (3) (15) Hnd 9,27 . (4) (16) Hnd 9,28 . (5) (20) Hnd 10,48 . (6) (26) Hnd 16,18 . Andere boeken (4) .

11. - 15. en tôi onomati tou kuriou (in de naam van de Heer) . In vijf verzen in de bijbel : (1) Hnd 9,28 . (2) Hnd 10,48 . (3) 1 Kor 5,4 . (4) 1 Kor 6,11 . (5) Jak 5,14 .

Hnd 9,29 - Hnd 9,29 : Vlucht uit Damascus en terugkeer naar Jeruzalem : Hnd 9,23-30 -- Hnd 9 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 9,23 - Hnd 9,24 - Hnd 9,25 - Hnd 9,26 - Hnd 9,27 - Hnd 9,28 - Hnd 9,29 - Hnd 9,30 -
Griekse tekst Vulgaat 5de (vijfde) paaszondag B  Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
29elalei te kai sunezètei pros tous ellènistas: oi de epecheiroun anelein auton.  29 loquebatur quoque et disputabat cum Graecis illi autem quaerebant occidere eum  terwijl hij onverschrokken optrad in de naam van de Heer. Hij sprak en disputeerde met de Hellenisten. Deze probeerden hem te vermoorden.   29 En vrijmoediglijk sprekende in den Naam van den Heere Jezus, sprak hij ook, en handelde tegen de Griekse Joden; maar deze trachtten hem te doden.  [29] en sprak en disputeerde* met de hellenisten; maar die probeerden hem ter dood te brengen.  [29] Hij ging in debat met de Griekstalige Joden, maar die beraamden een aanslag op zijn leven.  29 Hij heeft ook gesproken tot en geredetwist met de Hellenisten; maar die hebben de handen ineengeslagen om hem uit de weg te ruimen. 29. Il s'adressait aussi aux Hellénistes et discutait avec eux ; mais ceux-ci machinaient sa perte. 

King James Bible . [29] And he spake boldly in the name of the Lord Jesus, and disputed against the Grecians: but they went about to slay him.
Luther-Bibel . 29 Er redete und stritt auch mit den griechischen Juden; aber sie stellten ihm nach, um ihn zu töten.

Tekstuitleg van Hnd 9,29 .

Hnd 9,30 - Hnd 9,30 : Vlucht uit Damascus en terugkeer naar Jeruzalem : Hnd 9,23-30 -- Hnd 9 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 9,23 - Hnd 9,24 - Hnd 9,25 - Hnd 9,26 - Hnd 9,27 - Hnd 9,28 - Hnd 9,29 - Hnd 9,30 -
Griekse tekst Vulgaat 5de (vijfde) paaszondag B  Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
30epignontes de oi adelfoi katègagon auton eis kaisareian kai exapesteilan auton eis tarson.   30 quod cum cognovissent fratres deduxerunt eum Caesaream et dimiserunt Tarsum  Toen de broeders dit te weten kwamen brachten zij hem weg naar Caesarea en lieten hem naar Tarsus vertrekken.   30 Doch de broeders, dit verstaande geleidden hem tot Cesarea, en zonden hem af naar Tarsen.  [30] Toen de broeders dit te weten kwamen, brachten ze hem naar Caesarea en stuurden hem vandaar naar Tarsus.  [30] Toen de broeders dat te weten kwamen, brachten ze hem naar Caesarea en stuurden hem van daar naar Tarsus.  30 Maar als de broeders daarvan kennis krijgen, voeren ze hem weg naar Caesarea en zenden hem uit naar Tarsus.  30. L'ayant su, les frères le ramenèrent à Césarée, d'où ils le firent partir pour Tarse.  

King James Bible . [30] Which when the brethren knew, they brought him down to Caesarea, and sent him forth to Tarsus.
Luther-Bibel . 30 Als das die Brüder erfuhren, geleiteten sie ihn nach Cäsarea und schickten ihn weiter nach Tarsus.

Tekstuitleg van Hnd 9,30 .

8. Kaisareia (Caesarea / Cesarea) . Verwijzing : Kaisareia (Cesarea) , zie Hnd 10,1 . '"Keizersstad" . Naam van een aantal steden die naar de Kaisar / Caesar genoemd zijn . In twee verzen in de bijbel (Mt en Mc) is Caesarea van Filippus bedoeld . In Hnd is Caesarea de stad aan zee in Palestina bedoeld . Zij is een havenstad aan de Middellandse Zee , tussen Jafo en Dor en ligt ongeveer 30 km ten zuiden van het huidige Haifa . Hij werd tussen 12 en 9 v. Chr. gebouwd door Herodes de Grote bij de oude Stratonstoren . In de bijbel slechts in Hnd . In vijftien verzen . Nom (0) . Gen (4) . (Dat (1) . Acc (10) .
K-s-r (Kaisar) en K-r-s (Kurios) hebben dezelfde medeklinkers , in een verschillende volgorde . Met Kaisar (Caesar / keizer) werd de opperste macht van het Romeinse Rijk aangeduid , met Kurios (zie Kyrie) de Heer Jezus Christus .
In Hnd 10 bekeerde de Romeinse centurio Cornelius zich tot het joods-christelijk geloof .
- Kaisareiai (Caesarea) . Datief vrouwelijk enkelvoud . Slechts in Hnd 10,1 : en Kaisareiai (in Caesarea) . Een zekere centurio Cornelius is in Caesarea .
- Kaisareias (Caesarea) . Genitief vrouwelijk enkelvoud . In zes verzen in de bijbel , slechts in het N.T. . Mt (1) . Mc (1) . Hnd (4) : (1) Hnd 11,11 : apo Caesareias (vanuit Caesarea) . Drie mannen werden door centurio Cornelius naar Petrus gezonden . (2) Hnd 21,16 : apo Caesareias (afkomstig uit Caesarea) . Enkele leerlingen uit Caesarea vergezelden Paulus naar Jeruzalem . (3) Hnd 23,23 : heôs Kaisareias (tot Caesarea) . De tribunus gaf bevel een gewapende begeleiding voor de gevangen Paulus klaar te maken . (4) Hnd 25,1 : apo Caesareias (vanuit Caesarea) . Gouverneur Festus ging van Caesarea naar Jeruzalem .
- Kaisareian (Caesarea) . Accusatief vrouwelijk enkelvoud . In tien verzen in de bijbel , slechts in Hnd .
(1) Hnd 8,40 : eis Kaisareian = naar / in Caesarea . Filippus predikte in Samaria tot Caesarea toe .
(2) Hnd 9,30 : eis Kaisareian = naar / in Caesarea . Leden van de gemeente van Jeruzalem brachtten de bekeerde Saulus eerst naar Caesarea en zonden hem vervolgens naar Tarsus .
(3) Hnd 10,24 : eis tèn Kaisareian = naar / in Caesarea . Petrus ging in op de uitnodiging van de centurio Cornelius en hij kwam met zijn gezondenen in Caesarea aan .
(4) Hnd 12,19 : eis Kaisareian = naar / in Caesarea . In Jeruzalem vervolgde koning Herodes de christelijke gemeente van Jeruzalem . De gevangen genomen Petrus werd op wonderlijke wijze bevrijd . Herodes keerde naar Caesarea terug .
(5) Hnd 18,22 : eis Kaisareian = naar / in Caesarea . Na een tweede zendingsreis verbleef Paulus voor enige tijd in Antiochië .
(6) Hnd 21,8 : eis Kaisareian = naar / in Caesarea . Tijdens zijn derde zendingsreis verbleef Paulus op weg naar Jeruzalem enige tijd in Caesarea .
(7) Hnd 23,33 : eis tèn Kaisareian = naar / in Caesarea . De gevangen Paulus werd vanuit Jeruzalem naar Caesarea in veiligheid gebracht .
(8) Hnd 25,4 : eis Kaisareian = naar / in Caesarea . Festus was in Jeruzalem . De joden deden Festus een verzoek om de gevangen Paulus naar Jeruzalem over te brengen om hem te verhoren . Festus antwoordde hem dat Paulus in Caesarea nu eenmaal gevangen zat en dat zij naar Caesarea konden komen .
(9) Hnd 25,6 : eis Kaisareian = naar / in Caesarea . Festus was naar Caesarea teruggekeerd . Daar werd Paulus verhoord .
(10) Hnd 25,13 : eis Kaisareian = naar / in Caesarea . Bij een bezoek van koning Agrippa en Bernice aan Festus in Caesarea legde Festus de zaak van Paulus voor .

13. Tarsos (Tarsus) . In 46 v. Chr. maakte Pompejus Tarsos tot hoofdstad van Cilicië . Een stad aan de vroegere bevaarvare stroom Kydnos .
- Nominatief enkelvoud . Een inwoner van Tarsus heet Tarseus : Hnd 21,39 : egô anthrôpos men eimi Ioudaios , Tarseus tès Kilikias , ouk asèmou poleôs politès = ik ben enerzijds een jood , een inwoner van Tarsus van Cilicië , een burger van een niet onaanzienlijke stad . In ditzelfde vers wordt Tarsus een niet onaanzienlijke stad (genitief asèmou poleôs) genoemd .
- Accusatief enkelvoud Tarson . Hnd 22,3 : egô eimi anèr Ioudaios , gegennèmenos en Tarsôi tès Kilikias = ik ben een jood , geboren in Tarsus van Cilicië .
- Tarson (Tarsus) . Accusatief enkelvoud . In twee verzen in de bijbel :
(1) Hnd 9,30 : eis Tarson = naar Tarsus . Na zijn bekering wordt Saulus voor een tijdje naar Tarsus gestuurd . Hnd 11,25 : eis Tarson = naar Tarsus . (Barnabas ging Saulus in Tarsus opzoeken om hem mee naar Antiochië aan de Orontes te brengen) . Gal 1,21 : Na het bezoek aan Jeruzalem is Saulus een tijdje naar het gebied van Syrië en Cilicië gegaan .

Hnd 9,31 : De gemeente ontplooit zich in vrede -- Hnd 9,31 -- Hnd 9 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -

Hnd 9,31 - Hnd 9,31 : De gemeente ontplooit zich in vrede -- Hnd 9,31 -- Hnd 9 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -
Griekse tekst Vulgaat 5de (vijfde) paaszondag B  Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
31è men oun ekklèsia kath olès tès ioudaias kai galilaias kai samareias eichen eirènèn, oikodomoumenè kai poreuomenè tô fobô tou kuriou, kai tè paraklèsei tou agiou pneumatos eplèthuneto.  31 ecclesia quidem per totam Iudaeam et Galilaeam et Samariam habebat pacem et aedificabatur ambulans in timore Domini et consolatione Sancti Spiritus replebatur   Nu genoot de Kerk in heel Judea, Galilea en Samaria vrede; zij werd steeds meer bevestigd in de vreze des Heren en nam gestadig in aantal toe door vertroosting van de heilige Geest.   31 De Gemeenten dan, door geheel Judea, en Galilea, en Samaria, hadden vrede, en werden gesticht; en wandelende in de vreze des Heeren, en de vertroosting des Heiligen Geestes, werden vermenigvuldigd.  [31] In heel Judea, Galilea en Samaria kon de gemeente zich nu in vrede ontplooien. Ze leefde in ontzag voor de Heer en de troost van de heilige Geest, en nam in aantal toe.  [31] In heel Judea en Galilea en Samaria leefde de gemeente in vrede en kwam tot bloei. De gelovigen leefden in ontzag voor de Heer, en dankzij de bijstand van de heilige Geest nam hun aantal steeds meer toe.  31 Toen heeft de vergadering in heel Judea, Galilea en Samaria vrede gehad, opgebouwd en voortgaande in de vreze des Heren, en is door de hulp van de heilige Geest steeds talrijker geworden.   31. Cependant les Églises jouissaient de la paix dans toute la Judée, la Galilée et la Samarie ; elles s'édifiaient et vivaient dans la crainte du Seigneur, et elles étaient comblées de la consolation du Saint Esprit. Pierre guérit un paralytique à Lydda.  

King James Bible . [31] Then had the churches rest throughout all Judaea and Galilee and Samaria, and were edified; and walking in the fear of the Lord, and in the comfort of the Holy Ghost, were multiplied.
Luther-Bibel . 31 So hatte nun die Gemeinde Frieden in ganz Judäa und Galiläa und Samarien und baute sich auf und lebte in der Furcht des Herrn und mehrte sich unter dem Beistand des Heiligen Geistes.

Tekstuitleg van Hnd 9,31 . Dit vers Hnd 9,31 telt X woorden en X letters . De getalwaarde van Hnd 9,31 is X .

4. ekklèsia (kerk, gemeente, gemeenschap) . Verwijzing : kaleô (roepen) , zie Gal 5,13 . In vierentachtig verzen in de bijbel . In eenenvijftig verzen in het O.T. . In drieëndertig verzen in het N.T. . Mt (1) . Hond (6) : (1) Hnd 7,38 . (2) Hnd 9,31 . (3) Hnd 11,26 . (4) Hnd 15,22 . (5) Hnd 19,32 . (6) Hnd 19,39 . Brieven (26) .

10. Galilaias (van Galilea) . Verwijzing : Galilea , zie Mc 1,14 . Genitief vrouwelijk enkelvoud . In veertig verzen in de bijbel . In zesendertig verzen in het N.T. . In acht verzen bij Mt . In zeven verzen bij Mc . In tien verzen bij Lc . In acht verzen bij Joh . In drie verzen in Hnd : (1) Hnd 9,31 (kath' holès ... Galilaias = over geheel ... Galilea) . (2) Hnd 10,37 (apo tès Galilaias = vanaf Galilea) . (3) Hnd 13,31 (apo tès Galilaias = vanaf Galilea) .

18. tôi (de) . Verwijzing in N.T. : bepaald lidwoord . Verwijzing in Hnd. : bepaald lidwoord . Bepaald lidwoord . Datief mannelijk of onzijdig enkelvoud . Hnd 9 (5) : (1) Hnd 9,3 . (2) Hnd 9,24 . (3) Hnd 9,27 . (4) Hnd 9,28 . (5) Hnd 9,31 .

27. pneumatos (- vol - geest) . Verwijzing : pneuma (adem, wind, geest) , zie Lc 4,1 . Genitief onzijdig enkelvoud . In 138 verzen in de bijbel . In tweeënveertig verzen in het O.T. . In zesennegentig verzen in het N.T. . In zes verzen bij Lucas voor ; in vier verzen in combinatie met vervullen / vol :
(1) Johannes de Doper : Lc 1,15 (pneumatos hagiou plèsthèsetai = van heilige geest zal hij vervuld worden) .
(2) Lc 1,41 ( Elisabeth - eplèsthè pneumatos hagiou hè Elisabet = Elisabeth werd vervuld van heilige geest) .
(3) Lc 1,67 (Zacharia - eplèsthè pneumatos hagiou = hij werd vervuld van heilige geest) .
(4) Lc 2,26 .
(5) Lc 4,1 (plèrès pneumatos hagiou = vol van heilige geest) .
(6) Lc 4,14 : en tèi dunamei tou pneumatos = in de kracht van de geest) .
Meestal volgt de bepaling pneumatos (van geest) op het begrip van vullen / vol , behalve in Lc 1,15 .
In drieëntwintig verzen in Hnd.:
(1) Hnd 1,2 (dia pneumatos hagiou = via heilige geest) .
(2) Hnd 1,8 (dunamin epelthontos tou pneumatos hagiou ef'humas = kracht van de over jullie komende heilige geest) .
(3) Hnd 2,4 (eplèsthèsan pantes pneumatos hagiou = allen werden vervuld van heilige geest) .
(4) Hnd 2,17 .
(5) Hnd 2,18 .
(6) Hnd 2,33 .
(7) Hnd 2,38 (tèn dôrean tou hagiou pneumatos = de gave van de heilige geest) .
(8) Hnd 4,8 (Petrus - plèstheis pneumatos hagiou = vervuld van heilige geest) .
(9) Hnd 4,25 .
(10) Hnd 4,31 (eplèsthèsan hapantes tou hagiou pneumatos = allen werden vervuld van de heilige geest) .
(11) Hnd 6,3 (7 getuigen - plèreis pneumatos kai sofias = vol van geest en wijsheid) .
(12) Hnd 6,5 (Stefanus - plèrès pisteôs kai pneumatos hagiou = vol van geloof en heilige geest) .
(13) Hnd 7,55 (plèrès pneumatos hagiou = vol van heilige geest) .
(14) Hnd 9,17
(15) Hnd 9,31
(16) Hnd 10,45 (hè dôrea tou hagiou pneumatos ekkechutai = de gave van de heilige geest wordt uitgestort) .
(17) Hnd 11,24 (plèrès pneumatos hagiou kai pisteôs = vol van heilige geest en van geloof) .
(18) Hnd 11,28 .
(19) Hnd 13,4 .
(20) Hnd 13,9 (Paulus - plèstheis pneumatos hagiou = vervuld van heilige geest) .
(21) Hnd 13,52 .
(22) Hnd 16,6 .
(23) Hnd 21,4 .

Hnd 9,32-43 : Petrus in Lydda en Joppe : Hnd 9,32-43 -- Hnd 9 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 9,32 - Hnd 9,33 - Hnd 9,34 - Hnd 9,35 - Hnd 9,36 - Hnd 9,37 - Hnd 9,38 - Hnd 9,39 - Hnd 9,40 - Hnd 9,41 - Hnd 9,42 - Hnd 9,43 -

Hnd 9,32 - Hnd 9,32 : Petrus in Lydda en Joppe : Hnd 9,32-43 -- Hnd 9 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 9,32 - Hnd 9,33 - Hnd 9,34 - Hnd 9,35 - Hnd 9,36 - Hnd 9,37 - Hnd 9,38 - Hnd 9,39 - Hnd 9,40 - Hnd 9,41 - Hnd 9,42 - Hnd 9,43 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
32egeneto de petron dierchomenon dia pantôn katelthein kai pros tous agious tous katoikountas ludda.   32 factum est autem Petrum dum pertransiret universos devenire et ad sanctos qui habitabant Lyddae    32 En het geschiedde, als Petrus alom doortrok, dat hij ook afkwam tot de heiligen, die te Lydda woonden.  [32] Op een grote rondreis kwam Petrus ook bij de heiligen die in Lydda* woonden.   [32] Toen Petrus door het land reisde, kwam hij ook bij de heiligen die in Lydda woonden.   32 ¶ En het geschiedt als Petrus overal langsgaat dat hij ook terechtkomt bij de heiligen die wonen in Lyda.  32. Pierre, qui passait partout, descendit également chez les saints qui habitaient Lydda.  

King James Bible . [32] And it came to pass, as Peter passed throughout all quarters, he came down also to the saints which dwelt at Lydda.
Luther-Bibel . 32 Es geschah aber, als Petrus überall im Land umherzog, dass er auch zu den Heiligen kam, die in Lydda wohnten.

Tekstuitleg van Hnd 9,32 .

Hnd 9,32  egeneto de (het gebeurde echter)  Petron (dat Petrus)   dierchomenon dia pantôn (door de verschillende streken doortrekkend)   katelthein (neerging) 
Hnd 19,1   egeneto de (het gebeurde echter)   ... Paulon (dat ... Paulus)   dielthonta ta anôterika merè (de hogere delen van het land doorgetrokken)  [kat]elthein eis efeson (naar Efese neerging)  
         
         
         
         

6. pantôn . Genitief meervoud van het bijvoeglijk naamwoord pas (al , ieder, elk) . In tweeëntwintig verzen in Hnd : (1) Hnd 1,1 . (2) Hnd 1,24 . (3) Hnd 3,16 . (4) Hnd 3,18 . (5) Hnd 3,21 . (6) Hnd 9,32 . (7) Hnd 10,36 . (8) Hnd 10,39 . (9) . (10) . (11) . (12) . (13) . (14) . (15) . (16) . (17) . (18) . (19) . (20) . (21) . (22) .

pas (al) bijbel  O.T.  N.T.  Mt  Mc   Lc  Joh  Hnd  Brieven  Apk  Fil    
nom. m. enk. pas 636 544 92 12 5 16 15  92 - 60 = 32   
nom. vr. enk. pasa 288 245 43 10 2 43 - 21 = 22   
nom. + acc. onz. enk. pan 471 401 70 70 - 39 = 31  11   
gen. + onz. m. enk. pantos  337  253  32 7 32 - 18 = 14   
gen. vr. enk. pasès  226  133  41 9 41 - 18 = 23   
dat. m. + onz. enk. panti   271  177  58  58 - 18 = 40   
dat. vr. enk. pasèi  238  158  44 44 - 11 = 33   
acc. m. enk. , nom. m. + onz. mv. panta 1358 1119 239 32  21 34  20  19  239 -  136 = 103 10   
acc. vr. enk. pasan  380  280  51  51 - 25 = 26   
nom. m. mv. pantes 724 588 166 18  15 25 14  33 166 -  109 = 57  
nom. vr. mv. pasai 148  109  16  16 - 14 = 2   
gen. mv. pantôn 443 265 126 10  17 22 126 - 61 = 65   
gen. vr. mv. pasôn   82  72  5 - 3 = 2   
dat m. + onz. mv. pasin   264  147  81  13  11  81 - 32 = 49   
dat.  vr. mv. pasais 82  69  7 - 3 = 4   
acc. m. mv. pantas 482 295 87 4 14  21  87 -52 = 35   
acc. vr. mv. pasas 267 256 9 3 1 1 0 2 9 - 7 = 2 0 0  
Totaal     1167 122  66  157  62  167  540  53  32   

 

Hnd 9,33 - Hnd 9,33 : Petrus in Lydda en Joppe : Hnd 9,32-43 -- Hnd 9 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 9,32 - Hnd 9,33 - Hnd 9,34 - Hnd 9,35 - Hnd 9,36 - Hnd 9,37 - Hnd 9,38 - Hnd 9,39 - Hnd 9,40 - Hnd 9,41 - Hnd 9,42 - Hnd 9,43 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
33euren de ekei anthrôpon tina onomati ainean ex etôn oktô katakeimenon epi krabattou, os èn paralelumenos.  33 invenit autem ibi hominem quendam nomine Aeneam ab annis octo iacentem in grabatto qui erat paralyticus     33 En aldaar vond hij een zeker mens, met name Eneas, die acht jaren te bed gelegen had, welke geraakt was.  [33] Hij trof daar een man aan die Eneas heette en al acht jaar op bed lag omdat hij verlamd was.  [33] Hij trof daar een man aan die Eneas heette en al acht jaar verlamd op bed lag.   33 Hij vindt daar zekere mens wiens naam Eneas is, die < sinds acht jaren neerligt op een bed: hij is verlamd.  33. Il y trouva un homme du nom d'Énée, qui gisait sur un grabat depuis huit ans ; c'était un paralytique.  

King James Bible . [33] And there he found a certain man named Aeneas, which had kept his bed eight years, and was sick of the palsy.
Luther-Bibel . 33 Dort fand er einen Mann mit Namen Äneas, seit acht Jahren ans Bett gebunden; der war gelähmt.

Tekstuitleg van Hnd 9,33 . Dit vers Hnd 9,33 telt 16 (2 X 2 X 2 X 2) woorden en 86 (2 X 43) letters . De getalwaarde van Hnd 9,33 is 8391 (3 X 2797) .

6. onomati (met naam) . Verwijzing : onoma (naam) , zie Lc 23,50 . Datief onzijdig enkelvoud van het zelfstandig naamwoord onoma (naam) . In 260 verzen in de bijbel . In 168 verzen in het O.T. . In tweeënnegentig verzen in het N.T. . In zestien verzen in Lc . In vijfendertig verzen in Hnd : (1) Hnd 2,38 . (2) Hnd 3,6 . (3) Hnd 4,7 . (4) Hnd 4,10 . (5) Hnd 4,17 . (6) Hnd 4,18 . (7) Hnd 5,1 . (8) Hnd 5,28 . (9) Hnd 5,34 . (10) Hnd 5,40 . (11) Hnd 8,9 . (12) Hnd 9,10 . (13) Hnd 9,11 . (14) Hnd 9,12 . (15) Hnd 9,27 . (16) Hnd 9,28 . (17) Hnd 9,33 . (18) Hnd 9,36 . (19) Hnd 10,1 . (20) Hnd 10,48 . (21) Hnd 11,28 . (22) Hnd 12,13 . (23) Hnd 15,14 . (24) Hnd 16,1 . (25) Hnd 16,14 . (26) Hnd 16,18 . (27) Hnd 17,34 . (28) Hnd 18,2 . (29) Hnd 18,7 . (30) Hnd 18,24 . (31) Hnd 19,24 . (32) Hnd 20,9 . (33) Hnd 21,10 . (34) Hnd 27,1 . (35) Hnd 28,7 .

Hnd 9,34 - Hnd 9,34 : Petrus in Lydda en Joppe : Hnd 9,32-43 -- Hnd 9 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 9,32 - Hnd 9,33 - Hnd 9,34 - Hnd 9,35 - Hnd 9,36 - Hnd 9,37 - Hnd 9,38 - Hnd 9,39 - Hnd 9,40 - Hnd 9,41 - Hnd 9,42 - Hnd 9,43 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
34kai eipen autô o petros, ainea, iatai se ièsous christos: anastèthi kai strôson seautô. kai eutheôs anestè.  34 et ait illi Petrus Aeneas sanat te Iesus Christus surge et sterne tibi et continuo surrexit    34 En Petrus zeide tot hem: Eneas! Jezus Christus maakt u gezond; sta op en spreid uzelven het bed. En hij stond terstond op.   [34] Petrus zei tegen hem: ‘Eneas, Jezus Christus geneest je. Sta op en maak je bed op.’ En meteen stond hij op.  [34] Petrus zei tegen hem: ‘Eneas, Jezus Christus geneest u! Sta op en breng nu zelf uw bed in orde.’ Onmiddellijk stond hij op.  34 En Petrus zegt tot hem: Eneas, Jezus Christus maakt je gezond,– sta op en maak je bed op! En meteen staat hij op.  34. Pierre lui dit : « Énée, Jésus Christ te guérit. Lève-toi et fais toi-même ton lit. » Et il se leva aussitôt. 

King James Bible . [34] And Peter said unto him, Aeneas, Jesus Christ maketh thee whole: arise, and make thy bed. And he arose immediately.
Luther-Bibel . 34 Und Petrus sprach zu ihm: Äneas, Jesus Christus macht dich gesund; steh auf und mach dir selber das Bett. Und sogleich stand er auf.

Tekstuitleg van Hnd 9,34 .

Hnd 9,35 - Hnd 9,35 : Petrus in Lydda en Joppe : Hnd 9,32-43 -- Hnd 9 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 9,32 - Hnd 9,33 - Hnd 9,34 - Hnd 9,35 - Hnd 9,36 - Hnd 9,37 - Hnd 9,38 - Hnd 9,39 - Hnd 9,40 - Hnd 9,41 - Hnd 9,42 - Hnd 9,43 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
35kai eidan auton pantes oi katoikountes ludda kai ton sarôna, oitines epestrepsan epi ton kurion. 35 et viderunt illum omnes qui habitabant Lyddae et Saronae qui conversi sunt ad Dominum    35 En zij zagen hem allen, die te Lydda en Sarona woonden, dewelke zich bekeerden tot den Heere.   [35] Alle bewoners van Lydda en Saron* zagen hem en bekeerden zich tot de Heer.  [35] Alle inwoners van Lydda en van de Saronvlakte zagen wat er gebeurd was en bekeerden zich tot de Heer. 
35 Alle bewoners van Lyda en de Sjaron
die hem zien
keren zich tot de Heer. 
35. Tous les habitants de Lydda et de la plaine de Saron le virent, et ils se convertirent au Seigneur.  

King James Bible . [35] And all that dwelt at Lydda and Saron saw him, and turned to the Lord.
Luther-Bibel . 35 Da sahen ihn alle, die in Lydda und in Scharon wohnten, und bekehrten sich zu dem Herrn.

Tekstuitleg van Hnd 9,35 .

4. pantes (allen) . Verwijzing : pas (ieder, elk) , zie Mc 2,13 . Nominatief mannelijk en vrouwelijk meervoud . In 724 verzen in de bijbel . In 166 verzen in het N.T. In drieëndertig verzen in Hnd , zie Hnd 1,14 : (1) Hnd 1,14 . (2) Hnd 2,1 . (3) Hnd 2,4 . (4) Hnd 2,12 . (5) Hnd 2,14 . (6) Hnd 2,32 . (7) Hnd 2,44 . (8) Hnd 3,24 . (9) Hnd 4,21 . (10) Hnd 5,17 . (11) Hnd 5,36 . (12) Hnd 5,37 . (13) Hnd 6,15 . (14) Hnd 8,1 . (15) Hnd 8,10 . (16) Hnd 9,21 . (17) Hnd 9,26 . (18) Hnd 9,35 . (19) Hnd 10,33 . (20) Hnd 10,43 . (21) Hnd 16,33 . (22) Hnd 17,7 . (23) Hnd 17,21 . (24) Hnd 18,17 . (25) Hnd 19,7 . (26) Hnd 20,25 . (27) Hnd 21,18 . (28) Hnd 21,20 . (29) Hnd 21,24 . (30) Hnd 22,3 . (31) Hnd 25,24 . (32) Hnd 26,4 . (33) Hnd 27,36 . In drie verzen in het pinksterenverhaal : Hnd 2,1 . Hnd 2,4 . Hnd 2,12 .
- hapantes (allen) . In zes verzen in Hnd : (Hnd 2,1) . (1) Hnd 2,7 . (2) Hnd 4,31 . (3) Hnd 5,12 . (4) Hnd 5,16 . (5) Hnd 16,3 . (6) Hnd 16,28 .

Hnd 9,36 - Hnd 9,36 : Petrus in Lydda en Joppe : Hnd 9,32-43 -- Hnd 9 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 9,32 - Hnd 9,33 - Hnd 9,34 - Hnd 9,35 - Hnd 9,36 - Hnd 9,37 - Hnd 9,38 - Hnd 9,39 - Hnd 9,40 - Hnd 9,41 - Hnd 9,42 - Hnd 9,43 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
36en ioppè de tis èn mathètria onomati tabitha, è diermèneuomenè legetai dorkas: autè èn plèrès ergôn agathôn kai eleèmosunôn ôn epoiei.  36 in Ioppe autem fuit quaedam discipula nomine Tabitas quae interpretata dicitur Dorcas haec erat plena operibus bonis et elemosynis quas faciebat    36 En te Joppe was een zekere discipelin, met name Tabitha, hetwelk overgezet zijnde, is gezegd Dorkas. Deze was vol van goede werken en aalmoezen, die zij deed.  [36] In Joppe woonde een leerlinge die Tabita heette, dat wil zeggen Gazelle. Ze deed veel goede werken en bewees liefdadigheid in overvloed.  [36] In Joppe woonde een leerlinge die Tabita heette, in onze taal is dat Dorkas.* Ze deed veel goeds voor anderen en gaf vaak aalmoezen.   36 ¶ In Joppe is een zekere leerlinge wier naam Tabita is en die vertaald Dorkas heet,– gazelle. Zij is overvloedig in goede werken en daden van ontferming die zij heeft gedaan.  36. Il y avait à Joppé parmi les disciples une femme du nom de Tabitha, en grec Dorcas. Elle était riche des bonnes œuvres et des aumônes qu'elle faisait. 

King James Bible . [36] Now there was at Joppa a certain disciple named Tabitha, which by interpretation is called Dorcas: this woman was full of good works and almsdeeds which she did.
Luther-Bibel . 36 In Joppe war eine Jüngerin mit Namen Tabita, das heißt übersetzt: Reh. Die tat viele gute Werke und gab reichlich Almosen.

Tekstuitleg van Hnd 9,36 . Dit vers Hnd 9,36 telt 21 (3 X 7) woorden en 109 letters . De getalwaarde van Hnd 9,36 is 9509 (37 X 257) .

7. onomati (met naam) . Verwijzing : onoma (naam) , zie Lc 23,50 . Datief onzijdig enkelvoud van het zelfstandig naamwoord onoma (naam) . In 260 verzen in de bijbel . In 168 verzen in het O.T. . In tweeënnegentig verzen in het N.T. . In zestien verzen in Lc . In vijfendertig verzen in Hnd : (1) Hnd 2,38 . (2) Hnd 3,6 . (3) Hnd 4,7 . (4) Hnd 4,10 . (5) Hnd 4,17 . (6) Hnd 4,18 . (7) Hnd 5,1 . (8) Hnd 5,28 . (9) Hnd 5,34 . (10) Hnd 5,40 . (11) Hnd 8,9 . (12) Hnd 9,10 . (13) Hnd 9,11 . (14) Hnd 9,12 . (15) Hnd 9,27 . (16) Hnd 9,28 . (17) Hnd 9,33 . (18) Hnd 9,36 . (19) Hnd 10,1 . (20) Hnd 10,48 . (21) Hnd 11,28 . (22) Hnd 12,13 . (23) Hnd 15,14 . (24) Hnd 16,1 . (25) Hnd 16,14 . (26) Hnd 16,18 . (27) Hnd 17,34 . (28) Hnd 18,2 . (29) Hnd 18,7 . (30) Hnd 18,24 . (31) Hnd 19,24 . (32) Hnd 20,9 . (33) Hnd 21,10 . (34) Hnd 27,1 . (35) Hnd 28,7 .

Hnd 9,37 - Hnd 9,37 : Petrus in Lydda en Joppe : Hnd 9,32-43 -- Hnd 9 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 9,32 - Hnd 9,33 - Hnd 9,34 - Hnd 9,35 - Hnd 9,36 - Hnd 9,37 - Hnd 9,38 - Hnd 9,39 - Hnd 9,40 - Hnd 9,41 - Hnd 9,42 - Hnd 9,43 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
37egeneto de en tais èmerais ekeinais asthenèsasan autèn apothanein: lousantes de ethèkan [autèn] en uperôô.   37 factum est autem in diebus illis ut infirmata moreretur quam cum lavissent posuerunt eam in cenaculo    37 En het geschiedde in die dagen, dat zij krank werd en stierf; en als zij haar gewassen hadden, legden zij haar in de opperzaal.   [37] Juist in die dagen werd ze ziek en stierf. Men waste haar en legde haar in een bovenvertrek.  
[37] Maar juist in die tijd werd ze ziek en stierf. Ze werd gewassen en in het bovenvertrek opgebaard.  
37 Maar het geschiedt in die dagen dat zij ziek wordt en sterft. Ze wassen haar en leggen haar in een opperzaal.  37. Or il se fit qu'elle tomba malade en ces jours-là et mourut. Après l'avoir lavée, on la déposa dans la chambre haute. 

King James Bible . [37] And it came to pass in those days, that she was sick, and died: whom when they had washed, they laid her in an upper chamber.
Luther-Bibel . 37 Es begab sich aber zu der Zeit, dass sie krank wurde und starb. Da wuschen sie sie und legten sie in das Obergemach.

Tekstuitleg van Hnd 9,37 .

Hnd 9,38 - Hnd 9,38 : Petrus in Lydda en Joppe : Hnd 9,32-43 -- Hnd 9 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 9,32 - Hnd 9,33 - Hnd 9,34 - Hnd 9,35 - Hnd 9,36 - Hnd 9,37 - Hnd 9,38 - Hnd 9,39 - Hnd 9,40 - Hnd 9,41 - Hnd 9,42 - Hnd 9,43 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
38eggus de ousès luddas tè ioppè oi mathètai akousantes oti petros estin en autè apesteilan duo andras pros auton parakalountes, mè oknèsès dielthein eôs èmôn. 38 cum autem prope esset Lydda ab Ioppe discipuli audientes quia Petrus esset in ea miserunt duos viros ad eum rogantes ne pigriteris venire usque ad nos exsurgens autem     38 En alzo Lydda nabij Joppe was, de discipelen, horende, dat Petrus aldaar was, zonden twee mannen tot hem, biddende, dat hij niet zou vertoeven tot hen over te komen.  [38] Omdat Lydda dicht bij Joppe ligt, stuurden de leerlingen, die gehoord hadden dat Petrus daar was, twee mannen naar hem toe met het verzoek: ‘Kom zonder uitstel naar ons toe.’  [38] Omdat Lydda dicht bij Joppe ligt, stuurden de leerlingen, die gehoord hadden dat Petrus daar was, twee mannen naar hem toe met het dringende verzoek om direct bij hen te komen.   38 Omdat Lyda dicht bij Joppe is zenden de leerlingen als ze horen dat Petrus daar is twee mannen tot hem om hem te hulp te roepen: kom zonder dralen naar ons toe!  38. Comme Lydda n'est pas loin de Joppé, les disciples, apprenant que Pierre s'y trouvait, lui dépêchèrent deux hommes pour lui adresser cette prière : « Viens chez nous sans tarder. »  

King James Bible . [38] And forasmuch as Lydda was nigh to Joppa, and the disciples had heard that Peter was there, they sent unto him two men, desiring him that he would not delay to come to them.
Luther-Bibel . 38 Weil aber Lydda nahe bei Joppe ist, sandten die Jünger, als sie hörten, dass Petrus dort war, zwei Männer zu ihm und baten ihn: Säume nicht, zu uns zu kommen!

Tekstuitleg van Hnd 9,38 . Dit vers Hnd 9,38 telt X woorden en X letters . De getalwaarde van Hnd 9,38 is X .

9. akousantes (gehoord) . Verwijzing : akouô (horen, luisteren) , zie Mt 4,12 . Participium aorist nominatief mannelijk meervoud . In zevenenzestig verzen in de bijbel . In vijftien verzen in het O.T. . In tweeënvijftig verzen in het N.T. . Mt (13) . Mc (7) . Lc (7) . Joh (5) . Hnd (16) . In zestien verzen in Handelingen : (1) Hnd 2,37 . (2) Hnd 4,24 . (3) Hnd 5,21 . (4) Hnd 5,33 . (5) Hnd 8,14 . (6) Hnd 9,38 . (7) Hnd 11,18 . (8) Hnd 14,14 . (9) Hnd 16,38 . (10) Hnd 17,32 . (11) Hnd 18,26 . (12) Hnd 19,5 . (13) Hnd 19,28 . (14) Hnd 21,20 . (15) Hnd 22,2 . (16) Hnd 28,15 .

20. parakalountes . Verwijzing : parakalôn (te hulp roepend) , zie Mt 5,4 . Actief participium praesens nominatief mannelijk meervoud van het werkwoord parakaleô - ad-vocare (bij-roepen, ter hulp roepen, troosten, bijstaan, aanbevelen) . In zes verzen in de bijbel . In twee verzen in het O.T. . In vier verzen in het N.T. : (1) Hnd 9,38 . (2) Hnd 14,22 . (3) 1 Th 2,12 . (4) Heb 10,25 .

Hnd 9,39 - Hnd 9,39 : Petrus in Lydda en Joppe : Hnd 9,32-43 -- Hnd 9 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 9,32 - Hnd 9,33 - Hnd 9,34 - Hnd 9,35 - Hnd 9,36 - Hnd 9,37 - Hnd 9,38 - Hnd 9,39 - Hnd 9,40 - Hnd 9,41 - Hnd 9,42 - Hnd 9,43 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
39anastas de petros sunèlthen autois: on paragenomenon anègagon eis to uperôon, kai parestèsan autô pasai ai chèrai klaiousai kai epideiknumenai chitônas kai imatia osa epoiei met autôn ousa è dorkas.   Petrus venit cum illis et cum advenisset duxerunt illum in cenaculum et circumsteterunt illum omnes viduae flentes et ostendentes tunicas et vestes quas faciebat illis Dorcas    39 En Petrus stond op, en ging met hen; welken zij, als hij daar gekomen was, in de opperzaal leidden. En al de weduwen stonden bij hem, wenende, en tonende de rokken en klederen, die Dorkas gemaakt had, als zij bij haar was.   [39] Petrus ging direct met hen mee. Na zijn aankomst brachten ze hem naar het bovenvertrek. Daar kwamen alle weduwen bij hem en ze lieten hem onder tranen de kledingstukken zien die Gazelle maakte toen ze nog bij hen was.   [39] Petrus ging meteen met hen mee. Na zijn aankomst werd hij naar het bovenvertrek gebracht, waar de weduwen om hem heen kwamen staan en hem huilend de tunica’s en mantels lieten zien die Dorkas nog maar pas gemaakt had.  39 Petrus staat op en komt met hen mee. Als hij aankomt brengen ze hem naar boven, naar de opperzaal, en alle weduwen komen wenend bij hem staan en tonen mantels en kleren die Dorkas, toen ze bij hen was, gemaakt heeft.  39. Pierre partit tout de suite avec eux. Aussitôt arrivé, on le fit monter à la chambre haute, où toutes les veuves en pleurs s'empressèrent autour de lui, lui montrant les tuniques et les manteaux que faisait Dorcas lorsqu'elle était avec elles. 

King James Bible . [39] Then Peter arose and went with them. When he was come, they brought him into the upper chamber: and all the widows stood by him weeping, and shewing the coats and garments which Dorcas made, while she was with them.
Luther-Bibel . 39 Petrus aber stand auf und ging mit ihnen. Und als er hingekommen war, führten sie ihn hinauf in das Obergemach und es traten alle Witwen zu ihm, weinten und zeigten ihm die Röcke und Kleider, die Tabita gemacht hatte, als sie noch bei ihnen war.

Tekstuitleg van Hnd 9,39 .

4. ind. aor. 3de pers. enk. sunèlthen van het werkw. sunerchomai (samenkomen) . Taalgebruik in het N.T. : sunerchomai (samenkomen) . Taalgebruik in Lc : sunerchomai (samenkomen) . Taalgebruik in Hnd : sunerchomai (samenkomen) . Hnd (2) : (1) Hnd 2,6 .  (2) Hnd 9,39 . Een vorm van sunerchomai (samenkomen) in Hnd (17) : (1) Hnd 1,6 . (2) Hnd 1,21 . (3) Hnd 2,6 . (4) Hnd 5,16 . (5) Hnd 9,39 . (6) Hnd 10,23 . (7) Hnd 10,27 . (8) Hnd 10,45 .  (9) Hnd 11,12 . (10) Hnd 15,38 .  (11) Hnd 16,13 . (12) Hnd 19,32 .  (13) Hnd 21,16 . (14) Hnd 21,22 . (15) Hnd 22,30 . (16) Hnd 25,17 . (17) Hnd 28,17 . In Hnd : 10 vormen van sunerchomai (samenkomen) in 13 hoofdstukken en in 17 verzen .

Hnd 9,40 - Hnd 9,40 : Petrus in Lydda en Joppe : Hnd 9,32-43 -- Hnd 9 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 9,32 - Hnd 9,33 - Hnd 9,34 - Hnd 9,35 - Hnd 9,36 - Hnd 9,37 - Hnd 9,38 - Hnd 9,39 - Hnd 9,40 - Hnd 9,41 - Hnd 9,42 - Hnd 9,43 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
40ekbalôn de exô pantas o petros kai theis ta gonata prosèuxato, kai epistrepsas pros to sôma eipen, tabitha, anastèthi. è de ènoixen tous ofthalmous autès, kai idousa ton petron anekathisen.  40 eiectis autem omnibus foras Petrus ponens genua oravit et conversus ad corpus dixit Tabita surge at illa aperuit oculos suos et viso Petro resedit    40 Maar Petrus, hebbende hen allen uitgedreven, knielde neder en bad: en zich kerende tot het lichaam, zeide hij: Tabitha, sta op! En zij deed haar ogen open, en Petrus gezien hebbende, zat zij over einde.  [40] Petrus stuurde ze allemaal weg, knielde neer en bad. Toen keerde hij zich naar het lichaam en zei: ‘Tabita, sta op.’ Zij deed haar ogen open en toen ze Petrus zag ging ze overeind zitten.   [40] Petrus stuurde iedereen weg, waarna hij knielde om te bidden. Na het gebed draaide hij zich om naar het lichaam en zei: ‘Tabita, sta op!’ Ze opende haar ogen, en toen ze Petrus zag ging ze rechtop zitten.  40 Maar Petrus drijft allen uit naar buiten, zet zich op de knieën en bidt. Dan keert hij zich tot het lichaam en zegt: Tabita, sta op! Zij opent haar ogen, ziet Petrus en gaat rechtop zitten.  40. Pierre mit tout le monde dehors, puis, à genoux, pria. Se tournant ensuite vers le corps, il dit : « Tabitha, lève-toi. » Elle ouvrit les yeux et, voyant Pierre, se mit sur son séant.  

King James Bible . [40] But Peter put them all forth, and kneeled down, and prayed; and turning him to the body said, Tabitha, arise. And she opened her eyes: and when she saw Peter, she sat up.
Luther-Bibel . 40 Und als Petrus sie alle hinausgetrieben hatte, kniete er nieder, betete und wandte sich zu dem Leichnam und sprach: Tabita, steh auf! Und sie schlug ihre Augen auf; und als sie Petrus sah, setzte sie sich auf.

Tekstuitleg van Hnd 9,40 .

Hnd 9,41 - Hnd 9,41 : Petrus in Lydda en Joppe : Hnd 9,32-43 -- Hnd 9 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 9,32 - Hnd 9,33 - Hnd 9,34 - Hnd 9,35 - Hnd 9,36 - Hnd 9,37 - Hnd 9,38 - Hnd 9,39 - Hnd 9,40 - Hnd 9,41 - Hnd 9,42 - Hnd 9,43 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
41dous de autè cheira anestèsen autèn, fônèsas de tous agious kai tas chèras parestèsen autèn zôsan.   41 dans autem illi manum erexit eam et cum vocasset sanctos et viduas adsignavit eam vivam    41 En hij gaf haar de hand, en richtte haar op, en de heiligen en de weduwen geroepen hebbende, stelde hij haar levend voor hen.   [41] Hij reikte haar de hand en hielp haar opstaan. Daarna riep hij de heiligen*, ook de weduwen, en liet hun zien dat ze weer leefde.  [41] Hij nam haar bij de hand en hielp haar overeind, en toen hij de heiligen en de weduwen weer binnengeroepen had, liet hij hun zien dat ze weer leefde.   41 Hij geeft haar een hand en helpt haar opstaan. Hij roept de heiligen en de weduwen en laat haar levend bij hen staan.  41. Lui prenant la main, Pierre la fit lever. Appelant alors les saints et les veuves, il la leur présenta vivante.  

King James Bible . [41] And he gave her his hand, and lifted her up, and when he had called the saints and widows, presented her alive.
Luther-Bibel . 41 Er aber gab ihr die Hand und ließ sie aufstehen und rief die Heiligen und die Witwen und stellte sie lebendig vor sie.

Tekstuitleg van Hnd 9,41 .

7. fônèsas (geroepen) . Verwijzing : fôneô (roepen, schreeuwen) . Participium aorist nominatief mannelijk enkelvoud . In vijf verzen in de bijbel :

  1. Lc 16,2 : kai fônèsas auton eipen autôi = en hem geroepen zei hij aan hem . (Een rijk man riep zijn rentmeester bij zich) .
  2. Lc 16,24 : kai autos fônèsas eipen, pater Abraam = en zelf geroepen zei : Vader Abraham... (De rijke riep in het dodenrijk tot vader Abraham) .
  3. Lc 23,46 : kai fônèsas fônèi megalèi ho Ièsous eipen pater = en geroepen met luide stem zei Jezus : Vader... ) . (Met luide stem riep Jezus, Vader...) .
  4. Hnd 9,41 : fônèsas de ... = geroepen echter ... .
  5. Hnd 10,7 .
    In de verzen van het Lucasevangelie is het hoofdwerkwoord eipen = hij zei (aorist van het werkwoord legô = zeggen) . Het leidt een citaat in . In één vers nl. Lc 23,46 is Jezus aan het woord .
Hnd 9,42 - Hnd 9,42 : Petrus in Lydda en Joppe : Hnd 9,32-43 -- Hnd 9 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 9,32 - Hnd 9,33 - Hnd 9,34 - Hnd 9,35 - Hnd 9,36 - Hnd 9,37 - Hnd 9,38 - Hnd 9,39 - Hnd 9,40 - Hnd 9,41 - Hnd 9,42 - Hnd 9,43 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
42gnôston de egeneto kath olès tès ioppès, kai episteusan polloi epi ton kurion.  42 notum autem factum est per universam Ioppen et crediderunt multi in Domino    42 En dit werd bekend door geheel Joppe, en velen geloofden in den Heere.  [42] Dit werd bekend in heel Joppe en velen gingen geloven in de Heer.   [42] Dit voorval werd in heel Joppe bekend en velen gingen in de Heer geloven.   42 Bekend wordt dit over heel Joppe, en velen gaan vertrouwen op de Heer.  42. Tout Joppé sut la chose, et beaucoup crurent au Seigneur. 

King James Bible . [42] And it was known throughout all Joppa; and many believed in the Lord.
Luther-Bibel . 42 Und das wurde in ganz Joppe bekannt und viele kamen zum Glauben an den Herrn.

Tekstuitleg van Hnd 9,42 .

Hnd 9,43 - Hnd 9,43 : Petrus in Lydda en Joppe : Hnd 9,32-43 -- Hnd 9 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 9,32 - Hnd 9,33 - Hnd 9,34 - Hnd 9,35 - Hnd 9,36 - Hnd 9,37 - Hnd 9,38 - Hnd 9,39 - Hnd 9,40 - Hnd 9,41 - Hnd 9,42 - Hnd 9,43 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
43egeneto de èmeras ikanas meinai en ioppè para tini simôni bursei.   43 factum est autem ut dies multos moraretur in Ioppe apud quendam Simonem coriarium     43 En het geschiedde, dat hij vele dagen te Joppe bleef, bij een zekeren Simon, een lederbereider.  [43] Verscheidene dagen bleef hij nog in Joppe bij een zekere Simon, een leerlooier.  [43] Petrus bleef nog enige tijd in Joppe, bij Simon, een leerlooier.  43 Het geschiedt dat hij heel wat dagen in Joppe blijft,– bij een zekere Simon, een leerlooier.   43. Pierre demeura un certain temps à Joppé chez un corroyeur appelé Simon.  

King James Bible . [43] And it came to pass, that he tarried many days in Joppa with one Simon a tanner.
Luther-Bibel . 43 Und es geschah, dass Petrus lange Zeit in Joppe blieb bei einem Simon, der ein Gerber war.

Tekstuitleg van Hnd 9,43 .


Griekse tekst

o de saulos, eti empneôn apeilès kai fonou eis tous mathètas tou kuriou, proselthôn tô archierei 2ètèsato par autou epistolas eis damaskon pros tas sunagôgas, opôs ean tinas eurè tès odou ontas, andras te kai gunaikas, dedemenous agagè eis ierousalèm. 3en de tô poreuesthai egeneto auton eggizein tè damaskô, exaifnès te auton perièstrapsen fôs ek tou ouranou, 4kai pesôn epi tèn gèn èkousen fônèn legousan autô, saoul saoul, ti me diôkeis; 5eipen de, tis ei, kurie; o de, egô eimi ièsous on su diôkeis: 6alla anastèthi kai eiselthe eis tèn polin, kai lalèthèsetai soi o ti se dei poiein. 7oi de andres oi sunodeuontes autô eistèkeisan eneoi, akouontes men tès fônès mèdena de theôrountes. 8ègerthè de saulos apo tès gès, aneôgmenôn de tôn ofthalmôn autou ouden eblepen: cheiragôgountes de auton eisègagon eis damaskon. 9kai èn èmeras treis mè blepôn, kai ouk efagen oude epien. 10èn de tis mathètès en damaskô onomati ananias, kai eipen pros auton en oramati o kurios, anania. o de eipen, idou egô, kurie. 11o de kurios pros auton, anastas poreuthèti epi tèn rumèn tèn kaloumenèn eutheian kai zètèson en oikia iouda saulon onomati tarsea: idou gar proseuchetai, 12kai eiden andra [en oramati] ananian onomati eiselthonta kai epithenta autô [tas] cheiras opôs anablepsè. 13apekrithè de ananias, kurie, èkousa apo pollôn peri tou andros toutou, osa kaka tois agiois sou epoièsen en ierousalèm: 14kai ôde echei exousian para tôn archiereôn dèsai pantas tous epikaloumenous to onoma sou. 15eipen de pros auton o kurios, poreuou, oti skeuos eklogès estin moi outos tou bastasai to onoma mou enôpion ethnôn te kai basileôn uiôn te israèl: 16egô gar upodeixô autô osa dei auton uper tou onomatos mou pathein. 17apèlthen de ananias kai eisèlthen eis tèn oikian, kai epitheis ep auton tas cheiras eipen, saoul adelfe, o kurios apestalken me, ièsous o oftheis soi en tè odô è èrchou, opôs anablepsès kai plèsthès pneumatos agiou. 18kai eutheôs apepesan autou apo tôn ofthalmôn ôs lepides, aneblepsen te, kai anastas ebaptisthè, 19kai labôn trofèn enischusen. egeneto de meta tôn en damaskô mathètôn èmeras tinas, 20kai eutheôs en tais sunagôgais ekèrussen ton ièsoun oti outos estin o uios tou theou. 21existanto de pantes oi akouontes kai elegon, ouch outos estin o porthèsas eis ierousalèm tous epikaloumenous to onoma touto, kai ôde eis touto elèluthei ina dedemenous autous agagè epi tous archiereis; 22saulos de mallon enedunamouto kai sunechunnen [tous] ioudaious tous katoikountas en damaskô, sumbibazôn oti outos estin o christos. 23ôs de eplèrounto èmerai ikanai, sunebouleusanto oi ioudaioi anelein auton: 24egnôsthè de tô saulô è epiboulè autôn. paretèrounto de kai tas pulas èmeras te kai nuktos opôs auton anelôsin: 25labontes de oi mathètai autou nuktos dia tou teichous kathèkan auton chalasantes en spuridi. 26paragenomenos de eis ierousalèm epeirazen kollasthai tois mathètais: kai pantes efobounto auton, mè pisteuontes oti estin mathètès. 27barnabas de epilabomenos auton ègagen pros tous apostolous, kai diègèsato autois pôs en tè odô eiden ton kurion kai oti elalèsen autô, kai pôs en damaskô eparrèsiasato en tô onomati tou ièsou. 28kai èn met autôn eisporeuomenos kai ekporeuomenos eis ierousalèm, parrèsiazomenos en tô onomati tou kuriou, 29elalei te kai sunezètei pros tous ellènistas: oi de epecheiroun anelein auton. 30epignontes de oi adelfoi katègagon auton eis kaisareian kai exapesteilan auton eis tarson. 31è men oun ekklèsia kath olès tès ioudaias kai galilaias kai samareias eichen eirènèn, oikodomoumenè kai poreuomenè tô fobô tou kuriou, kai tè paraklèsei tou agiou pneumatos eplèthuneto. 32egeneto de petron dierchomenon dia pantôn katelthein kai pros tous agious tous katoikountas ludda. 33euren de ekei anthrôpon tina onomati ainean ex etôn oktô katakeimenon epi krabattou, os èn paralelumenos. 34kai eipen autô o petros, ainea, iatai se ièsous christos: anastèthi kai strôson seautô. kai eutheôs anestè. 35kai eidan auton pantes oi katoikountes ludda kai ton sarôna, oitines epestrepsan epi ton kurion. 36en ioppè de tis èn mathètria onomati tabitha, è diermèneuomenè legetai dorkas: autè èn plèrès ergôn agathôn kai eleèmosunôn ôn epoiei. 37egeneto de en tais èmerais ekeinais asthenèsasan autèn apothanein: lousantes de ethèkan [autèn] en uperôô. 38eggus de ousès luddas tè ioppè oi mathètai akousantes oti petros estin en autè apesteilan duo andras pros auton parakalountes, mè oknèsès dielthein eôs èmôn. 39anastas de petros sunèlthen autois: on paragenomenon anègagon eis to uperôon, kai parestèsan autô pasai ai chèrai klaiousai kai epideiknumenai chitônas kai imatia osa epoiei met autôn ousa è dorkas. 40ekbalôn de exô pantas o petros kai theis ta gonata prosèuxato, kai epistrepsas pros to sôma eipen, tabitha, anastèthi. è de ènoixen tous ofthalmous autès, kai idousa ton petron anekathisen. 41dous de autè cheira anestèsen autèn, fônèsas de tous agious kai tas chèras parestèsen autèn zôsan. 42gnôston de egeneto kath olès tès ioppès, kai episteusan polloi epi ton kurion. 43egeneto de èmeras ikanas meinai en ioppè para tini simôni bursei.