HANDELINGEN VAN DE APOSTELEN HOOFDSTUK 12 - Hnd 12 -
- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Hnd (Handelingen) -
Hnd 12 -
- Hnd 12,20-24 -- Hnd 12,25 -- Hnd 12,1-11 -

- Bibliografie - Literatuur - Liturgisch gebruik - Overzicht bijbelboeken - Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken - Overzicht van deze website -

Overzicht van Handelingen van de apostelen : Hnd (Handelingen) : overzicht , Hnd : woordgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Hnd : commentaar ,
Hnd 1 , Hnd 2 , Hnd 3 , Hnd 4 , Hnd 5 , Hnd 6 , Hnd 7 , Hnd 8 , Hnd 9 , Hnd 10 , Hnd 11 , Hnd 12 , Hnd 13 , Hnd 14 , Hnd 15 , Hnd 16 , Hnd 17 , Hnd 18 , Hnd 19 , Hnd 20 , Hnd 21 , Hnd 22 , Hnd 23 , Hnd 24 , Hnd 25 , Hnd 26 , Hnd 27 , Hnd 28 ,
Uitleg per pericope - Hnd 12,1-19 -- Hnd 12,20-24 -- Hnd 12,25 -
- Hnd 12,1-19 : Herodes vervolgt de gemeente .
- Hnd 12,20-24 : Herodes’ dood ; uitbreiding van de gemeente .
- Hnd 12,25 : Terugkeer en uitzending van Barnabas en Saulus .
Uitleg vers per vers : - Hnd 12,1 - Hnd 12,2 - Hnd 12,3 - Hnd 12,4 - Hnd 12,5 - Hnd 12,6 - Hnd 12,7 - Hnd 12,8 - Hnd 12,9 - Hnd 12,10 - Hnd 12,11 - Hnd 12,12 - Hnd 12,13 - Hnd 12,14 - Hnd 12,15 - Hnd 12,16 - Hnd 12,17 - Hnd 12,18 - Hnd 12,19 - Hnd 12,20 - Hnd 12,21 - Hnd 12,22 - Hnd 12,23 - Hnd 12,24 - Hnd 12,25 -


Religie.opzijnbest.nl
ZOEKEN OP DEZE WEBSITE
PicoSearch
  Hulp
Verzorgd door PicoSearch
 
1. LXX , Griekse tekst N.T.   2. Vulgata   3. Synopsis Denaux - Vervenne  4. Statenvertaling   5. Willibrordvertaling   6. Nieuwe Vertaling   7. Naardense vertaling , zie
8. Bible de Jérusalem 9. Statenvertaling   10. King James Bible  - King James Bible 11. Luther-Bibel        

WEDERKERIGHEID (DIVERSITEIT - VICE VERSA) . Meer info : Arseen De Kesel . Email: arseen.de.kesel@pandora.be .
websitenamen : http://users.telenet.be/arseen.de.kesel/ en http://www.interlevensbeschouwelijk.be/index.htm
- STARTPAGINA - AGENDA - BIJ DE HAND - NIEUW - OVERZICHT -  TIJDSCHRIFTEN -
ALFABETISCH OVERZICHT VAN THEMA'S EN WEBSITES :
- A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z
HOOFDTHEMA'S : allochtonen , armoede , bahá'í ,  bezinningsteksten , bijbel , bijbel en koran , boeddhisme , christendom , extreemrechts (Vlaams Blok) , fundamentalisme , globalisering en antiglobalisering ,  hindoeïsme , interlevensbeschouwelijke dialoog , interreligieuze meditatie , islam , jodendom , koran , levensbeschouwing , levensbeschouwing / godsdienst en onderwijs , racisme , samenleving , sikhisme , spiritualiteit , tewerkstelling van allochtonen , vluchtelingen en asielzoekers , vrijzinnigheid , witte scholen , multiculturele scholen en concentratiescholen , Eigen-zinnige beschouwingen , Het kleine of grote ongenoegen

Woordenschat
-
Bibliografie
Literatuur .
Liturgisch gebruik

- Hnd 12,1-11 : 29 juni : Petrus en Paulus .  
Overzicht van de bijbelboeken
- bijbeloverzicht , taalgebruik , Oude Testament , Pentateuch , Historische boeken , Profeten , Wijsheidsboeken , Nieuwe Testament , Evangelies , Synoptici , Brieven van Paulus , Apostolische brieven .
- OT : Gn (Genesis) , Ex (Exodus) , Lv (Leviticus) , Nu (Numeri) , Dt (Deuteronomium) , Joz (Jozua) , Re (Rechters) , Rt (Ruth) , 1 S (1 Samuël) , 2 S (2 Samuël) , 1 K (1 Koningen) , 2 K (2 Koningen) , 1 Kr ( 1 Kronieken) , 2 Kr (2 Kronieken) , Ezr (Ezra) , Neh (Nehemia) , Tob (Tobia) , Jdt (Judith) , Est (Esther) , 1 Mak (1 Makkabeeën) , 2 Mak (2 Makkabeeën) , Job , Ps (Psalmen ) , Spr (Spreuken) , Pr (Prediker) , Hl (Hooglied) , W (Wijsheid) , Sir (Sirach) , Js (Jesaja) , Jr (Jeremia) , Kl (Klaagliederen) , Bar (Baruch) , Ez (Ezechiël) , Da (Daniël) , Hos (Hosea) , Jl (Joël) , Am (Amos) , Ob (Obadja) , Jon (Jona) , Mi (Micha) , Nah (Nahum) , Hab (Habakuk) , Sef (Sefanja) , Hag (Haggai) , Zach (Zacharia) , Mal (Maleachi) .
- NT : Mt (Matteüs) - Mc (Marcus) - Lc (Lucas) - Joh (Johannes) - Hnd (Handelingen) , Rom (Rome) , 1 Kor (Korinte) , 2 Kor (Korinte) , Gal (Galatië) , Ef (Efese) , Fil (Filippi) , Kol (Kolosse) , 1 Tes (Tessalonika) , 2 Tes (Tessalonika) , 1 Tim (Timoteüs) , 2 Tim (Timoteüs) , Tit (Titus) , Film (Filemon) , Heb (Hebreeën) , Jak (Jakobus) , 1 Pe (Petrus) , 2 Pe (Petrus) , 1 Joh (Johannes) , 2 Joh (Johannes) , 2 Joh (Johannes) , Jud (Judas) , Apk (Apokalyps) .
Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken : - bibliografie bijbel - bibliografie van het Oude Testament - bibliografie Matteüsevangelie - bibliografie Marcusevangelie - bibliografie Lucasevangelie - bibliografie van het Johannesevangelie - bibliografie van het Nieuwe Testament (behalve evangeliën)

Hnd 12,1-19 : Herodes vervolgt de gemeente - Hnd 12,1-19 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Hnd (Handelingen) - Hnd 12 -- Hnd 12,1 - Hnd 12,2 - Hnd 12,3 - Hnd 12,4 - Hnd 12,5 - Hnd 12,6 - Hnd 12,7 - Hnd 12,8 - Hnd 12,9 - Hnd 12,10 - Hnd 12,11 - Hnd 12,12 - Hnd 12,13 - Hnd 12,14 - Hnd 12,15 - Hnd 12,16 - Hnd 12,17 - Hnd 12,18 - Hnd 12,19 -

Eerste lezing op het feest van 29 juni : Petrus en Paulus : Hnd 12,1-11 . Verwijzing : Hnd 12,1-11 .

Omstreeks die tijd legde koning Herodes de hand op enkele leden van de Kerk om hen te mishandelen: Jakobus, de broer van Johannes, liet hij met het zwaard ter dood brengen. Omdat hij bemerkte dat dit de Joden aangenaam was liet hij ook nog Petrus gevangen nemen. Het was juist in de dagen van het ongedesemde brood. Toen hij hem in handen had gekregen wierp hij hem in de gevangenis en liet hem bewaken door vier groepen soldaten, elk van vier man; het was zijn bedoeling Petrus na het paasfeest voor het volk te leiden. Terwijl Petrus in de gevangenis zat werd door de Kerk vurig voor hem tot God gebeden. In de nacht vóórdat Herodes hem wilde laten voorleiden, lag Petrus met twee kettingen vastgebonden te slapen tussen twee soldaten, terwijl ook voor de poort van de gevangenis wacht werd gehouden. Opeens stond een engel des Heren bij hem en was de cel hel verlicht. Hij stootte Petrus in de zij, wekte hem en sprak: "Sta vlug op." Meteen vielen de kettingen van zijn handen. Vervolgens zei de engel: "Doe uw gordel om en bind uw sandalen onder." Petrus deed het. De engel hernam: "Sla uw mantel om en volg mij." Hij ging mee naar buiten zonder nog te beseffen dat het werkelijkheid was wat de engel deed: hij meende een visioen te zien. Zij passeerden de eerste en de tweede wacht en kwamen aan de ijzeren poort die toegang gaf tot de stad; deze ging vanzelf voor hen open. Zij traden naar buiten, liepen een straat ver en eensklaps was de engel verdwenen. Toen kwam Petrus tot zichzelf en zei: "Nu weet ik zeker dat de Heer zijn engel heeft gezonden en mij heeft ontrukt aan de macht van Herodes en aan alles wat het volk der Joden verwachtte."

Hnd 12,1 - Hnd 12,1 : Herodes vervolgt de gemeente - Hnd 12,1-19 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Hnd (Handelingen) - Hnd 12 -- Hnd 12,1 - Hnd 12,2 - Hnd 12,3 - Hnd 12,4 - Hnd 12,5 - Hnd 12,6 - Hnd 12,7 - Hnd 12,8 - Hnd 12,9 - Hnd 12,10 - Hnd 12,11 - Hnd 12,12 - Hnd 12,13 - Hnd 12,14 - Hnd 12,15 - Hnd 12,16 - Hnd 12,17 - Hnd 12,18 - Hnd 12,19 -
Griekse tekst Vulgaat 29 juni : Petrus en Paulus   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
1kat ekeinon de ton kairon epebalen èrôdès o basileus tas cheiras kakôsai tinas tôn apo tès ekklèsias.   1 eodem autem tempore misit Herodes rex manus ut adfligeret quosdam de ecclesia  Omstreeks die tijd legde koning Herodes de hand op enkele leden van de Kerk om hen te mishandelen:  1 En omtrent denzelfden tijd sloeg de koning Herodes de handen aan sommigen van de Gemeente, om die kwalijk te handelen.  
[1] Omstreeks die tijd liet koning* Herodes enkele leden van de gemeente arresteren en mishandelen. 
[1] Omstreeks die tijd nam koning Herodes enkele leden van de gemeente gevangen en mishandelde hen.  1 ¶ Maar omstreeks dat tijdsgewricht steekt koning Herodes de handen uit om enkelen van de vergadering kwaad te doen.  1. Vers ce temps-là, le roi Hérode mit la main sur quelques membres de l'Église pour les maltraiter. 

King James Bible . [1] Now about that time Herod the king stretched forth his hands to vex certain of the church.
Luther-Bibel . 1 Um diese Zeit legte der König Herodes Hand an einige von der Gemeinde, sie zu misshandeln.

Tekstuitleg van Hnd 12,1 .

Hnd 12,2 - Hnd 12,2 : Herodes vervolgt de gemeente - Hnd 12,1-19 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Hnd (Handelingen) - Hnd 12 -- Hnd 12,1 - Hnd 12,2 - Hnd 12,3 - Hnd 12,4 - Hnd 12,5 - Hnd 12,6 - Hnd 12,7 - Hnd 12,8 - Hnd 12,9 - Hnd 12,10 - Hnd 12,11 - Hnd 12,12 - Hnd 12,13 - Hnd 12,14 - Hnd 12,15 - Hnd 12,16 - Hnd 12,17 - Hnd 12,18 - Hnd 12,19 -
Griekse tekst Vulgaat 29 juni : Petrus en Paulus   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
2 aneilen de iakôbon ton adelfon iôannou machairè.   2 occidit autem Iacobum fratrem Iohannis gladio   Jakobus, de broer van Johannes, liet hij met het zwaard ter dood brengen.   2 En hij doodde Jakobus, den broeder van Johannes, met het zwaard.  [2] Jakobus, de broer van Johannes, liet hij met het zwaard ter dood brengen.   [2] Jakobus, de broer van Johannes, liet hij met het zwaard ter dood brengen.   2 Jakobus, de broer van Johannes, neemt hij weg met het zwaard.   2. Il fit périr par le glaive Jacques, frère de Jean. 

King James Bible . [2] And he killed James the brother of John with the sword.
Luther-Bibel . 2 Er tötete aber Jakobus, den Bruder des Johannes, mit dem Schwert.

Tekstuitleg van Hnd 12,2 .

Hnd 12,3 - Hnd 12,3 : Herodes vervolgt de gemeente - Hnd 12,1-19 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Hnd (Handelingen) - Hnd 12 -- Hnd 12,1 - Hnd 12,2 - Hnd 12,3 - Hnd 12,4 - Hnd 12,5 - Hnd 12,6 - Hnd 12,7 - Hnd 12,8 - Hnd 12,9 - Hnd 12,10 - Hnd 12,11 - Hnd 12,12 - Hnd 12,13 - Hnd 12,14 - Hnd 12,15 - Hnd 12,16 - Hnd 12,17 - Hnd 12,18 - Hnd 12,19 -
Griekse tekst Vulgaat 29 juni : Petrus en Paulus   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
3 idôn de oti areston estin tois ioudaiois prosetheto sullabein kai petron {èsan de [ai] èmerai tôn azumôn},  3 videns autem quia placeret Iudaeis adposuit adprehendere et Petrum erant autem dies azymorum   Omdat hij bemerkte dat dit de Joden aangenaam was liet hij ook nog Petrus gevangen nemen. Het was juist in de dagen van het ongedesemde brood.  3 En toen hij zag, dat het den Joden behagelijk was, voer hij voort, om ook Petrus te vangen (en het waren de dagen der ongehevelde broden);  [3] Omdat hij merkte dat dit de Joden wel beviel, nam hij ook Petrus nog gevangen; dat was juist op de dagen* van de ongedesemde broden.  [3] Toen hij zag dat de Joden hier gunstig op reageerden, liet hij ook Petrus aanhouden – dat was tijdens het feest van het Ongedesemde brood.  3 Als hij ziet dat dat de Judeeërs welgevallig is, gaat hij door en neemt hij ook Petrus vast, al zijn het ‘de dagen van de ongezuurden’.  3. Voyant que c'était agréable aux Juifs, il fit encore arrêter Pierre. C'étaient les jours des Azymes. 

King James Bible . [3] And because he saw it pleased the Jews, he proceeded further to take Peter also. (Then were the days of unleavened bread.)
Luther-Bibel . 3 Und als er sah, dass es den Juden gefiel, fuhr er fort und nahm auch Petrus gefangen. Es waren aber eben die Tage der Ungesäuerten Brote.

Tekstuitleg van Hnd 12,3 .

17. azumôn (ongedesemde broden) . Genitief onzijdig meervoud . In tweeëntwintig verzen in de bijbel . In zestien verzen in het O.T. : (1) Ex 23,15 . In zes verzen in het N.T. : (1) Mt 26,17 . (2) Mc 14,12 . (3) Lc 22,1 . (4) Lc 22,7 . (5) Hnd 12,3 . (6) Hnd 20,6 .

Hnd 12,4 - Hnd 12,4 : Herodes vervolgt de gemeente - Hnd 12,1-19 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Hnd (Handelingen) - Hnd 12 -- Hnd 12,1 - Hnd 12,2 - Hnd 12,3 - Hnd 12,4 - Hnd 12,5 - Hnd 12,6 - Hnd 12,7 - Hnd 12,8 - Hnd 12,9 - Hnd 12,10 - Hnd 12,11 - Hnd 12,12 - Hnd 12,13 - Hnd 12,14 - Hnd 12,15 - Hnd 12,16 - Hnd 12,17 - Hnd 12,18 - Hnd 12,19 -
Griekse tekst Vulgaat 29 juni : Petrus en Paulus   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
4 on kai piasas etheto eis fulakèn, paradous tessarsin tetradiois stratiôtôn fulassein auton, boulomenos meta to pascha anagagein auton tô laô.  4 quem cum adprehendisset misit in carcerem tradens quattuor quaternionibus militum custodire eum volens post pascha producere eum populo   Toen hij hem in handen had gekregen wierp hij hem in de gevangenis en liet hem bewaken door vier groepen soldaten, elk van vier man; het was zijn bedoeling Petrus na het paasfeest voor het volk te leiden.   4 Denwelken ook gegrepen hebbende, hij in de gevangenis zette, en gaf hem over aan vier wachten, elk van vier krijgsknechten, om hem te bewaren, willende na het paasfeest hem voorbrengen voor het volk.   [4] Toen hij hem in handen had gekregen, zette hij hem in de gevangenis en liet hem door vier* groepen soldaten van ieder vier man bewaken met de bedoeling hem na* het paasfeest in het openbaar te berechten.  [4] Na de arrestatie sloot hij hem op in de gevangenis, waar hij hem door vier groepen soldaten van steeds vier man liet bewaken, met de bedoeling hem na het pesachfeest ten overstaan van het volk te berechten.  4 Als hij hem gegrepen heeft zet hij hem in bewaring en geeft hem over aan vier viermanschappen soldaten om hem te bewaken. Hij wil hem na het paasfeest voorleiden aan de gemeenschap.   4. Il le fit saisir et jeter en prison, le donnant à garder à quatre escouades de quatre soldats ; il voulait le faire comparaître devant le peuple après la Pâque.  

King James Bible . [4] And when he had apprehended him, he put him in prison, and delivered him to four quaternions of soldiers to keep him; intending after Easter to bring him forth to the people.
Luther-Bibel . 4 Als er ihn nun ergriffen hatte, warf er ihn ins Gefängnis und überantwortete ihn vier Wachen von je vier Soldaten, ihn zu bewachen. Denn er gedachte, ihn nach dem Fest vor das Volk zu stellen.

Tekstuitleg van Hnd 12,4 .

Hnd 12,5 - Hnd 12,5 : Herodes vervolgt de gemeente - Hnd 12,1-19 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Hnd (Handelingen) - Hnd 12 -- Hnd 12,1 - Hnd 12,2 - Hnd 12,3 - Hnd 12,4 - Hnd 12,5 - Hnd 12,6 - Hnd 12,7 - Hnd 12,8 - Hnd 12,9 - Hnd 12,10 - Hnd 12,11 - Hnd 12,12 - Hnd 12,13 - Hnd 12,14 - Hnd 12,15 - Hnd 12,16 - Hnd 12,17 - Hnd 12,18 - Hnd 12,19 -
Griekse tekst Vulgaat 29 juni : Petrus en Paulus   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
5 o men oun petros etèreito en tè fulakè: proseuchè de èn ektenôs ginomenè upo tès ekklèsias pros ton theon peri autou. 5 et Petrus quidem servabatur in carcere oratio autem fiebat sine intermissione ab ecclesia ad Deum pro eo  Terwijl Petrus in de gevangenis zat werd door de Kerk vurig voor hem tot God gebeden.  5 Petrus dan werd in de gevangenis bewaard; maar van de Gemeente werd een gedurig gebed tot God voor hem gedaan.  [5] Petrus werd dus in de gevangenis vastgehouden, maar in de gemeente werd vurig voor hem gebeden tot God.  [5] Terwijl Petrus onder zware bewaking zat opgesloten, bleef de gemeente vol vuur voor hem bidden tot God.  5 ¶ Petrus wordt dus vastgehouden in de bewaring. Maar er wordt voor hem tot God door de vergadering een voortdurend gebed gehouden.   5. Tandis que Pierre était ainsi gardé en prison, la prière de l'Église s'élevait pour lui vers Dieu sans relâche.  

King James Bible . [5] Peter therefore was kept in prison: but prayer was made without ceasing of the church unto God for him.
Luther-Bibel . 5 So wurde nun Petrus im Gefängnis festgehalten; aber die Gemeinde betete ohne Aufhören für ihn zu Gott.

Tekstuitleg van Hnd 12,5 .

Hnd 12,6 - Hnd 12,6 : Herodes vervolgt de gemeente - Hnd 12,1-19 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Hnd (Handelingen) - Hnd 12 -- Hnd 12,1 - Hnd 12,2 - Hnd 12,3 - Hnd 12,4 - Hnd 12,5 - Hnd 12,6 - Hnd 12,7 - Hnd 12,8 - Hnd 12,9 - Hnd 12,10 - Hnd 12,11 - Hnd 12,12 - Hnd 12,13 - Hnd 12,14 - Hnd 12,15 - Hnd 12,16 - Hnd 12,17 - Hnd 12,18 - Hnd 12,19 -
Griekse tekst Vulgaat 29 juni : Petrus en Paulus   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
6 ote de èmellen proagagein auton o èrôdès, tè nukti ekeinè èn o petros koimômenos metaxu duo stratiôtôn dedemenos alusesin dusin, fulakes te pro tès thuras etèroun tèn fulakèn.  6 cum autem producturus eum esset Herodes in ipsa nocte erat Petrus dormiens inter duos milites vinctus catenis duabus et custodes ante ostium custodiebant carcerem  In de nacht vóórdat Herodes hem wilde laten voorleiden, lag Petrus met twee kettingen vastgebonden te slapen tussen twee soldaten, terwijl ook voor de poort van de gevangenis wacht werd gehouden.  6 Toen hem nu Herodes zou voorbrengen, sliep Petrus dienzelfden nacht tussen twee krijgsknechten, gebonden met twee ketenen; en de wachters voor de deur bewaarden de gevangenis. 
[6] In de nacht voordat Herodes hem wilde laten voorkomen, lag Petrus aan twee kettingen tussen twee soldaten in te slapen, terwijl ook vóór de deur van de cel de wacht werd gehouden.  
[6] In de nacht voordat hij voorgeleid zou worden, lag Petrus te slapen tussen twee soldaten, aan wie hij met twee kettingen was vastgeketend. Ook voor de deur van de kerker stonden bewakers.   6 In die nacht, toen Herodes hem ging voorleiden, ligt Petrus tussen twee soldaten te slapen, met twee kettingen geboeid, en ook hebben wachters vóór de deur de wacht gehouden.   6. Or la nuit même avant le jour où Hérode devait le faire comparaître, Pierre était endormi entre deux soldats ; deux chaînes le liaient et, devant la porte, des sentinelles gardaient la prison.  

King James Bible . [6] And when Herod would have brought him forth, the same night Peter was sleeping between two soldiers, bound with two chains: and the keepers before the door kept the prison.
Luther-Bibel . 6 Und in jener Nacht, als ihn Herodes vorführen lassen wollte, schlief Petrus zwischen zwei Soldaten, mit zwei Ketten gefesselt, und die Wachen vor der Tür bewachten das Gefängnis.

Tekstuitleg van Hnd 12,6 .

Hnd 12,7 - Hnd 12,7 : Herodes vervolgt de gemeente - Hnd 12,1-19 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Hnd (Handelingen) - Hnd 12 -- Hnd 12,1 - Hnd 12,2 - Hnd 12,3 - Hnd 12,4 - Hnd 12,5 - Hnd 12,6 - Hnd 12,7 - Hnd 12,8 - Hnd 12,9 - Hnd 12,10 - Hnd 12,11 - Hnd 12,12 - Hnd 12,13 - Hnd 12,14 - Hnd 12,15 - Hnd 12,16 - Hnd 12,17 - Hnd 12,18 - Hnd 12,19 -
Griekse tekst Vulgaat 29 juni : Petrus en Paulus   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
7 kai idou aggelos kuriou epestè, kai fôs elampsen en tô oikèmati : pataxas de tèn pleuran tou petrou ègeiren auton legôn, anasta en tachei. kai exepesan autou ai aluseis ek tôn cheirôn. 7 et ecce angelus Domini adstitit et lumen refulsit in habitaculo percussoque latere Petri suscitavit eum dicens surge velociter et ceciderunt catenae de manibus eius  Opeens stond een engel des Heren bij hem en was de cel hel verlicht. Hij stootte Petrus in de zij, wekte hem en sprak: "Sta vlug op." Meteen vielen de kettingen van zijn handen.   7 En ziet, een engel des Heeren stond daar, en een licht scheen in de woning, en slaande de zijde van Petrus, wekte hij hem op, zeggende: Sta haastelijk op. En zijn ketenen vielen af van de handen.  [7] Plotseling stond er een engel van de Heer bij hem en er straalde licht in de ruimte. Hij maakte Petrus met een por in zijn zij wakker en zei: ‘Sta vlug op.’ En de kettingen vielen van zijn polsen.  [7] Toen verscheen er plotseling een engel van de Heer en een stralend licht vulde de hele ruimte. De engel stootte Petrus aan om hem wakker te maken en zei: ‘Vlug, sta op.’ Meteen vielen de ketens van zijn handen.   7 En zie, een engel van de Heer komt bij hem staan en er straalt licht in de behuizing. Maar met een por in de zijde van Petrus maakt hij hem wakker en zegt: sta haastig op! En zijn kettingen vallen van zijn handen.  7. Soudain, l'ange du Seigneur survint, et le cachot fut inondé de lumière. L'ange frappa Pierre au côté et le fit lever : « Debout ! Vite ! » dit-il. Et les chaînes lui tombèrent des mains.  

King James Bible . And, behold, the angel of the Lord came upon him, and a light shined in the prison: and he smote Peter on the side, and raised him up, saying, Arise up quickly And his chains fell off from his hands.
Luther-Bibel . 7 Und siehe, der Engel des Herrn kam herein und Licht leuchtete auf in dem Raum; und er stieß Petrus in die Seite und weckte ihn und sprach: Steh schnell auf! Und die Ketten fielen ihm von seinen Händen.

Tekstanalyse van Hnd 12,7 . Dit vers Hnd 12,7 telt 31 woorden en 146 (2 X 73) letters . De getalwaarde van Hnd 12,7 is 18500 (2 X 2 X 5 X 5 X 5 X 37) .

1. kai (en) .

2. idou (zie) . Verwijzing : idou (zie) , zie Mt 1,20 . Verwijzing : hinneh (zie) , zie Gn 29,2 . Het komt in de bijbel in 1229 verzen voor en is dikwijls de vertaling van het Hebreeuwse hen of hinneh (zie) . In het O.T. in 1037 verzen . In het N.T. in 192 verzen .

3. zelfstandig naamwoord nominatief mannelijk enkelvoud aggelos (engel) . Taalgebruik in het N.T. : aggelos (engel) . Taalgebruik in Hnd : aggelos (engel) . Stam : n - g - l . L. angelus . Fr. ange . N. engel . Fr. un messager uit L. mittere (zenden) , missus = gezonden . Hebr. malë´akh .
Hnd (11) : (1) Hnd 5,19 . (2) Hnd 7,30 . (3) Hnd 8,26 . (4) Hnd 10,7 . (5) Hnd 12,7 . (6) Hnd 12,8 . (7) Hnd 12,10 . (8) Hnd 12,15 . (9) Hnd 12,23 . (10) Hnd 23,9 . (11) Hnd 27,23 . Een vorm van aggelos (engel) in Hnd (21) , Hnd 12 (7) : (1) Hnd 12,7 . (2) Hnd 12,8 . (3) Hnd 12,9 . (4) Hnd 12,10 . (5) Hnd 12,11 . (6) Hnd 12,15 . (7) Hnd 12,23 .

Twee verzen komen sterk met elkaar overeen :
(1) Lc 2,9 : kai (volgens sommige handschriften : idou = zie) aggelos kuriou epestè autois kai doxa kuriou perielampsen autous (en een engel van de Heer stond bij hen en de heerlijkheid van de Heer omstraalde hen) .
(2) Hnd 12,7 : kai idou aggelos kuriou epestè kai fôs elampsen en ... (en zie een engel van de Heer stond er en een licht straalde in ...) .

1. - 4. aggelos (engel) . Verwijzing : aggelos (engel) , zie Mt 13,41 .
--- aggelos kuriou (de engel van de Heer) . In vijf verzen in Hnd :
(1) Hnd 5,19 : aggelos de kuriou = een engel van de Heer echter .
(2) Hnd 7,30 (sommige handschriften geven slechts aggelos = een engel) .
(3) Hnd 8,26 : aggelos de kuriou = een engel van de Heer echter .
(4) Hnd 12,7 : kai idou aggelos kuriou = en zie een engel van de Heer .
(5) Hnd 12,23 .

8. act. ind. aor. 3de pers. enk. elampsen (hij straalde) van het werkw. lampô (stralen, schijnen) . Taalgebruik in het N.T. : lampô (stralen, schijnen) . Taalgebruik in Hnd : lampô (stralen, schijnen) . Ned. lamp .
Hnd (1) Hnd 12,7 . Dit is de enigste vorm van lampô (stralen, schijnen) in Hnd .

Hnd 12,8 - Hnd 12,8 : Herodes vervolgt de gemeente - Hnd 12,1-19 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Hnd (Handelingen) - Hnd 12 -- Hnd 12,1 - Hnd 12,2 - Hnd 12,3 - Hnd 12,4 - Hnd 12,5 - Hnd 12,6 - Hnd 12,7 - Hnd 12,8 - Hnd 12,9 - Hnd 12,10 - Hnd 12,11 - Hnd 12,12 - Hnd 12,13 - Hnd 12,14 - Hnd 12,15 - Hnd 12,16 - Hnd 12,17 - Hnd 12,18 - Hnd 12,19 -
Griekse tekst Vulgaat 29 juni : Petrus en Paulus   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
8 eipen de o aggelos pros auton, zôsai kai upodèsai ta sandalia sou. epoièsen de outôs. kai legei autô, peribalou to imation sou kai akolouthei moi.  8 dixit autem angelus ad eum praecingere et calcia te gallicas tuas et fecit sic et dixit illi circumda tibi vestimentum tuum et sequere me  Vervolgens zei de engel: "Doe uw gordel om en bind uw sandalen onder." Petrus deed het. De engel hernam: "Sla uw mantel om en volg mij."  8 En de engel zeide tot hem: Omgord u, en bind uw schoenzolen aan. En hij deed alzo. En hij zeide tot hem: Werp uw mantel om, en volg mij.  [8] De engel zei tegen hem: ‘Doe je gordel om en trek je schoenen aan.’ Dat deed hij. De engel zei tegen hem: ‘Sla je mantel om en volg mij.’  [8] De engel zei tegen hem: ‘Doe je gordel om en trek je sandalen aan.’ Dat deed hij. Daarop zei de engel: ‘Sla je mantel om en volg mij.’  8 De engel zegt tot hem: omgord je en bind je sandalen onder! Zo doet hij. En hij zegt tot hem: werp je mantel om en volg mij!  8. L'ange lui dit alors : « Mets ta ceinture et chausse tes sandales » ; ce qu'il fit. Il lui dit encore : « Jette ton manteau sur tes épaules et suis-moi. » 

King James Bible . [8] And the angel said unto him, Gird thyself, and bind on thy sandals. And so he did. And he saith unto him, Cast thy garment about thee, and follow me.
Luther-Bibel . 8 Und der Engel sprach zu ihm: Gürte dich und zieh deine Schuhe an! Und er tat es. Und er sprach zu ihm: Wirf deinen Mantel um und folge mir!

Tekstuitleg van Hnd 12,8 .

Hnd 12,8. 3. οὑτως = houtôs (op die wijze, zo) . Taalgebruik in het NT : houtos (zo) . Taalgebruik in de LXX : houtos (zo) . Hnd (26) : (1) Hnd 1,11 . (2) Hnd 3,18 . (3) Hnd 7,1 . (4) Hnd 7,6 . (5) Hnd 7,8 . (6) Hnd 8,32 . (7) Hnd 12,8 . (8) Hnd 12,15 . (9) Hnd 13,8 . (10) Hnd 13,34 . (11) Hnd 13,47 . (12) Hnd 14,1 . (13) Hnd 17,11 . (14) Hnd 17,33 . (15) Hnd 19,20 . (16) Hnd 20,11 . (17) Hnd 20,13 . (18) Hnd 20,35 . (19) Hnd 21,11 . (20) Hnd 22,24 . (21) Hnd 24,9 . (22) Hnd 24,14 . (23) Hnd 27,17 . (24) Hnd 27,25 . (25) Hnd 27,44 . (26) Hnd 28,14 .
- כֶן = ken (zo) . Taalgebruik in Tenach : khen (zo) . Lat. sic . Ned. zo . D. so . E. thus . Fr. ainsi < ains - si . ains (ante) -> antius sic .

houtôs (zo)   bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br. Apk syn.  ev. 
  907  708  199  32  10  21  14  26  90  63  77 

Hnd 12,8.4. zelfstandig naamwoord nominatief mannelijk enkelvoud αγγελος = aggelos (engel) . Taalgebruik in het NT : aggelos (engel) . Taalgebruik in de LXX : aggelos (engel) . Hnd (11) : (1) Hnd 5,19 . (2) Hnd 7,30 . (3) Hnd 8,26 . (4) Hnd 10,7 . (5) Hnd 12,7 . (6) Hnd 12,8 . (7) Hnd 12,10 . (8) Hnd 12,15 . (9) Hnd 12,23 . (10) Hnd 23,9 . (11) Hnd 27,23 . Een vorm van aggelos (engel) in Hnd (21) , Hnd 12 (7) : (1) Hnd 12,7 . (2) Hnd 12,8 . (3) Hnd 12,9 . (4) Hnd 12,10 . (5) Hnd 12,11 . (6) Hnd 12,15 . (7) Hnd 12,23 .
- - מַלְאַך = malë´akh (engel) . Taalgebruik in Tenakh : malë´akh (engel) . Getalwaarde : mem = 13 of 40 , lamed = 12 of 30 , aleph = 1 , kaph = 11 of 20 ; totaal : 37 OF 91 . Structuur : 4 - 3 - 1 - 2 . De som van de elementen is telkens 1 . Tenakh (64) . Pentateuch (23) . Eerdere Profeten (25) . Latere Profeten (2) . 12 Kleine Profeten (7) . Geschriften (7) . Gn (8) : (1) Gn 16,7 . (2) Gn 16,9 . (3) Gn 16,10 . (4) Gn 16,11 . (5) Gn 21,17 . (6) Gn 22,11 . (7) Gn 22,15 . (8) Gn 31,11 .
- Stam : n - g - l . L. angelus . Fr. ange . N. engel . Fr. un messager uit L. mittere (zenden) , missus = gezonden . Hebr. malë´akh .

Hnd 12,8.1. - 6. - ειπεν ὁ αγγελος = eipen ho aggelos (de engel zei) . NT (3) : (1) Lc 1,30 . (2) Hnd 12,8 . (3) Apk 17,7 .
-- και ειπεν ὁ αγγελος αυτῃ = kai eipen ho aggelos autè(i) (en de engel zei) : NT (1) : Lc 1,30 .
-- και ειπεν αυτοις ὁ αγγελος = kai eipen autois ho aggelos = en de engel zei hen) . NT (1) : Lc 2,10 .
- ειπεν δε προς αυτον ὁ αγγελος = eipen de pros auton ho aggelos = de engel echter zei tot hem) . NT (1) : Lc 1,13 . Gelijkaardig : Hnd 12,8 .
- και αποκριθεις ὁ αγγελος ειπεν = kai apokritheis ho aggelos eipen (en beantwoord zei de engel) .
-- (1) Lc 1,19 : και αποκριθεις ὁ αγγελος ειπεν αυτῳ = kai apokritheis ho aggelos eipen autôi (en beantwoord zei de engel hem) .
-- (2) Lc 1,35 : και αποκριθεις ὁ αγγελος ειπεν αυτῃ = kai apokritheis ho aggelos eipen autèi (en beantwoord zei de engel haar) .
In de twee verzen beantwoordt de engel een vraag , in Lc 1,19 van Zacharia en in Lc 1,35 van Maria .
- יהוה מַלְאַך וַיּאֹמֶר = wajjo´mer malë´akh JHWH (de engel van JHWH zei) . Tenakh (4) : (1) Nu 22,35 . (2) Re 13,13 . (3) Re 13,16 . (4) Re 13,18 .
- הָאֱלֹהִים מַלְאַך וַיּאֹמֶר = wajjo´mer malë´akh ´èlohîm (de engel van God zei) . Tenakh (1) : Gn 21,17 .
- הָאֱלֹהִים מַלְאַך וַיּאֹמֶר = wajjo´mer malë´akh hâ´èlohîm (de engel van God zei) . Tenakh (6) : (1) Gn 31,11 . (2) Ex 14,19 . (3) Re 6,20 . (4) Re 13,6 . (5) Re 13,9 . (6) 2 S 14,20 .


Hnd 12,9 - Hnd 12,9 : Herodes vervolgt de gemeente - Hnd 12,1-19 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Hnd (Handelingen) - Hnd 12 -- Hnd 12,1 - Hnd 12,2 - Hnd 12,3 - Hnd 12,4 - Hnd 12,5 - Hnd 12,6 - Hnd 12,7 - Hnd 12,8 - Hnd 12,9 - Hnd 12,10 - Hnd 12,11 - Hnd 12,12 - Hnd 12,13 - Hnd 12,14 - Hnd 12,15 - Hnd 12,16 - Hnd 12,17 - Hnd 12,18 - Hnd 12,19 -
Griekse tekst Vulgaat 29 juni : Petrus en Paulus   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
9 kai exelthôn èkolouthei, kai ouk èdei oti alèthes estin to ginomenon dia tou aggelou, edokei de orama blepein.   9 et exiens sequebatur et nesciebat quia verum est quod fiebat per angelum aestimabat autem se visum videre   Hij ging mee naar buiten zonder nog te beseffen dat het werkelijkheid was wat de engel deed: hij meende een visioen te zien.   9 En uitgaande volgde hij hem, en wist niet, dat het waarachtig was, hetgeen door den engel geschiedde, maar hij meende, dat hij een gezicht zag.   [9] Hij volgde hem naar buiten, maar het drong niet tot hem door dat wat de engel deed werkelijkheid was; hij dacht dat hij droomde.  [9] Petrus volgde de engel naar buiten, maar zonder te beseffen dat de dingen die de engel liet gebeuren werkelijk plaatsvonden; hij meende een visioen te zien.  9 Hij gaat naar buiten en is hem gevolgd. Hij heeft niet geweten dat het wáár is wat door de engel geschiedt,– hij heeft gedacht dat hij in een visioen keek.  9. Pierre sortit, et il le suivait ; il ne se rendait pas compte que c'était vrai, ce qui se faisait par l'ange, mais il se figurait avoir une vision. 

King James Bible . [9] And he went out, and followed him; and wist not that it was true which was done by the angel; but thought he saw a vision.
Luther-Bibel . 9 Und er ging hinaus und folgte ihm und wusste nicht, dass ihm das wahrhaftig geschehe durch den Engel, sondern meinte, eine Erscheinung zu sehen.

Tekstuitleg van Hnd 12,9 .

Hnd 12,10 - Hnd 12,10 : Herodes vervolgt de gemeente - Hnd 12,1-19 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Hnd (Handelingen) - Hnd 12 -- Hnd 12,1 - Hnd 12,2 - Hnd 12,3 - Hnd 12,4 - Hnd 12,5 - Hnd 12,6 - Hnd 12,7 - Hnd 12,8 - Hnd 12,9 - Hnd 12,10 - Hnd 12,11 - Hnd 12,12 - Hnd 12,13 - Hnd 12,14 - Hnd 12,15 - Hnd 12,16 - Hnd 12,17 - Hnd 12,18 - Hnd 12,19 -
Griekse tekst Vulgaat 29 juni : Petrus en Paulus   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
10 dielthontes de prôtèn fulakèn kai deuteran èlthan epi tèn pulèn tèn sidèran tèn ferousan eis tèn polin, ètis automatè ènoigè autois, kai exelthontes proèlthon rumèn mian, kai eutheôs apestè o aggelos ap autou.   10 transeuntes autem primam et secundam custodiam venerunt ad portam ferream quae ducit ad civitatem quae ultro aperta est eis et exeuntes processerunt vicum unum et continuo discessit angelus ab eo  Zij passeerden de eerste en de tweede wacht en kwamen aan de ijzeren poort die toegang gaf tot de stad; deze ging vanzelf voor hen open. Zij traden naar buiten, liepen een straat ver en eensklaps was de engel verdwenen.   10 En als zij door de eerste en tweede wacht gegaan waren, kwamen zij aan de ijzeren poort, die naar de stad leidt; dewelke van zelve hun geopend werd. En uitgegaan zijnde, gingen zij een straat voort, en terstond scheidde de engel van hem.   [10] Ze passeerden de eerste en de tweede wacht en kwamen bij de ijzeren poort naar de stad, die zich vanzelf voor hen opende. Zij gingen naar buiten en liepen één straat door; toen verliet de engel hem ineens.  [10] Toen ze de eerste en tweede wachtpost voorbij waren, kwamen ze bij de ijzeren poort die toegang gaf tot de stad. De poort ging vanzelf voor hen open, en toen ze buiten waren gekomen liepen ze nog één straat verder, waarna de engel Petrus opeens alleen achterliet.  10 Maar ze komen door de eerste en tweede wacht en komen bij de ijzeren poort die naar de stad leidt en vanzelf voor hen open gaat, en als ze die uitkomen gaan ze één straat ver en dan neemt de engel meteen afstand van hem.   10. Ils franchirent ainsi un premier poste de garde, puis un second, et parvinrent à la porte de fer qui donne sur la ville. D'elle-même, elle s'ouvrit devant eux. Ils sortirent, allèrent jusqu'au bout d'une rue, puis brusquement l'ange le quitta.  

King James Bible . [10] When they were past the first and the second ward, they came unto the iron gate that leadeth unto the city; which opened to them of his own accord: and they went out, and passed on through one street; and forthwith the angel departed from him.
Luther-Bibel . 10 Sie gingen aber durch die erste und zweite Wache und kamen zu dem eisernen Tor, das zur Stadt führt; das tat sich ihnen von selber auf. Und sie traten hinaus und gingen eine Straße weit, und alsbald verließ ihn der Engel.

Tekstuitleg van Hnd 12,10 .

30. zelfstandig naamwoord nominatief mannelijk enkelvoud aggelos (engel) . Taalgebruik in het N.T. : aggelos (engel) . Taalgebruik in Hnd : aggelos (engel) . Stam : n - g - l . L. angelus . Fr. ange . N. engel . Fr. un messager uit L. mittere (zenden) , missus = gezonden . Hebr. malë´akh .
Hnd (11) : (1) Hnd 5,19 . (2) Hnd 7,30 . (3) Hnd 8,26 . (4) Hnd 10,7 . (5) Hnd 12,7 . (6) Hnd 12,8 . (7) Hnd 12,10 . (8) Hnd 12,15 . (9) Hnd 12,23 . (10) Hnd 23,9 . (11) Hnd 27,23 . Een vorm van aggelos (engel) in Hnd (21) , Hnd 12 (7) : (1) Hnd 12,7 . (2) Hnd 12,8 . (3) Hnd 12,9 . (4) Hnd 12,10 . (5) Hnd 12,11 . (6) Hnd 12,15 . (7) Hnd 12,23 .

Hnd 12,11 - Hnd 12,11 : Herodes vervolgt de gemeente - Hnd 12,1-19 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Hnd (Handelingen) - Hnd 12 -- Hnd 12,1 - Hnd 12,2 - Hnd 12,3 - Hnd 12,4 - Hnd 12,5 - Hnd 12,6 - Hnd 12,7 - Hnd 12,8 - Hnd 12,9 - Hnd 12,10 - Hnd 12,11 - Hnd 12,12 - Hnd 12,13 - Hnd 12,14 - Hnd 12,15 - Hnd 12,16 - Hnd 12,17 - Hnd 12,18 - Hnd 12,19 -
Griekse tekst Vulgaat 29 juni : Petrus en Paulus   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
11kai o petros en eautô genomenos eipen, nun oida alèthôs oti exapesteilen [o] kurios ton aggelon autou kai exeilato me ek cheiros èrôdou kai pasès tès prosdokias tou laou tôn ioudaiôn.   11 et Petrus ad se reversus dixit nunc scio vere quia misit Dominus angelum suum et eripuit me de manu Herodis et de omni expectatione plebis Iudaeorum  Toen kwam Petrus tot zichzelf en zei: "Nu weet ik zeker dat de Heer zijn engel heeft gezonden en mij heeft ontrukt aan de macht van Herodes en aan alles wat het volk der Joden verwachtte."  11 En Petrus, tot zichzelven gekomen zijnde, zeide: Nu weet ik waarachtiglijk dat de Heere Zijn engel uitgezonden heeft, en mij verlost heeft uit de hand van Herodes, en uit al de verwachting van het volk der Joden. [11] Daarop kwam Petrus tot zichzelf en zei: ‘Nu weet ik zeker dat de Heer zijn engel heeft gestuurd en mij heeft gered uit de hand van Herodes en van wat het Joodse volk allemaal had verwacht.’   [11] Nadat Petrus weer tot zichzelf gekomen was, zei hij: ‘Nu weet ik zeker dat de Heer zijn engel heeft gezonden om me uit de handen van Herodes te bevrijden en me te behoeden voor wat het Joodse volk hoopte dat gebeuren zou.’ 11 Tot zichzelf gekomen zegt Petrus: nú weet ik werkelijk dat de Heer zijn engel heeft gezonden en mij heeft weggerukt uit de hand van Herodes en al wat te duchten was van de gemeenschap der Judeeërs!   11. Alors Pierre, revenant à lui, dit : « Maintenant je sais réellement que le Seigneur a envoyé son ange et m'a arraché aux mains d'Hérode et à tout ce qu'attendait le peuple des Juifs. »  

King James Bible . [11] And when Peter was come to himself, he said, Now I know of a surety, that the Lord hath sent his angel, and hath delivered me out of the hand of Herod, and from all the expectation of the people of the Jews.
Luther-Bibel . 11 Und als Petrus zu sich gekommen war, sprach er: Nun weiß ich wahrhaftig, dass der Herr seinen Engel gesandt und mich aus der Hand des Herodes errettet hat und von allem, was das jüdische Volk erwartete.

Tekstuitleg van Hnd 12,11 .

Hnd 12,12 - Hnd 12,12 : Herodes vervolgt de gemeente - Hnd 12,1-19 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Hnd (Handelingen) - Hnd 12 -- Hnd 12,1 - Hnd 12,2 - Hnd 12,3 - Hnd 12,4 - Hnd 12,5 - Hnd 12,6 - Hnd 12,7 - Hnd 12,8 - Hnd 12,9 - Hnd 12,10 - Hnd 12,11 - Hnd 12,12 - Hnd 12,13 - Hnd 12,14 - Hnd 12,15 - Hnd 12,16 - Hnd 12,17 - Hnd 12,18 - Hnd 12,19 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12sunidôn te èlthen epi tèn oikian tès marias tès mètros iôannou tou epikaloumenou markou, ou èsan ikanoi sunèthroismenoi kai proseuchomenoi.  12 consideransque venit ad domum Mariae matris Iohannis qui cognominatus est Marcus ubi erant multi congregati et orantes     12 En als hij alles overlegd had, ging hij naar het huis van Maria, de moeder van Johannes, die toegenaamd was Markus, alwaar velen samenvergaderd en biddende waren.  [12] Toen hem dit duidelijk was geworden, ging hij naar het huis van Maria*, de moeder van Johannes, die ook Marcus heet; daar waren veel mensen in gebed bijeen.   [12] Toen dit tot hem was doorgedrongen, ging hij naar het huis van Maria, de moeder van Johannes Marcus, waar een groot gezelschap bijeen was gekomen om te bidden.  12 Terwijl hij dat alles in z’n samenhang beziet, komt hij aan bij het huis van Maria, de moeder van Johannes die ook Marcus wordt genoemd, waar er heel wat verzameld zijn, in gebed.   12. Et s'étant reconnu, il se rendit à la maison de Marie, mère de Jean, surnommé Marc, où une assemblée assez nombreuse s'était réunie et priait. 

King James Bible . [12] And when he had considered the thing, he came to the house of Mary the mother of John, whose surname was Mark; where many were gathered together praying.
Luther-Bibel . 12 Und als er sich besonnen hatte, ging er zum Haus Marias, der Mutter des Johannes mit dem Beinamen Markus, wo viele beieinander waren und beteten.

Tekstuitleg van Hnd 12,12 .

11. ιωαννου = Jôannou (van Johannes) van het zelfst. naamw. ιωαννης = Jôannès (Johannes) . Taalgebruik in het NT : Iôannès (Johannes) .

Iôannès (Johannes)   Hnd de doper apostel hogepriester metgezel van Barnabas en Paulus
nom. mann. enk. Iôannès  10  5 : (1) Hnd 1,5 . (2) Hnd 10,37 . (3) Hnd 11,16 . (4) Hnd 13,25 . (5) Hnd 19,4 . 3 : (1) Hnd 1,13 . (2) Hnd 3,1 . (3) Hnd 4,19 . (1) Hnd 4,6 . (1) Hnd 13,13 .
gen. mann. enk. Iôannou  4 : (1) Hnd 1,22 . (2) Hnd 13,24 . (3) Hnd 18,25 . (4) Hnd 19,3 . 2 : (1) Hnd 4,13 . (2) Hnd 12,2 .     (1) Hnd 12,12 .  
dat. mann. enk. Iôannè(i)     (1) Hnd 3,4 .      
acc. mann. enk. Iôannèn     3 : (1) Hnd 3,3 . (2) Hnd 3,11 .  (3) Hnd 8,14 .   3 : (1) Hnd 12,25 . (2) Hnd 13,5 . (3) Hnd 15,37 .  
totaal 24 

14. μαρκος = markos (Marcus) . Taalgebruik in het NT : markos (Marcus) . Een vorm van μαρκος = markos (Marcus) in de Bijbel = NT (8) .
- nom. mann. enk. μαρκος = markos (Marcus) . Bijbel = NT (3) : (1) Kol 4,10 . (2) Film 1,24 . (3) 1 Pe 5,13 .
- gen. mann. enk. μαρκου = markou (van Marcus) . Bijbel = NT (1) : Hnd 12,12 .
- acc. mann. enk. μαρκον = markon (Marcus) . Bijbel = NT (4) : (1) Hnd 12,15 . (2) Hnd 15,37 . (3) Hnd 15,39 . (4) 2 Tim 4,11 .

16. act. ind. imperf. 3de pers. mv. ησαν = èsan  (zij waren) van het werkw. ειμι = eimi (zijn) . Taalgebruik in het NT : eimi (zijn) . Taalgebruik in de LXX : eimi (zijn) . Taalgebruik in Lc : eimi (zijn) . Taalgebruik in Hnd : eimi (zijn) . Lc (22) : (1) Lc 1,6 . (2) Lc 1,7 . (3) Lc 2,8 . (4) Lc 4,20 . (5) Lc 4,25 . (6) Lc 4,27 . (7) Lc 5,10 . (8) Lc 5,17 . (9) Lc 5,29 . (10) Lc 7,41 . (11) Lc 8,2 . (12) Lc 8,40 . (13) Lc 9,14 . (14) Lc 9,30 . (15) Lc 9,32 . (16) Lc 14,1 . (17) Lc 15,1 . (18) Lc 20,29 . (19) Lc 23,55 . (20) Lc 24,10 . (21) Lc 24,13 . (22) Lc 24,53 . Hnd (28) : (1) Hnd 1,10 . (2) Hnd 1,13 . (3) Hnd 1,14 . (4) Hnd 2,1 . (5) Hnd 2,2 . (6) Hnd 2,5 . (7) Hnd 2,42 . (8) Hnd 2,44 . (9) Hnd 4,6 . (10) Hnd 4,13 . (11) Hnd 4,31 . (12) Hnd 5,12 . (13) Hnd 11,20 . (14) Hnd 12,3 . (15) Hnd 12,12 . (16) Hnd 13,1 . (17) Hnd 13,48 . (18) Hnd 14,4 . (19) Hnd 14,7 . (20) Hnd 14,26 . (21) Hnd 17,11 . (22) Hnd 18,3 . (23) Hnd 19,7 . (24) Hnd 19,14 . (25) Hnd 20,8 . (26) Hnd 21,9 . (27) Hnd 21,29 . (28) Hnd 23,13 . Een vorm van ειμι = eimi (zijn) in het NT (2450) , in de LXX (6947) .

eimi (zijn) bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br. Apk syn.  ev.  P.  A. b. 
imperf. 3de pers. mv. èsan   332  239  93  10  16  22  28  48  56 

- Hebr. hâjâh . Lat. esse . Fr. être . Ned. zijn . E. to be .

Hnd 12,13 - Hnd 12,13 : Herodes vervolgt de gemeente - Hnd 12,1-19 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Hnd (Handelingen) - Hnd 12 -- Hnd 12,1 - Hnd 12,2 - Hnd 12,3 - Hnd 12,4 - Hnd 12,5 - Hnd 12,6 - Hnd 12,7 - Hnd 12,8 - Hnd 12,9 - Hnd 12,10 - Hnd 12,11 - Hnd 12,12 - Hnd 12,13 - Hnd 12,14 - Hnd 12,15 - Hnd 12,16 - Hnd 12,17 - Hnd 12,18 - Hnd 12,19 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
13krousantos de autou tèn thuran tou pulônos prosèlthen paidiskè upakousai onomati rodè:   13 pulsante autem eo ostium ianuae processit puella ad audiendum nomine Rhode     13 En als Petrus aan de deur van de voorpoort klopte, kwam een dienstmaagd voor om te luisteren, met name Rhode.  [13] Toen hij op de deur van de toegangspoort klopte, ging de slavin Rode opendoen.  [13] Nadat hij op de deur van het voorportaal had geklopt, kwam er een dienstmeisje, dat Rhode heette, om open te doen, 13 Als hij op de deur van de hal klopt komt een slavinnetje met de naam Roos horen wie er is,   13. Il heurta le battant du portail, et une servante, nommée Rhodé, vint aux écoutes.  

King James Bible . [13] And as Peter knocked at the door of the gate, a damsel came to hearken, named Rhoda.
Luther-Bibel . 13 Als er aber an das Hoftor klopfte, kam eine Magd mit Namen Rhode, um zu hören, wer da wäre.

Tekstuitleg van Hnd 12,13 .

Hnd 12,14 - Hnd 12,14 : Herodes vervolgt de gemeente - Hnd 12,1-19 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Hnd (Handelingen) - Hnd 12 -- Hnd 12,1 - Hnd 12,2 - Hnd 12,3 - Hnd 12,4 - Hnd 12,5 - Hnd 12,6 - Hnd 12,7 - Hnd 12,8 - Hnd 12,9 - Hnd 12,10 - Hnd 12,11 - Hnd 12,12 - Hnd 12,13 - Hnd 12,14 - Hnd 12,15 - Hnd 12,16 - Hnd 12,17 - Hnd 12,18 - Hnd 12,19 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
14kai epignousa tèn fônèn tou petrou apo tès charas ouk ènoixen ton pulôna, eisdramousa de apèggeilen estanai ton petron pro tou pulônos.   14 et ut cognovit vocem Petri prae gaudio non aperuit ianuam sed intro currens nuntiavit stare Petrum ante ianuam     14 En zij de stem van Petrus bekennende, deed van blijdschap de voorpoort niet open, maar liep naar binnen en boodschapte, dat Petrus voor aan de voorpoort stond.   [14] Zij herkende Petrus’ stem. Van louter blijdschap deed ze de poort niet open, maar rende naar binnen met het bericht dat Petrus voor de deur stond.   [14] maar toen ze de stem van Petrus herkende, was ze zo blij dat ze vergat de deur te openen en naar binnen rende om te zeggen dat Petrus voor de poort stond.  14 en als zij de stem van Petrus herkent doet ze van vreugde de hal niet open maar rent naar binnen en kondigt aan dat Petrus voor de hal staat.   14. Elle reconnut la voix de Pierre et, dans sa joie, au lieu d'ouvrir la porte, elle courut à l'intérieur annoncer que Pierre était là, devant le portail.  

King James Bible . [14] And when she knew Peter's voice, she opened not the gate for gladness, but ran in, and told how Peter stood before the gate.
Luther-Bibel . 14 Und als sie die Stimme des Petrus erkannte, tat sie vor Freude das Tor nicht auf, lief hinein und verkündete, Petrus stünde vor dem Tor.

Tekstuitleg van Hnd 12,14 .

16. apèggeilen hij verkondigde) . Verwijzing : aggelos (engel) , zie Mt 13,41 . Actief aorist derde persoon enkelvoud van het werkwoord apaggellô : berichten , aankondigen , rapporteren , vertellen . In zesenzestig verzen in de bijbel . In tien verzen in het N.T. . In zeven verzen in Hnd : (1) Hnd 5,25 . (2) Hnd 11,13 . (3) Hnd 12,14 . (4) Hnd 16,36 . (5) Hnd 22,26 . (6) Hnd 23,16 . (7) Hnd 28,21 .

Hnd 12,15 - Hnd 12,15 : Herodes vervolgt de gemeente - Hnd 12,1-19 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Hnd (Handelingen) - Hnd 12 -- Hnd 12,1 - Hnd 12,2 - Hnd 12,3 - Hnd 12,4 - Hnd 12,5 - Hnd 12,6 - Hnd 12,7 - Hnd 12,8 - Hnd 12,9 - Hnd 12,10 - Hnd 12,11 - Hnd 12,12 - Hnd 12,13 - Hnd 12,14 - Hnd 12,15 - Hnd 12,16 - Hnd 12,17 - Hnd 12,18 - Hnd 12,19 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
15oi de pros autèn eipan, mainè. è de diischurizeto outôs echein. oi de elegon, o aggelos estin autou. 15 at illi dixerunt ad eam insanis illa autem adfirmabat sic se habere illi autem dicebant angelus eius est     15 En zij zeiden tot haar: Gij raast. Doch zij bleef er sterk bij, dat het alzo was. En zij zeiden: Het is zijn engel.  [15] Ze zeiden tegen haar: ‘Je bent niet wijs.’ Maar zij bleef volhouden dat het echt zo was. Ze zeiden: ‘Dan is het zijn engel*.’  [15] ‘Je bent niet goed wijs,’ zeiden ze tegen haar, maar ze bleef volhouden dat het echt zo was. ‘Dan is het zijn beschermengel,’ zeiden ze ten slotte.   15 Maar zij zeggen tot haar: je ijlt! En zij heeft sterk volgehouden dat het zo was. Toen hebben zij gezegd: dan is het zijn engel!   15. On lui dit : « Tu es folle ! » mais elle soutenait qu'il en était bien ainsi. » C'est son ange ! » dirent-ils alors.  

King James Bible . [15] And they said unto her, Thou art mad. But she constantly affirmed that it was even so. Then said they, It is his angel.
Luther-Bibel . 15 Sie aber sprachen zu ihr: Du bist von Sinnen. Doch sie bestand darauf, es wäre so. Da sprachen sie: Es ist sein Engel.

Tekstuitleg van Hnd 12,15 .

10. 3. houtôs (zo) . Verwijzing : houtôs (zo, op deze wijze) , zie Mt 21,6 . In 907 verzen in de bijbel . In 708 verzen in het O.T. . In 199 verzen in het N.T. . In eenentwintig verzen bij Lucas . In zesentwintig verzen in Handelingen : (1) Hnd 1,11 . (2) Hnd 3,18 . (3) Hnd 7,1 . (4) Hnd 7,6 . (5) Hnd 7,8 . (6) Hnd 8,32 . (7) Hnd 12,8 . (8) Hnd 12,15 . (9) Hnd 13,8 . (10) Hnd 13,34 . (11) Hnd 13,47 . (12) Hnd 14,1 . (13) Hnd 17,11 . (14) Hnd 17,33 . (15) Hnd 19,20 . (16) Hnd 20,11 . (17) Hnd 20,13 . (18) Hnd 20,35 . (19) Hnd 21,11 . (20) Hnd 22,24 . (21) Hnd 24,9 . (22) Hnd 24,14 . (23) Hnd 27,17 . (24) Hnd 27,25 . (25) Hnd 27,44 . (26) Hnd 28,14 .

16. zelfstandig naamwoord nominatief mannelijk enkelvoud aggelos (engel) . Taalgebruik in het N.T. : aggelos (engel) . Taalgebruik in Hnd : aggelos (engel) . Stam : n - g - l . L. angelus . Fr. ange . N. engel . Fr. un messager uit L. mittere (zenden) , missus = gezonden . Hebr. malë´akh .
Hnd (11) : (1) Hnd 5,19 . (2) Hnd 7,30 . (3) Hnd 8,26 . (4) Hnd 10,7 . (5) Hnd 12,7 . (6) Hnd 12,8 . (7) Hnd 12,10 . (8) Hnd 12,15 . (9) Hnd 12,23 . (10) Hnd 23,9 . (11) Hnd 27,23 . Een vorm van aggelos (engel) in Hnd (21) , Hnd 12 (7) : (1) Hnd 12,7 . (2) Hnd 12,8 . (3) Hnd 12,9 . (4) Hnd 12,10 . (5) Hnd 12,11 . (6) Hnd 12,15 . (7) Hnd 12,23 .

Hnd 12,16 - Hnd 12,16 : Herodes vervolgt de gemeente - Hnd 12,1-19 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Hnd (Handelingen) - Hnd 12 -- Hnd 12,1 - Hnd 12,2 - Hnd 12,3 - Hnd 12,4 - Hnd 12,5 - Hnd 12,6 - Hnd 12,7 - Hnd 12,8 - Hnd 12,9 - Hnd 12,10 - Hnd 12,11 - Hnd 12,12 - Hnd 12,13 - Hnd 12,14 - Hnd 12,15 - Hnd 12,16 - Hnd 12,17 - Hnd 12,18 - Hnd 12,19 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
16o de petros epemenen krouôn: anoixantes de eidan auton kai exestèsan.   16 Petrus autem perseverabat pulsans cum autem aperuissent viderunt eum et obstipuerunt     16 Maar Petrus bleef kloppende: en als zij opengedaan hadden, zagen zij hem, en ontzetten zich.   [16] Intussen stond Petrus maar te kloppen; toen ze opendeden zagen ze tot hun verbazing dat hij het was.  [16] Intussen stond Petrus nog steeds aan de poort te kloppen. Toen ze dan toch opendeden, zagen ze tot hun grote verbazing dat hij het was.   16 Maar als Petrus blijft kloppen en zij opendoen en hem zien, staan zij versteld.   16. Pierre cependant continuait à frapper. Quand ils eurent ouvert, ils virent que c'était bien lui et furent saisis de stupeur. 

King James Bible . [16] But Peter continued knocking: and when they had opened the door, and saw him, they were astonished.
Luther-Bibel . 16 Petrus aber klopfte weiter an. Als sie nun aufmachten, sahen sie ihn und entsetzten sich.

Tekstuitleg van Hnd 12,16 .

Hnd 12,17 - Hnd 12,17 : Herodes vervolgt de gemeente - Hnd 12,1-19 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Hnd (Handelingen) - Hnd 12 -- Hnd 12,1 - Hnd 12,2 - Hnd 12,3 - Hnd 12,4 - Hnd 12,5 - Hnd 12,6 - Hnd 12,7 - Hnd 12,8 - Hnd 12,9 - Hnd 12,10 - Hnd 12,11 - Hnd 12,12 - Hnd 12,13 - Hnd 12,14 - Hnd 12,15 - Hnd 12,16 - Hnd 12,17 - Hnd 12,18 - Hnd 12,19 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
17kataseisas de autois tè cheiri sigan diègèsato [autois] pôs o kurios auton exègagen ek tès fulakès, eipen te, apaggeilate iakôbô kai tois adelfois tauta. kai exelthôn eporeuthè eis eteron topon.   17 annuens autem eis manu ut tacerent enarravit quomodo Dominus eduxisset eum de carcere dixitque nuntiate Iacobo et fratribus haec et egressus abiit in alium locum    17 En als hij hen met de hand gewenkt had, dat zij zwijgen zouden, verhaalde hij hun, hoe hem de Heere uit de gevangenis uitgeleid had, en zeide: Boodschapt dit aan Jakobus en de broederen. En hij uitgegaan zijnde, reisde naar een andere plaats.   [17] Hij gebaarde dat zij stil moesten zijn en vertelde hoe de Heer hem uit de gevangenis had gehaald. ‘Stellen jullie’, zei hij, ‘Jakobus* en de andere broeders hiervan op de hoogte.’ Daarna vertrok hij naar elders.  [17] Hij gebaarde dat ze moesten zwijgen en legde uit hoe de Heer hem uit de gevangenis had bevrijd. Daarna zei hij: ‘Stel Jakobus en de anderen hiervan op de hoogte.’ Toen vertrok hij naar elders.  17 Hij gebaart tot hen met zijn hand dat ze zwijgen moeten en verhaalt dan aan hen hoe de Heer hem heeft uitgeleid uit de bewaking. Hij zegt ook: verkondigt dit alles aan Jakobus en de broeders! Dan gaat hij naar buiten en vertrekt naar een andere plek.   17. Mais il leur fit de la main signe de se taire et leur raconta comment le Seigneur l'avait tiré de la prison. Il ajouta : « Annoncez-le à Jacques et aux frères. » Puis il sortit et s'en alla dans un autre endroit.  

King James Bible . [17] But he, beckoning unto them with the hand to hold their peace, declared unto them how the Lord had brought him out of the prison. And he said, Go shew these things unto James, and to the brethren. And he departed, and went into another place.
Luther-Bibel . 17 Er aber winkte ihnen mit der Hand, dass sie schweigen sollten, und erzählte ihnen, wie ihn der Herr aus dem Gefängnis geführt hatte, und sprach: Verkündet dies dem Jakobus und den Brüdern. Dann ging er hinaus und zog an einen andern Ort.

Tekstuitleg van Hnd 12,17 .

13. act. ind. aor. 3de pers. enk. εξηγαγεν = exègagen (hij leidde uit) van het werkw. εξαγω = exagô (uitleiden, naar buiten leiden) < ex (uit) + agô (leiden, voeren) . Taalgebruik in het NT : exagô (uitleiden, naar buiten leiden) . Taalgebruik in Lc : exagô (uitleiden, naar buiten leiden) . Taalgebruik in Hnd : exagô (uitleiden, naar buiten leiden) . Taalgebruik in de LXX : exagô (uitleiden, naar buiten leiden) . Bijbel (67) . OT (62) . Pentateuch (30) . Gn (6) : (1) Gn 1,21 . (2) Gn 11,31 . (3) Gn 15,5 . (4) Gn 20,13 . (5) Gn 43,23 . (6) Gn 49,12 . Ex (12) : (1) Ex 12,51 . (2) Ex 13,3 . (3) Ex 13,9 . (4) Ex 13,14 . (5) Ex 13,16 . (6) Ex 16,6 . (7) Ex 16,32 . (8) Ex 18,1 . (9) Ex 19,17 . (10) Ex 32,1 . (11) Ex 32,12 . (12) Ex 32,23 . Nu (1) : Gn 49,12 . Dt (11) : (1) Dt 1,27 . (2) Dt 4,20 . (3) Dt 4,37 . (4) Dt 5,15 . (5) Dt 6,21 . (6) Dt 6,23 . (7) Dt 7,8 . (8) Dt 7,19 . (9) Dt 9,28 . (10) Dt 26,8 . (11) Dt 29,24 . NT (5) : (1) Lc 24,50 . (2) Hnd 7,36 . (3) Hnd 7,40 . (4) Hnd 12,17 . (5) Hnd 13,17 . Een vorm van exagô (uitleiden, naar buiten leiden) in de LXX (221) , in het NT (12) . Syn. (2) . Ev. (3) .

Hnd 12,18 - Hnd 12,18 : Herodes vervolgt de gemeente - Hnd 12,1-19 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Hnd (Handelingen) - Hnd 12 -- Hnd 12,1 - Hnd 12,2 - Hnd 12,3 - Hnd 12,4 - Hnd 12,5 - Hnd 12,6 - Hnd 12,7 - Hnd 12,8 - Hnd 12,9 - Hnd 12,10 - Hnd 12,11 - Hnd 12,12 - Hnd 12,13 - Hnd 12,14 - Hnd 12,15 - Hnd 12,16 - Hnd 12,17 - Hnd 12,18 - Hnd 12,19 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
18genomenès de èmeras èn tarachos ouk oligos en tois stratiôtais, ti ara o petros egeneto.   18 facta autem die erat non parva turbatio inter milites quidnam de Petro factum esset    18 En als het dag was geworden, was er geen kleine beroerte onder de krijgsknechten, wat toch aan Petrus mocht geschied zijn.  
[18] Toen het dag geworden was, ontstond er onder de soldaten grote verwarring over wat er met Petrus gebeurd kon zijn.  
[18] Bij het aanbreken van de dag ontstond er enorme opschudding onder de soldaten, die zich afvroegen wat er met Petrus gebeurd kon zijn.   18 Als het dag wordt is er een niet geringe opschudding onder de soldaten over wat er met Petrus is geschied.  18. Au lever du jour, ce fut grand émoi chez les soldats : qu'était donc devenu Pierre ?  

King James Bible . [18] Now as soon as it was day, there was no small stir among the soldiers, what was become of Peter.
Luther-Bibel . 18 Als es aber Tag wurde, entstand eine nicht geringe Verwirrung unter den Soldaten, was wohl mit Petrus geschehen sei.

Tekstuitleg van Hnd 12,18 .

Hnd 12,19 - Hnd 12,19 : Herodes vervolgt de gemeente - Hnd 12,1-19 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Hnd (Handelingen) - Hnd 12 -- Hnd 12,1 - Hnd 12,2 - Hnd 12,3 - Hnd 12,4 - Hnd 12,5 - Hnd 12,6 - Hnd 12,7 - Hnd 12,8 - Hnd 12,9 - Hnd 12,10 - Hnd 12,11 - Hnd 12,12 - Hnd 12,13 - Hnd 12,14 - Hnd 12,15 - Hnd 12,16 - Hnd 12,17 - Hnd 12,18 - Hnd 12,19 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
19èrôdès de epizètèsas auton kai mè eurôn anakrinas tous fulakas ekeleusen apachthènai, kai katelthôn apo tès ioudaias eis kaisareian dietriben. 19 Herodes autem cum requisisset eum et non invenisset inquisitione facta de custodibus iussit eos duci descendensque a Iudaea in Caesaream ibi commoratus est    19 En als Herodes hem gezocht had, en niet vond, en de wachters rechtelijk ondervraagd had, gebood hij, dat zij weggeleid zouden worden. En hij vertrok van Judea naar Cesarea, en hield zich aldaar.  [19] Herodes liet naar hem zoeken, maar toen hij hem niet kon vinden onderwierp hij de wachters aan een verhoor en liet hij hen terechtstellen. Daarop vertrok hij van Judea naar Caesarea en bleef daar.   [19] Herodes liet tevergeefs naar hem zoeken. Na de bewakers verhoord te hebben, gaf hij bevel hen terecht te stellen. Vervolgens reisde hij van Judea naar Caesarea, waar hij enige tijd bleef.   19 Herodes laat hem zoeken en vindt hem niet. Als hij de wachters heeft verhoord beveelt hij dat ze worden afgevoerd. Hij daalt af van Judea naar Caesarea en heeft daar de tijd doorgebracht.   19. Hérode l'ayant envoyé chercher sans qu'on le trouvât, ordonna, après interrogatoire des gardes, de les exécuter. Puis de Judée il descendit à Césarée, où il demeura.  

King James Bible . [19] And when Herod had sought for him, and found him not, he examined the keepers, and commanded that they should be put to death. And he went down from Judaea to Caesarea, and there abode.
Luther-Bibel . 19 Als aber Herodes ihn holen lassen wollte und ihn nicht fand, verhörte er die Wachen und ließ sie abführen. Dann zog er von Judäa hinab nach Cäsarea und blieb dort eine Zeit lang.

Tekstuitleg van Hnd 12,19 .

14. katelthôn (naar beneden gegaan) . Verwijzing : eiselthôn (binnengegaan) , zie Mc 2,1 . Aorist actief participium aorist nominatief mannelijk enkelvoud van het werkwoord katerchômai (naar beneden gaan , afdalen) . Slechts in drie verzen in de bijbel : (1) Hnd 8,5 . (2) Hnd 12,19 . (3) Hnd 18,22 .
Er zijn een drietal teksten die sterk op elkaar gelijken :
1. Hnd 8,5 : Filippos de katelthôn eis tèn polin tès Samareias = nadat echter Filippus naar de stad van Samaria was afgedaald . Na de steniging van Stefanus brak er in Jeruzalem een grote vervolging uit waardoor vele gelovigen uitweken naar andere plaatsen .
2. Hnd 12,19 : kai katelthôn apo tès Ioudaias eis Kaisareian dietriben = en nadat hij (Herodes) was afgedaald van Judea naar Caesarea , verbleef hij er . Na de vervolging van de gelovigen in Jeruzalem , keerde Herodes naar Caesarea terug .
3. Hnd 18,22 : kai katelthôn eis Kaisareian = en nadat hij (Paulus) naar Caesarea was afgedaald . Op het einde van zijn tweede zendingsreis ging Paulus een groet brengen aan Caesarea om vervolgens naar Antiochië aan de Orontes te gaan .

19. Kaisareia (Caesarea / Cesarea) . Verwijzing : Kaisareia (Cesarea) , zie Hnd 10,1 . '"Keizersstad" . Naam van een aantal steden die naar de Kaisar / Caesar genoemd zijn . In twee verzen in de bijbel (Mt en Mc) is Caesarea van Filippus bedoeld . In Hnd is Caesarea de stad aan zee in Palestina bedoeld . Zij is een havenstad aan de Middellandse Zee , tussen Jafo en Dor en ligt ongeveer 30 km ten zuiden van het huidige Haifa . Hij werd tussen 12 en 9 v. Chr. gebouwd door Herodes de Grote bij de oude Stratonstoren . In de bijbel slechts in Hnd . In vijftien verzen . Nom (0) . Gen (4) . (Dat (1) . Acc (10) .
K-s-r (Kaisar) en K-r-s (Kurios) hebben dezelfde medeklinkers , in een verschillende volgorde . Met Kaisar (Caesar / keizer) werd de opperste macht van het Romeinse Rijk aangeduid , met Kurios (zie Kyrie) de Heer Jezus Christus .
In Hnd 10 bekeerde de Romeinse centurio Cornelius zich tot het joods-christelijk geloof .
- Kaisareiai (Caesarea) . Datief vrouwelijk enkelvoud . Slechts in Hnd 10,1 : en Kaisareiai (in Caesarea) . Een zekere centurio Cornelius is in Caesarea .
- Kaisareias (Caesarea) . Genitief vrouwelijk enkelvoud . In zes verzen in de bijbel , slechts in het N.T. . Mt (1) . Mc (1) . Hnd (4) : (1) Hnd 11,11 : apo Caesareias (vanuit Caesarea) . Drie mannen werden door centurio Cornelius naar Petrus gezonden . (2) Hnd 21,16 : apo Caesareias (afkomstig uit Caesarea) . Enkele leerlingen uit Caesarea vergezelden Paulus naar Jeruzalem . (3) Hnd 23,23 : heôs Kaisareias (tot Caesarea) . De tribunus gaf bevel een gewapende begeleiding voor de gevangen Paulus klaar te maken . (4) Hnd 25,1 : apo Caesareias (vanuit Caesarea) . Gouverneur Festus ging van Caesarea naar Jeruzalem .
- Kaisareian (Caesarea) . Accusatief vrouwelijk enkelvoud . In tien verzen in de bijbel , slechts in Hnd .
(1) Hnd 8,40 : eis Kaisareian = naar / in Caesarea . Filippus predikte in Samaria tot Caesarea toe .
(2) Hnd 9,30 : eis Kaisareian = naar / in Caesarea . Leden van de gemeente van Jeruzalem brachtten de bekeerde Saulus eerst naar Caesarea en zonden hem vervolgens naar Tarsus .
(3) Hnd 10,24 : eis tèn Kaisareian = naar / in Caesarea . Petrus ging in op de uitnodiging van de centurio Cornelius en hij kwam met zijn gezondenen in Caesarea aan .
(4) Hnd 12,19 : eis Kaisareian = naar / in Caesarea . In Jeruzalem vervolgde koning Herodes de christelijke gemeente van Jeruzalem . De gevangen genomen Petrus werd op wonderlijke wijze bevrijd . Herodes keerde naar Caesarea terug .
(5) Hnd 18,22 : eis Kaisareian = naar / in Caesarea . Na een tweede zendingsreis verbleef Paulus voor enige tijd in Antiochië .
(6) Hnd 21,8 : eis Kaisareian = naar / in Caesarea . Tijdens zijn derde zendingsreis verbleef Paulus op weg naar Jeruzalem enige tijd in Caesarea .
(7) Hnd 23,33 : eis tèn Kaisareian = naar / in Caesarea . De gevangen Paulus werd vanuit Jeruzalem naar Caesarea in veiligheid gebracht .
(8) Hnd 25,4 : eis Kaisareian = naar / in Caesarea . Festus was in Jeruzalem . De joden deden Festus een verzoek om de gevangen Paulus naar Jeruzalem over te brengen om hem te verhoren . Festus antwoordde hem dat Paulus in Caesarea nu eenmaal gevangen zat en dat zij naar Caesarea konden komen .
(9) Hnd 25,6 : eis Kaisareian = naar / in Caesarea . Festus was naar Caesarea teruggekeerd . Daar werd Paulus verhoord .
(10) Hnd 25,13 : eis Kaisareian = naar / in Caesarea . Bij een bezoek van koning Agrippa en Bernice aan Festus in Caesarea legde Festus de zaak van Paulus voor .

20. dietriben (hij verbleef) . Verwijzing : diatribô (stuk wrijven, opslijten, tijd doorbrengen) , zie Hnd 14,28 . Actief imperfectum derde persoon enkelvoud . In vier verzen in de bijbel . In twee verzen in het O.T. . In twee verzen in het N.T. . Joh (1) . Hnd (1) . Hnd 12,19 . Na de vervolging van de gemeente van Jeruzalem reisde Herodes terug naar Caesarea om er te verblijven .

Hnd 12,20-24 : Herodes’ dood; uitbreiding van de gemeente - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Hnd (Handelingen) - Hnd 12 -- Hnd 12,20-24 -- Hnd 12,20 - Hnd 12,21 - Hnd 12,22 - Hnd 12,23 - Hnd 12,24 -

Hnd 12,20 - Hnd 12,20 : Herodes’ dood; uitbreiding van de gemeente - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Hnd (Handelingen) -Hnd 12 -- Hnd 12,20-24 -- Hnd 12,20 - Hnd 12,21 - Hnd 12,22 - Hnd 12,23 - Hnd 12,24 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
20èn de thumomachôn turiois kai sidôniois: omothumadon de parèsan pros auton, kai peisantes blaston ton epi tou koitônos tou basileôs ètounto eirènèn, dia to trefesthai autôn tèn chôran apo tès basilikès.  20 erat autem iratus Tyriis et Sidoniis at illi unianimes venerunt ad eum et persuaso Blasto qui erat super cubiculum regis postulabant pacem eo quod alerentur regiones eorum ab illo    20 En Herodes had in den zin tegen de Tyriërs en Sidoniërs te krijgen; maar zij kwamen eendrachtelijk tot hem, en Blastus, die des konings kamerling was, overreed hebbende, begeerden vrede, omdat hun land gespijzigd werd van des konings land. 
[20] Hij had een conflict met de inwoners van Tyrus en Sidon; zij kwamen gezamenlijk naar hem toe, bepraatten Blastus, de kamerheer van de koning, en vroegen om een vreedzame regeling; hun gebied was namelijk voor de voedselvoorziening afhankelijk van dat van de koning.  
[20] Destijds was Herodes de inwoners van Tyrus en Sidon vijandig gezind. De beide steden stuurden gezamenlijk enkele afgezanten naar het hof, waar ze Blastus, de kamerheer van de koning, voor hun zaak wisten te winnen. Ze wilden vrede sluiten omdat hun gebied voor de voedselvoorziening afhankelijk was van dat van de koning.   20 ¶ Hij is in oorlogsstemming geweest tegen de Tyrieërs en Sidoniërs. Eensgezind zijn ze toen bij hem geweest, hebben Blastus, ‘s konings kamerheer, overgehaald en om vrede gevraagd, omdat hun landstreek z’n voedsel betrok uit die van de koning.   20. Hérode était en conflit aigu avec les gens de Tyr et de Sidon. D'un commun accord ceux-ci se présentèrent devant lui et, après avoir gagné Blastus, le chambellan du roi, ils sollicitaient la paix. Leur pays, en effet, tirait sa subsistance de celui du roi.  

King James Bible .[20] And Herod was highly displeased with them of Tyre and Sidon: but they came with one accord to him, and, having made Blastus the king's chamberlain their friend, desired peace; because their country was nourished by the king's country.
Luther-Bibel . 20 Er war aber zornig auf die Einwohner von Tyrus und Sidon. Sie aber kamen einmütig zu ihm und überredeten Blastus, den Kämmerer des Königs, und baten um Frieden, weil ihr Land seine Nahrung aus dem Land des Königs bekam.

Tekstuitleg van Hnd 12,20 .

7. homothumadon (gelijkgezind) . Verwijzing : homothumadon (eensgezind , gelijkgezind) , zie Hnd 1,14 . homoios : gelijkend . thumos : opwelling , hardstocht . Bijwoord . In veertig verzen in de bijbel . In negenentwintig verzen in het O.T. . In elf verzen in het N.T. . In tien verzen in Hnd . In één vers in Rom . (1) Hnd 1,14 . (2) Hnd 2,46 . (3) Hnd 4,24 . (4) Hnd 5,12 . (5) Hnd 7,57 . (6) Hnd 8,6 . (7) Hnd 12,20 . (8) Hnd 15,25 . (9) Hnd 18,12 . (10) Hnd 19,29 .

Hnd 12,21 - Hnd 12,21 : Herodes’ dood; uitbreiding van de gemeente - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Hnd (Handelingen) -Hnd 12 -- Hnd 12,20-24 -- Hnd 12,20 - Hnd 12,21 - Hnd 12,22 - Hnd 12,23 - Hnd 12,24 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
21taktè de èmera o èrôdès endusamenos esthèta basilikèn [kai] kathisas epi tou bèmatos edèmègorei pros autous:  21 statuto autem die Herodes vestitus veste regia sedit pro tribunali et contionabatur ad eos    21 En op een gezetten dag, Herodes, een koninklijk kleed aangedaan hebbende, en op den rechterstoel gezeten zijnde, deed een rede tot hen.   [21] Op de vastgestelde dag nam Herodes in koninklijk ornaat plaats op zijn troon en hield een indrukwekkende toespraak.  [21] Op de overeengekomen dag nam Herodes in zijn koninklijke gewaad plaats op zijn troon en sprak het volk toe.’  21 Op een overeengekomen dag trok Herodes een koninklijk kleed aan, ging zitten op de verhoging en hield een toespraak tot hen, het volk.   21. Au jour fixé, Hérode, vêtu de ses habits royaux, prit place sur la tribune et, tandis qu'il les haranguait, 

King James Bible . [21] And upon a set day Herod, arrayed in royal apparel, sat upon his throne, and made an oration unto them.
Luther-Bibel . 21 Und an einem festgesetzten Tag legte Herodes das königliche Gewand an, setzte sich auf den Thron und hielt eine Rede an sie.

Tekstuitleg van Hnd 12,21 .

Hnd 12,22 - Hnd 12,22 : Herodes’ dood; uitbreiding van de gemeente - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Hnd (Handelingen) -Hnd 12 -- Hnd 12,20-24 -- Hnd 12,20 - Hnd 12,21 - Hnd 12,22 - Hnd 12,23 - Hnd 12,24 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
22o de dèmos epefônei, theou fônè kai ouk anthrôpou. 22 populus autem adclamabat dei voces et non hominis    22 En het volk riep hem toe: Een stem Gods, en niet eens mensen!   [22] Het volk juichte hem toe: ‘Dat is taal van een god en niet van een mens.’   [22] De mensen riepen luidkeels: ‘Hier spreekt een god, geen mens! 22 Het volk heeft eenstemmig uitgeroepen: de stem van een god en niet van een mens!  22. le peuple se mit à crier : « C'est un dieu qui parle, ce n'est pas un homme ! » 

King James Bible .[22] And the people gave a shout, saying, It is the voice of a god, and not of a man.
Luther-Bibel . 22 Das Volk aber rief ihm zu: Das ist Gottes Stimme und nicht die eines Menschen!

Tekstuitleg van Hnd 12,22 .

Hnd 12,23 - Hnd 12,23 : Herodes’ dood; uitbreiding van de gemeente - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Hnd (Handelingen) -Hnd 12 -- Hnd 12,20-24 -- Hnd 12,20 - Hnd 12,21 - Hnd 12,22 - Hnd 12,23 - Hnd 12,24 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
23parachrèma de epataxen auton aggelos kuriou anth ôn ouk edôken tèn doxan tô theô, kai genomenos skôlèkobrôtos exepsuxen.  23 confestim autem percussit eum angelus Domini eo quod non dedisset honorem Deo et consumptus a vermibus exspiravit     23 En van stonde aan sloeg hem een engel des Heeren, daarom dat hij Gode de eer niet gaf; en hij werd van de wormen gegeten, en gaf den geest.   [23] Maar onmiddellijk werd hij geveld door een engel van de Heer, omdat hij de eer niet aan God had gegeven; door wormen aangevreten stierf hij.  [23] Onmiddellijk werd Herodes geveld door een engel van de Heer omdat hij God niet de verschuldigde eer had bewezen, en door wormen aangevreten blies hij de laatste adem uit.  23 Onmiddellijk treft een engel des Heren hem, omdat hij God de eer niet geeft. Hij wordt door wormen opgevreten en raakt ontzield.  23. Mais à l'instant même, l'Ange du Seigneur le frappa, parce qu'il n'avait pas rendu gloire à Dieu ; et rongé de vers, il rendit l'âme.  

King James Bible . [23] And immediately the angel of the Lord smote him, because he gave not God the glory: and he was eaten of worms, and gave up the ghost.
Luther-Bibel . 23 Alsbald schlug ihn der Engel des Herrn, weil er Gott nicht die Ehre gab. Und von Würmern zerfressen, gab er den Geist auf.

Tekstuitleg van Hnd 12,23

5. zelfstandig naamwoord nominatief mannelijk enkelvoud aggelos (engel) . Taalgebruik in het N.T. : aggelos (engel) . Taalgebruik in Hnd : aggelos (engel) . Stam : n - g - l . L. angelus . Fr. ange . N. engel . Fr. un messager uit L. mittere (zenden) , missus = gezonden . Hebr. malë´akh .
Hnd (11) : (1) Hnd 5,19 . (2) Hnd 7,30 . (3) Hnd 8,26 . (4) Hnd 10,7 . (5) Hnd 12,7 . (6) Hnd 12,8 . (7) Hnd 12,10 . (8) Hnd 12,15 . (9) Hnd 12,23 . (10) Hnd 23,9 . (11) Hnd 27,23 . Een vorm van aggelos (engel) in Hnd (21) , Hnd 12 (7) : (1) Hnd 12,7 . (2) Hnd 12,8 . (3) Hnd 12,9 . (4) Hnd 12,10 . (5) Hnd 12,11 . (6) Hnd 12,15 . (7) Hnd 12,23 .

5. 6. aggelos (engel) . Verwijzing : aggelos (engel) , zie Mt 13,41 .
--- aggelos kuriou (de engel van de Heer) . In vijf verzen in Hnd : (1) Hnd 5,19 : aggelos de kuriou = de engel van de Heer echter) . (2) Hnd 7,30 (sommige handschriften geven slechts aggelos (een engel) . (3) Hnd 8,26 : aggelos de kuriou = de engel van de Heer echter) . (4) Hnd 12,7 : kai idou aggelos kuriou (en zie een engel van de Heer) . (5) Hnd 12,23 .

Hnd 12,24 - Hnd 12,24 : Herodes’ dood ; uitbreiding van de gemeente - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Hnd (Handelingen) -Hnd 12 -- Hnd 12,20-24 -- Hnd 12,20 - Hnd 12,21 - Hnd 12,22 - Hnd 12,23 - Hnd 12,24 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
24o de logos tou theou èuxanen kai eplèthuneto.  24 verbum autem Domini crescebat et multiplicabatur   24 En het Woord Gods wies, en vermenigvuldigde. 
[24] Het woord van God gedijde en breidde zich uit. 
[24] Het woord van God verspreidde zich en vond steeds meer gehoor.  24 Het woord van God blijft zich uitbreiden en vermeerdert. 24. Cependant la parole de Dieu croissait et se multipliait. 

James King Bible . [24] But the word of God grew and multiplied.
Luther-Bibel . 24 Und das Wort Gottes wuchs und breitete sich aus.

Bibliografie

- Kodell Jerome , “‘the Word of God Grew,’: The Ecclesial Tendency of logos" in Acts 6,7; 12,24; 19,20’ Biblica 55 (1974): 505-519.

Tekstuitleg van Hnd 12,24 .

3. logos (woord) . Verwijzing : logos (woord) , zie Mt 7,24 . Nominatief mannelijk enkelvoud . In 296 verzen in de bijbel . In vijfenzestig verzen in het N.T. . In negen verzen in Hnd : (1) Hnd 6,5 . (2) Hnd 6,7 . (3) Hnd 11,22 . (4) Hnd 12,24 . (5) Hnd 13,15 . (6) Hnd 13,26 . (7) Hnd 13,49 . (8) Hnd 17,13 . (9) Hnd 19,20 .

1. / 3. ho logos (het woord) . Verwijzing : logos (woord) , zie Mt 7,24 . Bepaald lidwoord nominatief mannelijk enkelvoud ho (de) en zelfstandig naamwoord nominatief mannelijk enkelvoud logos (woord) . In tweeënzestig verzen in het N.T. . In acht van de negen verzen van hierboven ; niet in Hnd 13,15 .

1. / 3.-5. ho logos tou theou (het woord van God) . Verwijzing : logos (woord) , zie Mt 7,24 . In twaalf verzen in het N.T. : Lc (1) . Joh (1) . In drie verzen in Hnd : (3) Hnd 6,7 . (4) Hnd 12,24 . (5) Hnd 17,13 . Andere boeken van het N.T. (7) .

6. èuxanen (groeide op) . Verwijzing : auxanô (doen groeien, vermeerderen) , zie Lc 2,40 . Actief imperfectum derde persoon enkelvoud van het werkwoord auxanô (doen groeien, vermeerderen) . In zes verzen in de bijbel , slechts in het N.T. : (1) Lc 1,80 . (2) Lc 2,40 . (3) Hnd 6,7 . (4) Hnd 12,24 . (5) Hnd 19,20 . (6) 1 Kor 3,6 . Onderwerp van deze groei is to paidion (het kind) : (1) Lc 1,80 . (2) Lc 2,40 , het woord van God : (3) Hnd 6,7 . (4) Hnd 12,24 , het woord van de Heer : (5) Hnd 19,20 , God zelf (6) (1 Kor 3,6) . In vijf van de zes zinnen volgt een nevenschikkende zin , die de eerste zin aanvult : to de paidion èuxanen kai ekrataiouto : (1) Lc 1,80 (Johannes de Doper) . (2) Lc 2,40 (Jezus) .

1. - 6. Drie teksten met enkele varianten :
(1) Hnd 6,7 : kai ho logos tou theou (het woord van God) èuxanen (groeide) .
(2) Hnd 12,24 : ho de logos tou theou (het woord van God echter) èuxanen (groeide) .
(3) Hnd 19,20 : tou kuriou ho logos (het woord van de Heer) èuxanen (groeide)

Terugkeer en uitzending van Barnabas en Saulus - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Hnd (Handelingen) - Hnd 12 -- Hnd 12,25 -

Hnd 12,25 - Hnd 12,25 : Terugkeer en uitzending van Barnabas en Saulus - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Hnd (Handelingen) -Hnd 12 -- Hnd 12,25
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
25barnabas de kai saulos upestrepsan eis ierousalèm plèrôsantes tèn diakonian, sumparalabontes iôannèn ton epiklèthenta markon. 25 Barnabas autem et Saulus reversi sunt ab Hierosolymis expleto ministerio adsumpto Iohanne qui cognominatus est Marcus     25 Barnabas nu en Saulus keerden wederom van Jeruzalem, als zij den dienst volbracht hadden, medegenomen hebbende ook Johannes, die toegenaamd werd Markus.  [25] Barnabas en Saulus keerden terug na hun taak in Jeruzalem vervuld te hebben en namen Johannes, ook wel Marcus genoemd, met zich mee.  [25] Barnabas en Saulus keerden terug uit Jeruzalem na daar hun gift overhandigd te hebben. Ze namen Johannes Marcus met zich mee.  25 Na hun dienstwerk te hebben volbracht, keren Barnabas en Saulus uit Jeruzalem terug en nemen Johannes met zich mee, die ook Marcus is genoemd.   25. Quant à Barnabé et Saul, après avoir accompli leur ministère à Jérusalem, ils revinrent, ramenant avec eux Jean, surnommé Marc.  

King James Bible . [25] And Barnabas and Saul returned from Jerusalem, when they had fulfilled their ministry, and took with them John, whose surname was Mark.
Luther-Bibel . 25 Barnabas und Saulus aber kehrten zurück, nachdem sie in Jerusalem die Gabe überbracht hatten, und nahmen mit sich Johannes, der den Beinamen Markus hat.

Tekstuitleg van Hnd 12,25

1. Barnabas (Barnabas) . Verwijzing : Barnabas (Barnabas) , zie Hnd 4,36 . In allerlei vormen komt het achtentwintig maal voor ; tienmaal als nominatief enkelvoud , tienmaal als datief enkelvoud en achtmaal als accusatief enkelvoud . (1) Hnd 4,36 . (2) Hnd 9,27 . (3) Hnd 11,22 . (4) Hnd 11,30 . (5) Hnd 12,25 . (6) Hnd 13,1 . (7) Hnd 13,2 . (8) Hnd 13,7 . (9) Hnd 13,43 . (10) Hnd 13,46 . (11) Hnd 13,50 . (12) Hnd 14,12 . (13) Hnd 14,14 . (14) Hnd 14,14 . (15) Hnd 15,2 (tweemaal) . (16) Hnd 15,12 . (17) Hnd 15,22 . (18) Hnd 15,25 . (19) Hnd 15,35 . (20) Hnd 15,36 . (21) Hnd 15,37 . (22) Hnd 15,39 . (23) 1 Cor 9,6 . (24) Gal 2,1 . (25) Gal 2,9 . (26) Gal 2,13 . (27) Col 4,10 . Barnabas was een bijnaam die hem door de apostelen werd gegeven . Hij heette echter Jozef . Hij was een leviet en was afkomstig uit Cyprus (Hnd 4,36 - Hnd 4,37) . Barnabas verkocht wat hij bezat (Hnd 4,36 - Hnd 4,37) en sloot zich bij de gemeente van Jeruzalem aan . Barnabas bracht Saulus bij de apostelen (Hnd 9,27) Hij bracht hem ook naar Antiochië (Hnd 11,25 - Hnd 11,26) . . Barnabas en Paulus ontvingen verschillende opdrachten (Hnd 11,30 . Hnd 12,25 . Hnd 13,2 - Hnd 13,3 . Hnd 15,2 . Hnd 15,22 . Hnd 15,25) . Barnabas maakte de eerste zendingsreis van Paulus mee (Hnd 13,4-14,27) . Vanaf Hnd 13,13 nam Paulus de leiding . In Hnd 15,39 gingen Barnabas en Paulus uit elkaar na een meningsverschil over Johannes Marcus .

5. hupestrepsan (zij keerden terug). Verwijzing : hupostrefô (omkeren, terugkeren) , zie Lc 4,1 . Actief aorist derde persoon meervoud . In elf verzen in de bijbel . In één vers in het O.T. . In tien verzen in het N.T. . Niet bij Matteüs en Marcus .In vijf verzen bij Lucas : (1) Lc 2,20 (de herders) . (2) Lc 2,45 (de ouders - eis Hierousalèm) . (3) Lc 10,17 (de tweeënzeventig) . (4) Lc 24,33 (de Emmaüsgangers - eis Hierousalèm) . (5) Lc 24,52 (de leerlingen - eis Hierousalèm) . In vijf verzen in Hnd : (1) Hnd 1,12 (de leerlingen - eis Hierousalèm) . (2) Hnd 12,25 (Barnabas en Saulus) . (3) Hnd 14,21 (Paulus en Barnabas keerden in omgekeerde volgorde naar Lystra , Ikonium en Antiochië van Pisidië terug) . (4) Hnd 21,6 . (5) Hnd 23,32 .
In Antiochië hadden mensen uit Cyprus en Cyrene (Noord-Afrika) zich tot de Hellenisten gericht en was een christelijke gemeente ontstaan . Barnabas, die zelf van Cyprus afkomstig was , maar tot de gemeente van Jeruzalem behoorde , werd naar Antiochië gestuurd om een kijkje te nemen . Barnabas reageerde enthousiast en bemoedigde de leden van de gemeente van Antiochië . Barnabas viste Saulus in Tarsus op en bracht hem naar Antiochië (Hnd 11,19-26) . Bij een hongersnood kwam Agabus , die uit Jeruzalem naar Antiochië was gestuurd , om ondersteuning vragen . Barnabas en Saulus werden met de taak belast om de opbrengst naar Jeruzalem te brengen (Hnd 11,27-30) .


Griekse tekst

1kat ekeinon de ton kairon epebalen èrôdès o basileus tas cheiras kakôsai tinas tôn apo tès ekklèsias. 2aneilen de iakôbon ton adelfon iôannou machairè. 3idôn de oti areston estin tois ioudaiois prosetheto sullabein kai petron {èsan de [ai] èmerai tôn azumôn}, 4on kai piasas etheto eis fulakèn, paradous tessarsin tetradiois stratiôtôn fulassein auton, boulomenos meta to pascha anagagein auton tô laô. 5o men oun petros etèreito en tè fulakè: proseuchè de èn ektenôs ginomenè upo tès ekklèsias pros ton theon peri autou. 6ote de èmellen proagagein auton o èrôdès, tè nukti ekeinè èn o petros koimômenos metaxu duo stratiôtôn dedemenos alusesin dusin, fulakes te pro tès thuras etèroun tèn fulakèn. 7kai idou aggelos kuriou epestè, kai fôs elampsen en tô oikèmati: pataxas de tèn pleuran tou petrou ègeiren auton legôn, anasta en tachei. kai exepesan autou ai aluseis ek tôn cheirôn. 8eipen de o aggelos pros auton, zôsai kai upodèsai ta sandalia sou. epoièsen de outôs. kai legei autô, peribalou to imation sou kai akolouthei moi. 9kai exelthôn èkolouthei, kai ouk èdei oti alèthes estin to ginomenon dia tou aggelou, edokei de orama blepein. 10dielthontes de prôtèn fulakèn kai deuteran èlthan epi tèn pulèn tèn sidèran tèn ferousan eis tèn polin, ètis automatè ènoigè autois, kai exelthontes proèlthon rumèn mian, kai eutheôs apestè o aggelos ap autou. 11kai o petros en eautô genomenos eipen, nun oida alèthôs oti exapesteilen [o] kurios ton aggelon autou kai exeilato me ek cheiros èrôdou kai pasès tès prosdokias tou laou tôn ioudaiôn. 12sunidôn te èlthen epi tèn oikian tès marias tès mètros iôannou tou epikaloumenou markou, ou èsan ikanoi sunèthroismenoi kai proseuchomenoi. 13krousantos de autou tèn thuran tou pulônos prosèlthen paidiskè upakousai onomati rodè: 14kai epignousa tèn fônèn tou petrou apo tès charas ouk ènoixen ton pulôna, eisdramousa de apèggeilen estanai ton petron pro tou pulônos. 15oi de pros autèn eipan, mainè. è de diischurizeto outôs echein. oi de elegon, o aggelos estin autou. 16o de petros epemenen krouôn: anoixantes de eidan auton kai exestèsan. 17kataseisas de autois tè cheiri sigan diègèsato [autois] pôs o kurios auton exègagen ek tès fulakès, eipen te, apaggeilate iakôbô kai tois adelfois tauta. kai exelthôn eporeuthè eis eteron topon. 18genomenès de èmeras èn tarachos ouk oligos en tois stratiôtais, ti ara o petros egeneto. 19èrôdès de epizètèsas auton kai mè eurôn anakrinas tous fulakas ekeleusen apachthènai, kai katelthôn apo tès ioudaias eis kaisareian dietriben. 20èn de thumomachôn turiois kai sidôniois: omothumadon de parèsan pros auton, kai peisantes blaston ton epi tou koitônos tou basileôs ètounto eirènèn, dia to trefesthai autôn tèn chôran apo tès basilikès. 21taktè de èmera o èrôdès endusamenos esthèta basilikèn [kai] kathisas epi tou bèmatos edèmègorei pros autous: 22o de dèmos epefônei, theou fônè kai ouk anthrôpou. 23parachrèma de epataxen auton aggelos kuriou anth ôn ouk edôken tèn doxan tô theô, kai genomenos skôlèkobrôtos exepsuxen. 24o de logos tou theou èuxanen kai eplèthuneto. 25barnabas de kai saulos upestrepsan eis ierousalèm plèrôsantes tèn diakonian, sumparalabontes iôannèn ton epiklèthenta markon.


Vulgaat

1 eodem autem tempore misit Herodes rex manus ut adfligeret quosdam de ecclesia 2 occidit autem Iacobum fratrem Iohannis gladio 3 videns autem quia placeret Iudaeis adposuit adprehendere et Petrum erant autem dies azymorum 4 quem cum adprehendisset misit in carcerem tradens quattuor quaternionibus militum custodire eum volens post pascha producere eum populo 5 et Petrus quidem servabatur in carcere oratio autem fiebat sine intermissione ab ecclesia ad Deum pro eo 6 cum autem producturus eum esset Herodes in ipsa nocte erat Petrus dormiens inter duos milites vinctus catenis duabus et custodes ante ostium custodiebant carcerem 7 et ecce angelus Domini adstitit et lumen refulsit in habitaculo percussoque latere Petri suscitavit eum dicens surge velociter et ceciderunt catenae de manibus eius 8 dixit autem angelus ad eum praecingere et calcia te gallicas tuas et fecit sic et dixit illi circumda tibi vestimentum tuum et sequere me 9 et exiens sequebatur et nesciebat quia verum est quod fiebat per angelum aestimabat autem se visum videre 10 transeuntes autem primam et secundam custodiam venerunt ad portam ferream quae ducit ad civitatem quae ultro aperta est eis et exeuntes processerunt vicum unum et continuo discessit angelus ab eo 11 et Petrus ad se reversus dixit nunc scio vere quia misit Dominus angelum suum et eripuit me de manu Herodis et de omni expectatione plebis Iudaeorum 12 consideransque venit ad domum Mariae matris Iohannis qui cognominatus est Marcus ubi erant multi congregati et orantes 13 pulsante autem eo ostium ianuae processit puella ad audiendum nomine Rhode 14 et ut cognovit vocem Petri prae gaudio non aperuit ianuam sed intro currens nuntiavit stare Petrum ante ianuam 15 at illi dixerunt ad eam insanis illa autem adfirmabat sic se habere illi autem dicebant angelus eius est 16 Petrus autem perseverabat pulsans cum autem aperuissent viderunt eum et obstipuerunt 17 annuens autem eis manu ut tacerent enarravit quomodo Dominus eduxisset eum de carcere dixitque nuntiate Iacobo et fratribus haec et egressus abiit in alium locum 18 facta autem die erat non parva turbatio inter milites quidnam de Petro factum esset 19 Herodes autem cum requisisset eum et non invenisset inquisitione facta de custodibus iussit eos duci descendensque a Iudaea in Caesaream ibi commoratus est 20 erat autem iratus Tyriis et Sidoniis at illi unianimes venerunt ad eum et persuaso Blasto qui erat super cubiculum regis postulabant pacem eo quod alerentur regiones eorum ab illo 21 statuto autem die Herodes vestitus veste regia sedit pro tribunali et contionabatur ad eos 22 populus autem adclamabat dei voces et non hominis 23 confestim autem percussit eum angelus Domini eo quod non dedisset honorem Deo et consumptus a vermibus exspiravit 24 verbum autem Domini crescebat et multiplicabatur 25 Barnabas autem et Saulus reversi sunt ab Hierosolymis expleto ministerio adsumpto Iohanne qui cognominatus est Marcus