- Bibliografie - Literatuur - Liturgisch gebruik - Overzicht bijbelboeken - Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken - Overzicht van deze website -
![]() |
ZOEKEN OP DEZE WEBSITE |
1. LXX , Griekse tekst N.T. | 2. Vulgata | 3. Synopsis Denaux - Vervenne | 4. Statenvertaling | 5. Willibrordvertaling | 6. Nieuwe Vertaling | 7. Naardense vertaling , zie |
8. Bible de Jérusalem | 9. Statenvertaling | 10. King James Bible - King James Bible | 11. Luther-Bibel | liturgische lezing |
Hnd 14,1-7 : In Ikonium : Hnd 14,1-7 -- Hnd 14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 14,1 - Hnd 14,2 - Hnd 14,3 - Hnd 14,4 - Hnd 14,5 - Hnd 14,6 - Hnd 14,7 -
Hnd 14,1 - Hnd 14,1 : In Ikonium : Hnd 14,1-7 -- Hnd 14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 14,1 - Hnd 14,2 - Hnd 14,3 - Hnd 14,4 - Hnd 14,5 - Hnd 14,6 - Hnd 14,7 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [1] And it came to pass in Iconium, that they went both
together into the synagogue of the Jews, and so spake, that a great multitude
both of the Jews and also of the Greeks believed.
Luther-Bibel . 1 Es geschah aber in Ikonion, dass sie wieder in die Synagoge
der Juden gingen und so predigten, dass eine große Menge Juden und Griechen
gläubig wurde. ²
Tekstuitleg van Hnd 14,1 .
7. auto (zelf) . Verwijzing : autos (hij zelf) , zie Lc 24,36 . Nominatief en accusatief onzijdig enkelvoud . In 490 verzen in de bijbel . In 101 verzen in het N.T. . In acht verzen in Hnd : (1) Hnd 1,15 . (2) Hnd 2,1 . (3) Hnd 2,44 . (4) Hnd 2,47 . (5) Hnd 4,26 . (6) Hnd 7,6 . (7) Hnd 14,1 . (8) Hnd 27,6 .
17. 3. houtôs (zo) . Verwijzing : houtôs (zo, op deze wijze) , zie Mt 21,6 . In 907 verzen in de bijbel . In 708 verzen in het O.T. . In 199 verzen in het N.T. . In eenentwintig verzen bij Lucas . In zesentwintig verzen in Handelingen : (1) Hnd 1,11 . (2) Hnd 3,18 . (3) Hnd 7,1 . (4) Hnd 7,6 . (5) Hnd 7,8 . (6) Hnd 8,32 . (7) Hnd 12,8 . (8) Hnd 12,15 . (9) Hnd 13,8 . (10) Hnd 13,34 . (11) Hnd 13,47 . (12) Hnd 14,1 . (13) Hnd 17,11 . (14) Hnd 17,33 . (15) Hnd 19,20 . (16) Hnd 20,11 . (17) Hnd 20,13 . (18) Hnd 20,35 . (19) Hnd 21,11 . (20) Hnd 22,24 . (21) Hnd 24,9 . (22) Hnd 24,14 . (23) Hnd 27,17 . (24) Hnd 27,25 . (25) Hnd 27,44 . (26) Hnd 28,14 .
25. nom. + acc. onz. enk. plèthos (menigte, veelheid) . Taalgebruik in het N.T. : plèthos (menigte, veelheid) . Taalgebruik in Hnd : plèthos (menigte, veelheid) . Hnd (12) : (1) Hnd 2,6 . (2) Hnd 5,16 . (3) Hnd 6,2 . (4) Hnd 14,1 . (5) Hnd 14,4 . (6) Hnd 15,12 . (7) Hnd 15,30 . (8) Hnd 17,4 . (9) Hnd 21,36 . (10) Hnd 23,7 . (11) Hnd 25,24 . (12) Hnd 28,3 . Een vorm van plèthos (menigte, veelheid) in Hnd in 17 verzen : 12 + 5 : (1) Hnd 4,32 . (2) Hnd 5,14 . (3) Hnd 6,5 . (4) Hnd 19,9 . (5) Hnd 21,22 .
24. - 25. polu plèthos (een grote menigte) . In vier verzen in het N.T. : (1) Mc 3,7 . (2) Lc 23,27 . (3) Hnd 14,1 . (4) Hnd 17,4 .
Hnd 14,2 - Hnd 14,2 : In Ikonium : Hnd 14,1-7 -- Hnd 14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 14,1 - Hnd 14,2 - Hnd 14,3 - Hnd 14,4 - Hnd 14,5 - Hnd 14,6 - Hnd 14,7 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [2] But the unbelieving Jews stirred up the Gentiles, and
made their minds evil affected against the brethren.
Luther-Bibel . 2 Die Juden aber, die ungläubig blieben, stifteten Unruhe
und hetzten die Seelen der Heiden auf gegen die Brüder.
Tekstuitleg van Hnd 14,2 .
Hnd 14,3 - Hnd 14,3 : In Ikonium : Hnd 14,1-7 -- Hnd 14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 14,1 - Hnd 14,2 - Hnd 14,3 - Hnd 14,4 - Hnd 14,5 - Hnd 14,6 - Hnd 14,7 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [3] Long time therefore abode they speaking boldly in the
Lord, which gave testimony unto the word of his grace, and granted signs and
wonders to be done by their hands.
Luther-Bibel . 3 Dennoch blieben sie eine lange Zeit dort und lehrten frei und
offen im Vertrauen auf den Herrn, der das Wort seiner Gnade bezeugte und ließ
Zeichen und Wunder geschehen durch ihre Hände.
Tekstuitleg van Hnd 14,3
Hnd 14,4 - Hnd 14,4 : In Ikonium : Hnd 14,1-7 -- Hnd 14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 14,1 - Hnd 14,2 - Hnd 14,3 - Hnd 14,4 - Hnd 14,5 - Hnd 14,6 - Hnd 14,7 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [4] But the multitude of the city was divided: and part
held with the Jews, and part with the apostles.
Luther-Bibel . 4 Die Menge in der Stadt aber spaltete sich; die einen hielten's
mit den Juden und die andern mit den Aposteln.
Tekstuitleg van Hnd 14,4 .
Hnd 14,5 - Hnd 14,5 : In Ikonium : Hnd 14,1-7 -- Hnd 14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 14,1 - Hnd 14,2 - Hnd 14,3 - Hnd 14,4 - Hnd 14,5 - Hnd 14,6 - Hnd 14,7 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [5] And when there was an assault made both of the Gentiles,
and also of the Jews with their rulers, to use them despitefully, and to stone
them,
Luther-Bibel . 5 Als sich aber ein Sturm erhob bei den Heiden und Juden und
ihren Oberen und sie sie misshandeln und steinigen wollten,
Tekstuitleg van Hnd 14,5 .
Hnd 14,6 - Hnd 14,6 : In Ikonium : Hnd 14,1-7 -- Hnd 14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 14,1 - Hnd 14,2 - Hnd 14,3 - Hnd 14,4 - Hnd 14,5 - Hnd 14,6 - Hnd 14,7 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [6] They were ware of it, and fled unto Lystra and Derbe,
cities of Lycaonia, and unto the region that lieth round about:
Luther-Bibel . 6 merkten sie es und entflohen in die Städte Lykaoniens,
nach Lystra und Derbe, und in deren Umgebung
Tekstuitleg van Hnd 14,6
8. Lustran (Lystra) . Accusatief vrouwelijk enkelvoud . In drie verzen in het
N.T. , nl. in Hnd : (1) Hnd
14,6 . (2) Hnd
14,21 . (3) Hnd
16,1 . Lystra ligt evenals Ikonium en Derbe in de landstreek Lykanonië
, het gebied ten oosten van Pisidië, in de Romeinse
provincie Galatië . Lustra (Lystra) . Verwijzing
: Lustra
(Lystra) , zie Hnd
14,6 .
- lustrois (Lystra) . Datief mannelijk meervoud . In drie verzen in het N.T.
: (1) Hnd
14,8 . (2) Hnd
16,2 . (3) 2 Tim 3,11 .
In Lystra genas Paulus een lamme . De inwoners van Lystra waren van mening dat
de goden Zeus en Hermes hen in mensengedaante bezochten en ze wilden hen als
goden eren. Tijdens de eerste zendingsreis kregen Paulus en Barnabas heel wat
tegenstand . Uit Antiochië van Pisidië werden ze verjaagd (Hnd
13,50) . In Ikonium werden ze met steniging bedreigd en vluchtten ze (Hnd
14,6) . In Lystra werd Paulus gestenigd , maar bracht het er nog levend
vanaf (Hnd
14,19 - Hnd
14,20) . In 2 Tim 3,11 vermeldt de schrijver van de brief de vervolgingen
in de drie plaatsen . Bij zijn tweede zendingsreis ontmoette Paulus en Silas
er Timoteüs , een leerling (Hnd
16,1 - Hnd
16,2 - Hnd
16,3) .
10. Derbèn (Derbe) . Accusatief vrouwelijk enkelvoud . In drie verzen in het N.T. nl . in Hnd : (1) Hnd 14,6 . (2) Hnd 14,20 . (3) Hnd 16,1 . Men vermoedt dat Derbe op de plaats van het huidige Kerti Hüyük ligt . Het ligt 96 km ten zuidoosten van Lystra . Evenals Ikonium en Lystra ligt Derbe in de landstreek Lykaonië , het gebied ten oosten van Pisidië, in de Romeinse provincie Galatië . Derbè (Derbe) . Verwijzing : Derbè (Derbe) , zie Hnd 14,6 . Paulus en Barnabas zijn slechts zeer korte tijd in Derbe geweest (Hnd 14,20 - Hnd 14,21) . Na een breuk met Barnabas (Hnd 15,39) bezocht Paulus samen met Silas opnieuw de stad Derbe (Hnd 16,1 - Hnd 16,2 - Hnd 16,3) , waar hij Timoteüs ontmoette (Hnd 16,2 - Hnd 16,3) .
Hnd 14,7 - Hnd 14,7 : In Ikonium : Hnd 14,1-7 -- Hnd 14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 14,1 - Hnd 14,2 - Hnd 14,3 - Hnd 14,4 - Hnd 14,5 - Hnd 14,6 - Hnd 14,7 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [7] And there they preached the gospel.
Luther-Bibel . 7 und predigten dort das Evangelium.
Tekstuitleg van Hnd 14,7 .
Hnd 14,8-20 : In Lystra : Hnd 14,8-20 -- Hnd 14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 14,8 - Hnd 14,9 - Hnd 14,10 - Hnd 14,11 - Hnd 14,12 - Hnd 14,13 - Hnd 14,14 - Hnd 14,15 - Hnd 14,16 - Hnd 14,17 - Hnd 14,18 - Hnd 14,19 - Hnd 14,20 -
Hnd 14,8 - Hnd 14,8 : In Lystra : Hnd 14,8-20 -- Hnd 14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 14,8 - Hnd 14,9 - Hnd 14,10 - Hnd 14,11 - Hnd 14,12 - Hnd 14,13 - Hnd 14,14 - Hnd 14,15 - Hnd 14,16 - Hnd 14,17 - Hnd 14,18 - Hnd 14,19 - Hnd 14,20 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [8] And there sat a certain man at Lystra, impotent in his
feet, being a cripple from his mother's womb, who never had walked:
Luther-Bibel . 8 Und es war ein Mann in Lystra, der hatte schwache Füße
und konnte nur sitzen; er war gelähmt von Mutterleib an und hatte noch
nie gehen können.
Tekstuitleg van Hnd 14,8 . Dit vers Hnd 14,8 telt 18 (2 X 3 X 3) woorden en 100 (2 X 2 X 5 X 5) letters . De getalwaarde van Hnd 14,8 is 12393 (3 X 3 X 3 X 3 X 3 X 3 X 17) .
- Hnd 3,2
: kai tis anèr ... chôlos ek koilias mètros autou
- Hnd 14,8
: kai tis anèr chôlos ek koilias mètros autou
1. kai (en) . Er heeft verandering van personage plaats .
3. anèr (man) . Verwijzing : anèr
(man) , zie Lc
5,12 . Het komt in 480 verzen in de bijbel voor . In 432 verzen in het O.T.
. In achtenveertig verzen in het N.T. . In negen verzen bij Lucas : In veertien
verzen in Hnd :
(1) Hnd
3,2 (kai tis anèr chôlos... = en een man , lam ...) .
(2) Hnd
5,1 (anèr de tis Ananias onomati = een man echter, Ananias met name)
.
(3) Hnd
8,9 (anèr de tis onomati Sumeôn = een man echter, met name
Simeon) .
(4) Hnd
8,27 (kai idou anèr Aithiops = en zie een Ethiopisch man) .
(5) Hnd
10,1 (anèr de tis en Kaisareiai onomati Kornèlios = een man
echter in Caesarea, met name Cornelius) .
(6) Hnd
10,28 (Cornelius - anèr dikaios kai foboumenos ton theon = een rechtvaardig
en godvrezend man) .
(7) Hnd
10,30 (kai idou anèr - Paulus - = en zie een man) .
(8) Hnd 11,24
(Barnabas - hoti èn anèr agathos kai plèrès pneumatos
hagiou kai pisteôs = want hij was een goed man en vol van heilige geest
en van geloof) .
(9) Hnd
14,8 (kai tis anèr = en een man) .
(10) Hnd
16,9 (anèr Makedôn tis = een Macedoniër) .
(11) Hnd
18,24 (Apollo - anèr logios = een welbespraakt man) .
(12) Hnd
22,3 (egô eimi anèr Ioudaios = ik ben een jood) .
(13) Hnd
22,12 (Ananias de tis, anèr eulabès... = Een Ananias, een
godsvruchtig man) .
(14) Hnd
25,14 (anèr tis = welke man) .
In vijf van de veertien verzen in Hnd staat anèr (man) vooraan de zin
: (2) Hnd
5,1 . (3) Hnd
8,9 . (5) Hnd
10,1 . (10) Hnd
16,9 . (14) Hnd
25,14 . In drie verzen ervan (2) Hnd
5,1 . (3) Hnd
8,9 . (5) Hnd
10,1 .Het woord anèr (man) wordt gevolgd door het partikel de (echter)
en het onbepaald voornaamwoord tis (een bepaald iemand) . In deze drie verzen
wordt dan de concrete naam gegeven : (2) Hnd
5,1 (anèr de tis Ananias onomati = een man echter, Ananias met name)
. (3) Hnd
8,9 (anèr de tis onomati Sumeôn = een man echter, met name
Simeon) . (5) Hnd
10,1 (anèr de tis en Kaisareiai onomati Kornèlios = een man
echter in Caesarea, met name Cornelius) . Deze constructie vinden we ook in
Hnd 18,24
waar Ioudaious (jood) het woord anèr (man) vervangt ; wellicht omdat
anèr (man) nog verder in de zin vermeld wordt . Hnd
18,24 (Ioudaios de tis Apollôs onomati = een jood echter , Apollo
met name ) .
1. - 3. De constructie kai tis anèr (en een man) komt tweemaal in Hnd voor : (1) Hnd 3,2 . (2) Hnd 14,8 . In beide teksten staat het aan het begin van een vers en van de beschrijving van de noodlijdende . In deze beide teksten gaat het om de genezing van een lamme : Hnd 3,1-10 en Hnd 14,8-20 . In deze beide teksten draagt de man geen naam of wordt zijn afkomst niet vermeld .
10. - 13. ek koilias mètros autou : vanaf zijn moederschoot .
- koilias (van de moederschoot) . Genitief vrouwelijk enkelvoud . In achtenvijftig
verzen in de bijbel . In zeven verzen in het N.T. : (1) Mt
19,12 . (2) Lc
1,15 . (3) Lc
1,42 . (4) Joh
7,38 . (5) Hnd
3,2 . (6) Hnd
14,8 . (7) Gal
1,15 . Verwijzing : bhâtèn
(moederschoot) , zie Jr
1,5 .
Hnd 14,9 - Hnd 14,9 : In Lystra : Hnd 14,8-20 -- Hnd 14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 14,8 - Hnd 14,9 - Hnd 14,10 - Hnd 14,11 - Hnd 14,12 - Hnd 14,13 - Hnd 14,14 - Hnd 14,15 - Hnd 14,16 - Hnd 14,17 - Hnd 14,18 - Hnd 14,19 - Hnd 14,20 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [9] The same heard Paul speak: who stedfastly beholding
him, and perceiving that he had faith to be healed,
Luther-Bibel . 9 Der hörte Paulus reden. Und als dieser ihn ansah und merkte,
dass er glaubte, ihm könne geholfen werden,
Tekstuitleg van Hnd 14,9 .
Hnd 14,10 - Hnd 14,10 : In Lystra : Hnd 14,8-20 -- Hnd 14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 14,8 - Hnd 14,9 - Hnd 14,10 - Hnd 14,11 - Hnd 14,12 - Hnd 14,13 - Hnd 14,14 - Hnd 14,15 - Hnd 14,16 - Hnd 14,17 - Hnd 14,18 - Hnd 14,19 - Hnd 14,20 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [10] Said with a loud voice, Stand upright on thy feet.
And he leaped and walked.
Luther-Bibel . 10 sprach er mit lauter Stimme: Stell dich aufrecht auf deine
Füße! Und er sprang auf und ging umher.
Tekstuitleg van Hnd 14,10 .
Hnd 14,11 - Hnd 14,11 : In Lystra : Hnd 14,8-20 -- Hnd 14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 14,8 - Hnd 14,9 - Hnd 14,10 - Hnd 14,11 - Hnd 14,12 - Hnd 14,13 - Hnd 14,14 - Hnd 14,15 - Hnd 14,16 - Hnd 14,17 - Hnd 14,18 - Hnd 14,19 - Hnd 14,20 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [11] And when the people saw what Paul had done, they lifted
up their voices, saying in the speech of Lycaonia, The gods are come down to
us in the likeness of men.
Luther-Bibel . 11 Als aber das Volk sah, was Paulus getan hatte, erhoben sie
ihre Stimme und riefen auf Lykaonisch: Die Götter sind den Menschen gleich
geworden und zu uns herabgekommen.
Tekstuitleg van Hnd 14,11 .
Hnd 14,12 - Hnd 14,12 : In Lystra : Hnd 14,8-20 -- Hnd 14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 14,8 - Hnd 14,9 - Hnd 14,10 - Hnd 14,11 - Hnd 14,12 - Hnd 14,13 - Hnd 14,14 - Hnd 14,15 - Hnd 14,16 - Hnd 14,17 - Hnd 14,18 - Hnd 14,19 - Hnd 14,20 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [12] And they called Barnabas, Jupiter; and Paul, Mercurius,
because he was the chief speaker.
Luther-Bibel . 12 Und sie nannten Barnabas Zeus und Paulus Hermes, weil er das
Wort führte.
Tekstuitleg van Hnd 14,12 .
Hnd 14,13 - Hnd 14,13 : In Lystra : Hnd 14,8-20 -- Hnd 14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 14,8 - Hnd 14,9 - Hnd 14,10 - Hnd 14,11 - Hnd 14,12 - Hnd 14,13 - Hnd 14,14 - Hnd 14,15 - Hnd 14,16 - Hnd 14,17 - Hnd 14,18 - Hnd 14,19 - Hnd 14,20 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [13] Then the priest of Jupiter, which was before their
city, brought oxen and garlands unto the gates, and would have done sacrifice
with the people.
Luther-Bibel . 13 Und der Priester des Zeus aus dem Tempel vor ihrer Stadt brachte
Stiere und Kränze vor das Tor und wollte opfern samt dem Volk.
Tekstuitleg van Hnd 14,13 .
Hnd 14,14 - Hnd 14,14 : In Lystra : Hnd 14,8-20 -- Hnd 14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 14,8 - Hnd 14,9 - Hnd 14,10 - Hnd 14,11 - Hnd 14,12 - Hnd 14,13 - Hnd 14,14 - Hnd 14,15 - Hnd 14,16 - Hnd 14,17 - Hnd 14,18 - Hnd 14,19 - Hnd 14,20 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [14] Which when the apostles, Barnabas and Paul, heard of,
they rent their clothes, and ran in among the people, crying out,
Luther-Bibel . 14 Als das die Apostel Barnabas und Paulus hörten, zerrissen
sie ihre Kleider und sprangen unter das Volk und schrien:
Tekstuitleg van Hnd 14,14 .
1. akousantes (gehoord) . Verwijzing : akouô (horen, luisteren) , zie Mt 4,12 . Participium aorist nominatief mannelijk meervoud . In zevenenzestig verzen in de bijbel . In vijftien verzen in het O.T. . In tweeënvijftig verzen in het N.T. . Mt (13) . Mc (7) . Lc (7) . Joh (5) . Hnd (16) . In zestien verzen in Handelingen : (1) Hnd 2,37 . (2) Hnd 4,24 . (3) Hnd 5,21 . (4) Hnd 5,33 . (5) Hnd 8,14 . (6) Hnd 9,38 . (7) Hnd 11,18 . (8) Hnd 14,14 . (9) Hnd 16,38 . (10) Hnd 17,32 . (11) Hnd 18,26 . (12) Hnd 19,5 . (13) Hnd 19,28 . (14) Hnd 21,20 . (15) Hnd 22,2 . (16) Hnd 28,15 .
1. - 2. akousantes de (gehoord echter) . In twaalf verzen in het N.T. . Mt (1) . Lc (1) . Hnd (10) : (1) Hnd 2,37 . (3) Hnd 5,21 . (5) Hnd 8,14 . (7) Hnd 11,18 . (8) Hnd 14,14 . (10) Hnd 17,32 . (11) Hnd 18,26 . (12) Hnd 19,5 . (13) Hnd 19,28 . (15) Hnd 22,2 . In deze tien verzen in Hnd staat dit telkens bij het begin van een zin . In negen verzen in het begin van een vers , niet in Hnd 18,26 .
Hnd 14,15 - Hnd 14,15 : In Lystra : Hnd 14,8-20 -- Hnd 14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 14,8 - Hnd 14,9 - Hnd 14,10 - Hnd 14,11 - Hnd 14,12 - Hnd 14,13 - Hnd 14,14 - Hnd 14,15 - Hnd 14,16 - Hnd 14,17 - Hnd 14,18 - Hnd 14,19 - Hnd 14,20 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [15] And saying, Sirs, why do ye these things? We also are
men of like passions with you, and preach unto you that ye should turn from
these vanities unto the living God, which made heaven, and earth, and the sea,
and all things that are therein:
Luther-Bibel . 15 Ihr Männer, was macht ihr da? Wir sind auch sterbliche
Menschen wie ihr und predigen euch das Evangelium, dass ihr euch bekehren sollt
von diesen falschen Göttern zu dem lebendigen Gott, der Himmel und Erde
und das Meer und alles, was darin ist, gemacht hat.
Tekstuitleg van Hnd 14,15 .
Hnd 14,16 - Hnd 14,16 : In Lystra : Hnd 14,8-20 -- Hnd 14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 14,8 - Hnd 14,9 - Hnd 14,10 - Hnd 14,11 - Hnd 14,12 - Hnd 14,13 - Hnd 14,14 - Hnd 14,15 - Hnd 14,16 - Hnd 14,17 - Hnd 14,18 - Hnd 14,19 - Hnd 14,20 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [16] Who in times past suffered all nations to walk in their
own ways.
Luther-Bibel . 16 Zwar hat er in den vergangenen Zeiten alle Heiden ihre eigenen
Wege gehen lassen;
Tekstuitleg van Hnd 14,16 .
10. poreuesthai . Verwijzing : poreuomai (zich op weg begeven, op weg gaan) , zie Mt 2,9 . Zie ook poreuomai = zich op weg begeven (bij Marcus) , zie Mc 10,1 . Infintief praesens . In vierenzeventig verzen in de bijbel . In zestien verzen in het N.T. . Mt (0) . Mc (0) . Lc (7) . Joh (1) . Hnd (6) . 2 Kor (2) . In zeven verzen bij Lucas : (1) Lc 4,42 . (2) Lc 9,51 . (3) Lc 10,38 . (4) Lc 13,33 . (5) Lc 17,11 . (6) Lc 22,33 . (7) Lc 24,28 . In zes verzen in Hnd : (1) Hnd 9,3 . (2) Hnd 14,16 . (3) Hnd 17,14 . (4) Hnd 19,21 . (5) Hnd 20,1 . (6) Hnd 25,20 .
Hnd 14,17 - Hnd 14,17 : In Lystra : Hnd 14,8-20 -- Hnd 14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 14,8 - Hnd 14,9 - Hnd 14,10 - Hnd 14,11 - Hnd 14,12 - Hnd 14,13 - Hnd 14,14 - Hnd 14,15 - Hnd 14,16 - Hnd 14,17 - Hnd 14,18 - Hnd 14,19 - Hnd 14,20 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [17] Nevertheless he left not himself without witness, in
that he did good, and gave us rain from heaven, and fruitful seasons, filling
our hearts with food and gladness.
Luther-Bibel . 17 und doch hat er sich selbst nicht unbezeugt gelassen, hat
viel Gutes getan und euch vom Himmel Regen und fruchtbare Zeiten gegeben, hat
euch ernährt und eure Herzen mit Freude erfüllt. -
Tekstuitleg van Hnd 14,17 .
Hnd 14,18 - Hnd 14,18 : In Lystra : Hnd 14,8-20 -- Hnd 14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 14,8 - Hnd 14,9 - Hnd 14,10 - Hnd 14,11 - Hnd 14,12 - Hnd 14,13 - Hnd 14,14 - Hnd 14,15 - Hnd 14,16 - Hnd 14,17 - Hnd 14,18 - Hnd 14,19 - Hnd 14,20 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [18] And with these sayings scarce restrained they the people,
that they had not done sacrifice unto them.
Luther-Bibel . 18 Und obwohl sie das sagten, konnten sie kaum das Volk davon
abbringen, ihnen zu opfern.
Tekstuitleg van Hnd 14,18 .
Hnd 14,19 - Hnd 14,19 : In Lystra : Hnd 14,8-20 -- Hnd 14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 14,8 - Hnd 14,9 - Hnd 14,10 - Hnd 14,11 - Hnd 14,12 - Hnd 14,13 - Hnd 14,14 - Hnd 14,15 - Hnd 14,16 - Hnd 14,17 - Hnd 14,18 - Hnd 14,19 - Hnd 14,20 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [19] And there came thither certain Jews from Antioch and Iconium, who persuaded the people, and, having stoned Paul, drew him out of the city, supposing he had been dead. Luther-Bibel . 19 Es kamen aber von Antiochia und Ikonion Juden dorthin und überredeten das Volk und steinigten Paulus und schleiften ihn zur Stadt hinaus und meinten, er wäre gestorben.
Tekstuitleg van Hnd 14,19 .
Hnd 14,20-28 : Terugreis naar Antiochië in Syrië : Hnd 14,20-28 - Hnd 14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 14,20 - Hnd 14,21 - Hnd 14,22 - Hnd 14,23 - Hnd 14,24 - Hnd 14,25 - Hnd 14,26 - Hnd 14,27 - Hnd 14,28 -
Hnd 14,20 - Hnd 14,20 : Terugreis naar Antiochië in Syrië : Hnd 14,20-28 - Hnd 14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 14,20 - Hnd 14,21 - Hnd 14,22 - Hnd 14,23 - Hnd 14,24 - Hnd 14,25 - Hnd 14,26 - Hnd 14,27 - Hnd 14,28 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [20] Howbeit, as the disciples stood round about him, he
rose up, and came into the city: and the next day he departed with Barnabas
to Derbe.
Luther-Bibel . 20 Als ihn aber die Jünger umringten, stand er auf und ging
in die Stadt. Am nächsten Tag zog er mit Barnabas weiter nach Derbe;
Tekstuitleg van Hnd 14,20b .
1.- 2. tèi (de = echter / oun = derhalve, bijgevolg) epaurion ('s anderendaags) . Verwijzing : tèi epaurion ('s anderendaags) , zie Joh 1,35 . ep (afkorting van epi : op , bij) - aurion (morgen) . In zeventien verzen in het N.T. . In tien verzen tèi epaurion (a) , in zes verzen tèi de epaurion (b) , in één vers tèi oun epaurion (c) . In tien verzen in Hnd : (1) Hnd 10,9 (b) . (2) Hnd 10,23 (b) . (3) Hnd 10,24 (b) . (4) Hnd 14,20 (a) . (5) Hnd 20,7 (a) . (6) Hnd 21,8 (b) . (7) Hnd 22,30 (b) . (8) Hnd 23,32 (b) . (9) Hnd 25,6 (a) . (10) Hnd 25,23 (c) .
3. exèlthen (hij ging uit) . Actief aorist derde persoon enkelvoud . Deze werkwoordsvorm van Hnd 14,20b staat tegenover de werkwoordsvorm eisèlthen (hij ging naar binnen ; Hnd 14,20b) , aangevuld met de bepaling eis tèn polin (naar de stad) . Na zijn steniging, die hij overleefde, en zijn overnachting in de stad vertrok Paulus uit de stad Lystra en ging hij samen met Barnabas naar de stad Derbe , ongeveer 96 km ten zuidoosten van Lystra .
6. Barnabai (Barnabas) . Datief enkelvoud . Verwijzing : Barnabas (Barnabas) , zie Hnd 4,36 . In allerlei vormen komt het achtentwintig maal voor ; tienmaal als nominatief enkelouv , tienmaal als datief enkelvoud en achtmaal als accusatief enkelvoud . (1) Hnd 4,36 . (2) Hnd 9,27 . (3) Hnd 11,22 . (4) Hnd 11,30 . (5) Hnd 12,25 . (6) Hnd 13,1 . (7) Hnd 13,2 . (8) Hnd 13,7 . (9) Hnd 13,43 . (10) Hnd 13,46 . (11) Hnd 13,50 . (12) Hnd 14,12 . (13) Hnd 14,14 . (14) Hnd 14,14 . (15) Hnd 15,2 (tweemaal) . (16) Hnd 15,12 . (17) Hnd 15,22 . (18) Hnd 15,25 . (19) Hnd 15,35 . (20) Hnd 15,36 . (21) Hnd 15,37 . (22) Hnd 15,39 . (23) 1 Cor 9,6 . (24) Gal 2,1 . (25) Gal 2,9 . (26) Gal 2,13 . (27) Col 4,10 . Barnabas verkocht wat hij bezat en sloot zich bij de gemeente van Jeruzalem aan . Barnabas bracht saulus bij de apostelen . Barnabas en Paulus ontvingen verschillende opdrachten . Barnabas maakte de eerste zendingsreis van Paulus mee . Vanaf Hnd 13,13 nam Paulus de leiding . In Hnd 15,39 gingen Barnabas en Paulus uit elkaar na een meningsverschil over Johannes Marcus .
8. Derbèn (Derbe) . Accusatief vrouwelijk enkelvoud . In drie verzen
in het N.T. nl . in Hnd : (1) Hnd
14,6 . (2) Hnd
14,20 . (3) Hnd
16,1 . Men vermoedt dat Derbe op de plaats van het huidige Kerti Hüyük
(Turkije) ligt . Het ligt 96 km ten zuidoosten van Lystra . Evenals
Ikonium en Lystra ligt Derbe in de landstreek Lykaonië, het gebied ten
oosten van Pisidië, eveneens in de Romeinse provincie Galatië . Derbè
(Derbe) . Verwijzing : Derbè
(Derbe) , zie Hnd
14,6 . Paulus en Barnabas zijn slechts zeer korte tijd in Derbe geweest
(Hnd 14,20
- Hnd 14,21)
. Tijdens de eerste zendingsreis kregen Paulus en Barnabas heel wat tegenstand
. Uit Antiochië van Pisidië werden ze verjaagd (Hnd
13,50) . In Ikonium werden ze met steniging bedreigd en vluchtten ze (Hnd
14,6) . In Lystra werd Paulus gestenigd , maar bracht het er nog levend
vanaf (Hnd
14,19 - Hnd
14,20) . In 2 Tim 3,11 vermeldt de schrijver van de brief de vervolgingen
in de drie plaatsen . In Derbe brengen Paulus en Barnabas het er beter vanaf.
(Hnd 14,21).
Vandaar vatten ze de terugreis aan en volgden de steden in de omgekeerde volgorde
(Hnd 14,21)
. Na een breuk met Barnabas (Hnd
15,39) bezocht Paulus samen met Silas opnieuw de stad Derbe (Hnd
16,1 - Hnd
16,2 - Hnd
16,3) , waar hij Timoteüs ontmoette (Hnd
16,2 - Hnd
16,3) .
In Hnd 14,6
en Hnd 16,1
worden Lystra en Derbe samen vermeld .
Hnd 14,21 - Hnd 14,21 : Terugreis naar Antiochië in Syrië : Hnd 14,20-28 - Hnd 14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 14,20 - Hnd 14,21 - Hnd 14,22 - Hnd 14,23 - Hnd 14,24 - Hnd 14,25 - Hnd 14,26 - Hnd 14,27 - Hnd 14,28 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [21] And when they had preached the gospel to that city,
and had taught many, they returned again to Lystra, and to Iconium, and Antioch,
Luther-Bibel . 21 und sie predigten dieser Stadt das Evangelium und machten
viele zu Jüngern. Dann kehrten sie zurück nach Lystra und Ikonion
und Antiochia,
Tekstuitleg van Hnd 14,21
Het hoofdwerkwoord hupestrepsan (zij keerden terug) wordt voorafgegaan door twee participiazinnen . Hnd 14,22 bevat twee participiazinnen (participia praesens) en Hnd 14,23 eveneens twee participiazinnen . Hnd 14,24 , Hnd 14,25 en Hnd 14,27 beginnen telkens met een participiumzin . Zeven participiazinnen (participia aorist nominatief mannelijk meervoud) na het werkwoord hupestrepsan (zij keerden terug) .
9. hupestrepsan (zij keerden terug). Verwijzing : hupostrefô
(omkeren, terugkeren) , zie Lc
4,1 . Actief aorist derde persoon meervoud . In elf verzen in de bijbel
. In één vers in het O.T. . In tien verzen in het N.T. . Niet
bij Matteüs en Marcus .In vijf verzen bij Lucas : (1) Lc
2,20 (de herders) . (2) Lc
2,45 (de ouders - eis Hierousalèm) . (3) Lc
10,17 (de tweeënzeventig) . (4) Lc
24,33 (de Emmaüsgangers - eis Hierousalèm) . (5) Lc
24,52 (de leerlingen - eis Hierousalèm) . In vijf verzen in Hnd :
(1) Hnd
1,12 (de leerlingen - eis Hierousalèm) . (2) Hnd
12,25 (Barnabas en Saulus) . (3) Hnd
14,21 (Paulus en Barnabas keerden in omgekeerde volgorde naar Lystra , Ikonium
en Antiochië van Pisidië terug) . (4) Hnd
21,6 . (5) Hnd
23,32 .
Tussen Hnd
13,4 en Hnd
14,27 ligt de eerste zendingsreis van Barnabas en Paulus besloten . Ze werden
gezonden door de gemeente van Antiochië . Het is voor het eerste maal dat
voor een systematische aanpak van missionering wordt gekozen . Barnabas en Paulus
vertrokken vanuit Antiochië en keerden terug naar Antiochië . Derbe
was de laatste standplaats . Vandaar keerden zij terug .
12. Lustran (Lystra) . Accusatief vrouwelijk enkelvoud . In drie verzen in
het N.T. . In deze drie verzen wordt de plaatsnaam Lystra voorafgegaan door
het voorzetsel van richting eis (naar) .
(1) Hnd
14,6 : katefugon eis ... Lustran = zij vluchtten naar Lystrta . Barnabas
en Paulus vluchtten naar de steden van Lycaonië , o.a. de stad Lystra .
(2) Hnd
14,21 : hupestrepsan eis tèn Lustran = zij keerden naar Lystra terug
. Tijdens een eerste zendingsreis keerden Paulus en Barnabas in omgekeerde volgorde
vanuit Derbe naar Lystra , Ikonium en Antiochië van Pisidië terug
.
(3) Hnd
16,1 : katèntèsen ... eis Lustran = hij kwam aan ... in Lystra
. Paulus en Silas begonnen een twee zendingsreis . Ze kwamen vanuit het oosten
en bereikten eerst Derbe en daarna Lystra .
Lystra ligt evenals Ikonium en Derbe in de landstreek Lykanonië , het gebied
ten oosten van Pisidië, in de Romeinse provincie Galatië . In de omgeving
van het huidige Hatunsaray . Ongeveer 35 km van Ikonium . Verwijzing : Lustra
(Lystra) , zie Hnd
14,6 .
- lustrois (Lystra) . Datief mannelijk meervoud . In drie verzen in het N.T.
: (1) Hnd
14,8 . Onder de inwoners van Lystra is een lamme ( Hnd
14,8-20) . Paulus genas Paulus de lamme . De inwoners van Lystra waren van
mening dat de goden Zeus en Hermes hen in mensengedaante bezochten en ze wilden
hen als goden eren.. (2) Hnd
16,2 . (3) 2 Tim 3,11 .
In Lystra ( Hnd
14,8-20) genas Paulus een lamme . De inwoners van Lystra waren van mening
dat de goden Zeus en Hermes hen in mensengedaante bezochten en ze wilden hen
als goden eren. Tijdens de eerste zendingsreis kregen Paulus en Barnabas heel
wat tegenstand . Uit Antiochië van Pisidië werden ze verjaagd (Hnd
13,50) . In Ikonium werden ze met steniging bedreigd en vluchtten ze (Hnd
14,6) . In Lystra werd Paulus gestenigd , maar bracht het er nog levend
vanaf (Hnd
14,19 - Hnd
14,20) . In 2 Tim 3,11 vermeldt de schrijver van de brief de vervolgingen
in de drie plaatsen . Bij een tweede zendingsreis ontmoette Paulus en Silas
er Timoteüs , een leerling (Hnd
16,1 - Hnd
16,2 - Hnd
16,3) .
15. Ikonion (Ikonium) = het huidige Konya . Ikonium was de centrale stad in Lykaonië , het gebied ten oosten van Pisidië , in de Romeinse provincie Galatië . In zes verzen in Hnd : (1) Hnd 13,51 (èlthon eis Ikonion = zij gingen naar Ikonium) . (2) Hnd 14,1 (en Ikoniôi = in Ikonium) . (3) Hnd 14,19 . (4) Hnd 14,21 (hupestrepsan eis ... Ikonion = zij keerden terug naar Ikonium) . (5) Hnd 16,2 . (6) 2 Tim 3,11 . Tijdens een eerste zendingsreis bezochten Paulus en Barnabas tweemaal Ikonium (Hnd 14,1-7 en Hnd 14,21) . Toen er een vervolging uitbrak , moesten zij vluchtten . Bewoners uit Antiochië en Ikonium wisten in Lystra de bevolking op te hitsen en Paulus te stenigen .
18. Antiocheian (Antiochië) . Accusatief vrouwelijk enkelvoud . Verwijzing : Antiocheia (Antiochië) , zie Hnd 11,19 . Er zijn meerdere steden die Antiochië heten , o.a. Antiochië aan de Orontes en Antiochië van Pisidië . Antiochië aan de Orontes was de hoofdstad van de Romeinse provincie Syrië en een van de grootste steden van het Romeinse Rijk . Antiochië van Pisidië lag zo'n 200 km landinwaarts, ten noorden van het Taurusgebergte, vlak bij of in de landstreek Pisidië, een deel van de Romeinse provincie Galatië . Het huidige Yalvaç of Yalobatch . Onder verschillende vormen komt Antiochië in zeventien verzen in het N.T. voor : (1) Hnd 11,19 (genitief) . (2) Hnd 11,20 (accusatief) . (3) Hnd 11,22 (genitief) . (4) Hnd 11,26 (accusatief en datief) . (5) Hnd 11,27 (accusatief) . (6) Hnd 13,1 (datief) . (7) Hnd 13,14 (Antiochië van Pisidië ; accusatief) . (8) Hnd 14,19 (Antiochië van Pisidië ; genitief) . (9) Hnd 14,21 (Antiochië van Pisidië ; accusatief) . (10) Hnd 14,26 (accusatief) . (11) Hnd 15,22 (accusatief) . (12) Hnd 15,23 (accusatief) . (13) Hnd 15,30 (accusatief) . (14) Hnd 15,35 (datief) . (15) Hnd 18,22 (accusatief) . (16) Gal 2,11 . (17) 2 Tim 3,11 . In Antiochië van Pisidië (Hnd 13,13-52) sprak Paulus de synagoge toe (de eerste grote rede van Paulus) . In Antiochië aan de Orontes werd de goede boodschap voor het eerst aan Hellenisten gericht (Hnd 11,20) . In Antiochië werden de leerlingen voor het eerst christenen genoemd (Hnd 11,26) . Barnabas werd door Jeruzalem naar Antiochië gestuurd om te zien wat daar aan het gebeuren was. Hij was enthousiast en bemoedigde de leerlingen . Hij bracht Saulus naar Antiochië (Hnd 11,25 - Hnd 11,26) . Antiochië ondersteunde materieel de leerlingen van Judea (Hnd 11,27-30) . Tussen Hnd 13,4 en Hnd 14,27 ligt de eerste zendingsreis van Barnabas en Paulus besloten . Ze werden gezonden door de gemeente van Antiochië . Het is voor het eerste maal dat voor een systematische aanpak van missionering werd gekozen . Barnabas en Paulus vertrokken vanuit Antiochië en keerden terug naar Antiochië . In Hnd 15 werden de problemen tussen Antiochië en enkele mensen uit Judea in Jeruzalem beslecht en werden de besluiten van Jeruzalem aan Antiochië overgemaakt .
Hnd 14,22 - Hnd 14,22 : Terugreis naar Antiochië in Syrië : Hnd 14,20-28 - Hnd 14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 14,20 - Hnd 14,21 - Hnd 14,22 - Hnd 14,23 - Hnd 14,24 - Hnd 14,25 - Hnd 14,26 - Hnd 14,27 - Hnd 14,28 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [22] Confirming the souls of the disciples, and exhorting
them to continue in the faith, and that we must through much tribulation enter
into the kingdom of God.
Luther-Bibel . 22 stärkten die Seelen der Jünger und ermahnten sie,
im Glauben zu bleiben, und sagten: Wir müssen durch viele Bedrängnisse
in das Reich Gottes eingehen.
Tekstuitleg van Hnd 14,22
De taak van de zendelingen Paulus en Barnabas bestond allereerst in het bemoedigen en bevestigen van de leerlingen . Vervolgens riepen zij hen op om vol te houden , standvastig te blijven en datgene wat ze meemaakten te zien in het licht van Jezus messias die moest lijden om zijn heerlijkheid binnen te gaan .
1. epistèrizontes (ondersteunend, versterkend, bevestigend, bemoedigend) . Grieks werkwoord epistèrizô .
6. parakalountes . Verwijzing : parakalôn
(te hulp roepend) , zie Mt
5,4 . Actief participium praesens nominatief mannelijk meervoud van het
werkwoord parakaleô - ad-vocare (bij-roepen, ter hulp roepen, troosten,
bijstaan, aanbevelen) . Vertalingen : Latijn : exhortare ; Nederlands : aansporen
, oproepen . In zes verzen in de bijbel . In twee verzen in het O.T. . In vier
verzen in het N.T. : (1) Hnd
9,38 . (2) Hnd
14,22 . (3) 1 Th 2,12 . (4) Heb 10,25 .
Bij hun terugkeer naar de gemeenschappen
in Lystra , Ikonium en Antiochië van Pisidië riepen Paulus en Barnabas
de gelovigen op om te blijven in het geloof , te volharden , standvastig te
blijven , trouw te blijven enz. Hiermee gaat lijden gepaard .
Vaak wordt parakaleô gebruikt in het kader van een oproep om standvastig
en trouw te blijven :
- Hnd 11,23
: parekalei pantas ... pros-menein tôi kuriôi = hij riep allen op
om bij de Heer te blijven (trouw te blijven aan de Heer) . Barnabas werd vanuit
Jeruzalem naar Antiochië gezonden om te kijken wat er aan de hand was .
- Hnd 13,42
: epeithon autous pros-menein tèi chariti tou theou = en zij overtuigden
hen te blijven bij de genade van God . Paulus en Barnabas werden in Antiochië
van Pisidië uitgenodigd om de volgende sabbat nog eens te spreken .
- Hnd 14,22
: parakalountes em-menein tèi pistei = oproepend te blijven in het geloof
/ de geloofstrouw . Bij hun terugkeer uit Lystra , Ikonium en Antiochïe
deden Paulus en Barnabas deze oproep .
De zendelingen deden wat Gods geest doet : paraklètos zijn . Paraklètos
is iemand die naast je staat : Gods geest , een engel , een zendeling , een
medeleerling .
7. emmenein (blijven in) . Infinitief praesens . Hapax in de bijbel . emmenein tèi pistei : in het geloof blijven , trouw blijven .
12. - 14. dia pollôn thlipseôn (via vele conflicten) . Tijdens
de eerste zendingsreis kregen Paulus en Barnabas heel wat tegenstand . Uit Antiochië
van Pisidië werden ze verjaagd (Hnd
13,50) . In Ikonium werden ze met steniging bedreigd en vluchtten ze (Hnd
14,6) . In Lystra werd Paulus gestenigd , maar bracht het er nog levend
vanaf (Hnd
14,19 - Hnd
14,20) . In Hnd
14,22 duidt Paulus de zin ervan aan .
Jezus zelf wees erop dat hij veel zou moeten lijden : polla pathein (veel lijden)
. In vier verzen in het N.T. : (2) Mt
16,21 (// Mc
8,31 // Lc
9,22) (eerste lijdensvoorspelling) . (3) Mc
8,31 (// Mt
16,21 // Lc
9,22) (eerste lijdensvoorspelling) . (4) Lc
9,22 ( // Mc
8,31 // Mt
16,21) (eerste lijdensvoorspelling) . (5) Lc
17,25 . Verwijzing : paschô
(lijden) , zie Mt
16,21 .
15. dei (moet) . Verwijzing : deô
(moeten) , zie Mt
16,21 . Actief praesens derde persoon enkelvoud van het werkwoord deô
(moeten) . In vierennegentig verzen in de bijbel . In achttien verzen in het
O.T. . In zesenzeventig verzen in het N.T. . In vijftien verzen in Handelingen
: (1) Hnd
1,21 . (2) Hnd
3,21 . (3) Hnd
4,12 . (4) Hnd
5,29 . (5) Hnd
9,6 . (6) Hnd
9,16 . (7) Hnd
14,22 . (8) Hnd
15,5 . (9) Hnd
16,30 . (10) Hnd
19,21 . (11) Hnd
20,35 . (12) Hnd
23,11 . (13) Hnd
25,10 . (14) Hnd
27,24 . (15) Hnd
27,26 .
Er zijn in de evangelies een aantal teksten waarin dei / edei (het
moe(s)t) met de infinitief pathein (lijden) met elkaar verbonden zijn : de eerste
lijdensvoorspelling (Lc
9,22 ( // Mc
8,31 // Mt
16,21) , de mensenzoon (Lc
17,25) , de vrouwen bij het graf (Lc
24,7) , de Emmaüsgangers (Lc
24,26) , zie Lc
9,22 .
Hnd 14,22
verwijst dus naar Jezus, bij wie het lijden inherent was aan de beleving van
de boodschap . Hierbij is de verduidelijking van Jezus aan de Emmaüsgangers
veelzeggend : Lc
24,26 : ouchi tauta edei pathein ton Christon (moest de Christus dat niet
lijden?) kai eiselthein eis tèn doxan autou (en binnengaan in zijn heerlijkheid)
.
17. - 22. eiselthein eis tèn basileian tou theou (binnengaan in het koninkrijk van God) . In drie verzen in het N.T. : (1) Mc 9,47 . (2) Joh 3,5 . (3) Hnd 14,22 . eis tèn basileian tou theou eiselthein (het koninkrijk van God binnengaan) . In vier verzen in het N.T. : (1) Mt 19,24 . (2) Mc 10,24 . (3) Mc 10,25 . (4) Lc 18,25 . tèn basileian tou theou (verkondigend het koninkrijk van God) . Verwijzing : hè basileia tôn ouranôn (het koninkrijk van de hemelen) , zie Mt 3,2 . In twaalf verzen bij Lucas . (12) Lc 4,43 . (13) Lc 8,1 .(14) Lc 9,2 . (15) Lc 9,27 . (16) Lc 9,60 . (17) Lc 9,62 . (18) Lc 12,31 . (19) Lc 13,20 . (20) Lc 18,17 . (21) Lc 18,24 . (22) Lc 18,25 . (23) Lc 23,51 . In drie verzen in Hnd : (26) Hnd 14,22 . (27) Hnd 20,25 .(28) Hnd 28,23 . Deze drie verzen staan in afscheidsteksten van Paulus . Hnd 14,22 : bij het afscheid van Lystra , Ikonium en Antiochië van Pisidië . Hnd 20,25 : Paulus nam in Milete afscheiden van de christenen van Efeze die bij hem waren gekomen . Hnd 28,23 : bij de laatste ontmoeting met de gemeente van Rome .
Hnd 14,23 - Hnd 14,23 : Terugreis naar Antiochië in Syrië : Hnd 14,20-28 - Hnd 14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 14,20 - Hnd 14,21 - Hnd 14,22 - Hnd 14,23 - Hnd 14,24 - Hnd 14,25 - Hnd 14,26 - Hnd 14,27 - Hnd 14,28 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [23] And when they had ordained them elders in every church,
and had prayed with fasting, they commended them to the Lord, on whom they believed.
Luther-Bibel . 23 Und sie setzten in jeder Gemeinde Älteste ein, beteten
und fasteten und befahlen sie dem Herrn, an den sie gläubig geworden waren.
Tekstuitleg van Hnd 14,23
1. cheirotonèsantes (de handen gestrekt) . Met handoplegging kreeg iemand een taak toegewezen . Nederlandse vertalingen : aanstellen , aanwijzen .
6. presbuterous (oudsten) , zie Hnd
14,23 . Accusatief mannelijk meervoud . In negenenveertig verzen in de bijbel
. In twaalf verzen in het N.T. : (3) Hnd
4,5 . (4) Hnd
6,12 . (5) Hnd
11,30 . (6) Hnd
14,23 . (7)
Hnd 15,2
. (8) Hnd
20,17 . (9) Tit
1,5 : kai katastèsèis kata polin presbuterous = en dat je
per stad oudsten zoudt aanstellen . In een brief aan Titus herinnert Paulus
Titus eraan om op Kreta per stad oudsten aan te stellen . Hnd
14,23 : chierotonèsantes de autois kat'ekklèsian presbuterous
, proseuxamenoi meta nèsteiôn = (nadat zij echter over hen per
kerk oudsten hadden aangesteld, nadat zij gebeden hadden met vasten ... (bij
de aanstelling van oudsten per kerk in Lystra, Ikonium en Antiochië van
Pisidië) .
In de gemeente van Jeruzalem worden de presbuteroi (oudsten) telkens vermeld
naast de apostoloi (apostelen) : (1) Hnd
15,2 . (2) Hnd
15,4 . (3) Hnd
15,6 . (4) Hnd
15,22 . (5) Hnd
15,23 . Verder : Hnd
20,17 . Hnd
21,18 . Zie ook 1
Tim 5,1 : presbuterôi = aan de oudere man (oudere man) , 1
Tim 5,2 : presbuteras = oudere vrouwen (oudere vrouw) . 1
Tim 5,17 . 1
Tim 5,19 . Tit
1,5 .
- nominatief mannelijk meervoud presbuteroi . In zevenenzestig verzen in de
bijbel . In eenentwintig verzen in het N.T. . (8) Hnd
2,17 . (9) Hnd
4,8 . (10) Hnd
4,23 . (11) Hnd
15,6 . (12) Hnd
15,23 . (13) Hnd
21,18 . (14) Hnd
25,15 . (15) 1
Tim 5,17 .
- genitief mannelijk meervoud presbuterôn . In eenenzestig verzen in de
bijbel . In tweeëntwintig verzen in het N.T. : (14) Hnd
15,4 .(15) Hnd
16,4 . (16) Hnd
24,1 . (17)
- datief mannelijk meervoud presbuterois . In twintig verzen in de bijbel .
In vijf verzen in het N.T. : (3) Hnd
15,22 . (4) Hnd
23,14 . (5) 1 Pe 5,5 .
7. proseuxamenoi (gebeden) . Participium aorist nominatief mannelijk meervoud
. Enkel in Hnd . In vijf verzen :
(1) Hnd
1,24 (bij de aanstelling van Mattatias) .
(2) Hnd
6,6 : kai proseuxamenoi epethèkan autois tas chieras = en gebeden
legden zij - de apostelen - hen de handen op (bij de aanstelling van de zeven)
.
(3) Hnd
13,3 : kai nèsteusantes kai proseuxamenoi kai epithentes tas cheiras
utois = en nadat zij hadden gevast en gebeden en hun handen op hen gelegd (bij
het uitsturen van missionarissen vanuit Antiochië) .
(4) Hnd
14,23 : chierotonèsantes de autois kat'ekklèsian presbuterous
, proseuxamenoi meta nèsteiôn = (nadat zij echter over hen per
kerk oudsten hadden aangesteld, nadat zij gebeden hadden met vasten ... (bij
de aanstelling van oudsten per kerk in Lystra, Ikonium en Antiochië van
Pisidië) .
(5) Hnd 21,5
.
In vier teksten handelt het over een aanstelling . Twee teksten sluiten nauw
bij elkaar aan : Hnd
13,3 en Hnd
14,23 : bidden , vasten , aanstelling .
10. parethento (zij bevolen aan) . Aorist derde persoon meervoud . paratithèmi
(neerzetten voor , bij) ; bij iemand neerleggen , toevertrouwen , aanbevelen
. Verwijzing : paratithèmi
(neerzetten voor , bij) , zie Ps
31,6 . Het grootste toevertrouwen van Jezus vinden we in zijn woorden op
het kruis : Vader , in uw handen vertrouw ik mijn geest toe (Lc
23,46) .
- paratithemai (ik beveel aan) . In vier verzen in de bijbel : (1) Tob 10,13
. (2) Lc
23,46 . (3) Hnd
20,32 . (4) 1 Tim 1,18 .
Er is nogal wat overeenkomst tussen Hnd
14,23 en Hnd
20,32 : Het zijn twee afscheidsteksten .
- Hnd 14,23
: parethento autôis tôi kuriôi (zij bevolen hen aan aan de
Heer) .
- Hnd 20,32
: paratithemai humas tôi theôi ... (ik beveel jullie aan aan God)
.
Eenzelfde gedachte vinden we in Hnd
15,40 waar de gemeente van Antiochië Paulus en Silas aan God toevertrouwen
bij hun vertrek op een tweede zendingsreis (paradotheis tèi chariti tou
kuriou = overgeleverd (toevertrouwd) aan de genade van de Heer) . Bij het vertrek
van Barnabas en Paulus op een eerste zendingsreis werden zij eveneens door de
gemeente van Antiochië aan God toevertrouwd , maar dat wordt slechts in
Hnd 14,26
verwoord : paradedomenoi tèi chariti tou theou = overgeleverd (toevertrouwd)
aan de genade van God .
Hnd 14,24 - Hnd 14,24 : Terugreis naar Antiochië in Syrië : Hnd 14,20-28 - Hnd 14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 14,20 - Hnd 14,21 - Hnd 14,22 - Hnd 14,23 - Hnd 14,24 - Hnd 14,25 - Hnd 14,26 - Hnd 14,27 - Hnd 14,28 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [24] And after they had passed throughout Pisidia, they
came to Pamphylia.
Luther-Bibel . 24 Und sie zogen durch Pisidien und kamen nach Pamphylien
Tekstuitleg van Hnd 14,24 .
2. dielthontes (doorgetrokken) . Actief aorist participium nominatief mannelijk meervoud . In zes verzen in de bijbel . In twee verzen in het O.T. . In vier verzen in het N.T. . In drie verzen tijdens de eerste zendingsreis van Paulus en Barnabas : (1) Hnd 13,6 : dielthontes de holèn tèn nèson = nadat zij echter het hele eiland (nl. Cyprus) hadden doorgetrokken) . (2) Hnd 13,14 : autoi de dielthontes apo tès Pergès paregenonto eis Antiocheian tèn Pisidian = nadat zijzelf echter vanuit Perge (Pamfylië) waren doorgetrokken , bereikten zij Antiochië van Pisidië . (3) Hnd 14,14 (kai dielthontes tèn Pisidian èlthon eis tèn Pamfulian = en nadat zij Pisidië hadden doortrokken, kwamen zij in Pamfylië) . De terugkeer van de eerste zendingsreis ging in omgekeerde volgorde . Ook literair is dat goed waarneembaar . Nederlandse vertalingen : zij reisden door , na een tocht door , na hun reis door , ze trekken door .
4. Pisidian (Pisidië) is een ongewoon bijvoeglijk naamwoord . Hiermee wil Lucas dit Antiochië onderscheiden van dat aan de Orontes . Pisidië is een streek ten noorden van Pamfylië . Het is nog steeds een ruig en onherbergzaam gebied . Pisidië behoorde tot de Romeinse provincie Galatië . In twee verzen in Hnd : (1) Hnd 13,14 . (2) Hnd 14,24 . Verwijzing : Pisidia (Pisidië) , zie Hnd 13,14 .
5. 6. èlthon (zij gingen) . Verwijzing : eiselthôn
(binnengegaan) , zie Mc
2,1 . In elf verzen in Hnd .
- èlthon eis ... (zij gingen naar) . In zeven verzen in Hnd : (1) Hnd
13,13 . (2) Hnd
13,51 . (3) Hnd
14,24 . (4) Hnd
15,30 . (5) Hnd
17,1 . (6) Hnd
21,8 . (7) Hnd
22,11 .
8. Pamfulian (Pamfilië) . Accusatief vrouwelijk enkelvoud . In vier verzen in de bijbel . In één vers in het O.T. . In drie verzen in Hnd : (1) Hnd 2,10 . (2) Hnd 14,14 (kai dielthontes tèn Pisidian èlthon eis tèn Pamfulian = en nadat zij Pisidië hadden doortrokken, kwamen zij in Pamfylië) . (3) Hnd 27,5 . Pamfulias : genitief vrouwelijk enkelvoud . In twee verzen in Hnd : (1) Hnd 13,13 : èlthon eis Pergèn tès Pämfulias = zij kwamen aan in Pamfylië . (2) Hnd 15,38 . Pamfulia (Pamfylië) . Verwijzing : Pamfulia (Pamfylië) , zie Hnd 2,10 . Op hun eerste zendingsreis trokken Paulus en Barnabas na Cyprus naar Pamfylië , naar de stad Perge . Tot nu toe had Johannes Marcus hen vergezeld (Hnd 13,5) . Maar in Perge hield hij het voor bekeken en ging naar Jeruzalem terug (Hnd 13,13) . Bij de start van een tweede zendingsreis wou Barnabas Johannes Marcus meenemen . Daar ging Paulus niet mee akkoord . Het kwam tot een hoogoplopende ruzie waardoor Paulus en Barnabas uit elkaar gingen (Hnd 15,37 - Hnd 15,38 - Hnd 15,39) . Pamfylië is een landstreek aan de zuidkust van Klein-Azië . In dit gebied ligt de stad Perge .
Hnd 14,25 - Hnd 14,25 : Terugreis naar Antiochië in Syrië : Hnd 14,20-28 - Hnd 14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 14,20 - Hnd 14,21 - Hnd 14,22 - Hnd 14,23 - Hnd 14,24 - Hnd 14,25 - Hnd 14,26 - Hnd 14,27 - Hnd 14,28 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [25] And when they had preached the word in Perga, they
went down into Attalia:
Luther-Bibel . 25 und sagten das Wort in Perge und zogen hinab nach Attalia.
Tekstuitleg van Hnd 14,25
3. 4. en Pergèi (in Perge) . Datief vrouwelijk enkelvoud . In één
vers in de bijbel , nl . in Hnd
14,25 . Pergè (Perge) . Verwijzing
: Pergè
(Perge) , zie Hnd
14,25 . Perge ligt in Pamfylië . Het is een handelsstad ongeveer 10
km van de kust bij de rivier de Cestrus . Dicht bij het huidige Aksu en Antalaya
.
- Pergèn (Perge) . Accusatief vrouwelijk enkelvoud . In Hnd
13,13 : èlthon eis Pergèn tès Pämfulias = zij
kwamen aan in Pamfylië .
- Pergès (Perge) . Genitief vrouwelijk enkelvoud . Hnd
13,14 : autoi de dielthontes apo tès Pergès = nadat zijzelf
echter vanuit Perge (Pamfylië) waren doorgetrokken .
6. logon (woord , ver-woord-ing) . Verwijzing : logos (woord) , zie Mt 7,24 . logos komt van de wortel leg- : lezen / lec-tuur ; les , Fr. leçon . Accusatief mannelijk enkelvoud van het zelfstandig naamwoord logos (woord) . In 347 verzen in de bijbel . In 127 verzen in het N.T. . Mt (17) . Mc (18) . Lc (10) . Joh (14) . Hnd (31) : (1) Hnd 1,1 . (2) Hnd 2,41 . (3) Hnd 4,4 . (4) Hnd 4,29 . (5) Hnd 4,31 . (6) Hnd 6,2 . (7) Hnd 8,4 . (8) Hnd 8,14 . (9) Hnd 8,25 . (10) Hnd 10,36 . (11) Hnd 10,44 . (12) Hnd 11,1 . (13) Hnd 11,19 . (14) Hnd 13,5 . (15) Hnd 13,7 . (16) Hnd 13,44 . (17) Hnd 13,46 . (18) Hnd 13,48 . (19) Hnd 14,25 . (20) Hnd 15,7 . (21) Hnd 15,35 . (22) Hnd 15,36 . (23) Hnd 16,6 . (24) Hnd 16,32 . (25) Hnd 17,11 . (26) Hnd 18,11 . (27) Hnd 18,14 . (28) Hnd 19,10 . (29) Hnd 19,38 . (30) Hnd 19,40 . (31) Hnd 20,7 .
Hnd 14,26 - Hnd 14,26 : Terugreis naar Antiochië in Syrië : Hnd 14,20-28 - Hnd 14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 14,20 - Hnd 14,21 - Hnd 14,22 - Hnd 14,23 - Hnd 14,24 - Hnd 14,25 - Hnd 14,26 - Hnd 14,27 - Hnd 14,28 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [26] And thence sailed to Antioch, from whence they had
been recommended to the grace of God for the work which they fulfilled.
Luther-Bibel . 26 Und von da fuhren sie mit dem Schiff nach Antiochia, wo sie
der Gnade Gottes befohlen worden waren zu dem Werk, das sie nun ausgerichtet
hatten.
Tekstuitleg van Hnd 14,26 zie o.a. Hnd 14,23
Hnd 14,27 - Hnd 14,27 : Terugreis naar Antiochië in Syrië : Hnd 14,20-28 - Hnd 14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 14,20 - Hnd 14,21 - Hnd 14,22 - Hnd 14,23 - Hnd 14,24 - Hnd 14,25 - Hnd 14,26 - Hnd 14,27 - Hnd 14,28 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [27] And when they were come, and had gathered the church
together, they rehearsed all that God had done with them, and how he had opened
the door of faith unto the Gentiles.
Luther-Bibel . 27 Als sie aber dort ankamen, versammelten sie die Gemeinde und
verkündeten, wie viel Gott durch sie getan und wie er den Heiden die Tür
des Glaubens aufgetan hätte.
Tekstuitleg van Hnd 14,27
1. paragenomenoi (aangekomen) . Aorist participium nominatief mannelijk meervoud
. In tien verzen in de bijbel . In vier verzen in het O.T. . In zes verzen in
het N.T. : (1) (3) Hnd
5,22 . (4) Hnd
14,27 . (5) Hnd
15,4 . (6) Hnd
17,10 .
- paragenomenos (aangekomen) . Aorist participium nominatief mannelijk enkelvoud
. In eenentwintig verzen in de bijbel . In tien verzen in het O.T. . In elf
verzen in het N.T. : (1) (2) Hnd
5,21 . (3) Hnd
5,25 . (4) Hnd
9,26 . (5) Hnd
10,33 . (6) Hnd
11,23 . (7) Hnd
18,27 . (8) Hnd
23,16 . (9) Hnd
24,24 . (10) Hnd
28,21 . (11) Heb 9,11 .
- paregenonto (zij kwamen aan) . Aorist derde persoon meervoud . In zesendertig
verzen in de bijbel . In tweeëndertig verzen in het O.T. . In vier verzen
in het N.T. : (1) (2) Hnd
13,14 . (3) Hnd
20,18 . (4) Hnd
21,18 .
7. anèggellon (zij brachten verslag uit, verkondigden) . Imperfectum derde persoon meervoud . Verwijzing : aggelos (engel) , zie Mt 13,41 . Hapax in deze vorm in de bijbel . Dit ligt in de lijn van Lc 9,10 waarin de teruggekeerde apostelen aan Jezus vertelden hoevele dingen zij deden.
9. - 11. epoièsen ho theos (God deed) . In vier verzen in het N.T. :
(1) Lc
8,39 .
(2) Hnd
14,27 (Paulus en Barnabas brengen in Antiochië verslag uit over hun
eerste zendingsreis) hosa epoisen ho theos met'autôn kai hoti ènoiksen
tois ethnesin thuran pisteôs = hoevele dingen God met hen deed en dat
Hij voor de heidenen de deur van het geloof opende .
(3) Hnd
15,12 (Paulus en Barnabas brengen in Jeruzalem verslag uit over hun eerste
zendingsreis) : hosa epoisen ho theos .... en tois ethnesin di'autôn =
hoevele dingen God deed onder de heidenen via hen .
(4) Hnd
21,19 .(Paulus brengt verslag uit in Jeruzalem) : hôn epoièsen
ho theos en tois ethnesin dia tès diakonias autou = van wat God deed
onder de heidenen via zijn dienstwerk .
Deze teksten maken deel uit van het verhaal van het Lucasevangelie en de Handelingen
: hoe langzamerhand de boodschap van Jezus meer en meer door de heidenen werd
aanvaard .
Hnd 14,28 - Hnd 14,28 : Terugreis naar Antiochië in Syrië : Hnd 14,20-28 - Hnd 14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 14,20 - Hnd 14,21 - Hnd 14,22 - Hnd 14,23 - Hnd 14,24 - Hnd 14,25 - Hnd 14,26 - Hnd 14,27 - Hnd 14,28 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [28] And there they abode long time with the disciples.
Luther-Bibel . 28 Sie blieben aber dort eine nicht geringe Zeit bei den Jüngern.
Tekstuitleg van Hnd 14,28
1. diatribô (stuk wrijven, opslijten, tijd doorbrengen) . Verwijzing : diatribô (stuk wrijven, opslijten, tijd doorbrengen) , zie Hnd 14,28 .
diatribô (de tijd doorbengen) | Joh | Hnd | |
part. pr. nom. mann. mv. diatribontes | 1 : Hnd 16,12 . | ||
ind imperf.. 3de p. enk. dietriben | 1 : Joh 3,22 . | 1 : Hnd 12,19 . | |
ind. imperf. . 3de p. mv. dietribon | 3 : (1) Hnd 14,28 . (2) Hnd 15,35 . (3) Hnd 25,14 . | ||
ind. aor. 3de p. enk. dietripsen | 1 : Hnd 14,3 . | ||
ind. aor. 1ste p. mv. dietripsamen | 1 : Hnd 20,6 . | ||
part. aor. nom. m. + vr. enk. diatripsas | 1 : Hnd 25,6 . | ||
1 | 8 |
Een vorm van diatribô (de tijd doorbengen) in Hnd | 1: (1) Hnd 12,19 . (2) Hnd 14,3 . (3) Hnd 14,28 . (4) Hnd 15,35 . (5) Hnd 16,12 . (6) Hnd 20,6 . (7) Hnd 25,6 . (8) Hnd 25,14 . |
- dietriben (hij verbleef) . Verwijzing : diatribô
(stuk wrijven, opslijten, tijd doorbrengen) , zie Hnd
14,28 . Actief imperfectum derde persoon enkelvoud . In vier verzen in de
bijbel . In twee verzen in het O.T. . In twee verzen in het N.T. . Joh (1) .
Hnd (1) . Hnd
12,19 . Na de vervolging van de gemeente van Jeruzalem reisde Herodes terug
naar Caesarea om er te verblijven .
- dietribon (zij verbleven) . Actief imperfectum derde persoon meervoud . In
drie verzen in de bijbel , enkel in Hnd : (1) Hnd
14,28 . (2) Hnd
15,35 . (3) Hnd
25,14 .
(1) Hnd
14,28 : dietribon de chronon ouk oligon = zij echter brachten een
niet weinige tijd door . Na de eerste zendingsreis brachten Paulus en Barnabas
een niet weinige tijd door in Antiochië aan de Orontes .
(2) Hnd
15,35 : paulos de kai barnabas dietribon en antiocheia = Paulus echter en
Barnabas brachten in Antiochië door .
(3) Hnd
25,14 .
Griekse tekst
1egeneto de en ikoniô kata to auto eiselthein autous eis tèn sunagôgèn tôn ioudaiôn kai lalèsai outôs ôste pisteusai ioudaiôn te kai ellènôn polu plèthos. 2oi de apeithèsantes ioudaioi epègeiran kai ekakôsan tas psuchas tôn ethnôn kata tôn adelfôn. 3ikanon men oun chronon dietripsan parrèsiazomenoi epi tô kuriô tô marturounti [epi] tô logô tès charitos autou, didonti sèmeia kai terata ginesthai dia tôn cheirôn autôn. 4eschisthè de to plèthos tès poleôs, kai oi men èsan sun tois ioudaiois oi de sun tois apostolois. 5ôs de egeneto ormè tôn ethnôn te kai ioudaiôn sun tois archousin autôn ubrisai kai lithobolèsai autous, 6sunidontes katefugon eis tas poleis tès lukaonias lustran kai derbèn kai tèn perichôron, 7kakei euaggelizomenoi èsan. 8kai tis anèr adunatos en lustrois tois posin ekathèto, chôlos ek koilias mètros autou, os oudepote periepatèsen. 9outos èkousen tou paulou lalountos: os atenisas autô kai idôn oti echei pistin tou sôthènai 10eipen megalè fônè, anastèthi epi tous podas sou orthos. kai èlato kai periepatei. 11oi te ochloi idontes o epoièsen paulos epèran tèn fônèn autôn lukaonisti legontes, oi theoi omoiôthentes anthrôpois katebèsan pros èmas: 12ekaloun te ton barnaban dia, ton de paulon ermèn, epeidè autos èn o ègoumenos tou logou. 13o te iereus tou dios tou ontos pro tès poleôs taurous kai stemmata epi tous pulônas enegkas sun tois ochlois èthelen thuein. 14akousantes de oi apostoloi barnabas kai paulos, diarrèxantes ta imatia autôn exepèdèsan eis ton ochlon, krazontes 15kai legontes, andres, ti tauta poieite; kai èmeis omoiopatheis esmen umin anthrôpoi, euaggelizomenoi umas apo toutôn tôn mataiôn epistrefein epi theon zônta os epoièsen ton ouranon kai tèn gèn kai tèn thalassan kai panta ta en autois: 16os en tais parôchèmenais geneais eiasen panta ta ethnè poreuesthai tais odois autôn: 17kaitoi ouk amarturon auton afèken agathourgôn, ouranothen umin uetous didous kai kairous karpoforous, empiplôn trofès kai eufrosunès tas kardias umôn. 18kai tauta legontes molis katepausan tous ochlous tou mè thuein autois. 19epèlthan de apo antiocheias kai ikoniou ioudaioi, kai peisantes tous ochlous kai lithasantes ton paulon esuron exô tès poleôs, nomizontes auton tethnèkenai. 20kuklôsantôn de tôn mathètôn auton anastas eisèlthen eis tèn polin. kai tè epaurion exèlthen sun tô barnaba eis derbèn. 21euaggelisamenoi te tèn polin ekeinèn kai mathèteusantes ikanous upestrepsan eis tèn lustran kai eis ikonion kai eis antiocheian, 22epistèrizontes tas psuchas tôn mathètôn, parakalountes emmenein tè pistei, kai oti dia pollôn thlipseôn dei èmas eiselthein eis tèn basileian tou theou. 23cheirotonèsantes de autois kat ekklèsian presbuterous proseuxamenoi meta nèsteiôn parethento autous tô kuriô eis on pepisteukeisan. 24kai dielthontes tèn pisidian èlthon eis tèn pamfulian, 25kai lalèsantes en pergè ton logon katebèsan eis attaleian. 26kakeithen apepleusan eis antiocheian, othen èsan paradedomenoi tè chariti tou theou eis to ergon o eplèrôsan. 27paragenomenoi de kai sunagagontes tèn ekklèsian anèggellon osa epoièsen o theos met autôn kai oti ènoixen tois ethnesin thuran pisteôs. 28dietribon de chronon ouk oligon sun tois mathètais.