HANDELINGEN VAN DE APOSTELEN HOOFDSTUK 17 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 17 -- Hnd 17,1-9 -- Hnd 17,10-15 -- Hnd 17,16-34 -

- Bibliografie - Literatuur - Liturgisch gebruik - Overzicht bijbelboeken - Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken - Overzicht van deze website -

Overzicht van Handelingen van de apostelen : Hnd (Handelingen) : overzicht , Hnd : woordgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Hnd : commentaar ,

NT (NT overzicht) : overzicht , NT : taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , NT : commentaar ,

Hnd 1 , Hnd 2 , Hnd 3 , Hnd 4 , Hnd 5 , Hnd 6 , Hnd 7 , Hnd 8 , Hnd 9 , Hnd 10 , Hnd 11 , Hnd 12 , Hnd 13 , Hnd 14 , Hnd 15 , Hnd 16 , Hnd 17 , Hnd 18 , Hnd 19 , Hnd 20 , Hnd 21 , Hnd 22 , Hnd 23 , Hnd 24 , Hnd 25 , Hnd 26 , Hnd 27 , Hnd 28 ,
Uitleg per pericope - Hnd 17,1-9 -- Hnd 17,10-15 -- Hnd 17,16-34 -
- Hnd 17,1-9 : In Tessalonica .
- Hnd 17,10-15 : In Berea .
- Hnd 17,16-34 : In Athene .
Uitleg vers per vers : - Hnd 17,1 - Hnd 17,2 - Hnd 17,3 - Hnd 17,4 - Hnd 17,5 - Hnd 17,6 - Hnd 17,7 - Hnd 17,8 - Hnd 17,9 - Hnd 17,10 - Hnd 17,11 - Hnd 17,12 - Hnd 17,13 - Hnd 17,14 - Hnd 17,15 - Hnd 17,16 - Hnd 17,17 - Hnd 17,18 - Hnd 17,19 - Hnd 17,20 - Hnd 17,21 - Hnd 17,22 - Hnd 17,23 - Hnd 17,24 - Hnd 17,25 - Hnd 17,26 - Hnd 17,27 - Hnd 17,28 - Hnd 17,29 - Hnd 17,30 - Hnd 17,31 - Hnd 17,32 - Hnd 17,33 - Hnd 17,34 -



Hnd 17,1-9 : In Tessalonica : Hnd 17,1-9 -- Hnd 17 -- verwijzingen -- Hnd 17,1 - Hnd 17,2 - Hnd 17,3 - Hnd 17,4 - Hnd 17,5 - Hnd 17,6 - Hnd 17,7 - Hnd 17,8 - Hnd 17,9 -

Hnd 17,1 - Hnd 17,1 : In Tessalonica : Hnd 17,1-9 -- Hnd 17 -- verwijzingen -- Hnd 17,1 - Hnd 17,2 - Hnd 17,3 - Hnd 17,4 - Hnd 17,5 - Hnd 17,6 - Hnd 17,7 - Hnd 17,8 - Hnd 17,9 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
 1diodeusantes de tèn amfipolin kai tèn apollônian èlthon eis thessalonikèn, opou èn sunagôgè tôn ioudaiôn. 1 cum autem perambulassent Amphipolim et Apolloniam venerunt Thessalonicam ubi erat synagoga Iudaeorum   1 En door Amfipolis en Apollonia hun weg genomen hebbende, kwamen zij te Thessalonica, alwaar een synagoge der Joden was.   [1] Via* Amfipolis en Apollonia reisden zij naar Tessalonica, waar de Joden een synagoge hadden.  [1] Via Amfipolis en Apollonia reisden ze naar Tessalonica, waar de Joden een synagoge hadden.  1 ¶ De weg volgend door Amfipolis en Apollonia komen ze in Tessalonica, waar een synagoge van de Judeeërs is.   1. Après avoir traversé Amphipolis et Apollonie, ils arrivèrent à Thessalonique, où les Juifs avaient une synagogue. 

King James Bible . [1] Now when they had passed through Amphipolis and Apollonia, they came to Thessalonica, where was a synagogue of the Jews:
Luther-Bibel . 1 Nachdem sie aber durch Amphipolis und Apollonia gereist waren, kamen sie nach Thessalonich; da war eine Synagoge der Juden.

Tekstuitleg van Hnd 17,1

Aansluitend bij Hnd 13,6a : dielthontes de holèn tèn nèson achri Pafou = doorgetrokken echter het hele eiland tot Pafos , is Hnd 17,1 : diodeusantes de tèn Amfipolin kai tèn Apollônian = nadat zij door Pamfipolis en Apollonia waren getrokken ; bij Hnd 16,8 : katebèsan eis Trôada , is : èlthon eis Thessalonikèn = gingen zij naar Thessalonika .

1. diodeusantes (doorgetrokken) . Werkwoord di-odeuô (doortrekken) . Actief aorist nominatief mannelijk meervoud : Hnd 17,1 .

4. Amfipolin (Amfipolis) . Verwijzing : Amfipolin (Amfipolis) , zie Hnd 17,1 . Accusatief vrouwelijk enkelvoud . In één vers in het N.T. : Hnd 17,1 . Iets meer dan vijftig km ten westen van Filippi . Een kleine vijftig km ten oosten van Tessalonica . Een stad in Macedonië. Onder macedonische en romeinse heerschappij een aanzienlijke handelsstad . Onder de Romeinen de hoofdstad van de provincie Macedonia prima . Deze stad werd door Paulus op zijn tweede zendingsreis bezocht . Het tegenwoordige Neochori .

7. Apollônia (Apollonia) . Accusatief vrouwelijk enkelvoud Apollônian . In één vers in de bijbel : Hnd 17,1 . Aan Apollo gewijd . Stad in Macedonië , halfweg tussen Amfipolis en Tessalonika (Saloniki) aan het Bolbe - (nu Besjik-) meer . Door Paulus op zijn tweede missiereis bezocht .

10. Thessalonikè (Thessalonika) .
- datief vrouwelijk enkelvoud en theassalonikèi (in Thessalonika) . In twee verzen in de bijbel : (1) Hnd 17,11 . (2) Fil 4,16 .
- accusatief vrouwelijk enkelvoud eis thessalonikèn (naat Thessalonika) . In twee verzen in de bijbel : (1) Hnd 17,1 . (2) 2 Tim 4,10 .
Macedonische handelsstad, gunstig gelegen aan de golf van Thermae en de Via Egnatia . Eigenlijk de door koning Kassander van Macedonië tegen het einde van de vierde eeuw gestichte griekse kolonie Thermae , maar ter ere van zijn vrouw Thessalonikè , een zuster van Alexander de Grote, omgedoopt . Hij bezocht de stad ern de synagoge tijdens zijn tweede zendingsreis

Hnd 17,2 - Hnd 17,2 : In Tessalonica : Hnd 17,1-9 -- Hnd 17 -- verwijzingen -- Hnd 17,1 - Hnd 17,2 - Hnd 17,3 - Hnd 17,4 - Hnd 17,5 - Hnd 17,6 - Hnd 17,7 - Hnd 17,8 - Hnd 17,9 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
2kata de to eiôthos tô paulô eisèlthen pros autous kai epi sabbata tria dielexato autois apo tôn grafôn,  2 secundum consuetudinem autem Paulus introivit ad eos et per sabbata tria disserebat eis de scripturis  2 En Paulus, gelijk hij gewoon was, ging tot hen in, en drie sabbatten lang handelde hij met hen uit de Schriften,     [2] Naar zijn gewoonte ging Paulus daarheen, en drie sabbatdagen achtereen sprak hij met hen, met de Schriften als uitgangspunt.   [2] Zoals gewoonlijk ging Paulus naar hen toe, en drie sabbatdagen achtereen debatteerde hij met hen. Aan de hand van teksten uit de Schrift   2 Zoals voor Paulus de gewoonte is komt hij bij hen binnen en bespreekt hij gedurende drie sabatten met hen gedeelten van de Schriften   2. Suivant son habitude, Paul alla les y trouver. Trois sabbats de suite, il discuta avec eux d'après les Écritures.  

King James Bible . [2] And Paul, as his manner was, went in unto them, and three sabbath days reasoned with them out of the scriptures,
Luther-Bibel . 2 Wie nun Paulus gewohnt war, ging er zu ihnen hinein und redete mit ihnen an drei Sabbaten von der Schrift,

Tekstuitleg van Hnd 17,2

2. de

1. 3. - 4. + datief . kata to eiôthos (volgens de gewoonte) .

Hnd 17,3 - Hnd 17,3 : In Tessalonica : Hnd 17,1-9 -- Hnd 17 -- verwijzingen -- Hnd 17,1 - Hnd 17,2 - Hnd 17,3 - Hnd 17,4 - Hnd 17,5 - Hnd 17,6 - Hnd 17,7 - Hnd 17,8 - Hnd 17,9 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
3dianoigôn kai paratithemenos oti ton christon edei pathein kai anastènai ek nekrôn, kai oti outos estin o christos, [o] ièsous, on egô kataggellô umin. 3 adaperiens et insinuans quia Christum oportuit pati et resurgere a mortuis et quia hic est Christus Iesus quem ego adnuntio vobis  3 Dezelve openende, en voor ogen stellende, dat de Christus moest lijden en opstaan uit de doden, en dat deze Jezus is de Christus, Dien ik, zeide hij, ulieden verkondige.     [3] Hij verklaarde ze en legde uit dat de Messias* moest lijden en uit de doden opstaan. ‘En de Messias,’ zei hij, ‘dat is Jezus die ik u verkondig.’  [3] toonde hij aan dat de messias moest lijden en sterven en daarna uit de dood moest opstaan. ‘Deze messias,’ zo zei hij, ‘is Jezus, die ik u nu verkondig.’   3 die hij voor hen openlegt om uiteen te zetten dat de Christus móest lijden en uit de doden opstaan, en dat hij de Christus is, ‘Jezus die ik u verkondig!’  3. Il les leur expliquait, établissant que le Christ devait souffrir et ressusciter des morts, » et le Christ, disait-il, c'est ce Jésus que je vous annonce ».  

King James Bible . [3] Opening and alleging, that Christ must needs have suffered, and risen again from the dead; and that this Jesus, whom I preach unto you, is Christ.
Luther-Bibel . 3 tat sie ihnen auf und legte ihnen dar, dass Christus leiden musste und von den Toten auferstehen und dass dieser Jesus, den ich - so sprach er - euch verkündige, der Christus ist.

Tekstuitleg van Hnd 17,3

7. edei (het moest) . Verwijzing : deô (moeten) , zie Mt 16,21 . In tweeëntwintig verzen in de bijbel . In zes verzen in het O.T. . In zestien verzen in het N.T. . In vier verzen in Hnd : (10) Hnd 1,16 . (11) Hnd 17,3 . (12) Hnd 24,19 . (13) Hnd 27,21 .

8. pathein (lijden). Infinitief aorist . Verwijzing : paschô (lijden) , zie Mt 16,21 . Infinitief aorist . In dertien verzen in de bijbel . In één vers in het O.T. . In twaalf verzen in het N.T. . In negen verzen bij Lucas en in Hnd : (4) Lc 9,22 ( // Mc 8,31 // Mt 16,21) (eerste lijdensvoorspelling) . (5) Lc 17,25 . (6) Lc 22,15 (het laatste avondmaal) . (7) Lc 24,26 (verschijning van Jezus aan de Emmaüsgangers) . (8) Lc 24,46 (verschijning van Jezus aan de elf en hun metgezellen) . In vier verzen in Handelingen : (9) Hnd 1,3 (inleiding van Handelingen) . (10) Hnd 3,18 (toespraak van Petrus) . (11) Hnd 9,16 (Saulus in Damascus) . (12) Hnd 17,3 (Paulus in Tessalonica) .
De teksten van Lc 22,15 (het laatste avondmaal) : pro tou me pathein (voor mijn lijden) en van Hnd 1,3 (inleiding van Handelingen) : meta to pathein auton (na zijn lijden) omsluiten het lijden . Het lijden omvat de doorgang door de dood ; het is de overgang : leven - dood - leven . In Lc 22,15 wordt de relatie gelegd tussen paschô (pasen) en pathein (lijden) . Pasen of Pesach is de viering van de uittocht uit Egypte , de doortocht door de Rietzee en het komen in de woestijn . De overgang heeft drie elementen die over drie dagen worden gespreid .

7. - 8. edei pathein (hij moest lijden) . Verwijzing : deô (moeten) , zie Mt 16,21 . In drie verzen in het N.T. : (1) Lc 24,26 : edei pathein ton Christon = dat Christus moest lijden . {(2) Lc 24,46 : ' edei ' pathein ton Christon = dat Christus moest lijden.} (3) Hnd 17,3 (hoti ton Christon. edei pathein = dat Christus moest lijden) .

8. - 10. pathein ton Christon (dat Christus - moest - lijden) . Verwijzing : deô (moeten) , zie Mt 16,21 . In vier verzen in het N.T. : (1) Lc 24,26 : edei pathein ton Christon = dat Christus moest lijden . {(2) Lc 24,46 : ' edei ' pathein ton Christon = dat Christus moest lijden.} (3) Hnd 3,18 : pathein ton Christon = dat Christus (moest) lijden .(4) Hnd 17,3 (hoti ton Christon. edei pathein = dat Christus moest lijden) .

Er zijn in de evangelies een aantal teksten waarin dei / edei met de infinitief pathein (lijden) met elkaar verbonden zijn : de eerste lijdensvoorspelling (Lc 9,22 ( // Mc 8,31 // Mt 16,21) , de mensenzoon (Lc 17,25) , de vrouwen bij het graf (Lc 24,7) , de Emmaüsgangers (Lc 24,26) . Zo ook in Handelingen : Hnd 17,3 . Verwijzing : deô (moeten) , zie Mt 16,21 en Lc 9,22 .

Hnd 17,4 - Hnd 17,4 : In Tessalonica : Hnd 17,1-9 -- Hnd 17 -- verwijzingen -- Hnd 17,1 - Hnd 17,2 - Hnd 17,3 - Hnd 17,4 - Hnd 17,5 - Hnd 17,6 - Hnd 17,7 - Hnd 17,8 - Hnd 17,9 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
4kai tines ex autôn epeisthèsan kai proseklèrôthèsan tô paulô kai tô sila, tôn te sebomenôn ellènôn plèthos polu gunaikôn te tôn prôtôn ouk oligai.   4 et quidam ex eis crediderunt et adiuncti sunt Paulo et Silae et de colentibus gentilibusque multitudo magna et mulieres nobiles non paucae   4 En sommigen uit hen geloofden, en werden Paulus en Silas toegevoegd, en van de godsdienstige Grieken een grote menigte, en van de voornaamste vrouwen niet weinige.     [4] Sommigen van hen lieten zich overtuigen en sloten zich bij Paulus en Silas aan, evenals een grote groep godvrezende* Grieken en een niet gering aantal aanzienlijke vrouwen.  [4] Sommigen lieten zich overtuigen en sloten zich aan bij Paulus en Silas, evenals veel Grieken die God vereerden, en een groot aantal vrouwen uit de hogere kringen.   4 Sommigen van hen laten zich overreden en sluiten zich aan bij Paulus en Silas; ook een grote menigte vrome Hellenen, en niet weinigen van vooraanstaande vrouwen.  4. Quelques-uns d'entre eux se laissèrent convaincre et furent gagnés à Paul et à Silas, ainsi qu'une multitude d'adorateurs de Dieu et de Grecs et bon nombre de dames de qualité.  

King James Bible . [4] And some of them believed, and consorted with Paul and Silas; and of the devout Greeks a great multitude, and of the chief women not a few.
Luther-Bibel . 4 Einige von ihnen ließen sich überzeugen und schlossen sich Paulus und Silas an, auch eine große Menge von gottesfürchtigen Griechen, dazu nicht wenige von den angesehensten Frauen.

Tekstuitleg van Hnd 17,4 .

17. nom. + acc. onz. enk. plèthos (menigte, veelheid) . Taalgebruik in het N.T. : plèthos (menigte, veelheid) . Taalgebruik in Hnd : plèthos (menigte, veelheid) . Hnd (12) : (1) Hnd 2,6 . (2) Hnd 5,16 . (3) Hnd 6,2 . (4) Hnd 14,1 . (5) Hnd 14,4 . (6) Hnd 15,12 . (7) Hnd 15,30 . (8) Hnd 17,4 . (9) Hnd 21,36 . (10) Hnd 23,7 . (11) Hnd 25,24 . (12) Hnd 28,3 . Een vorm van plèthos (menigte, veelheid) in Hnd in 17 verzen : 12 + 5 : (1) Hnd 4,32 . (2) Hnd 5,14 . (3) Hnd 6,5 . (4) Hnd 19,9 . (5) Hnd 21,22 .

17. - 18. polu plèthos of plèthos polu (een grote menigte) . In vier verzen in het N.T. : (1) Mc 3,7 . (2) Lc 23,27 . (3) Hnd 14,1 . (4) Hnd 17,4 .

Hnd 17,5 - Hnd 17,5 : In Tessalonica : Hnd 17,1-9 -- Hnd 17 -- verwijzingen -- Hnd 17,1 - Hnd 17,2 - Hnd 17,3 - Hnd 17,4 - Hnd 17,5 - Hnd 17,6 - Hnd 17,7 - Hnd 17,8 - Hnd 17,9 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
5zèlôsantes de oi ioudaioi kai proslabomenoi tôn agoraiôn andras tinas ponèrous kai ochlopoièsantes ethoruboun tèn polin, kai epistantes tè oikia iasonos ezètoun autous proagagein eis ton dèmon. 5 zelantes autem Iudaei adsumentesque de vulgo viros quosdam malos et turba facta concitaverunt civitatem et adsistentes domui Iasonis quaerebant eos producere in populum  5 Maar de Joden, die ongehoorzaam waren, dit benijdende, namen tot zich enige boze mannen uit de marktboeven, en maakten, dat het volk te hoop liep, en beroerden de stad; en op het huis van Jason aanvallende, zochten zij hen tot het volk te brengen.   
[5] Maar de Joden werden jaloers. Met de hulp van duistere figuren van de straat veroorzaakten ze een volksoploop en brachten ze de stad in rep en roer. Ze trokken op naar het huis van Jason* met de bedoeling hen voor de volksvergadering te brengen.  
[5] Maar de Joden die het geloof niet hadden aanvaard, werden vervuld van jaloezie en riepen enkele raddraaiers te hulp, die een volksoploop veroorzaakten en grote beroering in de stad teweegbrachten. Ze trokken naar het huis van Jason om Paulus en Silas aan een volksgericht te onderwerpen,   5 Maar de Judeeërs worden naijverig; uit de marktlopers nemen ze enkele boosaardige mannen mee, mobiliseren een schare, en hebben de stad in beroering gekregen. Zich opstellend bij het huis van Jason hebben zij verzocht hen voor te leiden aan de volksvergadering.   5. Mais les Juifs, pris de jalousie, ramassèrent sur la place quelques mauvais sujets, provoquèrent des attroupements et répandirent le tumulte dans la ville. Ils se présentèrent alors à la maison de Jason, cherchant Paul et Silas pour les produire devant l'assemblée du peuple.  

King James Bible . [5] But the Jews which believed not, moved with envy, took unto them certain lewd fellows of the baser sort, and gathered a company, and set all the city on an uproar, and assaulted the house of Jason, and sought to bring them out to the people.
Luther-Bibel . 5 Aber die Juden ereiferten sich und holten sich einige üble Männer aus dem Pöbel, rotteten sich zusammen und richteten einen Aufruhr in der Stadt an und zogen vor das Haus Jasons und suchten sie, um sie vor das Volk zu führen.

Tekstuitleg van Hnd 17,5 .

Hnd 17,6 - Hnd 17,6 : In Tessalonica : Hnd 17,1-9 -- Hnd 17 -- verwijzingen -- Hnd 17,1 - Hnd 17,2 - Hnd 17,3 - Hnd 17,4 - Hnd 17,5 - Hnd 17,6 - Hnd 17,7 - Hnd 17,8 - Hnd 17,9 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
6mè eurontes de autous esuron iasona kai tinas adelfous epi tous politarchas, boôntes oti oi tèn oikoumenèn anastatôsantes outoi kai enthade pareisin,  6 et cum non invenissent eos trahebant Iasonem et quosdam fratres ad principes civitatis clamantes quoniam hii qui orbem concitant et huc venerunt   6 En als zij hen niet vonden, trokken zij Jason en enige broeders voor de oversten der stad, roepende: Dezen, die de wereld in roer hebben gesteld, zijn ook hier gekomen;     [6] Maar toen ze hen niet konden vinden, sleurden ze Jason en nog enkele broeders voor het stadsbestuur en riepen: ‘Die mensen die de hele wereld op zijn kop zetten, zijn nu ook hier opgedoken!  [6] maar toen ze hen daar niet aantroffen, sleepten ze Jason en enkele andere leerlingen mee naar de stadsprefecten, tegen wie ze schreeuwden: ‘De mensen die in het hele rijk de orde verstoren, zijn nu ook hier gekomen, 6 Toen ze hen niet vonden hebben ze Jason en enkele broeders naar de stadsoversten gesleept, schreeuwend: zij die de bewoonde wereld opstandig maken, zij zijn nu ook hier,  6. Ne les ayant pas trouvés, ils traînèrent Jason et quelques frères devant les politarques en criant : « Ces gens qui ont révolutionné le monde entier, les voilà maintenant ici, 

King James Bible . [6] And when they found them not, they drew Jason and certain brethren unto the rulers of the city, crying, These that have turned the world upside down are come hither also;
Luther-Bibel . 6 Sie fanden sie aber nicht. Da schleiften sie Jason und einige Brüder vor die Oberen der Stadt und schrien: Diese, die den ganzen Weltkreis erregen, sind jetzt auch hierher gekommen;

Tekstuitleg van Hnd 17,6 .

19. houtoi (deze) , zie Hnd 1,14 . Aanwijzend voornaamwoord nominatief mannelijk meervoud . In 382 verzen in de bijbel . In veertien verzen in Hnd : (1) Hnd 1,14 . (2) Hnd 2,7 . (3) Hnd 2,15 . (4) Hnd 11,12 . (5) Hnd 16,17 . (6) Hnd 16,20 . (7) Hnd 17,6 . (8) Hnd 17,7 . (9) Hnd 17,11 . (10) Hnd 20,5 . (11) Hnd 24,15 . (12) Hnd 24,20 . (13) Hnd 25,11 . (14) Hnd 27,31 .

Hnd 17,7 - Hnd 17,7 : In Tessalonica : Hnd 17,1-9 -- Hnd 17 -- verwijzingen -- Hnd 17,1 - Hnd 17,2 - Hnd 17,3 - Hnd 17,4 - Hnd 17,5 - Hnd 17,6 - Hnd 17,7 - Hnd 17,8 - Hnd 17,9 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
7ous upodedektai iasôn: kai outoi pantes apenanti tôn dogmatôn kaisaros prassousin, basilea eteron legontes einai ièsoun.  7 quos suscepit Iason et hii omnes contra decreta Caesaris faciunt regem alium dicentes esse Iesum   7 Welke Jason in zijn huis genomen heeft; en alle dezen doen tegen de geboden des keizers, zeggende, dat er een andere Koning is, namelijk een Jezus.     [7] Jason heeft hen in zijn huis opgenomen. Zij handelen allen in strijd met de keizerlijke decreten door te beweren dat er nóg een koning* is: Jezus.’  [7] en Jason heeft hun onderdak verleend. Allemaal overtreden ze de verordeningen van de keizer door te beweren dat iemand anders koning is, namelijk Jezus!’   7 en Jason heeft hen ontvangen; zij handelen allen in strijd met de leerstukken van Caesar, door te zeggen dat iemand anders koning is: Jezus!  7. et Jason les reçoit chez lui. Tous ces gens-là contreviennent aux édits de César en affirmant qu'il y a un autre roi, Jésus. »  

King James Bible . [7] Whom Jason hath received: and these all do contrary to the decrees of Caesar, saying that there is another king, one Jesus.
Luther-Bibel . 7 die beherbergt Jason. Und diese alle handeln gegen des Kaisers Gebote und sagen, ein anderer sei König, nämlich Jesus.

Tekstuieleg van Hnd 17,7

3. Jasôn (Jason) . Verwijzing : Jasôn (Jason) , zie Hnd 17,7 . Tijdens hun tweede zendingsreis logeerden Paulus en Silas bij Jason . Een opgehitste menigte wilde Paulus en Silas voor het stadsbestuur brengen , maar ze werden niet gevonden . Daarop werd Jason en enkele medebroeders voor het stadbestuur gebracht . Ze werden echter op borgtocht vrijgelaten (Hnd 17,1-9) .

5. houtoi (deze) , zie Hnd 1,14 . Aanwijzend voornaamwoord nominatief mannelijk meervoud . In 382 verzen in de bijbel . In veertien verzen in Hnd : (1) Hnd 1,14 . (2) Hnd 2,7 . (3) Hnd 2,15 . (4) Hnd 11,12 . (5) Hnd 16,17 . (6) Hnd 16,20 . (7) Hnd 17,6 . (8) Hnd 17,7 . (9) Hnd 17,11 . (10) Hnd 20,5 . (11) Hnd 24,15 . (12) Hnd 24,20 . (13) Hnd 25,11 . (14) Hnd 27,31 .

6. Nominatief mannelijk en vrouwelijk meervoud pantes (allen) . Taalgebruik in de Bijbel : pas (ieder, elk) . Bijbel (724) . NT (166) . Hnd (33) : (1) Hnd 1,14 . (2) Hnd 2,1 . (3) Hnd 2,4 . (4) Hnd 2,12 . (5) Hnd 2,14 . (6) Hnd 2,32 . (7) Hnd 2,44 . (8) Hnd 3,24 . (9) Hnd 4,21 . (10) Hnd 5,17 . (11) Hnd 5,36 . (12) Hnd 5,37 . (13) Hnd 6,15 . (14) Hnd 8,1 . (15) Hnd 8,10 . (16) Hnd 9,21 . (17) Hnd 9,26 . (18) Hnd 9,35 . (19) Hnd 10,33 . (20) Hnd 10,43 . (21) Hnd 16,33 . (22) Hnd 17,7 . (23) Hnd 17,21 . (24) Hnd 18,17 . (25) Hnd 19,7 . (26) Hnd 20,25 . (27) Hnd 21,18 . (28) Hnd 21,20 . (29) Hnd 21,24 . (30) Hnd 22,3 . (31) Hnd 25,24 . (32) Hnd 26,4 . (33) Hnd 27,36 .
- hapantes (allen) . In zes verzen in Hnd : (Hnd 2,1) . (1) Hnd 2,7 . (2) Hnd 4,31 . (3) Hnd 5,12 . (4) Hnd 5,16 . (5) Hnd 16,3 . (6) Hnd 16,28 . Een vorm van pas in de LXX (6833) , in het NT (1226) , in Hnd (170) .

  pas (al) bijbel  OT  NT  ev. Br. 
10 nom. m. mv. pantes 724 558 166 72  57

 

Hnd 17,8 - Hnd 17,8 : In Tessalonica : Hnd 17,1-9 -- Hnd 17 -- verwijzingen -- Hnd 17,1 - Hnd 17,2 - Hnd 17,3 - Hnd 17,4 - Hnd 17,5 - Hnd 17,6 - Hnd 17,7 - Hnd 17,8 - Hnd 17,9 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
8etaraxan de ton ochlon kai tous politarchas akouontas tauta,   8 concitaverunt autem plebem et principes civitatis audientes haec  8 En zij beroerden de schare, en de oversten der stad, die dit hoorden.   [8] Door dit te zeggen zaaiden zij verwarring onder het volk en bij het stadsbestuur,  [8] De te hoop gelopen menigte en de stadsprefecten raakten in verwarring bij het horen van deze woorden.  8 Zo verwarren zij de schare en de stadsoversten die dit alles horen.  8. Par ces clameurs, ils mirent en émoi la foule et les politarques, 

King James Bible . [8] And they troubled the people and the rulers of the city, when they heard these things.
Luther-Bibel . 8 So brachten sie das Volk auf und die Oberen der Stadt, die das hörten.

Tekstuitleg van Hnd 17,8 .

8. akouontas (horende) . Verwijzing : akouô (horen, luisteren) , zie Mt 4,12 . Tegenwoordig deelwoord accusatief mannelijk en vrouwelijk meervoud . In zes verzen in de bijbvel . Hnd (5) : (1) Hnd 5,5 . (2) Hnd 5,11 . (3) Hnd 10,44 . (4) Hnd 17,8 . (5) Hnd 26,29 . Tenslotte : 1 Tim 4,16 .

7. - 8. pantas tous akouontas tauta (al wie dat hoort) . Verwijzing : akouô (horen, luisteren) , zie Mt 4,12 . In drie verzen in het N.T. : (1) Hnd 5,5 . (2) Hnd 5,11 . (3) Hnd 17,8 .

Hnd 17,9 - Hnd 17,9 : In Tessalonica : Hnd 17,1-9 -- Hnd 17 -- verwijzingen -- Hnd 17,1 - Hnd 17,2 - Hnd 17,3 - Hnd 17,4 - Hnd 17,5 - Hnd 17,6 - Hnd 17,7 - Hnd 17,8 - Hnd 17,9 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
9kai labontes to ikanon para tou iasonos kai tôn loipôn apelusan autous.   9 et accepto satis ab Iasone et a ceteris dimiserunt eos   9 Doch als zij van Jason en de anderen vergenoeging ontvangen hadden, lieten zij hen gaan.     [9] dat Jason en de anderen op borgtocht* vrijliet.  [9] Jason en de anderen werden op borgtocht vrijgelaten.  9 Zij nemen van Jason en de overigen de voldoening aan en laten hen los.   9. qui exigèrent une caution de la part de Jason et des autres avant de les relâcher.  

King James Bible . [9] And when they had taken security of Jason, and of the other, they let them go.
Luther-Bibel . 9 Und erst nachdem ihnen von Jason und den andern Bürgschaft geleistet war, ließen sie sie frei.

Tekstuitleg van Hnd 17,9 .

Hnd 17,10-15 . In Berea . - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 17 -- Hnd 17,1-9 -- Hnd 17,10-15 -- Hnd 17,10 - Hnd 17,11 - Hnd 17,12 - Hnd 17,13 - Hnd 17,14 - Hnd 17,15 -

Hnd 17,10 - Hnd 17,10 : In Berea . - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 17 -- Hnd 17,1-9 -- Hnd 17,10-15 -- Hnd 17,10 - Hnd 17,11 - Hnd 17,12 - Hnd 17,13 - Hnd 17,14 - Hnd 17,15 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
10oi de adelfoi eutheôs dia nuktos exepempsan ton te paulon kai ton silan eis beroian, oitines paragenomenoi eis tèn sunagôgèn tôn ioudaiôn apèesan.  10 fratres vero confestim per noctem dimiserunt Paulum et Silam in Beroeam qui cum advenissent in synagogam Iudaeorum introierunt   10 En de broeders zonden terstond des nachts Paulus en Silas weg naar Berea; welke, daar gekomen zijnde, gingen heen naar de synagoge der Joden;   
[10] Nog diezelfde nacht lieten de broeders Paulus en Silas naar Berea* vertrekken. Ook daar gingen ze naar de synagoge van de Joden. 
[10] Nog diezelfde nacht stuurden de leerlingen Paulus en Silas naar Berea. Toen ze daar waren aangekomen, gingen ze naar de synagoge.   10 ¶ Maar meteen als het nacht is sturen de broeders Paulus en Silas naar Berea. Daar aangekomen gaan zij naar de synagoge van de Judeeërs.   10. Les frères firent aussitôt partir de nuit Paul et Silas pour Bérée. Arrivés là, ils se rendirent à la synagogue des Juifs 

King James Bible . [10] And the brethren immediately sent away Paul and Silas by night unto Berea: who coming thither went into the synagogue of the Jews.
Luther-Bibel . 10 Die Brüder aber schickten noch in derselben Nacht Paulus und Silas nach Beröa. Als sie dahin kamen, gingen sie in die Synagoge der Juden.

Tekstuitleg van Hnd 17,10 .

Hnd 17,11 - Hnd 17,11 : In Berea . - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 17 -- Hnd 17,1-9 -- Hnd 17,10-15 -- Hnd 17,10 - Hnd 17,11 - Hnd 17,12 - Hnd 17,13 - Hnd 17,14 - Hnd 17,15 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
11outoi de èsan eugenesteroi tôn en thessalonikè, oitines edexanto ton logon meta pasès prothumias, kath èmeran anakrinontes tas grafas ei echoi tauta outôs.   11 hii autem erant nobiliores eorum qui sunt Thessalonicae qui susceperunt verbum cum omni aviditate cotidie scrutantes scripturas si haec ita se haberent   11 En dezen waren edeler, dan die te Thessalonica waren, als die het woord ontvingen met alle toegenegenheid, onderzoekende dagelijks de Schriften, of deze dingen alzo waren.    [11] Hier waren ze vriendelijker dan in Tessalonica: ze aanvaardden hun prediking met alle bereidwilligheid en onderzochten dagelijks de Schriften of het inderdaad zo was.  [11] De Joden in Berea waren welwillender dan die in Tessalonica, want ze luisterden vol belangstelling naar de verkondiging van het evangelie en bestudeerden dagelijks de Schriften om te zien of het inderdaad waar was wat er werd gezegd.   11 Die zijn beter geboren dan die in Tessalonica: zij ontvangen het woord met alle welwillendheid en wikken–en–wegen dagelijks de Schriften of het zo zou kunnen zijn.   11. Or ceux-ci avaient l'âme plus noble que ceux de Thessalonique. Ils accueillirent la parole avec le plus grand empressement. Chaque jour, ils examinaient les Écritures pour voir si tout était exact. 

King James Bible . [11] These were more noble than those in Thessalonica, in that they received the word with all readiness of mind, and searched the scriptures daily, whether those things were so.
Luther-Bibel . 11 Diese aber waren freundlicher als die in Thessalonich; sie nahmen das Wort bereitwillig auf und forschten täglich in der Schrift, ob sich's so verhielte.

Tekstuitleg van Hnd 17,11 .

1. houtoi (deze) , zie Hnd 1,14 . Aanwijzend voornaamwoord nominatief mannelijk meervoud . In 382 verzen in de bijbel . In veertien verzen in Hnd : (1) Hnd 1,14 . (2) Hnd 2,7 . (3) Hnd 2,15 . (4) Hnd 11,12 . (5) Hnd 16,17 . (6) Hnd 16,20 . (7) Hnd 17,6 . (8) Hnd 17,7 . (9) Hnd 17,11 . (10) Hnd 20,5 . (11) Hnd 24,15 . (12) Hnd 24,20 . (13) Hnd 25,11 . (14) Hnd 27,31 .

9.

11. Accusatief mannelijk enkelvoud logon (woord , ver-woord-ing) van het zelfstandig naamwoord logos (woord) . Taalgebruik in het NT : logos (woord) . Taalgebruik in Lc : logos (woord) . Taalgebruik in Hnd. : logos (woord) . Taalgebruik in de LXX : logos (woord) . Hebr. dâbhar (spreken) . Taalgebruik in Tenakh : dâbhar (spreken) . logos komt van de wortel leg- : lezen / lec-tuur ; les , Fr. leçon . Fr. leçon , parole (parler) . Ned. woord . D. Wort . E. word . Een vorm van logos (woord) in de LXX (1238) , in het NT (331) . Hnd (31) : (1) Hnd 1,1 . (2) Hnd 2,41 . (3) Hnd 4,4 . (4) Hnd 4,29 . (5) Hnd 4,31 . (6) Hnd 6,2 . (7) Hnd 8,4 . (8) Hnd 8,14 . (9) Hnd 8,25 . (10) Hnd 10,36 . (11) Hnd 10,44 . (12) Hnd 11,1 . (13) Hnd 11,19 . (14) Hnd 13,5 . (15) Hnd 13,7 . (16) Hnd 13,44 . (17) Hnd 13,46 . (18) Hnd 13,48 . (19) Hnd 14,25 . (20) Hnd 15,7 . (21) Hnd 15,35 . (22) Hnd 15,36 . (23) Hnd 16,6 . (24) Hnd 16,32 . (25) Hnd 17,11 . (26) Hnd 18,11 . (27) Hnd 18,14 . (28) Hnd 19,10 . (29) Hnd 19,38 . (30) Hnd 19,40 . (31) Hnd 20,7 .

  logos (woord) bijbel  O.T.  N.T.  Mt  Mc   Lc  Joh  Hnd  Br. Apk  syn. ev. 
4 acc. enk. logon 347 220 127 17 18 10 14 31 30 7 45  59 

15. - 16. kath' hèmeran (dagelijks) . NT (17) : (1) Mt 26,55 . (2) Mc 14,49 . (3) Lc 9,23 . (4) Lc 11,3 . (5) Lc 16,19 . (6) Lc 19,47 . (7) Lc 22,53 . (8) Hnd 2,46 . (9) Hnd 2,47 . (10) Hnd 3,2 . (11) Hnd 16,5 . (12) Hnd 17,11 . () Hnd 17,17 (kata pasan hèmeran = gedurende elke dag) . (13) Hnd 19,9 . In vier verzen in de andere boeken van het NT . pasan te hèmeran (ook iedere dag) . NT (1) : Hnd 5,42 . pasan hèmeran (elke dag) . NT (2) : (1) Hnd 17,17 . (2) Rom 14,5 .

23. 3. houtôs (zo) . Verwijzing : houtôs (zo, op deze wijze) , zie Mt 21,6 . In 907 verzen in de bijbel . In 708 verzen in het O.T. . In 199 verzen in het N.T. . In eenentwintig verzen bij Lucas . In zesentwintig verzen in Handelingen : (1) Hnd 1,11 . (2) Hnd 3,18 . (3) Hnd 7,1 . (4) Hnd 7,6 . (5) Hnd 7,8 . (6) Hnd 8,32 . (7) Hnd 12,8 . (8) Hnd 12,15 . (9) Hnd 13,8 . (10) Hnd 13,34 . (11) Hnd 13,47 . (12) Hnd 14,1 . (13) Hnd 17,11 . (14) Hnd 17,33 . (15) Hnd 19,20 . (16) Hnd 20,11 . (17) Hnd 20,13 . (18) Hnd 20,35 . (19) Hnd 21,11 . (20) Hnd 22,24 . (21) Hnd 24,9 . (22) Hnd 24,14 . (23) Hnd 27,17 . (24) Hnd 27,25 . (25) Hnd 27,44 . (26) Hnd 28,14 .

Hnd 17,12 - Hnd 17,12 : In Berea . - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 17 -- Hnd 17,1-9 -- Hnd 17,10-15 -- Hnd 17,10 - Hnd 17,11 - Hnd 17,12 - Hnd 17,13 - Hnd 17,14 - Hnd 17,15 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12polloi men oun ex autôn episteusan, kai tôn ellènidôn gunaikôn tôn euschèmonôn kai andrôn ouk oligoi.  12 et multi quidem crediderunt ex eis et gentilium mulierum honestarum et viri non pauci  12 Velen dan uit hen geloofden, en van de Griekse eerlijke vrouwen en van de mannen niet weinige.    [12] Velen van hen kwamen tot geloof, en ook een niet gering aantal Grieken, vrouwen uit de betere kringen en mannen.   [12] Velen van hen aanvaardden dan ook het geloof, evenals een groot aantal Griekse mannen en vooraanstaande vrouwen.  12 Velen van hen dan komen tot geloof, ook van de voorname Helleense vrouwen en mannen niet weinigen.   12. Beaucoup d'entre eux embrassèrent ainsi la foi, de même que, parmi les Grecs, des dames de qualité et bon nombre d'hommes.  

King James Bible . [12] Therefore many of them believed; also of honourable women which were Greeks, and of men, not a few.
Luther-Bibel . 12 So glaubten nun viele von ihnen, darunter nicht wenige von den vornehmen griechischen Frauen und Männern.

Tekstuitleg van Hnd 17,12 .

Hnd 17,13 - Hnd 17,13 : In Berea . - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 17 -- Hnd 17,1-9 -- Hnd 17,10-15 -- Hnd 17,10 - Hnd 17,11 - Hnd 17,12 - Hnd 17,13 - Hnd 17,14 - Hnd 17,15 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
13ôs de egnôsan oi apo tès thessalonikès ioudaioi oti kai en tè beroia katèggelè upo tou paulou o logos tou theou, èlthon kakei saleuontes kai tarassontes tous ochlous.   13 cum autem cognovissent in Thessalonica Iudaei quia et Beroeae praedicatum est a Paulo verbum Dei venerunt et illuc commoventes et turbantes multitudinem  13 Maar als de Joden van Thessalonica verstonden, dat het Woord Gods ook te Berea van Paulus verkondigd werd, kwamen zij ook daar en bewogen de scharen.    [13] Maar toen de Joden uit Tessalonica te weten kwamen dat Paulus eveneens in Berea het woord van God verkondigde, kwamen ze ook daar onrust en verwarring zaaien onder het volk.   [13] Maar toen de Joden van Tessalonica vernamen dat Paulus ook in Berea Gods woord verkondigde, kwamen ze ook daar het volk opruien en in verwarring brengen.   13 Maar zodra de Judeeërs uit Tessalonica er kennis van nemen dat ook in Berea het woord van God door Paulus is verkondigd, komen ze ook daar de scharen in opschudding brengen en verwarren.  13. Mais quand les Juifs de Thessalonique surent que Paul avait annoncé aussi à Bérée la parole de Dieu, ils vinrent là encore semer dans la foule l'agitation et le trouble. 

King James Bible . [13] But when the Jews of Thessalonica had knowledge that the word of God was preached of Paul at Berea, they came thither also, and stirred up the people.
Luther-Bibel . 13 Als aber die Juden von Thessalonich erfuhren, dass auch in Beröa das Wort Gottes von Paulus verkündigt wurde, kamen sie und erregten Unruhe und verwirrten auch dort das Volk.

Tekstuitleg van Hnd 17,13 .

19. logos (woord) . Verwijzing : logos (woord) , zie Mt 7,24 . Nominatief mannelijk enkelvoud . In 296 verzen in de bijbel . In vijfenzestig verzen in het N.T. . In negen verzen in Hnd : (1) Hnd 6,5 . (2) Hnd 6,7 . (3) Hnd 11,22 . (4) Hnd 12,24 . (5) Hnd 13,15 . (6) Hnd 13,26 . (7) Hnd 13,49 . (8) Hnd 17,13 . (9) Hnd 19,20 .

18. - 19. ho logos (het woord) . Verwijzing : logos (woord) , zie Mt 7,24 . Bepaald lidwoord nominatief mannelijk enkelvoud ho (de) en zelfstandig naamwoord nominatief mannelijk enkelvoud logos (woord) . In tweeënzestig verzen in het N.T. . In acht van de negen verzen van hierboven ; niet in Hnd 13,15 .

18. - 21. ho logos tou theou (het woord van God) . Verwijzing : logos (woord) , zie Mt 7,24 . In twaalf verzen in het N.T. : Lc (1) . Joh (1) . In drie verzen in Hnd : (3) Hnd 6,7 . (4) Hnd 12,24 . (5) Hnd 17,13 . Andere boeken van het N.T. (7) .

Hnd 17,14 - Hnd 17,14 : In Berea . - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 17 -- Hnd 17,1-9 -- Hnd 17,10-15 -- Hnd 17,10 - Hnd 17,11 - Hnd 17,12 - Hnd 17,13 - Hnd 17,14 - Hnd 17,15 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
14eutheôs de tote ton paulon exapesteilan oi adelfoi poreuesthai eôs epi tèn thalassan: upemeinan te o te silas kai o timotheos ekei.  14 statimque tunc Paulum dimiserunt fratres ut iret usque ad mare Silas autem et Timotheus remanserunt ibi   14 Doch de broeders zonden toen van stonde aan Paulus weg, dat hij ging als naar de zee; maar Silas en Timotheüs bleven aldaar.    [14] Daarop lieten de broeders Paulus terstond vertrekken naar de kust*, maar Silas en Timoteüs bleven daar achter.   [14] De leerlingen stuurden Paulus toen onmiddellijk weg, naar de kust, maar Silas en Timoteüs bleven in Berea.   14 Meteen zenden dan de broeders Paulus weg en laten hem naar de zee reizen; en Silas en Timoteüs blijven daar.   14. Alors les frères firent tout de suite partir Paul en direction de la mer ; quant à Silas et Timothée, ils restèrent là. 

King James Bible . [14] And then immediately the brethren sent away Paul to go as it were to the sea: but Silas and Timotheus abode there still.
Luther-Bibel . 14 Da schickten die Brüder Paulus sogleich weiter bis an das Meer; Silas und Timotheus aber blieben zurück.

Tekstuitleg van Hnd 17,14 .

9. poreuesthai . Verwijzing : poreuomai (zich op weg begeven, op weg gaan) , zie Mt 2,9 . Zie ook poreuomai = zich op weg begeven (bij Marcus) , zie Mc 10,1 . Infintief praesens . In vierenzeventig verzen in de bijbel . In zestien verzen in het N.T. . Mt (0) . Mc (0) . Lc (7) . Joh (1) . Hnd (6) . 2 Kor (2) . In zeven verzen bij Lucas : (1) Lc 4,42 . (2) Lc 9,51 . (3) Lc 10,38 . (4) Lc 13,33 . (5) Lc 17,11 . (6) Lc 22,33 . (7) Lc 24,28 . In zes verzen in Hnd : (1) Hnd 9,3 . (2) Hnd 14,16 . (3) Hnd 17,14 . (4) Hnd 19,21 . (5) Hnd 20,1 . (6) Hnd 25,20 .

10. acc. vr. enk. pasan van het bijvoegl. naamw. pas (ieder, elk, alles) . Taalgebruik in het N.T. : pas (ieder, elk, alles) . Taalgebruik in Lc : pas (ieder, elk, alles) . Hebr. kol . kl (al) . Taalgebruik in Tenakh : kl (al) . Lat. omnis . Fr. tout . Ned. elk , ieder . Hnd (8) : (1) Hnd 2,17 . (2) Hnd 5,21 . (3) Hnd 5,42 . (4) Hnd 7,14 . (5) Hnd 15,36 . (6) Hnd 17,17 . (7) Hnd 20,27 . (8) Hnd 26,20 .

  pas (al) bijbel  O.T.  N.T.  Mt  Mc   Lc  Joh  Hnd  Br.  Apk  syn. ev.
9 acc. vr. enk. pasan  380  329  51  26  13  14 

21. Timotheos (Timoteüs) , zie Hnd 16,1 . Bijbel (20) . O.T. (8) . N.T. (12) . Hnd (4) . Brieven (8) . In vier verzen in Hnd : (1) Hnd 16,1 . (2) Hnd 17,14 . (3) Hnd 18,5 . (4) Hnd 20,4 . Timoteüs was een leerling in Lystra . Hij was de zoon van een gelovige Joodse moeder en een Griekse vader . Hij stond goed aangeschreven bij de gelovigen in Lystra en Ikonium . Paulus , vergezeld van Silas , ontmoette Timoteüs bij zijn tweede zendingsreis (Hnd 16,1) . Hij liet hem besnijden . Hij werd een zendingsgenoot van Paulus . Tijdens die tweede zendingsreis van Paulus stuurden de gelovigen van Berea Paulus naar Athene terwijl Silas en Timoteüs in Berea bleven (Hnd 17,14) . Silas en Timoteüs komen Paulus vervoegen in Korinte (na zijn vertrek uit Athene) (Hnd 18,5) . Timoteüs was één van de zeven begeleiders van Paulus naar Griekenland via Macedonië (Hnd 20,4) . In twee brieven wordt Timoteüs door Paulus aangehaald . Van zes brieven is Timoteüs medeauteur .

Hnd 17,15 - Hnd 17,15 : In Berea . - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 17 -- Hnd 17,1-9 -- Hnd 17,10-15 -- Hnd 17,10 - Hnd 17,11 - Hnd 17,12 - Hnd 17,13 - Hnd 17,14 - Hnd 17,15 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
15oi de kathistanontes ton paulon ègagon eôs athènôn, kai labontes entolèn pros ton silan kai ton timotheon ina ôs tachista elthôsin pros auton exèesan. 15 qui autem deducebant Paulum perduxerunt usque Athenas et accepto mandato ab eo ad Silam et Timotheum ut quam celeriter ad illum profecti sunt   15 En die Paulus geleidden, brachten hem tot Athene toe; en als zij bevel gekregen hadden aan Silas en Timotheüs, dat zij op het spoedigste tot hem zouden komen, vertrokken zij.    [15] Paulus werd naar Athene gebracht; daarna keerden zijn begeleiders terug met de opdracht aan Silas en Timoteüs om zich zo spoedig mogelijk bij hem te voegen.  [15] Paulus’ begeleiders brachten hem naar Athene en keerden daarna weer terug, met de opdracht om tegen Silas en Timoteüs te zeggen dat ze zich zo spoedig mogelijk bij hem moesten voegen.  15 Zij die Paulus terzijde staan begeleiden hem tot Athene. Ze nemen een gebod mee voor Silas en Timoteüs om zo snel mogelijk bij hem te komen en gaan dan weg.  15. Ceux qui escortaient Paul le conduisirent jusqu'à Athènes et s'en retournèrent ensuite avec l'ordre pour Silas et Timothée de le rejoindre au plus vite.  

King James Bible . [15] And they that conducted Paul brought him unto Athens: and receiving a commandment unto Silas and Timotheus for to come to him with all speed, they departed.
Luther-Bibel . 15 Die aber Paulus geleiteten, brachten ihn bis nach Athen. Und nachdem sie den Auftrag empfangen hatten, dass Silas und Timotheus so schnell wie möglich zu ihm kommen sollten, kehrten sie zurück.

Tekstuitleg van Hnd 17,15

6. ègagon (zij leidden) . Verwijzing : agô (leiden) , zie Lc 23,1 . Actief aorist derde persoon meervoud van het werkwoord agô (leiden , voeren) . In negenendertig verzen in de bijbel . In zesentwintig verzen in het O.T. . In dertien verzen in het N.T. : (1) Mt 21,7 . (2) Lc 4,29 . (3) Lc 4,40 . (4) Lc 19,35 . (5) Lc 22,54 : ègagon eis tèn oikian tou archiereôs = naar het huis van de hogepriester . (6) Lc 23,1 : ègagon auton epi ton Pilaton = zij leidden hem tot bij Pilatus . (7) Joh 18,13 : ègagon pros Annan = zij leidden (hem) naar Annas . In zes verzen in Hnd : (1) Hnd 6,12 : kai ègagon eis to sunedrion = en zij leidden (hem) naar het sanhedrin . (2) Hnd 17,15 . (3) Hnd 17,19 . (4) Hnd 18,12 : kai ègagon auton epi to bèma = en zij leidden hem tot de rechterstoel . (5) Hnd 20,12 . (6) Hnd 23,31 . Vaak in de betekenis van : iemand voor het gerecht brengen , voorleiden .

Hnd 17,16-34 . In Athene . - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 17 -- Hnd 17,1-9 -- Hnd 17,10-15 -- Hnd 17,16-34 -- Hnd 17,16 - Hnd 17,17 - Hnd 17,18 - Hnd 17,19 - Hnd 17,20 - Hnd 17,21 - Hnd 17,22 - Hnd 17,23 - Hnd 17,24 - Hnd 17,25 - Hnd 17,26 - Hnd 17,27 - Hnd 17,28 - Hnd 17,29 - Hnd 17,30 - Hnd 17,31 - Hnd 17,32 - Hnd 17,33 - Hnd 17,34 -

Hnd 17,16 - Hnd 17,16 : In Athene . - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 17 -- Hnd 17,1-9 -- Hnd 17,10-15 -- Hnd 17,16-34 -- Hnd 17,16 - Hnd 17,17 - Hnd 17,18 - Hnd 17,19 - Hnd 17,20 - Hnd 17,21 - Hnd 17,22 - Hnd 17,23 - Hnd 17,24 - Hnd 17,25 - Hnd 17,26 - Hnd 17,27 - Hnd 17,28 - Hnd 17,29 - Hnd 17,30 - Hnd 17,31 - Hnd 17,32 - Hnd 17,33 - Hnd 17,34 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
16en de tais athènais ekdechomenou autous tou paulou, parôxuneto to pneuma autou en autô theôrountos kateidôlon ousan tèn polin.  16 Paulus autem cum Athenis eos expectaret incitabatur spiritus eius in ipso videns idolatriae deditam civitatem  16 En terwijl Paulus hen te Athene verwachtte, werd zijn geest in hem ontstoken, ziende, dat de stad zo zeer afgodisch was.    In Athene
[16] Paulus wachtte op hen in Athene*. Toen hij zag dat de stad vol afgodsbeelden stond, kwam zijn gemoed in opstand.  
[16] Terwijl Paulus in Athene op hen wachtte, raakte hij hevig verontwaardigd bij het zien van de vele godenbeelden in de stad.   16 ¶ Maar terwijl Paulus in Athene op hen wacht, is zijn geest in hem geprikkeld geraakt als hij aanschouwt hoe afgodisch de stad is.   16. Tandis que Paul les attendait à Athènes, son esprit s'échauffait en lui au spectacle de cette ville remplie d'idoles.  

King James Bible . [16] Now while Paul waited for them at Athens, his spirit was stirred in him, when he saw the city wholly given to idolatry.
Luther-Bibel . 16 Als aber Paulus in Athen auf sie wartete, ergrimmte sein Geist in ihm, als er die Stadt voller Götzenbilder sah.

Tekstuitleg van Hnd 17,16 .

Hnd 17,17 - Hnd 17,17 : In Athene . - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 17 -- Hnd 17,1-9 -- Hnd 17,10-15 -- Hnd 17,16-34 -- Hnd 17,16 - Hnd 17,17 - Hnd 17,18 - Hnd 17,19 - Hnd 17,20 - Hnd 17,21 - Hnd 17,22 - Hnd 17,23 - Hnd 17,24 - Hnd 17,25 - Hnd 17,26 - Hnd 17,27 - Hnd 17,28 - Hnd 17,29 - Hnd 17,30 - Hnd 17,31 - Hnd 17,32 - Hnd 17,33 - Hnd 17,34 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
17dielegeto men oun en tè sunagôgè tois ioudaiois kai tois sebomenois kai en tè agora kata pasan èmeran pros tous paratugchanontas.   17 disputabat igitur in synagoga cum Iudaeis et colentibus et in foro per omnes dies ad eos qui aderant   17 Hij handelde dan in de synagoge met de Joden, en met degenen, die godsdienstig waren, en op de markt alle dagen met degenen, die hem voorkwamen.     [17] Hij sprak daarom in de synagoge met de Joden en de godvrezenden*, en op het stadsplein sprak hij elke dag met de mensen die hij daar aantrof.   [17] In de synagoge sprak hij met de Joden en met de Grieken die God vereerden, en op het marktplein ging hij dagelijks in debat met de mensen die hij daar aantrof.   17 Dus is hij in de synagoge in gesprek gegaan met de Judeeërs en de vromen, en op de markt iedere dag wel met wie er toevallig waren.  17. Il s'entretenait donc à la synagogue avec des Juifs et ceux qui adoraient Dieu, et sur l'agora, tous les jours, avec les passants.  

King James Bible . [17] Therefore disputed he in the synagogue with the Jews, and with the devout persons, and in the market daily with them that met with him.
Luther-Bibel . 17 Und er redete zu den Juden und den Gottesfürchtigen in der Synagoge und täglich auf dem Markt zu denen, die sich einfanden.

Tekstuitleg van Hnd 17,17 .

17. acc. vr. enk. pasan van het bijvoegl. naamw. pas (ieder, elk, alles) . Taalgebruik in het N.T. : pas (ieder, elk, alles) . Taalgebruik in Lc : pas (ieder, elk, alles) . Hebr. kol . kl (al) . Taalgebruik in Tenakh : kl (al) . Lat. omnis . Fr. tout . Ned. elk , ieder . Hnd (8) : (1) Hnd 2,17 . (2) Hnd 5,21 . (3) Hnd 5,42 . (4) Hnd 7,14 . (5) Hnd 15,36 . (6) Hnd 17,17 . (7) Hnd 20,27 . (8) Hnd 26,20 .

  pas (al) bijbel  O.T.  N.T.  Mt  Mc   Lc  Joh  Hnd  Br.  Apk  syn. ev.
9 acc. vr. enk. pasan  380  329  51  26  13  14 

16. - 18. kath' hèmeran (dagelijks) . NT (17) : (1) Mt 26,55 . (2) Mc 14,49 . (3) Lc 9,23 . (4) Lc 11,3 . (5) Lc 16,19 . (6) Lc 19,47 . (7) Lc 22,53 . (8) Hnd 2,46 . (9) Hnd 2,47 . (10) Hnd 3,2 . (11) Hnd 16,5 . (12) Hnd 17,11 . () Hnd 17,17 (kata pasan hèmeran = gedurende elke dag) . (13) Hnd 19,9 . In vier verzen in de andere boeken van het NT . pasan te hèmeran (ook iedere dag) . NT (1) : Hnd 5,42 . pasan hèmeran (elke dag) . NT (2) : (1) Hnd 17,17 . (2) Rom 14,5 .

Hnd 17,18 - Hnd 17,18 : In Athene . - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 17 -- Hnd 17,1-9 -- Hnd 17,10-15 -- Hnd 17,16-34 -- Hnd 17,16 - Hnd 17,17 - Hnd 17,18 - Hnd 17,19 - Hnd 17,20 - Hnd 17,21 - Hnd 17,22 - Hnd 17,23 - Hnd 17,24 - Hnd 17,25 - Hnd 17,26 - Hnd 17,27 - Hnd 17,28 - Hnd 17,29 - Hnd 17,30 - Hnd 17,31 - Hnd 17,32 - Hnd 17,33 - Hnd 17,34 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
18tines de kai tôn epikoureiôn kai stoikôn filosofôn suneballon autô, kai tines elegon, ti an theloi o spermologos outos legein; oi de, xenôn daimoniôn dokei kataggeleus einai: oti ton ièsoun kai tèn anastasin euèggelizeto.   18 quidam autem epicurei et stoici philosophi disserebant cum eo et quidam dicebant quid vult seminiverbius hic dicere alii vero novorum daemoniorum videtur adnuntiator esse quia Iesum et resurrectionem adnuntiabat eis 18 En sommigen van de Epikureische en Stoische wijsgeren streden met hem; en sommigen zeiden: Wat wil toch deze klapper zeggen? Maar anderen zeiden: Hij schijnt een verkondiger te zijn van vreemde goden; omdat hij hun Jezus en de opstanding verkondigde.    [18] Ook enkele Epicurische* en Stoïsche filosofen raakten met hem in gesprek. Sommigen zeiden: ‘Wat wil die praatjesmaker eigenlijk beweren?’ ‘Hij lijkt een verkondiger te zijn van vreemde* goden’, zeiden anderen, omdat hij over Jezus en Anastasis* predikte.  [18] Onder hen waren ook enkele epicurische en stoïsche filosofen, van wie sommigen zeiden: ‘Wat beweert die praatjesmaker toch?’ Anderen merkten op: ‘Hij schijnt een boodschapper van uitheemse goden te zijn,’ omdat ze dachten dat hij predikte over Jezus en een godin die Opstanding heette.   18 Maar sommigen ook van de epicurische en stoïsche filosofen raakten in een twistgeprek met hem. Sommigen hebben gezegd: wát zou deze woordzaaier willen zeggen? Anderen: hij schijnt een verkondiger van vreemde demonen te zijn!– omdat hij Jezus en de opstanding heeft verkondigd.   18. Il y avait même des philosophes épicuriens et stoïciens qui l'abordaient. Les uns disaient : « Que peut bien vouloir dire ce perroquet ? » D'autres : « On dirait un prêcheur de divinités étrangères », parce qu'il annonçait Jésus et la Résurrection.  

King James Bible . [18] Then certain philosophers of the Epicureans, and of the Stoicks, encountered him. And some said, What will this babbler say? other some, He seemeth to be a setter forth of strange gods: because he preached unto them Jesus, and the resurrection.
Luther-Bibel . 18 Einige Philosophen aber, Epikureer und Stoiker, stritten mit ihm. Und einige von ihnen sprachen: Was will dieser Schwätzer sagen? Andere aber: Es sieht so aus, als wolle er fremde Götter verkündigen. Er hatte ihnen nämlich das Evangelium von Jesus und von der Auferstehung verkündigt.

Tekstuitleg van Hnd 17,18 .

Hnd 17,19 - Hnd 17,19 : In Athene . - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 17 -- Hnd 17,1-9 -- Hnd 17,10-15 -- Hnd 17,16-34 -- Hnd 17,16 - Hnd 17,17 - Hnd 17,18 - Hnd 17,19 - Hnd 17,20 - Hnd 17,21 - Hnd 17,22 - Hnd 17,23 - Hnd 17,24 - Hnd 17,25 - Hnd 17,26 - Hnd 17,27 - Hnd 17,28 - Hnd 17,29 - Hnd 17,30 - Hnd 17,31 - Hnd 17,32 - Hnd 17,33 - Hnd 17,34 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
19epilabomenoi te autou epi ton areion pagon ègagon, legontes, dunametha gnônai tis è kainè autè è upo sou laloumenè didachè;   19 et adprehensum eum ad Ariopagum duxerunt dicentes possumus scire quae est haec nova quae a te dicitur doctrina  19 En zij namen hem, en brachten hem op de plaats, genaamd Areopagus, zeggende: Kunnen wij niet weten, welke deze nieuwe leer zij, daar gij van spreekt?     [19] Zij namen hem mee naar de Areopagus* en zeiden: ‘Mogen wij weten wat dit voor een nieuwe leer is die u naar voren brengt?  [19] Ze namen hem mee naar de Areopagus en zeiden: ‘Kunt u ons uitleggen wat die nieuwe leer is die door u wordt uitgedragen?   19 Ze nemen hem vast en brengen hem naar de Areopagus, zeggend: kunnen wij er kennis van krijgen wat deze nieuwe leer is die door u wordt uitgesproken?–   19. Ils le prirent alors avec eux et le menèrent devant l'Aréopage en disant : « Pourrions-nous savoir quelle est cette nouvelle doctrine que tu enseignes ? 

King James Bible . [19] And they took him, and brought him unto Areopagus, saying, May we know what this new doctrine, whereof thou speakest, is?
Luther-Bibel . 19 Sie nahmen ihn aber mit und führten ihn auf den Areopag und sprachen: Können wir erfahren, was das für eine neue Lehre ist, die du lehrst?

Tekstuitleg van Hnd 17,19

8. ègagon (zij leidden) . Verwijzing : agô (leiden) , zie Lc 23,1 . Actief aorist derde persoon meervoud van het werkwoord agô (leiden , voeren) . In negenendertig verzen in de bijbel . In zesentwintig verzen in het O.T. . In dertien verzen in het N.T. : (1) Mt 21,7 . (2) Lc 4,29 . (3) Lc 4,40 . (4) Lc 19,35 . (5) Lc 22,54 : ègagon eis tèn oikian tou archiereôs = naar het huis van de hogepriester . (6) Lc 23,1 : ègagon auton epi ton Pilaton = zij leidden hem tot bij Pilatus . (7) Joh 18,13 : ègagon pros Annan = zij leidden (hem) naar Annas . In zes verzen in Hnd : (1) Hnd 6,12 : kai ègagon eis to sunedrion = en zij leidden (hem) naar het sanhedrin . (2) Hnd 17,15 . (3) Hnd 17,19 . (4) Hnd 18,12 : kai ègagon auton epi to bèma = en zij leidden hem tot de rechterstoel . (5) Hnd 20,12 . (6) Hnd 23,31 . Vaak in de betekenis van : iemand voor het gerecht brengen , voorleiden .

Hnd 17,20 - Hnd 17,20 : In Athene . - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 17 -- Hnd 17,1-9 -- Hnd 17,10-15 -- Hnd 17,16-34 -- Hnd 17,16 - Hnd 17,17 - Hnd 17,18 - Hnd 17,19 - Hnd 17,20 - Hnd 17,21 - Hnd 17,22 - Hnd 17,23 - Hnd 17,24 - Hnd 17,25 - Hnd 17,26 - Hnd 17,27 - Hnd 17,28 - Hnd 17,29 - Hnd 17,30 - Hnd 17,31 - Hnd 17,32 - Hnd 17,33 - Hnd 17,34 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
20xenizonta gar tina eisfereis eis tas akoas èmôn: boulometha oun gnônai tina thelei tauta einai.  20 nova enim quaedam infers auribus nostris volumus ergo scire quidnam velint haec esse  20 Want gij brengt enige vreemde dingen voor onze oren; wij willen dan weten, wat toch dit zijn wil.    [20] U zegt dingen die ons nogal vreemd in de oren klinken. Wij willen graag weten waar het over gaat.’  [20] Want wat u zegt, klinkt ons vreemd in de oren; we willen graag weten wat u bedoelt.’   20 want u brengt enkele bevreemdende dingen onze oren te binnen!– dus willen wij er kennis van krijgen wat ze willen voorstellen!  20. Car ce sont d'étranges propos que tu nous fais entendre. Nous voudrions donc savoir ce que cela veut dire. »  

King James Bible . [20] For thou bringest certain strange things to our ears: we would know therefore what these things mean.
Luther-Bibel . 20 Denn du bringst etwas Neues vor unsere Ohren; nun wollen wir gerne wissen, was das ist.

Tekstuitleg van Hnd 17,20 .

Hnd 17,21 - Hnd 17,21 : In Athene . - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 17 -- Hnd 17,1-9 -- Hnd 17,10-15 -- Hnd 17,16-34 -- Hnd 17,16 - Hnd 17,17 - Hnd 17,18 - Hnd 17,19 - Hnd 17,20 - Hnd 17,21 - Hnd 17,22 - Hnd 17,23 - Hnd 17,24 - Hnd 17,25 - Hnd 17,26 - Hnd 17,27 - Hnd 17,28 - Hnd 17,29 - Hnd 17,30 - Hnd 17,31 - Hnd 17,32 - Hnd 17,33 - Hnd 17,34 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
21athènaioi de pantes kai oi epidèmountes xenoi eis ouden eteron èukairoun è legein ti è akouein ti kainoteron.   21 Athenienses autem omnes et advenae hospites ad nihil aliud vacabant nisi aut dicere aut audire aliquid novi   21 (Die van Athene nu allen, en de vreemdelingen, die zich daar onthielden, besteedden hun tijd tot niets anders dan om wat nieuws te zeggen en te horen.)     [21] Alle Atheners en ook de buitenlanders die daar wonen, hebben immers voor niets anders tijd dan voor het vertellen of aanhoren van iets nieuws.  [21] Alle Atheners en de vreemdelingen die er wonen hebben immers voor haast niets anders tijd dan voor het uitwisselen van de nieuwste ideeën.  21 De Atheners en alle bij hen vertoevende vreemdelingen hebben altijd al voor niets anders tijd gehad dan iets te zeggen of iets nieuws te horen.   21. Tous les Athéniens en effet et les étrangers qui résidaient parmi eux n'avaient d'autre passe-temps que de dire ou écouter les dernières nouveautés.  

King James Bible . [21] (For all the Athenians and strangers which were there spent their time in nothing else, but either to tell, or to hear some new thing.)
Luther-Bibel . 21 Alle Athener nämlich, auch die Fremden, die bei ihnen wohnten, hatten nichts anderes im Sinn, als etwas Neues zu sagen oder zu hören.

Tekstuitleg van Hnd 17,21 .

3. pantes (allen) . Verwijzing : pas (ieder, elk) , zie Mc 2,13 . Nominatief mannelijk en vrouwelijk meervoud . In 724 verzen in de bijbel . In 166 verzen in het N.T. In drieëndertig verzen in Hnd , zie Hnd 1,14 : (1) Hnd 1,14 . (2) Hnd 2,1 . (3) Hnd 2,4 . (4) Hnd 2,12 . (5) Hnd 2,14 . (6) Hnd 2,32 . (7) Hnd 2,44 . (8) Hnd 3,24 . (9) Hnd 4,21 . (10) Hnd 5,17 . (11) Hnd 5,36 . (12) Hnd 5,37 . (13) Hnd 6,15 . (14) Hnd 8,1 . (15) Hnd 8,10 . (16) Hnd 9,21 . (17) Hnd 9,26 . (18) Hnd 9,35 . (19) Hnd 10,33 . (20) Hnd 10,43 . (21) Hnd 16,33 . (22) Hnd 17,7 . (23) Hnd 17,21 . (24) Hnd 18,17 . (25) Hnd 19,7 . (26) Hnd 20,25 . (27) Hnd 21,18 . (28) Hnd 21,20 . (29) Hnd 21,24 . (30) Hnd 22,3 . (31) Hnd 25,24 . (32) Hnd 26,4 . (33) Hnd 27,36 .
- hapantes (allen) . In zes verzen in Hnd : (Hnd 2,1) . (1) Hnd 2,7 . (2) Hnd 4,31 . (3) Hnd 5,12 . (4) Hnd 5,16 . (5) Hnd 16,3 . (6) Hnd 16,28 .

16. akouein (horen) . Verwijzing : akouô (horen, luisteren) , zie Mt 4,12 . Actief infinitief praesens . In tweeëntwintig verzen in het O.T. . In tweeënveertig verzen in de bijbel . In twintig verzen in het N.T. . Mt (1) . Mc (4) . Lc (7) . Joh (3) . Hnd (3) . In zeven verzen in Lc . : (1) Lc 5,1 . (2) Lc 5,15 . (3) Lc 8,8 . (4) Lc 14,35 . (5) Lc 15,1 . (6) Lc 22,38 . (7) Lc 23,8 . In drie verzen in Hnd : (1) Hnd 4,19 . (2) Hnd 8,6 . (3) Hnd 17,21 .

Hnd 17,22 - Hnd 17,22 : In Athene . - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 17 -- Hnd 17,1-9 -- Hnd 17,10-15 -- Hnd 17,16-34 -- Hnd 17,16 - Hnd 17,17 - Hnd 17,18 - Hnd 17,19 - Hnd 17,20 - Hnd 17,21 - Hnd 17,22 - Hnd 17,23 - Hnd 17,24 - Hnd 17,25 - Hnd 17,26 - Hnd 17,27 - Hnd 17,28 - Hnd 17,29 - Hnd 17,30 - Hnd 17,31 - Hnd 17,32 - Hnd 17,33 - Hnd 17,34 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
22statheis de [o] paulos en mesô tou areiou pagou efè, andres athènaioi, kata panta ôs deisidaimonesterous umas theôrô: 22 stans autem Paulus in medio Ariopagi ait viri athenienses per omnia quasi superstitiosiores vos video  22 En Paulus, staande in het midden van de plaats, genaamd Areopagus, zeide: Gij mannen van Athene! ik bemerke, dat gij alleszins gelijk als godsdienstiger zijt.    [22] Paulus ging in het midden van de Areopagus staan en zei*: ‘Atheners, aan alles zie ik dat u buitengewoon godsdienstig bent.  [22] Paulus richtte zich tot de leden van de Areopagus en zei: ‘Atheners, ik heb gezien hoe buitengewoon godsdienstig u in ieder opzicht bent.   22 ¶ Paulus gaat midden op de Areopagus staan en verklaart: mannen Atheners, in alles beschouw ik u als mensen met groot ontzag voor demonen,   22. Debout au milieu de l'Aréopage, Paul dit alors : « Athéniens, à tous égards vous êtes, je le vois, les plus religieux des hommes.  

King James Bible . [22] Then Paul stood in the midst of Mars' hill, and said, Ye men of Athens, I perceive that in all things ye are too superstitious.
Luther-Bibel . 22 Paulus aber stand mitten auf dem Areopag und sprach: Ihr Männer von Athen, ich sehe, dass ihr die Götter in allen Stücken sehr verehrt.

Tekstuitleg van Hnd 17,22 .

Hnd 17,23 - Hnd 17,23 : In Athene . - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 17 -- Hnd 17,1-9 -- Hnd 17,10-15 -- Hnd 17,16-34 -- Hnd 17,16 - Hnd 17,17 - Hnd 17,18 - Hnd 17,19 - Hnd 17,20 - Hnd 17,21 - Hnd 17,22 - Hnd 17,23 - Hnd 17,24 - Hnd 17,25 - Hnd 17,26 - Hnd 17,27 - Hnd 17,28 - Hnd 17,29 - Hnd 17,30 - Hnd 17,31 - Hnd 17,32 - Hnd 17,33 - Hnd 17,34 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
23dierchomenos gar kai anatheôrôn ta sebasmata umôn euron kai bômon en ô epegegrapto, agnôstô theô. o oun agnoountes eusebeite, touto egô kataggellô umin.   23 praeteriens enim et videns simulacra vestra inveni et aram in qua scriptum erat ignoto deo quod ergo ignorantes colitis hoc ego adnuntio vobis  23 Want de stad doorgaande, en aanschouwende uw heiligdommen, heb ik ook een altaar gevonden, op hetwelk een opschrift stond: DEN ONBEKENDEN GOD. Dezen dan, Dien gij niet kennende dient, verkondig ik ulieden.     [23] Toen ik rondliep en uw heiligdommen bezichtigde, trof ik ook een altaar aan met het opschrift*: Aan de onbekende god. Welnu, wat u zonder het te kennen vereert, dat kom ik u verkondigen.  [23] Want toen ik in de stad rondliep en alles wat u vereert nauwlettend in ogenschouw nam, ontdekte ik ook een altaar met het opschrift: “Aan de onbekende god”. Wat u vereert zonder het te kennen, dat kom ik u verkondigen.   23 want toen ik rondliep en de tekenen van uw vroomheid aanschouwde, vond ik ook een onderstuk waarop geschreven stond: voor een onkenbare god!– wat ge dan zonder het te kennen vereert, dat verkondig ik u;  23. Parcourant en effet votre ville et considérant vos monuments sacrés, j'ai trouvé jusqu'à un autel avec l'inscription : «Au dieu inconnu». Eh bien ! ce que vous adorez sans le connaître, je viens, moi, vous l'annoncer.  

King James Bible . [23] For as I passed by, and beheld your devotions, I found an altar with this inscription, TO THE UNKNOWN GOD. Whom therefore ye ignorantly worship, him declare I unto you.
Luther-Bibel . 23 Ich bin umhergegangen und habe eure Heiligtümer angesehen und fand einen Altar, auf dem stand geschrieben: Dem unbekannten Gott. Nun verkündige ich euch, was ihr unwissend verehrt.

Tekstuitleg van Hnd 17,23 .

Hnd 17,24 - Hnd 17,24 : In Athene . - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 17 -- Hnd 17,1-9 -- Hnd 17,10-15 -- Hnd 17,16-34 -- Hnd 17,16 - Hnd 17,17 - Hnd 17,18 - Hnd 17,19 - Hnd 17,20 - Hnd 17,21 - Hnd 17,22 - Hnd 17,23 - Hnd 17,24 - Hnd 17,25 - Hnd 17,26 - Hnd 17,27 - Hnd 17,28 - Hnd 17,29 - Hnd 17,30 - Hnd 17,31 - Hnd 17,32 - Hnd 17,33 - Hnd 17,34 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
24o theos o poièsas ton kosmon kai panta ta en autô, outos ouranou kai gès uparchôn kurios ouk en cheiropoiètois naois katoikei   24 Deus qui fecit mundum et omnia quae in eo sunt hic caeli et terrae cum sit Dominus non in manufactis templis inhabitat   24 De God, Die de wereld gemaakt heeft en alles wat daarin is; Deze, zijnde een Heere des hemels en der aarde, woont niet in tempelen met handen gemaakt;    [24] De God die de wereld gemaakt heeft en alles wat die bevat, de Heer van hemel en aarde, woont niet in tempels die door mensenhanden gemaakt zijn.   [24] De God die de wereld heeft gemaakt en alles wat er leeft, hij die over hemel en aarde heerst, woont niet in door mensenhanden gemaakte tempels.   24 de God die de wereld heeft gemaakt en alles wat daarin is, die Heer is van hemel en aarde, hij woont niet in tempelhallen met handen gemaakt;   24. « Le Dieu qui a fait le monde et tout ce qui s'y trouve, lui, le Seigneur du ciel et de la terre, n'habite pas dans des temples faits de main d'homme.  

King James Bible . [24] God that made the world and all things therein, seeing that he is Lord of heaven and earth, dwelleth not in temples made with hands;
Luther-Bibel . 24 Gott, der die Welt gemacht hat und alles, was darin ist, er, der Herr des Himmels und der Erde, wohnt nicht in Tempeln, die mit Händen gemacht sind.

Tekstuitleg van Hnd 17,24 .

Hnd 17,25 - Hnd 17,25 : In Athene . - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 17 -- Hnd 17,1-9 -- Hnd 17,10-15 -- Hnd 17,16-34 -- Hnd 17,16 - Hnd 17,17 - Hnd 17,18 - Hnd 17,19 - Hnd 17,20 - Hnd 17,21 - Hnd 17,22 - Hnd 17,23 - Hnd 17,24 - Hnd 17,25 - Hnd 17,26 - Hnd 17,27 - Hnd 17,28 - Hnd 17,29 - Hnd 17,30 - Hnd 17,31 - Hnd 17,32 - Hnd 17,33 - Hnd 17,34 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
25oude upo cheirôn anthrôpinôn therapeuetai prosdeomenos tinos, autos didous pasi zôèn kai pnoèn kai ta panta: 25 nec manibus humanis colitur indigens aliquo cum ipse det omnibus vitam et inspirationem et omnia  25 En wordt ook van mensenhanden niet gediend, als iets behoevende, alzo Hij Zelf allen het leven, en den adem, en alle dingen geeft;    [25] Ook laat Hij zich niet door mensenhanden bedienen, alsof Hij iets nodig had, want zelf geeft Hij aan allen leven en adem en alles.  [25] Hij laat zich ook niet bedienen door mensenhanden alsof er nog iets is dat hij nodig heeft, hij die zelf aan iedereen leven en adem en al het andere schenkt.   25 ook laat hij zich niet door menselijke handen verzorgen als hij iets nodig heeft die zelf aan allen leven en adem en alle dingen geeft;  25. Il n'est pas non plus servi par des mains humaines, comme s'il avait besoin de quoi que ce soit, lui qui donne à tous vie, souffle et toutes choses. 

King James Bible . [25] Neither is worshipped with men's hands, as though he needed any thing, seeing he giveth to all life, and breath, and all things;
Luther-Bibel . 25 Auch lässt er sich nicht von Menschenhänden dienen wie einer, der etwas nötig hätte, da er doch selber jedermann Leben und Odem und alles gibt.

Tekstuitleg van Hnd 17,25 .

Hnd 17,26 - Hnd 17,26 : In Athene . - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 17 -- Hnd 17,1-9 -- Hnd 17,10-15 -- Hnd 17,16-34 -- Hnd 17,16 - Hnd 17,17 - Hnd 17,18 - Hnd 17,19 - Hnd 17,20 - Hnd 17,21 - Hnd 17,22 - Hnd 17,23 - Hnd 17,24 - Hnd 17,25 - Hnd 17,26 - Hnd 17,27 - Hnd 17,28 - Hnd 17,29 - Hnd 17,30 - Hnd 17,31 - Hnd 17,32 - Hnd 17,33 - Hnd 17,34 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
26epoièsen te ex enos pan ethnos anthrôpôn katoikein epi pantos prosôpou tès gès, orisas prostetagmenous kairous kai tas orothesias tès katoikias autôn,  26 fecitque ex uno omne genus hominum inhabitare super universam faciem terrae definiens statuta tempora et terminos habitationis eorum  26 En heeft uit een bloede het ganse geslacht der mensen gemaakt, om op den gehelen aardbodem te wonen, bescheiden hebbende de tijden te voren geordineerd, en de bepalingen van hun woning;    [26] Uit één mens heeft Hij heel het mensenvolk gemaakt* om overal op aarde te wonen. Hij heeft bepaalde tijden vastgesteld en hun woongebieden afgegrensd,   [26] Uit één mens heeft hij de hele mensheid gemaakt, die hij over de hele aarde heeft verspreid; voor elk volk heeft hij een tijdperk vastgesteld en hij heeft de grenzen van hun woongebied bepaald.   26 ook heeft hij uit één bloed elk mensenvolk gemaakt om te wonen op heel het aanschijn van de aarde, nadat hij toegemeten tijden en de grenzen van hun woongebied heeft afgegrensd,–  26. Si d'un principe unique il a fait tout le genre humain pour qu'il habite sur toute la face de la terre ; s'il a fixé des temps déterminés et les limites de l'habitat des hommes, 

King James Bible . [26] And hath made of one blood all nations of men for to dwell on all the face of the earth, and hath determined the times before appointed, and the bounds of their habitation;
Luther-Bibel . 26 Und er hat aus einem Menschen das ganze Menschengeschlecht gemacht, damit sie auf dem ganzen Erdboden wohnen, und er hat festgesetzt, wie lange sie bestehen und in welchen Grenzen sie wohnen sollen,

Tekstuitleg van Hnd 17,26 .

Hnd 17,27 - Hnd 17,27 : In Athene . - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 17 -- Hnd 17,1-9 -- Hnd 17,10-15 -- Hnd 17,16-34 -- Hnd 17,16 - Hnd 17,17 - Hnd 17,18 - Hnd 17,19 - Hnd 17,20 - Hnd 17,21 - Hnd 17,22 - Hnd 17,23 - Hnd 17,24 - Hnd 17,25 - Hnd 17,26 - Hnd 17,27 - Hnd 17,28 - Hnd 17,29 - Hnd 17,30 - Hnd 17,31 - Hnd 17,32 - Hnd 17,33 - Hnd 17,34 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
27zètein ton theon ei ara ge psèlafèseian auton kai euroien, kai ge ou makran apo enos ekastou èmôn uparchonta.  27 quaerere Deum si forte adtractent eum aut inveniant quamvis non longe sit ab unoquoque nostrum  27 Opdat zij den Heere zouden zoeken, of zij Hem immers tasten en vinden mochten; hoewel Hij niet verre is van een iegelijk van ons.     [27] met de bedoeling dat ze God zouden zoeken en Hem wellicht tastenderwijs zouden vinden; Hij* is immers niet ver van ieder van ons.  [27] Het was Gods bedoeling dat ze hem zouden zoeken en hem al tastend zouden kunnen vinden, aangezien hij van niemand van ons ver weg is.  27 om God te zoeken en misschien al tastend hem te vinden die toch al niet ver van ieder van ons is;  27. c'était afin qu'ils cherchent la divinité pour l'atteindre, si possible, comme à tâtons et la trouver ; aussi bien n'est-elle pas loin de chacun de nous. 

King James Bible . [27] That they should seek the Lord, if haply they might feel after him, and find him, though he be not far from every one of us:
Luther-Bibel . 27 damit sie Gott suchen sollen, ob sie ihn wohl fühlen und finden könnten; und fürwahr, er ist nicht ferne von einem jeden unter uns.

Tekstuitleg van Hnd 17,27 .

Hnd 17,28 - Hnd 17,28 : In Athene . - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 17 -- Hnd 17,1-9 -- Hnd 17,10-15 -- Hnd 17,16-34 -- Hnd 17,16 - Hnd 17,17 - Hnd 17,18 - Hnd 17,19 - Hnd 17,20 - Hnd 17,21 - Hnd 17,22 - Hnd 17,23 - Hnd 17,24 - Hnd 17,25 - Hnd 17,26 - Hnd 17,27 - Hnd 17,28 - Hnd 17,29 - Hnd 17,30 - Hnd 17,31 - Hnd 17,32 - Hnd 17,33 - Hnd 17,34 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
28en autô gar zômen kai kinoumetha kai esmen, ôs kai tines tôn kath umas poiètôn eirèkasin, tou gar kai genos esmen.   28 in ipso enim vivimus et movemur et sumus sicut et quidam vestrum poetarum dixerunt ipsius enim et genus sumus  28 Want in Hem leven wij, en bewegen ons, en zijn wij; gelijk ook enigen van uw poeten gezegd hebben: Want wij zijn ook Zijn geslacht.    [28] Want door Hem leven wij, bewegen wij en zijn wij; zoals ook enkele van uw dichters hebben gezegd:
[28] Wij zijn van goddelijke afkomst. 
[28] Want in hem leven wij, bewegen wij en zijn wij. Of, zoals ook enkele van uw eigen dichters hebben gezegd: “Uit hem komen ook wij voort.”  28 want door hem leven wij en bewegen wij en zijn wij, zoals ook enkelen van de dichters bij u hebben gezegd: ‘uit hem immers zijn wij ook geboortig’;   28. C'est en elle en effet que nous avons la vie, le mouvement et l'être. Ainsi d'ailleurs l'ont dit certains des vôtres : «Car nous sommes aussi de sa race. » 

King James Bible . [28] For in him we live, and move, and have our being; as certain also of your own poets have said, For we are also his offspring.
Luther-Bibel . 28 Denn in ihm leben, weben und sind wir; wie auch einige Dichter bei euch gesagt haben: Wir sind seines Geschlechts.

Tekstuitleg van Hnd 17,28 .

Hnd 17,29 - Hnd 17,29 : In Athene . - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 17 -- Hnd 17,1-9 -- Hnd 17,10-15 -- Hnd 17,16-34 -- Hnd 17,16 - Hnd 17,17 - Hnd 17,18 - Hnd 17,19 - Hnd 17,20 - Hnd 17,21 - Hnd 17,22 - Hnd 17,23 - Hnd 17,24 - Hnd 17,25 - Hnd 17,26 - Hnd 17,27 - Hnd 17,28 - Hnd 17,29 - Hnd 17,30 - Hnd 17,31 - Hnd 17,32 - Hnd 17,33 - Hnd 17,34 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
29genos oun uparchontes tou theou ouk ofeilomen nomizein chrusô è argurô è lithô, charagmati technès kai enthumèseôs anthrôpou, to theion einai omoion.   29 genus ergo cum simus Dei non debemus aestimare auro aut argento aut lapidi sculpturae artis et cogitationis hominis divinum esse simile   29 Wij dan, zijnde Gods geslacht, moeten niet menen, dat de Godheid goud, of zilver, of steen gelijk zij, welke door mensenkunst en bedenking gesneden zijn.    [29] Als we dus van goddelijke afkomst zijn, moeten we niet denken dat het goddelijke overeenkomt met goud, zilver of steen, met produkten van menselijk ambacht en menselijke verbeelding.  [29] Maar als wij dan uit God voortkomen, mogen we niet denken dat het goddelijke gelijk is aan een beeld van goud of zilver of steen, het werk van een ambachtsman, door mensen bedacht.  29 als wij dan uit God geboortig zijn mogen we niet menen dat het goddelijke gelijkenis heeft met goud of zilver of steen, bewerkt door vakkundigheid en invallen van een mens;  29. « Que si nous sommes de la race de Dieu, nous ne devons pas penser que la divinité soit semblable à de l'or, de l'argent ou de la pierre, travaillés par l'art et le génie de l'homme. 

King James Bible . [29] Forasmuch then as we are the offspring of God, we ought not to think that the Godhead is like unto gold, or silver, or stone, graven by art and man's device.
Luther-Bibel . 29 Da wir nun göttlichen Geschlechts sind, sollen wir nicht meinen, die Gottheit sei gleich den goldenen, silbernen und steinernen Bildern, durch menschliche Kunst und Gedanken gemacht.

Tekstuitleg van Hnd 17,29 .

Hnd 17,30 - Hnd 17,30 : In Athene . - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 17 -- Hnd 17,1-9 -- Hnd 17,10-15 -- Hnd 17,16-34 -- Hnd 17,16 - Hnd 17,17 - Hnd 17,18 - Hnd 17,19 - Hnd 17,20 - Hnd 17,21 - Hnd 17,22 - Hnd 17,23 - Hnd 17,24 - Hnd 17,25 - Hnd 17,26 - Hnd 17,27 - Hnd 17,28 - Hnd 17,29 - Hnd 17,30 - Hnd 17,31 - Hnd 17,32 - Hnd 17,33 - Hnd 17,34 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
30tous men oun chronous tès agnoias uperidôn o theos ta nun paraggellei tois anthrôpois pantas pantachou metanoein,  30 et tempora quidem huius ignorantiae despiciens Deus nunc adnuntiat hominibus ut omnes ubique paenitentiam agant  30 God dan, de tijden der onwetendheid overzien hebbende, verkondigt nu allen mensen alom, dat zij zich bekeren.     [30] Zonder te letten op die tijden van onwetendheid zegt God nu de mensen aan dat ze zich moeten bekeren, allemaal en overal.   [30] God slaat echter geen acht op de tijd waarin men hem niet kende, maar roept nu overal de mensen op om een nieuw leven te beginnen,   30 met voorbijzien dan aan de tijden van niet–kennen verkondigt God nú aan de mensen dat zij allen overal zich moeten bekeren,  30. « Or voici que, fermant les yeux sur les temps de l'ignorance, Dieu fait maintenant savoir aux hommes d'avoir tous et partout à se repentir,  

King James Bible . [30] And the times of this ignorance God winked at; but now commandeth all men every where to repent:
Luther-Bibel . 30 Zwar hat Gott über die Zeit der Unwissenheit hinweggesehen; nun aber gebietet er den Menschen, dass alle an allen Enden Buße tun.

Tekstuitleg van Hnd 17,30 .

Hnd 17,31 - Hnd 17,31 : In Athene . - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 17 -- Hnd 17,1-9 -- Hnd 17,10-15 -- Hnd 17,16-34 -- Hnd 17,16 - Hnd 17,17 - Hnd 17,18 - Hnd 17,19 - Hnd 17,20 - Hnd 17,21 - Hnd 17,22 - Hnd 17,23 - Hnd 17,24 - Hnd 17,25 - Hnd 17,26 - Hnd 17,27 - Hnd 17,28 - Hnd 17,29 - Hnd 17,30 - Hnd 17,31 - Hnd 17,32 - Hnd 17,33 - Hnd 17,34 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
31kathoti estèsen èmeran en è mellei krinein tèn oikoumenèn en dikaiosunè en andri ô ôrisen, pistin paraschôn pasin anastèsas auton ek nekrôn.  31 eo quod statuit diem in qua iudicaturus est orbem in aequitate in viro in quo statuit fidem praebens omnibus suscitans eum a mortuis  31 Daarom dat Hij een dag gesteld heeft, op welken Hij den aardbodem rechtvaardiglijk zal oordelen, door een Man, Dien Hij daartoe geordineerd heeft, verzekering daarvan doende aan allen, dewijl Hij Hem uit de doden opgewekt heeft.    [31] Want Hij heeft een dag vastgesteld waarop Hij de wereld rechtvaardig zal oordelen. Daar heeft Hij iemand voor aangewezen, en Hij heeft dit voor iedereen geloofwaardig gemaakt door Hem uit de doden te laten opstaan.’   [31] want hij heeft bepaald dat er een dag komt waarop hij een rechtvaardig oordeel over de mensheid zal laten vellen door een man die hij voor dat doel heeft aangewezen. Het bewijs dat het om deze man gaat, heeft hij geleverd door hem uit de dood te doen opstaan.’ 31 omdat hij een dag heeft vastgesteld waarop hij weldra ‘de bewoonde wereld zal oordelen in rechtvaardigheid’, in een man die hij heeft aangewezen en die hij voor allen geloofwaardig heeft gemaakt door hem te doen opstaan uit de doden.   31. parce qu'il a fixé un jour pour juger l'univers avec justice, par un homme qu'il y a destiné, offrant à tous une garantie en le ressuscitant des morts. »  

King James Bible . [31] Because he hath appointed a day, in the which he will judge the world in righteousness by that man whom he hath ordained; whereof he hath given assurance unto all men, in that he hath raised him from the dead.
Luther-Bibel . 31 Denn er hat einen Tag festgesetzt, an dem er den Erdkreis richten will mit Gerechtigkeit durch einen Mann, den er dazu bestimmt hat, und hat jedermann den Glauben angeboten, indem er ihn von den Toten auferweckt hat.

Tekstuitleg van Hnd 17,31 .

Hnd 17,32 - Hnd 17,32 : In Athene . - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 17 -- Hnd 17,1-9 -- Hnd 17,10-15 -- Hnd 17,16-34 -- Hnd 17,16 - Hnd 17,17 - Hnd 17,18 - Hnd 17,19 - Hnd 17,20 - Hnd 17,21 - Hnd 17,22 - Hnd 17,23 - Hnd 17,24 - Hnd 17,25 - Hnd 17,26 - Hnd 17,27 - Hnd 17,28 - Hnd 17,29 - Hnd 17,30 - Hnd 17,31 - Hnd 17,32 - Hnd 17,33 - Hnd 17,34 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
32akousantes de anastasin nekrôn oi men echleuazon, oi de eipan, akousometha sou peri toutou kai palin. 32 cum audissent autem resurrectionem mortuorum quidam quidem inridebant quidam vero dixerunt audiemus te de hoc iterum   32 Als zij nu van de opstanding der doden hoorden, spotten sommigen daarmede; en sommigen zeiden: Wij zullen u wederom hiervan horen.    [32] Toen zij hoorden over opstanding van de doden, dreven sommigen daar de spot mee, maar anderen zeiden: ‘Daarover willen wij u nog wel eens horen.’   [32] Toen ze hoorden van een opstanding van de doden dreven sommigen daar de spot mee, terwijl anderen zeiden: ‘Daarover moet u ons een andere keer nog maar eens vertellen.’ 32 ¶ Als zij horen van opstanding van doden zijn sommigen al aan het spotten geslagen, maar anderen zeggen: ook opnieuw zullen wij hierover naar u horen!   32. A ces mots de résurrection des morts, les uns se moquaient, les autres disaient : « Nous t'entendrons là-dessus une autre fois. » 

King James Bible . [32] And when they heard of the resurrection of the dead, some mocked: and others said, We will hear thee again of this matter.
Luther-Bibel . 32 Als sie von der Auferstehung der Toten hörten, begannen die einen zu spotten; die andern aber sprachen: Wir wollen dich darüber ein andermal weiterhören.

Tekstuitleg van Hnd 17,32 .

1. akousantes (gehoord) . Verwijzing : akouô (horen, luisteren) , zie Mt 4,12 . Participium aorist nominatief mannelijk meervoud . In zevenenzestig verzen in de bijbel . In vijftien verzen in het O.T. . In tweeënvijftig verzen in het N.T. . Mt (13) . Mc (7) . Lc (7) . Joh (5) . Hnd (16) . In zestien verzen in Handelingen : (1) Hnd 2,37 . (2) Hnd 4,24 . (3) Hnd 5,21 . (4) Hnd 5,33 . (5) Hnd 8,14 . (6) Hnd 9,38 . (7) Hnd 11,18 . (8) Hnd 14,14 . (9) Hnd 16,38 . (10) Hnd 17,32 . (11) Hnd 18,26 . (12) Hnd 19,5 . (13) Hnd 19,28 . (14) Hnd 21,20 . (15) Hnd 22,2 . (16) Hnd 28,15 .

1. - 2. akousantes de (gehoord echter) . In twaalf verzen in het N.T. . Mt (1) . Lc (1) . Hnd (10) : (1) Hnd 2,37 . (3) Hnd 5,21 . (5) Hnd 8,14 . (7) Hnd 11,18 . (8) Hnd 14,14 . (10) Hnd 17,32 . (11) Hnd 18,26 . (12) Hnd 19,5 . (13) Hnd 19,28 . (15) Hnd 22,2 . In deze tien verzen in Hnd staat dit telkens bij het begin van een zin . In negen verzen in het begin van een vers , niet in Hnd 18,26 .

b
Hnd 17,33 - Hnd 17,33 : In Athene . - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 17 -- Hnd 17,1-9 -- Hnd 17,10-15 -- Hnd 17,16-34 -- Hnd 17,16 - Hnd 17,17 - Hnd 17,18 - Hnd 17,19 - Hnd 17,20 - Hnd 17,21 - Hnd 17,22 - Hnd 17,23 - Hnd 17,24 - Hnd 17,25 - Hnd 17,26 - Hnd 17,27 - Hnd 17,28 - Hnd 17,29 - Hnd 17,30 - Hnd 17,31 - Hnd 17,32 - Hnd 17,33 - Hnd 17,34 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
33outôs o paulos exèlthen ek mesou autôn. 33 sic Paulus exivit de medio eorum   33 En alzo is Paulus uit het midden van hen uitgegaan.    [33] Zo vertrok Paulus uit hun midden.    [33] Zo vertrok Paulus uit hun midden. 33 Zo komt Paulus uit hun midden weg.   33. C'est ainsi que Paul se retira du milieu d'eux.  

King James Bible . [33] So Paul departed from among them.
Luther-Bibel . 33 So ging Paulus von ihnen.

Tekstuitleg van Hnd 17,33 .

1. 3. houtôs (zo) . Verwijzing : houtôs (zo, op deze wijze) , zie Mt 21,6 . In 907 verzen in de bijbel . In 708 verzen in het O.T. . In 199 verzen in het N.T. . In eenentwintig verzen bij Lucas . In zesentwintig verzen in Handelingen : (1) Hnd 1,11 . (2) Hnd 3,18 . (3) Hnd 7,1 . (4) Hnd 7,6 . (5) Hnd 7,8 . (6) Hnd 8,32 . (7) Hnd 12,8 . (8) Hnd 12,15 . (9) Hnd 13,8 . (10) Hnd 13,34 . (11) Hnd 13,47 . (12) Hnd 14,1 . (13) Hnd 17,11 . (14) Hnd 17,33 . (15) Hnd 19,20 . (16) Hnd 20,11 . (17) Hnd 20,13 . (18) Hnd 20,35 . (19) Hnd 21,11 . (20) Hnd 22,24 . (21) Hnd 24,9 . (22) Hnd 24,14 . (23) Hnd 27,17 . (24) Hnd 27,25 . (25) Hnd 27,44 . (26) Hnd 28,14 .

b
Hnd 17,34 - Hnd 17,34 : In Athene . - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 17 -- Hnd 17,1-9 -- Hnd 17,10-15 -- Hnd 17,16-34 -- Hnd 17,16 - Hnd 17,17 - Hnd 17,18 - Hnd 17,19 - Hnd 17,20 - Hnd 17,21 - Hnd 17,22 - Hnd 17,23 - Hnd 17,24 - Hnd 17,25 - Hnd 17,26 - Hnd 17,27 - Hnd 17,28 - Hnd 17,29 - Hnd 17,30 - Hnd 17,31 - Hnd 17,32 - Hnd 17,33 - Hnd 17,34 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
34tines de andres kollèthentes autô episteusan, en ois kai dionusios o areopagitès kai gunè onomati damaris kai eteroi sun autois. 34 quidam vero viri adherentes ei crediderunt in quibus et Dionisius Ariopagita et mulier nomine Damaris et alii cum eis   34 Doch sommige mannen hingen hem aan, en geloofden; onder welke was ook Dionysius, de Areopagiet, en een vrouw, met name Damaris, en anderen met dezelve.
 
  [34] Toch sloten enkele mensen zich bij hem aan en kwamen tot geloof. Onder hen bevonden zich ook Dionysius* de Areopagiet, een vrouw die Damaris* heette, en nog anderen.    [34] Toch sloten enkelen zich bij hem aan en aanvaardden het geloof, onder wie ook een Areopagiet, Dionysius, een vrouw die Damaris heette en nog een aantal anderen. 34 Maar enkele mannen sluiten zich bij hem aan en gaan geloven, onder wie én Dionysius de Areopagiet én een vrouw met de naam Damaris en anderen samen met hen.   34. Quelques hommes cependant s'attachèrent à lui et embrassèrent la foi. Denys l'Aréopagite fut du nombre. Il y eut aussi une femme nommée Damaris, et d'autres avec eux. 

King James Bible . [34] Howbeit certain men clave unto him, and believed: among the which was Dionysius the Areopagite, and a woman named Damaris, and others with them.
Luther-Bibel . 34 Einige Männer schlossen sich ihm an und wurden gläubig; unter ihnen war auch Dionysius, einer aus dem Rat, und eine Frau mit Namen Damaris und andere mit ihnen.

Tekstuitleg van Hnd 17,34 .