HANDELINGEN VAN DE APOSTELEN HOOFDSTUK 22 -
- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 22 -
- Hnd 22,1-21 - Hnd 22,22-29 - Hnd 22,30 -

- Bibliografie - Literatuur - Liturgisch gebruik - Overzicht bijbelboeken - Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken - Overzicht van deze website - ZOEKEN -

Overzicht van Handelingen van de apostelen : Hnd 1 , Hnd 2 , Hnd 3 , Hnd 4 , Hnd 5 , Hnd 6 , Hnd 7 , Hnd 8 , Hnd 9 , Hnd 10 , Hnd 11 , Hnd 12 , Hnd 13 , Hnd 14 , Hnd 15 , Hnd 16 , Hnd 17 , Hnd 18 , Hnd 19 , Hnd 20 , Hnd 21 , Hnd 22 , Hnd 23 , Hnd 24 , Hnd 25 , Hnd 26 , Hnd 27 , Hnd 28 ,
Uitleg per pericope - Hnd 22,1-21 - Hnd 22,22-29 - Hnd 22,30 -
- Hnd 22,1-21 : Verdedigingsrede tegenover het volk , vervolg .
- Hnd 22,22-29 : In de kazerne .
- Hnd 22,30 : Voor het Sanhedrin .
Uitleg vers per vers : - Hnd 22,1 - Hnd 22,2 - Hnd 22,3 - Hnd 22,4 - Hnd 22,5 - Hnd 22,6 - Hnd 22,7 - Hnd 22,8 - Hnd 22,9 - Hnd 22,10 - Hnd 22,11 - Hnd 22,12 - Hnd 22,13 - Hnd 22,14 - Hnd 22,15 - Hnd 22,16 - Hnd 22,17 - Hnd 22,18 - Hnd 22,19 - Hnd 22,20 - Hnd 22,21 - Hnd 22,22 - Hnd 22,23 - Hnd 22,24 - Hnd 22,25 - Hnd 22,26 - Hnd 22,27 - Hnd 22,28 - Hnd 22,29 - Hnd 22,30 -
Religie.opzijnbest.nl
ZOEKEN OP DEZE WEBSITE
PicoSearch
  Hulp
Verzorgd door PicoSearch
 
 
1. LXX , Griekse tekst N.T.   2. Vulgata   3. Synopsis Denaux - Vervenne  4. Statenvertaling   5. Willibrordvertaling   6. Nieuwe Vertaling   7. Naardense vertaling , zie
8. Bible de Jérusalem 9. Statenvertaling   10. King James Bible  - King James Bible 11. Luther-Bibel        

WEDERKERIGHEID (DIVERSITEIT - VICE VERSA) . Meer info : Arseen De Kesel . Email: arseen.de.kesel@pandora.be .
websitenamen : http://users.telenet.be/arseen.de.kesel/ en http://www.interlevensbeschouwelijk.be/index.htm
- STARTPAGINA - AGENDA - BIJ DE HAND - NIEUW - OVERZICHT -  TIJDSCHRIFTEN -
ALFABETISCH OVERZICHT VAN THEMA'S EN WEBSITES :
- A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z
HOOFDTHEMA'S : allochtonen , armoede , bahá'í ,  bezinningsteksten , bijbel , bijbel en koran , boeddhisme , christendom , extreemrechts ( Vlaams Blok ) , fundamentalisme , globalisering en antiglobalisering ,  hindoeïsme , interlevensbeschouwelijke dialoog , interreligieuze meditatie , islam , jodendom , koran , levensbeschouwing , levensbeschouwing / godsdienst en onderwijs , racisme , samenleving , sikhisme , spiritualiteit , tewerkstelling van allochtonen , vluchtelingen en asielzoekers , vrijzinnigheid , witte scholen , multiculturele scholen en concentratiescholen , Eigen-zinnige beschouwingen , Het kleine of grote ongenoegen

Woordenschat
-
Bibliografie
Literatuur .
Liturgisch gebruik

Overzicht van de bijbelboeken
- bijbeloverzicht , bijbelverwijzingen , Oude Testament , Pentateuch , Historische boeken , Profeten , Wijsheidsboeken , Nieuwe Testament , Evangelies , Synoptici , Brieven van Paulus , Apostolische brieven .
- OT : Gn (Genesis) , Ex (Exodus) , Lv (Leviticus) , Nu (Numeri) , Dt (Deuteronomium) , Joz (Jozua) , Re (Rechters) , Rt (Ruth) , 1 S (1 Samuël) , 2 S (2 Samuël) , 1 K (1 Koningen) , 2 K (2 Koningen) , 1 Kr ( 1 Kronieken) , 2 Kr (2 Kronieken) , Ezr (Ezra) , Neh (Nehemia) , Tob (Tobia) , Jdt (Judith) , Est (Esther) , 1 Mak (1 Makkabeeën) , 2 Mak (2 Makkabeeën) , Job , Ps (Psalmen ) , Spr (Spreuken) , Pr (Prediker) , Hl (Hooglied) , W (Wijsheid) , Sir (Sirach) , Js (Jesaja) , Jr (Jeremia) , Kl (Klaagliederen) , Bar (Baruch) , Ez (Ezechiël) , Da (Daniël) , Hos (Hosea) , Jl (Joël) , Am (Amos) , Ob (Obadja) , Jon (Jona) , Mi (Micha) , Nah (Nahum) , Hab (Habakuk) , Sef (Sefanja) , Hag (Haggai) , Zach (Zacharia) , Mal (Maleachi) .
- NT : Mt (Matteüs) - Mc (Marcus) - Lc (Lucas) - Joh (Johannes) - Hnd (Handelingen) , Rom (Rome) , 1 Kor (Korinte) , 2 Kor (Korinte) , Gal (Galatië) , Ef (Efese) , Fil (Filippi) , Kol (Kolosse) , 1 Tes (Tessalonika) , 2 Tes (Tessalonika) , 1 Tim (Timoteüs) , 2 Tim (Timoteüs) , Tit (Titus) , Film (Filemon) , Heb (Hebreeën) , Jak (Jakobus) , 1 Pe (Petrus) , 2 Pe (Petrus) , 1 Joh (Johannes) , 2 Joh (Johannes) , 2 Joh (Johannes) , Jud (Judas) , Apk (Apokalyps) .
Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken : - bibliografie bijbel - bibliografie van het Oude Testament - bibliografie Matteüsevangelie - bibliografie Marcusevangelie - bibliografie Lucasevangelie - bibliografie van het Johannesevangelie - bibliografie van het Nieuwe Testament (behalve evangeliën)

Verdedigingsrede tegenover het volk , vervolg : Hnd 22,1-21 -- Hnd 22 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 22,1 - Hnd 22,2 - Hnd 22,3 - Hnd 22,4 - Hnd 22,5 - Hnd 22,6 - Hnd 22,7 - Hnd 22,8 - Hnd 22,9 - Hnd 22,10 - Hnd 22,11 - Hnd 22,12 - Hnd 22,13 - Hnd 22,14 - Hnd 22,15 - Hnd 22,16 - Hnd 22,17 - Hnd 22,18 - Hnd 22,19 - Hnd 22,20 - Hnd 22,21 -

Hnd 22,1 - Hnd 22,1 : Verdedigingsrede tegenover het volk , vervolg : Hnd 22,1-21 -- Hnd 22 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 22,1 - Hnd 22,2 - Hnd 22,3 - Hnd 22,4 - Hnd 22,5 - Hnd 22,6 - Hnd 22,7 - Hnd 22,8 - Hnd 22,9 - Hnd 22,10 - Hnd 22,11 - Hnd 22,12 - Hnd 22,13 - Hnd 22,14 - Hnd 22,15 - Hnd 22,16 - Hnd 22,17 - Hnd 22,18 - Hnd 22,19 - Hnd 22,20 - Hnd 22,21 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
1andres adelfoi kai pateres, akousate mou tès pros umas nuni apologias  1 viri fratres et patres audite quam ad vos nunc reddo rationem    1 Mannen broeders en vaders, hoort mijn verantwoording, die ik tegenwoordig tot u doen zal.  [1] ‘Broeders* en vaders, luister nu eens naar mijn verdediging.’   [1] ‘Broeders, zusters, en u, leden van het Sanhedrin, luister naar wat ik tot mijn verdediging heb aan te voeren.’   1 ¶ mannen, broeders en vaders, hoort nu mijn verdedigingstoespraak tot u!   1. « Frères et pères, écoutez ce que j'ai maintenant à vous dire pour ma défense. »  

King James Bible . [1] Men, brethren, and fathers, hear ye my defence which I make now unto you.
Luther-Bibel . 1 Ihr Männer, liebe Brüder und Väter, hört mir zu, wenn ich mich jetzt vor euch verantworte.

Tekstuitleg van Hnd 22,1 .

Hnd 22,2 - Hnd 22,2 : Verdedigingsrede tegenover het volk , vervolg : Hnd 22,1-21 -- Hnd 22 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 22,1 - Hnd 22,2 - Hnd 22,3 - Hnd 22,4 - Hnd 22,5 - Hnd 22,6 - Hnd 22,7 - Hnd 22,8 - Hnd 22,9 - Hnd 22,10 - Hnd 22,11 - Hnd 22,12 - Hnd 22,13 - Hnd 22,14 - Hnd 22,15 - Hnd 22,16 - Hnd 22,17 - Hnd 22,18 - Hnd 22,19 - Hnd 22,20 - Hnd 22,21 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
2akousantes de oti tè ebraidi dialektô prosefônei autois mallon pareschon èsuchian. kai fèsin  2 cum audissent autem quia hebraea lingua loquitur ad illos magis praestiterunt silentium    2 (Als zij nu hoorden, dat hij in de Hebreeuwse taal hen aansprak, hielden zij zich te meer stil. En hij zeide:)  [2] Toen ze hoorden dat hij hen in het Hebreeuws toesprak, werden ze nog stiller. Hij zei:  [2] Toen de menigte hoorde dat hij hen in het Hebreeuws toesprak, werd het nog stiller. Paulus vervolgde:   2 Als ze horen dat hij hen toeroept in de Hebreeuwse spreektaal houden zij zich eens te meer stil. En hij verklaart:  2. Quand ils entendirent qu'il s'adressait à eux en langue hébraïque, leur silence se fit plus profond. Il poursuivit : 

King James Bible . [2] (And when they heard that he spake in the Hebrew tongue to them, they kept the more silence: and he saith,)
Luther-Bibel . 2 Als sie aber hörten, dass er auf Hebräisch zu ihnen redete, wurden sie noch stiller. Und er sprach:

Tekstuitleg van Hnd 22,2 .

Hnd 22,2.1. act. part. aor. nom. mv. ακουσαντες = akousantes (gehoord) van het werkw. ακουω = akouô (horen) . Taalgebruik in het NT : akouô (horen) . Taalgebruik in de Septuaginta : akouô (horen) . Taalgebruik in Lc : akouô (horen) . Oor en horen zijn verwant met elkaar . oor < Lat. aus , auris , zie Gr. ous / ôs , ôtis . auscultare (het oor lenen aan , toehoren , aanhoren) -> écouter . Lc (7) : (1) Lc 1,66 . (2) Lc 2,18 . (3) Lc 8,12 . (4) Lc 8,14 . (5) Lc 8,15 . (6) Lc 8,26 . (7) Lc 20,16 . Een vorm van akouô (horen) in Lc in 58 verzen , in Lc 2 (4) : (1) Lc 2,18 . (2) Lc 2,20 . (3) Lc 2,46 . (4) Lc 2,47 . (1) Hnd 2,37 . (2) Hnd 4,24 . (3) Hnd 5,21 . (4) Hnd 5,33 . (5) Hnd 8,14 . (6) Hnd 9,38 . (7) Hnd 11,18 . (8) Hnd 14,14 . (9) Hnd 16,38 . (10) Hnd 17,32 . (11) Hnd 18,26 . (12) Hnd 19,5 . (13) Hnd 19,28 . (14) Hnd 21,20 . (15) Hnd 22,2 . (16) Hnd 28,15 .

akouô (horen) bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br. Apk syn. ev.
act. part. aor. nom. mv. akousantes   67  15  52  13  16    27  32 

Hnd 22,2.1. - 2. ακουσαντες δε = akousantes de (gehoord echter) . NT (12) . Mt (1) : Mt 19,25 . Lc (1) : Lc 20,16 . Hnd (10) : (1) Hnd 2,37 . (3) Hnd 5,21 . (5) Hnd 8,14 . (7) Hnd 11,18 . (8) Hnd 14,14 . (10) Hnd 17,32 . (11) Hnd 18,26 . (12) Hnd 19,5 . (13) Hnd 19,28 . (15) Hnd 22,2 . In deze tien verzen in Hnd staat dit telkens bij het begin van een zin . In negen verzen in het begin van een vers , niet in Hnd 18,26 .

Hnd 22,3 - Hnd 22,3 : Verdedigingsrede tegenover het volk , vervolg : Hnd 22,1-21 -- Hnd 22 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 22,1 - Hnd 22,2 - Hnd 22,3 - Hnd 22,4 - Hnd 22,5 - Hnd 22,6 - Hnd 22,7 - Hnd 22,8 - Hnd 22,9 - Hnd 22,10 - Hnd 22,11 - Hnd 22,12 - Hnd 22,13 - Hnd 22,14 - Hnd 22,15 - Hnd 22,16 - Hnd 22,17 - Hnd 22,18 - Hnd 22,19 - Hnd 22,20 - Hnd 22,21 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
3egô eimi anèr ioudaios, gegennèmenos en tarsô tès kilikias, anatethrammenos de en tè polei tautè, para tous podas gamalièl pepaideumenos kata akribeian tou patrôou nomou, zèlôtès uparchôn tou theou kathôs pantes umeis este sèmeron:   3 et dixit ego sum vir iudaeus natus Tarso Ciliciae nutritus autem in ista civitate secus pedes Gamalihel eruditus iuxta veritatem paternae legis aemulator legis sicut et vos omnes estis hodie    3 Ik ben een Joods man, en te Tarsen in Cilicië geboren, opgevoed in deze stad, aan de voeten van Gamaliël onderwezen naar de bescheidenste wijze der vaderlijke wet, zijnde een ijveraar Gods, gelijkerwijs gij allen heden zijt;   [3] ‘Ik ben een Jood, geboren in Tarsus in Cilicië, maar ik ben hier in de stad opgevoed en onderwezen aan de voeten van Gamaliël*, stipt volgens de wet van de vaderen. Ik had net zo’n ijver voor God als u vandaag hebt getoond.   [3] ‘Ik ben een Jood, geboren in Tarsus in Cilicië, maar opgegroeid in deze stad. Ik heb als leerling aan de voeten van Gamaliël gezeten en ben strikt volgens de voorschriften van de wet van onze voorouders opgevoed. Ik ben een vurig dienaar van God, en u allen geeft vandaag blijk van hetzelfde. [  3 ¶ ik, ik ben een Judese man, geboren in Tarsus in Cilicië maar opgevoed in deze stad; aan de voeten van Gamaliël nauwgezet opgeleid in de Wet van onze voorvaderen, en net zo’n ijveraar voor God als gij allen heden ten dage zijt;  3. « Je suis Juif. Né à Tarse en Cilicie, j'ai cependant été élevé ici dans cette ville, et c'est aux pieds de Gamaliel que j'ai été formé à l'exacte observance de la Loi de nos pères, et j'étais rempli du zèle de Dieu, comme vous l'êtes tous aujourd'hui.  

King James Bible . [3] I am verily a man which am a Jew, born in Tarsus, a city in Cilicia, yet brought up in this city at the feet of Gamaliel, and taught according to the perfect manner of the law of the fathers, and was zealous toward God, as ye all are this day.
Luther-Bibel . 3 Ich bin ein jüdischer Mann, geboren in Tarsus in Zilizien, aufgewachsen aber in dieser Stadt und mit aller Sorgfalt unterwiesen im väterlichen Gesetz zu Füßen Gamaliels, und war ein Eiferer für Gott, wie ihr es heute alle seid.

Tekstuitleg van Hnd 22,3 .

30. kathôs (zoals, volgens zo'n wijze) . Verwijzing : kathôs (zoals) , zie Mc 1,2 . Het komt in 405 verzen in de bijbel voor . In 326 verzen in het O.T. , in 179 verzen in het N.T. . In elf verzen in Hnd : (1) Hnd 2,4 . (2) Hnd 2,22 . (3) Hnd 7,17 . (4) Hnd 7,42 . (5) Hnd 7,44 . (6) Hnd 7,48 . (7) Hnd 11,29 . (8) Hnd 15,8 . (9) Hnd 15,14 . (10) Hnd 15,15 . (11) Hnd 22,3 .

31. pantes (allen) . Verwijzing : pas (ieder, elk) , zie Mc 2,13 . Nominatief mannelijk en vrouwelijk meervoud . In 724 verzen in de bijbel . In 166 verzen in het N.T. In drieëndertig verzen in Hnd , zie Hnd 1,14 : (1) Hnd 1,14 . (2) Hnd 2,1 . (3) Hnd 2,4 . (4) Hnd 2,12 . (5) Hnd 2,14 . (6) Hnd 2,32 . (7) Hnd 2,44 . (8) Hnd 3,24 . (9) Hnd 4,21 . (10) Hnd 5,17 . (11) Hnd 5,36 . (12) Hnd 5,37 . (13) Hnd 6,15 . (14) Hnd 8,1 . (15) Hnd 8,10 . (16) Hnd 9,21 . (17) Hnd 9,26 . (18) Hnd 9,35 . (19) Hnd 10,33 . (20) Hnd 10,43 . (21) Hnd 16,33 . (22) Hnd 17,7 . (23) Hnd 17,21 . (24) Hnd 18,17 . (25) Hnd 19,7 . (26) Hnd 20,25 . (27) Hnd 21,18 . (28) Hnd 21,20 . (29) Hnd 21,24 . (30) Hnd 22,3 . (31) Hnd 25,24 . (32) Hnd 26,4 . (33) Hnd 27,36 .
- hapantes (allen) . In zes verzen in Hnd : (Hnd 2,1) . (1) Hnd 2,7 . (2) Hnd 4,31 . (3) Hnd 5,12 . (4) Hnd 5,16 . (5) Hnd 16,3 . (6) Hnd 16,28 .

Hnd 22,4 - Hnd 22,4 : Verdedigingsrede tegenover het volk , vervolg : Hnd 22,1-21 -- Hnd 22 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 22,1 - Hnd 22,2 - Hnd 22,3 - Hnd 22,4 - Hnd 22,5 - Hnd 22,6 - Hnd 22,7 - Hnd 22,8 - Hnd 22,9 - Hnd 22,10 - Hnd 22,11 - Hnd 22,12 - Hnd 22,13 - Hnd 22,14 - Hnd 22,15 - Hnd 22,16 - Hnd 22,17 - Hnd 22,18 - Hnd 22,19 - Hnd 22,20 - Hnd 22,21 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
4os tautèn tèn odon ediôxa achri thanatou, desmeuôn kai paradidous eis fulakas andras te kai gunaikas,  4 qui hanc viam persecutus sum usque ad mortem alligans et tradens in custodias viros ac mulieres    4 Die dezen weg vervolgd heb tot den dood, bindende en in de gevangenissen overleverende beiden mannen en vrouwen.   [4] Ik heb deze weg* tot de dood toe vervolgd, mannen en vrouwen heb ik opgepakt en in de gevangenis gezet,  4] Ik heb de aanhangers van de Weg tot de dood toe vervolgd. Mannen en vrouwen heb ik gevangengenomen en laten opsluiten,  4 Ik heb ‘de Weg’ in kwestie ten dode toe vervolgd, ik heb zowel mannen als vrouwen geboeid en overgegeven in bewaringen,  4. J'ai persécuté à mort cette Voie, chargeant de chaînes et jetant en prison hommes et femmes,  

King James Bible . [4] And I persecuted this way unto the death, binding and delivering into prisons both men and women.
Luther-Bibel . 4 Ich habe die neue Lehre verfolgt bis auf den Tod; ich band Männer und Frauen und warf sie ins Gefängnis,

Tekstuitleg van Hnd 22,4 .

Hnd 22,5 - Hnd 22,5 : Verdedigingsrede tegenover het volk , vervolg : Hnd 22,1-21 -- Hnd 22 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 22,1 - Hnd 22,2 - Hnd 22,3 - Hnd 22,4 - Hnd 22,5 - Hnd 22,6 - Hnd 22,7 - Hnd 22,8 - Hnd 22,9 - Hnd 22,10 - Hnd 22,11 - Hnd 22,12 - Hnd 22,13 - Hnd 22,14 - Hnd 22,15 - Hnd 22,16 - Hnd 22,17 - Hnd 22,18 - Hnd 22,19 - Hnd 22,20 - Hnd 22,21 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
5ôs kai o archiereus marturei moi kai pan to presbuterion: par ôn kai epistolas dexamenos pros tous adelfous eis damaskon eporeuomèn axôn kai tous ekeise ontas dedemenous eis ierousalèm ina timôrèthôsin. 5 sicut princeps sacerdotum testimonium mihi reddit et omnes maiores natu a quibus et epistulas accipiens ad fratres Damascum pergebam ut adducerem inde vinctos in Hierusalem uti punirentur    5 Gelijk mij ook de hogepriester getuige is, en de gehele raad der ouderlingen; van dewelke ik ook brieven genomen hebbende tot de broeders, ben naar Damaskus gereisd, om ook degenen, die daar waren, gebonden te brengen naar Jeruzalem, opdat zij gestraft zouden worden.  [5] zoals de hogepriester en het hele college van oudsten kunnen bevestigen. Ik kreeg zelfs brieven van hen mee voor de broeders* in Damascus om ook daar mensen gevangen te nemen en hen ter bestraffing over te brengen naar Jeruzalem.   [5] iets dat de hogepriester en de hele raad van oudsten kunnen bevestigen. Ik heb van hen zelfs aanbevelingsbrieven gekregen voor onze broeders in Damascus, toen ik daarheen ging om de volgelingen van Jezus in die stad gevangen te nemen en hen naar Jeruzalem te brengen, waar ze hun straf moesten ondergaan.  5 zoals ook de hogepriester van mij kan getuigen en de hele raad van oudsten; ik kreeg van hen zelfs brieven mee voor de broeders toen ik naar Damascus reisde, om ook hen die daar waren gebonden naar Jeruzalem te voeren om bestraft te worden.  5. comme le grand prêtre m'en est témoin, ainsi que tout le collège des anciens. J'avais même reçu d'eux des lettres pour les frères de Damas, et je m'y rendais en vue d'amener ceux de là-bas enchaînés à Jérusalem pour y être châtiés. 

King James Bible . [5] As also the high priest doth bear me witness, and all the estate of the elders: from whom also I received letters unto the brethren, and went to Damascus, to bring them which were there bound unto Jerusalem, for to be punished.
Luther-Bibel . 5 wie mir auch der Hohepriester und alle Ältesten bezeugen. Von ihnen empfing ich auch Briefe an die Brüder und reiste nach Damaskus, um auch die, die dort waren, gefesselt nach Jerusalem zu führen, damit sie bestraft würden.

Tekstuitleg van Hnd 22,5 .

4. archiereus (hogepriester) . Verwijzing : archiereis (hogepriesters) , zie Mt 2,4 . De eerste in de rij van priesters . De nominatief enkelvoud archiereus (priester) komt in zevenendertig verzen in de bijbel voor . O.T. (9) . N.T. (28) . Mt (3) . Mc (3) . Joh (4) . Hnd (9) . In negen verzen in de Hebreeënbrief .In negen verzen in Handelingen : (1) Hnd 4,6 . (2) Hnd 5,17 . (3) Hnd 5,21 . (4) Hnd 5,27 . (5) Hnd 7,1 . (6) Hnd 22,5 . (7) Hnd 23,2 . (8) Hnd 23,5 . (9) Hnd 24,1 .

20. accusatief enkelvoud Damaskon . Verwijzing : Damaskos (Damascus) , zie Hnd 9,2 . In elf verzen in het O.T. . In zeven verzen in het N.T. : (1) Hnd 9,2 : eis Damaskon = naar Damascus . (2) Hnd 9,8 : eis Damaskon = naar Damascus . (3) Hnd 22,5 : eis Damaskon = naar Damascus . (4) Hnd 22,10 : eis Damaskon = naar Damascus . (5) Hnd 22,11 : : eis Damaskon = naar Damascus . (6) Hnd 26,12 : eis tèn Damaskon = naar Damascus . (7) Gal 1,17 : eis Damaskon = naar Damascus .

Hnd 22,6 - Hnd 22,6 : Verdedigingsrede tegenover het volk , vervolg : Hnd 22,1-21 -- Hnd 22 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 22,1 - Hnd 22,2 - Hnd 22,3 - Hnd 22,4 - Hnd 22,5 - Hnd 22,6 - Hnd 22,7 - Hnd 22,8 - Hnd 22,9 - Hnd 22,10 - Hnd 22,11 - Hnd 22,12 - Hnd 22,13 - Hnd 22,14 - Hnd 22,15 - Hnd 22,16 - Hnd 22,17 - Hnd 22,18 - Hnd 22,19 - Hnd 22,20 - Hnd 22,21 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
6egeneto de moi poreuomenô kai eggizonti tè damaskô peri mesèmbrian exaifnès ek tou ouranou periastrapsai fôs ikanon peri eme,   6 factum est autem eunte me et adpropinquante Damasco media die subito de caelo circumfulsit me lux copiosa    6 Maar het geschiedde mij, als ik reisde, en Damaskus genaakte, omtrent den middag, dat snellijk uit den hemel een groot licht mij rondom omscheen.  [6] Maar wat gebeurde er? Ik was op weg en naderde Damascus al, toen mij, rond het middaguur, plotseling een fel licht uit de hemel omstraalde.   [6] Maar onderweg, niet ver van Damascus, gebeurde er tegen het middaguur iets onverwachts: opeens werd ik omstraald door een fel licht uit de hemel.  6 Maar het is mij geschied, toen ik op reis was en Damascus naderde, dat omstreeks het middaguur plotseling vanuit de hemel een groot licht mij omstraalde;   6. « Je faisais route et j'approchais de Damas, quand tout à coup, vers midi, une grande lumière venue du ciel m'enveloppa de son éclat. 

King James Bible . [6] And it came to pass, that, as I made my journey, and was come nigh unto Damascus about noon, suddenly there shone from heaven a great light round about me.
Luther-Bibel . 6 Es geschah aber, als ich dorthin zog und in die Nähe von Damaskus kam, da umleuchtete mich plötzlich um die Mittagszeit ein großes Licht vom Himmel.

Tekstuitleg van Hnd 22,6 .

8. datief mannelijk enkelvoud (wat vorm betreft) ; de stadsnaam is in het Grieks vrouwelijk : Damaskôi (b.v. in Damacus) . Verwijzing : Damaskos (Damascus) , zie Hnd 9,2 . In vijftien verzen in de bijbel . In zeven verzen in het O.T. . In acht verzen in het N.T. : (1) Hnd 9,3 : egeneto auton eggizein tèi Damaskôi = het gebeurde dat hij Damascus naderde . (2) Hnd 9,10 : en Damaskôi = in Damascus . (3) Hnd 9,19 : en Damaskôi = in Damascus . (4) Hnd 9,22 : en Damaskôi = in Damascus . (5) Hnd 9,27 : en Damaskôi = in Damascus . (6) Hnd 22,6 : egeneto de moi poreuomenôi kai eggizonti tèi Damakôi = het overkwam mij echter , terwijl ik op weg was en Damascus naderde . (7) Hnd 26,20 : en Damaskôi = in Damascus . (8) 2 Kor 11,32 (en Damaskôi = in Damascus) .

16. fôs (licht) , zie Mt 5,14 . In acht verzen in Hnd : (1) Hnd 9,3 . (2) Hnd 12,7 . (3) Hnd 13,47 . (4) Hnd 22,6 . (5) Hnd 22,9 . (6) Hnd 26,13 . (7) Hnd 26,18 . (8) Hnd 26,23 .

Hnd 22,7 - Hnd 22,7 : Verdedigingsrede tegenover het volk , vervolg : Hnd 22,1-21 -- Hnd 22 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 22,1 - Hnd 22,2 - Hnd 22,3 - Hnd 22,4 - Hnd 22,5 - Hnd 22,6 - Hnd 22,7 - Hnd 22,8 - Hnd 22,9 - Hnd 22,10 - Hnd 22,11 - Hnd 22,12 - Hnd 22,13 - Hnd 22,14 - Hnd 22,15 - Hnd 22,16 - Hnd 22,17 - Hnd 22,18 - Hnd 22,19 - Hnd 22,20 - Hnd 22,21 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
7epesa te eis to edafos kai èkousa fônès legousès moi, saoul saoul, ti me diôkeis;  7 et decidens in terram audivi vocem dicentem mihi Saule Saule quid me persequeris    7 En ik viel ter aarde, en ik hoorde een stem, tot mij zeggende: Saul, Saul, wat vervolgt gij Mij?  [7] Ik viel op de grond en hoorde een stem tegen mij zeggen: “Saul, Saul, waarom vervolg je Mij?”  [7] Ik viel op de grond en hoorde een stem tegen me zeggen: “Saul, Saul, waarom vervolg je mij?”  7 ik viel op de grond en hoorde een stem tot mij zeggen: Saul, Saul, waarom vervolg je mij?–   7. Je tombai sur le sol et j'entendis une voix qui me disait : «Saoul, Saoul, pourquoi me persécutes-tu ?» 

King James Bible . [7] And I fell unto the ground, and heard a voice saying unto me, Saul, Saul, why persecutest thou me?
Luther-Bibel . 7 Und ich fiel zu Boden und hörte eine Stimme, die sprach zu mir: Saul, Saul, was verfolgst du mich?

Tekstuitleg van Hnd 22,7 .

Hnd 22,8 - Hnd 22,8 : Verdedigingsrede tegenover het volk , vervolg : Hnd 22,1-21 -- Hnd 22 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 22,1 - Hnd 22,2 - Hnd 22,3 - Hnd 22,4 - Hnd 22,5 - Hnd 22,6 - Hnd 22,7 - Hnd 22,8 - Hnd 22,9 - Hnd 22,10 - Hnd 22,11 - Hnd 22,12 - Hnd 22,13 - Hnd 22,14 - Hnd 22,15 - Hnd 22,16 - Hnd 22,17 - Hnd 22,18 - Hnd 22,19 - Hnd 22,20 - Hnd 22,21 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
8egô de apekrithèn, tis ei, kurie; eipen te pros me, egô eimi ièsous o nazôraios on su diôkeis.  8 ego autem respondi quis es Domine dixitque ad me ego sum Iesus Nazarenus quem tu persequeris    8 En ik antwoordde: Wie zijt Gij, Heere? En Hij zeide tot mij: Ik ben Jezus, de Nazarener, Welken gij vervolgt.   [8] Ik antwoordde: “Wie bent U dan, Heer?” En Hij zei tegen mij: “Ik ben Jezus de Nazoreeër*, die jij vervolgt.”  [8] Ik vroeg: “Wie bent u, Heer?” En de Heer antwoordde: “Ik ben Jezus van Nazaret, die jij vervolgt.” 8 maar ik antwoordde: wie bent u, heer?– en hij zei tot mij: ik ben Jezus, de Nazoreeër die jij vervolgt!–  8. Je répondis : «Qui es-tu, Seigneur ?» Il me dit alors : «Je suis Jésus le Nazôréen, que tu persécutes. »  

King James Bible . [8] And I answered, Who art thou, Lord? And he said unto me, I am Jesus of Nazareth, whom thou persecutest.
Luther-Bibel . 8 Ich antwortete aber: Herr, wer bist du? Und er sprach zu mir: Ich bin Jesus von Nazareth, den du verfolgst.

Tekstuitleg van Hnd 22,8 .

Hnd 22,9 - Hnd 22,9 : Verdedigingsrede tegenover het volk , vervolg : Hnd 22,1-21 -- Hnd 22 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 22,1 - Hnd 22,2 - Hnd 22,3 - Hnd 22,4 - Hnd 22,5 - Hnd 22,6 - Hnd 22,7 - Hnd 22,8 - Hnd 22,9 - Hnd 22,10 - Hnd 22,11 - Hnd 22,12 - Hnd 22,13 - Hnd 22,14 - Hnd 22,15 - Hnd 22,16 - Hnd 22,17 - Hnd 22,18 - Hnd 22,19 - Hnd 22,20 - Hnd 22,21 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
9oi de sun emoi ontes to men fôs etheasanto tèn de fônèn ouk èkousan tou lalountos moi.  9 et qui mecum erant lumen quidem viderunt vocem autem non audierunt eius qui loquebatur mecum    9 En die met mij waren, zagen wel het licht, en werden zeer bevreesd; maar de stem Desgenen, Die tot mij sprak, hoorden zij niet.   [9] Mijn metgezellen zagen wel het licht, maar hoorden niet de stem van degene die tegen mij sprak.  [9] De mensen die bij me waren, zagen wel het licht, maar hoorden niet de stem van hem die tegen me sprak.   9 die met mij mee waren aanschouwden het licht wel, maar de stem hoorden zij niet van hem die tot mij sprak;   9. Ceux qui étaient avec moi virent bien la lumière, mais ils n'entendirent pas la voix de celui qui me parlait. 

King James Bible . [9] And they that were with me saw indeed the light, and were afraid; but they heard not the voice of him that spake to me.
Luther-Bibel . 9 Die aber mit mir waren, sahen zwar das Licht, aber die Stimme dessen, der mit mir redete, hörten sie nicht.

Tekstuitleg van Hnd 22,9

8. fôs (licht) , zie Mt 5,14 . In acht verzen in Hnd : (1) Hnd 9,3 . (2) Hnd 12,7 . (3) Hnd 13,47 . (4) Hnd 22,6 . (5) Hnd 22,9 . (6) Hnd 26,13 . (7) Hnd 26,18 . (8) Hnd 26,23 .

Hnd 22,10 - Hnd 22,10 : Verdedigingsrede tegenover het volk , vervolg : Hnd 22,1-21 -- Hnd 22 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 22,1 - Hnd 22,2 - Hnd 22,3 - Hnd 22,4 - Hnd 22,5 - Hnd 22,6 - Hnd 22,7 - Hnd 22,8 - Hnd 22,9 - Hnd 22,10 - Hnd 22,11 - Hnd 22,12 - Hnd 22,13 - Hnd 22,14 - Hnd 22,15 - Hnd 22,16 - Hnd 22,17 - Hnd 22,18 - Hnd 22,19 - Hnd 22,20 - Hnd 22,21 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
10eipon de, ti poièsô, kurie; o de kurios eipen pros me, anastas poreuou eis damaskon, kakei soi lalèthèsetai peri pantôn ôn tetaktai soi poièsai. 10 et dixi quid faciam Domine Dominus autem dixit ad me surgens vade Damascum et ibi tibi dicetur de omnibus quae te oporteat facere    10 En ik zeide: Heere! wat zal ik doen? En de Heere zeide tot mij: Sta op, en ga heen naar Damaskus; en aldaar zal met u gesproken worden, van al hetgeen u geordineerd is te doen.   [10] Ik zei: “Wat moet ik doen, Heer?” Toen zei de Heer tegen mij: “Sta op en ga naar Damascus; daar zal je precies worden gezegd wat je te doen staat.”  [10] Ik vroeg: “Wat moet ik doen, Heer?” De Heer zei tegen mij: “Sta op en ga naar Damascus, daar krijg je precies te horen wat je opdracht is.”   10 ik zei: wat moet ik doen, Heer?– en de Heer zei tot mij: sta op, reis verder naar Damascus, en daar zal tot jou gesproken worden over alles wat voor jou is vastgesteld om te doen!–  10. Je repris : «Que dois-je faire, Seigneur ?» Le Seigneur me dit : «Relève-toi. Va à Damas. Là on te dira tout ce qu'il t'est prescrit de faire. » 

King James Bible . [10] And I said, What shall I do, Lord? And the Lord said unto me, Arise, and go into Damascus; and there it shall be told thee of all things which are appointed for thee to do.
Luther-Bibel . 10 Ich fragte aber: Herr, was soll ich tun? Und der Herr sprach zu mir: Steh auf und geh nach Damaskus. Dort wird man dir alles sagen, was dir zu tun aufgetragen ist.

Tekstuitleg van Hnd 22,10

- Hnd 9,6 : kai lalèthèsetai soi ho ti se dei poiein = en er zal je gezegd worden wat je moet doen .
- Hnd 22,10 : kakei soi lalèthèsetai peri pantôn hôn tetaktai soi poièsai = en daar zal je gezegd worden over alles wat er bevolen is dat je doet .

16. accusatief enkelvoud Damaskon . Verwijzing : Damaskos (Damascus) , zie Hnd 9,2 . In elf verzen in het O.T. . In zeven verzen in het N.T. : (1) Hnd 9,2 : eis Damaskon = naar Damascus . (2) Hnd 9,8 : eis Damaskon = naar Damascus . (3) Hnd 22,5 : eis Damaskon = naar Damascus . (4) Hnd 22,10 : eis Damaskon = naar Damascus . (5) Hnd 22,11 : : eis Damaskon = naar Damascus . (6) Hnd 26,12 : eis tèn Damaskon = naar Damascus . (7) Gal 1,17 : eis Damaskon = naar Damascus .

20. - 21. peri pantôn (over alles) . Verwijzing : peri (over) in Hnd , zie Hnd 1,1 . Verwijzing : pas (ieder, elk) , zie Mc 2,13 . In vijftien verzen in het N.T. . In vier verzen in Hnd : (1) Hnd 1,1 : over alles wat Jezus begon te doen ... . (2) Hnd 22,10 : en daar zal je gezegd worden over alles wat ... . (3) Hnd 24,8 : over alles waarvan wij hem beschuldigen . (4) Hnd 26,2 : Over alles waarvan ik word aangeklaagd ... . In deze vier verzen is pantôn zelfstandig gebruikt . De bepaling peri pantôn (over alles) wordt gevolgd door een betrekkelijke zin , die ingeleid wordt door het betrekkelijk voornaamwoord genitief onzijdig meervoud hôn .

Hnd 22,11 - Hnd 22,11 : Verdedigingsrede tegenover het volk , vervolg : Hnd 22,1-21 -- Hnd 22 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 22,1 - Hnd 22,2 - Hnd 22,3 - Hnd 22,4 - Hnd 22,5 - Hnd 22,6 - Hnd 22,7 - Hnd 22,8 - Hnd 22,9 - Hnd 22,10 - Hnd 22,11 - Hnd 22,12 - Hnd 22,13 - Hnd 22,14 - Hnd 22,15 - Hnd 22,16 - Hnd 22,17 - Hnd 22,18 - Hnd 22,19 - Hnd 22,20 - Hnd 22,21 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
11ôs de ouk eneblepon apo tès doxès tou fôtos ekeinou, cheiragôgoumenos upo tôn sunontôn moi èlthon eis damaskon.   11 et cum non viderem prae claritate luminis illius ad manum deductus a comitibus veni Damascum     11 En als ik vanwege de heerlijkheid deszelven lichts niet zag, zo werd ik bij de hand geleid van degenen, die met mij waren, en kwam te Damaskus.   [11] Maar omdat ik door dat felle licht niet meer kon zien, namen mijn metgezellen mij aan de hand mee naar Damascus.  [11] Omdat het stralende licht me blind gemaakt had, namen mijn reisgenoten me bij de hand en brachten me zo naar Damascus.  11 omdat ik vanwege de glans van dat licht niet meer kon kijken, werd ik door hen die met mij waren bij de hand geleid en kwam zo in Damascus aan;  11. Mais comme je n'y voyais plus à cause de l'éclat de cette lumière, c'est conduit par la main de mes compagnons que j'arrivai à Damas. 

King James Bible . [11] And when I could not see for the glory of that light, being led by the hand of them that were with me, I came into Damascus.
Luther-Bibel . 11 Als ich aber, geblendet von der Klarheit dieses Lichtes, nicht sehen konnte, wurde ich an der Hand geleitet von denen, die bei mir waren, und kam nach Damaskus.

Tekstuitleg van Hnd 22,11 .

18. accusatief enkelvoud Damaskon . Verwijzing : Damaskos (Damascus) , zie Hnd 9,2 . In elf verzen in het O.T. . In zeven verzen in het N.T. : (1) Hnd 9,2 : eis Damaskon = naar Damascus . (2) Hnd 9,8 : eis Damaskon = naar Damascus . (3) Hnd 22,5 : eis Damaskon = naar Damascus . (4) Hnd 22,10 : eis Damaskon = naar Damascus . (5) Hnd 22,11 : : eis Damaskon = naar Damascus . (6) Hnd 26,12 : eis tèn Damaskon = naar Damascus . (7) Gal 1,17 : eis Damaskon = naar Damascus .

Hnd 22,12 - Hnd 22,12 : Verdedigingsrede tegenover het volk , vervolg : Hnd 22,1-21 -- Hnd 22 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 22,1 - Hnd 22,2 - Hnd 22,3 - Hnd 22,4 - Hnd 22,5 - Hnd 22,6 - Hnd 22,7 - Hnd 22,8 - Hnd 22,9 - Hnd 22,10 - Hnd 22,11 - Hnd 22,12 - Hnd 22,13 - Hnd 22,14 - Hnd 22,15 - Hnd 22,16 - Hnd 22,17 - Hnd 22,18 - Hnd 22,19 - Hnd 22,20 - Hnd 22,21 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12ananias de tis, anèr eulabès kata ton nomon, marturoumenos upo pantôn tôn katoikountôn ioudaiôn,   12 Ananias autem quidam vir secundum legem testimonium habens ab omnibus habitantibus Iudaeis     12 En een zekere Ananias, een godvruchtig man naar de wet, goede getuigenis hebbende van al de Joden, die daar woonden,  [12] Een zekere Ananias, een vroom en wetsgetrouw man, die goed bekend stond bij alle Joden daar, 
[12] Daar kwam een zekere Ananias naar me toe, een man die de wet trouw naleefde en bij alle Joodse inwoners van de stad in hoog aanzien stond.
12 een zekere Ananias, vroom levend, volgens de Wet, van goed getuigenis onder alle Judeeërs die daar wonen,  12. « Il y avait là un certain Ananie, homme dévot selon la Loi et jouissant du bon témoignage de tous les Juifs de la ville ; 

King James Bible . [12] And one Ananias, a devout man according to the law, having a good report of all the Jews which dwelt there,
Luther-Bibel . 12 Da war aber ein gottesfürchtiger Mann, der sich an das Gesetz hielt, mit Namen Hananias, der einen guten Ruf bei allen Juden hatte, die dort wohnten.

Tekstuitleg van Hnd 22,12 .

1. Anananias (Ananias) , zie Hnd 5,1 . In negentien verzen in de bijbel . O.T. (11) . N.T. (8) en wel in Hnd : (1) Hnd 5,1 . (2) Hnd 5,5 . (3) Hnd 9,10 . (4) Hnd 9,13 . (5) Hnd 9,17 . (6) Hnd 22,12 . (7) Hnd 23,2 . (8) Hnd 24,1 .

Hnd 22,13 - Hnd 22,13 : Verdedigingsrede tegenover het volk , vervolg : Hnd 22,1-21 -- Hnd 22 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 22,1 - Hnd 22,2 - Hnd 22,3 - Hnd 22,4 - Hnd 22,5 - Hnd 22,6 - Hnd 22,7 - Hnd 22,8 - Hnd 22,9 - Hnd 22,10 - Hnd 22,11 - Hnd 22,12 - Hnd 22,13 - Hnd 22,14 - Hnd 22,15 - Hnd 22,16 - Hnd 22,17 - Hnd 22,18 - Hnd 22,19 - Hnd 22,20 - Hnd 22,21 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
13elthôn pros me kai epistas eipen moi, saoul adelfe, anablepson: kagô autè tè ôra aneblepsa eis auton.  13 veniens ad me et adstans dixit mihi Saule frater respice et ego eadem hora respexi in eum    13 Kwam tot mij, en bij mij staande, zeide tot mij: Saul, broeder, word weder ziende! En ter zelfder ure werd ik ziende op hem.  [13] kwam naar me toe, ging voor me staan en zei: “Saul, broeder, kijk me aan.” Op datzelfde ogenblik zag ik hem.  [13] Hij ging voor me staan en zei: “Saul, broeder, open je ogen!” En op datzelfde ogenblik kon ik hem zien.   13 kwam naar mij toe, bleef staan en zei tot mij: Saul, broeder, kijk óp!– en in datzelfde uur keek ik naar hem óp!–  13. il vint me trouver et, une fois près de moi, me dit : «Saoul, mon frère, recouvre la vue. » Et moi, au même instant, je pus le voir. 

King James Bible . [13] Came unto me, and stood, and said unto me, Brother Saul, receive thy sight. And the same hour I looked up upon him.
Luther-Bibel . 13 Der kam zu mir, trat vor mich hin und sprach zu mir: Saul, lieber Bruder, sei sehend. Und zur selben Stunde konnte ich ihn sehen.

Tekstuitleg van Hnd 22,13 .

Hnd 22,14 - Hnd 22,14 : Verdedigingsrede tegenover het volk , vervolg : Hnd 22,1-21 -- Hnd 22 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 22,1 - Hnd 22,2 - Hnd 22,3 - Hnd 22,4 - Hnd 22,5 - Hnd 22,6 - Hnd 22,7 - Hnd 22,8 - Hnd 22,9 - Hnd 22,10 - Hnd 22,11 - Hnd 22,12 - Hnd 22,13 - Hnd 22,14 - Hnd 22,15 - Hnd 22,16 - Hnd 22,17 - Hnd 22,18 - Hnd 22,19 - Hnd 22,20 - Hnd 22,21 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
14o de eipen, o theos tôn paterôn èmôn proecheirisato se gnônai to thelèma autou kai idein ton dikaion kai akousai fônèn ek tou stomatos autou,   14 at ille dixit Deus patrum nostrorum praeordinavit te ut cognosceres voluntatem eius et videres Iustum et audires vocem ex ore eius     14 En hij zeide: De God onzer vaderen heeft u te voren verordineerd, om Zijn wil te kennen, en den Rechtvaardige te zien, en de stem uit Zijn mond te horen.   [14] Hij zei: “De God van onze vaderen heeft je aangewezen om zijn wil te leren kennen, de rechtvaardige te zien en zijn eigen stem te horen,  [14] Hij zei: “De God van onze voorouders heeft jou uitgekozen om je zijn wil bekend te maken, om de Rechtvaardige te zien en hem te horen spreken,    14 en hij zei: de God van onze vaderen heeft jou eerder al bij de hand genomen om zijn wil te kennen, de Rechtvaardige te zien en een stem uit zijn mond te horen,  14. Il dit alors : «Le Dieu de nos pères t'a prédestiné à connaître sa volonté, à voir le Juste et à entendre la voix sortie de sa bouche ;  

King James Bible . [14] And he said, The God of our fathers hath chosen thee, that thou shouldest know his will, and see that Just One, and shouldest hear the voice of his mouth.
Luther-Bibel . 14 Er aber sprach: Der Gott unserer Väter hat dich erwählt, dass du seinen Willen erkennen sollst und den Gerechten sehen und die Stimme aus seinem Munde hören;

Tekstuitleg van Hnd 22,14 .

20. act. inf. aor. ακουσαι = akousai van het werkw. ακουω = akouô (horen) . Taalgebruik in het NT : akouô (horen) . Taalgebruik in de Septuaginta : akouô (horen) . Taalgebruik in Lc : akouô (horen) . Oor en horen zijn verwant met elkaar . oor < Lat. aus , auris , zie Gr. ous / ôs , ôtis . auscultare (het oor lenen aan , toehoren , aanhoren) -> écouter . Bijbel (61) . NT (17) . Mt (2) . Lc (3) . Hnd (11) . Jak 1,19 . Hnd (11) : (1) Hnd 10,22 . (2) Hnd 10,33 . (3) Hnd 13,7 . (4) Hnd 13,44 . (5) Hnd 15,7 . (6) Hnd 19,10 . (7) Hnd 22,14 . (8) Hnd 24,4 . (9) Hnd 25,22 . (10) Hnd 26,3 . (11) Hnd 28,22 .

Hnd 22,15 - Hnd 22,15 : Verdedigingsrede tegenover het volk , vervolg : Hnd 22,1-21 -- Hnd 22 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 22,1 - Hnd 22,2 - Hnd 22,3 - Hnd 22,4 - Hnd 22,5 - Hnd 22,6 - Hnd 22,7 - Hnd 22,8 - Hnd 22,9 - Hnd 22,10 - Hnd 22,11 - Hnd 22,12 - Hnd 22,13 - Hnd 22,14 - Hnd 22,15 - Hnd 22,16 - Hnd 22,17 - Hnd 22,18 - Hnd 22,19 - Hnd 22,20 - Hnd 22,21 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
15oti esè martus autô pros pantas anthrôpous ôn eôrakas kai èkousas. 15 quia eris testis illius ad omnes homines eorum quae vidisti et audisti    15 Want gij zult Hem getuige zijn bij alle mensen, van hetgeen gij gezien en gehoord hebt.   [15] want jij zult voor Hem bij alle mensen getuige zijn van wat je hebt gezien en gehoord.  [15] want je zult zijn getuige zijn en aan alle mensen verkondigen wat je gezien en gehoord hebt.  15 omdat je bij alle mensen getuige moet zijn van wat je hebt gezien en gehoord!–  15. car pour lui tu dois être témoin devant tous les hommes de ce que tu as vu et entendu.  

King James Bible . [15] For thou shalt be his witness unto all men of what thou hast seen and heard.
Luther-Bibel . 15 denn du wirst für ihn vor allen Menschen Zeuge sein von dem, was du gesehen und gehört hast.

Tekstuitleg van Hnd 22,15 .

martus (getuige) bijbel  O.T.  N.T.  Mt  Mc Lc  Joh  Hnd  Brieven  Apk  Lc   Hnd 
nom. enk. martus 39 31 8         1 4   (1) Hnd 22,15 .
gen. enk. marturos 1   1         1       (1) Hnd 22,20 .
dat. enk. marturi 2 2                    
acc. enk. martura 4 1 3         2 1     (1) Hnd 1,22 . (2) Hnd 26,16 .
nom. mv. martures 20 10 10     2   7 1   (1) Lc 11,48 . (2) Lc 24,48 (1) Hnd 1,8 . (2) Hnd 2,32 . (3) Hnd 3,15 . (4) Hnd 5,32 . (5) Hnd 7,58 . (6) Hnd 10,39 . (7) Hnd 13,31 .
gen. mv. marturôn 16 3 13 2 1   3   5 2    
dat. mv. martusin 4 1 3         1 1   (1) Hnd 10,41 .
acc. mv. marturas 6 5 1         1       (1) Hnd 6,13 .
Totaal   92 53 39 2 1 2 3 13 12    

 

Hnd 22,16 - Hnd 22,16 : Verdedigingsrede tegenover het volk , vervolg : Hnd 22,1-21 -- Hnd 22 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 22,1 - Hnd 22,2 - Hnd 22,3 - Hnd 22,4 - Hnd 22,5 - Hnd 22,6 - Hnd 22,7 - Hnd 22,8 - Hnd 22,9 - Hnd 22,10 - Hnd 22,11 - Hnd 22,12 - Hnd 22,13 - Hnd 22,14 - Hnd 22,15 - Hnd 22,16 - Hnd 22,17 - Hnd 22,18 - Hnd 22,19 - Hnd 22,20 - Hnd 22,21 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
16kai nun ti melleis; anastas baptisai kai apolousai tas amartias sou epikalesamenos to onoma autou.   16 et nunc quid moraris exsurge baptizare et ablue peccata tua invocato nomine ipsius    16 En nu, wat vertoeft gij? Sta op, en laat u dopen, en uw zonden afwassen, aanroepende den Naam des Heeren.  [16] Wat aarzel je nu nog? Roep zijn naam aan, laat je dopen en was je zonden af.”  [16] Wat aarzel je dan nog? Sta op, laat je dopen en je zonden wegwassen, terwijl je zijn naam aanroept.”  16 welnu, waarom aarzel je nog?– sta op, laat je dopen en laat je zonden afwassen, terwijl je zijn naam aanroept!– 16. Pourquoi tarder encore ? Allons ! Reçois le baptême et purifie-toi de tes péchés en invoquant son nom».  

King James Bible . [16] And now why tarriest thou? arise, and be baptized, and wash away thy sins, calling on the name of the Lord.
Luther-Bibel . 16 Und nun, was zögerst du? Steh auf und rufe seinen Namen an und lass dich taufen und deine Sünden abwaschen.

Tekstuitleg van Hnd 22,16 .

Hnd 22,17 - Hnd 22,17 : Verdedigingsrede tegenover het volk , vervolg : Hnd 22,1-21 -- Hnd 22 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 22,1 - Hnd 22,2 - Hnd 22,3 - Hnd 22,4 - Hnd 22,5 - Hnd 22,6 - Hnd 22,7 - Hnd 22,8 - Hnd 22,9 - Hnd 22,10 - Hnd 22,11 - Hnd 22,12 - Hnd 22,13 - Hnd 22,14 - Hnd 22,15 - Hnd 22,16 - Hnd 22,17 - Hnd 22,18 - Hnd 22,19 - Hnd 22,20 - Hnd 22,21 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
17egeneto de moi upostrepsanti eis ierousalèm kai proseuchomenou mou en tô ierô genesthai me en ekstasei   17 factum est autem revertenti mihi in Hierusalem et oranti in templo fieri me in stupore mentis    17 En het gebeurde mij, als ik te Jeruzalem wedergekeerd was, en in den tempel bad, dat ik in een vertrekking van zinnen was;   [17] En wat gebeurde er? Na mijn terugkeer in Jeruzalem was ik eens in de tempel aan het bidden toen ik in extase raakte  
[17] Later, toen ik terug was in Jeruzalem en in de tempel aan het bidden was, werd ik opeens gegrepen door een visioen.  
17 maar het geschiedde mij, toen ik in het heiligdom aan het bidden was dat ik in extase raakte;  17. « De retour à Jérusalem, il m'est arrivé, un jour que je priais dans le Temple, de tomber en extase.  

King James Bible . [17] And it came to pass, that, when I was come again to Jerusalem, even while I prayed in the temple, I was in a trance;
Luther-Bibel . 17 Es geschah aber, als ich wieder nach Jerusalem kam und im Tempel betete, dass ich in Verzückung geriet

Tekstuitleg van Hnd 22,17 .

5. - 6. εις ιερουσαλην = eis ierousalèm (naar Jeruzalem) . NT (34) . Mc (1) : Mc 11,1 . Lc (9) : (1) Lc 2,41 . (2) Lc 2,45 . (3) Lc 4,9 . (4) Lc 9,51 . (5) Lc 9,53 . (6) Lc 13,22 (variante lezing) . (7) Lc 17,11 . (8) Lc 24,33 . (9) Lc 24,52 . Hnd (21) : (1) Hnd 1,12 . (2) Hnd 4,5 . (3) Hnd 5,16 . (4) Hnd 8,26 . (5) Hnd 8,27 . (6) Hnd 9,2 . (7) Hnd 9,26 . (8) Hnd 13,31 . (9) Hnd 15,2 . (10) Hnd 15,4 . (11) variante lezing Hnd 19,21 . (12) Hnd 20,22 . (13) variante lezing Hnd 21,4 . (14) Hnd 21,12 . (15) Hnd 21,13 . (16) variante lezing : Hnd 21,15 . (17) Hnd 22,5 . (18) Hnd 22,17 . (19) Hnd 23,11 . (20) Hnd 25,3 . (21) Hnd 25,20 .

10. - 12. εν τῳ ἱερῳ = en tôi hierôi (in de tempel) . Voorzetsel van plaats + lidwoord datief onzijdig enkelvoud + zelfstandig naamwoord (ἱερον = hieron = tempel) datief onzijdig enkelvoud . Bijbel (33) . OT (1) . NT (32) . Mt (5) , Mc (4) . Lc (7/7) : (1) Lc 2,46 . (2) Lc 19,47 . (3) Lc 20,1 . (4) Lc 21,37 . (5) Lc 21,38 . (6) Lc 22,53 . (7) Lc 24,53 . Joh (7) . Hnd. (9) : (1) Hnd 2,46 . (2) Hnd 5,20 . (3) Hnd 5,25 . (4) Hnd 5,42 . (5) Hnd 21,27 . (6) Hnd 22,17 . (7) Hnd 24,12 . (8) Hnd 24,18 . (9) Hnd 26,21 .


Hnd 22,18 - Hnd 22,18 : Verdedigingsrede tegenover het volk , vervolg : Hnd 22,1-21 -- Hnd 22 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 22,1 - Hnd 22,2 - Hnd 22,3 - Hnd 22,4 - Hnd 22,5 - Hnd 22,6 - Hnd 22,7 - Hnd 22,8 - Hnd 22,9 - Hnd 22,10 - Hnd 22,11 - Hnd 22,12 - Hnd 22,13 - Hnd 22,14 - Hnd 22,15 - Hnd 22,16 - Hnd 22,17 - Hnd 22,18 - Hnd 22,19 - Hnd 22,20 - Hnd 22,21 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
18kai idein auton legonta moi, speuson kai exelthe en tachei ex ierousalèm, dioti ou paradexontai sou marturian peri emou.  18 et videre illum dicentem mihi festina et exi velociter ex Hierusalem quoniam non recipient testimonium tuum de me    18 En dat ik Hem zag, en Hij tot mij zeide: Spoed u, en ga in der haast uit Jeruzalem; want zij zullen uw getuigenis van Mij niet aannemen.  [18] en Hem daar zag. Hij zei tegen mij*: “Haast je, verlaat onmiddellijk Jeruzalem, want ze zullen van jou geen getuigenis over Mij aannemen.”   [18] Ik zag de Heer, die tegen me zei: “Haast je en vertrek meteen uit Jeruzalem, want ze zullen van jou geen getuigenis over mij aanvaarden.”  18 ik zag Hem tot mij zeggen haast je en ga snel uit Jeruzalem weg, want ze zullen jouw getuigenis over mij niet aanvaarden!–   18. Je vis le Seigneur, qui me dit : «Hâte-toi, sors vite de Jérusalem, car ils n'accueilleront pas ton témoignage à mon sujet. » -  

King James Bible . [18] And saw him saying unto me, Make haste, and get thee quickly out of Jerusalem: for they will not receive thy testimony concerning me.
Luther-Bibel . 18 und ihn sah. Da sprach er zu mir: Eile und mach dich schnell auf aus Jerusalem; denn dein Zeugnis von mir werden sie nicht annehmen.

Tekstuitleg van Hnd 22,18 .

Hnd 22,19 - Hnd 22,19 : Verdedigingsrede tegenover het volk , vervolg : Hnd 22,1-21 -- Hnd 22 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 22,1 - Hnd 22,2 - Hnd 22,3 - Hnd 22,4 - Hnd 22,5 - Hnd 22,6 - Hnd 22,7 - Hnd 22,8 - Hnd 22,9 - Hnd 22,10 - Hnd 22,11 - Hnd 22,12 - Hnd 22,13 - Hnd 22,14 - Hnd 22,15 - Hnd 22,16 - Hnd 22,17 - Hnd 22,18 - Hnd 22,19 - Hnd 22,20 - Hnd 22,21 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
19kagô eipon, kurie, autoi epistantai oti egô èmèn fulakizôn kai derôn kata tas sunagôgas tous pisteuontas epi se:   19 et ego dixi Domine ipsi sciunt quia ego eram concludens in carcerem et caedens per synagogas eos qui credebant in te    19 En ik zeide: Heere, zij weten, dat ik in de gevangenis wierp, en in de synagogen geselde, die in U geloofden;  [19] Ik zei: “Heer, ze weten dat ik het was die overal in de synagogen de mensen die in U geloven gevangen nam en geselde.  [19] Ik zei: “Heer, ze weten toch dat ik vroeger de mensen die in u geloven heb laten opsluiten in de gevangenis en dat ik hen in de synagogen heb laten geselen?   19 en ik, ik zei: Heer, zij weten toch dat ik het was die in bewaring liet zetten en geselen, de synagogen langs, hen die gingen geloven in u;  19. «Seigneur, répondis-je, ils savent pourtant bien que, de synagogue en synagogue, je faisais jeter en prison et battre de verges ceux qui croient en toi ;  

King James Bible . [19] And I said, Lord, they know that I imprisoned and beat in every synagogue them that believed on thee:
Luther-Bibel . 19 Und ich sprach: Herr, sie wissen doch, dass ich die, die an dich glaubten, gefangen nahm und in den Synagogen geißeln ließ.

Tekstuitleg van Hnd 22,19 .

Hnd 22,20 - Hnd 22,20 : Verdedigingsrede tegenover het volk , vervolg : Hnd 22,1-21 -- Hnd 22 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 22,1 - Hnd 22,2 - Hnd 22,3 - Hnd 22,4 - Hnd 22,5 - Hnd 22,6 - Hnd 22,7 - Hnd 22,8 - Hnd 22,9 - Hnd 22,10 - Hnd 22,11 - Hnd 22,12 - Hnd 22,13 - Hnd 22,14 - Hnd 22,15 - Hnd 22,16 - Hnd 22,17 - Hnd 22,18 - Hnd 22,19 - Hnd 22,20 - Hnd 22,21 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
20kai ote exechunneto to aima stefanou tou marturos sou, kai autos èmèn efestôs kai suneudokôn kai fulassôn ta imatia tôn anairountôn auton.   20 et cum funderetur sanguis Stephani testis tui ego adstabam et consentiebam et custodiebam vestimenta interficientium illum    20 En toen het bloed van Stefanus, Uw getuige, vergoten werd, dat ik daar ook bij stond, en mede een welbehagen had in zijn dood, en de klederen bewaarde dergenen, die hem doodden.   [20] En toen het bloed van Stefanus, uw getuige, werd vergoten, stond ik erbij, ik was het ermee eens en paste op de kleren van degenen die hem ter dood brachten.”  [20] Ook toen Stefanus zijn getuigenis over u met de dood moest bekopen, was ik erbij. Ik hield de mantels van degenen die hem doodden in bewaring en keurde de moord op hem goed.”   20 en toen het bloed vergoten werd van uw getuige Stefanus, stond ik er zelf bij, had er mede behagen in en bewaakte de kleren van wie hem uit de weg ruimden!–  20. et quand on répandait le sang d'Étienne, ton témoin, j'étais là, moi aussi, d'accord avec ceux qui le tuaient, et je gardais leurs vêtements. » 

King James Bible . [20] And when the blood of thy martyr Stephen was shed, I also was standing by, and consenting unto his death, and kept the raiment of them that slew him.
Luther-Bibel . 20 Und als das Blut des Stephanus, deines Zeugen, vergossen wurde, stand ich auch dabei und hatte Gefallen daran und bewachte denen die Kleider, die ihn töteten.

Tekstuitleg van Hnd 22,20 .

Hnd 22,21 - Hnd 22,21 : Verdedigingsrede tegenover het volk , vervolg : Hnd 22,1-21 -- Hnd 22 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 22,1 - Hnd 22,2 - Hnd 22,3 - Hnd 22,4 - Hnd 22,5 - Hnd 22,6 - Hnd 22,7 - Hnd 22,8 - Hnd 22,9 - Hnd 22,10 - Hnd 22,11 - Hnd 22,12 - Hnd 22,13 - Hnd 22,14 - Hnd 22,15 - Hnd 22,16 - Hnd 22,17 - Hnd 22,18 - Hnd 22,19 - Hnd 22,20 - Hnd 22,21 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
21kai eipen pros me, poreuou, oti egô eis ethnè makran exapostelô se.   21 et dixit ad me vade quoniam ego in nationes longe mittam te    21 En Hij zeide tot mij: Ga heen; want Ik zal u ver tot de heidenen afzenden.   [21] Hij zei tegen mij: “Ga, want Ik stuur je ver weg, naar de heidenen.” ’  [21] Maar hij zei tegen mij: “Ga, want ik wil je naar de heidenen sturen, ver van hier.”’  21 en hij zei tot mij: ga op reis, want ik zal je uitzenden naar volkeren ver weg!   21. Il me dit alors : «Va ; c'est au loin, vers les païens, que moi, je veux t'envoyer». » 

King James Bible . [21] And he said unto me, Depart: for I will send thee far hence unto the Gentiles.
Luther-Bibel . 21 Und er sprach zu mir: Geh hin; denn ich will dich in die Ferne zu den Heiden senden.

Tekstuitleg van Hnd 22,21 .



Hnd 22,22-29 : In de kazerne - Hnd 22 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 22,22-29 -- Hnd 22,22 - Hnd 22,23 - Hnd 22,24 - Hnd 22,25 - Hnd 22,26 - Hnd 22,27 - Hnd 22,28 - Hnd 22,29 -

Hnd 22,22 - Hnd 22,22 : In de kazerne - Hnd 22 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 22,22-29 -- Hnd 22,22 - Hnd 22,23 - Hnd 22,24 - Hnd 22,25 - Hnd 22,26 - Hnd 22,27 - Hnd 22,28 - Hnd 22,29 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
22èkouon de autou achri toutou tou logou kai epèran tèn fônèn autôn legontes, aire apo tès gès ton toiouton, ou gar kathèken auton zèn. 22 audiebant autem eum usque ad hoc verbum et levaverunt vocem suam dicentes tolle de terra eiusmodi non enim fas est eum vivere    22 Zij hoorden hem nu tot dit woord toe; en zij verhieven hun stem, zeggende: Weg van de aarde met zulk een, want het is niet behoorlijk, dat hij leve. 
[22] Tot zover hadden zij naar hem geluisterd, maar toen begonnen ze luidkeels te schreeuwen: ‘Weg met hem! Zo iemand verdient het niet om te leven.’ 
[22] Tot zover had de menigte naar Paulus geluisterd, maar nu begon iedereen luidkeels te roepen: ‘Weg met die man! Zo iemand heeft niet het recht om te leven!’   22 ¶ Tot aan dit woord hebben ze hem aangehoord, maar nu verheffen ze hun stem en zeggen: weg van de aarde met zo iemand, want hij is het niet waard dat hij leeft!   22. Jusque-là on l'écoutait. Mais à ces mots, on se mit à crier : « Otez de la terre un pareil individu ! Il n'est pas digne de vivre. »  

King James Bible . [22] And they gave him audience unto this word, and then lifted up their voices, and said, Away with such a fellow from the earth: for it is not fit that he should live.
Luther-Bibel . 22 Sie hörten ihm aber zu bis zu diesem Wort; dann erhoben sie ihre Stimme und riefen: Hinweg mit diesem von der Erde! Denn er darf nicht mehr leben.

Tekstuitleg van Hnd 22,22 .

1. actief ind. imperf. 3de pers. mv.ηκουον = èkouon (zij hoorden) van het werkw. ακουω = akouô (horen) . Taalgebruik in het NT : akouô (horen) . Taalgebruik in de Septuaginta : akouô (horen) . Taalgebruik in Lc : akouô (horen) . Oor en horen zijn verwant met elkaar . oor < Lat. aus , auris , zie Gr. ous / ôs , ôtis . auscultare (het oor lenen aan , toehoren , aanhoren) -> écouter . Hnd (4) : (1) Hnd 2,6 . (2) Hnd 10,46 . (3) Hnd 15,12 . (4) Hnd 22,22 .

akouô (horen) bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br. Apk syn. ev.
ind. imp. 3de p. mv. èkouon 17  10         

 

Hnd 22,23 - Hnd 22,23 : In de kazerne - Hnd 22 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 22,22-29 -- Hnd 22,22 - Hnd 22,23 - Hnd 22,24 - Hnd 22,25 - Hnd 22,26 - Hnd 22,27 - Hnd 22,28 - Hnd 22,29 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
23kraugazontôn te autôn kai riptountôn ta imatia kai koniorton ballontôn eis ton aera,   23 vociferantibus autem eis et proicientibus vestimenta sua et pulverem iactantibus in aerem    23 En als zij riepen, en de klederen van zich smeten, en stof in de lucht wierpen;  [23] Krijsend zwaaiden ze met hun kleren en gooiden ze stof in de lucht.   [23] Ze schreeuwden, gooiden met hun mantels en wierpen stof in de lucht.  23 Als zij zo schreeuwen hun klederen scheuren en stof in de lucht opwerpen,  23. On vociférait, on jetait ses vêtements, on lançait de la poussière en l'air.  

King James Bible . [23] And as they cried out, and cast off their clothes, and threw dust into the air,
Luther-Bibel . 23 Als sie aber schrien und ihre Kleider abwarfen und Staub in die Luft wirbelten,

Tekstuitleg van Hnd 22,23 .

Hnd 22,24 - Hnd 22,24 : In de kazerne - Hnd 22 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 22,22-29 -- Hnd 22,22 - Hnd 22,23 - Hnd 22,24 - Hnd 22,25 - Hnd 22,26 - Hnd 22,27 - Hnd 22,28 - Hnd 22,29 -

Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
24ekeleusen o chiliarchos eisagesthai auton eis tèn parembolèn, eipas mastixin anetazesthai auton ina epignô di èn aitian outôs epefônoun autô.  24 iussit tribunus induci eum in castra et flagellis caedi et torqueri eum ut sciret propter quam causam sic adclamarent ei     24 Zo beval de overste, dat men hem in de legerplaats zou brengen, en zeide, dat men hem met geselen onderzoeken zou, opdat hij verstaan mocht, om wat oorzaak zij alzo over hem riepen.  [24] Toen beval de tribunus hem naar de kazerne te brengen; hij gaf opdracht hem onder geselslagen te verhoren om te weten te komen waarom zij zo tegen hem tekeergingen.  [24] Daarop beval de tribuun Paulus de kazerne binnen te brengen. Hij gaf opdracht hem onder het toedienen van zweepslagen te verhoren, om te achterhalen waarom het volk zo tegen hem tekeerging.  24 beveelt de overste over duizend dat hij naar de kazerne moet worden gebracht, en zegt dat hij met geselingen ondervraagd moet worden, om te weten te komen om welke reden zij zo over hem zijn gaan roepen.  24. Le tribun le fit alors introduire dans la forteresse et ordonna de lui donner la question par le fouet, afin de savoir pour quel motif on criait ainsi contre lui.  

King James Bible . [24] The chief captain commanded him to be brought into the castle, and bade that he should be examined by scourging; that he might know wherefore they cried so against him.
Luther-Bibel . 24 befahl der Oberst, ihn in die Burg zu führen, und sagte, dass man ihn geißeln und verhören sollte, um zu erfahren, aus welchem Grund sie so gegen ihn schrien.

Tekstuitleg van Hnd 22,24 .

Hnd 22,25 - Hnd 22,25 : In de kazerne - Hnd 22 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 22,22-29 -- Hnd 22,22 - Hnd 22,23 - Hnd 22,24 - Hnd 22,25 - Hnd 22,26 - Hnd 22,27 - Hnd 22,28 - Hnd 22,29 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
25ôs de proeteinan auton tois imasin eipen pros ton estôta ekatontarchon o paulos, ei anthrôpon rômaion kai akatakriton exestin umin mastizein; 25 et cum adstrinxissent eum loris dixit adstanti sibi centurioni Paulus si hominem romanum et indemnatum licet vobis flagellare    25 En alzo zij hem met de riemen uitrekten, zeide Paulus tot den hoofdman over honderd, die daar stond: Is het ulieden geoorloofd een Romeinsen mens, en dien onveroordeeld, te geselen?   [25] Maar toen zij hem voor de riemslagen hadden vastgebonden, zei Paulus tegen de aanwezige centurio: ‘Mogen jullie een Romein geselen*, en dat nog wel zonder veroordeling?’  [25] Maar toen ze hem al vastgebonden hadden voor de zweepslagen, zei Paulus tegen de centurio die erbij was: ‘Mogen jullie een Romeins burger geselen, en dan nog wel zonder vorm van proces?’   25 Maar als zij hem met de riemen in de houding trekken, zegt Paulus tot de overste over honderd die daar staat: is het jullie toegestaan een Romeinse mens ook zonder veroordeling te geselen?  25. Quand on l'eut attaché avec les courroies, Paul dit au centurion de service : « Un citoyen romain, et qui n'a même pas été jugé, vous est-il permis de lui appliquer le fouet ? » 

King James Bible . [25] And as they bound him with thongs, Paul said unto the centurion that stood by, Is it lawful for you to scourge a man that is a Roman, and uncondemned?
Luther-Bibel . 25 Als man ihn aber zum Geißeln festband, sprach Paulus zu dem Hauptmann, der dabeistand: Ist es erlaubt bei euch, einen Menschen, der römischer Bürger ist, ohne Urteil zu geißeln?

Tekstuitleg van Hnd 22,25 .

Hnd 22,26 - Hnd 22,26 : In de kazerne - Hnd 22 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 22,22-29 -- Hnd 22,22 - Hnd 22,23 - Hnd 22,24 - Hnd 22,25 - Hnd 22,26 - Hnd 22,27 - Hnd 22,28 - Hnd 22,29 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
26akousas de o ekatontarchès proselthôn tô chiliarchô apèggeilen legôn, ti melleis poiein; o gar anthrôpos outos rômaios estin.  26 quo audito centurio accessit ad tribunum et nuntiavit dicens quid acturus es hic enim homo civis romanus est    26 Als nu de hoofdman over honderd dat hoorde, ging hij toe, en boodschapte het den overste, zeggende: Zie, wat gij te doen hebt; want deze mens is een Romein.   [26] Toen de centurio dat hoorde, ging hij het de tribunus melden en zei hem: ‘Wat bent u van plan? Die man is een Romein.’   [26] Toen de centurio dit hoorde, ging hij naar de tribuun om hem op de hoogte te stellen. Hij zei: ‘Wat bent u aan het doen? Die man is een Romein!’  26 Als de overste over honderd dat hoort, komt hij bij de overste over duizend en doet hem hiervan kond, zeggend: wat denk je te gaan doen?– want deze mens is een Romein!  26. A ces mots, le centurion alla trouver le tribun pour le prévenir : « Que vas-tu faire ? Cet homme est citoyen romain. »  

King James Bible . [26] When the centurion heard that, he went and told the chief captain, saying, Take heed what thou doest: for this man is a Roman.
Luther-Bibel . 26 Als das der Hauptmann hörte, ging er zu dem Oberst und berichtete ihm und sprach: Was willst du tun? Dieser Mensch ist römischer Bürger.

Tekstuitleg van Hnd 22,26 .

8. apèggeilen hij verkondigde) . Verwijzing : aggelos (engel) , zie Mt 13,41 . Actief aorist derde persoon enkelvoud van het werkwoord apaggellô : berichten , aankondigen , rapporteren , vertellen . In zesenzestig verzen in de bijbel . In tien verzen in het N.T. . In zeven verzen in Hnd : (1) Hnd 5,25 . (2) Hnd 11,13 . (3) Hnd 12,14 . (4) Hnd 16,36 . (5) Hnd 22,26 . (6) Hnd 23,16 . (7) Hnd 28,21 .

12. poiein (doen, handelen) . Verwijzing : poiein (doen, handelen) , zie Hnd 1,1 . Infinitief praesens . In 151 verzen in de bijbel . In vierentwintig verzen in het N.T. . Niet bij Lucas . In zes verzen in Hnd : (1) Hnd 1,1 . (2) Hnd 7,19 . (3) Hnd 9,6 . (4) Hnd 16,21 . (5) Hnd 16,30 . (6) Hnd 22,26 . Paulus werd in Jeruzalem gevangen genomen . De tribunus wilde hem onder folteringen laten ondervragen . Paulus echter beriep zich op het Romeins burgerschap .

Hnd 22,27 - Hnd 22,27 : In de kazerne - Hnd 22 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 22,22-29 -- Hnd 22,22 - Hnd 22,23 - Hnd 22,24 - Hnd 22,25 - Hnd 22,26 - Hnd 22,27 - Hnd 22,28 - Hnd 22,29 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
27proselthôn de o chiliarchos eipen autô, lege moi, su rômaios ei; o de efè, nai.   27 accedens autem tribunus dixit illi dic mihi tu Romanus es at ille dixit etiam    27 En de overste kwam toe, en zeide tot hem: Zeg mij, zijt gij een Romein? En hij zeide: Ja.   [27] De tribunus ging naar hem toe en zei: ‘Zeg eens, bent u een Romein?’ Hij zei: ‘Jazeker.’   [27] De tribuun ging naar Paulus toe en vroeg: ‘Bent u werkelijk een Romeins burger?’ ‘Jazeker,’ antwoordde Paulus.  27 De overste over duizend komt bij hem en zegt: zeg mij eens, ben jij een Romein? En hij verklaart: ja!   27. Le tribun vint donc demander à Paul : « Dis-moi, tu es citoyen romain ? » - « Oui », répondit-il.  

King James Bible . [27] Then the chief captain came, and said unto him, Tell me, art thou a Roman? He said, Yea.
Luther-Bibel . 27 Da kam der Oberst zu ihm und fragte ihn: Sage mir, bist du römischer Bürger? Er aber sprach: Ja.

Tekstuitleg van Hnd 22,27 .

Hnd 22,28 - Hnd 22,28 : In de kazerne - Hnd 22 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 22,22-29 -- Hnd 22,22 - Hnd 22,23 - Hnd 22,24 - Hnd 22,25 - Hnd 22,26 - Hnd 22,27 - Hnd 22,28 - Hnd 22,29 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
28apekrithè de o chiliarchos, egô pollou kefalaiou tèn politeian tautèn ektèsamèn. o de paulos efè, egô de kai gegennèmai.   28 et respondit tribunus ego multa summa civitatem hanc consecutus sum et Paulus ait ego autem et natus sum    28 En de overste antwoordde: Ik heb dit burgerrecht voor een grote som gelds verkregen. En Paulus zeide: Maar ik ben ook een burger geboren.  [28] De tribunus antwoordde: ‘Ik heb voor dat burgerrecht* een vermogen betaald.’ Paulus zei: ‘En ik ben als Romein geboren.’  [28] De tribuun zei: ‘Ik heb een vermogen moeten betalen voor dat burgerrecht.’ Daarop zei Paulus: ‘Ik ben als Romeins burger geboren.’  28 De overste over duizend antwoordt: ik heb dat burgerrecht met een groot hoofdgeld verworven…! Maar Paulus verklaart: ik ben zelfs zo geboren!  28. Le tribun reprit : « Moi, il m'a fallu une forte somme pour acheter ce droit de cité. » - « Et moi, dit Paul, je l'ai de naissance. » 

King James Bible . [28] And the chief captain answered, With a great sum obtained I this freedom. And Paul said, But I was free born.
Luther-Bibel . 28 Da sagte der Oberst: Ich habe dies Bürgerrecht für viel Geld erworben. Paulus aber sprach: Ich aber bin schon als römischer Bürger geboren.

Tekstuitleg van Hnd 22,28 .

Hnd 22,29 - Hnd 22,29 : In de kazerne - Hnd 22 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 22,22-29 -- Hnd 22,22 - Hnd 22,23 - Hnd 22,24 - Hnd 22,25 - Hnd 22,26 - Hnd 22,27 - Hnd 22,28 - Hnd 22,29 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
29eutheôs oun apestèsan ap autou oi mellontes auton anetazein: kai o chiliarchos de efobèthè epignous oti rômaios estin kai oti auton èn dedekôs.  29 protinus ergo discesserunt ab illo qui eum torturi erant tribunus quoque timuit postquam rescivit quia civis romanus esset et quia alligasset eum    29 Terstond dan lieten zij van hem af, die hem zouden onderzocht hebben. En de overste werd ook bevreesd, toen hij verstond, dat hij een Romein was, en dat hij hem had gebonden.  [29] Onmiddellijk lieten degenen die hem zouden verhoren hem met rust; en de tribunus sloeg de schrik om het hart toen hij zich realiseerde dat het een Romein was die hij had laten vastbinden.  [29] Meteen lieten de soldaten, die op het punt stonden hem te verhoren, hem met rust, en ook de tribuun sloeg de schrik om het hart nu hij besefte dat hij een Romeins burger had laten vastbinden.  29 Dus blijven zij die hem zouden ondervragen meteen van hem af. En de overste over duizend is bevreesd, nu hij weet dat hij een Romein is en omdat hij hem heeft laten binden.  29. Aussitôt donc, ceux qui allaient le mettre à la question s'écartèrent de lui et le tribun lui-même eut peur, sachant que c'était un citoyen romain qu'il avait chargé de chaînes.  

King James Bible . [29] Then straightway they departed from him which should have examined him: and the chief captain also was afraid, after he knew that he was a Roman, and because he had bound him.
Luther-Bibel . 29 Da ließen sogleich von ihm ab, die ihn verhören sollten. Und der Oberst fürchtete sich, als er vernahm, dass es ein römischer Bürger war, den er hatte festbinden lassen.

Tekstuitleg van Hnd 22,29 .



Hnd 22,30 : Voor het Sanhedrin : Hnd 22,30 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 22 -

Hnd 22,30 - Hnd 22,30 : Voor het Sanhedrin : Hnd 22,30 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 22 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
30tè de epaurion boulomenos gnônai to asfales to ti katègoreitai upo tôn ioudaiôn elusen auton, kai ekeleusen sunelthein tous archiereis kai pan to sunedrion, kai katagagôn ton paulon estèsen eis autous.   30 postera autem die volens scire diligentius qua ex causa accusaretur a Iudaeis solvit eum et iussit sacerdotes convenire et omne concilium et producens Paulum statuit inter illos     30 En des anderen daags, willende de zekerheid weten, waarom hij van de Joden beschuldigd werd, maakte hij hem los van de banden, en beval, dat de overpriesters en hun gehele raad zouden komen; en Paulus afgebracht hebbende, stelde hij hem voor hen.  
[30] De volgende dag liet hij Paulus uit de gevangenis halen en gaf hij de hogepriesters en het gehele Sanhedrin* opdracht om bij elkaar te komen, want hij wilde te weten komen waarvan hij nu precies door de Joden werd beschuldigd. Vervolgens bracht hij Paulus naar hen toe en zette hij hem tegenover hen. 
[30] Omdat de tribuun nauwkeurig wilde vaststellen welke beschuldiging door de Joden tegen Paulus werd ingebracht, liet hij hem de volgende dag uit de gevangenis halen en verordonneerde hij dat de hogepriesters en het hele Sanhedrin bijeen moesten komen. Hij liet Paulus naar het tempelgebouw brengen om voor hen te verschijnen.  30 De volgende morgen wil hij met zekerheid weten waarvoor hij door de Judeeërs wordt aangeklaagd. Hij maakt hem los, beveelt de overpriesters en heel het sanhedrin om samen te komen, laat Paulus afvoeren en zet hem tegenover hen.   30. Le lendemain, voulant savoir de quoi les Juifs l'accusaient au juste, il le fit détacher et ordonna aux grands prêtres ainsi qu'à tout le Sanhédrin de se réunir ; puis il amena Paul et le fit comparaître devant eux. 

King James Bible . [30] On the morrow, because he would have known the certainty wherefore he was accused of the Jews, he loosed him from his bands, and commanded the chief priests and all their council to appear, and brought Paul down, and set him before them.
Luther-Bibel . 30 Am nächsten Tag wollte er genau erkunden, warum Paulus von den Juden verklagt wurde. Er ließ ihn von den Ketten lösen und befahl den Hohenpriestern und dem ganzen Hohen Rat zusammenzukommen und führte Paulus hinab und stellte ihn vor sie.

Tekstuitleg van Hnd 22,30 .

1. - 3. tèi (de = echter / oun = derhalve, bijgevolg) epaurion ('s anderendaags) . Verwijzing : tèi epaurion ('s anderendaags) , zie Joh 1,35 . ep (afkorting van epi : op , bij) - aurion (morgen) . In zeventien verzen in het N.T. . In tien verzen tèi epaurion (a) , in zes verzen tèi de epaurion (b) , in één vers tèi oun epaurion (c) . In tien verzen in Hnd : (1) Hnd 10,9 (b) . (2) Hnd 10,23 (b) . (3) Hnd 10,24 (b) . (4) Hnd 14,20 (a) . (5) Hnd 20,7 (a) . (6) Hnd 21,8 (b) . (7) Hnd 22,30 (b) . (8) Hnd 23,32 (b) . (9) Hnd 25,6 (a) . (10) Hnd 25,23 (c) .

24. sunedrion (sanhedrin) . Verwijzing : sunedrion (sanhedrin) , zie Mc 14,55 . Nominatief of accusatief onzijdig enkelvoud . In elf verzen in de bijbel . In één vers in het O.T. . In tien verzen in het N.T. : (1) Mt 26,59 // Mc 14,55 . (2) Mc 14,55 // Mt 26,59 . (3) Mc 15,1 . (4) Lc 22,66 : apègagon auton eis to sunedrion autôn = en zij leidden hem weg naar hun sanhedrin . (5) Joh 11,47 . (6) Hnd 5,21 . (7) Hnd 6,12 : kai ègagon eis to sunedrion = en zij leidden (hem) naar het sanhedrin . (8) Hnd 22,30 . (9) Hnd 23,20 : hopôs aurion ton Paulon katagagèis eis to sunedrion = opdat gij morgen Paulus naar het sanhedrin zoudt leiden . (10) Hnd 23,28 : katègagon eis to sunedrion autôn = zij leidden (hem) naar hun sanhedrin .


Griekse tekst

1andres adelfoi kai pateres, akousate mou tès pros umas nuni apologias 2akousantes de oti tè ebraidi dialektô prosefônei autois mallon pareschon èsuchian. kai fèsin 3egô eimi anèr ioudaios, gegennèmenos en tarsô tès kilikias, anatethrammenos de en tè polei tautè, para tous podas gamalièl pepaideumenos kata akribeian tou patrôou nomou, zèlôtès uparchôn tou theou kathôs pantes umeis este sèmeron: 4os tautèn tèn odon ediôxa achri thanatou, desmeuôn kai paradidous eis fulakas andras te kai gunaikas, 5ôs kai o archiereus marturei moi kai pan to presbuterion: par ôn kai epistolas dexamenos pros tous adelfous eis damaskon eporeuomèn axôn kai tous ekeise ontas dedemenous eis ierousalèm ina timôrèthôsin. 6egeneto de moi poreuomenô kai eggizonti tè damaskô peri mesèmbrian exaifnès ek tou ouranou periastrapsai fôs ikanon peri eme, 7epesa te eis to edafos kai èkousa fônès legousès moi, saoul saoul, ti me diôkeis; 8egô de apekrithèn, tis ei, kurie; eipen te pros me, egô eimi ièsous o nazôraios on su diôkeis. 9oi de sun emoi ontes to men fôs etheasanto tèn de fônèn ouk èkousan tou lalountos moi. 10eipon de, ti poièsô, kurie; o de kurios eipen pros me, anastas poreuou eis damaskon, kakei soi lalèthèsetai peri pantôn ôn tetaktai soi poièsai. 11ôs de ouk eneblepon apo tès doxès tou fôtos ekeinou, cheiragôgoumenos upo tôn sunontôn moi èlthon eis damaskon. 12ananias de tis, anèr eulabès kata ton nomon, marturoumenos upo pantôn tôn katoikountôn ioudaiôn, 13elthôn pros me kai epistas eipen moi, saoul adelfe, anablepson: kagô autè tè ôra aneblepsa eis auton. 14o de eipen, o theos tôn paterôn èmôn proecheirisato se gnônai to thelèma autou kai idein ton dikaion kai akousai fônèn ek tou stomatos autou, 15oti esè martus autô pros pantas anthrôpous ôn eôrakas kai èkousas. 16kai nun ti melleis; anastas baptisai kai apolousai tas amartias sou epikalesamenos to onoma autou. 17egeneto de moi upostrepsanti eis ierousalèm kai proseuchomenou mou en tô ierô genesthai me en ekstasei 18kai idein auton legonta moi, speuson kai exelthe en tachei ex ierousalèm, dioti ou paradexontai sou marturian peri emou. 19kagô eipon, kurie, autoi epistantai oti egô èmèn fulakizôn kai derôn kata tas sunagôgas tous pisteuontas epi se: 20kai ote exechunneto to aima stefanou tou marturos sou, kai autos èmèn efestôs kai suneudokôn kai fulassôn ta imatia tôn anairountôn auton. 21kai eipen pros me, poreuou, oti egô eis ethnè makran exapostelô se. 22èkouon de autou achri toutou tou logou kai epèran tèn fônèn autôn legontes, aire apo tès gès ton toiouton, ou gar kathèken auton zèn. 23kraugazontôn te autôn kai riptountôn ta imatia kai koniorton ballontôn eis ton aera, 24ekeleusen o chiliarchos eisagesthai auton eis tèn parembolèn, eipas mastixin anetazesthai auton ina epignô di èn aitian outôs epefônoun autô. 25ôs de proeteinan auton tois imasin eipen pros ton estôta ekatontarchon o paulos, ei anthrôpon rômaion kai akatakriton exestin umin mastizein; 26akousas de o ekatontarchès proselthôn tô chiliarchô apèggeilen legôn, ti melleis poiein; o gar anthrôpos outos rômaios estin. 27proselthôn de o chiliarchos eipen autô, lege moi, su rômaios ei; o de efè, nai. 28apekrithè de o chiliarchos, egô pollou kefalaiou tèn politeian tautèn ektèsamèn. o de paulos efè, egô de kai gegennèmai. 29eutheôs oun apestèsan ap autou oi mellontes auton anetazein: kai o chiliarchos de efobèthè epignous oti rômaios estin kai oti auton èn dedekôs. 30tè de epaurion boulomenos gnônai to asfales to ti katègoreitai upo tôn ioudaiôn elusen auton, kai ekeleusen sunelthein tous archiereis kai pan to sunedrion, kai katagagôn ton paulon estèsen eis autous.