BRIEF AAN DE KOLOSSENZEN HOOFDSTUK 2 - Kol 2 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Kol -- Kol 2 -
- Kol 2,6-3,4 -- Kol 2,12-14 -

- Bibliografie - Literatuur - Liturgisch gebruik - Overzicht bijbelboeken - Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken - Overzicht van deze website -

- bijbeloverzicht per pericope - bijbeloverzicht per vers - bijbeloverzicht : liturgisch gebruik - bijbeloverzicht : woordgebruik -- A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z -- bijbeloverzicht : commentaar -

Overzicht van het N.T. : NT : overzicht , NT : taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , NT : commentaar ,

- Kol : overzicht , Kol : taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Kol : commentaar

Bijbeluitleg per hoofdstuk : Kol 1 , Kol 2 , Kol 3 , Kol 4
Bijbeluitleg per pericope
Tekstuitleg vers per vers - Kol 2,1 - Kol 2,2 - Kol 2,3 - Kol 2,4 - Kol 2,5 - Kol 2,6 - Kol 2,7 - Kol 2,8 - Kol 2,9 - Kol 2,10 - Kol 2,11 - Kol 2,12 - Kol 2,13 - Kol 2,14 - Kol 2,15 - Kol 2,16 - Kol 2,17 - Kol 2,18 - Kol 2,19 - Kol 2,20 - Kol 2,21 - Kol 2,22 - Kol 2,23 -



Kol 1,24-2,5 . De dienst van de apostel - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Kol -- Kol 1 -- Kol 1,24-2,5 -- Kol 1,24 - Kol 1,25 - Kol 1,26 - Kol 1,27 - Kol 1,28 - Kol 1,29 -- Kol 2,1 - Kol 2,2 - Kol 2,3 - Kol 2,4 - Kol 2,5 -

Kol 2,1 - Kol 2,1 : De dienst van de apostel - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Kol -- Kol 1 -- Kol 1,24-2,5 -- Kol 1,24 - Kol 1,25 - Kol 1,26 - Kol 1,27 - Kol 1,28 - Kol 1,29 -- Kol 2,1 - Kol 2,2 - Kol 2,3 - Kol 2,4 - Kol 2,5 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
1thelô gar umas eidenai èlikon agôna echô uper umôn kai tôn en laodikeia kai osoi ouch eorakan to prosôpon mou en sarki,  1 volo enim vos scire qualem sollicitudinem habeam pro vobis et pro his qui sunt Laodiciae et quicumque non viderunt faciem meam in carne    1 Want ik wil, dat gij weet, hoe groten strijd ik voor u heb, en voor degenen, die te Laodicea zijn, en zo velen als er mijn aangezicht in het vlees niet hebben gezien;   [1] Want u moet weten welk een zware strijd ik te voeren heb voor u en voor de mensen in Laodicea*, en voor zo velen die mij nooit in levenden lijve hebben gezien.   [1] Ik wil dat u weet hoe zwaar de strijd is die ik voor u en de gelovigen in Laodicea voer, en voor alle anderen die mij nog nooit in levenden lijve hebben gezien.   1 ¶ Want ik wil dat u weet welk een grote strijd ik moet voeren voor u en voor hen in Laodicea, en zovelen die in vlees–en–bloed mijn aanschijn nooit hebben gezien,  1. Oui, je désire que vous sachiez quelle dure bataille je dois livrer pour vous, pour ceux de Laodicée, et pour tant d'autres qui ne m'ont jamais vu de leurs yeux ; 

King James Bible . [1] For I would that ye knew what great conflict I have for you, and for them at Laodicea, and for as many as have not seen my face in the flesh;
Luther-Bibel . 2 1 Ich will euch nämlich wissen lassen, welchen Kampf ich um euch führe und um die in Laodizea und um alle, die mich nicht von Angesicht gesehen haben,

Tekstuitleg van Kol 2,1 .

Kol 2,2 - Kol 2,2 : De dienst van de apostel - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Kol -- Kol 1 -- Kol 1,24-2,5 -- Kol 1,24 - Kol 1,25 - Kol 1,26 - Kol 1,27 - Kol 1,28 - Kol 1,29 -- Kol 2,1 - Kol 2,2 - Kol 2,3 - Kol 2,4 - Kol 2,5 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
2ina paraklèthôsin ai kardiai autôn, sumbibasthentes en agapè kai eis pan ploutos tès plèroforias tès suneseôs, eis epignôsin tou mustèriou tou theou, christou,   2 ut consolentur corda ipsorum instructi in caritate et in omnes divitias plenitudinis intellectus in agnitionem mysterii Dei Patris Christi Iesu    2 Opdat hun harten vertroost mogen worden, en zij samengevoegd zijn in de liefde, en dat tot allen rijkdom der volle verzekerdheid des verstands, tot kennis der verborgenheid van God en den Vader, en van Christus;  [2] Al mijn moeite is erop gericht dat zij goede moed houden en innig in liefde verbonden blijven, en zo komen tot de volle rijkdom van het inzicht in Gods geheim, Christus namelijk,   [2] Zo wil ik hen bemoedigen en hen in liefde bijeenhouden, opdat ze tot de volle rijkdom van allesomvattend inzicht komen, tot de kennis van Gods mysterie: Christus,*   2 opdat hun harten bemoedigd worden en zij in liefde samengevoegd blijven en komen tot alle rijkdom van het volledige inzicht, tot kennis van het geheimenis van God, Christus,   2. afin que leurs cœurs en soient stimulés et que, étroitement rapprochés dans l'amour, ils parviennent au plein épanouissement de l'intelligence qui leur fera pénétrer le mystère de Dieu,  

King James Bible . [2] That their hearts might be comforted, being knit together in love, and unto all riches of the full assurance of understanding, to the acknowledgement of the mystery of God, and of the Father, and of Christ;
Luther-Bibel . 2 damit ihre Herzen gestärkt und zusammengefügt werden in der Liebe und zu allem Reichtum an Gewissheit und Verständnis, zu erkennen das Geheimnis Gottes, das Christus ist,

Tekstuitleg van Kol 2,2 .

1. hina (opdat) . Voegwoord . Taalgebruik in het NT : hina (opdat) . Taalgebruik in de LXX : hina (opdat) . Kol (11) : (1) Kol 1,9 . (2) Kol 1,18 . (3) Kol 1,28 . (4) Kol 2,2 . (5) Kol 2,4 . (6) Kol 3,21 . (7) Kol 4,3 . (8) Kol 4,4 . (9) Kol 4,8 . (10) Kol 4,12 . (11) Kol 4,16 . (12) Kol 4,17 .

hina (opdat)  bijbel O.T. NT ev.  Br. Rom 1 Kor  2 Kor  Gal Ef  Fil  Kol  1 Tes  2 Tes  1 Tim  2 Tim Tit Film Heb Jak 1 Pe 2 Pe 1 Joh 2 Joh  3 Joh  Jud  P.  A. b. 
  1144  522  620  276  292  29  50  38  15  22  12  12  15  13  20  13  19    232  44 

23. Genitief mann. enk. christou (van Christus) van de eigennaam christos (Christus) . Verwijzing in Kol : Christos (Christus) . Verwijzing in N.T. : christos (Christus) . Een vorm van Christos (Christus) komt in 25 verzen in Kol voor .

Christos Kol Kol   
nom. Christos 4 (1) Kol 1,27 . (2) Kol 3,1 . (3) Kol 3,4 . (4) Kol 3,11 .

voc. Christe

   
gen. Christou 11 (1) Kol 1,1 . (2) Kol 1,3 . (3) Kol 1,7 . (4) Kol 1,24 . (5) Kol 2,2 . (6) Kol 2,11 . (7) Kol 2,17 . (8) Kol 3,15 . (9) Kol 3,16 . (10) Kol 4,3 . (11) Kol 4,12 .
dat. Christô(i) (1) Kol 1,2 . (2) Kol 1,4 . (3) Kol 1,28 . (4) Kol 2,20 . (5) Kol 3,1 . (6) Kol 3,3 . (7) Kol 3,24 .
acc. Christon (1) Kol 2,5 . (2) Kol 2,6 . (3) Kol 2,8 .
totaal 25   

 

Kol 2,3 - Kol 2,3 : De dienst van de apostel - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Kol -- Kol 1 -- Kol 1,24-2,5 -- Kol 1,24 - Kol 1,25 - Kol 1,26 - Kol 1,27 - Kol 1,28 - Kol 1,29 -- Kol 2,1 - Kol 2,2 - Kol 2,3 - Kol 2,4 - Kol 2,5 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
3en ô eisin pantes oi thèsauroi tès sofias kai gnôseôs apokrufoi.  3 in quo sunt omnes thesauri sapientiae et scientiae absconditi     3 In Denwelken al de schatten der wijsheid en der kennis verborgen zijn.   [3] in wie alle schatten van wijsheid en kennis verborgen liggen.   [3] in wie alle schatten van wijsheid en kennis verborgen liggen.   3 in wie alle schatten van de wijsheid en kennis verborgen zijn.  3. dans lequel se trouvent, cachés, tous les trésors de la sagesse et de la connaissance ! 

King James Bible . [3] In whom are hid all the treasures of wisdom and knowledge.
Luther-Bibel . 3 in welchem verborgen liegen alle Schätze der Weisheit und der Erkenntnis.

Tekstuitleg van Kol 2,3 .

Kol 2,4 - Kol 2,4 : De dienst van de apostel - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Kol -- Kol 1 -- Kol 1,24-2,5 -- Kol 1,24 - Kol 1,25 - Kol 1,26 - Kol 1,27 - Kol 1,28 - Kol 1,29 -- Kol 2,1 - Kol 2,2 - Kol 2,3 - Kol 2,4 - Kol 2,5 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
4touto legô ina mèdeis umas paralogizètai en pithanologia.   4 hoc autem dico ut nemo vos decipiat in subtilitate sermonum    4 En dit zeg ik, opdat niet iemand u misleide met beweegredenen, die een schijn hebben.   [4] Ik zeg u dit om te voorkomen dat men u met mooie* redeneringen van de wijs brengt.   [4] Dit alles schrijf ik opdat niemand u met fraaie redeneringen op een dwaalspoor brengt.   4 ¶ Dit zeg ik opdat niemand u met spitsvondige praat omverpraat.   4. Je dis cela pour que nul ne vous abuse par des discours spécieux.  

King James Bible . [4] And this I say, lest any man should beguile you with enticing words.
Luther-Bibel . 4 Ich sage das, damit euch niemand betrüge mit verführerischen Reden.

Tekstuitleg van Kol 2,4 .

3. hina (opdat) . Voegwoord . Taalgebruik in het NT : hina (opdat) . Taalgebruik in de LXX : hina (opdat) . Kol (11) : (1) Kol 1,9 . (2) Kol 1,18 . (3) Kol 1,28 . (4) Kol 2,2 . (5) Kol 2,4 . (6) Kol 3,21 . (7) Kol 4,3 . (8) Kol 4,4 . (9) Kol 4,8 . (10) Kol 4,12 . (11) Kol 4,16 . (12) Kol 4,17 .

hina (opdat)  bijbel O.T. NT ev.  Br. Rom 1 Kor  2 Kor  Gal Ef  Fil  Kol  1 Tes  2 Tes  1 Tim  2 Tim Tit Film Heb Jak 1 Pe 2 Pe 1 Joh 2 Joh  3 Joh  Jud  P.  A. b. 
  1144  522  620  276  292  29  50  38  15  22  12  12  15  13  20  13  19    232  44 
Kol 2,5 - Kol 2,5 : De dienst van de apostel - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Kol -- Kol 1 -- Kol 1,24-2,5 -- Kol 1,24 - Kol 1,25 - Kol 1,26 - Kol 1,27 - Kol 1,28 - Kol 1,29 -- Kol 2,1 - Kol 2,2 - Kol 2,3 - Kol 2,4 - Kol 2,5 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
5ei gar kai tè sarki apeimi, alla tô pneumati sun umin eimi, chairôn kai blepôn umôn tèn taxin kai to stereôma tès eis christon pisteôs umôn. 5 nam et si corpore absens sum sed spiritu vobiscum sum gaudens et videns ordinem vestrum et firmamentum eius quae in Christo est fidei vestrae    5 Want hoewel ik met het vlees van u ben, nochtans ben ik met den geest bij u, mij verblijdende en ziende uw ordening, en de vastigheid van uw geloof in Christus.  [5] Al ben ik naar het lichaam afwezig, in de Geest ben ik bij u, en ik zie met vreugde dat u eendrachtig steunt op uw geloof in Christus.  [5] Want hoewel ik lijfelijk niet aanwezig ben, ben ik in de geest wel bij u, en ik zie met vreugde hoe hecht u met elkaar verbonden bent en hoe onwrikbaar uw geloof in Christus is.   5 Want al ben ik naar het vlees afwezig, in de geest ben ik bij u, en ik kijk met vreugde naar uw goede orde en de stevigheid van uw geloof in Christus.   5. Sans doute, je suis absent de corps ; mais en esprit je suis parmi vous, heureux de voir le bel ordre qui règne chez vous et la solidité de votre foi au Christ. 

King James Bible . [5] For though I be absent in the flesh, yet am I with you in the spirit, joying and beholding your order, and the stedfastness of your faith in Christ.
Luther-Bibel .5 Denn obwohl ich leiblich abwesend bin, so bin ich doch im Geist bei euch und freue mich, wenn ich eure Ordnung und euren festen auben an Christus sehe.

Tekstuitleg van Kol 2,5 .

Met Christus gestorven en verrezen . Kol 2,6-3,4 . - Kol 2,6-3,4 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Kol -- Kol 2 -- Kol 3 -- Kol 2,6 - Kol 2,7 - Kol 2,8 - Kol 2,9 - Kol 2,10 - Kol 2,11 - Kol 2,12 - Kol 2,13 - Kol 2,14 - Kol 2,15 - Kol 2,16 - Kol 2,17 - Kol 2,18 - Kol 2,19 - Kol 2,20 - Kol 2,21 - Kol 2,22 - Kol 2,23 - Kol 3,1 - Kol 3,2 - Kol 3,3 - Kol 3,4 -

Kol 2,6 - Kol 2,6 . Met Christus gestorven en verrezen - Kol 2,6-3,4 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Kol -- Kol 2 -- Kol 3 -- Kol 2,6 - Kol 2,7 - Kol 2,8 - Kol 2,9 - Kol 2,10 - Kol 2,11 - Kol 2,12 - Kol 2,13 - Kol 2,14 - Kol 2,15 - Kol 2,16 - Kol 2,17 - Kol 2,18 - Kol 2,19 - Kol 2,20 - Kol 2,21 - Kol 2,22 - Kol 2,23 - Kol 3,1 - Kol 3,2 - Kol 3,3 - Kol 3,4 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
6ôs oun parelabete ton christon ièsoun ton kurion, en autô peripateite,   6 sicut ergo accepistis Christum Iesum Dominum in ipso ambulate     6 Gelijk gij dan Christus Jezus, den Heere, hebt aangenomen, wandelt alzo in Hem;   [6] Daar u Christus Jezus hebt aanvaard als uw Heer, moet u ook leven in gemeenschap met Hem,   [6] Volg de weg van Christus Jezus, nu u hem als uw Heer aanvaard hebt.  6 Zoals ge dan de Christus hebt aangenomen: Jezus, de Heer, moet ge in de eenheid met hem wandelen,   6. Le Christ tel que vous l'avez reçu, Jésus le Seigneur, c'est en lui qu'il vous faut marcher,  

King James Bible . [6] As ye have therefore received Christ Jesus the Lord, so walk ye in him:
Luther-Bibel . 6 Wie ihr nun den Herrn Christus Jesus angenommen habt, so lebt auch in ihm

Tekstuitleg van Kol 2,6 .

Kol 2,7 - Kol 2,7 . Met Christus gestorven en verrezen - Kol 2,6-3,4 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Kol -- Kol 2 -- Kol 3 -- Kol 2,6 - Kol 2,7 - Kol 2,8 - Kol 2,9 - Kol 2,10 - Kol 2,11 - Kol 2,12 - Kol 2,13 - Kol 2,14 - Kol 2,15 - Kol 2,16 - Kol 2,17 - Kol 2,18 - Kol 2,19 - Kol 2,20 - Kol 2,21 - Kol 2,22 - Kol 2,23 - Kol 3,1 - Kol 3,2 - Kol 3,3 - Kol 3,4 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
7errizômenoi kai epoikodomoumenoi en autô kai bebaioumenoi tè pistei kathôs edidachthète, perisseuontes en eucharistia.  7 radicati et superaedificati in ipso et confirmati fide sicut et didicistis abundantes in gratiarum actione    7 Geworteld en opgebouwd in Hem, en bevestigd in het geloof, gelijkerwijs gij geleerd zijt, overvloedig zijnde in hetzelve, met dankzegging.   [7] in Hem geworteld, op Hem gebouwd, steunend op het geloof dat men u geleerd heeft, terwijl u overvloeit van dankbaarheid.  [7] Blijf in hem geworteld en gegrondvest, houd vast aan het geloof dat u geleerd is en wees vervuld van dankbaarheid.   7 geworteld en opgebouwd in de eenheid met hem en bevestigd in het geloof zoals ge er in onderricht zijt, terwijl ge overvloeit van dankzegging.  7. enracinés et édifiés en lui, appuyés sur la foi telle qu'on vous l'a enseignée, et débordant d'actions de grâces.  

King James Bible . [7] Rooted and built up in him, and stablished in the faith, as ye have been taught, abounding therein with thanksgiving.
Luther-Bibel . 7 und seid in ihm verwurzelt und gegründet und fest im Glauben, wie ihr gelehrt worden seid, und seid reichlich dankbar.

Tekstuitleg van Kol 2,7 .

Kol 2,8 - Kol 2,8 . Met Christus gestorven en verrezen - Kol 2,6-3,4 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Kol -- Kol 2 -- Kol 3 -- Kol 2,6 - Kol 2,7 - Kol 2,8 - Kol 2,9 - Kol 2,10 - Kol 2,11 - Kol 2,12 - Kol 2,13 - Kol 2,14 - Kol 2,15 - Kol 2,16 - Kol 2,17 - Kol 2,18 - Kol 2,19 - Kol 2,20 - Kol 2,21 - Kol 2,22 - Kol 2,23 - Kol 3,1 - Kol 3,2 - Kol 3,3 - Kol 3,4 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
8blepete mè tis umas estai o sulagôgôn dia tès filosofias kai kenès apatès kata tèn paradosin tôn anthrôpôn, kata ta stoicheia tou kosmou kai ou kata christon:   8 videte ne quis vos decipiat per philosophiam et inanem fallaciam secundum traditionem hominum secundum elementa mundi et non secundum Christum    8 Ziet toe, dat niemand u als een roof vervoere door de filosofie, en ijdele verleiding, naar de overlevering der mensen, naar de eerste beginselen der wereld, en niet naar Christus;  [8] Wees op uw hoede, let erop dat niemand van u zich laat meeslepen door waardeloze, bedrieglijke theorieën*, die steunen op menselijke tradities, op de machten* van de kosmos, maar niet op Christus.   [8] Wees op uw hoede en laat u niet meeslepen door holle en misleidende theorieën die op menselijke tradities zijn gebaseerd en zich richten op de machten van de wereld en niet op Christus.   8 Kijkt uit dat er niet iemand zal zijn die u meesleept door zijn filosofie en hol bedrog overeenkomstig de overlevering van de mensen, overeenkomstig de elementen van de wereld en niet overeenkomstig Christus,–  8. Prenez garde qu'il ne se trouve quelqu'un pour vous réduire en esclavage par le vain leurre de la » philosophie », selon une tradition toute humaine, selon les éléments du monde, et non selon le Christ. 

King James Bible . [8] Beware lest any man spoil you through philosophy and vain deceit, after the tradition of men, after the rudiments of the world, and not after Christ.
Luther-Bibel . 8 Seht zu, dass euch niemand einfange durch Philosophie und leeren Trug, gegründet auf die Lehre von Menschen und auf die Mächte der Welt und nicht auf Christus.

Tekstuitleg van Kol 2,8 .

8. dia (door) . Verwijzing in N.T. : dia (door) . L. per , post . Fr. par , après . Ned. na . dia (door) in Kol (8) : (1) Kol 1,1 . (2) Kol 1,5 . (3) Kol 1,9 . (4) Kol 1,20 . (5) Kol 1,22 . (6) Kol 2,8 . (7) Kol 2,12 . (8) Kol 2,19 . di' (door) in Kol (5) : (1) Kol 1,16 . (2) Kol 1,20 . (3) Kol 3,6 . (4) Kol 3,17 . (5) Kol 4,3 .

dia (door)  Kol bijbel O.T. N.T. Mt Mc Lc Joh Hnd Br. Apk syn.  ev. 
dia  8 1419  938  481  51  29  32  44  62  248  15  112  156 
di'  5 310 174 136 6 2 5 13 11 99   13  26 
totaal  13 1729 1112 617 57 31 37 57 73 347 15 125  182 

 

Kol 2,9 - Kol 2,9 . Met Christus gestorven en verrezen - Kol 2,6-3,4 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Kol -- Kol 2 -- Kol 3 -- Kol 2,6 - Kol 2,7 - Kol 2,8 - Kol 2,9 - Kol 2,10 - Kol 2,11 - Kol 2,12 - Kol 2,13 - Kol 2,14 - Kol 2,15 - Kol 2,16 - Kol 2,17 - Kol 2,18 - Kol 2,19 - Kol 2,20 - Kol 2,21 - Kol 2,22 - Kol 2,23 - Kol 3,1 - Kol 3,2 - Kol 3,3 - Kol 3,4 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
9oti en autô katoikei pan to plèrôma tès theotètos sômatikôs,   9 quia in ipso inhabitat omnis plenitudo divinitatis corporaliter     9 Want in Hem woont al de volheid der Godheid lichamelijk;   [9] Want in Christus woont lijfelijk* de godheid in heel haar volheid,   [9] Want in hem is de goddelijke volheid lichamelijk aanwezig,  9 omdat in hem heel de volheid van de Godheid lichamelijk woont   9. Car en lui habite corporellement toute la Plénitude de la Divinité, 

King James Bible . [9] For in him dwelleth all the fulness of the Godhead bodily.
Luther-Bibel . 9 Denn in ihm wohnt die ganze Fülle der Gottheit leibhaftig

Tekstuitleg van Kol 2,9 .

Kol 2,10 - Kol 2,10 . Met Christus gestorven en verrezen - Kol 2,6-3,4 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Kol -- Kol 2 -- Kol 3 -- Kol 2,6 - Kol 2,7 - Kol 2,8 - Kol 2,9 - Kol 2,10 - Kol 2,11 - Kol 2,12 - Kol 2,13 - Kol 2,14 - Kol 2,15 - Kol 2,16 - Kol 2,17 - Kol 2,18 - Kol 2,19 - Kol 2,20 - Kol 2,21 - Kol 2,22 - Kol 2,23 - Kol 3,1 - Kol 3,2 - Kol 3,3 - Kol 3,4 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
10kai este en autô peplèrômenoi, os estin è kefalè pasès archès kai exousias,   10 et estis in illo repleti qui est caput omnis principatus et potestatis     10 En gij zijt in Hem volmaakt, Die het Hoofd is van alle overheid en macht;   [10] en* in Hem, die het hoofd is van alle heerschappijen en machten, bent u vervuld van die volheid.   [10] en omdat u één bent met hem, het hoofd van alle machten en krachten, bent ook u van die volheid vervuld.   10 en gij de volheid hebt ontvangen in hem die het hoofd is van alle overheid en gezag;   10. et vous vous trouvez en lui associés à sa plénitude, lui qui est la Tête de toute Principauté et de toute Puissance.  

King James Bible . [10] And ye are complete in him, which is the head of all principality and power:
Luther-Bibel . 10 und an dieser Fülle habt ihr teil in ihm, der das Haupt aller Mächte und Gewalten ist.

Tekstuitleg van Kol 2,10 .

6. betrekk. voornw. nom. mann. enk. hos (die) . Taalgebruik in het NT : betrekkelijk voornaamwoord . Taalgebruik in Kol : betrekkelijk voornaamwoord . Kol (7) : (1) Kol 1,7 . (2) Kol 1,13 . (3) Kol 1,15 . (4) Kol 1,18 . (5) Kol 1,27 (variante lezing) . (6) Kol 2,10 . (7) Kol 4,9 .

  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br. Apk syn.  ev.  P.  A. b. 
nom. mann. enk. hos   652  454  198  27  25  28  10  31  129  80  90     

7. actief ind. pr. 3de pers. enk. estin (hij is) van het werkw. eimi (zijn) . Taalgebruik in het NT : eimi (zijn) . Taalgebruik in de Septuaginta : eimi (zijn) . Taalgebruik in het Kol : eimi (zijn) . Hebr. hâjâh . Taalgebruik in Tenakh : hâjâh (zijn) . Lat. esse . Fr. être . Ned. zijn . E. to be . D. sein . Kol (17) : (1) Kol 1,6 . (2) Kol 1,7 . (3) Kol 1,15 . (4) Kol 1,17 . (5) Kol 1,18 . (6) Kol 1,24 . (7) Kol 1,27 . (8) Kol 2,10 . (9) Kol 2,17 . (10) Kol 2,22 . (11) Kol 2,23 . (12) Kol 3,1 . (13) Kol 3,5 . (14) Kol 3,14 . (15) Kol 3,20 . (16) Kol 3,25 . (17) Kol 4,9 . Een vorm van eimi (zijn) in de LXX (6947) , in het NT (2450) .

eimi (zijn) bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br. Apk syn.  ev.  P.  A. b. 
act. ind. pr. 3de pers. enk. estin  2371  1558  813  114  69  96  147  66  296  25  176 323    

6. - 7. hos estin (die is) . In 6 van de 7 verzen waarin het betrekkelijk voornaamwoord hos (die) wordt gebruikt : (1) Kol 1,7 . (2) Kol 1,15 . (3) Kol 1,18 . (4) Kol 1,27 . (5) Kol 2,10 . (6) Kol 4,9 .

9. kefalè (hoofd) . Taalgebruik in het NT : kefalè (hoofd) . k / c (of wellicht een harde h) - f / p . Lat. caput . Fr. tête . E. head . D. Haupt . ro´sj (hoofd, top, begin) . Taalgebruik in Tenakh : ro´sj (hoofd, top, begin) . Bijbel (50) . OT (34) . NT (12) : (1) Mt 5,36 . (2) Mt 14,11 . (3) Joh 19,2 . (4) Joh 20,12 . (5) 1 Kor 11,3 . (6) 1 Kor 11,5 . (7) 1 Kor 12,21 . (8) Ef 4,15 . (9) Ef 5,23 . (10) Kol 1,18 . (11) Kol 2,10 . (12) Apk 1,14 . Een vorm van kefalè (hoofd) in de LXX (433) , in het NT (75) .

7. - 9. estin hè kefalè (hij is het hoofd) . NT (3) : (1) Ef 4,15 . (2) Kol 1,18 . (3) Kol 2,10 .

6. - 9. hos estin hè kefalè (die is het hoofd) . NT (2) : (1) Ef 4,15 . (2) Kol 2,10 .

Kol 2,11 - Kol 2,11 . Met Christus gestorven en verrezen - Kol 2,6-3,4 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Kol -- Kol 2 -- Kol 3 -- Kol 2,6 - Kol 2,7 - Kol 2,8 - Kol 2,9 - Kol 2,10 - Kol 2,11 - Kol 2,12 - Kol 2,13 - Kol 2,14 - Kol 2,15 - Kol 2,16 - Kol 2,17 - Kol 2,18 - Kol 2,19 - Kol 2,20 - Kol 2,21 - Kol 2,22 - Kol 2,23 - Kol 3,1 - Kol 3,2 - Kol 3,3 - Kol 3,4 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
11en ô kai perietmèthète peritomè acheiropoiètô en tè apekdusei tou sômatos tès sarkos, en tè peritomè tou christou,   11 in quo et circumcisi estis circumcisione non manufacta in expoliatione corporis carnis in circumcisione Christi     11 In Welken gij ook besneden zijt met een besnijdenis, die zonder handen geschiedt, in de uittrekking van het lichaam der zonden des vleses, door de besnijdenis van Christus;   11] In Hem bent u ook besneden, niet door mensenhanden maar door het afleggen van het lichaam van de zonde, door de besnijdenis van Christus.  [11] In hem bent u ook besneden, niet door mensenhanden, maar met de besnijdenis van Christus, door het afleggen van het aardse lichaam.   11 in hem zijt ge ook besneden, met een besnijdenis, niet met handen gedaan maar in het afleggen van het lichaam van het vlees, in de besnijdenis van de Christus,  11. C'est en lui que vous avez été circoncis d'une circoncision qui n'est pas de main d'homme, par l'entier dépouillement de votre corps charnel ; telle est la circoncision du Christ :  

King James Bible . [11] In whom also ye are circumcised with the circumcision made without hands, in putting off the body of the sins of the flesh by the circumcision of Christ:
Luther-Bibel . 11 In ihm seid ihr auch beschnitten worden mit einer Beschneidung, die nicht mit Händen geschieht, als ihr nämlich euer fleischliches Wesen ablegtet in der Beschneidung durch Christus.

Tekstuitleg van Kol 2,11 .

5. peritomè (besnijdenis) , zie Rom 2,25 . Nominatief of vrouwelijk enkelvoud . In twaalf verzen in de bijbel . O.T. (1) : Gn 17,13 . N.T. (11) , slechts in de brieven van Paulus : (1) Rom 2,25 . (2) Rom 2,28 . (3) Rom 2,29 . (4) Rom 4,10 . (5) 1 Kor 7,19 . (6) Gal 5,6 . (7) Gal 6,15 . (8) Fil 3,3 . (9) Fil 3,5 . (10) Kol 2,11 . (11) Kol 3,11 .

18. Genitief mann. enk. christou (van Christus) van de eigennaam christos (Christus) . Verwijzing in Kol : Christos (Christus) . Verwijzing in N.T. : christos (Christus) . Een vorm van Christos (Christus) komt in 25 verzen in Kol voor .

Christos Kol Kol   
nom. Christos 4 (1) Kol 1,27 . (2) Kol 3,1 . (3) Kol 3,4 . (4) Kol 3,11 .

voc. Christe

   
gen. Christou 11 (1) Kol 1,1 . (2) Kol 1,3 . (3) Kol 1,7 . (4) Kol 1,24 . (5) Kol 2,2 . (6) Kol 2,11 . (7) Kol 2,17 . (8) Kol 3,15 . (9) Kol 3,16 . (10) Kol 4,3 . (11) Kol 4,12 .
dat. Christô(i) (1) Kol 1,2 . (2) Kol 1,4 . (3) Kol 1,28 . (4) Kol 2,20 . (5) Kol 3,1 . (6) Kol 3,3 . (7) Kol 3,24 .
acc. Christon (1) Kol 2,5 . (2) Kol 2,6 . (3) Kol 2,8 .
totaal 25   

Tweede lezing op de 17de (zeventiende) zondag door het c-jaar : Kol 2,12-14 . Kol 2,12-14 .

Broeders en zusters, in de doop zijt gij met Christus begraven, maar ook met Hem verrezen door uw geloof in de kracht van God die Hem uit de dood deed opstaan. Ook u, die dood waart tengevolge van uw zonden en door uw morele onbehouwenheid, heeft God weer levend gemaakt met Hem. Hij heeft ons al onze zonden vergeven. Hij heeft de oorkonde verscheurd die met haar bezwarende bepalingen tegen ons getuigde, Hij heeft haar vernietigd en aan het kruis genageld.

Kol 2,12 - Kol 2,12 . Met Christus gestorven en verrezen - Kol 2,6-3,4 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Kol -- Kol 2 -- Kol 3 -- Kol 2,6 - Kol 2,7 - Kol 2,8 - Kol 2,9 - Kol 2,10 - Kol 2,11 - Kol 2,12 - Kol 2,13 - Kol 2,14 - Kol 2,15 - Kol 2,16 - Kol 2,17 - Kol 2,18 - Kol 2,19 - Kol 2,20 - Kol 2,21 - Kol 2,22 - Kol 2,23 - Kol 3,1 - Kol 3,2 - Kol 3,3 - Kol 3,4 -
Griekse tekst Vulgaat   17de (zeventiende) zondag door het c-jaar Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12suntafentes autô en tô baptismô, en ô kai sunègerthète dia tès pisteôs tès energeias tou theou tou egeirantos auton ek nekrôn:   12 consepulti ei in baptismo in quo et resurrexistis per fidem operationis Dei qui suscitavit illum a mortuis     in de doop zijt gij met Christus begraven, maar ook met Hem verrezen door uw geloof in de kracht van God die Hem uit de dood deed opstaan.   12 Zijnde met Hem begraven in den doop, in welken gij ook met Hem opgewekt zijt door het geloof der werking Gods, Die Hem uit de doden opgewekt heeft.   [12] In de doop bent u met Hem begraven, maar ook met Hem verrezen, door uw geloof in de kracht van God, die Hem uit de doden liet opstaan.   [12] Toen u gedoopt werd bent u immers met hem begraven, en met hem bent u ook tot leven gewekt, omdat u gelooft in de kracht van God die hem uit de dood heeft opgewekt.   12 mee–begraven met hem in de doop; in hem zijt ge ook mee–opgewekt door het geloof in de werking van God die hem heeft opgewekt uit de doden.   12. ensevelis avec lui lors du baptême, vous en êtes aussi ressuscités avec lui, parce que vous avez cru en la force de Dieu qui l'a ressuscité des morts.  

King James Bible . [12] Buried with him in baptism, wherein also ye are risen with him through the faith of the operation of God, who hath raised him from the dead.
Luther-Bibel . 12 Mit ihm seid ihr begraben worden durch die Taufe; mit ihm seid ihr auch auferstanden durch den Glauben aus der Kraft Gottes, der ihn auferweckt hat von den Toten.

Tekstuitleg van Kol 2,12

10. dia (door) . Verwijzing in N.T. : dia (door) . L. per , post . Fr. par , après . Ned. na . dia (door) in Kol (8) : (1) Kol 1,1 . (2) Kol 1,5 . (3) Kol 1,9 . (4) Kol 1,20 . (5) Kol 1,22 . (6) Kol 2,8 . (7) Kol 2,12 . (8) Kol 2,19 . di' (door) in Kol (5) : (1) Kol 1,16 . (2) Kol 1,20 . (3) Kol 3,6 . (4) Kol 3,17 . (5) Kol 4,3 .

dia (door)  Kol bijbel O.T. N.T. Mt Mc Lc Joh Hnd Br. Apk syn.  ev. 
dia  8 1419  938  481  51  29  32  44  62  248  15  112  156 
di'  5 310 174 136 6 2 5 13 11 99   13  26 
totaal  13 1729 1112 617 57 31 37 57 73 347 15 125  182 

 

Kol 2,13 - Kol 2,13 . Met Christus gestorven en verrezen - Kol 2,6-3,4 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Kol -- Kol 2 -- Kol 3 -- Kol 2,6 - Kol 2,7 - Kol 2,8 - Kol 2,9 - Kol 2,10 - Kol 2,11 - Kol 2,12 - Kol 2,13 - Kol 2,14 - Kol 2,15 - Kol 2,16 - Kol 2,17 - Kol 2,18 - Kol 2,19 - Kol 2,20 - Kol 2,21 - Kol 2,22 - Kol 2,23 - Kol 3,1 - Kol 3,2 - Kol 3,3 - Kol 3,4 -
Griekse tekst Vulgaat   17de (zeventiende) zondag door het c-jaar Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
13kai umas nekrous ontas [en] tois paraptômasin kai tè akrobustia tès sarkos umôn, sunezôopoièsen umas sun autô, charisamenos èmin panta ta paraptômata,   13 et vos cum mortui essetis in delictis et praeputio carnis vestrae convivificavit cum illo donans vobis omnia delicta    Ook u, die dood waart tengevolge van uw zonden en door uw morele onbehouwenheid, heeft God weer levend gemaakt met Hem. Hij heeft ons al onze zonden vergeven.   13 En Hij heeft u, als gij dood waart in de misdaden, en in de voorhuid uws vleses, mede levend gemaakt met Hem, al uw misdaden u vergevende;   [13] Ook u, die dood was door uw overtredingen en als onbesnedenen leefde, heeft God weer levend gemaakt met Hem. Hij heeft ons al onze overtredingen vergeven.   [13] U was dood door uw zonden en door uw onbesneden staat, maar God heeft u samen met Christus levend gemaakt toen hij ons al uw zonden kwijtschold.   13 ¶ Ook u, die dood waart door uw misstappen en door de voorhuidigheid van uw vlees, u heeft hij mee–levend gemaakt met hem, toen hij ons genade betoonde voor alle misstappen.   13. Vous qui étiez morts du fait de vos fautes et de votre chair incirconcise, Il vous a fait revivre avec lui ! Il nous a pardonné toutes nos fautes !  

King James Bible . [13] And you, being dead in your sins and the uncircumcision of your flesh, hath he quickened together with him, having forgiven you all trespasses;
Luther-Bibel . 13 Und er hat euch mit ihm lebendig gemacht, die ihr tot wart in den Sünden und in der Unbeschnittenheit eures Fleisches, und hat uns vergeben alle Sünden.

Tekstuitleg van . Kol 2,13 .

Kol 2,14 - Kol 2,14 . Met Christus gestorven en verrezen - Kol 2,6-3,4 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Kol -- Kol 2 -- Kol 3 -- Kol 2,6 - Kol 2,7 - Kol 2,8 - Kol 2,9 - Kol 2,10 - Kol 2,11 - Kol 2,12 - Kol 2,13 - Kol 2,14 - Kol 2,15 - Kol 2,16 - Kol 2,17 - Kol 2,18 - Kol 2,19 - Kol 2,20 - Kol 2,21 - Kol 2,22 - Kol 2,23 - Kol 3,1 - Kol 3,2 - Kol 3,3 - Kol 3,4 -
Griekse tekst Vulgaat   17de (zeventiende) zondag door het c-jaar Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
14exaleipsas to kath èmôn cheirografon tois dogmasin o èn upenantion èmin, kai auto èrken ek tou mesou prosèlôsas auto tô staurô:   14 delens quod adversum nos erat chirografum decretis quod erat contrarium nobis et ipsum tulit de medio adfigens illud cruci     Hij heeft de oorkonde verscheurd die met haar bezwarende bepalingen tegen ons getuigde, Hij heeft haar vernietigd en aan het kruis genageld.  14 Uitgewist hebbende het handschrift, dat tegen ons was, in inzettingen bestaande, hetwelk, zeg ik, enigerwijze ons tegen was, en heeft datzelve uit het midden weggenomen, hetzelve aan het kruis genageld hebbende;   [14] Hij heeft de oorkonde* met al haar bepalingen, die in ons nadeel was en tegen ons getuigde, verscheurd. Hij heeft haar uit ons midden weggenomen en aan het kruis genageld.   [14] Hij heeft het document met voorschriften waarin wij werden aangeklaagd, uitgewist en het vernietigd door het aan het kruis te nagelen.   14 Het handschrift in ons nadeel met zijn bepalingen, dat tégen ons was, heeft hij uitgewist, en hij heeft het uit de weg geruimd door het aan het kruis te nagelen.   14. Il a effacé, au détriment des ordonnances légales, la cédule de notre dette, qui nous était contraire ; il l'a supprimée en la clouant à la croix.  

King James Bible . [14] Blotting out the handwriting of ordinances that was against us, which was contrary to us, and took it out of the way, nailing it to his cross;
Luther-Bibel . 14 Er hat den Schuldbrief getilgt, der mit seinen Forderungen gegen uns war, und hat ihn weggetan und an das Kreuz geheftet.

Tekstuitleg van Kol 2,14 .

Kol 2,15 - Kol 2,15 . Met Christus gestorven en verrezen - Kol 2,6-3,4 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Kol -- Kol 2 -- Kol 3 -- Kol 2,6 - Kol 2,7 - Kol 2,8 - Kol 2,9 - Kol 2,10 - Kol 2,11 - Kol 2,12 - Kol 2,13 - Kol 2,14 - Kol 2,15 - Kol 2,16 - Kol 2,17 - Kol 2,18 - Kol 2,19 - Kol 2,20 - Kol 2,21 - Kol 2,22 - Kol 2,23 - Kol 3,1 - Kol 3,2 - Kol 3,3 - Kol 3,4 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
15apekdusamenos tas archas kai tas exousias edeigmatisen en parrèsia, thriambeusas autous en autô. 15 expolians principatus et potestates traduxit palam triumphans illos in semet ipso    15 En de overheden en de machten uitgetogen hebbende, heeft Hij die in het openbaar tentoongesteld, en heeft door hetzelve over hen getriomfeerd.   [15] Hij heeft de heerschappijen en de machten ontwapend, hen openlijk aan de kaak gesteld en over hen getriomfeerd door het kruis*.   [15] Hij heeft zich ontdaan van de machten en krachten, hij heeft hen openlijk te schande gemaakt en in Christus over hen getriomfeerd.   15 Hij heeft de overheden en de gezagsdragers uitgekleed en vrijmoedig te kijk gezet en in hem over hen getriomfeerd.   15. Il a dépouillé les Principautés et les Puissances et les a données en spectacle à la face du monde, en les traînant dans son cortège triomphal.  

King James Bible . [15] And having spoiled principalities and powers, he made a shew of them openly, triumphing over them in it.
Luther-Bibel . 15 Er hat die Mächte und Gewalten ihrer Macht entkleidet und sie öffentlich zur Schau gestellt und hat einen Triumph aus ihnen gemacht in Christus.

Tekstuitleg van Kol 2,15 .

Kol 2,16 - Kol 2,16 . Met Christus gestorven en verrezen - Kol 2,6-3,4 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Kol -- Kol 2 -- Kol 3 -- Kol 2,6 - Kol 2,7 - Kol 2,8 - Kol 2,9 - Kol 2,10 - Kol 2,11 - Kol 2,12 - Kol 2,13 - Kol 2,14 - Kol 2,15 - Kol 2,16 - Kol 2,17 - Kol 2,18 - Kol 2,19 - Kol 2,20 - Kol 2,21 - Kol 2,22 - Kol 2,23 - Kol 3,1 - Kol 3,2 - Kol 3,3 - Kol 3,4 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
16mè oun tis umas krinetô en brôsei kai en posei è en merei eortès è neomènias è sabbatôn,   16 nemo ergo vos iudicet in cibo aut in potu aut in parte diei festi aut neomeniae aut sabbatorum    16 Dat u dan niemand oordele in spijs of in drank, of in het stuk des feest dags, of der nieuwe maan, of der sabbatten;   [16] Laat niemand aanmerkingen op u maken inzake eten en drinken of het vieren van feestdagen, nieuwe maan of sabbat.   [16] Laat niemand u iets voorschrijven op het gebied van eten en drinken of het vieren van feestdagen, nieuwemaan en sabbat.   16 ¶ Laat dan niet iemand u oordelen inzake spijs en drank of op het punt van een feest of nieuwemaan of sabbat, –   16. Dès lors, que nul ne s'avise de vous critiquer sur des questions de nourriture et de boisson, ou en matière de fêtes annuelles, de nouvelles lunes ou de sabbats.  

King James Bible . [16] Let no man therefore judge you in meat, or in drink, or in respect of an holyday, or of the new moon, or of the sabbath days:
Luther-Bibel . 16 So lasst euch nun von niemandem ein schlechtes Gewissen machen wegen Speise und Trank oder wegen eines bestimmten Feiertages, Neumondes oder Sabbats.

Tekstuitleg van Kol 2,16 .

Kol 2,17 - Kol 2,17 . Met Christus gestorven en verrezen - Kol 2,6-3,4 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Kol -- Kol 2 -- Kol 3 -- Kol 2,6 - Kol 2,7 - Kol 2,8 - Kol 2,9 - Kol 2,10 - Kol 2,11 - Kol 2,12 - Kol 2,13 - Kol 2,14 - Kol 2,15 - Kol 2,16 - Kol 2,17 - Kol 2,18 - Kol 2,19 - Kol 2,20 - Kol 2,21 - Kol 2,22 - Kol 2,23 - Kol 3,1 - Kol 3,2 - Kol 3,3 - Kol 3,4 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
17a estin skia tôn mellontôn, to de sôma tou christou.   17 quae sunt umbra futurorum corpus autem Christi     17 Welke zijn een schaduw der toekomende dingen, maar het lichaam is van Christus.   [17] Dit alles is slechts een schaduw van de komende dingen; de werkelijkheid* behoort aan Christus.   [17] Dit alles is slechts een schaduw van wat komt – de werkelijkheid is Christus.   17 dingen die een schaduw zijn van de dingen die komen; maar het lichaam is dat van de Christus.   17. Tout cela n'est que l'ombre des choses à venir, mais la réalité, c'est le corps du Christ.  

King James Bible . [17] Which are a shadow of things to come; but the body is of Christ.
Luther-Bibel . 17 Das alles ist nur ein Schatten des Zukünftigen; leibhaftig aber ist es in Christus.

Tekstuitleg van Kol 2,17 .

2. actief ind. pr. 3de pers. enk. estin (hij is) van het werkw. eimi (zijn) . Taalgebruik in het NT : eimi (zijn) . Taalgebruik in de Septuaginta : eimi (zijn) . Taalgebruik in het Kol : eimi (zijn) . Hebr. hâjâh . Taalgebruik in Tenakh : hâjâh (zijn) . Lat. esse . Fr. être . Ned. zijn . E. to be . D. sein . Kol (17) : (1) Kol 1,6 . (2) Kol 1,7 . (3) Kol 1,15 . (4) Kol 1,17 . (5) Kol 1,18 . (6) Kol 1,24 . (7) Kol 1,27 . (8) Kol 2,10 . (9) Kol 2,17 . (10) Kol 2,22 . (11) Kol 2,23 . (12) Kol 3,1 . (13) Kol 3,5 . (14) Kol 3,14 . (15) Kol 3,20 . (16) Kol 3,25 . (17) Kol 4,9 . Een vorm van eimi (zijn) in de LXX (6947) , in het NT (2450) .

eimi (zijn) bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br. Apk syn.  ev.  P.  A. b. 
act. ind. pr. 3de pers. enk. estin  2371  1558  813  114  69  96  147  66  296  25  176 323    

10. Genitief mann. enk. christou (van Christus) van de eigennaam christos (Christus) . Verwijzing in Kol : Christos (Christus) . Verwijzing in N.T. : christos (Christus) . Een vorm van Christos (Christus) komt in 25 verzen in Kol voor .

Christos Kol Kol   
nom. Christos 4 (1) Kol 1,27 . (2) Kol 3,1 . (3) Kol 3,4 . (4) Kol 3,11 .

voc. Christe

   
gen. Christou 11 (1) Kol 1,1 . (2) Kol 1,3 . (3) Kol 1,7 . (4) Kol 1,24 . (5) Kol 2,2 . (6) Kol 2,11 . (7) Kol 2,17 . (8) Kol 3,15 . (9) Kol 3,16 . (10) Kol 4,3 . (11) Kol 4,12 .
dat. Christô(i) (1) Kol 1,2 . (2) Kol 1,4 . (3) Kol 1,28 . (4) Kol 2,20 . (5) Kol 3,1 . (6) Kol 3,3 . (7) Kol 3,24 .
acc. Christon (1) Kol 2,5 . (2) Kol 2,6 . (3) Kol 2,8 .
totaal 25   

 

Kol 2,18 - Kol 2,18 . Met Christus gestorven en verrezen - Kol 2,6-3,4 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Kol -- Kol 2 -- Kol 3 -- Kol 2,6 - Kol 2,7 - Kol 2,8 - Kol 2,9 - Kol 2,10 - Kol 2,11 - Kol 2,12 - Kol 2,13 - Kol 2,14 - Kol 2,15 - Kol 2,16 - Kol 2,17 - Kol 2,18 - Kol 2,19 - Kol 2,20 - Kol 2,21 - Kol 2,22 - Kol 2,23 - Kol 3,1 - Kol 3,2 - Kol 3,3 - Kol 3,4 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
18mèdeis umas katabrabeuetô thelôn en tapeinofrosunè kai thrèskeia tôn aggelôn, a eoraken embateuôn, eikè fusioumenos upo tou noos tès sarkos autou,   18 nemo vos seducat volens in humilitate et religione angelorum quae non vidit ambulans frustra inflatus sensu carnis suae     18 Dat dan niemand u overheerse naar zijn wil in nederigheid en dienst der engelen, intredende in hetgeen hij niet gezien heeft, tevergeefs opgeblazen zijnde door het verstand zijns vleses;   [18] Trek u niets aan van een veroordeling door iemand die voldoening vindt in zelfkastijding, in engelenverering en het doorvorsen van zijn visioenen, en zonder* reden prat gaat op zijn aardse manier van denken.  [18] Laat u niet veroordelen door mensen die opgaan in zelfvernedering en engelenverering, zich verdiepen in visioenen* of zich laten voorstaan op eigen bedenksels.   18 Laat niemand u diskwalificeren door gewilde nederigheid en engelenverering, pralend met wat hij heeft gezien, zonder reden opgeblazen door wat zijn vlees bedenkt, 18. Que personne n'aille vous en frustrer, en se complaisant dans d'humbles pratiques, dans un culte des anges : celui-là donne toute son attention aux choses qu'il a vues, bouffi qu'il est d'un vain orgueil par sa pensée charnelle, 

King James Bible . [18] Let no man beguile you of your reward in a voluntary humility and worshipping of angels, intruding into those things which he hath not seen, vainly puffed up by his fleshly mind,
Luther-Bibel . 18 Lasst euch den Siegespreis von niemandem nehmen, der sich gefällt in falscher Demut und Verehrung der Engel und sich dessen rühmt, was er geschaut hat, und ist ohne Grund aufgeblasen in seinem fleischlichen Sinn

Tekstuitleg van Kol 2,18 .

Kol 2,19 - Kol 2,19 . Met Christus gestorven en verrezen - Kol 2,6-3,4 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Kol -- Kol 2 -- Kol 3 -- Kol 2,6 - Kol 2,7 - Kol 2,8 - Kol 2,9 - Kol 2,10 - Kol 2,11 - Kol 2,12 - Kol 2,13 - Kol 2,14 - Kol 2,15 - Kol 2,16 - Kol 2,17 - Kol 2,18 - Kol 2,19 - Kol 2,20 - Kol 2,21 - Kol 2,22 - Kol 2,23 - Kol 3,1 - Kol 3,2 - Kol 3,3 - Kol 3,4 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
19kai ou kratôn tèn kefalèn, ex ou pan to sôma dia tôn afôn kai sundesmôn epichorègoumenon kai sumbibazomenon auxei tèn auxèsin tou theou.  19 et non tenens caput ex quo totum corpus per nexus et coniunctiones subministratum et constructum crescit in augmentum Dei     19 En het Hoofd niet behoudende, uit hetwelk het gehele lichaam, door de samenvoegselen en samenbindingen voorzien en samengevoegd zijnde, opwast met goddelijken wasdom.   [19] Zo iemand houdt zich niet aan het hoofd, waarvan het hele lichaam, door gewrichten en spieren gesteund en bijeengehouden, zijn goddelijke groei ontvangt.   [19] Zulke mensen richten zich niet naar het hoofd, van waaruit God het hele lichaam, door gewrichtsbanden en pezen ondersteund en bijeengehouden, doet groeien.   19 terwijl hij niet vasthoudt aan het hoofd waaruit heel het lichaam, door de gewrichten en verbindingen ondersteund en bijeengehouden, zijn goddelijke groei groeit.   19. et il ne s'attache pas à la Tête, dont le Corps tout entier reçoit nourriture et cohésion, par les jointures et ligaments, pour réaliser sa croissance en Dieu.  

King James Bible . [19] And not holding the Head, from which all the body by joints and bands having nourishment ministered, and knit together, increaseth with the increase of God.
Luther-Bibel . 19 und hält sich nicht an das Haupt, von dem her der ganze Leib durch Gelenke und Bänder gestützt und zusammengehalten wird und wächst durch Gottes Wirken.

Tekstuitleg van Kol 2,19 .

11. dia (door) . Verwijzing in N.T. : dia (door) . L. per , post . Fr. par , après . Ned. na . dia (door) in Kol (8) : (1) Kol 1,1 . (2) Kol 1,5 . (3) Kol 1,9 . (4) Kol 1,20 . (5) Kol 1,22 . (6) Kol 2,8 . (7) Kol 2,12 . (8) Kol 2,19 . di' (door) in Kol (5) : (1) Kol 1,16 . (2) Kol 1,20 . (3) Kol 3,6 . (4) Kol 3,17 . (5) Kol 4,3 .

dia (door)  Kol bijbel O.T. N.T. Mt Mc Lc Joh Hnd Br. Apk syn.  ev. 
dia  8 1419  938  481  51  29  32  44  62  248  15  112  156 
di'  5 310 174 136 6 2 5 13 11 99   13  26 
totaal  13 1729 1112 617 57 31 37 57 73 347 15 125  182 

 

Kol 2,20 - Kol 2,20 . Met Christus gestorven en verrezen - Kol 2,6-3,4 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Kol -- Kol 2 -- Kol 3 -- Kol 2,6 - Kol 2,7 - Kol 2,8 - Kol 2,9 - Kol 2,10 - Kol 2,11 - Kol 2,12 - Kol 2,13 - Kol 2,14 - Kol 2,15 - Kol 2,16 - Kol 2,17 - Kol 2,18 - Kol 2,19 - Kol 2,20 - Kol 2,21 - Kol 2,22 - Kol 2,23 - Kol 3,1 - Kol 3,2 - Kol 3,3 - Kol 3,4 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
20ei apethanete sun christô apo tôn stoicheiôn tou kosmou, ti ôs zôntes en kosmô dogmatizesthe,   20 si mortui estis cum Christo ab elementis mundi quid adhuc tamquam viventes in mundo decernitis    20 Indien gij dan met Christus de eerste beginselen der wereld zijt afgestorven, wat wordt gij, gelijk of gij in de wereld leefdet, met inzettingen belast?   [20] Als u met Christus gestorven bent en bevrijd bent van de machten van de kosmos, waarom laat u zich dan verordeningen opleggen, alsof u nog in die wereld leeft?   [20] Als u met Christus dood bent voor de machten van de wereld, waarom laat u zich dan geboden opleggen alsof u nog in de wereld leeft?   20 Als ge met Christus zijt ontstorven aan de elementen van de wereld, wat laat ge u dan bepalingen opleggen alsof ge in de wereld leeft?  20. Du moment que vous êtes morts avec le Christ aux éléments du monde, pourquoi vous plier à des ordonnances comme si vous viviez encore dans ce monde ? 

King James Bible . [20] Wherefore if ye be dead with Christ from the rudiments of the world, why, as though living in the world, are ye subject to ordinances,
Luther-Bibel . 20 Wenn ihr nun mit Christus den Mächten der Welt gestorben seid, was lasst ihr euch dann Satzungen auferlegen, als lebtet ihr noch in der Welt:

Tekstuitleg van Kol 2,20 .

Kol 2,21 - Kol 2,21 . Met Christus gestorven en verrezen - Kol 2,6-3,4 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Kol -- Kol 2 -- Kol 3 -- Kol 2,6 - Kol 2,7 - Kol 2,8 - Kol 2,9 - Kol 2,10 - Kol 2,11 - Kol 2,12 - Kol 2,13 - Kol 2,14 - Kol 2,15 - Kol 2,16 - Kol 2,17 - Kol 2,18 - Kol 2,19 - Kol 2,20 - Kol 2,21 - Kol 2,22 - Kol 2,23 - Kol 3,1 - Kol 3,2 - Kol 3,3 - Kol 3,4 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
21mè apsè mède geusè mède thigès,   21 ne tetigeris neque gustaveris neque contrectaveris     21 Namelijk raak niet, en smaak niet, en roer niet aan.  [21] ‘Niet aanraken, niet proeven, niet vastpakken!’   [21] ‘Raak dit niet aan, proef dat niet, blijf daarvan af’ –   21 ‘Raak niet, smaak niet, roer niet aan!’  21. « Ne prends pas, ne goûte pas, ne touche pas », 

King James Bible . [21] (Touch not; taste not; handle not;
Luther-Bibel . 21 Du sollst das nicht anfassen, du sollst das nicht kosten, du sollst das nicht anrühren?

Tekstuitleg van Kol 2,21 .

Kol 2,22 - Kol 2,22 . Met Christus gestorven en verrezen - Kol 2,6-3,4 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Kol -- Kol 2 -- Kol 3 -- Kol 2,6 - Kol 2,7 - Kol 2,8 - Kol 2,9 - Kol 2,10 - Kol 2,11 - Kol 2,12 - Kol 2,13 - Kol 2,14 - Kol 2,15 - Kol 2,16 - Kol 2,17 - Kol 2,18 - Kol 2,19 - Kol 2,20 - Kol 2,21 - Kol 2,22 - Kol 2,23 - Kol 3,1 - Kol 3,2 - Kol 3,3 - Kol 3,4 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
22a estin panta eis fthoran tè apochrèsei, kata ta entalmata kai didaskalias tôn anthrôpôn; 22 quae sunt omnia in interitu ipso usu secundum praecepta et doctrinas hominum     22 Welke dingen alle verderven door het gebruik, ingevoerd naar de geboden en leringen der mensen;   [22] En dit alles betreft dingen die door het gebruik vergaan: louter menselijke voorschriften en leringen.   [22] het zijn menselijke voorschriften en principes over zaken die door het gebruik vergaan.   22 Dat is allemaal tegen bederf in het gebruik, overeenkomstig de ‘inzettingen en leringen van de mensen’, –   22. tout cela pour des choses vouées à périr par leur usage même ! Voilà bien les prescriptions et doctrines des hommes ! 

King James Bible . [22] Which all are to perish with the using;) after the commandments and doctrines of men?
Luther-Bibel . 22 Das alles soll doch verbraucht und verzehrt werden. Es sind Gebote und Lehren von Menschen,

Tekstuitleg van Kol 2,22 .

2. actief ind. pr. 3de pers. enk. estin (hij is) van het werkw. eimi (zijn) . Taalgebruik in het NT : eimi (zijn) . Taalgebruik in de Septuaginta : eimi (zijn) . Taalgebruik in het Kol : eimi (zijn) . Hebr. hâjâh . Taalgebruik in Tenakh : hâjâh (zijn) . Lat. esse . Fr. être . Ned. zijn . E. to be . D. sein . Kol (17) : (1) Kol 1,6 . (2) Kol 1,7 . (3) Kol 1,15 . (4) Kol 1,17 . (5) Kol 1,18 . (6) Kol 1,24 . (7) Kol 1,27 . (8) Kol 2,10 . (9) Kol 2,17 . (10) Kol 2,22 . (11) Kol 2,23 . (12) Kol 3,1 . (13) Kol 3,5 . (14) Kol 3,14 . (15) Kol 3,20 . (16) Kol 3,25 . (17) Kol 4,9 . Een vorm van eimi (zijn) in de LXX (6947) , in het NT (2450) .

eimi (zijn) bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br. Apk syn.  ev.  P.  A. b. 
act. ind. pr. 3de pers. enk. estin  2371  1558  813  114  69  96  147  66  296  25  176 323    
Kol 2,23 - Kol 2,23 . Met Christus gestorven en verrezen - Kol 2,6-3,4 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Kol -- Kol 2 -- Kol 3 -- Kol 2,6 - Kol 2,7 - Kol 2,8 - Kol 2,9 - Kol 2,10 - Kol 2,11 - Kol 2,12 - Kol 2,13 - Kol 2,14 - Kol 2,15 - Kol 2,16 - Kol 2,17 - Kol 2,18 - Kol 2,19 - Kol 2,20 - Kol 2,21 - Kol 2,22 - Kol 2,23 - Kol 3,1 - Kol 3,2 - Kol 3,3 - Kol 3,4 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
23atina estin logon men echonta sofias en ethelothrèskia kai tapeinofrosunè [kai] afeidia sômatos, ouk en timè tini pros plèsmonèn tès sarkos.   23 quae sunt rationem quidem habentia sapientiae in superstitione et humilitate et ad non parcendum corpori non in honore aliquo ad saturitatem carnis     23 Dewelke wel hebben een schijn rede van wijsheid in eigenwilligen gods dienst en nederigheid, en in het lichaam niet te sparen, doch zijn niet in enige waarde, maar tot verzadiging van het vlees.   [23] Ofschoon zo’n zelfgemaakte religie, met haar zelfkastijding en minachting voor het lichaam, voor wijsheid moet doorgaan, is* zij van geen waarde, omdat zij alleen gericht is op zelfbevrediging.  [23] Dat moet allemaal voor wijsheid doorgaan, maar het is zelfbedachte godsdienst, zelfvernedering en verachting van het lichaam; het heeft geen enkele waarde en dient alleen maar tot eigen bevrediging.  23 het heeft wel een roep van wijsheid met zijn eigenwillige godsdienst en nederigheid en lichaamskastijding, maar is van geen enkele waarde; het is tot bevrediging van het vlees.   23. Ces sortes de règles peuvent faire figure de sagesse par leur affectation de religiosité et d'humilité qui ne ménage pas le corps ; en fait elles n'ont aucune valeur pour l'insolence de la chair. 

King James Bible . [23] Which things have indeed a shew of wisdom in will worship, and humility, and neglecting of the body; not in any honour to the satisfying of the flesh.
Luther-Bibel . 23 die zwar einen Schein von Weisheit haben durch selbst erwählte Frömmigkeit und Demut und dadurch, dass sie den Leib nicht schonen; sie sind aber nichts wert und befriedigen nur das Fleisch.

Tekstuitleg van Kol 2,23 .

2. actief ind. pr. 3de pers. enk. estin (hij is) van het werkw. eimi (zijn) . Taalgebruik in het NT : eimi (zijn) . Taalgebruik in de Septuaginta : eimi (zijn) . Taalgebruik in het Kol : eimi (zijn) . Hebr. hâjâh . Taalgebruik in Tenakh : hâjâh (zijn) . Lat. esse . Fr. être . Ned. zijn . E. to be . D. sein . Kol (17) : (1) Kol 1,6 . (2) Kol 1,7 . (3) Kol 1,15 . (4) Kol 1,17 . (5) Kol 1,18 . (6) Kol 1,24 . (7) Kol 1,27 . (8) Kol 2,10 . (9) Kol 2,17 . (10) Kol 2,22 . (11) Kol 2,23 . (12) Kol 3,1 . (13) Kol 3,5 . (14) Kol 3,14 . (15) Kol 3,20 . (16) Kol 3,25 . (17) Kol 4,9 . Een vorm van eimi (zijn) in de LXX (6947) , in het NT (2450) .

eimi (zijn) bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br. Apk syn.  ev.  P.  A. b. 
act. ind. pr. 3de pers. enk. estin  2371  1558  813  114  69  96  147  66  296  25  176 323    

GRIEKSE TEKST

1thelô gar umas eidenai èlikon agôna echô uper umôn kai tôn en laodikeia kai osoi ouch eorakan to prosôpon mou en sarki, 2ina paraklèthôsin ai kardiai autôn, sumbibasthentes en agapè kai eis pan ploutos tès plèroforias tès suneseôs, eis epignôsin tou mustèriou tou theou, christou, 3en ô eisin pantes oi thèsauroi tès sofias kai gnôseôs apokrufoi. 4touto legô ina mèdeis umas paralogizètai en pithanologia. 5ei gar kai tè sarki apeimi, alla tô pneumati sun umin eimi, chairôn kai blepôn umôn tèn taxin kai to stereôma tès eis christon pisteôs umôn. 6ôs oun parelabete ton christon ièsoun ton kurion, en autô peripateite, 7errizômenoi kai epoikodomoumenoi en autô kai bebaioumenoi tè pistei kathôs edidachthète, perisseuontes en eucharistia. 8blepete mè tis umas estai o sulagôgôn dia tès filosofias kai kenès apatès kata tèn paradosin tôn anthrôpôn, kata ta stoicheia tou kosmou kai ou kata christon: 9oti en autô katoikei pan to plèrôma tès theotètos sômatikôs, 10kai este en autô peplèrômenoi, os estin è kefalè pasès archès kai exousias, 11en ô kai perietmèthète peritomè acheiropoiètô en tè apekdusei tou sômatos tès sarkos, en tè peritomè tou christou, 12suntafentes autô en tô baptismô, en ô kai sunègerthète dia tès pisteôs tès energeias tou theou tou egeirantos auton ek nekrôn: 13kai umas nekrous ontas [en] tois paraptômasin kai tè akrobustia tès sarkos umôn, sunezôopoièsen umas sun autô, charisamenos èmin panta ta paraptômata, 14exaleipsas to kath èmôn cheirografon tois dogmasin o èn upenantion èmin, kai auto èrken ek tou mesou prosèlôsas auto tô staurô: 15apekdusamenos tas archas kai tas exousias edeigmatisen en parrèsia, thriambeusas autous en autô. 16mè oun tis umas krinetô en brôsei kai en posei è en merei eortès è neomènias è sabbatôn, 17a estin skia tôn mellontôn, to de sôma tou christou. 18mèdeis umas katabrabeuetô thelôn en tapeinofrosunè kai thrèskeia tôn aggelôn, a eoraken embateuôn, eikè fusioumenos upo tou noos tès sarkos autou, 19kai ou kratôn tèn kefalèn, ex ou pan to sôma dia tôn afôn kai sundesmôn epichorègoumenon kai sumbibazomenon auxei tèn auxèsin tou theou. 20ei apethanete sun christô apo tôn stoicheiôn tou kosmou, ti ôs zôntes en kosmô dogmatizesthe, 21mè apsè mède geusè mède thigès, 22a estin panta eis fthoran tè apochrèsei, kata ta entalmata kai didaskalias tôn anthrôpôn; 23atina estin logon men echonta sofias en ethelothrèskia kai tapeinofrosunè [kai] afeidia sômatos, ouk en timè tini pros plèsmonèn tès sarkos.


VULGAAT

1 volo enim vos scire qualem sollicitudinem habeam pro vobis et pro his qui sunt Laodiciae et quicumque non viderunt faciem meam in carne 2 ut consolentur corda ipsorum instructi in caritate et in omnes divitias plenitudinis intellectus in agnitionem mysterii Dei Patris Christi Iesu 3 in quo sunt omnes thesauri sapientiae et scientiae absconditi 4 hoc autem dico ut nemo vos decipiat in subtilitate sermonum 5 nam et si corpore absens sum sed spiritu vobiscum sum gaudens et videns ordinem vestrum et firmamentum eius quae in Christo est fidei vestrae 6 sicut ergo accepistis Christum Iesum Dominum in ipso ambulate 7 radicati et superaedificati in ipso et confirmati fide sicut et didicistis abundantes in gratiarum actione 8 videte ne quis vos decipiat per philosophiam et inanem fallaciam secundum traditionem hominum secundum elementa mundi et non secundum Christum 9 quia in ipso inhabitat omnis plenitudo divinitatis corporaliter 10 et estis in illo repleti qui est caput omnis principatus et potestatis 11 in quo et circumcisi estis circumcisione non manufacta in expoliatione corporis carnis in circumcisione Christi 12 consepulti ei in baptismo in quo et resurrexistis per fidem operationis Dei qui suscitavit illum a mortuis 13 et vos cum mortui essetis in delictis et praeputio carnis vestrae convivificavit cum illo donans vobis omnia delicta 14 delens quod adversum nos erat chirografum decretis quod erat contrarium nobis et ipsum tulit de medio adfigens illud cruci 15 expolians principatus et potestates traduxit palam triumphans illos in semet ipso 16 nemo ergo vos iudicet in cibo aut in potu aut in parte diei festi aut neomeniae aut sabbatorum 17 quae sunt umbra futurorum corpus autem Christi 18 nemo vos seducat volens in humilitate et religione angelorum quae non vidit ambulans frustra inflatus sensu carnis suae 19 et non tenens caput ex quo totum corpus per nexus et coniunctiones subministratum et constructum crescit in augmentum Dei 20 si mortui estis cum Christo ab elementis mundi quid adhuc tamquam viventes in mundo decernitis 21 ne tetigeris neque gustaveris neque contrectaveris 22 quae sunt omnia in interitu ipso usu secundum praecepta et doctrinas hominum 23 quae sunt rationem quidem habentia sapientiae in superstitione et humilitate et ad non parcendum corpori non in honore aliquo ad saturitatem carnis