BIJBELBOEK EERSTE BOEK KONINGEN , 1 K - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- 1 K (1 Koningen) -- 1 K 13 -
- 1 K 12,33-13,34 -

- Bibliografie - Literatuur - Liturgisch gebruik - Overzicht bijbelboeken - Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken - Overzicht van deze website -

- bijbelverwijzingen - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z -

Overzicht van 1 Koningen : - 1 K 1 - 1 K 2 - 1 K 3 - 1 K 4 - 1 K 5 - 1 K 6 - 1 K 7 - 1 K 8 - 1 K 9 - 1 K 10 - 1 K 11 - 1 K 12 - 1 K 13 - 1 K 14 - 1 K 15 - 1 K 16 - 1 K 17 - 1 K 18 - 1 K 19 - 1 K 20 - 1 K 21 - 1 K 22 - 1 K 23 - 1 K 24 - 1 K 25
Vers per vers - 1 K 13,1 - 1 K 13,2 - 1 K 13,3 - 1 K 13,4 - 1 K 13,5 - 1 K 13,6 - 1 K 13,7 - 1 K 13,8 - 1 K 13,9 - 1 K 13,10 - 1 K 13,11 - 1 K 13,12 - 1 K 13,13 - 1 K 13,14 - 1 K 13,15 - 1 K 13,16 - 1 K 13,17 - 1 K 13,18 - 1 K 13,19 - 1 K 13,20 - 1 K 13,21 - 1 K 13,22 - 1 K 13,23 - 1 K 13,24 - 1 K 13,25 - 1 K 13,26 - 1 K 13,27 - 1 K 13,28 - 1 K 13,29 - 1 K 13,30 - 1 K 13,31 - 1 K 13,32 - 1 K 13,33 - 1 K 13,34 -

Overzicht van Tenach : Tenach : overzicht , Tenach : taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Tenach : commentaar ,
Overzicht van Septuaginta
: Septuaginta : overzicht , Septuaginta : taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Septuaginta : commentaar ,
Overzicht N.T.
: N.T. : overzicht , N.T. : taalgebruik - N.T. A - N.T. B - N.T. C - N.T. D - N.T. E - N.T. F - N.T. G - N.T. H - N.T. I - N.T. J - N.T. K - N.T. L - N.T. M - N.T. N - N.T. O - N.T. P - N.T. Q - N.T. R - N.T. S - N.T. T - N.T. U - N.T. V - N.T. W - N.T. X - N.T. Y - N.T. Z - N.T. : commentaar .

1 K (1 Koningen) : overzicht , 1 K : taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , 1 K : commentaar ,


Religie.opzijnbest.nl
ZOEKEN OP DEZE WEBSITE
PicoSearch
  Hulp
Verzorgd door PicoSearch
     
 
             
1. LXX , Griekse tekst N.T.   2. Vulgata   3. Synopsis Denaux - Vervenne  4. Statenvertaling   5. Willibrordvertaling   6. Nieuwe Vertaling   7. Naardense vertaling , zie
8. Bible de Jérusalem 9. Statenvertaling   10. King James Bible  - King James Bible 11. Luther-Bibel   liturgische lezing      

WEDERKERIGHEID (DIVERSITEIT - VICE VERSA) . Meer info : Arseen De Kesel . Email: arseen.de.kesel@pandora.be .
websitenamen : http://users.telenet.be/arseen.de.kesel/ en http://www.interlevensbeschouwelijk.be/index.htm
- STARTPAGINA - AGENDA - BIJ DE HAND - NIEUW - OVERZICHT -  TIJDSCHRIFTEN -
ALFABETISCH OVERZICHT VAN THEMA'S EN WEBSITES :
- A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z
HOOFDTHEMA'S : allochtonen , armoede , bahá'í ,  bezinningsteksten , bijbel , bijbel en koran , boeddhisme , christendom , extreemrechts ( Vlaams Blok ) , fundamentalisme , getallen , globalisering en antiglobalisering ,  hindoeïsme , interlevensbeschouwelijke dialoog , interreligieuze meditatie , islam , jodendom , koran , levensbeschouwing , levensbeschouwing / godsdienst en onderwijs , racisme , samenleving , sikhisme , spiritualiteit , tewerkstelling van allochtonen , vluchtelingen en asielzoekers , vrijzinnigheid , witte scholen , multiculturele scholen en concentratiescholen , Eigen-zinnige beschouwingen , Het kleine of grote ongenoegen

Woordenschat

Bibliografie

Literatuur .
Liturgisch gebruik


Overzicht van de bijbelboeken - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -
- OT : Gn (Genesis) , Ex (Exodus) , Lv (Leviticus) , Nu (Numeri) , Dt (Deuteronomium) , Joz (Jozua) , Re (Rechters) , Rt (Ruth) , 1 S (1 Samuël) , 2 S (2 Samuël) , 1 K (1 Koningen) , 2 K (2 Koningen) , 1 Kr ( 1 Kronieken) , 2 Kr (2 Kronieken) , Ezr (Ezra) , Neh (Nehemia) , Tob (Tobia) , Jdt (Judith) , Est (Esther) , 1 Mak (1 Makkabeeën) , 2 Mak (2 Makkabeeën) , Job , Ps (Psalmen ) , Spr (Spreuken) , Pr (Prediker) , Hl (Hooglied) , W (Wijsheid) , Sir (Sirach) , Js (Jesaja) , Jr (Jeremia) , Kl (Klaagliederen) , Bar (Baruch) , Ez (Ezechiël) , Da (Daniël) , Hos (Hosea) , Jl (Joël) , Am (Amos) , Ob (Obadja) , Jon (Jona) , Mi (Micha) , Nah (Nahum) , Hab (Habakuk) , Sef (Sefanja) , Hag (Haggai) , Zach (Zacharia) , Mal (Maleachi) .
- NT : Mt (Matteüs) - Mc (Marcus) - Lc (Lucas) - Joh (Johannes) - Hnd (Handelingen) , Rom (Rome) , 1 Kor (Korinte) , 2 Kor (Korinte) , Gal (Galatië) , Ef (Efese) , Fil (Filippi) , Kol (Kolosse) , 1 Tes (Tessalonika) , 2 Tes (Tessalonika) , 1 Tim (Timoteüs) , 2 Tim (Timoteüs) , Tit (Titus) , Film (Filemon) , Heb (Hebreeën) , Jak (Jakobus) , 1 Pe (Petrus) , 2 Pe (Petrus) , 1 Joh (Johannes) , 2 Joh (Johannes) , 2 Joh (Johannes) , Jud (Judas) , Apk (Apokalyps) .
Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken : - bibliografie bijbel - bibliografie van het Oude Testament - bibliografie Matteüsevangelie - bibliografie Marcusevangelie - bibliografie Lucasevangelie - bibliografie van het Johannesevangelie - bibliografie van het Nieuwe Testament (behalve evangeliën)
1 K 12,33-13,34 . Protest van een profeet - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- 1 K (1 Koningen) -- 1 K 13 -- 1 K 12,33-13,34 -- 1 K 13,1 - 1 K 13,2 - 1 K 13,3 - 1 K 13,4 - 1 K 13,5 - 1 K 13,6 - 1 K 13,7 - 1 K 13,8 - 1 K 13,9 - 1 K 13,10 - 1 K 13,11 - 1 K 13,12 - 1 K 13,13 - 1 K 13,14 - 1 K 13,15 - 1 K 13,16 - 1 K 13,17 - 1 K 13,18 - 1 K 13,19 - 1 K 13,20 - 1 K 13,21 - 1 K 13,22 - 1 K 13,23 - 1 K 13,24 - 1 K 13,25 - 1 K 13,26 - 1 K 13,27 - 1 K 13,28 - 1 K 13,29 - 1 K 13,30 - 1 K 13,31 - 1 K 13,32 - 1 K 13,33 - 1 K 13,34 -
1 K 13,1 - 1 K 13,1 : Protest van een profeet - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- 1 K (1 Koningen) -- 1 K 13 -- 1 K 12,33-13,34 -- 1 K 13,1 - 1 K 13,2 - 1 K 13,3 - 1 K 13,4 - 1 K 13,5 - 1 K 13,6 - 1 K 13,7 - 1 K 13,8 - 1 K 13,9 - 1 K 13,10 - 1 K 13,11 - 1 K 13,12 - 1 K 13,13 - 1 K 13,14 - 1 K 13,15 - 1 K 13,16 - 1 K 13,17 - 1 K 13,18 - 1 K 13,19 - 1 K 13,20 - 1 K 13,21 - 1 K 13,22 - 1 K 13,23 - 1 K 13,24 - 1 K 13,25 - 1 K 13,26 - 1 K 13,27 - 1 K 13,28 - 1 K 13,29 - 1 K 13,30 - 1 K 13,31 - 1 K 13,32 - 1 K 13,33 - 1 K 13,34 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
1kai idou anthrôpos tou theou ex iouda paregeneto en logô kuriou eis baithèl kai ieroboam eistèkei epi to thusiastèrion tou epithusai  1 et ecce vir Dei venit de Iuda in sermone Domini in Bethel Hieroboam stante super altare et tus iaciente     1 En ziet, een man Gods kwam uit Juda, door het woord des HEEREN tot Beth-el; en Jerobeam stond bij het altaar, om te roken.  1] En net toen Jerobeam op het altaar stond om de wierook te branden, kwam er in Betel een man van God uit Juda die door de heer gezonden was.  [1] Hij stond al bij het altaar klaar, toen er een godsman uit Juda aankwam die door de HEER gezonden was.   1 ¶ Ziedaar, een man Gods, komt door het woord van de ENE uit Juda aan in Bet El,– terwijl Jerobeam bij het altaar staat om te wieroken.  1. Sur l'ordre de Yahvé, un homme de Dieu arriva de Juda à Béthel, au moment où Jéroboam se tenait près de l'autel pour offrir le sacrifice,  

King James Bible . [1] And, behold, there came a man of God out of Judah by the word of the LORD unto Bethel: and Jeroboam stood by the altar to burn incense.
Luther-Bibel . 13 1 Und siehe, ein Mann Gottes kam von Juda auf das Wort des HERRN hin nach Bethel, während Jerobeam noch auf dem Altar stand und opferte.

Tekstuitleg van 1 K 13,1 .

9. - 10. be(j)th ´el (Betel) . Tenakh (39) . Gn (8) : (1) Gn 12,8 . (2) Gn 13,3 . (3) Gn 28,19 . (4) Gn 31,13 . (5) Gn 31,13 . (6) Gn 35,6 . (7) Gn 35,7 . (8) Gn 35,15 . 1 K (2) : (1) 1 K 13,1 . (2) 1 K 13,10 . Ook nog Tenakh (7) : (1) Gn 35,1 . (2) Re 20,18 . (3) Re 20,26 . (4) Re 20,31 . (5) Ezr 2,28. (6) Neh 7,32 . (7) Am 4,4 .

1 K 13,2 - 1 K 13,2 : Protest van een profeet - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- 1 K (1 Koningen) -- 1 K 13 -- 1 K 12,33-13,34 -- 1 K 13,1 - 1 K 13,2 - 1 K 13,3 - 1 K 13,4 - 1 K 13,5 - 1 K 13,6 - 1 K 13,7 - 1 K 13,8 - 1 K 13,9 - 1 K 13,10 - 1 K 13,11 - 1 K 13,12 - 1 K 13,13 - 1 K 13,14 - 1 K 13,15 - 1 K 13,16 - 1 K 13,17 - 1 K 13,18 - 1 K 13,19 - 1 K 13,20 - 1 K 13,21 - 1 K 13,22 - 1 K 13,23 - 1 K 13,24 - 1 K 13,25 - 1 K 13,26 - 1 K 13,27 - 1 K 13,28 - 1 K 13,29 - 1 K 13,30 - 1 K 13,31 - 1 K 13,32 - 1 K 13,33 - 1 K 13,34 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
2kai epekalesen pros to thusiastèrion en logô kuriou kai eipen thusiastèrion thusiastèrion tade legei kurios idou uios tiktetai tô oikô dauid iôsias onoma autô kai thusei epi se tous iereis tôn upsèlôn tous epithuontas epi se kai osta anthrôpôn kausei epi se  2 et exclamavit contra altare in sermone Domini et ait altare altare haec dicit Dominus ecce filius nascetur domui David Iosias nomine et immolabit super te sacerdotes excelsorum qui nunc in te tura succendunt et ossa hominum incendet super te    2 En hij riep tegen het altaar, door het woord des HEEREN, en zeide: Altaar, altaar, zo zegt de HEERE: Zie, een zoon zal aan het huis Davids geboren worden, wiens naam zal zijn Josia; die zal op u offeren de priesters der hoogten, die op u roken, en men zal mensenbeenderen op u verbranden.  [2] Op bevel van de heer riep hij tegen het altaar: ‘Altaar, altaar, zo spreekt de heer: In het huis van David zal een zoon geboren worden, Josia geheten; hij zal de priesters van de offerhoogten die wierook op u branden, op u ten offer brengen, en mensenbeenderen op u verbranden.’   [2] Op bevel van de HEER riep hij tegen het altaar: ‘Altaar! Altaar! Dit zegt de HEER: In de familie van David zal een zoon worden geboren, Josia geheten. Op jou zal deze Josia de priesters van de offerplaatsen, die wierook op je branden, ten offer brengen. Op jou zal het gebeente van mensen worden verbrand.’  2 Door het woord van de ENE roept hij het altaar toe en zegt: altaar?– wát altaar!, zo heeft gezegd de ENE: zie, een zoon zal aan het huis van David worden geboren, Josjiahoe zal zijn naam zijn, en offeren zal hij op jou de priesters van de offerhoogten die op jou wieroken, ja, mensenbeenderen zullen ze op jou verbranden!  2. et, par ordre de Yahvé, il lança contre l'autel cette proclamation : « Autel, autel ! ainsi parle Yahvé : Voici qu'il naîtra à la maison de David un fils nommé Josias, il immolera sur toi les prêtres des hauts lieux qui ont offert sur toi des sacrifices, et il brûlera sur toi des ossements humains. » 

King James Bible . [2] And he cried against the altar in the word of the LORD, and said, O altar, altar, thus saith the LORD; Behold, a child shall be born unto the house of David, Josiah by name; and upon thee shall he offer the priests of the high places that burn incense upon thee, and men's bones shall be burnt upon thee.
Luther-Bibel . 2 Und er rief gegen den Altar auf das Wort des HERRN hin und sprach: Altar, Altar! So spricht der HERR: Siehe, es wird ein Sohn dem Hause David geboren werden mit Namen Josia; der wird auf dir schlachten die Priester der Höhen, die auf dir opfern, und wird Menschengebein auf dir verbrennen.

Tekstuitleg van 1 K 13,2 . In 1 K 13,2 wordt koning Josia vermeld , die pas in 2 K 21,24 wordt genoemd . 1 K 13,2 kondigt aan wat in 2 K23,17-18 in vervulling zal gaan .

14. mann. mv. stat. construct. kohäne(j) (priesters van) van het zelfst. naamw. kohen (priester) . Taalgebruik in Tenakh : kohen (priester) . Getalwaarde : kaph = 11 of 20, he = 5 , nun = 14 of 50 ; totaal : 30 (2 X 3 X 5) OF 75 (3 X 5²) . Structuur : 2 - 5 - 5 . Tenakh (13) : (1) 1 S 5,5 . (2) 1 S 22,17 . (3) 1 S 22,21 . (4) 1 K 12,32 . (5) 1 K 13,2 . (6) 1 K 13,33 . (7) 2 K 17,32 . (8) 2 K 23,4 . (9) 2 K 23,9 . (10) 2 K 23,20 . (11) Js 61,6 . (12) Kl 1,19 . (13) 2 Kr 13,9 .

15. habbâmôth (de hoogten) < bepaald lidw. + vr. mv. van het zelfst. naamw. bâmâh (hoogte, grafheuvel, tempel) . Taalgebruik in Tenakh : bâmâh (hoogte, grafheuvel, tempel) . Getalwaarde : beth = 2 , mem = 13 of 40 , he = 5 ; totaal : 20 (2² X 5) OF 47 . Structuur : 2 - 4 - 5 . Tenakh (24) . 1 K (4) : (1) 1 K 12,32 . (2) 1 K 13,2 . (3) 1 K 13,32 . (4) 1 K 22,44 . 2 K () : (1) 2 K 12,4 . (2) 2 K 14,4 . (3) 2 K 15,4 . (4) 2 K 15,35 . (5) 2 K 17,29 . (6) 2 K 17,32 . (7) 2 K 18,4 . (8) 2 K 21,3 . (9) 2 K 23,8 . (10) 2 K 23,9 . (11) 2 K 23,13 . (12) 2 K 23,19 . (13) 2 K 23,20 . Js (1) . 2 Kr (6) .

14. - 15. kohäne(j) habbâmôth (priesters van de offerhoogten) . Tenakh (4) : (1) 1 K 12,32 . (2) 1 K 13,2 . (3) 2 K 23,9 . (4) 2 K 23,20 .
- kohäne(j) bâmôth (priesters van offerhoogten) . Tenakh (2) : (1) 1 K 13,33 (2X) . (2) 2 K 17,32 .

1 K 13,3 - 1 K 13,3 : Protest van een profeet - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- 1 K (1 Koningen) -- 1 K 13 -- 1 K 12,33-13,34 -- 1 K 13,1 - 1 K 13,2 - 1 K 13,3 - 1 K 13,4 - 1 K 13,5 - 1 K 13,6 - 1 K 13,7 - 1 K 13,8 - 1 K 13,9 - 1 K 13,10 - 1 K 13,11 - 1 K 13,12 - 1 K 13,13 - 1 K 13,14 - 1 K 13,15 - 1 K 13,16 - 1 K 13,17 - 1 K 13,18 - 1 K 13,19 - 1 K 13,20 - 1 K 13,21 - 1 K 13,22 - 1 K 13,23 - 1 K 13,24 - 1 K 13,25 - 1 K 13,26 - 1 K 13,27 - 1 K 13,28 - 1 K 13,29 - 1 K 13,30 - 1 K 13,31 - 1 K 13,32 - 1 K 13,33 - 1 K 13,34 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
3kai edôken en tè èmera ekeinè teras legôn touto to rèma o elalèsen kurios legôn idou to thusiastèrion règnutai kai ekchuthèsetai è piotès è ep¢ autô  3 deditque in die illa signum dicens hoc erit signum quod locutus est Dominus ecce altare scinditur et effunditur cinis qui in eo est    3 En hij gaf ten zelfden dage een wonderteken, zeggende: Dit is dat wonderteken, waarvan de HEERE gesproken heeft; ziet, het altaar zal vaneen gescheurd, en de as, die daarop is, afgestort worden.  [3] Ook kondigde hij een wonder aan met de woorden: ‘Dit is het wonder, ten teken dat de heer gesproken heeft: het altaar zal scheuren en de as die erop ligt, zal eraf storten.’  [3] Hierop kondigde hij een wonder aan: ‘Dit is het teken dat het de HEER is die gesproken heeft: het altaar zal splijten en de as die erop ligt zal op de grond vallen.’   3 Ook heeft hij op die dag een teken gegeven en gezegd: dit is het teken dat de ENE heeft gesproken: zie, het altaar is gescheurd en de as die er op lag is weggevloeid!  3. Il donna en même temps un signe : « Tel est le signe que Yahvé a parlé : Voici que l'autel va se fendre et que se répandra la cendre qui est sur lui. » 

King James Bible . [3] And he gave a sign the same day, saying, This is the sign which the LORD hath spoken; Behold, the altar shall be rent, and the ashes that are upon it shall be poured out.
Luther-Bibel . 3 Und er gab an dem Tag ein Wunderzeichen und sprach: Das ist das Zeichen dafür, dass der HERR geredet hat: Siehe, der Altar wird bersten und die Asche verschüttet werden, die darauf ist.

Tekstuitleg van 1 K 13,3 .

1 K 13,4 - 1 K 13,4 : Protest van een profeet - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- 1 K (1 Koningen) -- 1 K 13 -- 1 K 12,33-13,34 -- 1 K 13,1 - 1 K 13,2 - 1 K 13,3 - 1 K 13,4 - 1 K 13,5 - 1 K 13,6 - 1 K 13,7 - 1 K 13,8 - 1 K 13,9 - 1 K 13,10 - 1 K 13,11 - 1 K 13,12 - 1 K 13,13 - 1 K 13,14 - 1 K 13,15 - 1 K 13,16 - 1 K 13,17 - 1 K 13,18 - 1 K 13,19 - 1 K 13,20 - 1 K 13,21 - 1 K 13,22 - 1 K 13,23 - 1 K 13,24 - 1 K 13,25 - 1 K 13,26 - 1 K 13,27 - 1 K 13,28 - 1 K 13,29 - 1 K 13,30 - 1 K 13,31 - 1 K 13,32 - 1 K 13,33 - 1 K 13,34 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
4kai egeneto ôs èkousen o basileus ieroboam tôn logôn tou anthrôpou tou theou tou epikalesamenou epi to thusiastèrion to en baithèl kai exeteinen o basileus tèn cheira autou apo tou thusiastèriou legôn sullabete auton kai idou exèranthè è cheir autou èn exeteinen ep¢ auton kai ouk èdunèthè epistrepsai autèn pros eauton  4 cumque audisset rex sermonem hominis Dei quem inclamaverat contra altare in Bethel extendit manum suam de altari dicens adprehendite eum et exaruit manus eius quam extenderat contra eum nec valuit retrahere eam ad se    4 Het geschiedde nu, als de koning het woord van den man Gods hoorde, hetwelk hij tegen het altaar te Beth-el geroepen had, dat Jerobeam zijn hand van op het altaar uitstrekte, zeggende: Grijpt hem! Maar zijn hand, die hij tegen hem uitgestrekt had, verdorde, dat hij ze niet weder tot zich trekken kon.   [4] Toen de koning hoorde wat de man van God tegen het altaar van Betel riep, stak hij, staande op het altaar, zijn hand uit en beval: ‘Grijp die man!’ Maar de hand die hij tegen de man van God had uitgestoken verstijfde en hij kon haar niet meer terugtrekken.   [4] Toen de koning hoorde wat de godsman over het altaar in Betel zei, stak hij over het altaar heen zijn hand naar hem uit en beval: ‘Grijp hem!’ Maar zijn uitgestrekte arm verstijfde, hij kon hem niet meer naar zich toe bewegen.  4 En het geschiedt met dat de koning het woord van de man Gods dat hij in Bet El tegen het altaar heeft geroepen, hóórt, strekt Jerobeam van het altaar af zijn hand uit en zegt: grijpt hem! Maar zijn hand die hij tegen hem uitgestrekt heeft verstijft en hij kan haar niet meer terugtrekken.  4. Quand le roi entendit ce que l'homme de Dieu disait contre l'autel de Béthel, il étendit la main hors de l'autel, en disant : « Saisissez-le ! » mais la main qu'il avait tendue contre l'homme sécha, en sorte qu'il ne pouvait plus la ramener à lui, 

King James Bible . [4] And it came to pass, when king Jeroboam heard the saying of the man of God, which had cried against the altar in Bethel, that he put forth his hand from the altar, saying, Lay hold on him. And his hand, which he put forth against him, dried up, so that he could not pull it in again to him.
Luther-Bibel . 4 Als aber der König das Wort von dem Mann Gottes hörte, der gegen den Altar in Bethel rief, streckte er seine Hand aus auf dem Altar und sprach: Greift ihn! Und seine Hand verdorrte, die er gegen ihn ausgestreckt hatte, und er konnte sie nicht wieder an sich ziehen.

Tekstuitleg van 1 K 13,4 . Het vers 1 K 13,4 telt 30 (2 X 3 X 5) woorden en 111 (3 X 37) letters . De getalwaarde van 1 K 13,4 is 7524 (2² X 3& x11 X 19) .

1 K 13,4.1. qal imperf. 3de pers. enk. wajëhî (en hij was) van het werkw. hâjâh (zijn) . De getalwaarde van wajëhî (en hij zal zij / en hij was) is 31 . 31 is de getalwaarde van ´el (God) ; aleph = 1 , lamed = 12 of 30 . Totaal : 13 of 31 (elkaars spiegelbeeld) .Taalgebruik in Tenakh : hâjâh (zijn) . Getalwaarde : he = 5 , jod = 10 ; totaal : 20 (2² X 5) . Structuur : 5 - 1 - 5 . Gr. eimi (zijn) . Taalgebruik in de Septuaginta : eimi (zijn) . Taalgebruik in het NT : eimi (zijn) . Lat. esse . D. sein . Fr. être . Ned. zijn . E. to be . Tenakh (784) . Pentateuch (181) . Eerdere Profeten (339) . Latere Profeten (116) . 12 Kleine Profeten (22) . Geschriften (126) . Joz (59) . Re (47) . 1 S (58) . 2 S (43) . 1 K (78) . 2 K (54) . 1 K (6) : (1) 1 K 13,4 . (2) 1 K 13,20 . (3) 1 K 13,23 . (4) 1 K 13,31 . (5) 1 K 13,33 . (6) 1 K 13,34 .

1 K 13,4.2. kisjëmo`a (bij het horen) . Tenakh (31) . Pentateuch (3) . Eerdere Profeten (22) . Latere Profeten (2) . 12 Kleine Profeten (1) . Geschriften (3) . Eerdere Profeten (22) : (1) Joz 5,1 . (2) Joz 6,20 . (3) Joz 9,1 . (4) Joz 10,1 . (5) Joz 11,1 . (6) Re 7,15 . (7) 1 S 15,22 . (8) 1 K 5,21 . (9) 1 K 12,2 . (10) 1 K 12,20 . (11) 1 K 13,4 . (12) 1 K 14,6 . (13) 1 K 15,21 . (14) 1 K 19,13 . (15) 1 K 20,12 . (16) 1 K 21,15 . (17) 1 K 21,16 . (18) 1 K 21,27 . (19) 2 K 5,8 . (20) 2 K 6,30 . (21) 2 K 19,1 . (22) 2 K 22,11 .

1 K 13,4.1. - 2. wajëhî kisjëmo`a (en het was bij het horen) . Tenakh (11) : (1) Gn 29,13 . (2) Gn 39,19 . (3) Joz 5,1 . (4) Joz 6,20 . (5) Joz 9,1 . (6) Joz 10,1 . (7) Re 7,15 . (8) 1 K 13,4 . (9) 1 K 14,6 . (10) 1 K 21,27 . (11) 2 K 6,30 .

1 K 13,4.1. - 3. wajëhî kisjëmo`a (en het was toen de koning hoorde) . Tenakh (2) : (1) 1 K 13,4 . (2) 2 K 6,30 .

15. jârâbhë`âm (Jerobeam) . Taalgebruik in Tenakh : jârâbhë`âm (Jerobeam) . Getalwaarde : jod = 10 , resj = 20 of 200 , beth = 2 , ajin = 16 of 70 , mem = 13 of 40 ; totaal : 61 (priemgetal) OF 322 (2 X 7 X 23) . Structuur : 1 - 2 - 2 - 7 - 4 . Tenakh (83) . Eerdere Profeten (62) . Latere Profeten (0) . 1 K (41) . 1 K 11 (2) . 2 K (21) . 1 K 13 (3) : (1) 1 K 13,4 . (2) 1 K 13,33 . (3) 1 K 13,34 .

1 K 13,5 - 1 K 13,5 : Protest van een profeet - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- 1 K (1 Koningen) -- 1 K 13 -- 1 K 12,33-13,34 -- 1 K 13,1 - 1 K 13,2 - 1 K 13,3 - 1 K 13,4 - 1 K 13,5 - 1 K 13,6 - 1 K 13,7 - 1 K 13,8 - 1 K 13,9 - 1 K 13,10 - 1 K 13,11 - 1 K 13,12 - 1 K 13,13 - 1 K 13,14 - 1 K 13,15 - 1 K 13,16 - 1 K 13,17 - 1 K 13,18 - 1 K 13,19 - 1 K 13,20 - 1 K 13,21 - 1 K 13,22 - 1 K 13,23 - 1 K 13,24 - 1 K 13,25 - 1 K 13,26 - 1 K 13,27 - 1 K 13,28 - 1 K 13,29 - 1 K 13,30 - 1 K 13,31 - 1 K 13,32 - 1 K 13,33 - 1 K 13,34 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
5kai to thusiastèrion erragè kai exechuthè è piotès apo tou thusiastèriou kata to teras o edôken o anthrôpos tou theou en logô kuriou 5 altare quoque scissum est et effusus cinis de altari iuxta signum quod praedixerat vir Dei in sermone Domini    5 En het altaar werd vaneen gescheurd, en de as van het altaar afgestort, naar dat wonderteken, dat de man Gods gegeven had, door het woord des HEEREN.  [5] En het altaar scheurde en de as stortte ervan af; het was het wonder dat de man van God op het bevel van de heer had aangekondigd.   [5] Toen spleet het altaar en de as viel op de grond, zoals de godsman in opdracht van de HEER had aangekondigd.   5 Het altaar is gescheurd en de as vloeit van het altaar weg,– overeenkomstig het teken dat de man Gods heeft gegeven door het woord van de ENE.   5. l'autel se fendit et les cendres coulèrent de l'autel, selon le signe qu'avait donné l'homme de Dieu, par ordre de Yahvé. 

King James Bible . [5] The altar also was rent, and the ashes poured out from the altar, according to the sign which the man of God had given by the word of the LORD.
Luther-Bibel . 5 Und der Altar barst und die Asche wurde verschüttet vom Altar nach dem Wunderzeichen, das der Mann Gottes gegeben hatte auf das Wort des HERRN hin.

Tekstuitleg van 1 K 13,5 .

1 K 13,6 - 1 K 13,6 : Protest van een profeet - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- 1 K (1 Koningen) -- 1 K 13 -- 1 K 12,33-13,34 -- 1 K 13,1 - 1 K 13,2 - 1 K 13,3 - 1 K 13,4 - 1 K 13,5 - 1 K 13,6 - 1 K 13,7 - 1 K 13,8 - 1 K 13,9 - 1 K 13,10 - 1 K 13,11 - 1 K 13,12 - 1 K 13,13 - 1 K 13,14 - 1 K 13,15 - 1 K 13,16 - 1 K 13,17 - 1 K 13,18 - 1 K 13,19 - 1 K 13,20 - 1 K 13,21 - 1 K 13,22 - 1 K 13,23 - 1 K 13,24 - 1 K 13,25 - 1 K 13,26 - 1 K 13,27 - 1 K 13,28 - 1 K 13,29 - 1 K 13,30 - 1 K 13,31 - 1 K 13,32 - 1 K 13,33 - 1 K 13,34 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
6kai eipen o basileus ieroboam tô anthrôpô tou theou deèthèti tou prosôpou kuriou tou theou sou kai epistrepsatô è cheir mou pros me kai edeèthè o anthrôpos tou theou tou prosôpou kuriou kai epestrepsen tèn cheira tou basileôs pros auton kai egeneto kathôs to proteron  6 et ait rex ad virum Dei deprecare faciem Domini Dei tui et ora pro me ut restituatur manus mea mihi oravit vir Dei faciem Domini et reversa est manus regis ad eum et facta est sicut prius fuerat    6 Toen antwoordde de koning, en zeide tot den man Gods: Aanbid toch het aangezicht des HEEREN, uws Gods, ernstelijk, en bid voor mij, dat mijn hand weder tot mij kome! Toen bad de man Gods het aangezicht des HEEREN ernstelijk; en de hand des konings kwam weder tot hem, en werd gelijk te voren.   [6] Nu sprak de koning tot de man van God: ‘Wees zo goed, om de heer uw God gunstig te stemmen; bid voor mij dat ik mijn hand weer kan terugtrekken.’ De man van God wist de heer gunstig te stemmen; de koning kon zijn hand terugtrekken en deze werd weer als voorheen.   [6] ‘Alstublieft,’ smeekte de koning de godsman, ‘bid voor mij en probeer de HEER, uw God, te vermurwen, zodat ik mijn arm weer kan bewegen.’ De godsman wist de HEER mild te stemmen, zodat de koning zijn arm weer kon bewegen zoals eerst.   6 Dan zegt de koning ten antwoord tot de man Gods: vermurw toch het aanschijn van de ENE, uw God, en bid voor mij, dat mijn hand naar mij terug mag keren! Dan vermurwt de man Gods het aanschijn van de ENE, ‘s konings hand keert naar hem terug en wordt als eerst.  6. Le roi reprit et dit à l'homme de Dieu : « Apaise, je t'en supplie, Yahvé ton Dieu, afin que ma main puisse revenir à moi. » L'homme de Dieu apaisa Yahvé, la main du roi revint à lui et fut comme auparavant. 

King James Bible . [6] And the king answered and said unto the man of God, Intreat now the face of the LORD thy God, and pray for me, that my hand may be restored me again. And the man of God besought the LORD, and the king's hand was restored him again, and became as it was before.
Luther-Bibel . 6 Und der König hob an und sprach zu dem Mann Gottes: Flehe doch den HERRN, deinen Gott, an und bitte für mich, dass ich meine Hand wieder an mich ziehen kann. Da flehte der Mann Gottes den HERRN an und der König konnte seine Hand wieder an sich ziehen, und sie wurde, wie sie vorher war.

Tekstuitleg van 1 K 13,6 .

1 K 13,7 - 1 K 13,7 : Protest van een profeet - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- 1 K (1 Koningen) -- 1 K 13 -- 1 K 12,33-13,34 -- 1 K 13,1 - 1 K 13,2 - 1 K 13,3 - 1 K 13,4 - 1 K 13,5 - 1 K 13,6 - 1 K 13,7 - 1 K 13,8 - 1 K 13,9 - 1 K 13,10 - 1 K 13,11 - 1 K 13,12 - 1 K 13,13 - 1 K 13,14 - 1 K 13,15 - 1 K 13,16 - 1 K 13,17 - 1 K 13,18 - 1 K 13,19 - 1 K 13,20 - 1 K 13,21 - 1 K 13,22 - 1 K 13,23 - 1 K 13,24 - 1 K 13,25 - 1 K 13,26 - 1 K 13,27 - 1 K 13,28 - 1 K 13,29 - 1 K 13,30 - 1 K 13,31 - 1 K 13,32 - 1 K 13,33 - 1 K 13,34 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
7kai elalèsen o basileus pros ton anthrôpon tou theou eiselthe met¢ emou eis oikon kai aristèson kai dôsô soi doma  7 locutus est autem rex ad virum Dei veni mecum domum ut prandeas et dabo tibi munera    7 En de koning sprak tot den man Gods: Kom met mij naar huis, en sterk u, en ik zal u een geschenk geven.   [7] Toen sprak de koning tot de man van God: ‘Kom met mij naar huis, dan kunt u zich opfrissen en zal ik u een geschenk geven.’   [7] Toen zei de koning: ‘Kom met mij mee naar huis, dan kunt u zich verkwikken. En ik zal u een geschenk geven.’   7 Dan spreekt de koning tot de man Gods: kom bij mij het huis in en laaf u,– en ik zal u een gift geven!  7. Le roi dit à l'homme de Dieu : « Viens avec moi à la maison pour te réconforter, et je te ferai un cadeau. » 

King James Bible . [7] And the king said unto the man of God, Come home with me, and refresh thyself, and I will give thee a reward.
Luther-Bibel . 7 Und der König redete mit dem Mann Gottes: Komm mit mir heim und labe dich; ich will dir ein Geschenk geben.

Tekstuitleg van 1 K 13,7 .

1 K 13,8 - 1 K 13,8 : Protest van een profeet - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- 1 K (1 Koningen) -- 1 K 13 -- 1 K 12,33-13,34 -- 1 K 13,1 - 1 K 13,2 - 1 K 13,3 - 1 K 13,4 - 1 K 13,5 - 1 K 13,6 - 1 K 13,7 - 1 K 13,8 - 1 K 13,9 - 1 K 13,10 - 1 K 13,11 - 1 K 13,12 - 1 K 13,13 - 1 K 13,14 - 1 K 13,15 - 1 K 13,16 - 1 K 13,17 - 1 K 13,18 - 1 K 13,19 - 1 K 13,20 - 1 K 13,21 - 1 K 13,22 - 1 K 13,23 - 1 K 13,24 - 1 K 13,25 - 1 K 13,26 - 1 K 13,27 - 1 K 13,28 - 1 K 13,29 - 1 K 13,30 - 1 K 13,31 - 1 K 13,32 - 1 K 13,33 - 1 K 13,34 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
8kai eipen o anthrôpos tou theou pros ton basilea ean moi dôs to èmisu tou oikou sou ouk eiseleusomai meta sou oude mè fagô arton oude mè piô udôr en tô topô toutô  8 responditque vir Dei ad regem si dederis mihi mediam partem domus tuae non veniam tecum nec comedam panem neque bibam aquam in loco isto     8 Maar de man Gods zeide tot den koning: Al gaaft gij mij de helft van uw huis, zo zou ik niet met u gaan, en ik zou in deze plaats geen brood eten, noch water drinken.   [8] Maar de man van God antwoordde: ‘Al zou u mij de helft van uw bezit geven, ik ga niet met u mee; hier zal ik geen brood eten of water drinken.   [8] Maar de godsman antwoordde: ‘Al gaf u mij de helft van uw bezit, dan nog zou ik niet met u meekomen. Ik zal hier in Betel niets eten en niets drinken.   8 Maar de man Gods zegt tot de koning: al geeft u mij de helft van uw huis, ik kom niet met u mee!– ik zal geen hap brood eten en geen druppel water drinken op deze plek!–  8. Mais l'homme de Dieu dit au roi : « Quand tu me donnerais la moitié de ta maison, je n'irais pas avec toi. Je ne mangerai ni ne boirai rien en ce lieu, 

King James Bible . [8] And the man of God said unto the king, If thou wilt give me half thine house, I will not go in with thee, neither will I eat bread nor drink water in this place:
Luther-Bibel . 8 Aber der Mann Gottes sprach zum König: Wenn du mir auch die Hälfte deiner Habe geben wolltest, so käme ich doch nicht mit dir; denn ich will an diesem Ort kein Brot essen noch Wasser trinken.

Tekstuitleg van 1 K 13,8 .

1 K 13,9 - 1 K 13,9 : Protest van een profeet - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- 1 K (1 Koningen) -- 1 K 13 -- 1 K 12,33-13,34 -- 1 K 13,1 - 1 K 13,2 - 1 K 13,3 - 1 K 13,4 - 1 K 13,5 - 1 K 13,6 - 1 K 13,7 - 1 K 13,8 - 1 K 13,9 - 1 K 13,10 - 1 K 13,11 - 1 K 13,12 - 1 K 13,13 - 1 K 13,14 - 1 K 13,15 - 1 K 13,16 - 1 K 13,17 - 1 K 13,18 - 1 K 13,19 - 1 K 13,20 - 1 K 13,21 - 1 K 13,22 - 1 K 13,23 - 1 K 13,24 - 1 K 13,25 - 1 K 13,26 - 1 K 13,27 - 1 K 13,28 - 1 K 13,29 - 1 K 13,30 - 1 K 13,31 - 1 K 13,32 - 1 K 13,33 - 1 K 13,34 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
9oti outôs eneteilato moi en logô kurios legôn mè fagès arton kai mè piès udôr kai mè epistrepsès en tè odô è eporeuthès en autè  9 sic enim mandatum est mihi in sermone Domini praecipientis non comedes panem neque bibes aquam nec reverteris per viam qua venisti    9 Want zo heeft mij de HEERE geboden door Zijn woord, zeggende: Gij zult geen brood eten, noch water drinken; en gij zult niet wederkeren door den weg, dien gij gegaan zijt.   [9] Want dit heeft de heer mij bevolen: “U mag er geen brood eten of water drinken en u mag niet langs dezelfde weg teruggaan als u gekomen bent.” ’   [9] Dat is een bevel van de HEER, dat mij werd opgelegd met de woorden: “Je mag niets eten en niets drinken en niet langs dezelfde weg teruggaan als je gekomen bent.”’   9 want zó is mij geboden en gezegd door het woord van de ENE: je zult geen brood eten, en geen water drinken, en niet terugkeren langs de weg die je gegaan bent!   9. car j'ai reçu ce commandement de Yahvé : Tu ne mangeras ni ne boiras rien et tu ne reviendras pas par le même chemin. » 

King James Bible . [9] For so was it charged me by the word of the LORD, saying, Eat no bread, nor drink water, nor turn again by the same way that thou camest.
Luther-Bibel . 9 Denn das ist mir geboten durch des HERRN Wort: Du sollst kein Brot essen und kein Wasser trinken und nicht den Weg zurückgehen, den du gekommen bist.

Tekstuitleg van 1 K 13,9 .

1 K 13,10 - 1 K 13,10 : Protest van een profeet - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- 1 K (1 Koningen) -- 1 K 13 -- 1 K 12,33-13,34 -- 1 K 13,1 - 1 K 13,2 - 1 K 13,3 - 1 K 13,4 - 1 K 13,5 - 1 K 13,6 - 1 K 13,7 - 1 K 13,8 - 1 K 13,9 - 1 K 13,10 - 1 K 13,11 - 1 K 13,12 - 1 K 13,13 - 1 K 13,14 - 1 K 13,15 - 1 K 13,16 - 1 K 13,17 - 1 K 13,18 - 1 K 13,19 - 1 K 13,20 - 1 K 13,21 - 1 K 13,22 - 1 K 13,23 - 1 K 13,24 - 1 K 13,25 - 1 K 13,26 - 1 K 13,27 - 1 K 13,28 - 1 K 13,29 - 1 K 13,30 - 1 K 13,31 - 1 K 13,32 - 1 K 13,33 - 1 K 13,34 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
10kai apèlthen en odô allè kai ouk anestrepsen en tè odô è èlthen en autè eis baithèl  10 abiit ergo per aliam viam et non est reversus per iter quo venerat in Bethel    10 En hij ging door een anderen weg, en keerde niet weder door den weg, door welken hij te Beth-el gekomen was.   [10] En hij vertrok langs een andere weg en keerde niet terug over de weg waarlangs hij naar Betel gekomen was.   [10] Daarom nam hij een andere weg terug dan die waarlangs hij was gekomen.  10 Dan gaat hij heen langs een andere weg, hij is niet teruggekeerd langs de weg waarlangs hij naar Bet El is gekomen. •  10. Et il s'en alla par un autre chemin, sans reprendre le chemin par où il était venu à Béthel.  

King James Bible . [10] So he went another way, and returned not by the way that he came to Bethel.
Luther-Bibel . 10 Und er ging einen andern Weg und nicht wieder den Weg, den er nach Bethel gekommen war. Der Prophet wird für seinen Ungehorsam gestraft

Tekstuitleg van 1 K 13,10 .

11. - 12. be(j)th ´el (Betel) . Tenakh (39) . Gn (8) : (1) Gn 12,8 . (2) Gn 13,3 . (3) Gn 28,19 . (4) Gn 31,13 . (5) Gn 31,13 . (6) Gn 35,6 . (7) Gn 35,7 . (8) Gn 35,15 . 1 K (2) : (1) 1 K 13,1 . (2) 1 K 13,10 . Ook nog Tenakh (7) : (1) Gn 35,1 . (2) Re 20,18 . (3) Re 20,26 . (4) Re 20,31 . (5) Ezr 2,28. (6) Neh 7,32 . (7) Am 4,4 .

1 K 13,11 - 1 K 13,11 : Protest van een profeet - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- 1 K (1 Koningen) -- 1 K 13 -- 1 K 12,33-13,34 -- 1 K 13,1 - 1 K 13,2 - 1 K 13,3 - 1 K 13,4 - 1 K 13,5 - 1 K 13,6 - 1 K 13,7 - 1 K 13,8 - 1 K 13,9 - 1 K 13,10 - 1 K 13,11 - 1 K 13,12 - 1 K 13,13 - 1 K 13,14 - 1 K 13,15 - 1 K 13,16 - 1 K 13,17 - 1 K 13,18 - 1 K 13,19 - 1 K 13,20 - 1 K 13,21 - 1 K 13,22 - 1 K 13,23 - 1 K 13,24 - 1 K 13,25 - 1 K 13,26 - 1 K 13,27 - 1 K 13,28 - 1 K 13,29 - 1 K 13,30 - 1 K 13,31 - 1 K 13,32 - 1 K 13,33 - 1 K 13,34 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
11kai profètès eis presbutès katôkei en baithèl kai erchontai oi uioi autou kai diègèsanto autô apanta ta erga a epoièsen o anthrôpos tou theou en tè èmera ekeinè en baithèl kai tous logous ous elalèsen tô basilei kai epestrepsan to prosôpon tou patros autôn  11 prophetes autem quidam senex habitabat in Bethel ad quem venit filius suus et narravit ei omnia opera quae fecerat vir Dei illa die in Bethel et verba quae locutus fuerat ad regem et narraverunt patri suo     11 Een oud profeet nu woonde te Beth-el; en zijn zoon kwam, en vertelde hem al het werk, dat de man Gods te dien dage in Beth-el gedaan had, met de woorden, die hij tot den koning gesproken had; deze vertelden zij ook hun vader.   [11] Nu woonde er in Betel een bejaarde profeet. Zijn zonen kwamen hem vertellen wat de man van God die dag in Betel allemaal gedaan had en wat hij tegen de koning had gezegd.  [11] Nu woonde er in Betel een oude profeet. Een van zijn zonen kwam naar hem toe en vertelde hem wat de godsman die dag in Betel had gedaan en wat hij tegen de koning had gezegd. Toen zijn zonen hem alles hadden verteld,  11 ¶ Eén profeet,– overkomene, ouder al, heeft zijn zetel in Bet El; een zoon van hem komt thuis en vertelt hem van al het doen dat de man Gods vandaag heeft gedaan in Bet El: de woorden die hij tot de koning heeft gesproken, ze vertellen die aan hun vader.   11. Or habitait à Béthel un vieux prophète, et ses fils vinrent lui raconter tout ce qu'avait fait, ce jour-là, l'homme de Dieu à Béthel ; les paroles qu'il avait dites au roi, ils les racontèrent aussi à leur père.  

King James Bible . [11] Now there dwelt an old prophet in Bethel; and his sons came and told him all the works that the man of God had done that day in Bethel: the words which he had spoken unto the king, them they told also to their father.
Luther-Bibel . 11 Es wohnte aber ein alter Prophet in Bethel; zu dem kamen seine Söhne und erzählten ihm alles, was der Mann Gottes getan hatte an diesem Tag in Bethel, und die Worte, die er zum König geredet hatte.

Tekstuitleg van 1 K 13,11 .

1 K 13,12 - 1 K 13,12 : Protest van een profeet - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- 1 K (1 Koningen) -- 1 K 13 -- 1 K 12,33-13,34 -- 1 K 13,1 - 1 K 13,2 - 1 K 13,3 - 1 K 13,4 - 1 K 13,5 - 1 K 13,6 - 1 K 13,7 - 1 K 13,8 - 1 K 13,9 - 1 K 13,10 - 1 K 13,11 - 1 K 13,12 - 1 K 13,13 - 1 K 13,14 - 1 K 13,15 - 1 K 13,16 - 1 K 13,17 - 1 K 13,18 - 1 K 13,19 - 1 K 13,20 - 1 K 13,21 - 1 K 13,22 - 1 K 13,23 - 1 K 13,24 - 1 K 13,25 - 1 K 13,26 - 1 K 13,27 - 1 K 13,28 - 1 K 13,29 - 1 K 13,30 - 1 K 13,31 - 1 K 13,32 - 1 K 13,33 - 1 K 13,34 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12kai elalèsen pros autous o patèr autôn legôn poia odô peporeutai kai deiknuousin autô oi uioi autou tèn odon en è anèlthen o anthrôpos tou theou o elthôn ex iouda  12 et dixit eis pater eorum per quam viam abiit ostenderunt ei filii sui viam per quam abierat vir Dei qui venerat de Iuda     12 En hun vader sprak tot hen: Wat weg is hij getogen? En zijn zonen hadden den weg gezien, welken de man Gods was getogen, die uit Juda gekomen was.   [12] Toen zij uitverteld waren vroeg hun vader: ‘In welke richting is hij vertrokken?’ En zijn zonen wezen hem, in welke richting de man van God uit Juda vertrokken was.   [12] vroeg hun vader hun welke weg hij genomen had. Nadat ze waren nagegaan langs welke weg de godsman naar Juda was teruggegaan,   12 Hun vader spreekt tot hen: langs welke weg is hij gegáán? Zijn zonen laten hem de weg zien waarlangs de man Gods is gegaan die gekomen is uit Juda.   12. Celui-ci leur demanda : « Quel chemin a-t-il pris ? » et ses fils lui montrèrent le chemin qu'avait pris l'homme de Dieu qui était venu de Juda.  

King James Bible . [12] And their father said unto them, What way went he? For his sons had seen what way the man of God went, which came from Judah.
Luther-Bibel . 12 Und ihr Vater sprach zu ihnen: Wo ist der Weg, den er gezogen ist? Und seine Söhne zeigten ihm den Weg, den der Mann Gottes gezogen war, der von Juda gekommen war.

Tekstuitleg van 1 K 13,12 .

1 K 13,13 - 1 K 13,13 : Protest van een profeet - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- 1 K (1 Koningen) -- 1 K 13 -- 1 K 12,33-13,34 -- 1 K 13,1 - 1 K 13,2 - 1 K 13,3 - 1 K 13,4 - 1 K 13,5 - 1 K 13,6 - 1 K 13,7 - 1 K 13,8 - 1 K 13,9 - 1 K 13,10 - 1 K 13,11 - 1 K 13,12 - 1 K 13,13 - 1 K 13,14 - 1 K 13,15 - 1 K 13,16 - 1 K 13,17 - 1 K 13,18 - 1 K 13,19 - 1 K 13,20 - 1 K 13,21 - 1 K 13,22 - 1 K 13,23 - 1 K 13,24 - 1 K 13,25 - 1 K 13,26 - 1 K 13,27 - 1 K 13,28 - 1 K 13,29 - 1 K 13,30 - 1 K 13,31 - 1 K 13,32 - 1 K 13,33 - 1 K 13,34 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
13kai eipen tois uiois autou episaxate moi ton onon kai epesaxan autô ton onon kai epebè ep¢ auton  13 et ait filiis suis sternite mihi asinum qui cum stravissent ascendit    13 Toen zeide hij tot zijn zonen: Zadelt mij den ezel. En zij zadelden hem den ezel, en hij reed daarop.  [13] En hij zei tegen zijn zonen: ‘Zadel mijn ezel.’ Toen zij de ezel gezadeld hadden, ging hij erop zitten;   [13] droeg hun vader hun op de ezel voor hem te zadelen. Dat deden ze, en toen reed de oude profeet op zijn ezel   13 Dan zegt hij tot zijn zonen: zadelt mij de ezel! Zij zadelen voor hem de ezel dat hij daarop kan rijden.   13. Il dit à ses fils : « Sellez-moi l'âne » ; ils lui sellèrent l'âne et il l'enfourcha.  

King James Bible . [13] And he said unto his sons, Saddle me the ass. So they saddled him the ass: and he rode thereon,
Luther-Bibel . 13 Er aber sprach zu seinen Söhnen: Sattelt mir den Esel! Und als sie ihm den Esel gesattelt hatten, ritt er auf ihm

Tekstuitleg van 1 K 13,13 .

1 K 13,14 - 1 K 13,14 : Protest van een profeet - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- 1 K (1 Koningen) -- 1 K 13 -- 1 K 12,33-13,34 -- 1 K 13,1 - 1 K 13,2 - 1 K 13,3 - 1 K 13,4 - 1 K 13,5 - 1 K 13,6 - 1 K 13,7 - 1 K 13,8 - 1 K 13,9 - 1 K 13,10 - 1 K 13,11 - 1 K 13,12 - 1 K 13,13 - 1 K 13,14 - 1 K 13,15 - 1 K 13,16 - 1 K 13,17 - 1 K 13,18 - 1 K 13,19 - 1 K 13,20 - 1 K 13,21 - 1 K 13,22 - 1 K 13,23 - 1 K 13,24 - 1 K 13,25 - 1 K 13,26 - 1 K 13,27 - 1 K 13,28 - 1 K 13,29 - 1 K 13,30 - 1 K 13,31 - 1 K 13,32 - 1 K 13,33 - 1 K 13,34 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
14kai eporeuthè katopisthen tou anthrôpou tou theou kai euren auton kathèmenon upo drun kai eipen autô ei su ei o anthrôpos tou theou o elèluthôs ex iouda kai eipen autô egô  14 et abiit post virum Dei et invenit eum sedentem subtus terebinthum et ait illi tune es vir Dei qui venisti de Iuda respondit ille ego sum    14 En hij toog den man Gods na, en vond hem zittende onder een eik; en hij zeide tot hem: Zijt gij de man Gods, die uit Juda gekomen zijt? En hij zeide: Ik ben het.   [14] hij ging de man van God achterna en trof hem zittend aan onder een terebint. Hij vroeg hem: ‘Bent u de man van God uit Juda?’ En hij antwoordde: ‘Ja.’   [14] de godsman achterna. Hij trof hem aan, zittend onder een terebint. ‘Bent u de godsman die uit Juda is gekomen?’ vroeg hij. ‘Ja,’ zei de godsman.   14 Hij gaat de man Gods achterna en vindt hem zittend onder de godseik; hij zegt tot hem: ben jij de man Gods die uit Juda is gekomen?, en hij zegt: dat ben ik!   14. Il poursuivit l'homme de Dieu et le trouva assis sous le térébinthe ; il lui demanda : « Es-tu l'homme de Dieu venu de Juda ? » et il répondit : « Oui. »  

King James Bible . [14] And went after the man of God, and found him sitting under an oak: and he said unto him, Art thou the man of God that camest from Judah? And he said, I am.
Luther-Bibel . 14 und zog dem Mann Gottes nach und fand ihn unter einer Eiche sitzen und sprach zu ihm: Bist du der Mann Gottes, der von Juda gekommen ist? Er sprach: Ja.

Tekstuitleg van 1 K 13,14 .

1 K 13,15 - 1 K 13,15 : Protest van een profeet - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- 1 K (1 Koningen) -- 1 K 13 -- 1 K 12,33-13,34 -- 1 K 13,1 - 1 K 13,2 - 1 K 13,3 - 1 K 13,4 - 1 K 13,5 - 1 K 13,6 - 1 K 13,7 - 1 K 13,8 - 1 K 13,9 - 1 K 13,10 - 1 K 13,11 - 1 K 13,12 - 1 K 13,13 - 1 K 13,14 - 1 K 13,15 - 1 K 13,16 - 1 K 13,17 - 1 K 13,18 - 1 K 13,19 - 1 K 13,20 - 1 K 13,21 - 1 K 13,22 - 1 K 13,23 - 1 K 13,24 - 1 K 13,25 - 1 K 13,26 - 1 K 13,27 - 1 K 13,28 - 1 K 13,29 - 1 K 13,30 - 1 K 13,31 - 1 K 13,32 - 1 K 13,33 - 1 K 13,34 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
15kai eipen autô deuro met¢ emou kai fage arton 15 dixit ad eum veni mecum domum ut comedas panem    15 Toen zeide hij tot hem: Kom met mij naar huis, en eet brood.   [15] Daarop zei hij tegen hem: ‘Ga met mij mee naar huis; dan kunt u iets eten.’   [15] Toen zei de profeet: ‘Ga met me mee naar huis om wat te eten.’   15 Hij zegt tot hem: ga met mij mee naar het huis,– en eet mijn brood!   15. Le prophète lui dit : « Viens avec moi à la maison pour manger quelque chose. »  

King James Bible . [15] Then he said unto him, Come home with me, and eat bread.
Luther-Bibel . 15 Er sprach zu ihm: Komm mit mir heim und iss Brot mit mir!

Tekstuitleg van 1 K 13,15 .

1 K 13,16 - 1 K 13,16 : Protest van een profeet - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- 1 K (1 Koningen) -- 1 K 13 -- 1 K 12,33-13,34 -- 1 K 13,1 - 1 K 13,2 - 1 K 13,3 - 1 K 13,4 - 1 K 13,5 - 1 K 13,6 - 1 K 13,7 - 1 K 13,8 - 1 K 13,9 - 1 K 13,10 - 1 K 13,11 - 1 K 13,12 - 1 K 13,13 - 1 K 13,14 - 1 K 13,15 - 1 K 13,16 - 1 K 13,17 - 1 K 13,18 - 1 K 13,19 - 1 K 13,20 - 1 K 13,21 - 1 K 13,22 - 1 K 13,23 - 1 K 13,24 - 1 K 13,25 - 1 K 13,26 - 1 K 13,27 - 1 K 13,28 - 1 K 13,29 - 1 K 13,30 - 1 K 13,31 - 1 K 13,32 - 1 K 13,33 - 1 K 13,34 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
16kai eipen ou mè dunômai tou epistrepsai meta sou oude mè fagomai arton oude piomai udôr en tô topô toutô  16 qui ait non possum reverti neque venire tecum nec comedam panem nec bibam aquam in loco isto     16 Doch hij zeide: Ik kan niet met u wederkeren, noch met u inkomen; ik zal ook geen brood eten, noch met u water drinken, in deze plaats.   [16] Maar hij antwoordde: ‘Ik kan niet met u teruggaan naar uw woonplaats: ik kan daar met u geen brood eten of water drinken,   [16] ‘Ik kan niet op uw uitnodiging ingaan,’ antwoordde de godsman. ‘Ik mag in uw woonplaats niets eten en niets drinken,   16 Maar hij zegt: ik zal niet met je kunnen terugkeren en met je meekomen; ik mag geen brood eten en geen water met je drinken in dit oord,   16. Mais il répondit : « Je ne dois pas revenir avec toi, ni rien manger ou rien boire ici,  

King James Bible . [16] And he said, I may not return with thee, nor go in with thee: neither will I eat bread nor drink water with thee in this place:
Luther-Bibel . 16 Er aber sprach: Ich kann nicht mit dir umkehren und mit dir kommen; ich will auch nicht Brot essen noch Wasser trinken mit dir an diesem Ort.

Tekstuitleg van 1 K 13,16 .

1 K 13,17 - 1 K 13,17 : Protest van een profeet - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- 1 K (1 Koningen) -- 1 K 13 -- 1 K 12,33-13,34 -- 1 K 13,1 - 1 K 13,2 - 1 K 13,3 - 1 K 13,4 - 1 K 13,5 - 1 K 13,6 - 1 K 13,7 - 1 K 13,8 - 1 K 13,9 - 1 K 13,10 - 1 K 13,11 - 1 K 13,12 - 1 K 13,13 - 1 K 13,14 - 1 K 13,15 - 1 K 13,16 - 1 K 13,17 - 1 K 13,18 - 1 K 13,19 - 1 K 13,20 - 1 K 13,21 - 1 K 13,22 - 1 K 13,23 - 1 K 13,24 - 1 K 13,25 - 1 K 13,26 - 1 K 13,27 - 1 K 13,28 - 1 K 13,29 - 1 K 13,30 - 1 K 13,31 - 1 K 13,32 - 1 K 13,33 - 1 K 13,34 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
17oti outôs entetaltai moi en logô kurios legôn mè fagès arton ekei kai mè piès udôr ekei kai mè epistrepsès en tè odô è eporeuthès en autè  17 quia locutus est Dominus ad me in sermone Domini dicens non comedes panem et non bibes ibi aquam nec reverteris per viam qua ieris     17 Want een woord is tot mij geschied door het woord des HEEREN: Gij zult aldaar noch brood eten, noch water drinken; gij zult niet wederkeren, gaande door den weg, door denwelken gij gegaan zijt.   [17] want de heer heeft mij bevolen: “U mag daar geen brood eten of water drinken en u mag ook niet teruggaan langs dezelfde weg als u gekomen bent.” ’  [17] want er is mij door de HEER een verbod opgelegd met de woorden: “Je mag daar niets eten en niets drinken en niet langs dezelfde weg teruggaan als je gekomen bent.”’   17 want er is tot mij gesproken in een woord van de ENE: je zult geen brood eten en je zult daar geen water drinken!– je zult bij je terugkeer niet gaan langs de weg waarlangs je al bent gegaan!   17. car j'ai reçu cet ordre de Yahvé : Tu ne mangeras ni ne boiras rien là-bas, et tu ne retourneras pas par le chemin où tu seras allé. »  

King James Bible . [17] For it was said to me by the word of the LORD, Thou shalt eat no bread nor drink water there, nor turn again to go by the way that thou camest.
Luther-Bibel . 17 Denn es ist zu mir geredet worden durch das Wort des HERRN: Du sollst dort weder Brot essen noch Wasser trinken; du sollst nicht den Weg zurückgehen, den du gekommen bist.

Tekstuitleg van 1 K 13,17 .

1 K 13,18 - 1 K 13,18 : Protest van een profeet - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- 1 K (1 Koningen) -- 1 K 13 -- 1 K 12,33-13,34 -- 1 K 13,1 - 1 K 13,2 - 1 K 13,3 - 1 K 13,4 - 1 K 13,5 - 1 K 13,6 - 1 K 13,7 - 1 K 13,8 - 1 K 13,9 - 1 K 13,10 - 1 K 13,11 - 1 K 13,12 - 1 K 13,13 - 1 K 13,14 - 1 K 13,15 - 1 K 13,16 - 1 K 13,17 - 1 K 13,18 - 1 K 13,19 - 1 K 13,20 - 1 K 13,21 - 1 K 13,22 - 1 K 13,23 - 1 K 13,24 - 1 K 13,25 - 1 K 13,26 - 1 K 13,27 - 1 K 13,28 - 1 K 13,29 - 1 K 13,30 - 1 K 13,31 - 1 K 13,32 - 1 K 13,33 - 1 K 13,34 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
18kai eipen pros auton kagô profètès eimi kathôs su kai aggelos lelalèken pros me en rèmati kuriou legôn epistrepson auton pros seauton eis ton oikon sou kai fagetô arton kai pietô udôr kai epseusato autô  18 qui ait illi et ego propheta sum similis tui et angelus locutus est mihi in sermone Domini dicens reduc eum tecum in domum tuam et comedat panem et bibat aquam fefellit eum    18 En hij zeide tot hem: Ik ben ook een profeet, gelijk gij, en een engel heeft tot mij gesproken door het woord des HEEREN, zeggende: Breng hem weder met u in uw huis, dat hij brood ete en water drinke. Doch hij loog hem.  [18] Maar de ander hield aan: ‘Ook ik ben een profeet, net als u, en een engel heeft tot mij gesproken op bevel van de heer: “Haal hem terug naar uw huis; dan kan hij brood eten en water drinken.” ’ Dit* loog hij hem voor.   [18] ‘Maar ik ben ook een profeet, net als u,’ voerde de ander aan. ‘En tegen mij heeft een engel in opdracht van de HEER gezegd: “Neem hem mee terug naar je huis en laat hem wat eten en drinken.”’ Zo loog hij hem voor,   18 Maar hij zegt tot hem: ook ik ben een profeet, zoals jij; een engel heeft tot mij gesproken in een woord van de ENE en gezegd: haal hem met je mee terug naar je huis opdat hij brood eet en water drinkt! Hij liegt dat tegen hem.   18. Alors l'autre lui dit : « Moi aussi je suis un prophète comme toi, et un ange m'a dit ceci, par ordre de Yahvé : Ramène-le avec toi à la maison pour qu'il mange et qu'il boive » ; il lui mentait. 

King James Bible . [18] He said unto him, I am a prophet also as thou art; and an angel spake unto me by the word of the LORD, saying, Bring him back with thee into thine house, that he may eat bread and drink water. But he lied unto him.
Luther-Bibel . 18 Er sprach zu ihm: Ich bin auch ein Prophet wie du, und ein Engel hat zu mir geredet auf das Wort des HERRN hin: Führe ihn wieder mit dir heim, dass er Brot esse und Wasser trinke. Er belog ihn aber.

Tekstuitleg van 1 K 13,18 .

1 K 13,19 - 1 K 13,19 : Protest van een profeet - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- 1 K (1 Koningen) -- 1 K 13 -- 1 K 12,33-13,34 -- 1 K 13,1 - 1 K 13,2 - 1 K 13,3 - 1 K 13,4 - 1 K 13,5 - 1 K 13,6 - 1 K 13,7 - 1 K 13,8 - 1 K 13,9 - 1 K 13,10 - 1 K 13,11 - 1 K 13,12 - 1 K 13,13 - 1 K 13,14 - 1 K 13,15 - 1 K 13,16 - 1 K 13,17 - 1 K 13,18 - 1 K 13,19 - 1 K 13,20 - 1 K 13,21 - 1 K 13,22 - 1 K 13,23 - 1 K 13,24 - 1 K 13,25 - 1 K 13,26 - 1 K 13,27 - 1 K 13,28 - 1 K 13,29 - 1 K 13,30 - 1 K 13,31 - 1 K 13,32 - 1 K 13,33 - 1 K 13,34 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
19kai epestrepsen auton kai efagen arton kai epien udôr en tô oikô autou  19 et reduxit secum comedit ergo panem in domo eius et bibit aquam     19 En hij keerde met hem wederom, en at brood in zijn huis, en dronk water.  [19] Toen ging de man van God met de profeet terug en hij at brood en dronk water in zijn huis.  [19] en de godsman ging met hem mee terug om bij hem thuis iets te eten en te drinken.  19 Hij keert met hem terug, eet brood in zijn huis en drinkt water.  19. L'homme de Dieu revint donc avec lui, il mangea dans sa maison et il but. 

King James Bible . [19] So he went back with him, and did eat bread in his house, and drank water.
Luther-Bibel . 19 Und er führte ihn wieder zurück, dass er Brot aß und Wasser trank in seinem Hause.

Tekstuitleg van 1 K 13,19 .

1 K 13,20 - 1 K 13,20 : Protest van een profeet - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- 1 K (1 Koningen) -- 1 K 13 -- 1 K 12,33-13,34 -- 1 K 13,1 - 1 K 13,2 - 1 K 13,3 - 1 K 13,4 - 1 K 13,5 - 1 K 13,6 - 1 K 13,7 - 1 K 13,8 - 1 K 13,9 - 1 K 13,10 - 1 K 13,11 - 1 K 13,12 - 1 K 13,13 - 1 K 13,14 - 1 K 13,15 - 1 K 13,16 - 1 K 13,17 - 1 K 13,18 - 1 K 13,19 - 1 K 13,20 - 1 K 13,21 - 1 K 13,22 - 1 K 13,23 - 1 K 13,24 - 1 K 13,25 - 1 K 13,26 - 1 K 13,27 - 1 K 13,28 - 1 K 13,29 - 1 K 13,30 - 1 K 13,31 - 1 K 13,32 - 1 K 13,33 - 1 K 13,34 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
20kai egeneto autôn kathèmenôn epi tès trapezès kai egeneto logos kuriou pros ton profètèn ton epistrepsanta auton  20 cumque sederent ad mensam factus est sermo Domini ad prophetam qui reduxerat eum    20 En het geschiedde, als zij aan de tafel zaten, dat het woord des HEEREN geschiedde tot den profeet, die hem had doen wederkeren;  [20] Terwijl zij aan tafel zaten, werd het woord van de heer gericht tot de profeet die hem naar Betel teruggehaald had.   [20] Terwijl ze aan tafel zaten, richtte de HEER zich tot de profeet die de godsman had meegenomen,   20 En het geschiedt: terwijl zij aan tafel zitten,– • geschiedt het spreken van de ENE aan de profeet die hem heeft laten terugkeren.   20. Or, comme ils étaient assis à table, une parole de Yahvé arriva au prophète qui l'avait ramené 

King James Bible . [20] And it came to pass, as they sat at the table, that the word of the LORD came unto the prophet that brought him back:
Luther-Bibel . 20 Und als sie zu Tisch saßen, kam das Wort des HERRN zum Propheten, der ihn zurückgeführt hatte.

Tekstuitleg van 1 K 13,20 .

1. qal imperf. 3de pers. enk. wajëhî (en hij was) van het werkw. hâjâh (zijn) . De getalwaarde van wajëhî (en hij zal zij / en hij was) is 31 . 31 is de getalwaarde van ´el (God) ; aleph = 1 , lamed = 12 of 30 . Totaal : 13 of 31 (elkaars spiegelbeeld) .Taalgebruik in Tenakh : hâjâh (zijn) . Getalwaarde : he = 5 , jod = 10 ; totaal : 20 (2² X 5) . Structuur : 5 - 1 - 5 . Gr. eimi (zijn) . Taalgebruik in de Septuaginta : eimi (zijn) . Taalgebruik in het NT : eimi (zijn) . Lat. esse . D. sein . Fr. être . Ned. zijn . E. to be . Tenakh (784) . Pentateuch (181) . Eerdere Profeten (339) . Latere Profeten (116) . 12 Kleine Profeten (22) . Geschriften (126) . Joz (59) . Re (47) . 1 S (58) . 2 S (43) . 1 K (78) . 2 K (54) . 1 K (6) : (1) 1 K 13,4 . (2) 1 K 13,20 . (3) 1 K 13,23 . (4) 1 K 13,31 . (5) 1 K 13,33 . (6) 1 K 13,34 .

1 K 13,21 - 1 K 13,21 : Protest van een profeet - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- 1 K (1 Koningen) -- 1 K 13 -- 1 K 12,33-13,34 -- 1 K 13,1 - 1 K 13,2 - 1 K 13,3 - 1 K 13,4 - 1 K 13,5 - 1 K 13,6 - 1 K 13,7 - 1 K 13,8 - 1 K 13,9 - 1 K 13,10 - 1 K 13,11 - 1 K 13,12 - 1 K 13,13 - 1 K 13,14 - 1 K 13,15 - 1 K 13,16 - 1 K 13,17 - 1 K 13,18 - 1 K 13,19 - 1 K 13,20 - 1 K 13,21 - 1 K 13,22 - 1 K 13,23 - 1 K 13,24 - 1 K 13,25 - 1 K 13,26 - 1 K 13,27 - 1 K 13,28 - 1 K 13,29 - 1 K 13,30 - 1 K 13,31 - 1 K 13,32 - 1 K 13,33 - 1 K 13,34 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
21kai eipen pros ton anthrôpon tou theou ton èkonta ex iouda legôn tade legei kurios anth¢ ôn parepikranas to rèma kuriou kai ouk efulaxas tèn entolèn èn eneteilato soi kurios o theos sou  21 et exclamavit ad virum Dei qui venerat de Iuda dicens haec dicit Dominus quia inoboediens fuisti ori Domini et non custodisti mandatum quod praecepit tibi Dominus Deus tuus    21 En hij riep tot den man Gods, die uit Juda gekomen was, zeggende: Zo zegt de HEERE: Daarom dat gij den mond des HEEREN zijt wederspannig geweest, en niet gehouden hebt het gebod, dat u de HEERE, uw God, geboden had,  [21] Deze riep tot de man van God uit Juda: ‘Zo spreekt de heer: Omdat u zich verzet hebt tegen het bevel van de heer en u niet gehouden hebt aan het verbod dat de heer uw God u gaf,   [21] en deze riep tegen de godsman uit Juda: ‘Dit zegt de HEER: Je hebt je verzet tegen het bevel van de HEER en je niet gehouden aan het verbod dat de HEER, je God, je had opgelegd.   21 Hij roept de man Gods toe die uit Juda is gekomen en zegt: zo heeft gezegd de ENE: daarom dat je de mond van de ENE hebt weerstaan en niet bewaard hebt het gebod dat de ENE, je God, je heeft geboden,   21. et celui-ci interpella l'homme de Dieu venu de Juda : « Ainsi parle Yahvé. Parce que tu as été rebelle à l'ordre de Yahvé et n'as pas observé le commandement que t'avait fait Yahvé ton Dieu,  

King James Bible . [21] And he cried unto the man of God that came from Judah, saying, Thus saith the LORD, Forasmuch as thou hast disobeyed the mouth of the LORD, and hast not kept the commandment which the LORD thy God commanded thee,
Luther-Bibel . 21 Und er rief dem Mann Gottes zu, der von Juda gekommen war: So spricht der HERR: Weil du dem Mund des HERRN ungehorsam gewesen bist und nicht gehalten hast das Gebot, das dir der HERR, dein Gott, geboten hat,

Tekstuitleg van 1 K 13,21 .

1 K 13,22 - 1 K 13,22 : Protest van een profeet - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- 1 K (1 Koningen) -- 1 K 13 -- 1 K 12,33-13,34 -- 1 K 13,1 - 1 K 13,2 - 1 K 13,3 - 1 K 13,4 - 1 K 13,5 - 1 K 13,6 - 1 K 13,7 - 1 K 13,8 - 1 K 13,9 - 1 K 13,10 - 1 K 13,11 - 1 K 13,12 - 1 K 13,13 - 1 K 13,14 - 1 K 13,15 - 1 K 13,16 - 1 K 13,17 - 1 K 13,18 - 1 K 13,19 - 1 K 13,20 - 1 K 13,21 - 1 K 13,22 - 1 K 13,23 - 1 K 13,24 - 1 K 13,25 - 1 K 13,26 - 1 K 13,27 - 1 K 13,28 - 1 K 13,29 - 1 K 13,30 - 1 K 13,31 - 1 K 13,32 - 1 K 13,33 - 1 K 13,34 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
22kai epestrepsas kai efages arton kai epies udôr en tô topô toutô ô elalèsen pros se legôn mè fagès arton kai mè piès udôr ou mè eiselthè to sôma sou eis ton tafon tôn paterôn sou 22 et reversus es et comedisti panem et bibisti aquam in loco in quo praecepit tibi ne comederes panem neque biberes aquam non inferetur cadaver tuum in sepulchrum patrum tuorum     22 Maar zijt wedergekeerd, en hebt brood gegeten en water gedronken ter plaatse, waarvan Hij tot u gesproken had: Gij zult geen brood eten noch water drinken; zo zal uw dood lichaam in uw vaderen graf niet komen.  [22] maar naar Betel teruggekeerd bent om brood te eten en water te drinken, terwijl Hij u dit verboden had, daarom zal uw lijk niet* bijgezet worden in het graf van uw vaderen.’   [22] Je bent teruggegaan en je hebt gegeten en gedronken op een plaats waarvan hij had gezegd dat je er niets mocht eten of drinken. Daarom zal je lichaam na je dood niet worden bijgezet in het graf van je voorouders.’  22 maar bent teruggekeerd en brood eet en water drinkt in het oord waarover ik tot jou gesproken heb: ‘eet er geen brood en drink er geen water’, – daarom zal je lijk niet komen in het graf van je vaderen!   22. que tu es revenu, que tu as mangé et bu au lieu où il t'avait dit de ne pas manger ni boire, ton cadavre n'entrera pas dans le sépulcre de tes pères. » 

King James Bible . [22] But camest back, and hast eaten bread and drunk water in the place, of the which the LORD did say to thee, Eat no bread, and drink no water; thy carcase shall not come unto the sepulchre of thy fathers.
Luther-Bibel . 22 und umgekehrt bist, Brot gegessen hast und Wasser getrunken an dem Ort, von dem er dir sagte: Du sollst weder Brot essen noch Wasser trinken –, so soll dein Leichnam nicht in deiner Väter Grab kommen.

Tekstuitleg van 1 K 13,22 .

1 K 13,23 - 1 K 13,23 : Protest van een profeet - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- 1 K (1 Koningen) -- 1 K 13 -- 1 K 12,33-13,34 -- 1 K 13,1 - 1 K 13,2 - 1 K 13,3 - 1 K 13,4 - 1 K 13,5 - 1 K 13,6 - 1 K 13,7 - 1 K 13,8 - 1 K 13,9 - 1 K 13,10 - 1 K 13,11 - 1 K 13,12 - 1 K 13,13 - 1 K 13,14 - 1 K 13,15 - 1 K 13,16 - 1 K 13,17 - 1 K 13,18 - 1 K 13,19 - 1 K 13,20 - 1 K 13,21 - 1 K 13,22 - 1 K 13,23 - 1 K 13,24 - 1 K 13,25 - 1 K 13,26 - 1 K 13,27 - 1 K 13,28 - 1 K 13,29 - 1 K 13,30 - 1 K 13,31 - 1 K 13,32 - 1 K 13,33 - 1 K 13,34 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
23kai egeneto meta to fagein arton kai piein udôr kai epesaxen autô ton onon kai epestrepsen  23 cumque comedisset et bibisset stravit asinum prophetae quem reduxerat     23 En het geschiedde, nadat hij brood gegeten, en nadat hij gedronken had, dat hij hem den ezel zadelde, te weten voor den profeet, dien hij had doen wederkeren.   [23] Nadat de man van God gegeten en gedronken had, liet de profeet die hem teruggehaald had zijn ezel zadelen.  [23] Toen de godsman had gegeten en gedronken, liet de profeet die hem had meegenomen een ezel voor hem zadelen.   23 ¶ En het geschiedt nadat ze brood hebben gegeten en nadat hij heeft gedronken,– zadelt hij de ezel voor hem, voor de profeet die hij heeft doen terugkeren.   23. Après qu'il eut mangé et bu, le prophète lui sella l'âne, il s'en retourna et partit.  

King James Bible . [23] And it came to pass, after he had eaten bread, and after he had drunk, that he saddled for him the ass, to wit, for the prophet whom he had brought back.
Luther-Bibel . 23 Und nachdem er gegessen und getrunken hatte, sattelte man für ihn den Esel des Propheten, der ihn zurückgeführt hatte.

Tekstuitleg van 1 K 13,23 .

1. qal imperf. 3de pers. enk. wajëhî (en hij was) van het werkw. hâjâh (zijn) . De getalwaarde van wajëhî (en hij zal zij / en hij was) is 31 . 31 is de getalwaarde van ´el (God) ; aleph = 1 , lamed = 12 of 30 . Totaal : 13 of 31 (elkaars spiegelbeeld) .Taalgebruik in Tenakh : hâjâh (zijn) . Getalwaarde : he = 5 , jod = 10 ; totaal : 20 (2² X 5) . Structuur : 5 - 1 - 5 . Gr. eimi (zijn) . Taalgebruik in de Septuaginta : eimi (zijn) . Taalgebruik in het NT : eimi (zijn) . Lat. esse . D. sein . Fr. être . Ned. zijn . E. to be . Tenakh (784) . Pentateuch (181) . Eerdere Profeten (339) . Latere Profeten (116) . 12 Kleine Profeten (22) . Geschriften (126) . Joz (59) . Re (47) . 1 S (58) . 2 S (43) . 1 K (78) . 2 K (54) . 1 K (6) : (1) 1 K 13,4 . (2) 1 K 13,20 . (3) 1 K 13,23 . (4) 1 K 13,31 . (5) 1 K 13,33 . (6) 1 K 13,34 .

1 K 13,24 - 1 K 13,24 : Protest van een profeet - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- 1 K (1 Koningen) -- 1 K 13 -- 1 K 12,33-13,34 -- 1 K 13,1 - 1 K 13,2 - 1 K 13,3 - 1 K 13,4 - 1 K 13,5 - 1 K 13,6 - 1 K 13,7 - 1 K 13,8 - 1 K 13,9 - 1 K 13,10 - 1 K 13,11 - 1 K 13,12 - 1 K 13,13 - 1 K 13,14 - 1 K 13,15 - 1 K 13,16 - 1 K 13,17 - 1 K 13,18 - 1 K 13,19 - 1 K 13,20 - 1 K 13,21 - 1 K 13,22 - 1 K 13,23 - 1 K 13,24 - 1 K 13,25 - 1 K 13,26 - 1 K 13,27 - 1 K 13,28 - 1 K 13,29 - 1 K 13,30 - 1 K 13,31 - 1 K 13,32 - 1 K 13,33 - 1 K 13,34 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
24kai apèlthen kai euren auton leôn en tè odô kai ethanatôsen auton kai èn to sôma autou errimmenon en tè odô kai o onos eistèkei par¢ auto kai o leôn eistèkei para to sôma  24 qui cum abisset invenit eum leo in via et occidit et erat cadaver eius proiectum in itinere asinus autem stabat iuxta illum et leo stabat iuxta cadaver     24 Zo toog hij heen, en een leeuw vond hem op den weg, en doodde hem; en zijn dood lichaam lag geworpen op den weg, en de ezel stond daarbij; ook stond de leeuw bij het dode lichaam.   [24] De man van God vertrok, maar onderweg werd hij aangevallen door een leeuw. Deze doodde hem en zijn lijk kwam op de weg te liggen. De ezel en de leeuw bleven naast het lijk staan.   [24] De godsman ging op weg, maar onderweg werd hij door een leeuw aangevallen en gedood. Zijn dode lichaam bleef op de weg liggen, en de ezel en de leeuw bleven ernaast staan.   24 Hij gaat heen, maar onderweg weet een leeuw hem te vinden en doodt hem; zo wordt het: zijn lijk ligt neergeworpen op de weg, de ezel staat aan een zijde daarvan en de leeuw staat aan de andere zijde van het lijk.   24. Un lion le trouva sur le chemin et le tua ; son cadavre resta étendu sur le chemin, l'âne se tenait près de lui, le lion aussi se tenait près du cadavre.  

King James Bible . [24] And when he was gone, a lion met him by the way, and slew him: and his carcase was cast in the way, and the ass stood by it, the lion also stood by the carcase.
Luther-Bibel . 24 Und als er seines Weges zog, fand ihn ein Löwe auf dem Wege und tötete ihn. Und sein Leichnam blieb auf dem Wege liegen und der Esel stand neben ihm, und der Löwe stand neben dem Leichnam.

Tekstuitleg van 1 K 13,24 .

1 K 13,25 - 1 K 13,25 : Protest van een profeet - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- 1 K (1 Koningen) -- 1 K 13 -- 1 K 12,33-13,34 -- 1 K 13,1 - 1 K 13,2 - 1 K 13,3 - 1 K 13,4 - 1 K 13,5 - 1 K 13,6 - 1 K 13,7 - 1 K 13,8 - 1 K 13,9 - 1 K 13,10 - 1 K 13,11 - 1 K 13,12 - 1 K 13,13 - 1 K 13,14 - 1 K 13,15 - 1 K 13,16 - 1 K 13,17 - 1 K 13,18 - 1 K 13,19 - 1 K 13,20 - 1 K 13,21 - 1 K 13,22 - 1 K 13,23 - 1 K 13,24 - 1 K 13,25 - 1 K 13,26 - 1 K 13,27 - 1 K 13,28 - 1 K 13,29 - 1 K 13,30 - 1 K 13,31 - 1 K 13,32 - 1 K 13,33 - 1 K 13,34 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
25kai idou andres paraporeuomenoi kai eidon to thnèsimaion errimmenon en tè odô kai o leôn eistèkei echomena tou thnèsimaiou kai eisèlthon kai elalèsan en tè polei ou o profètès o presbutès katôkei en autè 25 et ecce viri transeuntes viderunt cadaver proiectum in via et leonem stantem iuxta cadaver et venerunt et divulgaverunt in civitate in qua prophetes senex ille habitabat    25 En ziet, er gingen lieden voorbij, en zagen het dode lichaam geworpen op den weg, en den leeuw, staande bij het dode lichaam; en zij kwamen en zeiden het in de stad, waarin de oude profeet woonde.  [25] Mensen die voorbijkwamen, zagen het lijk op de weg liggen en de leeuw ernaast staan, en bij hun aankomst in de stad waar de bejaarde profeet woonde, vertelden zij wat ze gezien hadden.   [25] Voorbijgangers zagen het lijk liggen, met de leeuw ernaast. Toen ze in de stad kwamen waar de oude profeet woonde, vertelden ze wat ze hadden gezien.   25 Zie, mannen die voorbijkomen zien het lijk neergeworpen liggen op de weg en hoe de leeuw staat terzijde van het lijk; ze komen aan en spreken ervan in de stad waarin de oude profeet zijn zetel heeft.  25. Des gens passèrent, qui virent le cadavre étendu sur le chemin et le lion se tenant près du cadavre, et ils vinrent le dire à la ville où habitait le vieux prophète.  

King James Bible . [25] And, behold, men passed by, and saw the carcase cast in the way, and the lion standing by the carcase: and they came and told it in the city where the old prophet dwelt.
Luther-Bibel . 25 Und als Leute vorübergingen, sahen sie den Leichnam auf dem Wege liegen und den Löwen bei dem Leichnam stehen und kamen und sagten es in der Stadt, in der der alte Prophet wohnte.

Tekstuitleg van 1 K 13,25 .

1 K 13,26 - 1 K 13,26 : Protest van een profeet - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- 1 K (1 Koningen) -- 1 K 13 -- 1 K 12,33-13,34 -- 1 K 13,1 - 1 K 13,2 - 1 K 13,3 - 1 K 13,4 - 1 K 13,5 - 1 K 13,6 - 1 K 13,7 - 1 K 13,8 - 1 K 13,9 - 1 K 13,10 - 1 K 13,11 - 1 K 13,12 - 1 K 13,13 - 1 K 13,14 - 1 K 13,15 - 1 K 13,16 - 1 K 13,17 - 1 K 13,18 - 1 K 13,19 - 1 K 13,20 - 1 K 13,21 - 1 K 13,22 - 1 K 13,23 - 1 K 13,24 - 1 K 13,25 - 1 K 13,26 - 1 K 13,27 - 1 K 13,28 - 1 K 13,29 - 1 K 13,30 - 1 K 13,31 - 1 K 13,32 - 1 K 13,33 - 1 K 13,34 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
26kai èkousen o epistrepsas auton ek tès odou kai eipen o anthrôpos tou theou outos estin os parepikrane to rèma kuriou  26 quod cum audisset propheta ille qui reduxerat eum de via ait vir Dei est qui inoboediens fuit ori Domini et tradidit eum Dominus leoni et confregit eum et occidit iuxta verbum Domini quod locutus est ei     26 Als de profeet, die hem van den weg had doen wederkeren, dit hoorde, zo zeide hij: Het is de man Gods, die den mond des HEEREN wederspannig is geweest; daarom heeft de HEERE hem den leeuw overgegeven, die hem gebroken, en hem gedood heeft, naar het woord des HEEREN, dat Hij tot hem gesproken had.   [26] Toen de profeet, die de man van God had overgehaald om terug te gaan, dit hoorde, zei hij: ‘Dat is de man van God die zich verzet heeft tegen de wil van de heer. De heer heeft hem door een leeuw laten verscheuren, overeenkomstig het woord dat de heer tot hem gesproken had.’   [26] Ook deze profeet, die de godsman had overgehaald om terug te keren, hoorde ervan en hij zei: ‘Dat moet de godsman zijn die zich verzet heeft tegen het bevel van de HEER. De HEER heeft hem laten verscheuren door een leeuw, zoals hij hem had voorzegd.’  26 Als hij het hoort, de profeet die hem van zijn weg heeft teruggehaald, zegt hij: de man Gods is dat!, die de mond van de ENE heeft weerstaan: de ENE heeft hem aan de leeuw gegeven, die hem gebroken en gedood heeft,– naar het woord van de ENE dat hij tot hem heeft gesproken!  26. Quand le prophète qui lui avait fait rebrousser chemin apprit cela, il dit : « C'est l'homme de Dieu qui a été rebelle à l'ordre de Yahvé ! Et Yahvé l'a livré au lion, qui l'a abattu et tué, selon la parole que Yahvé lui avait dite ! »  

King James Bible . [26] And when the prophet that brought him back from the way heard thereof, he said, It is the man of God, who was disobedient unto the word of the LORD: therefore the LORD hath delivered him unto the lion, which hath torn him, and slain him, according to the word of the LORD, which he spake unto him.
Luther-Bibel . 26 Als das der Prophet hörte, der ihn zurückgeführt hatte, sprach er: Es ist der Mann Gottes, der dem Mund des HERRN ungehorsam gewesen ist. Darum hat ihn der HERR dem Löwen gegeben; der hat ihn zerrissen und getötet nach dem Wort, das ihm der HERR gesagt hat.

Tekstuitleg van 1 K 13,26 .

1 K 13,27 - 1 K 13,27 : Protest van een profeet - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- 1 K (1 Koningen) -- 1 K 13 -- 1 K 12,33-13,34 -- 1 K 13,1 - 1 K 13,2 - 1 K 13,3 - 1 K 13,4 - 1 K 13,5 - 1 K 13,6 - 1 K 13,7 - 1 K 13,8 - 1 K 13,9 - 1 K 13,10 - 1 K 13,11 - 1 K 13,12 - 1 K 13,13 - 1 K 13,14 - 1 K 13,15 - 1 K 13,16 - 1 K 13,17 - 1 K 13,18 - 1 K 13,19 - 1 K 13,20 - 1 K 13,21 - 1 K 13,22 - 1 K 13,23 - 1 K 13,24 - 1 K 13,25 - 1 K 13,26 - 1 K 13,27 - 1 K 13,28 - 1 K 13,29 - 1 K 13,30 - 1 K 13,31 - 1 K 13,32 - 1 K 13,33 - 1 K 13,34 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
  27 dixitque ad filios suos sternite mihi asinum qui cum stravissent    27 Verder sprak hij tot zijn zonen, zeggende: Zadelt mij den ezel. En zij zadelden hem.   [27] Hij zei tegen zijn zonen: ‘Zadel mijn ezel.’ Toen zij dit gedaan hadden   [27] Hierop droeg hij zijn zonen op een ezel voor hem te zadelen, en toen dat gebeurd was   27 Hij spreekt tot zijn zonen en zegt: zadelt mij de ezel!, en zij zadelen die.   27. Il dit à ses fils : « Sellez-moi l'âne », et ils le sellèrent.  

King James Bible . [27] And he spake to his sons, saying, Saddle me the ass. And they saddled him.
Luther-Bibel . 27 Und er sprach zu seinen Söhnen: Sattelt mir den Esel! Und als sie ihn gesattelt hatten,

Tekstuitleg van 1 K 13,27 .

1 K 13,28 - 1 K 13,28 : Protest van een profeet - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- 1 K (1 Koningen) -- 1 K 13 -- 1 K 12,33-13,34 -- 1 K 13,1 - 1 K 13,2 - 1 K 13,3 - 1 K 13,4 - 1 K 13,5 - 1 K 13,6 - 1 K 13,7 - 1 K 13,8 - 1 K 13,9 - 1 K 13,10 - 1 K 13,11 - 1 K 13,12 - 1 K 13,13 - 1 K 13,14 - 1 K 13,15 - 1 K 13,16 - 1 K 13,17 - 1 K 13,18 - 1 K 13,19 - 1 K 13,20 - 1 K 13,21 - 1 K 13,22 - 1 K 13,23 - 1 K 13,24 - 1 K 13,25 - 1 K 13,26 - 1 K 13,27 - 1 K 13,28 - 1 K 13,29 - 1 K 13,30 - 1 K 13,31 - 1 K 13,32 - 1 K 13,33 - 1 K 13,34 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
28kai eporeuthè kai euren to sôma autou errimmenon en tè odô kai o onos kai o leôn eistèkeisan para to sôma kai ouk efagen o leôn to sôma tou anthrôpou tou theou kai ou sunetripsen ton onon  28 et ille abisset invenit cadaver eius proiectum in via et asinum et leonem stantes iuxta cadaver non comedit leo de cadavere nec laesit asinum    28 Toen toog hij heen, en vond zijn dood lichaam geworpen op den weg, en den ezel, en den leeuw, staande bij het dode lichaam; de leeuw had het dode lichaam niet gegeten, en den ezel niet gebroken.   [28] ging hij op weg en vond het lijk op de weg liggen met de ezel en de leeuw die ernaast stonden. De leeuw had het lijk niet verslonden en had evenmin de ezel verscheurd.   [28] reed hij uit. Hij trof het levenloze lichaam van de godsman liggend op de weg, met de ezel en de leeuw ernaast. De leeuw had het lijk niet verslonden en de ezel niet verscheurd.   28 Hij gaat op weg en vindt zijn lijk, neergeworpen op de weg, en de ezel en de leeuw staande terzijde van het lijk; de leeuw heeft het lijk niet opgegeten en de ezel niet gebroken.   28. Il partit et trouva son cadavre étendu sur le chemin, l'âne et le lion se tenant à côté du cadavre ; le lion n'avait pas dévoré le cadavre ni brisé l'échine de l'âne.  

King James Bible . [28] And he went and found his carcase cast in the way, and the ass and the lion standing by the carcase: the lion had not eaten the carcase, nor torn the ass.
Luther-Bibel . 28 zog er hin und fand den Leichnam auf dem Wege liegen und den Esel und den Löwen neben dem Leichnam stehen. Der Löwe hatte nichts gefressen vom Leichnam und den Esel nicht zerrissen.

Tekstuitleg van 1 K 13,28 .

1 K 13,29 - 1 K 13,29 : Protest van een profeet - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- 1 K (1 Koningen) -- 1 K 13 -- 1 K 12,33-13,34 -- 1 K 13,1 - 1 K 13,2 - 1 K 13,3 - 1 K 13,4 - 1 K 13,5 - 1 K 13,6 - 1 K 13,7 - 1 K 13,8 - 1 K 13,9 - 1 K 13,10 - 1 K 13,11 - 1 K 13,12 - 1 K 13,13 - 1 K 13,14 - 1 K 13,15 - 1 K 13,16 - 1 K 13,17 - 1 K 13,18 - 1 K 13,19 - 1 K 13,20 - 1 K 13,21 - 1 K 13,22 - 1 K 13,23 - 1 K 13,24 - 1 K 13,25 - 1 K 13,26 - 1 K 13,27 - 1 K 13,28 - 1 K 13,29 - 1 K 13,30 - 1 K 13,31 - 1 K 13,32 - 1 K 13,33 - 1 K 13,34 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
29kai èren o profètès to sôma tou anthrôpou tou theou kai epethèken auto epi ton onon kai epestrepsen auton eis tèn polin o profètès tou thapsai auton  29 tulit ergo prophetes cadaver viri Dei et posuit illud super asinum et reversus intulit in civitatem prophetae senis ut plangerent eum    29 Toen nam de profeet het dode lichaam van den man Gods op, en leide dat op den ezel, en voerde het wederom; zo kwam de oude profeet in de stad om rouw te bedrijven en hem te begraven.   [29] En de profeet legde het lijk van de man van God op de ezel en bracht het terug naar de stad om het met de gebruikelijke rouw te begraven.   [29] De profeet nam het lichaam van de godsman op, legde het op zijn ezel en nam het mee terug naar de stad om het daar met gepaste rouw te begraven.   29 De profeet tilt het lijk van de man Gods op, legt het op de ezel en brengt het terug; zo komt hij aan in de stad van de oude profeet om te weeklagen en om hem te begraven.  29. Il releva le cadavre de l'homme de Dieu et le mit sur l'âne, et il le ramena à la ville où il habitait pour faire le deuil et l'ensevelir.  

King James Bible . [29] And the prophet took up the carcase of the man of God, and laid it upon the ass, and brought it back: and the old prophet came to the city, to mourn and to bury him.
Luther-Bibel . 29 Da hob der Prophet den Leichnam des Mannes Gottes auf und legte ihn auf den Esel und brachte ihn zurück und kam in seine Stadt, um die Totenklage zu halten und ihn zu begraben.

Tekstuitleg van 1 K 13,29 .

1 K 13,30 - 1 K 13,30 : Protest van een profeet - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- 1 K (1 Koningen) -- 1 K 13 -- 1 K 12,33-13,34 -- 1 K 13,1 - 1 K 13,2 - 1 K 13,3 - 1 K 13,4 - 1 K 13,5 - 1 K 13,6 - 1 K 13,7 - 1 K 13,8 - 1 K 13,9 - 1 K 13,10 - 1 K 13,11 - 1 K 13,12 - 1 K 13,13 - 1 K 13,14 - 1 K 13,15 - 1 K 13,16 - 1 K 13,17 - 1 K 13,18 - 1 K 13,19 - 1 K 13,20 - 1 K 13,21 - 1 K 13,22 - 1 K 13,23 - 1 K 13,24 - 1 K 13,25 - 1 K 13,26 - 1 K 13,27 - 1 K 13,28 - 1 K 13,29 - 1 K 13,30 - 1 K 13,31 - 1 K 13,32 - 1 K 13,33 - 1 K 13,34 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
30en tô tafô eautou kai ekopsanto auton ouai adelfe  30 et posuit cadaver eius in sepulchro suo et planxerunt eum heu frater    30 En hij leide zijn dood lichaam in zijn graf; en zij maakten over hem een weeklage: Ach, mijn broeder!   [30] Hij legde het lijk in het graf dat voor hemzelf bestemd was en men zong voor de man van God de klaagzang ‘Ach mijn broeder’.   [30] Hij zette het lichaam bij in het voor hemzelf bestemde graf, en ze rouwden over hem met de woorden: ‘Ach, mijn broeder!’   30 Hij legt zijn lijk in zijn eigen graf; dan weeklagen ze over hem: ‘Wee, broer van mij!’  30. Il déposa le cadavre dans son propre sépulcre et on fit le deuil sur lui : « Hélas, mon frère ! »  

King James Bible . [30] And he laid his carcase in his own grave; and they mourned over him, saying, Alas, my brother!
Luther-Bibel . 30 Und er legte den Leichnam in sein eigenes Grab und sie hielten ihm die Totenklage: Ach, Bruder!

Tekstuitleg van 1 K 13,30 .

1 K 13,31 - 1 K 13,31 : Protest van een profeet - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- 1 K (1 Koningen) -- 1 K 13 -- 1 K 12,33-13,34 -- 1 K 13,1 - 1 K 13,2 - 1 K 13,3 - 1 K 13,4 - 1 K 13,5 - 1 K 13,6 - 1 K 13,7 - 1 K 13,8 - 1 K 13,9 - 1 K 13,10 - 1 K 13,11 - 1 K 13,12 - 1 K 13,13 - 1 K 13,14 - 1 K 13,15 - 1 K 13,16 - 1 K 13,17 - 1 K 13,18 - 1 K 13,19 - 1 K 13,20 - 1 K 13,21 - 1 K 13,22 - 1 K 13,23 - 1 K 13,24 - 1 K 13,25 - 1 K 13,26 - 1 K 13,27 - 1 K 13,28 - 1 K 13,29 - 1 K 13,30 - 1 K 13,31 - 1 K 13,32 - 1 K 13,33 - 1 K 13,34 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
31kai egeneto meta to kopsasthai auton kai eipen tois uiois autou legôn ean apothanô thapsate me en tô tafô toutô ou o anthrôpos tou theou tethaptai en autô para ta osta autou thete me ina sôthôsi ta osta mou meta tôn ostôn autou  31 cumque planxissent eum dixit ad filios suos cum mortuus fuero sepelite me in sepulchro in quo vir Dei sepultus est iuxta ossa eius ponite ossa mea     31 Het geschiedde nu, nadat hij hem begraven had, dat hij sprak tot zijn zonen, zeggende: Als ik zal gestorven zijn, zo begraaft mij in dat graf, waarin de man Gods begraven is, en legt mijn beenderen bij zijn beenderen.   [31] Toen hij de man van God begraven had, zei hij tegen zijn zonen: ‘Als ik dood ben moeten jullie mij begraven in het graf waar de man van God ligt; jullie moeten mijn gebeente naast zijn gebeente leggen,   [31] Na de begrafenis zei de oude profeet tegen zijn zonen: ‘Wanneer ik doodga, moeten jullie mij begraven in het graf waarin de godsman ligt. Leg mijn gebeente bij het zijne,  31 Het geschiedt nadat hij hem begraven heeft dat hij tot zijn zonen zegt, hij zegt: als ik dood ben moet ge mij begraven in het graf waarin de man Gods begraven is; legt mijn beenderen aan de zijde van zijn beenderen!–  31. Après qu'il l'eut enseveli, il parla ainsi à ses fils : « Après ma mort, vous m'ensevelirez dans le même sépulcre que l'homme de Dieu ; déposez mes os à côté des siens. 

King James Bible . [31] And it came to pass, after he had buried him, that he spake to his sons, saying, When I am dead, then bury me in the sepulchre wherein the man of God is buried; lay my bones beside his bones:
Luther-Bibel . 31 Und als sie ihn begraben hatten, sprach er zu seinen Söhnen: Wenn ich sterbe, so begrabt mich in dem Grabe, in dem der Mann Gottes begraben ist, und legt mein Gebein neben sein Gebein.

Tekstuitleg van 1 K 13,31 .

1. qal imperf. 3de pers. enk. wajëhî (en hij was) van het werkw. hâjâh (zijn) . De getalwaarde van wajëhî (en hij zal zij / en hij was) is 31 . 31 is de getalwaarde van ´el (God) ; aleph = 1 , lamed = 12 of 30 . Totaal : 13 of 31 (elkaars spiegelbeeld) .Taalgebruik in Tenakh : hâjâh (zijn) . Getalwaarde : he = 5 , jod = 10 ; totaal : 20 (2² X 5) . Structuur : 5 - 1 - 5 . Gr. eimi (zijn) . Taalgebruik in de Septuaginta : eimi (zijn) . Taalgebruik in het NT : eimi (zijn) . Lat. esse . D. sein . Fr. être . Ned. zijn . E. to be . Tenakh (784) . Pentateuch (181) . Eerdere Profeten (339) . Latere Profeten (116) . 12 Kleine Profeten (22) . Geschriften (126) . Joz (59) . Re (47) . 1 S (58) . 2 S (43) . 1 K (78) . 2 K (54) . 1 K (6) : (1) 1 K 13,4 . (2) 1 K 13,20 . (3) 1 K 13,23 . (4) 1 K 13,31 . (5) 1 K 13,33 . (6) 1 K 13,34 .

1 K 13,32 - 1 K 13,32 : Protest van een profeet - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- 1 K (1 Koningen) -- 1 K 13 -- 1 K 12,33-13,34 -- 1 K 13,1 - 1 K 13,2 - 1 K 13,3 - 1 K 13,4 - 1 K 13,5 - 1 K 13,6 - 1 K 13,7 - 1 K 13,8 - 1 K 13,9 - 1 K 13,10 - 1 K 13,11 - 1 K 13,12 - 1 K 13,13 - 1 K 13,14 - 1 K 13,15 - 1 K 13,16 - 1 K 13,17 - 1 K 13,18 - 1 K 13,19 - 1 K 13,20 - 1 K 13,21 - 1 K 13,22 - 1 K 13,23 - 1 K 13,24 - 1 K 13,25 - 1 K 13,26 - 1 K 13,27 - 1 K 13,28 - 1 K 13,29 - 1 K 13,30 - 1 K 13,31 - 1 K 13,32 - 1 K 13,33 - 1 K 13,34 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
32oti ginomenon estai to rèma o elalèsen en logô kuriou epi tou thusiastèriou tou en baithèl kai epi tous oikous tous upsèlous tous en samareia 32 profecto enim veniet sermo quem praedixit in sermone Domini contra altare quod est in Bethel et contra omnia fana excelsorum quae sunt in urbibus Samariae    32 Want de zaak zal gewisselijk geschieden, die hij door het woord des HEEREN uitgeroepen heeft tegen het altaar, dat te Beth-el is, en tegen al de huizen der hoogten, die in de steden van Samaria zijn.   [32] want vast en zeker zal vervuld worden wat hij op bevel van de heer geroepen heeft tegen het altaar van Betel en tegen alle offerhoogten van de steden van Samaria.’   [32] want wat hij in opdracht van de HEER over het altaar in Betel voorzegd heeft, zal uitkomen, en ook wat hij heeft voorzegd over alle tempels op de offerplaatsen in de steden van Samaria.’   32 want geschieden zal het, geschieden zal het woord dat hij uitriep in het spreken van de ENE over het altaar in Bet El,– huis Gods, en over alle huizen op de offerhoogten bij de steden van Samaria! •  32. Car elle s'accomplira vraiment, la parole qu'il a prononcée par ordre de Yahvé contre l'autel de Béthel, et contre tous les sanctuaires des hauts lieux qui sont dans les villes de Samarie. »  

King James Bible . [32] For the saying which he cried by the word of the LORD against the altar in Bethel, and against all the houses of the high places which are in the cities of Samaria, shall surely come to pass.
Luther-Bibel . 32 Denn es wird sich erfüllen, was er gerufen hat gegen den Altar in Bethel auf das Wort des HERRN hin und gegen alle Heiligtümer auf den Höhen, die in den Städten Samariens sind.

Tekstuitleg van 1 K 13,32 .

b
1 K 13,33 - 1 K 13,33 : Protest van een profeet - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- 1 K (1 Koningen) -- 1 K 13 -- 1 K 12,33-13,34 -- 1 K 13,1 - 1 K 13,2 - 1 K 13,3 - 1 K 13,4 - 1 K 13,5 - 1 K 13,6 - 1 K 13,7 - 1 K 13,8 - 1 K 13,9 - 1 K 13,10 - 1 K 13,11 - 1 K 13,12 - 1 K 13,13 - 1 K 13,14 - 1 K 13,15 - 1 K 13,16 - 1 K 13,17 - 1 K 13,18 - 1 K 13,19 - 1 K 13,20 - 1 K 13,21 - 1 K 13,22 - 1 K 13,23 - 1 K 13,24 - 1 K 13,25 - 1 K 13,26 - 1 K 13,27 - 1 K 13,28 - 1 K 13,29 - 1 K 13,30 - 1 K 13,31 - 1 K 13,32 - 1 K 13,33 - 1 K 13,34 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
33kai meta to rèma touto ouk epestrepsen ieroboam apo tès kakias autou kai epestrepsen kai epoièsen ek merous tou laou iereis upsèlôn o boulomenos eplèrou tèn cheira autou kai egineto iereus eis ta upsèla 33 post verba haec non est reversus Hieroboam de via sua pessima sed e contrario fecit de novissimis populi sacerdotes excelsorum quicumque volebat implebat manum suam et fiebat sacerdos excelsorum    33 Na deze geschiedenis keerde zich Jerobeam niet van zijn bozen weg; maar maakte wederom priesters der hoogten van de geringsten des volks; wie wilde, diens hand vulde hij, en werd een van de priesters der hoogten.  [33] Ondanks deze gebeurtenis bekeerde Jerobeam zich niet van zijn wangedrag. Integendeel, hij stelde uit het gewone volk priesters voor de offerhoogten aan; iedereen die maar wilde wijdde hij tot priester van een offerhoogte.   [33] Ondanks deze gebeurtenissen beterde Jerobeam zijn leven niet. Hij bleef voor de offerplaatsen priesters aanstellen uit alle groepen van de bevolking; wie maar wilde kon een aanstelling krijgen als priester van de offerplaatsen.  33 Maar na dit besprokene is Jerobeam niet teruggekeerd van zijn kwade weg; keer op keer maakt hij mensen uit de randen van de gemeenschap tot priesters op offerhoogten: wie het verlangt, diens hand vult hij en die wordt priester op offerhoogten.   33. Après cet événement, Jéroboam ne se convertit pas de sa mauvaise conduite, mais il continua d'instituer prêtres des hauts lieux des gens pris du commun : à qui le voulait il donnait l'investiture pour devenir prêtre des hauts lieux. 

King James Bible . [33] After this thing Jeroboam returned not from his evil way, but made again of the lowest of the people priests of the high places: whosoever would, he consecrated him, and he became one of the priests of the high places.
Luther-Bibel . 33 Aber nach diesem Geschehnis kehrte Jerobeam nicht um von seinem bösen Wege, sondern bestellte wieder Priester für die Höhen aus allem Volk. Wer da wollte, dessen Hand füllte er und der wurde Priester für die Höhen.

Tekstuitleg van 1 K 13,33 .

6. jârâbhë`âm (Jerobeam) . Taalgebruik in Tenakh : jârâbhë`âm (Jerobeam) . Getalwaarde : jod = 10 , resj = 20 of 200 , beth = 2 , ajin = 16 of 70 , mem = 13 of 40 ; totaal : 61 (priemgetal) OF 322 (2 X 7 X 23) . Structuur : 1 - 2 - 2 - 7 - 4 . Tenakh (83) . Eerdere Profeten (62) . Latere Profeten (0) . 1 K (41) . 1 K 11 (2) . 2 K (21) . 1 K 13 (3) : (1) 1 K 13,4 . (2) 1 K 13,33 . (3) 1 K 13,34 .

13. mann. mv. stat. construct. kohäne(j) (priesters van) van het zelfst. naamw. kohen (priester) . Taalgebruik in Tenakh : kohen (priester) . Getalwaarde : kaph = 11 of 20, he = 5 , nun = 14 of 50 ; totaal : 30 (2 X 3 X 5) OF 75 (3 X 5²) . Structuur : 2 - 5 - 5 . Tenakh (13) : (1) 1 S 5,5 . (2) 1 S 22,17 . (3) 1 S 22,21 . (4) 1 K 12,32 . (5) 1 K 13,2 . (6) 1 K 13,33 . (7) 2 K 17,32 . (8) 2 K 23,4 . (9) 2 K 23,9 . (10) 2 K 23,20 . (11) Js 61,6 . (12) Kl 1,19 . (13) 2 Kr 13,9 .

13. - 14. kohäne(j) habbâmôth (priesters van de offerhoogten) . Tenakh (4) : (1) 1 K 12,32 . (2) 1 K 13,2 . (3) 2 K 23,9 . (4) 2 K 23,20 .
- kohäne(j) bâmôth (priesters van offerhoogten) . Tenakh (2) : (1) 1 K 13,33 (2X) . (2) 2 K 17,32 .

19. qal imperf. 3de pers. enk. wajëhî (en hij was) van het werkw. hâjâh (zijn) . De getalwaarde van wajëhî (en hij zal zij / en hij was) is 31 . 31 is de getalwaarde van ´el (God) ; aleph = 1 , lamed = 12 of 30 . Totaal : 13 of 31 (elkaars spiegelbeeld) .Taalgebruik in Tenakh : hâjâh (zijn) . Getalwaarde : he = 5 , jod = 10 ; totaal : 20 (2² X 5) . Structuur : 5 - 1 - 5 . Gr. eimi (zijn) . Taalgebruik in de Septuaginta : eimi (zijn) . Taalgebruik in het NT : eimi (zijn) . Lat. esse . D. sein . Fr. être . Ned. zijn . E. to be . Tenakh (784) . Pentateuch (181) . Eerdere Profeten (339) . Latere Profeten (116) . 12 Kleine Profeten (22) . Geschriften (126) . Joz (59) . Re (47) . 1 S (58) . 2 S (43) . 1 K (78) . 2 K (54) . 1 K (6) : (1) 1 K 13,4 . (2) 1 K 13,20 . (3) 1 K 13,23 . (4) 1 K 13,31 . (5) 1 K 13,33 . (6) 1 K 13,34 .

20. mann. mv. stat. construct. kohäne(j) (priesters van) van het zelfst. naamw. kohen (priester) . Taalgebruik in Tenakh : kohen (priester) . Getalwaarde : kaph = 11 of 20, he = 5 , nun = 14 of 50 ; totaal : 30 (2 X 3 X 5) OF 75 (3 X 5²) . Structuur : 2 - 5 - 5 . Tenakh (13) : (1) 1 S 5,5 . (2) 1 S 22,17 . (3) 1 S 22,21 . (4) 1 K 12,32 . (5) 1 K 13,2 . (6) 1 K 13,33 . (7) 2 K 17,32 . (8) 2 K 23,4 . (9) 2 K 23,9 . (10) 2 K 23,20 . (11) Js 61,6 . (12) Kl 1,19 . (13) 2 Kr 13,9 .

20. - 21. kohäne(j) habbâmôth (priesters van de offerhoogten) . Tenakh (4) : (1) 1 K 12,32 . (2) 1 K 13,2 . (3) 2 K 23,9 . (4) 2 K 23,20 .
- kohäne(j) bâmôth (priesters van offerhoogten) . Tenakh (2) : (1) 1 K 13,33 (2X) . (2) 2 K 17,32 .

b
1 K 13,34 - 1 K 13,34 : Protest van een profeet - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- 1 K (1 Koningen) -- 1 K 13 -- 1 K 12,33-13,34 -- 1 K 13,1 - 1 K 13,2 - 1 K 13,3 - 1 K 13,4 - 1 K 13,5 - 1 K 13,6 - 1 K 13,7 - 1 K 13,8 - 1 K 13,9 - 1 K 13,10 - 1 K 13,11 - 1 K 13,12 - 1 K 13,13 - 1 K 13,14 - 1 K 13,15 - 1 K 13,16 - 1 K 13,17 - 1 K 13,18 - 1 K 13,19 - 1 K 13,20 - 1 K 13,21 - 1 K 13,22 - 1 K 13,23 - 1 K 13,24 - 1 K 13,25 - 1 K 13,26 - 1 K 13,27 - 1 K 13,28 - 1 K 13,29 - 1 K 13,30 - 1 K 13,31 - 1 K 13,32 - 1 K 13,33 - 1 K 13,34 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
34kai egeneto to rèma touto eis amartian tô oikô ieroboam kai eis olethron kai eis afanismon apo prosôpou tès gès 34 et propter hanc causam peccavit domus Hieroboam et eversa est et deleta de superficie terrae     34 En hij werd in deze zaak het huis van Jerobeam tot zonde, om hetzelve te doen afsnijden en te verdelgen van den aardbodem.   [34] Hierin bestond de zonde van het huis van Jerobeam en dit was de reden waarom zijn koninkrijk vernietigd zou worden en van de aardbodem zou verdwijnen.  [34] Zo verviel het koningshuis van Jerobeam tot zonde, waardoor het uiteindelijk zou worden uitgeroeid en van de aarde weggevaagd.  34 Zo wordt deze zaak tot zonde voor het huis van Jerobeam,– om het te laten verdwijnen, ja te verdelgen van het aanschijn van de rode grond.   34. Cette conduite fit tomber dans le péché la maison de Jéroboam et motiva sa ruine et son extermination de la face de la terre. 

King James Bible . [34] And this thing became sin unto the house of Jeroboam, even to cut it off, and to destroy it from off the face of the earth.
Luther-Bibel . 34 Und dies geriet zur Sünde dem Hause Jerobeams, sodass es zugrunde gerichtet und von der Erde vertilgt wurde.

Tekstuitleg van 1 K 13,34 . Het vers 1 K 13,34 telt 11 woorden en 49 (7²) letters . De getalwaarde van 1 K 13,34 is 2251 .

1. qal imperf. 3de pers. enk. wajëhî (en hij was) van het werkw. hâjâh (zijn) . De getalwaarde van wajëhî (en hij zal zij / en hij was) is 31 . 31 is de getalwaarde van ´el (God) ; aleph = 1 , lamed = 12 of 30 . Totaal : 13 of 31 (elkaars spiegelbeeld) .Taalgebruik in Tenakh : hâjâh (zijn) . Getalwaarde : he = 5 , jod = 10 ; totaal : 20 (2² X 5) . Structuur : 5 - 1 - 5 . Gr. eimi (zijn) . Taalgebruik in de Septuaginta : eimi (zijn) . Taalgebruik in het NT : eimi (zijn) . Lat. esse . D. sein . Fr. être . Ned. zijn . E. to be . Tenakh (784) . Pentateuch (181) . Eerdere Profeten (339) . Latere Profeten (116) . 12 Kleine Profeten (22) . Geschriften (126) . Joz (59) . Re (47) . 1 S (58) . 2 S (43) . 1 K (78) . 2 K (54) . 1 K (6) : (1) 1 K 13,4 . (2) 1 K 13,20 . (3) 1 K 13,23 . (4) 1 K 13,31 . (5) 1 K 13,33 . (6) 1 K 13,34 .

6. jârâbhë`âm (Jerobeam) . Taalgebruik in Tenakh : jârâbhë`âm (Jerobeam) . Getalwaarde : jod = 10 , resj = 20 of 200 , beth = 2 , ajin = 16 of 70 , mem = 13 of 40 ; totaal : 61 (priemgetal) OF 322 (2 X 7 X 23) . Structuur : 1 - 2 - 2 - 7 - 4 . Tenakh (83) . Eerdere Profeten (62) . Latere Profeten (0) . 1 K (41) . 1 K 11 (2) . 2 K (21) . 1 K 13 (3) : (1) 1 K 13,4 . (2) 1 K 13,33 . (3) 1 K 13,34 .

8. ûlëhasjëmîd (en om te vernietigen) < wë + lë + act. hifil infin. van het werkw. sjâmad (verwoesten, vernietigen, uitroeien) . Taalgebruik in Tenakh : sjâmad (verwoesten, vernietigen, uitroeien) . Getalwaarde : sjin = 21 of 300 , mem = 13 of 40 , daleth = 4 ; totaal : 38 (2 X 19) OF 344 (2³ X 43) . Tenach (4) : (1) Dt 28,63 . (2) Joz 9,24 . (3) 1 K 13,34 . (4) 2 Kr 20,23 .

9. - 11. me`al pëne(j) hâ´ädâmâh (vanop het aanschijn van de aarde) . Tenach (13) : (1) Gn 4,14 . (2) Gn 6,7 . (3) Gn 7,4 . (4) Gn 8,8 . (5) Ex 32,12 . (6) Dt 6,15 . (7) 1 S 20,15 . (8) 1 K 9,7 . (9) 1 K 13,34 . (10) Jr 28,16 . (11) Am 9,8 . (12) Sef 1,2 . (13) Sef 1,3 .


1kai idou anthrôpos tou theou ex iouda paregeneto en logô kuriou eis baithèl kai ieroboam eistèkei epi to thusiastèrion tou epithusai2kai epekalesen pros to thusiastèrion en logô kuriou kai eipen thusiastèrion thusiastèrion tade legei kurios idou uios tiktetai tô oikô dauid iôsias onoma autô kai thusei epi se tous iereis tôn upsèlôn tous epithuontas epi se kai osta anthrôpôn kausei epi se3kai edôken en tè èmera ekeinè teras legôn touto to rèma o elalèsen kurios legôn idou to thusiastèrion règnutai kai ekchuthèsetai è piotès è ep¢ autô4kai egeneto ôs èkousen o basileus ieroboam tôn logôn tou anthrôpou tou theou tou epikalesamenou epi to thusiastèrion to en baithèl kai exeteinen o basileus tèn cheira autou apo tou thusiastèriou legôn sullabete auton kai idou exèranthè è cheir autou èn exeteinen ep¢ auton kai ouk èdunèthè epistrepsai autèn pros eauton5kai to thusiastèrion erragè kai exechuthè è piotès apo tou thusiastèriou kata to teras o edôken o anthrôpos tou theou en logô kuriou6kai eipen o basileus ieroboam tô anthrôpô tou theou deèthèti tou prosôpou kuriou tou theou sou kai epistrepsatô è cheir mou pros me kai edeèthè o anthrôpos tou theou tou prosôpou kuriou kai epestrepsen tèn cheira tou basileôs pros auton kai egeneto kathôs to proteron7kai elalèsen o basileus pros ton anthrôpon tou theou eiselthe met¢ emou eis oikon kai aristèson kai dôsô soi doma8kai eipen o anthrôpos tou theou pros ton basilea ean moi dôs to èmisu tou oikou sou ouk eiseleusomai meta sou oude mè fagô arton oude mè piô udôr en tô topô toutô9oti outôs eneteilato moi en logô kurios legôn mè fagès arton kai mè piès udôr kai mè epistrepsès en tè odô è eporeuthès en autè10kai apèlthen en odô allè kai ouk anestrepsen en tè odô è èlthen en autè eis baithèl11kai profètès eis presbutès katôkei en baithèl kai erchontai oi uioi autou kai diègèsanto autô apanta ta erga a epoièsen o anthrôpos tou theou en tè èmera ekeinè en baithèl kai tous logous ous elalèsen tô basilei kai epestrepsan to prosôpon tou patros autôn12kai elalèsen pros autous o patèr autôn legôn poia odô peporeutai kai deiknuousin autô oi uioi autou tèn odon en è anèlthen o anthrôpos tou theou o elthôn ex iouda13kai eipen tois uiois autou episaxate moi ton onon kai epesaxan autô ton onon kai epebè ep¢ auton14kai eporeuthè katopisthen tou anthrôpou tou theou kai euren auton kathèmenon upo drun kai eipen autô ei su ei o anthrôpos tou theou o elèluthôs ex iouda kai eipen autô egô15kai eipen autô deuro met¢ emou kai fage arton16kai eipen ou mè dunômai tou epistrepsai meta sou oude mè fagomai arton oude piomai udôr en tô topô toutô17oti outôs entetaltai moi en logô kurios legôn mè fagès arton ekei kai mè piès udôr ekei kai mè epistrepsès en tè odô è eporeuthès en autè18kai eipen pros auton kagô profètès eimi kathôs su kai aggelos lelalèken pros me en rèmati kuriou legôn epistrepson auton pros seauton eis ton oikon sou kai fagetô arton kai pietô udôr kai epseusato autô19kai epestrepsen auton kai efagen arton kai epien udôr en tô oikô autou20kai egeneto autôn kathèmenôn epi tès trapezès kai egeneto logos kuriou pros ton profètèn ton epistrepsanta auton21kai eipen pros ton anthrôpon tou theou ton èkonta ex iouda legôn tade legei kurios anth¢ ôn parepikranas to rèma kuriou kai ouk efulaxas tèn entolèn èn eneteilato soi kurios o theos sou22kai epestrepsas kai efages arton kai epies udôr en tô topô toutô ô elalèsen pros se legôn mè fagès arton kai mè piès udôr ou mè eiselthè to sôma sou eis ton tafon tôn paterôn sou23kai egeneto meta to fagein arton kai piein udôr kai epesaxen autô ton onon kai epestrepsen24kai apèlthen kai euren auton leôn en tè odô kai ethanatôsen auton kai èn to sôma autou errimmenon en tè odô kai o onos eistèkei par¢ auto kai o leôn eistèkei para to sôma25kai idou andres paraporeuomenoi kai eidon to thnèsimaion errimmenon en tè odô kai o leôn eistèkei echomena tou thnèsimaiou kai eisèlthon kai elalèsan en tè polei ou o profètès o presbutès katôkei en autè26kai èkousen o epistrepsas auton ek tès odou kai eipen o anthrôpos tou theou outos estin os parepikrane to rèma kuriou28kai eporeuthè kai euren to sôma autou errimmenon en tè odô kai o onos kai o leôn eistèkeisan para to sôma kai ouk efagen o leôn to sôma tou anthrôpou tou theou kai ou sunetripsen ton onon29kai èren o profètès to sôma tou anthrôpou tou theou kai epethèken auto epi ton onon kai epestrepsen auton eis tèn polin o profètès tou thapsai auton30en tô tafô eautou kai ekopsanto auton ouai adelfe31kai egeneto meta to kopsasthai auton kai eipen tois uiois autou legôn ean apothanô thapsate me en tô tafô toutô ou o anthrôpos tou theou tethaptai en autô para ta osta autou thete me ina sôthôsi ta osta mou meta tôn ostôn autou32oti ginomenon estai to rèma o elalèsen en logô kuriou epi tou thusiastèriou tou en baithèl kai epi tous oikous tous upsèlous tous en samareia33kai meta to rèma touto ouk epestrepsen ieroboam apo tès kakias autou kai epestrepsen kai epoièsen ek merous tou laou iereis upsèlôn o boulomenos eplèrou tèn cheira autou kai egineto iereus eis ta upsèla34kai egeneto to rèma touto eis amartian tô oikô ieroboam kai eis olethron kai eis afanismon apo prosôpou tès gès


VULGAAT

1 et ecce vir Dei venit de Iuda in sermone Domini in Bethel Hieroboam stante super altare et tus iaciente 2 et exclamavit contra altare in sermone Domini et ait altare altare haec dicit Dominus ecce filius nascetur domui David Iosias nomine et immolabit super te sacerdotes excelsorum qui nunc in te tura succendunt et ossa hominum incendet super te 3 deditque in die illa signum dicens hoc erit signum quod locutus est Dominus ecce altare scinditur et effunditur cinis qui in eo est 4 cumque audisset rex sermonem hominis Dei quem inclamaverat contra altare in Bethel extendit manum suam de altari dicens adprehendite eum et exaruit manus eius quam extenderat contra eum nec valuit retrahere eam ad se 5 altare quoque scissum est et effusus cinis de altari iuxta signum quod praedixerat vir Dei in sermone Domini 6 et ait rex ad virum Dei deprecare faciem Domini Dei tui et ora pro me ut restituatur manus mea mihi oravit vir Dei faciem Domini et reversa est manus regis ad eum et facta est sicut prius fuerat 7 locutus est autem rex ad virum Dei veni mecum domum ut prandeas et dabo tibi munera 8 responditque vir Dei ad regem si dederis mihi mediam partem domus tuae non veniam tecum nec comedam panem neque bibam aquam in loco isto 9 sic enim mandatum est mihi in sermone Domini praecipientis non comedes panem neque bibes aquam nec reverteris per viam qua venisti 10 abiit ergo per aliam viam et non est reversus per iter quo venerat in Bethel 11 prophetes autem quidam senex habitabat in Bethel ad quem venit filius suus et narravit ei omnia opera quae fecerat vir Dei illa die in Bethel et verba quae locutus fuerat ad regem et narraverunt patri suo 12 et dixit eis pater eorum per quam viam abiit ostenderunt ei filii sui viam per quam abierat vir Dei qui venerat de Iuda 13 et ait filiis suis sternite mihi asinum qui cum stravissent ascendit 14 et abiit post virum Dei et invenit eum sedentem subtus terebinthum et ait illi tune es vir Dei qui venisti de Iuda respondit ille ego sum 15 dixit ad eum veni mecum domum ut comedas panem 16 qui ait non possum reverti neque venire tecum nec comedam panem nec bibam aquam in loco isto 17 quia locutus est Dominus ad me in sermone Domini dicens non comedes panem et non bibes ibi aquam nec reverteris per viam qua ieris 18 qui ait illi et ego propheta sum similis tui et angelus locutus est mihi in sermone Domini dicens reduc eum tecum in domum tuam et comedat panem et bibat aquam fefellit eum 19 et reduxit secum comedit ergo panem in domo eius et bibit aquam 20 cumque sederent ad mensam factus est sermo Domini ad prophetam qui reduxerat eum 21 et exclamavit ad virum Dei qui venerat de Iuda dicens haec dicit Dominus quia inoboediens fuisti ori Domini et non custodisti mandatum quod praecepit tibi Dominus Deus tuus 22 et reversus es et comedisti panem et bibisti aquam in loco in quo praecepit tibi ne comederes panem neque biberes aquam non inferetur cadaver tuum in sepulchrum patrum tuorum 23 cumque comedisset et bibisset stravit asinum prophetae quem reduxerat 24 qui cum abisset invenit eum leo in via et occidit et erat cadaver eius proiectum in itinere asinus autem stabat iuxta illum et leo stabat iuxta cadaver 25 et ecce viri transeuntes viderunt cadaver proiectum in via et leonem stantem iuxta cadaver et venerunt et divulgaverunt in civitate in qua prophetes senex ille habitabat 26 quod cum audisset propheta ille qui reduxerat eum de via ait vir Dei est qui inoboediens fuit ori Domini et tradidit eum Dominus leoni et confregit eum et occidit iuxta verbum Domini quod locutus est ei 27 dixitque ad filios suos sternite mihi asinum qui cum stravissent 28 et ille abisset invenit cadaver eius proiectum in via et asinum et leonem stantes iuxta cadaver non comedit leo de cadavere nec laesit asinum 29 tulit ergo prophetes cadaver viri Dei et posuit illud super asinum et reversus intulit in civitatem prophetae senis ut plangerent eum 30 et posuit cadaver eius in sepulchro suo et planxerunt eum heu frater 31 cumque planxissent eum dixit ad filios suos cum mortuus fuero sepelite me in sepulchro in quo vir Dei sepultus est iuxta ossa eius ponite ossa mea 32 profecto enim veniet sermo quem praedixit in sermone Domini contra altare quod est in Bethel et contra omnia fana excelsorum quae sunt in urbibus Samariae 33 post verba haec non est reversus Hieroboam de via sua pessima sed e contrario fecit de novissimis populi sacerdotes excelsorum quicumque volebat implebat manum suam et fiebat sacerdos excelsorum 34 et propter hanc causam peccavit domus Hieroboam et eversa est et deleta de superficie terrae