BIJBELBOEK EERSTE BOEK SAMUEL NEGENTIENDE HOOFDSTUK -- 1 S 19 -- 1 S 19 -
- 1 S 19,1-7 -- 1 S 19,8-24 -

Jonathan bemiddelt (1 S 19,1-7) . David op de vlucht (1 S 19,8-24) .

- Bibliografie - Literatuur - Liturgisch gebruik - Overzicht bijbelboeken - Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken - Overzicht van deze website -

Overzicht van 1 S : - 1 S 1 - 1 S 2 - 1 S 3 - 1 S 4 - 1 S 5 - 1 S 6 - 1 S 7 - 1 S 8 - 1 S 9 - 1 S 10 - 1 S 11 - 1 S 12 - 1 S 13 - 1 S 14 - 1 S 15 - 1 S 16 - 1 S 17 - 1 S 18 - 1 S 19 - 1 S 20 - 1 S 21 - 1 S 22 - 1 S 23 - 1 S 24 - 1 S 25 - 1 S 26 - 1 S 27 - 1 S 28 - 1 S 29 - 1 S 30 - 1 S 31 -
Tekstuitleg per pericope :
Overzicht vers per vers : - 1 S 19,1 - 1 S 19,2 - 1 S 19,3 - 1 S 19,4 - 1 S 19,5 - 1 S 19,6 - 1 S 19,7 - 1 S 19,8 - 1 S 19,9 - 1 S 19,10 - 1 S 19,11 - 1 S 19,12 - 1 S 19,13 - 1 S 19,14 - 1 S 19,15 - 1 S 19,16 - 1 S 19,17 - 1 S 19,18 - 1 S 19,19 - 1 S 19,20 - 1 S 19,21 - 1 S 19,22 - 1 S 19,23 - 1 S 19,24 -

- bijbelverwijzingen - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z -

Overzicht van Tenach : Tenach : overzicht , Tenach : taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Tenach : commentaar ,
Overzicht van Septuaginta
: Septuaginta : overzicht , Septuaginta : taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Septuaginta : commentaar ,

1 Samuël commentaar - 1 Samuël overzicht - 1 Samuël taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z -


Religie.opzijnbest.nl
ZOEKEN OP DEZE WEBSITE
PicoSearch
  Hulp
Verzorgd door PicoSearch
 
 
                 
1. LXX , Griekse tekst N.T.   2. Vulgata   3. Synopsis Denaux - Vervenne  4. Statenvertaling   5. Willibrordvertaling   6. Nieuwe Vertaling   7. Naardense vertaling , zie
8. Bible de Jérusalem 9. Statenvertaling   10. King James Bible   - King James Bible 11. Luther-Bibel    

WEDERKERIGHEID (DIVERSITEIT - VICE VERSA) . Meer info : Arseen De Kesel . Email: arseen.de.kesel@pandora.be .
websitenamen : http://users.telenet.be/arseen.de.kesel/ en http://www.interlevensbeschouwelijk.be/index.htm
- STARTPAGINA - AGENDA - BIJ DE HAND - NIEUW - OVERZICHT -  TIJDSCHRIFTEN -
ALFABETISCH OVERZICHT VAN THEMA'S EN WEBSITES :
- A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z
HOOFDTHEMA'S : allochtonen , armoede , bahá'í ,  bezinningsteksten , bijbel , bijbel en koran , boeddhisme , christendom , extreemrechts ( Vlaams Blok ) , fundamentalisme , globalisering en antiglobalisering ,  hindoeïsme , interlevensbeschouwelijke dialoog , interreligieuze meditatie , islam , jodendom , koran , levensbeschouwing , levensbeschouwing / godsdienst en onderwijs , racisme , samenleving , sikhisme , spiritualiteit , tewerkstelling van allochtonen , vluchtelingen en asielzoekers , vrijzinnigheid , witte scholen , multiculturele scholen en concentratiescholen , Eigen-zinnige beschouwingen , Het kleine of grote ongenoegen

Woordenschat
Bibliografie
Literatuur
Liturgisch gebruik

ALGEMEEN OVERZICHT

-
bijbeloverzicht , taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Oude Testament , Pentateuch , Historische boeken , Profeten , Wijsheidsboeken , NT overzicht , Evangelies , Synoptici , Brieven van Paulus , Apostolische brieven .

Overzicht van het N.T. : NT : overzicht , NT : taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , NT : commentaar ,

- OT : Gn (Genesis) , Ex (Exodus) , Lv (Leviticus) , Nu (Numeri) , Dt (Deuteronomium) , Joz (Jozua) , Re (Rechters) , Rt (Ruth) , 1 S (1 Samuël) , 2 S (2 Samuël) , 1 K (1 Koningen) , 2 K (2 Koningen) , 1 Kr ( 1 Kronieken) , 2 Kr (2 Kronieken) , Ezr (Ezra) , Neh (Nehemia) , Tob (Tobia) , Jdt (Judith) , Est (Esther) , 1 Mak (1 Makkabeeën) , 2 Mak (2 Makkabeeën) , Job , Ps (Psalmen ) , Spr (Spreuken) , Pr (Prediker) , Hl (Hooglied) , W (Wijsheid) , Sir (Sirach) , Js (Jesaja) , Jr (Jeremia) , Kl (Klaagliederen) , Bar (Baruch) , Ez (Ezechiël) , Da (Daniël) , Hos (Hosea) , Jl (Joël) , Am (Amos) , Ob (Obadja) , Jon (Jona) , Mi (Micha) , Nah (Nahum) , Hab (Habakuk) , Sef (Sefanja) , Hag (Haggai) , Zach (Zacharia) , Mal (Maleachi) .
- NT : Mt (Matteüs) - Mc (Marcus) - Lc (Lucas) - Joh (Johannes) - Hnd (Handelingen) , Rom (Rome) , 1 Kor (Korinte) , 2 Kor (Korinte) , Gal (Galatië) , Ef (Efese) , Fil (Filippi) , Kol (Kolosse) , 1 Tes (Tessalonika) , 2 Tes (Tessalonika) , 1 Tim (Timoteüs) , 2 Tim (Timoteüs) , Tit (Titus) , Film (Filemon) , Heb (Hebreeën) , Jak (Jakobus) , 1 Pe (Petrus) , 2 Pe (Petrus) , 1 Joh (Johannes) , 2 Joh (Johannes) , 2 Joh (Johannes) , Jud (Judas) , Apk (Apokalyps) .
Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken : - bibliografie bijbel - bibliografie van het Oude Testament - bibliografie Matteüsevangelie - bibliografie Marcusevangelie - bibliografie Lucasevangelie - bibliografie van het Johannesevangelie - bibliografie van het Nieuwe Testament (behalve evangeliën)


1 S 19,1-7 . Jonathan bemiddelt - 1 S 19 -- 1 S 19,1-7 -- 1 S 19,1 - 1 S 19,2 - 1 S 19,3 - 1 S 19,4 - 1 S 19,5 - 1 S 19,6 - 1 S 19,7 -

1 S 19,1 - 1 S 19,1 . Jonathan bemiddelt - 1 S 19 -- 1 S 19,1-7 -- 1 S 19,1 - 1 S 19,2 - 1 S 19,3 - 1 S 19,4 - 1 S 19,5 - 1 S 19,6 - 1 S 19,7 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
19 1kai elalèsen saoul pros iônathan ton uion autou kai pros pantas tous paidas autou thanatôsai ton dauid kai iônathan uios saoul èreito ton dauid sfodra        Jonatan bemiddelt [1] Saul vertelde zijn zoon Jonatan, en al zijn hovelingen, dat hij David wilde doden. Jonatan, de zoon van Saul, die David bijzonder genegen was,       

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

1 S 19,2 - 1 S 19,2 . Jonathan bemiddelt - 1 S 19 -- 1 S 19,1-7 -- 1 S 19,1 - 1 S 19,2 - 1 S 19,3 - 1 S 19,4 - 1 S 19,5 - 1 S 19,6 - 1 S 19,7 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
2kai apèggeilen iônathan tô dauid legôn saoul zètei thanatôsai se fulaxai oun aurion prôi kai krubèthi kai kathison krubè        [2] liet David weten: ‘Mijn vader Saul wil je doden. Wees morgenochtend zeer waakzaam; zoek een schuilplaats en houd je verborgen.        

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

1 S 19,3 - 1 S 19,3 . Jonathan bemiddelt - 1 S 19 -- 1 S 19,1-7 -- 1 S 19,1 - 1 S 19,2 - 1 S 19,3 - 1 S 19,4 - 1 S 19,5 - 1 S 19,6 - 1 S 19,7 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
3kai egô exeleusomai kai stèsomai echomenos tou patros mou en agrô ou ean ès ekei kai egô lalèsô peri sou pros ton patera mou kai opsomai o ti ean è kai apaggelô soi        [3] Ik ga dan de stad uit en kom met mijn vader bij jou in de buurt staan. Dan spreek ik met mijn vader over jou en wat ik te horen krijg laat ik je weten.’        

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

1 S 19,4 - 1 S 19,4 . Jonathan bemiddelt - 1 S 19 -- 1 S 19,1-7 -- 1 S 19,1 - 1 S 19,2 - 1 S 19,3 - 1 S 19,4 - 1 S 19,5 - 1 S 19,6 - 1 S 19,7 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
4kai elalèsen iônathan peri dauid agatha pros saoul ton patera autou kai eipen pros auton mè amartèsatô o basileus eis ton doulon sou dauid oti ouch èmartèken eis se kai ta poièmata autou agatha sfodra        [4] Jonatan pleitte dus voor David bij zijn vader Saul en zei tegen hem: ‘Laat de koning zich niet vergrijpen aan zijn dienaar David. Hij heeft u niets misdaan. Integendeel, wat hij gedaan heeft is voor u zeer voordelig geweest.      

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

1 S 19,5 - 1 S 19,5 . Jonathan bemiddelt - 1 S 19 -- 1 S 19,1-7 -- 1 S 19,1 - 1 S 19,2 - 1 S 19,3 - 1 S 19,4 - 1 S 19,5 - 1 S 19,6 - 1 S 19,7 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
5kai etheto tèn psuchèn autou en tè cheiri autou kai epataxen ton allofulon kai epoièsen kurios sôtèrian megalèn kai pas israèl eidon kai echarèsan kai ina ti amartaneis eis aima athôon thanatôsai ton dauid dôrean       [5] Hij heeft zijn leven op het spel gezet; hij heeft de Filistijnen verslagen en de heer heeft heel Israël op grootse wijze bevrijd. U hebt het gezien en u hebt u erover verheugd. Waarom zou u zich dan schuldig maken aan onschuldig bloed en David zonder enige reden doden?’        

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

1 S 19,6 - 1 S 19,6 . Jonathan bemiddelt - 1 S 19 -- 1 S 19,1-7 -- 1 S 19,1 - 1 S 19,2 - 1 S 19,3 - 1 S 19,4 - 1 S 19,5 - 1 S 19,6 - 1 S 19,7 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
6kai èkousen saoul tès fônès iônathan kai ômosen saoul legôn zè kurios ei apothaneitaienochleisthai auton        [6] Saul luisterde naar Jonatan en zwoer: ‘Zowaar de heer leeft, David wordt niet gedood!’        

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

1 S 19,7 - 1 S 19,7 . Jonathan bemiddelt - 1 S 19 -- 1 S 19,1-7 -- 1 S 19,1 - 1 S 19,2 - 1 S 19,3 - 1 S 19,4 - 1 S 19,5 - 1 S 19,6 - 1 S 19,7 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
7kai ekalesen iônathan ton dauid kai apèggeilen autô panta ta rèmata tauta kai eisègagen iônathan ton dauid pros saoul kai èn enôpion autou ôsei echthes kai tritèn èmeran        [7] Toen riep Jonatan David en vertelde hem alles wat er gezegd was. Hij bracht David bij Saul en David diende hem weer zoals voorheen. David op de vlucht        

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

1 S 19,8-24 . David op de vlucht - 1 S 19 -- 1 S 19,8-24 -- 1 S 19,8 - 1 S 19,9 - 1 S 19,10 - 1 S 19,11 - 1 S 19,12 - 1 S 19,13 - 1 S 19,14 - 1 S 19,15 - 1 S 19,16 - 1 S 19,17 - 1 S 19,18 - 1 S 19,19 - 1 S 19,20 - 1 S 19,21 - 1 S 19,22 - 1 S 19,23 - 1 S 19,24 -

1 S 19,8 - 1 S 19,8 . David op de vlucht - 1 S 19 -- 1 S 19,8-24 -- 1 S 19,8 - 1 S 19,9 - 1 S 19,10 - 1 S 19,11 - 1 S 19,12 - 1 S 19,13 - 1 S 19,14 - 1 S 19,15 - 1 S 19,16 - 1 S 19,17 - 1 S 19,18 - 1 S 19,19 - 1 S 19,20 - 1 S 19,21 - 1 S 19,22 - 1 S 19,23 - 1 S 19,24 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
8kai prosetheto o polemos genesthai pros saoul kai katischusen dauid kai epolemèsen tous allofulous kai epataxen en autois plègèn megalèn sfodra kai efugon ek prosôpou autou        [8] Maar opnieuw brak de oorlog uit en David trok op om tegen de Filistijnen te vechten. Hij bracht hun een zware nederlaag toe en zij namen de vlucht.        

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

1 S 19,9 - 1 S 19,9 . David op de vlucht - 1 S 19 -- 1 S 19,8-24 -- 1 S 19,8 - 1 S 19,9 - 1 S 19,10 - 1 S 19,11 - 1 S 19,12 - 1 S 19,13 - 1 S 19,14 - 1 S 19,15 - 1 S 19,16 - 1 S 19,17 - 1 S 19,18 - 1 S 19,19 - 1 S 19,20 - 1 S 19,21 - 1 S 19,22 - 1 S 19,23 - 1 S 19,24 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
9kai egeneto pneuma theou ponèron epi saoul kai autos en oikô katheudôn kai doru en tè cheiri autou kai dauid epsallen en tais chersin autou        [9] Toen maakte een boze geest, door de heer gezonden, zich van Saul meester terwijl hij in zijn huis zat. Toen David op de citer speelde,        

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

2. rûach (geest) . Taalgebruik in Tenach : rûach (geest) . Taalgebruik in Rechters : rûach (geest) . Taalgebruik in 1 Samuël : rûach (geest) . Getalwaarde : resj = 20 of 200 . waw = 6 . chet = 8 . Totaal : 34 (2 X 17) of 214 (2 X 107) . Structuur : 2 - 6 - 8 . LXX : pneuma (geest) . Taalgebruik in de Septuaginta : pneuma (geest) . Taalgebruik in het N.T. : pneuma (geest) . Lat. spiritus . Fr. esprit . E. spirit . Ned. geest . D. Geist . Een vorm van pneuma (geest) in het N.T. (379) , in de LXX (382) . rûach (geest) in Tenach (204) . Pentateuch (19) . 1 S (13) : (1) 1 S 1,15 . (2) 1 S 10,6 . (3) 1 S 10,10 . (4) 1 S 11,6 . (5) 1 S 16,13 . (6) 1 S 16,14 (2X) . (7) 1 S 16,15 . (8) 1 S 16,16 . (9) 1 S 16,23 . (10) 1 S 18,10 . (11) 1 S 19,9 . (12) 1 S 19,20 . (13) 1 S 19,23 .
- wërûach (en de geest) . wërûach (en geest) in Tenach (39) . Pentateuch (4) . Js (1) 1 S 16,14 .
- In 4 verzen is er sprake van rûach JHWH (de geest van JHWH) : (1) 1 S 10,6 . (2) 1 S 16,13 . (3) 1 S 19,9 . De geest van JHWH overkomt Saul (1 S 10,6) en David (1 S 16,13) bij hun zalving tot koning . In 1 S 16,14 week de geest van JHWH van Saul . In 1 S 19,9 is er sprake van een rûach JHWH rä`âh (een slechte geest van JHWH) die over Saul kwam .
- In 8 verzen is er sprake van rûach ´èlohîm (de geest van God) : (1) 1 S 10,10 . (2) 1 S 11,6 . (3) 1 S 16,15 . (4) 1 S 16,16 . (5) 1 S 16,23 . (6) 1 S 18,10 . (7) 1 S 19,20 . (8) 1 S 19,23 . In 3 verzen gaat het om rûach ´èlohîm rä`âh (een slechte geest van God) : (1) 1 S 16,15 . (2) 1 S 16,16 . (3) 1 S 18,10 .In Re 9,23 en 1 S 16,14 gaat het om rûach râ`âh (een slechte geest) , in 1 S 16,23 om rûach hârâ`âh (de slechte geest) .
- Van de 14 X rûach (geest) in 1 S hebben er 12 betrekking op Saul , 1 op David (1 S 16,13) en 1 op Hanna (1 S 1,15) .

2. - 3. rûach JHWH (de geest van JHWH) . Tenach (23) (niet in de Pentateuch) : (1) Re 3,10 . (2) Re 11,29 . (3) Re 13,25 . (4) Re 14,6 . (5) Re 14,19 . (6) Re 15,14 . (7) 1 S 10,6 . (8) 1 S 16,13 . (9) 1 S 19,9 . (10) 2 S 23,2 . (11) 1 K 22,24 . (12) 2 K 2,15 . (13) 2 Kr 18,23 . (14) 2 Kr 20,14 . (15) Js 11,2 . (16) Js 40,7 . (17) Js 40,13 . (18) Js 59,19 . (19) Js 63,14 . (20) Ez 11,5 . (21) Hos 13,15 . (22) Mi 2,7 . (23) Mi 3,8 .
- wërûach JHWH (en de geest van JHWH) . Tenach (3) : (1) Re 6,34 . (2) 1 S 16,14 . (3) 1 K 18,12 .

 

1 S 19,10 - 1 S 19,10 . David op de vlucht - 1 S 19 -- 1 S 19,8-24 -- 1 S 19,8 - 1 S 19,9 - 1 S 19,10 - 1 S 19,11 - 1 S 19,12 - 1 S 19,13 - 1 S 19,14 - 1 S 19,15 - 1 S 19,16 - 1 S 19,17 - 1 S 19,18 - 1 S 19,19 - 1 S 19,20 - 1 S 19,21 - 1 S 19,22 - 1 S 19,23 - 1 S 19,24 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
10kai ezètei saoul pataxai to doru eis dauid kai apestè dauid ek prosôpou saoul kai epataxen to doru eis ton toichon kai dauid anechôrèsen kai diesôthè        [10] probeerde Saul hem met de lans die hij in zijn hand had aan de wand te steken, maar David ontweek hem, zodat de lans in de wand drong. Daarop nam David de vlucht en stelde zich die nacht in veiligheid.        

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

1 S 19,11 - 1 S 19,11 . David op de vlucht - 1 S 19 -- 1 S 19,8-24 -- 1 S 19,8 - 1 S 19,9 - 1 S 19,10 - 1 S 19,11 - 1 S 19,12 - 1 S 19,13 - 1 S 19,14 - 1 S 19,15 - 1 S 19,16 - 1 S 19,17 - 1 S 19,18 - 1 S 19,19 - 1 S 19,20 - 1 S 19,21 - 1 S 19,22 - 1 S 19,23 - 1 S 19,24 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
11kai egenèthè en tè nukti ekeinè kai apesteilen saoul aggelous eis oikon dauid fulaxai auton tou thanatôsai auton prôi kai apèggeilen tô dauid melchol è gunè autou legousa ean mè su sôsès tèn psuchèn sautou tèn nukta tautèn aurion thanatôthèsè        [11] Maar Saul stuurde boden om het huis van David te bewaken en hem ’s ochtends te doden. Mikal, de vrouw van David, waarschuwde hem echter en zei: ‘Als je vannacht niet weet te vluchten, word je morgen gedood.’        

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

1 S 19,12 - 1 S 19,12 . David op de vlucht - 1 S 19 -- 1 S 19,8-24 -- 1 S 19,8 - 1 S 19,9 - 1 S 19,10 - 1 S 19,11 - 1 S 19,12 - 1 S 19,13 - 1 S 19,14 - 1 S 19,15 - 1 S 19,16 - 1 S 19,17 - 1 S 19,18 - 1 S 19,19 - 1 S 19,20 - 1 S 19,21 - 1 S 19,22 - 1 S 19,23 - 1 S 19,24 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12kai katagei è melchol ton dauid dia tès thuridos kai apèlthen kai efugen kai sôzetai        [12] Mikal liet David dus door het venster naar beneden; hij vluchtte weg en stelde zich in veiligheid.        

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

1 S 19,13 - 1 S 19,13 . David op de vlucht - 1 S 19 -- 1 S 19,8-24 -- 1 S 19,8 - 1 S 19,9 - 1 S 19,10 - 1 S 19,11 - 1 S 19,12 - 1 S 19,13 - 1 S 19,14 - 1 S 19,15 - 1 S 19,16 - 1 S 19,17 - 1 S 19,18 - 1 S 19,19 - 1 S 19,20 - 1 S 19,21 - 1 S 19,22 - 1 S 19,23 - 1 S 19,24 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
13kai elaben è melchol ta kenotafia kai etheto epi tèn klinèn kai èpar tôn aigôn etheto pros kefalès autou kai ekalupsen auta imatiô        [13] Daarop pakte Mikal de huisgoden en legde die op het bed; zij legde een vlechtsel van geitenhaar op de plaats van het hoofd en spreidde er een deken over uit.        

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

1 S 19,14 - 1 S 19,14 . David op de vlucht - 1 S 19 -- 1 S 19,8-24 -- 1 S 19,8 - 1 S 19,9 - 1 S 19,10 - 1 S 19,11 - 1 S 19,12 - 1 S 19,13 - 1 S 19,14 - 1 S 19,15 - 1 S 19,16 - 1 S 19,17 - 1 S 19,18 - 1 S 19,19 - 1 S 19,20 - 1 S 19,21 - 1 S 19,22 - 1 S 19,23 - 1 S 19,24 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
14kai apesteilen saoul aggelous labein ton dauid kai legousin         [14] Toen Saul boden stuurde om David gevangen te nemen, verklaarde zij: ‘Hij is ziek.’        

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

1 S 19,15 - 1 S 19,15 . David op de vlucht - 1 S 19 -- 1 S 19,8-24 -- 1 S 19,8 - 1 S 19,9 - 1 S 19,10 - 1 S 19,11 - 1 S 19,12 - 1 S 19,13 - 1 S 19,14 - 1 S 19,15 - 1 S 19,16 - 1 S 19,17 - 1 S 19,18 - 1 S 19,19 - 1 S 19,20 - 1 S 19,21 - 1 S 19,22 - 1 S 19,23 - 1 S 19,24 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
15kai apostellei epi ton dauid legôn agagete auton epi tès klinès pros me tou thanatôsai auton       [15] Maar Saul gaf de boden de opdracht om David te zoeken en zei: ‘Breng hem met bed en al bij me, dan dood ik hem.’        

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

1 S 19,16 - 1 S 19,16 . David op de vlucht - 1 S 19 -- 1 S 19,8-24 -- 1 S 19,8 - 1 S 19,9 - 1 S 19,10 - 1 S 19,11 - 1 S 19,12 - 1 S 19,13 - 1 S 19,14 - 1 S 19,15 - 1 S 19,16 - 1 S 19,17 - 1 S 19,18 - 1 S 19,19 - 1 S 19,20 - 1 S 19,21 - 1 S 19,22 - 1 S 19,23 - 1 S 19,24 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
16kai erchontai oi aggeloi kai idou ta kenotafia epi tès klinès kai èpar tôn aigôn pros kefalès autou        [16] De boden gingen naar binnen, maar vonden de huisgoden in het bed, en het vlechtsel van geitenhaar op de plaats van het hoofd.       

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

1 S 19,17 - 1 S 19,17 . David op de vlucht - 1 S 19 -- 1 S 19,8-24 -- 1 S 19,8 - 1 S 19,9 - 1 S 19,10 - 1 S 19,11 - 1 S 19,12 - 1 S 19,13 - 1 S 19,14 - 1 S 19,15 - 1 S 19,16 - 1 S 19,17 - 1 S 19,18 - 1 S 19,19 - 1 S 19,20 - 1 S 19,21 - 1 S 19,22 - 1 S 19,23 - 1 S 19,24 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
17kai eipen saoul tè melchol ina ti outôs parelogisô me kai exapesteilas ton echthron mou kai diesôthè kai eipen melchol tô saoul autos eipen exaposteilon me ei de mè thanatôsô se        [17] Toen zei Saul tegen Mikal: ‘Waarom heb je me zo bedrogen en mijn vijand laten ontsnappen?’ Mikal antwoordde Saul: ‘Hij heeft tegen mij gezegd: “Laat me gaan of ik sla je dood.” ’        

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

1 S 19,18 - 1 S 19,18 . David op de vlucht - 1 S 19 -- 1 S 19,8-24 -- 1 S 19,8 - 1 S 19,9 - 1 S 19,10 - 1 S 19,11 - 1 S 19,12 - 1 S 19,13 - 1 S 19,14 - 1 S 19,15 - 1 S 19,16 - 1 S 19,17 - 1 S 19,18 - 1 S 19,19 - 1 S 19,20 - 1 S 19,21 - 1 S 19,22 - 1 S 19,23 - 1 S 19,24 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
18kai dauid efugen kai diesôthè kai paraginetai pros samouèl eis armathaim kai apaggellei autô panta osa epoièsen autô saoul kai eporeuthè dauid kai samouèl kai ekathisan en nauath en rama        [18] David was intussen gevlucht en had zich in veiligheid gesteld. Hij kwam bij Samuël in Rama en vertelde hem alles wat Saul hem aangedaan had. Vervolgens ging hij met Samuël mee en zij verbleven in Najot.        

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

1 S 19,19 - 1 S 19,19 . David op de vlucht - 1 S 19 -- 1 S 19,8-24 -- 1 S 19,8 - 1 S 19,9 - 1 S 19,10 - 1 S 19,11 - 1 S 19,12 - 1 S 19,13 - 1 S 19,14 - 1 S 19,15 - 1 S 19,16 - 1 S 19,17 - 1 S 19,18 - 1 S 19,19 - 1 S 19,20 - 1 S 19,21 - 1 S 19,22 - 1 S 19,23 - 1 S 19,24 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
19kai apèggelè tô saoul legontes idou dauid en nauath en rama        [19] Toen men Saul meldde dat David in Najot bij Rama was,        

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

1 S 19,20 - 1 S 19,20 . David op de vlucht - 1 S 19 -- 1 S 19,8-24 -- 1 S 19,8 - 1 S 19,9 - 1 S 19,10 - 1 S 19,11 - 1 S 19,12 - 1 S 19,13 - 1 S 19,14 - 1 S 19,15 - 1 S 19,16 - 1 S 19,17 - 1 S 19,18 - 1 S 19,19 - 1 S 19,20 - 1 S 19,21 - 1 S 19,22 - 1 S 19,23 - 1 S 19,24 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
20kai apesteilen saoul aggelous labein ton dauid kai eidan tèn ekklèsian tôn profètôn kai samouèl eistèkei kathestèkôs ep' autôn kai egenèthè epi tous aggelous tou saoul pneuma theou kai profèteuousin        [20] stuurde Saul boden om David gevangen te nemen. Zij zagen daar de groep* profeten in vervoering, met Samuël aan het hoofd. De geest van God kwam over de boden van Saul, zodat ook zij in vervoering raakten.        

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

20. rûach (geest) . Taalgebruik in Tenach : rûach (geest) . Taalgebruik in Rechters : rûach (geest) . Taalgebruik in 1 Samuël : rûach (geest) . Getalwaarde : resj = 20 of 200 . waw = 6 . chet = 8 . Totaal : 34 (2 X 17) of 214 (2 X 107) . Structuur : 2 - 6 - 8 . LXX : pneuma (geest) . Taalgebruik in de Septuaginta : pneuma (geest) . Taalgebruik in het N.T. : pneuma (geest) . Lat. spiritus . Fr. esprit . E. spirit . Ned. geest . D. Geist . Een vorm van pneuma (geest) in het N.T. (379) , in de LXX (382) . rûach (geest) in Tenach (204) . Pentateuch (19) . 1 S (13) : (1) 1 S 1,15 . (2) 1 S 10,6 . (3) 1 S 10,10 . (4) 1 S 11,6 . (5) 1 S 16,13 . (6) 1 S 16,14 (2X) . (7) 1 S 16,15 . (8) 1 S 16,16 . (9) 1 S 16,23 . (10) 1 S 18,10 . (11) 1 S 19,9 . (12) 1 S 19,20 . (13) 1 S 19,23 .
- wërûach (en de geest) . wërûach (en geest) in Tenach (39) . Pentateuch (4) . Js (1) 1 S 16,14 .
- In 4 verzen is er sprake van rûach JHWH (de geest van JHWH) : (1) 1 S 10,6 . (2) 1 S 16,13 . (3) 1 S 19,9 . De geest van JHWH overkomt Saul (1 S 10,6) en David (1 S 16,13) bij hun zalving tot koning . In 1 S 16,14 week de geest van JHWH van Saul . In 1 S 19,9 is er sprake van een rûach JHWH rä`âh (een slechte geest van JHWH) die over Saul kwam .
- In 8 verzen is er sprake van rûach ´èlohîm (de geest van God) : (1) 1 S 10,10 . (2) 1 S 11,6 . (3) 1 S 16,15 . (4) 1 S 16,16 . (5) 1 S 16,23 . (6) 1 S 18,10 . (7) 1 S 19,20 . (8) 1 S 19,23 . In 3 verzen gaat het om rûach ´èlohîm rä`âh (een slechte geest van God) : (1) 1 S 16,15 . (2) 1 S 16,16 . (3) 1 S 18,10 .In Re 9,23 en 1 S 16,14 gaat het om rûach râ`âh (een slechte geest) , in 1 S 16,23 om rûach hârâ`âh (de slechte geest) .
- Van de 14 X rûach (geest) in 1 S hebben er 12 betrekking op Saul , 1 op David (1 S 16,13) en 1 op Hanna (1 S 1,15) .

20. - 21. rûach ´èlohîm (de geest van God) . Tenach (13) . Pentateuch (4) : (1) Gn 41,38 . (2) Ex 31,3 . (3) Ex 35,31 . (4) Nu 24,2 . (5) 1 S 10,10 . (6) 1 S 11,6 . (7) 1 S 16,15 . (8) 1 S 16,16 . (9) 1 S 16,23 . (10) 1 S 18,10 . (11) 1 S 19,20 . (12) 1 S 19,23 . (13) 2 Kr 15,1 .

1 S 19,21 - 1 S 19,21 . David op de vlucht - 1 S 19 -- 1 S 19,8-24 -- 1 S 19,8 - 1 S 19,9 - 1 S 19,10 - 1 S 19,11 - 1 S 19,12 - 1 S 19,13 - 1 S 19,14 - 1 S 19,15 - 1 S 19,16 - 1 S 19,17 - 1 S 19,18 - 1 S 19,19 - 1 S 19,20 - 1 S 19,21 - 1 S 19,22 - 1 S 19,23 - 1 S 19,24 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
21kai apèggelè tô saoul kai apesteilen aggelous eterous kai eprofèteusan kai autoi kai prosetheto saoul aposteilai aggelous tritous kai eprofèteusan kai autoi        [21] Toen men dit aan Saul meldde, stuurde hij andere boden, maar ook zij raakten in vervoering. En toen hij weer andere boden stuurde, een derde groep, raakten ook zij in vervoering.        

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

1 S 19,22 - 1 S 19,22 . David op de vlucht - 1 S 19 -- 1 S 19,8-24 -- 1 S 19,8 - 1 S 19,9 - 1 S 19,10 - 1 S 19,11 - 1 S 19,12 - 1 S 19,13 - 1 S 19,14 - 1 S 19,15 - 1 S 19,16 - 1 S 19,17 - 1 S 19,18 - 1 S 19,19 - 1 S 19,20 - 1 S 19,21 - 1 S 19,22 - 1 S 19,23 - 1 S 19,24 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
22kai ethumôthè orgè saoul kai eporeuthè kai autos eis armathaim kai erchetai eôs tou freatos tou alô tou en tô sefi kai èrôtèsen kai eipen pou samouèl kai dauid kai eipan idou en nauath en rama       [22] Daarom ging hij zelf naar Rama. Toen hij bij de grote put in Seku gekomen was, vroeg hij: ‘Waar zijn Samuël en David?’ Men antwoordde hem: ‘In Najot bij Rama.’        

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

1 S 19,23 - 1 S 19,23 . David op de vlucht - 1 S 19 -- 1 S 19,8-24 -- 1 S 19,8 - 1 S 19,9 - 1 S 19,10 - 1 S 19,11 - 1 S 19,12 - 1 S 19,13 - 1 S 19,14 - 1 S 19,15 - 1 S 19,16 - 1 S 19,17 - 1 S 19,18 - 1 S 19,19 - 1 S 19,20 - 1 S 19,21 - 1 S 19,22 - 1 S 19,23 - 1 S 19,24 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
23kai eporeuthè ekeithen eis nauath en rama kai egenèthè kai ep' autô pneuma theou kai eporeueto profèteuôn eôs tou elthein auton eis nauath en rama        [23] Hij ging dus naar Najot bij Rama. Maar daar kwam ook over hem de geest van God; in vervoering vervolgde hij zijn weg tot hij in Najot bij Rama aankwam.        

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

6. - 7. waththëhî (en zij was) `âlâ(j)w (over hem) . Tenach (5) : (1) Nu 24,2 . (2) Re 3,10 . (3) 1 S 19,23 . (4) 2 K 3,15 . (5) Ez 1,3 .

10. rûach (geest) . Taalgebruik in Tenach : rûach (geest) . Taalgebruik in Rechters : rûach (geest) . Taalgebruik in 1 Samuël : rûach (geest) . Getalwaarde : resj = 20 of 200 . waw = 6 . chet = 8 . Totaal : 34 (2 X 17) of 214 (2 X 107) . Structuur : 2 - 6 - 8 . LXX : pneuma (geest) . Taalgebruik in de Septuaginta : pneuma (geest) . Taalgebruik in het N.T. : pneuma (geest) . Lat. spiritus . Fr. esprit . E. spirit . Ned. geest . D. Geist . Een vorm van pneuma (geest) in het N.T. (379) , in de LXX (382) . rûach (geest) in Tenach (204) . Pentateuch (19) . 1 S (13) : (1) 1 S 1,15 . (2) 1 S 10,6 . (3) 1 S 10,10 . (4) 1 S 11,6 . (5) 1 S 16,13 . (6) 1 S 16,14 (2X) . (7) 1 S 16,15 . (8) 1 S 16,16 . (9) 1 S 16,23 . (10) 1 S 18,10 . (11) 1 S 19,9 . (12) 1 S 19,20 . (13) 1 S 19,23 .
- wërûach (en de geest) . wërûach (en geest) in Tenach (39) . Pentateuch (4) . Js (1) 1 S 16,14 .
- In 4 verzen is er sprake van rûach JHWH (de geest van JHWH) : (1) 1 S 10,6 . (2) 1 S 16,13 . (3) 1 S 19,9 . De geest van JHWH overkomt Saul (1 S 10,6) en David (1 S 16,13) bij hun zalving tot koning . In 1 S 16,14 week de geest van JHWH van Saul . In 1 S 19,9 is er sprake van een rûach JHWH rä`âh (een slechte geest van JHWH) die over Saul kwam .
- In 8 verzen is er sprake van rûach ´èlohîm (de geest van God) : (1) 1 S 10,10 . (2) 1 S 11,6 . (3) 1 S 16,15 . (4) 1 S 16,16 . (5) 1 S 16,23 . (6) 1 S 18,10 . (7) 1 S 19,20 . (8) 1 S 19,23 . In 3 verzen gaat het om rûach ´èlohîm rä`âh (een slechte geest van God) : (1) 1 S 16,15 . (2) 1 S 16,16 . (3) 1 S 18,10 .In Re 9,23 en 1 S 16,14 gaat het om rûach râ`âh (een slechte geest) , in 1 S 16,23 om rûach hârâ`âh (de slechte geest) .
- Van de 14 X rûach (geest) in 1 S hebben er 12 betrekking op Saul , 1 op David (1 S 16,13) en 1 op Hanna (1 S 1,15) .

10. - 11. rûach ´èlohîm (de geest van God) . Tenach (13) . Pentateuch (4) : (1) Gn 41,38 . (2) Ex 31,3 . (3) Ex 35,31 . (4) Nu 24,2 . (5) 1 S 10,10 . (6) 1 S 11,6 . (7) 1 S 16,15 . (8) 1 S 16,16 . (9) 1 S 16,23 . (10) 1 S 18,10 . (11) 1 S 19,20 . (12) 1 S 19,23 . (13) 2 Kr 15,1 .

6. - 7. 10. - 11. waththëhî `âlâ(j)w rûach ´èlohîm (en de geest van God was over / op hem) . Tenach (2) : (1) Nu 24,2 . (3) 1 S 19,23 : waththëhî `âlâ(j)w ... rûach ´èlohîm (en de geest van God was over / op hem) . waththëhî `âlâ(j)w rûach JHWH (en de geest van JHWH was over / op hem) .Tenach (1) Re 3,10 . waththëhî `âlâ(j)w jâd JHWH (en de hand van JHWH was op hem) . Tenach (2) : (1) 2 K 3,15 . (2) Ez 1,3 : waththëhî `âlâ(j)w ... jâd JHWH (en de hand van JHWH was op hem) .

1 S 19,24 - 1 S 19,24 . David op de vlucht - 1 S 19 -- 1 S 19,8-24 -- 1 S 19,8 - 1 S 19,9 - 1 S 19,10 - 1 S 19,11 - 1 S 19,12 - 1 S 19,13 - 1 S 19,14 - 1 S 19,15 - 1 S 19,16 - 1 S 19,17 - 1 S 19,18 - 1 S 19,19 - 1 S 19,20 - 1 S 19,21 - 1 S 19,22 - 1 S 19,23 - 1 S 19,24 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
24kai exedusato ta imatia autou kai eprofèteusen enôpion autôn kai epesen gumnos olèn tèn èmeran ekeinèn kai olèn tèn nukta dia touto elegon ei kai saoul en profètais        [24] Hij rukte zelfs de kleren van zijn lichaam en bleef in vervoering, in het bijzijn van Samuël. Ten slotte zakte hij in elkaar en bleef heel die dag en heel die nacht naakt liggen. Daarom zegt men: ‘Is Saul ook al bij de profeten?’       

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van


SEPTUAGINTA

19 1kai elalèsen saoul pros iônathan ton uion autou kai pros pantas tous paidas autou thanatôsai ton dauid kai iônathan uios saoul èreito ton dauid sfodra2kai apèggeilen iônathan tô dauid legôn saoul zètei thanatôsai se fulaxai oun aurion prôi kai krubèthi kai kathison krubè3kai egô exeleusomai kai stèsomai echomenos tou patros mou en agrô ou ean ès ekei kai egô lalèsô peri sou pros ton patera mou kai opsomai o ti ean è kai apaggelô soi4kai elalèsen iônathan peri dauid agatha pros saoul ton patera autou kai eipen pros auton mè amartèsatô o basileus eis ton doulon sou dauid oti ouch èmartèken eis se kai ta poièmata autou agatha sfodra5kai etheto tèn psuchèn autou en tè cheiri autou kai epataxen ton allofulon kai epoièsen kurios sôtèrian megalèn kai pas israèl eidon kai echarèsan kai ina ti amartaneis eis aima athôon thanatôsai ton dauid dôrean6kai èkousen saoul tès fônès iônathan kai ômosen saoul legôn zè kurios ei apothaneitai7kai ekalesen iônathan ton dauid kai apèggeilen autô panta ta rèmata tauta kai eisègagen iônathan ton dauid pros saoul kai èn enôpion autou ôsei echthes kai tritèn èmeran8kai prosetheto o polemos genesthai pros saoul kai katischusen dauid kai epolemèsen tous allofulous kai epataxen en autois plègèn megalèn sfodra kai efugon ek prosôpou autou9kai egeneto pneuma theou ponèron epi saoul kai autos en oikô katheudôn kai doru en tè cheiri autou kai dauid epsallen en tais chersin autou10kai ezètei saoul pataxai to doru eis dauid kai apestè dauid ek prosôpou saoul kai epataxen to doru eis ton toichon kai dauid anechôrèsen kai diesôthè11kai egenèthè en tè nukti ekeinè kai apesteilen saoul aggelous eis oikon dauid fulaxai auton tou thanatôsai auton prôi kai apèggeilen tô dauid melchol è gunè autou legousa ean mè su sôsès tèn psuchèn sautou tèn nukta tautèn aurion thanatôthèsè12kai katagei è melchol ton dauid dia tès thuridos kai apèlthen kai efugen kai sôzetai13kai elaben è melchol ta kenotafia kai etheto epi tèn klinèn kai èpar tôn aigôn etheto pros kefalès autou kai ekalupsen auta imatiô14kai apesteilen saoul aggelous labein ton dauid kai legousin enochleisthai auton15kai apostellei epi ton dauid legôn agagete auton epi tès klinès pros me tou thanatôsai auton16kai erchontai oi aggeloi kai idou ta kenotafia epi tès klinès kai èpar tôn aigôn pros kefalès autou17kai eipen saoul tè melchol ina ti outôs parelogisô me kai exapesteilas ton echthron mou kai diesôthè kai eipen melchol tô saoul autos eipen exaposteilon me ei de mè thanatôsô se18kai dauid efugen kai diesôthè kai paraginetai pros samouèl eis armathaim kai apaggellei autô panta osa epoièsen autô saoul kai eporeuthè dauid kai samouèl kai ekathisan en nauath en rama19kai apèggelè tô saoul legontes idou dauid en nauath en rama20kai apesteilen saoul aggelous labein ton dauid kai eidan tèn ekklèsian tôn profètôn kai samouèl eistèkei kathestèkôs ep' autôn kai egenèthè epi tous aggelous tou saoul pneuma theou kai profèteuousin21kai apèggelè tô saoul kai apesteilen aggelous eterous kai eprofèteusan kai autoi kai prosetheto saoul aposteilai aggelous tritous kai eprofèteusan kai autoi22kai ethumôthè orgè saoul kai eporeuthè kai autos eis armathaim kai erchetai eôs tou freatos tou alô tou en tô sefi kai èrôtèsen kai eipen pou samouèl kai dauid kai eipan idou en nauath en rama23kai eporeuthè ekeithen eis nauath en rama kai egenèthè kai ep' autô pneuma theou kai eporeueto profèteuôn eôs tou elthein auton eis nauath en rama24kai exedusato ta imatia autou kai eprofèteusen enôpion autôn kai epesen gumnos olèn tèn èmeran ekeinèn kai olèn tèn nukta dia touto elegon ei kai saoul en profètais