BIJBELBOEK TWEEDE BOEK KONINGEN - 2 K -- 2 K 14 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- 2 K (2 Koningen) -- 2 K 14 -
- 2 K 14,1-22 -- 2 K 14,23-29 -

- Bibliografie - Literatuur - Liturgisch gebruik - Overzicht bijbelboeken - Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken - Overzicht van deze website

- bijbelverwijzingen - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z -

Overzicht van Tenach : Tenach : overzicht , Tenach : taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Tenach : commentaar ,
Overzicht van Septuaginta
: Septuaginta : overzicht , Septuaginta : taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Septuaginta : commentaar ,
Overzicht N.T.
: N.T. : overzicht , N.T. : taalgebruik - N.T. A - N.T. B - N.T. C - N.T. D - N.T. E - N.T. F - N.T. G - N.T. H - N.T. I - N.T. J - N.T. K - N.T. L - N.T. M - N.T. N - N.T. O - N.T. P - N.T. Q - N.T. R - N.T. S - N.T. T - N.T. U - N.T. V - N.T. W - N.T. X - N.T. Y - N.T. Z - N.T. : commentaar .

Overzicht van 2 Koningen : - 2 K 1 - 2 K 2 - 2 K 3 - 2 K 4 - 2 K 5 - 2 K 6 - 2 K 7 - 2 K 8 - 2 K 9 - 2 K 10 - 2 K 11 - 2 K 12 - 2 K 13 - 2 K 14 - 2 K 15 - 2 K 16 - 2 K 17 - 2 K 18 - 2 K 19 - 2 K 20 - 2 K 21 - 2 K 22 - 2 K 23 - 2 K 24 - 2 K 25
Bijbeluitleg - 2 K 14,1 - 2 K 14,2 - 2 K 14,3 - 2 K 14,4 - 2 K 14,5 - 2 K 14,6 - 2 K 14,7 - 2 K 14,8 - 2 K 14,9 - 2 K 14,10 - 2 K 14,11 - 2 K 14,12 - 2 K 14,13 - 2 K 14,14 - 2 K 14,15 - 2 K 14,16 - 2 K 14,17 - 2 K 14,18 - 2 K 14,19 - 2 K 14,20 - 2 K 14,21 - 2 K 14,22 - 2 K 14,23 - 2 K 14,24 - 2 K 14,25 - 2 K 14,26 - 2 K 14,27 - 2 K 14,28 - 2 K 14,29 -

- 2 K Taalgebruik A - 2 K Taalgebruik B - 2 K Taalgebruik C - 2 K Taalgebruik D - 2 K Taalgebruik E - 2 K Taalgebruik F - 2 K Taalgebruik G - 2 K Taalgebruik H - 2 K Taalgebruik I - 2 K Taalgebruik J - 2 K Taalgebruik K - 2 K Taalgebruik L - 2 K Taalgebruik M - 2 K Taalgebruik N - 2 K Taalgebruik O - 2 K Taalgebruik P - 2 K Taalgebruik Q - 2 K Taalgebruik R - 2 K Taalgebruik S - 2 K Taalgebruik T - 2 K Taalgebruik U - 2 K Taalgebruik V - 2 K Taalgebruik W - 2 K Taalgebruik X -2 K Taalgebruik Y - 2 K Taalgebruik Z -


Religie.opzijnbest.nl
ZOEKEN OP DEZE WEBSITE
PicoSearch
  Hulp
Verzorgd door PicoSearch
     
 
             
1. LXX , Griekse tekst N.T.   2. Vulgata   3. Synopsis Denaux - Vervenne  4. Statenvertaling   5. Willibrordvertaling   6. Nieuwe Vertaling   7. Naardense vertaling , zie
8. Bible de Jérusalem 9. Statenvertaling   10. King James Bible   - King James Bible 11. Luther-Bibel    

WEDERKERIGHEID (DIVERSITEIT - VICE VERSA) . Meer info : Arseen De Kesel . Email: arseen.de.kesel@pandora.be .
websitenamen : http://users.telenet.be/arseen.de.kesel/ en http://www.interlevensbeschouwelijk.be/index.htm
- STARTPAGINA - AGENDA - BIJ DE HAND - NIEUW - OVERZICHT -  TIJDSCHRIFTEN -
ALFABETISCH OVERZICHT VAN THEMA'S EN WEBSITES :
- A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z
HOOFDTHEMA'S : allochtonen , armoede , bahá'í ,  bezinningsteksten , bijbel , bijbel en koran , boeddhisme , christendom , extreemrechts ( Vlaams Blok ) , fundamentalisme , getallen , globalisering en antiglobalisering ,  hindoeïsme , interlevensbeschouwelijke dialoog , interreligieuze meditatie , islam , jodendom , koran , levensbeschouwing , levensbeschouwing / godsdienst en onderwijs , racisme , samenleving , sikhisme , spiritualiteit , tewerkstelling van allochtonen , vluchtelingen en asielzoekers , vrijzinnigheid , witte scholen , multiculturele scholen en concentratiescholen , Eigen-zinnige beschouwingen , Het kleine of grote ongenoegen

Woordenschat

Bibliografie
Literatuur
Liturgisch gebruik

Overzicht van de bijbelboeken

- OT : Gn (Genesis) , Ex (Exodus) , Lv (Leviticus) , Nu (Numeri) , Dt (Deuteronomium) , Joz (Jozua) , Re (Rechters) , Rt (Ruth) , 1 S (1 Samuël) , 2 S (2 Samuël) , 1 K (1 Koningen) , 2 K (2 Koningen) , 1 Kr ( 1 Kronieken) , 2 Kr (2 Kronieken) , Ezr (Ezra) , Neh (Nehemia) , Tob (Tobia) , Jdt (Judith) , Est (Esther) , 1 Mak (1 Makkabeeën) , 2 Mak (2 Makkabeeën) , Job , Ps (Psalmen ) , Spr (Spreuken) , Pr (Prediker) , Hl (Hooglied) , W (Wijsheid) , Sir (Sirach) , Js (Jesaja) , Jr (Jeremia) , Kl (Klaagliederen) , Bar (Baruch) , Ez (Ezechiël) , Da (Daniël) , Hos (Hosea) , Jl (Joël) , Am (Amos) , Ob (Obadja) , Jon (Jona) , Mi (Micha) , Nah (Nahum) , Hab (Habakuk) , Sef (Sefanja) , Hag (Haggai) , Zach (Zacharia) , Mal (Maleachi) .
- NT : Mt (Matteüs) - Mc (Marcus) - Lc (Lucas) - Joh (Johannes) - Hnd (Handelingen) , Rom (Rome) , 1 Kor (Korinte) , 2 Kor (Korinte) , Gal (Galatië) , Ef (Efese) , Fil (Filippi) , Kol (Kolosse) , 1 Tes (Tessalonika) , 2 Tes (Tessalonika) , 1 Tim (Timoteüs) , 2 Tim (Timoteüs) , Tit (Titus) , Film (Filemon) , Heb (Hebreeën) , Jak (Jakobus) , 1 Pe (Petrus) , 2 Pe (Petrus) , 1 Joh (Johannes) , 2 Joh (Johannes) , 2 Joh (Johannes) , Jud (Judas) , Apk (Apokalyps) .
Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken : - bibliografie bijbel - bibliografie van het Oude Testament - bibliografie Matteüsevangelie - bibliografie Marcusevangelie - bibliografie Lucasevangelie - bibliografie van het Johannesevangelie - bibliografie van het Nieuwe Testament (behalve evangeliën)


- 2 K 14,1-22 . Amasja van Juda - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- 2 K (2 Koningen) -- 2 K 14 -- 2 K 14,1-22 -- 2 K 14,1 - 2 K 14,2 - 2 K 14,3 - 2 K 14,4 - 2 K 14,5 - 2 K 14,6 - 2 K 14,7 - 2 K 14,8 - 2 K 14,9 - 2 K 14,10 - 2 K 14,11 - 2 K 14,12 - 2 K 14,13 - 2 K 14,14 - 2 K 14,15 - 2 K 14,16 - 2 K 14,17 - 2 K 14,18 - 2 K 14,19 - 2 K 14,20 - 2 K 14,21 - 2 K 14,22 -

2 K 14,1 - 2 K 14,1 . Amasja van Juda - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- 2 K (2 Koningen) -- 2 K 14 -- 2 K 14,1-22 -- 2 K 14,1 - 2 K 14,2 - 2 K 14,3 - 2 K 14,4 - 2 K 14,5 - 2 K 14,6 - 2 K 14,7 - 2 K 14,8 - 2 K 14,9 - 2 K 14,10 - 2 K 14,11 - 2 K 14,12 - 2 K 14,13 - 2 K 14,14 - 2 K 14,15 - 2 K 14,16 - 2 K 14,17 - 2 K 14,18 - 2 K 14,19 - 2 K 14,20 - 2 K 14,21 - 2 K 14,22 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
1en etei deuterô tô iôas uiô iôachas basilei israèl kai ebasileusen amessias uios iôas basileus iouda  1 anno secundo Ioas filii Ioachaz regis Israhel regnavit Amasias filius Ioas regis Iuda     1 In het tweede jaar van Joas, den zoon van Joahaz, den koning van Israël, werd Amazia koning, de zoon van Joas, den koning van Juda.   [1] In het tweede regeringsjaar van Joas, de zoon van Joachaz en koning van Israël, werd Amasja, de zoon van Joas, koning van Juda.   [1] Amasja, de zoon van Joas, werd koning van Juda in het tweede regeringsjaar van koning Joas van Israël, de zoon van Joachaz.   1 ¶ In het tweede jaar dat Joasj, zoon van Joachaz, koning van Israël is,– is Amatsjahoe, zoon van Joasj, koning van Juda geworden.   1. En la deuxième année de Joas fils de Joachaz, roi d'Israël, Amasias fils de Joas devint roi de Juda. 

King James Bible . [1] In the second year of Joash son of Jehoahaz king of Israel reigned Amaziah the son of Joash king of Judah.
Luther-Bibel . 14 1 Im zweiten Jahr des Joasch, des Sohnes des Joahas, des Königs von Israel, wurde Amazja König, der Sohn des Joasch, des Königs von Juda.

Tekstuitleg van 2 K 14,1 .

2 K 14,2 - 2 K 14,2 . Amasja van Juda - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- 2 K (2 Koningen) -- 2 K 14 -- 2 K 14,1-22 -- 2 K 14,1 - 2 K 14,2 - 2 K 14,3 - 2 K 14,4 - 2 K 14,5 - 2 K 14,6 - 2 K 14,7 - 2 K 14,8 - 2 K 14,9 - 2 K 14,10 - 2 K 14,11 - 2 K 14,12 - 2 K 14,13 - 2 K 14,14 - 2 K 14,15 - 2 K 14,16 - 2 K 14,17 - 2 K 14,18 - 2 K 14,19 - 2 K 14,20 - 2 K 14,21 - 2 K 14,22 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
2uios eikosi kai pente etôn èn en tô basileuein auton kai eikosi kai ennea etè ebasileusen en ierousalèm kai onoma tès mètros autou iôadin ex ierousalèm  2 viginti quinque annorum erat cum regnare coepisset viginti autem et novem annis regnavit in Hierusalem nomen matris eius Ioaden de Hierusalem     2 Vijf en twintig jaren was hij oud, toen hij koning werd, en regeerde negen en twintig jaren te Jeruzalem; en de naam zijner moeder was Joaddan van Jeruzalem.   [2] Hij was vijfentwintig jaar toen hij koning werd en hij regeerde negenentwintig jaar in Jeruzalem. Zijn moeder heette Jehoaddan en was afkomstig uit Jeruzalem.   [2] Hij was vijfentwintig jaar oud toen hij koning werd. Negenentwintig jaar regeerde hij in Jeruzalem. Zijn moeder was Jehoaddan, ze was afkomstig uit Jeruzalem.   2 Een man van vijfentwintig jaar is hij geweest als hij koning wordt, en negenentwintig jaar is hij in Jeruzalem koning gebleven; de naam van zijn moeder is Jehoadan, uit Jeruzalem.   2. Il avait 25 ans à son avènement et régna 29 ans à Jérusalem; sa mère s'appelait Yehoaddân et était de Jérusalem.  

King James Bible . [2] He was twenty and five years old when he began to reign, and reigned twenty and nine years in Jerusalem. And his mother's name was Jehoaddan of Jerusalem.
Luther-Bibel . 2 Fünfundzwanzig Jahre alt war er, als er König wurde; und er regierte neunundzwanzig Jahre zu Jerusalem. Seine Mutter hieß Joaddan, aus Jerusalem.

Tekstuitleg van 2 K 14,2 .

2 K 14,3 - 2 K 14,3 . Amasja van Juda - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- 2 K (2 Koningen) -- 2 K 14 -- 2 K 14,1-22 -- 2 K 14,1 - 2 K 14,2 - 2 K 14,3 - 2 K 14,4 - 2 K 14,5 - 2 K 14,6 - 2 K 14,7 - 2 K 14,8 - 2 K 14,9 - 2 K 14,10 - 2 K 14,11 - 2 K 14,12 - 2 K 14,13 - 2 K 14,14 - 2 K 14,15 - 2 K 14,16 - 2 K 14,17 - 2 K 14,18 - 2 K 14,19 - 2 K 14,20 - 2 K 14,21 - 2 K 14,22 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
3kai epoièsen to euthes en ofthalmois kuriou plèn ouch ôs dauid o patèr autou kata panta osa epoièsen iôas o patèr autou epoièsen  3 et fecit rectum coram Domino verumtamen non ut David pater eius iuxta omnia quae fecit Ioas pater suus fecit    3 En hij deed dat recht was in de ogen des HEEREN, nochtans niet als zijn vader David; hij deed naar alles, wat zijn vader Joas gedaan had.   [3] Hij deed wat de heer behaagt, maar niet zoals zijn vader David: in alles deed hij zoals zijn vader Joas gedaan had.   [3] Hij deed wat goed is in de ogen van de HEER, zij het niet in die mate als zijn voorvader David. Hij volgde in alle opzichten het voorbeeld van zijn vader Joas,  3 Hij doet wat juist is in de ogen van de ENE, alleen niet als zijn vader David: geheel zoals zijn vader Joasj deed heeft hij gedaan.   3. Il fit ce qui est agréable à Yahvé, non pas pourtant comme son ancêtre David; il imita en tout Joas, son père.  

King James Bible . [3] And he did that which was right in the sight of the LORD, yet not like David his father: he did according to all things as Joash his father did.
Luther-Bibel . 3 Und er tat, was dem HERRN wohlgefiel, doch nicht wie sein Vater David, sondern wie sein Vater Joasch tat auch er.

Tekstuitleg van 2 K 14,3 .

2 K 14,4 - 2 K 14,4 . Amasja van Juda - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- 2 K (2 Koningen) -- 2 K 14 -- 2 K 14,1-22 -- 2 K 14,1 - 2 K 14,2 - 2 K 14,3 - 2 K 14,4 - 2 K 14,5 - 2 K 14,6 - 2 K 14,7 - 2 K 14,8 - 2 K 14,9 - 2 K 14,10 - 2 K 14,11 - 2 K 14,12 - 2 K 14,13 - 2 K 14,14 - 2 K 14,15 - 2 K 14,16 - 2 K 14,17 - 2 K 14,18 - 2 K 14,19 - 2 K 14,20 - 2 K 14,21 - 2 K 14,22 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
4plèn ta upsèla ouk exèren eti o laos ethusiazen kai ethumiôn en tois upsèlois  4 nisi hoc tantum quod excelsa non abstulit adhuc enim populus immolabat et adolebat in excelsis     4 Alleenlijk werden de hoogten niet weggenomen; het volk offerde en rookte nog op de hoogten.   [4] Maar de heiligdommen op de hoogten bleven bestaan; het volk bleef nog altijd op de hoogten offeren en wierook branden.   [4] dus bleven de offerplaatsen bestaan en bleven de Judeeërs daar offers brengen en wierook branden.   4 Alleen zijn de offerhoogten niet verwijderd,– nog steeds offert en wierookt de gemeente op de offerhoogten.   4. Seulement, les hauts lieux ne disparurent pas et le peuple continuait d'offrir sacrifices et encens sur les hauts lieux.  

King James Bible . [4] Howbeit the high places were not taken away: as yet the people did sacrifice and burnt incense on the high places.
Luther-Bibel . 4 Denn die Höhen wurden nicht entfernt, sondern das Volk opferte und räucherte noch auf den Höhen.

Tekstuitleg van 2 K 14,4 .

2 K 14,5 - 2 K 14,5 . Amasja van Juda - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- 2 K (2 Koningen) -- 2 K 14 -- 2 K 14,1-22 -- 2 K 14,1 - 2 K 14,2 - 2 K 14,3 - 2 K 14,4 - 2 K 14,5 - 2 K 14,6 - 2 K 14,7 - 2 K 14,8 - 2 K 14,9 - 2 K 14,10 - 2 K 14,11 - 2 K 14,12 - 2 K 14,13 - 2 K 14,14 - 2 K 14,15 - 2 K 14,16 - 2 K 14,17 - 2 K 14,18 - 2 K 14,19 - 2 K 14,20 - 2 K 14,21 - 2 K 14,22 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
5kai egeneto ote katischusen è basileia en cheiri autou kai epataxen tous doulous autou tous pataxantas ton patera autou 5 cumque obtinuisset regnum percussit servos suos qui interfecerant regem patrem suum     5 Het geschiedde nu, als het koninkrijk in zijn hand versterkt was, dat hij zijn knechten sloeg, die den koning, zijn vader, geslagen hadden,  [5] Zodra hij de koninklijke macht vast in handen had, liet hij de hovelingen doden die de koning, zijn vader, vermoord hadden.   [5] Toen Amasja de macht eenmaal stevig in handen had, liet hij de hovelingen die zijn vader hadden vermoord ter dood brengen.   5 Het geschiedt zodra hij het koningschap vast in de hand heeft,– dat hij die dienaars van hem doodslaat die de koning, zijn vader, hebben doodgeslagen.   5. Lorsque le pouvoir royal fut affermi entre ses mains, il tua ceux de ses officiers qui avaient tué le roi son père.  

King James Bible . [5] And it came to pass, as soon as the kingdom was confirmed in his hand, that he slew his servants which had slain the king his father.
Luther-Bibel . 5 Als er nun das Königtum fest in seiner Hand hatte, brachte er die Großen um, die seinen Vater, den König, erschlagen hatten.

Tekstuitleg van 2 K 14,5 .

1. - 2. wajëhî ka´äsjèr (en het was zoals/zodra) . Tenakh (31) . Pentateuch (11) . Eerdere Profeten (11) . Latere Profeten (1) . 12 Kleine Profeten (0) . Geschriften (8) . Eerdere Profeten (11) : (1) Joz 4,1 . (2) Joz 4,11 . (3) Joz 5,8 . (4) Re 3,18 . (5) Re 6,27 . (6) Re 8,33 . (7) Re 11,5 . (8) 1 S 8,1 . (9) 1 S 24,2 . (10) 2 S 16,16 . (11) 2 K 14,5 .

2 K 14,6 - 2 K 14,6 . Amasja van Juda - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- 2 K (2 Koningen) -- 2 K 14 -- 2 K 14,1-22 -- 2 K 14,1 - 2 K 14,2 - 2 K 14,3 - 2 K 14,4 - 2 K 14,5 - 2 K 14,6 - 2 K 14,7 - 2 K 14,8 - 2 K 14,9 - 2 K 14,10 - 2 K 14,11 - 2 K 14,12 - 2 K 14,13 - 2 K 14,14 - 2 K 14,15 - 2 K 14,16 - 2 K 14,17 - 2 K 14,18 - 2 K 14,19 - 2 K 14,20 - 2 K 14,21 - 2 K 14,22 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
6kai tous uious tôn pataxantôn ouk ethanatôsen kathôs gegraptai en bibliô nomôn môusè ôs eneteilato kurios legôn ouk apothanountai pateres uper uiôn kai uioi ouk apothanountai uper paterôn oti all' è ekastos en tais amartiais autou apothaneitai  6 filios autem eorum qui occiderant non occidit iuxta quod scriptum est in libro legis Mosi sicut praecepit Dominus dicens non morientur patres pro filiis neque filii morientur pro patribus sed unusquisque in peccato suo morietur    6 Doch de kinderen der doodslagers doodde hij niet; gelijk geschreven is in het wetboek van Mozes, waar de HEERE geboden heeft, zeggende: De vaders zullen voor de kinderen niet gedood worden, en de kinderen zullen voor de vaders niet gedood worden; maar een ieder zal om zijn zonde gedood worden.   [6] Maar de kinderen van de moordenaars doodde hij niet; hij hield zich aan hetgeen geschreven staat in het boek van de Wet van Mozes, waar de heer geboden heeft: ‘Vaders mogen niet ter dood gebracht worden vanwege hun kinderen en kinderen niet vanwege hun vader; alleen vanwege zijn eigen schuld mag iemand ter dood gebracht worden.’   [6] Maar de kinderen van de moordenaars doodde hij niet, zoals geschreven staat in het boek met de wet van Mozes, die door de HEER is opgelegd: ‘Ouders mogen niet ter dood worden gebracht om wat hun kinderen hebben misdaan, en kinderen niet om de misdaden van hun ouders; alleen om wat iemand zelf misdaan heeft, mag hij ter dood worden gebracht.’   6 Maar de zonen van die doodslagers heeft hij niet gedood,– naar wat geschreven staat in de boekrol van Mozes’ onderricht waarin de ENE heeft geboden en gezegd: vaders zullen niet worden gedood om zonen en zonen zullen niet worden gedood om vaders, nee, ieder zal om zijn eigen zonde worden gedood!   6. Mais il ne mit pas à mort les fils des meurtriers, selon ce qui est écrit dans le livre de la Loi de Moïse, où Yahvé a ordonné : Les pères ne seront pas mis à mort pour les fils, ni les fils pour les pères, mais chacun sera mis à mort pour son propre crime.  

King James Bible . [6] But the children of the murderers he slew not: according unto that which is written in the book of the law of Moses, wherein the LORD commanded, saying, The fathers shall not be put to death for the children, nor the children be put to death for the fathers; but every man shall be put to death for his own sin.
Luther-Bibel . 6 Aber die Söhne der Totschläger tötete er nicht, wie es denn geschrieben steht im Gesetzbuch des Mose, wo der HERR geboten hat: Die Väter sollen nicht um der Söhne willen sterben, und die Söhne sollen nicht um der Väter willen sterben, sondern jeder soll um seiner Sünde willen sterben.

Tekstuitleg van 2 K 14,6 .

2 K 14,7 - 2 K 14,7 . Amasja van Juda - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- 2 K (2 Koningen) -- 2 K 14 -- 2 K 14,1-22 -- 2 K 14,1 - 2 K 14,2 - 2 K 14,3 - 2 K 14,4 - 2 K 14,5 - 2 K 14,6 - 2 K 14,7 - 2 K 14,8 - 2 K 14,9 - 2 K 14,10 - 2 K 14,11 - 2 K 14,12 - 2 K 14,13 - 2 K 14,14 - 2 K 14,15 - 2 K 14,16 - 2 K 14,17 - 2 K 14,18 - 2 K 14,19 - 2 K 14,20 - 2 K 14,21 - 2 K 14,22 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
7autos epataxen ton edôm en gaimele deka chiliadas kai sunelabe tèn petran en tô polemô kai ekalesen to onoma autès kathoèl eôs tès èmeras tautès  7 ipse percussit Edom in valle Salinarum decem milia et adprehendit Petram in proelio vocavitque nomen eius Iecethel usque in praesentem diem     7 Hij sloeg de Edomieten in het Zoutdal tien duizend, en nam Sela in met krijg, en noemde haar naam Jokteel, tot op dezen dag.   [7] Het was deze Amasja die in het Zoutdal de Edomieten versloeg, tienduizend man sterk; in die oorlog maakte hij zich meester van de Rots*; hij noemde die Jokteël en zo heet zij tot op de dag van vandaag.   [7] In de Zoutvallei versloeg Amasja de Edomieten, tienduizend man. Hij veroverde Sela en gaf het de naam Jokteël, en zo heet het tot op de dag van vandaag.   7 Hij is het die in het Zoutdal Edom heeft verslagen, tien duizendtallen en in dat gevecht de Steenrots overmeestert; hij roept als naam voor haar uit: Jokteël!, tot op deze dag. •  7. C'est lui qui battit les Edomites dans la vallée du Sel, au nombre de 10.000 hommes, et qui prit de haute lutte la Roche, il lui donna le nom de Yoqtéel, qu'elle porte jusqu'à ce jour.  

King James Bible . [7] He slew of Edom in the valley of salt ten thousand, and took Selah by war, and called the name of it Joktheel unto this day.
Luther-Bibel . 7 Er schlug auch die Edomiter im Salztal, zehntausend Mann, und eroberte die Stadt Sela im Kampf und nannte sie Jokteel bis auf diesen Tag.

Tekstuitleg van 2 K 14,7 .

2 K 14,8 - 2 K 14,8 . Amasja van Juda - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- 2 K (2 Koningen) -- 2 K 14 -- 2 K 14,1-22 -- 2 K 14,1 - 2 K 14,2 - 2 K 14,3 - 2 K 14,4 - 2 K 14,5 - 2 K 14,6 - 2 K 14,7 - 2 K 14,8 - 2 K 14,9 - 2 K 14,10 - 2 K 14,11 - 2 K 14,12 - 2 K 14,13 - 2 K 14,14 - 2 K 14,15 - 2 K 14,16 - 2 K 14,17 - 2 K 14,18 - 2 K 14,19 - 2 K 14,20 - 2 K 14,21 - 2 K 14,22 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
8tote apesteilen amessias aggelous pros iôas uion iôachas uiou iou basileôs israèl legôn deuro ofthômen prosôpois  8 tunc misit Amasias nuntios ad Ioas filium Ioachaz filii Hieu regis Israhel dicens veni et videamus nos    8 Toen zond Amazia boden tot Joas, den zoon van Joahaz, den zoon van Jehu, den koning van Israël, zeggende: Kom, laat ons elkanders aangezicht zien.  [8] Toen stuurde Amasja gezanten naar Joas, de zoon van Joachaz, de zoon van Jehu, en koning van Israël, met de boodschap: ‘Kom, laten we kijken wie van ons de sterkste is.’   [8] Daarop stuurde hij gezanten naar de koning van Israël, Joas, de zoon van Joachaz, de zoon van Jehu, met de boodschap: ‘Laten wij zien wie van ons de sterkste is.’   8 ¶ Toen heeft Amatsja boden uitgezonden naar Jehoasj, de zoon van Jehoachaz de zoon van Jehoe, de koning van Israël, om te zeggen: vooruit, laten we elkaars aanschijn zien!  8. Alors Amasias envoya des messagers à Joas fils de Joachaz fils de Jéhu, roi d'Israël, pour lui dire : «Viens et mesurons-nous!» 

King James Bible . [8] Then Amaziah sent messengers to Jehoash, the son of Jehoahaz son of Jehu, king of Israel, saying, Come, let us look one another in the face.
Luther-Bibel . 8 Und Amazja sandte Boten zu Joasch, dem Sohn des Joahas, des Sohnes Jehus, dem König von Israel, und ließ ihm sagen: Komm her, wir wollen uns miteinander messen!

Tekstuitleg van 2 K 14,8 .

2 K 14,9 - 2 K 14,9 . Amasja van Juda - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- 2 K (2 Koningen) -- 2 K 14 -- 2 K 14,1-22 -- 2 K 14,1 - 2 K 14,2 - 2 K 14,3 - 2 K 14,4 - 2 K 14,5 - 2 K 14,6 - 2 K 14,7 - 2 K 14,8 - 2 K 14,9 - 2 K 14,10 - 2 K 14,11 - 2 K 14,12 - 2 K 14,13 - 2 K 14,14 - 2 K 14,15 - 2 K 14,16 - 2 K 14,17 - 2 K 14,18 - 2 K 14,19 - 2 K 14,20 - 2 K 14,21 - 2 K 14,22 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
9kai apesteilen iôas basileus israèl pros amessian basilea iouda legôn o akan o en tô libanô apesteilen pros tèn kedron tèn en tô libanô legôn dos tèn thugatera sou tô uiô mou eis gunaika kai dièlthon ta thèria tou agrou ta en tô libanô kai sunepatèsan ton akana  9 remisitque Ioas rex Israhel ad Amasiam regem Iuda dicens carduus Libani misit ad cedrum quae est in Libano dicens da filiam tuam filio meo uxorem transieruntque bestiae saltus quae sunt in Libano et conculcaverunt carduum     9 Maar Joas, de koning van Israël, zond tot Amazia, den koning van Juda, zeggende: De distel, die op den Libanon is, zond tot den ceder, die op den Libanon is, zeggende: Geef uw dochter mijn zoon ter vrouw; maar het gedierte des velds, dat op den Libanon is, ging voorbij, en vertrad den distel.   [9] Maar koning Joas van Israël stuurde koning Amasja van Juda dit antwoord: ‘Eens stuurde een distel op de Libanon aan een ceder van de Libanon deze boodschap: “Geef uw dochter aan mijn zoon tot vrouw.” Maar wilde dieren van de Libanon liepen over de distel heen en vertrapten die. Uw overwinning op de Edomieten is u naar het hoofd gestegen.   [9] Koning Joas van Israël liet koning Amasja van Juda het volgende antwoord overbrengen: ‘Eens, in de Libanon, verzocht de doornstruik de ceder: “Geef uw dochter aan mijn zoon ten huwelijk.” Maar toen kwam er een wild dier voorbij, dat de doornstruik vertrapte.   9 Maar dan zendt Jehoasj, de koning van Israël, bericht aan Amatsjahoe, de koning van Juda, en zegt: de distel op de Libanon zond bericht aan de ceder op de Libanon en zei: geef toch je dochter aan mijn zoon tot vrouw!– maar toen stak het wild van het veld op de Libanon over en vertrapte de distel;   9. Joas, roi d'Israël, retourna ce message à Amasias, roi de Juda : «Le chardon du Liban manda ceci au cèdre du Liban : Donne ta fille pour femme à mon fils, mais les bêtes sauvages du Liban passèrent et foulèrent le chardon.  

King James Bible . [9] And Jehoash the king of Israel sent to Amaziah king of Judah, saying, The thistle that was in Lebanon sent to the cedar that was in Lebanon, saying, Give thy daughter to my son to wife: and there passed by a wild beast that was in Lebanon, and trode down the thistle.
Luther-Bibel . 9 Aber Joasch, der König von Israel, sandte zu Amazja, dem König von Juda, und antwortete ihm: Der Dornstrauch, der im Libanon ist, sandte zur Zeder im Libanon und ließ ihr sagen: Gib deine Tochter meinem Sohn zur Frau! Aber das Wild auf dem Libanon lief über den Dornstrauch und zertrat ihn.

Tekstuitleg van 2 K 14,9 .

2 K 14,10 - 2 K 14,10 . Amasja van Juda - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- 2 K (2 Koningen) -- 2 K 14 -- 2 K 14,1-22 -- 2 K 14,1 - 2 K 14,2 - 2 K 14,3 - 2 K 14,4 - 2 K 14,5 - 2 K 14,6 - 2 K 14,7 - 2 K 14,8 - 2 K 14,9 - 2 K 14,10 - 2 K 14,11 - 2 K 14,12 - 2 K 14,13 - 2 K 14,14 - 2 K 14,15 - 2 K 14,16 - 2 K 14,17 - 2 K 14,18 - 2 K 14,19 - 2 K 14,20 - 2 K 14,21 - 2 K 14,22 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
10tuptôn epataxas tèn idoumaian kai epèren se è kardia sou endoxasthèti kathèmenos en tô oikô sou kai ina ti erizeis en kakia sou kai pesè su kai ioudas meta sou  10 percutiens invaluisti super Edom et sublevavit te cor tuum contentus esto gloria et sede in domo tua quare provocas malum ut cadas tu et Iuda tecum     10 Gij hebt de Edomieten dapper geslagen, daarom heeft uw hart u verheven; heb de eer, en blijf in uw huis; want waarom zoudt gij u in het kwade mengen, dat gij vallen zoudt, gij en Juda met u?   [10] Geniet liever van uw roem en blijf thuis. Waarom zou u zich in een ongelukkige oorlog storten en uw volk Juda meeslepen in uw val?’   [10] U hebt Edom verslagen, dat is waar, maar nu bent u overmoedig geworden. Gedraag u waardig en blijf waar u bent. Waarom zou u uzelf in het ongeluk storten en Juda meesleuren in uw val?’   10 jij hebt Edom geslagen en verslagen, en je hart heeft je verheven; geniet van de eer en blijf zitten in je huis, waarom zou je het kwaad prikkelen en ten val komen, jij en Juda mét jou?   10. Tu as remporté une victoire sur Edom et tu te montes la tête! Sois glorieux et reste chez toi. Pourquoi provoquer le malheur et amener ta chute et celle de Juda avec toi?»  

King James Bible . [10] Thou hast indeed smitten Edom, and thine heart hath lifted thee up: glory of this, and tarry at home: for why shouldest thou meddle to thy hurt, that thou shouldest fall, even thou, and Judah with thee?
Luther-Bibel . 10 Du hast die Edomiter geschlagen; darüber erhebt sich dein Herz. Habe den Ruhm und bleib daheim! Warum suchst du dein Unglück, dass du zu Fall kommst und Juda mit dir?

Tekstuitleg van 2 K 14,10 .

2 K 14,11 - 2 K 14,11 . Amasja van Juda - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- 2 K (2 Koningen) -- 2 K 14 -- 2 K 14,1-22 -- 2 K 14,1 - 2 K 14,2 - 2 K 14,3 - 2 K 14,4 - 2 K 14,5 - 2 K 14,6 - 2 K 14,7 - 2 K 14,8 - 2 K 14,9 - 2 K 14,10 - 2 K 14,11 - 2 K 14,12 - 2 K 14,13 - 2 K 14,14 - 2 K 14,15 - 2 K 14,16 - 2 K 14,17 - 2 K 14,18 - 2 K 14,19 - 2 K 14,20 - 2 K 14,21 - 2 K 14,22 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
11kai ouk èkousen amessias kai anebè o basileus israèl kai ôfthèsan prosôpois autos kai amessias basileus iouda en baithsamus tè tou iouda  11 et non adquievit Amasias ascenditque Ioas rex Israhel et viderunt se ipse et Amasias rex Iuda in Bethsames oppido Iudae     11 Doch Amazia hoorde niet; daarom toog Joas, de koning van Israël, op, zodat hij en Amazia, de koning van Juda, elkanders aangezicht zagen te Beth-semes, dat in Juda is.   [11] Maar Amasja wilde niet luisteren. Toen rukte koning Joas van Israël op en bij Bet-Semes in Juda bond hij de strijd aan met koning Amasja.   [11] Maar Amasja luisterde niet. Toen rukte koning Joas van Israël op, en in Bet-Semes in Juda maten hij en koning Amasja van Juda hun krachten.   11 Maar Amatsjahoe heeft niet willen horen, dus klimt Israëls koning, Jehoasj, op en zien zij elkaars aanschijn, hij en Juda’s koning Amatsjahoe,– in Bet Sjemesj in Judea.  11. Mais Amasias n'écouta pas, et Joas, roi d'Israël, se mit en campagne. Ils se mesurèrent, lui et Amasias, roi de Juda, à Bet-Shémesh qui appartient à Juda.  

King James Bible . [11] But Amaziah would not hear. Therefore Jehoash king of Israel went up; and he and Amaziah king of Judah looked one another in the face at Beth-shemesh, which belongeth to Judah.
Luther-Bibel . 11 Aber Amazja hörte nicht darauf. Da zog Joasch, der König von Israel, herauf und sie maßen sich miteinander, er und Amazja, der König von Juda, bei Bet-Schemesch, das in Juda liegt.

Tekstuitleg van 2 K 14,11 .

2 K 14,12 - 2 K 14,12 . Amasja van Juda - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- 2 K (2 Koningen) -- 2 K 14 -- 2 K 14,1-22 -- 2 K 14,1 - 2 K 14,2 - 2 K 14,3 - 2 K 14,4 - 2 K 14,5 - 2 K 14,6 - 2 K 14,7 - 2 K 14,8 - 2 K 14,9 - 2 K 14,10 - 2 K 14,11 - 2 K 14,12 - 2 K 14,13 - 2 K 14,14 - 2 K 14,15 - 2 K 14,16 - 2 K 14,17 - 2 K 14,18 - 2 K 14,19 - 2 K 14,20 - 2 K 14,21 - 2 K 14,22 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12kai eptaisen ioudas apo prosôpou israèl kai efugen anèr eis to skènôma autou  12 percussusque est Iuda coram Israhel et fugerunt unusquisque in tabernacula sua     12 En Juda werd geslagen voor het aangezicht van Israël, en zij vloden, een iegelijk in zijn tenten.   [12] Juda werd door Israël verslagen en iedereen vluchtte naar zijn tent.   [12] Juda werd door Israël verslagen en alle Judeeërs sloegen op de vlucht.   12 Juda wordt voor Israëls aanschijn weggestoten; ze vluchten weg, ieder naar zijn tent.   12. Juda fut battu devant Israël et chacun s'enfuit à sa tente.  

King James Bible . [12] And Judah was put to the worse before Israel; and they fled every man to their tents.
Luther-Bibel . 12 Aber Juda wurde vor Israel her geschlagen und sie flohen, jeder in sein Haus.

Tekstuitleg van 2 K 14,12 .

2 K 14,13 - 2 K 14,13 . Amasja van Juda - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- 2 K (2 Koningen) -- 2 K 14 -- 2 K 14,1-22 -- 2 K 14,1 - 2 K 14,2 - 2 K 14,3 - 2 K 14,4 - 2 K 14,5 - 2 K 14,6 - 2 K 14,7 - 2 K 14,8 - 2 K 14,9 - 2 K 14,10 - 2 K 14,11 - 2 K 14,12 - 2 K 14,13 - 2 K 14,14 - 2 K 14,15 - 2 K 14,16 - 2 K 14,17 - 2 K 14,18 - 2 K 14,19 - 2 K 14,20 - 2 K 14,21 - 2 K 14,22 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
13kai ton amessian uion iôas uiou ochoziou basilea iouda sunelaben iôas uios iôachas basileus israèl en baithsamus kai èlthen eis ierousalèm kai katheilen en tô teichei ierousalèm en tè pulè efraim eôs pulès tès gônias tetrakosious pècheis  13 Amasiam vero regem Iuda filium Ioas filii Ahaziae cepit Ioas rex Israhel in Bethsames et adduxit eum in Hierusalem et interrupit murum Hierusalem a porta Ephraim usque ad portam Anguli quadringentis cubitis     13 En Joas, de koning van Israël, greep Amazia, den koning van Juda, den zoon van Joas, den zoon van Ahazia, te Beth-semes, en kwam te Jeruzalem; en hij brak aan den muur van Jeruzalem, van de poort van Efraïm tot aan de Hoekpoort, vierhonderd ellen.   [13] En koning Joas van Israël nam bij Bet-Semes Amasja, de koning van Juda, de zoon van Joas, de zoon van Achazja, gevangen. Hij trok naar Jeruzalem en brak de muur van Jeruzalem af over een lengte van vierhonderd el, van de Efraïmpoort tot de Hoekpoort.   [13] De koning van Juda, Amasja, de zoon van Joas, de zoon van Achazja, werd in Bet-Semes door koning Joas van Israël gevangengenomen. Vervolgens trok koning Joas op naar Jeruzalem en sloeg een bres van vierhonderd el in de stadsmuur, van de Efraïmpoort tot aan de Hoekpoort.   13 Amatsjahoe, koning van Juda, zoon van Jehoasj zoon van Achazjahoe, is door Jehoasj, koning van Israël, gegrepen in Bet Sjemesj, die komt aan in Jeruzalem en slaat een bres in Jeruzalems muur, van de Efraïmpoort tot aan de Hoekpoort,– over vierhonderd el,   13. Quant au roi de Juda, Amasias fils de Joas fils d'Ochozias, le roi d'Israël Joas le fit prisonnier à Bet-Shémesh et l'emmena à Jérusalem. Il fit une brèche au rempart de Jérusalem, depuis la porte d'Ephraïm jusqu'à la porte de l'Angle, sur 400  

King James Bible . [13] And Jehoash king of Israel took Amaziah king of Judah, the son of Jehoash the son of Ahaziah, at Beth-shemesh, and came to Jerusalem, and brake down the wall of Jerusalem from the gate of Ephraim unto the corner gate, four hundred cubits.
Luther-Bibel . 13 Und Joasch, der König von Israel, nahm Amazja gefangen, den Sohn des Joasch, des Sohnes des Ahasja, den König von Juda, in Bet-Schemesch und kam nach Jerusalem und riss die Mauer Jerusalems ein von dem Tor Ephraim bis an das Ecktor, vierhundert Ellen lang,

Tekstuitleg van 2 K 14,13 .

2 K 14,14 - 2 K 14,14 . Amasja van Juda - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- 2 K (2 Koningen) -- 2 K 14 -- 2 K 14,1-22 -- 2 K 14,1 - 2 K 14,2 - 2 K 14,3 - 2 K 14,4 - 2 K 14,5 - 2 K 14,6 - 2 K 14,7 - 2 K 14,8 - 2 K 14,9 - 2 K 14,10 - 2 K 14,11 - 2 K 14,12 - 2 K 14,13 - 2 K 14,14 - 2 K 14,15 - 2 K 14,16 - 2 K 14,17 - 2 K 14,18 - 2 K 14,19 - 2 K 14,20 - 2 K 14,21 - 2 K 14,22 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
14kai elaben to chrusion kai to argurion kai panta ta skeuè ta eurethenta en oikô kuriou kai en thèsaurois oikou tou basileôs kai tous uious tôn summixeôn kai apestrepsen eis samareian  14 tulitque omne aurum et argentum et universa vasa quae inventa sunt in domo Domini et in thesauris regis et obsides et reversus est Samariam     14 En hij nam al het goud, en het zilver, en al de vaten, die gevonden werden in het huis des HEEREN, en in de schatten van des konings huis, mitsgaders gijzelaars; en hij keerde weder naar Samaria.   [14] Hij maakte zich meester van al het goud en zilver, van al de voorwerpen die in het huis van de heer en in de schatkamers van het koninklijk paleis te vinden waren, nam gijzelaars mee, en keerde naar Samaria terug.   [14] Toen hij naar Samaria terugkeerde, nam hij al het goud en zilver en alle andere voorwerpen mee die zich in de tempel van de HEER en de schatkamers van het koninklijk paleis bevonden, en een groep gijzelaars.   14 om mee te nemen, al het goud en het zilver en alle gereedschappen die te vinden zijn in het huis van de ENE en in de schatkamers van het huis van de koning, en gijzelaars,– en dan keert hij terug naar Samaria.   14. Il prit tout l'or et l'argent et tout le mobilier qui se trouvaient dans le Temple de Yahvé et dans le trésor du palais royal, en plus des otages, et retourna à Samarie.  

King James Bible . [14] And he took all the gold and silver, and all the vessels that were found in the house of the LORD, and in the treasures of the king's house, and hostages, and returned to Samaria.
Luther-Bibel . 14 und er nahm alles Gold und Silber und Gerät, das gefunden wurde im Hause des HERRN und im Schatz des Königshauses, dazu die Geiseln, und zog nach Samaria zurück.

Tekstuitleg van 2 K 14,14 .

2 K 14,15 - 2 K 14,15 . Amasja van Juda - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- 2 K (2 Koningen) -- 2 K 14 -- 2 K 14,1-22 -- 2 K 14,1 - 2 K 14,2 - 2 K 14,3 - 2 K 14,4 - 2 K 14,5 - 2 K 14,6 - 2 K 14,7 - 2 K 14,8 - 2 K 14,9 - 2 K 14,10 - 2 K 14,11 - 2 K 14,12 - 2 K 14,13 - 2 K 14,14 - 2 K 14,15 - 2 K 14,16 - 2 K 14,17 - 2 K 14,18 - 2 K 14,19 - 2 K 14,20 - 2 K 14,21 - 2 K 14,22 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
15kai ta loipa tôn logôn iôas osa epoièsen en dunasteia autou a epolemèsen meta amessiou basileôs iouda ouchi tauta gegrammena epi bibliô logôn tôn èmerôn tois basileusin israèl 15 reliqua autem verborum Ioas quae fecit et fortitudo eius qua pugnavit contra Amasiam regem Iuda nonne haec scripta sunt in libro sermonum dierum regum Israhel     15 Het overige nu der geschiedenissen van Joas, wat hij gedaan heeft, en zijn macht, en hoe hij gestreden heeft tegen Amazia, den koning van Juda, zijn die niet geschreven in het boek der kronieken der koningen van Israël?  [15] Verdere bijzonderheden over de daden van Joas, over zijn krijgsverrichtingen en zijn oorlog met koning Amasja van Juda, staan opgetekend in de annalen van de koningen van Israël.  [15] Verdere bijzonderheden over Joas en over de overwinning die hij in zijn strijd tegen koning Amasja van Juda behaalde, zijn opgetekend in de kronieken van de koningen van Israël.   15 ¶ Het overige van de woorden over Jehoasj, wat hij heeft gedaan en zijn heldhaftigheid waarmee hij oorlog heeft gevoerd met Juda’s koning Amatsjahoe,– staan die niet geschreven op de boekrol van de verwoordingen der dagen van de koningen van Israël?  15. Le reste de l'histoire de Joas, tout ce qu'il a fait et ses exploits, et comment il fit la guerre à Amasias, roi de Juda, cela n'est-il pas écrit au livre des Annales des rois d'Israël?  

King James Bible . [15] Now the rest of the acts of Jehoash which he did, and his might, and how he fought with Amaziah king of Judah, are they not written in the book of the chronicles of the kings of Israel?
Luther-Bibel . 15 Was aber mehr von Joasch zu sagen ist, was er getan hat, und seine tapferen Taten und wie er mit Amazja, dem König von Juda, gekämpft hat, siehe, das steht geschrieben in der Chronik der Könige von Israel.

Tekstuitleg van 2 K 14,15 .

2 K 14,16 - 2 K 14,16 . Amasja van Juda - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- 2 K (2 Koningen) -- 2 K 14 -- 2 K 14,1-22 -- 2 K 14,1 - 2 K 14,2 - 2 K 14,3 - 2 K 14,4 - 2 K 14,5 - 2 K 14,6 - 2 K 14,7 - 2 K 14,8 - 2 K 14,9 - 2 K 14,10 - 2 K 14,11 - 2 K 14,12 - 2 K 14,13 - 2 K 14,14 - 2 K 14,15 - 2 K 14,16 - 2 K 14,17 - 2 K 14,18 - 2 K 14,19 - 2 K 14,20 - 2 K 14,21 - 2 K 14,22 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
16kai ekoimèthè iôas meta tôn paterôn autou kai etafè en samareia meta tôn basileôn israèl kai ebasileusen ieroboam uios autou ant' autou  16 dormivitque Ioas cum patribus suis et sepultus est in Samaria cum regibus Israhel et regnavit Hieroboam filius eius pro eo     16 En Joas ontsliep met zijn vaderen, en werd te Samaria begraven bij de koningen van Israël; en zijn zoon Jerobeam werd koning in zijn plaats.   [16] Joas ging bij zijn vaderen rusten en werd begraven in Samaria, bij de koningen van Israël. Zijn zoon Jerobeam volgde hem op. [16] Toen hij bij zijn voorouders te ruste ging, werd hij begraven in Samaria, bij de koningen van Israël. Zijn zoon Jerobeam volgde hem op.  16 Jehoasj legt zich neer bij zijn vaderen en wordt begraven in Samaria bij de koningen van Israël; zijn zoon Jerobeam wordt koning in zijn plaats. •  16. Joas se coucha avec ses pères et on l'enterra à Samarie auprès des rois d'Israël : Jéroboam, son fils, régna à sa place.  

King James Bible . [16] And Jehoash slept with his fathers, and was buried in Samaria with the kings of Israel; and Jeroboam his son reigned in his stead.
Luther-Bibel . 16 Und Joasch legte sich zu seinen Vätern und wurde begraben zu Samaria bei den Königen von Israel. Und sein Sohn Jerobeam wurde König an seiner statt.

Tekstuitleg van 2 K 14,16 .

11. jârâbhë`âm (Jerobeam) . Taalgebruik in Tenakh : jârâbhë`âm (Jerobeam) . Getalwaarde : jod = 10 , resj = 20 of 200 , beth = 2 , ajin = 16 of 70 , mem = 13 of 40 ; totaal : 61 (priemgetal) OF 322 (2 X 7 X 23) . Tenakh (83) . Eerdere Profeten (62) . Latere Profeten (0) . 1 K (41) . 2 K (21) : (1) 2 K 3,3 . (2) 2 K 9,9 . (3) 2 K 10,29 . (4) 2 K 10,31 . (5) 2 K 13,2 . (6) 2 K 13,6 . (7) 2 K 13,11 . (8) 2 K 14,16 . (9) 2 K 14,23 . (10) 2 K 14,24 . (11) 2 K 14,27 . (12) 2 K 14,28 . (13) 2 K 14,29 . (14) 2 K 15,8 . (15) 2 K 15,9 . (16) 2 K 15,18 . (17) 2 K 15,24 . (18) 2 K 15,28 . (19) 2 K 17,21 . (20) 2 K 17,22 . (21) 2 K 23,15 . In 2 K 14,16 gaat het om Jerobeam II .

2 K 14,17 - 2 K 14,17 . Amasja van Juda - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- 2 K (2 Koningen) -- 2 K 14 -- 2 K 14,1-22 -- 2 K 14,1 - 2 K 14,2 - 2 K 14,3 - 2 K 14,4 - 2 K 14,5 - 2 K 14,6 - 2 K 14,7 - 2 K 14,8 - 2 K 14,9 - 2 K 14,10 - 2 K 14,11 - 2 K 14,12 - 2 K 14,13 - 2 K 14,14 - 2 K 14,15 - 2 K 14,16 - 2 K 14,17 - 2 K 14,18 - 2 K 14,19 - 2 K 14,20 - 2 K 14,21 - 2 K 14,22 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
17kai ezèsen amessias uios iôas basileus iouda meta to apothanein iôas uion iôachas basilea israèl pentekaideka etè  17 vixit autem Amasias filius Ioas rex Iuda postquam mortuus est Ioas filius Ioachaz regis Israhel viginti quinque annis    17 Amazia nu, de zoon van Joas, koning van Juda, leefde na den dood van Joas, den zoon van Joahaz, den koning van Israël, vijftien jaren.   [17] Na de dood van Joas, de zoon van Joachaz en koning van Israël, leefde Amasja, de zoon van Joas en koning van Juda, nog vijftien jaar.   [17] Na de dood van koning Joas van Israël, de zoon van Joachaz, leefde koning Amasja van Juda, de zoon van Joas, nog vijftien jaar.   17 Amatsjahoe, de zoon van Joasj, koning van Juda, leeft na de dood van Jehoasj, de zoon van Jehoachaz, koning van Israël: vijftien jaar.   17. Amasias, fils de Joas, roi de Juda, vécut encore quinze ans après la mort de Joas, fils de Joachaz, roi d'Israël.  

King James Bible . [17] And Amaziah the son of Joash king of Judah lived after the death of Jehoash son of Jehoahaz king of Israel fifteen years.
Luther-Bibel . 17 Amazja aber, der Sohn des Joasch, des Königs von Juda, lebte nach dem Tod des Joasch, des Sohnes des Joahas, des Königs von Israel, noch fünfzehn Jahre.

Tekstuitleg van 2 K 14,17 .

2 K 14,18 - 2 K 14,18 . Amasja van Juda - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- 2 K (2 Koningen) -- 2 K 14 -- 2 K 14,1-22 -- 2 K 14,1 - 2 K 14,2 - 2 K 14,3 - 2 K 14,4 - 2 K 14,5 - 2 K 14,6 - 2 K 14,7 - 2 K 14,8 - 2 K 14,9 - 2 K 14,10 - 2 K 14,11 - 2 K 14,12 - 2 K 14,13 - 2 K 14,14 - 2 K 14,15 - 2 K 14,16 - 2 K 14,17 - 2 K 14,18 - 2 K 14,19 - 2 K 14,20 - 2 K 14,21 - 2 K 14,22 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
18kai ta loipa tôn logôn amessiou kai panta a epoièsen ouchi tauta gegrammena epi bibliô logôn tôn èmerôn tois basileusin iouda  18 reliqua autem sermonum Amasiae nonne haec scripta sunt in libro sermonum dierum regum Iuda     18 Het overige nu der geschiedenissen van Amazia, is dat niet geschreven in het boek der kronieken der koningen van Juda?   [18] Verdere bijzonderheden over Amasja staan opgetekend in de annalen van de koningen van Juda.   [18] Verdere bijzonderheden over Amasja zijn opgetekend in de kronieken van de koningen van Juda.   18 Het overige van de woorden over Amatsjahoe,– staan die niet geschreven op de boekrol van de verwoordingen der dagen van de koningen van Juda?   18. Le reste de l'histoire d'Amasias, cela n'est-il pas écrit au livre des Annales des rois de Juda?  

King James Bible . [18] And the rest of the acts of Amaziah, are they not written in the book of the chronicles of the kings of Judah?
Luther-Bibel . 18 Was aber mehr von Amazja zu sagen ist, das steht geschrieben in der Chronik der Könige von Juda.

Tekstuitleg van 2 K 14,18 .

2 K 14,19 - 2 K 14,19 . Amasja van Juda - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- 2 K (2 Koningen) -- 2 K 14 -- 2 K 14,1-22 -- 2 K 14,1 - 2 K 14,2 - 2 K 14,3 - 2 K 14,4 - 2 K 14,5 - 2 K 14,6 - 2 K 14,7 - 2 K 14,8 - 2 K 14,9 - 2 K 14,10 - 2 K 14,11 - 2 K 14,12 - 2 K 14,13 - 2 K 14,14 - 2 K 14,15 - 2 K 14,16 - 2 K 14,17 - 2 K 14,18 - 2 K 14,19 - 2 K 14,20 - 2 K 14,21 - 2 K 14,22 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
19kai sunestrafèsan ep' auton sustremma en ierousalèm kai efugen eis lachis kai apesteilan opisô autou eis lachis kai ethanatôsan auton ekei  19 factaque est contra eum coniuratio in Hierusalem at ille fugit in Lachis miseruntque post eum in Lachis et interfecerunt eum ibi     19 En zij maakten een verbintenis tegen hem te Jeruzalem, dat hij vluchtte naar Lachis; maar zij zonden hem na tot Lachis, en doodden hem aldaar.   [19] Toen in Jeruzalem een komplot tegen hem gesmeed werd, vluchtte hij naar Lakis. Maar de samenzweerders stuurden mannen achter hem aan die hem in Lakis vermoordden.  [19] Toen er in Jeruzalem tegen hem werd samengespannen, vluchtte hij naar Lachis, maar ze kwamen hem achterna en doodden hem daar.   19 In Jeruzalem zweren ze in een samenzwering zó tegen hem samen dat hij naar Lachiesj vlucht; ze zenden mensen achter hem aan naar Lachiesj en brengen hem daar ter dood.   19. On trama un complot contre lui à Jérusalem, il s'enfuit vers Lakish, mais on le fit suivre à Lakish et mettre à mort là-bas.  

King James Bible . [19] Now they made a conspiracy against him in Jerusalem: and he fled to Lachish; but they sent after him to Lachish, and slew him there.
Luther-Bibel . 19 Und sie machten eine Verschwörung gegen ihn in Jerusalem; er aber floh nach Lachisch. Und sie sandten hin, ihm nach, bis nach Lachisch und töteten ihn dort.

Tekstuitleg van 2 K 14,19 .

2 K 14,20 - 2 K 14,20 . Amasja van Juda - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- 2 K (2 Koningen) -- 2 K 14 -- 2 K 14,1-22 -- 2 K 14,1 - 2 K 14,2 - 2 K 14,3 - 2 K 14,4 - 2 K 14,5 - 2 K 14,6 - 2 K 14,7 - 2 K 14,8 - 2 K 14,9 - 2 K 14,10 - 2 K 14,11 - 2 K 14,12 - 2 K 14,13 - 2 K 14,14 - 2 K 14,15 - 2 K 14,16 - 2 K 14,17 - 2 K 14,18 - 2 K 14,19 - 2 K 14,20 - 2 K 14,21 - 2 K 14,22 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
20kai èran auton ef' ippôn kai etafè en ierousalèm meta tôn paterôn autou en polei dauid  20 et asportaverunt in equis sepultusque est in Hierusalem cum patribus suis in civitate David     20 En zij brachten hem op paarden; en hij werd te Jeruzalem begraven, bij zijn vaderen, in de stad Davids.   [20] Op hun paarden brachten ze hem naar Jeruzalem waar hij in de Davidsstad bij zijn vaderen werd begraven.   [20] Hij werd met paarden overgebracht naar Jeruzalem, waar hij werd begraven bij zijn voorouders in de Davidsburcht.   20 Op de paarden dragen ze hem weg,– en in Jeruzalem wordt hij begraven bij zijn vaderen, in de Davidsstad.   20. On le transporta avec des chevaux et on l'enterra à Jérusalem auprès de ses pères, dans la Cité de David. 

King James Bible . [20] And they brought him on horses: and he was buried at Jerusalem with his fathers in the city of David.
Luther-Bibel . 20 Und sie brachten ihn auf Rossen und er wurde begraben zu Jerusalem bei seinen Vätern in der Stadt Davids.

Tekstuitleg van 2 K 14,20 .

2 K 14,21 - 2 K 14,21 . Amasja van Juda - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- 2 K (2 Koningen) -- 2 K 14 -- 2 K 14,1-22 -- 2 K 14,1 - 2 K 14,2 - 2 K 14,3 - 2 K 14,4 - 2 K 14,5 - 2 K 14,6 - 2 K 14,7 - 2 K 14,8 - 2 K 14,9 - 2 K 14,10 - 2 K 14,11 - 2 K 14,12 - 2 K 14,13 - 2 K 14,14 - 2 K 14,15 - 2 K 14,16 - 2 K 14,17 - 2 K 14,18 - 2 K 14,19 - 2 K 14,20 - 2 K 14,21 - 2 K 14,22 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
21kai elaben pas o laos iouda ton azarian kai autos uios ekkaideka etôn kai ebasileusan auton anti tou patros autou amessiou  21 tulit autem universus populus Iudae Azariam annos natum sedecim et constituerunt eum regem pro patre eius Amasia     21 En het ganse volk van Juda nam Azaria (die nu zestien jaren oud was), en maakten hem koning in plaats van zijn vader Amazia.   [21] Het volk van Juda riep Azarja tot koning uit, als opvolger van zijn vader Amasja, ofschoon hij nog maar zestien jaar was.   [21] Het volk van Juda riep Amasja’s zestien jaar oude zoon Azarja tot opvolger van zijn vader uit.   21 Ze nemen, heel de gemeenschap van Juda, Azarja; hij is een zoon van zestien jaar,– en maken hem koning in plaats van zijn vader, Amatsjahoe.  21. Tout le peuple de Juda choisit Ozias, qui avait seize ans, et le fit roi à la place de son père Amasias.  

King James Bible . [21] And all the people of Judah took Azariah, which was sixteen years old, and made him king instead of his father Amaziah.
Luther-Bibel . 21 Und das ganze Volk von Juda nahm Asarja in seinem sechzehnten Jahr und machte ihn zum König anstatt seines Vaters Amazja.

Tekstuitleg van 2 K 14,21 .

2 K 14,22 - 2 K 14,22 . Amasja van Juda - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- 2 K (2 Koningen) -- 2 K 14 -- 2 K 14,1-22 -- 2 K 14,1 - 2 K 14,2 - 2 K 14,3 - 2 K 14,4 - 2 K 14,5 - 2 K 14,6 - 2 K 14,7 - 2 K 14,8 - 2 K 14,9 - 2 K 14,10 - 2 K 14,11 - 2 K 14,12 - 2 K 14,13 - 2 K 14,14 - 2 K 14,15 - 2 K 14,16 - 2 K 14,17 - 2 K 14,18 - 2 K 14,19 - 2 K 14,20 - 2 K 14,21 - 2 K 14,22 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
22autos ôkodomèsen tèn ailôth kai epestrepsen autèn tô iouda meta to koimèthènai ton basilea meta tôn paterôn autou 22 ipse aedificavit Ahilam et restituit eam Iudae postquam dormivit rex cum patribus suis     22 Die bouwde Elath, en bracht haar weder aan Juda, nadat de koning met zijn vaderen ontslapen was.   [22] Het was deze Azarja die Elat versterkte en weer onder Juda bracht. Dit gebeurde nadat de koning bij zijn vaderen was gaan rusten.   [22] Het was Azarja die Elat na de dood van koning Amasja weer bij Juda inlijfde en het versterkte. Jerobeam, koning van Israël   22 Hij heeft Elat uitgebouwd en het laten terugkeren bij Juda,– nadat de koning zich heeft neergelegd bij zijn vaderen. •  22. C'est lui qui rebâtit Elat et la rendit à Juda, après que le roi se fut couché avec ses pères.  

King James Bible . [22] He built Elath, and restored it to Judah, after that the king slept with his fathers.
Luther-Bibel . 22 Er baute Elat aus und brachte es wieder an Juda, nachdem der König sich zu seinen Vätern gelegt hatte. Reich Israel: Jerobeam der Zweite

Tekstuitleg van 2 K 14,22 .

- 2 K 14,23-29 . Jerobeam II van Israël - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- 2 K (2 Koningen) -- 2 K 14 -- 2 K 14,1-22 -- 2 K 14,23-29 -- 2 K 14,23 - 2 K 14,24 - 2 K 14,25 - 2 K 14,26 - 2 K 14,27 - 2 K 14,28 - 2 K 14,29 -

2 K 14,23 - 2 K 14,23 . Jerobeam II van Israël - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- 2 K (2 Koningen) -- 2 K 14 -- 2 K 14,1-22 -- 2 K 14,23-29 -- 2 K 14,23 - 2 K 14,24 - 2 K 14,25 - 2 K 14,26 - 2 K 14,27 - 2 K 14,28 - 2 K 14,29 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
23en etei pentekaidekatô tou amessiou uiou iôas basileôs iouda ebasileusen ieroboam uios iôas epi israèl en samareia tessarakonta kai en etos  23 anno quintodecimo Amasiae filii Ioas regis Iuda regnavit Hieroboam filius Ioas regis Israhel in Samaria quadraginta et uno anno     23 In het vijftiende jaar van Amazia, den zoon van Joas, den koning van Juda, werd te Samaria koning, Jerobeam, de zoon van Joas, koning van Israël, en regeerde een en veertig jaren.   [23] In het vijftiende regeringsjaar van Amasja, de zoon van Joas, koning van Juda, werd Jerobeam, de zoon van Joas, koning van Israël in Samaria; hij regeerde eenenveertig jaar.  [23] Jerobeam, de zoon van Joas, werd koning van Israël in het vijftiende regeringsjaar van koning Amasja van Juda, de zoon van Joas. Eenenveertig jaar regeerde hij in Samaria.   23 ¶ In het jaar dat het vijftiende jaar is van Amatsjahoe, zoon van Joasj, als koning van Juda,– is in Samaria Jerobeam, zoon van Israëls koning Joasj, koning geworden,– eenenveertig jaar lang.  23. En la quinzième année d'Amasias fils de Joas, roi de Juda, Jéroboam fils de Joas devint roi d'Israël à Samarie; il régna 41 ans. 

King James Bible . [23] In the fifteenth year of Amaziah the son of Joash king of Judah Jeroboam the son of Joash king of Israel began to reign in Samaria, and reigned forty and one years.
Luther-Bibel . 23 Im fünfzehnten Jahr Amazjas, des Sohnes des Joasch, des Königs von Juda, wurde Jerobeam, der Sohn des Joasch, König über Israel und regierte zu Samaria einundvierzig Jahre.

Tekstuitleg van 2 K 14,23 .

11. jârâbhë`âm (Jerobeam) . Taalgebruik in Tenakh : jârâbhë`âm (Jerobeam) . Getalwaarde : jod = 10 , resj = 20 of 200 , beth = 2 , ajin = 16 of 70 , mem = 13 of 40 ; totaal : 61 (priemgetal) OF 322 (2 X 7 X 23) . Tenakh (83) . Eerdere Profeten (62) . Latere Profeten (0) . 1 K (41) . 2 K (21) : (1) 2 K 3,3 . (2) 2 K 9,9 . (3) 2 K 10,29 . (4) 2 K 10,31 . (5) 2 K 13,2 . (6) 2 K 13,6 . (7) 2 K 13,11 . (8) 2 K 14,16 . (9) 2 K 14,23 . (10) 2 K 14,24 . (11) 2 K 14,27 . (12) 2 K 14,28 . (13) 2 K 14,29 . (14) 2 K 15,8 . (15) 2 K 15,9 . (16) 2 K 15,18 . (17) 2 K 15,24 . (18) 2 K 15,28 . (19) 2 K 17,21 . (20) 2 K 17,22 . (21) 2 K 23,15 . In 2 K 14,23 gaat het om Jerobeam II .

2 K 14,24 - 2 K 14,24 . Jerobeam II van Israël - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- 2 K (2 Koningen) -- 2 K 14 -- 2 K 14,1-22 -- 2 K 14,23-29 -- 2 K 14,23 - 2 K 14,24 - 2 K 14,25 - 2 K 14,26 - 2 K 14,27 - 2 K 14,28 - 2 K 14,29 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
24kai epoièsen to ponèron enôpion kuriou ouk apestè apo pasôn amartiôn ieroboam uiou nabat os exèmarten ton israèl  24 et fecit quod malum est coram Domino non recessit ab omnibus peccatis Hieroboam filii Nabath qui peccare fecit Israhel 25 ipse restituit terminos Israhel ab introitu Emath usque ad mare     24 En hij deed dat kwaad was in de ogen des HEEREN; hij week niet van alle zonden van Jerobeam, den zoon van Nebat, die Israël zondigen deed.   [24] Hij deed wat de heer mishaagt en brak niet met de zonden waarmee Jerobeam, de zoon van Nebat, de Israëlieten verleid had.   [24] Hij deed wat slecht is in de ogen van de HEER: hij brak niet met de zondige praktijken van Jerobeam, de zoon van Nebat, die de Israëlieten tot zonde had aangezet.   24 Hij doet wat kwaad is in de ogen van de ENE,– hij is niet afgeweken van alle zonden van Jerobeam, de zoon van Nevat, waarmee die Israël heeft laten zondigen.   24. Il fit ce qui déplaît à Yahvé, il ne se détourna pas de tous les péchés de Jéroboam fils de Nebat, où celui-ci avait entraîné Israël.  

King James Bible . [24] And he did that which was evil in the sight of the LORD: he departed not from all the sins of Jeroboam the son of Nebat, who made Israel to sin.
Luther-Bibel . 24 Und er tat, was dem HERRN missfiel, und ließ nicht ab von allen Sünden Jerobeams, des Sohnes Nebats, der Israel sündigen machte.

Tekstuitleg van 2 K 14,24 .

9. jârâbhë`âm (Jerobeam) . Taalgebruik in Tenakh : jârâbhë`âm (Jerobeam) . Getalwaarde : jod = 10 , resj = 20 of 200 , beth = 2 , ajin = 16 of 70 , mem = 13 of 40 ; totaal : 61 (priemgetal) OF 322 (2 X 7 X 23) . Tenakh (83) . Eerdere Profeten (62) . Latere Profeten (0) . 1 K (41) . 2 K (21) : (1) 2 K 3,3 . (2) 2 K 9,9 . (3) 2 K 10,29 . (4) 2 K 10,31 . (5) 2 K 13,2 . (6) 2 K 13,6 . (7) 2 K 13,11 . (8) 2 K 14,16 . (9) 2 K 14,23 . (10) 2 K 14,24 . (11) 2 K 14,27 . (12) 2 K 14,28 . (13) 2 K 14,29 . (14) 2 K 15,8 . (15) 2 K 15,9 . (16) 2 K 15,18 . (17) 2 K 15,24 . (18) 2 K 15,28 . (19) 2 K 17,21 . (20) 2 K 17,22 . (21) 2 K 23,15 .

2 K 14,25 - 2 K 14,25 . Jerobeam II van Israël - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- 2 K (2 Koningen) -- 2 K 14 -- 2 K 14,1-22 -- 2 K 14,23-29 -- 2 K 14,23 - 2 K 14,24 - 2 K 14,25 - 2 K 14,26 - 2 K 14,27 - 2 K 14,28 - 2 K 14,29 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
25autos apestèsen to orion israèl apo eisodou aimath eôs tès thalassès tès araba kata to rèma kuriou theou israèl o elalèsen en cheiri doulou autou iôna uiou amathi tou profètou tou ek gethchober Solitudinis iuxta sermonem Domini Dei Israhel quem locutus est per servum suum Ionam filium Amathi prophetam qui erat de Geth quae est in Opher     25 Hij bracht ook weder de landpale van Israël van den ingang van Hamath, tot aan de zee van het vlakke veld; naar het woord des HEEREN, des Gods van Israël, dat Hij gesproken had door den dienst van Zijn knecht Jona, den zoon van Amitthai, den profeet, die van Gath-hefer was.  [25] Hij was het, die het grondgebied van Israël heroverde, vanaf de weg naar Hamat tot aan de zee* van de Araba. Dit gebeurde volgens het woord dat de heer, de God van Israël, gesproken had bij monde van zijn dienaar Jona*, de zoon van Amittai, de profeet uit Gat-Hachefer.   [25] Jerobeam herstelde de grens van Israël, van Lebo-Hamat tot aan de Zoutzee, zoals de HEER, de God van Israël, had voorzegd bij monde van zijn profeet Jona, de zoon van Amittai, uit Gat-Hachefer.   25 Wel heeft hij het gebied van Israël teruggebracht van waar je in Chamat komt tot aan de zee van de steppe,– naar het woord van de ENE, Israëls God, dat hij heeft gesproken door de hand van zijn dienaar, Jona, zoon van Amitai, de profeet uit Gat Hachefer.  25. C'est lui qui recouvra le territoire d'Israël, depuis l'Entrée de Hamat jusqu'à la mer de la Araba, selon ce que Yahvé, Dieu d'Israël, avait dit par le ministère de son serviteur, le prophète Jonas fils d'Amittaï, qui était de Gat-Hépher.  

King James Bible . [25] He restored the coast of Israel from the entering of Hamath unto the sea of the plain, according to the word of the LORD God of Israel, which he spake by the hand of his servant Jonah, the son of Amittai, the prophet, which was of Gath-hepher.
Luther-Bibel . 25 Er stellte wieder her das Gebiet Israels von Hamat bis ans Salzmeer nach dem Wort des HERRN, des Gottes Israels, das er geredet hatte durch seinen Knecht Jona, den Sohn Amittais, den Propheten, der von Gat-Hefer war.

Tekstuitleg van 2 K 14,25 .

11. kidëbhar (overeenkomstig het woord) . prefix kë + zelfst. naamw. d-b-r (woord) . Zie : Taalgebruik in Tenach : dâbhar (spreken) . Taalgebruik in 2 K : dâbhar (spreken) . Tenach (66) . 2 K (14) : (1) 2 K 1,17 . (2) 2 K 2,22 . (3) 2 K 4,44 . (4) 2 K 5,14 . (5) 2 K 6,18 . (6) 2 K 7,16 . (7) 2 K 7,18 . (8) 2 K 7,19 . (9) 2 K 8,2 . (10) 2 K 9,26 . (11) 2 K 10,17 . (12) 2 K 14,25 . (13) 2 K 23,16 . (14) 2 K 24,2 .

11. - 12. kidëbhar JHWH (overeenkomstig het woord van JHWH) . Tenach (26 / 66) . Joz (2) . 1 K (9) . 2 K (8 / 14) : (1) 2 K 1,17 . (2) 2 K 4,44 . (3) 2 K 7,16 . (4) 2 K 9,26 . (5) 2 K 10,17 . (6) 2 K 14,25 . (7) 2 K 23,16 . (8) 2 K 24,2 . 1 Kr (3) . 2 Kr (1) . Jr (2) . Jon (1) . kidëbhar ´ëlîsjâ`(overeenkomstig het woord van JHWH) . Tenach (2 / 14) : (1) 2 K 2,22 . (2) 2 K 6,18 . kidëbhar ´îsj hâ´ëlohîm (overeenkomstig het woord van de man van de God) . Tenach (2 / 14) : (1) 2 K 5,14 . (2) 2 K 8,2 . Een variante lezing in 2 K 7,17 .

2 K 14,26 - 2 K 14,26 . Jerobeam II van Israël - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- 2 K (2 Koningen) -- 2 K 14 -- 2 K 14,1-22 -- 2 K 14,23-29 -- 2 K 14,23 - 2 K 14,24 - 2 K 14,25 - 2 K 14,26 - 2 K 14,27 - 2 K 14,28 - 2 K 14,29 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
26oti eiden kurios tèn tapeinôsin israèl pikran sfodra kai oligostous sunechomenous kai espanismenous kai egkataleleimmenous kai ouk èn o boèthôn tô israèl  26 vidit enim Dominus adflictionem Israhel amaram nimis et quod consumpti essent usque ad clausos carcere et extremos et non esset qui auxiliaretur Israhel     26 Want de HEERE zag, dat de ellende van Israël zeer bitter was, en dat er geen opgeslotenen noch verlatenen waren, en dat Israël geen helper had.  [26] De heer had immers gezien hoe bitter de nood van Israël was, dat het met iedereen, van klein tot groot, afgelopen was en dat er niemand was die Israël te hulp kwam.   [26] De HEER had namelijk gezien hoe bitter* de Israëlieten, van hoog tot laag, te lijden hadden en dat er niemand was die hun te hulp kwam.   26 Want gezien had de ENE dat Israëls ellende zeer bitter was, het was niets met de slaaf en niets met de vrije, en Israël had geen helper.  26. Car Yahvé avait vu la très amère détresse d'Israël, plus de liés ni de libres et personne pour secourir Israël.  

King James Bible . [26] For the LORD saw the affliction of Israel, that it was very bitter: for there was not any shut up, nor any left, nor any helper for Israel.
Luther-Bibel . 26 Denn der HERR sah den bitteren Jammer Israels an, dass sie allesamt dahin waren und kein Helfer in Israel war.

Tekstuitleg van 2 K 14,26 .

5. zelfst. naamw. `ânî (ellende, lijden, verdrukking , nederigheid) . Zie ´ânî ((arm, ellendig, deemoedig) . Taalgebruik in Tenakh : `ânî (arm, ellendig, deemoedig) . Getalwaarde : ajin = 16 of 70 , nun = 14 of 50 , jod = 10 ; totaal : 40 (2³ X 5; som van de factoren: 13) of 130 (2 X 5 X 13 OF 5 X 26) . Structuur : 7 - 5 - 1 . Tenakh (50) . Pentateuch (5) . Eerdere Profeten (2) . Latere Profeten (7) . 12 Kleine Profeten (3) . Geschriften (33) .

4. - 5. acc. + zelfst. naamw. ´èth `â:nî (ellende) . Tenakh (3) : (1) Ex 3,7 . (2) 2 K 14,26 . (3) Neh 9,9 .

2 K 14,27 - 2 K 14,27 . Jerobeam II van Israël - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- 2 K (2 Koningen) -- 2 K 14 -- 2 K 14,1-22 -- 2 K 14,23-29 -- 2 K 14,23 - 2 K 14,24 - 2 K 14,25 - 2 K 14,26 - 2 K 14,27 - 2 K 14,28 - 2 K 14,29 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
27kai ouk elalèsen kurios exaleipsai to sperma israèl upokatôthen tou ouranou kai esôsen autous dia cheiros ieroboam uiou iôas  27 nec locutus est Dominus ut deleret nomen Israhel sub caelo sed salvavit eos in manu Hieroboam filii Ioas     27 En de HEERE had niet gesproken, dat Hij den naam van Israël van onder den hemel verdelgen zou; maar Hij verloste hen door de hand van Jerobeam, den zoon van Joas.   [27] En omdat de heer nog niet besloten had om de naam van Israël van de aarde weg te vagen, bracht Hij redding door Jerobeam, de zoon van Joas.   [27] En omdat hij had besloten om de herinnering aan Israël op aarde niet uit te wissen, liet hij hen door Jerobeam, de zoon van Joas, bevrijden.   27 Maar de ENE had niet uitgesproken dat hij de naam van Israël zou uitwissen van onder de hemelen,– en heeft bevrijding gebracht door de hand van Jerobeam, zoon van Joasj.   27. Yahvé n'avait pas décidé d'effacer le nom d'Israël de dessous le ciel et il le sauva par les mains de Jéroboam fils de Joas.  

King James Bible . [27] And the LORD said not that he would blot out the name of Israel from under heaven: but he saved them by the hand of Jeroboam the son of Joash.
Luther-Bibel . 27 Und der HERR hatte nicht gesagt, dass er den Namen Israels austilgen wollte unter dem Himmel, und errettete sie durch Jerobeam, den Sohn des Joasch.

Tekstuitleg van 2 K 14,27 .

12. jârâbhë`âm (Jerobeam) . Taalgebruik in Tenakh : jârâbhë`âm (Jerobeam) . Getalwaarde : jod = 10 , resj = 20 of 200 , beth = 2 , ajin = 16 of 70 , mem = 13 of 40 ; totaal : 61 (priemgetal) OF 322 (2 X 7 X 23) . Tenakh (83) . Eerdere Profeten (62) . Latere Profeten (0) . 1 K (41) . 2 K (21) : (1) 2 K 3,3 . (2) 2 K 9,9 . (3) 2 K 10,29 . (4) 2 K 10,31 . (5) 2 K 13,2 . (6) 2 K 13,6 . (7) 2 K 13,11 . (8) 2 K 14,16 . (9) 2 K 14,23 . (10) 2 K 14,24 . (11) 2 K 14,27 . (12) 2 K 14,28 . (13) 2 K 14,29 . (14) 2 K 15,8 . (15) 2 K 15,9 . (16) 2 K 15,18 . (17) 2 K 15,24 . (18) 2 K 15,28 . (19) 2 K 17,21 . (20) 2 K 17,22 . (21) 2 K 23,15 . In 2 K 14,27 gaat het om Jerobeam II .

2 K 14,28 - 2 K 14,28 . Jerobeam II van Israël - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- 2 K (2 Koningen) -- 2 K 14 -- 2 K 14,1-22 -- 2 K 14,23-29 -- 2 K 14,23 - 2 K 14,24 - 2 K 14,25 - 2 K 14,26 - 2 K 14,27 - 2 K 14,28 - 2 K 14,29 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
28kai ta loipa tôn logôn ieroboam kai panta osa epoièsen kai ai dunasteiai autou osa epolemèsen kai osa epestrepsen tèn damaskon kai tèn aimath tô iouda en israèl ouchi tauta gegrammena epi bibliô logôn tôn èmerôn tois basileusin israèl  28 reliqua autem sermonum Hieroboam et universa quae fecit et fortitudo eius qua proeliatus est et quomodo restituit Damascum et Emath Iudae in Israhel nonne haec scripta sunt in libro sermonum dierum regum Israhel     28 Het overige nu der geschiedenissen van Jerobeam, en al wat hij gedaan heeft, en zijn macht, hoe hij gekrijgd heeft, en hoe hij Damaskus en Hamath, tot Juda behorende, aan Israël wedergebracht heeft, zijn die niet geschreven in het boek der kronieken der koningen van Israël?   [28] Verdere bijzonderheden over Jerobeam, zijn daden en krijgsverrichtingen, en hoe hij Damascus en Hamat weer onder Israël bracht, staan opgetekend in de annalen van de koningen van Israël.   [28] Verdere bijzonderheden over Jerobeam en over de overwinningen die hij behaalde toen hij Damascus en Hamat, die vroeger aan Juda behoorden, heroverde en weer inlijfde bij Israël, zijn opgetekend in de kronieken van de koningen van Israël.   28 Het overige van de woorden over Jerobeam, al wat hij heeft gedaan, en zijn heldhaftigheid waarmee hij oorlog heeft gevoerd en waarin hij Damascus en Chamat van Juda heeft laten terugkeren in Israël,– staan die niet geschreven op de boekrol van de verwoordingen der dagen van de koningen van Israël?   28. Le reste de l'histoire de Jéroboam, tout ce qu'il a fait et ses exploits, comment il guerroya et comment il fit revenir Damas et Hamat à Juda et à Israël, cela n'est-il pas écrit au livre des Annales des rois d'Israël?  

King James Bible . [28] Now the rest of the acts of Jeroboam, and all that he did, and his might, how he warred, and how he recovered Damascus, and Hamath, which belonged to Judah, for Israel, are they not written in the book of the chronicles of the kings of Israel?
Luther-Bibel . 28 Was aber mehr von Jerobeam zu sagen ist und alles, was er getan hat, und seine tapferen Taten, wie er gekämpft hat und wie er Damaskus und Hamat wieder an Israel gebracht hat, siehe, das steht geschrieben in der Chronik der Könige von Israel.

Tekstuitleg van 2 K 14,28 .

3. jârâbhë`âm (Jerobeam) . Taalgebruik in Tenakh : jârâbhë`âm (Jerobeam) . Getalwaarde : jod = 10 , resj = 20 of 200 , beth = 2 , ajin = 16 of 70 , mem = 13 of 40 ; totaal : 61 (priemgetal) OF 322 (2 X 7 X 23) . Tenakh (83) . Eerdere Profeten (62) . Latere Profeten (0) . 1 K (41) . 2 K (21) : (1) 2 K 3,3 . (2) 2 K 9,9 . (3) 2 K 10,29 . (4) 2 K 10,31 . (5) 2 K 13,2 . (6) 2 K 13,6 . (7) 2 K 13,11 . (8) 2 K 14,16 . (9) 2 K 14,23 . (10) 2 K 14,24 . (11) 2 K 14,27 . (12) 2 K 14,28 . (13) 2 K 14,29 . (14) 2 K 15,8 . (15) 2 K 15,9 . (16) 2 K 15,18 . (17) 2 K 15,24 . (18) 2 K 15,28 . (19) 2 K 17,21 . (20) 2 K 17,22 . (21) 2 K 23,15 . In 2 K 14,28 gaat het om Jerobeam II .

2 K 14,29 - 2 K 14,29 . Jerobeam II van Israël - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- 2 K (2 Koningen) -- 2 K 14 -- 2 K 14,1-22 -- 2 K 14,23-29 -- 2 K 14,23 - 2 K 14,24 - 2 K 14,25 - 2 K 14,26 - 2 K 14,27 - 2 K 14,28 - 2 K 14,29 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
29kai ekoimèthè ieroboam meta tôn paterôn autou meta basileôn israèl kai ebasileusen azarias uios amessiou anti tou patros autou   29 dormivitque Hieroboam cum patribus suis regibus Israhel et regnavit Zaccharias filius eius pro eo     29 En Jerobeam ontsliep met zijn vaderen, met de koningen van Israël; en zijn zoon Zacharia werd koning in zijn plaats.   [29] Jerobeam ging bij zijn vaderen rusten, de koningen van Israël, en zijn zoon Zekarja volgde hem op.  [29] Toen hij bij zijn voorouders, de koningen van Israël, te ruste ging, volgde zijn zoon Zecharja hem op.  29 Jerobeam legt zich neer bij zijn vaderen, bij de koningen van Israël; zijn zoon Zecharja wordt koning in zijn plaats. •  29. Jéroboam se coucha avec ses pères. On l'enterra à Samarie auprès des rois d'Israël et son fils Zacharie régna à sa place.  

King James Bible . [29] And Jeroboam slept with his fathers, even with the kings of Israel; and Zachariah his son reigned in his stead.
Luther-Bibel . 29 Und Jerobeam legte sich zu seinen Vätern, den Königen von Israel. Und sein Sohn Secharja wurde König an seiner statt.

Tekstuitleg van 2 K 14,29 .

2. jârâbhë`âm (Jerobeam) . Taalgebruik in Tenakh : jârâbhë`âm (Jerobeam) . Getalwaarde : jod = 10 , resj = 20 of 200 , beth = 2 , ajin = 16 of 70 , mem = 13 of 40 ; totaal : 61 (priemgetal) OF 322 (2 X 7 X 23) . Tenakh (83) . Eerdere Profeten (62) . Latere Profeten (0) . 1 K (41) . 2 K (21) : (1) 2 K 3,3 . (2) 2 K 9,9 . (3) 2 K 10,29 . (4) 2 K 10,31 . (5) 2 K 13,2 . (6) 2 K 13,6 . (7) 2 K 13,11 . (8) 2 K 14,16 . (9) 2 K 14,23 . (10) 2 K 14,24 . (11) 2 K 14,27 . (12) 2 K 14,28 . (13) 2 K 14,29 . (14) 2 K 15,8 . (15) 2 K 15,9 . (16) 2 K 15,18 . (17) 2 K 15,24 . (18) 2 K 15,28 . (19) 2 K 17,21 . (20) 2 K 17,22 . (21) 2 K 23,15 . In 2 K 14,29 gaat het om Jerobeam II .


LXX

1en etei deuterô tô iôas uiô iôachas basilei israèl kai ebasileusen amessias uios iôas basileus iouda2uios eikosi kai pente etôn èn en tô basileuein auton kai eikosi kai ennea etè ebasileusen en ierousalèm kai onoma tès mètros autou iôadin ex ierousalèm3kai epoièsen to euthes en ofthalmois kuriou plèn ouch ôs dauid o patèr autou kata panta osa epoièsen iôas o patèr autou epoièsen4plèn ta upsèla ouk exèren eti o laos ethusiazen kai ethumiôn en tois upsèlois5kai egeneto ote katischusen è basileia en cheiri autou kai epataxen tous doulous autou tous pataxantas ton patera autou6kai tous uious tôn pataxantôn ouk ethanatôsen kathôs gegraptai en bibliô nomôn môusè ôs eneteilato kurios legôn ouk apothanountai pateres uper uiôn kai uioi ouk apothanountai uper paterôn oti all' è ekastos en tais amartiais autou apothaneitai7autos epataxen ton edôm en gaimele deka chiliadas kai sunelabe tèn petran en tô polemô kai ekalesen to onoma autès kathoèl eôs tès èmeras tautès8tote apesteilen amessias aggelous pros iôas uion iôachas uiou iou basileôs israèl legôn deuro ofthômen prosôpois9kai apesteilen iôas basileus israèl pros amessian basilea iouda legôn o akan o en tô libanô apesteilen pros tèn kedron tèn en tô libanô legôn dos tèn thugatera sou tô uiô mou eis gunaika kai dièlthon ta thèria tou agrou ta en tô libanô kai sunepatèsan ton akana10tuptôn epataxas tèn idoumaian kai epèren se è kardia sou endoxasthèti kathèmenos en tô oikô sou kai ina ti erizeis en kakia sou kai pesè su kai ioudas meta sou11kai ouk èkousen amessias kai anebè o basileus israèl kai ôfthèsan prosôpois autos kai amessias basileus iouda en baithsamus tè tou iouda12kai eptaisen ioudas apo prosôpou israèl kai efugen anèr eis to skènôma autou13kai ton amessian uion iôas uiou ochoziou basilea iouda sunelaben iôas uios iôachas basileus israèl en baithsamus kai èlthen eis ierousalèm kai katheilen en tô teichei ierousalèm en tè pulè efraim eôs pulès tès gônias tetrakosious pècheis14kai elaben to chrusion kai to argurion kai panta ta skeuè ta eurethenta en oikô kuriou kai en thèsaurois oikou tou basileôs kai tous uious tôn summixeôn kai apestrepsen eis samareian15kai ta loipa tôn logôn iôas osa epoièsen en dunasteia autou a epolemèsen meta amessiou basileôs iouda ouchi tauta gegrammena epi bibliô logôn tôn èmerôn tois basileusin israèl16kai ekoimèthè iôas meta tôn paterôn autou kai etafè en samareia meta tôn basileôn israèl kai ebasileusen ieroboam uios autou ant' autou17kai ezèsen amessias uios iôas basileus iouda meta to apothanein iôas uion iôachas basilea israèl pentekaideka etè18kai ta loipa tôn logôn amessiou kai panta a epoièsen ouchi tauta gegrammena epi bibliô logôn tôn èmerôn tois basileusin iouda19kai sunestrafèsan ep' auton sustremma en ierousalèm kai efugen eis lachis kai apesteilan opisô autou eis lachis kai ethanatôsan auton ekei20kai èran auton ef' ippôn kai etafè en ierousalèm meta tôn paterôn autou en polei dauid21kai elaben pas o laos iouda ton azarian kai autos uios ekkaideka etôn kai ebasileusan auton anti tou patros autou amessiou22autos ôkodomèsen tèn ailôth kai epestrepsen autèn tô iouda meta to koimèthènai ton basilea meta tôn paterôn autou23en etei pentekaidekatô tou amessiou uiou iôas basileôs iouda ebasileusen ieroboam uios iôas epi israèl en samareia tessarakonta kai en etos24kai epoièsen to ponèron enôpion kuriou ouk apestè apo pasôn amartiôn ieroboam uiou nabat os exèmarten ton israèl25autos apestèsen to orion israèl apo eisodou aimath eôs tès thalassès tès araba kata to rèma kuriou theou israèl o elalèsen en cheiri doulou autou iôna uiou amathi tou profètou tou ek gethchober26oti eiden kurios tèn tapeinôsin israèl pikran sfodra kai oligostous sunechomenous kai espanismenous kai egkataleleimmenous kai ouk èn o boèthôn tô israèl27kai ouk elalèsen kurios exaleipsai to sperma israèl upokatôthen tou ouranou kai esôsen autous dia cheiros ieroboam uiou iôas28kai ta loipa tôn logôn ieroboam kai panta osa epoièsen kai ai dunasteiai autou osa epolemèsen kai osa epestrepsen tèn damaskon kai tèn aimath tô iouda en israèl ouchi tauta gegrammena epi bibliô logôn tôn èmerôn tois basileusin israèl29kai ekoimèthè ieroboam meta tôn paterôn autou meta basileôn israèl kai ebasileusen azarias uios amessiou anti tou patros autou


VULGAAT

1 anno secundo Ioas filii Ioachaz regis Israhel regnavit Amasias filius Ioas regis Iuda 2 viginti quinque annorum erat cum regnare coepisset viginti autem et novem annis regnavit in Hierusalem nomen matris eius Ioaden de Hierusalem 3 et fecit rectum coram Domino verumtamen non ut David pater eius iuxta omnia quae fecit Ioas pater suus fecit 4 nisi hoc tantum quod excelsa non abstulit adhuc enim populus immolabat et adolebat in excelsis 5 cumque obtinuisset regnum percussit servos suos qui interfecerant regem patrem suum 6 filios autem eorum qui occiderant non occidit iuxta quod scriptum est in libro legis Mosi sicut praecepit Dominus dicens non morientur patres pro filiis neque filii morientur pro patribus sed unusquisque in peccato suo morietur 7 ipse percussit Edom in valle Salinarum decem milia et adprehendit Petram in proelio vocavitque nomen eius Iecethel usque in praesentem diem 8 tunc misit Amasias nuntios ad Ioas filium Ioachaz filii Hieu regis Israhel dicens veni et videamus nos 9 remisitque Ioas rex Israhel ad Amasiam regem Iuda dicens carduus Libani misit ad cedrum quae est in Libano dicens da filiam tuam filio meo uxorem transieruntque bestiae saltus quae sunt in Libano et conculcaverunt carduum 10 percutiens invaluisti super Edom et sublevavit te cor tuum contentus esto gloria et sede in domo tua quare provocas malum ut cadas tu et Iuda tecum 11 et non adquievit Amasias ascenditque Ioas rex Israhel et viderunt se ipse et Amasias rex Iuda in Bethsames oppido Iudae 12 percussusque est Iuda coram Israhel et fugerunt unusquisque in tabernacula sua 13 Amasiam vero regem Iuda filium Ioas filii Ahaziae cepit Ioas rex Israhel in Bethsames et adduxit eum in Hierusalem et interrupit murum Hierusalem a porta Ephraim usque ad portam Anguli quadringentis cubitis 14 tulitque omne aurum et argentum et universa vasa quae inventa sunt in domo Domini et in thesauris regis et obsides et reversus est Samariam 15 reliqua autem verborum Ioas quae fecit et fortitudo eius qua pugnavit contra Amasiam regem Iuda nonne haec scripta sunt in libro sermonum dierum regum Israhel 16 dormivitque Ioas cum patribus suis et sepultus est in Samaria cum regibus Israhel et regnavit Hieroboam filius eius pro eo 17 vixit autem Amasias filius Ioas rex Iuda postquam mortuus est Ioas filius Ioachaz regis Israhel viginti quinque annis 18 reliqua autem sermonum Amasiae nonne haec scripta sunt in libro sermonum dierum regum Iuda 19 factaque est contra eum coniuratio in Hierusalem at ille fugit in Lachis miseruntque post eum in Lachis et interfecerunt eum ibi 20 et asportaverunt in equis sepultusque est in Hierusalem cum patribus suis in civitate David 21 tulit autem universus populus Iudae Azariam annos natum sedecim et constituerunt eum regem pro patre eius Amasia 22 ipse aedificavit Ahilam et restituit eam Iudae postquam dormivit rex cum patribus suis 23 anno quintodecimo Amasiae filii Ioas regis Iuda regnavit Hieroboam filius Ioas regis Israhel in Samaria quadraginta et uno anno 24 et fecit quod malum est coram Domino non recessit ab omnibus peccatis Hieroboam filii Nabath qui peccare fecit Israhel 25 ipse restituit terminos Israhel ab introitu Emath usque ad mare Solitudinis iuxta sermonem Domini Dei Israhel quem locutus est per servum suum Ionam filium Amathi prophetam qui erat de Geth quae est in Opher 26 vidit enim Dominus adflictionem Israhel amaram nimis et quod consumpti essent usque ad clausos carcere et extremos et non esset qui auxiliaretur Israhel 27 nec locutus est Dominus ut deleret nomen Israhel sub caelo sed salvavit eos in manu Hieroboam filii Ioas 28 reliqua autem sermonum Hieroboam et universa quae fecit et fortitudo eius qua proeliatus est et quomodo restituit Damascum et Emath Iudae in Israhel nonne haec scripta sunt in libro sermonum dierum regum Israhel 29 dormivitque Hieroboam cum patribus suis regibus Israhel et regnavit Zaccharias filius eius pro eo