2 KONINGEN 20 - 2 K 20 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- 2 K (2 Koningen) -- 2 K 20 -
- 2 K 20,1-11 -- 2 K 20,12-21 -
- 2 K 20 maakt deel uit van 2 K 18 - 2 K 19 - 2 K 20 over de regeerperiode van Hizkia , 12de koning van het Zuiden . Jeruzalem wordt bezet . Bij een bezoek van gezanten uit Babel liet de zieke Hizkia al zijn rijkdommen zien . Daarop voorspelt de profeet Jesaja dat al die rijkdom ooit naar Babel zal weggevoerd worden . In 2 K 19,35-37 breekt het leger het beleg van Jeruzalem op en keert het leger naar Assur terug . In 2 K 20,1-11 wordt over de ziekte van koning Hizkia verteld , in 2 K 20,12-21 over het bezoek van de gezanten van Babel aan koning Hizkia .

- Bibliografie - Literatuur - Liturgisch gebruik - Overzicht bijbelboeken - Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken - Overzicht van deze website

- bijbelverwijzingen - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z -

Overzicht van Tenakh : Tenakh : overzicht , Tenakh : taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Tenakh : commentaar ,
Overzicht van Septuaginta
: Septuaginta : overzicht , Septuaginta : taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Septuaginta : commentaar ,
Overzicht N.T.
: N.T. : overzicht , N.T. : taalgebruik - N.T. A - N.T. B - N.T. C - N.T. D - N.T. E - N.T. F - N.T. G - N.T. H - N.T. I - N.T. J - N.T. K - N.T. L - N.T. M - N.T. N - N.T. O - N.T. P - N.T. Q - N.T. R - N.T. S - N.T. T - N.T. U - N.T. V - N.T. W - N.T. X - N.T. Y - N.T. Z - N.T. : commentaar .

Overzicht van 2 Koningen : - 2 K 1 - 2 K 2 - 2 K 3 - 2 K 4 - 2 K 5 - 2 K 6 - 2 K 7 - 2 K 8 - 2 K 9 - 2 K 10 - 2 K 11 - 2 K 12 - 2 K 13 - 2 K 14 - 2 K 15 - 2 K 16 - 2 K 17 - 2 K 18 - 2 K 19 - 2 K 20 - 2 K 21 - 2 K 22 - 2 K 23 - 2 K 24 - 2 K 25 -

- 2 K 20,1 - 2 K 20,2 - 2 K 20,3 - 2 K 20,4 - 2 K 20,5 - 2 K 20,6 - 2 K 20,7 - 2 K 20,8 - 2 K 20,9 - 2 K 20,10 - 2 K 20,11 - 2 K 20,12 - 2 K 20,13 - 2 K 20,14 - 2 K 20,15 - 2 K 20,16 - 2 K 20,17 - 2 K 20,18 - 2 K 20,19 - 2 K 20,20 - 2 K 20,21 -

- 2 K Taalgebruik A - 2 K Taalgebruik B - 2 K Taalgebruik C - 2 K Taalgebruik D - 2 K Taalgebruik E - 2 K Taalgebruik F - 2 K Taalgebruik G - 2 K Taalgebruik H - 2 K Taalgebruik I - 2 K Taalgebruik J - 2 K Taalgebruik K - 2 K Taalgebruik L - 2 K Taalgebruik M - 2 K Taalgebruik N - 2 K Taalgebruik O - 2 K Taalgebruik P - 2 K Taalgebruik Q - 2 K Taalgebruik R - 2 K Taalgebruik S - 2 K Taalgebruik T - 2 K Taalgebruik U - 2 K Taalgebruik V - 2 K Taalgebruik W - 2 K Taalgebruik X -2 K Taalgebruik Y - 2 K Taalgebruik Z -


Religie.opzijnbest.nl
ZOEKEN OP DEZE WEBSITE
PicoSearch
  Hulp
Verzorgd door PicoSearch
     
 
             
1. LXX , Griekse tekst N.T.   2. Vulgata   3. Synopsis Denaux - Vervenne  4. Statenvertaling   5. Willibrordvertaling   6. Nieuwe Vertaling   7. Naardense vertaling , zie
8. Bible de Jérusalem 9. Statenvertaling   10. King James Bible   - King James Bible 11. Luther-Bibel    

WEDERKERIGHEID (DIVERSITEIT - VICE VERSA) . Meer info : Arseen De Kesel . Email: arseen.de.kesel@pandora.be .
websitenamen : http://users.telenet.be/arseen.de.kesel/ en http://www.interlevensbeschouwelijk.be/index.htm
- STARTPAGINA - AGENDA - BIJ DE HAND - NIEUW - OVERZICHT -  TIJDSCHRIFTEN -
ALFABETISCH OVERZICHT VAN THEMA'S EN WEBSITES :
- A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z
HOOFDTHEMA'S : allochtonen , armoede , bahá'í ,  bezinningsteksten , bijbel , bijbel en koran , boeddhisme , christendom , extreemrechts ( Vlaams Blok ) , fundamentalisme , getallen , globalisering en antiglobalisering ,  hindoeïsme , interlevensbeschouwelijke dialoog , interreligieuze meditatie , islam , jodendom , koran , levensbeschouwing , levensbeschouwing / godsdienst en onderwijs , racisme , samenleving , sikhisme , spiritualiteit , tewerkstelling van allochtonen , vluchtelingen en asielzoekers , vrijzinnigheid , witte scholen , multiculturele scholen en concentratiescholen , Eigen-zinnige beschouwingen , Het kleine of grote ongenoegen

Woordenschat

Bibliografie
Literatuur
Liturgisch gebruik

Overzicht van de bijbelboeken

- OT : Gn (Genesis) , Ex (Exodus) , Lv (Leviticus) , Nu (Numeri) , Dt (Deuteronomium) , Joz (Jozua) , Re (Rechters) , Rt (Ruth) , 1 S (1 Samuël) , 2 S (2 Samuël) , 1 K (1 Koningen) , 2 K (2 Koningen) , 1 Kr ( 1 Kronieken) , 2 Kr (2 Kronieken) , Ezr (Ezra) , Neh (Nehemia) , Tob (Tobia) , Jdt (Judith) , Est (Esther) , 1 Mak (1 Makkabeeën) , 2 Mak (2 Makkabeeën) , Job , Ps (Psalmen ) , Spr (Spreuken) , Pr (Prediker) , Hl (Hooglied) , W (Wijsheid) , Sir (Sirach) , Js (Jesaja) , Jr (Jeremia) , Kl (Klaagliederen) , Bar (Baruch) , Ez (Ezechiël) , Da (Daniël) , Hos (Hosea) , Jl (Joël) , Am (Amos) , Ob (Obadja) , Jon (Jona) , Mi (Micha) , Nah (Nahum) , Hab (Habakuk) , Sef (Sefanja) , Hag (Haggai) , Zach (Zacharia) , Mal (Maleachi) .
- NT : Mt (Matteüs) - Mc (Marcus) - Lc (Lucas) - Joh (Johannes) - Hnd (Handelingen) , Rom (Rome) , 1 Kor (Korinte) , 2 Kor (Korinte) , Gal (Galatië) , Ef (Efese) , Fil (Filippi) , Kol (Kolosse) , 1 Tes (Tessalonika) , 2 Tes (Tessalonika) , 1 Tim (Timoteüs) , 2 Tim (Timoteüs) , Tit (Titus) , Film (Filemon) , Heb (Hebreeën) , Jak (Jakobus) , 1 Pe (Petrus) , 2 Pe (Petrus) , 1 Joh (Johannes) , 2 Joh (Johannes) , 2 Joh (Johannes) , Jud (Judas) , Apk (Apokalyps) .
Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken : - bibliografie bijbel - bibliografie van het Oude Testament - bibliografie Matteüsevangelie - bibliografie Marcusevangelie - bibliografie Lucasevangelie - bibliografie van het Johannesevangelie - bibliografie van het Nieuwe Testament (behalve evangeliën)


- 2 K 20,1-11 . Ziekte van Hizkia - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- 2 K (2 Koningen) -- 2 K 20 -- 2 K 20,1-11 -- 2 K 20,12-21 -- 2 K 20,1 - 2 K 20,2 - 2 K 20,3 - 2 K 20,4 - 2 K 20,5 - 2 K 20,6 - 2 K 20,7 - 2 K 20,8 - 2 K 20,9 - 2 K 20,10 - 2 K 20,11 -

2 K 20,1 - 2 K 20,1 . Ziekte van Hizkia - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- 2 K (2 Koningen) -- 2 K 20 -- 2 K 20,1-11 -- 2 K 20,12-21 -- 2 K 20,1 - 2 K 20,2 - 2 K 20,3 - 2 K 20,4 - 2 K 20,5 - 2 K 20,6 - 2 K 20,7 - 2 K 20,8 - 2 K 20,9 - 2 K 20,10 - 2 K 20,11 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
1 en tais èmerais ekeinais èrrôstèsen ezekias eis thanaton kai eisèlthen pros auton èsaias uios amôs o profètès kai eipen pros auton tade legei kurios enteilai tô oikô sou oti apothnèskeis su kai ou zèsè  1 in diebus illis aegrotavit Ezechias usque ad mortem et venit ad eum Esaias filius Amos prophetes dixitque ei haec dicit Dominus Deus praecipe domui tuae morieris enim et non vives     In die dagen werd Hizkia krank tot stervens toe; en de profeet Jesaja, de zoon van Amoz, kwam tot hem, en zeide tot hem: Zo zegt de HEERE: Geef bevel aan uw huis, want gij zult sterven, en niet leven.   [1] In die dagen werd Hizkia dodelijk ziek. De profeet Jesaja, de zoon van Amos, ging naar hem toe en zei tegen hem: ‘Zo spreekt de heer: Zorg dat uw huis op orde komt want u gaat sterven en zult niet langer in leven blijven.’   [1] Omstreeks dezelfde tijd werd Hizkia dodelijk ziek. De profeet Jesaja, de zoon van Amos, kwam naar hem toe en zei: ‘Dit zegt de HEER: Maak je laatste wilsbeschikking op, want je sterft. Je zult niet meer beter worden.’   1 ¶ In die dagen is Chizkiahoe dodelijk ziek geworden; bij hem komt binnen: Jesaja, de zoon van Amots, de profeet; hij zegt tot hem: zó heeft gezegd de ENE: gebied over je huis, want je gaat sterven, je zult niet langer leven!  1. En ces jours-là, Ezéchias fut atteint d'une maladie mortelle. Le prophète Isaïe, fils d'Amoç, vint lui dire : «Ainsi parle Yahvé. Mets ordre à ta maison, car tu vas mourir, tu ne vivras pas.»  

King James Bible . [1] In those days was Hezekiah sick unto death. And the prophet Isaiah the son of Amoz came to him, and said unto him, Thus saith the LORD, Set thine house in order; for thou shalt die, and not live.
Luther-Bibel . 20 1 Zu dieser Zeit wurde Hiskia todkrank. Und der Prophet Jesaja, der Sohn des Amoz, kam zu ihm und sprach zu ihm: So spricht der HERR: Bestelle dein Haus, denn du wirst sterben und nicht am Leben bleiben.

Tekstuitleg van 2 K 20,1 .

8. jësja`ëjâhû (Jesaja) < jësja` (redding) + jâhû (JHWH) = redding is JHWH / JHWH is redding . Profeet (rond 740) . Taalgebruik in Tenakh : jësja`ëjâhû (Jesaja) . Getalwaarde : jod = 10 , sjin = 21 of 300 , ajin = 16 of 70 , he = 5 , waw = 6 ; totaal : 68 (2² X 17) OF 401 (priemgetal) . Structuur : 1 - 3 - 7 - 1 - 5 - 6 . Tenakh (32) . Js (16) : (1) Js 1,1 . (2) Js 2,1 . (3) Js 7,3 . (4) Js 13,1 . (5) Js 20,2 . (6) Js 20,3 . (7) Js 37,2 . (8) Js 37,5 . (9) Js 37,6 . (10) Js 37,21 . (11) Js 38,1 . (12) Js 38,4 . (13) Js 38,21 . (14) Js 39,3 . (15) Js 39,5 . (16) Js 39,8 . Andere boeken (16) : (1) 2 K 19,2 . (2) 2 K 19,5 . (3) 2 K 19,6 . (4) 2 K 19,20 . (5) 2 K 20,1 . (6) 2 K 20,4 . (7) 2 K 20,7 . (8) 2 K 20,8 . (9) 2 K 20,9 . (10) 2 K 20,11 . (11) 2 K 20,14 . (12) 2 K 20,16 . (13) 2 K 20,19 . (14) 1 Kr 25,15 . (15) 2 Kr 26,22 . (16) 2 Kr 32,32 .
Een vorm van jâsja` (redden, bevrijden, verlossen) in Js (20) , van jesja` / jèsja` (hulp, heil, redding) in Js (5) , van jësjû`âh / jësjû`âthâh (redding, verlossing) in Js (18) .

11. ´âmôts (Amos) . Taalgebruik in Tenakh : âmôts (Amos) . Getalwaarde : aleph = 1 , mem = 13 of 40 , waw = 6 , tsade = 18 of 90 ; totaal : 38 (2 X 19) OF 137 (priemgetal) . Structuur : 1 - 4 - 6 - 9 . Tenakh (13) : (1) 2 K 19,2 . (2) 2 K 19,20 . (3) 2 K 20,1 . (4) Js 1,1 . (5) Js 2,1 . (6) Js 13,1 . (7) Js 20,2 . (8) Js 37,2 . (9) Js 37,21 . (10) Js 38,1 . (11) 2 Kr 26,22 . (12) 2 Kr 32,20 . (13) 2 Kr 32,32 . In Js in 7 verzen . De zoon van Amots is de profeet Jesaja (rond 740) .
Zie werkw. ´âmats (sterk, machtig zijn , moedig handelen) . Taalgebruik in Tenakh : ´âmats (sterk, machtig zijn , moedig handelen) . Getalwaarde : aleph = 1 , mem = 13 of 40 , tsade = 18 of 90 ; totaal : 32 (2² X 2³) OF 131 (priemgetal) . Structuur : 1 - 4 - 9 . Een vorm van ´âmats (sterk, machtig zijn , moedig handelen) in Js (3) : (1) Js 35,3 . (2) Js 41,10 . (3) Js 44,14 .
- bijvoegl. naamw. ´âmots (sterk) . Tenakh (1) : Zach 6,3 .
Niet verwarren met `âmôs (Amos) . Taalgebruik in Tenakh : `âmôs (Amos) . Getalwaarde : ajin = 16 of 70 , mem = 13 of 40 , waw = 6 , samech = 15 of 60 ; totaal : 50 (2 X 5²) OF 176 (2² X 2² X 11) . Structuur : 7 - 4 - 6 - 6 .

8. - 11. jësja`ëjâhû hannâbhî´ (Jesaja, de profeet) . Tenakh (4) : (1) 2 K 19,2 . (2) 2 K 20,11 . (3) 2 K 20,14 . (4) Js 39,3 .
- jësja`ëjâhû bèn âmôts (Jesaja , zoon van Amos) . Tenakh (9) : (1) 2 K 19,20 . (2) 2 K 20,1 . (3) Js 1,1 . (4) Js 20,2 . (5) Js 37,2 . (6) Js 37,21 . (7) Js 38,1 . (8) 2 Kr 26,22 . (9) 2 Kr 32,32 .
- hannâbhî´ bèn âmôts (de profeet, zoon van Amos) . Tenakh (1) : 2 K 19,2 .
- bèn âmôts (zoon van Amos) . Tenakh (10) : (1) 2 K 19,20 . (2) 2 K 20,1 . (3) 2 Kr 26,22 . (4) 2 Kr 32,20 . (5) 2 Kr 32,32 . (6) Js 1,1 . (7) Js 20,2 . (8) Js 37,2 . (9) Js 37,21 . (10) Js 38,1 .
- bèn âmôts hannâbhî´ (zoon van Amos, de profeet) . Tenakh : (1) 2 K 20,1 . (2) 2 Kr 26,22 . (3) 2 Kr 32,20 . (4) 2 Kr 32,32 . (5) Js 37,2 . (6) Js 38,1 .

2 K 20,2 - 2 K 20,2 . Ziekte van Hizkia - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- 2 K (2 Koningen) -- 2 K 20 -- 2 K 20,1-11 -- 2 K 20,12-21 -- 2 K 20,1 - 2 K 20,2 - 2 K 20,3 - 2 K 20,4 - 2 K 20,5 - 2 K 20,6 - 2 K 20,7 - 2 K 20,8 - 2 K 20,9 - 2 K 20,10 - 2 K 20,11 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
2kai apestrepsen ezekias to prosôpon autou pros ton toichon kai èuxato pros kurion legôn  2 qui convertit faciem suam ad parietem et oravit Dominum dicens     2 Toen keerde hij zijn aangezicht om naar den wand, en hij bad tot den HEERE, zeggende:   [2] Toen keerde Hizkia zijn gezicht naar de muur en bad tot de heer:   [2] Hizkia draaide zijn gezicht naar de muur en bad tot de HEER:  2 Dan draait hij zijn aanschijn naar de wand; hij bidt tot de ENE en zegt:   2. Ezéchias se tourna vers le mur et fit cette prière à Yahvé  

King James Bible . [2] Then he turned his face to the wall, and prayed unto the LORD, saying,
Luther-Bibel . 2 Er aber wandte sein Antlitz zur Wand und betete zum HERRN und sprach:

Tekstuitleg van 2 K 20,2 .

2 K 20,3 - 2 K 20,3 . Ziekte van Hizkia - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- 2 K (2 Koningen) -- 2 K 20 -- 2 K 20,1-11 -- 2 K 20,12-21 -- 2 K 20,1 - 2 K 20,2 - 2 K 20,3 - 2 K 20,4 - 2 K 20,5 - 2 K 20,6 - 2 K 20,7 - 2 K 20,8 - 2 K 20,9 - 2 K 20,10 - 2 K 20,11 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
3ô dè kurie mnèsthèti dè osa periepatèsa enôpion sou en alètheia kai en kardia plèrei kai to agathon en ofthalmois sou epoièsa kai eklausen ezekias klauthmô megalô  3 obsecro Domine memento quomodo ambulaverim coram te in veritate et in corde perfecto et quod placitum est coram te fecerim flevit itaque Ezechias fletu magno     3 Och, HEERE, gedenk toch, dat ik voor Uw aangezicht in waarheid en met een volkomen hart gewandeld, en wat goed in Uw ogen is, gedaan heb. En Hizkia weende gans zeer.   [3] ‘Ach heer, bedenk toch hoe ik onder uw ogen geleefd heb met een trouw en toegewijd hart en hoe ik gedaan heb wat U behaagt.’ En Hizkia weende luid.   [3] ‘HEER, ik smeek u, neem toch in aanmerking dat ik me altijd oprecht en met heel mijn hart naar uw wil heb gericht en steeds heb gedaan wat goed is in uw ogen.’ Daarbij stortte hij bittere tranen.   3 ach, ENE, gedenk toch dat ik heb gewandeld voor uw aanschijn in trouw en met een hart vol vrede, en wat goed is in uw ogen heb gedaan! En Chizkiahoe weent het uit met groot geween. ••   3. «Ah! Yahvé, souviens-toi, de grâce, que je me suis conduit fidèlement et en toute probité de cœur devant toi, et que j'ai fait ce qui était bien à tes yeux.» Et Ezéchias versa d'abondantes larmes. 

King James Bible . [3] I beseech thee, O LORD, remember now how I have walked before thee in truth and with a perfect heart, and have done that which is good in thy sight. And Hezekiah wept sore.
Luther-Bibel . 3 Ach, HERR, gedenke doch, dass ich vor dir in Treue und mit rechtschaffenem Herzen gewandelt bin und getan habe, was dir wohlgefällt. Und Hiskia weinte sehr.

Tekstuitleg van 2 K 20,3 .

2 K 20,4 - 2 K 20,4 . Ziekte van Hizkia - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- 2 K (2 Koningen) -- 2 K 20 -- 2 K 20,1-11 -- 2 K 20,12-21 -- 2 K 20,1 - 2 K 20,2 - 2 K 20,3 - 2 K 20,4 - 2 K 20,5 - 2 K 20,6 - 2 K 20,7 - 2 K 20,8 - 2 K 20,9 - 2 K 20,10 - 2 K 20,11 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
4kai èn èsaias en tè aulè tè mesè kai rèma kuriou egeneto pros auton legôn  4 et antequam egrederetur Esaias mediam partem atrii factus est sermo Domini ad eum dicens     4 Het gebeurde nu, als Jesaja uit het middelvoorhof nog niet gegaan was, dat het woord des HEEREN tot hem geschiedde, zeggende:   [4] Jesaja had de binnenhof nog niet verlaten of het woord van de heer kwam tot hem:   [4] Toen richtte de HEER zich opnieuw tot Jesaja, die de binnenste hof nog niet verlaten had, en zei: 4 En het geschiedt: Jesaja is nog niet van de binnenhof weggegaan,– als het spreken van de ENE aan hem is geschied en zegt:   4. Isaïe n'était pas encore sorti de la cour centrale que lui parvint la parole de Yahvé  

King James Bible . [4] And it came to pass, afore Isaiah was gone out into the middle court, that the word of the LORD came to him, saying,
Luther-Bibel . 4 Als aber Jesaja noch nicht zum mittleren Hof hinausgegangen war, kam des HERRN Wort zu ihm:

Tekstuitleg van 2 K 20,4 .

2. jësja`ëjâhû (Jesaja) < jësja` (redding) + jâhû (JHWH) = redding is JHWH / JHWH is redding . Profeet (rond 740) . Taalgebruik in Tenakh : jësja`ëjâhû (Jesaja) . Getalwaarde : jod = 10 , sjin = 21 of 300 , ajin = 16 of 70 , he = 5 , waw = 6 ; totaal : 68 (2² X 17) OF 401 (priemgetal) . Structuur : 1 - 3 - 7 - 1 - 5 - 6 . Tenakh (32) . Js (16) : (1) Js 1,1 . (2) Js 2,1 . (3) Js 7,3 . (4) Js 13,1 . (5) Js 20,2 . (6) Js 20,3 . (7) Js 37,2 . (8) Js 37,5 . (9) Js 37,6 . (10) Js 37,21 . (11) Js 38,1 . (12) Js 38,4 . (13) Js 38,21 . (14) Js 39,3 . (15) Js 39,5 . (16) Js 39,8 . Andere boeken (16) : (1) 2 K 19,2 . (2) 2 K 19,5 . (3) 2 K 19,6 . (4) 2 K 19,20 . (5) 2 K 20,1 . (6) 2 K 20,4 . (7) 2 K 20,7 . (8) 2 K 20,8 . (9) 2 K 20,9 . (10) 2 K 20,11 . (11) 2 K 20,14 . (12) 2 K 20,16 . (13) 2 K 20,19 . (14) 1 Kr 25,15 . (15) 2 Kr 26,22 . (16) 2 Kr 32,32 .
Een vorm van jâsja` (redden, bevrijden, verlossen) in Js (20) , van jesja` / jèsja` (hulp, heil, redding) in Js (5) , van jësjû`âh / jësjû`âthâh (redding, verlossing) in Js (18) .

2 K 20,5 - 2 K 20,5 . Ziekte van Hizkia - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- 2 K (2 Koningen) -- 2 K 20 -- 2 K 20,1-11 -- 2 K 20,12-21 -- 2 K 20,1 - 2 K 20,2 - 2 K 20,3 - 2 K 20,4 - 2 K 20,5 - 2 K 20,6 - 2 K 20,7 - 2 K 20,8 - 2 K 20,9 - 2 K 20,10 - 2 K 20,11 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
5epistrepson kai ereis pros ezekian ton ègoumenon tou laou mou tade legei kurios o theos dauid tou patros sou èkousa tès proseuchès sou eidon ta dakrua sou idou egô iasomai se tè èmera tè tritè anabèsè eis oikon kuriou 5 revertere et dic Ezechiae duci populi mei haec dicit Dominus Deus David patris tui audivi orationem tuam vidi lacrimam tuam et ecce sanavi te die tertio ascendes templum Domini    5 Keer weder en zeg tot Hizkia, den voorganger Mijns volks: Zo zegt de HEERE, de God van uw vader David: Ik heb uw gebed gehoord, Ik heb uw tranen gezien; zie, Ik zal u gezond maken; aan den derden dag zult gij opgaan in het huis des HEEREN;  [5] ‘Ga terug en zeg tegen Hizkia, de vorst van mijn volk: “Zo spreekt de heer, de God van uw vader David: Ik heb uw gebed gehoord, Ik heb uw tranen gezien. Welnu, Ik ga u genezen: op de derde dag zult u opgaan naar het huis van de heer.   [5] ‘Ga weer naar binnen en zeg tegen Hizkia, de koning van mijn volk: “Dit zegt de HEER, de God van je voorvader David: Ik heb je gebed gehoord en je tranen gezien. Welnu, ik zal je genezen. Over drie dagen zul je in staat zijn naar mijn tempel te gaan.   5 keer terug, zeggen zul je tot Chizkiahoe, leidsman van zijn gemeente: zó heeft gezegd de ENE, de God van je voorvader David: gehoord heb ik je gebed, gezien heb ik je tranen,– zie, ik breng je genezing, ten derden dage zul je opklimmen naar het huis van de ENE !–   5. «Retourne dire à Ezéchias, chef de mon peuple : Ainsi parle Yahvé, Dieu de ton ancêtre David. J'ai entendu ta prière, j'ai vu tes larmes. Je vais te guérir : dans trois jours, tu monteras au Temple de Yahvé. 

King James Bible . [5] Turn again, and tell Hezekiah the captain of my people, Thus saith the LORD, the God of David thy father, I have heard thy prayer, I have seen thy tears: behold, I will heal thee: on the third day thou shalt go up unto the house of the LORD.
Luther-Bibel . 5 Kehre um und sage Hiskia, dem Fürsten meines Volks: So spricht der HERR, der Gott deines Vaters David: Ich habe dein Gebet gehört und deine Tränen gesehen. Siehe, ich will dich gesund machen – am dritten Tage wirst du hinauf in das Haus des HERRN gehen –,

Tekstuitleg van 2 K 20,5 .

2 K 20,6 - 2 K 20,6 . Ziekte van Hizkia - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- 2 K (2 Koningen) -- 2 K 20 -- 2 K 20,1-11 -- 2 K 20,12-21 -- 2 K 20,1 - 2 K 20,2 - 2 K 20,3 - 2 K 20,4 - 2 K 20,5 - 2 K 20,6 - 2 K 20,7 - 2 K 20,8 - 2 K 20,9 - 2 K 20,10 - 2 K 20,11 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
6kai prosthèsô epi tas èmeras sou pente kai deka etè kai ek cheiros basileôs assuriôn sôsô se kai tèn polin tautèn kai uperaspiô uper tès poleôs tautès di' eme kai dia dauid ton doulon mou  6 et addam diebus tuis quindecim annos sed et de manu regis Assyriorum liberabo te et civitatem hanc et protegam urbem istam propter me et propter David servum meum    6 En Ik zal vijftien jaren tot uw dagen toedoen, en zal u uit de hand des konings van Assyrië verlossen, mitsgaders deze stad; en Ik zal deze stad beschermen om Mijnentwil, en om Mijns knechts Davids wil.   [6] Ik zal aan uw leven vijftien jaren toevoegen; Ik zal u en deze stad uit de greep van de koning van Assur redden en Ik neem deze stad onder mijn hoede, omwille van Mijzelf en omwille van David, mijn dienaar.” ’   [6] Ik geef je nog vijftien jaar te leven, en ik zal jou en deze stad redden uit de handen van de koning van Assyrië. Omwille van mijzelf en omwille van mijn dienaar David zal ik deze stad beschermen.”’ 6 toevoegen zal ik aan je dagen vijftien jaar, en uit de greep van Asjoers koning red ik jou en deze stad; als een schild beschut ik deze stad, omwille van mijzelf en omwille van David, mijn dienaar!  6. J'ajouterai quinze années à ta vie, je te délivrerai, toi et cette ville, de la main du roi d'Assyrie, je protégerai cette ville à cause de moi et de mon serviteur David.» 

King James Bible . [6] And I will add unto thy days fifteen years; and I will deliver thee and this city out of the hand of the king of Assyria; and I will defend this city for mine own sake, and for my servant David's sake.
Luther-Bibel . 6 und ich will fünfzehn Jahre zu deinem Leben hinzutun und dich und diese Stadt erretten vor dem König von Assyrien und diese Stadt beschirmen um meinetwillen und um meines Knechtes David willen.

Tekstuitleg van 2 K 20,6 .

2 K 20,7 - 2 K 20,7 . Ziekte van Hizkia - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- 2 K (2 Koningen) -- 2 K 20 -- 2 K 20,1-11 -- 2 K 20,12-21 -- 2 K 20,1 - 2 K 20,2 - 2 K 20,3 - 2 K 20,4 - 2 K 20,5 - 2 K 20,6 - 2 K 20,7 - 2 K 20,8 - 2 K 20,9 - 2 K 20,10 - 2 K 20,11 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
7kai eipen labetôsan palathèn sukôn kai epithetôsan epi to elkos kai ugiasei  7 dixitque Esaias adferte massam ficorum quam cum adtulissent et posuissent super ulcus eius curatus est     7 Daarna zeide Jesaja: Neemt een klomp vijgen; en zij namen ze, en leiden ze op de zweer, en hij werd genezen.  [7] Jesaja gaf opdracht een vijgenkoek* te halen. Zij haalden er een en legden die op het gezwel en Hizkia leefde weer op.   [7] Jesaja beval de dienaren van de koning een plak gedroogde vijgen te nemen. Dat deden ze, en ze legden de vijgen op de ontstoken plek, waarop Hizkia nieuwe krachten kreeg. 7 Dan zegt Jesaja: haalt een klomp vijgen! Ze halen die en leggen hem op de zweer, en hij leeft op.  7. Isaïe dit : «Prenez un pain de figues»; on en prit un, on l'appliqua sur l'ulcère et le roi guérit. 

King James Bible . [7] And Isaiah said, Take a lump of figs. And they took and laid it on the boil, and he recovered.
Luther-Bibel . 7 Und Jesaja sprach: Bringt her ein Pflaster von Feigen! Und als sie das brachten, legten sie es auf das Geschwür und er wurde gesund.

Tekstuitleg van 2 K 20,7 .

2. jësja`ëjâhû (Jesaja) < jësja` (redding) + jâhû (JHWH) = redding is JHWH / JHWH is redding . Profeet (rond 740) . Taalgebruik in Tenakh : jësja`ëjâhû (Jesaja) . Getalwaarde : jod = 10 , sjin = 21 of 300 , ajin = 16 of 70 , he = 5 , waw = 6 ; totaal : 68 (2² X 17) OF 401 (priemgetal) . Structuur : 1 - 3 - 7 - 1 - 5 - 6 . Tenakh (32) . Js (16) : (1) Js 1,1 . (2) Js 2,1 . (3) Js 7,3 . (4) Js 13,1 . (5) Js 20,2 . (6) Js 20,3 . (7) Js 37,2 . (8) Js 37,5 . (9) Js 37,6 . (10) Js 37,21 . (11) Js 38,1 . (12) Js 38,4 . (13) Js 38,21 . (14) Js 39,3 . (15) Js 39,5 . (16) Js 39,8 . Andere boeken (16) : (1) 2 K 19,2 . (2) 2 K 19,5 . (3) 2 K 19,6 . (4) 2 K 19,20 . (5) 2 K 20,1 . (6) 2 K 20,4 . (7) 2 K 20,7 . (8) 2 K 20,8 . (9) 2 K 20,9 . (10) 2 K 20,11 . (11) 2 K 20,14 . (12) 2 K 20,16 . (13) 2 K 20,19 . (14) 1 Kr 25,15 . (15) 2 Kr 26,22 . (16) 2 Kr 32,32 .
Een vorm van jâsja` (redden, bevrijden, verlossen) in Js (20) , van jesja` / jèsja` (hulp, heil, redding) in Js (5) , van jësjû`âh / jësjû`âthâh (redding, verlossing) in Js (18) .

2 K 20,8 - 2 K 20,8 . Ziekte van Hizkia - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- 2 K (2 Koningen) -- 2 K 20 -- 2 K 20,1-11 -- 2 K 20,12-21 -- 2 K 20,1 - 2 K 20,2 - 2 K 20,3 - 2 K 20,4 - 2 K 20,5 - 2 K 20,6 - 2 K 20,7 - 2 K 20,8 - 2 K 20,9 - 2 K 20,10 - 2 K 20,11 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
8kai eipen ezekias pros èsaian ti to sèmeion oti iasetai me kurios kai anabèsomai eis oikon kuriou tè èmera tè tritè  8 dixerat autem Ezechias ad Esaiam quod erit signum quia Dominus me sanabit et quia ascensurus sum die tertio templum Domini     8 Hizkia nu had gezegd tot Jesaja: Welk is het teken, dat de HEERE mij gezond maken zal, en dat ik den derden dag in des HEEREN huis zal opgaan?  [8] Hij vroeg aan Jesaja: ‘Aan welk teken zal ik kunnen zien dat de heer mij zal genezen en dat ik op de derde dag zal opgaan naar het huis van de heer?’   [8] Hij vroeg aan Jesaja: ‘Krijg ik van de HEER ook een teken dat hij me zal genezen en ik over drie dagen naar de tempel zal kunnen gaan?’ 8 Chizkiahoe zegt tot Jesaja: wat is het teken dat de ENE mij genezing zal brengen,– en ik ten derden dage zal opklimmen naar het huis van de ENE?  8. Ezéchias dit à Isaïe : «A quel signe connaîtrai-je que Yahvé va me guérir et que, dans trois jours, je monterai au Temple de Yahvé?» 

King James Bible . [8] And Hezekiah said unto Isaiah, What shall be the sign that the LORD will heal me, and that I shall go up into the house of the LORD the third day?
Luther-Bibel . 8 Hiskia aber sprach zu Jesaja: Was ist das Zeichen, dass mich der HERR gesund machen wird und ich in des HERRN Haus hinaufgehen werde am dritten Tage?

Tekstuitleg van 2 K 20,8 .

4. jësja`ëjâhû (Jesaja) < jësja` (redding) + jâhû (JHWH) = redding is JHWH / JHWH is redding . Profeet (rond 740) . Taalgebruik in Tenakh : jësja`ëjâhû (Jesaja) . Getalwaarde : jod = 10 , sjin = 21 of 300 , ajin = 16 of 70 , he = 5 , waw = 6 ; totaal : 68 (2² X 17) OF 401 (priemgetal) . Structuur : 1 - 3 - 7 - 1 - 5 - 6 . Tenakh (32) . Js (16) : (1) Js 1,1 . (2) Js 2,1 . (3) Js 7,3 . (4) Js 13,1 . (5) Js 20,2 . (6) Js 20,3 . (7) Js 37,2 . (8) Js 37,5 . (9) Js 37,6 . (10) Js 37,21 . (11) Js 38,1 . (12) Js 38,4 . (13) Js 38,21 . (14) Js 39,3 . (15) Js 39,5 . (16) Js 39,8 . Andere boeken (16) : (1) 2 K 19,2 . (2) 2 K 19,5 . (3) 2 K 19,6 . (4) 2 K 19,20 . (5) 2 K 20,1 . (6) 2 K 20,4 . (7) 2 K 20,7 . (8) 2 K 20,8 . (9) 2 K 20,9 . (10) 2 K 20,11 . (11) 2 K 20,14 . (12) 2 K 20,16 . (13) 2 K 20,19 . (14) 1 Kr 25,15 . (15) 2 Kr 26,22 . (16) 2 Kr 32,32 .
Een vorm van jâsja` (redden, bevrijden, verlossen) in Js (20) , van jesja` / jèsja` (hulp, heil, redding) in Js (5) , van jësjû`âh / jësjû`âthâh (redding, verlossing) in Js (18) .

2 K 20,9 - 2 K 20,9 . Ziekte van Hizkia - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- 2 K (2 Koningen) -- 2 K 20 -- 2 K 20,1-11 -- 2 K 20,12-21 -- 2 K 20,1 - 2 K 20,2 - 2 K 20,3 - 2 K 20,4 - 2 K 20,5 - 2 K 20,6 - 2 K 20,7 - 2 K 20,8 - 2 K 20,9 - 2 K 20,10 - 2 K 20,11 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
9kai eipen èsaias touto to sèmeion para kuriou oti poièsei kurios ton logon on elalèsen poreusetai è skia deka bathmous ean epistrefè deka bathmous  9 cui ait Esaias hoc erit signum a Domino quod facturus sit Dominus sermonem quem locutus est vis ut accedat umbra decem lineis an ut revertatur totidem gradibus     9 En Jesaja zeide: Dit zal u een teken van den HEERE zijn, dat de HEERE het woord, dat Hij gesproken heeft, doen zal: Zal de schaduw tien graden voorwaarts gaan, of tien graden achterwaarts keren?   [9] Jesaja antwoordde: ‘Dit is het teken dat de heer u zal geven om u te laten weten dat de heer inderdaad het woord zal nakomen dat Hij gesproken heeft. Moet deze schaduw* tien treden vooruit of tien treden achteruitgaan?’   [9] ‘Ja,’ antwoordde Jesaja, ‘de HEER zal u een teken geven dat hij zijn belofte zal nakomen. Wat denkt u, zal de schaduw tien graden vooruitgaan of tien graden achteruit?’ 9 Jesaja zegt: dit is voor jou het teken van bij de ENE dat de ENE het zal doen, het woord dat hij heeft gesproken: moet de schaduw tien traptreden vooruitgaan of tien traptreden terugkeren?   9. Isaïe répondit : «Voici, de la part de Yahvé, le signe qu'il fera ce qu'il a dit : Veux-tu que l'ombre avance de dix degrés, ou qu'elle recule de dix degrés?»  

King James Bible . [9] And Isaiah said, This sign shalt thou have of the LORD, that the LORD will do the thing that he hath spoken: shall the shadow go forth ten degrees, or go back ten degrees?
Luther-Bibel . 9 Jesaja sprach: Dies Zeichen wirst du vom HERRN haben, dass der HERR tun wird, was er zugesagt hat: Soll der Schatten an der Sonnenuhr zehn Striche vorwärts gehen oder zehn Striche zurückgehen?

Tekstuitleg van 2 K 20,9 .

2. jësja`ëjâhû (Jesaja) < jësja` (redding) + jâhû (JHWH) = redding is JHWH / JHWH is redding . Profeet (rond 740) . Taalgebruik in Tenakh : jësja`ëjâhû (Jesaja) . Getalwaarde : jod = 10 , sjin = 21 of 300 , ajin = 16 of 70 , he = 5 , waw = 6 ; totaal : 68 (2² X 17) OF 401 (priemgetal) . Structuur : 1 - 3 - 7 - 1 - 5 - 6 . Tenakh (32) . Js (16) : (1) Js 1,1 . (2) Js 2,1 . (3) Js 7,3 . (4) Js 13,1 . (5) Js 20,2 . (6) Js 20,3 . (7) Js 37,2 . (8) Js 37,5 . (9) Js 37,6 . (10) Js 37,21 . (11) Js 38,1 . (12) Js 38,4 . (13) Js 38,21 . (14) Js 39,3 . (15) Js 39,5 . (16) Js 39,8 . Andere boeken (16) : (1) 2 K 19,2 . (2) 2 K 19,5 . (3) 2 K 19,6 . (4) 2 K 19,20 . (5) 2 K 20,1 . (6) 2 K 20,4 . (7) 2 K 20,7 . (8) 2 K 20,8 . (9) 2 K 20,9 . (10) 2 K 20,11 . (11) 2 K 20,14 . (12) 2 K 20,16 . (13) 2 K 20,19 . (14) 1 Kr 25,15 . (15) 2 Kr 26,22 . (16) 2 Kr 32,32 .
Een vorm van jâsja` (redden, bevrijden, verlossen) in Js (20) , van jesja` / jèsja` (hulp, heil, redding) in Js (5) , van jësjû`âh / jësjû`âthâh (redding, verlossing) in Js (18) .

2 K 20,10 - 2 K 20,10 . Ziekte van Hizkia - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- 2 K (2 Koningen) -- 2 K 20 -- 2 K 20,1-11 -- 2 K 20,12-21 -- 2 K 20,1 - 2 K 20,2 - 2 K 20,3 - 2 K 20,4 - 2 K 20,5 - 2 K 20,6 - 2 K 20,7 - 2 K 20,8 - 2 K 20,9 - 2 K 20,10 - 2 K 20,11 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
10kai eipen ezekias koufon tèn skian klinai deka bathmous ouchi all' epistrafètô è skia deka bathmous eis ta opisô  10 et ait Ezechias facile est umbram crescere decem lineis nec hoc volo ut fiat sed ut revertatur retrorsum decem gradibus    10 Toen zeide Hizkia: Het is der schaduwe licht, tien graden nederwaarts te gaan; neen, maar dat de schaduw tien graden achterwaarts kere.   [10] Hizkia antwoordde: ‘Tien treden vooruit is voor de schaduw niet moeilijk. Laat de schaduw liever teruggaan, tien treden achteruit.’   [10] ‘Tien graden vooruit zou niets bijzonders zijn,’ antwoordde Hizkia, ‘maar tien achteruit wel.’ 10 Jechizkiahoe zegt: makkelijk genoeg voor de schaduw om zich tien traptreden uit te rekken,– nee, maar dat de schaduw tien traptreden naar achteren terugkeert!   10. Ezéchias dit : «C'est peu de chose pour l'ombre de gagner dix degrés! Non! Que plutôt l'ombre recule de dix degrés!»  

King James Bible . [10] And Hezekiah answered, It is a light thing for the shadow to go down ten degrees: nay, but let the shadow return backward ten degrees.
Luther-Bibel . 10 Hiskia sprach: Es ist leicht, dass der Schatten zehn Striche vorwärts gehe. Das will ich nicht, sondern dass er zehn Striche zurückgehe.

Tekstuitleg van 2 K 20,10 .

2 K 20,11 - 2 K 20,11 . Ziekte van Hizkia - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- 2 K (2 Koningen) -- 2 K 20 -- 2 K 20,1-11 -- 2 K 20,12-21 -- 2 K 20,1 - 2 K 20,2 - 2 K 20,3 - 2 K 20,4 - 2 K 20,5 - 2 K 20,6 - 2 K 20,7 - 2 K 20,8 - 2 K 20,9 - 2 K 20,10 - 2 K 20,11 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
11kai eboèsen èsaias o profètès pros kurion kai epestrepsen è skia en tois anabathmois eis ta opisô deka bathmous  11 invocavit itaque Esaias propheta Dominum et reduxit umbram per lineas quibus iam descenderat in horologio Ahaz retrorsum decem gradibus     11 En Jesaja, de profeet, riep den HEERE aan; en Hij deed de schaduw tien graden achterwaarts keren in de graden, dewelke zij nederwaarts gegaan was, in de graden van Achaz' zonnewijzer.  [11] Toen riep de profeet Jesaja de heer aan en de heer liet de schaduw teruggaan op de treden die zij al afgedaald was, tien treden achteruit op de trap van Achaz. [11] Daarop riep de profeet Jesaja de HEER aan, en deze liet de schaduw op de zonnewijzer van Achaz tien graden achteruitgaan. 11 Dan roept Jesaja de profeet tot de ENE,– en laat hij de schaduw terugkeren, langs de traptreden die zij is afgedaald, langs de traptreden van Achaz tien traptreden achteruit. •   11. Le prophète Isaïe invoqua Yahvé et celui-ci fit reculer l'ombre sur les degrés que le soleil avait descendus, les degrés de la chambre haute d'Achaz dix degrés en arrière.  

King James Bible . [11] And Isaiah the prophet cried unto the LORD: and he brought the shadow ten degrees backward, by which it had gone down in the dial of Ahaz.
Luther-Bibel . 11 Da rief der Prophet Jesaja den HERRN an, und der Herr ließ den Schatten an der Sonnenuhr des Ahas zehn Striche zurückgehen, die er vorwärts gegangen war. Gesandtschaft des Königs von Babel

Tekstuitleg van 2 K 20,11 .

2. jësja`ëjâhû (Jesaja) < jësja` (redding) + jâhû (JHWH) = redding is JHWH / JHWH is redding . Profeet (rond 740) . Taalgebruik in Tenakh : jësja`ëjâhû (Jesaja) . Getalwaarde : jod = 10 , sjin = 21 of 300 , ajin = 16 of 70 , he = 5 , waw = 6 ; totaal : 68 (2² X 17) OF 401 (priemgetal) . Structuur : 1 - 3 - 7 - 1 - 5 - 6 . Tenakh (32) . Js (16) : (1) Js 1,1 . (2) Js 2,1 . (3) Js 7,3 . (4) Js 13,1 . (5) Js 20,2 . (6) Js 20,3 . (7) Js 37,2 . (8) Js 37,5 . (9) Js 37,6 . (10) Js 37,21 . (11) Js 38,1 . (12) Js 38,4 . (13) Js 38,21 . (14) Js 39,3 . (15) Js 39,5 . (16) Js 39,8 . Andere boeken (16) : (1) 2 K 19,2 . (2) 2 K 19,5 . (3) 2 K 19,6 . (4) 2 K 19,20 . (5) 2 K 20,1 . (6) 2 K 20,4 . (7) 2 K 20,7 . (8) 2 K 20,8 . (9) 2 K 20,9 . (10) 2 K 20,11 . (11) 2 K 20,14 . (12) 2 K 20,16 . (13) 2 K 20,19 . (14) 1 Kr 25,15 . (15) 2 Kr 26,22 . (16) 2 Kr 32,32 .
Een vorm van jâsja` (redden, bevrijden, verlossen) in Js (20) , van jesja` / jèsja` (hulp, heil, redding) in Js (5) , van jësjû`âh / jësjû`âthâh (redding, verlossing) in Js (18) .

2. - 3. jësja`ëjâhû hannâbhî´ (Jesaja, de profeet) . Tenakh (4) : (1) 2 K 19,2 . (2) 2 K 20,11 . (3) 2 K 20,14 . (4) Js 39,3 .
- jësja`ëjâhû bèn âmôts (Jesaja , zoon van Amos) . Tenakh (9) : (1) 2 K 19,20 . (2) 2 K 20,1 . (3) Js 1,1 . (4) Js 20,2 . (5) Js 37,2 . (6) Js 37,21 . (7) Js 38,1 . (8) 2 Kr 26,22 . (9) 2 Kr 32,32 .
- hannâbhî´ bèn âmôts (de profeet, zoon van Amos) . Tenakh (1) : 2 K 19,2 .
- bèn âmôts (zoon van Amos) . Tenakh (10) : (1) 2 K 19,20 . (2) 2 K 20,1 . (3) 2 Kr 26,22 . (4) 2 Kr 32,20 . (5) 2 Kr 32,32 . (6) Js 1,1 . (7) Js 20,2 . (8) Js 37,2 . (9) Js 37,21 . (10) Js 38,1 .
- bèn âmôts hannâbhî´ (zoon van Amos, de profeet) . Tenakh : (1) 2 K 20,1 . (2) 2 Kr 26,22 . (3) 2 Kr 32,20 . (4) 2 Kr 32,32 . (5) Js 37,2 . (6) Js 38,1 .



- 2 K 20,12-21 . De gezanten uit Babel  - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- 2 K (2 Koningen) -- 2 K 20 -- 2 K 20,1-11 -- 2 K 20,12-21 -- 2 K 20,12 - 2 K 20,13 - 2 K 20,14 - 2 K 20,15 - 2 K 20,16 - 2 K 20,17 - 2 K 20,18 - 2 K 20,19 - 2 K 20,20 - 2 K 20,21 -

2 K 20,12 - 2 K 20,12 . De gezanten uit Babel  - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- 2 K (2 Koningen) -- 2 K 20 -- 2 K 20,1-11 -- 2 K 20,12-21 -- 2 K 20,12 - 2 K 20,13 - 2 K 20,14 - 2 K 20,15 - 2 K 20,16 - 2 K 20,17 - 2 K 20,18 - 2 K 20,19 - 2 K 20,20 - 2 K 20,21 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12en tô kairô ekeinô apesteilen marôdachbaladan uios baladan basileus babulônos biblia kai manaa pros ezekian oti èkousen oti èrrôstèsen ezekias  12 in tempore illo misit Berodach Baladan filius Baladan rex Babyloniorum litteras et munera ad Ezechiam audierat enim quod aegrotasset Ezechias     12 Te dier tijd zond Berodach Baladan de zoon van Baladan, de koning van Babel, brieven en een geschenk aan Hizkia; want hij had gehoord, dat Hizkia krank geweest was.   [12] In die tijd zond Berodak-Baladan, de zoon van Baladan en koning van Babel, gezanten naar Hizkia met een brief en geschenken, want hij had gehoord dat Hizkia ziek was.   [12] In die tijd stuurde koning Berodach-Baladan van Babylonië, de zoon van Baladan, die had vernomen dat Hizkia ziek was, gezanten met brieven en een geschenk naar hem toe.   12 ¶ In die tijd ook heeft Berodach Baladan, zoon van Baladan, koning van Babel, briefrollen en een broodgift gezonden aan Chizkiahoe,– omdat hij heeft gehoord dat Chizkiahoe ziek is geweest.   12. En ce temps-là, Mérodak-Baladan, fils de Baladan, roi de Babylone, envoya des lettres et un présent à Ezéchias, car il avait appris sa maladie et son rétablissement.  

King James Bible . [12] At that time Berodach-baladan, the son of Baladan, king of Babylon, sent letters and a present unto Hezekiah: for he had heard that Hezekiah had been sick.
Luther-Bibel . 12 Zu dieser Zeit sandte Merodach-Baladan, der Sohn Baladans, der König von Babel, Brief und Geschenke an Hiskia; denn er hatte gehört, dass Hiskia krank gewesen war.

Tekstuitleg van 2 K 20,12 .

2 K 20,13 - 2 K 20,13 . De gezanten uit Babel  - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- 2 K (2 Koningen) -- 2 K 20 -- 2 K 20,1-11 -- 2 K 20,12-21 -- 2 K 20,12 - 2 K 20,13 - 2 K 20,14 - 2 K 20,15 - 2 K 20,16 - 2 K 20,17 - 2 K 20,18 - 2 K 20,19 - 2 K 20,20 - 2 K 20,21 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
13kai echarè ep' autois ezekias kai edeixen autois olon ton oikon tou nechôtha to argurion kai to chrusion ta arômata kai to elaion to agathon kai ton oikon tôn skeuôn kai osa èurethè en tois thèsaurois autou ouk èn logos on ouk edeixen autois ezekias en tô oikô autou kai en pasè tè exousia autou  13 laetatus est autem in adventum eorum Ezechias et ostendit eis domum aromatum et aurum et argentum et pigmenta varia unguenta quoque et domum vasorum suorum et omnia quae habere potuerat in thesauris suis non fuit quod non monstraret eis Ezechias in domo sua et in omni potestate sua     13 En Hizkia hoorde naar hen, en hij toonde hun zijn ganse schathuis, het zilver, en het goud, en de specerijen, en de beste olie, en zijn wapenhuis, en al wat gevonden werd in zijn schatten; er was geen ding in zijn huis, noch in zijn ganse heerschappij, dat hij hun niet toonde.   [13] Hizkia ontving hen en toonde hun heel zijn schatkamer, het zilver en het goud, het reukwerk en de kostbare olie, het tuighuis en alles wat er in zijn voorraadkamers lag opgeslagen. Er was in zijn paleis en in heel zijn rijk geen ding dat Hizkia hun niet had laten zien.   [13] Hizkia nam hun boodschap in ontvangst en liet hun al zijn schatkamers zien: het zilver, het goud, het reukwerk, de kostbare oliën, en ook zijn arsenaal en alles wat zich in zijn magazijnen bevond. Er was niets in zijn paleis of in zijn rijk dat Hizkia hun niet liet zien.   13 Hij hoort naar hen, Chizkiahoe, en laat hun heel zijn schathuis zien, het zilver, het goud, de balsems en de beste olie, zijn wapenhuis en al wat zich in zijn schatkamers bevindt; er is geen ding geweest dat Chizkiahoe hun niet heeft laten zien in zijn huis en in heel zijn heerschappij.   13. Ezéchias s'en réjouit et montra aux messagers sa chambre du trésor, l'argent, l'or, les aromates, l'huile précieuse, ainsi que son arsenal et tout ce qui se trouvait dans ses magasins. Il n'y eut rien qu'Ezéchias ne leur montrât dans son palais et dans tout son domaine.  

King James Bible . [13] And Hezekiah hearkened unto them, and shewed them all the house of his precious things, the silver, and the gold, and the spices, and the precious ointment, and all the house of his armour, and all that was found in his treasures: there was nothing in his house, nor in all his dominion, that Hezekiah shewed them not.
Luther-Bibel . 13 Hiskia aber freute sich über die Boten und zeigte ihnen das ganze Schatzhaus, Silber, Gold, Spezerei und das beste Öl und das Zeughaus und alles, was an Schätzen vorhanden war. Es war nichts in seinem Hause und in seiner ganzen Herrschaft, was ihnen Hiskia nicht gezeigt hätte.

Tekstuitleg van 2 K 20,13 .

2 K 20,14 - 2 K 20,14 . De gezanten uit Babel  - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- 2 K (2 Koningen) -- 2 K 20 -- 2 K 20,1-11 -- 2 K 20,12-21 -- 2 K 20,12 - 2 K 20,13 - 2 K 20,14 - 2 K 20,15 - 2 K 20,16 - 2 K 20,17 - 2 K 20,18 - 2 K 20,19 - 2 K 20,20 - 2 K 20,21 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
14kai eisèlthen èsaias o profètès pros ton basilea ezekian kai eipen pros auton ti elalèsan oi andres outoi kai pothen èkasin pros se kai eipen ezekias ek gès porrôthen èkasin pros me ek babulônos  14 venit autem Esaias propheta ad regem Ezechiam dixitque ei quid dixerunt viri isti aut unde venerunt ad te cui ait Ezechias de terra longinqua venerunt de Babylone     14 Toen kwam de profeet Jesaja tot den koning Hizkia, en zeide tot hem: Wat hebben die mannen gezegd, en van waar zijn zij tot u gekomen? En Hizkia zeide: Zij zijn uit verren lande gekomen, uit Babel.   [14] Toen ging de profeet Jesaja naar koning Hizkia en vroeg: ‘Wat hebben deze mannen gezegd? Waar kwamen ze vandaan?’ Hizkia antwoordde: ‘Ze kwamen uit een ver land, uit Babel.’   [14] De profeet Jesaja ging naar koning Hizkia toe en vroeg hem: ‘Wat hebben deze mannen tegen u gezegd? Waar kwamen ze vandaan?’ ‘Uit een ver land,’ antwoordde Hizkia, ‘uit Babylonië.’   14 Maar dan komt Jesaja de profeet binnen bij koning Chizkiahoe; hij zegt tot hem: wat hebben deze mannen gezegd, en waarvandaan komen zij tot jou?, en Chizkiahoe zegt: uit een ver land zijn zij gekomen, uit Babel!   14. Alors le prophète Isaïe vint chez le roi Ezéchias et lui demanda : «Qu'ont dit ces gens-là et d'où sont-ils venus chez toi?» Ezéchias répondit : «Ils sont venus d'un pays lointain, de Babylone.»  

King James Bible . [14] Then came Isaiah the prophet unto king Hezekiah, and said unto him, What said these men? and from whence came they unto thee? And Hezekiah said, They are come from a far country, even from Babylon.
Luther-Bibel . 14 Da kam der Prophet Jesaja zum König Hiskia und sprach zu ihm: Was haben diese Leute gesagt? Und woher sind sie zu dir gekommen? Hiskia sprach: Sie sind aus fernen Landen zu mir gekommen, aus Babel.

Tekstuitleg van 2 K 20,14 .

2. jësja`ëjâhû (Jesaja) < jësja` (redding) + jâhû (JHWH) = redding is JHWH / JHWH is redding . Profeet (rond 740) . Taalgebruik in Tenakh : jësja`ëjâhû (Jesaja) . Getalwaarde : jod = 10 , sjin = 21 of 300 , ajin = 16 of 70 , he = 5 , waw = 6 ; totaal : 68 (2² X 17) OF 401 (priemgetal) . Structuur : 1 - 3 - 7 - 1 - 5 - 6 . Tenakh (32) . Js (16) : (1) Js 1,1 . (2) Js 2,1 . (3) Js 7,3 . (4) Js 13,1 . (5) Js 20,2 . (6) Js 20,3 . (7) Js 37,2 . (8) Js 37,5 . (9) Js 37,6 . (10) Js 37,21 . (11) Js 38,1 . (12) Js 38,4 . (13) Js 38,21 . (14) Js 39,3 . (15) Js 39,5 . (16) Js 39,8 . Andere boeken (16) : (1) 2 K 19,2 . (2) 2 K 19,5 . (3) 2 K 19,6 . (4) 2 K 19,20 . (5) 2 K 20,1 . (6) 2 K 20,4 . (7) 2 K 20,7 . (8) 2 K 20,8 . (9) 2 K 20,9 . (10) 2 K 20,11 . (11) 2 K 20,14 . (12) 2 K 20,16 . (13) 2 K 20,19 . (14) 1 Kr 25,15 . (15) 2 Kr 26,22 . (16) 2 Kr 32,32 .
Een vorm van jâsja` (redden, bevrijden, verlossen) in Js (20) , van jesja` / jèsja` (hulp, heil, redding) in Js (5) , van jësjû`âh / jësjû`âthâh (redding, verlossing) in Js (18) .

2. - 3. jësja`ëjâhû hannâbhî´ (Jesaja, de profeet) . Tenakh (4) : (1) 2 K 19,2 . (2) 2 K 20,11 . (3) 2 K 20,14 . (4) Js 39,3 .
- jësja`ëjâhû bèn âmôts (Jesaja , zoon van Amos) . Tenakh (9) : (1) 2 K 19,20 . (2) 2 K 20,1 . (3) Js 1,1 . (4) Js 20,2 . (5) Js 37,2 . (6) Js 37,21 . (7) Js 38,1 . (8) 2 Kr 26,22 . (9) 2 Kr 32,32 .
- hannâbhî´ bèn âmôts (de profeet, zoon van Amos) . Tenakh (1) : 2 K 19,2 .
- bèn âmôts (zoon van Amos) . Tenakh (10) : (1) 2 K 19,20 . (2) 2 K 20,1 . (3) 2 Kr 26,22 . (4) 2 Kr 32,20 . (5) 2 Kr 32,32 . (6) Js 1,1 . (7) Js 20,2 . (8) Js 37,2 . (9) Js 37,21 . (10) Js 38,1 .
- bèn âmôts hannâbhî´ (zoon van Amos, de profeet) . Tenakh : (1) 2 K 20,1 . (2) 2 Kr 26,22 . (3) 2 Kr 32,20 . (4) 2 Kr 32,32 . (5) Js 37,2 . (6) Js 38,1 .

2 K 20,15 - 2 K 20,15 . De gezanten uit Babel  - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- 2 K (2 Koningen) -- 2 K 20 -- 2 K 20,1-11 -- 2 K 20,12-21 -- 2 K 20,12 - 2 K 20,13 - 2 K 20,14 - 2 K 20,15 - 2 K 20,16 - 2 K 20,17 - 2 K 20,18 - 2 K 20,19 - 2 K 20,20 - 2 K 20,21 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
15kai eipen ti eidon en tô oikô sou kai eipen panta osa en tô oikô mou eidon ouk èn en tô oikô mou o ouk edeixa autois alla kai ta en tois thèsaurois mou 15 at ille respondit quid viderunt in domo tua ait Ezechias omnia quae sunt in domo mea viderunt nihil est quod non monstraverim eis in thesauris meis     15 En hij zeide: Wat hebben zij gezien in uw huis? En Hizkia zeide: Zij hebben alles gezien, wat in mijn huis is; geen ding is er in mijn schatten, dat ik hun niet getoond heb.   [15] Daarop vroeg Jesaja: ‘Wat hebben zij in uw paleis allemaal gezien?’ Hizkia antwoordde: ‘Alles wat er is hebben zij gezien; er is geen ding in mijn voorraadkamers dat ik hun niet heb laten zien.’   [15] ‘Wat hebben ze in uw paleis te zien gekregen?’ vroeg Jesaja, en Hizkia antwoordde: ‘Ze hebben alles gezien wat zich in mijn paleis bevindt. Er is niets in mijn magazijnen dat ik hun niet heb laten zien.’   15 Hij zegt: wat hebben ze in jouw huis gezien?, en Chizkiahoe zegt: alles in mijn huis hebben ze gezien, er is geen ding geweest dat ze in mijn schatkamers niet hebben gezien!   15. Isaïe reprit : «Qu'ont-ils vu dans ton palais?» Ezéchias répondit : «Ils ont vu tout ce qu'il y a dans mon palais; il n'y a, dans mes magasins, rien que je ne leur aie montré.» 

King James Bible . [15] And he said, What have they seen in thine house? And Hezekiah answered, All the things that are in mine house have they seen: there is nothing among my treasures that I have not shewed them.
Luther-Bibel . 15 Er sprach: Was haben sie gesehen in deinem Hause? Hiskia sprach: Sie haben alles gesehen, was in meinem Hause ist, und es gibt von meinen Schätzen nichts, was ich ihnen nicht gezeigt hätte.

Tekstuitleg van 2 K 20,15 .

2 K 20,16 - 2 K 20,16 . De gezanten uit Babel  - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- 2 K (2 Koningen) -- 2 K 20 -- 2 K 20,1-11 -- 2 K 20,12-21 -- 2 K 20,12 - 2 K 20,13 - 2 K 20,14 - 2 K 20,15 - 2 K 20,16 - 2 K 20,17 - 2 K 20,18 - 2 K 20,19 - 2 K 20,20 - 2 K 20,21 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
16kai eipen èsaias pros ezekian akouson logon kuriou  16 dixit itaque Esaias Ezechiae audi sermonem Domini     16 Toen zeide Jesaja tot Hizkia: Hoor des HEEREN woord.   [16] Toen zei Jesaja tegen Hizkia: ‘Luister naar het woord van de heer:   [16] Hierop zei Jesaja tegen Hizkia: ‘Luister naar wat de HEER te zeggen heeft.   16 Dan zegt Jesaja tot Chizkiahoe: hoor het woord van de ENE !–  16. Alors Isaïe dit à Ezéchias : «Ecoute la parole de Yahvé  

King James Bible . [16] And Isaiah said unto Hezekiah, Hear the word of the LORD.
Luther-Bibel . 16 Da sprach Jesaja zu Hiskia: Höre des HERRN Wort:

Tekstuitleg van 2 K 20,16 . Het vers 2 K 20,16 telt 19 woorden en 67 (priemgetal) letters . De getalwaarde van 2 K 20,16 is 4103 (11 X 373) . 2 K 20,16 = Js 39,6 .

2. jësja`ëjâhû (Jesaja) < jësja` (redding) + jâhû (JHWH) = redding is JHWH / JHWH is redding . Profeet (rond 740) . Taalgebruik in Tenakh : jësja`ëjâhû (Jesaja) . Getalwaarde : jod = 10 , sjin = 21 of 300 , ajin = 16 of 70 , he = 5 , waw = 6 ; totaal : 68 (2² X 17) OF 401 (priemgetal) . Structuur : 1 - 3 - 7 - 1 - 5 - 6 . Tenakh (32) . Js (16) : (1) Js 1,1 . (2) Js 2,1 . (3) Js 7,3 . (4) Js 13,1 . (5) Js 20,2 . (6) Js 20,3 . (7) Js 37,2 . (8) Js 37,5 . (9) Js 37,6 . (10) Js 37,21 . (11) Js 38,1 . (12) Js 38,4 . (13) Js 38,21 . (14) Js 39,3 . (15) Js 39,5 . (16) Js 39,8 . Andere boeken (16) : (1) 2 K 19,2 . (2) 2 K 19,5 . (3) 2 K 19,6 . (4) 2 K 19,20 . (5) 2 K 20,1 . (6) 2 K 20,4 . (7) 2 K 20,7 . (8) 2 K 20,8 . (9) 2 K 20,9 . (10) 2 K 20,11 . (11) 2 K 20,14 . (12) 2 K 20,16 . (13) 2 K 20,19 . (14) 1 Kr 25,15 . (15) 2 Kr 26,22 . (16) 2 Kr 32,32 .
Een vorm van jâsja` (redden, bevrijden, verlossen) in Js (20) , van jesja` / jèsja` (hulp, heil, redding) in Js (5) , van jësjû`âh / jësjû`âthâh (redding, verlossing) in Js (18)

 

2 K 20,17 - 2 K 20,17 . De gezanten uit Babel  - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- 2 K (2 Koningen) -- 2 K 20 -- 2 K 20,1-11 -- 2 K 20,12-21 -- 2 K 20,12 - 2 K 20,13 - 2 K 20,14 - 2 K 20,15 - 2 K 20,16 - 2 K 20,17 - 2 K 20,18 - 2 K 20,19 - 2 K 20,20 - 2 K 20,21 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
17idou èmerai erchontai kai lèmfthèsetai panta ta en tô oikô sou kai osa ethèsaurisan oi pateres sou eôs tès èmeras tautès eis babulôna kai ouch upoleifthèsetai rèma o eipen kurios  17 ecce dies venient et auferentur omnia quae sunt in domo tua et quae condiderunt patres tui usque in diem hanc in Babylone non remanebit quicquam ait Dominus     17 Zie, de dagen komen, dat al wat in uw huis is, en wat uw vaderen tot dezen dage toe opgelegd hebben, naar Babel weggevoerd zal worden; er zal niets overgelaten worden, zegt de HEERE.   [17] De dagen komen dat alles wat er in uw paleis te vinden is, alles wat uw voorvaderen tot op de dag van vandaag opgestapeld hebben, naar Babel wordt overgebracht. Niets blijft er over. De heer heeft het gezegd.   [17] Het duurt niet lang meer, of alles wat zich in uw paleis bevindt, alles wat uw voorouders tot nu toe hebben vergaard, zal naar Babel worden weggesleept. Er blijft niets van over – zegt de HEER.   17 zie, er zijn dagen op komst dat naar Babel zal worden weggedragen al wat er in je huis is en wat je vaderen hebben opgestapeld tot op deze dag; er zal geen ding overblijven,– heeft gezegd de ENE !–   17. Des jours viennent où tout ce qui est dans ton palais, tout ce qu'ont amassé tes pères jusqu'à ce jour, sera emporté à Babylone, rien ne sera laissé, dit Yahvé. 

King James Bible . [17] Behold, the days come, that all that is in thine house,and that which thy fathers have laid up in store unto this day, shall be carried into Babylon: nothing shall be left, saith the LORD.
Luther-Bibel . 17 Siehe, es kommt die Zeit, dass alles nach Babel weggeführt werden wird, was in deinem Hause ist und was deine Väter gesammelt haben bis auf diesen Tag, und es wird nichts übrig gelassen werden, spricht der HERR.

Tekstuitleg van 2 K 20,17 . Het vers 2 K 20,17 = Js 39,6 .

2 K 20,17.1. - 3. jâmîm bâ´îm (de komende dagen) . Tenakh (20) . Eveneens Tenakh (20) hinneh jâmîm bâ´îm (zie komende dagen) . Vrijer vertaald : eens zal de dag komen : (1) 1 S 2,31 . (2) 2 K 20,17 . (3) Js 39,6 . (4) Jr 7,32 . (5) Jr 9,24. (6) Jr 16,14. (7) Jr 19,6 . (8) Jr 23,5 . (9) Jr 23,7 . (10) Jr 30,3 . (11) Jr 31,27 . (12) Jr 31,31 . (13) Jr 33,14 . (14) Jr 48,12 . (15) Jr 49,2 . (16) Jr 51,47 . (17) Jr 51,52 . (18) Am 4,2 . (19) Am 8,11 . (20) Am 9,13 .

2 K 20,17.9. De vorm act. qal perf. 3de pers. mann. mv. אָצְרוּ = ´âtsërû (zij verzamelden) van het werkw. אָצַר = ´âtsar (verzamelen, ophopen) . Taalgebruik in Tenakh : ´âtsar (verzamelen, ophopen) . Getalwaarde : aleph = 1 , tsade = 18 of 90 , resj = 20 of 200 ; totaal : 39 (3 X 13) OF 291 (3 X 97) . De som van de elementen is telkens 3 . Tenakh (2) : (1) 2 K 20,17 (LXX : ethèsaurisan = zij verzamelden - deze vorm slechts 1X in de LXX) . (2) Js 39,6 (sunègagon = zij brachten samen) . Het zijn 2 teksten die heel sterk op elkaar gelijken . Alle schatten die in het paleis van de koning en in de tempel werden verzameld , zullen naar Babylonië worden meegenomen . Een vorm van אָצַר = ´âtsar in Tenakh (5) : (1) 2 K 20,17 (LXX : εθησαυρισαν = ethèsaurisan = zij verzamelden) . (2) Js 23,18 (LXX : sunachthèsetai = het zal bijeengebracht worden) . (3) Js 39,6 (LXX : sunègagon = zij brachten samen) . (4) Am 3,10 (LXX : hoi thèsaurizontes = degenen die schatten verzamelen) . (5) Neh 13,13 (LXX : -) . Van de 5 vormen van het Hebreeuwse אָצַר = ´âtsar komen in de Griekse vertaling 2 vormen van het Griekse werkw. θησαυριζω = thèsaurizô (schatten verzamelen) voor : (1) 2 K 20,17 . (2) Am 3,10 .
- Grieks . act. ind. aor. 3de pers. mann. mv. εθησαυρισαν = ethèsaurisan (zij verzamelden) van het werkw. θησαυριζω = thèsaurizô (schatten verzamelen) . Bijbel (1) : 2 K 20,17 . Een vorm van θησαυριζω = thèsaurizô (schatten verzamelen) in de LXX (15) , in het NT (8) .

10. אֲבֹתֶיךָ = ´äbhothè(j)khâ (jouw vaderen) < mann. mv. stat. constr. + suffix pers. voornaamw. 2de pers. mann. enk. van het zelfst. naamw. אַב = ´abh (vader) . Taalgebruik in Tenakh : ´abh (vader) . Getalwaarde : aleph = 1 , beth = 2 ; totaal 3 . Structuur : 1 - 2 . De som van de elementen is telkens 3 . Tenakh (22) : (1) Gn 15,15 . (2) Ex 10,6 . (3) Dt 1,21 . (4) Dt 4,31 . (5) Dt 4,37 . (6) Dt 6,3 . (7) Dt 8,3 . (8) Dt 8,16 . (9) Dt 10,22 . (10) Dt 12,1 . (11) Dt 27,3 . (12) Dt 30,5 . (13) Dt 30,9 . (14) Dt 31,16 . (15) 2 S 7,12 . (16) 1 K 13,22 . (17) 2 K 20,17 . (18) 2 K 22,20 . (19) Js 39,6 . (20) Ps 45,17 . (21) 1 Kr 17,11 . (22) 2 Kr 34,28 .

2 K 20,18 - 2 K 20,18 . De gezanten uit Babel  - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- 2 K (2 Koningen) -- 2 K 20 -- 2 K 20,1-11 -- 2 K 20,12-21 -- 2 K 20,12 - 2 K 20,13 - 2 K 20,14 - 2 K 20,15 - 2 K 20,16 - 2 K 20,17 - 2 K 20,18 - 2 K 20,19 - 2 K 20,20 - 2 K 20,21 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
18kai oi uioi sou oi exeleusontai ek sou ous gennèseis lèmpsetai kai esontai eunouchoi en tô oikô tou basileôs babulônos  18 sed et de filiis tuis qui egredientur ex te quos generabis tollentur et erunt eunuchi in palatio regis Babylonis     18 Daartoe zullen zij van uw zonen, die uit u zullen voortkomen, die gij gewinnen zult, nemen, dat zij hovelingen zijn in het paleis des konings van Babel.  [18] En sommige van de zonen die van u zullen afstammen, die u zult verwekken, zullen worden weggevoerd om hofjonker te worden in het paleis van de koning van Babel.’   [18] Ook een aantal van uw zonen, het nageslacht dat u hebt verwekt, zal worden weggevoerd om dienst te doen in het paleis van de koning van Babylonië.’   18 van je zonen die uit jou zullen voortkomen, die jij geboren zult doen worden, zullen er worden meegenomen; worden zullen zij hovelingen in het paleis van de koning van Babel!   18. Parmi les fils issus de toi, de ceux que tu as engendrés, on en prendra pour être eunuques dans le palais du roi de Babylone.»  

King James Bible . [18] And of thy sons that shall issue from thee, which thou shalt beget, shall they take away; and they shall be eunuchs in the palace of the king of Babylon.
Luther-Bibel . 18 Dazu werden von den Söhnen, die von dir kommen, die du zeugen wirst, einige genommen werden, dass sie Kämmerer seien im Palast des Königs von Babel.

Tekstuitleg van 2 K 20,18 .

2 K 20,19 - 2 K 20,19 . De gezanten uit Babel  - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- 2 K (2 Koningen) -- 2 K 20 -- 2 K 20,1-11 -- 2 K 20,12-21 -- 2 K 20,12 - 2 K 20,13 - 2 K 20,14 - 2 K 20,15 - 2 K 20,16 - 2 K 20,17 - 2 K 20,18 - 2 K 20,19 - 2 K 20,20 - 2 K 20,21 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
19kai eipen ezekias pros èsaian agathos o logos kuriou on elalèsen estô eirènè en tais èmerais mou  19 dixit Ezechias ad Esaiam bonus sermo Domini quem locutus est sit pax et veritas in diebus meis     19 Maar Hizkia zeide tot Jesaja: Het woord des HEEREN, dat gij gesproken hebt, is goed. Ook zeide hij: Zou het niet, naardien vrede en waarheid in mijn dagen wezen zal?  [19] Hizkia antwoordde: ‘Het woord van de heer dat u gesproken hebt is een goed* woord.’ Want Hizkia dacht bij zichzelf: ‘Het is mij om het even, als in mijn tijd de vrede maar behouden blijft.’   [19] Hizkia antwoordde: ‘Het is goed, wat u namens de HEER tegen mij hebt gezegd.’ Want hij dacht bij zichzelf: Dat betekent dat er zolang ik leef, rust en vrede zal heersen.   19 Dan zegt Chizkiahoe tot Jesaja: goed is het woord van de ENE, dat jij hebt gesproken! Hij zegt: of niet soms?– als er in mijn dagen vrede en trouw zal zijn!   19. Ezéchias dit à Isaïe : «C'est une parole favorable de Yahvé que tu annonces.» Il pensait en effet : «Pourquoi pas? S'il y a paix et sûreté pendant ma vie!» 

King James Bible . [19] Then said Hezekiah unto Isaiah, Good is the word of the LORD which thou hast spoken. And he said, Is it not good, if peace and truth be in my days?
Luther-Bibel . 19 Hiskia aber sprach zu Jesaja: Das Wort ist gut, das der HERR geredet hat durch dich; denn er dachte: Es wird doch Friede und Sicherheit sein zu meinen Zeiten.

Tekstuitleg van 2 K 20,19 .

4. jësja`ëjâhû (Jesaja) < jësja` (redding) + jâhû (JHWH) = redding is JHWH / JHWH is redding . Profeet (rond 740) . Taalgebruik in Tenakh : jësja`ëjâhû (Jesaja) . Getalwaarde : jod = 10 , sjin = 21 of 300 , ajin = 16 of 70 , he = 5 , waw = 6 ; totaal : 68 (2² X 17) OF 401 (priemgetal) . Structuur : 1 - 3 - 7 - 1 - 5 - 6 . Tenakh (32) . Js (16) : (1) Js 1,1 . (2) Js 2,1 . (3) Js 7,3 . (4) Js 13,1 . (5) Js 20,2 . (6) Js 20,3 . (7) Js 37,2 . (8) Js 37,5 . (9) Js 37,6 . (10) Js 37,21 . (11) Js 38,1 . (12) Js 38,4 . (13) Js 38,21 . (14) Js 39,3 . (15) Js 39,5 . (16) Js 39,8 . Andere boeken (16) : (1) 2 K 19,2 . (2) 2 K 19,5 . (3) 2 K 19,6 . (4) 2 K 19,20 . (5) 2 K 20,1 . (6) 2 K 20,4 . (7) 2 K 20,7 . (8) 2 K 20,8 . (9) 2 K 20,9 . (10) 2 K 20,11 . (11) 2 K 20,14 . (12) 2 K 20,16 . (13) 2 K 20,19 . (14) 1 Kr 25,15 . (15) 2 Kr 26,22 . (16) 2 Kr 32,32 .
Een vorm van jâsja` (redden, bevrijden, verlossen) in Js (20) , van jesja` / jèsja` (hulp, heil, redding) in Js (5) , van jësjû`âh / jësjû`âthâh (redding, verlossing) in Js (18) .

2 K 20,20 - 2 K 20,20 . De gezanten uit Babel  - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- 2 K (2 Koningen) -- 2 K 20 -- 2 K 20,1-11 -- 2 K 20,12-21 -- 2 K 20,12 - 2 K 20,13 - 2 K 20,14 - 2 K 20,15 - 2 K 20,16 - 2 K 20,17 - 2 K 20,18 - 2 K 20,19 - 2 K 20,20 - 2 K 20,21 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
20kai ta loipa tôn logôn ezekiou kai pasa è dunasteia autou kai osa epoièsen tèn krènèn kai ton udragôgon kai eisènegken to udôr eis tèn polin ouchi tauta gegrammena epi bibliô logôn tôn èmerôn tois basileusin iouda  20 reliqua autem sermonum Ezechiae et omnis fortitudo eius et quomodo fecerit piscinam et aquaeductum et introduxerit aquas in civitatem nonne haec scripta sunt in libro sermonum dierum regum Iuda    20 Het overige nu der geschiedenissen van Hizkia, en al zijn macht, en hoe hij den vijver en den watergang gemaakt heeft, en water in de stad gebracht heeft, zijn die niet geschreven in het boek der kronieken der koningen van Juda?  [20] Verdere bijzonderheden over Hizkia, over zijn krijgsverrichtingen en hoe hij de vijver en de waterleiding* liet aanleggen en zo de stad van water voorzag, staan opgetekend in de annalen van de koningen van Juda.   [20] Verdere bijzonderheden over Hizkia, over de vele overwinningen die hij behaalde en over het waterreservoir dat hij heeft laten aanleggen en de tunnel waardoor het water naar de stad wordt geleid, zijn opgetekend in de kronieken van de koningen van Juda.   20 Het overige van de woorden over Chizkiahoe en heel zijn heldhaftigheid en hoe hij de vijver en de waterleiding gemaakt heeft en het water naar de stad heeft laten komen,– staan die niet geschreven op de boekrol van de verwoordingen der dagen van de koningen van Juda?    20. Le reste de l'histoire d'Ezéchias, tous ses exploits, et comment il a construit la piscine et le canal pour amener l'eau dans la ville, cela n'est-il pas écrit au livre des Annales des rois de Juda?

King James Bible . [20] And the rest of the acts of Hezekiah, and all his might, and how he made a pool, and a conduit, and brought water into the city, are they not written in the book of the chronicles of the kings of Judah?
Luther-Bibel . 20 Was mehr von Hiskia zu sagen ist und alle seine tapferen Taten und wie er den Teich und die Wasserleitung gebaut hat, durch die er Wasser in die Stadt geleitet hat, siehe, das steht geschrieben in der Chronik der Könige von Juda.

Tekstuitleg van 2 K 20,20 .

2 K 20,21 - 2 K 20,21 . De gezanten uit Babel  - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- 2 K (2 Koningen) -- 2 K 20 -- 2 K 20,1-11 -- 2 K 20,12-21 -- 2 K 20,12 - 2 K 20,13 - 2 K 20,14 - 2 K 20,15 - 2 K 20,16 - 2 K 20,17 - 2 K 20,18 - 2 K 20,19 - 2 K 20,20 - 2 K 20,21 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
21kai ekoimèthè ezekias meta tôn paterôn autou kai etafè en polei dauid kai ebasileusen manassès uios autou ant' autou   21 dormivitque Ezechias cum patribus suis et regnavit Manasses filius eius pro eo     21 En Hizkia ontsliep met zijn vaderen; en zijn zoon Manasse werd koning in zijn plaats.   [21] Hizkia ging bij zijn vaderen rusten en zijn zoon Manasse volgde hem op.  [21] Toen hij bij zijn voorouders te ruste ging, volgde zijn zoon Manasse hem op.  21 Chizkiahoe legt zich neer bij zijn vaderen,– en zijn zoon Manasse wordt koning in zijn plaats. •   21. Ezéchias se coucha avec ses pères et son fils Manassé régna à sa place. 

King James Bible . [21] And Hezekiah slept with his fathers: and Manasseh his son reigned in his stead.
Luther-Bibel . 21 Und Hiskia legte sich zu seinen Vätern. Und sein Sohn Manasse wurde König an seiner statt.

Tekstuitleg van 2 K 20,21 .


LXX

1. en tais èmerais ekeinais èrrôstèsen ezekias eis thanaton kai eisèlthen pros auton èsaias uios amôs o profètès kai eipen pros auton tade legei kurios enteilai tô oikô sou oti apothnèskeis su kai ou zèsè2kai apestrepsen ezekias to prosôpon autou pros ton toichon kai èuxato pros kurion legôn3ô dè kurie mnèsthèti dè osa periepatèsa enôpion sou en alètheia kai en kardia plèrei kai to agathon en ofthalmois sou epoièsa kai eklausen ezekias klauthmô megalô4kai èn èsaias en tè aulè tè mesè kai rèma kuriou egeneto pros auton legôn5epistrepson kai ereis pros ezekian ton ègoumenon tou laou mou tade legei kurios o theos dauid tou patros sou èkousa tès proseuchès sou eidon ta dakrua sou idou egô iasomai se tè èmera tè tritè anabèsè eis oikon kuriou6kai prosthèsô epi tas èmeras sou pente kai deka etè kai ek cheiros basileôs assuriôn sôsô se kai tèn polin tautèn kai uperaspiô uper tès poleôs tautès di' eme kai dia dauid ton doulon mou7kai eipen labetôsan palathèn sukôn kai epithetôsan epi to elkos kai ugiasei8kai eipen ezekias pros èsaian ti to sèmeion oti iasetai me kurios kai anabèsomai eis oikon kuriou tè èmera tè tritè9kai eipen èsaias touto to sèmeion para kuriou oti poièsei kurios ton logon on elalèsen poreusetai è skia deka bathmous ean epistrefè deka bathmous10kai eipen ezekias koufon tèn skian klinai deka bathmous ouchi all' epistrafètô è skia deka bathmous eis ta opisô11kai eboèsen èsaias o profètès pros kurion kai epestrepsen è skia en tois anabathmois eis ta opisô deka bathmous12en tô kairô ekeinô apesteilen marôdachbaladan uios baladan basileus babulônos biblia kai manaa pros ezekian oti èkousen oti èrrôstèsen ezekias13kai echarè ep' autois ezekias kai edeixen autois olon ton oikon tou nechôtha to argurion kai to chrusion ta arômata kai to elaion to agathon kai ton oikon tôn skeuôn kai osa èurethè en tois thèsaurois autou ouk èn logos on ouk edeixen autois ezekias en tô oikô autou kai en pasè tè exousia autou14kai eisèlthen èsaias o profètès pros ton basilea ezekian kai eipen pros auton ti elalèsan oi andres outoi kai pothen èkasin pros se kai eipen ezekias ek gès porrôthen èkasin pros me ek babulônos15kai eipen ti eidon en tô oikô sou kai eipen panta osa en tô oikô mou eidon ouk èn en tô oikô mou o ouk edeixa autois alla kai ta en tois thèsaurois mou16kai eipen èsaias pros ezekian akouson logon kuriou17idou èmerai erchontai kai lèmfthèsetai panta ta en tô oikô sou kai osa ethèsaurisan oi pateres sou eôs tès èmeras tautès eis babulôna kai ouch upoleifthèsetai rèma o eipen kurios18kai oi uioi sou oi exeleusontai ek sou ous gennèseis lèmpsetai kai esontai eunouchoi en tô oikô tou basileôs babulônos19kai eipen ezekias pros èsaian agathos o logos kuriou on elalèsen estô eirènè en tais èmerais mou20kai ta loipa tôn logôn ezekiou kai pasa è dunasteia autou kai osa epoièsen tèn krènèn kai ton udragôgon kai eisènegken to udôr eis tèn polin ouchi tauta gegrammena epi bibliô logôn tôn èmerôn tois basileusin iouda21kai ekoimèthè ezekias meta tôn paterôn autou kai etafè en polei dauid kai ebasileusen manassès uios autou ant' autou


VULGAAT

1 in diebus illis aegrotavit Ezechias usque ad mortem et venit ad eum Esaias filius Amos prophetes dixitque ei haec dicit Dominus Deus praecipe domui tuae morieris enim et non vives 2 qui convertit faciem suam ad parietem et oravit Dominum dicens 3 obsecro Domine memento quomodo ambulaverim coram te in veritate et in corde perfecto et quod placitum est coram te fecerim flevit itaque Ezechias fletu magno 4 et antequam egrederetur Esaias mediam partem atrii factus est sermo Domini ad eum dicens 5 revertere et dic Ezechiae duci populi mei haec dicit Dominus Deus David patris tui audivi orationem tuam vidi lacrimam tuam et ecce sanavi te die tertio ascendes templum Domini 6 et addam diebus tuis quindecim annos sed et de manu regis Assyriorum liberabo te et civitatem hanc et protegam urbem istam propter me et propter David servum meum 7 dixitque Esaias adferte massam ficorum quam cum adtulissent et posuissent super ulcus eius curatus est 8 dixerat autem Ezechias ad Esaiam quod erit signum quia Dominus me sanabit et quia ascensurus sum die tertio templum Domini 9 cui ait Esaias hoc erit signum a Domino quod facturus sit Dominus sermonem quem locutus est vis ut accedat umbra decem lineis an ut revertatur totidem gradibus 10 et ait Ezechias facile est umbram crescere decem lineis nec hoc volo ut fiat sed ut revertatur retrorsum decem gradibus 11 invocavit itaque Esaias propheta Dominum et reduxit umbram per lineas quibus iam descenderat in horologio Ahaz retrorsum decem gradibus 12 in tempore illo misit Berodach Baladan filius Baladan rex Babyloniorum litteras et munera ad Ezechiam audierat enim quod aegrotasset Ezechias 13 laetatus est autem in adventum eorum Ezechias et ostendit eis domum aromatum et aurum et argentum et pigmenta varia unguenta quoque et domum vasorum suorum et omnia quae habere potuerat in thesauris suis non fuit quod non monstraret eis Ezechias in domo sua et in omni potestate sua 14 venit autem Esaias propheta ad regem Ezechiam dixitque ei quid dixerunt viri isti aut unde venerunt ad te cui ait Ezechias de terra longinqua venerunt de Babylone 15 at ille respondit quid viderunt in domo tua ait Ezechias omnia quae sunt in domo mea viderunt nihil est quod non monstraverim eis in thesauris meis 16 dixit itaque Esaias Ezechiae audi sermonem Domini 17 ecce dies venient et auferentur omnia quae sunt in domo tua et quae condiderunt patres tui usque in diem hanc in Babylone non remanebit quicquam ait Dominus 18 sed et de filiis tuis qui egredientur ex te quos generabis tollentur et erunt eunuchi in palatio regis Babylonis 19 dixit Ezechias ad Esaiam bonus sermo Domini quem locutus est sit pax et veritas in diebus meis 20 reliqua autem sermonum Ezechiae et omnis fortitudo eius et quomodo fecerit piscinam et aquaeductum et introduxerit aquas in civitatem nonne haec scripta sunt in libro sermonum dierum regum Iuda 21 dormivitque Ezechias cum patribus suis et regnavit Manasses filius eius pro eo