- Bibliografie - Literatuur - Liturgisch gebruik - Overzicht bijbelboeken - Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken - Overzicht van deze website - ZOEKEN -
![]() |
ZOEKEN OP DEZE WEBSITE |
2 S 11,1 - 2 S 11,1 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
1. wë + act. qal imperf. 3de pers. mann. enk. וַיְהִי = wajëhî (en hij/het was) van het werkw. הָיָה = hâjâh (zijn) . De getalwaarde van וַיְהי = wajëhî (en hij/het zal zijn/was) is 31 . 31 is de getalwaarde van אֵל = ´el (God) ; aleph = 1 , lamed = 12 of 30 ; totaal : 13 of 31 (elkaars spiegelbeeld) .Taalgebruik in Tenakh : hâjâh (zijn) . Getalwaarde : he = 5 , jod = 10 ; totaal : 20 (2² X 5) . Structuur : 5 - 1 - 5 . De som van de elementen is telkens 2 . Gr. eimi (zijn) . Taalgebruik in de Septuaginta : eimi (zijn) . Taalgebruik in het NT : eimi (zijn) . Lat. esse . D. sein . Fr. être . Ned. zijn . E. to be . Tenakh (784) . Pentateuch (181) . Eerdere Profeten (339) . Latere Profeten (116) . 12 Kleine Profeten (22) . Geschriften (126) . Gn (114) . Joz (59) . Re (47) . 1 S (58) . 2 S (43) . 1 K (78) . 2 K (54) . In het begin van het hoofdstuk in 2 S (9) : (1) 2 S 1,1 . (2) 2 S 2,1 . (3) 2 S 7,1 . (4) 2 S 8,1 . (5) 2 S 10,1 . (6) 2 S 11,1 . (7) 2 S 13,1 . (8) 2 S 15,1 . (9) 2 S 21,1 .
2 S 11,2 - 2 S 11,2 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
1. - 2. wajëhî lë`eth (en het was ten tijde van) . Tenakh (4) : (1) Joz 10,27 . (2) 2 S 11,2 . (3) 1 K 11,4 . (4) 1 Kr 20,1 .
2 S 11,3 - 2 S 11,3 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
2 S 11,4 - 2 S 11,4 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
2 S 11,5 - 2 S 11,5 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
1. act. qal imperf. 3de pers. vr. enk. וַתַּהַר = waththahar (en zij werd zwanger) van het werkw. הָרָה = hârâh (zie Jouön 79i , p.160) . Taalgebruik in Tenakh : härâh (zwanger worden, - zijn) . Getalwaarde : he = 5 , resj = 20 of 200 , he = 5 ; totaal : 30 (2 X 3 X 5) OF 210 (2 X 3 X 5 X 7) . Structuur : 5 - 2 - 5 . De som van de elementen is telkens 3 . Tenakh (28) . Pentateuch (18) . Eerdere Profeten (4) . Latere Profeten (1) . 12 Kleine Profeten (3) . Geschriften (2) . Gn (13) : (1) Gn 4,1 (Eva - Kaïn) . (2) Gn 4,17 (de vrouw van Kaïn - Henoch) . (3) Gn 16,4 (Hagar) . - Gn 19,36 (beide dochters van Lot - Moab en Ben - Ammi) - (4) Gn 21,2 (Sara - Isaak) . (5) Gn 25,21 (Rebekka - Esau en Jakob) . (6) Gn 29,32 : waththahar leâh waththelèth (en Lea werd zwanger en zij baarde; Lea - Ruben) . (7) Gn 29,33 (Lea - Simeon) . (8) Gn 29,34 (Lea - Levi) . (9) Gn 29,35 (Lea - Juda) . (10) Gn 30,5 : waththahar bilëhâh waththelèth (en Bilha werd zwanger en zij baarde; Bilha - Dan) . (10) Gn 30,7 (Bilha, de slavin van Rachel, - Naftali) . (11) Gn 30,19 (Lea - Zebulon) . (12) Gn 30,23 (Rachel - Jozef) . (13) Gn 38,4 (Sua , de vrouw van Juda, - Onan) . Eerdere Profeten (4) : (1) 1 S 1,20 . (2) 1 S 2,21 . (3) 2 S 11,5 . (4) 2 K 4,17 .
7. הָרָה = hârâh (zwanger worden, - zijn) . Taalgebruik in Tenakh : härâh (zwanger worden, - zijn) . Getalwaarde : he = 5 , resj = 20 of 200 , he = 5 ; totaal : 30 (2 X 3 X 5) OF 210 (2 X 3 X 5 X 7) . Structuur : 5 - 2 - 5 . De som van de elementen is telkens 3 . (1) act. qal perf. 3de pers. mann. enk. ; hifil : hij doet zwanger zijn) . (2) act. qal part. vr. enk. (zwanger zijnde) . Tenakh (11) : (1) Gn 16,11 . (2) Gn 38,24 . (3) Gn 38,25 . (4) Ex 21,22 . (5) Re 13,5 . (6) Re 13,7 . (7) 1 S 4,19 . (8) 2 S 11,5 . (9) Js 7,14 . (10) Js 26,17 . (11) Jr 31,8 .
2 S 11,6 - 2 S 11,6 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
2 S 11,7 - 2 S 11,7 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
2 S 11,8 - 2 S 11,8 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
4. red (daal af) . qal imperat. perf. 2de pers. mann. enk. van het werkw. יָרַד = jârad (afdalen, afstijgen, vallen) . Taalgebruik in Tenakh
: järad
(afdalen, afstijgen, vallen) . Getalwaarde : jod = 10 , resj = 20 of 200
, daleth = 4 ; totaal : 34 (2 X 17) OF of 214 (2 X 107) . Structuur : 1 - 2 - 4 . De som van de elementen is telkens 7 . Jrd (Jared) is ook een persoonsnaam.
Tenakh (14) : (1) Ex
19,21 . (2) Ex
19,24 . (3) Ex
32,7 . (4) Dt
9,12 . (5) Re
7,9 . (6) Re
7,10 . (7) Re
19,11 . (8) 1
S 23,4 . (9) 1
S 23,20 . (10) 2
S 11,8. (11) 1
K 21,18 . (12) 2
K 1,15 . (13) Jr
22,1 . (14) Hos
12,1 .
- Gr. katabainô (naar beneden
dalen , afdalen) . Taalgebruik in de Septuaginta : katabainô
(neerdalen, afdalen) . Taalgebruik in het N.T. : katabainô
(neerdalen, afdalen) .
- Lat. descendere . Fr. descendre . E. to descend .
Ned. neerdalen, afdalen . D. herabkommen .
2 S 11,9 - 2 S 11,9 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
2 S 11,10 - 2 S 11,10 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
1. וַיַּגִדוּ = wajjaggidû (en zij vertelden) < waw consecutivum + act. hifil imperf. 3de pers. mann. enk. van het werkw. נָגַד = nâgad (vertellen, verkondigen, bekend maken) . Taalgebruik in Tenakh : nâgad (vertellen, verkondigen, bekend maken) . Getalwaarde : nun = 14 of 50 , ghimel = 3 , daleth = 4 ; totaal : 21 (3 X 7) OF 57 (3 X 19) . Structuur : 5 - 3 - 4 . De som van de elementen is telkens 3 . Tenakh (21) : (1) Gn 26,32 . (2) Gn 45,26 . (3) Re 4,12 . (4) Re 9,7 . (5) Re 9,42 . (6) 1 S 17,31 . (7) 1 S 18,20 . (8) 1 S 18,24 . (9) 1 S 18,26 . (10) 1 S 19,21 . (11) 1 S 23,1 . (12) 1 S 23,25 . (13) 1 S 24,2 . (14) 1 S 25,12 . (15) 2 S 2,4 . (16) 2 S 3,23 . (17) 2 S 10,5 . (18) 2 S 11,10 . (19) 2 S 17,21 . (20) 2 K 7,15 . (21) 2 K 18,37 .
1. - 2. לְדָוִד וַיַּגִדוּ = wajjaggidû lëdäwid (en zij vertelden aan David) . Tenakh (5) : (1) 1 S 23,1 . (2) 1 S 23,25 . (3) 2 S 2,4 . (4) 2 S 10,5 . (5) 2 S 11,10 .
1. - 3. וַיַּגִדוּ לְדָוִד לֵאמֹר = wajjaggidû lëdäwid le´mor ((en zij vertelden aan David om te zeggen / zeggende) . Tenakh (3) : (1) 1 S 23,1 . (2) 2 S 2,4 . (3) 2 S 11,10 .
2 S 11,11 - 2 S 11,11 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
2 S 11,12 - 2 S 11,12 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
2 S 11,13 - 2 S 11,13 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
2 S 11,14 - 2 S 11,14 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
2 S 11,15 - 2 S 11,15 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
2 S 11,16 - 2 S 11,16 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
2 S 11,17 - 2 S 11,17 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
2 S 11,18 - 2 S 11,18 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
2 S 11,19 - 2 S 11,19 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
2 S 11,20 - 2 S 11,20 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
2 S 11,21 - 2 S 11,21 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
2 S 11,22 - 2 S 11,22 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
2 S 11,23 - 2 S 11,23 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
2 S 11,24 - 2 S 11,24 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
2 S 11,25 - 2 S 11,25 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
2 S 11,26 - 2 S 11,26 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
2 S 11,27 - 2 S 11,27 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
14. prefix consecut. wë + act. qal imperf. consecut. 3de pers. mann. enk. wajjera` (en het was slecht) van het werkw. רָעַע = râ`a` (kwaad, slecht, verdrietig, ontevreden zijn) . Taalgebruik in Tenakh : râ`a` (kwaad, slecht, verdrietig, ontevreden zijn) . Getalwaarde : resj = 20 of 200 , ajin = 16 of 70 ; totaal : 52 (2 X OF 340 (2² X 5 X 17) . Structuur : 2 - 7 - 7 . De som van de elementen is telkens 7 . Tenakh (13) : (1) Gn 21,11 . (2) Gn 38,10 . (3) Gn 48,17 . (4) 1 S 8,6 . (5) 1 S 18,8 . (6) 2 S 11,27 . (7) 1 K 16,25 . (8) Js 59,15 . (9) Jon 4,1 . (10) Ps 106,32 . (11) Neh 2,10 . (12) Neh 13,8 . (13) 1 Kr 21,7 .
14. - 15. wajjera` haddâbâr (en het woord/gebeuren) was slecht) . Tenakh (3) : (1) Gn 21,11 . (2) 1 S 8,6 . (3) 2 S 11,27 . De overeenkomst tussen Gn 21,11 en 2 S 11,27 is zeer groot . Na wajjera` haddâbâr (en het woord/gebeuren was slecht) volgt bë`e(j)ne(j) (in de ogen van) + persoonsnaam. Abraham is ontstemd over de vraag van Sara om Hagar en haar zoon weg te sturen. Samuël is ontstemd over de vraag van alle oudsten van Israël om een koning aan te stellen .