BIJBELBOEK AMOS 6, Am 6 -- Am 6 -- Am 6,1-14 -- Am 6,1a.4-7 -

Uitleg hoofdstuk per hoofdstuk : Am 1 - Am 2 - Am 3 - Am 4 - Am 5 - Am 6 - Am 7 - Am 8 - Am 9 -
Uitleg vers per vers : Am 6,1 - Am 6,2 - Am 6,3 - Am 6,4 - Am 6,5 - Am 6,6 - Am 6,7 - Am 6,8 - Am 6,9 - Am 6,10 - Am 6,11 - Am 6,12 - Am 6,13 - Am 6,14 -
Am 6,1 . Am 6,2 . Am 6,3 . Am 6,4 . Am 6,5 . Am 6,6 . Am 6,7 . Am 6,8 . Am 6,9 . Am 6,10 . Am 6,11 . Am 6,12 . Am 6,13 . Am 6,14 .

Overzicht van Tenach : Tenach : overzicht , Tenach : taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Tenach : commentaar ,
Overzicht van Septuaginta
: Septuaginta : overzicht , Septuaginta : taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Septuaginta : commentaar ,

Amos Taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z -


Religie.opzijnbest.nl
ZOEKEN OP DEZE WEBSITE
PicoSearch
  Hulp
Verzorgd door PicoSearch
 
bijbelvertalingen Lexilogos   bijbelweb info-bible interBible http://www.diebibel.de/
1. LXX , Griekse tekst N.T.   2. Vulgata   3. Synopsis Denaux - Vervenne  4. Statenvertaling   5. Willibrordvertaling   6. Nieuwe Vertaling   7. Naardense vertaling , zie
8. Bible de Jérusalem 9. Statenvertaling   10. King James Bible  - King James Bible 11. Luther-Bibel   liturgische lezing      

WEDERKERIGHEID (DIVERSITEIT - VICE VERSA) . Meer info : Arseen De Kesel . Email: arseen.de.kesel@pandora.be .
websitenamen : http://users.telenet.be/arseen.de.kesel/ en http://www.interlevensbeschouwelijk.be/index.htm
- STARTPAGINA - AGENDA - BIJ DE HAND - NIEUW - OVERZICHT -  TIJDSCHRIFTEN -
ALFABETISCH OVERZICHT VAN THEMA'S EN WEBSITES :
- A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z
HOOFDTHEMA'S : allochtonen , armoede , bahá'í ,  bezinningsteksten , bijbel , bijbel en koran , boeddhisme , christendom , extreemrechts ( Vlaams Blok ) , fundamentalisme , globalisering en antiglobalisering ,  hindoeïsme , interlevensbeschouwelijke dialoog , interreligieuze meditatie , islam , jodendom , koran , levensbeschouwing , levensbeschouwing / godsdienst en onderwijs , racisme , samenleving , sikhisme , spiritualiteit , tewerkstelling van allochtonen , vluchtelingen en asielzoekers , vrijzinnigheid , witte scholen , multiculturele scholen en concentratiescholen , Eigen-zinnige beschouwingen , Het kleine of grote ongenoegen

Woordenschat

Bibliografie
Literatuur .
Liturgisch gebruik

- Am 6,1a.4-7 : 26ste (zesentwintigste) zondag door het c-jaar .
ALGEMEEN OVERZICHT

-
bijbeloverzicht , taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Oude Testament , Pentateuch , Historische boeken , Profeten , Wijsheidsboeken , NT overzicht , Evangelies , Synoptici , Brieven van Paulus , Apostolische brieven .

Overzicht van het N.T. : NT : overzicht , NT : taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , NT : commentaar ,

- OT : Gn (Genesis) , Ex (Exodus) , Lv (Leviticus) , Nu (Numeri) , Dt (Deuteronomium) , Joz (Jozua) , Re (Rechters) , Rt (Ruth) , 1 S (1 Samuël) , 2 S (2 Samuël) , 1 K (1 Koningen) , 2 K (2 Koningen) , 1 Kr ( 1 Kronieken) , 2 Kr (2 Kronieken) , Ezr (Ezra) , Neh (Nehemia) , Tob (Tobia) , Jdt (Judith) , Est (Esther) , 1 Mak (1 Makkabeeën) , 2 Mak (2 Makkabeeën) , Job , Ps (Psalmen ) , Spr (Spreuken) , Pr (Prediker) , Hl (Hooglied) , W (Wijsheid) , Sir (Sirach) , Js (Jesaja) , Jr (Jeremia) , Kl (Klaagliederen) , Bar (Baruch) , Ez (Ezechiël) , Da (Daniël) , Hos (Hosea) , Jl (Joël) , Am (Amos) , Ob (Obadja) , Jon (Jona) , Mi (Micha) , Nah (Nahum) , Hab (Habakuk) , Sef (Sefanja) , Hag (Haggai) , Zach (Zacharia) , Mal (Maleachi) .
- NT : Mt (Matteüs) - Mc (Marcus) - Lc (Lucas) - Joh (Johannes) - Hnd (Handelingen) , Rom (Rome) , 1 Kor (Korinte) , 2 Kor (Korinte) , Gal (Galatië) , Ef (Efese) , Fil (Filippi) , Kol (Kolosse) , 1 Tes (Tessalonika) , 2 Tes (Tessalonika) , 1 Tim (Timoteüs) , 2 Tim (Timoteüs) , Tit (Titus) , Film (Filemon) , Heb (Hebreeën) , Jak (Jakobus) , 1 Pe (Petrus) , 2 Pe (Petrus) , 1 Joh (Johannes) , 2 Joh (Johannes) , 2 Joh (Johannes) , Jud (Judas) , Apk (Apokalyps) .
Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken - bibliografie bijbel - bibliografie van het Oude Testament - bibliografie Matteüsevangelie - bibliografie Marcusevangelie - bibliografie Lucasevangelie - bibliografie van het Johannesevangelie - bibliografie van het Nieuwe Testament (behalve evangeliën) :

- Am 6,1-14 . Am 6,1-14 - Am 6,1 - Am 6,2 - Am 6,3 - Am 6,4 - Am 6,5 - Am 6,6 - Am 6,7 - Am 6,8 - Am 6,9 - Am 6,10 - Am 6,11 - Am 6,12 - Am 6,13 - Am 6,14 -

Lezing op de 26ste (zesentwintigste) zondag door het c-jaar : Am 6,1a.4-7 . Am 6,1a.4-7 .
Dit zegt de almachtige Heer: Wee, de zorgelozen in Sion, de zelfverzekerden op Samaria's berg; zij liggen op ivoren bedden en strekken zich uit op hun rustbanken; zij eten de lammeren van de kudde op en de kalveren uit de stal; zij verzinnen maar liederen, bij het getokkel van de harp en denken dat hun speeltuig dat van David evenaart; zij drinken wijn uit brede schalen en zalven zich met de kostelijke olie, maar om Jozef's ondergang bekreunen zij zich niet. Daarom gaan zij als eersten de ballingschap in, en is het gedaan met de feesten van hen die daar lui liggen uitgestrekt.

Am 6,1 - Am 6,1 - Am 6,1-14 - Am 6,1 - Am 6,2 - Am 6,3 - Am 6,4 - Am 6,5 - Am 6,6 - Am 6,7 - Am 6,8 - Am 6,9 - Am 6,10 - Am 6,11 - Am 6,12 - Am 6,13 - Am 6,14 -
Griekse tekst Vulgaat MT 26ste (zesentwintigste) zondag door het c-jaar Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
1ouai tois exouthenousin siôn kai tois pepoithosin epi to oros samareias apetrugèsan archas ethnôn kai eisèlthon autoi oikos tou israèl  1 vae qui opulenti estis in Sion et confiditis in monte Samariae optimates capita populorum ingredientes pompatice domum Israhel     Dit zegt de almachtige Heer: Wee, de zorgelozen in Sion, de zelfverzekerden op Samaria's berg;   1 Wee den gerusten te Sion, en den zekeren op den berg van Samaria! die de voornaamste zijn van de eerstelingen der volken, en tot dewelke die van het huis Israëls komen.   [1] Wee u, zorgelozen in Sion, zelfverzekerden op de berg van Samaria; notabelen van dat weergaloze volk, tot wie het huis Israël zich wendt.   [1] Wee jullie, zorgelozen in Sion, argelozen op de berg van Samaria, leiders van dit uitverkoren volk, tot wie de Israëlieten zich wenden!   1 ¶ Wee de zorgelozen op Sion, en wie zich veilig wanen op de berg van Samaria,– ooit zijn zij aangemerkt als het eerste onder de volken, tot wie allen zouden komen, het huis van Israël!  1. Malheur à ceux qui sont tranquilles en Sion, à ceux qui sont confiants sur la montagne de Samarie, ces notables des prémices des nations, à qui va la maison d'Israël.  

King James Bible . [1] Woe to them that are at ease in Zion, and trust in the mountain of Samaria, which are named chief of the nations, to whom the house of Israel came!
Luther-Bibel . 6 1 Weh den Sorglosen zu Zion und weh denen, die voll Zuversicht sind auf dem Berge Samarias, den Vornehmen des Erstlings unter den Völkern, zu denen das Haus Israel kommt!

Tekstuitleg van Am 6,1 . Het vers Am 6,1 telt 13 woorden en 59 letters . De getalwaarde van Am 6,1 is 3698 (2 X 43²) .

Am 6,1.1. sjimë`û (hoort, luistert naar) ´èth haddâbhâr hazzèh (dit woord) . Tenach (3) : (1) Am 3,1 . (2) Am 4,1 .(3) Am 5,1 . We bevinden ons in het tweede deel van Amos (Am 3,1-6,14) . Op deze wijze worden 3 verzamelingen orakels ingeleid : (1) Am 3,1-15 . (2) Am 4,1-13 . (3) Am 5,1-17 . Deze worden gevolgd door twee collecties die ingeleid worden door hoj (wee) : (1) Am 5,18-27 . (2) Am 6,1-14 .
- hoj (wee) . Taalgebruik in Tenach : hoj (wee) . Taalgebruik in Amos : hoj (wee) . Getalwaarde : he = 5 , waw = 6 (2 X 3 ; 2 + 3 = 5) , jod = 10 (2 X 5) ; totaal : 5 + 6 + 10 = 21 (3 X 7 . 3 + 7 = 10 OF 2 X 5) . Gr. ouai . Lat. vae . Fr. malheur . E. woe . D. weh . Tenach (47) . Am (2) : (1) Am 5,18 . (2) Am 6,1 . De wee klinkt als 't ware door in de ha- waarmee de verzen Am 6,1.3.4.5.6 beginnen . Deze woorden eindigen telkens met - îm . Het tweede versdeel van Am 6,1.3.4. met waw . Het tweede (en derde) versdeel van Am 6,1.3.4. met waw met de deelwoorden :

Am 6,1.2. hasjsja´änannîm (de zorgelozen) . bijvoegl. naamw. nom. mann. mv. Getalwaarde : he = 5 , sjin = 21 (3 X 7) Of 300 (2² X 3 X 5²) , aleph = 1 , nun = 14 (2 X 7) OF 50 (2 X 5²) , jod = 10 (2 X 5) , mem = 13 OF 40 ; totaal : 78 (2 X 3 X 13 OF 3 X 26) OF 456 (2³ X 3 X 19) . Zie hasjsja´änîm (zij die welgemoed zijn) < bepaald lidw. ha + act. qal part. nom. mann. mv. van het werkw. sjâ´ân (rustig, welgemoed zijn) . Tenach (3) : (1) Am 6,1 . (2) Zach 1,15 . (3) Ps 123,4 . De wee klinkt als 't ware door in de ha- waarmee de verzen Am 6,1.3.4.5.6 beginnen . Deze woorden eindigen telkens met - îm . (1) Am 6,1 : hasjsja´änannîm (de zorgelozen) . (2) Am 6,3 : hamënaddîm (zij die zich laten verleiden) . (3) Am 6,4 : hasjsjokhbîm (zij die zich neerleggen) . (4) Am 6,5 : happorëtîm (zij die zingen) . (5) Am 6,6 : hasjsjothîm (zij die drinken) . Het tweede (en derde) versdeel van Am 6,1.4. met waw met de deelwoorden : (1) Am 6,1 : wëhabbotëchîm (en zij die vertrouwen op) . (2) Am 6,4 : ûsëruchîm (zij die zich uitspreiden) . (3) Eveneens Am 6,4 : wë´okhëlîm (zij die eten) .

4. wëhabbotëchîm (en zij die vertrouwen op) < voegw. wë + bepaald lidw. ha + act. qal part. nom. mann. mv. van het werkw. bâtach (vertrouwen, zich veilig voelen) . Taalgebruik in Tenach : bâtach (vertrouwen, zich veilig voelen) . Slechts in Am 6,1 .

6. sjomërôn (Samaria) . Tenach (58) . 12 kl. Prof. (14) : (1) Hos 7,1 . (2) Hos 8,5 . (3) Hos 8,6 . (4) Hos 10,5 . (5) Hos 10,7 . (6) Hos 14,1 . (7) Am 3,9 . (8) Am 4,1 . (9) Am 6,1 . (10) Am 8,14 . (11) Ob 19 . (12) Mi 1,1 . (13) Mi 1,5 . (14) Mi 1,6 .

13. jishërâ´el (Israël) . Taalgebruik in Tenach : jishërâ´el (Israël) . Taalgebruik in Amos : jishërâ´el (Israël) . Getalwaarde : jod = 10 , shin = 21 of 300 , resj = 20 of 200 , aleph = 1 , lameth = 12 of 30 ; totaal : 64 (2³ X 2³) OF 541 (10de zeshoekige ster) . Gr. israèl (Israël) . Taalgebruik in de LXX : Israèl (Israël) . Taalgebruik in het N.T. : Israèl (Israël) . Tenach (2044) . Am (24) : (1) Am 1,1 . (2) Am 2,6 . (3) Am 2,11 . (4) Am 3,1 . (5) Am 3,12 . (6) Am 3,14 . (7) Am 4,5 . (8) Am 4,12 . (9) Am 5,1 . (10) Am 5,2 . (11) Am 5,3 . (12) Am 5,4 . (13) Am 5,25 . (14) Am 6,1 . (15) Am 6,14 . (16) Am 7,8 . (17) Am 7,9 . (18) Am 7,10 . (19) Am 7,15 . (20) Am 7,16 . (21) Am 8,2 . (22) Am 9,7 . (23) Am 9,9 . (24) Am 9,14 .
-- bënê jishërâ´el (zonen van Israël, Israëlieten) . Tenach (419) . Am (5) : (1) Am 2,11 . (2) Am 3,1 . (3) Am 3,12 . (4) Am 4,5 . (5) Am 9,7 .

Am 6,2 - Am 6,2 - Am 6,1-14 - Am 6,1 - Am 6,2 - Am 6,3 - Am 6,4 - Am 6,5 - Am 6,6 - Am 6,7 - Am 6,8 - Am 6,9 - Am 6,10 - Am 6,11 - Am 6,12 - Am 6,13 - Am 6,14 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
2diabète pantes kai idete kai dielthate ekeithen eis emath rabba kai katabète ekeithen eis geth allofulôn tas kratistas ek pasôn tôn basileiôn toutôn ei pleona ta oria autôn estin tôn umeterôn oriôn  2 transite in Chalanne et videte et ite inde in Emath magnam et descendite in Geth Palestinorum et ad optima quaeque regna horum si latior terminus eorum termino vestro est    2 Gaat over naar Kalne, en ziet toe; en gaat van daar naar Hamath, de grote stad, en trekt af naar Gath der Filistijnen; of zij beter zijn dan deze koninkrijken, of hun landpale groter dan uw landpale?  [2] Ga naar Kalne* en zie; reis van daar naar het grote Hamat* en dan zuidwaarts naar Gat*, in het land van de Filistijnen. Bent u soms beter dan die koninkrijken of is hun gebied groter dan dat van u?  [2] Trek naar Kalne en bekijk het goed; ga van daar naar het grote Hamat, ga dan terug naar Gat waar de Filistijnen wonen – zijn jullie sterker dan die koninkrijken of is hun gebied juist groter dan dat van jullie?   2 Steekt over naar Kalnee en ziet, gaat van daar naar Chamat Raba,– en daalt af naar Gat van de Filistijnen: zal het u beter gaan dan deze koninkrijken, of is uw gebied groter dan hun gebied?–   2. Passez à Kalné et voyez, de là, allez à Hamat la grande, puis descendez à Gat des Philistins : valent-elles mieux que ces royaumes-ci ? leur territoire est-il plus grand que le vôtre ?  

King James Bible . [2] Pass ye unto Calneh, and see; and from thence go ye to Hamath the great: then go down to Gath of the Philistines: be they better than these kingdoms? or their border greater than your border?
Luther-Bibel . 2 Geht hin nach Kalne und schaut und von da nach Hamat, der großen Stadt, und zieht hinab nach Gat der Philister! Seid ihr besser als diese Königreiche, ist euer Gebiet größer als das ihre,

Tekstuitleg van Am 6,2 .

15. ´im (indien, of, als) . Tenach (760) . Am (12) : (1) Am 3,3 . (2) Am 3,4 . (3) Am 3,6 . (4) Am 3,7 . (5) Am 5,22 . (6) Am 6,2 . (7) Am 6,9 . (8) Am 6,12 . (9) Am 7,2 . (10) Am 8,7 . (11) Am 8,11 . (12) Am 9,2 .

16. rab (veel, talrijk, groot) . Taalgebruik in Tenach : rab (veel, talrijk, groot) . Taalgebruik in Amos : rab (veel, talrijk, groot) . Gr. polus (veel) . Taalgebruik in de Septuaginta : polus (veel) . Taalgebruik in het N.T. : polus (veel) . Tenach (180) . 12 kl. Prof. (6) : (1) Hos 9,7 . (2) Jl 2,2 . (3) Jl 2,11 . (4) Am 6,2 . (5) Am 8,3 . (6) Jon 1,6 .

Am 6,3 - Am 6,3 - Am 6,1-14 - Am 6,1 - Am 6,2 - Am 6,3 - Am 6,4 - Am 6,5 - Am 6,6 - Am 6,7 - Am 6,8 - Am 6,9 - Am 6,10 - Am 6,11 - Am 6,12 - Am 6,13 - Am 6,14 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
3oi erchomenoi eis èmeran kakèn oi eggizontes kai efaptomenoi sabbatôn pseudôn  3 qui separati estis in diem malum et adpropinquatis solio iniquitatis     3 Gij, die den bozen dag verre stelt, en den stoel des gewelds nabij brengt.   [3] U denkt dat de onheilsdag veraf is, maar u brengt zelf de heerschappij van het geweld naderbij!   [3] Wee jullie die denken dat de onheilsdag nog ver is en die zelf de heerschappij van het geweld dichterbij brengen.   3 u die zich verre houdt van een dag vol kwaad,– maar een jaar vol geweld dichterbij brengt!   3. Vous pensez reculer le jour du malheur et vous hâtez le règne de la violence ! 

King James Bible . [3] Ye that put far away the evil day, and cause the seat of violence to come near;
Luther-Bibel . 3 die ihr meint, vom bösen Tag weit ab zu sein, und trachtet immer nach Frevelregiment,

Tekstuitleg van Am 6,3 . Het vers Am 6,3 telt 6 (2 X 3) woorden en 25 (5²) letters . De getalwaarde van Am 6,3 is 2090 (2 X 5 X 11 X 19) . Het vers bestaat uit twee halfverzen van telkens 3 woorden (2 X 3) en 14 lettergrepen (6 + 8) . In Am 6,3 beginnen beide werkw. met nun -> nâ... De wee (hôj van Am 6,1) klinkt als 't ware door in de ha- waarmee de verzen Am 6,1.3.4.5.6 beginnen . Deze woorden eindigen telkens met - îm . (1) Am 6,1 : hasjsja´änannîm (de zorgelozen) . (2) Am 6,3 : hamënaddîm (zij die zich laten verleiden) . (3) Am 6,4 : hasjsjokhbîm (zij die zich neerleggen) . (4) Am 6,5 : happorëtîm (zij die zingen) . (5) Am 6,6 : hasjsjothîm (zij die drinken) . Het tweede (en derde) versdeel van Am 6,1.4. met waw met de deelwoorden : (1) Am 6,1 : wëhabbotëchîm (en zij die vertrouwen op) . (2) Am 6,4 : ûsëruchîm (zij die zich uitspreiden) . (3) Eveneens Am 6,4 : wë´okhëlîm (zij die eten) . Misschien vormen de twee versdelen een tegenstelling : zij die een rampdag uitsluiten , maar jullie brengen hem naderbij .

Am 6,3.1. hamënaddîm (zij die zich laten verleiden) < bepaald lidw. ha + part. piel nom. mann. mv. van het werkw. nâdâh (dwalen, zich laten verleiden) . Taalgebruik in Tenach : nâdâh (dwalen, zich laten verleiden) . Getalwaarde : he = 5 , mem = 13 of 40 , nun = 14 of 50 , daleth = 4 , jod = 10 ; totaal : 59 (5 + 9 = 14 of 2 X 7) . Slechts in Am 6,3 . Volgens sommigen : in de betekenis : zij weigeren te denken aan ; Of : zij sluiten uit .

Am 6,3.2. lëjôm Of lajjôm . Voorzetsel lë / la en het zelfst. naamw. jôm (dag) . Taalgebruik in Tenach : jôm (dag) . Taalgebruik in Am : jôm (dag) . Gr. hèmera (dag) . Getalwaarde van jôm (dag) : jod = 10 , waw = 6 , mem = 13 of 40 ; totaal : 29 OF 56 (2³ X 7) . Taalgebruik in de Septuaginta : hèmera (dag) . Taalgebruik in het N.T. : hèmera (dag) . Lat. dies . Ned. dag . D. Tag . E. day . F. jour < Lat. diurnum . Cfr journaal . Tenach (42) . 12 kl. Prof. (7) : (1) Hos 9,5 . (2) Jl 1,15 . (3) Am 6,3 . (4) Hab 3,16 . (5) Sef 3,8 . (6) Zach 4,10 . (7) Mal 3,17 . Een vorm van hèmera (dag) in de LXX (2567) , in Amos (16) , in het N.T. (388) . Am (16) : (1) Am 1,1 . (2) Am 1,14 . (3) Am 2,16 . (4) Am 3,14 . (5) Am 4,2 . (6) Am 5,8 . (7) Am 5,18 (2X) . (8) Am 5,20 . (9) Am 6,3 . (10) Am 8,3 . (11) Am 8,9 . (12) Am 8,10 . (13) Am 8,11 . (14) Am 8,13 . (15) Am 9,11 (2X) . (16) Am 9,13 .

Am 6,3.3. râ` (kwaad, slecht, boosaardig) . Tenach (133) . Am (3) : (1) Am 5,14 . (2) Am 5,15 . (3) Am 6,3 .

Am 6,3.2. - 3. lëjôm rä` (de slechte dag - de rampdag) . Slechts in Am 6,3 .

Am 6,3.4. waththarëgisjûn (en jullie zullen naderen) < voegw. wë + act. hifil imperfect. 2de pers. mann. mv. van het werkw. nâgasj (naderen, nader treden) . Taalgebruik in Tenach : nâgasj (naderen, nader treden) . Slechts in Am 6,3 .

Am 6,4 - Am 6,4 - Am 6,1-14 - Am 6,1 - Am 6,2 - Am 6,3 - Am 6,4 - Am 6,5 - Am 6,6 - Am 6,7 - Am 6,8 - Am 6,9 - Am 6,10 - Am 6,11 - Am 6,12 - Am 6,13 - Am 6,14 -
Griekse tekst Vulgaat MT 26ste (zesentwintigste) zondag door het c-jaar Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
4oi katheudontes epi klinôn elefantinôn kai kataspatalôntes epi tais strômnais autôn kai esthontes erifous ek poimniôn kai moscharia ek mesou boukoliôn galathèna  4 qui dormitis in lectis eburneis et lascivitis in stratis vestris qui comeditis agnum de grege et vitulos de medio armenti   hasjsjokhbîm `al  mittôth sjen ûsëruchîm `al `arëshôtâm wë´okhëlîm kârîm mitstso´n wa`ägâlîm marëbeq zij liggen op ivoren bedden en strekken zich uit op hun rustbanken; zij eten de lammeren van de kudde op en de kalveren uit de stal;   4 Die daar liggen op elpenbenen bedsteden, en weelderig zijn op hun koetsen, en eten de lammeren van de kudde, en de kalveren uit het midden van den meststal.   [4] Zij liggen op ivoren bedden en strekken zich uit op hun rustbanken; zij eten de lammeren van de kudde en de kalveren uit de stal op;   [4] Jullie liggen maar op je ivoren bedden, hangen op je divans, eten lammeren uit de kudde en kalveren uit de stal.   4 Die neerliggen op bedden van ivoor en rondhangen op hun banken; die van het wolvee de lammeren opeten en midden uit de stal de kalveren,   4. Couchés sur des lits d'ivoire, vautrés sur leurs divans, ils mangent les agneaux du troupeau et les veaux pris à l'étable.  

King James Bible . [4] That lie upon beds of ivory, and stretch themselves upon their couches, and eat the lambs out of the flock, and the calves out of the midst of the stall;
Luther-Bibel . 4 die ihr schlaft auf elfenbeingeschmückten Lagern und euch streckt auf euren Ruhebetten? Ihr esst die Lämmer aus der Herde und die gemästeten Kälber

Tekstuitleg van Am 6,4 . Het vers Am 6,4 telt 13 woorden en 56 (2³ X 7) letters . De getalwaarde van Am 6,4 is 4247 (31 X 137) . Het vers bestaat uit drie versonderdelen ; het 1ste onderdeel telt 4 woorden en 8 lettergrepen , het tweede 3 woorden en 8 lettergrepen , het derde 6 woorden en 16 lettergrepen . Het vers kan ook in twee onderdelen verdeeld worden die telkens een tweeheid vertonen : eerste onderdeel : 1 - 4 en 5 - 7 , tweede onderdeel : 8 - 10 en 11 - 13 .

Am 6,4.1. bepaald lidw. ha + qal part. nom. mann. mv. hasjsjokhbîm (zij die zich neerleggen) van het werkw. sjâbhab (liggen, zich neerleggen) . Getalwaarde : he = 5 , sjin = 21 of 300 , kaph = 11 of 20 , beth = 2 , jod = 10 , mem = 13 of 40 ; totaal : 62 (2 X 31) OF 377 (13 X 29) . Slechts in Am 6,4 . (1) Am 6,1 : hasjsja´änannîm (de zorgelozen) . (2) Am 6,3 : hamënaddîm (zij die zich laten verleiden) . (3) Am 6,4 : hasjsjokhbîm (zij die zich neerleggen) . (4) Am 6,5 : happorëtîm (zij die zingen) . (5) Am 6,6 : hasjsjothîm (zij die drinken) . Het tweede (en derde) versdeel van Am 6,1.4. met waw met de deelwoorden : (1) Am 6,1 : wëhabbotëchîm (en zij die vertrouwen op) . (2) Am 6,4 : ûsëruchîm (zij die zich uitspreiden) . (3) Eveneens Am 6,4 : wë´okhëlîm (zij die eten) .

Am 6,4.2. `al (op) . Tenach (3075) . Am (37) . Am 6 (3) : (1) Am 6,4 . (2) Am 6,5 . (3) Am 6,6 .

Am 6,4.3. mithâh (bed) . mv. mittôth (bed) . Slechts in Am 6,4 . mittâh in Am 3,12 . Zie ook : hifil imperf. 3de pers. mann. mv. jattû (zij wierpen neer) van het werkw. nâtâh (uitstrekken, afwenden, buigen, neerwerpen) . Tenach (2) : (1) Am 2,7 . (2) Am 2,8 .

Am 6,4.4. sjen (tand, spits, ivoor) . Tenach (18) . 12 kl. Prof. Am 6,4 .

Am 6,4.5. ûsëruchîm (zij die zich uitspreiden) < voegwoord wë + pass. qal part. nom. mann. mv. van het werkw. sârach (zich uitspreiden) . Taalgebruik in Tenach : sârach (zich uitspreiden) . Slechts in Am 6,4 .

Am 6,4.6. `al (op) . Tenach (3075) . Am (37) . Am 6 (3) : (1) Am 6,4 . (2) Am 6,5 . (3) Am 6,6 .

Am 6,4.7. `arëshôtâm (hun rustbedden) van het zelfst. naam `ëresh (rustbed) . Slechts in Am 6,4 .

Am 6,4.1. - 7. Am 6,4 a : hasjsjokhbîm `al  mittôth sjen ûsëruchîm `al `arëshôtâm (zij die zich neerleggen op ivoren bedden en zij die zich uitstrekken op rustbedden) // Am 2,8 : `al bëgâdîm chäbhulîm  jattû (op kleren, in pand genomen, strekken zij zich uit) .

Am 6,4.8. wë´okhëlîm (zij die eten) < voegwoord wë + act. qal part. nom. mann. mv. van het werkw. ´âkhal (eten) . Taalgebruik in Tenach : ´âkhal (eten) . Gr. esthiô , fut. edomai , aor. efagon , perf. edèdôs . Lat. manducare . Fr. manger . Ned. eten (vgl Gr. e -s-th-) Oind. admi 'ik eet' . E. to eat . D. essen . Slechts in Am 6,4 . Zie ook : wë´âkhëlâh ´armënôth (en ik zal paleizen / burchten verslinden) . Tenach (6) : (1) Jr 17,27 . (2) Jr 49,27 . (3) Am 1,4 . (4) Am 1,12 . (5) Am 2,2 . (8) Am 2,5 . (6) Am 2,5 .

Am 6,4.9. mann. mv. kârîm (lammeren) van het zelfst. naamw. kar (lam) . Tenach (11) : (1) Dt 32,14 . (2) 2 K 3,4 . (3) Js 34,6 . (4) Ez 4,2 . (5) Ez 21,27 . (6) Ez 39,18 . (7) Am 6,4 . (8) Ps 37,20 . (9) Ps 65,14 . (10) 2 Kr 2,9 . (11) 2 Kr 27,5 .

Am 6,4.10. mitstso´n (uit de kudde) < min (uit) + tso´n .(kudde) . Taalgebruik in Tenach : ts´on (kudde) . Tenach (1) Am 6,4 .

Am 6,4.11. voegwoord wë + zelfst. naamw. mann. mv. wa`ägâlîm (en gemeste kalveren) van het zelfst. naamw. `egèl (kalf) . Tenach (1) Am 6,4 .

Am 6,4.12. mittôkh (uit, uit het midden van) . Tenach (56) . 12 kl. Prof. (1) Am 6,4 .

Am 6,4.13. marëbeq (stal, meststal) . Tenach (4) : (1) 1 S 28,24 . (2) Jr 46,21 . (3) Am 6,4 . (4) Mal 3,20 .

Am 6,5 - Am 6,5 - Am 6,1-14 - Am 6,1 - Am 6,2 - Am 6,3 - Am 6,4 - Am 6,5 - Am 6,6 - Am 6,7 - Am 6,8 - Am 6,9 - Am 6,10 - Am 6,11 - Am 6,12 - Am 6,13 - Am 6,14 -
Griekse tekst Vulgaat MT 26ste (zesentwintigste) zondag door het c-jaar Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
5oi epikrotountes pros tèn fônèn tôn organôn ôs estôta elogisanto kai ouch ôs feugonta 5 qui canitis ad vocem psalterii sicut David putaverunt se habere vasa cantici     zij verzinnen maar liederen, bij het getokkel van de harp en denken dat hun speeltuig dat van David evenaart;  5 Die op het geklank der luit kwinkeleren, en bedenken zichzelven instrumenten der muziek, gelijk David;  [5] zij verzinnen liederen bij het getokkel van de harp en denken dat hun instrument dat van David evenaart;   [5] Luidkeels zingen jullie bij de harp, en jullie denken te spelen als David zelf.   5 die wat pingelen bij de mond van de luit: als waren ze David hebben ze zich een zanginstrument uitgedacht,  5. Ils braillent au son de la harpe, comme David, ils inventent des instruments de musique; 

King James Bible . [5] That chant to the sound of the viol, and invent to themselves instruments of musick, like David;
Luther-Bibel . 5 und spielt auf der Harfe und erdichtet euch Lieder wie David

Tekstuitleg van Am 6,5 . Het vers Am 6,5 telt 9 (3²) en 32 (2³ X 2²) letters . De getalwaarde van Am 6,5 is 1626 (2 X 3 X 271) . De wee (hôj van Am 6,1) klinkt als 't ware door in de ha- waarmee de verzen Am 6,1.3.4.5.6 beginnen . Deze woorden eindigen telkens met - îm . (1) Am 6,1 : hasjsja´änannîm (de zorgelozen) . (2) Am 6,3 : hamënaddîm (zij die zich laten verleiden) . (3) Am 6,4 : hasjsjokhbîm (zij die zich neerleggen) . (4) Am 6,5 : happorëtîm (zij die zingen) . (5) Am 6,6 : hasjsjothîm (zij die drinken) . Het tweede (en derde) versdeel van Am 6,1.4. met waw met de deelwoorden : (1) Am 6,1 : wëhabbotëchîm (en zij die vertrouwen op) . (2) Am 6,4 : ûsëruchîm (zij die zich uitspreiden) . (3) Eveneens Am 6,4 : wë´okhëlîm (zij die eten) .

Am 6,5 .1. happorëtîm (zij die zingen) < bepaald lidw. ha + act.qal part. nom. mann. mv. van het werkw. pârat (zingen) . Taalgebruik in Tenach : pârat (zingen) . Getalwaarde : he = 5 , pe = 17 of 80 , resj = 20 of 200 , tet = 9 , jod = 10 , mem = 13 of 40 ; totaal : 74 (2 X 37) OF 344 . Slechts in Am 6,5 .

Am 6,5 .2. `al (op) . Tenach (3075) . Am (37) . Am 6 (3) : (1) Am 6,4 . (2) Am 6,5 . (3) Am 6,6 .

Am 6,5 .3. pî (mond, uitspraak, klank) . Tenach (131) . Am (1) Am 6,5 .

Am 6,5 .2. - 3. `al pî (naar de klank) . Tenach (50) . 12 kl. Prof. (2) : (1) Am 6,5 . (2) Nah 3,12 .

Am 6,5 .4. bepaald lidwoord ha + zelfst. naamw. hannâbhèl (het muziekinstrument, de harp) van het zelfst. naamw. nebhèl (muziekinstrument, harp) . Tenach (3) : (1) Am 6,5 . (2) Ps 57,9 . (3) Ps 108,3 .

Am 6,5 .6. act. qal perf. 3de pers. mann. mv. châsjëbhû (zij bedenken) van het werkw. châsjabh (berekenen, denken) . Tenach (7) : (1) Jr 11,19 . (2) Jr 48,2 . (3) Am 6,5 . (4) Ps 10,2 . (5) Ps 21,12 . (6) Ps 140,3 . (7) Ps 140,5 .

Am 6,5 .7. lâhèm (voor hen) . Am (4) : (1) Am 6,1 . (2) Am 6,5 . (3) Am 9,1 . (4) Am 9,15 .

Am 6,5 .8. këlî , stat. constr. kële(j) (voorwerp, werktuig) . Tenach (118) . Am (1) Am 6,5 .

Am 6,5 .8. - 9. kële(j) sjîr (muziekinstrument) . Tenach (1) Am 6,5 .

Am 6,6 - Am 6,6 - Am 6,1-14 - Am 6,1 - Am 6,2 - Am 6,3 - Am 6,4 - Am 6,5 - Am 6,6 - Am 6,7 - Am 6,8 - Am 6,9 - Am 6,10 - Am 6,11 - Am 6,12 - Am 6,13 - Am 6,14 -
Griekse tekst Vulgaat MT 26ste (zesentwintigste) zondag door het c-jaar Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
6oi pinontes ton diulismenon oinon kai ta prôta mura chriomenoi kai ouk epaschon ouden epi tè suntribè iôsèf  6 bibentes in fialis vinum et optimo unguento delibuti et nihil patiebantur super contritione Ioseph    zij drinken wijn uit brede schalen en zalven zich met de kostelijke olie, maar om Jozef's ondergang bekreunen zij zich niet.   6 Die wijn uit schalen drinken, en zich zalven met de voortreffelijkste olie, maar bekommeren zich niet over de verbreking van Jozef.  [6] zij drinken wijn uit brede schalen en zalven zich met de beste olie, maar om de ondergang van Jozef treuren ze niet.   [6] Uit grote schalen drinken jullie wijn, en met de beste olie wrijven jullie je in, maar jullie lijden er niet onder dat Jozefs volk ten onder gaat.   6 die sprenkelbekkens vol wijn drinken en met het eerste van oliën zich zalven,– hebben om Jozefs verbreking zich nooit bekommerd!   6. ils boivent le vin dans de larges coupes, ils se frottent des meilleures huiles, mais ils ne s'affligent pas de la ruine de Joseph !  

King James Bible . [6] That drink wine in bowls, and anoint themselves with the chief ointments: but they are not grieved for the affliction of Joseph.
Luther-Bibel . 6 und trinkt Wein aus Schalen und salbt euch mit dem besten Öl, aber bekümmert euch nicht um den Schaden Josefs.

Tekstuitleg van Am 6,6 . Het vers Am 6,6 telt 11 woorden en 46 (2 X 23) letters . De getalwaarde van Am 6,6 is 3794 (2 X 7 X 271) .

Am 6,6.1. bepaald lidw. ha + act. qal part. nom. mann. mv. hasjsjothîm (zij die drinken) van het werkw. sjâthâh (drinken) . Taalgebruik in Tenach : sjâthâh (drinken) . Gr. piô . Lat. bibere . Fr. boire . Ned. drinken . E. to drink . D. trinken . Getalwaarde : he = 5 , sjin = 21 of 300 , taw = 22 of 400 , jod = 10 , mem = 13 of 40 ; totaal : 71 OF 755 (5 X 151) . Tenach (2) : (1) Am 6,6 . (2) Zach 7,6 . act. qal imperf. 3de pers. mann. mv. jisjëthû (zij drinken) . Tenach (15) . 12 kl. Prof. (4) : (1) Am 2,8 . (2) Ob 16 . (3) Jon 3,7 . (4) Sef 1,13 . Zie ook : wë + act. hifil imperf. 2de pers. mv. waththasjëqû (en jullie doen drinken) van het werkw. sjâqâh (drinken) . Tenach (1) Am 2,12 .

Am 6,6.2. jajin (wijn) . Tenach (55) . 12 kl. Prof. (7) : (1) Hos 9,4 . (2) Jl 1,5 . (3) Am 2,12 . (4) Am 6,6 . (5) Mi 6,15 . (6) Zach 9,15 . (7) Zach 10,7 . wjjn (en wijn) . Tenach (27) . 12 kl. Prof. (2) : (1) Hos 4,11 . (2) Am 2,8 .

9. `al (op) . Tenach (3075) . Am (37) . Am 6 (3) : (1) Am 6,4 . (2) Am 6,5 . (3) Am 6,6 .

Am 6,7 - Am 6,7 - Am 6,1-14 - Am 6,1 - Am 6,2 - Am 6,3 - Am 6,4 - Am 6,5 - Am 6,6 - Am 6,7 - Am 6,8 - Am 6,9 - Am 6,10 - Am 6,11 - Am 6,12 - Am 6,13 - Am 6,14 -
Griekse tekst Vulgaat MT 26ste (zesentwintigste) zondag door het c-jaar Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
7dia touto nun aichmalôtoi esontai ap' archès dunastôn kai exarthèsetai chremetismos ippôn ex efraim  7 quapropter nunc migrabunt in capite transmigrantium et auferetur factio lascivientium    Daarom gaan zij als eersten de ballingschap in, en is het gedaan met de feesten van hen die daar lui liggen uitgestrekt.  7 Daarom zullen zij nu gevankelijk henengaan onder de voorsten, die in gevangenis gaan; en het banket dergenen, die weelderig zijn, zal wegwijken.  [7] Daarom gaan nu zij als eersten in ballingschap, en is het gedaan met de feesten van hen die daar lui liggen uitgestrekt.   [7] Daarom gaan jullie nu als eersten in ballingschap; het gefeest en geluier is voorbij.   7 Daarom worden ze nu in ballingschap gevoerd in een kopgroep van ballingen,– en wijken zal het geroezemoes van wie het zo breed lieten hangen! •  7. C'est pourquoi ils seront maintenant déportés, en tête des déportés, c'en est fait de l'orgie des vautrés ! Le châtiment sera terrible.  

King James Bible . [7] Therefore now shall they go captive with the first that go captive, and the banquet of them that stretched themselves shall be removed.
Luther-Bibel . 7 Darum sollen sie nun vorangehen unter denen, die gefangen weggeführt werden, und soll das Schlemmen der Übermütigen aufhören.

Tekstuitleg van Am 6,7 .

Am 6,8 - Am 6,8 - Am 6,1-14 - Am 6,1 - Am 6,2 - Am 6,3 - Am 6,4 - Am 6,5 - Am 6,6 - Am 6,7 - Am 6,8 - Am 6,9 - Am 6,10 - Am 6,11 - Am 6,12 - Am 6,13 - Am 6,14 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
8oti ômosen kurios kath' eautou dioti bdelussomai egô pasan tèn ubrin iakôb kai tas chôras autou memisèka kai exarô polin sun pasin tois katoikousin autèn  8 iuravit Dominus Deus in anima sua dicit Dominus Deus exercituum detestor ego superbiam Iacob et domos eius odi et tradam civitatem cum habitatoribus suis     8 De Heere HEERE heeft gezworen bij Zichzelf (spreekt de HEERE, de God der heirscharen): Ik heb een gruwel van Jakobs hovaardij, en Ik haat zijn paleizen; daarom zal Ik de stad en haar volheid overleveren.   [8] De Heer god heeft bij zichzelf gezworen – godsspraak van de heer, de God van de machten: ‘Ik verfoei de trots van Jakob en Ik haat zijn paleizen; de stad geef Ik prijs, met al haar bewoners.   [8] Dit zweert God, de HEER, bij zichzelf – zo spreekt de HEER, de God van de hemelse machten: Ik heb een afschuw van de hoogmoed van Jakobs volk, ik heb een afkeer van zijn burchten. Daarom zal ik Samaria en al zijn inwoners aan de vijand uitleveren,   8 ¶ Gezworen heeft mijn Heer, de ENE, bij zijn ziel, is de tijding van de ENE, de God van de heirscharen: ik verafschuw Jakobs hoogmoed en zijn paleizen haat ik; uitleveren zal ik zo’n stad en haar volheid!  8. Le Seigneur Yahvé l'a juré par lui-même : - oracle de Yahvé, Dieu Sabaot - J'abhorre l'orgueil de Jacob, je hais ses palais, et je livrerai la ville et tout ce qui la remplit. 

King James Bible . [8] The Lord GOD hath sworn by himself, saith the LORD the God of hosts, I abhor the excellency of Jacob, and hate his palaces: therefore will I deliver up the city with all that is therein.
Luther-Bibel . 8 Denn Gott der HERR hat geschworen bei sich: Mich verdrießt die Hoffart Jakobs, spricht der HERR, der Gott Zebaoth, und ich hasse seine Paläste. Darum will ich die Stadt übergeben mit allem, was darin ist.

Tekstuitleg van Am 6,8 . Het vers Am 6,8 telt 18 (2 X 3²) woorden en 79 letters . De getalwaarde van Am 6,8 is 5300 (2² X 5² X 53) .

1. nifal perf. 3de pers. enk. nisjëba` (hij zwoer) van het werkw. sjâbhâ`: zweren , vervolledigen / vervullen . Taalgebruik in Tenach : sjâbhâ`(zweren) . Taalgebruik in Amos : sjâbhâ`(zweren) . Getalwaarde : sjin = 21 of 300 , beth = 2 , ajin = 16 of 70 ; totaal : 39 ( 3 X 13 of 26 + 13) of 372 (12 X 31) . Gr. omnumi (zweren, onder ede beloven) . Taalgebruik in de Septuaginta. : omnumi (zweren, onder ede beloven) . Taalgebruik in het N.T. : omnumi (zweren, onder ede beloven) . Lat. jurare . Fr. jurer . E. to swear . D. schwören . Tenach (45) . Pentateuch (27) . Am (3) : (1) Am 4,2 . (2) Am 6,8 . (3) Am 8,7 .

1. - 3. nisjëba` JHWH ( JHWH zwoer) . Tenach (21) . Dt (11 / 22) . Am (1) Am 8,7 . nisjëba` ´ädonâj JHWH ( mijn Heer JHWH zwoer) . Tenach (2) : (1) Am 4,2 . (2) Am 6,8 .

5. - 6. nëûm ´ädonâj JHWH (godsspraak van mijn Heer JHWH) . Tenach (92) . Am (5) : (1) Am 3,13 . (2) Am 4,5 . (3) Am 8,3 . (4) Am 8,9 . (5) Am 8,11 . nëûm JHWH (godsspraak van JHWH) . Tenach (267) . Am (16) : (1) Am 2,11 . (2) Am 2,16 . (3) Am 3,10 . (4) Am 3,15 . (5) Am 4,3 . (6) Am 4,6 . (7) Am 4,8 . (8) Am 4,9 . (9) Am 4,10 . (10) Am 4,11 . (11) Am 6,8 . (12) Am 6,14 . (13) Am 9,7 . (14) Am 9,8 . (15) Am 9,12 . (16) Am 9,13 .

13. ja`äqobh (Jakob) . Taalgebruik in Tenach : Ja`äqobh (Jakob) . Tenach (252) . Am (6) : (1) Am 3,13 . (2) Am 6,8 . (3) Am 7,2 . (4) Am 7,5 . (5) Am 8,7 . (6) Am 9,8 . Bij de aartsvaders Abraham , Isaak en Jakob spelen de getallen van hun leeftijden een symbolische betekenis .
- Abraham werd 175 jaar oud . 175 = 5² X 7 . (Gn 25,7) . Merkwaardig is de plaats van dit vers in de bijbel : het 25ste hoofdstuk en het 7de vers .
- Isaak werd 180 jaar oud . 180 = 6² X 5 . (Gn 35,28) .
- Jakob werd 147 jaar oud . 147 = 7² X 3 . (Gn 49,33) . Ook hier is de plaats van dit vers in de bijbel merkwaardig : het 49ste hoofdstuk en het 33ste vers .
Het product van drie opeenvolgende getallen ( 5 - 6 - 7) in het kwadraat , opklimmend , met drie opeenvolgende onpare getallen afdalend .
- Jozef leefde 110 jaar . 110 = 5² + 6² + 7² . De som van drie opeenvolgende getallen in het kwadraat . (Gn 50,22) . Deze plaats in de bijbel is wellicht ook merkwaardig . 5 (50ste hoofdstuk) X 22 (22ste vers) = 110 .
Ook de getalwaarde van de namen kan een symbolische waarde hebben .
- Isaak (Gn 21,3) . jitsëchâq (Isaak) . Getalwaarde : jod = 10 , tsade = 18 of 90 , chet = 8 , qoph = 19 of 100 ; totaal : 49 (7 X 7) OF 208 (8 X 26) .
- Jakob (Gn 25,26) . ja`äqobh (Jakob) . Getalwaarde : jod = 10 , ajin = 16 of 70 , qoph = 19 of 100 , beth = 2 ; totaal : 47 OF 182 (7 X 26) .
- Jozef (Gn 30,24) . Jôseph (Jozef) . Getalwaarde : jod = 10 , waw = 6 , samek = 15 of 60 , qoph = 17 of 80 ; totaal : 48 OF 156 (6 X 26) .
Het product van drie opeenvolgende getallen (8 - 7 - 6) in het kwadraat , afdalend , met de getalwaarde van de godsnaam JHWH = 26 .

15. shânâ´(haten, een tegenzin hebben) . act. qal perf. 1ste pers. enk. shâne´thî (ik haat) . Tenach (14) . 12 kl. Prof. (4) : (1) Am 5,21 . (2) Am 6,8 . (3) Zach 8,17 . (4) Mal 1,3 . shinë´û râ` (Haat het slechte) . Tenach (2) : (1) Ps 97,10 . (2) Am 5,15 .

16. act. hifil perf. 1ste pers. enk. wëhisëgarëthî (ik lever over) van het werkw. sâgar (sluiten) . hifil (uitleveren, prijsgeven) . Slechts in Am 6,8 .

Am 6,9 - Am 6,9 - Am 6,1-14 - Am 6,1 - Am 6,2 - Am 6,3 - Am 6,4 - Am 6,5 - Am 6,6 - Am 6,7 - Am 6,8 - Am 6,9 - Am 6,10 - Am 6,11 - Am 6,12 - Am 6,13 - Am 6,14 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
9kai estai ean upoleifthôsin deka andres en oikia mia kai apothanountai kai upoleifthèsontai oi kataloipoi  9 quod si reliqui fuerint decem viri in domo una et ipsi morientur     9 En het zal geschieden, zo er tien mannen in enig huis zullen overgelaten zijn, dat zij sterven zullen.   [9] En al blijft er maar één huis met tien mensen over, ook zij zullen sterven.   [9] en als er in een huis nog tien mensen overblijven, zullen zij sterven.  9 Geschieden zal het: al blijven er maar tien mannen over in één huis, ook zij zullen sterven.   9. S'il reste dix hommes dans une seule maison, ils mourront. 

King James Bible . [9] And it shall come to pass, if there remain ten men in one house, that they shall die.
Luther-Bibel . 9 Und wenn auch zehn Männer in einem Hause übrig bleiben, sollen sie doch sterben.

Tekstuitleg van Am 6,9 .

2. ´im (indien, of, als) . Tenach (760) . Am (12) : (1) Am 3,3 . (2) Am 3,4 . (3) Am 3,6 . (4) Am 3,7 . (5) Am 5,22 . (6) Am 6,2 . (7) Am 6,9 . (8) Am 6,12 . (9) Am 7,2 . (10) Am 8,7 . (11) Am 8,11 . (12) Am 9,2 .

Am 6,10 - Am 6,10 - Am 6,1-14 - Am 6,1 - Am 6,2 - Am 6,3 - Am 6,4 - Am 6,5 - Am 6,6 - Am 6,7 - Am 6,8 - Am 6,9 - Am 6,10 - Am 6,11 - Am 6,12 - Am 6,13 - Am 6,14 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
10kai lèmpsontai oi oikeioi autôn kai parabiôntai tou exenegkai ta osta autôn ek tou oikou kai erei tois proestèkosi tès oikias ei eti uparchei para soi kai erei ouketi kai erei siga eneka tou mè onomasai to onoma kuriou  10 et tollet eum propinquus suus et conburet eum ut efferat ossa de domo et dicet ei qui in penetrabilibus domus est numquid adhuc est apud te 11 et respondebit finis est et dicet ei tace et non recorderis nominis Domini     10 En de naaste vriend zal een iegelijk van die opnemen, of die hem verbrandt, om de beenderen uit het huis uit te brengen, en zal zeggen tot dien, die binnen de zijden van het huis is: Zijn er nog meer bij u? En hij zal zeggen: Niemand. Dan zal hij zeggen: Zwijg! want zij waren niet om des HEEREN Naam te vermelden.   [10] De oom, de man die het lijk moet verbranden, draagt het dan weg uit het huis. En als iemand naar een ander roept, ergens in een huis: “Is er nog iemand bij u?” en hij antwoordt: “Niemand!” dan zegt de eerste: “Sst! Noem* de naam van de heer niet!”   [10] Als iemand dan het lichaam van zijn verwant uit dat huis wegdraagt om het te verbranden, zal hij vragen aan degene die nog binnen is: ‘Is daar bij jou nog iemand over?’ ‘Nee,’ zal deze dan zeggen, ‘maar wees toch stil, en noem de naam van de HEER niet!’   10 Tilt iemands oom hem op die hem moet verbranden en beenderen het huis uit brengen, en zal hij zeggen tot wie in de heup van het huis is: nog iemand bij jou?– zeggen zal die dan: afgelopen!– en zeggen zal hij: stil!, want niemand meer zal de naam van de ENE in gedachten brengen.   10. Il n'y aura qu'un petit nombre de rescapés pour sortir les ossements de la maison; et si l'on dit à celui qui est au fond de la maison : « En reste-t-il avec toi ? » il dira : « Plus personne » et il dira : « Silence ! il ne faut pas prononcer le nom de Yahvé ! » 

King James Bible . [10] And a man's uncle shall take him up, and he that burneth him, to bring out the bones out of the house, and shall say unto him that is by the sides of the house, Is there yet any with thee? and he shall say, No. Then shall he say, Hold thy tongue: for we may not make mention of the name of the LORD.
Luther-Bibel . 10 Und nimmt dann einen sein Verwandter, der ihn bestatten und seine Gebeine aus dem Hause tragen will, so sagt er zu dem, der drin im Hause ist: Sind ihrer noch mehr da? Und der wird antworten: Sie sind alle dahin! Und er wird sagen: Still! Denn man darf des HERRN Namen nicht nennen.

Tekstuitleg van Am 6,10 .

4. lëhôtsî´ (om te doen uitgaan) < lë + werkwoordvorm act. hifil inf. constr. van het werkw. jâtsâ´ (uitgaan, uittrekken) . Taalgebruik in Tenakh : jâtsâ´ (uitgaan, uittrekken) . Getalwaarde : jod = 10 , tsade = 18 of 70 , aleph = 1 ; totaal : 29 OF 81 (3³ X 3²) . Structuur : 1 - 7 - 1 . De Griekse vertaling van jâtsâ´ (uitgaan, uittrekken) is vaak een vorm van het werkw. exagô (uitleiden, naar buiten leiden) . Taalgebruik in de LXX : exagô (uitleiden, naar buiten leiden) . Taalgebruik in het NT : exagô (uitleiden, naar buiten leiden) . Een vorm van exagô (uitleiden, naar buiten leiden) in de LXX (221) , in het NT (12) .Tenakh (14) : (1) Ex 6,13 . (2) Ex 6,27 . (3) Ex 8,14 . (4) Nu 14,36 . (5) 2 K 23,4 . (6) Js 42,7 . (7) Ez 12,12 . (8) Hos 9,13 . (9) Am 6,10 . (10) Ps 104,14 . (11) Pr 5,1 . (12) Ezr 10,3 . (13) Ezr 10,19 . (14) 2 Kr 29,16 .

17. act. qal imperat. 2de pers. mann. enk. has / hâs (zwijg, stil) van het werkw. hâsâh (zwijgen) . Taalgebruik in Tenach : hâsâh (zwijgen) . Getalwaarde : he = 5 , samekh = 15 of 60 ; totaal : 24 (5²) OF 70 . Structuur : 5 - 6 - 5 . Tenach (5) : (1) Am 6,10 . (2) Am 8,3 . (3) Hab 2,20 . (4) Sef 1,7 . (5) Zach 2,17 .

18. kî (want) . Am (25) : (1) Am 3,7 . (2) Am 3,14 . (3) Am 4,2 . (4) Am 4,5 . (5) Am 4,12 . (6) Am 4,13 . (7) Am 5,3 . (8) Am 5,4 . (9) Am 5,5 . (10) Am 5,12 . (11) Am 5,13 . (12) Am 5,17 . (13) Am 5,22 . (14) Am 6,10 . (15) Am 6,11 . (16) Am 6,12 . (17) Am 6,14 . (18) Am 7,2 . (19) Am 7,5 . (20) Am 7,11 . (21) Am 7,13 . (22) Am 7,14 . (23) Am 8,11 . (24) Am 9,8 . (25) Am 9,9 .

18. - 19. kî lo´ (want niet) . Tenach (247) . 12 kl. Prof. (10) : (1) Hos 1,6 . (2) Hos 9,17 . (3) Hos 10,3 . (4) Hos 13,13 . (5) Am 3,7 . (6) Am 6,10 . (7) Am 9,8 . (8) Mi 2,10 . (9) Nah 2,1 . (10) Zach 11,6 .

Am 6,11 - Am 6,11 - Am 6,1-14 - Am 6,1 - Am 6,2 - Am 6,3 - Am 6,4 - Am 6,5 - Am 6,6 - Am 6,7 - Am 6,8 - Am 6,9 - Am 6,10 - Am 6,11 - Am 6,12 - Am 6,13 - Am 6,14 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
11dioti idou kurios entelletai kai pataxei ton oikon ton megan thlasmasin kai ton oikon ton mikron ragmasin  12 quia ecce Dominus mandabit et percutiet domum maiorem ruinis et domum minorem scissionibus    11 Want ziet, de HEERE geeft bevel, en Hij zal het grote huis slaan met inwatering, en het kleine huis met spleten.   [11] Want, zo luidt het bevel van de heer: het grote huis wordt in stukken geslagen, het kleine wordt versplinterd.  [11] De HEER hoeft immers maar een bevel te geven, of alle huizen, groot en klein, zullen tot puin worden geslagen.   11 Want zie, de ENE gebood, en het grootste huis sloeg men in stukken,– en het kleinste huis aan splinters.   11. Car voici que Yahvé commande, sous ses coups la grande maison se crevasse et la petite se lézarde.  

King James Bible . [11] For, behold, the LORD commandeth, and he will smite the great house with breaches, and the little house with clefts.
Luther-Bibel . 11 Denn siehe, der HERR hat geboten, dass man die großen Häuser in Trümmer schlagen soll und die kleinen Häuser in Stücke.

Tekstuitleg van Am 6,11 .

1. kî (want) . Am (25) : (1) Am 3,7 . (2) Am 3,14 . (3) Am 4,2 . (4) Am 4,5 . (5) Am 4,12 . (6) Am 4,13 . (7) Am 5,3 . (8) Am 5,4 . (9) Am 5,5 . (10) Am 5,12 . (11) Am 5,13 . (12) Am 5,17 . (13) Am 5,22 . (14) Am 6,10 . (15) Am 6,11 . (16) Am 6,12 . (17) Am 6,14 . (18) Am 7,2 . (19) Am 7,5 . (20) Am 7,11 . (21) Am 7,13 . (22) Am 7,14 . (23) Am 8,11 . (24) Am 9,8 . (25) Am 9,9 .

2. hinneh (zie) . Am (8) : (1) Am 2,13 . (2) Am 4,2 . (3) Am 4,13 . (4) Am 6,11 . (5) Am 8,11 . (6) Am 9,8 . (7) Am 9,9 . (8) Am 9,13 . wëhinneh (en zie) . Am (4) : (1) Am 7,1 . (2) Am 7,4 . (3) Am 7,7 . (4) Am 8,1 . hinëni (zie ik) . Am (2) : (1) Am 6,14 . (2) Am 7,8 .

1. - 2. kî hinneh (want zie) . Tenach (26) . 12 kl. Prof. (9) : (1) Hos 9,6 . (2) Jl 4,1 . (3) Am 4,2 . (4) Am 4,13 . (5) Am 6,11 . + Am 9,9 . (6) Mi 1,3 . (7) Zach 3,9 . (8) Zach 11,16 . (9) Mal 3,19 .

Am 6,12 - Am 6,12 - Am 6,1-14 - Am 6,1 - Am 6,2 - Am 6,3 - Am 6,4 - Am 6,5 - Am 6,6 - Am 6,7 - Am 6,8 - Am 6,9 - Am 6,10 - Am 6,11 - Am 6,12 - Am 6,13 - Am 6,14 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12ei diôxontai en petrais ippoi ei parasiôpèsontai en thèleiais oti umeis exestrepsate eis thumon krima kai karpon dikaiosunès eis pikrian  13 numquid currere queunt in petris equi aut arari potest in bubalis quoniam convertistis in amaritudinem iudicium et fructum iustitiae in absinthium     12 Zullen ook paarden rennen op een steenrots? Zal men ook daarop met runderen ploegen? Want gijlieden hebt het recht in gal verkeerd, en de vrucht der gerechtigheid in alsem.   [12] Rennen paarden tegen de rotsen op? Ploegt men een steenrots met ossen? Maar u hebt het recht in venijn veranderd, en de vrucht van gerechtigheid in alsem.   [12] Rennen paarden ooit over rotsen of wordt daar met runderen geploegd? En toch veranderen jullie het recht in gif, de vruchten van de gerechtigheid in alsem.   12 Rennen paarden over de rotsgrond, of beploegen ze die met runderen?– maar gij hebt het recht in gal veranderd en de vrucht van gerechtigheid in alsem!,   12. Les chevaux courent-ils sur le roc, laboure-t-on la mer avec des bœufs, que vous changiez le droit en poison et le fruit de la justice en absinthe ?  

King James Bible . [12] Shall horses run upon the rock? will one plow there with oxen? for ye have turned judgment into gall, and the fruit of righteousness into hemlock:
Luther-Bibel . 12 Wer kann auf Felsen mit Rossen rennen oder mit Rindern pflügen? Denn ihr wandelt das Recht in Gift und die Frucht der Gerechtigkeit in Wermut,

Tekstuitleg van Am 6,12 .

4. ´im (indien, of, als) . Tenach (760) . Am (12) : (1) Am 3,3 . (2) Am 3,4 . (3) Am 3,6 . (4) Am 3,7 . (5) Am 5,22 . (6) Am 6,2 . (7) Am 6,9 . (8) Am 6,12 . (9) Am 7,2 . (10) Am 8,7 . (11) Am 8,11 . (12) Am 9,2 .

7. kî (want) . Am (25) : (1) Am 3,7 . (2) Am 3,14 . (3) Am 4,2 . (4) Am 4,5 . (5) Am 4,12 . (6) Am 4,13 . (7) Am 5,3 . (8) Am 5,4 . (9) Am 5,5 . (10) Am 5,12 . (11) Am 5,13 . (12) Am 5,17 . (13) Am 5,22 . (14) Am 6,10 . (15) Am 6,11 . (16) Am 6,12 . (17) Am 6,14 . (18) Am 7,2 . (19) Am 7,5 . (20) Am 7,11 . (21) Am 7,13 . (22) Am 7,14 . (23) Am 8,11 . (24) Am 9,8 . (25) Am 9,9 .

13. lëla`änâh (tot alsem) . Tenach (2) : (1) Am 5,7 . (2) Am 6,12 .

Am 6,13 - Am 6,13 - Am 6,1-14 - Am 6,1 - Am 6,2 - Am 6,3 - Am 6,4 - Am 6,5 - Am 6,6 - Am 6,7 - Am 6,8 - Am 6,9 - Am 6,10 - Am 6,11 - Am 6,12 - Am 6,13 - Am 6,14 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
13oi eufrainomenoi ep' oudeni logô oi legontes ouk en tè ischui èmôn eschomen kerata  14 qui laetamini in nihili qui dicitis numquid non in fortitudine nostra adsumpsimus nobis cornua    13 Gij, die blijde zijt over een nietig ding; gij, die zegt: Hebben wij ons niet door onze sterkte hoornen verkregen?   [13] U bent blij over niets en zegt: “Zijn wij niet geweldig door onze eigen kracht?”   [13] Jullie verheugen je over de verovering van Lo-Debar,* en jullie zeggen dat je op eigen kracht Karnaïm ingenomen hebt.   13 gij die verheugd zijt over iets van niets,– en zegt: hebben wij niet door onze sterkte Karnajim,– dubbelhoorn, ingenomen?  13. Vous vous réjouissez à propos de Lo-Debar, vous dites : « N'est-ce point par notre force que nous avons pris Qarnayim ? » 

King James Bible . [13] Ye which rejoice in a thing of nought, which say, Have we not taken to us horns by our own strength?
Luther-Bibel . 13 die ihr euch freut über Lo-Dabar und sprecht: Haben wir nicht durch unsere Kraft Karnajim genommen?

Tekstuitleg van Am 6,13 .

Am 6,14 - Am 6,14 - Am 6,1-14 - Am 6,1 - Am 6,2 - Am 6,3 - Am 6,4 - Am 6,5 - Am 6,6 - Am 6,7 - Am 6,8 - Am 6,9 - Am 6,10 - Am 6,11 - Am 6,12 - Am 6,13 - Am 6,14 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
14dioti idou egô epegeirô ef' umas oikos tou israèl ethnos kai ekthlipsousin umas tou mè eiselthein eis emath kai eôs tou cheimarrou tôn dusmôn  15 ecce enim suscitabo super vos domus Israhel dicit Dominus Deus exercituum gentem et conterent vos ab introitu Emath usque ad torrentem Deserti     14 Want ziet, Ik zal over ulieden, o huis Israëls! een volk verwekken, spreekt de HEERE, de God der heirscharen; die zullen ulieden drukken, van daar men komt te Hamath, tot aan de beek der wildernis.  [14] Welnu, let op: Ik laat tegen u, huis Israël’, – godsspraak van de heer, de God van de machten – ‘een volk opstaan, dat u onderdrukken zal vanaf* de weg naar Hamat tot aan de beek van de Araba.’   [14] Maar ik zal een volk op jullie afsturen, Israëlieten, – spreekt de HEER, de God van de hemelse machten – dat jullie in heel het land zal onderdrukken, vanaf Lebo-Hamat tot aan de wadi Araba.   14 Want zie, ik doe tegen u, huis van Israël, is de tijding van de ENE, God der heirscharen, een volk opstaan,– en die zullen u verdrukken vanwaar je in Chamat komt tot aan het beekdal in de steppe! atijding van de ENE;   14. Or voici que je suscite contre vous, maison d'Israël - oracle de Yahvé, Dieu Sabaot - une nation qui vous opprimera depuis l'Entrée de Hamat jusqu'au torrent de la Araba. 

King James Bible . [14] But, behold, I will raise up against you a nation, O house of Israel, saith the LORD the God of hosts; and they shall afflict you from the entering in of Hamath unto the river of the wilderness.
Luther-Bibel . 14 Darum siehe, ich will gegen euch, ihr vom Hause Israel, ein Volk aufstehen lassen, spricht der HERR, der Gott Zebaoth, das soll euch bedrängen von da an, wo man nach Hamat geht, bis an den Bach in der Wüste.

Tekstuitleg van Am 6,14 . Het vers Am 6,14 telt 18 (2 X 3²) en 70 (2 X 5 X 7) letters . De getalwaarde van Am 6,14 is 3716 (2² X 929) .

Am 6,14.1. kî (want) . Taalgebruik in Tenach : kî (want, omdat) . Taalgebruik in Amos : kî (want, omdat) . Getalwaarde : kaph = 11 of 20 , jod = 10 ; totaal : 21 of 30 . Am (25) : (1) Am 3,7 . (2) Am 3,14 . (3) Am 4,2 . (4) Am 4,5 . (5) Am 4,12 . (6) Am 4,13 . (7) Am 5,3 . (8) Am 5,4 . (9) Am 5,5 . (10) Am 5,12 . (11) Am 5,13 . (12) Am 5,17 . (13) Am 5,22 . (14) Am 6,10 . (15) Am 6,11 . (16) Am 6,12 . (17) Am 6,14 . (18) Am 7,2 . (19) Am 7,5 . (20) Am 7,11 . (21) Am 7,13 . (22) Am 7,14 . (23) Am 8,11 . (24) Am 9,8 . (25) Am 9,9 .

Am 6,14.2. hinneh (zie) . Am (8) : (1) Am 2,13 . (2) Am 4,2 . (3) Am 4,13 . (4) Am 6,11 . (5) Am 8,11 . (6) Am 9,8 . (7) Am 9,9 . (8) Am 9,13 . wëhinneh (en zie) . Am (4) : (1) Am 7,1 . (2) Am 7,4 . (3) Am 7,7 . (4) Am 8,1 . hinëni (zie ik) . Am (2) : (1) Am 6,14 . (2) Am 7,8 .

Am 6,14.1. - 2. kî hinënî (want zie ik) . Tenach (13) . 12 kl. Prof. (5) : (1) Am 6,14 . (2) Hab 1,6 . (3) Zach 2,13 . (4) Zach 2,14 . (5) Zach 3,8 .

Am 6,14.3. act. hifil part. nom. mann. enk. meqîm (die doet opstaan) . van het werkw. qûm (opstaan) . Taalgebruik in Tenach : qûm (opstaan) . Getalwaarde : qoph = 19 of 100 , waw = 6 , mem = 13 of 40 ; totaal : 38 (2 X 19) OF 146 (2 X 73) . Structuur : 100 - 6 - 40 OF 1 - 6 - 4 . Tenach (8) : (1) Gn 9,9 . (2) 1 S 2,8 . (3) 2 S 12,11 . (4) Js 44,26 . (5) Jr 50,32 . (6) Am 6,14 . (7) Hab 1,6 . (8) Zach 11,16 . meqîmî (die doet opstaan) . Tenach (1) Ps 113,7 . Volgens Jouön heeft de eind jod slechts een ritmische waarde .

Am 6,14.2. - 3. hinënî meqîm (zie ik die doet opstaan) . Tenach (4) : (1) Gn 9,9 . (2) 2 S 12,11 . (3) Am 6,14 . (4) Hab 1,6 . hinneh ´ânokhî meqîm (zie ik die doet opstaan) . Tenach (1) Zach 11,16 . wa´änî hinënî meqîm (en ik zie ik die doet opstaan) . Tenach (1) Gn 9,9 .

Am 6,14.1. - 3. kî hinënî meqîm (want zie ik die doet opstaan) . Tenach (2) (1) Am 6,14 . (2) Hab 1,6 . kî hinneh ´ânokhî meqîm (want zie ik die doet opstaan) . Tenach (1) Zach 11,16 .

Am 6,14.4. `äle(j)khèm (tot jullie) < voorzetsel `al + suffix persoonl. voornaamw. mann. mv. . Am (5) : (1) Am 3,1 . (2) Am 3,2 . (3) Am 4,2 . (4) Am 5,1 . (5) Am 6,14 . In Am 3,1 zijn de Israëlieten , in Am 5,1 en Am 6,14 het huis van Israël de geadresseerden .

Am 6,14.6. jishërâ´el (Israël) . Taalgebruik in Tenach : jishërâ´el (Israël) . Taalgebruik in Amos : jishërâ´el (Israël) . Getalwaarde : jod = 10 , shin = 21 of 300 , resj = 20 of 200 , aleph = 1 , lameth = 12 of 30 ; totaal : 64 (2³ X 2³) OF 541 (10de zeshoekige ster) . Gr. israèl (Israël) . Taalgebruik in de LXX : Israèl (Israël) . Taalgebruik in het N.T. : Israèl (Israël) . Tenach (2044) . Am (24) : (1) Am 1,1 . (2) Am 2,6 . (3) Am 2,11 . (4) Am 3,1 . (5) Am 3,12 . (6) Am 3,14 . (7) Am 4,5 . (8) Am 4,12 . (9) Am 5,1 . (10) Am 5,2 . (11) Am 5,3 . (12) Am 5,4 . (13) Am 5,25 . (14) Am 6,1 . (15) Am 6,14 . (16) Am 7,8 . (17) Am 7,9 . (18) Am 7,10 . (19) Am 7,15 . (20) Am 7,16 . (21) Am 8,2 . (22) Am 9,7 . (23) Am 9,9 . (24) Am 9,14 .
-- bënê jishërâ´el (zonen van Israël, Israëlieten) . Tenach (419) . Am (5) : (1) Am 2,11 . (2) Am 3,1 . (3) Am 3,12 . (4) Am 4,5 . (5) Am 9,7 .

Am 6,14.7. - 8. nëûm ´ädonâj JHWH (godsspraak van mijn Heer JHWH) . Tenach (92) . Am (5) : (1) Am 3,13 . (2) Am 4,5 . (3) Am 8,3 . (4) Am 8,9 . (5) Am 8,11 . nëûm JHWH (godsspraak van JHWH) . Tenach (267) . Am (16) : (1) Am 2,11 . (2) Am 2,16 . (3) Am 3,10 . (4) Am 3,15 . (5) Am 4,3 . (6) Am 4,6 . (7) Am 4,8 . (8) Am 4,9 . (9) Am 4,10 . (10) Am 4,11 . (11) Am 6,8 . (12) Am 6,14 . (13) Am 9,7 . (14) Am 9,8 . (15) Am 9,12 . (16) Am 9,13 .


SEPTUAGINTA

1ouai tois exouthenousin siôn kai tois pepoithosin epi to oros samareias apetrugèsan archas ethnôn kai eisèlthon autoi oikos tou israèl2diabète pantes kai idete kai dielthate ekeithen eis emath rabba kai katabète ekeithen eis geth allofulôn tas kratistas ek pasôn tôn basileiôn toutôn ei pleona ta oria autôn estin tôn umeterôn oriôn3oi erchomenoi eis èmeran kakèn oi eggizontes kai efaptomenoi sabbatôn pseudôn4oi katheudontes epi klinôn elefantinôn kai kataspatalôntes epi tais strômnais autôn kai esthontes erifous ek poimniôn kai moscharia ek mesou boukoliôn galathèna5oi epikrotountes pros tèn fônèn tôn organôn ôs estôta elogisanto kai ouch ôs feugonta6oi pinontes ton diulismenon oinon kai ta prôta mura chriomenoi kai ouk epaschon ouden epi tè suntribè iôsèf7dia touto nun aichmalôtoi esontai ap' archès dunastôn kai exarthèsetai chremetismos ippôn ex efraim8oti ômosen kurios kath' eautou dioti bdelussomai egô pasan tèn ubrin iakôb kai tas chôras autou memisèka kai exarô polin sun pasin tois katoikousin autèn9kai estai ean upoleifthôsin deka andres en oikia mia kai apothanountai kai upoleifthèsontai oi kataloipoi10kai lèmpsontai oi oikeioi autôn kai parabiôntai tou exenegkai ta osta autôn ek tou oikou kai erei tois proestèkosi tès oikias ei eti uparchei para soi kai erei ouketi kai erei siga eneka tou mè onomasai to onoma kuriou11dioti idou kurios entelletai kai pataxei ton oikon ton megan thlasmasin kai ton oikon ton mikron ragmasin12ei diôxontai en petrais ippoi ei parasiôpèsontai en thèleiais oti umeis exestrepsate eis thumon krima kai karpon dikaiosunès eis pikrian13oi eufrainomenoi ep' oudeni logô oi legontes ouk en tè ischui èmôn eschomen kerata14dioti idou egô epegeirô ef' umas oikos tou israèl ethnos kai ekthlipsousin umas tou mè eiselthein eis emath kai eôs tou cheimarrou tôn dusmôn


VULGAAT

vae qui opulenti estis in Sion et confiditis in monte Samariae optimates capita populorum ingredientes pompatice domum Israhel 2 transite in Chalanne et videte et ite inde in Emath magnam et descendite in Geth Palestinorum et ad optima quaeque regna horum si latior terminus eorum termino vestro est 3 qui separati estis in diem malum et adpropinquatis solio iniquitatis 4 qui dormitis in lectis eburneis et lascivitis in stratis vestris qui comeditis agnum de grege et vitulos de medio armenti 5 qui canitis ad vocem psalterii sicut David putaverunt se habere vasa cantici 6 bibentes in fialis vinum et optimo unguento delibuti et nihil patiebantur super contritione Ioseph 7 quapropter nunc migrabunt in capite transmigrantium et auferetur factio lascivientium 8 iuravit Dominus Deus in anima sua dicit Dominus Deus exercituum detestor ego superbiam Iacob et domos eius odi et tradam civitatem cum habitatoribus suis 9 quod si reliqui fuerint decem viri in domo una et ipsi morientur 10 et tollet eum propinquus suus et conburet eum ut efferat ossa de domo et dicet ei qui in penetrabilibus domus est numquid adhuc est apud te 11 et respondebit finis est et dicet ei tace et non recorderis nominis Domini 12 quia ecce Dominus mandabit et percutiet domum maiorem ruinis et domum minorem scissionibus 13 numquid currere queunt in petris equi aut arari potest in bubalis quoniam convertistis in amaritudinem iudicium et fructum iustitiae in absinthium 14 qui laetamini in nihili qui dicitis numquid non in fortitudine nostra adsumpsimus nobis cornua 15 ecce enim suscitabo super vos domus Israhel dicit Dominus Deus exercituum gentem et conterent vos ab introitu Emath usque ad torrentem Deserti