- Bibliografie - Literatuur - Liturgisch gebruik - Overzicht bijbelboeken - Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken - Overzicht van deze website
Overzicht van Exodus : -
Ex 2 - Ex
3 - Ex 4
- Ex 5 - Ex
6 - Ex 7
- Ex 8 - Ex
9 - Ex 10
- Ex 11 - Ex
12 - Ex 13
- Ex 14
- Ex 15 - Ex
16 - Ex 17
- Ex 18
- Ex 19 - Ex
20 - Ex 21
- Ex 22
- Ex 23 - Ex
24 - Ex 25
- Ex 26
- Ex 27 - Ex
28 - Ex 29
- Ex 30
- Ex 31 - Ex
32 - Ex 33
- Ex 34
- Ex 35 - Ex
36 - Ex 37
- Ex 38
- Ex 39 - Ex
40 -
Tekstuitleg vers per vers
: - Ex 6,1
- Ex 6,2
- Ex 6,3
- Ex 6,4
- Ex 6,5
- Ex 6,6
- Ex 6,7
- Ex 6,8
- Ex 6,9
- Ex 6,10
- Ex 6,11
- Ex 6,12
- Ex 6,13
- Ex 6,14
- Ex 6,15
- Ex 6,16
- Ex 6,17
- Ex 6,18
- Ex 6,19
- Ex 6,20
- Ex 6,21
- Ex 6,22
- Ex 6,23
- Ex 6,24
- Ex 6,25
- Ex 6,26
- Ex 6,27
- Ex 6,28
- Ex 6,29
- Ex 6,30
-
Overzicht van Tenach : Tenach
: overzicht , Tenach
: taalgebruik - A
- B
- C
- D
- E
- F
- G
- H
- I
- J
- K
- L
- M
- N
- O
- P
- Q
- R
- S
- T
- U
- V
- W
- X
-Y
- Z -
, Tenach
: commentaar ,
Overzicht van Septuaginta : Septuaginta
: overzicht , Septuaginta
: taalgebruik - A
- B
- C
- D
- E
- F
- G
- H
- I
- J
- K
- L
- M
- N
- O
- P
- Q
- R
- S
- T
- U
- V
- W
- X
-Y
- Z
- , Septuaginta
: commentaar ,
Overzicht van Exodus : Exodus : overzicht , Exodus : taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Exodus : commentaar ,
ZOEKEN OP DEZE WEBSITE |
http://www.bible-history.com/isbe/ | http://www.sacrednamebible.com/kjvstrongs/index2.htm | Studiebijbel 3 | Luther-Bibel 1984 |
bijbelvertalingen Lexilogos | De Griekse bijbel | bijbelweb | info-bible | interBible | http://www.diebibel.de/ |
Belofte van God : Ex 6,1-13 . Ex 6,1-13 - Ex 6 -- taalgebruik - Ex 6,1-13 -- Ex 6,14-30 -- Ex 6,1 - Ex 6,2 - Ex 6,3 - Ex 6,4 - Ex 6,5 - Ex 6,6 - Ex 6,7 - Ex 6,8 - Ex 6,9 - Ex 6,10 - Ex 6,11 - Ex 6,12 - Ex 6,13
Ex 6,1 - Ex 6,1 : Belofte van God : Ex 6,1-13 - Ex 6 - taalgebruik - Ex 6,1-13 -- Ex 6,14-30 -- Ex 6,1 - Ex 6,2 - Ex 6,3 - Ex 6,4 - Ex 6,5 - Ex 6,6 - Ex 6,7 - Ex 6,8 - Ex 6,9 - Ex 6,10 - Ex 6,11 - Ex 6,12 - Ex 6,13 | ||||||||||||||||
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
Ex 6,2 - Ex 6,2 : Belofte van God : Ex 6,1-13 - Ex 6 - taalgebruik - Ex 6,1-13 -- Ex 6,14-30 -- Ex 6,1 - Ex 6,2 - Ex 6,3 - Ex 6,4 - Ex 6,5 - Ex 6,6 - Ex 6,7 - Ex 6,8 - Ex 6,9 - Ex 6,10 - Ex 6,11 - Ex 6,12 - Ex 6,13 | ||||||||||||||||
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
Ex
6,2.1. prefix voegwoord wë + act. piël imperf. 3de pers. mann. enk. וַיְדַבֵּר = wajëdabber (en hij sprak) van het werkw. דָבַר = dâbhar (spreken) . Taalgebruik in Tenakh
: dâbhar
(spreken) . Getalwaarde : daleth = 4 , beth = 2 , resj = 20 of 200 ; totaal
: 26 (2 X 13) OF 206 = (2 X 103) . Structuur : 4 - 2 - 2 . De som van de elementen is telkens 8 . Tenakh (192 = 26 X 7) . Pentateuch (140
= 20 X 7) . Eerdere Profeten (34) . Latere Profeten (9) . 12 Kleine
Profeten (1) . Geschriften (8) . Gn (16) : (1) Gn 8,15 . (2) Gn 17,3 . (3) Gn 19,14 . (4) Gn 20,8 . (5) Gn 23,3 . (6) Gn 23,8 . (7) Gn 23,13 . (8) Gn 34,3 . (9) Gn 34,8 . (10) Gn 41,9 . (11) Gn 41,17 . (12) Gn 42,7 . (13) Gn 42,24 . (14) Gn 44,6 . (15) Gn 50,4 . (16) Gn 50,21 . Ex (20) : (1) Ex
4,30 . (2) Ex
6,2 . (3) Ex
6,9 . (4) Ex
6,10 . (5) Ex
6,12 . (6) Ex
6,13 . (7) Ex
6,29 . (8) Ex
13,1 . (9) Ex
14,1 . (10) Ex
16,11 . (11) Ex
20,1 . (12) Ex
25,1 . (13) Ex
30,11 . (14) Ex
30,17 . (15) Ex
30,22 . (16) Ex
31,1 . (17) Ex
32,7 . (18) Ex
33,1 . (19) Ex
34,31 . (20) Ex
40,1 . Lv (40) : (1) Lv 1,1 . (2) Lv 4,1 . (3) Lv 5,14 . (4) Lv 5,20 . (5) Lv 6,1 . (6) Lv 6,12 . (7) Lv 6,17 . (8) Lv 7,22 . (9) Lv 7,28 . (10) Lv 8,1 . (11) Lv 10,8 . (12) Lv 10,12 . (13) Lv 10,19 . (14) Lv 11,1 . (15) Lv 12,1 . (16) Lv 13,1 . (17) Lv 14,1 . (18) Lv 14,33 . (19) Lv 15,1 . (20) Lv 16,1 . (21) Lv 17,1 . (22) Lv 18,1 . (23) Lv 19,1 . (24) Lv 20,1 . (25) Lv 21,16 .
(26) Lv 21,24 . (27) Lv 22,1 . (28) Lv 22,17 . (29) Lv 22,26 . (30) Lv 23,1 . (31) Lv 23,9 . (32) Lv 23,23 . (33) Lv 23,26 . (34) Lv
23,33 . (35) Lv
23,44 . (36) Lv 24,1 . (37) Lv 24,13 . (38) Lv 24,23 . (39) Lv 25,1 . (40) Lv 27,1 . Nu (59 = 3 X 19) . Dt (7) : (1) Dt 2,17 . (2) Dt 4,12 . (3) Dt 27,9 . (4) Dt 31,1 . (5) Dt 31,30 . (6) Dt 32,44 . (7) Dt 32,48 .
- In Ex
20,1 is het vervoegd werkw. vergezeld van het lijdend voorwerp met dezelfde stam als het werkw. . Bovendien is in Ex
20,1 nog een werkw. van 'zeggen' toegevoegd .
- Grieks : act. ind. aor. 3de pers. enk. ελαλησεν = elalèsen (hij sprak)
van het werkw. λαλεω = laleô (lallen, spreken, praten) . Taalgebruik in het NT
: laleô
(lallen, spreken, praten) . Taalgebruik in de LXX
: laleô
(lallen, spreken, praten) . Gn (25) . Ex (30) . Lv (38) . Nu (68) . Dt (28) . Ex (30) : (1) Ex
4,30 . (2) Ex
6,2 . (3) Ex
6,9 . (4) Ex
6,10 . (5) Ex
6,12 . (6) Ex 6,28 . (7) Ex
6,29 . (8) Ex 7,7 . (9) Ex 7,13 . (10) Ex 8,11 . (11) Ex 8,15 . (12) Ex 9,35 . (13) Ex 12,25 . (14) Ex
14,1 . (15) Ex
16,11 . (16) Ex 16,23 . (17) Ex
20,1 . (18) Ex 24,3 . (19) Ex 24,7 . (20) Ex
25,1 . (21) Ex
30,11 . (22) Ex
30,17 . (23) Ex
30,22 . (24) Ex
31,1 . (25) Ex
32,7 . (26) Ex 32,28 . (27) Ex
33,1 . (28) Ex
34,31 . (29) Ex 34,32 . (30) Ex
40,1 .
-- και ελαλησεν = kai elalèsen (en hij sprak) . LXX (187) . NT (4) .
-- ελαλησεν δε = elalèsen de (hij sprak echter) . LXX (4) . NT (1) .
- De werkwoordvorm ειπεν = eipen (hij zei) komt veelvuldiger voor . Zie : act. ind. aor. 3de pers. enk. ειπεν = eipen (hij zei) van het werkw. λεγω = legô (zeggen) .
Taalgebruik in het NT : legô
(zeggen) . Taalgebruik in de LXX : legô
(zeggen) . Een vorm van λεγω = legô (zeggen) in de LXX (4610) , in het NT (1318) ; van
ειπον = eipon (ik zei) in de LXX (4608) , in het NT (925) . Gn (378) . Ex (149) . Lv (15) . Nu (98) . Dt (44) .
laleô | bijbel | OT | Pentateuch | Eerdere Profeten | Latere Profeten | 12 Kleine Profeten | Geschriften | NT | Mt | Mc | Lc | Joh | Hnd | Br. | Apk | syn. | ev. | P. | A. b. | |
act. ind. aor. 3de pers. enk. elalèsen | 431 | 400 | 189 | 106 | 39 | 11 | 38 | 31 | 7 | 1 | 5 | 6 | 8 | 2 | 1 | 13 | 19 | 2 | ||
act. ind. aor. 3de pers. enk. eipen | 3024 | 2426 | 684 | 985 | 234 | 63 | 309 | 598 | 118 | 56 | 223 | 114 | 75 | 7 | 5 | 397 |
- Vulgaat . perf. deelw. locutus (gesproken) van het werkw. loqui (spreken) . Bijbel (559) . OT (503) . NT (56) . Ex (23) .
-- locutusque (en gesproken) . Bijbel (66) .
- Ned. : spreken . Arabisch : تَكَلَمَ = takallama (spreken) . Taalgebruik in de Qoran : takallama (spreken) . D. : sprechen . E. : to speek . Fr. : parler . Grieks : λαλεω = laleô (lallen, spreken, praten) . Taalgebruik in het NT
: laleô
(lallen, spreken, praten) . Hebreeuws : דָבַר = dâbhar (spreken)
. Taalgebruik in Tenakh : dâbhar
(spreken) . Lat. : loqui .
- De werkwoordvorm וַיּאֹמֶר = wajjo´mèr (en hij zei) < prefix verbindingswoord wë
+ werkwoordvorm qal act. imperf. 3de pers. mann. enk. van het werkw. אמר = ´-m-r (zeggen) . Taalgebruik in Tenakh : ´âmar
(zeggen) . Getalwaarde : aleph = 1 , mem
= 13 of 40 , resj = 20 of 200 ; totaal : 34 (2 X 17) of 241 (priemgetal) . Structuur : 1 - 4 - 2 . De som van de elementen is telkens 7 . Tenakh
(1879) . Pentateuch (594) . Eerdere Profeten (868) . Latere Profeten (120) .
12 Kleine Profeten (56) . Geschriften (241) . Gn (315) . Ex (150) . Lv (10) . Nu (95) . Dt (24) . Deze werkwoordvorm komt meer voor dan וַיְדַבֵּר = wajëdabber (en hij sprak) behalve in Lv
Ex
6,2.2. אֱלֹהִים = ´èlohîm
(God) . Taalgebruik in Tenakh : ´èlohîm
(God) . Getalwaarde : aleph = 1 ; lamed = 12 of 30 ; he = 5 ; jod = 10 ;
mem = 13 of 40 ; totaal : 41 of 86 (2 X 43) . Structuur : 1 - 3 -5 -1 - 4 .
De som van de elementen is telkens 5 . De verkorte vorm van de godsnaam אֱלֹהִים = ´èlohîm is אֵל = ´èl
. Getalwaarde is : aleph = 1 ; lamed = 12 of 30 ; totaal 13 of 31 (spiegelbeeld)
. Structuur : 1 - 3 . De som van de elementen is telkens 4 . Tenakh (299) . Pentateuch (216)
. Eerdere Profeten (28) . Latere Profeten (25) . 12 Kleine
Profeten (14) . Geschriften (16) . Gn (140)
. Ex (31) . Lv (0) . Nu (7) . Dt (29) . Ex (31) . Ex 20 (3) : (1) Ex
20,1 . (2) Ex 20,3 . (3) Ex 20,19 .
- Grieks . θεος = theos (God) . Taalgebruik in het
NT : theos
(God) . Taalgebruik in de LXX : theos
(God) . Een vorm van θεος = theos (God) in de LXX (3984) , in het NT (1314) .
- Ned. : God . Arabisch : اَللە = ´allah (Allah) . Taalgebruik in de Qoran : ´allah (Allah) . In het woord Allah zit het woord `al (op, verheven) . D. : Gott . E. : God . Fr. : dieu . De vloek dju . Grieks : θεος = theos (God) . Taalgebruik in het
NT : theos
(God) . Hebreeuws : אֱלֹהִים = ´èlohîm
(God) . Taalgebruik in Tenakh : ´èlohîm
(God) .
- אֱלֹהִים = ´èlohîm
(God) heeft een mannelijke meervoudsvorm ; we zouden moeten vertalen : goden . Als collectief zouden we kunnen vertalen : god . Zo kan dan ook het enk. van het werkw. verklaard worden . Onder goden k/ kunnen an zowel de mannelijke als de vrouwelijke god(en) begrepen zijn .
- De Godsnaam JHWH wordt veelvuldiger dan de naam ´èlohîm (god) gebruikt . Vergelijk maar : יהוה = JHWH . Eigennaam van God . Taalgebruik in Tenakh
: JHWH . Getalwaarde : jod = 10 , he = 5 , waw = 6 . Totaal : 26 . Structuur : 1 -
5 - 6 - 5 . De som van de elementen is telkens 8 . Tenakh (5193) . Pentateuch (1326) . Eerdere Profeten (1013) . Latere
Profeten (1357) . 12 Kleine Profeten (387) . Geschriften (1110) . Gn (128) .
Ex (299) . Lv (199) . Nu (287) . Dt (413) . In Gn : ´èlohîm (god) (140) , de Godsnaam JHWH (128) , vooral in Gn 1-25 .
Ex
6,2.1. - 2. וַיְדַבֵּר אֱלֹהִים = wajëdabber ´èlohîm
(en God sprak) . Tenakh (3) : (1) Gn 8,15 . (2) Ex 6,2 . (3) Ex
20,1 .
- וַיְדַבֵּר יהוה = wajëdabber JHWH (en JHWH sprak) . Tenach (100 = 2² X 5²) .
Pentateuch (96 = 2³ X 2² X 3) . Ex (14 = 2 X 7) : (1) Ex
6,10 . (2) Ex
6,13 . (3) Ex
6,29 . (4) Ex
13,1 . (5) Ex
14,1 . (6) Ex
16,11 . (7) Ex
25,1 . (8) Ex
30,11 . (9) Ex
30,17 . (10) Ex
30,22 . (11) Ex
31,1 . (12) Ex
32,7 . (13) Ex
33,1 . (14) Ex
40,1 . Lv (35 = 5 X 7) : (1) Lv 1,1 . (2) Lv 4,1 . (3) Lv 5,14 . (4) Lv 5,20 . (5) Lv 6,1 . (6) Lv 6,12 . (7) Lv 6,17 . (8) Lv 7,22 . (9) Lv 7,28 . (10) Lv 8,1 . (11) Lv 10,8 . (12) Lv 11,1 . (13) Lv 12,1 . (14) Lv 13,1 . (15) Lv 14,1 . (16) Lv 14,33 . (17) Lv 15,1 . (18) Lv 16,1 . (19) Lv 17,1 . (20) Lv 18,1 . (21) Lv 19,1 . (22) Lv 20,1 . (23) Lv 21,16 .
(24) Lv 22,1 . (25) Lv 22,17 . (26) Lv 22,26 . (27) Lv 23,1 . (28) Lv 23,9 . (29) Lv 23,23 . (30) Lv 23,26 . (31) Lv
23,33 . (32) Lv 24,1 . (33) Lv 24,13 . (34) Lv 25,1 . (35) Lv 27,1 . Van Lv 1-10 beginnen 3 hoofdstukken alzo . Van Lv 11-27 zijn het 15/17 hoofdstukken , niet in Lv 21,1 en Lv 26,1 .
- וַיּאֹמֶר אֱלֹהִים = wajjo´mèr ´èlohîm (en God zei) . Tenakh (27) . Gn (21) . Slechts in twee verzen in Ex - Dt : (1) Ex
3,14 . (2) Nu 22,12 . Rest (4) .
- וַיּאֹמֶר יהוה = wajjo´mèr JHWH (en JHWH zei) . Tenakh (204) . Lv (2) : (1) Lv 16,2 . (2) Lv 16,2 .
- וַיּאֹמֶר אֲלֵיהֶם = wajjo´mèr ´äle(j)hèm (tot hen) . Tenakh (51) .
- וַיְדַבֵּר אֲלֵיהֶם = waJêdabbèr ´ale(j)hèm (en hij sprak tot hen) . Tenakh (5) : (1) Gn 42,24 . (2) Gn 44,6 . (3) 1 K 13,12 . (4) 2 K 1,7 . (5) 2
Kr 10,14 .
Grieks : - ελαλησεν δε ὁ θεος = elalèsen de (hij sprak echter) . LXX (1) : Ex 6,2 . NT (0) .
- και ελαλησεν κυριος = kai elalèsen kurios (en de Heer sprak) . LXX (101) . NT (0) .
Ex 6,3 - Ex 6,3 : Belofte van God : Ex 6,1-13 - Ex 6 - taalgebruik - Ex 6,1-13 -- Ex 6,14-30 -- Ex 6,1 - Ex 6,2 - Ex 6,3 - Ex 6,4 - Ex 6,5 - Ex 6,6 - Ex 6,7 - Ex 6,8 - Ex 6,9 - Ex 6,10 - Ex 6,11 - Ex 6,12 - Ex 6,13 | ||||||||||||||||
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
1.
Ex 6,4 - Ex 6,4 : Belofte van God : Ex 6,1-13 - Ex 6 - taalgebruik - Ex 6,1-13 -- Ex 6,14-30 -- Ex 6,1 - Ex 6,2 - Ex 6,3 - Ex 6,4 - Ex 6,5 - Ex 6,6 - Ex 6,7 - Ex 6,8 - Ex 6,9 - Ex 6,10 - Ex 6,11 - Ex 6,12 - Ex 6,13 | ||||||||||||||||
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
Ex 6,5 - Ex 6,5 : Belofte van God : Ex 6,1-13 - Ex 6 - taalgebruik - Ex 6,1-13 -- Ex 6,14-30 -- Ex 6,1 - Ex 6,2 - Ex 6,3 - Ex 6,4 - Ex 6,5 - Ex 6,6 - Ex 6,7 - Ex 6,8 - Ex 6,9 - Ex 6,10 - Ex 6,11 - Ex 6,12 - Ex 6,13 | ||||||||||||||||
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van Ex 6,5 .
5. zelfst. naamw. vr. enk. stat. construct. נַאֲקַת = na´äqath van het zelfst. naamw. נְאָקָה = në´âqâh (geweeklaag, weeklacht, gejammer) . Zie het werkw. נָאַק = nâ´aq (weeklagen, kermen) . Taalgebruik in Tenakh : nâ´aq (weeklagen, kermen) . Getalwaarde : nun = 14 of 50 , aleph = 1 , qoph = 19 of 100 ; totaal : 34 (2 X 17) OF 151 (priemgetal) . Structuur : 5 - 1 - 1 . De som van de elementen is 7 . Tenakh (1) : Ex 6,5 . Een vorm van in Tenakh (4) : (1) Ex 2,24 . (2) Ex 6,5 . (3) Re 2,18 . (4) Ez 30,24 .
Ex 6,6 - Ex 6,6 : Belofte van God : Ex 6,1-13 - Ex 6 - taalgebruik - Ex 6,1-13 -- Ex 6,14-30 -- Ex 6,1 - Ex 6,2 - Ex 6,3 - Ex 6,4 - Ex 6,5 - Ex 6,6 - Ex 6,7 - Ex 6,8 - Ex 6,9 - Ex 6,10 - Ex 6,11 - Ex 6,12 - Ex 6,13 | ||||||||||||||||
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
Ex 6,7 - Ex 6,7 : Belofte van God : Ex 6,1-13 - Ex 6 - taalgebruik - Ex 6,1-13 -- Ex 6,14-30 -- Ex 6,1 - Ex 6,2 - Ex 6,3 - Ex 6,4 - Ex 6,5 - Ex 6,6 - Ex 6,7 - Ex 6,8 - Ex 6,9 - Ex 6,10 - Ex 6,11 - Ex 6,12 - Ex 6,13 | ||||||||||||||||
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
Ex 6,8 - Ex 6,8 : Belofte van God : Ex 6,1-13 - Ex 6 - taalgebruik - Ex 6,1-13 -- Ex 6,14-30 -- Ex 6,1 - Ex 6,2 - Ex 6,3 - Ex 6,4 - Ex 6,5 - Ex 6,6 - Ex 6,7 - Ex 6,8 - Ex 6,9 - Ex 6,10 - Ex 6,11 - Ex 6,12 - Ex 6,13 | ||||||||||||||||
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
Ex 6,9 - Ex 6,9 : Belofte van God : Ex 6,1-13 - Ex 6 - taalgebruik - Ex 6,1-13 -- Ex 6,14-30 -- Ex 6,1 - Ex 6,2 - Ex 6,3 - Ex 6,4 - Ex 6,5 - Ex 6,6 - Ex 6,7 - Ex 6,8 - Ex 6,9 - Ex 6,10 - Ex 6,11 - Ex 6,12 - Ex 6,13 | ||||||||||||||||
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
Ex 6,10 - Ex 6,10 : Belofte van God : Ex 6,1-13 - Ex 6 - taalgebruik - Ex 6,1-13 -- Ex 6,14-30 -- Ex 6,1 - Ex 6,2 - Ex 6,3 - Ex 6,4 - Ex 6,5 - Ex 6,6 - Ex 6,7 - Ex 6,8 - Ex 6,9 - Ex 6,10 - Ex 6,11 - Ex 6,12 - Ex 6,13 | ||||||||||||||||
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
1. prefix verbindingswoord wë + act. piël imperf. 3de pers. mann. enk. וַיְדַבֵּר = wajëdabber (en hij sprak) van het werkw. דָבַר = dâbhar (spreken) . Taalgebruik in Tenakh
: dâbhar
(spreken) .. Getalwaarde : daleth = 4 , beth = 2 , resj = 21 of 200 ; totaal
: 27 (3³) OF 206 = (2 X 103) . In 192 (26 X 7) verzen in Tenakh . In 140
(20 X 7) verzen in de Pentateuch . Gn (16) : (1) Gn 8,15 . (2) Gn 17,3 . (3) Gn 19,14 . (4) Gn 20,8 . (5) Gn 23,3 . (6) Gn 23,8 . (7) Gn 23,13 . (8) Gn 34,3 . (9) Gn 34,8 . (10) Gn 41,9 . (11) Gn 41,17 . (12) Gn 42,7 . (13) Gn 42,24 . (14) Gn 44,6 . (15) Gn 50,4 . (16) Gn 50,21 . Ex (20) . Ex 20 (1) : Ex
20,1 . Lv (40) : (1) Lv 1,1 . (2) Lv 4,1 . (3) Lv 5,14 . (4) Lv 5,20 . (5) Lv 6,1 . (6) Lv 6,12 . (7) Lv 6,17 . (8) Lv 7,22 . (9) Lv 7,28 . (10) Lv 8,1 . (11) Lv 10,8 . (12) Lv 10,12 . (13) Lv 10,19 . (14) Lv 11,1 . (15) Lv 12,1 . (16) Lv 13,1 . (17) Lv 14,1 . (18) Lv 14,33 . (19) Lv 15,1 . (20) Lv 16,1 . (21) Lv 17,1 . (22) Lv 18,1 . (23) Lv 19,1 . (24) Lv 20,1 . (25) Lv 21,16 .
(26) Lv 21,24 . (27) Lv 22,1 . (28) Lv 22,17 . (29) Lv 22,26 . (30) Lv 23,1 . (31) Lv 23,9 . (32) Lv 23,23 . (33) Lv 23,26 . (34) Lv
23,33 . (35) Lv
23,44 . (36) Lv 24,1 . (37) Lv 24,13 . (38) Lv 24,23 . (39) Lv 25,1 . (40) Lv 27,1 . Nu (59 = 3 X 19) . Dt (7) . In Ex
20,1 is het vervoegd werkw. vergezeld van het lijdend voorwerp met dezelfde stam als het werkw. . Bovendien is in Ex
20,1 nog een werkw. van 'zeggen' toegevoegd .
- וַיּאֹמֶר = wajjo´mèr (en hij zei) < prefix verbindingswoord wë
+ werkwoordvorm qal act. imperf. 3de pers. mann. enk. van het werkw. אמר = ´-m-r (zeggen) . Taalgebruik in Tenakh : ´âmar
(zeggen) . Getalwaarde : aleph = 1 , mem
= 13 of 40 , resj = 20 of 200 ; totaal : 34 (2 X 17) of 241 (priemgetal) . Structuur : 1 - 4 - 2 . De som van de elementen is telkens 7 . Tenakh
(1879) . Pentateuch (594) . Eerdere Profeten (868) . Latere Profeten (120) .
12 Kleine Profeten (56) . Geschriften (241) . Gn (315) . Ex (150) . Lv (10) . Nu (95) . Dt (24) . Samen : 40 + 2 = 42 (6 X 7) . Ex (150) . Ex 20 (2) : (1) Ex 20,20 . (2) Ex 20,22 .
- act. ind. aor. 3de pers. enk. ελαλησεν = elalèsen (hij sprak)
van het werkw. λαλεω = laleô (lallen, spreken, praten) . Taalgebruik in het NT
: laleô
(lallen, spreken, praten) . Taalgebruik in de LXX
: laleô
(lallen, spreken, praten) .
laleô | bijbel | OT | NT | Mt | Mc | Lc | Joh | Hnd | Br. | Apk | syn. | ev. | P. | A. b. | |
act. ind. aor. 3de pers. enk. elalèsen | 431 | 400 | 31 | 7 | 1 | 5 | 6 | 8 | 2 | 1 | 13 | 19 | 2 |
- Ned. : spreken . Arabisch : تَكَلَمَ = takallama (spreken) . Taalgebruik in de Qoran : takallama (spreken) . D. : sprechen . E. : to speek . Fr. : parler . Grieks : λαλεω = laleô (lallen, spreken, praten) . Taalgebruik in het NT : laleô (lallen, spreken, praten) . Hebreeuws : דָבַר = dâbhar (spreken) . Taalgebruik in Tenakh : dâbhar (spreken) . Lat. : loqui
1. - 2. וַיְדַבֵּר אֱלֹהִים = wajëdabber ´èlohîm
(en God sprak) . Tenakh (3) : (1) Gn 8,15 . (2) Ex 6,2 . (3) Ex
20,1 .
- וַיְדַבֵּר יהוה = wajëdabber JHWH (en JHWH sprak) . Tenach (100 = 2² X 5²) .
Pentateuch (96 = 2³ X 2² X 3) . Ex (14 = 2 X 7) : (1) Ex
6,10 . (2) Ex
6,13 . (3) Ex
6,29 . (4) Ex
13,1 . (5) Ex
14,1 . (6) Ex
16,11 . (7) Ex
25,1 . (8) Ex
30,11 . (9) Ex
30,17 . (10) Ex
30,22 . (11) Ex
31,1 . (12) Ex
32,7 . (13) Ex
33,1 . (14) Ex
40,1 . Lv (35 = 5 X 7) : (1) Lv 1,1 . (2) Lv 4,1 . (3) Lv 5,14 . (4) Lv 5,20 . (5) Lv 6,1 . (6) Lv 6,12 . (7) Lv 6,17 . (8) Lv 7,22 . (9) Lv 7,28 . (10) Lv 8,1 . (11) Lv 10,8 . (12) Lv 11,1 . (13) Lv 12,1 . (14) Lv 13,1 . (15) Lv 14,1 . (16) Lv 14,33 . (17) Lv 15,1 . (18) Lv 16,1 . (19) Lv 17,1 . (20) Lv 18,1 . (21) Lv 19,1 . (22) Lv 20,1 . (23) Lv 21,16 .
(24) Lv 22,1 . (25) Lv 22,17 . (26) Lv 22,26 . (27) Lv 23,1 . (28) Lv 23,9 . (29) Lv 23,23 . (30) Lv 23,26 . (31) Lv
23,33 . (32) Lv 24,1 . (33) Lv 24,13 . (34) Lv 25,1 . (35) Lv 27,1 . Van Lv 1-10 beginnen 3 hoofdstukken alzo . Van Lv 11-27 zijn het 15/17 hoofdstukken , niet in Lv 21,1 en Lv 26,1 .
- וַיּאֹמֶר אֱלֹהִים = wajjo´mèr ´èlohîm (en God zei) . Tenakh (27) . Gn (21) . Slechts in twee verzen in Ex - Dt : (1) Ex
3,14 . (2) Nu 22,12 .
- וַיּאֹמֶר יהוה = wajjo´mèr JHWH (en JHWH zei) . Tenakh (204) . Lv (2) : (1) Lv 16,2 . (2) Lv 16,2 .
- Zie Labuschagne C. J. , Numerical Secrets of the Bible . Rediscovering the Bible Codes , Texas , North Richland Hills , Bibal Press , 2000 , p. 49-53 .
5. לֵאמֹר = le´mor (om te zeggen) < prefix voorzetsel lë + act. qal inf. van het werkw. אמר = ´-m-r (zeggen) . Taalgebruik in Tenakh : ´âmar (zeggen) . Getalwaarde : aleph = 1 , mem = 13 of 40 , resj = 20 of 200 ; totaal : 34 (2 X 17) of 241 (priemgetal) . Structuur : 1 - 4 - 2 . De som van de elementen is telkens 7 . Tenakh (897) . Pentateuch (298) . Eerdere Profeten (281) . Latere Profeten (197) . 12 Kleine Profeten (43) . Geschriften (78) . Ex (49) . Ex 6 (3) : (1) Ex 6,10 .(2) Ex 6,12 . (3) Ex 6,29 .
Ex 6,11 - Ex 6,11 : Belofte van God : Ex 6,1-13 - Ex 6 - taalgebruik - Ex 6,1-13 -- Ex 6,14-30 -- Ex 6,1 - Ex 6,2 - Ex 6,3 - Ex 6,4 - Ex 6,5 - Ex 6,6 - Ex 6,7 - Ex 6,8 - Ex 6,9 - Ex 6,10 - Ex 6,11 - Ex 6,12 - Ex 6,13 | ||||||||||||||||
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
Ex 6,12 - Ex 6,12 : Belofte van God : Ex 6,1-13 - Ex 6 - taalgebruik - Ex 6,1-13 -- Ex 6,14-30 -- Ex 6,1 - Ex 6,2 - Ex 6,3 - Ex 6,4 - Ex 6,5 - Ex 6,6 - Ex 6,7 - Ex 6,8 - Ex 6,9 - Ex 6,10 - Ex 6,11 - Ex 6,12 - Ex 6,13 | ||||||||||||||||
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
Ex 6,13 - Ex 6,13 : Belofte van God : Ex 6,1-13 - Ex 6 - taalgebruik - Ex 6,1-13 -- Ex 6,14-30 -- Ex 6,1 - Ex 6,2 - Ex 6,3 - Ex 6,4 - Ex 6,5 - Ex 6,6 - Ex 6,7 - Ex 6,8 - Ex 6,9 - Ex 6,10 - Ex 6,11 - Ex 6,12 - Ex 6,13 | ||||||||||||||||
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
12. me´èrèts (uit het land) < min + ´èrèts (land, aarde) . Taalgebruik in Tenach : ´èrètz (land) . Taalgebruik in Ex : ´èrètz (land) . Getalwaarde : aleph = 1 , resj = 20 of 300 , tsade = 18 of 90 ; totaal : 39 of 391 . Gr. gè (aarde, land) . Taalgebruik in de Septuaginta : gè (aarde) . Taalgebruik in het N.T. : gè (aarde) . Lat. terra . Fr. terre . Ned. aarde . E. earth . D. Welt . Tenach (157) . Pentateuch (56) . Ex (21 = 3 X 7) : (1) Ex 6,13 . (2) Ex 6,26 . (3) Ex 7,4 . (4) Ex 12,17 . (5) Ex 12,41 . (6) Ex 12,42 . (7) Ex 12,51 . (8) Ex 13,18 . (9) Ex 16,1 . (10) Ex 16,6 . (11) Ex 16,32 . (12) Ex 19,1 . (13) Ex 20,2 . (14) Ex 29,46 . (15) Ex 32,1 . (16) Ex 32,4 . (17) Ex 32,7 . (18) Ex 32,8 . (19) Ex 32,11 . (20) Ex 32,23 . (21) Ex 33,1 .
Nakomelingen van Ruben, Simeon en Levi : Ex 6,14-30 - Ex 6 -- taalgebruik - Ex 6,1-13 -- Ex 6,14-30 -- Ex 6,14 - Ex 6,15 - Ex 6,16 - Ex 6,17 - Ex 6,18 - Ex 6,19 - Ex 6,20 - Ex 6,21 - Ex 6,22 - Ex 6,23 - Ex 6,24 - Ex 6,25 - Ex 6,26 - Ex 6,27 - Ex 6,28 - Ex 6,29 - Ex 6,30 -
Ex 6,14 - Ex 6,14 : Nakomelingen van Ruben, Simeon en Levi - Ex 6 -- taalgebruik - Ex 6,1-13 -- Ex 6,14-30 -- Ex 6,14 - Ex 6,15 - Ex 6,16 - Ex 6,17 - Ex 6,18 - Ex 6,19 - Ex 6,20 - Ex 6,21 - Ex 6,22 - Ex 6,23 - Ex 6,24 - Ex 6,25 - Ex 6,26 - Ex 6,27 - Ex 6,28 - Ex 6,29 - Ex 6,30 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
Ex 6,15 - Ex 6,15 : Nakomelingen van Ruben, Simeon en Levi - Ex 6 -- taalgebruik - Ex 6,1-13 -- Ex 6,14-30 -- Ex 6,14 - Ex 6,15 - Ex 6,16 - Ex 6,17 - Ex 6,18 - Ex 6,19 - Ex 6,20 - Ex 6,21 - Ex 6,22 - Ex 6,23 - Ex 6,24 - Ex 6,25 - Ex 6,26 - Ex 6,27 - Ex 6,28 - Ex 6,29 - Ex 6,30 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
Ex 6,16 - Ex 6,16 : Nakomelingen van Ruben, Simeon en Levi - Ex 6 -- taalgebruik - Ex 6,1-13 -- Ex 6,14-30 -- Ex 6,14 - Ex 6,15 - Ex 6,16 - Ex 6,17 - Ex 6,18 - Ex 6,19 - Ex 6,20 - Ex 6,21 - Ex 6,22 - Ex 6,23 - Ex 6,24 - Ex 6,25 - Ex 6,26 - Ex 6,27 - Ex 6,28 - Ex 6,29 - Ex 6,30 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . And these are the names of the sons of Levi according to their generations; Gershon, and Kohath, and Merari: and the years of the life of Levi were an hundred thirty and seven years.
Tekstuitleg van Ex 6,16 . Dit vers Ex 6,16 telt 15 (3 X 5) woorden en 60 (2 X 2 X 3 X 5) letters ; verhouding : 1 op 4 . De getalwaarde van Ex 6,16 is 5626 (2 X 29 X 97) .
Gn 46,11 | Ex 6,16 | Nu 3,17 | 1 Kr 5,27 | 1 Kr 6,1 |
wë´ellèh sjëmôth (en deze namen) | wajjihëjû ´ellèh (en deze waren) | |||
ûbhëni lewî (en de zonen van Levi) | bhëni lewî (van de zonen van Levi) | bhëni lewî (van de zonen van Levi) | bhëni lewî (de zonen van Levi) | bhëni lewî (de zonen van Levi) |
lëtholëdothâm (naar hun geslachten) | bisjmothâm (naar hun namen) | |||
gerësjon (Gerson) | gerësjon (Gerson) | gerësjon (Gerson) | gerësjon (Gerson) | gerësjon (Gerson) |
qëhâth (Qehat) | ûqëhâth (en Qehat) | ûqëhâth (en Qehat) | qëhâth (Qehat) | qëhâth (Qehat) |
ûmërârî (en Merari) | ûmërârî (en Merari) | ûmërârî (en Merari) | ûmërârî (en Merari) | ûmërârî (en Merari) |
Jakob vertrekt naar Egypte : Gn 46,1-34 | Nakomelingen van Ruben, Simeon en Levi : Ex 6,14-30 | Telling van priesters en Levieten : Nu 3,1-50 | Overjordaanse stammen : 1 Kr 5,1-41 | Stamboom van de Levieten : 1 Kr 6,1-15 |
12-14. sjèbha` ûsjëlosjîm ûmë´ath
(137) . In twee verzen in de bijbel . In dit vers Ex
6,16 (de ouderdom van Leci) en in Ex
6,20 (de ouderdom van Amram , de kleinzoon van Levi) . 137 is de som van
de getallen van de geometrische figuren : 27 (kubus) , 37 (zeshoek) en 73 (zeshoekige
ster) . In Ex
6,14-30 worden slechts de leeftijden van Levi , Qehat en Amram gegeven .
Samen is dat : 137 + 133 + 137 = 407 (11 X 37) .
Ex 6,17 - Ex 6,17 : Nakomelingen van Ruben, Simeon en Levi - Ex 6 -- taalgebruik - Ex 6,1-13 -- Ex 6,14-30 -- Ex 6,14 - Ex 6,15 - Ex 6,16 - Ex 6,17 - Ex 6,18 - Ex 6,19 - Ex 6,20 - Ex 6,21 - Ex 6,22 - Ex 6,23 - Ex 6,24 - Ex 6,25 - Ex 6,26 - Ex 6,27 - Ex 6,28 - Ex 6,29 - Ex 6,30 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
Ex 6,18 - Ex 6,18 : Nakomelingen van Ruben, Simeon en Levi - Ex 6 -- taalgebruik - Ex 6,1-13 -- Ex 6,14-30 -- Ex 6,14 - Ex 6,15 - Ex 6,16 - Ex 6,17 - Ex 6,18 - Ex 6,19 - Ex 6,20 - Ex 6,21 - Ex 6,22 - Ex 6,23 - Ex 6,24 - Ex 6,25 - Ex 6,26 - Ex 6,27 - Ex 6,28 - Ex 6,29 - Ex 6,30 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . And the sons of Kohath; Amram, and Izhar, and Hebron, and
Uzziel: and the years of the life of Kohath were an hundred thirty and three
years.
Luther-Bibel (1984) . Die Söhne Kehats sind diese: Amram, Jizhar, Hebron,
Usiël. Kehat aber wurde 133 Jahre alt.
Tekstuitleg van Ex 6,18 . Dit vers Ex 6,18 telt 13 woorden en 54 (2 X 3 X 3 X 3) letters . De getalwaarde van Ex 6,18 is 4647 (3 X 1549) .
`amërâm (Amram) . Verwijzing :
`amërâm
(Amram) , zie Ex
6,18 . `amërâm (Amram) . Getalwaarde : ajin = 16 of 70 , mem
= 13 of 40 , resj = 20 of 200 ; totaal : 62 (2 X 31) of 350 (2 X 5 X 5 X 7)
. In twaalf verzen in de bijbel : (1) Ex
6,18 (nakomelingen van Levi ; Amram , zoon van Qehat , kleinzoon van Levi)
. (2) Ex
6,20 (nakomelingen van Levi ; Amran, vader van Mozes en Aäron) . (3)
Nu 3,19
(telling van priesters en Levieten ; Amram , de zoon van Qehat) . (4) Nu 26,58 (tweede volkstelling ; Amram , zoon van Levi) . (5) Nu 26,59 (tweede volkstelling ; de vader van Mozes , Aäron en Mirjam)
. (6) Ezr 10,34 (zoon van Bani) . (7) 1 Kr 5,28 (nakomelingen van Levi ; Amram , zoon van Qehat , kleinzoon
van Levi) . (8) 1 Kr 5,29 (Amram , de vader van Mozes , Aäron en Mirjam ) . (9) 1 Kr 6,3 (Amram , de zoon van Qehat) . (10) 1 Kr 23,12 (Amram , de zoon van Qehat) . (11) 1 Kr 23, 13 (Amram , de vader van Mozes en Aäron) . (12)
1 Kr 24, 20 .
Zijn vrouw was Jokhèbhèd , de dochter van Levi , of tante van
Amram . Amram en Jokhèbhèd kregen drie kinderen ; twee zonen :
Aäron en Mozes ; één dochter , nl. Mirjam .
Amran, de zoon van Qehath |
Ex 6,18 | Nu 3,19 | Nu 26,58 | 1 Kr 5,28 | 1 Kr 6,3 | 1 Kr 23,12 |
ûbhënê qëhâth (en de zonen van Qehat) | ûbhënê qëhâth (en de zonen van Qehat) | ûqëhâth (en Qehat) | ûbhënê qëhâth (en de zonen van Qehat) | ûbhënê qëhâth (en de zonen van Qehat) | ûbhënê qëhâth (en de zonen van Qehat) |
lëmisjëpëchothâm (volgens hun geslachten) | hôled (verwekte) | ||||
`amërâm (Amram) | `amërâm (Amram) | ´èth `amërâm (Amram) | `amërâm (Amram) | `amërâm (Amram) | `amërâm (Amram) |
wëjitsëhâr (en Jishar) | wëjitsëhâr (en Jishar) | jitsëhâr (Jishar) | wëjitsëhâr (en Jishar) | jitsëhâr (Jishar) | |
wëchèbhërôn (en Hebron) | chèbhërôn ( Hebron) | wëchèbhërôn (en Hebron) | wëchèbhërôn (en Hebron) | chèbhërôn ( Hebron) | |
wë`uzzi´el (en Uzziël) | wë`uzzi´el (en Uzziël) | wë`uzzi´el (en Uzziël) | wë`uzzi´el (en Uzziël) | wë`uzzi´el (en Uzziël) | |
´ârëbâ`âh (vier) | |||||
Nakomelingen van Ruben, Simeon en Levi : Ex 6,14-30 | Telling van priesters en Levieten : Nu 3,1-50 | Tweede volkstelling : Nu 26,1-65 | Overjordaanse stammen : 1 Kr 5,1-41 | Stamboom van de Levieten : 1 Kr 6,1-15 | Indeling van de Levieten : 1 Kr 23,1-32 |
Amran , de vader van Aäron , Mozes en Mirjam |
Ex 6,20 | Nu 26,59 | 1 Kr 5,29 | 1 Kr 23, 13 |
waththelèd lô (en zij baarde voor hem) | waththelèd lë`amërâm (en zij baarde voor Amram) | ûbhënê `amërâm(en de zonen van Amram) | bhënê `amërâm(de zonen van Amram) |
´èth ´ahäron (Aäron) | ´èth ´ahäron (Aäron) | ´ahäron (Aäron) | ´ahäron (Aäron) |
wë´èth mosjèh (en Mozes) | wë´èth mosjèh (en Mozes) | ûmosjèh (en Mozes) | ûmosjèh (en Mozes) |
wë´èth mirëjâm ´ähothâm (en Mirjam hun zuster) | ûmirëjâm (en Mirjam) | ||
Nakomelingen van Ruben, Simeon en Levi : Ex 6,14-30 | Tweede volkstelling : Nu 26,1-65 | Overjordaanse stammen : 1 Kr 5,1-41 | Indeling van de Levieten : 1 Kr 23,1-32 |
soera 3,33 . Verwijzing : soera 3,33 . soera 3,33
33. God heeft uitverkoren Adam en Nuh en het geslacht van Ibrahim en het geslacht
van Imran boven de wereldwezens .
33. Certes, Allah a élu Adam, Noé, la famille d'Abraham et la
famille d'Imran au-dessus de tout le monde.
[3.33] Surely Allah chose Adam and Nuh and the descendants of Ibrahim and the
descendants of Imran above the nations.
In dit ayat (vers) worden vier personen genoemd : Adam , Nuh (Noach) , Ibrahim
(Abraham) en Imran (Amram) . Waarom deze vier ?
In de geslachtslijst van Adam in Gn
5,1-32 worden tien generaties vermeld . De lijst begint met Adam en eindigt
met Noach . In deze lijst wordt de leeftijd van de stamvaders vermeld . Een
tweede geslachtslijst van tien generaties vinden we in Gn
11,10-32 . De lijst begint met Sem , de zoon van Noach , en eindigt Abram
(Abraham) . Ook in deze lijst wordt de leeftijd van de stamvaders vermeld .
In de geslachtslijsten van Ruben , Simeon en Levi - de drie oudste kinderen
van Lea - (Ex
6,14-30) wordt de leeftijd van Levi , zijn zoon Qehath en zijn kleinzoon
Amran, de vader van Aäron en Mozes vermeld . Zo wordt het verband tussen
deze stamvaders beklemtoond . Abraham heeft een zoon Izaak . Zijn zoon is Jakob
, de vader van Levi . Van Izaak tot Mozes zijn er zes generaties .
Het is opmerkelijk dat bij de zesentwintigste generatie God zich aan Mozes openbaart
als JHWH . De getalwaarde van JHWH is zesentwintig .
Ex 6,19 - Ex 6,19 : Nakomelingen van Ruben, Simeon en Levi - Ex 6 -- taalgebruik - Ex 6,1-13 -- Ex 6,14-30 -- Ex 6,14 - Ex 6,15 - Ex 6,16 - Ex 6,17 - Ex 6,18 - Ex 6,19 - Ex 6,20 - Ex 6,21 - Ex 6,22 - Ex 6,23 - Ex 6,24 - Ex 6,25 - Ex 6,26 - Ex 6,27 - Ex 6,28 - Ex 6,29 - Ex 6,30 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
Ex 6,20 - Ex 6,20 : Nakomelingen van Ruben, Simeon en Levi - Ex 6 -- taalgebruik - Ex 6,1-13 -- Ex 6,14-30 -- Ex 6,14 - Ex 6,15 - Ex 6,16 - Ex 6,17 - Ex 6,18 - Ex 6,19 - Ex 6,20 - Ex 6,21 - Ex 6,22 - Ex 6,23 - Ex 6,24 - Ex 6,25 - Ex 6,26 - Ex 6,27 - Ex 6,28 - Ex 6,29 - Ex 6,30 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . And Amram took him Jochebed his father's sister to wife; and she bare him Aaron and Moses: and the years of the life of Amram were an hundred and thirty and seven years.
Tekstuitleg van Ex 6,20 . Dit vers Ex 6,20 telt 20 (2 X 2 X 5) woorden en 70 (2 X 5 X 7) letters . De getalwaarde van Ex 6,20 is 6192 (2 X 2 X 2 X 2 X 3 X 3 X 43) .
17. - 19. sjèbha` ûsjëlosjîm ûmë´ath (137) . In twee verzen in de bijbel . In Ex 6,16 (de ouderdom van Leci) en in Ex 6,20 (de ouderdom van Amram , de kleinzoon van Levi) . 137 is de som van de getallen van de geometrische figuren : 27 (kubus) , 37 (zeshoek) en 73 (zeshoekige ster) . In Ex 6,14-30 worden slechts de leeftijden van Levi , Qehat en Amram gegeven . Samen is dat : 137 + 133 + 137 = 407 (11 X 37) .
Ex 6,21 - Ex 6,21 : Nakomelingen van Ruben, Simeon en Levi - Ex 6 -- taalgebruik - Ex 6,1-13 -- Ex 6,14-30 -- Ex 6,14 - Ex 6,15 - Ex 6,16 - Ex 6,17 - Ex 6,18 - Ex 6,19 - Ex 6,20 - Ex 6,21 - Ex 6,22 - Ex 6,23 - Ex 6,24 - Ex 6,25 - Ex 6,26 - Ex 6,27 - Ex 6,28 - Ex 6,29 - Ex 6,30 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
Ex 6,22 - Ex 6,22 : Nakomelingen van Ruben, Simeon en Levi - Ex 6 -- taalgebruik - Ex 6,1-13 -- Ex 6,14-30 -- Ex 6,14 - Ex 6,15 - Ex 6,16 - Ex 6,17 - Ex 6,18 - Ex 6,19 - Ex 6,20 - Ex 6,21 - Ex 6,22 - Ex 6,23 - Ex 6,24 - Ex 6,25 - Ex 6,26 - Ex 6,27 - Ex 6,28 - Ex 6,29 - Ex 6,30 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
Ex 6,23 - Ex 6,23 : Nakomelingen van Ruben, Simeon en Levi - Ex 6 -- taalgebruik - Ex 6,1-13 -- Ex 6,14-30 -- Ex 6,14 - Ex 6,15 - Ex 6,16 - Ex 6,17 - Ex 6,18 - Ex 6,19 - Ex 6,20 - Ex 6,21 - Ex 6,22 - Ex 6,23 - Ex 6,24 - Ex 6,25 - Ex 6,26 - Ex 6,27 - Ex 6,28 - Ex 6,29 - Ex 6,30 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
4. elisabet (Elisabeth) . Taalgebruik in het N.T. : elisabet (Elisabeth) . Taalgebruik in Lc : elisabet (Elisabeth) . Lc (8) : (1) Lc 1,5 . (2) Lc 1,7 . (3) Lc 1,13 . (4) Lc 1,24 . (5) Lc 1,36 . (6) Lc 1,40 . (7) Lc 1,41 (2X) . (8) Lc 1,57 . Tenach (1) Ex 6,23 : ´elîsjèbha` (Elisabet) . In Ex 6,23 is Elisabet de vrouw van de hogepriester Aäron . In Lc is Elisabet de vrouw van de priester Zacharia , de moeder van Johannes de Doper . De parallel tussen Aäron , de eerste hogepriester , en Zacharia , de (laatste ?) priester is er via hun echtgenotes Elisabet . De naam Elisabet kan betekenen : élî sjâbha`(mijn God zwoer) . Gr. omnumi (zweren, onder ede beloven) . Taalgebruik in het N.T. : omnumi (zweren, onder ede beloven) . Taalgebruik in de Septuaginta. : omnumi (zweren, onder ede beloven) . Lat. jurare . Fr. jurer . E. to swear . D. schwören . Een vorm van omnumi (zweren, onder ede beloven) in het N.T. (26) , in de LXX (188) . Hebr. sjâbhâ`: zweren , vervolledigen / vervullen . Taalgebruik in Tenach : sjâbhâ`(zweren) . Getalwaarde : sjin = 21 of 300 , beth = 2 , ajin = 16 of 70 ; totaal : 39 ( 3 X 13 of 26 + 13) of 372 (12 X 31) .
Ex 6,24 - Ex 6,24 : Nakomelingen van Ruben, Simeon en Levi - Ex 6 -- taalgebruik - Ex 6,1-13 -- Ex 6,14-30 -- Ex 6,14 - Ex 6,15 - Ex 6,16 - Ex 6,17 - Ex 6,18 - Ex 6,19 - Ex 6,20 - Ex 6,21 - Ex 6,22 - Ex 6,23 - Ex 6,24 - Ex 6,25 - Ex 6,26 - Ex 6,27 - Ex 6,28 - Ex 6,29 - Ex 6,30 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
Ex 6,25 - Ex 6,25 : Nakomelingen van Ruben, Simeon en Levi - Ex 6 -- taalgebruik - Ex 6,1-13 -- Ex 6,14-30 -- Ex 6,14 - Ex 6,15 - Ex 6,16 - Ex 6,17 - Ex 6,18 - Ex 6,19 - Ex 6,20 - Ex 6,21 - Ex 6,22 - Ex 6,23 - Ex 6,24 - Ex 6,25 - Ex 6,26 - Ex 6,27 - Ex 6,28 - Ex 6,29 - Ex 6,30 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
Ex 6,26 - Ex 6,26 : Nakomelingen van Ruben, Simeon en Levi - Ex 6 -- taalgebruik - Ex 6,1-13 -- Ex 6,14-30 -- Ex 6,14 - Ex 6,15 - Ex 6,16 - Ex 6,17 - Ex 6,18 - Ex 6,19 - Ex 6,20 - Ex 6,21 - Ex 6,22 - Ex 6,23 - Ex 6,24 - Ex 6,25 - Ex 6,26 - Ex 6,27 - Ex 6,28 - Ex 6,29 - Ex 6,30 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
12. me´èrèts (uit het land) < min + ´èrèts (land, aarde) . Taalgebruik in Tenach : ´èrètz (land) . Taalgebruik in Ex : ´èrètz (land) . Getalwaarde : aleph = 1 , resj = 20 of 300 , tsade = 18 of 90 ; totaal : 39 of 391 . Gr. gè (aarde, land) . Taalgebruik in de Septuaginta : gè (aarde) . Taalgebruik in het N.T. : gè (aarde) . Lat. terra . Fr. terre . Ned. aarde . E. earth . D. Welt . Tenach (157) . Pentateuch (56) . Ex (21 = 3 X 7) : (1) Ex 6,13 . (2) Ex 6,26 . (3) Ex 7,4 . (4) Ex 12,17 . (5) Ex 12,41 . (6) Ex 12,42 . (7) Ex 12,51 . (8) Ex 13,18 . (9) Ex 16,1 . (10) Ex 16,6 . (11) Ex 16,32 . (12) Ex 19,1 . (13) Ex 20,2 . (14) Ex 29,46 . (15) Ex 32,1 . (16) Ex 32,4 . (17) Ex 32,7 . (18) Ex 32,8 . (19) Ex 32,11 . (20) Ex 32,23 . (21) Ex 33,1 .
12. - 13. me´èrèts mitsërajim (uit het land Egypte) . Tenach (45) . Pentateuch (26) . Ex (8) : (1) Ex 6,26 . (2) Ex 7,4 . (3) Ex 12,51 . (4) Ex 20,2 . (5) Ex 29,46 . (6) Ex 32,1 . (7) Ex 32,11 . (8) Ex 32,23 .
Ex 6,27 - Ex 6,27 : Nakomelingen van Ruben, Simeon en Levi - Ex 6 -- taalgebruik - Ex 6,1-13 -- Ex 6,14-30 -- Ex 6,14 - Ex 6,15 - Ex 6,16 - Ex 6,17 - Ex 6,18 - Ex 6,19 - Ex 6,20 - Ex 6,21 - Ex 6,22 - Ex 6,23 - Ex 6,24 - Ex 6,25 - Ex 6,26 - Ex 6,27 - Ex 6,28 - Ex 6,29 - Ex 6,30 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
Ex 6,28 - Ex 6,28 : Nakomelingen van Ruben, Simeon en Levi - Ex 6 -- taalgebruik - Ex 6,1-13 -- Ex 6,14-30 -- Ex 6,14 - Ex 6,15 - Ex 6,16 - Ex 6,17 - Ex 6,18 - Ex 6,19 - Ex 6,20 - Ex 6,21 - Ex 6,22 - Ex 6,23 - Ex 6,24 - Ex 6,25 - Ex 6,26 - Ex 6,27 - Ex 6,28 - Ex 6,29 - Ex 6,30 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
Ex 6,29 - Ex 6,29 : Nakomelingen van Ruben, Simeon en Levi - Ex 6 -- taalgebruik - Ex 6,1-13 -- Ex 6,14-30 -- Ex 6,14 - Ex 6,15 - Ex 6,16 - Ex 6,17 - Ex 6,18 - Ex 6,19 - Ex 6,20 - Ex 6,21 - Ex 6,22 - Ex 6,23 - Ex 6,24 - Ex 6,25 - Ex 6,26 - Ex 6,27 - Ex 6,28 - Ex 6,29 - Ex 6,30 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
Ex 6,30 - Ex 6,30 : Nakomelingen van Ruben, Simeon en Levi - Ex 6 -- taalgebruik - Ex 6,1-13 -- Ex 6,14-30 -- Ex 6,14 - Ex 6,15 - Ex 6,16 - Ex 6,17 - Ex 6,18 - Ex 6,19 - Ex 6,20 - Ex 6,21 - Ex 6,22 - Ex 6,23 - Ex 6,24 - Ex 6,25 - Ex 6,26 - Ex 6,27 - Ex 6,28 - Ex 6,29 - Ex 6,30 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van