EXODUS 39 - Ex 39 -- Ex (Exodus) -- Ex 39 -- verwijzingen -- Ex 39,1-31 -- Ex 39,32-43 - - Bibliografie - Literatuur - Liturgisch gebruik - Overzicht bijbelboeken - Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken - Overzicht van deze website
Overzicht van Exodus : - Ex 1 - Ex 2 - Ex 3 - Ex 4 - Ex 5 - Ex 6 - Ex 7 - Ex 8 - Ex 9 - Ex 10 - Ex 11 - Ex 12 - Ex 13 - Ex 14 - Ex 15 - Ex 16 - Ex 17 - Ex 18 - Ex 19 - Ex 20 - Ex 21 - Ex 22 - Ex 23 - Ex 24 - Ex 25 - Ex 26 - Ex 27 - Ex 28 - Ex 29 - Ex 30 - Ex 31 - Ex 32 - Ex 33 - Ex 34 - Ex 35 - Ex 36 - Ex 37 - Ex 38 - Ex 39 - Ex 40 -
Overzicht per pericope : Ex 39,1-31 - Ex 39,32-43 -
Overzicht vers per vers : - Ex 39,1 - Ex 39,2 - Ex 39,3 - Ex 39,4 - Ex 39,5 - Ex 39,6 - Ex 39,7 - Ex 39,8 - Ex 39,9 - Ex 39,10 - Ex 39,11 - Ex 39,12 - Ex 39,13 - Ex 39,14 - Ex 39,15 - Ex 39,16 - Ex 39,17 - Ex 39,18 - Ex 39,19 - Ex 39,20 - Ex 39,21 - Ex 39,22 - Ex 39,23 - Ex 39,24 - Ex 39,25 - Ex 39,26 - Ex 39,27 - Ex 39,28 - Ex 39,29 - Ex 39,30 - Ex 39,31 - Ex 39,32 - Ex 39,33 - Ex 39,34 - Ex 39,35 - Ex 39,36 - Ex 39,37 - Ex 39,38 - Ex 39,39 - Ex 39,40 - Ex 39,41 - Ex 39,42 - Ex 39,43 -
WEDERKERIGHEID (DIVERSITEIT - VICE
VERSA) . Meer info : Arseen De Kesel . Email:
arseen.de.kesel@pandora.be
.
websitenamen : http://users.telenet.be/arseen.de.kesel/
en http://www.interlevensbeschouwelijk.be/index.htm
- STARTPAGINA - AGENDA - BIJ
DE HAND - NIEUW
- OVERZICHT
- TIJDSCHRIFTEN
-
ALFABETISCH OVERZICHT VAN THEMA'S EN WEBSITES :
- A - B
- C - D
- E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X
-Y - Z
HOOFDTHEMA'S :
allochtonen , armoede , bahá'í
, bezinningsteksten
, bijbel , bijbel en koran ,
boeddhisme ,
christendom ,
extreemrechts
( Vlaams Blok
) , fundamentalisme
, globalisering en antiglobalisering
, hindoeïsme
, interlevensbeschouwelijke
dialoog , interreligieuze
meditatie , islam , jodendom
, koran
, levensbeschouwing
, levensbeschouwing / godsdienst
en onderwijs , racisme , samenleving ,
sikhisme , spiritualiteit
, tewerkstelling
van allochtonen , vluchtelingen
en asielzoekers , vrijzinnigheid
, witte scholen , multiculturele
scholen en concentratiescholen , Eigen-zinnige
beschouwingen , Het
kleine of grote ongenoegen
|
Woordenschat
Literatuur
Liturgisch gebruik
Overzicht van de bijbelboeken - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -
- OT : Gn (Genesis) , Ex (Exodus) , Lv (Leviticus) , Nu (Numeri) , Dt (Deuteronomium) , Joz (Jozua) , Re (Rechters) , Rt (Ruth) , 1 S (1 Samuël) , 2 S (2 Samuël) , 1 K (1 Koningen) , 2 K (2 Koningen) , 1 Kr ( 1 Kronieken) , 2 Kr (2 Kronieken) , Ezr (Ezra) , Neh (Nehemia) , Tob (Tobia) , Jdt (Judith) , Est (Esther) , 1 Mak (1 Makkabeeën) , 2 Mak (2 Makkabeeën) , Job , Ps (Psalmen ) , Spr (Spreuken) , Pr (Prediker) , Hl (Hooglied) , W (Wijsheid) , Sir (Sirach) , Js (Jesaja) , Jr (Jeremia) , Kl (Klaagliederen) , Bar (Baruch) , Ez (Ezechiël) , Da (Daniël) , Hos (Hosea) , Jl (Joël) , Am (Amos) , Ob (Obadja) , Jon (Jona) , Mi (Micha) , Nah (Nahum) , Hab (Habakuk) , Sef (Sefanja) , Hag (Haggai) , Zach (Zacharia) , Mal (Maleachi) .
- NT : Mt (Matteüs) - Mc (Marcus) - Lc (Lucas) - Joh (Johannes) - Hnd (Handelingen) , Rom (Rome) , 1 Kor (Korinte) , 2 Kor (Korinte) , Gal (Galatië) , Ef (Efese) , Fil (Filippi) , Kol (Kolosse) , 1 Tes (Tessalonika) , 2 Tes (Tessalonika) , 1 Tim (Timoteüs) , 2 Tim (Timoteüs) , Tit (Titus) , Film (Filemon) , Heb (Hebreeën) , Jak (Jakobus) , 1 Pe (Petrus) , 2 Pe (Petrus) , 1 Joh (Johannes) , 2 Joh (Johannes) , 2 Joh (Johannes) , Jud (Judas) , Apk (Apokalyps) .
Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken : - bibliografie bijbel - bibliografie van het Oude Testament - bibliografie Matteüsevangelie - bibliografie Marcusevangelie - bibliografie Lucasevangelie - bibliografie van het Johannesevangelie - bibliografie van het Nieuwe Testament (behalve evangeliën)
Ex 39,1-31 : De priesterlijke gewaden - Ex 39,1-31 -- Ex (Exodus) -- Ex 39 -- verwijzingen -- Ex 39,32-43 -- Ex 39,1 - Ex 39,2 - Ex 39,3 - Ex 39,4 - Ex 39,5 - Ex 39,6 - Ex 39,7 - Ex 39,8 - Ex 39,9 - Ex 39,10 - Ex 39,11 - Ex 39,12 - Ex 39,13 - Ex 39,14 - Ex 39,15 - Ex 39,16 - Ex 39,17 - Ex 39,18 - Ex 39,19 - Ex 39,20 - Ex 39,21 - Ex 39,22 - Ex 39,23 - Ex 39,24 - Ex 39,25 - Ex 39,26 - Ex 39,27 - Ex 39,28 - Ex 39,29 - Ex 39,30 - Ex 39,31 -
Ex 39,1 - Ex 39,1 : De priesterlijke gewaden - Ex 39,1-31 -- Ex (Exodus) -- Ex 39 -- verwijzingen -- Ex 39,32-43 -- Ex 39,1 - Ex 39,2 - Ex 39,3 - Ex 39,4 - Ex 39,5 - Ex 39,6 - Ex 39,7 - Ex 39,8 - Ex 39,9 - Ex 39,10 - Ex 39,11 - Ex 39,12 - Ex 39,13 - Ex 39,14 - Ex 39,15 - Ex 39,16 - Ex 39,17 - Ex 39,18 - Ex 39,19 - Ex 39,20 - Ex 39,21 - Ex 39,22 - Ex 39,23 - Ex 39,24 - Ex 39,25 - Ex 39,26 - Ex 39,27 - Ex 39,28 - Ex 39,29 - Ex 39,30 - Ex 39,31 - |
Griekse tekst | Vulgaat | MT | Statenvertaling | Willibrordvertaling | Nieuwe vertaling (2005) | Naardense bijbel | Bible de Jérusalem | | | | | [1] Voor de dienst in het heiligdom werden ambtsgewaden vervaardigd van paarse, karmijnrode en scharlaken wol. Voor Aäron maakte men de heilige gewaden zoals de heer aan Mozes bevolen had. | | | |
|
Ex 39,2 - Ex 39,2 : De priesterlijke gewaden - Ex 39,1-31 -- Ex (Exodus) -- Ex 39 -- verwijzingen -- Ex 39,32-43 -- Ex 39,1 - Ex 39,2 - Ex 39,3 - Ex 39,4 - Ex 39,5 - Ex 39,6 - Ex 39,7 - Ex 39,8 - Ex 39,9 - Ex 39,10 - Ex 39,11 - Ex 39,12 - Ex 39,13 - Ex 39,14 - Ex 39,15 - Ex 39,16 - Ex 39,17 - Ex 39,18 - Ex 39,19 - Ex 39,20 - Ex 39,21 - Ex 39,22 - Ex 39,23 - Ex 39,24 - Ex 39,25 - Ex 39,26 - Ex 39,27 - Ex 39,28 - Ex 39,29 - Ex 39,30 - Ex 39,31 - |
Griekse tekst | Vulgaat | MT | Statenvertaling | Willibrordvertaling | Nieuwe vertaling (2005) | Naardense bijbel | Bible de Jérusalem | | | | | [2] Men maakte de efod van goud, paarse, karmijnrode en scharlaken wol en van getwijnd linnen. | | | |
|
Ex 39,3 - Ex 39,3 : De priesterlijke gewaden - Ex 39,1-31 -- Ex (Exodus) -- Ex 39 -- verwijzingen -- Ex 39,32-43 -- Ex 39,1 - Ex 39,2 - Ex 39,3 - Ex 39,4 - Ex 39,5 - Ex 39,6 - Ex 39,7 - Ex 39,8 - Ex 39,9 - Ex 39,10 - Ex 39,11 - Ex 39,12 - Ex 39,13 - Ex 39,14 - Ex 39,15 - Ex 39,16 - Ex 39,17 - Ex 39,18 - Ex 39,19 - Ex 39,20 - Ex 39,21 - Ex 39,22 - Ex 39,23 - Ex 39,24 - Ex 39,25 - Ex 39,26 - Ex 39,27 - Ex 39,28 - Ex 39,29 - Ex 39,30 - Ex 39,31 - |
Griekse tekst | Vulgaat | MT | Statenvertaling | Willibrordvertaling | Nieuwe vertaling (2005) | Naardense bijbel | Bible de Jérusalem | | | | | [3] Men sloeg bladen van goud en sneed ze in reepjes om ze te verwerken in de paarse, karmijnrode en scharlaken wol en in het linnen: een waar kunstwerk. | | | |
|
Ex 39,4 - Ex 39,4 : De priesterlijke gewaden - Ex 39,1-31 -- Ex (Exodus) -- Ex 39 -- verwijzingen -- Ex 39,32-43 -- Ex 39,1 - Ex 39,2 - Ex 39,3 - Ex 39,4 - Ex 39,5 - Ex 39,6 - Ex 39,7 - Ex 39,8 - Ex 39,9 - Ex 39,10 - Ex 39,11 - Ex 39,12 - Ex 39,13 - Ex 39,14 - Ex 39,15 - Ex 39,16 - Ex 39,17 - Ex 39,18 - Ex 39,19 - Ex 39,20 - Ex 39,21 - Ex 39,22 - Ex 39,23 - Ex 39,24 - Ex 39,25 - Ex 39,26 - Ex 39,27 - Ex 39,28 - Ex 39,29 - Ex 39,30 - Ex 39,31 - |
Griekse tekst | Vulgaat | MT | Statenvertaling | Willibrordvertaling | Nieuwe vertaling (2005) | Naardense bijbel | Bible de Jérusalem | | | | | [4] Aan de beide uiteinden van de efod maakte men schouderbanden, om hem vast te maken. | | | |
|
Ex 39,5 - Ex 39,5 : De priesterlijke gewaden - Ex 39,1-31 -- Ex (Exodus) -- Ex 39 -- verwijzingen -- Ex 39,32-43 -- Ex 39,1 - Ex 39,2 - Ex 39,3 - Ex 39,4 - Ex 39,5 - Ex 39,6 - Ex 39,7 - Ex 39,8 - Ex 39,9 - Ex 39,10 - Ex 39,11 - Ex 39,12 - Ex 39,13 - Ex 39,14 - Ex 39,15 - Ex 39,16 - Ex 39,17 - Ex 39,18 - Ex 39,19 - Ex 39,20 - Ex 39,21 - Ex 39,22 - Ex 39,23 - Ex 39,24 - Ex 39,25 - Ex 39,26 - Ex 39,27 - Ex 39,28 - Ex 39,29 - Ex 39,30 - Ex 39,31 - |
Griekse tekst | Vulgaat | MT | Statenvertaling | Willibrordvertaling | Nieuwe vertaling (2005) | Naardense bijbel | Bible de Jérusalem | | | | | [5] Van hetzelfde materiaal werd een gordel gemaakt die er één geheel mee vormde: paarse, karmijnrode en scharlaken wol en getwijnd linnen, zoals de heer aan Mozes bevolen had. | | | |
|
Ex 39,6 - Ex 39,6 : De priesterlijke gewaden - Ex 39,1-31 -- Ex (Exodus) -- Ex 39 -- verwijzingen -- Ex 39,32-43 -- Ex 39,1 - Ex 39,2 - Ex 39,3 - Ex 39,4 - Ex 39,5 - Ex 39,6 - Ex 39,7 - Ex 39,8 - Ex 39,9 - Ex 39,10 - Ex 39,11 - Ex 39,12 - Ex 39,13 - Ex 39,14 - Ex 39,15 - Ex 39,16 - Ex 39,17 - Ex 39,18 - Ex 39,19 - Ex 39,20 - Ex 39,21 - Ex 39,22 - Ex 39,23 - Ex 39,24 - Ex 39,25 - Ex 39,26 - Ex 39,27 - Ex 39,28 - Ex 39,29 - Ex 39,30 - Ex 39,31 - |
Griekse tekst | Vulgaat | MT | Statenvertaling | Willibrordvertaling | Nieuwe vertaling (2005) | Naardense bijbel | Bible de Jérusalem | | | | | [6] In de kornalijnstenen, gevat in gouden zettingen, graveerde men de namen van de zonen van Israël, zoals men zegels snijdt. | | | |
|
Ex 39,7 - Ex 39,7 : De priesterlijke gewaden - Ex 39,1-31 -- Ex (Exodus) -- Ex 39 -- verwijzingen -- Ex 39,32-43 -- Ex 39,1 - Ex 39,2 - Ex 39,3 - Ex 39,4 - Ex 39,5 - Ex 39,6 - Ex 39,7 - Ex 39,8 - Ex 39,9 - Ex 39,10 - Ex 39,11 - Ex 39,12 - Ex 39,13 - Ex 39,14 - Ex 39,15 - Ex 39,16 - Ex 39,17 - Ex 39,18 - Ex 39,19 - Ex 39,20 - Ex 39,21 - Ex 39,22 - Ex 39,23 - Ex 39,24 - Ex 39,25 - Ex 39,26 - Ex 39,27 - Ex 39,28 - Ex 39,29 - Ex 39,30 - Ex 39,31 - |
Griekse tekst | Vulgaat | MT | Statenvertaling | Willibrordvertaling | Nieuwe vertaling (2005) | Naardense bijbel | Bible de Jérusalem | | | | | [7] Ze werden vervolgens bevestigd aan de efod: zij herinneren de heer aan de Israëlieten. Dit had de heer aan Mozes bevolen. | | | |
|
Ex 39,8 - Ex 39,8 : De priesterlijke gewaden - Ex 39,1-31 -- Ex (Exodus) -- Ex 39 -- verwijzingen -- Ex 39,32-43 -- Ex 39,1 - Ex 39,2 - Ex 39,3 - Ex 39,4 - Ex 39,5 - Ex 39,6 - Ex 39,7 - Ex 39,8 - Ex 39,9 - Ex 39,10 - Ex 39,11 - Ex 39,12 - Ex 39,13 - Ex 39,14 - Ex 39,15 - Ex 39,16 - Ex 39,17 - Ex 39,18 - Ex 39,19 - Ex 39,20 - Ex 39,21 - Ex 39,22 - Ex 39,23 - Ex 39,24 - Ex 39,25 - Ex 39,26 - Ex 39,27 - Ex 39,28 - Ex 39,29 - Ex 39,30 - Ex 39,31 - |
Griekse tekst | Vulgaat | MT | Statenvertaling | Willibrordvertaling | Nieuwe vertaling (2005) | Naardense bijbel | Bible de Jérusalem | | | | | [8] Een kunstenaar maakte van hetzelfde materiaal als de efod de orakeltas: van goud, paarse, karmijnrode en scharlaken wol, en van getwijnd linnen. | | | |
|
Ex 39,9 - Ex 39,9 : De priesterlijke gewaden - Ex 39,1-31 -- Ex (Exodus) -- Ex 39 -- verwijzingen -- Ex 39,32-43 -- Ex 39,1 - Ex 39,2 - Ex 39,3 - Ex 39,4 - Ex 39,5 - Ex 39,6 - Ex 39,7 - Ex 39,8 - Ex 39,9 - Ex 39,10 - Ex 39,11 - Ex 39,12 - Ex 39,13 - Ex 39,14 - Ex 39,15 - Ex 39,16 - Ex 39,17 - Ex 39,18 - Ex 39,19 - Ex 39,20 - Ex 39,21 - Ex 39,22 - Ex 39,23 - Ex 39,24 - Ex 39,25 - Ex 39,26 - Ex 39,27 - Ex 39,28 - Ex 39,29 - Ex 39,30 - Ex 39,31 - |
Griekse tekst | Vulgaat | MT | Statenvertaling | Willibrordvertaling | Nieuwe vertaling (2005) | Naardense bijbel | Bible de Jérusalem | | | | | [9] Ze was vierkant, een span lang en een span breed, en bestond uit twee stukken. | | | |
|
Ex 39,10 - Ex 39,10 : De priesterlijke gewaden - Ex 39,1-31 -- Ex (Exodus) -- Ex 39 -- verwijzingen -- Ex 39,32-43 -- Ex 39,1 - Ex 39,2 - Ex 39,3 - Ex 39,4 - Ex 39,5 - Ex 39,6 - Ex 39,7 - Ex 39,8 - Ex 39,9 - Ex 39,10 - Ex 39,11 - Ex 39,12 - Ex 39,13 - Ex 39,14 - Ex 39,15 - Ex 39,16 - Ex 39,17 - Ex 39,18 - Ex 39,19 - Ex 39,20 - Ex 39,21 - Ex 39,22 - Ex 39,23 - Ex 39,24 - Ex 39,25 - Ex 39,26 - Ex 39,27 - Ex 39,28 - Ex 39,29 - Ex 39,30 - Ex 39,31 - |
Griekse tekst | Vulgaat | MT | Statenvertaling | Willibrordvertaling | Nieuwe vertaling (2005) | Naardense bijbel | Bible de Jérusalem | | | | | [10] Ze werd bezet met vier rijen edelstenen: een robijn, een topaas en een smaragd vormden de eerste rij, | | | |
|
Ex 39,11 - Ex 39,11 : De priesterlijke gewaden - Ex 39,1-31 -- Ex (Exodus) -- Ex 39 -- verwijzingen -- Ex 39,32-43 -- Ex 39,1 - Ex 39,2 - Ex 39,3 - Ex 39,4 - Ex 39,5 - Ex 39,6 - Ex 39,7 - Ex 39,8 - Ex 39,9 - Ex 39,10 - Ex 39,11 - Ex 39,12 - Ex 39,13 - Ex 39,14 - Ex 39,15 - Ex 39,16 - Ex 39,17 - Ex 39,18 - Ex 39,19 - Ex 39,20 - Ex 39,21 - Ex 39,22 - Ex 39,23 - Ex 39,24 - Ex 39,25 - Ex 39,26 - Ex 39,27 - Ex 39,28 - Ex 39,29 - Ex 39,30 - Ex 39,31 - |
Griekse tekst | Vulgaat | MT | Statenvertaling | Willibrordvertaling | Nieuwe vertaling (2005) | Naardense bijbel | Bible de Jérusalem | | | | | [11] een karbonkel, een saffier en een jaspis de tweede, | | | |
|
Ex 39,12 - Ex 39,12 : De priesterlijke gewaden - Ex 39,1-31 -- Ex (Exodus) -- Ex 39 -- verwijzingen -- Ex 39,32-43 -- Ex 39,1 - Ex 39,2 - Ex 39,3 - Ex 39,4 - Ex 39,5 - Ex 39,6 - Ex 39,7 - Ex 39,8 - Ex 39,9 - Ex 39,10 - Ex 39,11 - Ex 39,12 - Ex 39,13 - Ex 39,14 - Ex 39,15 - Ex 39,16 - Ex 39,17 - Ex 39,18 - Ex 39,19 - Ex 39,20 - Ex 39,21 - Ex 39,22 - Ex 39,23 - Ex 39,24 - Ex 39,25 - Ex 39,26 - Ex 39,27 - Ex 39,28 - Ex 39,29 - Ex 39,30 - Ex 39,31 - |
Griekse tekst | Vulgaat | MT | Statenvertaling | Willibrordvertaling | Nieuwe vertaling (2005) | Naardense bijbel | Bible de Jérusalem | | | | | [12] een hyacint, een agaat en een amethist de derde, | | | |
|
Ex 39,13 - Ex 39,13 : De priesterlijke gewaden - Ex 39,1-31 -- Ex (Exodus) -- Ex 39 -- verwijzingen -- Ex 39,32-43 -- Ex 39,1 - Ex 39,2 - Ex 39,3 - Ex 39,4 - Ex 39,5 - Ex 39,6 - Ex 39,7 - Ex 39,8 - Ex 39,9 - Ex 39,10 - Ex 39,11 - Ex 39,12 - Ex 39,13 - Ex 39,14 - Ex 39,15 - Ex 39,16 - Ex 39,17 - Ex 39,18 - Ex 39,19 - Ex 39,20 - Ex 39,21 - Ex 39,22 - Ex 39,23 - Ex 39,24 - Ex 39,25 - Ex 39,26 - Ex 39,27 - Ex 39,28 - Ex 39,29 - Ex 39,30 - Ex 39,31 - |
Griekse tekst | Vulgaat | MT | Statenvertaling | Willibrordvertaling | Nieuwe vertaling (2005) | Naardense bijbel | Bible de Jérusalem | | | | | [13] een chrysoliet, een kornalijn en een onyx de vierde rij. Ze waren gevat in gouden zettingen. | | | |
|
Ex 39,14 - Ex 39,14 : De priesterlijke gewaden - Ex 39,1-31 -- Ex (Exodus) -- Ex 39 -- verwijzingen -- Ex 39,32-43 -- Ex 39,1 - Ex 39,2 - Ex 39,3 - Ex 39,4 - Ex 39,5 - Ex 39,6 - Ex 39,7 - Ex 39,8 - Ex 39,9 - Ex 39,10 - Ex 39,11 - Ex 39,12 - Ex 39,13 - Ex 39,14 - Ex 39,15 - Ex 39,16 - Ex 39,17 - Ex 39,18 - Ex 39,19 - Ex 39,20 - Ex 39,21 - Ex 39,22 - Ex 39,23 - Ex 39,24 - Ex 39,25 - Ex 39,26 - Ex 39,27 - Ex 39,28 - Ex 39,29 - Ex 39,30 - Ex 39,31 - |
Griekse tekst | Vulgaat | MT | Statenvertaling | Willibrordvertaling | Nieuwe vertaling (2005) | Naardense bijbel | Bible de Jérusalem | | | | | [14] Er waren twaalf stenen, zoals er twaalf namen zijn van de zonen van Israël. Op iedere steen was de naam van één van de twaalf stammen gegraveerd, zoals men bij zegels doet. | | | |
|
Ex 39,15 - Ex 39,15 : De priesterlijke gewaden - Ex 39,1-31 -- Ex (Exodus) -- Ex 39 -- verwijzingen -- Ex 39,32-43 -- Ex 39,1 - Ex 39,2 - Ex 39,3 - Ex 39,4 - Ex 39,5 - Ex 39,6 - Ex 39,7 - Ex 39,8 - Ex 39,9 - Ex 39,10 - Ex 39,11 - Ex 39,12 - Ex 39,13 - Ex 39,14 - Ex 39,15 - Ex 39,16 - Ex 39,17 - Ex 39,18 - Ex 39,19 - Ex 39,20 - Ex 39,21 - Ex 39,22 - Ex 39,23 - Ex 39,24 - Ex 39,25 - Ex 39,26 - Ex 39,27 - Ex 39,28 - Ex 39,29 - Ex 39,30 - Ex 39,31 - |
Griekse tekst | Vulgaat | MT | Statenvertaling | Willibrordvertaling | Nieuwe vertaling (2005) | Naardense bijbel | Bible de Jérusalem | | | | | [15] Voor de orakeltas maakte men kettinkjes van zuiver goud, in de vorm van gevlochten snoeren. | | | |
|
Ex 39,16 - Ex 39,16 : De priesterlijke gewaden - Ex 39,1-31 -- Ex (Exodus) -- Ex 39 -- verwijzingen -- Ex 39,32-43 -- Ex 39,1 - Ex 39,2 - Ex 39,3 - Ex 39,4 - Ex 39,5 - Ex 39,6 - Ex 39,7 - Ex 39,8 - Ex 39,9 - Ex 39,10 - Ex 39,11 - Ex 39,12 - Ex 39,13 - Ex 39,14 - Ex 39,15 - Ex 39,16 - Ex 39,17 - Ex 39,18 - Ex 39,19 - Ex 39,20 - Ex 39,21 - Ex 39,22 - Ex 39,23 - Ex 39,24 - Ex 39,25 - Ex 39,26 - Ex 39,27 - Ex 39,28 - Ex 39,29 - Ex 39,30 - Ex 39,31 - |
Griekse tekst | Vulgaat | MT | Statenvertaling | Willibrordvertaling | Nieuwe vertaling (2005) | Naardense bijbel | Bible de Jérusalem | | | | | [16] Ook maakte men twee gouden zettingen en twee gouden ringen; | | | |
|
Ex 39,17 - Ex 39,17 : De priesterlijke gewaden - Ex 39,1-31 -- Ex (Exodus) -- Ex 39 -- verwijzingen -- Ex 39,32-43 -- Ex 39,1 - Ex 39,2 - Ex 39,3 - Ex 39,4 - Ex 39,5 - Ex 39,6 - Ex 39,7 - Ex 39,8 - Ex 39,9 - Ex 39,10 - Ex 39,11 - Ex 39,12 - Ex 39,13 - Ex 39,14 - Ex 39,15 - Ex 39,16 - Ex 39,17 - Ex 39,18 - Ex 39,19 - Ex 39,20 - Ex 39,21 - Ex 39,22 - Ex 39,23 - Ex 39,24 - Ex 39,25 - Ex 39,26 - Ex 39,27 - Ex 39,28 - Ex 39,29 - Ex 39,30 - Ex 39,31 - |
Griekse tekst | Vulgaat | MT | Statenvertaling | Willibrordvertaling | Nieuwe vertaling (2005) | Naardense bijbel | Bible de Jérusalem | | | | | [17] deze ringen werden bevestigd aan de beide uiteinden van de orakeltas. | | | |
|
Ex 39,18 - Ex 39,18 : De priesterlijke gewaden - Ex 39,1-31 -- Ex (Exodus) -- Ex 39 -- verwijzingen -- Ex 39,32-43 -- Ex 39,1 - Ex 39,2 - Ex 39,3 - Ex 39,4 - Ex 39,5 - Ex 39,6 - Ex 39,7 - Ex 39,8 - Ex 39,9 - Ex 39,10 - Ex 39,11 - Ex 39,12 - Ex 39,13 - Ex 39,14 - Ex 39,15 - Ex 39,16 - Ex 39,17 - Ex 39,18 - Ex 39,19 - Ex 39,20 - Ex 39,21 - Ex 39,22 - Ex 39,23 - Ex 39,24 - Ex 39,25 - Ex 39,26 - Ex 39,27 - Ex 39,28 - Ex 39,29 - Ex 39,30 - Ex 39,31 - |
Griekse tekst | Vulgaat | MT | Statenvertaling | Willibrordvertaling | Nieuwe vertaling (2005) | Naardense bijbel | Bible de Jérusalem | | | | | [18] Aan de andere kant maakte men de twee gouden snoeren vast aan de twee zettingen en bevestigde ze van voren aan de schouderbanden van de efod. | | | |
|
Ex 39,19 - Ex 39,19 : De priesterlijke gewaden - Ex 39,1-31 -- Ex (Exodus) -- Ex 39 -- verwijzingen -- Ex 39,32-43 -- Ex 39,1 - Ex 39,2 - Ex 39,3 - Ex 39,4 - Ex 39,5 - Ex 39,6 - Ex 39,7 - Ex 39,8 - Ex 39,9 - Ex 39,10 - Ex 39,11 - Ex 39,12 - Ex 39,13 - Ex 39,14 - Ex 39,15 - Ex 39,16 - Ex 39,17 - Ex 39,18 - Ex 39,19 - Ex 39,20 - Ex 39,21 - Ex 39,22 - Ex 39,23 - Ex 39,24 - Ex 39,25 - Ex 39,26 - Ex 39,27 - Ex 39,28 - Ex 39,29 - Ex 39,30 - Ex 39,31 - |
Griekse tekst | Vulgaat | MT | Statenvertaling | Willibrordvertaling | Nieuwe vertaling (2005) | Naardense bijbel | Bible de Jérusalem | | | | | [19] Ook maakte men twee gouden ringen en bevestigde deze aan de uiteinden van de orakeltas, aan de binnenkant tegen de efod aan. | | | |
|
Ex 39,20 - Ex 39,20 : De priesterlijke gewaden - Ex 39,1-31 -- Ex (Exodus) -- Ex 39 -- verwijzingen -- Ex 39,32-43 -- Ex 39,1 - Ex 39,2 - Ex 39,3 - Ex 39,4 - Ex 39,5 - Ex 39,6 - Ex 39,7 - Ex 39,8 - Ex 39,9 - Ex 39,10 - Ex 39,11 - Ex 39,12 - Ex 39,13 - Ex 39,14 - Ex 39,15 - Ex 39,16 - Ex 39,17 - Ex 39,18 - Ex 39,19 - Ex 39,20 - Ex 39,21 - Ex 39,22 - Ex 39,23 - Ex 39,24 - Ex 39,25 - Ex 39,26 - Ex 39,27 - Ex 39,28 - Ex 39,29 - Ex 39,30 - Ex 39,31 - |
Griekse tekst | Vulgaat | MT | Statenvertaling | Willibrordvertaling | Nieuwe vertaling (2005) | Naardense bijbel | Bible de Jérusalem | | | | | [20] Toen maakte men nog eens twee gouden ringen en bevestigde deze onderaan de voorkant van de beide schouderbanden van de efod, vlakbij de band boven de gordel. | | | |
|
Ex 39,21 - Ex 39,21 : De priesterlijke gewaden - Ex 39,1-31 -- Ex (Exodus) -- Ex 39 -- verwijzingen -- Ex 39,32-43 -- Ex 39,1 - Ex 39,2 - Ex 39,3 - Ex 39,4 - Ex 39,5 - Ex 39,6 - Ex 39,7 - Ex 39,8 - Ex 39,9 - Ex 39,10 - Ex 39,11 - Ex 39,12 - Ex 39,13 - Ex 39,14 - Ex 39,15 - Ex 39,16 - Ex 39,17 - Ex 39,18 - Ex 39,19 - Ex 39,20 - Ex 39,21 - Ex 39,22 - Ex 39,23 - Ex 39,24 - Ex 39,25 - Ex 39,26 - Ex 39,27 - Ex 39,28 - Ex 39,29 - Ex 39,30 - Ex 39,31 - |
Griekse tekst | Vulgaat | MT | Statenvertaling | Willibrordvertaling | Nieuwe vertaling (2005) | Naardense bijbel | Bible de Jérusalem | | | | | [21] Men haalde een paars koord door de ringen van de orakeltas en de efod en bond de orakeltas aan de gordel van de efod, zodat ze er vast tegenaan zat, zoals de heer aan Mozes had bevolen. | | | |
|
Ex 39,22 - Ex 39,22 : De priesterlijke gewaden - Ex 39,1-31 -- Ex (Exodus) -- Ex 39 -- verwijzingen -- Ex 39,32-43 -- Ex 39,1 - Ex 39,2 - Ex 39,3 - Ex 39,4 - Ex 39,5 - Ex 39,6 - Ex 39,7 - Ex 39,8 - Ex 39,9 - Ex 39,10 - Ex 39,11 - Ex 39,12 - Ex 39,13 - Ex 39,14 - Ex 39,15 - Ex 39,16 - Ex 39,17 - Ex 39,18 - Ex 39,19 - Ex 39,20 - Ex 39,21 - Ex 39,22 - Ex 39,23 - Ex 39,24 - Ex 39,25 - Ex 39,26 - Ex 39,27 - Ex 39,28 - Ex 39,29 - Ex 39,30 - Ex 39,31 - |
Griekse tekst | Vulgaat | MT | Statenvertaling | Willibrordvertaling | Nieuwe vertaling (2005) | Naardense bijbel | Bible de Jérusalem | | | | | [22] De efodmantel werd geheel gemaakt van paarse wol. | | | |
|
Ex 39,23 - Ex 39,23 : De priesterlijke gewaden - Ex 39,1-31 -- Ex (Exodus) -- Ex 39 -- verwijzingen -- Ex 39,32-43 -- Ex 39,1 - Ex 39,2 - Ex 39,3 - Ex 39,4 - Ex 39,5 - Ex 39,6 - Ex 39,7 - Ex 39,8 - Ex 39,9 - Ex 39,10 - Ex 39,11 - Ex 39,12 - Ex 39,13 - Ex 39,14 - Ex 39,15 - Ex 39,16 - Ex 39,17 - Ex 39,18 - Ex 39,19 - Ex 39,20 - Ex 39,21 - Ex 39,22 - Ex 39,23 - Ex 39,24 - Ex 39,25 - Ex 39,26 - Ex 39,27 - Ex 39,28 - Ex 39,29 - Ex 39,30 - Ex 39,31 - |
Griekse tekst | Vulgaat | MT | Statenvertaling | Willibrordvertaling | Nieuwe vertaling (2005) | Naardense bijbel | Bible de Jérusalem | | | | | [23] In het midden was een opening met een geweven rand, als bij een wapenrok, om inscheuren te voorkomen. | | | |
|
Ex 39,24 - Ex 39,24 : De priesterlijke gewaden - Ex 39,1-31 -- Ex (Exodus) -- Ex 39 -- verwijzingen -- Ex 39,32-43 -- Ex 39,1 - Ex 39,2 - Ex 39,3 - Ex 39,4 - Ex 39,5 - Ex 39,6 - Ex 39,7 - Ex 39,8 - Ex 39,9 - Ex 39,10 - Ex 39,11 - Ex 39,12 - Ex 39,13 - Ex 39,14 - Ex 39,15 - Ex 39,16 - Ex 39,17 - Ex 39,18 - Ex 39,19 - Ex 39,20 - Ex 39,21 - Ex 39,22 - Ex 39,23 - Ex 39,24 - Ex 39,25 - Ex 39,26 - Ex 39,27 - Ex 39,28 - Ex 39,29 - Ex 39,30 - Ex 39,31 - |
Griekse tekst | Vulgaat | MT | Statenvertaling | Willibrordvertaling | Nieuwe vertaling (2005) | Naardense bijbel | Bible de Jérusalem | | | | | [24] Aan de zoom van de mantel werden granaatappels bevestigd van paarse, karmijnrode en scharlaken wol en van getwijnd linnen. | | | |
|
Ex 39,25 - Ex 39,25 : De priesterlijke gewaden - Ex 39,1-31 -- Ex (Exodus) -- Ex 39 -- verwijzingen -- Ex 39,32-43 -- Ex 39,1 - Ex 39,2 - Ex 39,3 - Ex 39,4 - Ex 39,5 - Ex 39,6 - Ex 39,7 - Ex 39,8 - Ex 39,9 - Ex 39,10 - Ex 39,11 - Ex 39,12 - Ex 39,13 - Ex 39,14 - Ex 39,15 - Ex 39,16 - Ex 39,17 - Ex 39,18 - Ex 39,19 - Ex 39,20 - Ex 39,21 - Ex 39,22 - Ex 39,23 - Ex 39,24 - Ex 39,25 - Ex 39,26 - Ex 39,27 - Ex 39,28 - Ex 39,29 - Ex 39,30 - Ex 39,31 - |
Griekse tekst | Vulgaat | MT | Statenvertaling | Willibrordvertaling | Nieuwe vertaling (2005) | Naardense bijbel | Bible de Jérusalem | | | | | [25] Van zuiver goud maakte men klokjes en hing die tussen de granaatappels aan de zoom van de mantel; | | | |
|
Ex 39,26 - Ex 39,26 : De priesterlijke gewaden - Ex 39,1-31 -- Ex (Exodus) -- Ex 39 -- verwijzingen -- Ex 39,32-43 -- Ex 39,1 - Ex 39,2 - Ex 39,3 - Ex 39,4 - Ex 39,5 - Ex 39,6 - Ex 39,7 - Ex 39,8 - Ex 39,9 - Ex 39,10 - Ex 39,11 - Ex 39,12 - Ex 39,13 - Ex 39,14 - Ex 39,15 - Ex 39,16 - Ex 39,17 - Ex 39,18 - Ex 39,19 - Ex 39,20 - Ex 39,21 - Ex 39,22 - Ex 39,23 - Ex 39,24 - Ex 39,25 - Ex 39,26 - Ex 39,27 - Ex 39,28 - Ex 39,29 - Ex 39,30 - Ex 39,31 - |
Griekse tekst | Vulgaat | MT | Statenvertaling | Willibrordvertaling | Nieuwe vertaling (2005) | Naardense bijbel | Bible de Jérusalem | | | | | [26] dus om en om gouden klokjes en granaatappels, rondom, aan de zoom van de mantel voor de eredienst, zoals de heer aan Mozes had bevolen. | | | |
|
Ex 39,27 - Ex 39,27 : De priesterlijke gewaden - Ex 39,1-31 -- Ex (Exodus) -- Ex 39 -- verwijzingen -- Ex 39,32-43 -- Ex 39,1 - Ex 39,2 - Ex 39,3 - Ex 39,4 - Ex 39,5 - Ex 39,6 - Ex 39,7 - Ex 39,8 - Ex 39,9 - Ex 39,10 - Ex 39,11 - Ex 39,12 - Ex 39,13 - Ex 39,14 - Ex 39,15 - Ex 39,16 - Ex 39,17 - Ex 39,18 - Ex 39,19 - Ex 39,20 - Ex 39,21 - Ex 39,22 - Ex 39,23 - Ex 39,24 - Ex 39,25 - Ex 39,26 - Ex 39,27 - Ex 39,28 - Ex 39,29 - Ex 39,30 - Ex 39,31 - |
Griekse tekst | Vulgaat | MT | Statenvertaling | Willibrordvertaling | Nieuwe vertaling (2005) | Naardense bijbel | Bible de Jérusalem | | | | | [27] Voor Aäron en zijn zonen maakte men tunieken van geweven linnen, | | | |
|
Ex 39,28 - Ex 39,28 : De priesterlijke gewaden - Ex 39,1-31 -- Ex (Exodus) -- Ex 39 -- verwijzingen -- Ex 39,32-43 -- Ex 39,1 - Ex 39,2 - Ex 39,3 - Ex 39,4 - Ex 39,5 - Ex 39,6 - Ex 39,7 - Ex 39,8 - Ex 39,9 - Ex 39,10 - Ex 39,11 - Ex 39,12 - Ex 39,13 - Ex 39,14 - Ex 39,15 - Ex 39,16 - Ex 39,17 - Ex 39,18 - Ex 39,19 - Ex 39,20 - Ex 39,21 - Ex 39,22 - Ex 39,23 - Ex 39,24 - Ex 39,25 - Ex 39,26 - Ex 39,27 - Ex 39,28 - Ex 39,29 - Ex 39,30 - Ex 39,31 - |
Griekse tekst | Vulgaat | MT | Statenvertaling | Willibrordvertaling | Nieuwe vertaling (2005) | Naardense bijbel | Bible de Jérusalem | | | | | [28] hoofddeksels van linnen en lendenschorten van getwijnd linnen, | | | |
|
Ex 39,29 - Ex 39,29 : De priesterlijke gewaden - Ex 39,1-31 -- Ex (Exodus) -- Ex 39 -- verwijzingen -- Ex 39,32-43 -- Ex 39,1 - Ex 39,2 - Ex 39,3 - Ex 39,4 - Ex 39,5 - Ex 39,6 - Ex 39,7 - Ex 39,8 - Ex 39,9 - Ex 39,10 - Ex 39,11 - Ex 39,12 - Ex 39,13 - Ex 39,14 - Ex 39,15 - Ex 39,16 - Ex 39,17 - Ex 39,18 - Ex 39,19 - Ex 39,20 - Ex 39,21 - Ex 39,22 - Ex 39,23 - Ex 39,24 - Ex 39,25 - Ex 39,26 - Ex 39,27 - Ex 39,28 - Ex 39,29 - Ex 39,30 - Ex 39,31 - |
Griekse tekst | Vulgaat | MT | Statenvertaling | Willibrordvertaling | Nieuwe vertaling (2005) | Naardense bijbel | Bible de Jérusalem | | | | | [29] de gordel van getwijnd linnen, van paarse, karmijnrode en scharlaken wol, kunstig bewerkt, zoals de heer aan Mozes had bevolen. | | | |
|
Ex 39,30 - Ex 39,30 : De priesterlijke gewaden - Ex 39,1-31 -- Ex (Exodus) -- Ex 39 -- verwijzingen -- Ex 39,32-43 -- Ex 39,1 - Ex 39,2 - Ex 39,3 - Ex 39,4 - Ex 39,5 - Ex 39,6 - Ex 39,7 - Ex 39,8 - Ex 39,9 - Ex 39,10 - Ex 39,11 - Ex 39,12 - Ex 39,13 - Ex 39,14 - Ex 39,15 - Ex 39,16 - Ex 39,17 - Ex 39,18 - Ex 39,19 - Ex 39,20 - Ex 39,21 - Ex 39,22 - Ex 39,23 - Ex 39,24 - Ex 39,25 - Ex 39,26 - Ex 39,27 - Ex 39,28 - Ex 39,29 - Ex 39,30 - Ex 39,31 - |
Griekse tekst | Vulgaat | MT | Statenvertaling | Willibrordvertaling | Nieuwe vertaling (2005) | Naardense bijbel | Bible de Jérusalem | | | | | [30] Men maakte een bloem, de heilige diadeem, van zuiver goud en graveerde daarin als in een zegel: Gewijd aan de heer. | | | |
|
Ex 39,31 - Ex 39,31 : De priesterlijke gewaden - Ex 39,1-31 -- Ex (Exodus) -- Ex 39 -- verwijzingen -- Ex 39,32-43 -- Ex 39,1 - Ex 39,2 - Ex 39,3 - Ex 39,4 - Ex 39,5 - Ex 39,6 - Ex 39,7 - Ex 39,8 - Ex 39,9 - Ex 39,10 - Ex 39,11 - Ex 39,12 - Ex 39,13 - Ex 39,14 - Ex 39,15 - Ex 39,16 - Ex 39,17 - Ex 39,18 - Ex 39,19 - Ex 39,20 - Ex 39,21 - Ex 39,22 - Ex 39,23 - Ex 39,24 - Ex 39,25 - Ex 39,26 - Ex 39,27 - Ex 39,28 - Ex 39,29 - Ex 39,30 - Ex 39,31 - |
Griekse tekst | Vulgaat | MT | Statenvertaling | Willibrordvertaling | Nieuwe vertaling (2005) | Naardense bijbel | Bible de Jérusalem | | | | | [31] Met een paars koord maakte men haar vast op de voorzijde van het hoofddeksel, zoals de heer aan Mozes had bevolen. | | | |
|
Ex 39,32-43 : Het werk voltooid - Ex 39,32-43 -- Ex (Exodus) -- Ex 39 -- verwijzingen -- Ex 39,1-31 -- Ex 39,32 - Ex 39,33 - Ex 39,34 - Ex 39,35 - Ex 39,36 - Ex 39,37 - Ex 39,38 - Ex 39,39 - Ex 39,40 - Ex 39,41 - Ex 39,42 - Ex 39,43 -
Ex 39,32 - Ex 39,32 : Het werk voltooid - Ex 39,32-43 -- Ex (Exodus) -- Ex 39 -- verwijzingen -- Ex 39,1-31 -- Ex 39,32 - Ex 39,33 - Ex 39,34 - Ex 39,35 - Ex 39,36 - Ex 39,37 - Ex 39,38 - Ex 39,39 - Ex 39,40 - Ex 39,41 - Ex 39,42 - Ex 39,43 - |
Griekse tekst | Vulgaat | MT | Statenvertaling | Willibrordvertaling | Nieuwe vertaling (2005) | Naardense bijbel | Bible de Jérusalem | | | | | [32] Zo werd het werk aan de verblijfplaats, de tent van samenkomst, voltooid. De Israëlieten hadden alles precies uitgevoerd zoals de heer aan Mozes bevolen had. | | | |
|
Ex 39,33 - Ex 39,33 : Het werk voltooid - Ex 39,32-43 -- Ex (Exodus) -- Ex 39 -- verwijzingen -- Ex 39,1-31 -- Ex 39,32 - Ex 39,33 - Ex 39,34 - Ex 39,35 - Ex 39,36 - Ex 39,37 - Ex 39,38 - Ex 39,39 - Ex 39,40 - Ex 39,41 - Ex 39,42 - Ex 39,43 - |
Griekse tekst | Vulgaat | MT | Statenvertaling | Willibrordvertaling | Nieuwe vertaling (2005) | Naardense bijbel | Bible de Jérusalem | | | | | [33] Toen brachten ze de tent bij Mozes: de verblijfplaats met alle toebehoren, haken, schotten, balken, palen en voetstukken, | | | |
|
Ex 39,34 - Ex 39,34 : Het werk voltooid - Ex 39,32-43 -- Ex (Exodus) -- Ex 39 -- verwijzingen -- Ex 39,1-31 -- Ex 39,32 - Ex 39,33 - Ex 39,34 - Ex 39,35 - Ex 39,36 - Ex 39,37 - Ex 39,38 - Ex 39,39 - Ex 39,40 - Ex 39,41 - Ex 39,42 - Ex 39,43 - |
Griekse tekst | Vulgaat | MT | Statenvertaling | Willibrordvertaling | Nieuwe vertaling (2005) | Naardense bijbel | Bible de Jérusalem | | | | | [34] het dak van gelooide ramsvellen, het dak van fijn leer en het voorhangselkleed, | | | |
|
Ex 39,35 - Ex 39,35 : Het werk voltooid - Ex 39,32-43 -- Ex (Exodus) -- Ex 39 -- verwijzingen -- Ex 39,1-31 -- Ex 39,32 - Ex 39,33 - Ex 39,34 - Ex 39,35 - Ex 39,36 - Ex 39,37 - Ex 39,38 - Ex 39,39 - Ex 39,40 - Ex 39,41 - Ex 39,42 - Ex 39,43 - |
Griekse tekst | Vulgaat | MT | Statenvertaling | Willibrordvertaling | Nieuwe vertaling (2005) | Naardense bijbel | Bible de Jérusalem | | | | | [35] de ark met de verbondsakte, met de draagstokken en het verzoendeksel, | | | |
|
Ex 39,36 - Ex 39,36 : Het werk voltooid - Ex 39,32-43 -- Ex (Exodus) -- Ex 39 -- verwijzingen -- Ex 39,1-31 -- Ex 39,32 - Ex 39,33 - Ex 39,34 - Ex 39,35 - Ex 39,36 - Ex 39,37 - Ex 39,38 - Ex 39,39 - Ex 39,40 - Ex 39,41 - Ex 39,42 - Ex 39,43 - |
Griekse tekst | Vulgaat | MT | Statenvertaling | Willibrordvertaling | Nieuwe vertaling (2005) | Naardense bijbel | Bible de Jérusalem | | | | | [36] de tafel met alle toebehoren en het toonbrood; | | | |
|
Ex 39,37 - Ex 39,37 : Het werk voltooid - Ex 39,32-43 -- Ex (Exodus) -- Ex 39 -- verwijzingen -- Ex 39,1-31 -- Ex 39,32 - Ex 39,33 - Ex 39,34 - Ex 39,35 - Ex 39,36 - Ex 39,37 - Ex 39,38 - Ex 39,39 - Ex 39,40 - Ex 39,41 - Ex 39,42 - Ex 39,43 - |
Griekse tekst | Vulgaat | MT | Statenvertaling | Willibrordvertaling | Nieuwe vertaling (2005) | Naardense bijbel | Bible de Jérusalem | | | | | [37] de luchter van zuiver goud met de lampen, de hele reeks, met alle toebehoren en de olie voor de verlichting, | | | |
|
Ex 39,38 - Ex 39,38 : Het werk voltooid - Ex 39,32-43 -- Ex (Exodus) -- Ex 39 -- verwijzingen -- Ex 39,1-31 -- Ex 39,32 - Ex 39,33 - Ex 39,34 - Ex 39,35 - Ex 39,36 - Ex 39,37 - Ex 39,38 - Ex 39,39 - Ex 39,40 - Ex 39,41 - Ex 39,42 - Ex 39,43 - |
Griekse tekst | Vulgaat | MT | Statenvertaling | Willibrordvertaling | Nieuwe vertaling (2005) | Naardense bijbel | Bible de Jérusalem | | | | | [38] het gouden altaar, de zalfolie en geurige wierook, het kleed voor de ingang van de tent; | | | |
|
Ex 39,39 - Ex 39,39 : Het werk voltooid - Ex 39,32-43 -- Ex (Exodus) -- Ex 39 -- verwijzingen -- Ex 39,1-31 -- Ex 39,32 - Ex 39,33 - Ex 39,34 - Ex 39,35 - Ex 39,36 - Ex 39,37 - Ex 39,38 - Ex 39,39 - Ex 39,40 - Ex 39,41 - Ex 39,42 - Ex 39,43 - |
Griekse tekst | Vulgaat | MT | Statenvertaling | Willibrordvertaling | Nieuwe vertaling (2005) | Naardense bijbel | Bible de Jérusalem |
|
| | | [39] het bronzen altaar met het bijbehorende bronzen hek, de draagstokken en alle toebehoren; het wasbekken met het onderstel; | | | |
|
Ex 39,40 - Ex 39,40 : Het werk voltooid - Ex 39,32-43 -- Ex (Exodus) -- Ex 39 -- verwijzingen -- Ex 39,1-31 -- Ex 39,32 - Ex 39,33 - Ex 39,34 - Ex 39,35 - Ex 39,36 - Ex 39,37 - Ex 39,38 - Ex 39,39 - Ex 39,40 - Ex 39,41 - Ex 39,42 - Ex 39,43 - |
Griekse tekst | Vulgaat | MT | Statenvertaling | Willibrordvertaling | Nieuwe vertaling (2005) | Naardense bijbel | Bible de Jérusalem |
20kai tas diftheras dermata kriôn èruthrodanômena
kai ta kalummata dermata uakinthina kai tôn loipôn ta
epikalummata |
| | | [40] de kleden voor de voorhof, de palen en voetstukken, het kleed voor de ingang van de voorhof, de touwen en tentpinnen en alle benodigdheden voor de dienst in de verblijfplaats, de tent van samenkomst; | | | |
|
Ex 39,41 - Ex 39,41 : Het werk voltooid - Ex 39,32-43 -- Ex (Exodus) -- Ex 39 -- verwijzingen -- Ex 39,1-31 -- Ex 39,32 - Ex 39,33 - Ex 39,34 - Ex 39,35 - Ex 39,36 - Ex 39,37 - Ex 39,38 - Ex 39,39 - Ex 39,40 - Ex 39,41 - Ex 39,42 - Ex 39,43 - |
Griekse tekst | Vulgaat | MT | Statenvertaling | Willibrordvertaling | Nieuwe vertaling (2005) | Naardense bijbel | Bible de Jérusalem |
21kai tous passalous kai panta ta ergaleia ta eis
ta erga tès skènès tou marturiou |
| | | [41] de ambtsgewaden voor de dienst in het heiligdom, de heilige gewaden voor de priester Aäron en de gewaden voor zijn zonen, voor de priesterlijke dienst. | | | |
|
Ex 39,42 - Ex 39,42 : Het werk voltooid - Ex 39,32-43 -- Ex (Exodus) -- Ex 39 -- verwijzingen -- Ex 39,1-31 -- Ex 39,32 - Ex 39,33 - Ex 39,34 - Ex 39,35 - Ex 39,36 - Ex 39,37 - Ex 39,38 - Ex 39,39 - Ex 39,40 - Ex 39,41 - Ex 39,42 - Ex 39,43 - |
Griekse tekst | Vulgaat | MT | Statenvertaling | Willibrordvertaling | Nieuwe vertaling (2005) | Naardense bijbel | Bible de Jérusalem |
22osa sunetaxen kurios tô môusè
outôs epoièsan oi uioi israèl pasan tèn
aposkeuèn |
| | | [42] De Israëlieten hadden het hele werk precies zo uitgevoerd als de heer aan Mozes had bevolen. | | | |
|
Ex 39,43 - Ex 39,43 : Het werk voltooid - Ex 39,32-43 -- Ex (Exodus) -- Ex 39 -- verwijzingen -- Ex 39,1-31 -- Ex 39,32 - Ex 39,33 - Ex 39,34 - Ex 39,35 - Ex 39,36 - Ex 39,37 - Ex 39,38 - Ex 39,39 - Ex 39,40 - Ex 39,41 - Ex 39,42 - Ex 39,43 - |
Griekse tekst | Vulgaat | MT | Statenvertaling | Willibrordvertaling | Nieuwe vertaling (2005) | Naardense bijbel | Bible de Jérusalem |
23kai eiden môusès panta ta erga kai
èsan pepoièkotes auta on tropon sunetaxen kurios tô
môusè outôs epoièsan auta kai eulogèsen
autous môusès |
| | | [43] Toen Mozes het hele werk aanschouwde en zag dat ze het hadden uitgevoerd zoals de heer had bevolen, dat ze het precies zo hadden uitgevoerd, gaf hij hun zijn zegen. | | | |
|
Septuagint
1pan to chrusion o kateirgasthè eis ta erga kata pasan tèn ergasian
tôn agiôn egeneto chrusiou tou tès aparchès ennea
kai eikosi talanta kai eptakosioi eikosi sikloi kata ton siklon ton agion2kai
arguriou afairema para tôn epeskemmenôn andrôn tès
sunagôgès ekaton talanta kai chilioi eptakosioi ebdomèkonta
pente sikloi3drachmè mia tè kefalè to èmisu tou
siklou kata ton siklon ton agion pas o paraporeuomenos tèn episkeyin
apo eikosaetous kai epanô eis tas exèkonta muriadas kai trischilioi
pentakosioi kai pentèkonta4kai egenèthè ta ekaton talanta
tou arguriou eis tèn chôneusin tôn ekaton kefalidôn
tès skènès kai eis tas kefalidas tou katapetasmatos ekaton
kefalides eis ta ekaton talanta talanton tè kefalidi5kai tous chilious
eptakosious ebdomèkonta pente siklous epoièsan eis tas agkulas
tois stulois kai katechrusôsen tas kefalidas autôn kai katekosmèsen
autous6kai o chalkos tou afairematos ebdomèkonta talanta kai chilioi
pentakosioi sikloi7kai epoièsen ex autou tas baseis tès thuras
tès skènès tou marturiou8kai tas baseis tès aulès
kuklô kai tas baseis tès pulès tès aulès kai
tous passalous tès skènès kai tous passalous tès
aulès kuklô9kai to parathema to chalkoun tou thusiastèriou
kai panta ta skeuè tou thusiastèriou kai panta ta ergaleia tès
skènès tou marturiou10kai epoièsan oi uioi israèl
katha sunetaxen kurios tô môusè outôs epoièsan11to
de loipon chrusion tou afairematos epoièsan skeuè eis to leitourgein
en autois enanti kuriou12kai tèn kataleiftheisan uakinthon kai porfuran
kai to kokkinon epoièsan stolas leitourgikas aarôn ôste leitourgein
en autais en tô agiô13kai ènegkan tas stolas pros môusèn
kai tèn skènèn kai ta skeuè autès kai tas
baseis kai tous mochlous autès kai tous stulous14kai tèn kibôton
tès diathèkès kai tous diôstèras autès15kai
to thusiastèrion kai panta ta skeuè autou kai to elaion tès
chriseôs kai to thumiama tès suntheseôs16kai tèn luchnian
tèn katharan kai tous luchnous autès luchnous tès kauseôs
kai to elaion tou fôtos17kai tèn trapezan tès protheseôs
kai panta ta autès skeuè kai tous artous tous prokeimenous18kai
tas stolas tou agiou ai eisin aarôn kai tas stolas tôn uiôn
autou eis tèn ierateian19kai ta istia tès aulès kai tous
stulous kai to katapetasma tès thuras tès skènès
kai tès pulès tès aulès kai panta ta skeuè
tès skènès kai panta ta ergaleia autès20kai tas
diftheras dermata kriôn èruthrodanômena kai ta kalummata
dermata uakinthina kai tôn loipôn ta epikalummata21kai tous passalous
kai panta ta ergaleia ta eis ta erga tès skènès tou marturiou22osa
sunetaxen kurios tô môusè outôs epoièsan oi
uioi israèl pasan tèn aposkeuèn23kai eiden môusès
panta ta erga kai èsan pepoièkotes auta on tropon sunetaxen kurios
tô môusè outôs epoièsan auta kai eulogèsen
autous môusès
Vulgaat
1 de hyacintho vero et purpura vermiculo ac bysso fecit vestes quibus indueretur
Aaron quando ministrabat in sanctis sicut praecepit Dominus Mosi 2 fecit igitur
superumerale de auro hyacintho et purpura coccoque bis tincto et bysso retorta
3 opere polymitario inciditque bratteas aureas et extenuavit in fila ut possint
torqueri cum priorum colorum subtemine 4 duasque oras sibi invicem copulatas
in utroque latere summitatum 5 et balteum ex hisdem coloribus sicut praeceperat
Dominus Mosi 6 paravit et duos lapides onychinos adstrictos et inclusos auro
et sculptos arte gemmaria nominibus filiorum Israhel 7 posuitque eos in lateribus
superumeralis in monumentum filiorum Israhel sicut praeceperat Dominus Mosi
8 fecit et opere polymito iuxta opus superumeralis ex auro hyacintho purpura
coccoque bis tincto et bysso retorta 9 quadrangulum duplex mensurae palmi 10
et posuit in eo gemmarum ordines quattuor in primo versu erat sardius topazius
zmaragdus 11 in secundo carbunculus sapphyrus iaspis 12 in tertio ligyrius achates
amethistus 13 in quarto chrysolitus onychinus berillus circumdati et inclusi
auro per ordines suos 14 ipsique lapides duodecim sculpti erant nominibus duodecim
tribuum Israhel singuli per nomina singulorum 15 fecerunt in rationali et catenulas
sibi invicem coherentes de auro purissimo 16 et duos uncinos totidemque anulos
aureos porro anulos posuerunt in utroque latere rationalis 17 e quibus penderent
duae catenae aureae quas inseruerunt uncinis qui in superumeralis angulis eminebant
18 haec et ante et retro ita conveniebant sibi ut superumerale et mutuo necterentur
19 stricta ad balteum et anulis fortius copulata quos iungebat vitta hyacinthina
ne laxe fluerent et a se invicem moverentur sicut praecepit Dominus Mosi 20
fecerunt quoque tunicam superumeralis totam hyacinthinam 21 et capitium in superiori
parte contra medium oramque per gyrum capitii textilem 22 deorsum autem ad pedes
mala punica ex hyacintho purpura vermiculo ac bysso retorta 23 et tintinabula
de auro mundissimo quae posuerunt inter mala granata in extrema parte tunicae
per gyrum 24 tintinabulum aureum et malum punicum quibus ornatus incedebat pontifex
quando ministerio fungebatur sicut praecepit Dominus Mosi 25 fecerunt et tunicas
byssinas opere textili Aaron et filiis eius 26 et mitras cum coronulis suis
ex bysso 27 feminalia quoque linea byssina 28 cingulum vero de bysso retorta
hyacintho purpura ac vermiculo distinctum arte plumaria sicut praecepit Dominus
Mosi 29 fecerunt et lamminam sacrae venerationis de auro purissimo scripseruntque
in ea opere gemmario Sanctum Domini 30 et strinxerunt eam cum mitra vitta hyacinthina
sicut praecepit Dominus Mosi 31 perfectum est igitur omne opus tabernaculi et
tecti testimonii feceruntque filii Israhel cuncta quae praeceperat Dominus Mosi
32 et obtulerunt tabernaculum et tectum et universam supellectilem anulos tabulas
vectes columnas ac bases 33 opertorium de pellibus arietum rubricatis et aliud
operimentum de ianthinis pellibus 34 velum arcam vectes propitiatorium 35 mensam
cum vasis et propositionis panibus 36 candelabrum lucernas et utensilia eorum
cum oleo 37 altare aureum et unguentum thymiama ex aromatibus 38 et tentorium
in introitu tabernaculi 39 altare aeneum retiaculum vectes et vasa eius omnia
labrum cum basi sua tentoria atrii et columnas cum basibus suis 40 tentorium
in introitu atrii funiculosque illius et paxillos nihil ex vasis defuit quae
in ministerium tabernaculi et in tectum foederis iussa sunt fieri 41 vestes
quoque quibus sacerdotes utuntur in sanctuario Aaron scilicet et filii eius
42 obtulerunt filii Israhel sicut praeceperat Dominus 43 quae postquam Moses
cuncta vidit expleta benedixit eis
Statenvertaling
1 Zij maakten ook ambtsklederen, om in het heilige te dienen, van hemelsblauw,
en purper, en scharlaken; ook maakten zij de heilige klederen, die voor Aäron
waren, gelijk de HEERE aan Mozes geboden had. 2 Aldus maakte hij den efod, van
goud, hemelsblauw en purper, en scharlaken, en fijn getweernd linnen. 3 En zij
rekten uit de dunne platen van goud, en sneden het tot draden, om te doen in
het midden van het hemelsblauw, en in het midden van het purper, en in het midden
van het scharlaken, en in het midden van het fijn linnen, van het allerkunstelijkste
werk. 4 Zij maakten samenvoegende schouderbanden daaraan; aan deszelfs beide
einden werd hij samengevoegd. 5 En de kunstelijke riem zijns efods, die daarop
was, was gelijk zijn werk, van hetzelfde, van goud, van hemelsblauw, en purper,
en scharlaken, en fijn getweernd linnen, gelijk als de HEERE aan Mozes bevolen
had. 6 Zij bereidden ook de sardonixstenen, omvat in gouden kastjes, als zegelgravering
gegraveerd, met de namen der zonen van Israël. 7 En hij zette ze op de
schouderbanden des efods, tot stenen der gedachtenis voor de kinderen Israëls,
gelijk de HEERE aan Mozes geboden had. 8 Hij maakte ook den borstlap van het
allerkunstelijkste werk, gelijk het werk des efods, van goud, hemelsblauw, en
purper, en scharlaken, en fijn getweernd linnen. 9 Hij was vierkant; zij maakten
den borstlap dubbel; een span was zijn lengte, en een span was zijn breedte,
dubbel zijnde. 10 En zij vulden daarin vier rijen stenen: een rij van een Sardis,
een Topaas en een Karbonkel; dit is de eerste rij. 11 En de tweede rij van een
Smaragd, een Saffier en een Diamant. 12 En de derde rij van een Hyacint, Agaat,
en Amethist. 13 En de vierde rij van een Turkoois, en een Sardonix, en een Jaspis;
omvat in gouden kastjes in hun vullingen. 14 Deze stenen nu, met de namen der
zonen van Israël, waren twaalf, met hun namen, met zegelgravering; ieder
met zijn naam, naar de twaalf stammen. 15 Zij maakten ook aan den borstlap gelijk-eindigende
ketentjes, van gedraaid werk, uit louter goud. 16 En zij maakten twee gouden
kastjes, en twee gouden ringen; en zij zetten die twee ringen aan de beide einden
des borstlaps. 17 En zij zetten de twee gedraaide gouden ketentjes aan de twee
ringen, aan de einden van den borstlap. 18 Doch de twee andere einden der twee
gedraaide ketenen zetten zij aan de twee kastjes, en zij zetten ze aan de schouderbanden
des efods, recht op de voorste zijde van dien. 19 Zij maakten ook twee gouden
ringen, die zij aan de twee andere einden des borstlaps zetten, inwendig aan
zijn boord, die aan de zijde des efods is. 20 Nog maakten zij twee gouden ringen,
die zij zetten aan de twee schouderbanden van den efod, beneden, aan deszelfs
voorste zijde, tegenover zijn andere voege, boven den kunstelijken riem des
efods. 21 En zij bonden den borstlap met zijn ringen aan de ringen van den efod,
met een hemelsblauw snoer, dat hij op den kunstelijken riem van den efod was;
opdat de borstlap van den efod niet afgescheiden wierd, gelijk als de HEERE
aan Mozes geboden had. 22 En hij maakte den mantel des efods van geweven werk,
geheel van hemelsblauw. 23 En het gat des mantels was in deszelfs midden, als
het gat eens pantsiers; dit gat had een boord rondom, dat het niet gescheurd
wierd. 24 En aan de zomen des mantels maakten zij granaatappelen van hemelsblauw,
en purper, en scharlaken, getweernd. 25 Zij maakten ook schelletjes van louter
goud, en zij stelden de schelletjes tussen de granaatappelen, aan de zomen des
mantels rondom, tussen de granaatappelen; 26 Dat er een schelletje, daarna een
granaatappel was; wederom een schelletje, en een granaatappel; aan de zomen
des mantels rondom; om te dienen, gelijk als de HEERE aan Mozes geboden had.
27 Zij maakten ook de rokken van fijn linnen, van geweven werk, voor Aäron
en voor zijn zonen; 28 En den hoed van fijn linnen, en de sierlijke mutsen van
fijn linnen, en de linnen onderbroeken van fijn getweernd linnen; 29 En den
gordel van fijn getweernd linnen, en van hemelsblauw, en purper, en scharlaken,
van geborduurd werk, gelijk als de HEERE aan Mozes geboden had. 30 Zij maakten
ook de plaat van de kroon der heiligheid van louter goud, en zij schreven daarop
een schrift, met zegelgravering: De HEILIGHEID DES HEEREN. 31 En zij hechtten
een snoer van hemelsblauw daaraan, om aan den hoed van boven te hechten, gelijk
als de HEERE aan Mozes geboden had. 32 Aldus werd al het werk des tabernakels,
van de tent der samenkomst voleind; en de kinderen Israëls hadden het gemaakt
naar alles, wat de HEERE aan Mozes geboden had; alzo hadden zij het gemaakt.
33 Daarna brachten zij den tabernakel tot Mozes, de tent, en al haar gereedschap,
haar haakjes, haar berderen, haar richelen, en haar pilaren, en haar voeten;
34 En het deksel van roodgeverfde ramsvellen, en het deksel van dassenvellen,
en den voorhang van het deksel; 35 De ark der getuigenis, en haar handbomen,
en het verzoendeksel; 36 De tafel, met al haar gereedschap, en de toonbroden;
37 Den louteren kandelaar met zijn lampen, de lampen, die men toerichten moest,
en al deszelfs gereedschap, en de olie tot het licht; 38 Verder het gouden altaar,
en de zalfolie, en het reukwerk van welriekende specerijen, en het deksel van
de deur der tent. 39 Het koperen altaar, en den koperen rooster, dien het heeft,
deszelfs handbomen, en al zijn gereedschap; het wasvat en zijn voet; 40 De behangselen
des voorhofs, zijn pilaren en zijn voeten, en het deksel van de poort des voorhofs,
zijn zelen, en zijn pennen, en al het gereedschap van den dienst des tabernakels,
tot de tent der samenkomst; 41 De ambtsklederen, om in het heiligdom te dienen,
de heilige klederen van den priester Aäron, en de klederen van zijn zonen,
om het priesterambt te bedienen. 42 Naar alles, wat de HEERE aan Mozes geboden
had, alzo hadden de kinderen Israëls het ganse werk gemaakt. 43 Mozes nu
bezag het ganse werk, en ziet, zij hadden het gemaakt, gelijk als de HEERE geboden
had; alzo hadden zij het gemaakt. Toen zegende Mozes hen.