EXODUS 40 - Ex 40 -- TAALGEBRUIK -- COMMENTAAR -
- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Ex (Exodus) -- Ex 40 -
- Ex 40,1-38 -

- Bibliografie - Literatuur - Liturgisch gebruik - Overzicht bijbelboeken - Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken - Overzicht van deze website

- bijbeloverzicht : woordgebruik -- A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z -- bijbeloverzicht : commentaar -

Overzicht van Tenach : Tenach : overzicht , Tenach : taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Tenach : commentaar ,
Overzicht van Septuaginta
: Septuaginta : overzicht , Septuaginta : taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Septuaginta : commentaar ,

Ex : overzicht , Ex : taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Ex : commentaar ,

Overzicht van Exodus : - Ex 1 - Ex 2 - Ex 3 - Ex 4 - Ex 5 - Ex 6 - Ex 7 - Ex 8 - Ex 9 - Ex 10 - Ex 11 - Ex 12 - Ex 13 - Ex 14 - Ex 15 - Ex 16 - Ex 17 - Ex 18 - Ex 19 - Ex 20 - Ex 21 - Ex 22 - Ex 23 - Ex 24 - Ex 25 - Ex 26 - Ex 27 - Ex 28 - Ex 29 - Ex 30 - Ex 31 - Ex 32 - Ex 33 - Ex 34 - Ex 35 - Ex 36 - Ex 37 - Ex 38 - Ex 39 - Ex 40 -
Overzicht per pericope : Ex 40,1-38
Overzicht vers per vers : - Ex 40,1 - Ex 40,2 - Ex 40,3 - Ex 40,4 - Ex 40,5 - Ex 40,6 - Ex 40,7 - Ex 40,8 - Ex 40,9 - Ex 40,10 - Ex 40,11 - Ex 40,12 - Ex 40,13 - Ex 40,14 - Ex 40,15 - Ex 40,16 - Ex 40,17 - Ex 40,18 - Ex 40,19 - Ex 40,20 - Ex 40,21 - Ex 40,22 - Ex 40,23 - Ex 40,24 - Ex 40,25 - Ex 40,26 - Ex 40,27 - Ex 40,28 - Ex 40,29 - Ex 40,30 - Ex 40,31 - Ex 40,32 - Ex 40,33 - Ex 40,34 - Ex 40,35 - Ex 40,36 - Ex 40,37 - Ex 40,38 -

1. LXX , Griekse tekst N.T.   2. Vulgata   3. Synopsis Denaux - Vervenne  4. Statenvertaling   5. Willibrordvertaling   6. Nieuwe Vertaling   7. Naardense vertaling , zie
8. Bible de Jérusalem 9. Statenvertaling   10. King James Bible   - King James Bible 11. Luther-Bibel     Exodus bibliografie (1  
http://www.levangile.com/Bible-Annotee-Exode-40.htm http://site.voila.fr/futura/20tabernacle.html   Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap   http://www.shalomgemeente.nl/thora.htm  Schrift 233, jaargang 39, nr 5, 2007: God en plaats,  

WEDERKERIGHEID (DIVERSITEIT - VICE VERSA) . Meer info : Arseen De Kesel . Email: arseen.de.kesel@pandora.be .
websitenamen : http://users.telenet.be/arseen.de.kesel/ en http://www.interlevensbeschouwelijk.be/index.htm
- STARTPAGINA - AGENDA - BIJ DE HAND - NIEUW - OVERZICHT -  TIJDSCHRIFTEN -
ALFABETISCH OVERZICHT VAN THEMA'S EN WEBSITES :
- A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z
HOOFDTHEMA'S : allochtonen , armoede , bahá'í ,  bezinningsteksten , bijbel , bijbel en koran , boeddhisme , christendom , extreemrechts ( Vlaams Blok ) , fundamentalisme , globalisering en antiglobalisering ,  hindoeïsme , interlevensbeschouwelijke dialoog , interreligieuze meditatie , islam , jodendom , koran , levensbeschouwing , levensbeschouwing / godsdienst en onderwijs , racisme , samenleving , sikhisme , spiritualiteit , tewerkstelling van allochtonen , vluchtelingen en asielzoekers , vrijzinnigheid , witte scholen , multiculturele scholen en concentratiescholen , Eigen-zinnige beschouwingen , Het kleine of grote ongenoegen

Woordenschat
- sjâkhan (wonen) , zie Ex 40,35 .
Bibliografie
Literatuur .
Liturgisch gebruik

Overzicht van de bijbelboeken
- bijbeloverzicht , bijbelverwijzingen - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Oude Testament , Pentateuch , Historische boeken , Profeten , Wijsheidsboeken , NT overzicht , Evangelies , Synoptici , Brieven van Paulus , Apostolische brieven .
- OT : Gn (Genesis) , Ex (Exodus) , Lv (Leviticus) , Nu (Numeri) , Dt (Deuteronomium) , Joz (Jozua) , Re (Rechters) , Rt (Ruth) , 1 S (1 Samuël) , 2 S (2 Samuël) , 1 K (1 Koningen) , 2 K (2 Koningen) , 1 Kr ( 1 Kronieken) , 2 Kr (2 Kronieken) , Ezr (Ezra) , Neh (Nehemia) , Tob (Tobia) , Jdt (Judith) , Est (Esther) , 1 Mak (1 Makkabeeën) , 2 Mak (2 Makkabeeën) , Job , Ps (Psalmen ) , Spr (Spreuken) , Pr (Prediker) , Hl (Hooglied) , W (Wijsheid) , Sir (Sirach) , Js (Jesaja) , Jr (Jeremia) , Kl (Klaagliederen) , Bar (Baruch) , Ez (Ezechiël) , Da (Daniël) , Hos (Hosea) , Jl (Joël) , Am (Amos) , Ob (Obadja) , Jon (Jona) , Mi (Micha) , Nah (Nahum) , Hab (Habakuk) , Sef (Sefanja) , Hag (Haggai) , Zach (Zacharia) , Mal (Maleachi) .
- NT : Mt (Matteüs) - Mc (Marcus) - Lc (Lucas) - Joh (Johannes) - Hnd (Handelingen) , Rom (Rome) , 1 Kor (Korinte) , 2 Kor (Korinte) , Gal (Galatië) , Ef (Efese) , Fil (Filippi) , Kol (Kolosse) , 1 Tes (Tessalonika) , 2 Tes (Tessalonika) , 1 Tim (Timoteüs) , 2 Tim (Timoteüs) , Tit (Titus) , Film (Filemon) , Heb (Hebreeën) , Jak (Jakobus) , 1 Pe (Petrus) , 2 Pe (Petrus) , 1 Joh (Johannes) , 2 Joh (Johannes) , 2 Joh (Johannes) , Jud (Judas) , Apk (Apokalyps) .
Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken : - bibliografie bijbel - bibliografie van het Oude Testament - bibliografie Matteüsevangelie - bibliografie Marcusevangelie - bibliografie Lucasevangelie - bibliografie van het Johannesevangelie - bibliografie van het Nieuwe Testament (behalve evangeliën)
Ex 40  Ex 40,1 : inleiding  Ex 40,2-15 : redevoering (opdracht) Ex 40,16 : uitvoering Ex 40,17-33 : uitvoering  Ex 40,34-38 : slot 

Ex 40,1-38 : Inwijding van het heiligdom : Ex 40,1-38 -- bijbeloverzicht -- Ex (Exodus) -- Ex 40 -- bijbelverwijzingen -- Ex 40,1 - Ex 40,2 - Ex 40,3 - Ex 40,4 - Ex 40,5 - Ex 40,6 - Ex 40,7 - Ex 40,8 - Ex 40,9 - Ex 40,10 - Ex 40,11 - Ex 40,12 - Ex 40,13 - Ex 40,14 - Ex 40,15 - Ex 40,16 - Ex 40,17 - Ex 40,18 - Ex 40,19 - Ex 40,20 - Ex 40,21 - Ex 40,22 - Ex 40,23 - Ex 40,24 - Ex 40,25 - Ex 40,26 - Ex 40,27 - Ex 40,28 - Ex 40,29 - Ex 40,30 - Ex 40,31 - Ex 40,32 - Ex 40,33 - Ex 40,34 - Ex 40,35 - Ex 40,36 - Ex 40,37 - Ex 40,38 -

Ex 40,1 - Ex 40,1 : Inwijding van het heiligdom : Ex 40,1-38 -- bijbeloverzicht -- Ex (Exodus) -- Ex 40 -- bijbelverwijzingen -- Ex 40,1 - Ex 40,2 - Ex 40,3 - Ex 40,4 - Ex 40,5 - Ex 40,6 - Ex 40,7 - Ex 40,8 - Ex 40,9 - Ex 40,10 - Ex 40,11 - Ex 40,12 - Ex 40,13 - Ex 40,14 - Ex 40,15 - Ex 40,16 - Ex 40,17 - Ex 40,18 - Ex 40,19 - Ex 40,20 - Ex 40,21 - Ex 40,22 - Ex 40,23 - Ex 40,24 - Ex 40,25 - Ex 40,26 - Ex 40,27 - Ex 40,28 - Ex 40,29 - Ex 40,30 - Ex 40,31 - Ex 40,32 - Ex 40,33 - Ex 40,34 - Ex 40,35 - Ex 40,36 - Ex 40,37 - Ex 40,38 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
1kai elalèsen kurios pros môusèn legôn  1 locutusque est Dominus ad Mosen dicens     1 Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:   [1] Toen sprak de heer tot Mozes: [  [1] De HEER zei tegen Mozes:  1 ¶ De ENE spreekt tot Mozes en zegt:  1. Yahvé parla à Moïse et lui dit :  

King James Bible . And the LORD spake unto Moses, saying,
Luther-Bibel . 1 Und der HERR redete mit Mose und sprach:

Tekstuitleg van Ex 40,1 . Dit vers Ex 40,1 telt 5 woorden en 18 (2 X 3 X 3) letters . 18 vormt een kubus waarvan het grondvlak een vierkant is (3 X 3) en de hoogte 2 is .
De eerste twee woorden telt negen letters , de drie volgende woorden eveneens negen letters .
Het eerste woord telt vijf letters ; het tweede woord vier letters , het derde en vierde woord : ´èl mosjèh (tot Mozes) telt vijf letters ; het laatste en vijfde woord telt vier letters . Zo krijgen we de structuur : 5 - 4 - 2 + 3 (5) - 4 .
De getalwaarde van Ex 40,1 is 895 (2 X 179) .

Ex 40  Ex 40,1 : inleiding  Ex 40,2-15 : redevoering (opdracht) Ex 40,16 : uitvoering Ex 40,17-33 : uitvoering  Ex 40,34-38 : slot 

1. prefix voegwoord wë + act. piël imperf. 3de pers. mann. enk. וַיְדַבֵּר = wajëdabber (en hij sprak) van het werkw. דָבַר = dâbhar (spreken) . Taalgebruik in Tenakh : dâbhar (spreken) . Getalwaarde : daleth = 4 , beth = 2 , resj = 20 of 200 ; totaal : 26 (2 X 13) OF 206 = (2 X 103) . Structuur : 4 - 2 - 2 . De som van de elementen is telkens 8 . Tenakh (192 = 26 X 7) . Pentateuch (140 = 20 X 7) . Eerdere Profeten (34) . Latere Profeten (9) . 12 Kleine Profeten (1) . Geschriften (8) . Gn (16) : (1) Gn 8,15 . (2) Gn 17,3 . (3) Gn 19,14 . (4) Gn 20,8 . (5) Gn 23,3 . (6) Gn 23,8 . (7) Gn 23,13 . (8) Gn 34,3 . (9) Gn 34,8 . (10) Gn 41,9 . (11) Gn 41,17 . (12) Gn 42,7 . (13) Gn 42,24 . (14) Gn 44,6 . (15) Gn 50,4 . (16) Gn 50,21 . Ex (20) : (1) Ex 4,30 . (2) Ex 6,2 . (3) Ex 6,9 . (4) Ex 6,10 . (5) Ex 6,12 . (6) Ex 6,13 . (7) Ex 6,29 . (8) Ex 13,1 . (9) Ex 14,1 . (10) Ex 16,11 . (11) Ex 20,1 . (12) Ex 25,1 . (13) Ex 30,11 . (14) Ex 30,17 . (15) Ex 30,22 . (16) Ex 31,1 . (17) Ex 32,7 . (18) Ex 33,1 . (19) Ex 34,31 . (20) Ex 40,1 . Lv (40) : (1) Lv 1,1 . (2) Lv 4,1 . (3) Lv 5,14 . (4) Lv 5,20 . (5) Lv 6,1 . (6) Lv 6,12 . (7) Lv 6,17 . (8) Lv 7,22 . (9) Lv 7,28 . (10) Lv 8,1 . (11) Lv 10,8 . (12) Lv 10,12 . (13) Lv 10,19 . (14) Lv 11,1 . (15) Lv 12,1 . (16) Lv 13,1 . (17) Lv 14,1 . (18) Lv 14,33 . (19) Lv 15,1 . (20) Lv 16,1 . (21) Lv 17,1 . (22) Lv 18,1 . (23) Lv 19,1 . (24) Lv 20,1 . (25) Lv 21,16 . (26) Lv 21,24 . (27) Lv 22,1 . (28) Lv 22,17 . (29) Lv 22,26 . (30) Lv 23,1 . (31) Lv 23,9 . (32) Lv 23,23 . (33) Lv 23,26 . (34) Lv 23,33 . (35) Lv 23,44 . (36) Lv 24,1 . (37) Lv 24,13 . (38) Lv 24,23 . (39) Lv 25,1 . (40) Lv 27,1 . Nu (59 = 3 X 19) . Dt (7) : (1) Dt 2,17 . (2) Dt 4,12 . (3) Dt 27,9 . (4) Dt 31,1 . (5) Dt 31,30 . (6) Dt 32,44 . (7) Dt 32,48 .
- De getalwaarde van וַיְדַבֵּר = wajëdabber (en hij sprak) is : waw = 6 , jod = 10 ; samen : 15 ; algemeen totaal : 26 + 16 = 42 (2 X 3 X 7) OF 206 + 16 = 222 (6 X 37 OF (10 X 17) + (2 X 26) .

  bijbel Pentateuch Eerdere Profeten Latere Profeten 12 Kleine Profeten Geschriften Gn Ex Lv Nu Dt
וַיְדַבֵּר = wajëdabber (en hij sprak) 192 140 34 9 1 8 16 20 40 59 7
וַיּאֹמֶר = wajjo´mèr (en hij zei) 1879 594 868 120 56 241 315 150 10 95 24

- Grieks : act. ind. aor. 3de pers. enk. ελαλησεν = elalèsen (hij sprak) van het werkw. λαλεω = laleô (lallen, spreken, praten) . Taalgebruik in het NT : laleô (lallen, spreken, praten) . Taalgebruik in de LXX : laleô (lallen, spreken, praten) . Gn (25) . Ex (30) . Lv (38) . Nu (68) . Dt (28) . Ex (30) : (1) Ex 4,30 . (2) Ex 6,2 . (3) Ex 6,9 . (4) Ex 6,10 . (5) Ex 6,12 . (6) Ex 6,28 . (7) Ex 6,29 . (8) Ex 7,7 . (9) Ex 7,13 . (10) Ex 8,11 . (11) Ex 8,15 . (12) Ex 9,35 . (13) Ex 12,25 . (14) Ex 14,1 . (15) Ex 16,11 . (16) Ex 16,23 . (17) Ex 20,1 . (18) Ex 24,3 . (19) Ex 24,7 . (20) Ex 25,1 . (21) Ex 30,11 . (22) Ex 30,17 . (23) Ex 30,22 . (24) Ex 31,1 . (25) Ex 32,7 . (26) Ex 32,28 . (27) Ex 33,1 . (28) Ex 34,31 . (29) Ex 34,32 . (30) Ex 40,1 .
-- και ελαλησεν = kai elalèsen (en hij sprak) . LXX (187) . NT (4) .
-- ελαλησεν δε = elalèsen de (hij sprak echter) . LXX (4) . NT (1) .
- וַיּאֹמֶר = wajjo´mèr (en hij zei) < prefix verbindingswoord wë + werkwoordvorm qal act. imperf. 3de pers. mann. enk. van het werkw. אמר = ´-m-r (zeggen) . Taalgebruik in Tenakh : ´âmar (zeggen) . Getalwaarde : aleph = 1 , mem = 13 of 40 , resj = 20 of 200 ; totaal : 34 (2 X 17) of 241 (priemgetal) . Structuur : 1 - 4 - 2 . De som van de elementen is telkens 7 . Tenakh (1879) . Pentateuch (594) . Eerdere Profeten (868) . Latere Profeten (120) . 12 Kleine Profeten (56) . Geschriften (241) . Gn (315) . Ex (150) . Lv (10) . Nu (95) . Dt (24) . Samen : 40 + 2 = 42 (6 X 7) . Ex (150) . Ex 12 (4) : (1) Ex 12,1 . (2) Ex 12,21 . (3) Ex 12,31 . (4) Ex 12,43 .
- De werkwoordvorm ειπεν = eipen (hij zei) komt veelvuldiger voor . Zie : act. ind. aor. 3de pers. enk. ειπεν = eipen (hij zei) van het werkw. λεγω = legô (zeggen) . Taalgebruik in het NT : legô (zeggen) . Taalgebruik in de LXX : legô (zeggen) . Een vorm van λεγω = legô (zeggen) in de LXX (4610) , in het NT (1318) ; van ειπον = eipon (ik zei) in de LXX (4608) , in het NT (925) . Gn (378) . Ex (149) . Lv (15) . Nu (98) . Dt (44) .

  laleô  bijbel OT Pentateuch Eerdere Profeten Latere Profeten 12 Kleine Profeten Geschriften Gn Ex Lv Nu Dt   NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br. Apk syn.  ev.  P.  A. b. 
  act. ind. aor. 3de pers. enk. elalèsen   431  400  189 106 39 11 38 25 30 38 68 28   31  13  19   
  act. ind. aor. 3de pers. enk. eipen 3024  2426  684 985 234 63 309 378 149 15 98 44   598  118  56  223  114  75  397       

- Vulgaat . perf. deelw. locutus (gesproken) van het werkw. loqui (spreken) . Bijbel (559) . OT (503) . NT (56) . Ex (23) .
-- locutusque (en gesproken) . Bijbel (66) .
- Ned. : spreken . Arabisch : تَكَلَمَ = takallama (spreken) . Taalgebruik in de Qoran : takallama (spreken) . D. : sprechen . E. : to speek . Fr. : parler . Grieks : λαλεω = laleô (lallen, spreken, praten) . Taalgebruik in het NT : laleô (lallen, spreken, praten) . Hebreeuws : דָבַר = dâbhar (spreken) . Taalgebruik in Tenakh : dâbhar (spreken) . Lat. : loqui .
- וַיּאֹמֶר = wajjo´mèr (en hij zei) in twee verzen in Ex 25-31 in verband met de wetten over het heiligdom : (1) Ex 30,34 (het reukwerk) . (2) Ex 31,12 . וַיְדַבֵּר = wajëdabber (en hij sprak) in 5 verzen van Ex 25-31 : (1) Ex 25,1 . (2) Ex 30,11 . (3) Ex 30,17 . (4) Ex 30,22 . (5) Ex 31,1 . Telkens is JHWH onderwerp en is het woord tot Mozes gericht . וַיּאֹמֶר = wajj´omèr (en hij zei) en וַיְדַבֵּר = wajëdabber (en hij sprak) behoren tot de inleidingsformule op de zeven redevoeringen van JHWH tot Mozes in Ex 25-31 .

2. יהוה = JHWH . Eigennaam van God . Taalgebruik in Tenach : JHWH . Taalgebruik in Exodus : JHWH . Getalwaarde : jod = 10 , he = 5 , waw = 6 . Totaal : 26 . Structuur : 1 - 5 - 6 - 5 . Tenach (5193) . Pentateuch (1326) . Eerdere Profeten (1013) . Latere Profeten (1357) . 12 Kleine Profeten (387) . Geschriften (1110) . Ex (299) . Ex 40 (12) : (1) Ex 40,1 (inleidingsformule) (2) Ex 40,16 (overgangsvers) . (3) - (9) zevenmaal in de formule die uitdrukt dat Mozes handelt zoals JHWH hem heeft bevolen (Ex 40,17-33) . (10) Ex 40,34 . (11) Ex 40,35 . (12) Ex 40,38 .
- אֱלֹהִים = ´èlohîm (God) . Taalgebruik in Tenakh : ´èlohîm (God.

  Tenakh Pentateuch Eerdere Profeten Latere Profeten 12 Kleine Profeten Geschriften Gn Ex Lv Nu Dt Ex 40
´èlohîm (God) 635 207 118 39 17 25 140 31 0 7 29  
JHWH 5193 1326 1013 1357 387 1110 128 299 199 287 413 12
´èlohe(j)khâ / ´êlohè(j)khâ (je God) 299 216 28 25 12 16 2 11 4 0 199  
´èlohekhèm (jullie God) 154 82 32 15 10 15 1 7 26 3 45  
JHWH ´êlohe(j)khâ / ´êlohè(j)khâ (JHWH , je God) 267           1 8     116  

- Grieks . κυριος = kurios (heer) . Taalgebruik in het NT : kurios (heer) . Taalgebruik in de LXX : kurios (heer) . Een vorm van κυριος = kurios (heer) in de LXX (8591) , in het NT (718) .
- Ned. : Heer . Arabisch : رَب = rabb (God, Heer) . Taalgebruik in de Qoran : rabb (God, Heer) . Aramees : יוי = JWJ . D. : Herr . E. : Lord . Fr. : seigneur . Grieks : κυριος = kurios (heer) . Taalgebruik in het NT : kurios (heer) . Hebreeuws : יהוה = JHWH . Taalgebruik in Tenakh : JHWH . Latijn : Dominus . (Eerste medeklinker Gr. k , Ned. + D. h ; tweede medeklinker : Gr. + Ned. + D. : r ) .
- Sabbah Messod & Roger , Les secrets de l'Exode , Jean-Cyrille Godefroy , 2000 , p.93-96 . Op deze blz. wordt een verband tussen anokhi Adonai (ik de Heer) en farao Achnaton gelegd . De uitspraak van JHWH is Adonai , waarin we het Egyptische Aton , de zonneschijf , zien .

1. - 2. - וַיְדַבֵּר אֱלֹהִים = wajëdabber ´èlohîm (en God sprak) . Tenakh (3) : (1) Gn 8,15 . (2) Ex 6,2 . (3) Ex 20,1 .
- וַיְדַבֵּר יהוה = wajëdabber JHWH (en JHWH sprak) . Tenach (100 = 2² X 5²) . Pentateuch (96 = 2³ X 2² X 3) . Ex (14 = 2 X 7) : (1) Ex 6,10 . (2) Ex 6,13 . (3) Ex 6,29 . (4) Ex 13,1 . (5) Ex 14,1 . (6) Ex 16,11 . (7) Ex 25,1 . (8) Ex 30,11 . (9) Ex 30,17 . (10) Ex 30,22 . (11) Ex 31,1 . (12) Ex 32,7 . (13) Ex 33,1 . (14) Ex 40,1 . Lv (35 = 5 X 7) : (1) Lv 1,1 . (2) Lv 4,1 . (3) Lv 5,14 . (4) Lv 5,20 . (5) Lv 6,1 . (6) Lv 6,12 . (7) Lv 6,17 . (8) Lv 7,22 . (9) Lv 7,28 . (10) Lv 8,1 . (11) Lv 10,8 . (12) Lv 11,1 . (13) Lv 12,1 . (14) Lv 13,1 . (15) Lv 14,1 . (16) Lv 14,33 . (17) Lv 15,1 . (18) Lv 16,1 . (19) Lv 17,1 . (20) Lv 18,1 . (21) Lv 19,1 . (22) Lv 20,1 . (23) Lv 21,16 . (24) Lv 22,1 . (25) Lv 22,17 . (26) Lv 22,26 . (27) Lv 23,1 . (28) Lv 23,9 . (29) Lv 23,23 . (30) Lv 23,26 . (31) Lv 23,33 . (32) Lv 24,1 . (33) Lv 24,13 . (34) Lv 25,1 . (35) Lv 27,1 . Van Lv 1-10 beginnen 3 hoofdstukken alzo . Van Lv 11-27 zijn het 15/17 hoofdstukken , niet in Lv 21,1 en Lv 26,1 .
- וַיּאֹמֶר אֱלֹהִים = wajjo´mèr ´èlohîm (en God zei) . Tenakh (27) . Gn (21) .Gn 1 (9) . Gn 6-11 (4) . Slechts in twee verzen in Ex - Dt : (1) Ex 3,14 . (2) Nu 22,12 . Rest (4) .
- וַיּאֹמֶר יהוה = wajjo´mèr JHWH (en JHWH zei) . Tenakh (204) . Ex 25-31 (2) . Ex 30 (1) : Ex 30,34 . Ex 31 (1) : Ex 31,12

3. ´l : voorzetsel אֶל = ´èl (naar, tot) OF godsnaam El . De verkorte vorm van de godsnaam ´èlohîm is´èl OF ontkenning ´al (niet) . Taalgebruik in Tenakh : ´èl . Getalwaarde is : aleph = 1 ; lamed = 12 of 30 ; totaal 13 of 31 (spiegelbeeld) . Structuur : 1 - 3 . De som van de elementen is telkens 4 . Taalgebruik in Genesis : ´èl . Taalgebruik in Jesaja : ´èl . Tenakh (3626) . Pentateuch (1096) . Eerdere Profeten (1070) . Latere Profeten (655) . 12 Kleine Profeten (142) . Geschriften (662) . Genesis (296) . Ex (256) .

4. מֹשֶׁה = mosjèh (Mozes) . Taalgebruik in Tenakh : Mosjèh (Mozes) . De getalwaarde van Mosjèh (Mozes) is : mem = 13 of 40 , sjin = 21 of 300 , he = 5 . Totaal : 39 (3 X 13) of 345 ( 3 X 5 X 23) ; het omgekeerde 543 (3 X 181 : het zesde zeszijdige stergetal) . Structuur : 4 - 3 - 5 . De som van de elementen is telkens 3 . Tenakh (675) . Pentateuch (569) . Eerdere Profeten (67) . Latere Profeten (3) . 12 Kleine Profeten (2) . Geschriften (34) . Ex (248) = (2³ X 31) . Ex 40 (13) : (1) Ex 40,1 (inleidingsformule) (2) Ex 40,16 (overgangsvers) . Zevenmaal in de formule die uitdrukt dat Mozes handelt zoals JHWH hem heeft bevolen . Verder in : Ex 40,18 . Ex 40,31 . Ex 40,33 . Ex 40,35 . In tien verzen dus in Ex 40,17-33 .

3. - 4. אֶל מֹשֶׁה = ´èl mosjèh (tot Mozes) . Tenakh (203) .

1. - 4. וַיּאֹמֶר יהוה אֶל מֹשֶׁה = wajjo´mèr JHWH ´èl mosjèh (en JHWH zei tot Mozes) . Tenakh (66 = 2 X 3 X 11) . Ex (42) . Lv (2) . Nu (20) . Dt (2) . Ex (42 = 6 X7) . Ex 4 (3) : (1) Ex 4,4 . (2) Ex 4,19 . (3) Ex 4,21 . Ex 6 (1) : Ex 6,1 . Ex 7 - 12 (20) : (1) Ex 7,1 . (2) Ex 7,8 . (3) Ex 7,14 . (4) Ex 7,19 . (5) Ex 7,26 . (6) Ex 8,1 . (7) Ex 8,12 . (8) Ex 8,16 . (9) Ex 9,1 . (10) Ex 9,8 . (11) Ex 9,12 . (12) Ex 9,13 . (13) Ex 9,22 . (14) Ex 10,1 . (15) Ex 10,12 . (16) Ex 10,21 . (17) Ex 11,1 . (18) Ex 11,9 . (19) Ex 12,1 . (20) Ex 12,43 . Ex 14 (2) : (1) Ex 14,15 . (2) Ex 14,26 . Ex 16 (2) : (1) Ex 16,4 . (2) Ex 16,28 . Ex 17 (2) : (1) Ex 17,5 . (2) Ex 17,14 . Ex 19-24 (5) : (1) Ex 19,9 . (2) Ex 19,10 . (3) Ex 19,21 . (4) Ex 20,22 . (5) Ex 24,12 . Ex 25-31 (2) . Ex 30 (1) : Ex 30,34 . Ex 31 (1) : Ex 31,12 . Ex 32 (2) : : (1) Ex 32,9 .(2) Ex 32,33 . Ex 33 (2) : Ex 33,5 . (2) Ex 33,17 . Ex 34 (1) : Ex 34,1 . Lv (2) : (1) Lv 16,2 . (2) Lv 21,1 . Nu (20) : (1) Nu 3,40 . (2) Nu 7,4 . (3) Nu 7,11 . (4) Nu 11,16 . (5) Nu 11,23 . (6) Nu 12,14 . (7) Nu 14,11 . (8) Nu 15,35 . (9) Nu 15,37 . (10) Nu 17,25 . (11) Nu 20,12 . (12) Nu 20,23 . (13) Nu 21,8 . (14) Nu 21,34 . (15) Nu 25,4 . (16) Nu 26,1 . (17) Nu 27,6 . (18) Nu 27,12 . (19) Nu 27,18 . (20) Nu 31,25 . Dt (2) : (1) Dt 31,14 . (2) Dt 31,16 .
- וַיְדַבֵּר יהוה אֶל מֹשֶׁה = wajëdabber JHWH èl mosjèh (en JHWH sprak tot Mozes) . Tenakh (91 = 7 X 13) . Pentateuch (91 = 7 X 13) . Ex (14 = 2 X 7) . (1) Ex 6,10 . (2) Ex 6,13 . (3) Ex 6,29 . (4) Ex 13,1 . (5) Ex 14,1 . (6) Ex 16,11 . (7) Ex 25,1 . (8) Ex 30,11 . (9) Ex 30,17 . (10) Ex 30,22 . (11) Ex 31,1 . (12) Ex 32,7 . (13) Ex 33,1 . (14) Ex 40,1 .
- וַיּאֹמֶר אֱלֹהִים אֶל מֹשֶׁה = wajjo´mèr ´èlohîm 'èl mosjèh (en God zei tot Mozes) . Tenakh (1) . Ex 3,14 .
- וַיְדַבֵּר אֱלֹהִים אֶל מֹשֶׁה = wajëdabber ´èlohîm ´èl mosjèh (en God sprak tot Mozes) . Tenakh (1) : (1) Ex 6,2 .

5. לֵאמֹר = le´mor (om te zeggen) (prefix voorzetsel lë + act. qal inf. absol. van het werkw. אמר = ´-m-r (zeggen) . Taalgebruik in Tenakh : ´âmar (zeggen) . Tenakh (897) . Pentateuch (298) . Eerdere Profeten (281) . Latere Profeten (197) . 12 Kleine Profeten (43) . Geschriften (78) . Ex (49 = 7 X 7) . In één vers in Ex 40 : Ex 40,1 .

1. - 5.

le´mor (zeggend) . Voorvoegsel l + werkwoordvorm qal infinitief constructus van het werkwoord ´âmar (zeggen) . In 879 verzen in de bijbel . In negenenveertig (7 X 7) verzen in Ex . In één vers in Ex 40 : Ex 40,1 .

1. - 5. wajëdabber JHWH èl mosjèh (en JHWH sprak tot Mozes) . Verwijzing : dâbhar (spreken) , zie Nu 27,15 . In eenennegentig (13 X 7) verzen in de bijbel . In veertien (2 X 7) verzen in Ex . In één vers in Ex 40 : Ex 40,1 .
- wajëdabber JHWH èl mosjèh (en JHWH sprak tot Mozes) l´emor (zeggend) . In elf verzen in Ex . In één vers in Ex 40 : Ex 40,1 .

Ex 40,2 - Ex 40,2 : Inwijding van het heiligdom : Ex 40,1-38 -- bijbeloverzicht -- Ex (Exodus) -- Ex 40 -- bijbelverwijzingen -- Ex 40,1 - Ex 40,2 - Ex 40,3 - Ex 40,4 - Ex 40,5 - Ex 40,6 - Ex 40,7 - Ex 40,8 - Ex 40,9 - Ex 40,10 - Ex 40,11 - Ex 40,12 - Ex 40,13 - Ex 40,14 - Ex 40,15 - Ex 40,16 - Ex 40,17 - Ex 40,18 - Ex 40,19 - Ex 40,20 - Ex 40,21 - Ex 40,22 - Ex 40,23 - Ex 40,24 - Ex 40,25 - Ex 40,26 - Ex 40,27 - Ex 40,28 - Ex 40,29 - Ex 40,30 - Ex 40,31 - Ex 40,32 - Ex 40,33 - Ex 40,34 - Ex 40,35 - Ex 40,36 - Ex 40,37 - Ex 40,38 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
2en èmera mia tou mènos tou prôtou noumènia stèseis tèn skènèn tou marturiou  2 mense primo die prima mensis eriges tabernaculum testimonii    2 Op den dag der eerste maand, te weten op den eersten der maand, zult gij den tabernakel, de tent der samenkomst, oprichten.  2] ‘Op de eerste dag van de eerste maand moet u de verblijfplaats opstellen, de tent van samenkomst.  [2] ‘Op de eerste dag van de eerste maand moet je de tabernakel, de ontmoetingstent, opbouwen.  2 op de dag van de eerste maand, op de eerste na nieuwemaan, richt je hem op, de Woning, de tent van samenkomst.  2. « Le premier jour du premier mois, tu dresseras la Demeure, la Tente du Rendez-vous, 

Ex 40  Ex 40,1 : inleiding  Ex 40,2-15 : redevoering (opdracht) Ex 40,16 : uitvoering Ex 40,17-33 : uitvoering  Ex 40,34-38 : slot     
               
               

King James Bible . [2] On the first day of the first month shalt thou set up the tabernacle of the tent of the congregation.
Luther-Bibel . 2 Du sollst die Wohnung der Stiftshütte aufrichten am ersten Tage des ersten Monats.

Tekstuitleg van Ex 40,2 Dit vers telt 14 (2 X 7) woorden en 52 (2 X 2 X 13) . De getalwaarde van Ex 40,2 is 3546 (2 X 3 X 3 X 197) .

Ex 40,3 - Ex 40,3 : Inwijding van het heiligdom : Ex 40,1-38 -- bijbeloverzicht -- Ex (Exodus) -- Ex 40 -- bijbelverwijzingen -- Ex 40,1 - Ex 40,2 - Ex 40,3 - Ex 40,4 - Ex 40,5 - Ex 40,6 - Ex 40,7 - Ex 40,8 - Ex 40,9 - Ex 40,10 - Ex 40,11 - Ex 40,12 - Ex 40,13 - Ex 40,14 - Ex 40,15 - Ex 40,16 - Ex 40,17 - Ex 40,18 - Ex 40,19 - Ex 40,20 - Ex 40,21 - Ex 40,22 - Ex 40,23 - Ex 40,24 - Ex 40,25 - Ex 40,26 - Ex 40,27 - Ex 40,28 - Ex 40,29 - Ex 40,30 - Ex 40,31 - Ex 40,32 - Ex 40,33 - Ex 40,34 - Ex 40,35 - Ex 40,36 - Ex 40,37 - Ex 40,38 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
3kai thèseis tèn kibôton tou marturiou kai skepaseis tèn kibôton tô katapetasmati  3 et pones in eo arcam dimittesque ante illam velum     3 En gij zult aldaar zetten de ark der getuigenis; en gij zult de ark met den voorhang bedekken.  [3] Zet er de ark met de verbondsakte in en hang het voorhangsel op.   [3] Plaats de ark met de verbondstekst erin en scherm die af met het voorhangsel.   3 Neerzetten zul je dáár de ark met de overeenkomst; overhuiven zul je de ark met de voorhang.   3. tu y placeras l'arche du Témoignage et tu voileras l'arche avec le rideau.  

King James Bible . [3] And thou shalt put therein the ark of the testimony, and cover the ark with the vail.
Luther-Bibel . 3 Und du sollst die Lade mit dem Gesetz hineinstellen und vor die Lade den Vorhang hängen;

Tekstuitleg van Ex 40,3 . Dit vers Ex 40,3 telt 6 (2 X 3) woorden en 23 letters . De getalwaarde van Ex 40,3 is 813 (3 X 271) .

Ex 40,4 - Ex 40,4 : Inwijding van het heiligdom : Ex 40,1-38 -- bijbeloverzicht -- Ex (Exodus) -- Ex 40 -- bijbelverwijzingen -- Ex 40,1 - Ex 40,2 - Ex 40,3 - Ex 40,4 - Ex 40,5 - Ex 40,6 - Ex 40,7 - Ex 40,8 - Ex 40,9 - Ex 40,10 - Ex 40,11 - Ex 40,12 - Ex 40,13 - Ex 40,14 - Ex 40,15 - Ex 40,16 - Ex 40,17 - Ex 40,18 - Ex 40,19 - Ex 40,20 - Ex 40,21 - Ex 40,22 - Ex 40,23 - Ex 40,24 - Ex 40,25 - Ex 40,26 - Ex 40,27 - Ex 40,28 - Ex 40,29 - Ex 40,30 - Ex 40,31 - Ex 40,32 - Ex 40,33 - Ex 40,34 - Ex 40,35 - Ex 40,36 - Ex 40,37 - Ex 40,38 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
4kai eisoiseis tèn trapezan kai prothèseis tèn prothesin autès kai eisoiseis tèn luchnian kai epithèseis tous luchnous autès  4 et inlata mensa pones super eam quae rite praecepta sunt candelabrum stabit cum lucernis suis    4 Daarna zult gij de tafel daarin brengen, en gij zult schikken wat daarop te schikken is; gij zult ook den kandelaar daarin brengen, en zijn lampen aansteken.  [4] Zet de tafel erin en stel alles wat erbij hoort ordelijk op; vervolgens ook de luchter met de lampen.  [4] Zet de tafel erin, met de bijbehorende voorwerpen ordelijk daarop geschikt, en ook de lampenstandaard, waarvan je de lampen moet aansteken.  4 Naar binnen brengen zul je de tafel en toebereiden wat daar toebereid moet worden; naar binnen brengen zul je de menora en haar lampen aansteken.  4. Tu apporteras la table et tu disposeras sa garniture. Tu apporteras le candélabre et tu monteras ses lampes.  

King James Bible . [4] And thou shalt bring in the table, and set in order the things that are to be set in order upon it; and thou shalt bring in the candlestick, and light the lamps thereof.
Luther-Bibel . 4 und du sollst den Tisch hineinbringen und die Schaubrote auflegen und den Leuchter hineinstellen und die Lampen darauf setzen;

Tekstuitleg van Ex 40,4 . Dit vers Ex 40,4 telt 12 ( 2 X 2 X 3) woorden en 45 (3 X 3 X 5) letters . De getalwaarde van Ex 40,4 is 1776 (2 X 2 X 2 X 2 X 3 X 37) .

Ex 40,5 - Ex 40,5 : Inwijding van het heiligdom : Ex 40,1-38 -- bijbeloverzicht -- Ex (Exodus) -- Ex 40 -- bijbelverwijzingen -- Ex 40,1 - Ex 40,2 - Ex 40,3 - Ex 40,4 - Ex 40,5 - Ex 40,6 - Ex 40,7 - Ex 40,8 - Ex 40,9 - Ex 40,10 - Ex 40,11 - Ex 40,12 - Ex 40,13 - Ex 40,14 - Ex 40,15 - Ex 40,16 - Ex 40,17 - Ex 40,18 - Ex 40,19 - Ex 40,20 - Ex 40,21 - Ex 40,22 - Ex 40,23 - Ex 40,24 - Ex 40,25 - Ex 40,26 - Ex 40,27 - Ex 40,28 - Ex 40,29 - Ex 40,30 - Ex 40,31 - Ex 40,32 - Ex 40,33 - Ex 40,34 - Ex 40,35 - Ex 40,36 - Ex 40,37 - Ex 40,38 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
5kai thèseis to thusiastèrion to chrusoun eis to thumian enantion tès kibôtou kai epithèseis kalumma katapetasmatos epi tèn thuran tès skènès tou marturiou 5 et altare aureum in quo adoletur incensum coram arca testimonii tentorium in introitu tabernaculi pones    5 En gij zult het gouden altaar ten reukwerk voor de ark der getuigenis zetten; dan zult gij het deksel van de deur des tabernakels ophangen. [5] Plaats het gouden reukofferaltaar voor de ark met de verbondsakte, en hang het kleed voor de ingang van de verblijfplaats, de tent van samenkomst.   [5] Plaats het gouden reukofferaltaar voor de ark met de verbondstekst en hang het gordijn voor de ingang van de tabernakel.  5 Plaatsgeven zul je het gouden altaar voor het wierookoffer voor het aanschijn van de ark met de overeenkomst; neerzetten zul je de huif over de ingang van de Woning.  5. Tu mettras l'autel d'or des parfums devant l'arche du Témoignage, et tu placeras le voile à l'entrée de la Demeure.  

King James Bible . [5] And thou shalt set the altar of gold for the incense before the ark of the testimony, and put the hanging of the door to the tabernacle.
Luther-Bibel . 5 und du sollst den goldenen Räucheraltar vor die Lade mit dem Gesetz stellen und die Decke in der Tür der Wohnung aufhängen.

Tekstuitleg van Ex 40,5 . Dit vers Ex 40,5 telt 13 woorden en 49 (7 X 7) letters . De getalwaarde van Ex 40,5 is 2141 .

Ex 40,6 - Ex 40,6 : Inwijding van het heiligdom : Ex 40,1-38 -- bijbeloverzicht -- Ex (Exodus) -- Ex 40 -- bijbelverwijzingen -- Ex 40,1 - Ex 40,2 - Ex 40,3 - Ex 40,4 - Ex 40,5 - Ex 40,6 - Ex 40,7 - Ex 40,8 - Ex 40,9 - Ex 40,10 - Ex 40,11 - Ex 40,12 - Ex 40,13 - Ex 40,14 - Ex 40,15 - Ex 40,16 - Ex 40,17 - Ex 40,18 - Ex 40,19 - Ex 40,20 - Ex 40,21 - Ex 40,22 - Ex 40,23 - Ex 40,24 - Ex 40,25 - Ex 40,26 - Ex 40,27 - Ex 40,28 - Ex 40,29 - Ex 40,30 - Ex 40,31 - Ex 40,32 - Ex 40,33 - Ex 40,34 - Ex 40,35 - Ex 40,36 - Ex 40,37 - Ex 40,38 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
6kai to thusiastèrion tôn karpômatôn thèseis para tas thuras tès skènès tou marturiou   6 et ante illud altare holocausti   6 Gij zult ook het altaar des brandoffers zetten voor de deur van den tabernakel, van de tent der samenkomst.  [6] Het brandofferaltaar komt voor de ingang van de verblijfplaats, de tent van samenkomst.  [6] Het brandofferaltaar moet je voor de ingang van de tabernakel, de ontmoetingstent, zetten,  6 Plaatsgeven zul je het altaar voor de opgangsgave,– voor het aanschijn van de ingang van de Woning, de tent van samenkomst.  6. Tu mettras l'autel des holocaustes devant l'entrée de la Demeure, de la Tente du Rendez-vous.

King James Bible . [6] And thou shalt set the altar of the burnt offering before the door of the tabernacle of the tent of the congregation.
Luther-Bibel . 6 Den Brandopferaltar aber sollst du außen vor die Tür der Wohnung der Stiftshütte setzen

Tekstuitleg van Ex 40,6 . Dit vers Ex 40,6 telt 11 woorden en 44 (2 X 2 X 11) letters ; verhouding : 1 op 4 . De getalwaarde van Ex 40,6 is 1660 (2 X 2 X 5 X 83) .

Ex 40,7 - Ex 40,7 : Inwijding van het heiligdom : Ex 40,1-38 -- bijbeloverzicht -- Ex (Exodus) -- Ex 40 -- bijbelverwijzingen -- Ex 40,1 - Ex 40,2 - Ex 40,3 - Ex 40,4 - Ex 40,5 - Ex 40,6 - Ex 40,7 - Ex 40,8 - Ex 40,9 - Ex 40,10 - Ex 40,11 - Ex 40,12 - Ex 40,13 - Ex 40,14 - Ex 40,15 - Ex 40,16 - Ex 40,17 - Ex 40,18 - Ex 40,19 - Ex 40,20 - Ex 40,21 - Ex 40,22 - Ex 40,23 - Ex 40,24 - Ex 40,25 - Ex 40,26 - Ex 40,27 - Ex 40,28 - Ex 40,29 - Ex 40,30 - Ex 40,31 - Ex 40,32 - Ex 40,33 - Ex 40,34 - Ex 40,35 - Ex 40,36 - Ex 40,37 - Ex 40,38 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
      7 En gij zult het wasvat zetten tussen de tent der samenkomst, en tussen het altaar; en gij zult water daar in doen.  [7] Zet het wasbekken tussen de tent van samenkomst en het altaar en giet er water in.  [7] en het wasbekken, gevuld met water, tussen de tent en het altaar.  7 Plaatsgeven zul je het wasbekken tussen de tent van samenkomst en het altaar; wáter zul je daarin z’n plaats geven.  7. Tu mettras le bassin entre la Tente du Rendez-vous et l'autel, et tu y mettras de l'eau. 

King James Bible . [7] And thou shalt set the laver between the tent of the congregation and the altar, and shalt put water therein.
Luther-Bibel . 7 und das Becken zwischen die Stiftshütte und den Altar und Wasser hineintun

Tekstuitleg van Ex 40,7 . Dit vers Ex 40,7 telt 17 woorden en 65 (5 X 13) letters . De getalwaarde van Ex 40,7 is 4541 (19 X 239)

Ex 40,8 - Ex 40,8 : Inwijding van het heiligdom : Ex 40,1-38 -- bijbeloverzicht -- Ex (Exodus) -- Ex 40 -- bijbelverwijzingen -- Ex 40,1 - Ex 40,2 - Ex 40,3 - Ex 40,4 - Ex 40,5 - Ex 40,6 - Ex 40,7 - Ex 40,8 - Ex 40,9 - Ex 40,10 - Ex 40,11 - Ex 40,12 - Ex 40,13 - Ex 40,14 - Ex 40,15 - Ex 40,16 - Ex 40,17 - Ex 40,18 - Ex 40,19 - Ex 40,20 - Ex 40,21 - Ex 40,22 - Ex 40,23 - Ex 40,24 - Ex 40,25 - Ex 40,26 - Ex 40,27 - Ex 40,28 - Ex 40,29 - Ex 40,30 - Ex 40,31 - Ex 40,32 - Ex 40,33 - Ex 40,34 - Ex 40,35 - Ex 40,36 - Ex 40,37 - Ex 40,38 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
8kai perithèseis tèn skènèn kai panta ta autès agiaseis kuklô  6 et ante illud altare holocausti    8 Daarna zult gij den voorhof rondom zetten, en gij zult het deksel ophangen aan de poort des voorhofs.  [8] Trek daaromheen de voorhof op en hang het kleed voor de ingang daarvan.  [8] Scherm de ruimte rond de tabernakel af en hang het gordijn voor de ingang.   8 Plaatsgeven zul je de voorhof in het rond; en plaatsgeven zul je de huif over de poort van de voorhof.  8. Tu placeras le parvis tout autour et tu mettras le voile à la porte du parvis. 

King James Bible . [8] And thou shalt set up the court round about, and hang up the hanging at the court gate.
Luther-Bibel . 8 und den Vorhof ringsherum herstellen und die Decke in der Tür des Vorhofs aufhängen.

Tekstuitleg van Ex 40,8 . Dit vers Ex 40,8 telt 10 (2 X 5) woorden en 39 (3 X 13) letters . De getalwaarde is 2255 (5 X 11 X 41) .

Ex 40,9 - Ex 40,9 : Inwijding van het heiligdom : Ex 40,1-38 -- bijbeloverzicht -- Ex (Exodus) -- Ex 40 -- bijbelverwijzingen -- Ex 40,1 - Ex 40,2 - Ex 40,3 - Ex 40,4 - Ex 40,5 - Ex 40,6 - Ex 40,7 - Ex 40,8 - Ex 40,9 - Ex 40,10 - Ex 40,11 - Ex 40,12 - Ex 40,13 - Ex 40,14 - Ex 40,15 - Ex 40,16 - Ex 40,17 - Ex 40,18 - Ex 40,19 - Ex 40,20 - Ex 40,21 - Ex 40,22 - Ex 40,23 - Ex 40,24 - Ex 40,25 - Ex 40,26 - Ex 40,27 - Ex 40,28 - Ex 40,29 - Ex 40,30 - Ex 40,31 - Ex 40,32 - Ex 40,33 - Ex 40,34 - Ex 40,35 - Ex 40,36 - Ex 40,37 - Ex 40,38 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
9kai lèmyè to elaion tou chrismatos kai chriseis tèn skènèn kai panta ta en autè kai agiaseis autèn kai panta ta skeuè autès kai estai agia  7 labrum inter altare et tabernaculum quod implebis aqua    9 Dan zult gij de zalfolie nemen en zalven den tabernakel, en al wat daarin is; en gij zult dezelven heiligen, met al zijn gereedschap, en het zal een heiligheid zijn.  [9] Zalf heel de verblijfplaats en alles wat erin staat met olie en wijd haar met alle toebehoren, zodat ze heilig is.   [9] Neem dan de zalfolie en zalf de tabernakel en alles wat erin staat, om de tabernakel met alle toebehoren te wijden, zodat hij heilig is.  9 Nemen zul je de olie voor de zalving, en zalven zul je de Woning en al wat daarin is; heiligen zul je hem en al zijn gerei,– wezen zal hij: een heiligdom.  9. Tu prendras l'huile d'onction et tu oindras la Demeure et tout ce qui est dedans ; tu la consacreras, elle et tous ses accessoires, et elle sera éminemment sainte.  

King James Bible . [9] And thou shalt take the anointing oil, and anoint the tabernacle, and all that is therein, and shalt hallow it, and all the vessels thereof: and it shall be holy.
Luther-Bibel . 9 Und du sollst das Salböl nehmen und die Wohnung und alles, was darin ist, salben und sollst sie weihen mit ihrem ganzen Gerät, dass sie heilig sei.

Tekstuitleg van Ex 40,9 . Dit vers Ex 40,9 telt 13 woorden en 52 (2 X 2 X 13) letters ; verhouding : 1 op 4 . De getalwaarde van Ex 40,9 is 3068 (2 X 2 X 13 X 59 of 52 X 59) . Het vers Ex 40,9 is de opdracht van JHWH aan Mozes die in Lv 8,10 wordt uitgevoerd .

7. Bepaald lidwoord ha + zelfstandig naamwoord : הַמִּשְׁכָּן = hammisjëkân (de woning, tent) . מִשְׁכָּן = misjëkan (woning, tent) . Taalgebruik in Tenakh : misjëkan (woning, tent) . Getalwaarde : mem = 13 of 40 , sjin = 21 of 300 , kaph = 11 of 20 , nun = 14 of 50 ; totaal : 59 (priemgetal) OF 410 (2 X 5 X 41) . Structuur : 4 - 3 - 2 - 5 . Tenakh (70) . Pentateuch (69) + 1 Kr 23, 26 . Ex (43) . Ex 40 (11) : (1) Ex 40,9 . (2) Ex 40,17 . (3) Ex 40,18 . (4) Ex 40,19 . (5) Ex 40,21 . (6) Ex 40,22 . (7) Ex 40,24 . In vier verzen in Ex 40,34-38 : (1) Ex 40,34 . (2) Ex 40,35 . (3) Ex 40,36 . (4) Ex 40,38 . מוֹעַד אֹהֶל = ´ohèl mô`ed = de tent van de samenkomst komt voor in 1) Ex 40,34 . (2) Ex 40,35 . Samen : zeven .

Ex 40,10 - Ex 40,10 : Inwijding van het heiligdom : Ex 40,1-38 -- bijbeloverzicht -- Ex (Exodus) -- Ex 40 -- bijbelverwijzingen -- Ex 40,1 - Ex 40,2 - Ex 40,3 - Ex 40,4 - Ex 40,5 - Ex 40,6 - Ex 40,7 - Ex 40,8 - Ex 40,9 - Ex 40,10 - Ex 40,11 - Ex 40,12 - Ex 40,13 - Ex 40,14 - Ex 40,15 - Ex 40,16 - Ex 40,17 - Ex 40,18 - Ex 40,19 - Ex 40,20 - Ex 40,21 - Ex 40,22 - Ex 40,23 - Ex 40,24 - Ex 40,25 - Ex 40,26 - Ex 40,27 - Ex 40,28 - Ex 40,29 - Ex 40,30 - Ex 40,31 - Ex 40,32 - Ex 40,33 - Ex 40,34 - Ex 40,35 - Ex 40,36 - Ex 40,37 - Ex 40,38 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
10kai chriseis to thusiastèrion tôn karpômatôn kai panta autou ta skeuè kai agiaseis to thusiastèrion kai estai to thusiastèrion agion tôn agiôn  8 circumdabisque atrium tentoriis et ingressum eius    10 Gij zult ook het altaar des brandoffers zalven, en al zijn gereedschap; en gij zult het altaar heiligen, en het altaar zal heiligheid der heiligheden zijn.  [10] Ook het brandofferaltaar met al zijn toebehoren moet u zalven en wijden, zodat het hoogheilig is.  [10] Zalf ook het brandofferaltaar met alle bijbehorende voorwerpen om het te wijden, zodat het allerheiligst is.   10 Zalven zul je het altaar voor de opgangsgave, en al zijn gerei; heiligen zul je het altaar, worden zal het altaar: een heiligdom van heiliging.   10. Tu oindras l'autel des holocaustes et tous ses accessoires, tu consacreras l'autel, et l'autel sera éminemment saint.  

King James Bible . [10] And thou shalt anoint the altar of the burnt offering, and all his vessels, and sanctify the altar: and it shall be an altar most holy.
Luther-Bibel . 10 Und du sollst den Brandopferaltar salben mit seinem ganzen Gerät und weihen, dass er hochheilig sei.

Tekstuitleg van Ex 40,10 . Dit vers Ex 40,10 telt 12 (2 X 2 X 3) woorden en 47 (7 X 7) letters . De getalwaarde van Ex 40,10 is 2074 (2 X 17 X 61) .

Ex 40,11 - Ex 40,11 : Inwijding van het heiligdom : Ex 40,1-38 -- bijbeloverzicht -- Ex (Exodus) -- Ex 40 -- bijbelverwijzingen -- Ex 40,1 - Ex 40,2 - Ex 40,3 - Ex 40,4 - Ex 40,5 - Ex 40,6 - Ex 40,7 - Ex 40,8 - Ex 40,9 - Ex 40,10 - Ex 40,11 - Ex 40,12 - Ex 40,13 - Ex 40,14 - Ex 40,15 - Ex 40,16 - Ex 40,17 - Ex 40,18 - Ex 40,19 - Ex 40,20 - Ex 40,21 - Ex 40,22 - Ex 40,23 - Ex 40,24 - Ex 40,25 - Ex 40,26 - Ex 40,27 - Ex 40,28 - Ex 40,29 - Ex 40,30 - Ex 40,31 - Ex 40,32 - Ex 40,33 - Ex 40,34 - Ex 40,35 - Ex 40,36 - Ex 40,37 - Ex 40,38 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
    9 et adsumpto unctionis oleo ungues tabernaculum cum vasis suis ut sanctificentur   11 Dan zult gij het wasvat zalven, en deszelfs voet; en gij zult het heiligen.  [11] Zalf en wijd ook het wasbekken met het onderstel.  [11] Zalf en wijd ook het wasbekken en het onderstel.  11 Zalven zul je het wasbekken en zijn onderstel; en heiligen zul je het.  11. Tu oindras le bassin et son socle et tu le consacreras. 

King James Bible . [11] And thou shalt anoint the laver and his foot, and sanctify it.
Luther-Bibel . 11 Und du sollst auch das Becken und sein Gestell salben und weihen.

Tekstuitleg van Ex 40,11 . Dit vers Ex 40,11 telt 20 (2 X 2 X 5) woorden en 69 (2 X 23) letters . De getalwaarde van Ex 40,11 is 5165 (5 X 1033) .

Ex 40,12 - Ex 40,12 : Inwijding van het heiligdom : Ex 40,1-38 -- bijbeloverzicht -- Ex (Exodus) -- Ex 40 -- bijbelverwijzingen -- Ex 40,1 - Ex 40,2 - Ex 40,3 - Ex 40,4 - Ex 40,5 - Ex 40,6 - Ex 40,7 - Ex 40,8 - Ex 40,9 - Ex 40,10 - Ex 40,11 - Ex 40,12 - Ex 40,13 - Ex 40,14 - Ex 40,15 - Ex 40,16 - Ex 40,17 - Ex 40,18 - Ex 40,19 - Ex 40,20 - Ex 40,21 - Ex 40,22 - Ex 40,23 - Ex 40,24 - Ex 40,25 - Ex 40,26 - Ex 40,27 - Ex 40,28 - Ex 40,29 - Ex 40,30 - Ex 40,31 - Ex 40,32 - Ex 40,33 - Ex 40,34 - Ex 40,35 - Ex 40,36 - Ex 40,37 - Ex 40,38 -

Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12kai prosaxeis aarôn kai tous uious autou epi tas thuras tès skènès tou marturiou kai louseis autous udati  10 altare holocausti et omnia vasa eius     12 Gij zult ook Aäron en zijn zonen doen naderen, tot de deur van de tent der samenkomst; en gij zult hen met water wassen.  
[12] Ontbied dan Aäron met zijn zonen bij de ingang van de tent van samenkomst en reinig hen met water.  
[12] Laat dan Aäron en zijn zonen naar de ingang van de ontmoetingstent komen en reinig hen met water.   12 Doen naderen zul je Aäron en zijn zonen tot de ingang van de tent van samenkomst; wassen zul je hen met het water.  12. Puis tu feras approcher Aaron et ses fils de l'entrée de la Tente du Rendez-vous, tu les laveras avec de l'eau, 

King James Bible . [12] And thou shalt bring Aaron and his sons unto the door of the tabernacle of the congregation, and wash them with water.
Luther-Bibel . 12 Und du sollst Aaron und seine Söhne vor die Tür der Stiftshütte treten lassen und sie mit Wasser waschen

Tekstuitleg van Ex 40,12 . Dit vers Ex 40,12 telt 18 (2 X 3 X 3) woorden en 67 letters . De getalwaarde van Ex 40,12 is 4335 (3 X 5 X 17 X 17) .

Ex 40,13 - Ex 40,13 : Inwijding van het heiligdom : Ex 40,1-38 -- bijbeloverzicht -- Ex (Exodus) -- Ex 40 -- bijbelverwijzingen -- Ex 40,1 - Ex 40,2 - Ex 40,3 - Ex 40,4 - Ex 40,5 - Ex 40,6 - Ex 40,7 - Ex 40,8 - Ex 40,9 - Ex 40,10 - Ex 40,11 - Ex 40,12 - Ex 40,13 - Ex 40,14 - Ex 40,15 - Ex 40,16 - Ex 40,17 - Ex 40,18 - Ex 40,19 - Ex 40,20 - Ex 40,21 - Ex 40,22 - Ex 40,23 - Ex 40,24 - Ex 40,25 - Ex 40,26 - Ex 40,27 - Ex 40,28 - Ex 40,29 - Ex 40,30 - Ex 40,31 - Ex 40,32 - Ex 40,33 - Ex 40,34 - Ex 40,35 - Ex 40,36 - Ex 40,37 - Ex 40,38 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
13kai enduseis aarôn tas stolas tas agias kai chriseis auton kai agiaseis auton kai ierateusei moi  11 labrum cum basi sua omnia unctionis oleo consecrabis ut sint sancta sanctorum     13 En gij zult Aäron de heilige klederen aantrekken; en gij zult hem zalven, en hem heiligen, dat hij Mij het priesterambt bediene. [13] Bekleed Aäron met de heilige gewaden, zalf hem en wijd hem tot mijn priester.  [13] Trek Aäron de heilige kleding aan en zalf hem; zo heilig je hem om mij als priester te dienen.  13 Aantrekken zul je Aäron de gewaden van het heiligdom; zalven zul je hem en heiligen zul je hem, opdat hij priester kan zijn voor mij.  13. et tu revêtiras Aaron de ses vêtements sacrés, tu l'oindras et tu le consacreras pour qu'il exerce mon sacerdoce.  

King James Bible . [13] And thou shalt put upon Aaron the holy garments, and anoint him, and sanctify him; that he may minister unto me in the priest's office.
Luther-Bibel . 13 und Aaron die heiligen Kleider anziehen und ihn salben und weihen, dass er mein Priester sei;

Tekstuitleg van Ex 40,13 . Dit vers Ex 40,13 telt 6 (2 X 3) woorden en 22 (2 X 11) letters . De getalwaarde van Ex 40,13 is 1342 (2 X 11 X 61) .

Ex 40,14 - Ex 40,14 : Inwijding van het heiligdom : Ex 40,1-38 -- bijbeloverzicht -- Ex (Exodus) -- Ex 40 -- bijbelverwijzingen -- Ex 40,1 - Ex 40,2 - Ex 40,3 - Ex 40,4 - Ex 40,5 - Ex 40,6 - Ex 40,7 - Ex 40,8 - Ex 40,9 - Ex 40,10 - Ex 40,11 - Ex 40,12 - Ex 40,13 - Ex 40,14 - Ex 40,15 - Ex 40,16 - Ex 40,17 - Ex 40,18 - Ex 40,19 - Ex 40,20 - Ex 40,21 - Ex 40,22 - Ex 40,23 - Ex 40,24 - Ex 40,25 - Ex 40,26 - Ex 40,27 - Ex 40,28 - Ex 40,29 - Ex 40,30 - Ex 40,31 - Ex 40,32 - Ex 40,33 - Ex 40,34 - Ex 40,35 - Ex 40,36 - Ex 40,37 - Ex 40,38 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
14kai tous uious autou prosaxeis kai enduseis autous chitônas  12 adplicabisque Aaron et filios eius ad fores tabernaculi testimonii et lotos aqua     14 Gij zult ook zijn zonen doen naderen, en zult hun de rokken aantrekken.  [14] Ontbied vervolgens zijn zonen en doe hun de tunieken aan.   [14] Ontbied zijn zonen, trek hun de tunieken aan  14 Ook zijn zonen laat je naderen; mantels zul je hen aantrekken.  14. Ses fils, tu les feras approcher, tu les revêtiras de tuniques,  

King James Bible . [14] And thou shalt bring his sons, and clothe them with coats:
Luther-Bibel . 14 und du sollst seine Söhne auch herzuführen und ihnen die Untergewänder anziehen

Tekstuitleg van Ex 40,14 . Dit vers Ex 40,14 telt 16 (2 X 2 X 2 X 2) woorden en 76 (4 X 19) letters . De getalwaarde van Ex 40,14 is 3744 (2 X 2 X 2 X 2 X 2 X 3 X 3 X 13) .

Ex 40,15 - Ex 40,15 : Inwijding van het heiligdom : Ex 40,1-38 -- bijbeloverzicht -- Ex (Exodus) -- Ex 40 -- bijbelverwijzingen -- Ex 40,1 - Ex 40,2 - Ex 40,3 - Ex 40,4 - Ex 40,5 - Ex 40,6 - Ex 40,7 - Ex 40,8 - Ex 40,9 - Ex 40,10 - Ex 40,11 - Ex 40,12 - Ex 40,13 - Ex 40,14 - Ex 40,15 - Ex 40,16 - Ex 40,17 - Ex 40,18 - Ex 40,19 - Ex 40,20 - Ex 40,21 - Ex 40,22 - Ex 40,23 - Ex 40,24 - Ex 40,25 - Ex 40,26 - Ex 40,27 - Ex 40,28 - Ex 40,29 - Ex 40,30 - Ex 40,31 - Ex 40,32 - Ex 40,33 - Ex 40,34 - Ex 40,35 - Ex 40,36 - Ex 40,37 - Ex 40,38 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
15kai aleiyeis autous on tropon èleiyas ton patera autôn kai ierateusousin moi kai estai ôste einai autois chrisma ierateias eis ton aiôna eis tas geneas autôn 13 indues sanctis vestibus ut ministrent mihi et unctio eorum in sacerdotium proficiat sempiternum    15 En gij zult hen zalven, gelijk als gij hun vader zult gezalfd hebben, dat zij Mij het priesterambt bedienen. En het zal geschieden, dat hun hun zalving zal zijn tot een eeuwig priesterdom bij hun geslachten.   [15] Zalf hen tot mijn priesters, evenals hun vader. De zalving zal hun voor altijd de priesterlijke waardigheid verlenen, door alle generaties heen.’   [15] en zalf hen zoals je hun vader gezalfd hebt; dan kunnen ook zij mij als priester dienen. Door deze zalving wordt hun voor altijd, voor alle komende generaties, het priesterschap verleend.’  15 Zalven zul je hen zoals je hun vader hebt gezalfd opdat ze priester kunnen zijn voor mij; hun zalving zal wezen om voor hen te worden tot een priesterschap voor eeuwig, voor al hun generaties.  15. et tu les oindras comme tu auras oint leur père, pour qu'ils exercent mon sacerdoce. Cela se fera pour que leur onction leur confère un sacerdoce éternel, dans leurs générations.  

King James Bible . [15] And thou shalt anoint them, as thou didst anoint their father, that they may minister unto me in the priest's office: for their anointing shall surely be an everlasting priesthood throughout their generations.
Luther-Bibel . 15 und sie salben, wie du ihren Vater gesalbt hast, dass sie meine Priester seien. Und diese Salbung sollen sie haben zum ewigen Priestertum von Geschlecht zu Geschlecht.

Tekstuitleg van Ex 40,15 . Dit vers Ex 40,15 telt 9 (3 X 3) woorden en 37 letters . De getalwaarde van Ex 40,15 is 2224 (2 X 2 X 2 X 2 X 139) .

Ex 40,16 - Ex 40,16 : Inwijding van het heiligdom : Ex 40,1-38 -- bijbeloverzicht -- Ex (Exodus) -- Ex 40 -- bijbelverwijzingen -- Ex 40,1 - Ex 40,2 - Ex 40,3 - Ex 40,4 - Ex 40,5 - Ex 40,6 - Ex 40,7 - Ex 40,8 - Ex 40,9 - Ex 40,10 - Ex 40,11 - Ex 40,12 - Ex 40,13 - Ex 40,14 - Ex 40,15 - Ex 40,16 - Ex 40,17 - Ex 40,18 - Ex 40,19 - Ex 40,20 - Ex 40,21 - Ex 40,22 - Ex 40,23 - Ex 40,24 - Ex 40,25 - Ex 40,26 - Ex 40,27 - Ex 40,28 - Ex 40,29 - Ex 40,30 - Ex 40,31 - Ex 40,32 - Ex 40,33 - Ex 40,34 - Ex 40,35 - Ex 40,36 - Ex 40,37 - Ex 40,38 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
16kai epoièsen môusès panta osa eneteilato autô kurios outôs epoièsen  14 fecitque Moses omnia quae praeceperat Dominus     16 Mozes nu deed het naar alles, wat hem de HEERE geboden had; alzo deed hij.   [16] Mozes bracht alles ten uitvoer zoals de heer had voorgeschreven.   [16] Mozes deed alles wat de HEER hem had opgedragen.  16 ¶ Zo doet Mozes; naar al wat de ENE hem heeft geboden, zó heeft hij gedaan! ••  16. Moïse le fit. Il fit tout comme Yahvé l'avait ordonné.  

King James Bible . [16] Thus did Moses: according to all that the LORD commanded him, so did he.
Luther-Bibel . 16 Und Mose tat alles, wie ihm der HERR geboten hatte.

Tekstuitleg van Ex 40,16 . Dit vers Ex 40,16 telt 18 (2 X 3 X 3) woorden en 79 letters . De getalwaarde van Ex 40,16 is 5820 (2 X 2 X 3 X 5 X 97) .

Ex 40,17 - Ex 40,17 : Inwijding van het heiligdom : Ex 40,1-38 -- bijbeloverzicht -- Ex (Exodus) -- Ex 40 -- bijbelverwijzingen -- Ex 40,1 - Ex 40,2 - Ex 40,3 - Ex 40,4 - Ex 40,5 - Ex 40,6 - Ex 40,7 - Ex 40,8 - Ex 40,9 - Ex 40,10 - Ex 40,11 - Ex 40,12 - Ex 40,13 - Ex 40,14 - Ex 40,15 - Ex 40,16 - Ex 40,17 - Ex 40,18 - Ex 40,19 - Ex 40,20 - Ex 40,21 - Ex 40,22 - Ex 40,23 - Ex 40,24 - Ex 40,25 - Ex 40,26 - Ex 40,27 - Ex 40,28 - Ex 40,29 - Ex 40,30 - Ex 40,31 - Ex 40,32 - Ex 40,33 - Ex 40,34 - Ex 40,35 - Ex 40,36 - Ex 40,37 - Ex 40,38 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
17kai egeneto en tô mèni tô prôtô tô deuterô etei ekporeuomenôn autôn ex aiguptou noumènia estathè è skènè  15 igitur mense primo anni secundi in prima die mensis conlocatum est tabernaculum    17 En het geschiedde in de eerste maand, in het tweede jaar, op den eersten der maand, dat de tabernakel opgericht werd.   [17] De verblijfplaats werd opgesteld in de eerste maand van het tweede jaar, op de eerste van de maand.   [17] In de eerste maand van het tweede jaar, op de eerste dag van de maand, werd de tabernakel opgebouwd. [  17 Het is zover op de eerste nieuwemaan in het tweede jaar op de eerste van de nieuwe maand; de Woning wordt opgericht!  17. Le premier jour du premier mois de la seconde année, on dressa la Demeure. 

King James Bible . [17] And it came to pass in the first month in the second year, on the first day of the month, that the tabernacle was reared up.
Luther-Bibel . 17 Also wurde die Wohnung aufgerichtet im zweiten Jahr am ersten Tage des ersten Monats.

Tekstuitleg van Ex 40,17 . Dit vers Ex 40,17 telt 8 (2 X 2 X 2) woorden en 33 letters . De getalwaarde van Ex 40,17 is 2412 (2 X 2 X 3 X 3 X 67) .

Ex 40,18 - Ex 40,18 : Inwijding van het heiligdom : Ex 40,1-38 -- bijbeloverzicht -- Ex (Exodus) -- Ex 40 -- bijbelverwijzingen -- Ex 40,1 - Ex 40,2 - Ex 40,3 - Ex 40,4 - Ex 40,5 - Ex 40,6 - Ex 40,7 - Ex 40,8 - Ex 40,9 - Ex 40,10 - Ex 40,11 - Ex 40,12 - Ex 40,13 - Ex 40,14 - Ex 40,15 - Ex 40,16 - Ex 40,17 - Ex 40,18 - Ex 40,19 - Ex 40,20 - Ex 40,21 - Ex 40,22 - Ex 40,23 - Ex 40,24 - Ex 40,25 - Ex 40,26 - Ex 40,27 - Ex 40,28 - Ex 40,29 - Ex 40,30 - Ex 40,31 - Ex 40,32 - Ex 40,33 - Ex 40,34 - Ex 40,35 - Ex 40,36 - Ex 40,37 - Ex 40,38 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
18kai estèsen môusès tèn skènèn kai epethèken tas kefalidas kai dienebalen tous mochlous kai estèsen tous stulous  16 erexitque illud Moses et posuit tabulas ac bases et vectes statuitque columnas    18 Want Mozes richtte den tabernakel op, en zette zijn voeten, en stelde zijn berderen, en zette zijn richelen daaraan, en hij richtte deszelfs pilaren op.  [18] Mozes liet de verblijfplaats opstellen: men plaatste de voetstukken, bevestigde de schotten, bracht de verbindingslatten aan en richtte de palen op.  18] Mozes liet de voetstukken voor de tabernakel plaatsen, hij liet de planken erin zetten, de dwarsbalken aanbrengen en de palen oprichten.  18 Mozes richt de Woning op, geeft zijn sokkels een plaats, zet zijn stijlen op en geeft zijn sluitbomen hun plek, en richt zijn masten op.  18. Moïse dressa la Demeure ; il mit ses socles, plaça ses cadres, mit ses traverses et dressa ses colonnes. 

King James Bible . And Moses reared up the tabernacle, and fastened his sockets, and set up the boards thereof, and put in the bars thereof, and reared up his pillars.
Luther-Bibel . 18 Und Mose richtete die Wohnung auf und setzte ihre Füße hin und stellte die Bretter darauf und brachte die Riegel an und richtete die Säulen auf

Tekstuitleg van Ex 40,18 . Dit vers Ex 40,18 telt 16 (2 X 2 X 2 X 2) woorden en 60 (2 X 2 X 3 X 5) letters . De getalwaarde van Ex 40,18 is 5425 (2 X 2 X 2 X 2 X 3 X 113) . Vijf nevenschikkende zinnen (4 -3 - 3 - 3 - 3) .

5. wajjiththen (en hij zal geven) < wë + act. qal imperf. 3de pers. mann. enk. van het werkw. nâthan (geven) . Taalgebruik in Tenach : nâthan (geven) . Getalwaarde : nun = 14 of 50 , thaw = 22 of 400 ; totaal : 50 of 500 . Structuur : 5 - 4 - 5 . Gr. didômi (geven) . Taalgebruik in de Septuaginta : didômi (geven) . Taalgebruik in het N.T. : didômi (geven) . Lat. dare / donare - donum : geven - gave , gift . Fr. donner - don : geven - gave . D. geben . E. to give . Tenakh (185) . Pentateuck (73) . Ex (11) : (1) Ex 2,21 . (2) Ex 11,3 . (3) Ex 18,25 . (4) Ex 31,18 . (5) Ex 34,33 . (6) Ex 37,13 . (7) Ex 40,18 . (8) Ex 40,20 . (9) Ex 40,22 . (10) Ex 40,30 . (11) Ex 40,33 .

8. wë + act. qal imperfectum derde persoon mannelijk enkelvoud wajjâshèm (en hij plaatste) van het werkw. shâm (plaatsen, stellen)  . Taalgebruik in Tenakh : shâm (plaatsen, stellen) . Getalwaarde : shin = 21 of 300 , mem = 13 of 40 ; totaal : 34 (2 X 17) OF 340 (10 X 34) . Structuur : 3 - 4 . Tenakh (87) . Pentateuch (33) . Eerdere Profeten (36) . Latere Profeten (2) . 12 Kleine Profeten (2) . Geschriften (14) . Ex (13) : (1) Ex 9,5 . (2) Ex 14,21 . (3) Ex 19,7 . (4) Ex 24,6 . (5) Ex 39,7 . In acht verzen in Ex 40 : (1) Ex 40,18 . (2) Ex 40,19 . (3) Ex 40,20 . (4) Ex 40,21 . (5) Ex 40,24 . (6) Ex 40,26 . (7) Ex 40,28 . (8) Ex 40,30 .

11. wajjiththen (en hij zal geven) < wë + act. qal imperf. 3de pers. mann. enk. van het werkw. nâthan (geven) . Taalgebruik in Tenach : nâthan (geven) . Getalwaarde : nun = 14 of 50 , thaw = 22 of 400 ; totaal : 50 of 500 . Structuur : 5 - 4 - 5 . Gr. didômi (geven) . Taalgebruik in de Septuaginta : didômi (geven) . Taalgebruik in het N.T. : didômi (geven) . Lat. dare / donare - donum : geven - gave , gift . Fr. donner - don : geven - gave . D. geben . E. to give . Tenakh (185) . Pentateuck (73) . Ex (11) : (1) Ex 2,21 . (2) Ex 11,3 . (3) Ex 18,25 . (4) Ex 31,18 . (5) Ex 34,33 . (6) Ex 37,13 . (7) Ex 40,18 . (8) Ex 40,20 . (9) Ex 40,22 . (10) Ex 40,30 . (11) Ex 40,33 .

Ex 40,19 - Ex 40,19 : Inwijding van het heiligdom : Ex 40,1-38 -- bijbeloverzicht -- Ex (Exodus) -- Ex 40 -- bijbelverwijzingen -- Ex 40,1 - Ex 40,2 - Ex 40,3 - Ex 40,4 - Ex 40,5 - Ex 40,6 - Ex 40,7 - Ex 40,8 - Ex 40,9 - Ex 40,10 - Ex 40,11 - Ex 40,12 - Ex 40,13 - Ex 40,14 - Ex 40,15 - Ex 40,16 - Ex 40,17 - Ex 40,18 - Ex 40,19 - Ex 40,20 - Ex 40,21 - Ex 40,22 - Ex 40,23 - Ex 40,24 - Ex 40,25 - Ex 40,26 - Ex 40,27 - Ex 40,28 - Ex 40,29 - Ex 40,30 - Ex 40,31 - Ex 40,32 - Ex 40,33 - Ex 40,34 - Ex 40,35 - Ex 40,36 - Ex 40,37 - Ex 40,38 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
19kai exeteinen tas aulaias epi tèn skènèn kai epethèken to katakalumma tès skènès ep' autès anôthen katha sunetaxen kurios tô môusè  17 et expandit tectum super tabernaculum inposito desuper operimento sicut Dominus imperarat    19 En hij spreidde de tent uit over den tabernakel, en hij zette het deksel der tent daar bovenop, gelijk als de HEERE aan Mozes geboden had.   [19] De buitentent werd over de verblijfplaats gespannen en daaroverheen werd het tentdak gelegd, zoals de heer aan Mozes bevolen had.  [19] Over de tabernakel werd de tweede tent gespannen en daaroverheen werden de buitenste tentkleden gelegd, zoals de HEER Mozes had opgedragen.   19 Hij spreidt de tent uit over de Woning en legt het dekkleed van de tent daaroverheen, erbovenop, zoals de ENE aan Mozes heeft geboden. ••   19. Il étendit la tente pour la Demeure et plaça dessus la couverture de la tente, comme Yahvé l'avait ordonné à Moïse.  

King James Bible . And he spread abroad the tent over the tabernacle, and put the covering of the tent above upon it; as the LORD commanded Moses.
Luther-Bibel . 19 und breitete das Zeltdach aus über der Wohnung und legte die Decke des Zeltes oben darauf, wie der HERR ihm geboten hatte.

Tekstuitleg van Ex 40,19 . Dit vers Ex 40,19 telt 16 (2 X 2 X 2 X 2) woorden en 58 (2 X 29) letters . De getalwaarde van Ex 40,19,is 4201 . Twee nevenschikkende zinnen en één ondergeschikte zin (5 - 6 - 5) . Ex 40,18 - Ex 40,19 heeft zeven nevenschikkende zinnen met een qal imperfectum derde persoon mannelijk enkelvoud . Ex 40,18 - Ex 40,19 eindigt met de vaste formule volgens dewelke Mozes handelde naar de opdracht van JHWH .

5. `al (op, overeenkomstig, omwille van) . Taalgebruik in Tenach : `al (op, overeenkomstig) . Getalwaarde : ajin = 16 of 70, lamed = 12 of 30 ; totaal : 28 of 100 . Structuur : 7 - 3 . Tenakh (3075) .Pentateuch (828) . Ex (217) . Ex 40 (7) : (1) Ex 40,3 . (2) Ex 40,19 . (3) Ex 40,20 . (4) Ex 40,21 . (5) Ex 40,22 . (6) Ex 40,24 . (7) Ex 40,38 .

Ex 40,19.6. wë + act. qal imperfectum derde persoon mannelijk enkelvoud wajjâshèm (en hij plaatste) van het werkw. shâm (plaatsen, stellen)  . Taalgebruik in Tenakh : shâm (plaatsen, stellen) . Getalwaarde : shin = 21 of 300 , mem = 13 of 40 ; totaal : 34 (2 X 17) OF 340 (10 X 34) . Structuur : 3 - 4 . Tenakh (87) . Pentateuch (33) . Eerdere Profeten (36) . Latere Profeten (2) . 12 Kleine Profeten (2) . Geschriften (14) . Ex (13) : (1) Ex 9,5 . (2) Ex 14,21 . (3) Ex 19,7 . (4) Ex 24,6 . (5) Ex 39,7 . In acht verzen in Ex 40 : (1) Ex 40,18 . (2) Ex 40,19 . (3) Ex 40,20 . (4) Ex 40,21 . (5) Ex 40,24 . (6) Ex 40,26 . (7) Ex 40,28 . (8) Ex 40,30 .

12. - 16. ka´asjèr tsiwwâh JHWH ´èth mosjèh (zoals JHWH Mozes beval) . In éénenveertig verzen in de bijbel . In zestien verzen in Ex : twee in Ex 12 ; zeven in Ex 39 en zeven in Ex 40 : (1) Ex 40,19 . (2) Ex 40,21 . (3) Ex 40,23 . (4) Ex 40,25 . (5) Ex 40,27 . (6) Ex 40,29 . (7) Ex 40,32 .

Ex 40,20 - Ex 40,20 : Inwijding van het heiligdom : Ex 40,1-38 -- bijbeloverzicht -- Ex (Exodus) -- Ex 40 -- bijbelverwijzingen -- Ex 40,1 - Ex 40,2 - Ex 40,3 - Ex 40,4 - Ex 40,5 - Ex 40,6 - Ex 40,7 - Ex 40,8 - Ex 40,9 - Ex 40,10 - Ex 40,11 - Ex 40,12 - Ex 40,13 - Ex 40,14 - Ex 40,15 - Ex 40,16 - Ex 40,17 - Ex 40,18 - Ex 40,19 - Ex 40,20 - Ex 40,21 - Ex 40,22 - Ex 40,23 - Ex 40,24 - Ex 40,25 - Ex 40,26 - Ex 40,27 - Ex 40,28 - Ex 40,29 - Ex 40,30 - Ex 40,31 - Ex 40,32 - Ex 40,33 - Ex 40,34 - Ex 40,35 - Ex 40,36 - Ex 40,37 - Ex 40,38 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
20kai labôn ta marturia enebalen eis tèn kibôton kai upethèken tous diôstèras upo tèn kibôton  18 posuit et testimonium in arca subditis infra vectibus et oraculum desuper     20 Voorts nam hij, en leide de getuigenis in de ark, en deed de handbomen aan de ark, en hij zette het verzoendeksel boven op de ark.   20] Mozes legde de verbondsakte in de ark, schoof de draagstangen aan de ark en legde er het verzoendeksel op.   [20] Hij legde de verbondstekst in de ark, bevestigde de draagbomen aan de ark en legde de verzoeningsplaat erop.  20 Dan neemt hij de overeenkomst op en geeft die plaats in de ark en hij zet de draagstangen vast aan de ark; hij geeft het verzoendeksel zijn plaats op de ark, erbovenop.  20. Il prit le Témoignage, le mit dans l'arche, plaça les barres sur l'arche et mit le propitiatoire sur l'arche.  

King James Bible . And he took and put the testimony into the ark, and set the staves on the ark, and put the mercy seat above upon the ark:
Luther-Bibel . 20 Und er nahm das Gesetz und legte es in die Lade und tat die Stangen an die Lade und setzte den Gnadenthron oben auf die Lade

a. wajjiqqach (en hij nam)
b. wajjiththen ´èth hâ`eduth ´èl hâ´âron (en hij legde het getuigenis in de ark)
c.

Tekstuitleg van Ex 40,20 . Dit vers Ex 40,20 telt 17 woorden en 60 (2 X 2 X 3 X 5) letters . De getalwaarde van Ex 40,20 is 5074 (2 X 43 X 59) . Vier nevenschikkende zinnen (1 - 5 - 5 - 6) .

Ex 40,20.1. nevensch. voegwoord waw + act. ind. imperf. 3de pers. mann. enk. (jiqtal) wajjiqqach (en hij nam) van het werkw. lâqach (nemen, grijpen, ontvangen) . Taalgebruik in Tenach : lâqach (nemen, grijpen, ontvangen) . Getalwaarde : lamed = 12 of 30 , qoph = 19 of 100 , chet = 8 ; totaal : 39 (3 X 13) OF 138 (2 X 3 X 23) . Structuur : 3 - 1 - 8 . Gr. lambanô (nemen) . Taalgebruik in de Septuaginta : lambanô (nemen) . Taalgebruik in het N.T. : lambanô (nemen) . Lat. accipere (ad-capere = aan-grijpen, aannemen) . Fr. prendre . N. nemen . D. nehmen . E. take . Tenach (199) . Pentateuch (86) . Ex (15) : (1) Ex 2,1 . (2) Ex 4,20 . (3) Ex 6,20 . (4) Ex 6,23 . (5) Ex 13,19 . (6) Ex 14,7 . (7) Ex 18,2 . (8) Ex 18,12 . (9) Ex 24,6 . (10) Ex 24,7 . (11) Ex 24,8 . (12) Ex 32,4 . (13) Ex 32,20 . (14) Ex 34,4 . (15) Ex 40,20 . Ex 24 (3) . Ex 24,6 - Ex 24,7 - Ex 24,8 beginnen met wajjiqqach (en hij nam) .

Ex 40,20.2. wajjiththen (en hij zal geven) < wë + act. qal imperf. 3de pers. mann. enk. van het werkw. nâthan (geven) . Taalgebruik in Tenach : nâthan (geven) . Getalwaarde : nun = 14 of 50 , thaw = 22 of 400 ; totaal : 50 of 500 . Structuur : 5 - 4 - 5 . Gr. didômi (geven) . Taalgebruik in de Septuaginta : didômi (geven) . Taalgebruik in het N.T. : didômi (geven) . Lat. dare / donare - donum : geven - gave , gift . Fr. donner - don : geven - gave . D. geben . E. to give . Tenakh (185) . Pentateuck (73) . Ex (11) : (1) Ex 2,21 . (2) Ex 11,3 . (3) Ex 18,25 . (4) Ex 31,18 . (5) Ex 34,33 . (6) Ex 37,13 . (7) Ex 40,18 . (8) Ex 40,20 . (9) Ex 40,22 . (10) Ex 40,30 . (11) Ex 40,33 .

Ex 40,20.3. ´eth / ´èth (accusatief) . Taalgebruik in Tenakh : ´eth (accusatief) . Getalwaarde : aleph = 1 , thaw = 22 of 400 ; totaal : 23 OF 401 (priemgetal) . Structuur : 1 - 4 . Eerste en laatste letter van het Hebreeuwse alfabet . Tenakh (5699) . Pentateuch (2002) . Ex (473) . Ex 40 (31) o.a. Ex 40,20 (3X) .

Ex 40,20.4. hâ`eduth < bepaalde lidw. ha + zelfst. naamw. `edûth / `eduth (getuigenis, wet, voorschrift) OF stat. constr. vr. enk. `ädath (verzameling, bijeenkomst, synagoge) . Taalgebruik in Tenakh : `edûth / `eduth (getuigenis, wet, voorschrift) . Getalwaarde : ajin = 16 of 70 , daleth = 4 , thaw = 22 of 400 ; totaal : 42 (2 X 3 X 7) OF 474 (2 X 3 X 79) . Structuur : 7 - 4 - 4 . Tenakh (27) . Ex (16) . Lv (1) . Nu (8) . Dt (2) . Ex (16) : (1) Ex 16,34 . (2) Ex 25,16 . (3) Ex 25,21 . (4) Ex 25,22 . (5) Ex 26,34 . (6) Ex 27,21 . (7) Ex 30,6 . (8) Ex 30,26 . (9) Ex 30,36 . (10) Ex 31,18 . (11) Ex 32,15 . (12) Ex 34,29 . (13) Ex 38,21 . (14) Ex 39,35 . (15) Ex 40,5 . (16) Ex 40,20 .

Ex 40,20.3. - 4. ´èth hâ`eduth (het getuigenis, de wet) . Tenakh (2) : (1) Ex 25,21 . (2) Ex 40,20 . ´eth hâ`eduth (het getuigenis, de wet) . Tenakh (1) : Ex 25,16 .

Ex 40,20.5. ´l : voorzetsel ´èl (naar, tot) OF godsnaam El . De verkorte vorm van de godsnaam ´èlohîm is ´èl OF ontkenning ´al (niet) . Getalwaarde is : aleph = 1 ; lamed = 12 of 30 ; totaal 13 of 31 (spiegelbeeld) . Taalgebruik in Tenach : ´èl . Taalgebruik in Genesis : ´èl . Tenach (3626) . Pentateuch (1096) . Genesis (296) . Ex (256) . Ex 40 (6) : (1) Ex 40,1 . (2) Ex 40,12 . (3) Ex 40,20 . (4) Ex 40,21 . (5) Ex 40,32 . (6) Ex 40,35 .

Ex 40,20.6. hâ´âron (de ark) < bepaald lidw. ha + zelfst. naamw. ´äron (ark, kast, kist) . Taalgebruik in Tenakh : ´ärôn (ark, kast, kist) . Getalwaarde : aleph = 1 , resj = 20 of 200 , waw = 6 , nun = 14 of 50 ; totaal : 41 (5 X 7) OF 257 (priemgetal) . Structuur : 1 - 2 - 6 - 5 . Lat. arca ; arcanum (mv. arcana (iets wat in een koffer wordt verborgen of opgeborgen , geheimzinnig) . E. arc , arcane . Gr. hè kibôtos . Tenakh (14) : (1) Ex 25,14 . (2) Ex 25,15 . (3) Ex 25,16 . (4) Ex 25,21 . (5) Ex 31,7 . (6) Ex 35,12 . (7) Ex 37,1 . (8) Ex 37,5 . (9) Ex 40,3 . (10) Ex 40,20 . (11) Ex 40,21 . (12) Lv 16,2 . (13) Nu 3,31 . (14) Nu 10,35 .

Ex 40,20.5. - 6. ´èl hâ´âron (naar / in de ark) . Tenakh (2) : (1) Ex 25,16 . (2) Ex 40,20 .

Ex 40,20.7. wë + act. qal imperfectum derde persoon mannelijk enkelvoud wajjäshèm (en hij plaatste) van het werkw. shâm (plaatsen, stellen)  . Taalgebruik in Tenach : shâm (plaatsen, stellen) . Getalwaarde : shin = 21 of 300 , mem = 13 of 40 ; totaal : 34 (2 X 17) OF 340 (10 X 34) . Structuur : 3 - 4 . Tenakh (87) . Pentateuch (33) . Eerdere Profeten (36) . Latere Profeten (2) . 12 Kleine Profeten (2) . Geschriften (14) . Ex (13) : (1) Ex 9,5 . (2) Ex 14,21 . (3) Ex 19,7 . (4) Ex 24,6 . (5) Ex 39,7 . In acht verzen in Ex 40 : (1) Ex 40,18 . (2) Ex 40,19 . (3) Ex 40,20 . (4) Ex 40,21 . (5) Ex 40,24 . (6) Ex 40,26 . (7) Ex 40,28 . (8) Ex 40,30 .

Ex 40,20.8. ´eth / ´èth (accusatief) . Taalgebruik in Tenakh : ´eth (accusatief) . Getalwaarde : aleph = 1 , thaw = 22 of 400 ; totaal : 23 OF 401 (priemgetal) . Structuur : 1 - 4 . Eerste en laatste letter van het Hebreeuwse alfabet . Tenakh (5699) . Pentateuch (2002) . Ex (473) . Ex 40 (31) o.a. Ex 40,20 (3X) .

10. `al (op, overeenkomstig, omwille van) . Taalgebruik in Tenach : `al (op, overeenkomstig) . Getalwaarde : ajin = 16 of 70, lamed = 12 of 30 ; totaal : 28 of 100 . Structuur : 7 - 3 . Tenakh (3075) .Pentateuch (828) . Ex (217) . Ex 40 (7) : (1) Ex 40,3 . (2) Ex 40,19 . (3) Ex 40,20 . (4) Ex 40,21 . (5) Ex 40,22 . (6) Ex 40,24 . (7) Ex 40,38 .

Ex 40,20.11. hâ´âron (de ark) < bepaald lidw. ha + zelfst. naamw. ´äron (ark, kast, kist) . Taalgebruik in Tenakh : ´ärôn (ark, kast, kist) . Getalwaarde : aleph = 1 , resj = 20 of 200 , waw = 6 , nun = 14 of 50 ; totaal : 41 (5 X 7) OF 257 (priemgetal) . Structuur : 1 - 2 - 6 - 5 . Lat. arca ; arcanum (mv. arcana (iets wat in een koffer wordt verborgen of opgeborgen , geheimzinnig) . E. arc , arcane . Gr. hè kibôtos . Tenakh (14) : (1) Ex 25,14 . (2) Ex 25,15 . (3) Ex 25,16 . (4) Ex 25,21 . (5) Ex 31,7 . (6) Ex 35,12 . (7) Ex 37,1 . (8) Ex 37,5 . (9) Ex 40,3 . (10) Ex 40,20 . (11) Ex 40,21 . (12) Lv 16,2 . (13) Nu 3,31 . (14) Nu 10,35 .

Ex 40,20.12. wajjiththen (en hij zal geven) < wë + act. qal imperf. 3de pers. mann. enk. van het werkw. nâthan (geven) . Taalgebruik in Tenach : nâthan (geven) . Getalwaarde : nun = 14 of 50 , thaw = 22 of 400 ; totaal : 50 of 500 . Structuur : 5 - 4 - 5 . Gr. didômi (geven) . Taalgebruik in de Septuaginta : didômi (geven) . Taalgebruik in het N.T. : didômi (geven) . Lat. dare / donare - donum : geven - gave , gift . Fr. donner - don : geven - gave . D. geben . E. to give . Tenakh (185) . Pentateuck (73) . Ex (11) : (1) Ex 2,21 . (2) Ex 11,3 . (3) Ex 18,25 . (4) Ex 31,18 . (5) Ex 34,33 . (6) Ex 37,13 . (7) Ex 40,18 . (8) Ex 40,20 . (9) Ex 40,22 . (10) Ex 40,30 . (11) Ex 40,33 .

Ex 40,20.13. ´eth / ´èth (accusatief) . Taalgebruik in Tenakh : ´eth (accusatief) . Getalwaarde : aleph = 1 , thaw = 22 of 400 ; totaal : 23 OF 401 (priemgetal) . Structuur : 1 - 4 . Eerste en laatste letter van het Hebreeuwse alfabet . Tenakh (5699) . Pentateuch (2002) . Ex (473) . Ex 40 (31) o.a. Ex 40,20 (3X) .

15. `al (op, overeenkomstig, omwille van) . Taalgebruik in Tenach : `al (op, overeenkomstig) . Getalwaarde : ajin = 16 of 70, lamed = 12 of 30 ; totaal : 28 of 100 . Structuur : 7 - 3 . Tenakh (3075) .Pentateuch (828) . Ex (217) . Ex 40 (7) : (1) Ex 40,3 . (2) Ex 40,19 . (3) Ex 40,20 . (4) Ex 40,21 . (5) Ex 40,22 . (6) Ex 40,24 . (7) Ex 40,38 .

Ex 40,20.16. hâ´âron (de ark) < bepaald lidw. ha + zelfst. naamw. ´äron (ark, kast, kist) . Taalgebruik in Tenakh : ´ärôn (ark, kast, kist) . Getalwaarde : aleph = 1 , resj = 20 of 200 , waw = 6 , nun = 14 of 50 ; totaal : 41 (5 X 7) OF 257 (priemgetal) . Structuur : 1 - 2 - 6 - 5 . Lat. arca ; arcanum (mv. arcana (iets wat in een koffer wordt verborgen of opgeborgen , geheimzinnig) . E. arc , arcane . Gr. hè kibôtos . Tenakh (14) : (1) Ex 25,14 . (2) Ex 25,15 . (3) Ex 25,16 . (4) Ex 25,21 . (5) Ex 31,7 . (6) Ex 35,12 . (7) Ex 37,1 . (8) Ex 37,5 . (9) Ex 40,3 . (10) Ex 40,20 . (11) Ex 40,21 . (12) Lv 16,2 . (13) Nu 3,31 . (14) Nu 10,35 .

Ex 40,21 - Ex 40,21 : Inwijding van het heiligdom : Ex 40,1-38 -- bijbeloverzicht -- Ex (Exodus) -- Ex 40 -- bijbelverwijzingen -- Ex 40,1 - Ex 40,2 - Ex 40,3 - Ex 40,4 - Ex 40,5 - Ex 40,6 - Ex 40,7 - Ex 40,8 - Ex 40,9 - Ex 40,10 - Ex 40,11 - Ex 40,12 - Ex 40,13 - Ex 40,14 - Ex 40,15 - Ex 40,16 - Ex 40,17 - Ex 40,18 - Ex 40,19 - Ex 40,20 - Ex 40,21 - Ex 40,22 - Ex 40,23 - Ex 40,24 - Ex 40,25 - Ex 40,26 - Ex 40,27 - Ex 40,28 - Ex 40,29 - Ex 40,30 - Ex 40,31 - Ex 40,32 - Ex 40,33 - Ex 40,34 - Ex 40,35 - Ex 40,36 - Ex 40,37 - Ex 40,38 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
21kai eisènegken tèn kibôton eis tèn skènèn kai epethèken to katakalumma tou katapetasmatos kai eskepasen tèn kibôton tou marturiou on tropon sunetaxen kurios tô môusè  19 cumque intulisset arcam in tabernaculum adpendit ante eam velum ut expleret Domini iussionem    21 En hij bracht de ark in den tabernakel, en hij hing den voorhang van het deksel op, en bedekte de ark der getuigenis, gelijk als de HEERE aan Mozes geboden had.   [21] Hij bracht de ark in de verblijfplaats, hing het voorhangsel op, zodat de ark met de verbondsakte naar het bevel van de heer aan het gezicht werd onttrokken.  [21] Hij zette de ark in de tabernakel en hing ter afscherming van de ark met de verbondstekst het voorhangsel op, zoals de HEER hem had opgedragen.  21 Hij doet de ark komen in de Woning, zet vast de voorhang van de huif en overhuift daarmee de ark met de overeenkomst,– zoals de ENE aan Mozes heeft geboden. ••   21. Il introduisit l'arche dans la Demeure et plaça le rideau du voile ; il voila ainsi l'arche du Témoignage, comme Yahvé l'avait ordonné à Moïse. 

King James Bible . And he brought the ark into the tabernacle, and set up the vail of the covering, and covered the ark of the testimony; as the LORD commanded Moses.
Luther-Bibel . 21 und brachte die Lade in die Wohnung und hängte den Vorhang auf und verhüllte so die Lade des Gesetzes, wie ihm der HERR geboten hatte,

Tekstuitleg van Ex 40,21 . Dit vers Ex 40,21 telt 18 (2 X 3 X 3) woorden en 62 (2 X 31) letters . De getalwaarde van Ex 40,21 is 5036 (2 X 2 X 1259) . Drie nevenschikkende zinnen en één ondergeschikte zin . Ex 40,20 - Ex 40,21 heeft zeven nevenschikkende zinnen met een qal imperfectum derde persoon mannelijk enkelvoud . Ex 40,20 - Ex 40,21 eindigt met de vaste formule volgens dewelke Mozes handelde naar de opdracht van JHWH .

Ex 40,21.1. wajjâbho´ (en hij ging, en hij kwam) OF wajjâbhe´(en hij liet gaan, en hij liet komen) < verbindingswoord wë + act. qal imperf. 3de pers. mann. enk. OF act. hifil imperf. 3de pers. mann. enk. van het werkw. bw´ (gaan, komen) . Taalgebruik in Tenach : bw´ (gaan, komen) . Getalwaarde : beth = 2 , aleph = 1 ; totaal : 3 . Structuur : 2 - 1 . Spiegelbeeld van het woord ´ab (vader) . Tenakh (289) . Pentateuch (72) . Ex (16) . (1) Ex 3,1 . (2) Ex 3,6 . (3) Ex 7,10 . (4) Ex 7,23 . (5) Ex 8,20 . (6) Ex 10,3 . (7) Ex 14,20 . (8) Ex 17,8 . (9) Ex 18,5 . (10) Ex 18,12 . (11) Ex 19,7 . (12) Ex 24,3 . (13) Ex 24,18 . (14) Ex 37,5 . (15) Ex 38,7 . (16) Ex 40,21 . Andere : (1) Ex 7,23 (Farao) . (2) Ex 8,20 (steekvliegen) . (3) Ex 14,20 (de wolk) . (4) Ex 17,8 (Amalek) .

Ex 40,21.2. ´eth / ´èth (accusatief) . Taalgebruik in Tenakh : ´eth (accusatief) . Getalwaarde : aleph = 1 , thaw = 22 of 400 ; totaal : 23 OF 401 (priemgetal) . Structuur : 1 - 4 . Tenakh (5699) . Pentateuch (2002) . Ex (473) . Ex 40 (31) . (3X) .

Ex 40,21.3. hâ´âron (de ark) . Zie ´ärôn (ark, kast, kist) . taalgebruik in Tenakh : ´ärôn (ark, kast, kist) . Getalwaarde : aleph = 1 , resj = 20 of 200 , waw = 6 , nun = 14 of 50 ; totaal : 41 (5 X 7) OF 257 (priemgetal) . Structuur : 1 - 2 - 6 - 5 . Tenakh (14) : (1) Ex 25,14 . (2) Ex 25,15 . (3) Ex 25,16 . (4) Ex 25,21 . (5) Ex 31,7 . (6) Ex 35,12 . (7) Ex 37,1 . (8) Ex 37,5 . (9) Ex 40,3 . (10) Ex 40,20 . (11) Ex 40,21 . (12) Lv 16,2 . (13) Nu 3,31 . (14) Nu 10,35 .

Ex 40,21.2. - 3. ´èth hâ´âron (de ark) . Tenakh (5) : (1) Ex 25,14 . (2) Ex 35,12 . (3) Ex 37,1 . (4) Ex 37,5 . (5) Ex 40,21 .

1. - 3. wajjâbhe´ ´èth hâ´âron (en hij bracht de ark) . Tenakh (1) Ex 40,21 . Vergelijk : wajjâbhi´û ´èth ´ärôn JHWH (en zij brachten de ark van JHWH) . Tenakh (1) 2 S 6,17 . EN : wajjâbhe´ ... ´èth hâ´âron (en zij brachten de ark) . Tenakh (1) 1 K 8,6 .Bij de inwijding van de ark bracht Mozes de ark naar de tent van de samenkomst (Ex 40,21) . Wanneer David de stad Jeruzalem veroverd heeft , brengt hij de ark naar de stad (2 S 6,17) . Bij de inwijding van de tempel brachten de priesters de ark naar het heiligste der heiligen in de tempel (1 K 8,6) .

Ex 40,21.4. ´l : voorzetsel ´èl (naar, tot) OF godsnaam El . De verkorte vorm van de godsnaam ´èlohîm is ´èl OF ontkenning ´al (niet) . Getalwaarde is : aleph = 1 ; lamed = 12 of 30 ; totaal 13 of 31 (spiegelbeeld) . Taalgebruik in Tenach : ´èl . Taalgebruik in Genesis : ´èl . Tenach (3626) . Pentateuch (1096) . Genesis (296) . Ex (256) . Ex 40 (6) : (1) Ex 40,1 . (2) Ex 40,12 . (3) Ex 40,20 . (4) Ex 40,21 . (5) Ex 40,32 . (6) Ex 40,35 .

Ex 40,21.5. Bepaald lidwoord + zelfstandig naamwoord hammisjëkân (de woning, tent) van het zelfst. naamw. misjëkan (woning, tent) . Taalgebruik in Tenakh : misjëkan (woning, tent) . Getalwaarde : mem = 13 of 40 , sjin = 21 of 300 , kaph = 11 of 20 , nun = 14 of 50 ; totaal : 59 (priemgetal) OF 410 (2 X 5 X 41) . Structuur : 4 - 3 - 2 - 5 . Tenakh (70) . Pentateuch (69) + 1 Kr 23, 26 . Ex (43) . Ex 40 (11) : (1) Ex 40,9 . (2) Ex 40,17 . (3) Ex 40,18 . (4) Ex 40,19 . (5) Ex 40,21 . (6) Ex 40,22 . (7) Ex 40,24 . In vier verzen in Ex 40,34-38 : (1) Ex 40,34 . (2) Ex 40,35 . (3) Ex 40,36 . (4) Ex 40,38 .

Ex 40,21.4. - 5. ´èl hammisjëkân (naar de tent) . Tenakh (1) : Ex 40,21 .

Ex 40,21.6. wë + act. qal imperfectum derde persoon mannelijk enkelvoud wajjâshèm (en hij plaatste) van het werkw. shâm (plaatsen, stellen)  . Taalgebruik in Tenakh : shâm (plaatsen, stellen) . Getalwaarde : shin = 21 of 300 , mem = 13 of 40 ; totaal : 34 (2 X 17) OF 340 (10 X 34) . Structuur : 3 - 4 . Tenakh (87) . Pentateuch (33) . Eerdere Profeten (36) . Latere Profeten (2) . 12 Kleine Profeten (2) . Geschriften (14) . Ex (13) : (1) Ex 9,5 . (2) Ex 14,21 . (3) Ex 19,7 . (4) Ex 24,6 . (5) Ex 39,7 . In acht verzen in Ex 40 : (1) Ex 40,18 . (2) Ex 40,19 . (3) Ex 40,20 . (4) Ex 40,21 . (5) Ex 40,24 . (6) Ex 40,26 . (7) Ex 40,28 . (8) Ex 40,30 .

Ex 40,21.7. ´eth / ´èth (accusatief) . Taalgebruik in Tenakh : ´eth (accusatief) . Getalwaarde : aleph = 1 , thaw = 22 of 400 ; totaal : 23 OF 401 (priemgetal) . Structuur : 1 - 4 . Tenakh (5699) . Pentateuch (2002) . Ex (473) . Ex 40 (31) . (3X) .

11. `al (op, overeenkomstig, omwille van) . Taalgebruik in Tenach : `al (op, overeenkomstig) . Getalwaarde : ajin = 16 of 70, lamed = 12 of 30 ; totaal : 28 of 100 . Structuur : 7 - 3 . Tenakh (3075) .Pentateuch (828) . Ex (217) . Ex 40 (7) : (1) Ex 40,3 . (2) Ex 40,19 . (3) Ex 40,20 . (4) Ex 40,21 . (5) Ex 40,22 . (6) Ex 40,24 . (7) Ex 40,38 .

Ex 40,21.17. ´eth / ´èth (accusatief) . Taalgebruik in Tenakh : ´eth (accusatief) . Getalwaarde : aleph = 1 , thaw = 22 of 400 ; totaal : 23 OF 401 (priemgetal) . Structuur : 1 - 4 . Tenakh (5699) . Pentateuch (2002) . Ex (473) . Ex 40 (31) . (3X) .

Ex 40,22 - Ex 40,22 : Inwijding van het heiligdom : Ex 40,1-38 -- bijbeloverzicht -- Ex (Exodus) -- Ex 40 -- bijbelverwijzingen -- Ex 40,1 - Ex 40,2 - Ex 40,3 - Ex 40,4 - Ex 40,5 - Ex 40,6 - Ex 40,7 - Ex 40,8 - Ex 40,9 - Ex 40,10 - Ex 40,11 - Ex 40,12 - Ex 40,13 - Ex 40,14 - Ex 40,15 - Ex 40,16 - Ex 40,17 - Ex 40,18 - Ex 40,19 - Ex 40,20 - Ex 40,21 - Ex 40,22 - Ex 40,23 - Ex 40,24 - Ex 40,25 - Ex 40,26 - Ex 40,27 - Ex 40,28 - Ex 40,29 - Ex 40,30 - Ex 40,31 - Ex 40,32 - Ex 40,33 - Ex 40,34 - Ex 40,35 - Ex 40,36 - Ex 40,37 - Ex 40,38 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
22kai ethèken tèn trapezan eis tèn skènèn tou marturiou epi to klitos tès skènès tou marturiou to pros borran exôthen tou katapetasmatos tès skènès 20 posuit et mensam in tabernaculo testimonii ad plagam septentrionalem extra velum    22 Hij zette ook de tafel in de tent der samenkomst, aan de zijde des tabernakels tegen het noorden, buiten den voorhang. 
[22] Hij plaatste de tafel in de tent van samenkomst, aan de noordkant van de verblijfplaats, voor het voorhangsel. 
[22] Hij zette de tafel aan de noordkant van de tabernakel, de ontmoetingstent, buiten het voorhangsel,  22 Hij geeft de tafel zijn plaats in de tent van samenkomst tegen de noordelijke flank van de Woning,– buiten de voorhang.  22. Il mit la table dans la Tente du Rendez-vous, sur le côté de la Demeure, au nord, à l'extrémité du voile, 

King James Bible . And he put the table in the tent of the congregation, upon the side of the tabernacle northward, without the vail.
Luther-Bibel . 22 und setzte den Tisch in die Stiftshütte an die Seite der Wohnung nach Norden, außen vor dem Vorhang,

Tekstuitleg van Ex 40,22 . Dit vers Ex 40,22 telt 11 woorden en 42 (2 X 3 X 7) letters . De getalwaarde van Ex 40,22 is 3262 (2 X 7 X 233) . Eén nevenschikkende zin .

1. wajjiththen (en hij zal geven) < wë + act. qal imperf. 3de pers. mann. enk. van het werkw. nâthan (geven) . Taalgebruik in Tenach : nâthan (geven) . Getalwaarde : nun = 14 of 50 , thaw = 22 of 400 ; totaal : 50 of 500 . Structuur : 5 - 4 - 5 . Gr. didômi (geven) . Taalgebruik in de Septuaginta : didômi (geven) . Taalgebruik in het N.T. : didômi (geven) . Lat. dare / donare - donum : geven - gave , gift . Fr. donner - don : geven - gave . D. geben . E. to give . Tenakh (185) . Pentateuck (73) . Ex (11) : (1) Ex 2,21 . (2) Ex 11,3 . (3) Ex 18,25 . (4) Ex 31,18 . (5) Ex 34,33 . (6) Ex 37,13 . (7) Ex 40,18 . (8) Ex 40,20 . (9) Ex 40,22 . (10) Ex 40,30 . (11) Ex 40,33 .

6. `al (op, overeenkomstig, omwille van) . Taalgebruik in Tenach : `al (op, overeenkomstig) . Getalwaarde : ajin = 16 of 70, lamed = 12 of 30 ; totaal : 28 of 100 . Structuur : 7 - 3 . Tenakh (3075) .Pentateuch (828) . Ex (217) . Ex 40 (7) : (1) Ex 40,3 . (2) Ex 40,19 . (3) Ex 40,20 . (4) Ex 40,21 . (5) Ex 40,22 . (6) Ex 40,24 . (7) Ex 40,38 .

Ex 40,23 - Ex 40,23 : Inwijding van het heiligdom : Ex 40,1-38 -- bijbeloverzicht -- Ex (Exodus) -- Ex 40 -- bijbelverwijzingen -- Ex 40,1 - Ex 40,2 - Ex 40,3 - Ex 40,4 - Ex 40,5 - Ex 40,6 - Ex 40,7 - Ex 40,8 - Ex 40,9 - Ex 40,10 - Ex 40,11 - Ex 40,12 - Ex 40,13 - Ex 40,14 - Ex 40,15 - Ex 40,16 - Ex 40,17 - Ex 40,18 - Ex 40,19 - Ex 40,20 - Ex 40,21 - Ex 40,22 - Ex 40,23 - Ex 40,24 - Ex 40,25 - Ex 40,26 - Ex 40,27 - Ex 40,28 - Ex 40,29 - Ex 40,30 - Ex 40,31 - Ex 40,32 - Ex 40,33 - Ex 40,34 - Ex 40,35 - Ex 40,36 - Ex 40,37 - Ex 40,38 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
23kai proethèken ep' autès artous tès protheseôs enanti kuriou on tropon sunetaxen kurios tô môusè  21 ordinatis coram propositionis panibus sicut praeceperat Dominus Mosi    23 En hij schikte daarop het brood in orde, voor het aangezicht des HEEREN, gelijk als de HEERE aan Mozes geboden had.   [23] Hij zette er het toonbrood op, zoals de heer aan Mozes bevolen had.  [23] en schikte daarop het brood, ten overstaan van de HEER, zoals de HEER hem had opgedragen.  23 Hij rangschikt daarop de rangschikking van brood voor het aanschijn van de ENE, zoals de ENE aan Mozes heeft geboden. ••  23. et il disposa avec ordre le pain devant Yahvé, comme Yahvé l'avait ordonné à Moïse. 

King James Bible . And he set the bread in order upon it before the LORD; as the LORD had commanded Moses.
Luther-Bibel . 23 und legte die Schaubrote auf vor dem HERRN, wie ihm der HERR geboten hatte,

Tekstuitleg van Ex 40,23 . Dit vers Ex 40,23 telt 11 woorden en 39 (3 X 13) letters . De getalwaarde van Ex 40,23 is 2380 (2 X 3 X 5 X 7 X 17) . Eén hoofdzin en één bijzin . Ex 40,22 - Ex 40,23 heeft twee nevenschikkende zinnen met een qal imperfectum derde persoon mannelijk enkelvoud . Ex 40,22 - Ex 40,23 eindigt met de vaste formule volgens dewelke Mozes handelde naar de opdracht van JHWH .

Ex 40,24 - Ex 40,24 : Inwijding van het heiligdom : Ex 40,1-38 -- bijbeloverzicht -- Ex (Exodus) -- Ex 40 -- bijbelverwijzingen -- Ex 40,1 - Ex 40,2 - Ex 40,3 - Ex 40,4 - Ex 40,5 - Ex 40,6 - Ex 40,7 - Ex 40,8 - Ex 40,9 - Ex 40,10 - Ex 40,11 - Ex 40,12 - Ex 40,13 - Ex 40,14 - Ex 40,15 - Ex 40,16 - Ex 40,17 - Ex 40,18 - Ex 40,19 - Ex 40,20 - Ex 40,21 - Ex 40,22 - Ex 40,23 - Ex 40,24 - Ex 40,25 - Ex 40,26 - Ex 40,27 - Ex 40,28 - Ex 40,29 - Ex 40,30 - Ex 40,31 - Ex 40,32 - Ex 40,33 - Ex 40,34 - Ex 40,35 - Ex 40,36 - Ex 40,37 - Ex 40,38 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
24kai ethèken tèn luchnian eis tèn skènèn tou marturiou eis to klitos tès skènès to pros noton  22 posuit et candelabrum in tabernaculum testimonii e regione mensae in parte australi     24 Hij zette ook den kandelaar in de tent der samenkomst, recht over de tafel, aan de zijde des tabernakels, zuidwaarts. 
[24] Hij plaatste de luchter in de tent van samenkomst, tegenover de tafel, aan de zuidkant. 
[24] De lampenstandaard zette hij aan de zuidkant van de tabernakel, tegenover de tafel,  24 Hij zet de menora in de tent van samenkomst, tegenóver de tafel tegen de zuidelijke flank van de Woning.  24. Il plaça le candélabre dans la Tente du Rendez-vous, en face de la table, sur le côté de la Demeure, au sud,

King James Bible . [24] And he put the candlestick in the tent of the congregation, over against the table, on the side of the tabernacle southward.
Luther-Bibel . 24 und setzte den Leuchter auch hinein gegenüber dem Tisch an die Seite der Wohnung nach Süden

Tekstuitleg van Ex 40,24 . Dit vers Ex 40,24 telt 11 woorden en 41 letters . De getalwaarde van Ex 40,24 is 2491 . Eén nevenschikkende zin .

1. wë + act. qal imperfectum derde persoon mannelijk enkelvoud wajjâshèm (en hij plaatste) van het werkw. shâm (plaatsen, stellen)  . Taalgebruik in Tenakh : shâm (plaatsen, stellen) . Getalwaarde : shin = 21 of 300 , mem = 13 of 40 ; totaal : 34 (2 X 17) OF 340 (10 X 34) . Structuur : 3 - 4 . Tenakh (87) . Pentateuch (33) . Eerdere Profeten (36) . Latere Profeten (2) . 12 Kleine Profeten (2) . Geschriften (14) . Ex (13) : (1) Ex 9,5 . (2) Ex 14,21 . (3) Ex 19,7 . (4) Ex 24,6 . (5) Ex 39,7 . In acht verzen in Ex 40 : (1) Ex 40,18 . (2) Ex 40,19 . (3) Ex 40,20 . (4) Ex 40,21 . (5) Ex 40,24 . (6) Ex 40,26 . (7) Ex 40,28 . (8) Ex 40,30 .

8. `al (op, overeenkomstig, omwille van) . Taalgebruik in Tenach : `al (op, overeenkomstig) . Getalwaarde : ajin = 16 of 70, lamed = 12 of 30 ; totaal : 28 of 100 . Structuur : 7 - 3 . Tenakh (3075) .Pentateuch (828) . Ex (217) . Ex 40 (7) : (1) Ex 40,3 . (2) Ex 40,19 . (3) Ex 40,20 . (4) Ex 40,21 . (5) Ex 40,22 . (6) Ex 40,24 . (7) Ex 40,38 .

Ex 40,25 - Ex 40,25 : Inwijding van het heiligdom : Ex 40,1-38 -- bijbeloverzicht -- Ex (Exodus) -- Ex 40 -- bijbelverwijzingen -- Ex 40,1 - Ex 40,2 - Ex 40,3 - Ex 40,4 - Ex 40,5 - Ex 40,6 - Ex 40,7 - Ex 40,8 - Ex 40,9 - Ex 40,10 - Ex 40,11 - Ex 40,12 - Ex 40,13 - Ex 40,14 - Ex 40,15 - Ex 40,16 - Ex 40,17 - Ex 40,18 - Ex 40,19 - Ex 40,20 - Ex 40,21 - Ex 40,22 - Ex 40,23 - Ex 40,24 - Ex 40,25 - Ex 40,26 - Ex 40,27 - Ex 40,28 - Ex 40,29 - Ex 40,30 - Ex 40,31 - Ex 40,32 - Ex 40,33 - Ex 40,34 - Ex 40,35 - Ex 40,36 - Ex 40,37 - Ex 40,38 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
25kai epethèken tous luchnous autès enanti kuriou on tropon sunetaxen kurios tô môusè 23 locatis per ordinem lucernis iuxta praeceptum Domini     25 En hij stak de lampen aan voor het aangezicht des HEEREN, gelijk als de HEERE aan Mozes geboden had.   [25] Hij stelde de lampen op voor de heer, zoals de heer hem bevolen had.  [25] en hij stak de lampen voor de HEER aan, zoals de HEER hem had opgedragen.   25 Hij steekt de lampen aan voor het aanschijn van de ENE, zoals de ENE aan Mozes heeft geboden. ••   25. et monta les lampes devant Yahvé, comme Yahvé l'avait ordonné à Moïse. 

King James Bible . [25] And he lighted the lamps before the LORD; as the LORD commanded Moses.
Luther-Bibel . 25 und setzte die Lampen auf vor dem HERRN, wie ihm der HERR geboten hatte.

Tekstuitleg van Ex 40,25 . Dit vers Ex 40,25 telt 9 woorden en 32 letters . De getalwaarde van Ex 40,25 is 2361 . Eén hoofdzin en één bijzin . Ex 40,24 - Ex 40,25 heeft twee nevenschikkende zinnen met een qal imperfectum derde persoon mannelijk enkelvoud . Ex 40,24 - Ex 40,25 eindigt met de vaste formule volgens dewelke Mozes handelde naar de opdracht van JHWH .

Ex 40,26 - Ex 40,26 : Inwijding van het heiligdom : Ex 40,1-38 -- bijbeloverzicht -- Ex (Exodus) -- Ex 40 -- bijbelverwijzingen -- Ex 40,1 - Ex 40,2 - Ex 40,3 - Ex 40,4 - Ex 40,5 - Ex 40,6 - Ex 40,7 - Ex 40,8 - Ex 40,9 - Ex 40,10 - Ex 40,11 - Ex 40,12 - Ex 40,13 - Ex 40,14 - Ex 40,15 - Ex 40,16 - Ex 40,17 - Ex 40,18 - Ex 40,19 - Ex 40,20 - Ex 40,21 - Ex 40,22 - Ex 40,23 - Ex 40,24 - Ex 40,25 - Ex 40,26 - Ex 40,27 - Ex 40,28 - Ex 40,29 - Ex 40,30 - Ex 40,31 - Ex 40,32 - Ex 40,33 - Ex 40,34 - Ex 40,35 - Ex 40,36 - Ex 40,37 - Ex 40,38 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
26kai ethèken to thusiastèrion to chrusoun en tè skènè tou marturiou apenanti tou katapetasmatos  24 posuit et altare aureum sub tecto testimonii contra velum    26 En hij zette het gouden altaar in de tent der samenkomst, voor den voorhang. 
[26] Hij plaatste het gouden altaar in de tent van samenkomst, vóór het voorhangsel.  
[26] Het gouden altaar zette hij voor het voorhangsel in de ontmoetingstent  26 Hij zet het gouden altaar neer in de tent van samenkomst,– voor het aanschijn van de voorhang.  26. Il plaça l'autel d'or dans la Tente du Rendez-vous, devant le voile, 

King James Bible . [26] And he put the golden altar in the tent of the congregation before the vail:
Luther-Bibel . 26 Und er setzte den goldenen Altar hinein vor den Vorhang

Tekstuitleg van Ex 40,26 . Dit vers Ex 40,26 telt 8 woorden en 31 letters . De getalwaarde van Ex 40,26 is 1866 .

1. wë + act. qal imperfectum derde persoon mannelijk enkelvoud wajjâshèm (en hij plaatste) van het werkw. shâm (plaatsen, stellen)  . Taalgebruik in Tenakh : shâm (plaatsen, stellen) . Getalwaarde : shin = 21 of 300 , mem = 13 of 40 ; totaal : 34 (2 X 17) OF 340 (10 X 34) . Structuur : 3 - 4 . Tenakh (87) . Pentateuch (33) . Eerdere Profeten (36) . Latere Profeten (2) . 12 Kleine Profeten (2) . Geschriften (14) . Ex (13) : (1) Ex 9,5 . (2) Ex 14,21 . (3) Ex 19,7 . (4) Ex 24,6 . (5) Ex 39,7 . In acht verzen in Ex 40 : (1) Ex 40,18 . (2) Ex 40,19 . (3) Ex 40,20 . (4) Ex 40,21 . (5) Ex 40,24 . (6) Ex 40,26 . (7) Ex 40,28 . (8) Ex 40,30 .

Ex 40,27 - Ex 40,27 : Inwijding van het heiligdom : Ex 40,1-38 -- bijbeloverzicht -- Ex (Exodus) -- Ex 40 -- bijbelverwijzingen -- Ex 40,1 - Ex 40,2 - Ex 40,3 - Ex 40,4 - Ex 40,5 - Ex 40,6 - Ex 40,7 - Ex 40,8 - Ex 40,9 - Ex 40,10 - Ex 40,11 - Ex 40,12 - Ex 40,13 - Ex 40,14 - Ex 40,15 - Ex 40,16 - Ex 40,17 - Ex 40,18 - Ex 40,19 - Ex 40,20 - Ex 40,21 - Ex 40,22 - Ex 40,23 - Ex 40,24 - Ex 40,25 - Ex 40,26 - Ex 40,27 - Ex 40,28 - Ex 40,29 - Ex 40,30 - Ex 40,31 - Ex 40,32 - Ex 40,33 - Ex 40,34 - Ex 40,35 - Ex 40,36 - Ex 40,37 - Ex 40,38 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
27kai ethumiasen ep' autou to thumiama tès suntheseôs kathaper sunetaxen kurios tô môusè  25 et adolevit super eo incensum aromatum sicut iusserat Dominus    27 En hij stak daarop aan reukwerk van welriekende specerijen, gelijk als de HEERE aan Mozes geboden had.   [27] Toen brandde Mozes geurige wierook, zoals de heer hem bevolen had.  [27] en hij brandde er geurig reukwerk op, zoals de HEER hem had opgedragen.  27 Hij rookt daarop wierook van geurige kruiden; zoals de ENE aan Mozes heeft geboden. •   27. et fit fumer dessus l'encens aromatique, comme Yahvé l'avait ordonné à Moïse. 

King James Bible . [27] And he burnt sweet incense thereon; as the LORD commanded Moses.
Luther-Bibel . 27 und räucherte darauf mit wohlriechendem Räucherwerk, wie ihm der HERR geboten hatte,

Tekstuitleg van

Ex 40,28 - Ex 40,28 : Inwijding van het heiligdom : Ex 40,1-38 -- bijbeloverzicht -- Ex (Exodus) -- Ex 40 -- bijbelverwijzingen -- Ex 40,1 - Ex 40,2 - Ex 40,3 - Ex 40,4 - Ex 40,5 - Ex 40,6 - Ex 40,7 - Ex 40,8 - Ex 40,9 - Ex 40,10 - Ex 40,11 - Ex 40,12 - Ex 40,13 - Ex 40,14 - Ex 40,15 - Ex 40,16 - Ex 40,17 - Ex 40,18 - Ex 40,19 - Ex 40,20 - Ex 40,21 - Ex 40,22 - Ex 40,23 - Ex 40,24 - Ex 40,25 - Ex 40,26 - Ex 40,27 - Ex 40,28 - Ex 40,29 - Ex 40,30 - Ex 40,31 - Ex 40,32 - Ex 40,33 - Ex 40,34 - Ex 40,35 - Ex 40,36 - Ex 40,37 - Ex 40,38 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
  26 posuit et tentorium in introitu tabernaculi    28 Hij hing ook het deksel van de deur des tabernakels.  
[28] Hij hing het kleed op voor de ingang van de verblijfplaats. 
[28] Hij hing het gordijn voor de ingang van de tabernakel,  28 Dan zet hij de huif over de ingang van de Woning.  28. Puis il plaça le voile à l'entrée de la Demeure. 

King James Bible . [28] And he set up the hanging at the door of the tabernacle.
Luther-Bibel . 28 und hängte die Decke in die Tür der Wohnung.

Tekstuitleg van

1. wë + act. qal imperfectum derde persoon mannelijk enkelvoud wajjâshèm (en hij plaatste) van het werkw. shâm (plaatsen, stellen)  . Taalgebruik in Tenakh : shâm (plaatsen, stellen) . Getalwaarde : shin = 21 of 300 , mem = 13 of 40 ; totaal : 34 (2 X 17) OF 340 (10 X 34) . Structuur : 3 - 4 . Tenakh (87) . Pentateuch (33) . Eerdere Profeten (36) . Latere Profeten (2) . 12 Kleine Profeten (2) . Geschriften (14) . Ex (13) : (1) Ex 9,5 . (2) Ex 14,21 . (3) Ex 19,7 . (4) Ex 24,6 . (5) Ex 39,7 . In acht verzen in Ex 40 : (1) Ex 40,18 . (2) Ex 40,19 . (3) Ex 40,20 . (4) Ex 40,21 . (5) Ex 40,24 . (6) Ex 40,26 . (7) Ex 40,28 . (8) Ex 40,30 .

Ex 40,29 - Ex 40,29 : Inwijding van het heiligdom : Ex 40,1-38 -- bijbeloverzicht -- Ex (Exodus) -- Ex 40 -- bijbelverwijzingen -- Ex 40,1 - Ex 40,2 - Ex 40,3 - Ex 40,4 - Ex 40,5 - Ex 40,6 - Ex 40,7 - Ex 40,8 - Ex 40,9 - Ex 40,10 - Ex 40,11 - Ex 40,12 - Ex 40,13 - Ex 40,14 - Ex 40,15 - Ex 40,16 - Ex 40,17 - Ex 40,18 - Ex 40,19 - Ex 40,20 - Ex 40,21 - Ex 40,22 - Ex 40,23 - Ex 40,24 - Ex 40,25 - Ex 40,26 - Ex 40,27 - Ex 40,28 - Ex 40,29 - Ex 40,30 - Ex 40,31 - Ex 40,32 - Ex 40,33 - Ex 40,34 - Ex 40,35 - Ex 40,36 - Ex 40,37 - Ex 40,38 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
29kai to thusiastèrion tôn karpômatôn ethèken para tas thuras tès skènès  27 et altare holocausti in vestibulo testimonii offerens in eo holocaustum et sacrificia ut Dominus imperarat     29 En hij zette het altaar des brandoffers aan de deur des tabernakels, van de tent der samenkomst; en hij offerde daarop brandoffer, en spijsoffer, gelijk de HEERE aan Mozes geboden had.   [29] Hij plaatste het altaar voor de ingang van de verblijfplaats, de tent van samenkomst, en hij droeg het brandoffer en het meeloffer op, zoals de heer aan Mozes bevolen had.  [29] zette het brandofferaltaar bij de ingang van de tabernakel, de ontmoetingstent, en bracht daarop het brandoffer en het graanoffer, zoals de HEER hem had opgedragen.  29 Het altaar voor de opgangsgave heeft hij neergezet in de ingang van de Woning, de tent van de samenkomst; hij doet daarop opgaan de opgangsgave en de broodgift,– zoals de ENE aan Mozes heeft geboden. ••   29. L'autel des holocaustes, il le plaça à l'entrée de la Demeure, de la Tente du Rendez-vous, et offrit dessus l'holocauste et l'oblation, comme Yahvé l'avait ordonné à Moïse. 

King James Bible . [29] And he put the altar of burnt offering by the door of the tabernacle of the tent of the congregation, and offered upon it the burnt offering and the meat offering; as the LORD commanded Moses.
Luther-Bibel . 29 Und den Brandopferaltar setzte er vor die Tür der Wohnung der Stiftshütte und opferte darauf Brandopfer und Speisopfer, wie ihm der HERR geboten hatte.

Tekstuitleg van

Ex 40,30 - Ex 40,30 : Inwijding van het heiligdom : Ex 40,1-38 -- bijbeloverzicht -- Ex (Exodus) -- Ex 40 -- bijbelverwijzingen -- Ex 40,1 - Ex 40,2 - Ex 40,3 - Ex 40,4 - Ex 40,5 - Ex 40,6 - Ex 40,7 - Ex 40,8 - Ex 40,9 - Ex 40,10 - Ex 40,11 - Ex 40,12 - Ex 40,13 - Ex 40,14 - Ex 40,15 - Ex 40,16 - Ex 40,17 - Ex 40,18 - Ex 40,19 - Ex 40,20 - Ex 40,21 - Ex 40,22 - Ex 40,23 - Ex 40,24 - Ex 40,25 - Ex 40,26 - Ex 40,27 - Ex 40,28 - Ex 40,29 - Ex 40,30 - Ex 40,31 - Ex 40,32 - Ex 40,33 - Ex 40,34 - Ex 40,35 - Ex 40,36 - Ex 40,37 - Ex 40,38 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
  28 labrum quoque statuit inter tabernaculum testimonii et altare implens illud aqua     30 Hij zette ook het wasvat tussen de tent der samenkomst, en tussen het altaar; en hij deed water daarin om te wassen.  
[30] Het wasbekken plaatste hij tussen de tent van samenkomst en het altaar en goot er water in. 
[30] Tussen de ontmoetingstent en het altaar plaatste hij het wasbekken, en hij vulde het met water;  30 Hij zet het wasbekken neer tussen de tent van de samenkomst en het altaar; hij geeft daarin water om te wassen.  30. Il plaça le bassin entre la Tente du Rendez-vous et l'autel et il y mit, pour les ablutions, de l'eau  

King James Bible . [30] And he set the laver between the tent of the congregation and the altar, and put water there, to wash withal.
Luther-Bibel . 30 Und das Becken setzte er zwischen die Stiftshütte und den Altar und tat Wasser hinein zum Waschen.

Tekstuitleg van

1. wë + act. qal imperfectum derde persoon mannelijk enkelvoud wajjâshèm (en hij plaatste) van het werkw. shâm (plaatsen, stellen)  . Taalgebruik in Tenakh : shâm (plaatsen, stellen) . Getalwaarde : shin = 21 of 300 , mem = 13 of 40 ; totaal : 34 (2 X 17) OF 340 (10 X 34) . Structuur : 3 - 4 . Tenakh (87) . Pentateuch (33) . Eerdere Profeten (36) . Latere Profeten (2) . 12 Kleine Profeten (2) . Geschriften (14) . Ex (13) : (1) Ex 9,5 . (2) Ex 14,21 . (3) Ex 19,7 . (4) Ex 24,6 . (5) Ex 39,7 . In acht verzen in Ex 40 : (1) Ex 40,18 . (2) Ex 40,19 . (3) Ex 40,20 . (4) Ex 40,21 . (5) Ex 40,24 . (6) Ex 40,26 . (7) Ex 40,28 . (8) Ex 40,30 .

9. wajjiththen (en hij zal geven) < wë + act. qal imperf. 3de pers. mann. enk. van het werkw. nâthan (geven) . Taalgebruik in Tenach : nâthan (geven) . Getalwaarde : nun = 14 of 50 , thaw = 22 of 400 ; totaal : 50 of 500 . Structuur : 5 - 4 - 5 . Gr. didômi (geven) . Taalgebruik in de Septuaginta : didômi (geven) . Taalgebruik in het N.T. : didômi (geven) . Lat. dare / donare - donum : geven - gave , gift . Fr. donner - don : geven - gave . D. geben . E. to give . Tenakh (185) . Pentateuck (73) . Ex (11) : (1) Ex 2,21 . (2) Ex 11,3 . (3) Ex 18,25 . (4) Ex 31,18 . (5) Ex 34,33 . (6) Ex 37,13 . (7) Ex 40,18 . (8) Ex 40,20 . (9) Ex 40,22 . (10) Ex 40,30 . (11) Ex 40,33 .

Ex 40,31 - Ex 40,31 : Inwijding van het heiligdom : Ex 40,1-38 -- bijbeloverzicht -- Ex (Exodus) -- Ex 40 -- bijbelverwijzingen -- Ex 40,1 - Ex 40,2 - Ex 40,3 - Ex 40,4 - Ex 40,5 - Ex 40,6 - Ex 40,7 - Ex 40,8 - Ex 40,9 - Ex 40,10 - Ex 40,11 - Ex 40,12 - Ex 40,13 - Ex 40,14 - Ex 40,15 - Ex 40,16 - Ex 40,17 - Ex 40,18 - Ex 40,19 - Ex 40,20 - Ex 40,21 - Ex 40,22 - Ex 40,23 - Ex 40,24 - Ex 40,25 - Ex 40,26 - Ex 40,27 - Ex 40,28 - Ex 40,29 - Ex 40,30 - Ex 40,31 - Ex 40,32 - Ex 40,33 - Ex 40,34 - Ex 40,35 - Ex 40,36 - Ex 40,37 - Ex 40,38 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
  29 laveruntque Moses et Aaron ac filii eius manus suas et pedes    31 En Mozes en Aäron, en zijn zonen wiesen daaruit hun handen en hun voeten.  [31] Mozes en Aäron met zijn zonen wasten er hun handen en voeten.  [31] daarmee moesten Mozes en Aäron en zijn zonen hun handen en hun voeten wassen  31 Gewassen hebben daaruit Mozes en Aäron en zijn zonen hun handen en hun voeten.  31. avec laquelle Moïse, Aaron et ses fils se lavaient les mains et les pieds.  

King James Bible . [31] And Moses and Aaron and his sons washed their hands and their feet thereat:
Luther-Bibel . 31 Und Mose, Aaron und seine Söhne wuschen ihre Hände und Füße darin.

Tekstuitleg van

Ex 40,32 - Ex 40,32 : Inwijding van het heiligdom : Ex 40,1-38 -- bijbeloverzicht -- Ex (Exodus) -- Ex 40 -- bijbelverwijzingen -- Ex 40,1 - Ex 40,2 - Ex 40,3 - Ex 40,4 - Ex 40,5 - Ex 40,6 - Ex 40,7 - Ex 40,8 - Ex 40,9 - Ex 40,10 - Ex 40,11 - Ex 40,12 - Ex 40,13 - Ex 40,14 - Ex 40,15 - Ex 40,16 - Ex 40,17 - Ex 40,18 - Ex 40,19 - Ex 40,20 - Ex 40,21 - Ex 40,22 - Ex 40,23 - Ex 40,24 - Ex 40,25 - Ex 40,26 - Ex 40,27 - Ex 40,28 - Ex 40,29 - Ex 40,30 - Ex 40,31 - Ex 40,32 - Ex 40,33 - Ex 40,34 - Ex 40,35 - Ex 40,36 - Ex 40,37 - Ex 40,38 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
  30 cum ingrederentur tectum foederis et accederent ad altare sicut praeceperat Dominus     32 Als zij ingingen tot de tent der samenkomst, en als zij tot het altaar naderden, zo wiesen zij zich, gelijk als de HEERE aan Mozes geboden had.   [32] Telkens wanneer zij de tent van samenkomst binnengingen en het altaar naderden, wasten zij zich, zoals de heer aan Mozes bevolen had.  [32] voordat ze de ontmoetingstent binnengingen of het altaar naderden; zo had de HEER het Mozes opgedragen.  32 Als ze aankwamen bij de tent van de samenkomst en als ze naderden tot het altaar wasten ze zich; zoals de ENE aan Mozes had geboden. ••  32. Quand ils entraient dans la Tente du Rendez-vous ou qu'ils s'approchaient de l'autel, ils se lavaient, comme Yahvé l'avait ordonné à Moïse.  

King James Bible . [32] When they went into the tent of the congregation, and when they came near unto the altar, they washed; as the LORD commanded Moses.
Luther-Bibel . 32 Denn sie müssen sich waschen, wenn sie in die Stiftshütte gehen oder hinzutreten zum Altar, wie der HERR es Mose geboten hatte.

Tekstuitleg van

Ex 40,33 - Ex 40,33 : Inwijding van het heiligdom : Ex 40,1-38 -- bijbeloverzicht -- Ex (Exodus) -- Ex 40 -- bijbelverwijzingen -- Ex 40,1 - Ex 40,2 - Ex 40,3 - Ex 40,4 - Ex 40,5 - Ex 40,6 - Ex 40,7 - Ex 40,8 - Ex 40,9 - Ex 40,10 - Ex 40,11 - Ex 40,12 - Ex 40,13 - Ex 40,14 - Ex 40,15 - Ex 40,16 - Ex 40,17 - Ex 40,18 - Ex 40,19 - Ex 40,20 - Ex 40,21 - Ex 40,22 - Ex 40,23 - Ex 40,24 - Ex 40,25 - Ex 40,26 - Ex 40,27 - Ex 40,28 - Ex 40,29 - Ex 40,30 - Ex 40,31 - Ex 40,32 - Ex 40,33 - Ex 40,34 - Ex 40,35 - Ex 40,36 - Ex 40,37 - Ex 40,38 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
33kai estèsen tèn aulèn kuklô tès skènès kai tou thusiastèriou kai sunetelesen môusès panta ta erga  31 erexit et atrium per gyrum tabernaculi et altaris ducto in introitu eius tentorio postquam cuncta perfecta sunt    33 Hij richtte ook den voorhof op, rondom den tabernakel en het altaar, en hij hing het deksel van de poort des voorhofs op. Alzo voleindigde Mozes het werk.  
[33] Rondom de verblijfplaats en het altaar werd de voorhof opgetrokken en voor de ingang van de voorhof werd het kleed opgehangen. Daarmee was het werk van Mozes voltooid. 
[33] Hij schermde de ruimte rondom de tabernakel en het altaar af en hij hing voor de ingang het gordijn op. Zo legde Mozes de laatste hand aan het werk.   33 Dan richt hij de voorhof op rondom de Woning en om het altaar en geeft hij de huif over de poort van de voorhof zijn plek; zo voleindigt Mozes het werk. •  33. Il dressa le parvis autour de la Demeure et de l'autel, et il mit le voile à la porte du parvis. Ainsi Moïse termina les travaux. 

King James Bible . [33] And he reared up the court round about the tabernacle and the altar, and set up the hanging of the court gate. So Moses finished the work.
Luther-Bibel . 33 Und er richtete den Vorhof auf rings um die Wohnung und um den Altar und hängte die Decke in das Tor des Vorhofs. Also vollendete Mose das ganze Werk.

Tekstuitleg van

Ex 40,34-38 vormt een geheel . Het bestaat uit twee scènes : Ex 40,34 - Ex 40,35 en Ex 40,36 - Ex 40,37 - Ex 40,38 . Ex 40,34 - Ex 40,35 telt 10 + 16 = 26 woorden (26 is de getalwaarde van JHWH) . Ex 40,36 - Ex 40,37 - Ex 40,38 telt 9 + 9 + 16 = 34 woorden (2 X 17) . (17 is de getalwaarde van de kbd - kabhod) .

7. wajjiththen (en hij zal geven) < wë + act. qal imperf. 3de pers. mann. enk. van het werkw. nâthan (geven) . Taalgebruik in Tenach : nâthan (geven) . Getalwaarde : nun = 14 of 50 , thaw = 22 of 400 ; totaal : 50 of 500 . Structuur : 5 - 4 - 5 . Gr. didômi (geven) . Taalgebruik in de Septuaginta : didômi (geven) . Taalgebruik in het N.T. : didômi (geven) . Lat. dare / donare - donum : geven - gave , gift . Fr. donner - don : geven - gave . D. geben . E. to give . Tenakh (185) . Pentateuck (73) . Ex (11) : (1) Ex 2,21 . (2) Ex 11,3 . (3) Ex 18,25 . (4) Ex 31,18 . (5) Ex 34,33 . (6) Ex 37,13 . (7) Ex 40,18 . (8) Ex 40,20 . (9) Ex 40,22 . (10) Ex 40,30 . (11) Ex 40,33 .

Ex 40,34 - Ex 40,34 : Inwijding van het heiligdom : Ex 40,1-38 -- bijbeloverzicht -- Ex (Exodus) -- Ex 40 -- bijbelverwijzingen -- Ex 40,1 - Ex 40,2 - Ex 40,3 - Ex 40,4 - Ex 40,5 - Ex 40,6 - Ex 40,7 - Ex 40,8 - Ex 40,9 - Ex 40,10 - Ex 40,11 - Ex 40,12 - Ex 40,13 - Ex 40,14 - Ex 40,15 - Ex 40,16 - Ex 40,17 - Ex 40,18 - Ex 40,19 - Ex 40,20 - Ex 40,21 - Ex 40,22 - Ex 40,23 - Ex 40,24 - Ex 40,25 - Ex 40,26 - Ex 40,27 - Ex 40,28 - Ex 40,29 - Ex 40,30 - Ex 40,31 - Ex 40,32 - Ex 40,33 - Ex 40,34 - Ex 40,35 - Ex 40,36 - Ex 40,37 - Ex 40,38 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
34 kai ekalupsen hè nefelè tèn skènèn tou marturiou kai doxès kuriou eplèsthè hè skènè  32 operuit nubes tabernaculum testimonii et gloria Domini implevit illud  wajëkhas hè`ânân  ´èth ´ohèl mô`ed ´èth hammisjëkân 34 Toen bedekte de wolk de tent der samenkomst; en de heerlijkheid des HEEREN vervulde den tabernakel. 
[34] Toen* overdekte de wolk de tent van samenkomst en vulde de heerlijkheid van de heer de verblijfplaats. 
[34] Toen werd de ontmoetingstent overdekt door een wolk en werd de tabernakel gevuld door de majesteit van de HEER.   34 ¶ Dan overdekt de Wolk de tent van samenkomst; de glorie van de ENE heeft de Woning vervuld.  34. La nuée couvrit la Tente du Rendez-vous, et la gloire de Yahvé emplit la Demeure. 

King James Bible . Then a cloud covered the tent of the congregation, and the glory of the LORD filled the tabernacle.
Luther-Bibel (1984) . 34 Da bedeckte die Wolke die Stiftshütte, und adie Herrlichkeit des HERRN erfüllte die Wohnung.

a.  wajëkhas hè`ânân (en de wolk bedekte) ´èth ´ohèl mô`ed = de tent van de samenkomst 
b. ûkhëbhôd JHWH (en de heerlijkheid van JHWH)  mâle´ (vervulde) ´èth hammisjëkân = de tabernakel

Ex 40  Ex 40,1 : inleiding  Ex 40,2-15 : redevoering (opdracht) Ex 40,16 : uitvoering Ex 40,17-33 : uitvoering  Ex 40,34-38 : slot 
Ex 40,34-38   Ex 40,34-35 : de wolk (van JHWH) en de heerlijkheid van JHWH vervullen de tent / het tabernakel Ex 40,36-38      
  Ex 40,34        

Tekstuitleg van Ex 40,34 . Dit vers Ex 40,34 telt 10 (2 X 5) woorden en 36 (2 X 2 X 3 X 3) letters . De getalwaarde van Ex 40,34 is 1779 (3 X 593) . Twee nevenschikkende zinnen van telkens vijf woorden ; de eerste zin telt 17 letters en 10 lettergrepen ; de tweede zin telt 19 letters en 11 lettergrepen : werkwoord - onderwerp - lijdend voorwerp -- onderwerp - werkwoord - lijdend voorwerp . De twee nevenschikkende zinnen zijn ongeveer parallel opgebouwd . Ze vullen elkaar aan . De twee accusativa geven de plaatsaanduiding en kunnen dus als synoniem beschouwd worden : ´èth ´ohèl mô`ed (de tent van de samenkomst) en ´èth hammisjëkân (woning, tent, tabernakel) . Ex 40,34 - Ex 40,35 telt 10 + 16 = 26 woorden (26 is de getalwaarde van JHWH) . Structuur van Ex 40,34 - Ex 40,35 : a - b - c - a' - b' . Het is als 't ware dat de wolk en de heerlijkheid de tent en het tabernakel omsluiten dat Mozes niet kan binnengaan .
Er is wel wat gebeurd tussen Ex 24,15 - Ex 24,16 en Ex 40,34 - Ex 40,35 . In Ex 24,15 - Ex 24,16 is JHWH aanwezig op de berg , in Ex 40,34 - Ex 40,35 op het tabernakel van de tent van de bijeenkomst . De wolk en de heerlijkheid van JHWH zal aangeven wanneer de tent moet opgebroken of neergezet worden . JHWH is aanwezig op de tocht van de Israëlieten door de woestijn .

Ex 40,34 wajëkhas hè`ânân (en de wolk bedekte) ´èth ´ohèl mô`ed (de tent van de samenkomst) 
Ex 40,35 kî sjâkan `âlâ(j)w hè`ânân (want de wolk settelde over hem)  
Ex 24,15 wajëkhas hè`ânân (en de wolk bedekte) ´èth hâhâr (de berg)
Ex 24,16 wajëkhassehû hè`ânân (en de wolk bedekte hem)  
     
Ex 40,34 ûkhëbhôd JHWH (en de heerlijkheid van JHWH)  mâle´ (vervulde) ´èth hammisjëkân (de tabernakel) 
Ex 40,35 ûkhëbhôd JHWH (en de heerlijkheid van JHWH)  mâle´ (vervulde) ´èth hammisjëkân (de tabernakel) 
Ex 24,16 wajjisjëkhon këbhod JHWH `al har sînaj (op de berg Sinaï) .  

Ex 40,34.1. kâsâh (bedekken) . Taalgebruik in Tenakh : kâsâh (bedekken) . Getalwaarde : kaph = 11 of 20 , samekh = 15 of 60 , he = 5 ; totaal : 31 OF 85 (5 X 17) . Structuur : 2 - 6 - 5 .
- Prefix verbindingswoord wë en werkwoordvorm actief piel imperfectum derde persoon mannelijk enkelvoud wajëkhas (en hij bedekte) . Tenakh.(5) : (1) Ex 10,15 . (2) Ex 24,15 . (3) Ex 40,34 . (4) Nu 22,11 . (5) Jon 3,6 .

Ex 40,34.2. hè`ânân (de wolk) . Bepalend lidwoord en zelfstandig naamwoord mannelijk enkelvoud . `ânân (wolk) . Taalgebruik in Tenach : `ânân (wolk) . Getalwaarde van `ânân (wolk) : ajin = 16 of 70 , nun = 14 of 50 ; totaal 44 (2 X 2 X 11) of 170 (10 X 17) ; 17 is de getalwaarde van kabhod (heerlijkheid) . Gr. nefelè (nevel, wolk) . Taalgebruik in de Septuaginta : nefelè (nevel, wolk) . Taalgebruik in het N.T. : nefelè (nevel, wolk) . Lat. nubis . Fr. la nuée . E. cloud . D. Wolke . Tenakh (30) . In zesentwintig (26 is de getalwaarde van de naam JHWH) verzen in de Pentateuch : Gn (-) . Ex (13) . Nu (11) . Dt (2) . Eerdere Profeten (1) . Rest (3) . Ex (13) : (1) Ex 13,22 . (2) Ex 14,19 . (3) Ex 14,20 . (4) Ex 19,9 . (5) Ex 24,15 : wajëkhas hè`ânân (en de wolk bedekte) . (6) Ex 24,16 . (7) Ex 24,18 . (8) Ex 33,9 . (9) Ex 33,10 . (10) Ex 40,34 : wajëkhas hè`ânân (en de wolk bedekte) . (11) Ex 40,35 . (12) Ex 40,36 . (13) Ex 40,37 . Nu (11) : (1) Nu 9,15 . (2) Nu 9,16 . (3) Nu 9,17 . (4) Nu 9,18 . (5) Nu 9,19 . (6) Nu 9,20 . (7) Nu 9,21 . (8) Nu 9,22 . (9) Nu 10,11 . (10) Nu 10,12 . (11) Nu 17,7 . Dt (2) : (1) Dt 5,22 . (2) Dt 31,15 .
- hè`ânân (de wolk) in vier verzen in Ex 40 (34-38) : (1) Ex 40,34 : wajëkhas hè`ânân (en de wolk bedekte) . (2) Ex 40,35 . (3) Ex 40,36 . (4) Ex 40,37 .
+ `ânân JHWH = de wolk van JHWH in Ex 40,38 .
+ ûkhëbhôd JHWH (en de heerlijkheid van JHWH) in (1) Ex 40,34 (mâle´ ´èth hammisjëkân = vervulde de tent) en (2) Ex 40,35 (mâle´ ´èth hammisjëkân = vervulde de tent) .
Samen maakt dit zevenmaal de aanwezigheid van JHWH in wolk en heerlijkheid .

Ex 40,34.1. - 2. wajëkhas hè`ânân (en de wolk bedekte) . Tenakh : (1) Ex 24,15 (´èth hâhâr = de berg) . (2) Ex 40,34 (´èth ´ohèl mô`ed = de tent van de samenkomst) .

Ex 40,34.3. ´èth (accusatief) . Taalgebruik in Tenakh : ´eth (accusatief) . Getalwaarde : aleph = 1 , thaw = 22 of 400 ; totaal : 23 OF 401 (priemgetal) . Structuur : 1 - 22 . Eerste en laatste letter van het Hebreeuwse alfabet . Tenakh (5699) . Pentateuch (2002) . Ex (473) . In eenendertig verzen in Ex 40 . Tweemaal in Ex 40,34 . Eénmaal in Ex 40,35 . Niet in Ex 40,36 - Ex 40,37 - Ex 40,38 .

Ex 40,34.4. ´ohèl (tent, woning) . Taalgebruik in Tenakh : ´ohèl (tent, woning) . Getalwaarde : aleph = 1 , he = 5 , lamed = 12 of 30 ; totaal : 18 (2 X 3²) OF 36 (2² X 3²) . Structuur : 1 - 5 - 3 . Ned. tabernakel . L. tabernacula (hut, tent) , houten woning van tabula : hout . Tenakh (121) . Pentateuch (100) . Ex (27) . Ex 40 (9) : (1) Ex 40,2 . (2) Ex 40,6 . (3) Ex 40,7 . (4) Ex 40,12 . (5) Ex 40,29 . (6) Ex 40,30 . (7) Ex 40,32 . (8) Ex 40,34 . (9) Ex 40,35 .

Ex 40,34.5. mô`ed (afspraak, samenkomst, feest) . Taalgebruik in Tenakh : mô`ed (afspraak, samenkomst, feest) . Getalwaarde mem = 13 of 40 , waw = 6 , ajin = 16 of 70 , daleth = 4 ; totaal : 39 OF 120 (2³ X 3 X 5) . Structuur : 4 - 6 - 7 - 4 . Tenakh (155) . Pentateuch (132) . Ex (34) . Ex 40 (12) : (1) Ex 40,2 . (2) Ex 40,6 . (3) Ex 40,7 . (4) Ex 40,12 . (5) Ex 40,22 . (6) Ex 40,24 . (7) Ex 40,26 . (8) Ex 40,29 . (9) Ex 40,30 . (10) Ex 40,32 . (11) Ex 40,34 . (12) Ex 40,35 .

Ex 40,34.4. - 5. ´èth ´ohèl mô`ed (tent van samenkomst) . Tenakh (9) : (1) Ex 40,2 . (2) Ex 40,6 . (3) Ex 40,7 . (4) Ex 40,12 . (5) Ex 40,29 . (6) Ex 40,30 . (7) Ex 40,32 . (8) Ex 40,34 . (9) Ex 40,35 .

Ex 40,34.3. - 5. ´èth ´ohèl mô`ed (tent van samenkomst) . Tenakh (5) : (1) Ex 29,44 . (2) Ex 30,26 . (3) Ex 40,34 . (4) Nu 8,15 . (5) Joz 18,1 .

Ex 40,34.6. ûkhëbhôd (en de heerlijkheid) . Zie : kabhôd (heerlijkheid) . Taalgebruik in Tenach : kabhôd (heerlijkheid) . Taalgebruik in Jesaja : kabhôd (heerlijkheid) . Getalwaarde : kaph = 11 of 20 , beth = 2 , waw = 6 , daleth = 4 . Totaal : 23 OF 32 (2² X 2³) . Structuur : 2 - 2 - 6 - 4 . kabhod = 17. In het Hebreeuws betekent het zwaarte (b.v. van zijn mantel) . In het Grieks getransponeerd naar iets lichts , heerlijks : doxa . Lat. gloria . Fr. gloire . E. glory . Ned. heerlijkheid . D. Herrlichkeit . Tenakh (26) . Pentateuch (3) : (1) Ex 40,34 . (2) Ex 40,35 . (3) Nu 14,10 . In zeven verzen in combinatie met JHWH .

Ex 40,34.7. JHWH . Eigennaam van God . Taalgebruik in Tenach : JHWH . Taalgebruik in Exodus : JHWH . Getalwaarde : jod = 10 , he = 5 , waw = 6 . Totaal : 26 . Structuur : 1 - 5 - 6 - 5 . Tenach (5193) . Pentateuch (1326) . Ex (299) . Ex 40 (12) : (1) Ex 40,1 . (2) Ex 40,16 . (3) Ex 40,19 . (4) Ex 40,21 . (5) Ex 40,23 . (6) Ex 40,25 . (7) Ex 40,27 . (8) Ex 40,29 . (9) Ex 40,32 . (10) Ex 40,34 . (11) Ex 40,35 . (12) Ex 40,38 .

Ex 40,34.6. - 7. ûkhëbhôd JHWH (en de heerlijkheid van JHWH) . Tenakh : (1) Ex 40,34 (mâle´ ´èth hammisjëkân = vervulde de tabernakel) . (2) Ex 40,35 (mâle´ ´èth hammisjëkân = vervulde de tabernakel) . (3) Nu 14,10 . (4) 2 Kr 7,1 (mâle´ ´èth habbâjit = vervulde het huis) . (5) 2 Kr 7,3 (`al habbâjjith = over het huis) . (6) Js 60,1 . (7) Ez 43,4 .
- hè`ânân (de wolk) in vier verzen in Ex 40 (34-38) : 6) Ex 40,34 : wajëkhas hè`ânân (en de wolk bedekte) . (7) Ex 40,35 . (8) Ex 40,36 . (9) Ex 40,37 .
+ `ânân JHWH = de wolk van JHWH) in Ex 40,38 .
+ ûkhëbhôd JHWH (en de heerlijkheid van JHWH) in (1) Ex 40,34 (mâle´ ´èth hammisjëkân = vervulde de tent) en (2) Ex 40,35 (mâle´ ´èth hammisjëkân = vervulde de tent) .
Samen maakt dit zevenmaal de aanwezigheid van JHWH in wolk en heerlijkheid .

Ex 40,34.8. mâlâ´ (vullen, vervullen) . Taalgebruik in Tenach : mâlâ´ (vullen, vervullen) . Getalwaarde : mem = 13 of 40 , lamed = 12 of 30 , aleph = 1 ; totaal : 26 OF 71 . Structuur : 4 - 3 - 1 . Gr. pimplèmi (vervullen, vol maken) . Taalgebruik in de Septuaginta : pimplèmi (vervullen, vol maken) . Taalgebruik in het N.T. : pimplèmi (vervullen, vol maken) . Lat. replere . Fr. remplir . Ned. vervullen . D. erfüllen . E. to fill . Een vorm van pimplèmi (vervullen, vol maken) in de LXX (116) . m-l-´ . Tenakh (76) . Pentateuch (17) . Eerdere Profeten (17) . Ex (6) : (1) Ex 9,8 . (2) Ex 16,32 . (3) Ex 16,33 . (4) Ex 35,35 . (5) Ex 40,34 . (6) Ex 40,35 .

Ex 40,34.9. ´èth (accusatief) . Taalgebruik in Tenakh : ´eth (accusatief) . Getalwaarde : aleph = 1 , thaw = 22 of 400 ; totaal : 23 OF 401 (priemgetal) . Structuur : 1 - 22 . Eerste en laatste letter van het Hebreeuwse alfabet . Tenakh (5699) . Pentateuch (2002) . Ex (473) . In eenendertig verzen in Ex 40 . Tweemaal in Ex 40,34 . Eénmaal in Ex 40,35 . Niet in Ex 40,36 - Ex 40,37 - Ex 40,38 .

Ex 40,34.10. Bepaald lidwoord + zelfstandig naamwoord hammisjëkân (de woning, tent) van het zelfst. naamw. misjëkan (woning, tent) . Taalgebruik in Tenakh : misjëkan (woning, tent) . Getalwaarde : mem = 13 of 40 , sjin = 21 of 300 , kaph = 11 of 20 , nun = 14 of 50 ; totaal : 59 (priemgetal) OF 410 (2 X 5 X 41) . Structuur : 4 - 3 - 2 - 5 . Tenakh (70) . Pentateuch (69) + 1 Kr 23, 26 . Ex (43) . Ex 40 (11) : (1) Ex 40,9 . (2) Ex 40,17 . (3) Ex 40,18 . (4) Ex 40,19 . (5) Ex 40,21 . (6) Ex 40,22 . (7) Ex 40,24 . In vier verzen in Ex 40,34-38 : (1) Ex 40,34 . (2) Ex 40,35 . (3) Ex 40,36 . (4) Ex 40,38 . ´ohèl mô`ed = de tent van de samenkomst komt voor in 1) Ex 40,34 . (2) Ex 40,35 . Samen : zeven .

Ex 40,34.9. - 10. ´èth hammisjëkân (de woning, de tent) . Tenakh (14) : (1) Ex 26,30 . (2) Ex 35,11 . (3) Ex 36,8 . (4) Ex 39,33 . (5) Ex 40,9 . (6) Ex 40,18 . (7) Ex 40,34 . (8) Ex 40,35 . (9) Lv 8,20 . (10) Nu 1,50 . (11) Nu 7,1 . (12) Nu 9,15 . (13) Nu 10,21 . (14) 1 Kr 23, 26 .

Ex 40,34.8. - 10. mâle´ ´èth hammisjëkân (hij vulde de woning, de tent) . Tenakh (2) : (1) Ex 40,34 . (2) Ex 40,35 .

Ex 40,34.6. - 10. ûkhëbhôd JHWH (en de heerlijkheid van JHWH) mâle´ ´èth hammisjëkân (vulde de woning, de tent) . Tenakh (2) : (1) Ex 40,34 . (2) Ex 40,35 .
- ûkhëbhôd JHWH (en de heerlijkheid van JHWH) mâle´ ´èth habbâjith (vulde het huis) . Tenakh (1) : 2 Kr 7,1 .

Ex 40,35 - Ex 40,35 : Inwijding van het heiligdom : Ex 40,1-38 -- bijbeloverzicht -- Ex (Exodus) -- Ex 40 -- bijbelverwijzingen -- Ex 40,1 - Ex 40,2 - Ex 40,3 - Ex 40,4 - Ex 40,5 - Ex 40,6 - Ex 40,7 - Ex 40,8 - Ex 40,9 - Ex 40,10 - Ex 40,11 - Ex 40,12 - Ex 40,13 - Ex 40,14 - Ex 40,15 - Ex 40,16 - Ex 40,17 - Ex 40,18 - Ex 40,19 - Ex 40,20 - Ex 40,21 - Ex 40,22 - Ex 40,23 - Ex 40,24 - Ex 40,25 - Ex 40,26 - Ex 40,27 - Ex 40,28 - Ex 40,29 - Ex 40,30 - Ex 40,31 - Ex 40,32 - Ex 40,33 - Ex 40,34 - Ex 40,35 - Ex 40,36 - Ex 40,37 - Ex 40,38 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
35kai ouk èdunasthè môusès eiselthein eis tèn skènèn tou marturiou oti epeskiazen ep' autèn è nefelè kai doxès kuriou eplèsthè è skènè 33 nec poterat Moses ingredi tectum foederis nube operiente omnia et maiestate Domini coruscante quia cuncta nubes operuerat  kî sjâkhan `âlâjw hè`ânân   35 Zodat Mozes niet kon ingaan in de tent der samenkomst, dewijl de wolk daarop bleef, en de heerlijkheid des HEEREN den tabernakel vervulde.  [35] En Mozes kon de tent niet binnengaan, want de wolk rustte erboven, en de heerlijkheid van de heer vulde de verblijfplaats.  [35] Mozes kon de ontmoetingstent niet meer binnengaan, want de wolk rustte daarop en de majesteit van de HEER vulde de tabernakel.  35 Mozes is niet bij machte geweest te komen in de tent van samenkomst want de Wolk hield daarboven woning,– de glorie van de ENE vulde de Woning.   35. Moïse ne put entrer dans la Tente du Rendez-vous, car la nuée demeurait sur elle, et la gloire de Yahvé emplissait la Demeure. 

King James Bible . And Moses was not able to enter into the tent of the congregation, because the cloud abode thereon, and the glory of the LORD filled the tabernacle.
Luther-Bibel (1984) . 35 Und Mose bekonnte nicht in die Stiftshütte hineingehen, weil die Wolke darauf ruhte und die Herrlichkeit des HERRN die Wohnung erfüllte.

Tekstanalyse van Ex 40,35 . Dit vers Ex 40,35 telt 16 (2 X 2 X 2 X 2) woorden en 54 (2 X 3 X 3 X 3) letters . De getalwaarde van Ex 40,35 is 2310 (2 X 3 X 5 X 7 X 11) . Ex 40,34 - Ex 40,35 telt 10 + 16 = 26 woorden (26 is de getalwaarde van JHWH) .Structuur van Ex 40,34 - Ex 40,35 : a - b - c - a - b . Het is als 't ware dat de wolk en de heerlijkheid de tent en het tabernakel omsluiten dat Mozes niet kan binnengaan .

8. kî (want) .

9. sjâkhan (wonen) . Verwijzing : sjâkhan (wonen) , zie Ex 40,35 . sj - k - n . Tenakh (22) : (1) Gn 14,13 . (2) Gn 26,2 . (3) Ex 40,35 . (4) Nu 5,3 . (5) Nu 24,2 . (6) Nu 35,34 . (7) Dt 33,12 . (8) Dt 33,20 . (9) Joz 22,19 . (10) Re 5,17 . (11) Js 33,5 . (12) Js 33,24 . (13) Js 57,15 . (14) Jr 6,21 . (15) Hos 10,5 . (16) Jl 4,17 . (17) Jl 4,21 . (18) Ps37,3 . (19) Ps 78,60 . (20) Ps 135,21 . (21) Spr 27,10 . (22) Ezr 6,12 . Vaak komt het qal participium perfectum sjokhen (wonend) voor . In de LXX wordt het vaak vertaald door . Katoikôn (nederzettend -> nederzetting / neerzetten) is vaak ook de vertaling van josjebh (wonend, zetelend) .
--- hammisjëkân (woning, tent) . Verwijzing : sjâkhan (wonen) , zie Ex 40,35 . sj - k - n . Bepaald lidwoord + zelfstandig naamwoord misjëkân . In zeventig verzen in de bijbel . In negenenzestig verzen in de Pentateuch . In drieënveertig verzen in Ex . In elf verzen in Ex 40 . In vier verzen in Ex 40,34-38 : (1) Ex 40,34 . (2) Ex 40,35 . (3) Ex 40,36 . (4) Ex 40,38 . ´ohèl mô`ed = de tent van de samenkomst komt voor in 1) Ex 40,34 . (2) Ex 40,35 . Samen : zeven .
- ´èth hammisjëkân (woning, tent) . Lijdend voorwerp . In vijftien verzen in de bijbel .
- episkiazô (een schaduw werpen op, overschaduwen) .
--- LXX : epeskiazen (overschaduwde) . Actief imperfectum derde persoon enkelvoud van het werkwoord episkiazô (over-schaduw-en) . Deze vorm komt slechts tweemaal voor : (1) Ex 40,35 . (2) Lc 9,34 .
--- Mc 9,7 : kai egeneto nefelè episkiazousa autois (en er was een wolk die overschaduwde hen) . episkiazousa (overschauwend) . Participium praesens nominatief vrouwelijk enkelvoud . Hapax . Gezegde bij egeneto...
--- Mt 17,5 : idou nefelè epeskiasen autous (zie een wolk overschaduwde hen) . Qal aorist derde persoon enkelvoud . Hapax .
--- Lc 1,35 : episkiasei (zal overschaduwen) . Qal futurum derde persoon enkelvoud . In twee verzen in de bijbel : (1) Ps 91,4 . (2) Lc 1,35 .
- skia (schaduw) . In vierendertig verzen in de bijbel . In negenentwintig verzen in het O.T. . In vijf verzen in het N.T. .

10. `âlâjw (over haar = verbondstent) . LXX : ep'autèn (over haar) .

11. hè`ânân (de wolk) . Verwijzing : `ânân (wolk) , zie Ex 13,21 . Getalwaarde van `ânân (wolk) : ajin = 16 of 70 , nun = 14 of 50 ; totaal 44 (2 X 2 X 11) of 170 (10 X 17) ; 17 is de getalwaarde van kabhod (heerlijkheid) . Bepalend lidwoord en zelfstandig naamwoord mannelijk enkelvoud . In dertig verzen in de bijbel . In zesentwintig (26 is de getalwaarde van de naam JHWH) verzen in de Pentateuch : Gn (-) . Ex (13) . Nu (11) . Dt (2) . Niet in Gn . In dertien verzen in Ex . In Ex 13 komt het woord voor het eerst voor . In de vier (bovengenoemde) verzen van Ex : (1) Ex 13,22 . (2) Ex 14,19 . (3) Ex 33,9 . (4) Ex 33,10 . Verder : (1) Ex 14,20 . (2) Ex 19,9 . (3) Ex 24,15 : wajëkhas hè`ânân (en de wolk bedekte) . (4) Ex 24,16 . (5) Ex 24,18 . (6) Ex 40,34 : wajëkhas hè`ânân (en de wolk bedekte) . (7) Ex 40,35 . (8) Ex 40,36 . (9) Ex 40,37 . In elf verzen in Nu : (1) Nu 9,15 . (2) Nu 9,16 . (3) Nu 9,17 . (4) Nu 9,18 . (5) Nu 9,19 . (6) Nu 9,20 . (7) Nu 9,21 . (8) Nu 9,22 . (9) Nu 10,11 . (10) Nu 10,12 . (11) Nu 17,7 . In twee verzen in Dt : (1) Dt 5,22 . (2) Dt 31,15 .
- hè`ânân (de wolk) in vier verzen in Ex 40 (34-38) : 6) Ex 40,34 : wajëkhas hè`ânân (en de wolk bedekte) . (7) Ex 40,35 . (8) Ex 40,36 . (9) Ex 40,37 .
+ `ânân JHWH = de wolk van JHWH) in Ex 40,38 .
+ ûkhëbhôd JHWH (en de heerlijkheid van JHWH) in (1) Ex 40,34 (mâle´ ´èth hammisjëkân = vervulde de tent) en (2) Ex 40,35 (mâle´ ´èth hammisjëkân = vervulde de tent) .
Samen maakt dit zevenmaal voor de aanwezigheid van JHWH in wolk en heerlijkheid .

goddelijke aanwezigheid
- Lc 9,34 : egeneto nefelè kai epeskiazen autous efobèthèsan de en tô eiselthein autous eis tèn nefelèn = er ontstond een wolk (nevel) en ze overschaduwde hen ; ze vreesden echter bij het binnengaan in de wolk (nevel) .
- Ex 40,35 : kai ouk èdunasthè môusès eiselthein eis tèn skènèn tou marturiou oti epeskiazen ep' autèn è nefelè = en Mozes was niet bij machte om in de verbondstent binnen te gaan want de nevel (wolk) overschaduwde op haar .

Ex 40,35.12. ûkhëbhôd (en de heerlijkheid) . Zie : kabhôd (heerlijkheid) . Taalgebruik in Tenach : kabhôd (heerlijkheid) . Taalgebruik in Jesaja : kabhôd (heerlijkheid) . Getalwaarde : kaph = 11 of 20 , beth = 2 , waw = 6 , daleth = 4 . Totaal : 23 OF 32 (2² X 2³) . Structuur : 2 - 2 - 6 - 4 . kabhod = 17. In het Hebreeuws betekent het zwaarte (b.v. van zijn mantel) . In het Grieks getransponeerd naar iets lichts , heerlijks : doxa . Lat. gloria . Fr. gloire . E. glory . Ned. heerlijkheid . D. Herrlichkeit . Tenakh (26) . Pentateuch (3) : (1) Ex 40,34 . (2) Ex 40,35 . (3) Nu 14,10 . In zeven verzen in combinatie met JHWH .

Ex 40,35.13. JHWH . Eigennaam van God . Taalgebruik in Tenach : JHWH . Taalgebruik in Exodus : JHWH . Getalwaarde : jod = 10 , he = 5 , waw = 6 . Totaal : 26 . Structuur : 1 - 5 - 6 - 5 . Tenach (5193) . Pentateuch (1326) . Ex (299) . Ex 40 (12) : (1) Ex 40,1 . (2) Ex 40,16 . (3) Ex 40,19 . (4) Ex 40,21 . (5) Ex 40,23 . (6) Ex 40,25 . (7) Ex 40,27 . (8) Ex 40,29 . (9) Ex 40,32 . (10) Ex 40,34 . (11) Ex 40,35 . (12) Ex 40,38 .

Ex 40,35.12 - 13. ûkhëbhôd JHWH (en de heerlijkheid van JHWH) . Tenakh : (1) Ex 40,34 (mâle´ ´èth hammisjëkân = vervulde de tabernakel) . (2) Ex 40,35 (mâle´ ´èth hammisjëkân = vervulde de tabernakel) . (3) Nu 14,10 . (4) 2 Kr 7,1 (mâle´ ´èth habbâjit = vervulde het huis) . (5) 2 Kr 7,3 (`al habbâjjith = over het huis) . (6) Js 60,1 . (7) Ez 43,4 .
- hè`ânân (de wolk) in vier verzen in Ex 40 (34-38) : 6) Ex 40,34 : wajëkhas hè`ânân (en de wolk bedekte) . (7) Ex 40,35 . (8) Ex 40,36 . (9) Ex 40,37 .
+ `ânân JHWH = de wolk van JHWH) in Ex 40,38 .
+ ûkhëbhôd JHWH (en de heerlijkheid van JHWH) in (1) Ex 40,34 (mâle´ ´èth hammisjëkân = vervulde de tent) en (2) Ex 40,35 (mâle´ ´èth hammisjëkân = vervulde de tent) .
Samen maakt dit zevenmaal de aanwezigheid van JHWH in wolk en heerlijkheid .

Ex 40,35.14. mâlâ´ (vullen, vervullen) . Taalgebruik in Tenach : mâlâ´ (vullen, vervullen) . Getalwaarde : mem = 13 of 40 , lamed = 12 of 30 , aleph = 1 ; totaal : 26 OF 71 . Structuur : 4 - 3 - 1 . Gr. pimplèmi (vervullen, vol maken) . Taalgebruik in de Septuaginta : pimplèmi (vervullen, vol maken) . Taalgebruik in het N.T. : pimplèmi (vervullen, vol maken) . Lat. replere . Fr. remplir . Ned. vervullen . D. erfüllen . E. to fill . Een vorm van pimplèmi (vervullen, vol maken) in de LXX (116) . m-l-´ . Tenakh (76) . Pentateuch (17) . Eerdere Profeten (17) . Ex (6) : (1) Ex 9,8 . (2) Ex 16,32 . (3) Ex 16,33 . (4) Ex 35,35 . (5) Ex 40,34 . (6) Ex 40,35 .

Ex 40,35.15. ´èth (accusatief) . Taalgebruik in Tenakh : ´eth (accusatief) . Getalwaarde : aleph = 1 , thaw = 22 of 400 ; totaal : 23 OF 401 (priemgetal) . Structuur : 1 - 22 . Eerste en laatste letter van het Hebreeuwse alfabet . Tenakh (5699) . Pentateuch (2002) . Ex (473) . In eenendertig verzen in Ex 40 . Tweemaal in Ex 40,34 . Eénmaal in Ex 40,35 . Niet in Ex 40,36 - Ex 40,37 - Ex 40,38 .

Ex 40,35.16. Bepaald lidwoord + zelfstandig naamwoord hammisjëkân (de woning, tent) van het zelfst. naamw. misjëkan (woning, tent) . Taalgebruik in Tenakh : misjëkan (woning, tent) . Getalwaarde : mem = 13 of 40 , sjin = 21 of 300 , kaph = 11 of 20 , nun = 14 of 50 ; totaal : 59 (priemgetal) OF 410 (2 X 5 X 41) . Structuur : 4 - 3 - 2 - 5 . Tenakh (70) . Pentateuch (69) + 1 Kr 23, 26 . Ex (43) . Ex 40 (11) : (1) Ex 40,9 . (2) Ex 40,17 . (3) Ex 40,18 . (4) Ex 40,19 . (5) Ex 40,21 . (6) Ex 40,22 . (7) Ex 40,24 . In vier verzen in Ex 40,34-38 : (1) Ex 40,34 . (2) Ex 40,35 . (3) Ex 40,36 . (4) Ex 40,38 . ´ohèl mô`ed = de tent van de samenkomst komt voor in 1) Ex 40,34 . (2) Ex 40,35 . Samen : zeven . .9. - 10. ´èth hammisjëkân (de woning, de tent) . Tenakh (14) : (1) Ex 26,30 . (2) Ex 35,11 . (3) Ex 36,8 . (4) Ex 39,33 . (5) Ex 40,9 . (6) Ex 40,18 . (7) Ex 40,34 . (8) Ex 40,35 . (9) Lv 8,20 . (10) Nu 1,50 . (11) Nu 7,1 . (12) Nu 9,15 . (13) Nu 10,21 . (14) 1 Kr 23, 26 .

Ex 40,35.14 - 16. mâle´ ´èth hammisjëkân (hij vulde de woning, de tent) . Tenakh (2) : (1) Ex 40,34 . (2) Ex 40,35 .

Ex 40,35.12 - 16. ûkhëbhôd JHWH (en de heerlijkheid van JHWH) mâle´ ´èth hammisjëkân (vulde de woning, de tent) . Tenakh (2) : (1) Ex 40,34 . (2) Ex 40,35 .
- ûkhëbhôd JHWH (en de heerlijkheid van JHWH) mâle´ ´èth habbâjith (vulde het huis) . Tenakh (1) : 2 Kr 7,1 .

Ex 40,36 - Ex 40,36 : Inwijding van het heiligdom : Ex 40,1-38 -- bijbeloverzicht -- Ex (Exodus) -- Ex 40 -- bijbelverwijzingen -- Ex 40,1 - Ex 40,2 - Ex 40,3 - Ex 40,4 - Ex 40,5 - Ex 40,6 - Ex 40,7 - Ex 40,8 - Ex 40,9 - Ex 40,10 - Ex 40,11 - Ex 40,12 - Ex 40,13 - Ex 40,14 - Ex 40,15 - Ex 40,16 - Ex 40,17 - Ex 40,18 - Ex 40,19 - Ex 40,20 - Ex 40,21 - Ex 40,22 - Ex 40,23 - Ex 40,24 - Ex 40,25 - Ex 40,26 - Ex 40,27 - Ex 40,28 - Ex 40,29 - Ex 40,30 - Ex 40,31 - Ex 40,32 - Ex 40,33 - Ex 40,34 - Ex 40,35 - Ex 40,36 - Ex 40,37 - Ex 40,38 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
36ènika d' an anebè è nefelè apo tès skènès anezeugnusan oi uioi israèl sun tè apartia autôn 34 si quando nubes tabernaculum deserebat proficiscebantur filii Israhel per turmas suas ûbhëhe`âlôth hè`ânân me`al hammisjëkân 36 Als nu de wolk opgeheven werd van boven den tabernakel, zo reisden de kinderen Israëls voort in al hun reizen. [36] Op heel hun tocht trokken de Israëlieten pas verder als de wolk boven de verblijfplaats uitsteeg. [36] Zolang hun tocht duurde, trokken de Israëlieten pas verder wanneer de wolk zich van de tabernakel verhief. 36 Als de Wolk opstijgt van boven de Woning breken de zonen Israëls op,– op al hun tochten. 36. A toutes leurs étapes, lorsque la nuée s'élevait au-dessus de la Demeure, les Israélites se mettaient en marche.  

King James Bible . [36] And when the cloud was taken up from over the tabernacle, the children of Israel went onward in all their journeys:
Luther-Bibel . 36 Und immer, wenn die Wolke sich erhob von der Wohnung, brachen die Israeliten auf, solange ihre Wanderung währte.

Tekstuitleg van Ex 40,36 . Dit vers Ex 40,36 telt 9 (3 X 3) woorden en 40 (2 X 2 X 2 X 5) letters . De getalwaarde van Ex 40,36 is 2275 (5 X 5 X 7 X 13) . Ex 40,36 - Ex 40,37 - Ex 40,38 telt 9 + 9 + 16 = 34 woorden (2 X 17) . (17 is de getalwaarde van de kbd - kabhod) .

1. ûbhëhe`âlôth (en in het opklimmen, in het opstijgen) . Verwijzing : `âlah (opgaan, opklimmen) , zie Ps 68,19 . Voegwoord waw + voorzetsel bë + nifal passief status constructus van het werkwoord `âlâh (opgaan, opklimmen) . In de bijbel slechts in Ex 40,36 .

2. hè`ânân (de wolk) . Verwijzing : `ânân (wolk) , zie Ex 13,21 . Getalwaarde van `ânân (wolk) : ajin = 16 of 70 , nun = 14 of 50 ; totaal 44 (2 X 2 X 11) of 170 (10 X 17) ; 17 is de getalwaarde van kabhod (heerlijkheid) . Bepalend lidwoord en zelfstandig naamwoord mannelijk enkelvoud . In dertig verzen in de bijbel . In zesentwintig (26 is de getalwaarde van de naam JHWH) verzen in de Pentateuch : Gn (-) . Ex (13) . Nu (11) . Dt (2) . Niet in Gn . In dertien verzen in Ex . In Ex 13 komt het woord voor het eerst voor . In de vier (bovengenoemde) verzen van Ex : (1) Ex 13,22 . (2) Ex 14,19 . (3) Ex 33,9 . (4) Ex 33,10 . Verder : (1) Ex 14,20 . (2) Ex 19,9 . (3) Ex 24,15 : wajëkhas hè`ânân (en de wolk bedekte) . (4) Ex 24,16 . (5) Ex 24,18 . (6) Ex 40,34 : wajëkhas hè`ânân (en de wolk bedekte) . (7) Ex 40,35 . (8) Ex 40,36 . (9) Ex 40,37 . In elf verzen in Nu : (1) Nu 9,15 . (2) Nu 9,16 . (3) Nu 9,17 . (4) Nu 9,18 . (5) Nu 9,19 . (6) Nu 9,20 . (7) Nu 9,21 . (8) Nu 9,22 . (9) Nu 10,11 . (10) Nu 10,12 . (11) Nu 17,7 . In twee verzen in Dt : (1) Dt 5,22 . (2) Dt 31,15 .
- hè`ânân (de wolk) in vier verzen in Ex 40 (34-38) : 6) Ex 40,34 : wajëkhas hè`ânân (en de wolk bedekte) . (7) Ex 40,35 . (8) Ex 40,36 . (9) Ex 40,37 .
+ `ânân JHWH = de wolk van JHWH) in Ex 40,38 .
+ ûkhëbhôd JHWH (en de heerlijkheid van JHWH) in (1) Ex 40,34 (mâle´ ´èth hammisjëkân = vervulde de tent) en (2) Ex 40,35 (mâle´ ´èth hammisjëkân = vervulde de tent) .
Samen maakt dit zevenmaal voor de aanwezigheid van JHWH in wolk en heerlijkheid .

3. me`al (vanop) . Verwijzing : `al (op, overeenkomstig) , zie Gn 29,34 . In 206 verzen in de bijbel . In zes verzen in Exodus : (1) Ex 3,5 . (2) Ex 25,22 . (3) Ex 28,28 . (4) Ex 32,12 . (5) Ex 39,21 . (6) Ex 40,36 .

4. hammisjëkân (de verblijfplaats) . Verwijzing : sjâkhan (wonen) , zie Ex 40,35 . sj - k - n . Getalwaarde : he = 5 , mem = 13 of 40 , sjin = 21 of 300 , kaph = 11 of 20 , nun = 14 of 50 ; totaal : 64 of 415 . Bepaald lidwoord + zelfstandig naamwoord misjëkân . In zeventig (10 X 7) verzen in de bijbel . In negenenzestig (26 + 17 + 26) verzen in de Pentateuch . In drieënveertig verzen in Ex : Ex 25 (1) . Ex 26 (13) . Ex 27 (2) . Ex 35 (3) . Ex 36 (9) . Ex 38 (2) . Ex 39 (2) . Ex 40 (11) . In Ex 25,9 . In dertien verzen in Ex 26 : (1) Ex 26,1 . (2) Ex 26,6 . (3) Ex 26,7 . (4) Ex 26,12 . (5) Ex 26,13 . (6) Ex 26,17 . (7) Ex 26,20 . (8) Ex 26,22 . (9) Ex 26,23 . (10) Ex 26,26 . (11) Ex 26,27 (tweemaal) . (12) Ex 26,30 . (13) Ex 26,35 . In twee verzen in Ex 27 : (1) Ex 27,9 . (2) Ex 27,19 . In drie verzen in Ex 35 : (1) Ex 35,11 . (2) Ex 35,15 . (3) Ex 35,18 . In negen verzen in Ex 36 : (1) Ex 36,8 . (2) Ex 36,13. (3) Ex 36,14 . (4) Ex 36,22 . (5) Ex 36,25 . (6) Ex 36,27 . (7) Ex 36,28 . (8) Ex 36,31 . (9) Ex 36,32 . In twee verzen in Ex 38 : (1) Ex 38,21 . (2) Ex 38,31 . In twee verzen in Ex 39 : (1) Ex 39,33 . (2) Ex 39,40 . In elf verzen in Ex 40 . In zeven verzen in Ex 40,1-33 : (1) Ex 40,9 . (2) Ex 40,17 . (3) Ex 40,18 . (4) Ex 40,19 . (5) Ex 40,21 . (6) Ex 40,22 . (7) Ex 40,24 . In vier verzen in Ex 40,34-38 : (1) Ex 40,34 . (2) Ex 40,35 . (3) Ex 40,36 . (4) Ex 40,38 .
- misjëkân (verblijfplaats) . In vierentwintig verzen in de bijbel . In vijf verzen in Ex : (1) Ex 38,21 .
- In vier verzen in Ex 40,34-38 : (1) Ex 40,34 . (2) Ex 40,35 . (3) Ex 40,36 . (4) Ex 40,38 + ´ohèl mô`ed = de tent van de samenkomst komt voor in 1) Ex 40,34 . (2) Ex 40,35 . Samen : zeven .

5. jisë`û (zij trokken op) . Verwijzing : nâs`â (opbreken, reizen) , zie Ex 16,1 . Actief qal imperfectum derde persoon mannelijk meervoud . In twee verzen in de bijbel : (1) Ex 40,36 . (2) Ex 40,37 .

6. - 7. bëne jisërâ`el (Israëlieten) , zie Ex 40,36 . In 419 verzen in de bijbel . In één vers in Ex 40 : Ex 40,36 .

Ex 40,37 - Ex 40,37 : Inwijding van het heiligdom : Ex 40,1-38 -- bijbeloverzicht -- Ex (Exodus) -- Ex 40 -- bijbelverwijzingen -- Ex 40,1 - Ex 40,2 - Ex 40,3 - Ex 40,4 - Ex 40,5 - Ex 40,6 - Ex 40,7 - Ex 40,8 - Ex 40,9 - Ex 40,10 - Ex 40,11 - Ex 40,12 - Ex 40,13 - Ex 40,14 - Ex 40,15 - Ex 40,16 - Ex 40,17 - Ex 40,18 - Ex 40,19 - Ex 40,20 - Ex 40,21 - Ex 40,22 - Ex 40,23 - Ex 40,24 - Ex 40,25 - Ex 40,26 - Ex 40,27 - Ex 40,28 - Ex 40,29 - Ex 40,30 - Ex 40,31 - Ex 40,32 - Ex 40,33 - Ex 40,34 - Ex 40,35 - Ex 40,36 - Ex 40,37 - Ex 40,38 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
36ènika d' an anebè è nefelè apo tès skènès anezeugnusan oi uioi israèl sun tè apartia autôn37ei de mè anebè è nefelè ouk anezeugnusan eôs tès èmeras ès anebè è nefelè 35 si pendebat desuper manebant in eodem loco   37 Maar als de wolk niet opgeheven werd, zo reisden zij niet tot op den dag, dat zij opgeheven werd. [37] Als de wolk niet opsteeg, bleven zij wachten. [37] Wanneer de wolk niet opsteeg, trokken ze niet verder; ze wachtten tot de wolk weer opsteeg. 37 En als de wolk niet opstijgt breken ze niet op,– tot aan de dag dat hij wel opstijgt. 37. Si la nuée ne s'élevait pas, ils ne se mettaient pas en marche jusqu'au jour où elle s'élevait.

King James Bible . [37] But if the cloud were not taken up, then they journeyed not till the day that it was taken up.
Luther-Bibel . 37 Wenn sich aber die Wolke nicht erhob, so zogen sie nicht weiter bis zu dem Tag, an dem sie sich erhob.

Tekstuitleg van Ex 40,37 . Dit vers Ex 40,37 telt 9 (3 X 3) woorden en 30 (2 X 3 X 5) letters . De getalwaarde van Ex 40,37 is 1192 (2 X 2 X 2 X 149 ) . Ex 40,36 - Ex 40,37 - Ex 40,38 telt 9 + 9 + 16 = 34 woorden (2 X 17) . (17 is de getalwaarde van de kbd - kabhod) .

4. hè`ânân (de wolk) . Verwijzing : `ânân (wolk) , zie Ex 13,21 . Getalwaarde van `ânân (wolk) : ajin = 16 of 70 , nun = 14 of 50 ; totaal 44 (2 X 2 X 11) of 170 (10 X 17) ; 17 is de getalwaarde van kabhod (heerlijkheid) . Bepalend lidwoord en zelfstandig naamwoord mannelijk enkelvoud . In dertig verzen in de bijbel . In zesentwintig (26 is de getalwaarde van de naam JHWH) verzen in de Pentateuch : Gn (-) . Ex (13) . Nu (11) . Dt (2) . Niet in Gn . In dertien verzen in Ex . In Ex 13 komt het woord voor het eerst voor . In de vier (bovengenoemde) verzen van Ex : (1) Ex 13,22 . (2) Ex 14,19 . (3) Ex 33,9 . (4) Ex 33,10 . Verder : (1) Ex 14,20 . (2) Ex 19,9 . (3) Ex 24,15 : wajëkhas hè`ânân (en de wolk bedekte) . (4) Ex 24,16 . (5) Ex 24,18 . (6) Ex 40,34 : wajëkhas hè`ânân (en de wolk bedekte) . (7) Ex 40,35 . (8) Ex 40,36 . (9) Ex 40,37 . In elf verzen in Nu : (1) Nu 9,15 . (2) Nu 9,16 . (3) Nu 9,17 . (4) Nu 9,18 . (5) Nu 9,19 . (6) Nu 9,20 . (7) Nu 9,21 . (8) Nu 9,22 . (9) Nu 10,11 . (10) Nu 10,12 . (11) Nu 17,7 . In twee verzen in Dt : (1) Dt 5,22 . (2) Dt 31,15 .
- hè`ânân (de wolk) in vier verzen in Ex 40 (34-38) : 6) Ex 40,34 : wajëkhas hè`ânân (en de wolk bedekte) . (7) Ex 40,35 . (8) Ex 40,36 . (9) Ex 40,37 .
+ `ânân JHWH = de wolk van JHWH) in Ex 40,38 .
+ ûkhëbhôd JHWH (en de heerlijkheid van JHWH) in (1) Ex 40,34 (mâle´ ´èth hammisjëkân = vervulde de tent) en (2) Ex 40,35 (mâle´ ´èth hammisjëkân = vervulde de tent) .
Samen maakt dit zevenmaal voor de aanwezigheid van JHWH in wolk en heerlijkheid .

Ex 40,38 - Ex 40,38 : Inwijding van het heiligdom : Ex 40,1-38 -- bijbeloverzicht -- Ex (Exodus) -- Ex 40 -- bijbelverwijzingen -- Ex 40,1 - Ex 40,2 - Ex 40,3 - Ex 40,4 - Ex 40,5 - Ex 40,6 - Ex 40,7 - Ex 40,8 - Ex 40,9 - Ex 40,10 - Ex 40,11 - Ex 40,12 - Ex 40,13 - Ex 40,14 - Ex 40,15 - Ex 40,16 - Ex 40,17 - Ex 40,18 - Ex 40,19 - Ex 40,20 - Ex 40,21 - Ex 40,22 - Ex 40,23 - Ex 40,24 - Ex 40,25 - Ex 40,26 - Ex 40,27 - Ex 40,28 - Ex 40,29 - Ex 40,30 - Ex 40,31 - Ex 40,32 - Ex 40,33 - Ex 40,34 - Ex 40,35 - Ex 40,36 - Ex 40,37 - Ex 40,38 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
38nefelè gar èn epi tès skènès èmeras kai pur èn ep' autès nuktos enantion pantos israèl en pasais tais anazugais 36 nubes quippe Domini incubabat per diem tabernaculo et ignis in nocte videntibus populis Israhel per cunctas mansiones suas 38 Want de wolk des HEEREN was op den tabernakel bij dag, en het vuur was er bij nacht op, voor de ogen van het ganse huis Israëls in al hun reizen. [38] Op heel hun tocht rustte overdag de wolk van de heer boven de verblijfplaats, maar ’s nachts was er een vuurgloed, die zichtbaar was voor alle Israëlieten. [38] Zolang hun tocht duurde, rustte overdag de wolk van de HEER op de tabernakel, ’s nachts verscheen er een vuur in, dat voor alle Israëlieten zichtbaar was. 38 Want de Wolk van de ENE is boven de Woning overdag, en een vuur is daarin ‘s nachts aanwezig,– voor de ogen van heel het huis Israëls, op al hun tochten! 38. Car, le jour, la nuée de Yahvé était sur la Demeure et, la nuit, il y avait dedans un feu, aux yeux de toute la maison d'Israël, à toutes leurs étapes.  

King James Bible . [38] For the cloud of the LORD was upon the tabernacle by day, and fire was on it by night, in the sight of all the house of Israel, throughout all their journeys.
Luther-Bibel . 38 Denn die Wolke des HERRN war bei Tage über der Wohnung, und bei Nacht ward sie voll Feuers vor den Augen des ganzen Hauses Israel, solange die Wanderung währte.

Tekstuitleg van Ex 40,38 . Dit vers telt Ex 40,38 16 (2 X 2 X 2 X 2) woorden en 57 (3 X 19) letters . De getalwaarde van Ex 40,38 is 3097 (19 X 163) .Ex 40,36 - Ex 40,37 - Ex 40,38 telt 9 + 9 + 16 = 34 woorden (2 X 17) . (17 is de getalwaarde van de kbd - kabhod) . 57 = 3 X 19 . Vers 38 : 2 X 19 . Ex 40,38 is een dubbele redengevende zin . We zouden de twee zinnen in drie delen kunnen verdelen : Ex 40,38 a telt zes woorden , Ex 40,38 b telt 4 woorden en Ex 40,38 c telt zes woorden .

1. kî (want) . Verwijzing : kî (want) , zie Jr 31,7 . kî (want) . Getalwaarde : kaph = 11 of 20 , jod = 10 ; totaal : 21 of 30 . In 3849 verzen in de bijbel .In 167 verzen in Ex . In twee verzen in Ex 40 : (1) Ex 40,35 . (2) Ex 40,38 . Dit vers heeft betrekking op de aanwezigheid van de wolk en het vuur als symbolen van de aanwezigheid van JHWH . Dit vers geeft niet de reden van het al dan niet opstijgen van de wolk .

2. `ânân (wolk) . Taalgebruik in Tenach : `ânân (wolk) . Zelfstandig naamwoord mannelijk enkelvoud . MT (26) (dit is de getalwaarde van de naam JHWH) . Getalwaarde van `ânân (wolk) : ajin = 16 of 70 , nun = 14 of 50 ; totaal 44 (2 X 2 X 11) of 170 (10 X 17) ; 17 is de getalwaarde van kabhod (heerlijkheid . Gr. nefelè (nevel, wolk) . Taalgebruik in de Septuaginta : nefelè (nevel, wolk) . Taalgebruik in het N.T. : nefelè (nevel, wolk) . Lat. nubis . Fr. la nuée . E. cloud . D. Wolke . In acht verzen in de Pentateuch : (1) Gn 9,14 . In twee verzen in Ex (Exodus) : (1) Ex 13,21 . (2) Ex 40,38 (`ânân JHWH = de wolk van JHWH) . Verder : (4) Lv 16,13 . (5) Nu 12,5 . (6) Nu 14,14 . (7) Dt 4,11 . (8) Dt 31,15 .
- hè`ânân (de wolk) in vier verzen in Ex 40 (34-38) : 6) Ex 40,34 : wajëkhas hè`ânân (en de wolk bedekte) . (7) Ex 40,35 . (8) Ex 40,36 . (9) Ex 40,37 .
+ `ânân JHWH = de wolk van JHWH) in Ex 40,38 .
+ ûkhëbhôd JHWH (en de heerlijkheid van JHWH) in (1) Ex 40,34 (mâle´ ´èth hammisjëkân = vervulde de tent) en (2) Ex 40,35 (mâle´ ´èth hammisjëkân = vervulde de tent) .
Samen maakt dit zevenmaal voor de aanwezigheid van JHWH in wolk en heerlijkheid .

1. - 2. kî (want) , gevolgd door `ânân (wolk) . Hapax in de bijbel . Daarenboven : kî (want) , gevolgd door hè`ânân (de wolk) vinden we niet in de bijbel .

3. JHWH . Verwijzing : JHWH (JHWH) , zie Ex 13,21 . In 5193 verzen in de bijbel . In 299 verzen in Ex (Exodus) . In twaalf verzen in Ex 40 : (1) Ex 40,1 (inleidingsformule) (2) Ex 40,16 (overgangsvers) . (3) - (9) zevenmaal in de formule die uitdrukt dat Mozes handelt zoals JHWH hem heeft bevolen (Ex 40,17-33) . (10) Ex 40,34 . (11) Ex 40,35 . (12) Ex 40,38 .

2. - 3. `ânân JHWH = de wolk van JHWH . Verwijzing : `ânân (wolk) , zie Ex 13,21 . Hapax in de bijbel . De eerste zin van Ex 40,38 heeft geen werkwoord ; indien JHWH geschreven wordt als jhjh (jihëjèh : imperfectum derde persoon mannelijk enkelvoud van hâjâh : zijn) , is deze zin parallel opgebouwd met de tweede zin van het vers . `ânân (wolk) zonder een andere bepaling komt zelden voor zonder bepaald lidwoord . Maar dan verandert er iets aan het aantal keren dat het woord gebruikt wordt : `ânân (26 - 1) en hè`ânân (30 + 1 = 31 ; 26 + 1 = 27 ; 13 + 1 = 14) .
In (1) Ex 40,34 (mâle´ ´èth hammisjëkân = vervulde de tent) en (2) Ex 40,35 (mâle´ ´èth hammisjëkân = vervulde de tent) lezen we ûkhëbhôd JHWH (en de heerlijkheid van JHWH) . In Ex 40,34-38 vinden we driemaal JHWH , eenmaal in combinatie met `ânân (wolk) en tweemaal in combinatie met këbhôd (heerlijkheid) . Het zou onder invloed van ûkhëbhôd JHWH (en de heerlijkheid van JHWH) kunnen zijn dat we `ânân JHWH = de wolk van JHWH kunnen lezen .

4. `al (op, overeenkomstig, omwille van) . Taalgebruik in Tenach : `al (op, overeenkomstig) . Getalwaarde : ajin = 16 of 70, lamed = 12 of 30 ; totaal : 28 of 100 . Structuur : 7 - 3 . Tenakh (3075) .Pentateuch (828) . Ex (217) . Ex 40 (7) : (1) Ex 40,3 . (2) Ex 40,19 . (3) Ex 40,20 . (4) Ex 40,21 . (5) Ex 40,22 . (6) Ex 40,24 . (7) Ex 40,38 .

5. hammisjëkân (woning, tent) . Verwijzing : sjâkhan (wonen) , zie Ex 40,35 . sj - k - n . Bepaald lidwoord + zelfstandig naamwoord misjëkân . In zeventig verzen in de bijbel . In negenenzestig verzen in de Pentateuch . In drieënveertig verzen in Ex . In Ex 25,9 . In dertien verzen in Ex 26 : (1) Ex 26,1 . (2) Ex 26,6 . (3) Ex 26,7 . (4) Ex 26,12 . (5) Ex 26,13 . (6) Ex 26,17 . (7) Ex 26,20 . (8) Ex 26,22 . (9) Ex 26,23 . (10) Ex 26,26 . (11) Ex 26,27 . (12) Ex 26,30 . (13) Ex 26,35 . In twee verzen in Ex 27 : (1) Ex 27,9 . (2) Ex 27,19 . In drie verzen in Ex 35 : (1) Ex 35,11 . (2) Ex 35,15 . (3) Ex 35,18 . In negen verzen in Ex 36 : (1) Ex 36,8 . (2) Ex 36,13. (3) Ex 36,14 . (4) Ex 36,22 . (5) Ex 36,25 . (6) Ex 36,27 . (7) Ex 36,28 . (8) Ex 36,31 . (9) Ex 36,32 . In twee verzen in Ex 38 : (1) Ex 38,21 . (2) Ex 38,31 . In twee verzen in Ex 39 : (1) Ex 39,33 . (2) Ex 39,40 . In elf verzen in Ex 40 . In zeven verzen in Ex 40,1-33 : (1) Ex 40,9 . (2) Ex 40,17 . (3) Ex 40,18 . (4) Ex 40,19 . (5) Ex 40,21 . (6) Ex 40,22 . (7) Ex 40,24 .
- In vier verzen in Ex 40,34-38 : (1) Ex 40,34 . (2) Ex 40,35 . (3) Ex 40,36 . (4) Ex 40,38 . + ´ohèl mô`ed = de tent van de samenkomst komt voor in 1) Ex 40,34 . (2) Ex 40,35 . Samen : zevenmaal om de woning / tent van JHWH aan te duiden .

4. - 5. `al (op, overeenkomstig) hammisjëkân (woning, tent) . In elf verzen in de bijbel . In vier verzen in Ex : (1) Ex 26,7 . (2) Ex 36,14 . (3) Ex 40,19 . (4) Ex 40,38 .

11. lë`ênê (voor de ogen van) . Verwijzing : `ajin (oog, bron) , zie Gn 16,1-16 . In zevenenvijftig verzen in de bijbel . In zeven verzen in Ex : (1) Ex 4,30 . (2) Ex 7,20 . (3) Ex 9,8 . (4) Ex 17,6 . (5) Ex 19,11 . (6) Ex 24,17 . (7) Ex 40,38 .

12. kl (al) , zie Ex 40,38 . In 2709 verzen in de bijbel . In 159 verzen in Ex . In drie verzen in Ex 40 : (1) Ex 40,9 . (2) Ex 40,10 . (3) Ex 40,38 .

13. be(j)th (huis) . Verwijzing : be(j)th (huis) , zie Js 2,2 . In 911 verzen in de bijbel . In zeven verzen in Ex : (1) Ex 6,14 . (2) Ex 12,30 . (3) Ex 16,31 . (4) Ex 20,17 . (5) Ex 23,19 . (6) Ex 34,26 . (7) Ex 40,38 .

14. jishërâ`el (Israël) . In 2044 verzen in de bijbel . In 157 verzen in Ex . In twee verzen in Ex 40 : (1) Ex 40,36 . (2) Ex 40,38 .

13. - 14. be(j)th (huis) jishërâ`el (Israël) . In negen verzen in de bijbel . In één vers in Ex . In twee verzen in Jr . In zes verzen in Ez . (1) Ex 16,31 . Ook in Ex 40,38 .

12. -14. kâl be(j)th jishërâ´el (het hele huis van Israël) . Hapax in de bijbel .

16. mase`êhèm (hun trektochten) . Verwijzing : nâs`â (opbreken, reizen) , zie Ex 16,1 . Zelfstandig naamwoord status constructus mannelijk meervoud + persoonlijk voornaamwoord derde persoon meervoud . In drie verzen in de bijbel : (1) Ex 40,36 . (2) Ex 40,38 . (3) Nu 33,2 .

15. - 16. bëkâl mase`êhèm (op al hun trektochten) . Hapax in de bijbel . In Ex 40,36 vinden we bëkol mase`êhèm (op al hun trektochten) , eveneens hapax in de bijbel .

Ex 40,36 ûbhëhe`âlôth (en in het opklimmen, in het opstijgen) hè`ânân (van de wolk) me`al (vanop) hammisjëkân (woning, tent)   bëne jisërâ`el (Israëlieten) bëkâl mase`êhèm (op al hun trektochten)
Ex 40,38 kî (want) `ânân JHWH = de wolk van JHWH `al (op, overeenkomstig) hammisjëkân (woning, tent)   lë`ênê (voor de ogen van) kâl be(j)th jishërâ´el (het hele huis van Israël) bëkâl mase`êhèm (op al hun trektochten)

King James Bible

Exod.40 [1] And the LORD spake unto Moses, saying, [2] On the first day of the first month shalt thou set up the tabernacle of the tent of the congregation. [3] And thou shalt put therein the ark of the testimony, and cover the ark with the vail. [4] And thou shalt bring in the table, and set in order the things that are to be set in order upon it; and thou shalt bring in the candlestick, and light the lamps thereof. [5] And thou shalt set the altar of gold for the incense before the ark of the testimony, and put the hanging of the door to the tabernacle. [6] And thou shalt set the altar of the burnt offering before the door of the tabernacle of the tent of the congregation. [7] And thou shalt set the laver between the tent of the congregation and the altar, and shalt put water therein. [8] And thou shalt set up the court round about, and hang up the hanging at the court gate. [9] And thou shalt take the anointing oil, and anoint the tabernacle, and all that is therein, and shalt hallow it, and all the vessels thereof: and it shall be holy. [10] And thou shalt anoint the altar of the burnt offering, and all his vessels, and sanctify the altar: and it shall be an altar most holy. [11] And thou shalt anoint the laver and his foot, and sanctify it. [12] And thou shalt bring Aaron and his sons unto the door of the tabernacle of the congregation, and wash them with water. [13] And thou shalt put upon Aaron the holy garments, and anoint him, and sanctify him; that he may minister unto me in the priest's office. [14] And thou shalt bring his sons, and clothe them with coats: [15] And thou shalt anoint them, as thou didst anoint their father, that they may minister unto me in the priest's office: for their anointing shall surely be an everlasting priesthood throughout their generations. [16] Thus did Moses: according to all that the LORD commanded him, so did he. [17] And it came to pass in the first month in the second year, on the first day of the month, that the tabernacle was reared up. [18] And Moses reared up the tabernacle, and fastened his sockets, and set up the boards thereof, and put in the bars thereof, and reared up his pillars. [19] And he spread abroad the tent over the tabernacle, and put the covering of the tent above upon it; as the LORD commanded Moses. [20] And he took and put the testimony into the ark, and set the staves on the ark, and put the mercy seat above upon the ark: [21] And he brought the ark into the tabernacle, and set up the vail of the covering, and covered the ark of the testimony; as the LORD commanded Moses. [22] And he put the table in the tent of the congregation, upon the side of the tabernacle northward, without the vail. [23] And he set the bread in order upon it before the LORD; as the LORD had commanded Moses. [24] And he put the candlestick in the tent of the congregation, over against the table, on the side of the tabernacle southward. [25] And he lighted the lamps before the LORD; as the LORD commanded Moses. [26] And he put the golden altar in the tent of the congregation before the vail: [27] And he burnt sweet incense thereon; as the LORD commanded Moses. [28] And he set up the hanging at the door of the tabernacle. [29] And he put the altar of burnt offering by the door of the tabernacle of the tent of the congregation, and offered upon it the burnt offering and the meat offering; as the LORD commanded Moses. [30] And he set the laver between the tent of the congregation and the altar, and put water there, to wash withal. [31] And Moses and Aaron and his sons washed their hands and their feet thereat: [32] When they went into the tent of the congregation, and when they came near unto the altar, they washed; as the LORD commanded Moses. [33] And he reared up the court round about the tabernacle and the altar, and set up the hanging of the court gate. So Moses finished the work. [34] Then a cloud covered the tent of the congregation, and the glory of the LORD filled the tabernacle. [35] And Moses was not able to enter into the tent of the congregation, because the cloud abode thereon, and the glory of the LORD filled the tabernacle. [36] And when the cloud was taken up from over the tabernacle, the children of Israel went onward in all their journeys: [37] But if the cloud were not taken up, then they journeyed not till the day that it was taken up. [38] For the cloud of the LORD was upon the tabernacle by day, and fire was on it by night, in the sight of all the house of Israel, throughout all their journeys.


Luther-Bibel

1 Und der HERR redete mit Mose und sprach: 2 Du sollst die Wohnung der Stiftshütte aufrichten am ersten Tage des ersten Monats. 3 Und du sollst die Lade mit dem Gesetz hineinstellen und vor die Lade den Vorhang hängen; 4 und du sollst den Tisch hineinbringen und die Schaubrote auflegen und den Leuchter hineinstellen und die Lampen darauf setzen; 5 und du sollst den goldenen Räucheraltar vor die Lade mit dem Gesetz stellen und die Decke in der Tür der Wohnung aufhängen. 6 Den Brandopferaltar aber sollst du außen vor die Tür der Wohnung der Stiftshütte setzen 7 und das Becken zwischen die Stiftshütte und den Altar und Wasser hineintun 8 und den Vorhof ringsherum herstellen und die Decke in der Tür des Vorhofs aufhängen. 9 Und du sollst das Salböl nehmen und die Wohnung und alles, was darin ist, salben und sollst sie weihen mit ihrem ganzen Gerät, dass sie heilig sei. 10 Und du sollst den Brandopferaltar salben mit seinem ganzen Gerät und weihen, dass er hochheilig sei. 11 Und du sollst auch das Becken und sein Gestell salben und weihen. 12 Und du sollst Aaron und seine Söhne vor die Tür der Stiftshütte treten lassen und sie mit Wasser waschen 13 und Aaron die heiligen Kleider anziehen und ihn salben und weihen, dass er mein Priester sei; 14 und du sollst seine Söhne auch herzuführen und ihnen die Untergewänder anziehen 15 und sie salben, wie du ihren Vater gesalbt hast, dass sie meine Priester seien. Und diese Salbung sollen sie haben zum ewigen Priestertum von Geschlecht zu Geschlecht. 16 Und Mose tat alles, wie ihm der HERR geboten hatte. 17 Also wurde die Wohnung aufgerichtet im zweiten Jahr am ersten Tage des ersten Monats. 18 Und Mose richtete die Wohnung auf und setzte ihre Füße hin und stellte die Bretter darauf und brachte die Riegel an und richtete die Säulen auf 19 und breitete das Zeltdach aus über der Wohnung und legte die Decke des Zeltes oben darauf, wie der HERR ihm geboten hatte. 20 Und er nahm das Gesetz und legte es in die Lade und tat die Stangen an die Lade und setzte den Gnadenthron oben auf die Lade 21 und brachte die Lade in die Wohnung und hängte den Vorhang auf und verhüllte so die Lade des Gesetzes, wie ihm der HERR geboten hatte, 22 und setzte den Tisch in die Stiftshütte an die Seite der Wohnung nach Norden, außen vor dem Vorhang, 23 und legte die Schaubrote auf vor dem HERRN, wie ihm der HERR geboten hatte, 24 und setzte den Leuchter auch hinein gegenüber dem Tisch an die Seite der Wohnung nach Süden 25 und setzte die Lampen auf vor dem HERRN, wie ihm der HERR geboten hatte. 26 Und er setzte den goldenen Altar hinein vor den Vorhang 27 und räucherte darauf mit wohlriechendem Räucherwerk, wie ihm der HERR geboten hatte, 28 und hängte die Decke in die Tür der Wohnung. 29 Und den Brandopferaltar setzte er vor die Tür der Wohnung der Stiftshütte und opferte darauf Brandopfer und Speisopfer, wie ihm der HERR geboten hatte. 30 Und das Becken setzte er zwischen die Stiftshütte und den Altar und tat Wasser hinein zum Waschen. 31 Und Mose, Aaron und seine Söhne wuschen ihre Hände und Füße darin. 32 Denn sie müssen sich waschen, wenn sie in die Stiftshütte gehen oder hinzutreten zum Altar, wie der HERR es Mose geboten hatte. 33 Und er richtete den Vorhof auf rings um die Wohnung und um den Altar und hängte die Decke in das Tor des Vorhofs. Also vollendete Mose das ganze Werk.

Der HERR bekennt sich zu seinem Heiligtum
34 Da bedeckte die Wolke die Stiftshütte, und die Herrlichkeit des HERRN erfüllte die Wohnung. 35 Und Mose konnte nicht in die Stiftshütte hineingehen, weil die Wolke darauf ruhte und die Herrlichkeit des HERRN die Wohnung erfüllte. 36 Und immer, wenn die Wolke sich erhob von der Wohnung, brachen die Israeliten auf, solange ihre Wanderung währte. 37 Wenn sich aber die Wolke nicht erhob, so zogen sie nicht weiter bis zu dem Tag, an dem sie sich erhob. 38 Denn die Wolke des HERRN war bei Tage über der Wohnung, und bei Nacht ward sie voll Feuers vor den Augen des ganzen Hauses Israel, solange die Wanderung währte.


TAALGEBRUIK


COMMENTAAR