HOSEA 2 - Hos 2 -
- bijbeloverzicht
-- bijbelverwijzingen
-- Hos (Hosea)
-- Hos 2
-
- bijbeloverzicht
: woordgebruik -- A
- B
- C
- D
- E
- F
- G
- H
- I
- J
- K
- L
- M
- N
- O
- P
- Q
- R
- S
- T
- U
- V
- W
- X
-Y
- Z
-- bijbeloverzicht
: commentaar -
Overzicht van Tenach : Tenach
: overzicht , Tenach
: taalgebruik - A
- B
- C
- D
- E
- F
- G
- H
- I
- J
- K
- L
- M
- N
- O
- P
- Q
- R
- S
- T
- U
- V
- W
- X
-Y
- Z -
, Tenach
: commentaar ,
Overzicht van Septuaginta : Septuaginta
: overzicht , Septuaginta
: taalgebruik - A
- B
- C
- D
- E
- F
- G
- H
- I
- J
- K
- L
- M
- N
- O
- P
- Q
- R
- S
- T
- U
- V
- W
- X
-Y
- Z
- , Septuaginta
: commentaar ,
Hos
: overzicht , Hos
: taalgebruik - A
- B
- C
- D
- E
- F -
G -
H -
I -
J -
K -
L -
M -
N -
O -
P -
Q -
R -
S -
T -
U -
V -
W -
X
-Y
- Z -
, Hos
: commentaar ,
Overzicht : Hos
1 - Hos 2
- Hos 3 -
Hos 4 - Hos
5 - Hos 6
- Hos 7 - Hos
8 - Hos 9
- Hos 10 - Hos
11 - Hos 12
- Hos 13
- Hos 14 -
Tekstuitleg per pericope
Tekstuitleg vers per vers : Hos
2,1 - Hos
2,2 - Hos
2,3 - Hos
2,4 - Hos
2,5 - Hos
2,6 - Hos
2,7 - Hos
2,8 - Hos
2,9 - Hos
2,10 - Hos
2,11 - Hos
2,12 - Hos
2,13 - Hos
2,14 - Hos
2,15 - Hos
2,16 - Hos
2,17 - Hos
2,18 - Hos
2,19 - Hos
2,20 - Hos
2,21 - Hos
2,22 - Hos
2,23 - Hos
2,24 - Hos
2,25 -
WEDERKERIGHEID (DIVERSITEIT - VICE
VERSA)
websitenamen : http://users.telenet.be/arseen.de.kesel/
en http://www.interlevensbeschouwelijk.be/index.htm
- STARTPAGINA - AGENDA - BIJ
DE HAND - NIEUW
- TIJDSCHRIFTEN
-
ALFABETISCH OVERZICHT VAN THEMA'S EN WEBSITES :
JAARTAL - A - B
- C - D
- E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X
-Y - Z
HOOFDTHEMA'S :
allochtonen , armoede , bahá'í
, bezinningsteksten
, bijbel , bijbel en koran ,
boeddhisme ,
christendom ,
extreemrechts
( Vlaams Blok
) , fundamentalisme
, globalisering en antiglobalisering
, hindoeïsme
, interlevensbeschouwelijke
dialoog , interreligieuze
meditatie , islam , jodendom
, koran
, levensbeschouwing
, levensbeschouwing / godsdienst
en onderwijs , migratie , racisme , samenleving ,
sikhisme , spiritualiteit
, tewerkstelling
van allochtonen , vluchtelingen
en asielzoekers , vrijzinnigheid
, witte scholen , multiculturele
scholen en concentratiescholen , Eigen-zinnige
beschouwingen , Het
kleine of grote ongenoegen -
|
Woordenschat
Bibliografie
Literatuur
Liturgisch gebruik
- bijbeloverzicht
, bijbelverwijzingen
- A
- B
- C
- D
- E
- F
- G
- H
- I
- J
- K
- L
- M
- N
- O
- P
- Q
- R
- S
- T
- U
- V
- W
- X
-Y
- Z -
, Oude Testament ,
Pentateuch
, Historische
boeken , Profeten
, Wijsheidsboeken
, NT overzicht
, Evangelies
, Synoptici
, Brieven
van Paulus , Apostolische
brieven .
Overzicht van het N.T. : NT
: overzicht , NT
: taalgebruik - A
- B
- C
- D
- E
- F
- G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X
-Y -
Z - ,
NT : commentaar
,
- OT : Gn (Genesis)
, Ex (Exodus) ,
Lv (Leviticus) ,
Nu (Numeri) , Dt
(Deuteronomium) , Joz
(Jozua) , Re (Rechters)
, Rt (Ruth) , 1
S (1 Samuël) , 2
S (2 Samuël) , 1
K (1 Koningen) , 2
K (2 Koningen) , 1
Kr ( 1 Kronieken) , 2
Kr (2 Kronieken) , Ezr
(Ezra) , Neh (Nehemia)
, Tob (Tobia) ,
Jdt (Judith) ,
Est (Esther) ,
1 Mak (1 Makkabeeën)
, 2 Mak (2 Makkabeeën)
, Job , Ps
(Psalmen ) , Spr
(Spreuken) , Pr
(Prediker) , Hl
(Hooglied) , W (Wijsheid)
, Sir (Sirach)
, Js (Jesaja) ,
Jr (Jeremia) , Kl
(Klaagliederen) , Bar
(Baruch) , Ez (Ezechiël)
, Da (Daniël)
, Hos (Hosea) ,
Jl (Joël) ,
Am (Amos) , Ob
(Obadja) , Jon
(Jona) , Mi (Micha)
, Nah (Nahum) ,
Hab (Habakuk) ,
Sef (Sefanja) ,
Hag (Haggai) ,
Zach (Zacharia)
, Mal (Maleachi)
.
- NT : Mt (Matteüs)
- Mc (Marcus)
- Lc (Lucas) -
Joh (Johannes)
- Hnd (Handelingen)
, Rom (Rome) ,
1 Kor (Korinte)
, 2 Kor (Korinte)
, Gal (Galatië)
, Ef (Efese) , Fil
(Filippi) , Kol
(Kolosse) , 1 Tes
(Tessalonika) , 2
Tes (Tessalonika) , 1
Tim (Timoteüs) , 2
Tim (Timoteüs) , Tit
(Titus) , Film
(Filemon) , Heb
(Hebreeën) , Jak
(Jakobus) , 1 Pe
(Petrus) , 2 Pe
(Petrus) , 1 Joh
(Johannes) , 2 Joh
(Johannes) , 2 Joh
(Johannes) , Jud
(Judas) , Apk (Apokalyps)
.
Overzicht van de
bibliografie van de bijbelboeken : - bibliografie
bijbel -
bibliografie
van het Oude Testament - bibliografie
Matteüsevangelie - bibliografie
Marcusevangelie - bibliografie
Lucasevangelie - bibliografie
van het Johannesevangelie - bibliografie
van het Nieuwe Testament (behalve evangeliën)
Hos 2,1 - Hos
2,1 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
1kai èn o arithmos tôn uiôn israèl ôs è ammos tès
thalassès è ouk ekmetrèthèsetai oude exarithmèthèsetai kai estai en
tô topô ou errethè autois ou laos mou umeis ekei klèthèsontai uioi
theou zôntos |
|
|
|
|
|
|
|
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van Hos
2,1 .
Hos 2,2 - Hos
2,2 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
2kai sunachthèsontai oi uioi iouda kai oi uioi israèl
epi to auto kai thèsontai eautois archèn mian kai anabèsontai ek tès
gès oti megalè è èmera tou iezrael |
|
|
|
|
|
|
|
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van Hos
2,2 .
Hos 2,3 - Hos
2,3 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
3eipate tô adelfô umôn laos-mou kai tè adelfè umôn
èleèmenè |
|
|
|
|
|
|
|
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van Hos
2,3 .
Hos 2,4 - Hos
2,4 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
4krithète pros tèn mètera umôn krithète oti autè
ou gunè mou kai egô ouk anèr autès kai exarô tèn porneian autès ek
prosôpou mou kai tèn moicheian autès ek mesou mastôn autès |
|
|
1 Twist tegen ulieder moeder, twist, omdat zij Mijn
vrouw niet is, en Ik haar Man niet ben; en laat ze haar hoererijen
van haar aangezicht, en haar overspelerijen van tussen haar borsten
wegdoen. |
|
|
1 ¶ (2:4) Klaagt uw moeder aan, verwijt haar dat
zij mijn vrouw niet is en ik haar man niet mag zijn; opdat ze die
hoerigheid van haar laat wijken van haar aanschijn, en haar echtbrekerij
van tussen haar borsten; |
|
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van Hos
2,4 .
Hos 2,5 - Hos
2,5 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
5opôs an ekdusô autèn gumnèn kai apokatastèsô autèn
kathôs èmera geneseôs autès kai thèsomai autèn ôs erèmon kai taxô
autèn ôs gèn anudron kai apoktenô autèn en dipsei |
|
|
2 Opdat Ik ze niet naakt uitstrope, en zette ze
als ten dage, toen zij geboren werd; ja, make ze als een woestijn,
en zette ze als een dor land, en dode ze door dorst; |
|
|
2 (2:5) anders moet ik haar naakt uitkleden en haar
zo laten als op de dag dat zij werd gebaard,– haar neerleggen als
de woestijn, haar neerzetten als dor land en haar laten doodgaan van
dorst; |
|
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van Hos
2,5 .
Hos 2,6 - Hos
2,6 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
6kai ta tekna autès ou mè eleèsô oti tekna porneias
estin |
|
|
3 (En Mij harer kinderen niet ontferme, omdat zij
kinderen der hoererijen zijn. |
|
|
3 (2:6) over haar kinderen ontferm ik mij dan niet,–
want kinderen uit hoererij zijn dat; |
|
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van Hos
2,6 .
Hos 2,7 - Hos
2,7 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
7oti exeporneusen è mètèr autôn katèschunen è tekousa
auta eipen gar akolouthèsô opisô tôn erastôn mou tôn didontôn moi
tous artous mou kai to udôr mou kai ta imatia mou kai ta othonia mou
kai to elaion mou kai panta osa moi kathèkei |
|
|
4 Want hunlieder moeder hoereert, die henlieden
ontvangen heeft, handelt schandelijk; want zij zegt: Ik zal mijn boelen
nagaan, die mij mijn brood en mijn water, mijn wol en mijn vlas, mijn
olie en mijn drank geven. |
|
|
4 (2:7) want hun moeder heeft gehoereerd, schandelijk
heeft zich gedragen die zwanger werd van hen; want zij heeft gezegd:
ik zal gaan mijn minnaars achterna, die mij geven mijn brood en mijn
water, mijn wol en mijn vlas, mijn olie en mijn dranken! |
|
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van Hos
2,7 .
9. ´achäre(j) (achter) . Taalgebruik in Tenach : ´achäre(j)
(achter) . Getalwaarde : aleph = 1 , chet = 8 , resj = 20 of 200 , jod =
10 ; totaal : 39 (3 X 13) OF 219 (3 X 73) . Structuur : 1 - 8 - 2 - 1 . Tenakh
(294) . Pentateuch (80) . Eerdere Profeten (134) . Latere Profeten (37) . 12
Kleine Profeten (5) : (1) Hos
2,7 . (2) Hos
2,15 . (3) Hos
5,11 . (4) Hos
11,10 . (5) Jl
3,1 . Geschriften (38) .
Hos 2,8 - Hos
2,8 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
8dia touto idou egô frassô tèn odon autès en skolopsin
kai anoikodomèsô tas odous autès kai tèn tribon autès ou mè eurè |
|
|
5 Daarom, ziet, Ik zal uw weg met doornen betuinen,
en Ik zal een heiningmuur maken, dat zij haar paden niet zal vinden.
|
|
|
5 (2:8) Zie, daarom ga ik haar weg omheinen met
doornstruiken,– en zal ik tegen haar een muur opmetselen, en zij zal
haar paden niet meer vinden; |
|
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van Hos
2,8 .
Hos 2,9 - Hos
2,9 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
9kai katadiôxetai tous erastas autès kai ou mè katalabè
autous kai zètèsei autous kai ou mè eurè autous kai erei poreusomai
kai epistrepsô pros ton andra mou ton proteron oti kalôs moi èn tote
è nun |
|
|
6 En zij zal haar boelen nalopen, maar dezelve niet
aantreffen; en zij zal hen zoeken, maar niet vinden; dan zal zij zeggen:
Ik zal henengaan, en keren weder tot mijn vorigen Man, want toen was
mij beter dan nu. |
|
|
6 ¶ (2:9) zal zij haar minnaars najagen, zij zal
ze niet bereiken, zij zal hen zoeken en niet vinden; zeggen zal zij
dan: ik ga heen en keer terug naar mijn eerste man, want toen had
ik het beter dan nu! |
|
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van Hos
2,9 .
Hos 2,10 - Hos
2,10 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
10kai autè ouk egnô oti egô dedôka autè ton siton
kai ton oinon kai to elaion kai argurion eplèthuna autè autè de argura
kai chrusa epoièsen tè baal |
|
|
7 Zij bekent toch niet, dat Ik haar het koren,
en den most, en de olie gegeven heb, en haar het zilver en goud vermenigvuldigd
heb, dat zij tot den Baäl gebruikt hebben. |
|
|
7 (2:10) Maar toen heeft ze niet willen weten dat
ík het was die haar koren, most en persolie gaf,– en haar overvloedig
voorzag van zilver en goud dat ze aan de baäl hebben verdaan! |
|
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van Hos
2,10 .
Hos 2,11 - Hos
2,11 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
11dia touto epistrepsô kai komioumai ton siton mou
kath' ôran autou kai ton oinon mou en kairô autou kai afeloumai ta
imatia mou kai ta othonia mou tou mè kaluptein tèn aschèmosunèn autès |
|
|
8 Daarom zal Ik wederkomen, en Mijn koren wegnemen
op zijn tijd, en Mijn most op zijn gezetten tijd; en Ik zal wegrukken
Mijn wol en Mijn vlas, dienende om haar naaktheid te bedekken. |
|
|
8 (2:11) Daarom keer ik om en zal ik mijn koren
wegnemen op zijn tijd, en mijn most op zijn getij; wegrukken zal ik
mijn wol en mijn vlas die haar naaktheid bedekken; |
|
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van Hos
2,11 .
Hos 2,12 - Hos
2,12 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
12kai nun apokalupsô tèn akatharsian autès enôpion
tôn erastôn autès kai oudeis ou mè exelètai autèn ek cheiros mou |
|
|
9 En nu zal Ik haar dwaasheid ontdekken voor de
ogen harer boelen; en niemand zal haar uit Mijn hand verlossen. |
|
|
9 (2:12) ik zal nú voor de ogen van haar minnaars
haar schaamte ontbloten; niemand zal haar wegrukken uit mijn hand; |
|
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van Hos
2,12 .
Hos 2,13 - Hos
2,13 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
13kai apostrepsô pasas tas eufrosunas autès eortas
autès kai tas noumènias autès kai ta sabbata autès kai pasas tas panègureis
autès |
|
|
10 En Ik zal doen ophouden al haar vrolijkheid,
haar feesten, haar nieuwe maanden, en haar sabbatten, ja, al haar
gezette hoogtijden. |
|
|
10 (2:13) ik zal haar vrolijkheid laten ophouden,
haar feest, haar nieuwemaansdag haar sabbat,– en elk samenkomstgetij;
|
|
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van Hos
2,13 .
Hos 2,14 - Hos
2,14 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
14kai afaniô ampelon autès kai tas sukas autès osa
eipen misthômata mou tauta estin a edôkan moi oi erastai mou kai thèsomai
auta eis marturion kai katafagetai auta ta thèria tou agrou kai ta
peteina tou ouranou kai ta erpeta tès gès |
|
|
11 En Ik zal verwoesten haar wijnstok en haar vijgeboom,
waarvan zij zegt: Deze zijn mij een hoerenloon, dat mij mijn boelen
gegeven hebben; maar Ik zal ze stellen tot een woud, en het wild gedierte
des velds zal ze vreten. |
|
|
11 (2:14) verwoesten zal ik haar wijnstok en haar
vijgenboom, waarvan zij heeft gezegd: die zijn een gift aan mij die
mijn minnaars mij hebben gegeven! Maken zal ik ze tot een woud, en
kaalvreten zal hen wat in het wild leeft op het veld; |
|
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van Hos
2,14 .
Hos 2,15 - Hos
2,15 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
15kai ekdikèsô ep' autèn tas èmeras tôn baalim en
ais epethuen autois kai perietitheto ta enôtia autès kai ta kathormia
autès kai eporeueto opisô tôn erastôn autès emou de epelatheto legei
kurios |
|
|
12 En Ik zal over haar bezoeken de dagen des Baäls,
waarin zij dien gerookt heeft, en zich versierd met haar voorhoofdsiersel,
en haar halssieraad, en is haar boelen nagegaan, maar heeft Mij vergeten,
spreekt de HEERE. |
|
|
12 (2:15) bezoeking zal ik aan haar doen voor de
dagen van de baäls, waarop zij wierookte voor hen, zich tooide met
haar neusring en haar halsketting en haar minnaars achternaging,–
en mij vergat!, is de tijding van de ENE. • |
|
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van Hos
2,15 .
13. ´achäre(j) (achter) . Taalgebruik in Tenach : ´achäre(j)
(achter) . Getalwaarde : aleph = 1 , chet = 8 , resj = 20 of 200 , jod =
10 ; totaal : 39 (3 X 13) OF 219 (3 X 73) . Structuur : 1 - 8 - 2 - 1 . Tenakh
(294) . Pentateuch (80) . Eerdere Profeten (134) . Latere Profeten (37) . 12
Kleine Profeten (5) : (1) Hos
2,7 . (2) Hos
2,15 . (3) Hos
5,11 . (4) Hos
11,10 . (5) Jl
3,1 . Geschriften (38) .
Hos 2,16 - Hos
2,16 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
16dia touto idou egô planô autèn kai taxô autèn
eis erèmon kai lalèsô epi tèn kardian autès |
|
|
13 Daarom, ziet, Ik zal haar lokken, en zal haar
voeren in de woestijn; en Ik zal naar haar hart spreken. |
[16] En* daarom lok Ik haar binnenkort weer naar
Mij toe, zorg Ik dat zij naar de woestijn gaat en spreek Ik tot haar
hart. |
[16] Daarom zal ik haar meelokken naar de woestijn
en dan tot haar hart spreken. |
13 (2:16) Daarom… zie, ik ga haar verleiden
en zal met haar gaan naar de woestijn; ik zal spreken tot haar hart; |
|
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van Hos
2,16 .
Hos 2,17 - Hos
2,17 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
17kai dôsô autè ta ktèmata autès ekeithen kai tèn
koilada achôr dianoixai sunesin autès kai tapeinôthèsetai ekei kata
tas èmeras nèpiotètos autès kai kata tas èmeras anabaseôs autès ek
gès aiguptou |
|
|
14 En Ik zal haar geven haar wijngaarden van daar
af, en het dal Achor, tot een deur der hoop; en aldaar zal zij zingen,
als in de dagen harer jeugd, en als ten dage, toen zij optoog uit
Egypteland. |
[17] Vervolgens geef Ik haar de wijngaarden terug
en maak Ik het Achordal* tot een poort van hoop. Daar zal zij weer
antwoorden, zoals in de dagen van haar jeugd, toen zij optrok uit
Egypte*. U bent mijn volk |
[17] Daar zal ik haar wijngaarden aan haar teruggeven,
het Achordal maak ik tot een poort van hoop. En zij zal mijn liefde
beantwoorden als in de tijd van haar jeugd, als op de dag dat ze wegtrok
uit Egypte. |
14 ¶ (2:17) geven zal ik haar haar wijngaarden,
van dáár uit, en het dal Achor,– sloop, maak ik
tot een poort van hoop; eenmaal daar zal zij antwoorden* als in de
dagen van haar jeugd, als ten dage dat zij opklom uit het land Egypte |
|
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van Hos
2,17 .
Hos 2,18 - Hos
2,18 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
18kai estai en ekeinè tè èmera legei kurios kalesei
me o anèr mou kai ou kalesei me eti baalim |
|
|
15 En het zal te dien dage geschieden, spreekt de
HEERE, dat gij Mij noemen zult: Mijn Man; en Mij niet meer noemen
zult: Mijn Baäl! |
[18] Op die dag – godsspraak van de heer –
zult u tot Mij roepen: ‘Mijn man!’ Nooit meer roept u
Mij dan toe: ‘Mijn Baäl!’ |
[18] Dan, op die dag – spreekt de HEER –,
zul je zeggen: ‘Jij bent mijn man,’ en daarbij is geen
wanklank meer te horen. |
. •• 15 (2:18) Geschieden zal het te
dien dage, is de tijding van de ENE, dat zij tot mij roept ‘mijn
man’, – en niet meer tot mij roept ‘mijn Baäl!’ |
|
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van Hos
2,18 .
2. - 3. bajjôm hahû´ (op die dag) . Tenach (20) . 12 kl.
Prof. (6) : (1) Hos
2,18 . (2) Jl
4,18 . (3) Mi
5,9 . (4) Sef
1,10 . (5) Zach
12,3 . (6) Zach
13,2 .
1. - 3. wëhâjâh bajjôm hahû´ (en het zal
zijn op die dag) . Tenach (9) : (1) Jr
4,9 . (2) Jr
30,8 . (3) Ez
39,11 . (4) Hos
2,18 . (5) Jl
4,18 . (6) Mi
5,9 . (7) Sef
1,10 . (8) Zach
12,3 . (9) Zach
13,2 .
Hos 2,19 - Hos
2,19 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
19kai exarô ta onomata tôn baalim ek stomatos autès
kai ou mè mnèsthôsin ouketi ta onomata autôn |
|
|
16 En Ik zal de namen der Baäls van haar mond wegdoen;
zij zullen niet meer bij hun namen gedacht worden. |
[19] Dan zal Ik de namen van de baäls uit
haar mond verwijderen: zij zullen nooit meer bij naam genoemd worden. |
[19] De namen van de Baäls zul je niet meer
in de mond nemen, ze zullen niet langer worden gehoord. |
16 (2:19) Doen wijken zal ik de namen van de baäls
uit haar mond,– er zal nooit meer met hun naam aan hen worden
gedacht. |
|
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van Hos
2,19 .
Hos 2,20 - Hos
2,20 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
20kai diathèsomai autois en ekeinè tè èmera diathèkèn
meta tôn thèriôn tou agrou kai meta tôn peteinôn tou ouranou kai meta
tôn erpetôn tès gès kai toxon kai romfaian kai polemon suntripsô apo
tès gès kai katoikiô se ep' elpidi |
|
|
17 En Ik zal te dien dage een verbond voor hen maken
met het wild gedierte des velds, en met het gevogelte des hemels,
en het kruipend gedierte des aardbodems; en Ik zal den boog, en het
zwaard, en den krijg van de aarde verbreken, en zal hen in zekerheid
doen nederliggen. |
[20] Op die dag zal Ik ten bate van hen een verbond*
sluiten, met de dieren* op het veld, met de vogels in de lucht en
met de kruipende dieren op de grond. Boog en zwaard en oorlog sla
Ik het land uit en in veiligheid laat Ik hen wonen. |
[20] Op die dag sluit ik voor mijn kinderen een
verbond met de dieren van het veld en met alles wat vliegt en kruipt.
Ik maak een einde aan het geweld van boog en zwaard in hun land, zodat
ze in rust en vrede kunnen leven. |
17 (2:20) Smeden zal ik voor hen te dien dage een
verbond met wat in het wild leeft op het veld, met wat vliegt langs
de hemel en met wat kruipt over de grond; boog en zwaard en oorlog
zal ik wegbreken uit het land, en ik zal hen daar doen neerliggen
in veiligheid. |
|
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van Hos
2,20 .
1. - 3. wëkhârathî lâhem bërîth (ik zal met
hen een verbond sluiten) . Tenach (4) : (1) Jr
32,40 . (2) Ez
34,25 . (3) Ez
37,26 . (4) Hos
2,20 .
Hos 2,21 - Hos
2,21 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
21kai mnèsteusomai se emautô eis ton aiôna kai mnèsteusomai
se emautô en dikaiosunè kai en krimati kai en eleei kai en oiktirmois |
|
|
18 En Ik zal u Mij ondertrouwen in eeuwigheid; ja,
Ik zal u Mij ondertrouwen in gerechtigheid en in gericht, en in goedertierenheid
en in barmhartigheden. |
[21] Ik neem u als mijn bruid, voor altijd, als
mijn bruid, in recht en gerechtigheid, in goedheid* en mededogen, |
[21] Ik zal je voorgoed tot mijn vrouw maken, ik
zal je hecht aan mij verbinden, door liefde en ontferming. |
18 (2:21) Ik wil jou voor mij werven voor eeuwig;
ik wil jou voor mij werven met gerechtigheid en recht, met vriendschap
en ontferming; |
|
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van Hos
2,21 .
Hos 2,22 - Hos
2,22 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
22kai mnèsteusomai se emautô en pistei kai epignôsè
ton kurion |
|
|
19 (En Ik zal u Mij ondertrouwen in geloof; en gij
zult den HEERE kennen. |
[22] als mijn bruid, in trouw: dan zult u de heer*
leren kennen.
|
[22] Mijn vrouw zul je zijn, want ik beloof je trouw,
en jij zult de HEER toegewijd zijn. |
19 (2:22) ik wil je voor mij werven met trouw; je
zult de ENE leren kennen! |
|
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van Hos
2,22 .
Hos 2,23 - Hos
2,23 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
23kai estai en ekeinè tè èmera legei kurios epakousomai
tô ouranô kai o ouranos epakousetai tè gè |
|
|
20 (En het zal te dien dage geschieden, dat Ik
verhoren zal, spreekt de HEERE; Ik zal den hemel verhoren, en die
zal de aarde verhoren. |
|
|
20 (2:23) Geschieden zal het te dien dage: ik zal
antwoorden, is de tijding van de ENE, ik zal de hemelen antwoorden
en zíj zullen de aarde antwoorden; |
|
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van Hos
2,23 .
Hos 2,24 - Hos
2,24 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
24kai è gè epakousetai ton siton kai ton oinon kai
to elaion kai auta epakousetai tô iezrael |
|
|
21 En de aarde zal het koren verhoren, mitsgaders
den most en de olie; en die zullen Jizreël verhoren. |
|
|
21 (2:24) en de aarde zal het koren, de most en
de persolie antwoorden,– en die zullen Jizreël,– God zaait, beantwoorden; |
|
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van Hos
2,24 .
Hos 2,25 - Hos
2,25 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
25kai sperô autèn emautô epi tès gès kai eleèsô
tèn ouk-èleèmenèn kai erô tô ou-laô-mou laos mou ei su kai autos erei
kurios o theos mou ei su |
|
|
22 En Ik zal ze Mij op de aarde zaaien, en zal
Mij ontfermen over Lo-ruchama; en Ik zal zeggen tot Lo-ammi: Gij zijt
Mijn volk; en dat zal zeggen: O, mijn God! |
|
|
22 (2:25) ik zal haar voor mij zaaien in het land
en zal mij ontfermen over Lo Roechama,– geen ontferming; zeggen zal
ik tot Lo Ami,– geen gemeente van mij: mijn gemeente ben jij!, en
hij zal zeggen: God–over–mij! |
|
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van Hos
2,25 .
LXX
1kai èn o arithmos tôn uiôn israèl ôs è ammos tès thalassès è ouk ekmetrèthèsetai
oude exarithmèthèsetai kai estai en tô topô ou errethè autois ou laos mou umeis
ekei klèthèsontai uioi theou zôntos2kai sunachthèsontai oi uioi iouda kai oi
uioi israèl epi to auto kai thèsontai eautois archèn mian kai anabèsontai ek
tès gès oti megalè è èmera tou iezrael3eipate tô adelfô umôn laos-mou kai tè
adelfè umôn èleèmenè4krithète pros tèn mètera umôn krithète oti autè ou gunè
mou kai egô ouk anèr autès kai exarô tèn porneian autès ek prosôpou mou kai
tèn moicheian autès ek mesou mastôn autès5opôs an ekdusô autèn gumnèn kai apokatastèsô
autèn kathôs èmera geneseôs autès kai thèsomai autèn ôs erèmon kai taxô autèn
ôs gèn anudron kai apoktenô autèn en dipsei6kai ta tekna autès ou mè eleèsô
oti tekna porneias estin7oti exeporneusen è mètèr autôn katèschunen è tekousa
auta eipen gar akolouthèsô opisô tôn erastôn mou tôn didontôn moi tous artous
mou kai to udôr mou kai ta imatia mou kai ta othonia mou kai to elaion mou kai
panta osa moi kathèkei8dia touto idou egô frassô tèn odon autès en skolopsin
kai anoikodomèsô tas odous autès kai tèn tribon autès ou mè eurè9kai katadiôxetai
tous erastas autès kai ou mè katalabè autous kai zètèsei autous kai ou mè eurè
autous kai erei poreusomai kai epistrepsô pros ton andra mou ton proteron oti
kalôs moi èn tote è nun10kai autè ouk egnô oti egô dedôka autè ton siton kai
ton oinon kai to elaion kai argurion eplèthuna autè autè de argura kai chrusa
epoièsen tè baal11dia touto epistrepsô kai komioumai ton siton mou kath' ôran
autou kai ton oinon mou en kairô autou kai afeloumai ta imatia mou kai ta othonia
mou tou mè kaluptein tèn aschèmosunèn autès12kai nun apokalupsô tèn akatharsian
autès enôpion tôn erastôn autès kai oudeis ou mè exelètai autèn ek cheiros mou13kai
apostrepsô pasas tas eufrosunas autès eortas autès kai tas noumènias autès kai
ta sabbata autès kai pasas tas panègureis autès14kai afaniô ampelon autès kai
tas sukas autès osa eipen misthômata mou tauta estin a edôkan moi oi erastai
mou kai thèsomai auta eis marturion kai katafagetai auta ta thèria tou agrou
kai ta peteina tou ouranou kai ta erpeta tès gès15kai ekdikèsô ep' autèn tas
èmeras tôn baalim en ais epethuen autois kai perietitheto ta enôtia autès kai
ta kathormia autès kai eporeueto opisô tôn erastôn autès emou de epelatheto
legei kurios16dia touto idou egô planô autèn kai taxô autèn eis erèmon kai lalèsô
epi tèn kardian autès17kai dôsô autè ta ktèmata autès ekeithen kai tèn koilada
achôr dianoixai sunesin autès kai tapeinôthèsetai ekei kata tas èmeras nèpiotètos
autès kai kata tas èmeras anabaseôs autès ek gès aiguptou18kai estai en ekeinè
tè èmera legei kurios kalesei me o anèr mou kai ou kalesei me eti baalim19kai
exarô ta onomata tôn baalim ek stomatos autès kai ou mè mnèsthôsin ouketi ta
onomata autôn20kai diathèsomai autois en ekeinè tè èmera diathèkèn meta tôn
thèriôn tou agrou kai meta tôn peteinôn tou ouranou kai meta tôn erpetôn tès
gès kai toxon kai romfaian kai polemon suntripsô apo tès gès kai katoikiô se
ep' elpidi21kai mnèsteusomai se emautô eis ton aiôna kai mnèsteusomai se emautô
en dikaiosunè kai en krimati kai en eleei kai en oiktirmois22kai mnèsteusomai
se emautô en pistei kai epignôsè ton kurion23kai estai en ekeinè tè èmera legei
kurios epakousomai tô ouranô kai o ouranos epakousetai tè gè24kai è gè epakousetai
ton siton kai ton oinon kai to elaion kai auta epakousetai tô iezrael25kai sperô
autèn emautô epi tès gès kai eleèsô tèn ouk-èleèmenèn kai erô tô ou-laô-mou
laos mou ei su kai autos erei kurios o theos mou ei su
VULGAAT
1 dicite fratribus vestris Populus meus et sorori vestrae Misericordiam consecuta
2 iudicate matrem vestram iudicate quoniam ipsa non uxor mea et ego non vir
eius auferat fornicationes suas a facie sua et adulteria sua de medio uberum
suorum 3 ne forte expoliem eam nudam et statuam eam secundum diem nativitatis
suae et ponam eam quasi solitudinem et statuam eam velut terram inviam et interficiam
eam siti 4 et filiorum illius non miserebor quoniam filii fornicationum sunt
5 quia fornicata est mater eorum confusa est quae concepit eos quia dixit vadam
post amatores meos qui dant panes mihi et aquas meas lanam meam et linum meum
oleum meum et potum meum 6 propter hoc ecce ego sepiam viam tuam spinis et sepiam
eam maceria et semitas suas non inveniet 7 et sequetur amatores suos et non
adprehendet eos et quaeret eos et non inveniet et dicet vadam et revertar ad
virum meum priorem quia bene mihi erat tunc magis quam nunc 8 et haec nescivit
quia ego dedi ei frumentum et vinum et oleum et argentum multiplicavi ei et
aurum quae fecerunt Baal 9 idcirco convertar et sumam frumentum meum in tempore
suo et vinum meum in tempore suo et liberabo lanam meam et linum meum quae operiebant
ignominiam eius 10 et nunc revelabo stultitiam eius in oculis amatorum eius
et vir non eruet eam de manu mea 11 et cessare faciam omne gaudium eius sollemnitatem
eius neomeniam eius sabbatum eius et omnia festa tempora eius 12 et corrumpam
vineam eius et ficum eius de quibus dixit mercedes hae meae sunt quas dederunt
mihi amatores mei et ponam eam in saltu et comedet illam bestia agri 13 et visitabo
super eam dies Baalim quibus accendebat incensum et ornabatur inaure sua et
monili suo et ibat post amatores suos et mei obliviscebatur dicit Dominus 14
propter hoc ecce ego lactabo eam et ducam eam in solitudinem et loquar ad cor
eius 15 et dabo ei vinitores eius ex eodem loco et vallem Achor ad aperiendam
spem et canet ibi iuxta dies iuventutis suae et iuxta dies ascensionis suae
de terra Aegypti 16 et erit in die illo ait Dominus vocabit me Vir meus et non
vocabit me ultra Baali 17 et auferam nomina Baalim de ore eius et non recordabitur
ultra nominis eorum 18 et percutiam eis foedus in die illa cum bestia agri et
cum volucre caeli et cum reptili terrae et arcum et gladium et bellum conteram
de terra et dormire eos faciam fiducialiter 19 et sponsabo te mihi in sempiternum
et sponsabo te mihi in iustitia et iudicio et in misericordia et miserationibus
20 et sponsabo te mihi in fide et scies quia ego Dominus 21 et erit in illa
die exaudiam dicit Dominus exaudiam caelos et illi exaudient terram 22 et terra
exaudiet triticum et vinum et oleum et haec exaudient Hiezrahel 23 et seminabo
eam mihi in terram et miserebor eius quae fuit absque misericordia 24 et dicam
non populo meo populus meus tu et ipse dicet Dominus meus es tu