- Bibliografie - Literatuur - Liturgisch gebruik - Overzicht bijbelboeken - Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken - Overzicht van deze website -
- bijbeloverzicht per pericope - bijbeloverzicht per vers - bijbeloverzicht : liturgisch gebruik - bijbeloverzicht : woordgebruik -- A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z -- bijbeloverzicht : commentaar -
Overzicht van Tenach : Tenach
: overzicht , Tenach
: taalgebruik - A
- B
- C
- D
- E
- F
- G
- H
- I
- J
- K
- L
- M
- N
- O
- P
- Q
- R
- S
- T
- U
- V
- W
- X
-Y
- Z -
, Tenach
: commentaar ,
Overzicht van Septuaginta : Septuaginta
: overzicht , Septuaginta
: taalgebruik - A
- B
- C
- D
- E
- F
- G
- H
- I
- J
- K
- L
- M
- N
- O
- P
- Q
- R
- S
- T
- U
- V
- W
- X
-Y
- Z
- , Septuaginta
: commentaar ,
Overzicht : Jon (Jona) : overzicht , Jon : taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Jon : commentaar ,
ZOEKEN OP DEZE WEBSITE |
1. LXX , Griekse tekst N.T. | 2. Vulgata | 3. Synopsis Denaux - Vervenne | 4. Statenvertaling | 5. Willibrordvertaling | 6. Nieuwe Vertaling | 7. Naardense vertaling , zie |
8. Bible de Jérusalem | 9. Statenvertaling | 10. King James Bible | 11. Luther-Bibel |
Overzicht van de bijbelboeken
bijbeloverzicht
, bijbelverwijzingen
- A
- B
- C
- D
- E
- F
- G
- H
- I
- J
- K
- L
- M
- N
- O
- P
- Q
- R
- S
- T
- U
- V
- W
- X
-Y
- Z -
, Oude Testament
, Pentateuch
, Historische
boeken , Profeten
, Wijsheidsboeken
, NT overzicht
, Evangelies
, Synoptici
, Brieven
van Paulus , Apostolische
brieven .
Overzicht van het N.T. : NT
: overzicht , NT
: taalgebruik - A
- B
- C
- D
- E
- F
- G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X
-Y
- Z - ,
NT : commentaar
,
- OT : Gn (Genesis)
, Ex (Exodus)
, Lv (Leviticus)
, Nu (Numeri)
, Dt (Deuteronomium)
, Joz (Jozua)
, Re (Rechters)
, Rt (Ruth) ,
1 S (1 Samuël)
, 2 S (2 Samuël)
, 1 K (1 Koningen)
, 2 K (2 Koningen)
, 1 Kr ( 1 Kronieken)
, 2 Kr (2 Kronieken)
, Ezr (Ezra)
, Neh (Nehemia)
, Tob (Tobia)
, Jdt (Judith)
, Est (Esther)
, 1 Mak (1 Makkabeeën)
, 2 Mak (2 Makkabeeën)
, Job , Ps
(Psalmen ) , Spr
(Spreuken) , Pr
(Prediker) , Hl
(Hooglied) , W
(Wijsheid) , Sir
(Sirach) , Js
(Jesaja) , Jr
(Jeremia) , Kl
(Klaagliederen) , Bar
(Baruch) , Ez
(Ezechiël) , Da
(Daniël) , Hos
(Hosea) , Jl (Joël)
, Am (Amos) ,
Ob (Obadja) ,
Jon (Jona) ,
Mi (Micha) , Nah
(Nahum) , Hab
(Habakuk) , Sef
(Sefanja) , Hag
(Haggai) , Zach
(Zacharia) , Mal
(Maleachi) .
- NT : Mt
(Matteüs) - Mc
(Marcus) - Lc
(Lucas) - Joh
(Johannes) - Hnd
(Handelingen) , Rom
(Rome) , 1 Kor
(Korinte) , 2 Kor
(Korinte) , Gal
(Galatië) , Ef
(Efese) , Fil
(Filippi) , Kol
(Kolosse) , 1 Tes
(Tessalonika) , 2
Tes (Tessalonika) , 1
Tim (Timoteüs) , 2
Tim (Timoteüs) , Tit
(Titus) , Film
(Filemon) , Heb
(Hebreeën) , Jak
(Jakobus) , 1 Pe
(Petrus) , 2 Pe
(Petrus) , 1 Joh
(Johannes) , 2 Joh
(Johannes) , 2 Joh
(Johannes) , Jud
(Judas) , Apk
(Apokalyps) .
Overzicht van
de bibliografie van de bijbelboeken : - bibliografie
bijbel -
bibliografie
van het Oude Testament - bibliografie
Matteüsevangelie - bibliografie
Marcusevangelie - bibliografie
Lucasevangelie - bibliografie
van het Johannesevangelie - bibliografie
van het Nieuwe Testament (behalve evangeliën)
Jon 1,1-14 . Jona's vlucht . Jon 1,1-14 - Jon 1,1 - Jon 1,2 - Jon 1,3 - Jon 1,4 - Jon 1,5 - Jon 1,6 - Jon 1,7 - Jon 1,8 - Jon 1,9 - Jon 1,10 - Jon 1,11 - Jon 1,12 - Jon 1,13 - Jon 1,14 - Jon 1,15 - Jon 1,16 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Jon (Jona) - Jon 1 -
Jon 1,1 - Jon 1,1 : Jona's vlucht : - Jon 1,1 - Jon 1,2 - Jon 1,3 - Jon 1,4 - Jon 1,5 - Jon 1,6 - Jon 1,7 - Jon 1,8 - Jon 1,9 - Jon 1,10 - Jon 1,11 - Jon 1,12 - Jon 1,13 - Jon 1,14 - Jon 1,15 - Jon 1,16 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Jon (Jona) - Jon 1 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [1] Now the word of the LORD came unto Jonah the son of
Amittai, saying,
Luther-Bibel (1984) . 1 Es geschah das Wort des HERRN zu Jona, dem Sohn Amittais:
Tekstuitleg van Jon
1,1 . Het vers Jon
1,1 telt 8 (2³) woorden en 27 (3³) letters . De getalwaarde van
Jon 1,1
is 1139 (17 X 69) .
Jon 1,1.1.qal
imperf. 3de pers. enk. wajëhî (en hij was) van het werkw. hâjâh
(zijn) . Taalgebruik in Tenach : hâjâh
(zijn) . Taalgebruik in Jona : hâjâh
(zijn) . Tenach (784) . Gr. ginomai (worden, gebeuren) . Taalgebruik in
de Septuaginta : ginomai
(worden) . Taalgebruik in het N.T. : ginomai
(worden) . Jona (5) : (1) Jon
1,1 . (2) Jon
1,4 . (3) Jon
2,1 . (4) Jon
3,1 . (5) Jon
4,8 .
De waw (en) kan de indruk geven dat er verder verteld wordt . In 2
K 14,15 is er sprake van jônâh bèn ´ämithaj
(Jona, de zoon van Amitai) , maar het verhaal van de profeet Jona sluit toch
niet aan op dat van 2 K .
Jon 1,1.2. act. qal perf. 3de pers. mann. enk. dâbhar (spreken) . dibbèr (hij sprak) : piel perfectum derde persoon mannelijk enkelvoud . dâbhâr (woord, daad) . Zelfstandig naamwoord mannelijk enkelvoud . stat. constr. dëbhar . Taalgebruik in Tenach : dâbhar (spreken) . Taalgebruik in Jona : dâbhar (spreken) . Getalwaarde :daleth = 4 , beth = 2 , resj = 20 of 200 ; totaal : 26 of 206 . Taalgebruik in de LXX : logos (woord) . Taalgebruik in het N.T. : logos (woord) . logos komt van de wortel leg- : lezen / lec-tuur ; les , Fr. leçon , parole (parler) . Ned. woord . D. Wort . E. word . Jon (4) : (1) Jon 1,1 (stat. constr. dëbhar) . (2) Jon 3,1 (stat. constr. dëbhar) . (3) Jon 3,2 (dobher) . (4) Jon 3,10 (dibbèr) .
Jon 1,1.3.
JHWH . Eigennaam van God . Taalgebruik in Tenach : JHWH
. Taalgebruik in Jona : JHWH
. Getalwaarde : jod = 10 , he = 5 , waw = 6 . Totaal : 10 + 5 + 6 + 5 = 26 .
Tenach (5193) . Jon (19) : (1) Jon
1,1 . (2) Jon
1,3 (2X) . (3) Jon
1,9 . (4) Jon
1,10 . (5) Jon
1,14 (2X) . (6) Jon
1,16 . (7) Jon
2,1 . (8) Jon
2,2 . (9) Jon
2,3 . (10) Jon
2,7 . (11) Jon
2,8 . (12) Jon
2,11 . (13) Jon
3,1 . (14) Jon
3,3 . (15) Jon
4,2 . (16) Jon
4,3 . (17) Jon
4,4 . (18) Jon
4,6 . (19) Jon
4,10 .
- waJHWH (en JHWH) . Tenach (99) . Jon (1) : Jon
1,4 .
- laJHWH (tot JHWH) . Tenach (538) . Jon (2) : (1) Jon
1,16 . (2) Jon
2,10 .
Jon 1,1.2. - 3. dëbhar JHWH (woord van JHWH) . Tenach (111) . stat. constr. dëbhar + JHWH . Tenach (77) .
Jon 1,1.1. - 3. wajëhî dëbhar JHWH (en het woord van JHWH zal zijn) . Tenach (63) . 1 K (3) : (1) 1 K 16,1 . (2) 1 K 17,2 . (3) 1 K 17,8 . Jr (15) . Ez (41) . 12 kl. Prof. (4) : (1) Jon 3,1 . (2) Hag 2,20 . (3) Zach 4,8 . (4) Zach 6,9. wajëhi + stat. constr. dëbhar + JHWH . En het woord van JHWH was / geschiedde . Tenach (20) : (1) 1 S 15,10 . (2) 2 S 7,4 . (3) 1 K 6,11 . (4) 1 K 13,20 . (5) 1 K 21,17 . (6) 1 K 21,28 . (7) 2 Kr 11,2 . (8) Js 38,4 . (9) Jr 29,30 . (10) Jr 32,36 . (11) Jr 33,19 . (12) Jr 33,23 . (13) Jr 35,12 . (14) Jr 37,6 . (15) Jon 1,1 . (16) Hag 1,3 . (17) Zach 7,4 . (18) Zach 7,8 . (19) Zach 8,1 . (20) Zach 8,18 .
4. ´èl (tot, naar) . Jon (24) . Jon 1 (10) : (1) Jon 1,1 . (2) Jon 1,2 . (3) Jon 1,4 . (4) Jon 1,5 . (5) Jon 1,6 . (6) Jon 1,7 . (7) Jon 1,12 . (8) Jon 1,13 . (9) Jon 1,14 . (10) Jon 1,15 . wë´al (en niet) . Jon (1) Jon 1,14 .
Jon 1,1.5. jônâh (Jona OF duif) . Taalgebruik in Tenach : jônâh (Jona) . Taalgebruik in Jona : jônâh (Jona) . Getalwaarde : jod = 10 , waw = 6 , nun = 14 of 50 , he = 5 ; totaal : 35 (5 X 7) OF 71 . Gr. iôna (Jona) . Taalgebruik in de Septuaginta : iôna (Jona) . Tenach (26) . Jon (15) : (1) Jon 1,1 . (2) Jon 1,3 . (3) Jon 1,7 . (4) Jon 1,15 . (5) Jon 2,1 . (6) Jon 2,2 . (7) Jon 2,11 . (8) Jon 3,1 . (9) Jon 3,3 . (10) Jon 3,4 . (11) Jon 4,1 . (12) Jon 4,5 . (13) Jon 4,6 . (14) Jon 4,8 . (15) Jon 4,9 .
Jon 1,1.4. - 5. ´èl jônâh (tot Jona) . Tenach (4) : (1) Jon 1,1 . (2) Jon 3,1 . (3) Jon 4,1 . (4) Jon 4,9 .
Jon 1,1.8. Hebr. le´mor (om te zeggen) < voorvoegsel lë + act. qal inf. van het werkw. ´âmar (zeggen) . Taalgebruik in Tenach : ´âmar (zeggen) . Taalgebruik in Jona : ´âmar (zeggen) . Gr. legô (zeggen) . Taalgebruik in de Septuaginta. : legô (zeggen) . Taalgebruik in N.T. : legô (zeggen) . legô komt van de wortel leg- : lezen / lec-tuur ; les . Lat. legere . Fr. leçon . E. to say . Fr. dire . D. sprechen (spreken) . In 3 verzen in Jon : (1) Jon 1,1 . (2) Jon 3,1 . (3) Jon 3,7 . Gr. legôn (zeggend) . De woorden van JHWH zullen geciteerd worden in Jon 1,2 , dat 12 woorden bevat . Voor de tweede maal zullen woorden van JHWH geciteerd worden . Dat gebeurt in Jon 3,1 , dat 14 woorden bevat . Samen worden 26 (de getalwaarde van JHWH) woorden van JHWH geciteerd . Een vorm van Hebr. ´âmar (zeggen) (20) , van het Gr. legô (zeggen) (18) in Jon .
Jon 1,1.1.- 5. 8. wajëhî dëbhar JHWH ´èl jônâh ... le´mor (en het woord van JHWH was tot Jona ... om te zeggen) . Tenach (2) : (1) Jon 1,1 . (2) Jon 3,1 .
Jon 1,2 - Jon 1,2 : Jona's vlucht : - Jon 1,1 - Jon 1,2 - Jon 1,3 - Jon 1,4 - Jon 1,5 - Jon 1,6 - Jon 1,7 - Jon 1,8 - Jon 1,9 - Jon 1,10 - Jon 1,11 - Jon 1,12 - Jon 1,13 - Jon 1,14 - Jon 1,15 - Jon 1,16 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Jon (Jona) - Jon 1 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [2] Arise, go to Nineveh, that great city, and cry against
it; for their wickedness is come up before me.
Luther-Bibel (1984) . 2 Mache dich auf und geh in die große Stadt Ninive und
predige wider sie; denn ihre Bosheit ist vor mich gekommen.
Tekstuitleg van Jon
1,2 . Het vers Jon
1,2 telt 12 (2² X 3) woorden en 44 (2² X 11) letters . De getalwaarde
van Jon
1,2 is 2529 (3 X 29²) .
Jon 1,2.1. - 2. qûm lekh (sta op, ga) . Tenach (7) : (1) Gn 28,2 . (2) Nu 22,20 . (3) Dt 10,11 . (4) 1 K 17,9 . (5) Jr 13,6 . (6) Jon 1,2 . (7) Jon 3,2 .
Jon 1,2.3. ´èl (tot, naar) . Jon (24) . Jon 1 (10) : (1) Jon 1,1 . (2) Jon 1,2 . (3) Jon 1,4 . (4) Jon 1,5 . (5) Jon 1,6 . (6) Jon 1,7 . (7) Jon 1,12 . (8) Jon 1,13 . (9) Jon 1,14 . (10) Jon 1,15 .
Jon 1,2.4. nînëveh (Ninive) . Tenach (11) : (1) Gn 10,11 . (2) Gn 10,12 . (3) Jon 1,2 . (4) Jon 3,2 . (5) Jon 3,3 . (6) Jon 3,5 . (7) Jon 3,6 . (8) Jon 4,11 . (9) Nah 1,1 . (10) Nah 3,7 . (11) Sef 2,13 .
Jon 1,2.3. - 4. ´èl nînëveh (naar Ninive) . Tenach (3) : (1) Jon 1,2 . (2) Jon 3,2 . (3) Jon 3,3 .
Jon 1,3 - Jon 1,3 : Jona's vlucht : - Jon 1,1 - Jon 1,2 - Jon 1,3 - Jon 1,4 - Jon 1,5 - Jon 1,6 - Jon 1,7 - Jon 1,8 - Jon 1,9 - Jon 1,10 - Jon 1,11 - Jon 1,12 - Jon 1,13 - Jon 1,14 - Jon 1,15 - Jon 1,16 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Jon (Jona) - Jon 1 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [3] But Jonah rose up to flee unto Tarshish from the presence
of the LORD, and went down to Joppa; and he found a ship going to Tarshish:
so he paid the fare thereof, and went down into it, to go with them unto Tarshish
from the presence of the LORD.
Luther-Bibel (1984) . 3 Aber Jona machte sich auf und wollte vor dem HERRN nach
Tarsis fliehen und kam hinab nach Jafo. Und als er ein Schiff fand, das nach
Tarsis fahren wollte, gab er Fährgeld und trat hinein, um mit ihnen nach Tarsis
zu fahren und dem HERRN aus den Augen zu kommen.
Tekstuitleg van Jon
1,3 . Het vers Jon
1,3 telt 21 (3 X 7) woorden en 88 (2³ X 11) letters . De getalwaarde
van Jon
1,3 is 6528 (2 X 2³ X 2³ X 3 X 17) .
Jon 1,3.2. יוֹנָה = jônâh
(Jona) . Taalgebruik in Tenakh : jônâh
(Jona) . Getalwaarde : jod = 10 , waw = 6 , nun = 14 of 50 , he = 5 ; totaal
: 35 (5 X 7) OF 71 . Structuur : 1 - 6 - 5 - 5 . Tenakh (26) . Jon (15) : (1) Jon
1,1 . (2) Jon
1,3 . (3) Jon
1,7 . (4) Jon
1,15 . (5) Jon
2,1 . (6) Jon
2,2 . (7) Jon
2,11 . (8) Jon
3,1 . (9) Jon
3,3 . (10) Jon
3,4 . (11) Jon
4,1 . (12) Jon
4,5 . (13) Jon
4,6 . (14) Jon
4,8 . (15) Jon
4,9 . Een vorm van יוֹנָה = iôna (Jona) in de bijbel (30) .
- Grieks : ιωνας = iônas (Jona) . Taalgebruik in het NT : iônas (Jona) . Taalgebruik in de LXX : iônas (Jona) .
Jon 1,3.1. - 2. wajjâqâm jônâh (en Jona stond op) . Tenach (2) : (1) Jon 1,3 .(2) Jon 3,3 .
6. JHWH . Eigennaam van God . Taalgebruik in Tenach : JHWH
. Taalgebruik in Jona : JHWH
. Getalwaarde : jod = 10 , he = 5 , waw = 6 . Totaal : 10 + 5 + 6 + 5 = 26 .
Tenach (5193) . Jon (19) : (1) Jon
1,1 . (2) Jon
1,3 (2X) . (3) Jon
1,9 . (4) Jon
1,10 . (5) Jon
1,14 (2X) . (6) Jon
1,16 . (7) Jon
2,1 . (8) Jon
2,2 . (9) Jon
2,3 . (10) Jon
2,7 . (11) Jon
2,8 . (12) Jon
2,11 . (13) Jon
3,1 . (14) Jon
3,3 . (15) Jon
4,2 . (16) Jon
4,3 . (17) Jon
4,4 . (18) Jon
4,6 . (19) Jon
4,10 .
- waJHWH (en JHWH) . Tenach (99) . Jon (1) : Jon
1,4 .
- laJHWH (tot JHWH) . Tenach (538) . Jon (2) : (1) Jon
1,16 . (2) Jon
2,10 .
Jon 1,3.10. אֳנִיָּה = ´ânijjah (boot) . Zie : אֳנִי = 'änî (schip, vloot) . Taalgebruik in Tenakh : 'änî (schip, vloot) . Getalwaarde : aleph = 1 ; nun = 14 of 50 , jod = 10 ; totaal : 25 (5²) OF 61 . Structuur : 1 - 5 - 1 . De som van de elementen is telkens 7 . Tenakh (2) : (1) Jon 1,3 . (2) Spr 30,19 .
Jon 1,3.15. verbindingswoord wa + werkw.vorm act. ind. imperf. 3de pers. mann. enk. וַיֵּרֶד = wajjerèd (en hij daalde - neer -) van het werkw. יָרַד =jârad (afdalen, afstijgen, vallen) . Taalgebruik in Tenakh : järad (afdalen, afstijgen, vallen) . Getalwaarde : jod = 10 , resj = 20 of 200 , daleth = 4 ; totaal : 34 (2 X 17) OF of 214 (2 X 107) . Structuur : 1 - 2 - 4 . De som van de elementen is telkens 7 . MT (41) . Pentateuch (15) : (1) Gn 11,5 . (2) Gn 12,10 . (3) Gn 15,11 . (4) Gn 38,1 . (5) Ex 19,14 . (6) Ex 19,20 . (7) Ex 19,25 . (8) Ex 32,15 . (9) Ex 34,5 . (10) Lv 9,22 . (11) Nu 11,25 . (12) Nu 12,5 . (13) Nu 14,45 . (14) Nu 20,28 . (15) Dt 26,5 .
- act. ind. aor. 3de pers. enk. ενεβη = enebè (hij stapte in) van het werkw. εμβαινω = embainô (inklimmen, beklimmen, klimmen in) . Taalgebruik in het NT : embainô (inklimmen) . Taalgebruik in de LXX : embainô (inklimmen) . Bijbel (3) : (1) Jon 1,3 . (2) Mt 15,39 . (3) Lc 8,22 . In deze 3 teksten is het werkw. ενεβη = enebè telkens gevolgd door εις = eis .
- και ενεβη = kai enebè (en hij stapte in) . Bijbel (1) : Jon 1,3 .
15. - 16. ενεβη εις = enebè eis (hij stapte in) . Bijbel (3) : (1) Jon 1,3 . (2) Mt 15,39 . (3) Lc 8,22 .
21. JHWH . Eigennaam van God . Taalgebruik in Tenach : JHWH
. Taalgebruik in Jona : JHWH
. Getalwaarde : jod = 10 , he = 5 , waw = 6 . Totaal : 10 + 5 + 6 + 5 = 26 .
Tenach (5193) . Jon (19) : (1) Jon
1,1 . (2) Jon
1,3 (2X) . (3) Jon
1,9 . (4) Jon
1,10 . (5) Jon
1,14 (2X) . (6) Jon
1,16 . (7) Jon
2,1 . (8) Jon
2,2 . (9) Jon
2,3 . (10) Jon
2,7 . (11) Jon
2,8 . (12) Jon
2,11 . (13) Jon
3,1 . (14) Jon
3,3 . (15) Jon
4,2 . (16) Jon
4,3 . (17) Jon
4,4 . (18) Jon
4,6 . (19) Jon
4,10 .
- waJHWH (en JHWH) . Tenach (99) . Jon (1) : Jon
1,4 .
- laJHWH (tot JHWH) . Tenach (538) . Jon (2) : (1) Jon
1,16 . (2) Jon
2,10 .
Jon 1,4 - Jon 1,4 : Jona's vlucht : - Jon 1,1 - Jon 1,2 - Jon 1,3 - Jon 1,4 - Jon 1,5 - Jon 1,6 - Jon 1,7 - Jon 1,8 - Jon 1,9 - Jon 1,10 - Jon 1,11 - Jon 1,12 - Jon 1,13 - Jon 1,14 - Jon 1,15 - Jon 1,16 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Jon (Jona) - Jon 1 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible : But the LORD sent out a great wind into the sea, and there
was a mighty tempest in the sea, so that the ship was like to be broken.
Luther-Bibel (1984) : Da ließ der HERR einen großen Wind aufs Meer
kommen, und es erhob sich ein großes Ungewitter auf dem Meer, daß
man meinte, das Schiff würde zerbrechen.
Tekstuitleg van Jon
1,4 . Dit vers Jon
1,4 telt 13 woorden en 51 letters . De getalwaarde van Jon
1,4 is 1819 (17 X 107) .
Jon 1,4 | kai egeneto kludôn megas en tè thalassè (en er ontstond een grote golfslag op het meer) kai to ploion ekinduneuen suntribènai |
Mt 8,24 | kai idou seismos megas egeneto en tè thalassè (en zie een grote beving ontstond op het meer) ôste to ploion kaluptesthai upo tôn kumatôn |
1. JHWH . Eigennaam van God . Taalgebruik in Tenach : JHWH
. Taalgebruik in Jona : JHWH
. Getalwaarde : jod = 10 , he = 5 , waw = 6 . Totaal : 10 + 5 + 6 + 5 = 26 .
Tenach (5193) . Jon (19) : (1) Jon
1,1 . (2) Jon
1,3 (2X) . (3) Jon
1,9 . (4) Jon
1,10 . (5) Jon
1,14 (2X) . (6) Jon
1,16 . (7) Jon
2,1 . (8) Jon
2,2 . (9) Jon
2,3 . (10) Jon
2,7 . (11) Jon
2,8 . (12) Jon
2,11 . (13) Jon
3,1 . (14) Jon
3,3 . (15) Jon
4,2 . (16) Jon
4,3 . (17) Jon
4,4 . (18) Jon
4,6 . (19) Jon
4,10 .
- waJHWH (en JHWH) . Tenach (99) . Jon (1) : Jon
1,4 .
- laJHWH (tot JHWH) . Tenach (538) . Jon (2) : (1) Jon
1,16 . (2) Jon
2,10 .
2. twl (werpen, slingeren) . Verwijzing :
twl
(werpen, slingeren) , zie Jon
1,4 .
- hetîl (hij wierp) . Perfectum hifil. Jon
1,4 . Hapax .
- wahätîlunî (en werpt mij) . Hifil imperatief : Jon
1,12 . Hapax .
- wejetiluhû (en zij wierpen hem) . Hifil imperfectum : Jon
1,15 . Hapax .
3. - 4. = rûach gëdôlâh (een grote wind) . Tenakh (2) : (1) Jon 1,4 . (2) Job 1,19 .
5. ´èl (tot, naar) . Jon (24) . Jon 1 (10) : (1) Jon 1,1 . (2) Jon 1,2 . (3) Jon 1,4 . (4) Jon 1,5 . (5) Jon 1,6 . (6) Jon 1,7 . (7) Jon 1,12 . (8) Jon 1,13 . (9) Jon 1,14 . (10) Jon 1,15 .
5. - 6. ´èl hajjâm (naar de zee) . Tenach (8) : (1) Pr 1,7 . (2) Ez 47,19 . (3) Jl 2,20 (2X) . (4) Jon 1,4 . (5) Jon 1,5 . (6) Jon 1,12 . (7) Jon 1,15 . (8) Zach 14,8 .
Jon
1,4.7. prefix verbindingswoord wa + act. qal imperf. 3de pers. mann. enk. וַיְהִי = wajëhî (en hij/het
was) van het werkw. הָיָה = hâjâh (zijn) . De getalwaarde van וַיְהי = wajëhî
(en hij/het zal zijn/was) is 31 . 31 is de getalwaarde van אֵל = ´el (God) ;
aleph = 1 , lamed = 12 of 30 ; totaal : 13 of 31 (elkaars spiegelbeeld) .Taalgebruik
in Tenakh : hâjâh
(zijn) . Getalwaarde : he = 5 , jod = 10 ; totaal : 20 (2² X 5) . Structuur
: 5 - 1 - 5 . De som van de elementen is telkens 2 . Tenakh
(784) . Pentateuch (181) . Eerdere Profeten (339) . Latere Profeten (116) .
12 Kleine Profeten (22) . Geschriften (126) . Jona (5) : (1) Jon
1,1 . (2) Jon
1,4 . (3) Jon
2,1 . (4) Jon
3,1 . (5) Jon
4,8 . In de LXX wordt het Hebreeuwse werkw. הָיָה = hâjâh (zijn) vaak vertaald door het Griekse werkw. γινομαι = ginomai (worden,
gebeuren) .
- ind. aor. 3de pers. enk. εγενετο = egeneto (het gebeurde) van het werkw. γινομαι = ginomai (worden,
gebeuren) . Taalgebruik in de LXX : ginomai
(worden) . Taalgebruik in het NT : ginomai
(worden) . Bijbel (925) . OT (730) . NT (195) . Het duidt vaak een tijdsaanduiding aan (in die dagen, in de dagen
van...) : een gelijk-tijdigheid (terwijl hij het priesterschap uitoefende)
, een voor-tijdigheid of een na-tijdigheid . Soms heeft het ook de betekenis
van zijn (er was eens... zoals vele verhalen bij ons beginnen) . Een vorm van γινομαι = ginomai in de LXX (2174) , in het NT (667) .
ginomai (worden, gebeuren) | bijbel | Tenach | OT | NT | Mt | Mc | Lc | Joh | Hnd | Br. | Apk | syn. | ev. |
aor. 3de pers. enk. egeneto | 925 | wajëhî : 784 | 730 | 195 | 13 | 17 | 69 | 16 | 53 | 17 | 99 | 115 | |
Totaal | 2841 | 2174 | 667 | 75 | 55 | 129 | 51 | 124 | 38 | 259 | 310 |
Jon
1,4.8. סַעַר = sa`ar (storm) . Taalgebruik in Tenakh : sa`ar (storm) . Getalwaarde : samekh = 15 of 60 , ajin = 16 of 70 , resj = 20 of 200 ; totaal : 51 (3 X 17) OF 330 (2 X 3 X 5 X 11) . Structuur : 6 - 7 - 2 . De som van de elementen is telkens 6 . Tenakh (2) : (1) Jr
30,23 . (2) Jon
1,4 .
וְסַעַר = wësa`ar (en een stormwind) < prefix verbindingswoord wë + het zelfst. naamw. סַעַר = sa`ar (storm) . Taalgebruik in Tenakh : sa`ar (storm) . Getalwaarde : samekh = 15 of 60 , ajin = 16 of 70 , resj = 20 of 200 ; totaal : 51 (3 X 17) OF 330 (2 X 3 X 5 X 11) . Structuur : 6 - 7 - 2 . De som van de elementen is telkens 6 . Tenakh (2) : (1) Jr
23,19 . (2) Jr
25,32 .
- הַסַּעַר = hassa`ar (de storm) < prefix bepaald lidw. ha + zelfst. naamw. סַעַר = sa`ar (storm) . Taalgebruik in Tenakh : sa`ar (storm) . Getalwaarde : samekh = 15 of 60 , ajin = 16 of 70 , resj = 20 of 200 ; totaal : 51 (3 X 17) OF 330 (2 X 3 X 5 X 11) . Structuur : 6 - 7 - 2 . De som van de elementen is telkens 6 . Tenakh (1) : Jon
1,12 .
- Grieks : κλυδων = kludôn (golfslag, vloedgolf, branding) . Taalgebruik in het NT : kludôn
(golfslag, vloedgolf, branding) . Taalgebruik in de LXX : kludôn
(golfslag, vloedgolf, branding) . Bijbel (2) : (1) Jon
1,4 . (2) Jon
1,12 .
sa`ar (storm) . Verwijzing : sa`ar
(storm) , zie Jon
1,4 . sa`ar (storm) . In twee verzen in de bijbel : (1) Jr
30,23 . (2) Jon
1,4 : wajehi sa`ar gâdôl bajjâm = kai egeneto kludôn
megas en tèi thalassèi (en er ontstond een grote stormwind op
de zee) . IMet lidwoord . hassa`ar (de storm) . In één vers in
de bijbel : Jon
1,12 .
- wesa`ar . In vier verzen in de bijbel : (1) Jr
23,19 (hinneh sa`arath JHWH = idou seismos para kuriou = een beving vanwege
JHWH ; en verder wesa`ar) . (2) Jr
25,32 (wesa`ar gâdôl = kai lailaps megalè = en een grote
storm) . (3) Jon
1,11 : wëso`er (en het werd woelig). Poel perfectum. LXX : kai exègeiren
mallon kludôna (en wekte meer golven op). (4) We merken op dat sa`ar of
së`ârâh in het Grieks vertaald wordt in kludôn (Jona),
seismos (seismos), lailaps (Jr
25,32)
- LXX . Verwijzing : kludôn
(golfslag, vloedgolf, branding) , zie Mt
8,24 . In twee verzen in de bijbel . Zie Jon
1,4 : kai kurios eksègeiren pneuma eis tèn thalassan (en de
Heer wekte een wind op op de zee) wajëhî sa`ar gâdôl
bajjâm = kai egeneto kludôn megas en tèi thalassèi
(en er ontstond een grote golfslag op de zee) . Zie ook Jon
1,12 : ki bhesjèllî hassa`ar haggâdôl hazzèh
`älêkhèm = oti di' eme ho kludôn ho megas houtos ef'humas
estin (want omwille van mij kwam deze grote golfslag over jullie). In deze twee
teksten wordt sa`ar door kludôn vertaald .
- sä`âr (stormen, woelen) .
Jon
1,4.11. בַאֳנִיָּה = bâânijjâh (in de boot) < prefix voorzetsel bë + bepaald lidw. ha + zelfst. naamw. אֳנִיָּה ´ânijjah (boot) . Zie : אֳנִי = 'änî (schip, vloot) . Taalgebruik in Tenakh : 'änî (schip, vloot) . Getalwaarde : aleph = 1 ; nun = 14 of 50 , jod = 10 ; totaal : 25 (5²) OF 61 . Structuur : 1 - 5 - 1 . De som van de elementen is telkens 7 . Tenakh (1) : Jon
1,5 .
- וְהָאֱנִיָּה = wëhâ`ânijjâh (en de boot) < prefix voegwoord wë + bepaald lidw. ha + zelfst. naamw. אֳנִיָּה ´ânijjah (boot) . Zie : אֳנִי = 'änî (schip, vloot) . Taalgebruik in Tenakh : 'änî (schip, vloot) . Getalwaarde : aleph = 1 ; nun = 14 of 50 , jod = 10 ; totaal : 25 (5²) OF 61 . Structuur : 1 - 5 - 1 . De som van de elementen is telkens 7 . Tenakh (1) : Jon
1,4 .
- εν τῳ πλοιῳ = en tô(i) ploiô(i) (in de boot) . Bijbel () . LXX (1) : Jon
1,5 . NT (9) : (1) Mt
4,21 . (2) Mt
14,33 . (3) Mc
1,19 . (4) Mc
1,20 . (5) Mc
4,36 . (6) Mc
5,21 . (7) Mc
8,14 . (8) Hnd 27,31 . (9) Hnd 27,37 .
´ânijjâh (boot) . In twee verzen in de bijbel : (1) Jon 1,3 . (2) Spr 30,19 .
Met lidwoord en met verbindingsteken waw : wëhâ´änijjâh (en de boot) . In één vers in de bijbel , nl. Jon 1,4 . LXX . ploion (boot) . Verwijzing : ploion (boot) , zie Mt 4,22 . ploion (boot) . In zevenendertig verzen in de bijbel . In zes verzen in het O.T. . In eenendertig verzen in het N.T. . In negen verzen bij Matteüs . In zes verzen is het eis to ploion (in de boot) met een vorm van het werkwoord embainô (inklimmen) : (1) Mt 8,23 . (2) Mt 9,1 . (3) Mt 13,2 . (4) Mt 14,22 . (5) Mt 14,32 . (6) Mt 15,39 . De andere drie teksten : (1) Mt 4,22 . (2) Mt 8,24 . (3) Mt 14,24 .
12. chisjsjêbhâh (- de boot - stond op het punt) . Piel derde persoon vrouwelijk enkelvoud . In één vers in de bijbel : Jon 1,4 . Verwijzing : châsjabh (rekenen, achten, denken) , zie Ps 40,18 . Getalwaarde: chet = 8 , sjin = 21 of 300 , beth = 2 . Totaal : 8 + 21 + 2 of 8 + 300 + 2 = 31 of 310 . OP het punt staan , dreigen , gevaar lopen . LXX : kai to ploion ekinduneuen (en de boot liep gevaar) . Lc 8,23 interpreteert : en zij liepen gevaar .
Jon 1,5 - Jon 1,5 : Jona's vlucht : - Jon 1,1 - Jon 1,2 - Jon 1,3 - Jon 1,4 - Jon 1,5 - Jon 1,6 - Jon 1,7 - Jon 1,8 - Jon 1,9 - Jon 1,10 - Jon 1,11 - Jon 1,12 - Jon 1,13 - Jon 1,14 - Jon 1,15 - Jon 1,16 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Jon (Jona) - Jon 1 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible : Then the mariners were afraid, and cried every man unto
his god, and cast forth the wares that were in the ship into the sea, to lighten
it of them. But Jonah was gone down into the sides of the ship; and he lay,
and was fast asleep.
Luther-Bibel (1984) : Und die Schiffsleute fürchteten sich und schrien,
ein jeder zu seinem Gott, und warfen die Ladung, die im Schiff war, ins Meer,
daß es leichter würde. Aber Jona war hinunter in das Schiff gestiegen,
lag und schlief.
Tekstuitleg van Jon
1,5 . Dit vers Jon
1,5 telt 19 woorden en 71 letters . De getalwaarde van Jon
1,5 is 2899 (13 X 223) .
Jon 1,5.11. בַאֳנִיָּה = bâânijjâh (in de boot) < prefix voorzetsel bë + bepaald lidw. ha + zelfst. naamw. אֳנִיָּה ´ânijjah (boot) . Zie : אֳנִי = 'änî (schip, vloot) . Taalgebruik in Tenakh : 'änî (schip, vloot) . Getalwaarde : aleph = 1 ; nun = 14 of 50 , jod = 10 ; totaal : 25 (5²) OF 61 . Structuur : 1 - 5 - 1 . De som van de elementen is telkens 7 . Tenakh (1) : Jon 1,5 .
12. ´èl (tot, naar) . Jon (24) . Jon 1 (10) : (1) Jon 1,1 . (2) Jon 1,2 . (3) Jon 1,4 . (4) Jon 1,5 . (5) Jon 1,6 . (6) Jon 1,7 . (7) Jon 1,12 . (8) Jon 1,13 . (9) Jon 1,14 . (10) Jon 1,15 .
12. - 13. ´èl hajjâm (naar de zee) . Tenach (8) : (1) Pr 1,7 . (2) Ez 47,19 . (3) Jl 2,20 (2X) . (4) Jon 1,4 . (5) Jon 1,5 . (6) Jon 1,12 . (7) Jon 1,15 . (8) Zach 14,8 .
21. sjâkhabh (liggen, zich
neerleggen) . Verwijzing : sjâkhab
(liggen, zich neerleggen) , zie Jon
1,5 .
- wajjisjëkabh (en hij legde neer) . In vierenvijftig verzen in de bijbel
. In vierenvijftig verzen in de bijbel .
- Grieks : act. ind. imperf. 3de pers. enk. εκαθευδεν = ekatheuden (hij sliep) van het werkw. καθευδω = katheudô
(slapen) . Taalgebruik in het NT : katheudô
(slapen) . Taalgebruik in de LXX : katheudô
(slapen) . Bijbel (11) : (10) Jon
1,5 . (11) Mt
8,24 .
Jon 1,6 - Jon 1,6 : Jona's vlucht : - Jon 1,1 - Jon 1,2 - Jon 1,3 - Jon 1,4 - Jon 1,5 - Jon 1,6 - Jon 1,7 - Jon 1,8 - Jon 1,9 - Jon 1,10 - Jon 1,11 - Jon 1,12 - Jon 1,13 - Jon 1,14 - Jon 1,15 - Jon 1,16 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Jon (Jona) - Jon 1 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible : So the shipmaster came to him, and said unto him, What
meanest thou, O sleeper? arise, call upon thy God, if so be that God will think
upon us, that we perish not.
Luther-Bibel (1984) : Da trat zu ihm der Schiffsherr und sprach zu ihm: Was
schläfst du? Steh auf, rufe deinen Gott an! Ob vielleicht dieser Gott an
uns gedenken will, daß wir nicht verderben.
Tekstuitleg van Jon
1,6 . Dit vers Jon
1,6 telt 19 woorden en 68 (2 X 2 X 17) letters . De getalwaarde van Jon
1,6 is 3336 (2 X 2 X 2 X 2 X 139) .
2. ´ela(j)w (tot hem) . Tenach (4) : (1) Jon 1,6 . (2) Jon 1,8 . (3) Jon 1,10 . (4) Jon 1,11 .
5. wajj´omèr (en hij zei) : prefix verbindingswoord wë + werkwoordvorm qal act. imperf. 3de pers. mann. enk. van het werkw. ´âmar (zeggen) . Taalgebruik in Tenach : ´âmar (zeggen) . Taalgebruik in Jona : ´âmar (zeggen) . Gr. legô (zeggen) . Taalgebruik in de Septuaginta. : legô (zeggen) . Taalgebruik in N.T. : legô (zeggen) . legô komt van de wortel leg- : lezen / lec-tuur ; les . Lat. legere . Fr. leçon . E. to say . Fr. dire . D. sprechen (spreken) . In 12 verzen in Jon : (1) Jon 1,6 . (2) Jon 1,9 . (3) Jon 1,12 . (4) Jon 2,3 . (5) Jon 2,11 . (6) Jon 3,4 . (7) Jon 3,7 . (8) Jon 4,2 . (9) Jon 4,4 . (10) Jon 4,8 . (11) Jon 4,9 . (12) Jon 4,10 . Gr. eipen (hij zei) . In 11 verzen in Jon : (1) Jon 1,6 . (2) Jon 1,7 . (3) Jon 1,9 . (4) Jon 1,12 . (5) Jon 2,3 . (6) Jon 3,4 . (7) Jon 4,2 . (8) Jon 4,4 . (9) Jon 4,8 . (10) Jon 4,9 . (11) Jon 4,10 . Een vorm van Hebr. ´âmar (zeggen) (20) , van het Gr. legô (zeggen) (18) in Jon .
12. ´èl (tot, naar) . Jon (24) . Jon 1 (10) : (1) Jon 1,1 . (2) Jon 1,2 . (3) Jon 1,4 . (4) Jon 1,5 . (5) Jon 1,6 . (6) Jon 1,7 . (7) Jon 1,12 . (8) Jon 1,13 . (9) Jon 1,14 . (10) Jon 1,15 .
Jon 1,7 - Jon 1,7 : Jona's vlucht : - Jon 1,1 - Jon 1,2 - Jon 1,3 - Jon 1,4 - Jon 1,5 - Jon 1,6 - Jon 1,7 - Jon 1,8 - Jon 1,9 - Jon 1,10 - Jon 1,11 - Jon 1,12 - Jon 1,13 - Jon 1,14 - Jon 1,15 - Jon 1,16 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Jon (Jona) - Jon 1 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [7] And they said every one to his fellow, Come, and let
us cast lots, that we may know for whose cause this evil is upon us. So they
cast lots, and the lot fell upon Jonah.
Luther-Bibel (1984) . 7 Und einer sprach zum andern: Kommt, wir wollen losen,
dass wir erfahren, um wessentwillen es uns so übel geht. Und als sie losten,
traf's Jona.
Tekstuitleg van Jon
1,7 .
3. ´èl (tot, naar) . Jon (24) . Jon 1 (10) : (1) Jon 1,1 . (2) Jon 1,2 . (3) Jon 1,4 . (4) Jon 1,5 . (5) Jon 1,6 . (6) Jon 1,7 . (7) Jon 1,12 . (8) Jon 1,13 . (9) Jon 1,14 . (10) Jon 1,15 .
18. `al (op, omwille van) . Jon (9) : (1) Jon 1,7 . (2) Jon 3,6 . (3) Jon 3,10 . (4) Jon 4,2 . (5) Jon 4,6 . (6) Jon 4,8 . (7) Jon 4,9 . (8) Jon 4,10 . (9) Jon 4,11 .
19. jônâh (Jona OF duif) . Taalgebruik in Tenach : jônâh (Jona) . Taalgebruik in Jona : jônâh (Jona) . Getalwaarde : jod = 10 , waw = 6 , nun = 14 of 50 , he = 5 ; totaal : 35 (5 X 7) OF 71 . Gr. iôna (Jona) . Taalgebruik in de Septuaginta : iôna (Jona) . Tenach (26) . Jon (15) : (1) Jon 1,1 . (2) Jon 1,3 . (3) Jon 1,7 . (4) Jon 1,15 . (5) Jon 2,1 . (6) Jon 2,2 . (7) Jon 2,11 . (8) Jon 3,1 . (9) Jon 3,3 . (10) Jon 3,4 . (11) Jon 4,1 . (12) Jon 4,5 . (13) Jon 4,6 . (14) Jon 4,8 . (15) Jon 4,9 .
18. - 19. `al jônâh (op Jona) . Tenach (1) Jon 1,7 .
Jon 1,8 - Jon 1,8 : Jona's vlucht : - Jon 1,1 - Jon 1,2 - Jon 1,3 - Jon 1,4 - Jon 1,5 - Jon 1,6 - Jon 1,7 - Jon 1,8 - Jon 1,9 - Jon 1,10 - Jon 1,11 - Jon 1,12 - Jon 1,13 - Jon 1,14 - Jon 1,15 - Jon 1,16 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Jon (Jona) - Jon 1 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [8] Then said they unto him, Tell us, we pray thee, for
whose cause this evil is upon us; What is thine occupation? and whence comest
thou? what is thy country? and of what people art thou?
Luther-Bibel (1984) . 8 Da sprachen sie zu ihm: Sage uns, warum geht es uns
so übel? Was ist dein Gewerbe und wo kommst du her? Aus welchem Lande bist du
und von welchem Volk bist du?
Tekstuitleg van Jon
1,8 .
2. ´ela(j)w (tot hem) . Tenach (4) : (1) Jon 1,6 . (2) Jon 1,8 . (3) Jon 1,10 . (4) Jon 1,11 .
Jon 1,9 - Jon 1,9 : Jona's vlucht : - Jon 1,1 - Jon 1,2 - Jon 1,3 - Jon 1,4 - Jon 1,5 - Jon 1,6 - Jon 1,7 - Jon 1,8 - Jon 1,9 - Jon 1,10 - Jon 1,11 - Jon 1,12 - Jon 1,13 - Jon 1,14 - Jon 1,15 - Jon 1,16 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Jon (Jona) - Jon 1 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [9] And he said unto them, I am an Hebrew; and I fear the
LORD, the God of heaven, which hath made the sea and the dry land.
Luther-Bibel (1984) . 9 Er sprach zu ihnen: Ich bin ein Hebräer und fürchte
den HERRN, den Gott des Himmels, der das Meer und das Trockene gemacht hat.
Tekstuitleg van Jon
1,9 .
1. wajj´omèr (en hij zei) : prefix verbindingswoord wë + werkwoordvorm qal act. imperf. 3de pers. mann. enk. van het werkw. ´âmar (zeggen) . Taalgebruik in Tenach : ´âmar (zeggen) . Taalgebruik in Jona : ´âmar (zeggen) . Gr. legô (zeggen) . Taalgebruik in de Septuaginta. : legô (zeggen) . Taalgebruik in N.T. : legô (zeggen) . legô komt van de wortel leg- : lezen / lec-tuur ; les . Lat. legere . Fr. leçon . E. to say . Fr. dire . D. sprechen (spreken) . In 12 verzen in Jon : (1) Jon 1,6 . (2) Jon 1,9 . (3) Jon 1,12 . (4) Jon 2,3 . (5) Jon 2,11 . (6) Jon 3,4 . (7) Jon 3,7 . (8) Jon 4,2 . (9) Jon 4,4 . (10) Jon 4,8 . (11) Jon 4,9 . (12) Jon 4,10 . Gr. eipen (hij zei) . In 11 verzen in Jon : (1) Jon 1,6 . (2) Jon 1,7 . (3) Jon 1,9 . (4) Jon 1,12 . (5) Jon 2,3 . (6) Jon 3,4 . (7) Jon 4,2 . (8) Jon 4,4 . (9) Jon 4,8 . (10) Jon 4,9 . (11) Jon 4,10 . Een vorm van Hebr. ´âmar (zeggen) (20) , van het Gr. legô (zeggen) (18) in Jon .
6. JHWH . Eigennaam van God . Taalgebruik in Tenach : JHWH
. Taalgebruik in Jona : JHWH
. Getalwaarde : jod = 10 , he = 5 , waw = 6 . Totaal : 10 + 5 + 6 + 5 = 26 .
Tenach (5193) . Jon (19) : (1) Jon
1,1 . (2) Jon
1,3 (2X) . (3) Jon
1,9 . (4) Jon
1,10 . (5) Jon
1,14 (2X) . (6) Jon
1,16 . (7) Jon
2,1 . (8) Jon
2,2 . (9) Jon
2,3 . (10) Jon
2,7 . (11) Jon
2,8 . (12) Jon
2,11 . (13) Jon
3,1 . (14) Jon
3,3 . (15) Jon
4,2 . (16) Jon
4,3 . (17) Jon
4,4 . (18) Jon
4,6 . (19) Jon
4,10 .
- waJHWH (en JHWH) . Tenach (99) . Jon (1) : Jon
1,4 .
- laJHWH (tot JHWH) . Tenach (538) . Jon (2) : (1) Jon
1,16 . (2) Jon
2,10 .
Jon 1,10 - Jon 1,10 : Jona's vlucht : - Jon 1,1 - Jon 1,2 - Jon 1,3 - Jon 1,4 - Jon 1,5 - Jon 1,6 - Jon 1,7 - Jon 1,8 - Jon 1,9 - Jon 1,10 - Jon 1,11 - Jon 1,12 - Jon 1,13 - Jon 1,14 - Jon 1,15 - Jon 1,16 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Jon (Jona) - Jon 1 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [10] Then were the men exceedingly afraid, and said unto
him, Why hast thou done this? For the men knew that he fled from the presence
of the LORD, because he had told them.
Luther-Bibel (1984) . 10 Da fürchteten sich die Leute sehr und sprachen zu ihm:
Warum hast du das getan? Denn sie wussten, dass er vor dem HERRN floh; denn
er hatte es ihnen gesagt.
Tekstuitleg van Jon
1,10 .
6. ´ela(j)w (tot hem) . Tenach (4) : (1) Jon 1,6 . (2) Jon 1,8 . (3) Jon 1,10 . (4) Jon 1,11 .
15. JHWH . Eigennaam van God . Taalgebruik in Tenach : JHWH
. Taalgebruik in Jona : JHWH
. Getalwaarde : jod = 10 , he = 5 , waw = 6 . Totaal : 10 + 5 + 6 + 5 = 26 .
Tenach (5193) . Jon (19) : (1) Jon
1,1 . (2) Jon
1,3 (2X) . (3) Jon
1,9 . (4) Jon
1,10 . (5) Jon
1,14 (2X) . (6) Jon
1,16 . (7) Jon
2,1 . (8) Jon
2,2 . (9) Jon
2,3 . (10) Jon
2,7 . (11) Jon
2,8 . (12) Jon
2,11 . (13) Jon
3,1 . (14) Jon
3,3 . (15) Jon
4,2 . (16) Jon
4,3 . (17) Jon
4,4 . (18) Jon
4,6 . (19) Jon
4,10 .
- waJHWH (en JHWH) . Tenach (99) . Jon (1) : Jon
1,4 .
- laJHWH (tot JHWH) . Tenach (538) . Jon (2) : (1) Jon
1,16 . (2) Jon
2,10 .
Jon 1,11 - Jon 1,11 : Jona's vlucht : - Jon 1,1 - Jon 1,2 - Jon 1,3 - Jon 1,4 - Jon 1,5 - Jon 1,6 - Jon 1,7 - Jon 1,8 - Jon 1,9 - Jon 1,10 - Jon 1,11 - Jon 1,12 - Jon 1,13 - Jon 1,14 - Jon 1,15 - Jon 1,16 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Jon (Jona) - Jon 1 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [11] Then said they unto him, What shall we do unto thee,
that the sea may be calm unto us? for the sea wrought, and was tempestuous.
Luther-Bibel (1984) . 11 Da sprachen sie zu ihm: Was sollen wir denn mit dir
tun, dass das Meer stille werde und von uns ablasse? Denn das Meer ging immer
ungestümer.
Tekstuitleg van Jon
1,11 .
2. ´ela(j)w (tot hem) . Tenach (4) : (1) Jon 1,6 . (2) Jon 1,8 . (3) Jon 1,10 . (4) Jon 1,11 .
Jon 1,12 - Jon 1,12 : Jona's vlucht : - Jon 1,1 - Jon 1,2 - Jon 1,3 - Jon 1,4 - Jon 1,5 - Jon 1,6 - Jon 1,7 - Jon 1,8 - Jon 1,9 - Jon 1,10 - Jon 1,11 - Jon 1,12 - Jon 1,13 - Jon 1,14 - Jon 1,15 - Jon 1,16 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Jon (Jona) - Jon 1 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [12] And he said unto them, Take me up, and cast me forth
into the sea; so shall the sea be calm unto you: for I know that for my sake
this great tempest is upon you.
Luther-Bibel (1984) . 12 Er sprach zu ihnen: Nehmt mich und werft mich ins Meer,
so wird das Meer still werden und von euch ablassen. Denn ich weiß, dass um
meinetwillen dies große Ungewitter über euch gekommen ist.
Tekstuitleg van Jon
1,12 .
Verwijzing : kludôn (golfslag, vloedgolf, branding), zie Mt 8,24 . In 2 verzen in de bijbel. Zie Jon 1,4 : kai kurios eksègeiren pneuma eis tèn thalassan (en de Heer wekte een wind op op de zee) kai egeneto kludôn megas en tèi thalassèi (en er ontstond een grote golfslag op de zee). Zie ook Jon 1,12 : ki bhesjèllî hassa`ar haggâdôl hazzèh `älêkhèm = oti di' eme ho kludôn ho megas houtos ef'humas estin (want omwille van mij kwam deze grote golfslag over jullie).
1. wajj´omèr (en hij zei) : prefix verbindingswoord wë + werkwoordvorm qal act. imperf. 3de pers. mann. enk. van het werkw. ´âmar (zeggen) . Taalgebruik in Tenach : ´âmar (zeggen) . Taalgebruik in Jona : ´âmar (zeggen) . Gr. legô (zeggen) . Taalgebruik in de Septuaginta. : legô (zeggen) . Taalgebruik in N.T. : legô (zeggen) . legô komt van de wortel leg- : lezen / lec-tuur ; les . Lat. legere . Fr. leçon . E. to say . Fr. dire . D. sprechen (spreken) . In 12 verzen in Jon : (1) Jon 1,6 . (2) Jon 1,9 . (3) Jon 1,12 . (4) Jon 2,3 . (5) Jon 2,11 . (6) Jon 3,4 . (7) Jon 3,7 . (8) Jon 4,2 . (9) Jon 4,4 . (10) Jon 4,8 . (11) Jon 4,9 . (12) Jon 4,10 . Gr. eipen (hij zei) . In 11 verzen in Jon : (1) Jon 1,6 . (2) Jon 1,7 . (3) Jon 1,9 . (4) Jon 1,12 . (5) Jon 2,3 . (6) Jon 3,4 . (7) Jon 4,2 . (8) Jon 4,4 . (9) Jon 4,8 . (10) Jon 4,9 . (11) Jon 4,10 . Een vorm van Hebr. ´âmar (zeggen) (20) , van het Gr. legô (zeggen) (18) in Jon .
5. ´èl (tot, naar) . Jon (24) . Jon 1 (10) : (1) Jon 1,1 . (2) Jon 1,2 . (3) Jon 1,4 . (4) Jon 1,5 . (5) Jon 1,6 . (6) Jon 1,7 . (7) Jon 1,12 . (8) Jon 1,13 . (9) Jon 1,14 . (10) Jon 1,15 .
5. - 6. ´èl hajjâm (naar de zee) . Tenach (8) : (1) Pr 1,7 . (2) Ez 47,19 . (3) Jl 2,20 (2X) . (4) Jon 1,4 . (5) Jon 1,5 . (6) Jon 1,12 . (7) Jon 1,15 . (8) Zach 14,8 .
Jon 1,13 - Jon 1,13 : Jona's vlucht : - Jon 1,1 - Jon 1,2 - Jon 1,3 - Jon 1,4 - Jon 1,5 - Jon 1,6 - Jon 1,7 - Jon 1,8 - Jon 1,9 - Jon 1,10 - Jon 1,11 - Jon 1,12 - Jon 1,13 - Jon 1,14 - Jon 1,15 - Jon 1,16 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Jon (Jona) - Jon 1 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [13] Nevertheless the men rowed hard to bring it to the
land; but they could not: for the sea wrought, and was tempestuous against them.
Luther-Bibel (1984) . 13 Doch die Leute ruderten, dass sie wieder ans Land kämen;
aber sie konnten nicht, denn das Meer ging immer ungestümer gegen sie an.
Tekstuitleg van Jon
1,13 .
4. ´èl (tot, naar) . Jon (24) . Jon 1 (10) : (1) Jon 1,1 . (2) Jon 1,2 . (3) Jon 1,4 . (4) Jon 1,5 . (5) Jon 1,6 . (6) Jon 1,7 . (7) Jon 1,12 . (8) Jon 1,13 . (9) Jon 1,14 . (10) Jon 1,15 .
Jon 1,14 - Jon 1,14 : Jona's vlucht : - Jon 1,1 - Jon 1,2 - Jon 1,3 - Jon 1,4 - Jon 1,5 - Jon 1,6 - Jon 1,7 - Jon 1,8 - Jon 1,9 - Jon 1,10 - Jon 1,11 - Jon 1,12 - Jon 1,13 - Jon 1,14 - Jon 1,15 - Jon 1,16 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Jon (Jona) - Jon 1 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [14] Wherefore they cried unto the LORD, and said, We beseech
thee, O LORD, we beseech thee, let us not perish for this man's life, and lay
not upon us innocent blood: for thou, O LORD, hast done as it pleased thee.
Luther-Bibel (1984) . 14 Da riefen sie zu dem HERRN und sprachen: Ach, HERR,
lass uns nicht verderben um des Lebens dieses Mannes willen und rechne uns nicht
unschuldiges Blut zu; denn du, HERR, tust, wie dir's gefällt.
Tekstuitleg van Jon
1,14 .
2. ´èl (tot, naar) . Jon (24) . Jon 1 (10) : (1) Jon 1,1 . (2) Jon 1,2 . (3) Jon 1,4 . (4) Jon 1,5 . (5) Jon 1,6 . (6) Jon 1,7 . (7) Jon 1,12 . (8) Jon 1,13 . (9) Jon 1,14 . (10) Jon 1,15 .
3. JHWH . Eigennaam van God . Taalgebruik in Tenach : JHWH
. Taalgebruik in Jona : JHWH
. Getalwaarde : jod = 10 , he = 5 , waw = 6 . Totaal : 10 + 5 + 6 + 5 = 26 .
Tenach (5193) . Jon (19) : (1) Jon
1,1 . (2) Jon
1,3 (2X) . (3) Jon
1,9 . (4) Jon
1,10 . (5) Jon
1,14 (2X) . (6) Jon
1,16 . (7) Jon
2,1 . (8) Jon
2,2 . (9) Jon
2,3 . (10) Jon
2,7 . (11) Jon
2,8 . (12) Jon
2,11 . (13) Jon
3,1 . (14) Jon
3,3 . (15) Jon
4,2 . (16) Jon
4,3 . (17) Jon
4,4 . (18) Jon
4,6 . (19) Jon
4,10 .
- waJHWH (en JHWH) . Tenach (99) . Jon (1) : Jon
1,4 .
- laJHWH (tot JHWH) . Tenach (538) . Jon (2) : (1) Jon
1,16 . (2) Jon
2,10 .
6. JHWH . Eigennaam van God . Taalgebruik in Tenach : JHWH
. Taalgebruik in Jona : JHWH
. Getalwaarde : jod = 10 , he = 5 , waw = 6 . Totaal : 10 + 5 + 6 + 5 = 26 .
Tenach (5193) . Jon (19) : (1) Jon
1,1 . (2) Jon
1,3 (2X) . (3) Jon
1,9 . (4) Jon
1,10 . (5) Jon
1,14 (2X) . (6) Jon
1,16 . (7) Jon
2,1 . (8) Jon
2,2 . (9) Jon
2,3 . (10) Jon
2,7 . (11) Jon
2,8 . (12) Jon
2,11 . (13) Jon
3,1 . (14) Jon
3,3 . (15) Jon
4,2 . (16) Jon
4,3 . (17) Jon
4,4 . (18) Jon
4,6 . (19) Jon
4,10 .
- waJHWH (en JHWH) . Tenach (99) . Jon (1) : Jon
1,4 .
- laJHWH (tot JHWH) . Tenach (538) . Jon (2) : (1) Jon
1,16 . (2) Jon
2,10 .
13. ´èl (tot, naar) . Jon (24) . Jon 1 (10) : (1) Jon 1,1 . (2) Jon 1,2 . (3) Jon 1,4 . (4) Jon 1,5 . (5) Jon 1,6 . (6) Jon 1,7 . (7) Jon 1,12 . (8) Jon 1,13 . (9) Jon 1,14 . (10) Jon 1,15 . wë´al (en niet) . Jon (1) Jon 1,14 .
20. JHWH . Eigennaam van God . Taalgebruik in Tenach : JHWH
. Taalgebruik in Jona : JHWH
. Getalwaarde : jod = 10 , he = 5 , waw = 6 . Totaal : 10 + 5 + 6 + 5 = 26 .
Tenach (5193) . Jon (19) : (1) Jon
1,1 . (2) Jon
1,3 (2X) . (3) Jon
1,9 . (4) Jon
1,10 . (5) Jon
1,14 (2X) . (6) Jon
1,16 . (7) Jon
2,1 . (8) Jon
2,2 . (9) Jon
2,3 . (10) Jon
2,7 . (11) Jon
2,8 . (12) Jon
2,11 . (13) Jon
3,1 . (14) Jon
3,3 . (15) Jon
4,2 . (16) Jon
4,3 . (17) Jon
4,4 . (18) Jon
4,6 . (19) Jon
4,10 .
- waJHWH (en JHWH) . Tenach (99) . Jon (1) : Jon
1,4 .
- laJHWH (tot JHWH) . Tenach (538) . Jon (2) : (1) Jon
1,16 . (2) Jon
2,10 .
Jon 1,15 - Jon 1,15 : Jona's vlucht : - Jon 1,1 - Jon 1,2 - Jon 1,3 - Jon 1,4 - Jon 1,5 - Jon 1,6 - Jon 1,7 - Jon 1,8 - Jon 1,9 - Jon 1,10 - Jon 1,11 - Jon 1,12 - Jon 1,13 - Jon 1,14 - Jon 1,15 - Jon 1,16 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Jon (Jona) - Jon 1 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [15] So they took up Jonah, and cast him forth into the
sea: and the sea ceased from her raging.
Luther-Bibel (1984) . 15 Und sie nahmen Jona und warfen ihn ins Meer. Da wurde
das Meer still und ließ ab von seinem Wüten.
Tekstuitleg van Jon
1,15 .
3. jônâh (Jona OF duif) . Taalgebruik in Tenach : jônâh (Jona) . Taalgebruik in Jona : jônâh (Jona) . Getalwaarde : jod = 10 , waw = 6 , nun = 14 of 50 , he = 5 ; totaal : 35 (5 X 7) OF 71 . Gr. iôna (Jona) . Taalgebruik in de Septuaginta : iôna (Jona) . Tenach (26) . Jon (15) : (1) Jon 1,1 . (2) Jon 1,3 . (3) Jon 1,7 . (4) Jon 1,15 . (5) Jon 2,1 . (6) Jon 2,2 . (7) Jon 2,11 . (8) Jon 3,1 . (9) Jon 3,3 . (10) Jon 3,4 . (11) Jon 4,1 . (12) Jon 4,5 . (13) Jon 4,6 . (14) Jon 4,8 . (15) Jon 4,9 .
2. - 3. ´èth jônâh . Tenach (3) : (1) Jon 1,15 . (2) Jon 2,1 . (3) Jon 2,11 .
5. ´èl (tot, naar) . Jon (24) . Jon 1 (10) : (1) Jon 1,1 . (2) Jon 1,2 . (3) Jon 1,4 . (4) Jon 1,5 . (5) Jon 1,6 . (6) Jon 1,7 . (7) Jon 1,12 . (8) Jon 1,13 . (9) Jon 1,14 . (10) Jon 1,15 .
5. - 6. ´èl hajjâm (naar de zee) . Tenach (8) : (1) Pr 1,7 . (2) Ez 47,19 . (3) Jl 2,20 (2X) . (4) Jon 1,4 . (5) Jon 1,5 . (6) Jon 1,12 . (7) Jon 1,15 . (8) Zach 14,8 .
Jon 1,16 - Jon 1,16 : Jona's vlucht : - Jon 1,1 - Jon 1,2 - Jon 1,3 - Jon 1,4 - Jon 1,5 - Jon 1,6 - Jon 1,7 - Jon 1,8 - Jon 1,9 - Jon 1,10 - Jon 1,11 - Jon 1,12 - Jon 1,13 - Jon 1,14 - Jon 1,15 - Jon 1,16 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Jon (Jona) - Jon 1 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [16] Then the men feared the LORD exceedingly, and offered
a sacrifice unto the LORD, and made vows. [17] Now the LORD had prepared a great
fish to swallow up Jonah. And Jonah was in the belly of the fish three days
and three nights.
Luther-Bibel (1984) . 16 Und die Leute fürchteten den HERRN sehr und brachten
dem HERRN Opfer dar und taten Gelübde.
Tekstuitleg van Jon
1,16 .
6. JHWH . Eigennaam van God . Taalgebruik in Tenach : JHWH
. Taalgebruik in Jona : JHWH
. Getalwaarde : jod = 10 , he = 5 , waw = 6 . Totaal : 10 + 5 + 6 + 5 = 26 .
Tenach (5193) . Jon (19) : (1) Jon
1,1 . (2) Jon
1,3 (2X) . (3) Jon
1,9 . (4) Jon
1,10 . (5) Jon
1,14 (2X) . (6) Jon
1,16 . (7) Jon
2,1 . (8) Jon
2,2 . (9) Jon
2,3 . (10) Jon
2,7 . (11) Jon
2,8 . (12) Jon
2,11 . (13) Jon
3,1 . (14) Jon
3,3 . (15) Jon
4,2 . (16) Jon
4,3 . (17) Jon
4,4 . (18) Jon
4,6 . (19) Jon
4,10 .
- waJHWH (en JHWH) . Tenach (99) . Jon (1) : Jon
1,4 .
- laJHWH (tot JHWH) . Tenach (538) . Jon (2) : (1) Jon
1,16 . (2) Jon
2,10 .
9. JHWH . Eigennaam van God . Taalgebruik in Tenach : JHWH
. Taalgebruik in Jona : JHWH
. Getalwaarde : jod = 10 , he = 5 , waw = 6 . Totaal : 10 + 5 + 6 + 5 = 26 .
Tenach (5193) . Jon (19) : (1) Jon
1,1 . (2) Jon
1,3 (2X) . (3) Jon
1,9 . (4) Jon
1,10 . (5) Jon
1,14 (2X) . (6) Jon
1,16 . (7) Jon
2,1 . (8) Jon
2,2 . (9) Jon
2,3 . (10) Jon
2,7 . (11) Jon
2,8 . (12) Jon
2,11 . (13) Jon
3,1 . (14) Jon
3,3 . (15) Jon
4,2 . (16) Jon
4,3 . (17) Jon
4,4 . (18) Jon
4,6 . (19) Jon
4,10 .
- waJHWH (en JHWH) . Tenach (99) . Jon (1) : Jon
1,4 .
- laJHWH (tot JHWH) . Tenach (538) . Jon (2) : (1) Jon
1,16 . (2) Jon
2,10 .
LXX
kai egeneto logos kuriou pros iônan ton tou amathi legôn2anastèthi kai poreuthèti eis nineuè tèn polin tèn megalèn kai kèruxon en autè oti anebè è kraugè tès kakias autès pros me3kai anestè iônas tou fugein eis tharsis ek prosôpou kuriou kai katebè eis ioppèn kai euren ploion badizon eis tharsis kai edôken to naulon autou kai enebè eis auto tou pleusai met' autôn eis tharsis ek prosôpou kuriou4kai kurios exègeiren pneuma eis tèn thalassan kai egeneto kludôn megas en tè thalassè kai to ploion ekinduneuen suntribènai5kai efobèthèsan oi nautikoi kai aneboôn ekastos pros ton theon autôn kai ekbolèn epoièsanto tôn skeuôn tôn en tô ploiô eis tèn thalassan tou koufisthènai ap' autôn iônas de katebè eis tèn koilèn tou ploiou kai ekatheuden kai erregchen6kai prosèlthen pros auton o prôreus kai eipen autô ti su regcheis anasta kai epikalou ton theon sou opôs diasôsè o theos èmas kai mè apolômetha7kai eipen ekastos pros ton plèsion autou deute balômen klèrous kai epignômen tinos eneken è kakia autè estin en èmin kai ebalon klèrous kai epesen o klèros epi iônan8kai eipon pros auton apaggeilon èmin tinos eneken è kakia autè estin en èmin tis sou è ergasia estin kai pothen erchè kai ek poias chôras kai ek poiou laou ei su9kai eipen pros autous doulos kuriou egô eimi kai ton kurion theon tou ouranou egô sebomai os epoièsen tèn thalassan kai tèn xèran10kai efobèthèsan oi andres fobon megan kai eipan pros auton ti touto epoièsas dioti egnôsan oi andres oti ek prosôpou kuriou èn feugôn oti apèggeilen autois11kai eipan pros auton ti soi poièsômen kai kopasei è thalassa af' èmôn oti è thalassa eporeueto kai exègeiren mallon kludôna12kai eipen iônas pros autous arate me kai embalete me eis tèn thalassan kai kopasei è thalassa af' umôn dioti egnôka egô oti di' eme o kludôn o megas outos ef' umas estin13kai parebiazonto oi andres tou epistrepsai pros tèn gèn kai ouk èdunanto oti è thalassa eporeueto kai exègeireto mallon ep' autous14kai aneboèsan pros kurion kai eipan mèdamôs kurie mè apolômetha eneken tès psuchès tou anthrôpou toutou kai mè dôs ef' èmas aima dikaion oti su kurie on tropon eboulou pepoièkas15kai elabon ton iônan kai exebalon auton eis tèn thalassan kai estè è thalassa ek tou salou autès16kai efobèthèsan oi andres fobô megalô ton kurion kai ethusan thusian tô kuriô kai euxanto euchas
VULGAAT
1 et factum est verbum Domini ad Ionam filium Amathi dicens 2 surge vade in Nineven civitatem grandem et praedica in ea quia ascendit malitia eius coram me 3 et surrexit Iona ut fugeret in Tharsis a facie Domini et descendit Ioppen et invenit navem euntem in Tharsis et dedit naulum eius et descendit in eam ut iret cum eis in Tharsis a facie Domini 4 Dominus autem misit ventum magnum in mari et facta est tempestas magna in mari et navis periclitabatur conteri 5 et timuerunt nautae et clamaverunt viri ad deum suum et miserunt vasa quae erant in navi in mare ut adleviaretur ab eis et Iona descendit ad interiora navis et dormiebat sopore gravi 6 et accessit ad eum gubernator et dixit ei quid tu sopore deprimeris surge invoca Deum tuum si forte recogitet Deus de nobis et non pereamus 7 et dixit vir ad collegam suum venite et mittamus sortes et sciamus quare hoc malum sit nobis et miserunt sortes et cecidit sors super Ionam 8 et dixerunt ad eum indica nobis cuius causa malum istud sit nobis quod est opus tuum quae terra tua et quo vel ex quo populo es tu 9 et dixit ad eos Hebraeus ego sum et Dominum Deum caeli ego timeo qui fecit mare et aridam 10 et timuerunt viri timore magno et dixerunt ad eum quid hoc fecisti cognoverunt enim viri quod a facie Domini fugeret quia indicaverat eis 11 et dixerunt ad eum quid faciemus tibi et cessabit mare a nobis quia mare ibat et intumescebat 12 et dixit ad eos tollite me et mittite in mare et cessabit mare a vobis scio enim ego quoniam propter me tempestas grandis haec super vos 13 et remigabant viri ut reverterentur ad aridam et non valebant quia mare ibat et intumescebat super eos 14 et clamaverunt ad Dominum et dixerunt quaesumus Domine ne pereamus in anima viri istius et ne des super nos sanguinem innocentem quia tu Domine sicut voluisti fecisti 15 et tulerunt Ionam et miserunt in mare et stetit mare a fervore suo 16 et timuerunt viri timore magno Dominum et immolaverunt hostias Domino et voverunt vota