BIJBELBOEK JOZUA 7 - Joz 7 -

Overzicht -- Joz 1 - Joz 2 - Joz 3 - Joz 4 - Joz 5 - Joz 6 - Joz 7 - Joz 8 - Joz 9 - Joz 10 - Joz 11 - Joz 12 - Joz 13 - Joz 14 - Joz 15 - Joz 16 - Joz 17 - Joz 18 - Joz 19 - Joz 20 - Joz 21 - Joz 22 - Joz 23 - Joz 24 -
Uitleg vers per vers : - Joz 7,1 - Joz 7,2 - Joz 7,3 - Joz 7,4 - Joz 7,5 - Joz 7,6 - Joz 7,7 - Joz 7,8 - Joz 7,9 - Joz 7,10 - Joz 7,11 - Joz 7,12 - Joz 7,13 - Joz 7,14 - Joz 7,15 - Joz 7,16 - Joz 7,17 - Joz 7,18 - Joz 7,19 - Joz 7,20 - Joz 7,21 - Joz 7,22 - Joz 7,23 - Joz 7,24 - Joz 7,25 - Joz 7,26 -

- bijbelverwijzingen - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z -

Overzicht van Tenach : Tenach : overzicht , Tenach : taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Tenach : commentaar ,
Overzicht van Septuaginta
: Septuaginta : overzicht , Septuaginta : taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Septuaginta : commentaar ,
Overzicht N.T.
: N.T. : overzicht , N.T. : taalgebruik - N.T. A - N.T. B - N.T. C - N.T. D - N.T. E - N.T. F - N.T. G - N.T. H - N.T. I - N.T. J - N.T. K - N.T. L - N.T. M - N.T. N - N.T. O - N.T. P - N.T. Q - N.T. R - N.T. S - N.T. T - N.T. U - N.T. V - N.T. W - N.T. X - N.T. Y - N.T. Z - N.T. : commentaar .


Religie.opzijnbest.nl
ZOEKEN OP DEZE WEBSITE
PicoSearch
  Hulp
Verzorgd door PicoSearch
     
 
http://www.bible-history.com/isbe/ http://www.sacrednamebible.com/kjvstrongs/index2.htm Studiebijbel 3        
    bijbelweb info-bible interBible http://www.diebibel.de/
             
1. LXX , Griekse tekst N.T.   2. Vulgata   3. Synopsis Denaux - Vervenne  4. Statenvertaling   5. Willibrordvertaling   6. Nieuwe Vertaling   7. Naardense vertaling , zie
8. Bible de Jérusalem 9. Statenvertaling   10. King James Bible  - King James Bible 11. Luther-Bibel   liturgische lezing        

WEDERKERIGHEID (DIVERSITEIT - VICE VERSA) . Meer info : Arseen De Kesel . Email: arseen.de.kesel@pandora.be .
websitenamen : http://users.telenet.be/arseen.de.kesel/ en http://www.interlevensbeschouwelijk.be/index.htm
- STARTPAGINA - AGENDA - BIJ DE HAND - NIEUW - OVERZICHT -  TIJDSCHRIFTEN -
ALFABETISCH OVERZICHT VAN THEMA'S EN WEBSITES :
- A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z
HOOFDTHEMA'S : allochtonen , armoede , bahá'í ,  bezinningsteksten , bijbel , bijbel en koran , boeddhisme , christendom , extreemrechts ( Vlaams Blok ) , fundamentalisme , globalisering en antiglobalisering ,  hindoeïsme , interlevensbeschouwelijke dialoog , interreligieuze meditatie , islam , jodendom , koran , levensbeschouwing , levensbeschouwing / godsdienst en onderwijs , racisme , samenleving , sikhisme , spiritualiteit , tewerkstelling van allochtonen , vluchtelingen en asielzoekers , vrijzinnigheid , witte scholen , multiculturele scholen en concentratiescholen , Eigen-zinnige beschouwingen , Het kleine of grote ongenoegen

Woordenschat
Bibliografie
Literatuur
Liturgisch gebruik

Overzicht van de bijbelboeken - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -
- OT : Gn (Genesis) , Ex (Exodus) , Lv (Leviticus) , Nu (Numeri) , Dt (Deuteronomium) , Joz (Jozua) , Re (Rechters) , Rt (Ruth) , 1 S (1 Samuël) , 2 S (2 Samuël) , 1 K (1 Koningen) , 2 K (2 Koningen) , 1 Kr ( 1 Kronieken) , 2 Kr (2 Kronieken) , Ezr (Ezra) , Neh (Nehemia) , Tob (Tobia) , Jdt (Judith) , Est (Esther) , 1 Mak (1 Makkabeeën) , 2 Mak (2 Makkabeeën) , Job , Ps (Psalmen ) , Spr (Spreuken) , Pr (Prediker) , Hl (Hooglied) , W (Wijsheid) , Sir (Sirach) , Js (Jesaja) , Jr (Jeremia) , Kl (Klaagliederen) , Bar (Baruch) , Ez (Ezechiël) , Da (Daniël) , Hos (Hosea) , Jl (Joël) , Am (Amos) , Ob (Obadja) , Jon (Jona) , Mi (Micha) , Nah (Nahum) , Hab (Habakuk) , Sef (Sefanja) , Hag (Haggai) , Zach (Zacharia) , Mal (Maleachi) .
- NT : Mt (Matteüs) - Mc (Marcus) - Lc (Lucas) - Joh (Johannes) - Hnd (Handelingen) , Rom (Rome) , 1 Kor (Korinte) , 2 Kor (Korinte) , Gal (Galatië) , Ef (Efese) , Fil (Filippi) , Kol (Kolosse) , 1 Tes (Tessalonika) , 2 Tes (Tessalonika) , 1 Tim (Timoteüs) , 2 Tim (Timoteüs) , Tit (Titus) , Film (Filemon) , Heb (Hebreeën) , Jak (Jakobus) , 1 Pe (Petrus) , 2 Pe (Petrus) , 1 Joh (Johannes) , 2 Joh (Johannes) , 2 Joh (Johannes) , Jud (Judas) , Apk (Apokalyps) .
Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken : - bibliografie bijbel - bibliografie van het Oude Testament - bibliografie Matteüsevangelie - bibliografie Marcusevangelie - bibliografie Lucasevangelie - bibliografie van het Johannesevangelie - bibliografie van het Nieuwe Testament (behalve evangeliën)
Joz 7,1 - Joz 7,1 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
1kai eplèmmelèsan oi uioi israèl plèmmeleian megalèn kai enosfisanto apo tou anathematos kai elaben achar uios charmi uiou zambri uiou zara ek tès fulès iouda apo tou anathematos kai ethumôthè orgè kurios tois uiois israèl       [1] Maar de Israëlieten eigenden zich toe wat aan de vernietiging* gewijd was. Achan, de zoon van Karmi, de zoon van Zabdi, de zoon van Zerach uit de stam Juda, nam iets van deze verboden goederen en daarom werd de heer toornig op de Israëlieten.      

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van Joz 7,1 .

4. ma`al (ontrouw, bedrog) . Taalgebruik in Tenakh : ma`al (ontrouw, bedrog) . Getalwaarde : mem = 13 ofd 40 , ajin = 16 of 70 , lamed = 12 of 30 ; totaal : 41 of 140 (2² X 5 X 7) . Structuur : 4 - 7 - 3 . Tenakh (13) : (1) Lv 5,15 . (2) Lv 5,21 . (3) Nu 5,6 . (4) Nu 5,27 . (5) Nu 31,16 . (6) Joz 7,1 . (7) Joz 22,20 . (8) 2 Kr 28,19 . (9) 2 Kr 36,14 . (10)Ez 14,13 . (11) Ez 15,8 . (12) Ezr 9,4 . (13) Ezr 10,6 .

18. wajjichar ( hij ontbrandde ) < wë + act. qal imperfectum 3de pers. mann. enk. OF (2) wëjichar (en dat ontbrandde) act. qal jussief 3de pers. mann. enk. van het werkwoord chârah ( branden, ontbranden ) . Taalgebruik in Tenakh : (chârâh ( branden, ontbranden) . Getalwaarde : chet = 8, resj = 20 of 200 , he = 5 ; totaal : 33 (3 X 11) OF 213 (3 X 71) . Structuur : 8 - 2 - 5 . In toorn ontbranden . vergrammen < gram , Gr. chromos (ge-grom) . Het woord duidde eerst een geluid aan , en uit een begrip 'grommen' ontstond dat van vertoornd . Toorn betekent een heftige gemoedsbeweging , vandaar evenzeer 'toorn' als 'hevig verdriet' . Gr. thumos . Ned. toorn . Gr. perilupos : zeer bedroefd . Tenakh (50) . Pentateuch (19) . Eerdere Profeten (18) . Latere Profeten (1) . 12 Kleine Profeten (1) . Geschriften (11) . Bijbel (50) . Gn (5) . Ex (3) . Nu (10) . Dt (1) . Joz (1) . Re (6) . 1 S (5) . 2 S (6) . 2 K (1) . Eerdere Profeten (18) : (1) Joz 7,1 . (2) Re 2,14 . (3) Re 2,20 . (4) Re 3,8 . (5) Re 9,30 . (6) Re 10,7 . (7) Re 14,19 . (8) 1 S 11,6 . (9) 1 S 15,11 . (10) 1 S 17,28 . (11) 1 S 18,8 . (12) 1 S 20,30 . (13) 2 S 3,8 . (14) 2 S 6,7 . (15) 2 S 6,8 . (16) 2 S 12,5 . (17) 2 S 13,21 . (18) 2 K 13,3 .

19. ´aph / ´âph (toorn, woede) . Taalgebruik in Tenakh : ´aph / ´âph (toorn, woede) . Getalwaarde : ajin 16 of 70 , pe = 17 of 80 ; totaal : 33 (3 X 11) OF 150 (2 X 3 X 5²) . Structuur : 7 - 8 . Gr. orgè (toorn) . Taalgebruik in het NT : orgè (toorn) . Taalgebruik in de LXX : orgè (toorn) . Lat. ira . Fr. colère . D. Zorn . E. anger . Een vorm van orgè (toorn) in de LXX (305) , in het NT (36) . Tenakh (166) . Pentateuch (33) . Eerdere Profeten (21) . Latere Profeten (34) . 12 Kleine Profeten (2) . Geschriften (76) . Joz (2) : (1) Joz 7,1 . (2) Joz 23,16 .

18. - 19. wajjichar ´aph (en toorn ontbrandde) . Tenakh (26) : (1) Gn 30,2 . (2) Ex 4,14 . (3) Ex 32,19 . (4) Nu 11,10 . (5) Nu 12,9 . (6) Nu 22,22 . (7) Nu 22,27 . (8) Nu 24,10 . (9) Nu 25,3 . (10) Nu 32,10 . (11) Nu 32,13 . (12) Dt 29,26 . (13) Joz 7,1 . (14) Re 2,14 . (15) Re 2,20 . (16) Re 3,8 . (17) Re 10,7 . (18) 1 S 17,28 . (19) 1 S 20,30 . (20) 2 S 6,7 . (21) 2 S 12,5 . (22) 2 K 13,3 . (23) 1 Kr 13,10 . (24) 2 Kr 25,15 . (25) Job 32,2 . (26) Ps 106,40 .

19. - 20. ´aph JHWH (toorn van JHWH) . Tenakh (40) . Pentateuch (13) . Ex (1) Ex 4,14 . Nu (10) : (1) Nu 11,10 . (2) Nu 12,9 . (3) Nu 25,3 . (4) Nu 25,4 . (5) Nu 32,10 . (6) Nu 32,13 . (7) Nu 32,14 . Dt (5) : (1) Dt 6,15 . (2 Dt 7,4 . (3) Dt 11,17 . (4 Dt 29,19 . (5) Dt 29,26 . Eerdere Profeten (10) . Joz (2) : (1) Joz 7,1 . (2) Joz 23,16 . Re (4) : (1) Re 2,14 . (2) Re 2,20 . (3) Re 3,8 . (4) Re 10,7 . 2 S (2) : (1) 2 S 6,7 . (2) 2 S 24,1 . 2 K (2) : (1) 2 K 13,3 . (2) 2 K 24,20 . Js (1) . Jr (7) . 12 kl. Prof. (2) : (1) Sef 2,2 . (2) Sef 2,3 .

18. - 20. wajjichar ´aph JHWH (en de toorn van JHWH ontbrandde) . Tenakh (17) : (1) Ex 4,14 . (2) Nu 11,10 . (3) Nu 12,9 . (4) Nu 25,3 . (5) Nu 32,10 . (6) Nu 32,13 . (7) Dt 29,26 . (8) Joz 7,1 . (9) Re 2,14 . (10) Re 2,20 . (11) Re 3,8 . (12) Re 10,7 . (13) 2 S 6,7 . (14) 2 K 13,3 . (15) 1 Kr 13,10 . (16) 2 Kr 25,15 . (17) Ps 106,40 .

Joz 7,2 - Joz 7,2 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
2kai apesteilen ièsous andras eis gai è estin kata baithèl legôn kataskepsasthe tèn gai kai anebèsan oi andres kai kateskepsanto tèn gai       [2] Nu stuurde Jozua vanuit Jericho enkele mannen naar Ai* bij Bet-Awen*, ten oosten van Betel, met de opdracht: 'Ga de streek verkennen.' De mannen trokken uit om Ai te verkennen.      

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van Joz 7,2 .

Joz 7,3 - Joz 7,3 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
3kai anestrepsan pros ièsoun kai eipan pros auton mè anabètô pas o laos all¢ ôs dischilioi è trischilioi andres anabètôsan kai ekpoliorkèsatôsan tèn polin mè anagagès ekei ton laon panta oligoi gar eisin       [3] En bij hun terugkeer berichtten zij aan Jozua: 'U hoeft niet met het hele leger uit te trekken; twee- of drieduizend man is genoeg om Ai te veroveren. Het is niet nodig dat het hele volk uitrukt: zo talrijk zijn ze niet.'      

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van Joz 7,3 .

2. - 3. ´èl jëhôsju`a (tot Jozua) . Tenakh (30) . Ex (1) Ex 17,9 . Joz (29) : (1) Joz 1,1 . (2) Joz 2,23 . (3) Joz 2,24 . (4) Joz 3,7 . (5) Joz 4,1 . (6) Joz 4,8 . (7) Joz 4,15 . (8) Joz 5,2 . (9) Joz 5,9 . (10) Joz 5,15 . (11) Joz 6,2 . (12) Joz 7,3 . (13) Joz 7,10 . (14) Joz 7,23 . (15) Joz 8,1 . (16) Joz 8,18 . (17) Joz 8,23 . (18) Joz 9,6 . (19) Joz 9,8 . (20) Joz 10,6 . (21) Joz 10,8 . (22) Joz 10,21 . (23) Joz 10,24 . (24) Joz 11,6 . (25) Joz 14,6 . (26) Joz 18,9 . (27) Joz 20,1 . (28) Joz 24,21 . (29) Joz 24,24 .

Joz 7,4 - Joz 7,4 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
4kai anebèsan ôsei trischilioi andres kai efugon apo prosôpou tôn andrôn gai       [4] Zij trokken er dus met drieduizend mannen heen, maar die gingen voor de mannen van Ai op de vlucht.      

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van Joz 7,4 .

Joz 7,5 - Joz 7,5 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
5kai apekteinan ap¢ autôn andres gai eis triakonta kai ex andras kai katediôxan autous apo tès pulès kai sunetripsan autous epi tou kataferous kai eptoèthè è kardia tou laou kai egeneto ôsper udôr       [5] De mannen van Ai doodden er ongeveer zesendertig; zij achtervolgden de Israëlieten van de stadspoort tot de steengroeven en zij versloegen hen op de helling. Het volk werd bang en moedeloos.      

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van Joz 7,5 .

18. qal imperf. 3de pers. enk. wajëhî (en hij was) van het werkw. hâjâh (zijn) . De getalwaarde van wajëhî (en hij zal zij / en hij was) is 31 . 31 is de getalwaarde van ´el (God) ; aleph = 1 , lamed = 12 of 30 . Totaal : 13 of 31 (elkaars spiegelbeeld) .Taalgebruik in Tenakh : hâjâh (zijn) . Getalwaarde : he = 5 , jod = 10 ; totaal : 20 (2² X 5) . Structuur : 5 - 1 - 5 . Gr. eimi (zijn) . Taalgebruik in de Septuaginta : eimi (zijn) . Taalgebruik in het NT : eimi (zijn) . Lat. esse . D. sein . Fr. être . Ned. zijn . E. to be . Tenach (784) . Pentateuch (181) . Eerdere Profeten (339) . Latere Profeten (116) . 12 Kleine Profeten (22) . Geschriften (126) . Joz (59) . Re (47) . 1 S (58) . 2 S (43) . 1 K (78) . 2 K (54) . Joz 7 (1) : Joz 7,5 . Bij het begin van een hoofdstuk in Joz : (1) Joz 1,1 . (2) Joz 4,1 . (3) Joz 5,1 . (4) Joz 9,1 . (5) Joz 10,1 . (6) Joz 11,1 . (7) Joz 15,1 .(8) Joz 17,1 . (9) Joz 23,1 .
ind. aor. 3de pers. enk. egeneto (het gebeurde) van het werkw. ginomai (worden, gebeuren) . Taalgebruik in het N.T. : ginomai (worden) . Gr. act. ind. imperf. 3de pers. enk. èn (hij / zij was) . Bijbel (1506) . O.T. (1120) . Pentateuch (329) .
Door wajëhî (en hij was / en het was) wordt het verhaal vervolgd . We zouden kunnen vertalen : vervolgens , en dan .

Joz 7,6 - Joz 7,6 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
6kai dierrèxen ièsous ta imatia autou kai epesen ièsous epi tèn gèn epi prosôpon enantion kuriou eôs esperas autos kai oi presbuteroi israèl kai epebalonto choun epi tas kefalas autôn       [6] Jozua scheurde zijn kleren en wierp zich samen met de oudsten van Israël voor de ark van de heer op de grond. Zij strooiden stof op hun hoofd en bleven tot de avond op de grond liggen.      

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van Joz 7,6 .

Joz 7,7 - Joz 7,7 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
7kai eipen ièsous deomai kurie ina ti diebibasen o pais sou ton laon touton ton iordanèn paradounai auton tô amorraiô apolesai èmas kai ei katemeinamen kai katôkisthèmen para ton iordanèn       [7] En Jozua bad: 'Ach, Heer god, U hebt ons toch niet over de Jordaan laten oversteken om uw volk uit te leveren aan de Amorieten en om ons te vernietigen? Hadden wij maar besloten om aan de overkant van de Jordaan te blijven!      

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van Joz 7,7 .

Joz 7,8 - Joz 7,8 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
8kai ti erô epei metebalen israèl auchena apenanti tou echthrou autou       [8] Ik bid U, Heer, wat moet ik zeggen, nu Israël voor zijn vijanden op de vlucht is geslagen?      

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van Joz 7,8 .

5. ´achäre(j) (achter, na) . Taalgebruik in Tenakh : ´achäre(j) (achter) . Getalwaarde : aleph = 1 , chet = 8 , resj = 20 of 200 , jod = 10 ; totaal : 39 (3 X 13) OF 219 (3 X 73) . Structuur : 1 - 8 - 2 - 1 . Tenakh (294) . Pentateuch (80) . Eerdere Profeten (134) . Latere Profeten (37) . 12 Kleine Profeten (5) . Geschriften (38) . Joz (18) : (1) Joz 1,1 . (2) Joz 2,7 . (3) Joz 6,9 . (4) Joz 6,13 . (5) Joz 7,8 . (6) Joz 8,16 . (7) Joz 8,17 . (8) Joz 9,16 . (9) Joz 10,19 . (10) Joz 10,26 . (11) Joz 14,8 . (12) Joz 14,9 . (13) Joz 14,14 . (14) Joz 23,1 . (15) Joz 24,6 . (16) Joz 24,20 . (17) Joz 24,29 . (18) Joz 24,31 .

5. - 6. ´achäre(j) ´äsjèr (achter wat) . Tenakh (8) : (1) Dt 24,4 . (2) Joz 7,8 . (3) Joz 9,16 . (4) Joz 23,1 . (5) Joz 24,20 . (6) Re 11,36 . (7) Re 19,23 . (8) 2 S 19,31 .

Joz 7,9 - Joz 7,9 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
9kai akousas o chananaios kai pantes oi katoikountes tèn gèn perikuklôsousin èmas kai ektripsousin èmas apo tès gès kai ti poièseis to onoma sou to mega       [9] Als de Kanaänieten en de andere bewoners van het land dit horen, zullen zij van alle kanten op ons af komen en onze naam wegvagen uit dit land. Wat doet U nu om uw naam hoog te houden?'      

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van Joz 7,9 .

Joz 7,10 - Joz 7,10 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
10kai eipen kurios pros ièsoun anastèthi ina ti touto su peptôkas epi prosôpon sou       [10] Toen sprak de heer tot Jozua: 'Sta op! Waarom ligt u daar op uw gezicht?      

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van Joz 7,10 .

1. - 2. wajjo´mèr JHWH (en JHWH zei) . Tenakh (204) . Joz (12) : (1) Joz 1,1 . (2) Joz 3,7 . (3) Joz 4,1 . (4) Joz 4,15 . (5) Joz 5,9 . (6) Joz 6,2 . (7) Joz 7,10 . (8) Joz 8,1 . (9) Joz 8,18 . (10) Joz 10,8 . (11) Joz 11,6 . (12) Joz 13,1 .

3. - 4. ´èl jëhôsju`a (tot Jozua) . Tenakh (30) . Ex (1) Ex 17,9 . Joz (29) : (1) Joz 1,1 . (2) Joz 2,23 . (3) Joz 2,24 . (4) Joz 3,7 . (5) Joz 4,1 . (6) Joz 4,8 . (7) Joz 4,15 . (8) Joz 5,2 . (9) Joz 5,9 . (10) Joz 5,15 . (11) Joz 6,2 . (12) Joz 7,3 . (13) Joz 7,10 . (14) Joz 7,23 . (15) Joz 8,1 . (16) Joz 8,18 . (17) Joz 8,23 . (18) Joz 9,6 . (19) Joz 9,8 . (20) Joz 10,6 . (21) Joz 10,8 . (22) Joz 10,21 . (23) Joz 10,24 . (24) Joz 11,6 . (25) Joz 14,6 . (26) Joz 18,9 . (27) Joz 20,1 . (28) Joz 24,21 . (29) Joz 24,24 .

1. - 4. wajjo´mèr JHWH (en JHWH zei) ´èl jëhôsju`a (tot Jozua) . Tenakh (11) : (1) Joz 1,1 . (2) Joz 3,7 . (3) Joz 4,1 . (4) Joz 4,15 . (5) Joz 5,9 . (6) Joz 6,2 . (7) Joz 7,10 . (8) Joz 8,1 . (9) Joz 8,18 . (10) Joz 10,8 . (11) Joz 11,6 .

Joz 7,11 - Joz 7,11 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
11èmartèken o laos kai parebè tèn diathèkèn èn diethemèn pros autous kai klepsantes apo tou anathematos enebalon eis ta skeuè autôn       [11] Israël heeft gezondigd. Het verbond dat Ik hun heb opgelegd, hebben zij geschonden. Zij hebben iets weggenomen van de goederen die aan de vernietiging zijn gewijd; zij hebben ervan gestolen en dat bij hun eigen bezit gelegd.      

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van Joz 7,11 .

Joz 7,12 - Joz 7,12 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12ou mè dunôntai oi uioi israèl upostènai kata prosôpon tôn echthrôn autôn auchena epistrepsousin enanti tôn echthrôn autôn oti egenèthèsan anathema ou prosthèsô eti einai meth¢ umôn ean mè exarète to anathema ex umôn autôn       [12] Nu kunnen ze voor hun vijanden geen standhouden en slaan ze voor hen op de vlucht, omdat ze aan de vernietiging gewijd zijn. Ik zal niet meer met u zijn als u niet vernietigt wat aan de vernietiging gewijd is.      

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van Joz 7,12 .

Joz 7,13 - Joz 7,13 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
13anastas agiason ton laon kai eipon agiasthènai eis aurion tade legei kurios o theos israèl to anathema en umin estin ou dunèsesthe antistènai apenanti tôn echthrôn umôn eôs an exarète to anathema ex umôn       [13] Sta op, heilig het volk en zeg hun: "Heilig u voor morgen, want zo spreekt de heer, de God van Israël: Er zijn verboden goederen bij u, Israël! U kunt niet standhouden tegen uw vijanden voordat u die hebt verwijderd.      

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van Joz 7,13 .

Joz 7,14 - Joz 7,14 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
14kai sunachthèsesthe pantes to prôi kata fulas kai estai è fulè èn an deixè kurios prosaxete kata dèmous kai ton dèmon on ean deixè kurios prosaxete kat¢ oikon kai ton oikon on ean deixè kurios prosaxete kat¢ andra       [14] Morgen moet u naar voren komen, stam na stam, en de stam die* de heer aanwijst moet naar voren komen, geslacht na geslacht; en het geslacht dat de heer aanwijst moet naar voren komen, familie na familie; en de familie die de heer aanwijst moet naar voren komen, man na man.      

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van Joz 7,14 .

Joz 7,15 - Joz 7,15 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
15kai os an endeichthè katakauthèsetai en puri kai panta osa estin autô oti parebè tèn diathèkèn kuriou kai epoièsen anomèma en israèl       [15] En de man die als schuldige wordt aangewezen zal met al zijn bezit worden verbrand, want hij heeft het verbond met de heer geschonden en een schanddaad in Israël begaan." '      

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van Joz 7,15 .

Joz 7,16 - Joz 7,16 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
16kai ôrthrisen ièsous kai prosègagen ton laon kata fulas kai enedeichthè è fulè iouda       [16] De volgende ochtend liet Jozua Israël stam na stam naar voren komen. En de stam Juda werd aangewezen.      

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van Joz 7,16 .

Joz 7,17 - Joz 7,17 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
17kai prosèchthè kata dèmous kai enedeichthè dèmos o zarai+ kai prosèchthè kata andra       [17] Toen liet hij de geslachten van Juda naar voren komen. En het geslacht Zerach werd aangewezen. Daarop liet hij het geslacht van Zerach man na man naar voren komen. En Zabdi werd aangewezen.      

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van Joz 7,17 .

Joz 7,18 - Joz 7,18 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
18kai enedeichthè achar uios zambri uiou zara       [18] Daarop liet hij de familie van Zabdi man na man naar voren komen. En Achan werd aangewezen, de zoon van Karmi, de zoon van Zabdi, de zoon van Zerach, uit de stam Juda.      

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van Joz 7,18 .

Joz 7,19 - Joz 7,19 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
19kai eipen ièsous tô achar dos doxan sèmeron tô kuriô theô israèl kai dos tèn exomologèsin kai anaggeilon moi ti epoièsas kai mè krupsès ap¢ emou       [19] Jozua zei tegen Achan: 'Mijn zoon, geef eer aan de heer, de God van Israël, en breng Hem hulde: vertel mij wat je gedaan hebt, zonder iets te verbergen.'      

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van Joz 7,19 .

Joz 7,20 - Joz 7,20 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
20kai apekrithè achar tô ièsoi kai eipen alèthôs èmarton enantion kuriou theou israèl outôs kai outôs epoièsa       [20] En Achan antwoordde: 'Het is waar, ik heb gezondigd tegen de heer, de God van Israël. Zo is het gegaan:      

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van Joz 7,20 .

Joz 7,21 - Joz 7,21 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
21eidon en tè pronomè psilèn poikilèn kalèn kai diakosia didrachma arguriou kai glôssan mian chrusèn pentèkonta didrachmôn kai enthumètheis autôn elabon kai idou auta egkekruptai en tè gè en tè skènè mou kai to argurion kekruptai upokatô autôn       [21] ik zag bij de buit een mantel uit Sinear, een mooi stuk, tweehonderd sikkel zilver en een gouden staaf van vijftig sikkel. Ik wilde ze graag hebben en ik nam ze mee. Ze zijn verstopt in de grond onder mijn tent, het zilver ligt onderop.'      

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van Joz 7,21 .

Joz 7,22 - Joz 7,22 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
22kai apesteilen ièsous aggelous kai edramon eis tèn skènèn eis tèn parembolèn kai tauta èn egkekrummena eis tèn skènèn kai to argurion upokatô autôn       [22] Op bevel van Jozua gingen enkele mannen onmiddellijk naar de tent; en inderdaad, het was daar verstopt en het zilver lag onderop.      

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van Joz 7,22 .

Joz 7,23 - Joz 7,23 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
23kai exènegkan auta ek tès skènès kai ènegkan pros ièsoun kai tous presbuterous israèl kai ethèkan auta enanti kuriou       [23] Zij haalden alles uit de tent, brachten het bij Jozua en bij alle Israëlieten, en legden het voor de heer neer.      

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van Joz 7,23 .

5. - 6. ´èl jëhôsju`a (tot Jozua) . Tenakh (30) . Ex (1) Ex 17,9 . Joz (29) : (1) Joz 1,1 . (2) Joz 2,23 . (3) Joz 2,24 . (4) Joz 3,7 . (5) Joz 4,1 . (6) Joz 4,8 . (7) Joz 4,15 . (8) Joz 5,2 . (9) Joz 5,9 . (10) Joz 5,15 . (11) Joz 6,2 . (12) Joz 7,3 . (13) Joz 7,10 . (14) Joz 7,23 . (15) Joz 8,1 . (16) Joz 8,18 . (17) Joz 8,23 . (18) Joz 9,6 . (19) Joz 9,8 . (20) Joz 10,6 . (21) Joz 10,8 . (22) Joz 10,21 . (23) Joz 10,24 . (24) Joz 11,6 . (25) Joz 14,6 . (26) Joz 18,9 . (27) Joz 20,1 . (28) Joz 24,21 . (29) Joz 24,24 .

Joz 7,24 - Joz 7,24 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
24kai elaben ièsous ton achar uion zara kai anègagen auton eis faragga achôr kai tous uious autou kai tas thugateras autou kai tous moschous autou kai ta upozugia autou kai panta ta probata autou kai tèn skènèn autou kai panta ta uparchonta autou kai pas o laos met¢ autou kai anègagen autous eis emekachôr       [24] Toen liet Jozua Achan, de zoon van Zerach, grijpen met het zilver, de mantel en de staaf goud, met zijn zonen en dochters, met zijn runderen, ezels en kleinvee, met zijn tent en al zijn bezittingen. Heel Israël was erbij. Zij voerden hen naar het Achordal.      

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van Joz 7,24 .

Joz 7,25 - Joz 7,25 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
25kai eipen ièsous tô achar ti ôlethreusas èmas exolethreusai se kurios katha kai sèmeron kai elithobolèsan auton lithois pas israèl       [25] En Jozua sprak: 'Omdat je ons in het ongeluk hebt gestort, stort de heer jou vandaag in het ongeluk!' En heel Israël stenigde hen; zij verbrandden hen en wierpen stenen naar hen.      

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van Joz 7,25 .

Joz 7,26 - Joz 7,26 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
26kai epestèsan autô sôron lithôn megan kai epausato kurios tou thumou tès orgès dia touto epônomasen auto emekachôr eôs tès èmeras tautès       [26] Daarna richtten zij boven hen een grote steenhoop op, die er vandaag nog ligt. Toen bedaarde de hevige toorn van de heer. Daarom heet die plaats nu nog het Achordal .      

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van Joz 7,26 .


SEPTUAGINTA

1kai eplèmmelèsan oi uioi israèl plèmmeleian megalèn kai enosfisanto apo tou anathematos kai elaben achar uios charmi uiou zambri uiou zara ek tès fulès iouda apo tou anathematos kai ethumôthè orgè kurios tois uiois israèl2kai apesteilen ièsous andras eis gai è estin kata baithèl legôn kataskepsasthe tèn gai kai anebèsan oi andres kai kateskepsanto tèn gai3kai anestrepsan pros ièsoun kai eipan pros auton mè anabètô pas o laos all¢ ôs dischilioi è trischilioi andres anabètôsan kai ekpoliorkèsatôsan tèn polin mè anagagès ekei ton laon panta oligoi gar eisin4kai anebèsan ôsei trischilioi andres kai efugon apo prosôpou tôn andrôn gai5kai apekteinan ap¢ autôn andres gai eis triakonta kai ex andras kai katediôxan autous apo tès pulès kai sunetripsan autous epi tou kataferous kai eptoèthè è kardia tou laou kai egeneto ôsper udôr6kai dierrèxen ièsous ta imatia autou kai epesen ièsous epi tèn gèn epi prosôpon enantion kuriou eôs esperas autos kai oi presbuteroi israèl kai epebalonto choun epi tas kefalas autôn7kai eipen ièsous deomai kurie ina ti diebibasen o pais sou ton laon touton ton iordanèn paradounai auton tô amorraiô apolesai èmas kai ei katemeinamen kai katôkisthèmen para ton iordanèn8kai ti erô epei metebalen israèl auchena apenanti tou echthrou autou9kai akousas o chananaios kai pantes oi katoikountes tèn gèn perikuklôsousin èmas kai ektripsousin èmas apo tès gès kai ti poièseis to onoma sou to mega10kai eipen kurios pros ièsoun anastèthi ina ti touto su peptôkas epi prosôpon sou11èmartèken o laos kai parebè tèn diathèkèn èn diethemèn pros autous kai klepsantes apo tou anathematos enebalon eis ta skeuè autôn12ou mè dunôntai oi uioi israèl upostènai kata prosôpon tôn echthrôn autôn auchena epistrepsousin enanti tôn echthrôn autôn oti egenèthèsan anathema ou prosthèsô eti einai meth¢ umôn ean mè exarète to anathema ex umôn autôn13anastas agiason ton laon kai eipon agiasthènai eis aurion tade legei kurios o theos israèl to anathema en umin estin ou dunèsesthe antistènai apenanti tôn echthrôn umôn eôs an exarète to anathema ex umôn14kai sunachthèsesthe pantes to prôi kata fulas kai estai è fulè èn an deixè kurios prosaxete kata dèmous kai ton dèmon on ean deixè kurios prosaxete kat¢ oikon kai ton oikon on ean deixè kurios prosaxete kat¢ andra15kai os an endeichthè katakauthèsetai en puri kai panta osa estin autô oti parebè tèn diathèkèn kuriou kai epoièsen anomèma en israèl16kai ôrthrisen ièsous kai prosègagen ton laon kata fulas kai enedeichthè è fulè iouda17kai prosèchthè kata dèmous kai enedeichthè dèmos o zarai+ kai prosèchthè kata andra18kai enedeichthè achar uios zambri uiou zara19kai eipen ièsous tô achar dos doxan sèmeron tô kuriô theô israèl kai dos tèn exomologèsin kai anaggeilon moi ti epoièsas kai mè krupsès ap¢ emou20kai apekrithè achar tô ièsoi kai eipen alèthôs èmarton enantion kuriou theou israèl outôs kai outôs epoièsa21eidon en tè pronomè psilèn poikilèn kalèn kai diakosia didrachma arguriou kai glôssan mian chrusèn pentèkonta didrachmôn kai enthumètheis autôn elabon kai idou auta egkekruptai en tè gè en tè skènè mou kai to argurion kekruptai upokatô autôn22kai apesteilen ièsous aggelous kai edramon eis tèn skènèn eis tèn parembolèn kai tauta èn egkekrummena eis tèn skènèn kai to argurion upokatô autôn23kai exènegkan auta ek tès skènès kai ènegkan pros ièsoun kai tous presbuterous israèl kai ethèkan auta enanti kuriou24kai elaben ièsous ton achar uion zara kai anègagen auton eis faragga achôr kai tous uious autou kai tas thugateras autou kai tous moschous autou kai ta upozugia autou kai panta ta probata autou kai tèn skènèn autou kai panta ta uparchonta autou kai pas o laos met¢ autou kai anègagen autous eis emekachôr25kai eipen ièsous tô achar ti ôlethreusas èmas exolethreusai se kurios katha kai sèmeron kai elithobolèsan auton lithois pas israèl26kai epestèsan autô sôron lithôn megan kai epausato kurios tou thumou tès orgès dia touto epônomasen auto emekachôr eôs tès èmeras tautès


WILLIBRORDVERTALING

[1] Maar de Israëlieten eigenden zich toe wat aan de vernietiging* gewijd was. Achan, de zoon van Karmi, de zoon van Zabdi, de zoon van Zerach uit de stam Juda, nam iets van deze verboden goederen en daarom werd de heer toornig op de Israëlieten. [2] Nu stuurde Jozua vanuit Jericho enkele mannen naar Ai* bij Bet-Awen*, ten oosten van Betel, met de opdracht: 'Ga de streek verkennen.' De mannen trokken uit om Ai te verkennen. [3] En bij hun terugkeer berichtten zij aan Jozua: 'U hoeft niet met het hele leger uit te trekken; twee- of drieduizend man is genoeg om Ai te veroveren. Het is niet nodig dat het hele volk uitrukt: zo talrijk zijn ze niet.' [4] Zij trokken er dus met drieduizend mannen heen, maar die gingen voor de mannen van Ai op de vlucht. [5] De mannen van Ai doodden er ongeveer zesendertig; zij achtervolgden de Israëlieten van de stadspoort tot de steengroeven en zij versloegen hen op de helling. Het volk werd bang en moedeloos. [6] Jozua scheurde zijn kleren en wierp zich samen met de oudsten van Israël voor de ark van de heer op de grond. Zij strooiden stof op hun hoofd en bleven tot de avond op de grond liggen. [7] En Jozua bad: 'Ach, Heer god, U hebt ons toch niet over de Jordaan laten oversteken om uw volk uit te leveren aan de Amorieten en om ons te vernietigen? Hadden wij maar besloten om aan de overkant van de Jordaan te blijven! [8] Ik bid U, Heer, wat moet ik zeggen, nu Israël voor zijn vijanden op de vlucht is geslagen? [9] Als de Kanaänieten en de andere bewoners van het land dit horen, zullen zij van alle kanten op ons af komen en onze naam wegvagen uit dit land. Wat doet U nu om uw naam hoog te houden?' [10] Toen sprak de heer tot Jozua: 'Sta op! Waarom ligt u daar op uw gezicht? [11] Israël heeft gezondigd. Het verbond dat Ik hun heb opgelegd, hebben zij geschonden. Zij hebben iets weggenomen van de goederen die aan de vernietiging zijn gewijd; zij hebben ervan gestolen en dat bij hun eigen bezit gelegd. [12] Nu kunnen ze voor hun vijanden geen standhouden en slaan ze voor hen op de vlucht, omdat ze aan de vernietiging gewijd zijn. Ik zal niet meer met u zijn als u niet vernietigt wat aan de vernietiging gewijd is. [13] Sta op, heilig het volk en zeg hun: "Heilig u voor morgen, want zo spreekt de heer, de God van Israël: Er zijn verboden goederen bij u, Israël! U kunt niet standhouden tegen uw vijanden voordat u die hebt verwijderd. [14] Morgen moet u naar voren komen, stam na stam, en de stam die* de heer aanwijst moet naar voren komen, geslacht na geslacht; en het geslacht dat de heer aanwijst moet naar voren komen, familie na familie; en de familie die de heer aanwijst moet naar voren komen, man na man. [15] En de man die als schuldige wordt aangewezen zal met al zijn bezit worden verbrand, want hij heeft het verbond met de heer geschonden en een schanddaad in Israël begaan." ' [16] De volgende ochtend liet Jozua Israël stam na stam naar voren komen. En de stam Juda werd aangewezen. [17] Toen liet hij de geslachten van Juda naar voren komen. En het geslacht Zerach werd aangewezen. Daarop liet hij het geslacht van Zerach man na man naar voren komen. En Zabdi werd aangewezen. [18] Daarop liet hij de familie van Zabdi man na man naar voren komen. En Achan werd aangewezen, de zoon van Karmi, de zoon van Zabdi, de zoon van Zerach, uit de stam Juda. [19] Jozua zei tegen Achan: 'Mijn zoon, geef eer aan de heer, de God van Israël, en breng Hem hulde: vertel mij wat je gedaan hebt, zonder iets te verbergen.' [20] En Achan antwoordde: 'Het is waar, ik heb gezondigd tegen de heer, de God van Israël. Zo is het gegaan: [21] ik zag bij de buit een mantel uit Sinear, een mooi stuk, tweehonderd sikkel zilver en een gouden staaf van vijftig sikkel. Ik wilde ze graag hebben en ik nam ze mee. Ze zijn verstopt in de grond onder mijn tent, het zilver ligt onderop.' [22] Op bevel van Jozua gingen enkele mannen onmiddellijk naar de tent; en inderdaad, het was daar verstopt en het zilver lag onderop. [23] Zij haalden alles uit de tent, brachten het bij Jozua en bij alle Israëlieten, en legden het voor de heer neer. [24] Toen liet Jozua Achan, de zoon van Zerach, grijpen met het zilver, de mantel en de staaf goud, met zijn zonen en dochters, met zijn runderen, ezels en kleinvee, met zijn tent en al zijn bezittingen. Heel Israël was erbij. Zij voerden hen naar het Achordal. [25] En Jozua sprak: 'Omdat je ons in het ongeluk hebt gestort, stort de heer jou vandaag in het ongeluk!' En heel Israël stenigde hen; zij verbrandden hen en wierpen stenen naar hen. [26] Daarna richtten zij boven hen een grote steenhoop op, die er vandaag nog ligt. Toen bedaarde de hevige toorn van de heer. Daarom heet die plaats nu nog het Achordal .