Overzicht van Tenach : Tenach
: overzicht , Tenach
: taalgebruik - A
- B
- C
- D
- E
- F
- G
- H
- I
- J
- K
- L
- M
- N
- O
- P
- Q
- R
- S
- T
- U
- V
- W
- X
-Y
- Z -
, Tenach
: commentaar ,
Overzicht van Septuaginta : Septuaginta
: overzicht , Septuaginta
: taalgebruik - A
- B
- C
- D
- E
- F
- G
- H
- I
- J
- K
- L
- M
- N
- O
- P
- Q
- R
- S
- T
- U
- V
- W
- X
-Y
- Z
- , Septuaginta
: commentaar ,
- Jr : overzicht , Jr : taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Jr : commentaar
Jr 1,1-3 - Jr
1,1-3 : Opschrift
- bijbeloverzicht
-- taalgebruik
-- Jr (Jeremia)
-- Jr 1 -- Jr
1,1 - Jr
1,2 - Jr
1,3 -
Jr 1,1 - Jr 1,1 -- Jr 1,1-3 : Opschrift - bijbeloverzicht -- Jr (Jeremia) -- taalgebruik -- Jr 1 -- Jr 1,1 - Jr 1,2 - Jr 1,3 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [1] The words of Jeremiah the son of Hilkiah, of the priests
that were in Anathoth in the land of Benjamin:
Luther-Bibel . 1 Dies sind die Worte Jeremias, des Sohnes Hilkijas, aus dem
Priestergeschlecht zu Anatot im Lande Benjamin.
Tekstuitleg van Jr 1,1 .
Jr 1,2 - Jr 1,2 -- Jr 1,1-3 : Opschrift - bijbeloverzicht -- Jr (Jeremia) -- taalgebruik -- Jr 1 -- Jr 1,1 - Jr 1,2 - Jr 1,3 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [2] To whom the word of the LORD came in the days of Josiah
the son of Amon king of Judah, in the thirteenth year of his reign.
Luther-Bibel . 2 Zu ihm geschah das Wort des HERRN zur Zeit Josias, des Sohnes
Amons, des Königs von Juda, im dreizehnten Jahr seiner Herrschaft
Tekstuitleg van Jr 1,2
2-4. hâjâh dëbhar IHWH (was het woord van JHWH) . Verwijzing : dâbhar (spreken) , zie Nu 27,15 .
Jr 1,3 - Jr 1,3 -- Jr 1,1-3 : Opschrift - bijbeloverzicht -- Jr (Jeremia) -- taalgebruik -- Jr 1 -- Jr 1,1 - Jr 1,2 - Jr 1,3 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [3] It came also in the days of Jehoiakim the son of Josiah
king of Judah, unto the end of the eleventh year of Zedekiah the son of Josiah
king of Judah, unto the carrying away of Jerusalem captive in the fifth month.
Luther-Bibel . 3 und hernach zur Zeit Jojakims, des Sohnes Josias, des Königs
von Juda, bis ans Ende des elften Jahres Zedekias, des Sohnes Josias, des Königs
von Juda, bis Jerusalem weggeführt wurde im fünften Monat.
Tekstuitleg van Jr 1,3 .
1. - 2. wajëhî bîme(j) (en het was in de dagen van) . Tenach (5)
: (1) Gn 14,1 . (2) Rt 1,1 . (3) Est
1,1 . (4) Js
7,1 . (5) Jr
1,3 .
1. - 2. 6. - 7. wajëhî bîme(j) ... mèlèkh jëhûdâh (en het was in de dagen van ... koning van Juda) . Tenach (2)
: (1) Js
7,1 . (2) Jr
1,3 .
Jr 1,4-19 - Jr 1,4-19 : De roeping van Jeremia - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Jr (Jeremia) -- Jr 1 -- Jr 1,4 - Jr 1,5 - Jr 1,6 - Jr 1,7 - Jr 1,8 - Jr 1,9 - Jr 1,10 - Jr 1,11 - Jr 1,12 - Jr 1,13 - Jr 1,14 - Jr 1,15 - Jr 1,16 - Jr 1,17 - Jr 1,18 - Jr 1,19 -
Lezing van de 4de
(vierde) zondag door het c-jaar : Jr 1,4-5.17-19
. Verwijzing : Jr
1,4-5.17-19 .
In die dagen kwam het woord van de Heer tot mij: voordat Ik u in de moederschoot
vormde, kende Ik u; voordat ge geboren werdt, heb Ik u Mij voorbehouden, tot
profeet voor de volken heb Ik u bestemd. Omgord dan uw lenden; sta op en zeg
tot het volk alles wat Ik u opdraag. Laat u door hen niet afschrikken anders
jaag Ik u voor hun ogen de schrik op het lijf. Ikzelf maak u heden tot een versterkte
stad, een ijzeren zuil, een koperen muur tegenover het hele land, voor de koningen
en edelen van Juda, de priesters en de burgers van het land. Zij zullen u bestrijden,
maar niets tegen u vermogen. Want Ik ben bij u om u te redden. Zo spreekt de
Heer.
Jr 1,4 - Jr 1,4 -- Jr 1,4-19 : De roeping van Jeremia - bijbeloverzicht -- Jr (Jeremia) -- taalgebruik -- Jr 1 -- Jr 1,4 - Jr 1,5 - Jr 1,6 - Jr 1,7 - Jr 1,8 - Jr 1,9 - Jr 1,10 - Jr 1,11 - Jr 1,12 - Jr 1,13 - Jr 1,14 - Jr 1,15 - Jr 1,16 - Jr 1,17 - Jr 1,18 - Jr 1,19 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . Then the word of the LORD came unto me, saying,
Luther-Bibel . 4 Und des HERRN Wort geschah zu mir:
- 4de
(vierde) zondag door het c-jaar . In die dagen kwam het woord van de Heer
tot mij:
Tekstuitleg van Jr 1,4 . Dit vers Jr 1,4 telt 5 woorden en 18 (2 X 3 X 3) letters . De getalwaarde van Jr 1,4 is 575 (5 X 5 X 23) . Jr 1,4 is een inleidingsformule op wat JHWH in Jr 1,5 zal zeggen .
1.2.3. wajëhî dëbhar JHWH komt in 63 verzen in de bijbel voor
. Verwijzing : dâbhar
(spreken) , zie Nu
27,15 . Het leidt hier het roepingsverhaal van Jeremia in . Bij een roepingsverhaal
richt God of een engel van God of de Geest zich tot een persoon .
In Tenach vormen de boeken van de Torah de basis voor de boeken van de profeten
en de geschriften . De roeping van Jeremia roept de roeping van Mozes op .
- wajj´omèr (en hij zei) . Qal actief imperfectum derde persoon
mannelijk enkelvoud . In 1879 verzen in de bijbel . In 594 verzen in de Pentateuch
. In 315 verzen in Gn . In tien verzen in Gn
1 . In vier verzen in Gn
12 (zie Gn
12,1) . In acht verzen in Gn
22 . In 150 verzen in Ex
(zie Ex 3,7)
. In veertien verzen in Ex
32 , zie Ex
32,2 .
--- wajj´omèr ´èlohîm (en God zei) . In zevenentwintig
verzen in de bijbel . In eenentwintig verzen in Gn . In tien verzen in Gn
1 .
--- wajj´omèr JHWH (en JHWH zei) komt in 204 verzen in de bijbel
voor . In achttien verzen in Gn (zie Gn
12,1) .
--- -- wajj´omèr JHWH ´èl mosjèh (en JHWH zei
tot Mozes) . Verwijzing : ´âmar
(zeggen) , zie Jr
1,4 . In zesenzestig verzen in de bijbel . In tweeënveertig (6 X 7)
verzen in Ex
(Exodus) . In drie verzen in Ex
4 : (1) Ex
4,4 . (2) Ex
4,19 . (3) Ex
4,21 .In twee verzen in Ex
16 : (1) Ex
16,4 . (2) Ex
16,28 . In één vers in Ex
24 : Ex
24,12 . In twee verzen in Ex
32 : In negentien verzen in Nu
(Numeri) : (1) Nu
3,40 . (2) Nu 7,4 . (3) Nu 7,11 . (4) Nu
11,16 . (5) Nu
11,23 . (6) Nu 12,14 . (7) Nu
14,11 . (8) Nu 15,35 . (9) Nu 15,37 . (10) Nu
17,25 . (11) Nu
20,12 . (12) Nu
20,23 . (13) Nu
21,8 . (14) Nu
21,34 . (15) Nu
25,4 . (16) Nu 26,1 . (17) Nu
27,6 . (18) Nu
27,12 . (19) Nu
27,18 .
--- --
--- wajj´omèr ´abhërâm (en Abram zei) . In vijf
verzen in de bijbel : (1) Gn
13,8 . (2) Gn 14,22 . (3) Gn
15,2 . (4) Gn
15,3 . (6) Gn 16,6 .
--- wajj´omèr Mosjèh (en Mozes zei) . Verwijzing : ´âmar
(zeggen) , zie Jr
1,4 . In zesenvijftig (7 X 8) verzen in de bijbel . In vijfendertig (5 X
7) verzen in Ex
(Exodus) . In drie verzen in Ex
32 , zie Ex
32,21 : (1) Ex
32,21 . (2) Ex
32,29 . (3) Ex
32,30 .
--- wajj´omèr Jôseph (en Jozef zei) : zie Gn
50,24 .
--- ´âmar (zeggen) . Verwijzing
: ´âmar
(zeggen) , zie Jr
1,4 . ´âmar (zeggen) . Het komt in 790 verzen in de bijbel voor
. In dertig verzen in Ex
(Exodus) . In 168 verzen in Jeremia .
--- ´âmar JHWH (JHWH zegt) . In 376 verzen in de bijbel .
--- koh ´âmar JHWH (zo spreekt JHWH) . In 247 verzen in de bijbel
. In tien verzen in Ex . In tien verzen in 1 K . In zestien verzen in 2 K .In
zeven verzen van Jr
31 .
Jr 1,5 - Jr 1,5 -- Jr 1,4-19 : De roeping van Jeremia - bijbeloverzicht -- Jr (Jeremia) -- taalgebruik -- Jr 1 -- Jr 1,4 - Jr 1,5 - Jr 1,6 - Jr 1,7 - Jr 1,8 - Jr 1,9 - Jr 1,10 - Jr 1,11 - Jr 1,12 - Jr 1,13 - Jr 1,14 - Jr 1,15 - Jr 1,16 - Jr 1,17 - Jr 1,18 - Jr 1,19 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . Before I formed thee in the belly I knew thee; and before
thou camest forth out of the womb I sanctified thee, and I ordained thee a prophet
unto the nations.
Luther-Bibel . 5 Ich kannte dich, ehe ich dich im Mutterleibe bereitete, und
sonderte dich aus, ehe du von der Mutter geboren wurdest, und bestellte dich
zum Propheten für die Völker.
- 4de
(vierde) zondag door het c-jaar . voordat Ik u in de moederschoot vormde,
kende Ik u; voordat ge geboren werdt, heb Ik u Mij voorbehouden, tot profeet
voor de volken heb Ik u bestemd.
Tekstanalyse van Jr 1,5 . Dit vers Jr 1,5 telt 11 woorden en 52 (2 X 2 X 13) letters . De getalwaarde van Jr 1,5 is 4052 (2 X 2 X 1013) . In Jr 1,5 is JHWH aan het woord en roept hij Jeremia om profeet voor de volkeren te zijn .
1. bëtèrèm (vooraleer)
. Verwijzing : bëtèrèm
(vooraleer) , zie Jr
1,5 . In tweeëndertig verzen in de bijbel . ûbëtèrem
(en vooraleer) : (1) Gn
27,4 . (2) Gn
27,33 . (3) Gn 41,50 . (4) Gn 45,28 = Gn
27,33 . (5) Ex 1,19 . (6) Lv 14,36 . (7) Dt 31,21 . (13) Js
7,16 . (20) Jr
1,5 . (26) Ps
39,14 . (27) Ps 58,10 . (28) Ps 90,2 . = (29) Spr 8,25 . (30) Spr 18,13
. (31) Spr 30,7 . (32) Job 10,21 .
Jeremia wordt gesitueerd in de periode rond de Babylonische ballingschap (-
586) . Het is nog niet de periode van de wijsheidsliteratuur , waarin de visie
van de voorafbestaande Wijsheid (Spr 8) wordt ontwikkeld . Jeremia stamt uit
een priesterfamilie . Het priesterschap wordt van geslacht tot geslacht doorgegeven
. Reeds vóór de geboorte van Jeremia staat vast dat hij priester
zal zijn . In die zin zouden de woorden van Jr
1,5 kunnen begrepen worden .
2. jâtsar (vormen) , formeren . Verwijzing
: jâtsar
(vormen) , zie Jr
1,5 . j ts r : in zestien verzen in de bijbel .
--- 'ètstsâwërëkhâ (ik vormde jou) : aleph
van de eerste persoon enkelvoud imperfectum . Suffix -khâ (u) . Qal
imperfectum derde persoon enkelvoud . In deze vorm slechts in Jr
1,5 .
- bârâ´ (scheppen)
. Verwijzing : bârâ´
(scheppen) , zie Jr
1,5 . b r ` : in zeventien verzen in de bijbel . Getalwaarde : beth =
2 , resj = 20 of 200 , aleph = 1 ; totaal : 23 of 203 . Structuur : 2 - 20
of 200 - 1 ; 2 - 2 -1 . In zeventien verzen in de bijbel . (1) Gn
1,1 . (2) Gn
1,27 . (3) Gn
2,3 . (4) Gn
5,1 . (5) Dt
4,32 . (6) 2 K 12,17 . (7) Js
40,26 . (8) Jr
31,22 . (9) Ez 21,24 . (10) Ps
51,12 . (11) In zeven verzen in Da .
- `âshâh (maken) . Verwijzing
: `âshâh
(maken) , zie Jr
1,5 . In 503 verzen in de bijbel .
--- ´äsjèr ja`äshèh (die zal doen) . In drieëntwintig
verzen in de bijbel .
--- ma`ashê . Meervoud status constructus . In elf verzen in de bijbel
: (1) . (2) Ps
8,4 . (3) Ps
45,2 . (4) Ps
107,24 . (5) Ps
111,2 . (6) Ps
111,7 . (7) Ps
118,17 . (8) Ps
138,8 .
--- wë´è`èshëkhâ (en ik zal je maken)
. Hapax .
- ´abh (vader) . Getalwaarde : aleph = 1 , beth = 2 ; totaal : 3 . Van
eenheid naar veelheid (tweeheid) . In dertig verzen in de bijbel . Grieks
: pa-tèr . Latijn : pa-ter . Nederlands : va - der .
- ´am (moeder) . Getalwaarde : aleph = 1 , mem = 13 of 40 ; totaal :
14 of 41 (elkaars spiegelbeeld) . Structuur : 1 - 4 . ´m : in 760 verzen
in de bijbel .
- ben (zoon) . In 1225 verzen in de bijbel . Getalwaarde : beth = 2 , nun
= 14 of 50 ; totaal : 16 of 52 .
- bath (dochter) . In 193 verzen in de bijbel . Getalwaarde ; beth = 2 , taw
= 22 of 400 ; totaal : 24 of 402 . Structuur : 2 - 400 of 2 - 4 .
3. babètèn (in de moederschoot) . Voorzetsel bë en zelfstandig
naamwoord bètèn (moederschoot) .
- bâtèn (moederschoot)
. Verwijzing : bhâtèn
(moederschoot) , zie Jr
1,5 . In acht verzen in de bijbel . In vijf verzen in de bijbel .
--- mibètèn (vanaf de moederschoot) . In zestien verzen in de
bijbel .
- nâzar (zich afzonderen,
onthouden, wijden) . Verwijzing : nâzar
(zich afzonderen, onthouden, wijden) , zie Jr
1,5 . n z r : In zeven verzen in de bijbel . nezèr (kroon, krans,
diadeem, wijding) .
--- nâzîr (Nazireeër, gewijde) . Status constructus nëzîr
. n z î r : In zes verzen in de bijbel : (1) Gn
49,26 . (2) Nu
6,2 (Nu 6,1-21 over het nzireaat) . (3) Dt
33,16 . (4) Re 13,5 . (5) Re 13,7 . (6) Re 16,17 .
- nazaraios (Nazireër, gewijde) . Re 16,17 . nazaraion . Accusatief enkelvoud
. In twee verzen in de bijbel : (1) Re 13,5 . (1) Re 13,7 .
4. jëd`aëthikhâ (ik kende je) . Qal perfectum 1ste persoon
enkelvoud jed`aëthi en suffix -khâ (jou) . In 3 verzen in de bijbel
.
- jâd`a (kennen, weten) . Verwijzing
: jâd`a
(kennen, weten) , zie Jr
1,5 .
5. ûbëtèrem (en vooraleer), zie 1.
8. hiqdasjthîkhâ (ik heb je geheiligd) . Verwijzing : qâdasj
(gewijd, heilig zijn) , zie Jr
1,5 . Hifil perfectum eerste persoon enkelvoud + suffix persoonlijk voornaamwoord
tweede persoon enkelvoud . In deze vorm slechts in Jr
1,5 (LXX : hègiaka = ik heb geheiligd) . hiqdasjthî (ik heiligde)
. Zonder het suffix . In zes verzen in de bijbel : (1) Nu
3,13 (LXX : hègiasa = ik heiligde) . (2) Nu
8,17 (LXX : hègiasa = ik heiligde) . (3) Re 17,3 (LXX : hègiasa
= ik heiligde) . (4) 1 K 9,3 (LXX : hègiaka = ik heb geheiligd) . (5)
1 K 9,7 (LXX : hègiasa = ik heiligde) . (6) 2 Kr 7,20 (LXX : hègiasa
= ik heiligde) .
- qâdasj (gewijd, heilig zijn)
.
- wehithëqaddisjëthèm (en jullie waren geheiligd) . In twee
verzen in de bijbel : (1) Lv 11,44 . (2) Lv 20,7 .
- hagiazô (heiligen, toewijden) .
--- hègiasa (ik heiligde) . Qal imperfectum eerste persoon enkelvoud
. In vijf verzen in de bijbel , zie hierboven .
--- hègiaka (ik heb geheiligd) . Qal perfectum eerste persoon enkelvoud
. In drie verzen in de bijbel , zie hierboven + 2 Kr 7,16 (LXX : hègiaka
= ik heb geheiligd) .
- hagios (heilig, toegewijd) . In vierenzestig verzen in de bijbel . In drieënvijftig
verzen in het O.T. : (1) Lv 11,44 . (2) Lv 11,45 . (3) Lv 19,2 . (3) Lv 19,24
. (5) Lv 20,7 . (6) Lv 20,26 . In elf verzen in het N.T. .
heilig en profaan (pro : vóór en fanum : gewijde
plaats, tempel) zijn complementaire begrippen . Uit een geheel wordt iets /
iemand afgezonderd , geheiligd waardoor het ene 'heilig' is en het andere 'profaan'
. Er heeft een voorliefde , voorkeur plaats en er wordt gekozen . Heilig staat
in dienst van God , is gewijd aan God . Een schematische voorstelling
kan bekomen worden door te antwoorden op de vragen : waar (plaats) - wanneer
(tijd) - wat (voorwerpen) - wie (personen - collectiviteit) .
- waar (plaatsen) : land Israël (het heilig land) ; bijzondere plaats :
tempel .
- wanneer (tijd) : sjabbat - feestdagen .
- wat (voorwerpen) : voorwerpen in de eredienst ; voorwerpen die wijzen op het
'gewijd zijn' .
- wie (personen - collectiviteit) : het volk Israël , priesters , koningen
, profeten .
9. nâbhî´ (profeet) . Verwijzing : profètès
(profeet) , zie Joh
1,21 . Jeremia wordt bestemd als profeet voor de volkeren . In Gn 17,5 is
Abraham bestemd als vader van vele volkeren . In Js
49,6 is Israël bestemd om licht voor de volkeren te zijn . De roeping
en de heiliging van een persoon (Abraham , Jeremia) of collectiviteit (het volk
Israël) is gericht op de 'profane' persoon of collectiviteit (volkeren)
: vader , licht , profeet . De particulariteit (deel) is gericht op de universaliteit
(geheel) . De roeping is religieus ; ze is gericht op het realiseren van verbondenheid
van de verschillende onderdelen in een geheel . Die religieuze verbondenheid
wordt gerealiseerd in het geloof in de ene God , JHWH .
Dé profeet is Mozes . Geen enkel profeet kan met hem vergeleken worden
. Deze uniciteit wordt hem toegeschreven omdat hij God van aangezicht tot aangezicht
heeft gezien (Dt
34,10) . In Nu
11, 25 ontvangen de zeventig oudsten een deel van de geest van Mozes , maar
zij profeteerden slechts kortstondig en tijdelijk . In Nu 12 worden Mirjam en
Aäron gestraft omdat ze de uniciteit van Mozes in twijfel hebben getrokken
. Zo is Jezus uniek omdat hij is 'in de schoot van de Vader' .
11. nëthaththîkhâ (ik heb je gegeven , ik heb je gesteld) . Verwijzing : nathan (geven) , zie Ps 111,6 . Qal perfectum eerste persoon enkelvoud van het werkwoord nâthan (geven) + suffix persoonlijk voornaamwoord -khâ (jou) tweede persoon enkelvoud .
Jr 1,6 - Jr 1,6 -- Jr 1,4-19 : De roeping van Jeremia - bijbeloverzicht -- Jr (Jeremia) -- taalgebruik -- Jr 1 -- Jr 1,4 - Jr 1,5 - Jr 1,6 - Jr 1,7 - Jr 1,8 - Jr 1,9 - Jr 1,10 - Jr 1,11 - Jr 1,12 - Jr 1,13 - Jr 1,14 - Jr 1,15 - Jr 1,16 - Jr 1,17 - Jr 1,18 - Jr 1,19 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [6] Then said I, Ah, Lord GOD! behold, I cannot speak: for
I am a child.
Luther-Bibel . 6 Ich aber sprach: Ach, Herr HERR, ich tauge nicht zu predigen;
denn ich bin zu jung.
Tekstuitleg van Jr 1,6
Zoals het vaak gebeurt in roepingsverhalen , maakt de geroepene bezwaren . Hiermee wil de geroepene zijn eigen onmacht en de grootheid van God erkennen .
Jr 1,7 - Jr 1,7 -- Jr 1,4-19 : De roeping van Jeremia - bijbeloverzicht -- Jr (Jeremia) -- taalgebruik -- Jr 1 -- Jr 1,4 - Jr 1,5 - Jr 1,6 - Jr 1,7 - Jr 1,8 - Jr 1,9 - Jr 1,10 - Jr 1,11 - Jr 1,12 - Jr 1,13 - Jr 1,14 - Jr 1,15 - Jr 1,16 - Jr 1,17 - Jr 1,18 - Jr 1,19 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [7] But the LORD said unto me, Say not, I am a child: for
thou shalt go to all that I shall send thee, and whatsoever I command thee thou
shalt speak.
Luther-Bibel . 7 Der HERR sprach aber zu mir: Sage nicht: »Ich bin zu jung«,
sondern du sollst gehen, wohin ich dich sende, und predigen alles, was ich dir
gebiete.
Tekstuitleg van Jr 1,7 .
Jr 1,8 - Jr 1,8 -- Jr 1,4-19 : De roeping van Jeremia - bijbeloverzicht -- Jr (Jeremia) -- taalgebruik -- Jr 1 -- Jr 1,4 - Jr 1,5 - Jr 1,6 - Jr 1,7 - Jr 1,8 - Jr 1,9 - Jr 1,10 - Jr 1,11 - Jr 1,12 - Jr 1,13 - Jr 1,14 - Jr 1,15 - Jr 1,16 - Jr 1,17 - Jr 1,18 - Jr 1,19 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [8] Be not afraid of their faces: for I am with thee to
deliver thee, saith the LORD.
Luther-Bibel . 8 Fürchte dich nicht vor ihnen; denn ich bin bei dir und will
dich erretten, spricht der HERR.
Tekstuitleg van Jr 1,8 .
Jr 1,9 - Jr 1,9 -- Jr 1,4-19 : De roeping van Jeremia - bijbeloverzicht -- Jr (Jeremia) -- taalgebruik -- Jr 1 -- Jr 1,4 - Jr 1,5 - Jr 1,6 - Jr 1,7 - Jr 1,8 - Jr 1,9 - Jr 1,10 - Jr 1,11 - Jr 1,12 - Jr 1,13 - Jr 1,14 - Jr 1,15 - Jr 1,16 - Jr 1,17 - Jr 1,18 - Jr 1,19 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [9] Then the LORD put forth his hand, and touched my mouth.
And the LORD said unto me, Behold, I have put my words in thy mouth.
Luther-Bibel . 9 Und der HERR streckte seine Hand aus und rührte meinen Mund
an und sprach zu mir: Siehe, ich lege meine Worte in deinen Mund.
Tekstuitleg van Jr 1,9
11. 12. hinneh nâthaththî (zie, ik zal geven) . In vijf verzen in de bijbel : (1) Gn 1,29 . (2) Nu 18, 8 . (3) Re 1, 2 . (4) Jr 1,9 . (5) Ez 3, 8 . Verwijzing : nathan (geven) , zie Ps 111,6 . Verwijzing : didômi (geven) , zie Mt 28,18 .
Jr 1,10 - Jr 1,10 -- Jr 1,4-19 : De roeping van Jeremia - bijbeloverzicht -- Jr (Jeremia) -- taalgebruik -- Jr 1 -- Jr 1,4 - Jr 1,5 - Jr 1,6 - Jr 1,7 - Jr 1,8 - Jr 1,9 - Jr 1,10 - Jr 1,11 - Jr 1,12 - Jr 1,13 - Jr 1,14 - Jr 1,15 - Jr 1,16 - Jr 1,17 - Jr 1,18 - Jr 1,19 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [10] See, I have this day set thee over the nations and
over the kingdoms, to root out, and to pull down, and to destroy, and to throw
down, to build, and to plant.
Luther-Bibel . 10 Siehe, ich setze dich heute über Völker und Königreiche, dass
du ausreißen und einreißen, zerstören und verderben sollst und bauen und pflanzen.
Tekstuitleg van Jr 1,10 .
Jr 1,11 - Jr 1,11 -- Jr 1,4-19 : De roeping van Jeremia - bijbeloverzicht -- Jr (Jeremia) -- taalgebruik -- Jr 1 -- Jr 1,4 - Jr 1,5 - Jr 1,6 - Jr 1,7 - Jr 1,8 - Jr 1,9 - Jr 1,10 - Jr 1,11 - Jr 1,12 - Jr 1,13 - Jr 1,14 - Jr 1,15 - Jr 1,16 - Jr 1,17 - Jr 1,18 - Jr 1,19 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [11] Moreover the word of the LORD came unto me, saying,
Jeremiah, what seest thou? And I said, I see a rod of an almond tree.
Luther-Bibel . 11 Und es geschah des HERRN Wort zu mir: Jeremia, was siehst
du? Ich sprach: Ich sehe einen erwachenden Zweig.
Tekstuitleg van Jr 1,11 .
Jr 1,12 - Jr 1,12 -- Jr 1,4-19 : De roeping van Jeremia - bijbeloverzicht -- Jr (Jeremia) -- taalgebruik -- Jr 1 -- Jr 1,4 - Jr 1,5 - Jr 1,6 - Jr 1,7 - Jr 1,8 - Jr 1,9 - Jr 1,10 - Jr 1,11 - Jr 1,12 - Jr 1,13 - Jr 1,14 - Jr 1,15 - Jr 1,16 - Jr 1,17 - Jr 1,18 - Jr 1,19 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [12] Then said the LORD unto me, Thou hast well seen: for
I will hasten my word to perform it.
Luther-Bibel . 12 Und der HERR sprach zu mir: Du hast recht gesehen; denn ich
will wachen über meinem Wort, dass ich's tue.
Tekstuitleg van Jr 1,12 .
Jr 1,13 - Jr 1,13 -- Jr 1,4-19 : De roeping van Jeremia - bijbeloverzicht -- Jr (Jeremia) -- taalgebruik -- Jr 1 -- Jr 1,4 - Jr 1,5 - Jr 1,6 - Jr 1,7 - Jr 1,8 - Jr 1,9 - Jr 1,10 - Jr 1,11 - Jr 1,12 - Jr 1,13 - Jr 1,14 - Jr 1,15 - Jr 1,16 - Jr 1,17 - Jr 1,18 - Jr 1,19 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [13] And the word of the LORD came unto me the second time,
saying, What seest thou? And I said, I see a seething pot; and the face thereof
is toward the north.
Luther-Bibel . 13 Und es geschah des HERRN Wort zum zweiten Mal zu mir: Was
siehst du? Ich sprach: Ich sehe einen siedenden Kessel überkochen von Norden
her.
Tekstuitleg van Jr 1,13 .
Jr 1,14 - Jr 1,14 -- Jr 1,4-19 : De roeping van Jeremia - bijbeloverzicht -- Jr (Jeremia) -- taalgebruik -- Jr 1 -- Jr 1,4 - Jr 1,5 - Jr 1,6 - Jr 1,7 - Jr 1,8 - Jr 1,9 - Jr 1,10 - Jr 1,11 - Jr 1,12 - Jr 1,13 - Jr 1,14 - Jr 1,15 - Jr 1,16 - Jr 1,17 - Jr 1,18 - Jr 1,19 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [14] Then the LORD said unto me, Out of the north an evil
shall break forth upon all the inhabitants of the land.
Luther-Bibel . 14 Und der HERR sprach zu mir: Von Norden her wird das Unheil
losbrechen über alle, die im Lande wohnen.
Tekstuitleg van Jr 1,14 .
Jr 1,15 - Jr 1,15 -- Jr 1,4-19 : De roeping van Jeremia - bijbeloverzicht -- Jr (Jeremia) -- taalgebruik -- Jr 1 -- Jr 1,4 - Jr 1,5 - Jr 1,6 - Jr 1,7 - Jr 1,8 - Jr 1,9 - Jr 1,10 - Jr 1,11 - Jr 1,12 - Jr 1,13 - Jr 1,14 - Jr 1,15 - Jr 1,16 - Jr 1,17 - Jr 1,18 - Jr 1,19 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [15] For, lo, I will call all the families of the kingdoms
of the north, saith the LORD; and they shall come, and they shall set every
one his throne at the entering of the gates of Jerusalem, and against all the
walls thereof round about, and against all the cities of Judah.
Luther-Bibel . 15 Denn siehe, ich will rufen alle Völker der Königreiche des
Nordens, spricht der HERR, dass sie kommen sollen und ihre Throne setzen vor
die Tore Jerusalems und rings um die Mauern her und vor alle Städte Judas.
Tekstuitleg van Jr 1,15 .
Jr 1,16 - Jr 1,16 -- Jr 1,4-19 : De roeping van Jeremia - bijbeloverzicht -- Jr (Jeremia) -- taalgebruik -- Jr 1 -- Jr 1,4 - Jr 1,5 - Jr 1,6 - Jr 1,7 - Jr 1,8 - Jr 1,9 - Jr 1,10 - Jr 1,11 - Jr 1,12 - Jr 1,13 - Jr 1,14 - Jr 1,15 - Jr 1,16 - Jr 1,17 - Jr 1,18 - Jr 1,19 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [16] And I will utter my judgments against them touching
all their wickedness, who have forsaken me, and have burned incense unto other
gods, and worshipped the works of their own hands.
Luther-Bibel . 16 Und ich will mein Gericht über sie ergehen lassen um all ihrer
Bosheit willen, dass sie mich verlassen und andern Göttern opfern und ihrer
Hände Werk anbeten.
Tekstuitleg van Jr 1,16 .
Jr 1,17 - Jr 1,17 -- Jr 1,4-19 : De roeping van Jeremia - bijbeloverzicht -- Jr (Jeremia) -- taalgebruik -- Jr 1 -- Jr 1,4 - Jr 1,5 - Jr 1,6 - Jr 1,7 - Jr 1,8 - Jr 1,9 - Jr 1,10 - Jr 1,11 - Jr 1,12 - Jr 1,13 - Jr 1,14 - Jr 1,15 - Jr 1,16 - Jr 1,17 - Jr 1,18 - Jr 1,19 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [17] Thou therefore gird up thy loins, and arise, and speak
unto them all that I command thee: be not dismayed at their faces, lest I confound
thee before them.
Luther-Bibel . 17 So gürte nun deine Lenden und mache dich auf und predige ihnen
alles, was ich dir gebiete. Erschrick nicht vor ihnen, auf dass ich dich nicht
erschrecke vor ihnen!
- 4de
(vierde) zondag door het c-jaar . Omgord dan uw lenden; sta op en zeg tot
het volk alles wat Ik u opdraag. Laat u door hen niet afschrikken anders jaag
Ik u voor hun ogen de schrik op het lijf.
Tekstuitleg van Jr 1,17 .
Jr 1,18 - Jr 1,18 -- Jr 1,4-19 : De roeping van Jeremia - bijbeloverzicht -- Jr (Jeremia) -- taalgebruik -- Jr 1 -- Jr 1,4 - Jr 1,5 - Jr 1,6 - Jr 1,7 - Jr 1,8 - Jr 1,9 - Jr 1,10 - Jr 1,11 - Jr 1,12 - Jr 1,13 - Jr 1,14 - Jr 1,15 - Jr 1,16 - Jr 1,17 - Jr 1,18 - Jr 1,19 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [18] For, behold, I have made thee this day a defenced city,
and an iron pillar, and brasen walls against the whole land, against the kings
of Judah, against the princes thereof, against the priests thereof, and against
the people of the land.
Luther-Bibel . 18 Denn ich will dich heute zur festen Stadt, zur eisernen Säule,
zur ehernen Mauer machen im ganzen Lande wider die Könige Judas, wider seine
Großen, wider seine Priester, wider das Volk des Landes,
- 4de
(vierde) zondag door het c-jaar . Ikzelf maak u heden tot een versterkte
stad, een ijzeren zuil, een koperen muur tegenover het hele land, voor de koningen
en edelen van Juda, de priesters en de burgers van het land.
Tekstuitleg van Jr 1,18 .
Jr 1,19 - Jr 1,19 -- Jr 1,4-19 : De roeping van Jeremia - bijbeloverzicht -- Jr (Jeremia) -- taalgebruik -- Jr 1 -- Jr 1,4 - Jr 1,5 - Jr 1,6 - Jr 1,7 - Jr 1,8 - Jr 1,9 - Jr 1,10 - Jr 1,11 - Jr 1,12 - Jr 1,13 - Jr 1,14 - Jr 1,15 - Jr 1,16 - Jr 1,17 - Jr 1,18 - Jr 1,19 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [19] And they shall fight against thee; but they shall not
prevail against thee; for I am with thee, saith the LORD, to deliver thee.
Luther-Bibel . 19 dass, wenn sie auch wider dich streiten, sie dir dennoch nichts
anhaben können; denn ich bin bei dir, spricht der HERR, dass ich dich errette.
- 4de
(vierde) zondag door het c-jaar . Zij zullen u bestrijden, maar niets tegen
u vermogen. Want Ik ben bij u om u te redden. Zo spreekt de Heer.
Tekstuitleg van Jr 1,19 .