JEREMIA 17 - Jr
17 -
- taalgebruik
- Jr 17,5-8
-
- Bibliografie
- Literatuur
- Liturgisch
gebruik - Overzicht
bijbelboeken - Overzicht
van de bibliografie van de bijbelboeken - Overzicht
van deze website - ZOEKEN
-
Overzicht van het boek Jeremia : - Jr
1 - Jr 2
- Jr 3 - Jr
4 - Jr 5
- Jr 6 - Jr
7 - Jr 8
- Jr 9 - Jr
10 - Jr 11
- Jr 12
- Jr 13 - Jr
14 - Jr 15
- Jr 16
- Jr 17 - Jr
18 - Jr 19
- Jr 20
- Jr 21 - Jr
22 - Jr 23
- Jr 24
- Jr 25 - Jr
26 - Jr 27
- Jr 28
- Jr 29 - Jr
30 - Jr 31
- Jr 32
- Jr 33 - Jr
34 - Jr 35
- Jr 36
- Jr 37 - Jr
38 - Jr 39
- Jr 40
- Jr 41 - Jr
42 - Jr 43
- Jr 44
- Jr 45 - Jr
46 - Jr 47
- Jr 48
- Jr 49 - Jr
50 - Jr 51
- Jr 52 -
Tekstuitleg per perikope :
Tekstuitleg vers per vers : - Jr
17,1 - Jr
17,2 - Jr
17,3 - Jr
17,4 - Jr
17,5 - Jr
17,6 - Jr
17,7 - Jr
17,8 - Jr
17,9 - Jr
17,10 - Jr
17,11 - Jr
17,12 - Jr
17,13 - Jr
17,14 - Jr
17,15 - Jr
17,16 - Jr
17,17 - Jr
17,18 - Jr
17,19 - Jr
17,20 - Jr
17,21 - Jr
17,22 - Jr
17,23 - Jr
17,24 - Jr
17,25 - Jr
17,26 - Jr
17,27 -
Overzicht van Tenach : Tenach
: overzicht , Tenach
: taalgebruik - Tenach
A - Tenach
B - Tenach
C - Tenach
D - Tenach
E - Tenach
F - Tenach
G - Tenach
H - Tenach
I - Tenach
J - Tenach
K - Tenach
L - Tenach
M - Tenach
N - Tenach
O - Tenach
P - Tenach
Q - Tenach
R - Tenach
S - Tenach
T - Tenach
U - Tenach
V - Tenach
W - Tenach
X -Tenach
Y - Tenach
Z - Tenach
: commentaar ,
Overzicht van Septuaginta : Septuaginta
: overzicht , Septuaginta
: taalgebruik - Septuaginta
A - Septuaginta
B - Septuaginta
C - Septuaginta
D - Septuaginta
E - Septuaginta
F - Septuaginta
G - Septuaginta
H - Septuaginta
I - Septuaginta
J - Septuaginta
K - Septuaginta
L - Septuaginta
M - Septuaginta
N - Septuaginta
O - Septuaginta
P - Septuaginta
Q - Septuaginta
R - Septuaginta
S - Septuaginta
T - Septuaginta
U - Septuaginta
V - Septuaginta
W - Septuaginta
X -Septuaginta
Y - Septuaginta
Z - Septuaginta
: commentaar ,
WEDERKERIGHEID (DIVERSITEIT - VICE
VERSA) . Meer info : Arseen De Kesel . Email:
arseen.de.kesel@pandora.be
.
websitenamen : http://users.telenet.be/arseen.de.kesel/
en http://www.interlevensbeschouwelijk.be/index.htm
- STARTPAGINA - AGENDA - BIJ
DE HAND - NIEUW
- OVERZICHT
- TIJDSCHRIFTEN
-
ALFABETISCH OVERZICHT VAN THEMA'S EN WEBSITES :
- A - B
- C - D
- E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X
-Y - Z
HOOFDTHEMA'S :
allochtonen , armoede , bahá'í
, bezinningsteksten
, bijbel , bijbel en koran ,
boeddhisme ,
christendom ,
extreemrechts
(Vlaams Blok)
, fundamentalisme
, globalisering en antiglobalisering
, hindoeïsme
, interlevensbeschouwelijke
dialoog , interreligieuze
meditatie , islam , jodendom
, koran
, levensbeschouwing
, levensbeschouwing / godsdienst
en onderwijs , racisme , samenleving ,
sikhisme , spiritualiteit
, tewerkstelling
van allochtonen , vluchtelingen
en asielzoekers , vrijzinnigheid
, witte scholen , multiculturele
scholen en concentratiescholen , Eigen-zinnige
beschouwingen , Het
kleine of grote ongenoegen
|
Woordenschat
Bibliografie
Literatuur
Liturgisch gebruik
- Hnd
2,1-11 : Pinksteren
ABC .
- 4de
(vierde) paaszondag A .
Overzicht van de bijbelboeken
- bijbeloverzicht
, bijbelTaalgebruiken
- A
- B
- C
- D
- E
- F
- G
- H
- I
- J
- K
- L
- M
- N
- O
- P
- Q
- R
- S
- T
- U
- V
- W
- X
-Y
- Z -
, Oude Testament ,
Pentateuch
, Historische
boeken , Profeten
, Wijsheidsboeken
, NT : overzicht
, Evangelies
, Synoptici
, Brieven
- OT : Gn (Genesis)
, Ex (Exodus) ,
Lv (Leviticus) ,
Nu (Numeri) , Dt
(Deuteronomium) , Joz
(Jozua) , Re (Rechters)
, Rt (Ruth) , 1
S (1 Samuël) , 2
S (2 Samuël) , 1
K (1 Koningen) , 2
K (2 Koningen) , 1
Kr ( 1 Kronieken) , 2
Kr (2 Kronieken) , Ezr
(Ezra) , Neh (Nehemia)
, Tob (Tobia) ,
Jdt (Judith) ,
Est (Esther) ,
1 Mak (1 Makkabeeën)
, 2 Mak (2 Makkabeeën)
, Job , Ps
(Psalmen ) , Spr
(Spreuken) , Pr
(Prediker) , Hl
(Hooglied) , W (Wijsheid)
, Sir (Sirach)
, Js (Jesaja) ,
Jr (Jeremia) , Kl
(Klaagliederen) , Bar
(Baruch) , Ez (Ezechiël)
, Da (Daniël)
, Hos (Hosea) ,
Jl (Joël) ,
Am (Amos) , Ob
(Obadja) , Jon
(Jona) , Mi (Micha)
, Nah (Nahum) ,
Hab (Habakuk) ,
Sef (Sefanja) ,
Hag (Haggai) ,
Zach (Zacharia)
, Mal (Maleachi)
.
- NT : Mt (Matteüs)
- Mc (Marcus)
- Lc (Lucas) -
Joh (Johannes)
- Hnd (Handelingen)
, Rom (Rome) ,
1 Kor (Korinte)
, 2 Kor (Korinte)
, Gal (Galatië)
, Ef (Efese) , Fil
(Filippi) , Kol
(Kolosse) , 1 Tes
(Tessalonika) , 2
Tes (Tessalonika) , 1
Tim (Timoteüs) , 2
Tim (Timoteüs) , Tit
(Titus) , Film
(Filemon) , Heb
(Hebreeën) , Jak
(Jakobus) , 1 Pe
(Petrus) , 2 Pe
(Petrus) , 1 Joh
(Johannes) , 2 Joh
(Johannes) , 2 Joh
(Johannes) , Jud
(Judas) , Apk (Apokalyps)
.
Overzicht van de
bibliografie van de bijbelboeken : - bibliografie
bijbel -
bibliografie
van het Oude Testament - bibliografie
Matteüsevangelie - bibliografie
Marcusevangelie - bibliografie
Lucasevangelie - bibliografie
van het Johannesevangelie - bibliografie
van het Nieuwe Testament (behalve evangeliën)
Jr 17,1 - Jr
17,1 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
|
|
1 peccatum Iuda scriptum est stilo ferreo in ungue
adamantino exaratum super latitudinem cordis eorum et in cornibus
ararum eorum |
|
|
[1] De zonde van Juda staat met een ijzeren stift
geschreven, met een diamanten punt in de schrijftafel van hun hart
gegrift, op de hoorns* van hun altaren. |
[1] De zonde van de Judeeërs staat geschreven
met een ijzeren stift, met een diamanten punt staat ze gegrift in
hun hart en op de horens van hun altaren. |
1 ¶ De zonde van Juda is opgeschreven met een
stift van ijzer, met een punt van diamant,– ze staat gegrift
op de tafel van hun hart, en op de horens van uw altaren,– |
|
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
Jr 17,2 - Jr
17,2 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
|
|
2 cum recordati fuerint filii eorum ararum suarum
et lucorum lignorumque frondentium in montibus excelsis |
|
|
[2] Hun zonen denken alleen aan hun altaren en aan
hun heilige palen bij iedere groene boom, op alle hoge heuvels |
[2] Ook hun kinderen houden hun altaren en Asjerapalen
in ere, bij bladerrijke bomen en op hoge heuvels. |
2 zozeer gedenken hun zonen hun altaren en hun
asjera–palen bij groen geboomte,– en op hoge heuvels, |
|
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
Jr 17,3 - Jr
17,3 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
|
|
3 sacrificantes in agro fortitudinem tuam et omnes
thesauros tuos in direptionem dabo excelsa tua propter peccata in
universis finibus tuis |
|
|
[3] en op de bergen in de vlakte. Uw rijkdommen
en uw voorraden laat Ik plunderen: dat is de prijs voor uw zonden,
overal in het land. |
[3] Jullie die de stad verlaten en de bergen zoeken,
je rijkdom, schatten en offerhoogten laat ik plunderen, om de zonden
die jullie overal hebben begaan. |
3 de bergen op het veld; je vermogen, al je schatten
geef ik weg als buit,– je offerhoogten voor je zonde in heel
je gebied; |
|
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
Jr 17,4 - Jr
17,4 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
|
|
4 et relinqueris sola ab hereditate tua quam dedi
tibi et servire te faciam inimicis tuis in terra quam ignoras quoniam
ignem succendisti in furore meo usque in aeternum ardebit |
|
|
[4] Het gebied dat Ik u gegeven heb, moet u opgeven.
Ik maak u slaaf van uw vijand in een onbekend land, want de vlammen
van mijn toorn slaan uit en woeden tegen u.’ |
[4] Het land dat ik je schonk, zul je moeten verlaten,
ik maak je de slaaf van je vijanden in een onbekend land. Want mijn
toorn slaat uit* als een vuur en zal altijd blijven woeden. |
4 je zult je hand moeten losmaken van je erfdeel
dat ik je heb gegeven, ik zal je je vijanden laten dienen in het land
dat je niet kent; want er smeult een vuur in mijn neus dat tot in
eeuwigheid zal branden! •• |
|
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
Liturgische lezing van de 6de
(zesde) zondag door het jaar C : Jr 17,5-8 . Verwijzing
: Jr 17,5-8
:
Dit zegt de Heer: Vervloekt is hij die op mensen vertrouwt, die bouwt op een
schepsel en zich afkeert van de Heer. Hij is een kale struik in de steppe, nooit
ziet hij regen; hij staat in dorre woestijngrond, in een onvruchtbaar gebied,
waar niemand woont. Gezegend is hij die op de Heer vertrouwt, en zich veilig
weet bij Hem. Hij is als een boom die aan een rivier staat en wortels heeft
tot in het water. Hij heeft geen last van de hitte, zijn blad blijft groen.
Komt er een tijd van droogte, het deert hem niet; altijd blijft hij vrucht dragen.
Jr 17,5 - Jr
17,5 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
|
epikataratos o anthrôpos os tèn elpida echei ep'
anthrôpon kai stèrisei sarka brachionos autou ep' auton kai apo kuriou
apostè è kardia autou |
5 haec dicit Dominus maledictus homo qui confidit
in homine et ponit carnem brachium suum et a Domino recedit cor eius |
|
|
[5] Zo spreekt de heer: ‘Vervloekt is hij
die op mensen vertrouwt, die steunt op een schepsel en zich afkeert
van de heer. |
[5] Dit zegt de HEER: Vervloekt wie op een mens
vertrouwt, wie zijn kracht ontleent aan stervelingen, wie zich afkeert
van de HEER. |
5 ¶ Zo heeft gezegd de ENE: vervloekt de vent
die veiligheid zoekt bij de mens en vlees heeft gemaakt tot zijn ‘arm’,
en wiens hart afwijkt van de ENE; |
|
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
1-3 . Verwijzing : ´âmar
(zeggen) , zie Jr
1,4 .
4. ´ârûr (vervloekt) . Passief participium praesens nominatief
mannelijk enkelvoud . In tweeëndertig verzen in de bijbel : (1) Gn
3,14 . (2) Gn 4,11 . (3) Gn 9,25 . (4) Gn
27,29 . (5) Gn
49,7 . In zestien verzen in Dt : Dt 27,15 en vlg. Dt 28,16 vlg. . In vijf
verzen in Jr . Getalwaarde : aleph = 1 , resj = 20 of 200 , waw = 6 . Totaal
: 47 of 407 .
-´ârar (vervloeken) . Verwijzing
:
ârar (vervloeken) , zie Jr
17,5 .
--- ´ârûr hâ´îsj ´äsjèr
(vervloekt de mens die) . In vijf verzen in de bijbel .
- kat-araomai (ver-vloeken) .
--- epi-kat'aratos (vervloekt) . In vijfendertig verzen in de bijbel .
7. jibhtach (hij vertrouwt) . In zeven verzen in de bijbel .
- bâtach (vertrouwen, zich
veilig voelen) . Verwijzing : bâtach
(vertrouwen, zich veilig voelen) , zie Jr
17,5 .
--- bâtachëthî
(ik vertrouw) . Qal perfectum eerste persoon enkelvoud . In acht verzen in de
bijbel : (1) Ps
13,6 .
--- ´al thirëtëchû (vertrouwt niet) . Qal jussief tweede
persoon mannelijk meervoud . In vier verzen in de bijbel : (1) Ps
62,11 . (2) Ps
146,3 . (3) Jr
7,4 . (4) Mi 7,5 .
Jr 17,6 - Jr
17,6 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
|
6kai estai ôs è agriomurikè è en tè erèmô ouk opsetai
otan elthè ta agatha kai kataskènôsei en alimois kai en erèmô en gè
almura ètis ou katoikeitai |
6 erit enim quasi myrice in deserto et non videbit
cum venerit bonum sed habitabit in siccitate in deserto in terra salsuginis
et inhabitabili |
|
|
[6] Hij is een kale struik in de steppe; nooit krijgt
hij regen. Hij staat op dorre woestijngrond in een onvruchtbaar, verlaten
gebied. |
[6] Hij is als een struik in een dorre vlakte, hij
merkt de komst van de regen niet op. Hij staat in een steenwoestijn,
in een verzilt en verlaten land. |
6 worden zal hij als een kale struik in de steppe,
die het niet ziet wanneer goed weer aankomt,– en woont op schroeiplekken
in de woestijn, in een land dat te zout is en waar niemand gaat zitten.
•• |
|
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
Jr 17,7 - Jr
17,7 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
|
7kai eulogèmenos o anthrôpos os pepoithen epi tô
kuriô kai estai kurios elpis autou |
7 benedictus vir qui confidit in Domino et erit
Dominus fiducia eius |
|
|
[7] Gezegend is hij die op de heer vertrouwt, en
zich veilig weet bij Hem. |
[7] Gezegend wie op de HEER vertrouwt, wiens toeverlaat
de HEER is. |
7 Gezegend de vent die zijn veiligheid zoekt bij
de ENE,– wiens veiligheid de ENE is geworden; |
|
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
Jr 17,8 - Jr
17,8 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
|
8kai estai ôs xulon euthènoun par' udata kai epi
ikmada balei rizas autou kai ou fobèthèsetai otan elthè kauma kai
estai ep' autô stelechè alsôdè en eniautô abrochias ou fobèthèsetai
kai ou dialeipsei poiôn karpon |
8 et erit quasi lignum quod transplantatur super
aquas quod ad humorem mittit radices suas et non timebit cum venerit
aestus et erit folium eius viride et in tempore siccitatis non erit
sollicitum nec aliquando desinet facere fructum |
|
|
[8] Hij is een boom aan een rivier met wortels
tot in het water. Hij heeft geen last van de hitte, zijn bladeren
blijven groen. Een tijd van droogte deert hem niet, hij blijft vrucht
dragen. |
[8] Hij is als een boom geplant aan water, zijn
wortels reiken tot in de rivier. Hij merkt de komst van de hitte niet
op, zijn bladeren blijven altijd groen. Tijden van droogte deren hem
niet, steeds weer draagt hij vrucht. |
8 wezen zal hij als een boom geplant aan waterstromen:
naar een gracht zendt hij zijn wortels uit, hij ziet het niet als
er hitte aankomt, blijvend is zijn uitloop groen; om een jaar van
droogte bekommert hij zich niet, zonder ophouden draagt hij zijn vrucht. |
|
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
Jr 17,9 - Jr
17,9 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
|
9batheia è kardia para panta kai anthrôpos estin
kai tis gnôsetai auton |
9 pravum est cor omnium et inscrutabile quis cognoscet
illud |
|
|
[9] Niets is zo onbetrouwbaar als het hart, onverbeterlijk
is het, wie kan het peilen? |
[9] Niets is zo onbetrouwbaar als het hart, onverbeterlijk
is het, wie zal het kennen? |
9 Een beentjelichter is het hart, meer dan alles,
ongeneselijk is het,– wie kan het kennen? |
|
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
Jr 17,10 - Jr
17,10 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
|
10egô kurios etazôn kardias kai dokimazôn nefrous
tou dounai ekastô kata tas odous autou kai kata tous karpous tôn epitèdeumatôn
autou |
10 ego Dominus scrutans cor et probans renes qui
do unicuique iuxta viam et iuxta fructum adinventionum suarum |
|
|
[10] Ik, de heer, doorgrond hart en nieren, Ik beoordeel
iedereen naar zijn daden, naar de vrucht van zijn werk. |
[10] Ik, de HEER, ben het die het hart doorgrondt,
die nieren toetst, die ieder naar zijn levenswandel beloont, aan ieder
geeft wat hij verdient. |
10 Ik, de ENE, die een hart doorgrond, en nieren
proef!– om aan ieder te geven naar zijn woorden, naar de vrucht
van zijn handelingen! •• |
|
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
Jr 17,11 - Jr
17,11 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
|
11efônèsen perdix sunègagen a ouk eteken poiôn plouton
autou ou meta kriseôs en èmisei èmerôn autou egkataleipsousin auton
kai ep' eschatôn autou estai afrôn |
11 perdix fovit quae non peperit fecit divitias
et non in iudicio in dimidio dierum suorum derelinquet eas et in novissimo
suo erit insipiens |
|
|
[11] Zoals een patrijs de eieren uitbroedt die
ze niet heeft gelegd, zo is iemand die op een oneerlijke manier rijkdom
verwerft. In de bloei van zijn leven moet hij er afstand van doen;
als zijn einde komt, blijkt dat hij een dwaas was.’ |
[11] Zoals een patrijs eieren uitbroedt die ze
niet heeft gelegd, zo is een mens die op oneerlijke wijze rijkdom
verwerft. In de bloei van zijn leven verliest hij alles, als zijn
einde komt, blijkt zijn dwaasheid.’ |
11 Een veldhoen die bijeenscharrelt wat hij niet
heeft gebaard is iemand die rijkdom vergadert maar niet rechtmatig;
op de helft van zijn dagen moet hij die verlaten en op het laatst
blijkt hij een dwaas. |
|
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
Jr 17,12 - Jr
17,12 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
|
12thronos doxès upsômenos agiasma èmôn |
12 solium gloriae altitudinis a principio locus
sanctificationis nostrae |
|
|
[12] Een hoge, roemrijke troon is vanaf het begin
de plaats van ons heiligdom. |
[12] ‘Een luisterrijke troon, hoog verheven
vanaf het begin, dat is ons heiligdom. |
12 ¶ Een troon vol glorie, een verhevenheid
sinds den beginne,– is de plaats van ons heiligdom. |
|
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
Jr 17,13 - Jr
17,13 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
|
13upomonè israèl kurie pantes oi katalipontes se
kataischunthètôsan afestèkotes epi tès gès grafètôsan oti egkatelipon
pègèn zôès ton kurion |
13 expectatio Israhel Domine omnes qui te derelinquunt
confundentur recedentes in terra scribentur quoniam dereliquerunt
venam aquarum viventium Dominum |
|
|
[13] heer, hoop van Israël, iedereen die U
verraadt staat beschaamd; zij die zich van U afkeren, zijn ten dode
opgeschreven, want ze hebben de bron* van levend water verlaten. Genees
mij, beschaam hen |
[13] HEER, bron van Israëls hoop, wie u verlaten,
zullen te schande staan, wie van u weggaan, zullen in het stof worden
geschreven, want ze hebben de HEER, de bron van levend water, verlaten. |
13 Hoop van Israël, ENE, al wie u verlaten
zullen beschaamd worden; mogen wie mij ontwijken in de aarde bijgeschreven
worden, want de ader van levend water hebben ze verlaten, de ENE.
•• |
|
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
Jr 17,14 - Jr
17,14 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
|
14iasai me kurie kai iathèsomai sôson me kai sôthèsomai
oti kauchèma mou su ei |
14 sana me Domine et sanabor salvum me fac et salvus
ero quoniam laus mea tu es |
|
|
[14] heer, genees mij, en ik zal gezond zijn, red
mij, en ik zal veilig zijn, want U komt alle eer toe. |
[14] Genees mij, HEER, dan zal ik gezond zijn,
red mij, dan zal ik veilig zijn. Kon ik u niet altijd prijzen? |
14 Genees mij, ENE, dan zal ik genezen, bevrijd
gij mij en ik word vrij; want mijn loflied dat zijt gij! |
|
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
Jr 17,15 - Jr
17,15 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
|
15idou autoi legousi pros me pou estin o logos kuriou
elthatô |
15 ecce ipsi dicunt ad me ubi est verbum Domini
veniat |
|
|
[15] Hoor wat ze tegen mij zeggen: ‘Waar blijf
je met het woord van de heer? Laat het maar in vervulling gaan.’ |
[15] Ze zeggen tegen mij: “Wat komt er uit
van de woorden van de HEER?” |
15 Zie, zij zeggen tot mij: waar is het woord van
de ENE?, laat het toch komen! |
|
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
Jr 17,16 - Jr
17,16 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
|
16egô de ouk ekopiasa katakolouthôn opisô sou kai
èmeran anthrôpou ouk epethumèsa su epistè ta ekporeuomena dia tôn
cheileôn mou pro prosôpou sou estin |
16 et ego non sum turbatus te pastorem sequens et
diem hominis non desideravi tu scis quod egressum est de labiis meis
rectum in conspectu tuo fuit |
|
|
[16] Ik heb niet aangedrongen op rampen, een onheilsdag
heb ik niet gewild. U kent alles wat over mijn lippen kwam, al mijn
woorden zijn U bekend. |
[16] Ik ben u, mijn herder, nooit ontvlucht, naar
een onheilsdag heb ik nooit uitgezien. U weet wat over mijn lippen
komt, al mijn woorden zijn u bekend. |
16 Ik heb in uw gevolg niet aangedrongen op kwaad,
een onherstelbare dag heb ik nooit begeerd, gij weet dat; wat van
mijn lippen uitging, het is tegenover uw aanschijn geweest; |
|
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
Jr 17,17 - Jr
17,17 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
|
17mè genèthès moi eis allotriôsin feidomenos mou
en èmera ponèra |
17 non sis mihi tu formidini spes mea tu in die
adflictionis |
|
|
[17] Ik smeek U, word mijn ondergang niet, U bent
mijn toevlucht in tijden van nood. |
[17] Word niet mijn ondergang – niet u! U
bent toch mijn toevlucht in tijden van nood? |
17 word mij niet tot verwarring,– mijn toevlucht
zijt gij ten dage van kwaad; |
|
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
Jr 17,18 - Jr
17,18 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
|
18kataischunthètôsan oi diôkontes me kai mè kataischuntheièn
egô ptoètheièsan autoi kai mè ptoètheièn egô epagage ep' autous èmeran
ponèran disson suntrimma suntripson autous |
18 confundantur qui persequuntur me et non confundar
ego paveant illi et non paveam ego induc super eos diem adflictionis
et duplici contritione contere eos |
|
|
[18] Laat mijn vervolgers beschaamd worden, niet
mij. Laat hen ten ondergaan*, niet mij. Breng de onheilsdag over hen.
Verpletter hen totaal. |
[18] Laat mijn achtervolgers te schande staan –
niet mij! Laat hen ten onder gaan – niet mij! Breng onheil over
hen, tref hen, tref hen dodelijk.’ |
18 mogen beschaamd worden wie mij achtervolgen,
dan word ík niet beschaamd, mogen zij verward raken, en moge
ík niet in de war raken, doe over hen komen een dag van kwaad,
en breek hen met een dubbele verbreking! •• |
|
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
Jr 17,19 - Jr
17,19 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
|
19tade legei kurios badison kai stèthi en pulais
uiôn laou sou en ais eisporeuontai en autais basileis iouda kai en
ais ekporeuontai en autais kai en pasais tais pulais ierousalèm |
19 haec dicit Dominus ad me vade et sta in porta
filiorum populi per quam ingrediuntur reges Iuda et egrediuntur et
in cunctis portis Hierusalem |
|
|
[19] Zo spreekt de heer tegen mij: ‘Ga staan
in de Volkspoort waardoor de koningen van Juda de stad in- en uitgaan,
en in de andere poorten van Jeruzalem |
[19] Dit zei de HEER tegen mij: ‘Ga in de
Volkspoort staan, die de koningen van Juda plegen te gebruiken, en
in de andere poorten van Jeruzalem. |
19 ¶ Zo heeft de ENE gezegd tot mij: ga heen
en blijf staan in de poort van de zonen van de manschap, waardoor
Juda’s koningen thuiskomen en waardoor zij weggetrokken zijn,–
ja, in alle poorten van Jeruzalem, |
|
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
Jr 17,20 - Jr
17,20 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
|
20kai ereis pros autous akousate logon kuriou basileis
iouda kai pasa ioudaia kai pasa ierousalèm oi eisporeuomenoi en tais
pulais tautais |
20 et dices ad eos audite verbum Domini reges Iuda
et omnis Iudaea cunctique habitatores Hierusalem qui ingredimini per
portas istas |
|
|
[20] en zeg hun: “Koningen van Juda, inwoners
van Juda en van Jeruzalem, die door deze poorten gaan, luister naar
het woord van de heer. |
[20] Verkondig daar: Koningen van Juda, inwoners
van Juda en Jeruzalem, jullie die door deze poorten naar binnen gaan,
luister naar de woorden van de HEER. |
20 en zeg tot hen: hoort het woord van de ENE, koningen
van Juda, gij allen van Juda en alle ingezetenen van Jeruzalem,–
die door deze poorten binnenkomt!– •• |
|
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
Jr 17,21 - Jr
17,21 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
|
21tade legei kurios fulassesthe tas psuchas umôn
kai mè airete bastagmata en tè èmera tôn sabbatôn kai mè ekporeuesthe
tais pulais ierousalèm |
21 haec dicit Dominus custodite animas vestras
et nolite portare pondera in die sabbati nec inferatis per portas
Hierusalem |
|
|
[21] Zo spreekt de heer: Ik waarschuw u voor het
binnendragen van lasten door de poorten van Jeruzalem wanneer het
sabbat is. |
[21] Dit zegt de HEER: Wacht je er terdege voor
om op sabbat goederen door de poorten van Jeruzalem naar binnen te
brengen |
21 zo heeft gezegd de ENE: weest waakzaam over
uw zielen,– draagt geen draaglast op de sabbatdag om daarmee
binnen te komen door Jeruzalems poorten!– |
|
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
Jr 17,22 - Jr
17,22 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
|
22kai mè ekferete bastagmata ex oikiôn umôn en tè
èmera tôn sabbatôn kai pan ergon ou poièsete agiasate tèn èmeran tôn
sabbatôn kathôs eneteilamèn tois patrasin umôn kai ouk èkousan kai
ouk eklinan to ous autôn |
22 et nolite eicere onera de domibus vestris in
die sabbati et omne opus non facietis sanctificate diem sabbati sicut
praecepi patribus vestris |
|
|
[22] U mag op de sabbat ook geen lasten uit uw
huis dragen of ander werk doen. De sabbat moet heilig zijn voor u,
zoals Ik uw voorvaderen heb geboden. |
[22] en om uit jullie huizen goederen naar buiten
te brengen. Verricht ook verder geen enkele bezigheid en vier de sabbat
als heilige dag zoals ik jullie voorouders geboden heb. |
22 en trekt niet met een draaglast uit uw huizen
op de sabbatdag, welk werk ook, ge zult het niet doen; heiligen zult
ge de sabbatdag zoals ik uw vaderen heb geboden; |
|
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
Jr 17,23 - Jr
17,23 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
|
23kai esklèrunan ton trachèlon autôn uper tous pateras
autôn tou mè akousai mou kai tou mè dexasthai paideian |
23 et non audierunt nec inclinaverunt aurem suam
sed induraverunt cervicem suam ne audirent me et ne acciperent disciplinam
|
|
|
[23] Maar die hebben niet geluisterd en Mij niet
gehoorzaamd. Hardnekkig weigerden ze Mij te gehoorzamen, ze namen
niets van Mij aan. |
[23] Maar zij luisterden niet, schonken mij geen
gehoor; zij waren halsstarrig en ongehoorzaam en lieten zich niet
terechtwijzen. |
23 maar die hebben niet willen horen en hun oor
niet geneigd; ze hebben hardnekkig niet gehoord en geen terechtwijzing
aangenomen; |
|
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
Jr 17,24 - Jr
17,24 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
|
24kai estai ean akoè akousète mou legei kurios tou
mè eisferein bastagmata dia tôn pulôn tès poleôs tautès en tè èmera
tôn sabbatôn kai agiazein tèn èmeran tôn sabbatôn tou mè poiein pan
ergon |
24 et erit si audieritis me dicit Dominus ut non
inferatis onera per portas civitatis huius in die sabbati et si sanctificaveritis
diem sabbati ne faciatis in ea omne opus |
|
|
[24] Maar als u wel naar Mij luistert – godsspraak
van de heer – en op de sabbat geen lasten door de poorten de
stad binnenbrengt; als u de sabbat heiligt door op die dag niet te
werken, |
[24] Als jullie wel naar mij luisteren –
spreekt de HEER – en op sabbat geen goederen door de poorten
van deze stad naar binnen brengen, de sabbat als heilige dag vieren
en niet werken, |
24 maar het zal geschieden, als zij horende naar
mij horen, is de tijding van de ENE, en niet op de sabbatdag met een
draaglast binnenkomen door de poorten van deze stad,– maar de
dag van de sabbat heiligen en daarop geen enkel werk doen, |
|
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
Jr 17,25 - Jr
17,25 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
|
25kai eiseleusontai dia tôn pulôn tès poleôs tautès
basileis kai archontes kathèmenoi epi thronou dauid kai epibebèkotes
ef' armasin kai ippois autôn autoi kai oi archontes autôn andres iouda
kai oi katoikountes ierousalèm kai katoikisthèsetai è polis autè eis
ton aiôna |
25 ingredientur per portas civitatis huius reges
et principes sedentes super solium David et ascendentes in curribus
et equis ipsi et principes eorum vir Iuda et habitatores Hierusalem
et habitabitur civitas haec in sempiternum |
|
|
[25] dan zullen de koningen die op de troon van
David zitten op paarden en wagens door deze poorten de stad in- en
uitgaan, evenals hun edelen en de inwoners van Juda en Jeruzalem.
Dan blijft deze stad voor altijd bewoond. |
[25] dan zullen Davids troonopvolgers door de poorten
van deze stad naar binnen gaan, gezeten op paarden of rijdend op wagens
en vergezeld van hun raadsheren en de inwoners van Juda en Jeruzalem.
Dan zal deze stad altijd bewoond blijven. |
25 binnenkomen zullen dan door deze poorten koningen
en vorsten die zetelen op de troon van David en rijden met wagens
en paarden, zij en hun vorsten, manvolk van Juda en ingezetenen van
Jeruzalem!– en bewoond blijft deze stad voor eeuwig!–
|
|
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
Jr 17,26 - Jr
17,26 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
|
26kai èxousin ek tôn poleôn iouda kai kuklothen
ierousalèm kai ek gès beniamin kai ek tès pedinès kai ek tou orous
kai ek tès pros noton ferontes olokautômata kai thusian kai thumiamata
kai manaa kai libanon ferontes ainesin eis oikon kuriou |
26 et venient de civitate Iuda et de circuitu Hierusalem
et de terra Beniamin et de campestribus et de montuosis et ab austro
portantes holocaustum et victimam et sacrificium et tus et inferent
oblationem in domum Domini |
|
|
[26] En uit de steden van Juda, uit de omstreken
van Jeruzalem, uit Benjamin, uit de Sefela, uit het bergland en uit
de Negeb komt men naar het huis van de heer met brandoffers, slachtoffers,
meeloffers, reukoffers en dankoffers. |
[26] En uit de steden van Juda, de omgeving van
Jeruzalem, het stamgebied van Benjamin, het heuvelland, het bergland
en de Negev zal men brandoffers, vredeoffers, graanoffers, dankoffers
en wierook naar de tempel van de HEER brengen. |
26 komen zullen ze uit de steden van Juda, uit de
omstreken van Jeruzalem en uit het land van Benjamin, uit de Laagte,
het bergland van Negev, komend met opgangsgave, slachtoffer, broodgift
en witte wierook,– en komen met een dankoffer het huis van de
ENE binnen; |
|
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
Jr 17,27 - Jr
17,27 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
|
27kai estai ean mè eisakousète mou tou agiazein
tèn èmeran tôn sabbatôn tou mè airein bastagmata kai mè eisporeuesthai
tais pulais ierousalèm en tè èmera tôn sabbatôn kai anapsô pur en
tais pulais autès kai katafagetai amfoda ierousalèm kai ou sbesthèsetai
|
27 si autem non audieritis me ut sanctificetis
diem sabbati et ne portetis onus et ne inferatis per portas Hierusalem
in die sabbati succendam ignem in portis eius et devorabit domos Hierusalem
et non extinguetur |
|
|
[27] Maar als u tegen mijn woord in de sabbat niet
heiligt, als u op die dag lasten door de poorten Jeruzalem binnendraagt,
dan steek Ik die poorten in brand; de burcht van Jeruzalem gaat in
vlammen op, ze worden niet gedoofd.” ’ |
[27] Maar als jullie geen gehoor geven aan mijn
gebod om de sabbat als heilige dag te vieren, als jullie op die dag
goederen door de poorten van Jeruzalem naar binnen blijven brengen,
zal ik de poorten in vlammen doen opgaan, en zal vuur de burchten
van Jeruzalem verteren – en niemand die het zal blussen.’ |
27 maar als ge naar mij niet hoort om de sabbatdag
te heiligen en geen draaglast te dragen als ge door Jeruzalems poorten
binnenkomt op de sabbatdag,– dan zal ik in haar poorten een
vuur aansteken dat Jeruzalems paleizen zal verteren en niet te doven
is. • |
|
|
King James Bible .
Luther-Bibel .
Tekstuitleg van
wë´âkhëlâh ´armënôth (en ik zal
paleizen / burchten verslinden) . Tenach (6) : (1) Jr
17,27 . (2) Jr
49,27 . (3) Am
1,4 . (4) Am
1,12 . (5) Am
2,2 . (8) Am
2,5 . (6) Am
2,5 .