JESAJA 17 , Js 17 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Js (Jesaja) -- Js 17 -
- Js 17,1-6 -- Js 17,7-14 -

- Bibliografie - Literatuur - Liturgisch gebruik - Overzicht bijbelboeken - Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken - Overzicht van deze website

- bijbelverwijzingen - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z -

Overzicht van Tenach : Tenach : overzicht , Tenach : taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Tenach : commentaar ,
Overzicht van Septuaginta
: Septuaginta : overzicht , Septuaginta : taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Septuaginta : commentaar ,
Overzicht N.T. : N.T. : overzicht , N.T. : taalgebruik - N.T. A - N.T. B - N.T. C - N.T. D - N.T. E - N.T. F - N.T. G - N.T. H - N.T. I - N.T. J - N.T. K - N.T. L - N.T. M - N.T. N - N.T. O - N.T. P - N.T. Q - N.T. R - N.T. S - N.T. T - N.T. U - N.T. V - N.T. W - N.T. X - N.T. Y - N.T. Z - N.T. : commentaar .

Overzicht van Jesaja : Jesaja : overzicht , Jesaja : taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Jesaja : commentaar ,

Overzicht van Jesaja : - Js 1 - Js 2 - Js 3 - Js 4 - Js 5 - Js 6 - Js 7 - Js 8 - Js 9 - Js 10 - Js 11 - Js 12 - Js 13 - Js 14 - Js 15 - Js 16 - Js 17 - Js 18 - Js 19 - Js 20 - Js 21 - Js 22 - Js 23 - Js 24 - Js 25 - Js 26 - Js 27 - Js 28 - Js 29 - Js 30 - Js 31 - Js 32 - Js 33 - Js 34 - Js 35 - Js 36 - Js 37 - Js 38 - Js 39 - Js 40 - Js 41 - Js 42 - Js 43 - Js 44 - Js 45 - Js 46 - Js 47 - Js 48 - Js 49 - Js 50 - Js 51 - Js 52 - Js 53 - Js 54 - Js 55 - Js 56 - Js 57 - Js 58 - Js 59 - Js 60 - Js 61 - Js 62 - Js 63 - Js 64 - Js 65 - Js 66 -
Uitleg vers per vers : - Js 17,1 - Js 17,2 - Js 17,3 - Js 17,4 - Js 17,5 - Js 17,6 - Js 17,7 - Js 17,8 - Js 17,9 - Js 17,10 - Js 17,11 - Js 17,12 - Js 17,13 - Js 17,14 -


Religie.opzijnbest.nl
ZOEKEN OP DEZE WEBSITE
PicoSearch
  Hulp
Verzorgd door PicoSearch
 
1. LXX , Griekse tekst N.T.   2. Vulgata   3. SynoJsis Denaux - Vervenne  4. Statenvertaling   5. Willibrordvertaling   6. Nieuwe Vertaling   7. Naardense vertaling , zie
8. Bible de Jérusalem 9. Statenvertaling   10. King James Bible  - King James Bible 11. Luther-Bibel   liturgische lezing      

WEDERKERIGHEID (DIVERSITEIT - VICE VERSA) . Meer info : Arseen De Kesel . Email: arseen.de.kesel@pandora.be .
websitenamen : http://users.telenet.be/arseen.de.kesel/ en http://www.interlevensbeschouwelijk.be/index.htm
- STARTPAGINA - AGENDA - BIJ DE HAND - NIEUW - OVERZICHT -  TIJDSCHRIFTEN -
ALFABETISCH OVERZICHT VAN THEMA'S EN WEBSITES :
- A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z
HOOFDTHEMA'S : allochtonen , armoede , bahá'í ,  bezinningsteksten , bijbel , bijbel en koran , boeddhisme , christendom , extreemrechts ( Vlaams Blok ) , fundamentalisme , globalisering en antiglobalisering ,  hindoeïsme , interlevensbeschouwelijke dialoog , interreligieuze meditatie , islam , jodendom , koran , levensbeschouwing , levensbeschouwing / godsdienst en onderwijs , racisme , samenleving , sikhisme , spiritualiteit , tewerkstelling van allochtonen , vluchtelingen en asielzoekers , vrijzinnigheid , witte scholen , multiculturele scholen en concentratiescholen , Eigen-zinnige beschouwingen , Het kleine of grote ongenoegen

Bibliografie : http://www.soniclight.com/constable/notes/pdf/isaiah.pdf .

- bijbeloverzicht , bijbelverwijzingen - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Oude Testament , Pentateuch , Historische boeken , Profeten , Wijsheidsboeken , NT overzicht , Evangelies , Synoptici , Brieven van Paulus , Apostolische brieven .

Overzicht van het N.T. : NT : overzicht , NT : taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , NT : commentaar ,

- OT : Gn (Genesis) , Ex (Exodus) , Lv (Leviticus) , Nu (Numeri) , Dt (Deuteronomium) , Joz (Jozua) , Re (Rechters) , Rt (Ruth) , 1 S (1 Samuël) , 2 S (2 Samuël) , 1 K (1 Koningen) , 2 K (2 Koningen) , 1 Kr ( 1 Kronieken) , 2 Kr (2 Kronieken) , Ezr (Ezra) , Neh (Nehemia) , Tob (Tobia) , Jdt (Judith) , Est (Esther) , 1 Mak (1 Makkabeeën) , 2 Mak (2 Makkabeeën) , Job , Ps (Jsalmen ) , Spr (Spreuken) , Pr (Prediker) , Hl (Hooglied) , W (Wijsheid) , Sir (Sirach) , Js (Jesaja) , Jr (Jeremia) , Kl (Klaagliederen) , Bar (Baruch) , Ez (Ezechiël) , Da (Daniël) , Hos (Hosea) , Jl (Joël) , Am (Amos) , Ob (Obadja) , Jon (Jona) , Mi (Micha) , Nah (Nahum) , Hab (Habakuk) , Sef (Sefanja) , Hag (Haggai) , Zach (Zacharia) , Mal (Maleachi) .
- NT : Mt (Matteüs) - Mc (Marcus) - Lc (Lucas) - Joh (Johannes) - Hnd (Handelingen) , Rom (Rome) , 1 Kor (Korinte) , 2 Kor (Korinte) , Gal (Galatië) , Ef (Efese) , Fil (Filippi) , Kol (Kolosse) , 1 Tes (Tessalonika) , 2 Tes (Tessalonika) , 1 Tim (Timoteüs) , 2 Tim (Timoteüs) , Tit (Titus) , Film (Filemon) , Heb (Hebreeën) , Jak (Jakobus) , 1 Pe (Petrus) , 2 Pe (Petrus) , 1 Joh (Johannes) , 2 Joh (Johannes) , 2 Joh (Johannes) , Jud (Judas) , Apk (ApokalyJs) .
Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken : - bibliografie bijbel - bibliografie van het Oude Testament - bibliografie Matteüsevangelie - bibliografie Marcusevangelie - bibliografie Lucasevangelie - bibliografie van het Johannesevangelie - bibliografie van het Nieuwe Testament (behalve evangeliën)

- Js 17,1-6 . Uitspraak over Damascus - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Js (Jesaja) -- Js 17 -- Js 17,1-6 -- Js 17,7-14 -- Js 17,1 - Js 17,2 - Js 17,3 - Js 17,4 - Js 17,5 - Js 17,6 -

Js 17,1 - Js 17,1 . Uitspraak over Damascus - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Js (Jesaja) -- Js 17 -- Js 17,1-6 -- Js 17,7-14 -- Js 17,1 - Js 17,2 - Js 17,3 - Js 17,4 - Js 17,5 - Js 17,6 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
1to rèma to kata damaskou idou damaskos arthèsetai apo poleôn kai estai eis ptôsin  1 onus Damasci ecce Damascus desinet esse civitas et erit sicut acervus lapidum in ruina     1 De last van Damaskus. Ziet, Damaskus zal weggenomen worden, dat zij geen stad meer zij, maar zij zal een vervallen steenhoop zijn.   [1] Uitspraak* over Damascus. ‘Damascus zal geen stad meer zijn: er blijft slechts een puinhoop over.   [1] Profetie over Damascus. De stad Damascus zal niet meer bestaan, het zal een bouwval, een ruïne worden.   1 ¶ Draaglast van Damascus: zie, Damascus wordt verwijderd, geen stad meer, wezen zal het een puinhoop, een bouwval.   1. Oracle sur Damas. Voici Damas qui cesse d'être une ville, elle va devenir un tas de décombres; 

King James Bible . 17 [1] The burden of Damascus. Behold, Damascus is taken away from being a city, and it shall be a ruinous heap.
Luther-Bibel . 17 1 Dies ist die Last für Damaskus: Siehe, Damaskus wird keine Stadt mehr sein, sondern ein zerfallener Steinhaufen;

Tekstuitleg van Js 17,1 . Het vers Js 17,1 telt 9 (3²) en 34 (2 X 17) letters . De getalwaarde van Js 17,1 is 2616 (2³ X 3 X 109) .
De opschriften in het boek Jesaja geven het type tekst aan . Er zijn twaalf opschriften ; er zijn vier types tekst : (1) chäzôn (visioen, gezicht) . (2) het haddâbhâr (het woord) . (3) mashshâ´ (profetie, godsspraak) . (4) mikhëthabh (geschrift) .
Het eerste woord van het opschrift in Js 1,1 duidt het type tekst aan : chäzôn (visioen, gezicht) . In het tweede opschrift in Js 2,1 is het type tekst haddâbhâr (het woord) . In negen andere opschriften : (1) Js 13,1 . (2) Js 15,1 . (3) Js 17,1 . (4) Js 19,1 . (5) Js 21,1 . (6) Js 21,11 . (7) Js 21,13 . (8) Js 22,1 . (9) Js 23,1 is het type tekst mashshâ´ (profetie, godsspraak) . In het opschrift van Js 38,9 is het type tekst mikhëthabh (geschrift) .
De verzen Js 2,1a en Js 13,1b : ´äsjèr châzâh jësja`ëjâhû bèn âmôts (dat Jesaja zoon van Amots zag) gelijken zeer sterk op Js 1,1a : chäzôn jësja`ëjâhû bèn âmôts ´äsjèr châzâh (visioen van Jesaja zoon van Amots dat hij zag) . Op basis van deze 3 uitgebreide opschriften zouden we Js 1-39 kunnen indelen in : 1. Js 1 . 2. Js 2-12 . 3. Js 13-39 .
In Js 13,1 begint enerzijds een eerste uitspraaktekst die Js 13,1-14,32 omvat , maar opent anderzijds een reeks van 9 uitspraakteksten die Js 13,1-23,18 omvat . Daarenboven opent het het tekstgeheel van Js 13,1-35,10 . Immers , na de 9 uitspraakteksten (Js 13,1-23,18) volgen 2 'staartteksten' (Js 24,1-27,13 en Js 28,1-35,10) .
In Js 17,1 vinden we het opschrift mashshâ´ (profetie, godsspraak) die Js 17,1-3 omvat . Dan volgt een eerste uitbreidingstekst (Js 17,4-6) die begint met wëhâjâh bajjôm hahû´ (en het was op die dag) . Deze omvat Js 17,4-6. In Js 17,7 volgt een tweede uitbreidingstekst die begint met bajjôm hahû´ (op die dag) . Deze omvat Js 17,7-11 .

Js 17,1.1. mashshâ´ (profetie, godsspraak) . Taalgebruik in Tenach : mashshâ´ (profetie, godsspraak) . Getalwaarde : mem = 13 of 40 , shin = 21 of 300 , aleph = 1 ; totaal : 35 (5 X 7) OF 341 (11 X 31) . Structuur : 4 - 3 - 1 . Tenach (37) . 12 kl. Prof. (4) : (1) Nah 1,1 . (2) Zach 9,1 . (3) Zach 12,1 . (4) Mal 1,1 . Js (12) : (1) Js 13,1 . (2) Js 15,1 . (3) Js 17,1 . (4) Js 19,1 . (5) Js 21,1 . (6) Js 21,11 . (7) Js 21,13 . (8) Js 22,1 . (9) Js 23,1 . (10) Js 30,6 . (11) Js 46,1 . (12) Js 46,2 . Zie ook Spr 30,1 . Spr 31,1 . hammashshâ´ (profetie, godsspraak) . Tenach (10) . js (2) : (1) Js 14,28 . (2) Js 22,25 . In Js komt mashshâ´ (profetie, godsspraak) 12X voor . In Js 1-39 : 10X , in Js 40-55 : 2X .

Js 17,1.2. damèshèq (Damascus) . Taalgebruik in Tenach : damèshèq (Damascus) . Getalwaarde : daleth = 4 , mem = 13 of 40 , shin = 21 of 300 , qof = 19 of 100 ; totaal 57 (3 X 19) of 444 (2² X 3 X 37) . Structuur : 4 - 4 - 3 - 1 . Taalgebruik in de LXX : Damaskos (Damascus) . Taalgebruik in het N.T. : Damaskos (Damascus) . Tenach (23) : (1) Gn 15,2 . (2) 2 S 8,5 . (3) 2 S 8,6 . (4) 1 K 11,24 . (5) 1 K 19,15 . (6) 2 K 5,12 . (7) 2 K 8,7 . (8) 2 K 8,9 . (9) 2 K 14,28 . (10) 2 K 16,9 . (11) Js 7,8 . (12) Js 8,4 . (13) Js 17,1 . (14) Jr 49,24 . (15) Jr 49,27 . (16) Ez 27,18 . (17) Ez 47,16 . (18) Ez 47,17 . (19) Ez 47,18 . (20) Ez 48,1 . (21) Am 1,3 . (22) Am 1,5 . (23) Hl 7,5 .

Js 17,1.4. damèshèq (Damascus) . Taalgebruik in Tenach : damèshèq (Damascus) . Getalwaarde : daleth = 4 , mem = 13 of 40 , shin = 21 of 300 , qof = 19 of 100 ; totaal 57 (3 X 19) of 444 (2² X 3 X 37) . Structuur : 4 - 4 - 3 - 1 . Taalgebruik in de LXX : Damaskos (Damascus) . Taalgebruik in het N.T. : Damaskos (Damascus) . Tenach (23) : (1) Gn 15,2 . (2) 2 S 8,5 . (3) 2 S 8,6 . (4) 1 K 11,24 . (5) 1 K 19,15 . (6) 2 K 5,12 . (7) 2 K 8,7 . (8) 2 K 8,9 . (9) 2 K 14,28 . (10) 2 K 16,9 . (11) Js 7,8 . (12) Js 8,4 . (13) Js 17,1 . (14) Jr 49,24 . (15) Jr 49,27 . (16) Ez 27,18 . (17) Ez 47,16 . (18) Ez 47,17 . (19) Ez 47,18 . (20) Ez 48,1 . (21) Am 1,3 . (22) Am 1,5 . (23) Hl 7,5 .

Js 17,2 - Js 17,2 . Uitspraak over Damascus - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Js (Jesaja) -- Js 17 -- Js 17,1-6 -- Js 17,7-14 -- Js 17,1 - Js 17,2 - Js 17,3 - Js 17,4 - Js 17,5 - Js 17,6 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
2kataleleimmenè eis ton aiôna eis koitèn poimniôn kai anapausin kai ouk estai o diôkôn  2 derelictae civitates Aroer gregibus erunt et requiescent ibi et non erit qui exterreat    2 De steden van Aroer zullen verlaten worden; voor de kudden zullen zij wezen, die zullen daar nederliggen, en niemand zal ze verschrikken.   [2] De steden van Aroër liggen verlaten; de kuddes hebben er vrij baan; zij rusten er en niemand schrikt ze op.   [2] De steden van Aroër liggen verlaten, ze zijn het domein van weidend vee en niemand die de kudden verstoort.   2 Verlaten liggen de steden van Aroëer,– voor de kudden zullen die zijn, die zullen zich er neervlijen en geen die ze opschrikt.   2. abandonnées pour toujours, ses villes appartiendront aux troupeaux, ils s'y coucheront sans qu'on les effraie.  

King James Bible . [2] The cities of Aroer are forsaken: they shall be for flocks, which shall lie down, and none shall make them afraid.
Luther-Bibel . 2 seine Städte werden verlassen sein für immer, dass Herden dort weiden, die niemand verscheucht.

Tekstuitleg van Js 17,2 .

Js 17,3 - Js 17,3 . Uitspraak over Damascus - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Js (Jesaja) -- Js 17 -- Js 17,1-6 -- Js 17,7-14 -- Js 17,1 - Js 17,2 - Js 17,3 - Js 17,4 - Js 17,5 - Js 17,6 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
3kai ouketi estai ochura tou katafugein efraim kai ouketi estai basileia en damaskô kai to loipon tôn surôn apoleitai ou gar su beltiôn ei tôn uiôn israèl kai tès doxès autôn tade legei kurios sabaôth  3 et cessabit adiutorium ab Ephraim et regnum a Damasco et reliquiae Syriae sicut gloria filiorum Israhel erunt dicit Dominus exercituum     3 En de vesting zal ophouden van Efraïm, en het koninkrijk van Damaskus, en het overblijfsel der Syriërs; zij zullen zijn gelijk de heerlijkheid der kinderen Israëls, spreekt de HEERE der heirscharen.  [3] Het is gedaan met Efraïms* versterkte steden, met Damascus’ koninkrijk en de rest van Aram. Het zal hun vergaan zoals het met de glorie van de zonen van Israël gegaan is – godsspraak van de heer van de machten.   [3] Efraïm heeft zijn vesting verloren en Damascus zijn koninkrijk; Arams luister zal vergaan als die van Israël – spreekt de HEER van de hemelse machten.   3 Verdwijnen zal elke vesting uit Efraïm en het koningschap uit Damascus; de rest van Aram zal vergaan als de glorie van de kinderen van Israël,– tijding van de ENE, de Omschaarde! ••  3. Plus de place-forte en Éphraïm, plus de royauté à Damas, et le reste d'Aram sera traité comme la gloire des enfants d'Israël. Oracle de Yahvé Sabaot.  

King James Bible . [3] The fortress also shall cease from Ephraim, and the kingdom from Damascus, and the remnant of Syria: they shall be as the glory of the children of Israel, saith the LORD of hosts.
Luther-Bibel . 3 Und es wird aus sein mit dem Bollwerk Ephraims und mit dem Königtum von Damaskus; und dem Rest von Aram wird es gehen wie der Herrlichkeit Israels, spricht der HERR Zebaoth.

Tekstuitleg van Js 17,3 .

7. ´ärâm (Aram) . Taalgebruik in Tenach : ´ärâm (Aram) . Getalwaarde : aleph = 1 , resj = 20 of 200 , mem = 13 of 40 ; totaal : 34 (2 X 17) OF 241 (priemgetal) . Structuur : 1 - 2 - 4 . Tenach (118) . Js (6) : (1) Js 7,1 . (2) Js 7,2 . (3) Js 7,5 . (4) Js 7,8 . (5) Js 9,11 . (6) Js 17,3 . Hij is de vijfde zoon van Sem .

Js 17,4 - Js 17,4 . Uitspraak over Damascus - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Js (Jesaja) -- Js 17 -- Js 17,1-6 -- Js 17,7-14 -- Js 17,1 - Js 17,2 - Js 17,3 - Js 17,4 - Js 17,5 - Js 17,6 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
4estai en tè èmera ekeinè ekleiôis tès doxès iakôb kai ta piona tès doxès autou seisthèsetai  4 et erit in die illa adtenuabitur gloria Iacob et pingue carnis eius marcescet     4 En het zal geschieden te dien dage, dat de heerlijkheid van Jakob verdund zal worden, en dat de vettigheid van zijn vlees mager worden zal.   [4] Op* die dag blijft er van Jakobs gewicht weinig over, en slinkt zijn weldoorvoede lichaam.   [4] Op die dag gaat Jakobs luister teloor, het vet van zijn lichaam slinkt weg.   4 Geschieden zal het te dien dage: verschrompelen zal de glorie van Jakob,– zijn vette vlees zal wegslinken.   4. Il arrivera, ce jour-là, que la gloire de Jacob faiblira, et que son embonpoint deviendra maigreur;  

King James Bible . [4] And in that day it shall come to pass, that the glory of Jacob shall be made thin, and the fatness of his flesh shall wax lean.
Luther-Bibel . 4 Zu der Zeit wird die Herrlichkeit Jakobs gering sein, und sein fetter Leib wird mager sein.

Tekstuitleg van Js 17,4 . In Js 17,1 vinden we het opschrift mashshâ´ (profetie, godsspraak) die Js 17,1-3 omvat . Dan volgt een eerste uitbreidingstekst (Js 17,4-6) die begint met wëhâjâh bajjôm hahû´ (en het was op die dag) . Deze omvat Js 17,4-6. In Js 17,7 volgt een tweede uitbreidingstekst die begint met bajjôm hahû´ (op die dag) . Deze omvat Js 17,7-11 .

2. bëjôm / bajjôm (op een dag) . Voorzetsel bë (op) (+ bepaald lidw. ha) en het zelfst. naamw. jôm (dag) . Taalgebruik in Tenach : jôm (dag) . Taalgebruik in Js : jôm (dag) . Getalwaarde van jôm (dag) : jod = 10 , waw = 6 , mem = 13 of 40 ; totaal : 29 OF 56 (2³ X 7) . Structuur : 1 - 6 - 4 . Gr. hèmera (dag) . Taalgebruik in de Septuaginta : hèmera (dag) . Taalgebruik in het N.T. : hèmera (dag) . Lat. dies . Ned. dag . D. Tag . E. day . F. jour < Lat. diurnum . Cfr journaal . Een vorm van hèmera (dag) in de LXX (2567) , in het N.T. (388) . Tenach (491) . Jesaja (57) . Js 17 (4) : (1) Js 17,4 . (2) Js 17,7 . (3) Js 17,9 . (4) Js 17,11 .

1. - 3. wëhâjâh bajjôm hahû´ (en het was op die dag) . Tenach (23) . Js (13) : (1) Js 7,18 . (2) Js 7,21 . (3) Js 7,23 . (4) Js 10,20 . (5) Js 10,27 . (6) Js 11,10 . (7) Js 11,11 . (8) Js 17,4 . (9) Js 22,20 . (10) Js 23,15 . (11) Js 24,21 . (12) Js 27,12 . (13) Js 27,13 .

5. - khabhôd (heerlijkheid) . Taalgebruik in Tenach : kabhôd (heerlijkheid) . Taalgebruik in Jesaja : kabhôd (heerlijkheid) . Getalwaarde : kaph = 11 of 20 , beth = 2 , waw = 6 , daleth = 4 . Totaal : 11 + 2 + 6 + 4 of 20 + 2 + 6 + 4 = 23 of 32 . khabhod = 17. In het Hebreeuws betekent het zwaarte (b.v. van zijn mantel) . In het Grieks getransponeerd naar iets lichts , heerlijks : doxa . Lat. gloria . Fr. gloire . E. glory . Ned. heerlijkheid . D. Herrlichkeit . In veertien verzen in Js : (1) Js 4,5 . (2) Js 11,10 . (3) Js 16,14 . (4) Js 17,4 . (5) Js 21,16 . (6) Js 22,23 . (7) Js 22,24 . (8) Js 24,23 . (9) Js 35,2 . (10) Js 40,5 . (11) Js 42,12 . (12) Js 58,8 . (13) Js 60,13 . (14) Js 66,12 .
- ûkhëbhôd (en de heerlijkheid) . Verbindingswoord waw en het zelfstandig naamwoord khabhôd (heerlijkheid) .
- khebhôdô (zijn heerlijkheid)  . Getalwaarde : kaph = 11 of 20 , beth = 2 , waw = 6 , daleth = 4 , waw = 6 . Totaal : 11 + 2 + 6 + 4 + 6 = 29 of 38 . In vier verzen in Js : (1) Js 3,8 . (2) Js 6,3 . (3) Js 8,7 . (4) Js 59,19 .
- ûkhëbhôd (en de heerlijkheid) . In zesentwintig verzen in de bijbel . In zeven verzen in combinatie met JHWH . In twee verzen in Js : (1) Js 40,5 . (2) Js 58,8 .
- ûkhëbhôdô (en zijn heerlijkheid) . In twee verzen in de bijbel : (1) Js 5,13 . (2) Js 60,2 .

6. ja`äqobh (Jakob) . Taalgebruik in Tenach : Ja`äqobh (Jakob) . Taalgebruik in Jesaja : Ja`äqobh (Jakob) . Getalwaarde : jod = 10 , ajin = 16 of 70 , qoph = 19 of 100 , beth = 2 ; totaal : 47 of 182 (2 X 7 X 13 of 7 X 26) . Tenach (252) . Js (37) . Js 1-39 (12) : (1) Js 2,3 . (2) Js 2,5 . (3) Js 2,6 . (4) Js 8,17 . (5) Js 10,20 . (6) Js 10,21 . (7) Js 14,1 . (8) Js 17,4 . (9) Js 27,6 . (10) Js 27,9 . (11) Js 29,22 . (12) Js 29,23 .

Js 17,5 - Js 17,5 . Uitspraak over Damascus - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Js (Jesaja) -- Js 17 -- Js 17,1-6 -- Js 17,7-14 -- Js 17,1 - Js 17,2 - Js 17,3 - Js 17,4 - Js 17,5 - Js 17,6 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
5kai estai on tropon ean tis sunagagè amèton estèkota kai sperma stachuôn en tô brachioni autou amèsè kai estai on tropon ean tis sunagagè stachun en faraggi sterea 5 et erit sicut congregans in messe quod restiterit et brachium eius spicas leget et erit sicut quaerens spicas in valle Rafaim     5 Want hij zal zijn, gelijk wanneer een maaier het staande koren verzamelt, en zijn arm aren afmaait; ja, hij zal zijn, gelijk wanneer iemand aren leest in het dal Refraim.  [5] Het* zal zijn als een maaier die de halmen bijeenpakt en afsnijdt met zijn hand, als aren lezen in het dal van de Refaïeten:   [5] Het is of men de rijpe oogst binnenhaalt en met de hand de aren afsnijdt, het is als aren lezen in het dal van Refaïm:   5 Wezen zal het zoals een maaier staand graan inzamelt, en zijn arm aren afmaait; wezen zal het zoals men aren leest in een dal van schimmen.   5. ce sera comme lorsque le moissonneur récolte le blé, que son bras moissonne les épis; ce sera comme lorsqu'on glane les épis au val des Rephaïm; 

King James Bible . [5] And it shall be as when the harvestman gathereth the corn, and reapeth the ears with his arm; and it shall be as he that gathereth ears in the valley of Rephaim.
Luther-Bibel . 5 Es wird sein, wie wenn der Schnitter die Halme fasst und mit seinem Arm die Ähren schneidet, wie wenn einer Ähren liest im Tal Refaïm;

Tekstuitleg van Js 17,5 .

Js 17,6 - Js 17,6 . Uitspraak over Damascus - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Js (Jesaja) -- Js 17 -- Js 17,1-6 -- Js 17,7-14 -- Js 17,1 - Js 17,2 - Js 17,3 - Js 17,4 - Js 17,5 - Js 17,6 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
6kai kataleifthè en autè kalamè è ôs rôges elaias duo è treis ep' akrou meteôrou è tessares è pente epi tôn kladôn autôn kataleifthè tade legei kurios o theos israèl  6 et relinquetur in eo sicut racemus et sicut excussio oleae duarum aut trium olivarum in summitate rami sive quattuor aut quinque in cacuminibus eius fructus eius dicit Dominus Deus Israhel    6 Doch een nalezing zal daarin overig blijven, gelijk in de afschudding eens olijfbooms, twee of drie bezien in den top der opperste twijg, en vier of vijf aan zijn vruchtbare takken, spreekt de HEERE, de God Israëls.   [6] er blijft slechts een lezing over, zoals bij het schudden van de olijven. Nog twee, drie rijpe vruchten boven in de top, nog vier of vijf aan de takken van de boom – godsspraak van de heer, Israëls God.’ [6] slechts een laatste rest blijft er over, zoals bij het oogsten van olijven: twee, drie rijpe vruchten boven in de top, vier, vijf nog aan de takken van de boom – spreekt de HEER, de God van Israël.  6 ¶ Overblijven zal daarin ter nalezing als bij het schudden van een olijf: twee, drie pitten in de top van de kruin,– vier, vijf aan de twijgen van de vruchtboom!– tijding van de ENE, de God van Israël. ••   6. il ne restera que des grappillons, comme au gaulage de l'olivier : deux, trois baies en haut de la cime, quatre, cinq aux branches de l'arbre. Oracle de Yahvé, Dieu d'Israël.  

King James Bible . [6] Yet gleaning grapes shall be left in it, as the shaking of an olive tree, two or three berries in the top of the uppermost bough, four or five in the outmost fruitful branches thereof, saith the LORD God of Israel.
Luther-Bibel . 6 wie wenn man Oliven herunterschlägt in der Ernte und eine Nachernte bleibt, zwei oder drei oben in dem Wipfel, vier oder fünf Früchte an den Zweigen, spricht der HERR, der Gott Israels.

Tekstuitleg van Js 17,6 .

Js 17,7-14 . Tegen afgoderij - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Js (Jesaja) -- Js 17 -- Js 17,7-14 -- Js 17,7 - Js 17,8 - Js 17,9 - Js 17,10 - Js 17,11 - Js 17,12 - Js 17,13 - Js 17,14 -

Js 17,7 - Js 17,7 : Tegen afgoderij - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Js (Jesaja) -- Js 17 -- Js 17,7-14 -- Js 17,7 - Js 17,8 - Js 17,9 - Js 17,10 - Js 17,11 - Js 17,12 - Js 17,13 - Js 17,14 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
7tè èmera ekeinè pepoithôs estai anthrôpos epi tô poièsanti auton oi de ofthalmoi autou eis ton agion tou israèl embleôontai  7 in die illa inclinabitur homo ad factorem suum et oculi eius ad Sanctum Israhel respicient     7 Te dien dage zal de mens zien naar Dien, Die hem gemaakt heeft, en zijn ogen zullen op den Heilige Israëls zien.  [7] Op die dag zullen de mensen opzien naar hun maker, hun ogen richten naar de Heilige van Israël.   [7] Op die dag zal ieder de blik op zijn maker richten, naar de Heilige van Israël de ogen opslaan.   7 Te dien dage zal de mens acht slaan op zijn Maker,– zijn ogen zullen Israëls Heilige aanzien.   7. Ce jour-là, l'homme regardera vers son créateur, et ses yeux se tourneront vers le Saint d'Israël. 

King James Bible . [7] At that day shall a man look to his Maker, and his eyes shall have respect to the Holy One of Israel.
Luther-Bibel . 7 Zu der Zeit wird der Mensch blicken auf den, der ihn gemacht hat, und seine Augen werden auf den Heiligen Israels schauen;

Tekstuitleg van Js 17,7 .

Js 17,8 - Js 17,8 : Tegen afgoderij - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Js (Jesaja) -- Js 17 -- Js 17,7-14 -- Js 17,7 - Js 17,8 - Js 17,9 - Js 17,10 - Js 17,11 - Js 17,12 - Js 17,13 - Js 17,14 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
8kai ou mè pepoithotes ôsin epi tois bômois oude epi tois ergois tôn cheirôn autôn a epoièsan oi daktuloi autôn kai ouk opsontai ta dendra autôn oude ta bdelugmata autôn  8 et non inclinabitur ad altaria quae fecerunt manus eius et quae operati sunt digiti eius non respiciet lucos et delubra     8 En hij zal niet aanschouwen de altaren, het werk zijner handen, ook hetgeen zijn vingeren gemaakt hebben, zal hij niet aanzien, noch de bossen, noch de zonnebeelden.   [8] Zij zullen niet meer opzien naar hun altaren, naar het werk van hun handen, noch naar de heilige* palen en wierookbranders die door hun vingers gemaakt zijn.   [8] Men zal zich niet meer wenden tot zelfgemaakte goden en hun altaren, geen oog meer hebben voor zulk mensenwerk, voor Asjerapalen en wierookaltaren.   8 Hij zal niet meer acht slaan op de altaren, maaksel van zijn handen; wat zijn vingers hebben gemaakt zal hij niet meer aanzien: de asjera–palen en de zonnezuilen.   8. Il ne regardera plus vers les autels, œuvres de ses mains, et ce qu'ont fait ses doigts, il ne le verra plus, ni les pieux sacrés ni les brûle-parfums. 

King James Bible . [8] And he shall not look to the altars, the work of his hands, neither shall respect that which his fingers have made, either the groves, or the images.
Luther-Bibel . 8 und er wird nicht mehr blicken auf die Altäre, die seine Hände gemacht haben, und nicht schauen auf das, was seine Finger gemacht haben, auf die Bilder der Aschera und auf die Rauchopfersäulen.

Tekstuitleg van Js 17,8 .

Js 17,9 - Js 17,9 : Tegen afgoderij - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Js (Jesaja) -- Js 17 -- Js 17,7-14 -- Js 17,7 - Js 17,8 - Js 17,9 - Js 17,10 - Js 17,11 - Js 17,12 - Js 17,13 - Js 17,14 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
9tè èmera ekeinè esontai ai poleis sou egkataleleimmenai on tropon egkatelipon oi amorraioi kai oi euaioi apo prosôpou tôn uiôn israèl kai esontai erèmoi  9 in die illa erunt civitates fortitudinis eius derelictae sicut aratra et segetes quae derelictae sunt a facie filiorum Israhel et erit deserta     9 Te dien dage zullen zijn sterke steden zijn, als een verlaten struik, en opperste tak, welke zij verlaten hebben, om der kinderen Israëls wil, hoewel daar verwoesting zal wezen.   [9] Op die dag zullen uw vestingsteden op verlaten plekken in het woud lijken, op bergtoppen die men heeft verlaten uit vrees voor Israëls zonen: een woestenij.   [9] Op die dag zijn hun vestingsteden doods en uitgestorven – de stilte van een uitgestrekt bos. Een woestenij zal het er zijn, verlaten, zoals destijds de steden bij de nadering van Israël.   9 ¶ Te dien dage zullen zijn steden zo verwaten, zo verlaten worden als het woud en de bergtop die ze verlaten hebben vanwege de verschijning van de zonen van Israël; één woestenij zal het worden!   9. Ce jour-là, ses villes de refuge seront abandonnées, comme le furent les bois et les maquis devant les enfants d'Israël, et ce sera la désolation.  

King James Bible . [9] In that day shall his strong cities be as a forsaken bough, and an uppermost branch, which they left because of the children of Israel: and there shall be desolation.
Luther-Bibel . 9 Zu der Zeit werden ihre festen Städte verlassen sein wie die Städte der Hiwiter und Amoriter, die sie verließen vor Israel, und zur Wüste werden.

Tekstuitleg van Js 17,9 .

Js 17,10 - Js 17,10 : Tegen afgoderij - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Js (Jesaja) -- Js 17 -- Js 17,7-14 -- Js 17,7 - Js 17,8 - Js 17,9 - Js 17,10 - Js 17,11 - Js 17,12 - Js 17,13 - Js 17,14 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
10dioti katelipes ton theon ton sôtèra sou kai kuriou tou boèthou sou ouk emnèsthès dia touto futeuseis futeuma apiston kai sperma apiston  10 quia oblita es Dei salvatoris tui et Fortis adiutoris tui non es recordata propterea plantabis plantationem fidelem et germen alienum seminabis     10 Want gij hebt den God uws heils vergeten, en niet gedacht aan den Rotssteen uwer sterkte; daarom zult gij wel liefelijke planten planten, en gij zult hem met uitlandse ranken bezetten;   [10] Want u bent de God die uw heil is vergeten en aan de rots die uw vesting is hebt u niet meer gedacht: daarom wilt u Adonistuinen* aanleggen, en er vreemde stekken planten.   [10] Want je bent de God van je redding vergeten, de rots waarop je steunde veronachtzaamd. Je hebt fraaie tuinen aangelegd en stekken geplant voor vreemde goden.   10 Want je bent de God van je heil vergeten, aan de Rots die je sterkte is niet gedacht; daarom je plant wel liefdesplanten en bezaait hen met snoeigoed uit den vreemde,   10. Tu as oublié le Dieu de ton salut, tu ne t'es pas souvenu du Rocher, ton refuge, c'est pourquoi tu plantes des plantations d'agrément, tu sèmes des semences étrangères; 

King James Bible . [10] Because thou hast forgotten the God of thy salvation, and hast not been mindful of the rock of thy strength, therefore shalt thou plant pleasant plants, and shalt set it with strange slips:
Luther-Bibel . 10 Denn du hast vergessen den Gott deines Heils und nicht gedacht an den Felsen deiner Stärke. Darum setze nur Pflanzen zu deiner Lust und lege Reben aus der Fremde!

Tekstuitleg van Js 17,10 .

Js 17,11 - Js 17,11 : Tegen afgoderij - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Js (Jesaja) -- Js 17 -- Js 17,7-14 -- Js 17,7 - Js 17,8 - Js 17,9 - Js 17,10 - Js 17,11 - Js 17,12 - Js 17,13 - Js 17,14 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
11tè de èmera è an futeusès planèthèsè to de prôi ean speirès anthèsei eis amèton è an èmera klèrôsè kai ôs patèr anthrôpou klèrôsè tois uiois sou  11 in die plantationis tuae labrusca et mane semen tuum florebit ablata est messis in die hereditatis et dolebit graviter     11 Ten dage, als gij ze zult geplant hebben, zult gij die doen wassen, en in den morgenstond zult gij uw zaad doen bloeien; doch het zal maar een hoop van het gemaaide zijn, in den dag der krankheid en der pijnlijke smart.   [11] Laat ze gedijen op de dag dat u ze aanlegt, laat ze bloeien op de ochtend dat u ze plant: er komt geen oogst op de dag van ziekte en ongeneselijk zeer!  [11] Op de dag dat je plant, zie je ze opkomen, op de morgen dat je zaait, zie je ze bloeien. Maar heel je oogst gaat verloren, op die dag van rampspoed en ondraaglijke pijn.   11 op de dag dat je plant laat je het opschieten, op de ochtend dat je zaait laat je al uitspruiten,– maar weg is de oogst ten dage van ziekte en van ongeneselijke pijn. ••   11. le jour où tu les plantes, tu les vois pousser, et dès le matin, tes semences fleurissent; mais la récolte échappe au jour de la maladie, du mal incurable.  

King James Bible . [11] In the day shalt thou make thy plant to grow, and in the morning shalt thou make thy seed to flourish: but the harvest shall be a heap in the day of grief and of desperate sorrow.
Luther-Bibel . 11 Auch wenn du sie hochbringst am Tag, da du sie pflanzt, und sie zum Sprießen bringst an dem Morgen, da du sie säst, – hin ist die Ernte, wenn du die Garben einbringen willst, und du wirst Schmerzen haben, die niemand heilt. Das brausende Völkermeer

Tekstuitleg van Js 17,11 .

Js 17,12 - Js 17,12 : Tegen afgoderij - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Js (Jesaja) -- Js 17 -- Js 17,7-14 -- Js 17,7 - Js 17,8 - Js 17,9 - Js 17,10 - Js 17,11 - Js 17,12 - Js 17,13 - Js 17,14 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12ouai plèthos ethnôn pollôn ôs thalassa kumainousa outôs tarachthèsesthe kai nôtos ethnôn pollôn ôs udôr èchèsei  12 vae multitudo populorum multorum ut multitudo maris sonantis et tumultus turbarum sicut sonitus aquarum multarum     12 Wee der veelheid der grote volken, die daar bruisen, gelijk de zeeën bruisen; en wee het geruis der natiën, die daar ruisen, gelijk de geweldige wateren ruisen!   [12] Wee*, het razen van talrijke naties, geraas als van razende golven; gebulder van volken als het gebulder van bulderende wateren.  [12] Wee! Vele volken bulderen zoals woeste zeeën bulderen, talrijke naties razen zoals kolkende watermassa’s razen;   12 ¶ Wee!, een geraas van vele gemeenschappen, als het razen van zeeën, zo razen zij,– een daveren van naties, als het daveren van geweldige wateren, zo daveren zij.   12. Malheur! Rumeur de peuples immenses, rumeur comme la rumeur des mers! grondement de peuples, qui grondent comme grondent les eaux puissantes!  

King James Bible . [12] Woe to the multitude of many people, which make a noise like the noise of the seas; and to the rushing of nations, that make a rushing like the rushing of mighty waters!
Luther-Bibel . 12 Ha, ein Brausen vieler Völker, wie das Meer brausen sie, und ein Getümmel mächtiger Nationen, wie große Wasser tosen sie!

Tekstuitleg van Js 17,12 . Js 17,12-13 wordt gezien als een coda (staarttekst) die begint met hoj (wee) . Hierop volgt nog een tweede coda (staarttekst) nl. Js 18,1-6 , die eveneens met hoj (wee) begint . Tenslotte volgt hierop nog een uitbreidingstekst : Js 18,7 .

1. hoj (wee) . Taalgebruik in Tenach : hoj (wee) . Getalwaarde : he = 5 , waw = 6 , jod = 10 ; totaal : 21 (3 X 7) . Structuur : 5 - 6 - 1 . Gr. ouai . Lat. vae . Fr. malheur . E. woe . D. weh . Js (22) : (1) Js 1,4 . (2) Js 1,24 . (3) Js 5,8 . (4) Js 5,11 . (5) Js 5,18 . (6) Js 5,20 . (7) Js 5,21 . (8) Js 5,22 . (9) Js 10,1 . (10) Js 10,5 . (11) Js 16,4 . (12) Js 17,12 . (13) Js 18,1 . (14) Js 28,1 . (15) Js 29,1 . (16) Js 29,15 . (17) Js 30,1 . (18) Js 31,1 . (19) Js 33,1 . (20) Js 45,9 . (21) Js 45,10 . (22) Js 55,1 .

3. mann. mv. `ammîm (volkeren) van het zelfst. naamw. `am (volk) OF `im (met) . Taalgebruik in Tenach : `am (volk) . Taalgebruik in Jesaja : `am (volk) . Gr. laos (volk) . Taalgebruik in de Septuaginta : laos (volk) . Taalgebruik in het N.T. : laos (volk) . Lat. populus . Fr. peuple . E. people . Ned. volk . Een vorm van laos (volk) in de LXX (2064) , in het N.T. (141) . Tenach (78) . Js (15) : (1) Js 2,3 . (2) Js 3,13 . (3) Js 8,9 . (4) Js 10,13 . (5) Js 11,10 . (6) Js 14,2 . (7) Js 14,6 . (8) Js 17,12 . (9) Js 30,28 . (10) Js 33,3 . (11) Js 33,12 . (12) Js 49,22 . (13) Js 51,4 . (14) Js 51,5 . (15) Js 63,6 .

4. bijvoegl. naamw. mann. mv. rabbîm (vele) van het bijvoegl. naamw. rab (veel, talrijk, groot) . Taalgebruik in Tenach : rab (veel, talrijk, groot) . Taalgebruik in Jesaja : rab (veel, talrijk, groot) . Getalwaarde : resj = 20 of 200 , beth = 2 ; totaal : 22 (2X 11) OF 202 (2 X 101) ; structuur : 2 - 2 . Gr. polus (veel) . Taalgebruik in de Septuaginta : polus (veel) . Taalgebruik in het N.T. : polus (veel) . Een vorm van polus (veel) in de Septuaginta (822) , in het N.T. (353) . Tenach (170) . Js (11) : (1) Js 2,3 . (2) Js 2,4 . (3) Js 5,9 . (4) Js 8,15 . (5) Js 17,12 . (6) Js 17,13 . (7) Js 23,3 . (8) Js 52,14 . (9) Js 52,15 . (10) Js 53,12 . (11) Js 54,1 .

3. - 4. `ammîm rabbîm (vele volkeren) . Tenach (15) : (1) Js 2,3 . (2) Js 17,12 . (3) Ez 3,6 . (4) Ez 27,33 . (5) Ez 32,3 . (6) Ez 32,9 . (7) Ez 32,10 . (8) Ez 38,6 . (9) Ez 38,22 . (10) Mi 4,3 . (11) Mi 4,13 . (12) Mi 5,6 . (13) Mi 5,7 . (14) Hab 2,10 . (15) Zach 8,22 .

Js 17,13 - Js 17,13 : Tegen afgoderij - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Js (Jesaja) -- Js 17 -- Js 17,7-14 -- Js 17,7 - Js 17,8 - Js 17,9 - Js 17,10 - Js 17,11 - Js 17,12 - Js 17,13 - Js 17,14 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
13ôs udôr polu ethnè polla ôs udatos pollou bia kataferomenou kai aposkorakiei auton kai porrô auton diôxetai ôs chnoun achurou likmôntôn apenanti anemou kai ôs koniorton trochou kataigis ferousa  13 sonabunt populi sicut sonitus aquarum inundantium et increpabit eum et fugiet procul et rapietur sicut pulvis montium a facie venti et sicut turbo coram tempestate   13 De natiën zullen wel ruisen, gelijk grote wateren ruisen; doch Hij zal hem schelden, zo zal hij verre wegvlieden, ja, hij zal gejaagd worden, als het kaf der bergen van den wind, en gelijk een kloot van den wervelwind.   [13] Volken bulderen als bulderende wateren, maar God dreigt en ze vluchten ver weg, als kaf op de bergen, gejaagd door de wind; bladeren, dwarrelend in een storm.  [13] de volken razen woest, zoals het wildste water raast. Maar als God zijn stem verheft, vluchten ze ver weg. Ze stuiven uiteen, als kaf op de wind in de bergen, als dwarrelende bladeren in een storm.   13 Naties: als het daveren van vele waterstromen, zo daveren zij, maar dreigt hij er een, vluchten zal die van verre al,– opgejaagd als kaf op de bergen voor het aanschijn van de wind en als een distelbol voor het aanschijn van noodweer.   13. Des peuples qui grondent comme grondent les grandes eaux. Il les menace, et elles s'enfuient au loin, chassées comme la bale des montagnes par le vent, comme un tourbillon par l'ouragan.  

King James Bible . [13] The nations shall rush like the rushing of many waters: but God shall rebuke them, and they shall flee far off, and shall be chased as the chaff of the mountains before the wind, and like a rolling thing before the whirlwind.
Luther-Bibel . 13 Ja, wie große Wasser werden die Nationen tosen. Aber er wird sie schelten, da werden sie in die Ferne fliehen und werden gejagt wie Spreu auf den Bergen vom Winde und wie wirbelnde Blätter vom Ungewitter.

Tekstuitleg van Js 17,13 .

4. bijvoegl. naamw. mann. mv. rabbîm (vele) van het bijvoegl. naamw. rab (veel, talrijk, groot) . Taalgebruik in Tenach : rab (veel, talrijk, groot) . Taalgebruik in Jesaja : rab (veel, talrijk, groot) . Getalwaarde : resj = 20 of 200 , beth = 2 ; totaal : 22 (2X 11) OF 202 (2 X 101) ; structuur : 2 - 2 . Gr. polus (veel) . Taalgebruik in de Septuaginta : polus (veel) . Taalgebruik in het N.T. : polus (veel) . Een vorm van polus (veel) in de Septuaginta (822) , in het N.T. (353) . Tenach (170) . Js (11) : (1) Js 2,3 . (2) Js 2,4 . (3) Js 5,9 . (4) Js 8,15 . (5) Js 17,12 . (6) Js 17,13 . (7) Js 23,3 . (8) Js 52,14 . (9) Js 52,15 . (10) Js 53,12 . (11) Js 54,1 .

14. rûach (geest) . Taalgebruik in Tenach : rûach (geest) . Taalgebruik in Jesaja : rûach (geest) . Getalwaarde : resj = 20 of 200 . waw = 6 . chet = 8 . Totaal : 34 (2 X 17) of 214 (2 X 107) . Structuur : 2 - 6 - 8 . Gr. pneuma (geest) . Taalgebruik in de Septuaginta : pneuma (geest) . Taalgebruik in het N.T. : pneuma (geest) . Lat. spiritus . Fr. esprit . E. spirit . Ned. geest . D. Geist . Een vorm van pneuma (geest) in de LXX (382) , in het N.T. (379) . Tenach (204) . Pentateuch (19) . Js (28) . Js 1-39 (13) : (1) Js 7,2 . (2) Js 11,2 . (3) Js 17,13 . (4) Js 19,3 . (5) Js 19,14 . (6) Js 25,4 . (7) Js 26,18 . (8) Js 29,10 . (9) Js 29,24 . (10) Js 31,3 . (11) Js 32,2 . (12) Js 32,15 . (13) Js 37,7 .
- w-r-û-ch (wërûach = en een geest OF wërèwach = en ruimte, verademing) . wërûach (en een geest) : nevenschikkend voegw. wë + zelfst. naamw. rûach (geest) . Tenach (2) : (1) Js 41,16 . (2) Js 42,5 .
- ûlërûach (en tot een geest) . Tenach (2) : (1) Js 28,6 . (2) Job 6,26 .

13. - 14. liphëne(j) rûach (voor het aanschijn van de wind) . Tenach (4) : (1) Job 21,18 . (2) Ps 35,5 . (3) Ps 83,14 . (4) Js 17,13 .

Js 17,14 - Js 17,14 : Tegen afgoderij - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Js (Jesaja) -- Js 17 -- Js 17,7-14 -- Js 17,7 - Js 17,8 - Js 17,9 - Js 17,10 - Js 17,11 - Js 17,12 - Js 17,13 - Js 17,14 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
14pros esperan estai penthos prin è prôi kai ouk estai autè è meris tôn umas pronomeusantôn kai klèronomia tois umas klèronomèsasin   14 in tempore vespere et ecce turbatio in matutino et non subsistet haec est pars eorum qui vastaverunt nos et sors diripientium nos   lë`eth `èrèbh  14 Ten tijde des avonds, ziet, zo is er verschrikking, eer het morgen is, is hij er niet meer. Dit is het deel dergenen, die ons beroven, en het lot dergenen, die ons plunderen.  [14] ’s Avonds worden zij opgeschrikt, en voordat het ochtend is, zijn zij weggevaagd. Dat staat degenen die ons beroven te wachten, dat is het lot van onze plunderaars.   [14] Wanneer de avond valt, komt de verschrikking, vóór de morgen aanbreekt zijn ze weggevaagd. Dat is het lot van hen die ons beroven, dat is het deel van onze plunderaars.  14 Ten tijde van de avond, zie een verschrikking, maar eer het ochtend is zijn ze er niet meer!– dat is het deel van wie ons plunderen, het lot van onze berovers.   14. Quand vient le soir c'est l'effroi, au matin tout a disparu. Tel est le partage de ceux qui nous pillent, le sort de nos dévastateurs. 

King James Bible . [14] And behold at eveningtide trouble; and before the morning he is not. This is the portion of them that spoil us, and the lot of them that rob us.
Luther-Bibel . 14 Um den Abend, siehe, da ist Schrecken, und ehe es Morgen wird, sind sie nicht mehr da. Das ist der Lohn unsrer Räuber und das Los derer, die uns das Unsre nehmen.

Tekstuitleg van Js 17,14 .

1. - 2. lë`eth `èrèbh (bij avondtijd) . Verwijzing : `eth (tijd) , zie Zach 10,1 .Lat. tempus , -oris . Fr. le temps . Ned. tijd . D. Zeit . Avond . D. Abend . E. evening . Lat. ad vesperas . Gr. hespera . In vier verzen in de bijbel : (1) Gn 8,11 . (2) Gn 24,11 . (3) Js 17,14 . (4) Zach 14,7 .


SEPTUAGINTA

1to rèma to kata damaskou idou damaskos arthèsetai apo poleôn kai estai eis ptôsin2kataleleimmenè eis ton aiôna eis koitèn poimniôn kai anapausin kai ouk estai o diôkôn3kai ouketi estai ochura tou katafugein efraim kai ouketi estai basileia en damaskô kai to loipon tôn surôn apoleitai ou gar su beltiôn ei tôn uiôn israèl kai tès doxès autôn tade legei kurios sabaôth4estai en tè èmera ekeinè ekleiôis tès doxès iakôb kai ta piona tès doxès autou seisthèsetai5kai estai on tropon ean tis sunagagè amèton estèkota kai sperma stachuôn en tô brachioni autou amèsè kai estai on tropon ean tis sunagagè stachun en faraggi sterea6kai kataleifthè en autè kalamè è ôs rôges elaias duo è treis ep' akrou meteôrou è tessares è pente epi tôn kladôn autôn kataleifthè tade legei kurios o theos israèl7tè èmera ekeinè pepoithôs estai anthrôpos epi tô poièsanti auton oi de ofthalmoi autou eis ton agion tou israèl embleôontai8kai ou mè pepoithotes ôsin epi tois bômois oude epi tois ergois tôn cheirôn autôn a epoièsan oi daktuloi autôn kai ouk opsontai ta dendra autôn oude ta bdelugmata autôn9tè èmera ekeinè esontai ai poleis sou egkataleleimmenai on tropon egkatelipon oi amorraioi kai oi euaioi apo prosôpou tôn uiôn israèl kai esontai erèmoi10dioti katelipes ton theon ton sôtèra sou kai kuriou tou boèthou sou ouk emnèsthès dia touto futeuseis futeuma apiston kai sperma apiston11tè de èmera è an futeusès planèthèsè to de prôi ean speirès anthèsei eis amèton è an èmera klèrôsè kai ôs patèr anthrôpou klèrôsè tois uiois sou12ouai plèthos ethnôn pollôn ôs thalassa kumainousa outôs tarachthèsesthe kai nôtos ethnôn pollôn ôs udôr èchèsei13ôs udôr polu ethnè polla ôs udatos pollou bia kataferomenou kai aposkorakiei auton kai porrô auton diôxetai ôs chnoun achurou likmôntôn apenanti anemou kai ôs koniorton trochou kataigis ferousa14pros esperan estai penthos prin è prôi kai ouk estai autè è meris tôn umas pronomeusantôn kai klèronomia tois umas klèronomèsasin


VULGAAT

1 onus Damasci ecce Damascus desinet esse civitas et erit sicut acervus lapidum in ruina 2 derelictae civitates Aroer gregibus erunt et requiescent ibi et non erit qui exterreat 3 et cessabit adiutorium ab Ephraim et regnum a Damasco et reliquiae Syriae sicut gloria filiorum Israhel erunt dicit Dominus exercituum 4 et erit in die illa adtenuabitur gloria Iacob et pingue carnis eius marcescet 5 et erit sicut congregans in messe quod restiterit et brachium eius spicas leget et erit sicut quaerens spicas in valle Rafaim 6 et relinquetur in eo sicut racemus et sicut excussio oleae duarum aut trium olivarum in summitate rami sive quattuor aut quinque in cacuminibus eius fructus eius dicit Dominus Deus Israhel 7 in die illa inclinabitur homo ad factorem suum et oculi eius ad Sanctum Israhel respicient 8 et non inclinabitur ad altaria quae fecerunt manus eius et quae operati sunt digiti eius non respiciet lucos et delubra 9 in die illa erunt civitates fortitudinis eius derelictae sicut aratra et segetes quae derelictae sunt a facie filiorum Israhel et erit deserta 10 quia oblita es Dei salvatoris tui et Fortis adiutoris tui non es recordata propterea plantabis plantationem fidelem et germen alienum seminabis 11 in die plantationis tuae labrusca et mane semen tuum florebit ablata est messis in die hereditatis et dolebit graviter 12 vae multitudo populorum multorum ut multitudo maris sonantis et tumultus turbarum sicut sonitus aquarum multarum 13 sonabunt populi sicut sonitus aquarum inundantium et increpabit eum et fugiet procul et rapietur sicut pulvis montium a facie venti et sicut turbo coram tempestate 14 in tempore vespere et ecce turbatio in matutino et non subsistet haec est pars eorum qui vastaverunt nos et sors diripientium nos