JESAJA 18 , Js 18 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Js (Jesaja) -- Js 18 -- Js 18,1-7 -
Deze websitepagina is een onderdeel van de website van Arseen De Kesel : http://www.interlevensbeschouwelijk.be/index.html.

- Bibliografie - Literatuur - Liturgisch gebruik - Overzicht bijbelboeken - Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken - Overzicht van deze website

- bijbelverwijzingen - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z -

Overzicht van Tenach : Tenach : overzicht , Tenach : taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Tenach : commentaar ,
Overzicht van Septuaginta
: Septuaginta : overzicht , Septuaginta : taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Septuaginta : commentaar ,
Overzicht N.T. : N.T. : overzicht , N.T. : taalgebruik - N.T. A - N.T. B - N.T. C - N.T. D - N.T. E - N.T. F - N.T. G - N.T. H - N.T. I - N.T. J - N.T. K - N.T. L - N.T. M - N.T. N - N.T. O - N.T. P - N.T. Q - N.T. R - N.T. S - N.T. T - N.T. U - N.T. V - N.T. W - N.T. X - N.T. Y - N.T. Z - N.T. : commentaar .

Overzicht van Jesaja : Jesaja : overzicht , Jesaja : taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Jesaja : commentaar ,

Overzicht van Jesaja : - Js 1 - Js 2 - Js 3 - Js 4 - Js 5 - Js 6 - Js 7 - Js 8 - Js 9 - Js 10 - Js 11 - Js 12 - Js 13 - Js 14 - Js 15 - Js 16 - Js 17 - Js 18 - Js 19 - Js 20 - Js 21 - Js 22 - Js 23 - Js 24 - Js 25 - Js 26 - Js 27 - Js 28 - Js 29 - Js 30 - Js 31 - Js 32 - Js 33 - Js 34 - Js 35 - Js 36 - Js 37 - Js 38 - Js 39 - Js 40 - Js 41 - Js 42 - Js 43 - Js 44 - Js 45 - Js 46 - Js 47 - Js 48 - Js 49 - Js 50 - Js 51 - Js 52 - Js 53 - Js 54 - Js 55 - Js 56 - Js 57 - Js 58 - Js 59 - Js 60 - Js 61 - Js 62 - Js 63 - Js 64 - Js 65 - Js 66 -
Uitleg vers per vers : - Js 18,1 - Js 18,2 - Js 18,3 - Js 18,4 - Js 18,5 - Js 18,6 - Js 18,7 -

- Js 18,1-7 . Tegen Kus - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Js (Jesaja) -- Js 18 -- Js 18,1-7 -- Js 18,1 - Js 18,2 - Js 18,3 - Js 18,4 - Js 18,5 - Js 18,6 - Js 18,7 -

Js 18,1 - Js 18,1 . Tegen Kus - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Js (Jesaja) -- Js 18 -- Js 18,1-7 -- Js 18,1 - Js 18,2 - Js 18,3 - Js 18,4 - Js 18,5 - Js 18,6 - Js 18,7 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
18 1ouai gès ploiôn pteruges epekeina potamôn aithiopias  1 vae terrae cymbalo alarum quae est trans flumina Aethiopiae     1 Wee het land, dat schaduwachtig is aan de frontieren, dat aan de zijde der rivieren van Morenland is;   [1] Wee het land van de gonzende vleugels*, dat zich uitstrekt tot over de rivieren van Kus*,   [1] Wee het land van de sjirpende krekels, voorbij de rivieren van Nubië,   1 ¶ Wee het land van klapperende vleugels,– dat aan de overzij is van de rivieren van Koesj!–  1. Malheur! pays du grillon ailé, au-delà des fleuves de Kush,  

King James Bible . 18 [1] Woe to the land shadowing with wings, which is beyond the rivers of Ethiopia:
Luther-Bibel . 18 1 Weh dem Lande voll schwirrender Flügel, jenseits der Ströme von Kusch,

Tekstuitleg van Js 18,1 .

1. hôj (wee) . Taalgebruik in Tenach : hoj (wee) . Getalwaarde : he = 5 , waw = 6 , jod = 10 ; totaal : 21 (3 X 7) . Structuur : 5 - 6 - 1 . Gr. ouai . Lat. vae . Fr. malheur . E. woe . D. weh . Js (22) : (1) Js 1,4 . (2) Js 1,24 . (3) Js 5,8 . (4) Js 5,11 . (5) Js 5,18 . (6) Js 5,20 . (7) Js 5,21 . (8) Js 5,22 . (9) Js 10,1 . (10) Js 10,5 . (11) Js 16,4 . (12) Js 17,12 . (13) Js 18,1 . (14) Js 28,1 . (15) Js 29,1 . (16) Js 29,15 . (17) Js 30,1 . (18) Js 31,1 . (19) Js 33,1 . (20) Js 45,9 . (21) Js 45,10 . (22) Js 55,1 .

Js 18,2 - Js 18,2 . Tegen Kus - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Js (Jesaja) -- Js 18 -- Js 18,1-7 -- Js 18,1 - Js 18,2 - Js 18,3 - Js 18,4 - Js 18,5 - Js 18,6 - Js 18,7 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
2o apostellôn en thalassè omèra kai epistolas bublinas epanô tou udatos poreusontai gar aggeloi koufoi pros ethnos meteôron kai xenon laon kai chalepon tis autou epekeina ethnos anelpiston kai katapepatèmenon nun oi potamoi tès gès  2 qui mittit in mari legatos et in vasis papyri super aquas ite angeli veloces ad gentem convulsam et dilaceratam ad populum terribilem post quem non est alius gentem expectantem expectantem et conculcatam cuius diripuerunt flumina terram eius     2 Dat gezanten zendt over de zee, en in schepen van biezen op de wateren! Gaat henen, gij snelle boden! tot een volk, dat getrokken is en geplukt, tot een volk, dat vreselijk is van dat het was en voortaan; een volk van regel en regel, en van vertreding, welks land de rivieren beroven.   [2] dat boodschappers* zendt over zee, met boten van papyrus over het water. Ga, gezwinde boden, naar het rijzige volk met de glanzende huid, de natie die dichtbij en ver weg wordt gevreesd, naar het sterke, tirannieke volk, in het land dat door rivieren wordt verdeeld.   [2] dat boden over de zee zendt, papyrusschepen over de wateren. Ga, snelle gezanten, naar het rijzige volk met glanzende huid, naar het alom gevreesde volk, een volk van tirannen en geweldenaars, in een land van rivieren doorsneden.   2 dat gezanten uitzendt over de zee, in een biezen ding over het gelaat van het water; gaat heen, snelle boden, naar een volk langgerekt en diepglanzend, naar een gemeenschap, gevreesd vanaf dat hij is en voortaan; een volk vol spierkracht en victorie, welks land rivieren omspoelen.   2. toi qui envoies par mer des messagers, dans des nacelles de jonc, sur les eaux. Allez, messagers rapides, vers une nation élancée et bronzée, vers un peuple redouté ici comme au loin, une nation puissante et dominatrice, au pays sillonné de fleuves.  

King James Bible . [2] That sendeth ambassadors by the sea, even in vessels of bulrushes upon the waters, saying, Go, ye swift messengers, to a nation scattered and peeled, to a people terrible from their beginning hitherto; a nation meted out and trodden down, whose land the rivers have spoiled!
Luther-Bibel . 2 das Boten über das Meer sendet und in leichten Schiffen auf den Wassern fährt! Geht hin, ihr schnellen Boten, zum Volk, das hoch gewachsen und glatt ist, zum Volk, das schrecklicher ist als sonst irgendeins, zum Volk, das befiehlt und zertritt, dessen Land Wasserströme durchschneiden.

Tekstuitleg van Js 18,2 .

9. lekhû (ga) : qal imperatief tweede persoon mannelijk meervoud van het werkw. hâlakh (gaan) . Taalgebruik in Tenach : hâlakh (gaan) . Getalwaarde : he = 5 , lamed = 12 of 30 , kaph = 11 of 20 ; totaal : 28 (2 X 2 X 7) of 55 (5 X 11) . Tenach (65) . Js (7) : (1) Js 1,18 . (2) Js 2,3 . (3) Js 2,5 . (4) Js 18,2 . (5) Js 30,21 . (6) Js 50,11 . (7) Js 55,1 .

Js 18,3 - Js 18,3 . Tegen Kus - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Js (Jesaja) -- Js 18 -- Js 18,1-7 -- Js 18,1 - Js 18,2 - Js 18,3 - Js 18,4 - Js 18,5 - Js 18,6 - Js 18,7 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
3pantes ôs chôra katoikoumenè katoikèthèsetai è chôra autôn ôsei sèmeion apo orous arthè ôs salpiggos fônè akouston estai  3 omnes habitatores orbis qui moramini in terra cum elevatum fuerit signum in montibus videbitis et clangorem tubae audietis     3 Allen gij ingezetenen der wereld, en gij inwoners der aarde! als men de banier zal oprichten op de bergen, zult gijlieden het zien, en als de bazuin zal blazen, zult gijlieden het horen.   [3] U, bewoners van de wereld, die heel de aarde bevolkt, u zult zien hoe op de bergen het signaal wordt gegeven, u zult horen hoe de bazuin wordt geblazen.   [3] Laat alle bewoners van de aarde weten: je zult op de bergen het opgestoken vaandel zien, het schallen van de ramshoorn zul je horen.   3 Alle ingezetenen der wereld en bewoners der aarde,– alsof men een vaandel opheft in de bergen zult ge het zien, alsof men een stoot geeft op de ramshoorn zult ge het horen! ••   3. Vous tous, habitants du monde, vous qui peuplez la terre, quand on lèvera un signal sur les montagnes, vous verrez, quand on sonnera du cor, vous entendrez.  

King James Bible . [3] All ye inhabitants of the world, and dwellers on the earth, see ye, when he lifteth up an ensign on the mountains; and when he bloweth a trumpet, hear ye.
Luther-Bibel . 3 Alle, die ihr auf Erden wohnt und in den Ländern lebt – wenn man das Banner auf den Bergen aufrichtet, so sehet! Wenn man die Posaune bläst, so höret!

Tekstuitleg van Js 18,3 .

Js 18,4 - Js 18,4 . Tegen Kus - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Js (Jesaja) -- Js 18 -- Js 18,1-7 -- Js 18,1 - Js 18,2 - Js 18,3 - Js 18,4 - Js 18,5 - Js 18,6 - Js 18,7 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
4oti outôs eipen moi kurios asfaleia estai en tè emè polei ôs fôs kaumatos mesèmbrias kai ôs nefelè drosou èmeras amètou estai  4 quia haec dicit Dominus ad me quiescam et considerabo in loco meo sicut meridiana lux clara est et sicut nubes roris in die messis     4 Want alzo heeft de HEERE tot mij gezegd: Ik zal stil zijn, en zien in Mijn woning, als de glinsterende hitte op den regen, als een wolk des dauws in de hitte des oogstes;   [4] Want dit heeft de heer mij gezegd: ‘Vanuit mijn woonplaats blijf* Ik toekijken, zoals zinderende hitte in het licht, als nevel in de hitte van de oogsttijd.   [4] Want dit heeft de HEER mij gezegd: ‘Vanuit mijn woonplaats kijk ik roerloos toe, als de verzengende hitte op het middaguur of als nevel in de hitte van de oogsttijd.   4 Want zó heeft de ENE tot mij gezegd: kalm kijk ik het in mijn troonhal aan,– als zinderende hitte boven het licht, als een wolk van dauw in de hitte van de oogst.   4. Car ainsi m'a parlé Yahvé : Je veux rester ici impassible et regarder, comme la chaleur brûlante en pleine lumière, comme un nuage de rosée au plus chaud de la moisson.  

King James Bible . [4] For so the LORD said unto me, I will take my rest, and I will consider in my dwelling place like a clear heat upon herbs, and like a cloud of dew in the heat of harvest.
Luther-Bibel . 4 Denn so spricht der HERR zu mir: Ich will schauen von meiner Stätte und will still warten wie drückende Hitze am hohen Mittag und wie Taugewölk in der Hitze der Ernte.

Tekstuitleg van Js 18,4 .

Js 18,5 - Js 18,5 . Tegen Kus - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Js (Jesaja) -- Js 18 -- Js 18,1-7 -- Js 18,1 - Js 18,2 - Js 18,3 - Js 18,4 - Js 18,5 - Js 18,6 - Js 18,7 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
5pro tou therismou otan suntelesthè anthos kai omfax anthèsè anthos omfakizousa kai afelei ta botrudia ta mikra tois drepanois kai tas klèmatidas afelei kai katakopsei 5 ante messem enim totus effloruit et inmatura perfectio germinabit et praecidentur ramusculi eius falcibus et quae derelicta fuerint abscidentur excutientur     5 Want voor den oogst, als de botte volkomen is, en de onrijpe druif rijp wordt na den bloesem, zo zal Hij de ranken met snoeimessen afsnijden, en de takken wegdoen en afkappen.  [5] Vóór de oogst, als de bloeitijd voorbij is en de bloesem een rijpende druif is geworden, worden de ranken met snoeimessen afgesneden en de loten verwijderd en weggehakt.   [5] Na de bloeitijd, maar voor de oogst, wanneer de bloesem tot rijpende druif wordt, worden de ranken met snoeimessen afgesneden, worden de loten gekapt en verwijderd. 5 Want vóór de oogst uit, als de bloeitijd voltooid is en bloesem een rijpende druif wordt,– zal hij de ranken met snoeimessen afsnijden en de loten verwijderen, wegkappen.   5. Car avant la moisson, quand prend fin la floraison, quand la fleur devient grappe mûrissante, on taille les pampres à la serpe, on ôte les sarments, on élague.  

King James Bible . [5] For afore the harvest, when the bud is perfect, and the sour grape is ripening in the flower, he shall both cut off the sprigs with pruning hooks, and take away and cut down the branches.
Luther-Bibel . 5 Denn vor der Ernte, wenn die Blüte vorüber ist und die Traube noch reift, wird er die Ranken mit Winzermessern abschneiden und die Reben wegnehmen und abhauen,

Tekstuitleg van Js 18,5 .

Js 18,6 - Js 18,6 . Tegen Kus - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Js (Jesaja) -- Js 18 -- Js 18,1-7 -- Js 18,1 - Js 18,2 - Js 18,3 - Js 18,4 - Js 18,5 - Js 18,6 - Js 18,7 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
6kai kataleipsei ama tois peteinois tou ouranou kai tois thèriois tès gès kai sunachthèsetai ep´ autous ta peteina tou ouranou kai panta ta thèria tès gès ep´ auton èxei  6 et relinquentur simul avibus montium et bestiis terrae et aestate perpetua erunt super eum volucres et omnes bestiae terrae super illum hiemabunt     6 Zij zullen te zamen gelaten worden den roofvogelen der bergen, en den dieren der aarde; en de roofvogelen zullen op hen overzomeren, en alle dieren der aarde zullen daarop overwinteren.   [6] Alles* valt ten prooi aan de roofvogels uit de bergen en aan alle dieren in het wild. De roofvogels brengen er de zomer door, de wilde dieren zijn er in de winter.’   [6] Tezamen vallen ze ten prooi aan de gieren in de bergen en aan de dieren in het wild. ’s Zomers leven de gieren van hun lijken, in de winter voeden wilde dieren zich ermee.’   6 Samen worden ze dan overgelaten aan de gieren in de bergen en aan het gedierte van het land; de gieren zullen op hen de zomer doorbrengen, en alle dieren van het land op hen overwinteren.   6. Tout est abandonné aux rapaces des montagnes et aux bêtes du pays; les rapaces s'y vautreront pendant l'été, toutes les bêtes du pays pendant l'automne. 

King James Bible . [6] They shall be left together unto the fowls of the mountains, and to the beasts of the earth: and the fowls shall summer upon them, and all the beasts of the earth shall winter upon them.
Luther-Bibel . 6 dass man's miteinander liegen lässt für die Geier auf den Bergen und die Tiere im Lande, dass im Sommer die Geier darauf sitzen und im Winter allerlei Tiere im Lande darauf liegen.

Tekstuitleg van Js 18,6 .

Js 18,7 - Js 18,7 . Tegen Kus - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Js (Jesaja) -- Js 18 -- Js 18,1-7 -- Js 18,1 - Js 18,2 - Js 18,3 - Js 18,4 - Js 18,5 - Js 18,6 - Js 18,7 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
7en tô kairô ekeinô anenechthèsetai dôra kuriô sabaôth ek laou tethlimmenou kai tetilmenou kai apo laou megalou apo tou nun kai eis ton aiôna chronon ethnos elpizon kai katapepatèmenon o estin en merei potamou tès chôras autou eis ton topon ou to onoma kuriou sabaôth epeklèthè oros siôn   7 in tempore illo deferetur munus Domino exercituum a populo divulso et dilacerato a populo terribili post quem non fuit alius a gente expectante expectante et conculcata cuius diripuerunt flumina terram eius ad locum nominis Domini exercituum montem Sion     7 Te dien tijd zal den HEERE der heirscharen een geschenk gebracht worden van het volk, dat getrokken is en geplukt, en van het volk, dat vreselijk is van dat het was en voortaan; een volk van regel en regel, en van vertreding, welks land de rivieren beroven; tot de plaats van den Naam des HEEREN der heirscharen, tot den berg Sion.   [7] In die tijd worden er gaven gebracht aan de heer van de machten, door het rijzige volk met de glanzende huid, de natie die dichtbij en ver weg wordt gevreesd; door het sterke, tirannieke volk in het land dat door rivieren wordt verdeeld. Zij komen naar de plaats waar men de naam van de heer van de machten aanroept, de Sionsberg.   [7] In die tijd worden geschenken gebracht aan de HEER van de hemelse machten door het rijzige volk met glanzende huid, door het alom gevreesde volk, een volk van tirannen en geweldenaars, uit een land van rivieren doorsneden. Zij komen naar de Sion, waar de naam woont van de HEER van de hemelse machten.  7 In die tijd zal tribuut worden gebracht aan de ENE, de Omschaarde, door een gemeenschap langgerekt en diepglanzend, door een gemeenschap, gevreesd vanaf dat hij is en voortaan; een volk vol spierkracht en victorie, welks land rivieren omspoelen, naar de woonplaats van de naam van de ENE, de Omschaarde, de berg Sion.   7. Alors, on apportera une offrande à Yahvé Sabaot de la part d'un peuple élancé et bronzé, de la part d'un peuple redouté ici comme au loin, d'une nation puissante et dominatrice, d'un pays sillonné de fleuves; on l'apportera au lieu où réside le nom de Yahvé, au mont Sion.  

King James Bible . [7] In that time shall the present be brought unto the LORD of hosts of a people scattered and peeled, and from a people terrible from their beginning hitherto; a nation meted out and trodden under foot, whose land the rivers have spoiled, to the place of the name of the LORD of hosts, the mount Zion.
Luther-Bibel . 7 Zu der Zeit wird das hoch gewachsene und glatte Volk, das schrecklicher ist als sonst irgendeins, das befiehlt und zertritt, dessen Land Wasserströme durchschneiden, Geschenke bringen dem HERRN Zebaoth an den Ort, da der Name des HERRN Zebaoth wohnt, zum Berge Zion.

Tekstuitleg van Js 18,7 .

1. be`eth / bâ`eth = in (de) tijd van . Voorzetsel bë + (bepaald lidw. ha-) + zelfstandig naamwoord `eth (tijd) . Taalgebruik in Tenach : `eth (tijd) .Getalwaarde : ajin = 16 of 70 , thaw = 22 of 400 ; totaal : 38 OF 470 . Structuur : 7 - 4 . Gr. kairos (gunstig moment) . Taalgebruik in de LXX : kairos (gunstig moment) . Taalgebruik in het N.T. : kairos (gunstig moment) . Lat. tempus , -oris . Fr. le temps . E. time . Ned. tijd . D. Zeit . Een vorm van kairos (gunstig moment) in de LXX (487) , in het N.T. (85) . Tenach (89) . Js (5) . (1) Js 18,7 . (2) Js 20,2 . (3) Js 33,2 . (4) Js 39,1 . (5) Js 49,8 . Een vorm van `eth (tijd) in Js (11) .

1. - 2. - bâ`eth hahî´ = in die tijd . Tenach (40) . Js (2) : (1) Js 18,7 . (2) Js 20,2 . - bâ`eth hahiw´ = in die tijd . Tenach (19) . Js (1) : Js 39,1 .

29. tsijjôn (Sion) . Taalgebruik in Tenach : tsijjôn (Sion) . Taalgebruik in Jesaja : tsijjôn (Sion) . Getalwaarde : tsade = 18 of 90 , jod = 10 , waw = 6 , nun = 14 of 50 ; totaal : 48 (2³ X 2 X 3) OF 156 (2³ X 3 X 13 OF 6 X 26) . Tenach (108) . Js (36) . Js 1-39 (23) : (1) Js 1,8 . (2) Js 1,27 . (3) Js 3,16 . (4) Js 3,17 . (5) Js 4,4 . (6) Js 4,5 . (7) Js 8,18 . (8) Js 10,12 . (9) Js 10,24 . (10) Js 10,32 . (11) Js 12,6 . (12) Js 14,32 . (13) Js 16,1 . (14) Js 18,7 . (15) Js 24,23 . (16) Js 29,8 . (17) Js 31,4 . (18) Js 33,5 . (19) Js 33,20 . (20) Js 34,8 . (21) Js 35,10 . (22) Js 37,22 . (23) Js 37,32 .

28. - 29. ´èl har JHWH komt slechts tweemaal in de bijbel voor : (1) Js 2,3 . (2) Mi 4,2 . bëhar JHWH (op de berg van JHWH) . Tenach (2) : (1) Ps 24,3 . (2) Js 30,29 . Zie ook Gn 22,14 (op een berg zal JHWH voorzien) . har tsijjôn (Sionsberg) . Tenach (9) : (1) Ps 48,3 . (2) Ps 48,12 . (3) Ps 74,2 . (4) Ps 78,68 . (5) Js 4,5 . (6) Js 18,7 . (7) Js 29,8 . (8) Js 31,4 . (9) Kl 5,18 . bëhar tsijjôn (op de Sionsberg) . Tenach (6) : (1) Js 8,18 . (2) Js 10,12 . (3) Js 24,23 . (4) Jl 3,5 . (5) Ob 21 . (6) Mi 4,7 . ´èl har bath tsijjôn (naar de berg van de dochter van Sion) . Tenach (1) Js 16,1 . har be(j)th tsijjôn (de berg van het huis van Sion) , slechts in Js 10,32 .


SEPTUAGINTA

18 1ouai gès ploiôn pteruges epekeina potamôn aithiopias2o apostellôn en thalassè omèra kai epistolas bublinas epanô tou udatos poreusontai gar aggeloi koufoi pros ethnos meteôron kai xenon laon kai chalepon tis autou epekeina ethnos anelpiston kai katapepatèmenon nun oi potamoi tès gès3pantes ôs chôra katoikoumenè katoikèthèsetai è chôra autôn ôsei sèmeion apo orous arthè ôs salpiggos fônè akouston estai4oti outôs eipen moi kurios asfaleia estai en tè emè polei ôs fôs kaumatos mesèmbrias kai ôs nefelè drosou èmeras amètou estai5pro tou therismou otan suntelesthè anthos kai omfax anthèsè anthos omfakizousa kai afelei ta botrudia ta mikra tois drepanois kai tas klèmatidas afelei kai katakopsei6kai kataleipsei ama tois peteinois tou ouranou kai tois thèriois tès gès kai sunachthèsetai ep´ autous ta peteina tou ouranou kai panta ta thèria tès gès ep´ auton èxei7en tô kairô ekeinô anenechthèsetai dôra kuriô sabaôth ek laou tethlimmenou kai tetilmenou kai apo laou megalou apo tou nun kai eis ton aiôna chronon ethnos elpizon kai katapepatèmenon o estin en merei potamou tès chôras autou eis ton topon ou to onoma kuriou sabaôth epeklèthè oros siôn


VULGAAT

1 vae terrae cymbalo alarum quae est trans flumina Aethiopiae 2 qui mittit in mari legatos et in vasis papyri super aquas ite angeli veloces ad gentem convulsam et dilaceratam ad populum terribilem post quem non est alius gentem expectantem expectantem et conculcatam cuius diripuerunt flumina terram eius 3 omnes habitatores orbis qui moramini in terra cum elevatum fuerit signum in montibus videbitis et clangorem tubae audietis 4 quia haec dicit Dominus ad me quiescam et considerabo in loco meo sicut meridiana lux clara est et sicut nubes roris in die messis 5 ante messem enim totus effloruit et inmatura perfectio germinabit et praecidentur ramusculi eius falcibus et quae derelicta fuerint abscidentur excutientur 6 et relinquentur simul avibus montium et bestiis terrae et aestate perpetua erunt super eum volucres et omnes bestiae terrae super illum hiemabunt 7 in tempore illo deferetur munus Domino exercituum a populo divulso et dilacerato a populo terribili post quem non fuit alius a gente expectante expectante et conculcata cuius diripuerunt flumina terram eius ad locum nominis Domini exercituum montem Sion