JESAJA 30 - Js 30 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Js (Jesaja) -- Js 30 -- Js 30,1-7 -- Js 30,8-26 -- Js 30,27-33 -

- Bibliografie - Literatuur - Liturgisch gebruik - Overzicht bijbelboeken - Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken - Overzicht van deze website -

- bijbelverwijzingen - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z -

Overzicht van Jesaja : - Js 1 - Js 2 - Js 3 - Js 4 - Js 5 - Js 6 - Js 7 - Js 8 - Js 9 - Js 10 - Js 11 - Js 12 - Js 13 - Js 14 - Js 15 - Js 16 - Js 17 - Js 18 - Js 19 - Js 20 - Js 21 - Js 22 - Js 23 - Js 24 - Js 25 - Js 26 - Js 27 - Js 28 - Js 29 - Js 30 - Js 31 - Js 32 - Js 33 - Js 34 - Js 35 - Js 36 - Js 37 - Js 38 - Js 39 - Js 40 - Js 41 - Js 42 - Js 43 - Js 44 - Js 45 - Js 46 - Js 47 - Js 48 - Js 49 - Js 50 - Js 51 - Js 52 - Js 53 - Js 54 - Js 55 - Js 56 - Js 57 - Js 58 - Js 59 - Js 60 - Js 61 - Js 62 - Js 63 - Js 64 - Js 65 - Js 66 -
Uitleg vers per vers : - Js 30,1 - Js 30,2 - Js 30,3 - Js 30,4 - Js 30,5 - Js 30,6 - Js 30,7 - Js 30,8 - Js 30,9 - Js 30,10 - Js 30,11 - Js 30,12 - Js 30,13 - Js 30,14 - Js 30,15 - Js 30,16 - Js 30,17 - Js 30,18 - Js 30,19 - Js 30,20 - Js 30,21 - Js 30,22 - Js 30,23 - Js 30,24 - Js 30,25 - Js 30,26 - Js 30,27 - Js 30,28 - Js 30,29 - Js 30,30 - Js 30,31 - Js 30,32 - Js 30,33 -

Overzicht van Tenach : Tenach : overzicht , Tenach : taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Tenach : commentaar ,
Overzicht van Septuaginta
: Septuaginta : overzicht , Septuaginta : taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Septuaginta : commentaar ,
Overzicht N.T. : N.T. : overzicht , N.T. : taalgebruik - N.T. A - N.T. B - N.T. C - N.T. D - N.T. E - N.T. F - N.T. G - N.T. H - N.T. I - N.T. J - N.T. K - N.T. L - N.T. M - N.T. N - N.T. O - N.T. P - N.T. Q - N.T. R - N.T. S - N.T. T - N.T. U - N.T. V - N.T. W - N.T. X - N.T. Y - N.T. Z - N.T. : commentaar .

Overzicht van Jesaja : Jesaja : overzicht , Jesaja : taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Jesaja : commentaar ,


Religie.opzijnbest.nl
ZOEKEN OP DEZE WEBSITE
PicoSearch
  Hulp
Verzorgd door PicoSearch
 
1. LXX , Griekse tekst N.T.   2. Vulgata   3. Synopsis Denaux - Vervenne  4. Statenvertaling   5. Willibrordvertaling   6. Nieuwe Vertaling   7. Naardense vertaling , zie
8. Bible de Jérusalem 9. Statenvertaling   10. King James Bible  - King James Bible 11. Luther-Bibel   liturgische lezing      

WEDERKERIGHEID (DIVERSITEIT - VICE VERSA) . Meer info : Arseen De Kesel . Email: arseen.de.kesel@pandora.be .
websitenamen : http://users.telenet.be/arseen.de.kesel/ en http://www.interlevensbeschouwelijk.be/index.htm
- STARTPAGINA - AGENDA - BIJ DE HAND - NIEUW - OVERZICHT -  TIJDSCHRIFTEN -
ALFABETISCH OVERZICHT VAN THEMA'S EN WEBSITES :
- A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z
HOOFDTHEMA'S : allochtonen , armoede , bahá'í ,  bezinningsteksten , bijbel , bijbel en koran , boeddhisme , christendom , extreemrechts ( Vlaams Blok ) , fundamentalisme , getallen , globalisering en antiglobalisering ,  hindoeïsme , interlevensbeschouwelijke dialoog , interreligieuze meditatie , islam , jodendom , koran , levensbeschouwing , levensbeschouwing / godsdienst en onderwijs , racisme , samenleving , sikhisme , spiritualiteit , tewerkstelling van allochtonen , vluchtelingen en asielzoekers , vrijzinnigheid , witte scholen , multiculturele scholen en concentratiescholen , Eigen-zinnige beschouwingen , Het kleine of grote ongenoegen

Bibliografie : http://www.soniclight.com/constable/notes/pdf/isaiah.pdf .
Literatuur
Liturgisch gebruik

Overzicht van de bijbelboeken

- OT : Gn (Genesis) , Ex (Exodus) , Lv (Leviticus) , Nu (Numeri) , Dt (Deuteronomium) , Joz (Jozua) , Re (Rechters) , Rt (Ruth) , 1 S (1 Samuël) , 2 S (2 Samuël) , 1 K (1 Koningen) , 2 K (2 Koningen) , 1 Kr ( 1 Kronieken) , 2 Kr (2 Kronieken) , Ezr (Ezra) , Neh (Nehemia) , Tob (Tobia) , Jdt (Judith) , Est (Esther) , 1 Mak (1 Makkabeeën) , 2 Mak (2 Makkabeeën) , Job , Ps (Psalmen ) , Spr (Spreuken) , Pr (Prediker) , Hl (Hooglied) , W (Wijsheid) , Sir (Sirach) , Js (Jesaja) , Jr (Jeremia) , Kl (Klaagliederen) , Bar (Baruch) , Ez (Ezechiël) , Da (Daniël) , Hos (Hosea) , Jl (Joël) , Am (Amos) , Ob (Obadja) , Jon (Jona) , Mi (Micha) , Nah (Nahum) , Hab (Habakuk) , Sef (Sefanja) , Hag (Haggai) , Zach (Zacharia) , Mal (Maleachi) .
- NT : Mt (Matteüs) - Mc (Marcus) - Lc (Lucas) - Joh (Johannes) - Hnd (Handelingen) , Rom (Rome) , 1 Kor (Korinte) , 2 Kor (Korinte) , Gal (Galatië) , Ef (Efese) , Fil (Filippi) , Kol (Kolosse) , 1 Tes (Tessalonika) , 2 Tes (Tessalonika) , 1 Tim (Timoteüs) , 2 Tim (Timoteüs) , Tit (Titus) , Film (Filemon) , Heb (Hebreeën) , Jak (Jakobus) , 1 Pe (Petrus) , 2 Pe (Petrus) , 1 Joh (Johannes) , 2 Joh (Johannes) , 2 Joh (Johannes) , Jud (Judas) , Apk (Apokalyps) .
Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken : - bibliografie bijbel - bibliografie van het Oude Testament - bibliografie Matteüsevangelie - bibliografie Marcusevangelie - bibliografie Lucasevangelie - bibliografie van het Johannesevangelie - bibliografie van het Nieuwe Testament (behalve evangeliën)


- Js 30,1-7 . Roep Egypte niet te hulp - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Js (Jesaja) -- Js 30 -- Js 30,1-7 -- Js 30,8-26 -- Js 30,27-33 -- Js 30,1 - Js 30,2 - Js 30,3 - Js 30,4 - Js 30,5 - Js 30,6 - Js 30,7 -

Js 30,1 - Js 30,1 . Roep Egypte niet te hulp - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Js (Jesaja) -- Js 30 -- Js 30,1-7 -- Js 30,8-26 -- Js 30,27-33 -- Js 30,1 - Js 30,2 - Js 30,3 - Js 30,4 - Js 30,5 - Js 30,6 - Js 30,7 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
30 1ouai tekna apostatai tade legei kurios epoièsate boulèn ou di' emou kai sunthèkas ou dia tou pneumatos mou prostheinai amartias ef' amartiais  1 vae filii desertores dicit Dominus ut faceretis consilium et non ex me et ordiremini telam et non per spiritum meum ut adderetur peccatum super peccatum     Wee den kinderen, die afvallen, spreekt de HEERE, om een raadslag te maken, maar niet uit Mij, en om zich met een bedekking te bedekken, maar niet uit Mijn Geest, om zonde tot zonde te doen;   [1] ‘Wee* die opstandige zonen – godsspraak van de heer, zij maken plannen, maar buiten Mij om, zij sluiten verdragen, maar tegen mijn geest in, en stapelen daardoor zonde op zonde!   [1] Wee jullie, koppige kinderen – spreekt de HEER –, die plannen uitvoeren tegen mijn wil, verdragen sluiten tegen mijn zin en zo zonde op zonde stapelen;   1 ¶ Wee de weerspannige zonen, tijding van de ENE, om een raadslag te maken, maar niet vanuit mij, een plengoffer te plengen, maar zonder mijn Geest,– teneinde zonde op zonde te stapelen!  1. Malheur aux fils rebelles! oracle de Yahvé. Ils font des projets qui ne viennent pas de moi, ils trament des alliances que mon esprit n'inspire pas, accumulant péché sur péché.  

King James Bible . 30 [1] Woe to the rebellious children, saith the LORD, that take counsel, but not of me; and that cover with a covering, but not of my spirit, that they may add sin to sin:
Luther-Bibel . 30 1 Weh den abtrünnigen Söhnen, spricht der HERR, die ohne mich Pläne fassen und ohne meinen Geist Bündnisse eingehen, um eine Sünde auf die andere zu häufen,

Tekstuitleg van Js 30,1 .

1. hôj (wee) . Taalgebruik in Tenach : hoj (wee) . Getalwaarde : he = 5 , waw = 6 , jod = 10 ; totaal : 21 (3 X 7) . Structuur : 5 - 6 - 1 . Gr. ouai . Lat. vae . Fr. malheur . E. woe . D. weh . Js (22) : (1) Js 1,4 . (2) Js 1,24 . (3) Js 5,8 . (4) Js 5,11 . (5) Js 5,18 . (6) Js 5,20 . (7) Js 5,21 . (8) Js 5,22 . (9) Js 10,1 . (10) Js 10,5 . (11) Js 16,4 . (12) Js 17,12 . (13) Js 18,1 . (14) Js 28,1 . (15) Js 29,1 . (16) Js 29,15 . (17) Js 30,1 . (18) Js 31,1 . (19) Js 33,1 . (20) Js 45,9 . (21) Js 45,10 . (22) Js 55,1 .

Js 30,2 - Js 30,2 . Roep Egypte niet te hulp - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Js (Jesaja) -- Js 30 -- Js 30,1-7 -- Js 30,8-26 -- Js 30,27-33 -- Js 30,1 - Js 30,2 - Js 30,3 - Js 30,4 - Js 30,5 - Js 30,6 - Js 30,7 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
2oi poreuomenoi katabènai eis aigupton eme de ouk epèrôtèsan tou boèthèthènai upo faraô kai skepasthènai upo aiguptiôn   2 qui ambulatis ut descendatis in Aegyptum et os meum non interrogastis sperantes auxilium in fortitudine Pharao et habentes fiduciam in umbra Aegypti     2 Die gaan, om af te trekken in Egypte, en vragen Mijn mond niet; om zich te sterken met de macht van Farao, en om hun toevlucht te nemen onder de schaduw van Egypte.   [2] Zonder Mij om raad te vragen trekken zij naar Egypte, om bij de farao bescherming te zoeken en te schuilen in de schaduw van Egypte.   [2] die zonder mij te raadplegen op weg gaan naar Egypte, om te schuilen in de vesting van de farao en bescherming te zoeken in de schaduw van Egypte.   2 Die heengaan om af te dalen naar angstrijk Egypte, en mijn mond hebben ze niets gevraagd,– om zich te sterken met Farao’s sterkte, om te schuilen in de schaduw van Egypte!   2. Ils partent pour descendre en Égypte, sans m'avoir consulté, pour se mettre sous la protection du Pharaon et s'abriter à l'ombre de l'Égypte.   

King James Bible . [2] That walk to go down into Egypt, and have not asked at my mouth; to strengthen themselves in the strength of Pharaoh, and to trust in the shadow of Egypt!
Luther-Bibel . 2 die hinabziehen nach Ägypten und befragen meinen Mund nicht, um sich zu stärken mit der Macht des Pharao und sich zu bergen im Schatten Ägyptens!

Tekstuitleg van Js 30,2 .

Js 30,3 - Js 30,3 . Roep Egypte niet te hulp - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Js (Jesaja) -- Js 30 -- Js 30,1-7 -- Js 30,8-26 -- Js 30,27-33 -- Js 30,1 - Js 30,2 - Js 30,3 - Js 30,4 - Js 30,5 - Js 30,6 - Js 30,7 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
3estai gar umin è skepè faraô eis aischunèn kai tois pepoithosin ep' aigupton oneidos 3 et erit vobis fortitudo Pharaonis in confusionem et fiducia umbrae Aegypti in ignominiam     3 Want de sterkte van Farao zal ulieden tot schaamte zijn, en die toevlucht onder de schaduw van Egypte tot schande.   [3] Maar de bescherming van de farao zal u ontgoochelen en schuilen in de schaduw van Egypte brengt schande.   [3] De vesting van de farao zal jullie schande brengen, de bescherming van Egyptes schaduw smaad.   3 Farao’s versterking zal u tot beschaming worden,– het schuilen in de schaduw van Egypte tot schande.   3. Mais la protection du Pharaon tournera à votre honte, l'abri de l'ombre de l'Égypte à votre confusion.

King James Bible . [3] Therefore shall the strength of Pharaoh be your shame, and the trust in the shadow of Egypt your confusion.
Luther-Bibel . 3 Aber es soll euch die Stärke des Pharao zur Schande geraten und der Schutz im Schatten Ägyptens zum Hohn.

Tekstuitleg van Js 30,3 .

Js 30,4 - Js 30,4 . Roep Egypte niet te hulp - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Js (Jesaja) -- Js 30 -- Js 30,1-7 -- Js 30,8-26 -- Js 30,27-33 -- Js 30,1 - Js 30,2 - Js 30,3 - Js 30,4 - Js 30,5 - Js 30,6 - Js 30,7 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
4oti eisin en tanei archègoi aggeloi ponèroi matèn kopiasousin  4 erant enim in Tanis principes tui et nuntii tui usque ad Anes pervenerunt     4 Wanneer zijn vorsten zullen geweest zijn tot Zoan, en zijn gezanten zullen gekomen zijn tot nabij Chanes;   [4] Hun leiders zijn in Soan* geweest en hun gezanten zijn naar Chanes* getrokken,   [4] Al gaan jullie leiders naar Soan, al komen jullie gezanten tot in Chanes,   4 Al zullen hun vorsten in Tsoan geweest zijn,– en zullen hun boden Chanees bereiken,   4. Car ses princes ont été à Çoân et ses messagers ont atteint Hanès.  

King James Bible . [4] For his princes were at Zoan, and his ambassadors came to Hanes.
Luther-Bibel . 4 Denn ihre Fürsten sind zwar in Zoan, und ihre Boten sind nach Hanes gekommen,

Tekstuitleg van Js 30,4 .

Js 30,5 - Js 30,5 . Roep Egypte niet te hulp - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Js (Jesaja) -- Js 30 -- Js 30,1-7 -- Js 30,8-26 -- Js 30,27-33 -- Js 30,1 - Js 30,2 - Js 30,3 - Js 30,4 - Js 30,5 - Js 30,6 - Js 30,7 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
5pros laon os ouk ôfelèsei autous oute eis boètheian oute eis ôfeleian alla eis aischunèn kai oneidos 5 omnes confusi sunt super populo qui eis prodesse non potuit non fuerunt in auxilium et in aliquam utilitatem sed in confusionem et obprobrium     5 Hij zal hen allen beschaamd maken door een volk, dat hun geen nut kan doen, noch tot hulp, noch tot voordeel, maar tot schande en ook tot smaadheid zijn zal.   [5] maar allemaal zijn ze bedrogen uitgekomen bij een volk dat niets te bieden heeft, geen hulp en geen steun; het bezorgt hun alleen maar ontgoocheling en schande.’   [5] ze bereiken er helemaal niets, want dat volk heeft niets te bieden. Het brengt hun geen hulp of voordeel, maar slechts schande, spot en hoon.   5 allen zal hij beschamen om een gemeenschap die hun geen baat brengt,– niet tot hulp is en niet tot baat, nee, tot beschaming, ja tot smaad. ••  5. Tout le monde est déçu par un peuple qui ne peut secourir, qui n'apporte ni aide ni profit, mais déception et confusion.  

King James Bible . [5] They were all ashamed of a people that could not profit them, nor be an help nor profit, but a shame, and also a reproach.
Luther-Bibel . 5 aber sie müssen doch alle zuschanden werden an dem Volk, das ihnen nichts nützen kann, weder zur Hilfe noch sonst zu Nutz, sondern nur zu Schande und Spott.

Tekstuitleg van Js 30,5 .

Js 30,6 - Js 30,6 . Roep Egypte niet te hulp - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Js (Jesaja) -- Js 30 -- Js 30,1-7 -- Js 30,8-26 -- Js 30,27-33 -- Js 30,1 - Js 30,2 - Js 30,3 - Js 30,4 - Js 30,5 - Js 30,6 - Js 30,7 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
6è orasis tôn tetrapodôn tôn en tè erèmô en tè thlipsei kai tè stenochôria leôn kai skumnos leontos ekeithen kai aspides kai ekgona aspidôn petomenôn oi eferon ep' onôn kai kamèlôn ton plouton autôn pros ethnos o ouk ôfelèsei autous eis boètheian alla eis aischunèn kai oneidos  6 onus iumentorum austri in terra tribulationis et angustiae leaena et leo ex eis vipera et regulus volans portantes super umeros iumentorum divitias suas et super gibbum camelorum thesauros suos ad populum qui eis prodesse non poterit     6 De last der beesten, van het zuiden, naar het land des angstes, en der benauwdheid, van waar de sterke leeuw en de oude leeuw is, de basilisk en de vurige vliegende draak; hun goederen zullen zij voeren op den rug der veulens, en hun schatten op de bulten der kemelen, tot het volk, dat hun geen nut zal doen.   [6] Uitspraak* over de dieren van de Negeb. Door een land van benauwenis en angst, vol brullende leeuwen en leeuwinnen, vol adders en vliegende draken, vervoeren zij hun rijkdommen op de ruggen van ezels en hun schatten op de bulten van kamelen, naar een volk dat niets te bieden heeft.   [6] Profetie over de dieren van het Zuiden. Door een land van ellende en ontbering – het domein van leeuwin en leeuw, van slang en vliegensvlugge cobra – vervoeren zij hun schatten op ezelsruggen, hun rijkdommen op kamelenbulten, naar een volk dat niets te bieden heeft.   6 Lastwoord over de beesten uit het zuiden: in het land van benauwing en benardheid, met bij zich leeuwenmoeder en mannetjesleeuw, serpent en vliegende vuurvogel, dragen ze op de rug van jonge ezels hun vermogens, op de bulten van kamelen hun schatten, óp naar een gemeenschap die hun geen baat brengt.  6. Oracle sur les bêtes du Négeb. Au pays d'angoisse et de détresse, de la lionne et du lion rugissant, de la vipère et du dragon volant, ils apportent sur l'échine des ânes leurs richesses, sur la bosse des chameaux leurs trésors, vers un peuple qui ne peut secourir : 

King James Bible . [6] The burden of the beasts of the south: into the land of trouble and anguish, from whence come the young and old lion, the viper and fiery flying serpent, they will carry their riches upon the shoulders of young asses, and their treasures upon the bunches of camels, to a people that shall not profit them.
Luther-Bibel . 6 Dies ist die Last für die Tiere des Südlandes: Im Lande der Trübsal und Angst, wo Löwe und Löwin, wo Ottern und feurige fliegende Drachen sind, da führen sie ihre Habe auf dem Rücken von Eseln und ihre Schätze auf dem Höcker von Kamelen zu dem Volk, das ihnen nichts nützen kann.

Tekstuitleg van Js 30,6 . Dit vers Js 30,6 begint met het opschrift mashshâ´ (profetie, godsspraak) . Het type tekst is een uitspraak . Deze omvat Js 30,6-7 . Deze uitspraaktekst is ingebed in de wee-tekst die in Js 30,1 begint . Het is dus een opschrift van een andere aard dan de andere uitspraakopschriften .

Js 30,7 - Js 30,7 . Roep Egypte niet te hulp - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Js (Jesaja) -- Js 30 -- Js 30,1-7 -- Js 30,8-26 -- Js 30,27-33 -- Js 30,1 - Js 30,2 - Js 30,3 - Js 30,4 - Js 30,5 - Js 30,6 - Js 30,7 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
7aiguptioi mataia kai kena ôfelèsousin umas apaggeilon autois oti mataia è paraklèsis umôn autè  7 Aegyptus enim frustra et vane auxiliabitur ideo clamavi super hoc superbia tantum est quiesce     7 Want Egypte zal ijdellijk en te vergeefs helpen; daarom heb Ik hierover geroepen; Stilzitten zal hun sterkte zijn.   [7] De hulp van Egypte is waardeloos, zij betekent niets. Daarom noem ik dat land: ‘Rahab* – Nietsnut’.   [7] De hulp van Egypte is loos en leeg; dus noem ik het Rahab, ‘Tandeloos monster’.   7 Egypte,– lucht en leegte is hun hulp; daarom heb ik daartegen geroepen: Rahav,– bullebak, die grommend neerzit!  7. l'Égypte dont l'aide est vanité et néant; c'est pourquoi je lui ai donné ce nom : Rahab la déchue. 

King James Bible . [7] For the Egyptians shall help in vain, and to no purpose: therefore have I cried concerning this, Their strength is to sit still.
Luther-Bibel . 7 Denn Ägypten ist nichts, und sein Helfen ist vergeblich. Darum nenne ich Ägypten »Rahab, die zum Schweigen gebracht ist«. Gegen die Verächter des göttlichen Wortes

Tekstuitleg van Js 30,7

6. act. qal perf. 1ste pers. enk. qârâ´thî (ik riep) van het werkw. qârâ´ (roepen, heten) . Taalgebruik in Tenach : qârâ´ (roepen, heten) . Getalwaarde : qoph = 19 of 100 , resj = 20 of 200 , aleph = 1 ; totaal : 40 (2³ X 5) of 301 . Structuur : 1 - 2 - 1 . Gr. kaleô (roepen, noemen) . Taalgebruik in het N.T. : kaleô (roepen) . Taalgebruik in de Septuaginta : kaleô (roepen) . E. to call . Lat. vocare (vox = stem) . Fr. appeler (Lat. appellare - pellere : pousser , dringen ; aandringen , oproepen) . Ned. roepen . D. rufen . Een vorm van kaleô (roepen, noemen) in de LXX (512) , in het N.T. (148) . Tenach (25) . Js (6) : (1) Js 13,3 . (2) Js 30,7 . (3) Js 43,1 . (4) Js 50,2 . (5) Js 65,12 . (6) Js 66,4 .

- Js 30,8-26 . De Onwillige toehoorders - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Js (Jesaja) -- Js 30 -- Js 30,1-7 -- Js 30,8-26 -- Js 30,27-33 - Js 30,8 - Js 30,9 - Js 30,10 - Js 30,11 - Js 30,12 - Js 30,13 - Js 30,14 - Js 30,15 - Js 30,16 - Js 30,17 - Js 30,18 - Js 30,19 - Js 30,20 - Js 30,21 - Js 30,22 - Js 30,23 - Js 30,24 - Js 30,25 - Js 30,26 -

Js 30,8 - Js 30,8 . De Onwillige toehoorders - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Js (Jesaja) -- Js 30 -- Js 30,1-7 -- Js 30,8-26 -- Js 30,27-33 - Js 30,8 - Js 30,9 - Js 30,10 - Js 30,11 - Js 30,12 - Js 30,13 - Js 30,14 - Js 30,15 - Js 30,16 - Js 30,17 - Js 30,18 - Js 30,19 - Js 30,20 - Js 30,21 - Js 30,22 - Js 30,23 - Js 30,24 - Js 30,25 - Js 30,26 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
8nun oun kathisas grapson epi puxiou tauta kai eis biblion oti estai eis èmeras kairôn tauta kai eôs eis ton aiôna  8 nunc ingressus scribe eis super buxum et in libro diligenter exara illud et erit in die novissimo in testimonium usque ad aeternum     8 Nu dan, ga henen, schrijf voor hen op een tafel, en teken het in een boek, opdat het blijve tot den laatsten dag, voor altoos, tot in eeuwigheid.   [8] Schrijf dit nu voor hen op, leg het vast in een document, als een getuigenis voor de toekomst, voor eeuwig en altijd:   [8] Neem een stenen plaat en schrijf dit op, leg het met zoveel woorden voor hen vast, zodat het bewaard blijft tot in eeuwigheid.   8 ¶ Nu dan, kom en schrijf op een bord, in een boekrol teken je op,– opdat het blijft voor een latere dag tot getuigenis tot in eeuwigheid:   8. Maintenant va, écris-le sur une tablette, grave-le sur un document, que ce soit pour un jour à venir, pour toujours et à jamais. 

King James Bible . [8] Now go, write it before them in a table, and note it in a book, that it may be for the time to come for ever and ever:
Luther-Bibel . 8 So geh nun hin und schreib es vor ihnen nieder auf eine Tafel und zeichne es in ein Buch, dass es bleibe für immer und ewig.

Tekstuitleg van. Js 30,8 .

Js 30,9 - Js 30,9 . De Onwillige toehoorders - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Js (Jesaja) -- Js 30 -- Js 30,1-7 -- Js 30,8-26 -- Js 30,27-33 - Js 30,8 - Js 30,9 - Js 30,10 - Js 30,11 - Js 30,12 - Js 30,13 - Js 30,14 - Js 30,15 - Js 30,16 - Js 30,17 - Js 30,18 - Js 30,19 - Js 30,20 - Js 30,21 - Js 30,22 - Js 30,23 - Js 30,24 - Js 30,25 - Js 30,26 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
9oti laos apeithès estin uioi pseudeis oi ouk èboulonto akouein ton nomon tou theou  9 populus enim ad iracundiam provocans est et filii mendaces filii nolentes audire legem Domini     9 Want het is een wederspannig volk; het zijn leugenachtige kinderen; kinderen, die des HEEREN wet niet horen willen.   [9] Dit volk is opstandig, het zijn onbetrouwbare zonen, zonen die niet willen luisteren naar het onderricht van de heer.   [9] Onhandelbaar volk, kinderen vol bedrog, die niet willen luisteren naar het onderricht van de HEER.   9 dat het een weerspannige gemeenschap is, van leugenachtige zonen,– zonen–en–dochters die niet hebben willen horen naar het onderricht van de ENE,   9. Car c'est un peuple révolté, des fils menteurs, des fils qui refusent d'écouter la Loi de Yahvé,  

King James Bible . [9] That this is a rebellious people, lying children, children that will not hear the law of the LORD:
Luther-Bibel . 9 Denn sie sind ein ungehorsames Volk und verlogene Söhne, die nicht hören wollen die Weisung des HERRN,

Tekstuitleg van Js 30,9 .

Js 30,10 - Js 30,10 . De Onwillige toehoorders - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Js (Jesaja) -- Js 30 -- Js 30,1-7 -- Js 30,8-26 -- Js 30,27-33 - Js 30,8 - Js 30,9 - Js 30,10 - Js 30,11 - Js 30,12 - Js 30,13 - Js 30,14 - Js 30,15 - Js 30,16 - Js 30,17 - Js 30,18 - Js 30,19 - Js 30,20 - Js 30,21 - Js 30,22 - Js 30,23 - Js 30,24 - Js 30,25 - Js 30,26 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
10oi legontes tois profètais mè anaggellete èmin kai tois ta oramata orôsin mè laleite èmin alla èmin laleite kai anaggellete èmin eteran planèsin  10 qui dicunt videntibus nolite videre et aspicientibus nolite aspicere nobis ea quae recta sunt loquimini nobis placentia videte nobis errores     10 Die daar zeggen tot de zieners: Ziet niet; en tot de schouwers: Schouwt ons niet, wat recht is; spreekt tot ons zachte dingen, schouwt ons bedriegerijen.   [10] Tegen de zieners zeggen zij: ‘Weg met die visioenen.’ Zij zeggen tegen de voorzeggers: ‘U hoeft voor ons geen waarheid te verkondigen, vertel maar aangename boodschappen en verzin uw visioenen zelf.   [10] Tegen de zieners zeggen zij: ‘Voor ons geen visioenen!’ en tegen de schouwers: ‘Schouw niet naar waarheid. Spreek leugens tegen ons en valse profetieën.   10 die tot de zieners hebben gezegd: ziet liever niets!, en tot wie schouwen: schouwt voor ons geen dingen die wáár zijn!, spreekt tot ons wat er glad ingaat, schouwt wat ons begoochelt!,   10. qui ont dit aux voyants : « Vous ne verrez pas », et aux prophètes : « Vous ne percevrez pour nous rien de clair. Dites-nous des choses flatteuses, ayez des visions trompeuses.  

King James Bible . [10] Which say to the seers, See not; and to the prophets, Prophesy not unto us right things, speak unto us smooth things, prophesy deceits:
Luther-Bibel . 10 sondern sagen zu den Sehern: »Ihr sollt nicht sehen!«, und zu den Schauern: »Was wahr ist, sollt ihr uns nicht schauen! Redet zu uns, was angenehm ist; schaut, was das Herz begehrt!

Tekstuitleg van Js 30,10 .

Js 30,11 - Js 30,11 . De Onwillige toehoorders - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Js (Jesaja) -- Js 30 -- Js 30,1-7 -- Js 30,8-26 -- Js 30,27-33 - Js 30,8 - Js 30,9 - Js 30,10 - Js 30,11 - Js 30,12 - Js 30,13 - Js 30,14 - Js 30,15 - Js 30,16 - Js 30,17 - Js 30,18 - Js 30,19 - Js 30,20 - Js 30,21 - Js 30,22 - Js 30,23 - Js 30,24 - Js 30,25 - Js 30,26 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
11kai apostrepsate èmas apo tès odou tautès afelete af' èmôn ton tribon touton kai afelete af' èmôn ton agion tou israèl  11 auferte a me viam declinate a me semitam cesset a facie nostra Sanctus Israhel    11 Wijkt af van den weg, maakt u van de baan; laat den Heilige Israëls van ons ophouden!   [11] Wijk eens af van de gewone wegen, verlaat het gebaande pad en val ons niet lastig met die Heilige* van Israël.’   [11] Verlaat de juiste weg, wijk af van het rechte spoor. Val ons niet lastig met de Heilige van Israël.’   11 verwijdert u van de weg, buigt af van het pad,– houdt van ons aanschijn weg die Heilige van Israël! ••   11. Éloignez-vous du chemin, écartez-vous du sentier, ôtez de devant nous le Saint d'Israël. »  

King James Bible . [11] Get you out of the way, turn aside out of the path, cause the Holy One of Israel to cease from before us.
Luther-Bibel . 11 Weicht ab vom Wege, geht aus der rechten Bahn! Lasst uns doch in Ruhe mit dem Heiligen Israels!«

Tekstuitleg van Js 30,11 . Het vers Js 30,11 telt 11 woorden en 42 (2 X 3 X 7) letters . De getalwaarde van Js 30,11 is 3236 (2² X 809) . Het vers telt 3 imperatieven gevolgd door het voorzetsel min (van weg) .

Js 30,11.1. act. imperat. 2de pers. mann. mv. sûrû (wijkt) van het werkw. swr (wijken, afwijken, afvallen, zich ver houden van) . swr (wijken, afwijken, afvallen, zich ver houden van) . Taalgebruik in Tenach : swr (wijken, afwijken, afvallen, zich ver houden van) . Getalwaarde : samech = 15 of 60 , waw = 6 , resj = 20 of 200 ; totaal : 41 OF 266 (2 X 7 X 19) . Structuur : 6 - 6 - 2 . Een vorm van swr (wijken, afwijken, afvallen, zich ver houden van) in Js (22) . Tenach : (1) Gn 19,2 . (2) Nu 16,26 . (3) Js 30,11 . (4) Js 52,11 . (5) Ps 6,9 . (6) Ps 119,115 . (7) Ps 139,19 . (8) Kl 4,15 .

Js 30,11.9. - 11. ´èth qëdôsj jishërâ´el (de Heilige van Israël) . Tenach (2) : (1) Js 1,4 . (2) Js 30,11 .

Js 30,12 - Js 30,12 . De Onwillige toehoorders - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Js (Jesaja) -- Js 30 -- Js 30,1-7 -- Js 30,8-26 -- Js 30,27-33 - Js 30,8 - Js 30,9 - Js 30,10 - Js 30,11 - Js 30,12 - Js 30,13 - Js 30,14 - Js 30,15 - Js 30,16 - Js 30,17 - Js 30,18 - Js 30,19 - Js 30,20 - Js 30,21 - Js 30,22 - Js 30,23 - Js 30,24 - Js 30,25 - Js 30,26 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12dia touto outôs legei kurios o agios tou israèl oti èpeithèsate tois logois toutois kai èlpisate epi pseudei kai oti egoggusas kai pepoithôs egenou epi tô logô toutô  12 propterea haec dicit Sanctus Israhel pro eo quod reprobastis verbum hoc et sperastis in calumniam et tumultum et innixi estis super eo     12 Daarom, zo zegt de Heilige Israëls: Omdat gijlieden dit woord verwerpt, en vertrouwt op onderdrukking en verkeerdheid, en steunt daarop:   [12] Daarom zegt de Heilige van Israël: ‘Omdat u mijn woorden minacht en op afpersing en bedrog vertrouwt en daarin uw steun zoekt,   [12] Daarom – dit zegt de Heilige van Israël: Omdat jullie die woorden hebben verworpen en alles verwachtten van geweld en bedrog,   12 Daarom, zó heeft hij gezegd, de Heilige van Israël: omdat ge dit woord verworpen hebt,– veiligheid vindt in afpersing en bedrog en dáárop steunt,   12. C'est pourquoi, ainsi parle le Saint d'Israël : Parce que vous avez rejeté cette parole et que vous vous êtes fiés à la fraude et à la déloyauté pour vous y appuyer,  

King James Bible . [12] Wherefore thus saith the Holy One of Israel, Because ye despise this word, and trust in oppression and perverseness, and stay thereon:
Luther-Bibel . 12 Darum spricht der Heilige Israels: Weil ihr dies Wort verwerft und verlasst euch auf Frevel und Mutwillen und trotzt darauf,

Tekstuitleg van Js 30,12 .

Js 30,13 - Js 30,13 . De Onwillige toehoorders - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Js (Jesaja) -- Js 30 -- Js 30,1-7 -- Js 30,8-26 -- Js 30,27-33 - Js 30,8 - Js 30,9 - Js 30,10 - Js 30,11 - Js 30,12 - Js 30,13 - Js 30,14 - Js 30,15 - Js 30,16 - Js 30,17 - Js 30,18 - Js 30,19 - Js 30,20 - Js 30,21 - Js 30,22 - Js 30,23 - Js 30,24 - Js 30,25 - Js 30,26 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
13dia touto estai umin è amartia autè ôs teichos pipton parachrèma poleôs ochuras ealôkuias ès parachrèma parestin to ptôma  13 propterea erit vobis iniquitas haec sicut interruptio cadens et requisita in muro excelso quoniam subito dum non speratur veniet contritio eius     13 Daarom zal ulieden deze misdaad zijn gelijk een vallende scheur, uitwaarts gebogen in een hogen muur, welks breuk haastelijk in een ogenblik komen zal.   [13] daarom wordt u door uw zonde een loszittend stuk aan een hoge vestingmuur, dat plotseling en onverwachts omlaag valt   [13] zal deze ongerechtigheid in jullie doorwerken als een steeds bredere bres in een hoge muur, die dan opeens, in een oogwenk, instort   13 daarom zal voor u deze ongerechtigheid worden een bres die op vallen staat, overhelt in een muur die heel steil is en wiens breken ineens in een ogenblik komt;   13. à cause de cela, cette faute sera pour vous comme une brèche qui se produit, une saillie en haut d'un rempart qui soudain, d'un seul coup, vient à s'écrouler.  

King James Bible . [13] Therefore this iniquity shall be to you as a breach ready to fall, swelling out in a high wall, whose breaking cometh suddenly at an instant.
Luther-Bibel . 13 so soll euch diese Sünde sein wie ein Riss, wenn es beginnt zu rieseln an einer hohen Mauer, die plötzlich, unversehens einstürzt;

Tekstuitleg van Js 30,13 .

Js 30,14 - Js 30,14 . De Onwillige toehoorders - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Js (Jesaja) -- Js 30 -- Js 30,1-7 -- Js 30,8-26 -- Js 30,27-33 - Js 30,8 - Js 30,9 - Js 30,10 - Js 30,11 - Js 30,12 - Js 30,13 - Js 30,14 - Js 30,15 - Js 30,16 - Js 30,17 - Js 30,18 - Js 30,19 - Js 30,20 - Js 30,21 - Js 30,22 - Js 30,23 - Js 30,24 - Js 30,25 - Js 30,26 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
14kai to ptôma autès estai ôs suntrimma aggeiou ostrakinou ek keramiou lepta ôste mè eurein en autois ostrakon en ô pur areis kai en ô aposurieis udôr mikron  14 et comminuetur sicut conteritur lagoena figuli contritione pervalida et non invenietur de fragmentis eius testa in qua portetur igniculus de incendio aut hauriatur parum aquae de fovea     14 Ja, Hij zal ze verbreken, gelijk een pottenbakkerskruik verbroken wordt; in het brijzelen zal Hij niet verschonen; alzo dat van haar verbrijzeling niet een scherf zal gevonden worden, om vuur uit den haard te nemen, of om water te scheppen uit een gracht.  [14] en in stukken breekt als een aarden kruik, die zo meedogenloos verbrijzeld wordt, dat geen van de scherven groot genoeg is om vuur uit de haard te nemen of om water uit een plas te scheppen.’   [14] en breekt als de kruik van een pottenbakker, die zo meedogenloos wordt verbrijzeld dat er geen scherf meer over is waarmee vuur uit de haard gehaald of water uit een vat geschept kan worden.   14 hij breekt zoals een pottenbakkerskruik breekt: meedogenloos vermalen; is die eenmaal vermalen dan vind je geen scherf meer om vuur uit een haard te halen of water te scheppen uit een poel! •  14. Il va le briser comme on brise une jarre de potier, mise en pièces sans pitié, et l'on ne trouvera pas dans ses débris un tesson pour racler le feu du foyer ou pour puiser l'eau d'un bassin.  

King James Bible . [14] And he shall break it as the breaking of the potters' vessel that is broken in pieces; he shall not spare: so that there shall not be found in the bursting of it a sherd to take fire from the hearth, or to take water withal out of the pit.
Luther-Bibel . 14 wie wenn ein Topf zerschmettert wird, den man zerstößt ohne Erbarmen, sodass man von seinen Stücken nicht eine Scherbe findet, darin man Feuer hole vom Herde oder Wasser schöpfe aus dem Brunnen.

Tekstuitleg van Js 30,14 .

Js 30,15 - Js 30,15 . De Onwillige toehoorders - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Js (Jesaja) -- Js 30 -- Js 30,1-7 -- Js 30,8-26 -- Js 30,27-33 - Js 30,8 - Js 30,9 - Js 30,10 - Js 30,11 - Js 30,12 - Js 30,13 - Js 30,14 - Js 30,15 - Js 30,16 - Js 30,17 - Js 30,18 - Js 30,19 - Js 30,20 - Js 30,21 - Js 30,22 - Js 30,23 - Js 30,24 - Js 30,25 - Js 30,26 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
15outô legei kurios o agios tou israèl otan apostrafeis stenaxès tote sôthèsè kai gnôsè pou èstha ote epepoitheis epi tois mataiois mataia è ischus umôn egenèthè kai ouk èboulesthe akouein 15 quia haec dicit Dominus Deus Sanctus Israhel si revertamini et quiescatis salvi eritis in silentio et in spe erit fortitudo vestra et noluistis     15 Want alzo zegt de Heere HEERE, de Heilige Israëls: Door wederkering en rust zoudt gijlieden behouden worden, in stilheid en in vertrouwen zou uw sterkte zijn; doch gij hebt niet gewild.   [15] Want zo spreekt de Heer god, de Heilige van Israël: ‘In stille berusting ligt uw redding, in rustig vertrouwen uw kracht.’ Maar u was onwillig,   [15] Dit zei God, de HEER, de Heilige van Israël: ‘In rust en inkeer ligt jullie redding, in geduld en vertrouwen ligt jullie kracht.’ Maar jullie wilden niet.   15 Want zo heeft gezegd mijn Heer, de ENE, de Heilige van Israël: in bekering en berusting ligt uw behoud, in stilheid en vertrouwen is uw kracht gelegen,– maar ge hebt niet gewild;  15. Car ainsi parle le Seigneur Yahvé, le Saint d'Israël : Dans la conversion et le calme était votre salut, dans la sérénité et la confiance était votre force, mais vous n'avez pas voulu! 

King James Bible . [15] For thus saith the Lord GOD, the Holy One of Israel; In returning and rest shall ye be saved; in quietness and in confidence shall be your strength: and ye would not.
Luther-Bibel . 15 Denn so spricht Gott der HERR, der Heilige Israels: Wenn ihr umkehrtet und stille bliebet, so würde euch geholfen; durch Stillesein und Hoffen würdet ihr stark sein. Aber ihr wollt nicht

Tekstuitleg van Js 30,15 .

Js 30,16 - Js 30,16 . De Onwillige toehoorders - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Js (Jesaja) -- Js 30 -- Js 30,1-7 -- Js 30,8-26 -- Js 30,27-33 - Js 30,8 - Js 30,9 - Js 30,10 - Js 30,11 - Js 30,12 - Js 30,13 - Js 30,14 - Js 30,15 - Js 30,16 - Js 30,17 - Js 30,18 - Js 30,19 - Js 30,20 - Js 30,21 - Js 30,22 - Js 30,23 - Js 30,24 - Js 30,25 - Js 30,26 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
16all' eipate ef' ippôn feuxometha dia touto feuxesthe kai eipate epi koufois anabatai esometha dia touto koufoi esontai oi diôkontes umas  16 et dixistis nequaquam sed ad equos fugiemus ideo fugietis et super veloces ascendemus ideo veloces erunt qui persequentur vos     16 En gij zegt: Neen, maar op paarden zullen wij vlieden; daarom zult gij vlieden! En: Op snelle paarden zullen wij rijden; daarom zullen uw vervolgers ook snel zijn!   [16] u hebt gezegd: ‘Nee, wij vluchten op onze paarden!’ Vluchten zult u! U dacht: ‘Op onze snelle paarden gaan wij ervandoor.’ Maar degenen die u achterna zitten zijn even snel.   [16] Jullie zeiden: ‘Nee! Te paard vluchten we weg!’ – Vluchten zúl je! ‘Wij gaan er razendsnel vandoor!’ – Razendsnel word je ingehaald.   16 ge zegt: nee hoor, te paard kunnen we vluchten!, en daarom zult ge vluchten; op een snel ros zullen we rijden!, daarom zullen uw achtervolgers u te snel zijn.   16. Vous avez dit : « Non, car nous fuirons à cheval! » Eh bien! oui, vous fuirez. Et encore : « Nous aurons des montures rapides! » Eh bien! vos poursuivants seront rapides. 

King James Bible . [16] But ye said, No; for we will flee upon horses; therefore shall ye flee: and, We will ride upon the swift; therefore shall they that pursue you be swift.
Luther-Bibel . 16 und sprecht: »Nein, sondern auf Rossen wollen wir dahinfliehen«, – darum werdet ihr dahinfliehen, »und auf Rennern wollen wir reiten«, – darum werden euch eure Verfolger überrennen.

Tekstuitleg van Js 30,16 .

Js 30,17 - Js 30,17 . De Onwillige toehoorders - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Js (Jesaja) -- Js 30 -- Js 30,1-7 -- Js 30,8-26 -- Js 30,27-33 - Js 30,8 - Js 30,9 - Js 30,10 - Js 30,11 - Js 30,12 - Js 30,13 - Js 30,14 - Js 30,15 - Js 30,16 - Js 30,17 - Js 30,18 - Js 30,19 - Js 30,20 - Js 30,21 - Js 30,22 - Js 30,23 - Js 30,24 - Js 30,25 - Js 30,26 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
17dia fônèn enos feuxontai chilioi kai dia fônèn pente feuxontai polloi eôs an kataleifthète ôs istos ep' orous kai ôs sèmaian ferôn epi bounou  17 mille homines a facie terroris unius et a facie terroris quinque fugietis donec relinquamini quasi malus navis in vertice montis et quasi signum super collem     17 Een duizend van het schelden van enige, van het schelden van vijf zult gij allen vlieden; totdat gij overgelaten wordt, gelijk een mast op den top van een berg, en als een banier op een heuvel.   [17] Duizend vluchten er voor de bedreiging van één man; en voor de bedreiging van vijf slaan er zoveel op de vlucht, dat er van u niet meer overblijft dan een eenzame mast op een bergtop, een vaandel op een heuvel.   [17] Duizend zullen er vluchten voor het dreigen van één, voor het dreigen van vijf vluchten jullie allen. Al wat er van jullie rest is als een paal op een bergtop, als een vaandel op een heuvel.  17 Een duizendtal zal sidderen voor het aanschijn van het schelden van één, voor het aanschijn van het schelden van vijf zult ge vluchten,– totdat wat er van u resteert is als de mast op de top van een berg, als het vaandel op de heuvel.   17. Mille trembleront devant la menace d'un seul, devant la menace de cinq vous vous enfuirez, jusqu'à ce qu'il reste de vous comme un mât en haut de la montagne, comme un signal sur la colline.  

King James Bible . [17] One thousand shall flee at the rebuke of one; at the rebuke of five shall ye flee: till ye be left as a beacon upon the top of a mountain, and as an ensign on an hill.
Luther-Bibel . 17 Denn euer tausend werden fliehen vor eines Einzigen Drohen; ja vor fünfen werdet ihr alle fliehen, bis ihr übrig bleibt wie ein Mast oben auf einem Berge und wie ein Banner auf einem Hügel. Gottes Erbarmen über sein Volk

Tekstuitleg van Js 30,17 .

Js 30,18 - Js 30,18 . De Onwillige toehoorders - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Js (Jesaja) -- Js 30 -- Js 30,1-7 -- Js 30,8-26 -- Js 30,27-33 - Js 30,8 - Js 30,9 - Js 30,10 - Js 30,11 - Js 30,12 - Js 30,13 - Js 30,14 - Js 30,15 - Js 30,16 - Js 30,17 - Js 30,18 - Js 30,19 - Js 30,20 - Js 30,21 - Js 30,22 - Js 30,23 - Js 30,24 - Js 30,25 - Js 30,26 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
18kai palin menei o theos tou oiktirèsai umas kai dia touto upsôthèsetai tou eleèsai umas dioti kritès kurios o theos èmôn estin kai pou kataleipsete tèn doxan umôn makarioi oi emmenontes en autô  18 propterea expectat Dominus ut misereatur vestri et ideo exaltabitur parcens vobis quia Deus iudicii Dominus beati omnes qui expectant eum     18 En daarom zal de HEERE wachten, opdat Hij u genadig zij, en daarom zal Hij verhoogd worden, opdat Hij Zich over ulieden ontferme, want de HEERE is een God des gerichts; welgelukzalig zijn die allen, die Hem verwachten.   [18] Daarom* ziet de heer uit naar een gelegenheid om u zijn goedheid te bewijzen; daarom zal Hij opstaan en zich over u ontfermen, want de heer is een rechtvaardige God. Gelukkig zijn allen die naar Hem uitzien!   [18] En toch wacht de HEER op het ogenblik dat hij jullie genadig kan zijn; toch zal hij zich oprichten om zich over jullie te ontfermen. Want de HEER is een God van recht. Gelukkig de mens die op hem wacht.   18 ¶ En daarom blijft de ENE erop wachten om u genadig te zijn, en daarom zal hij zich verheffen om zich over u te ontfermen; want een God die rechtdoet is de ENE, zalig allen die wachten op hem! ••   18. C'est pourquoi Yahvé attend l'heure de vous faire grâce, c'est pourquoi il se lèvera pour vous prendre en pitié, car Yahvé est un Dieu de justice; bienheureux tous ceux qui espèrent en lui.  

King James Bible . [18] And therefore will the LORD wait, that he may be gracious unto you, and therefore will he be exalted, that he may have mercy upon you: for the LORD is a God of judgment: blessed are all they that wait for him.
Luther-Bibel . 18 Darum harrt der HERR darauf, dass er euch gnädig sei, und er macht sich auf, dass er sich euer erbarme; denn der HERR ist ein Gott des Rechts. Wohl allen, die auf ihn harren!

Tekstuitleg van Js 30,18 .

Js 30,19 - Js 30,19 . De Onwillige toehoorders - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Js (Jesaja) -- Js 30 -- Js 30,1-7 -- Js 30,8-26 -- Js 30,27-33 - Js 30,8 - Js 30,9 - Js 30,10 - Js 30,11 - Js 30,12 - Js 30,13 - Js 30,14 - Js 30,15 - Js 30,16 - Js 30,17 - Js 30,18 - Js 30,19 - Js 30,20 - Js 30,21 - Js 30,22 - Js 30,23 - Js 30,24 - Js 30,25 - Js 30,26 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
19dioti laos agios en siôn oikèsei kai ierousalèm klauthmô eklausen eleèson me eleèsei se tèn fônèn tès kraugès sou ènika eiden epèkousen sou  19 populus enim Sion habitabit in Hierusalem plorans nequaquam plorabis miserans miserebitur tui ad vocem clamoris tui statim ut audierit respondebit tibi     19 Want het volk zal in Sion wonen, te Jeruzalem; gij zult ganselijk niet wenen; gewisselijk zal Hij u genadig zijn op de stem uws geroeps; zo haast Hij die horen zal, zal Hij u antwoorden.   [19] Volk van Sion, volk dat in Jeruzalem woont, u hoeft niet meer te wenen. De heer zal u genadig zijn als uw roepen tot Hem doordringt; zodra Hij het verneemt, zal Hij u verhoren.   [19] Volk van Jeruzalem, dat op de Sion woont, je hoeft geen tranen meer te storten. Want hij zal zich over je ontfermen als je weeklaagt, hij zal antwoorden zodra hij je hoort.   19 Want, gemeente die op Sion zetelt, in Jeruzalem,– ween niet, blijf niet wenen: genadig zal hij je begenadigen als je stem tot hem schreeuwt; zodra hij die hoort zal hij je antwoord geven.   19. Oui, peuple de Sion, qui habites Jérusalem, tu n'auras plus à pleurer, car il va te faire grâce à cause du cri que tu pousses, dès qu'il l'entendra il te répondra.  

King James Bible . [19] For the people shall dwell in Zion at Jerusalem: thou shalt weep no more: he will be very gracious unto thee at the voice of thy cry; when he shall hear it, he will answer thee.
Luther-Bibel . 19 Du Volk Zions, das in Jerusalem wohnt, du wirst nicht weinen! Er wird dir gnädig sein, wenn du rufst. Er wird dir antworten, sobald er's hört.

Tekstuitleg van Js 30,19 .

Js 30,20 - Js 30,20 . De Onwillige toehoorders - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Js (Jesaja) -- Js 30 -- Js 30,1-7 -- Js 30,8-26 -- Js 30,27-33 - Js 30,8 - Js 30,9 - Js 30,10 - Js 30,11 - Js 30,12 - Js 30,13 - Js 30,14 - Js 30,15 - Js 30,16 - Js 30,17 - Js 30,18 - Js 30,19 - Js 30,20 - Js 30,21 - Js 30,22 - Js 30,23 - Js 30,24 - Js 30,25 - Js 30,26 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
20kai dôsei kurios umin arton thlipseôs kai udôr stenon kai ouketi mè eggisôsin soi oi planôntes se oti oi ofthalmoi sou opsontai tous planôntas se  20 et dabit vobis Dominus panem artum et aquam brevem et non faciet avolare a te ultra doctorem tuum et erunt oculi tui videntes praeceptorem tuum     20 De Heere zal ulieden wel brood der benauwdheid, en wateren der verdrukking geven; maar uw leraars zullen niet meer als met vleugelen wegvliegen, maar uw ogen zullen uw leraars zien;   [20] De Heer heeft u het brood* van de benauwing en het water van de verdrukking gegeven, maar uw leermeester zal zich niet langer verborgen houden: met eigen ogen zult u Hem zien.   [20] De Heer zal jullie brood geven in de benauwenis en water in de nood. Hij die jullie onderricht gaf, zal zich niet langer verbergen. Met eigen ogen zul je je leermeester zien,   20 Geven zal mijn Heer u wel brood der benauwing en water van verdrukking,– maar die je onderricht zal niet nogmaals wegvliegen, je ogen zullen blijvend je onderrichters zien,   20. Le Seigneur vous donnera le pain de l'angoisse et l'eau rationnée, celui qui t'instruit ne se cachera plus, et tes yeux verront celui qui t'instruit.  

King James Bible . [20] And though the Lord give you the bread of adversity, and the water of affliction, yet shall not thy teachers be removed into a corner any more, but thine eyes shall see thy teachers:
Luther-Bibel . 20 Und der Herr wird euch in Trübsal Brot und in Ängsten Wasser geben. Und dein Lehrer wird sich nicht mehr verbergen müssen, sondern deine Augen werden deinen Lehrer sehen.

Tekstuitleg van Js 30,20 .

Js 30,21 - Js 30,21 . De Onwillige toehoorders - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Js (Jesaja) -- Js 30 -- Js 30,1-7 -- Js 30,8-26 -- Js 30,27-33 - Js 30,8 - Js 30,9 - Js 30,10 - Js 30,11 - Js 30,12 - Js 30,13 - Js 30,14 - Js 30,15 - Js 30,16 - Js 30,17 - Js 30,18 - Js 30,19 - Js 30,20 - Js 30,21 - Js 30,22 - Js 30,23 - Js 30,24 - Js 30,25 - Js 30,26 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
21kai ta ôta sou akousontai tous logous tôn opisô se planèsantôn oi legontes autè è odos poreuthômen en autè eite dexia eite aristera  21 et aures tuae audient verbum post tergum monentis haec via ambulate in ea neque ad dexteram neque ad sinistram     21 En uw oren zullen horen het woord desgenen, die achter u is, zeggende: Dit is de weg, wandelt in denzelven; als gij zoudt afwijken ter rechter hand of ter linkerhand.   [21] Met eigen oren zult u achter u een stem horen zeggen: ‘Dit is de weg, volg die, of u nu naar rechts gaat of naar links.’   [21] met eigen oren zul je een stem achter je horen zeggen: ‘Dit is de weg die je moet volgen. Hier moet je rechts. Ga daar naar links.’    21 en je oren zullen een woord horen van achter je, dat zegt: dít is de weg, wandelt daarop!, wanneer je naar rechts wilt en wanneer je naar links wilt. 21. Tes oreilles entendront une parole prononcée derrière toi : « Telle est la voie, suivez-la, que vous alliez à droite ou à gauche. »  

King James Bible . [21] And thine ears shall hear a word behind thee, saying, This is the way, walk ye in it, when ye turn to the right hand, and when ye turn to the left.
Luther-Bibel . 21 Deine Ohren werden hinter dir das Wort hören: »Dies ist der Weg; den geht! Sonst weder zur Rechten noch zur Linken!«

Tekstuitleg van Js 30,21 .

8. lekhû (ga) : qal imperatief tweede persoon mannelijk meervoud van het werkw. hâlakh (gaan) . Taalgebruik in Tenach : hâlakh (gaan) . Getalwaarde : he = 5 , lamed = 12 of 30 , kaph = 11 of 20 ; totaal : 28 (2 X 2 X 7) of 55 (5 X 11) . Tenach (65) . Js (7) : (1) Js 1,18 . (2) Js 2,3 . (3) Js 2,5 . (4) Js 18,2 . (5) Js 30,21 . (6) Js 50,11 . (7) Js 55,1 .

Js 30,22 - Js 30,22 . De Onwillige toehoorders - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Js (Jesaja) -- Js 30 -- Js 30,1-7 -- Js 30,8-26 -- Js 30,27-33 - Js 30,8 - Js 30,9 - Js 30,10 - Js 30,11 - Js 30,12 - Js 30,13 - Js 30,14 - Js 30,15 - Js 30,16 - Js 30,17 - Js 30,18 - Js 30,19 - Js 30,20 - Js 30,21 - Js 30,22 - Js 30,23 - Js 30,24 - Js 30,25 - Js 30,26 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
22kai exareis ta eidôla ta perièrgurômena kai ta perikechrusômena lepta poièseis kai likmèseis ôs udôr apokathèmenès kai ôs kopron ôseis auta 22 et contaminabis lamminas sculptilium argenti tui et vestimentum conflatilis auri tui et disperges ea sicut inmunditiam menstruatae egredere dices ei     22 En gijlieden zult voor onrein houden het deksel uwer zilveren gesneden beelden, en het overtreksel uwer gouden gegoten beelden; gij zult ze wegwerpen gelijk een maanstondig kleed, en tot elk van die zeggen: Henen uit!   [22] Die zilveren beelden, die met goud beklede afgoden zult u als onrein beschouwen. U zult ze wegwerpen als afval. ‘Weg daarmee!’ zult u zeggen.  [22] Dan zullen jullie je met zilver overtrokken beelden en je vergulde godenbeelden als onrein beschouwen. ‘Eruit!’ zul je tegen ze zeggen, zoals je een vrouw wegstuurt die ongesteld is.    22 Onrein zult ge achten: de zilveren overtrekken van je snijbeelden en de gouden bekleding van je gegoten beeld; je zult ze weggooien als een bebloede lap: ‘weg ermee’ zeg je daarover. 22. Tu jugeras impur le placage de tes idoles d'argent et le revêtement de tes statues d'or; tu les rejetteras comme un objet immonde : « Hors d'ici! » diras-tu. 

King James Bible . [22] Ye shall defile also the covering of thy graven images of silver, and the ornament of thy molten images of gold: thou shalt cast them away as a menstruous cloth; thou shalt say unto it, Get thee hence.
Luther-Bibel . 22 Und ihr werdet entweihen eure übersilberten Götzen und die goldenen Hüllen eurer Bilder und werdet sie wegwerfen wie Unrat und zu ihnen sagen: Hinaus!

Tekstuitleg van Js 30,22 .

Js 30,23 - Js 30,23 . De Onwillige toehoorders - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Js (Jesaja) -- Js 30 -- Js 30,1-7 -- Js 30,8-26 -- Js 30,27-33 - Js 30,8 - Js 30,9 - Js 30,10 - Js 30,11 - Js 30,12 - Js 30,13 - Js 30,14 - Js 30,15 - Js 30,16 - Js 30,17 - Js 30,18 - Js 30,19 - Js 30,20 - Js 30,21 - Js 30,22 - Js 30,23 - Js 30,24 - Js 30,25 - Js 30,26 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
23tote estai o uetos tô spermati tès gès sou kai o artos tou genèmatos tès gès sou estai plèsmonè kai liparos kai boskèthèsetai sou ta ktènè tè èmera ekeinè topon piona kai euruchôron  23 et dabitur pluvia semini tuo ubicumque seminaveris in terra et panis frugum terrae erit uberrimus et pinguis pascetur in possessione tua in die illo agnus spatiose     23 Dan zal Hij uw zaad, waarmede gij het land bezaaid hebt, regen geven, en brood van des lands inkomen, en hetzelve zal vet en smoutig zijn; uw vee zal te dien dage in een wijde landouwe weiden.   [23] Dan schenkt de heer regen aan het zaad dat u op uw akkers zaait, en het brood dat uw akkers opbrengen, zal smakelijk en voedzaam zijn. Op die dag grazen uw kudden in uitgestrekte weiden;   [23] Dan zal hij regen geven voor het zaad waarmee je het land hebt ingezaaid. Alles wat het land voortbrengt zal mals en voedzaam zijn. Op die dag zullen je kudden op uitgestrekte weidegronden grazen.    23 Dan zal hij regen geven over je zaad waarmee je je grond zult bezaaien, en brood als opbrengst van de grond, en dat zal vet en voedzaam zijn; je vee zal weiden te dien dage op wijd–uitgestrekt grasland: 23. Et il donnera la pluie pour la semence que tu sèmeras en terre, et le pain, produit du sol, sera riche et nourrissant. Ton bétail paîtra, ce jour-là, sur de vastes pâtures.  

King James Bible . [23] Then shall he give the rain of thy seed, that thou shalt sow the ground withal; and bread of the increase of the earth, and it shall be fat and plenteous: in that day shall thy cattle feed in large pastures.
Luther-Bibel . 23 Und er wird deinem Samen, den du auf den Acker gesät hast, Regen geben und dir Brot geben vom Ertrag des Ackers in voller Genüge. Und dein Vieh wird zu der Zeit weiden auf weiter Aue.

Tekstuitleg van Js 30,23 .

2. mâtâr (regen) . Taalgebruik in Tenach : mâtâr (regen) . Status constructus mëtar . Getalwaarde : mem = 13 of 40 , tet = 9 , resj = 20 of 200 ; totaal : 42 (2 X 3 X 7) OF 249 (3 X 83) . Tenach (19) : (1) Dt 11,14 . (2) Dt 11,17 . (3) Dt 28,12 . (4) Dt 28,24 . (5) 2 S 1,21 . (6) 1 K 8,35 . (7) 1 K 8,36 . (8) 1 K 18,1 . (9) Js 5,6 . (10) Js 30,23 . (11) Zach 10,1 . (12) Ps 147,8 . (13) Spr 28,3 . (14) Job 5,10 . (15) Job 36,27 . (16) Job 37,6 . (17) 2 Kr 6,26 . (18) 2 Kr 6,27 . (19) 2 Kr 7,13

1. - 3. Een vorm van nâthan (geven) . Taalgebruik in Tenach : nâthan (geven) + mâtâr (regen) . Taalgebruik in Tenach : mâtâr (regen) + een vorm van ´èrèts (land, aarde) . Taalgebruik in Tenach : ´èrètz (land) + een vorm van `eth (tijd) . Taalgebruik in Tenach : `eth (tijd) , voorafgegaan door het prefix bë : (1) Dt 11,14 : wënâthaththî mâtâr bë`eth (en ik zal regen geven op de tijd...) . (2) Zonder een vorm van nâthan (geven) . Zach 10,1 : sja´älû miJHWH mâtâr bëeth (vraagt vanwege JHWH regen op de tijd van.... ) .
- Zonder een vorm van `eth (tijd) . Taalgebruik in Tenach : `eth (tijd) , voorafgegaan door het prefix bë : (1) Dt 28,12 : jiththen JHWH ´èth mâtâr ´artsëkhâ (JHWH zal regen geven aan uw land) . (2) 1 K 8,36 : wënathaththâh mâtâr `al ´artsëkhâ (en jij zult regen geven over uw land) . (3) met een variante van ´èrèts (aarde) . 1 K 18,1 : wë´èththënâh mâtâr `al pëne(j) hâ´ädâmâh (en ik zal regen geven over het aanschijn van de aarde) . (4) hannothen mâtâr `al pëne(j) ´èrèts (die regen zal geven over het aanschijn van het land) . (5) 2 Kr 6,27 = 1 K 8,36 : wënathaththâh mâtâr `al ´artsëkhâ (en jij zult regen geven over uw land) .
- Zonder een vorm van `eth (tijd) en een vorm van ´èrèts (aarde) . (1) Js 30,23 : wënâthan mëtar zarë`äkhâ (en ik zal regen geven aan uw zaad) . (2) Zach 10,1 : ûmëtar gèsjèm jiththen lâhèm (en stortregen zal ik geven aan hen) . .

Js 30,24 - Js 30,24 . De Onwillige toehoorders - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Js (Jesaja) -- Js 30 -- Js 30,1-7 -- Js 30,8-26 -- Js 30,27-33 - Js 30,8 - Js 30,9 - Js 30,10 - Js 30,11 - Js 30,12 - Js 30,13 - Js 30,14 - Js 30,15 - Js 30,16 - Js 30,17 - Js 30,18 - Js 30,19 - Js 30,20 - Js 30,21 - Js 30,22 - Js 30,23 - Js 30,24 - Js 30,25 - Js 30,26 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
24oi tauroi umôn kai oi boes oi ergazomenoi tèn gèn fagontai achura anapepoièmena en krithè lelikmèmena  24 et tauri tui et pulli asinorum qui operantur terram commixtum migma comedent sic in area ut ventilatum est     24 En de ossen, en ezelveulens, die het land bouwen, zullen zuiver voeder eten, hetwelk verschud is met de werpschoffel en met de wan.   [24] uw ossen en ezels, die de grond bewerken, zullen voer eten met zuring vermengd, zorgvuldig opgeschud met schop en hooivork.   [24] De runderen en ezels die het land bewerken, krijgen voer dat verrijkt is met zuring, nadat het met vork en zeef is gewand.   24 de runderen en de ezelsveulens, de dienaars van de rode grond, zullen voer met zilte kruiden eten,– dat is gezeefd met gaffel en zift.   24. Les bœufs et les ânes, qui travaillent le sol, mangeront comme fourrage de l'oseille sauvage que l'on étend à la pelle et à la fourche.  

King James Bible . [24] The oxen likewise and the young asses that ear the ground shall eat clean provender, which hath been winnowed with the shovel and with the fan.
Luther-Bibel . 24 Die Rinder und Esel, die auf dem Felde ackern, werden gesalzenes gemengtes Futter fressen, das geworfelt ist mit Schaufel und Wurfgabel.

Tekstuitleg van Js 30,24 .

Js 30,25 - Js 30,25 . De Onwillige toehoorders - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Js (Jesaja) -- Js 30 -- Js 30,1-7 -- Js 30,8-26 -- Js 30,27-33 - Js 30,8 - Js 30,9 - Js 30,10 - Js 30,11 - Js 30,12 - Js 30,13 - Js 30,14 - Js 30,15 - Js 30,16 - Js 30,17 - Js 30,18 - Js 30,19 - Js 30,20 - Js 30,21 - Js 30,22 - Js 30,23 - Js 30,24 - Js 30,25 - Js 30,26 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
25kai estai epi pantos orous upsèlou kai epi pantos bounou meteôrou udôr diaporeuomenon en tè èmera ekeinè otan apolôntai polloi kai otan pesôsin purgoi 25 et erunt super omnem montem excelsum et super omnem collem elevatum rivi currentium aquarum in die interfectionis multorum cum ceciderint turres     25 En er zullen op allen hogen berg, en op allen verhevenen heuvel beekjes en watervlieten zijn, in den dag der grote slachting, wanneer de torens vallen zullen.   [25] Vanaf elke hoge berg en elke hoge heuvel stromen beken vol water, op de dag van de grote slachting, als de versterkte torens ineenstorten.   [25] Op de dag van het bloedbad, wanneer de torens vallen, zullen er beken en waterstromen neervloeien van iedere hoge berg en van elke heuvel die zich verheft.   25 Zijn zal het: op elke hoge berg en op elke verheven heuvel greppels die water aanvoeren,– ten dage van een groot moorden, wanneer torens vallen.  25. Sur toute haute montagne et sur toute colline élevée, il y aura des ruisseaux et des cours d'eau au jour d'un grand carnage, quand s'écrouleront les forteresses.  

King James Bible . [25] And there shall be upon every high mountain, and upon every high hill, rivers and streams of waters in the day of the great slaughter, when the towers fall.
Luther-Bibel . 25 Und es werden auf allen großen Bergen und auf allen hohen Hügeln Wasserbäche und Ströme fließen zur Zeit der großen Schlacht, wenn die Türme fallen werden.

Tekstuitleg van Js 30,25 .

Js 30,26 - Js 30,26 . De Onwillige toehoorders - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Js (Jesaja) -- Js 30 -- Js 30,1-7 -- Js 30,8-26 -- Js 30,27-33 - Js 30,8 - Js 30,9 - Js 30,10 - Js 30,11 - Js 30,12 - Js 30,13 - Js 30,14 - Js 30,15 - Js 30,16 - Js 30,17 - Js 30,18 - Js 30,19 - Js 30,20 - Js 30,21 - Js 30,22 - Js 30,23 - Js 30,24 - Js 30,25 - Js 30,26 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
26kai estai to fôs tès selènès ôs to fôs tou èliou kai to fôs tou èliou estai eptaplasion en tè èmera otan iasètai kurios to suntrimma tou laou autou kai tèn odunèn tès plègès sou iasetai  26 et erit lux lunae sicut lux solis et lux solis erit septempliciter sicut lux septem dierum in die qua alligaverit Dominus vulnus populi sui et percussuram plagae eius sanaverit     26 En het licht der maan zal zijn als het licht der zon, en het licht der zon zal zevenvoudig zijn als het licht van zeven dagen; ten dage als de HEERE de breuk Zijns volks zal verbinden, en de wonde, waarmede het geslagen is, genezen.   [26] Het licht van de maan zal als het licht van de zon zijn, en het licht van de zon is zevenmaal sterker, even sterk als het licht van zeven dagen, op de dag dat de heer de wonden van zijn volk verbindt en het geneest van de opgelopen kwetsuren.   [26] Dan is het licht van de maan als het licht van de zon, en het zonlicht wordt verzevenvoudigd, als het licht van zeven dagen tegelijk. Op die dag verbindt de HEER de wond van zijn volk en geneest hij de striemen die het zijn toegebracht.   26 Zijn zal dan het licht van de witte maan als het licht van de gloeiende zon, en het licht van de gloeiende zon zal zevenmaal zo sterk zijn, als het licht van zeven dagen,– ten dage dat de ENE de breuk van zijn gemeente zal verbinden en het letsel dat hij sloeg genezen zal. •   26. Alors la lumière de la lune sera comme la lumière du soleil, et la lumière du soleil sera sept fois plus forte, comme la lumière de sept jours, au jour où Yahvé pansera la blessure de son peuple et guérira la trace des coups reçus.  

King James Bible . [26] Moreover the light of the moon shall be as the light of the sun, and the light of the sun shall be sevenfold, as the light of seven days, in the day that the LORD bindeth up the breach of his people, and healeth the stroke of their wound.
Luther-Bibel . 26 Und des Mondes Schein wird sein wie der Sonne Schein, und der Sonne Schein wird siebenmal heller sein zu der Zeit, wenn der HERR den Schaden seines Volks verbinden und seine Wunden heilen wird. Das Gericht über Assyrien

Tekstuitleg van Js 30,26 .

12. hajjâmîm (de dagen) < lidw. ha + mann. mv. jâmîm van het zelfst. naamw. jôm (dag) . Taalgebruik in Tenach : jôm (dag) . Taalgebruik in Am : jôm (dag) . Gr. hèmera (dag) . Getalwaarde van jôm (dag) : jod = 10 , waw = 6 , mem = 13 of 40 ; totaal : 29 OF 56 (2³ X 7) . Taalgebruik in de Septuaginta : hèmera (dag) . Taalgebruik in het N.T. : hèmera (dag) . Lat. dies . Ned. dag . D. Tag . E. day . F. jour < Lat. diurnum . Cfr journaal . Tenach (135) . Js (2) : (1) Js 2,2 . (2) Js 30,26 .

- Js 30,27-33 . Bedreiging van Assur - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Js (Jesaja) -- Js 30 -- Js 30,1-7 -- Js 30,8-26 -- Js 30,27-33 -Js 30,27 - Js 30,28 - Js 30,29 - Js 30,30 - Js 30,31 - Js 30,32 - Js 30,33 -

Js 30,27 - Js 30,27 . Bedreiging van Assur - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Js (Jesaja) -- Js 30 -- Js 30,1-7 -- Js 30,8-26 -- Js 30,27-33 -Js 30,27 - Js 30,28 - Js 30,29 - Js 30,30 - Js 30,31 - Js 30,32 - Js 30,33 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
27idou to onoma kuriou dia chronou erchetai pollou kaiomenos o thumos meta doxès to logion tôn cheileôn autou to logion orgès plères kai è orgè tou thumou ôs pur edetai  27 ecce nomen Domini venit de longinquo ardens furor eius et gravis ad portandum labia eius repleta sunt indignatione et lingua eius quasi ignis devorans     27 Ziet, de Naam des HEEREN komt van verre, Zijn toorn brandt, en de last is zwaar; Zijn lippen zijn vol gramschap, en Zijn tong, als een verterend vuur;   [27] Zie*, van verre nadert de naam van de heer, Hij ziedt van toorn, Hij is in dichte rook gehuld; zijn lippen spuwen verontwaardiging en zijn tong is een verterend vuur.   [27] De HEER zelf komt van ver, in brandende toorn: uit zijn neus stijgt dichte rook omhoog, vervloeking ligt op zijn lippen, zijn tong is als een verterend vuur,   27 ¶ Zie, de naam van de ENE komt van verre, zijn toorn brandt, is zwaar te dragen; zijn lippen zijn vervuld van gramschap en zijn tong is als een verterend vuur.  27. Voici que le nom de Yahvé vient de loin, ardente est sa colère, pesante sa menace. Ses lèvres débordent de fureur, sa langue est comme un feu dévorant.  

King James Bible . [27] Behold, the name of the LORD cometh from far, burning with his anger, and the burden thereof is heavy: his lips are full of indignation, and his tongue as a devouring fire:
Luther-Bibel . 27 Siehe, des HERRN Name kommt von ferne! Sein Zorn brennt und mächtig erhebt er sich, seine Lippen sind voll Grimm und seine Zunge wie ein verzehrendes Feuer

Tekstuitleg van Js 30,27 .

Js 30,28 - Js 30,28 . Bedreiging van Assur - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Js (Jesaja) -- Js 30 -- Js 30,1-7 -- Js 30,8-26 -- Js 30,27-33 -Js 30,27 - Js 30,28 - Js 30,29 - Js 30,30 - Js 30,31 - Js 30,32 - Js 30,33 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
28kai to pneuma autou ôs udôr en faraggi suron èxei eôs tou trachèlou kai diairethèsetai tou ethnè taraxai epi planèsei mataia kai diôxetai autous planèsis kai lèmpsetai autous kata prosôpon autôn  28 spiritus eius velut torrens inundans usque ad medium colli ad perdendas gentes in nihilum et frenum erroris quod erat in maxillis populorum    28 En Zijn adem is als een overlopende beek, die tot aan den hals toe raakt; om de heidenen te schudden met een schudding der ijdelheid, en als een misleidende toom in de kinnebakkens der volken.   [28] Zijn adem is als een gezwollen bergbeek, die tot aan de hals reikt. Hij komt de naties ziften in de zeef van de vernieling, en de volken krijgen een bit tussen de kaken dat hen op een dwaalspoor brengt.   [28] zijn adem als een kolkende watervloed die tot de hals reikt. Hij komt de volken opschudden met een bedrieglijke wan, de naties geeft hij een misleidend bit tussen de kaken.   28 Zijn geestesadem is als een overstromende beek die tot halverwege de hals reikt,– om volkeren te wannen in de wan van de waan,– een bit dat doet dwalen ligt op de kaken van de gemeenschappen.   28. Son souffle est comme un torrent débordant qui monte jusqu'au cou, pour secouer les nations d'une secousse fatale, mettre un mors d'égarement aux mâchoires des peuples.  

King James Bible . [28] And his breath, as an overflowing stream, shall reach to the midst of the neck, to sift the nations with the sieve of vanity: and there shall be a bridle in the jaws of the people, causing them to err.
Luther-Bibel . 28 und sein Odem wie eine Wasserflut, die bis an den Hals reicht, zu schwingen die Völker in der Schwinge des Verderbens. Und er wird die Völker mit einem Zaum in ihren Backen hin und her treiben.

Tekstuitleg van Js 30,28 .

15. mann. mv. `ammîm (volkeren) van het zelfst. naamw. `am (volk) OF `im (met) . Taalgebruik in Tenach : `am (volk) . Taalgebruik in Jesaja : `am (volk) . Gr. laos (volk) . Taalgebruik in de Septuaginta : laos (volk) . Taalgebruik in het N.T. : laos (volk) . Lat. populus . Fr. peuple . E. people . Ned. volk . Een vorm van laos (volk) in de LXX (2064) , in het N.T. (141) . Tenach (78) . Js (15) : (1) Js 2,3 . (2) Js 3,13 . (3) Js 8,9 . (4) Js 10,13 . (5) Js 11,10 . (6) Js 14,2 . (7) Js 14,6 . (8) Js 17,12 . (9) Js 30,28 . (10) Js 33,3 . (11) Js 33,12 . (12) Js 49,22 . (13) Js 51,4 . (14) Js 51,5 . (15) Js 63,6 .

Js 30,29 - Js 30,29 . Bedreiging van Assur - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Js (Jesaja) -- Js 30 -- Js 30,1-7 -- Js 30,8-26 -- Js 30,27-33 -Js 30,27 - Js 30,28 - Js 30,29 - Js 30,30 - Js 30,31 - Js 30,32 - Js 30,33 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
29mè dia pantos dei umas eufrainesthai kai eisporeuesthai eis ta agia mou dia pantos ôsei eortazontas kai ôsei eufrainomenous eiselthein meta aulou eis to oros tou kuriou pros ton theon tou israèl  29 canticum erit vobis sicut nox sanctificatae sollemnitatis et laetitia cordis sicut qui pergit cum tibia ut intret in montem Domini ad Fortem Israhel     29 Er zal een lofzang bij ulieden zijn, gelijk in den nacht, wanneer het feest geheiligd wordt; en blijdschap des harten, gelijk van een, die met pijpen wandelt, om te komen tot den berg des HEEREN, tot den Rotssteen van Israël.   [29] Dan zullen liederen bij u weerklinken als in de nacht van het heilige feest*; er zal vreugde heersen in uw hart, zoals bij hen die onder fluitspel optrekken naar de berg van de heer, de rots van Israël.   [29] Maar bij jullie zullen liederen klinken, zoals in de nacht van heiliging voor een feest. Jullie zullen verheugd zijn als een pelgrim die op de schalmei speelt, op zijn tocht naar de berg van de HEER, de rots van Israël.   29 Zingen zal er bij u zijn als in de nacht dat men zich toewijdt aan een feest,– en verheuging van hart zoals van wie voortgaat bij fluitspel om te komen tot de berg van de ENE, tot Israëls rots.   29. Le chant sera sur vos lèvres comme en une nuit de fête, et la joie sera dans vos cœurs comme lorsqu'on marche au son de la flûte pour aller à la montagne de Yahvé, le rocher d'Israël. 

King James Bible . [29] Ye shall have a song, as in the night when a holy solemnity is kept; and gladness of heart, as when one goeth with a pipe to come into the mountain of the LORD, to the mighty One of Israel.
Luther-Bibel . 29 Da werdet ihr singen wie in der Nacht des heiligen Festes und euch von Herzen freuen, wie wenn man mit Flötenspiel geht zum Berge des HERRN, zum Hort Israels.

Tekstuitleg van Js 30,29 .

12. - 13. bëhar JHWH (op de berg van JHWH) . Tenach (2) : (1) Ps 24,3 . (2) Js 30,29 . Zie ook Gn 22,14 (op een berg zal JHWH voorzien) .

Js 30,30 - Js 30,30 . Bedreiging van Assur - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Js (Jesaja) -- Js 30 -- Js 30,1-7 -- Js 30,8-26 -- Js 30,27-33 -Js 30,27 - Js 30,28 - Js 30,29 - Js 30,30 - Js 30,31 - Js 30,32 - Js 30,33 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
30kai akoustèn poièsei o theos tèn doxan tès fônès autou kai ton thumon tou brachionos autou deixei meta thumou kai orgès kai flogos katesthiousès keraunôsei biaiôs kai ôs udôr kai chalaza sugkataferomenè bia  30 et auditam faciet Dominus gloriam vocis suae et terrorem brachii sui ostendet in comminatione furoris et flamma ignis devorantis adlidet in turbine et in lapide grandinis     30 En de HEERE zal Zijn heerlijke stem doen horen, en de nederlating Zijns arms doen zien, met grimmigheid van toorn, en een vlam van verterend vuur, stralen, en een vloed, en hagelstenen.   [30] De heer zal zijn machtige stem laten horen en zijn striemende arm laten zien, in hevige toorn en in vlammen van verterend vuur, in wolkbreuken, stortregens en hagelbuien.   [30] Dan zal de HEER zijn machtige stem laten horen en laten zien hoe zijn arm neerkomt, in grimmige toorn: met een verterend vuur, met wolkbreuken, stortbuien en hagelstenen.   30 Doen horen zal de ENE de glans van zijn stem, het neerkomen van zijn arm laten zien in het woeden van zijn toorn en in de vlam van een verterend vuur,– met slagregens, stortbuien en stenen van hagel.   30. Yahvé fera entendre la majesté de sa voix, il fera sentir le poids de son bras, dans l'ardeur de sa colère accompagnée d'un feu dévorant, de la foudre, d'averses et de grêlons.  

King James Bible . [30] And the LORD shall cause his glorious voice to be heard, and shall shew the lighting down of his arm, with the indignation of his anger, and with the flame of a devouring fire, with scattering, and tempest, and hailstones.
Luther-Bibel . 30 Und der HERR wird seine herrliche Stimme erschallen lassen, und man wird sehen, wie sein Arm herniederfährt mit zornigem Drohen und mit Flammen verzehrenden Feuers, mit Wolkenbruch und Hagelschlag.

Tekstuitleg van Js 30,30 .

Js 30,31 - Js 30,31 . Bedreiging van Assur - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Js (Jesaja) -- Js 30 -- Js 30,1-7 -- Js 30,8-26 -- Js 30,27-33 -Js 30,27 - Js 30,28 - Js 30,29 - Js 30,30 - Js 30,31 - Js 30,32 - Js 30,33 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
31dia gar fônèn kuriou èttèthèsontai assurioi tè plègè è an pataxè autous  31 a voce enim Domini pavebit Assur virga percussus     31 Want door de stem des HEEREN zal Assur te morzel geslagen worden, die met de roede sloeg.   [31] Assur raakt in paniek bij het horen van de stem van de heer, als het wordt getuchtigd met zijn roede.   [31] Zijn stem zal Assyrië verlammen, de HEER zal het slaan met een stok.   31 Want voor de stem van de ENE zal Asjoer sidderen,– het is met een stok te verslaan.  31. Car à la voix de Yahvé, Assur sera terrorisé, il le frappera de sa baguette;  

King James Bible . [31] For through the voice of the LORD shall the Assyrian be beaten down, which smote with a rod.
Luther-Bibel . 31 Da wird Assur erschrecken vor der Stimme des HERRN, der ihn schlägt mit dem Stock.

Tekstuitleg van Js 30,31 .

5. ´asjsjûr (Assur) . Taalgebruik in Tenach : ´asjsjûr (Assur) . Getalwaarde : aleph = 1 , sjin = 21 of 300 , resj = 20 of 200 ; totaal : 42 OF 501 . Structuur : 1 - 3 - 2 . Tenach (124) . Pentateuch (4) . Js (36) . Js 1-35 (17) : (1) Js 7,17 . (2) Js 7,18 . (3) Js 7,20 . (4) Js 8,4 . (5) Js 8,7 . (6) Js 10,5 . (7) Js 10,12 . (8) Js 14,25 . (9) Js 19,23 . (10) Js 19,25 . (11) Js 20,1 . (12) Js 20,4 . (13) Js 20,6 . (14) Js 23,13 . (15) Js 27,13 . (16) Js 30,31 . (17) Js 31,8 . Js 36-38 (19) . Js 36 (8) : (1) Js 36,1 . (2) Js 36,2 . (3) Js 36,4 . (4) Js 36,8 . (5) Js 36,13 . (6) Js 36,15 . (7) Js 36,16 . (8) Js 36,18 . Js 37 (10) : (1) Js 37,4 . (2) Js 37,6 . (3) Js 37,8 . (4) Js 37,10 . (5) Js 37,11 . (6) Js 37,18 . (7) Js 37,21 . (8) Js 37,33 . (9) Js 37,36 . (10) Js 37,37 . Js 38 (1) Js 38,6 .
- wë´asjsjûr (en Assur) . Tenach (4) : (1) Gn 10,22 . (2) Js 52,4 . (3) Hos 11,5 . (4) 1 Kr 1,17 .

Js 30,32 - Js 30,32 . Bedreiging van Assur - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Js (Jesaja) -- Js 30 -- Js 30,1-7 -- Js 30,8-26 -- Js 30,27-33 -Js 30,27 - Js 30,28 - Js 30,29 - Js 30,30 - Js 30,31 - Js 30,32 - Js 30,33 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
32kai estai autô kuklothen othen èn autô è elpis tès boètheias ef' è autos epepoithei autoi meta aulôn kai kitharas polemèsousin auton ek metabolès 32 et erit transitus virgae fundatus quam requiescere faciet Dominus super eum in tympanis et in citharis et in bellis praecipuis expugnabit eos     32 En alwaar die gegrondveste staf doorgegaan zal zijn (op welken de HEERE dien zal hebben doen rusten), daar zal men met trommelen en harpen zijn; want met bewegende bestrijdingen zal Hij tegen hen strijden.   [32] Elke slag van de stok die de heer laat neerkomen, wordt begeleid door tamboerijnen en citers. Onder reidansen voert Hij strijd tegen hem!   [32] Elke keer dat de HEER de gesel van het noodlot op zijn rug laat neerkomen, zullen de trommels en de lieren klinken. Met een regen van slagen gaat hij Assyrië te lijf.  32 Geschieden zal het: telkens als de tuchtigende straf voorbijtrekt die de ENE op hem zal laten rusten is het als bij tamboerijnen en citers: in wuifoffer–gevechten zal hij hem bevechten.   32. chaque fois qu'il passera, ce sera la férule du châtiment que Yahvé lui infligera, au son des tambourins et des kinnors, et dans les combats qu'il livrera, la main levée, contre lui.  

King James Bible . [32] And in every place where the grounded staff shall pass, which the LORD shall lay upon him, it shall be with tabrets and harps: and in battles of shaking will he fight with it.
Luther-Bibel . 32 Jedes Mal, wenn ein Schlag daherfährt, wird der Stock zur Zuchtrute, die der HERR auf ihn niedersausen lässt; und so bekämpft er ihn, dass er ihn als Opfer schwingt unter Pauken und Zitherspiel.

Tekstuitleg van Js 30,32 .

b
Js 30,33 - Js 30,33 . Bedreiging van Assur - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Js (Jesaja) -- Js 30 -- Js 30,1-7 -- Js 30,8-26 -- Js 30,27-33 -Js 30,27 - Js 30,28 - Js 30,29 - Js 30,30 - Js 30,31 - Js 30,32 - Js 30,33 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
33su gar pro èmerôn apaitèthèsè mè kai soi ètoimasthè basileuein faragga batheian xula keimena pur kai xula polla o thumos kuriou ôs faragx upo theiou 33 praeparata est enim ab heri Thofeth a rege praeparata profunda et dilatata nutrimenta eius ignis et ligna multa flatus Domini sicut torrens sulphuris succendens eam     33 Want Tofeth is van gisteren bereid; ja, hij is ook voor den koning bereid; Hij heeft hem diep en wijd gemaakt, het vuur en hout van zijn brandstapel is veel; de adem des HEEREN zal hem aansteken als een zwavelstroom.   [33] Eerder al is de vuuroven* klaargemaakt, die ook voor Moloch diende, diep en breed, met stapels hout voor het vuur. Als een stroom van zwavel steekt de adem van de heer die aan!   [33] De offerplaats is sinds lang gereed – dezelfde als voor Moloch* – met een vuurhaard diep en ruim, en vuur en hout in overvloed. Als een stroom van zwavel steekt de adem van de HEER hem in brand.  33 Want sinds gisteren is een brandstapel gereed, ook die is voor de koning bereid, diep en wijd heeft hij hem gemaakt; voor haar vuurhaard heeft hij een overvloed van vuur en stukken hout verzorgd. 33. Car depuis longtemps est préparé Tophèt, - il sera aussi pour le roi - profond et large son bûcher, feu et bois y abondent; le souffle de Yahvé, comme un torrent de soufre, va y mettre le feu. 

King James Bible . [33] For Tophet is ordained of old; yea, for the king it is prepared; he hath made it deep and large: the pile thereof is fire and much wood; the breath of the LORD, like a stream of brimstone, doth kindle it
Luther-Bibel . 33 Denn die Feuergrube ist längst hergerichtet, ja, sie ist auch dem König bereitet, tief und weit genug. Der Scheiterhaufen darin hat Feuer und Holz die Menge; der Odem des HERRN wird ihn anzünden wie ein Schwefelstrom.

Tekstuitleg van Js 30,33 .


SEPTUAGINTA

30 1ouai tekna apostatai tade legei kurios epoièsate boulèn ou di' emou kai sunthèkas ou dia tou pneumatos mou prostheinai amartias ef' amartiais2oi poreuomenoi katabènai eis aigupton eme de ouk epèrôtèsan tou boèthèthènai upo faraô kai skepasthènai upo aiguptiôn3estai gar umin è skepè faraô eis aischunèn kai tois pepoithosin ep' aigupton oneidos4oti eisin en tanei archègoi aggeloi ponèroi matèn kopiasousin5pros laon os ouk ôfelèsei autous oute eis boètheian oute eis ôfeleian alla eis aischunèn kai oneidos6è orasis tôn tetrapodôn tôn en tè erèmô en tè thlipsei kai tè stenochôria leôn kai skumnos leontos ekeithen kai aspides kai ekgona aspidôn petomenôn oi eferon ep' onôn kai kamèlôn ton plouton autôn pros ethnos o ouk ôfelèsei autous eis boètheian alla eis aischunèn kai oneidos7aiguptioi mataia kai kena ôfelèsousin umas apaggeilon autois oti mataia è paraklèsis umôn autè8nun oun kathisas grapson epi puxiou tauta kai eis biblion oti estai eis èmeras kairôn tauta kai eôs eis ton aiôna9oti laos apeithès estin uioi pseudeis oi ouk èboulonto akouein ton nomon tou theou10oi legontes tois profètais mè anaggellete èmin kai tois ta oramata orôsin mè laleite èmin alla èmin laleite kai anaggellete èmin eteran planèsin11kai apostrepsate èmas apo tès odou tautès afelete af' èmôn ton tribon touton kai afelete af' èmôn ton agion tou israèl12dia touto outôs legei kurios o agios tou israèl oti èpeithèsate tois logois toutois kai èlpisate epi pseudei kai oti egoggusas kai pepoithôs egenou epi tô logô toutô13dia touto estai umin è amartia autè ôs teichos pipton parachrèma poleôs ochuras ealôkuias ès parachrèma parestin to ptôma14kai to ptôma autès estai ôs suntrimma aggeiou ostrakinou ek keramiou lepta ôste mè eurein en autois ostrakon en ô pur areis kai en ô aposurieis udôr mikron15outô legei kurios o agios tou israèl otan apostrafeis stenaxès tote sôthèsè kai gnôsè pou èstha ote epepoitheis epi tois mataiois mataia è ischus umôn egenèthè kai ouk èboulesthe akouein16all' eipate ef' ippôn feuxometha dia touto feuxesthe kai eipate epi koufois anabatai esometha dia touto koufoi esontai oi diôkontes umas17dia fônèn enos feuxontai chilioi kai dia fônèn pente feuxontai polloi eôs an kataleifthète ôs istos ep' orous kai ôs sèmaian ferôn epi bounou18kai palin menei o theos tou oiktirèsai umas kai dia touto upsôthèsetai tou eleèsai umas dioti kritès kurios o theos èmôn estin kai pou kataleipsete tèn doxan umôn makarioi oi emmenontes en autô19dioti laos agios en siôn oikèsei kai ierousalèm klauthmô eklausen eleèson me eleèsei se tèn fônèn tès kraugès sou ènika eiden epèkousen sou20kai dôsei kurios umin arton thlipseôs kai udôr stenon kai ouketi mè eggisôsin soi oi planôntes se oti oi ofthalmoi sou opsontai tous planôntas se21kai ta ôta sou akousontai tous logous tôn opisô se planèsantôn oi legontes autè è odos poreuthômen en autè eite dexia eite aristera22kai exareis ta eidôla ta perièrgurômena kai ta perikechrusômena lepta poièseis kai likmèseis ôs udôr apokathèmenès kai ôs kopron ôseis auta23tote estai o uetos tô spermati tès gès sou kai o artos tou genèmatos tès gès sou estai plèsmonè kai liparos kai boskèthèsetai sou ta ktènè tè èmera ekeinè topon piona kai euruchôron24oi tauroi umôn kai oi boes oi ergazomenoi tèn gèn fagontai achura anapepoièmena en krithè lelikmèmena25kai estai epi pantos orous upsèlou kai epi pantos bounou meteôrou udôr diaporeuomenon en tè èmera ekeinè otan apolôntai polloi kai otan pesôsin purgoi26kai estai to fôs tès selènès ôs to fôs tou èliou kai to fôs tou èliou estai eptaplasion en tè èmera otan iasètai kurios to suntrimma tou laou autou kai tèn odunèn tès plègès sou iasetai27idou to onoma kuriou dia chronou erchetai pollou kaiomenos o thumos meta doxès to logion tôn cheileôn autou to logion orgès plères kai è orgè tou thumou ôs pur edetai28kai to pneuma autou ôs udôr en faraggi suron èxei eôs tou trachèlou kai diairethèsetai tou ethnè taraxai epi planèsei mataia kai diôxetai autous planèsis kai lèmpsetai autous kata prosôpon autôn29mè dia pantos dei umas eufrainesthai kai eisporeuesthai eis ta agia mou dia pantos ôsei eortazontas kai ôsei eufrainomenous eiselthein meta aulou eis to oros tou kuriou pros ton theon tou israèl30kai akoustèn poièsei o theos tèn doxan tès fônès autou kai ton thumon tou brachionos autou deixei meta thumou kai orgès kai flogos katesthiousès keraunôsei biaiôs kai ôs udôr kai chalaza sugkataferomenè bia31dia gar fônèn kuriou èttèthèsontai assurioi tè plègè è an pataxè autous32kai estai autô kuklothen othen èn autô è elpis tès boètheias ef' è autos epepoithei autoi meta aulôn kai kitharas polemèsousin auton ek metabolès33su gar pro èmerôn apaitèthèsè mè kai soi ètoimasthè basileuein faragga batheian xula keimena pur kai xula polla o thumos kuriou ôs faragx upo theiou


VULGAAT

1 vae filii desertores dicit Dominus ut faceretis consilium et non ex me et ordiremini telam et non per spiritum meum ut adderetur peccatum super peccatum 2 qui ambulatis ut descendatis in Aegyptum et os meum non interrogastis sperantes auxilium in fortitudine Pharao et habentes fiduciam in umbra Aegypti 3 et erit vobis fortitudo Pharaonis in confusionem et fiducia umbrae Aegypti in ignominiam 4 erant enim in Tanis principes tui et nuntii tui usque ad Anes pervenerunt 5 omnes confusi sunt super populo qui eis prodesse non potuit non fuerunt in auxilium et in aliquam utilitatem sed in confusionem et obprobrium 6 onus iumentorum austri in terra tribulationis et angustiae leaena et leo ex eis vipera et regulus volans portantes super umeros iumentorum divitias suas et super gibbum camelorum thesauros suos ad populum qui eis prodesse non poterit 7 Aegyptus enim frustra et vane auxiliabitur ideo clamavi super hoc superbia tantum est quiesce 8 nunc ingressus scribe eis super buxum et in libro diligenter exara illud et erit in die novissimo in testimonium usque ad aeternum 9 populus enim ad iracundiam provocans est et filii mendaces filii nolentes audire legem Domini 10 qui dicunt videntibus nolite videre et aspicientibus nolite aspicere nobis ea quae recta sunt loquimini nobis placentia videte nobis errores 11 auferte a me viam declinate a me semitam cesset a facie nostra Sanctus Israhel 12 propterea haec dicit Sanctus Israhel pro eo quod reprobastis verbum hoc et sperastis in calumniam et tumultum et innixi estis super eo 13 propterea erit vobis iniquitas haec sicut interruptio cadens et requisita in muro excelso quoniam subito dum non speratur veniet contritio eius 14 et comminuetur sicut conteritur lagoena figuli contritione pervalida et non invenietur de fragmentis eius testa in qua portetur igniculus de incendio aut hauriatur parum aquae de fovea 15 quia haec dicit Dominus Deus Sanctus Israhel si revertamini et quiescatis salvi eritis in silentio et in spe erit fortitudo vestra et noluistis 16 et dixistis nequaquam sed ad equos fugiemus ideo fugietis et super veloces ascendemus ideo veloces erunt qui persequentur vos 17 mille homines a facie terroris unius et a facie terroris quinque fugietis donec relinquamini quasi malus navis in vertice montis et quasi signum super collem 18 propterea expectat Dominus ut misereatur vestri et ideo exaltabitur parcens vobis quia Deus iudicii Dominus beati omnes qui expectant eum 19 populus enim Sion habitabit in Hierusalem plorans nequaquam plorabis miserans miserebitur tui ad vocem clamoris tui statim ut audierit respondebit tibi 20 et dabit vobis Dominus panem artum et aquam brevem et non faciet avolare a te ultra doctorem tuum et erunt oculi tui videntes praeceptorem tuum 21 et aures tuae audient verbum post tergum monentis haec via ambulate in ea neque ad dexteram neque ad sinistram 22 et contaminabis lamminas sculptilium argenti tui et vestimentum conflatilis auri tui et disperges ea sicut inmunditiam menstruatae egredere dices ei 23 et dabitur pluvia semini tuo ubicumque seminaveris in terra et panis frugum terrae erit uberrimus et pinguis pascetur in possessione tua in die illo agnus spatiose 24 et tauri tui et pulli asinorum qui operantur terram commixtum migma comedent sic in area ut ventilatum est 25 et erunt super omnem montem excelsum et super omnem collem elevatum rivi currentium aquarum in die interfectionis multorum cum ceciderint turres 26 et erit lux lunae sicut lux solis et lux solis erit septempliciter sicut lux septem dierum in die qua alligaverit Dominus vulnus populi sui et percussuram plagae eius sanaverit 27 ecce nomen Domini venit de longinquo ardens furor eius et gravis ad portandum labia eius repleta sunt indignatione et lingua eius quasi ignis devorans 28 spiritus eius velut torrens inundans usque ad medium colli ad perdendas gentes in nihilum et frenum erroris quod erat in maxillis populorum 29 canticum erit vobis sicut nox sanctificatae sollemnitatis et laetitia cordis sicut qui pergit cum tibia ut intret in montem Domini ad Fortem Israhel 30 et auditam faciet Dominus gloriam vocis suae et terrorem brachii sui ostendet in comminatione furoris et flamma ignis devorantis adlidet in turbine et in lapide grandinis 31 a voce enim Domini pavebit Assur virga percussus 32 et erit transitus virgae fundatus quam requiescere faciet Dominus super eum in tympanis et in citharis et in bellis praecipuis expugnabit eos 33 praeparata est enim ab heri Thofeth a rege praeparata profunda et dilatata nutrimenta eius ignis et ligna multa flatus Domini sicut torrens sulphuris succendens eam