JESAJA 35 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Js (Jesaja) -- Js 35 -- Js 35,4-7a -
Deze websitepagina is een onderdeel van de website van Arseen De Kesel : http://www.interlevensbeschouwelijk.be/index.html.

- Bibliografie - Literatuur - Liturgisch gebruik - Overzicht bijbelboeken - Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken - Overzicht van deze website -

Overzicht van Jesaja : - Js 1 - Js 2 - Js 3 - Js 4 - Js 5 - Js 6 - Js 7 - Js 8 - Js 9 - Js 10 - Js 11 - Js 12 - Js 13 - Js 14 - Js 15 - Js 16 - Js 17 - Js 18 - Js 19 - Js 20 - Js 21 - Js 22 - Js 23 - Js 24 - Js 25 - Js 26 - Js 27 - Js 28 - Js 29 - Js 30 - Js 31 - Js 32 - Js 33 - Js 34 - Js 35 - Js 36 - Js 37 - Js 38 - Js 39 - Js 40 - Js 41 - Js 42 - Js 43 - Js 44 - Js 45 - Js 46 - Js 47 - Js 48 - Js 49 - Js 50 - Js 51 - Js 52 - Js 53 - Js 54 - Js 55 - Js 56 - Js 57 - Js 58 - Js 59 - Js 60 - Js 61 - Js 62 - Js 63 - Js 64 - Js 65 - Js 66 -
Uitleg vers per vers : - Js 35,1 - Js 35,2 - Js 35,3 - Js 35,4 - Js 35,5 - Js 35,6 - Js 35,7 - Js 35,8 - Js 35,9 - Js 35,10 -
Js 35,1 . Js 35,2 . Js 35,3 . Js 35,4 . Js 35,5 . Js 35,6 . Js 35,7 . Js 35,8 . Js 35,9 . Js 35,10 .

- bijbelverwijzingen - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z -

Overzicht van Tenach : Tenach : overzicht , Tenach : taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Tenach : commentaar ,
Overzicht van Septuaginta
: Septuaginta : overzicht , Septuaginta : taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Septuaginta : commentaar ,
Overzicht N.T. : N.T. : overzicht , N.T. : taalgebruik - N.T. A - N.T. B - N.T. C - N.T. D - N.T. E - N.T. F - N.T. G - N.T. H - N.T. I - N.T. J - N.T. K - N.T. L - N.T. M - N.T. N - N.T. O - N.T. P - N.T. Q - N.T. R - N.T. S - N.T. T - N.T. U - N.T. V - N.T. W - N.T. X - N.T. Y - N.T. Z - N.T. : commentaar .

Overzicht van Jesaja : Jesaja : overzicht , Jesaja : taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Jesaja : commentaar ,



Verlost uit de ballingschap - verwijzingen -- Js 35 -- Js 35,1 - Js 35,2 - Js 35,3 - Js 35,4 - Js 35,5 - Js 35,6 - Js 35,7 - Js 35,8 - Js 35,9 - Js 35,10 -

Js 35,1 - Js 35,1 . Verlost uit de ballingschap - verwijzingen -- Js 35 -- Js 35,1 - Js 35,2 - Js 35,3 - Js 35,4 - Js 35,5 - Js 35,6 - Js 35,7 - Js 35,8 - Js 35,9 - Js 35,10 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
1 eufranthèti erèmos dipsôsa agalliasthô erèmos kai antheitô ôs krinon  1 laetabitur deserta et invia et exultabit solitudo et florebit quasi lilium     1 De woestijn en de dorre plaatsen zullen hierover vrolijk zijn, en de wildernis zal zich verheugen, en zal bloeien als een roos.  [1] Laat de woestijn en het dorre land zich verheugen, de wildernis jubelen en bloeien,   [1] De woestijn zal zich verheugen, de dorre vlakte vrolijk zijn, de wildernis zal jubelen en bloeien,  1 ¶ Woestijn en dorre vlakte zullen zich verblijden,– de steppe zal juichen en bloeien, als een roos   1. Que soient pleins d'allégresse désert et terre aride, que la steppe exulte et fleurisse; comme l'asphodèle  

King James Bible . [1] The wilderness and the solitary place shall be glad for them; and the desert shall rejoice, and blossom as the rose.
Luther-Bibel . 35 1 Die Wüste und Einöde wird frohlocken, und die Steppe wird jubeln und wird blühen wie die Lilien.

Tekstuitleg van Js 35,1 .

Js 35,2 - Js 35,2 . Verlost uit de ballingschap - verwijzingen -- Js 35 -- Js 35,1 - Js 35,2 - Js 35,3 - Js 35,4 - Js 35,5 - Js 35,6 - Js 35,7 - Js 35,8 - Js 35,9 - Js 35,10 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
2 kai exanthèsei kai agalliasetai ta erèma tou iordanou kai è doxa tou libanou edothè autè kai è timè tou karmèlou kai o laos mou opsetai tèn doxan kuriou kai to upsos tou theou  2 germinans germinabit et exultabit laetabunda et laudans gloria Libani data est ei decor Carmeli et Saron ipsi videbunt gloriam Domini et decorem Dei nostri    2 Zij zal lustig bloeien, en zich verheugen, ja, met verheuging, en juichen; de heerlijkheid van Libanon is haar gegeven, het sieraard van Karmel en Saron; zij zullen zien de heerlijkheid des HEEREN, het sieraad onzes Gods.   [2] weelderig bloeien als de krokus; laat haar uitbundig juichen en jubelen. Zij wordt getooid met de glorie van de Libanon, de luister van Karmel en Saron. Dan zal men de glorie van de heer zien, de luister van onze God.   [2] als een lelie welig bloeien, jubelen en juichen van vreugde. De woestijn tooit zich met de luister van de Libanon, met de schoonheid van de Karmel en de Saron. Men aanschouwt de luister van de HEER, de schoonheid van onze God.  2 bloeien en bloeien, en juichen, ja met gejuich en gejubel; de glorie van de Libanon zal haar worden gegeven, de luister van de Karmel en de Sjaron; zij zullen zien de glorie van de ENE, de luister van onze God!   2. qu'elle se couvre de fleurs, qu'elle exulte de joie et pousse des cris, la gloire du Liban lui a été donnée, la splendeur du Carmel et de Saron. C'est eux qui verront la gloire de Yahvé, la splendeur de notre Dieu.  

King James Bible . [2] It shall blossom abundantly, and rejoice even with joy and singing: the glory of Lebanon shall be given unto it, the excellency of Carmel and Sharon, they shall see the glory of the LORD, and the excellency of our God.
Luther-Bibel . 2 Sie wird blühen und jubeln in aller Lust und Freude. Die Herrlichkeit des Libanon ist ihr gegeben, die Pracht von Karmel und Scharon. Sie sehen die Herrlichkeit des HERRN, die Pracht unsres Gottes.

Tekstuitleg van Js 35,2 .

7. - khabhôd (heerlijkheid) . Taalgebruik in Tenach : kabhôd (heerlijkheid) . Taalgebruik in Jesaja : kabhôd (heerlijkheid) . Getalwaarde : kaph = 11 of 20 , beth = 2 , waw = 6 , daleth = 4 . Totaal : 11 + 2 + 6 + 4 of 20 + 2 + 6 + 4 = 23 of 32 . khabhod = 17. In het Hebreeuws betekent het zwaarte (b.v. van zijn mantel) . In het Grieks getransponeerd naar iets lichts , heerlijks : doxa . Lat. gloria . Fr. gloire . E. glory . Ned. heerlijkheid . D. Herrlichkeit . In veertien verzen in Js : (1) Js 4,5 . (2) Js 11,10 . (3) Js 16,14 . (4) Js 17,4 . (5) Js 21,16 . (6) Js 22,23 . (7) Js 22,24 . (8) Js 24,23 . (9) Js 35,2 . (10) Js 40,5 . (11) Js 42,12 . (12) Js 58,8 . (13) Js 60,13 . (14) Js 66,12 .
- ûkhëbhôd (en de heerlijkheid) . Verbindingswoord waw en het zelfstandig naamwoord khabhôd (heerlijkheid) .
- khebhôdô (zijn heerlijkheid)  . Getalwaarde : kaph = 11 of 20 , beth = 2 , waw = 6 , daleth = 4 , waw = 6 . Totaal : 11 + 2 + 6 + 4 + 6 = 29 of 38 . In vier verzen in Js : (1) Js 3,8 . (2) Js 6,3 . (3) Js 8,7 . (4) Js 59,19 .
- ûkhëbhôd (en de heerlijkheid) . In zesentwintig verzen in de bijbel . In zeven verzen in combinatie met JHWH . In twee verzen in Js : (1) Js 40,5 . (2) Js 58,8 .
- ûkhëbhôdô (en zijn heerlijkheid) . In twee verzen in de bijbel : (1) Js 5,13 . (2) Js 60,2 .

Js 35,3 - Js 35,3 . Verlost uit de ballingschap - verwijzingen -- Js 35 -- Js 35,1 - Js 35,2 - Js 35,3 - Js 35,4 - Js 35,5 - Js 35,6 - Js 35,7 - Js 35,8 - Js 35,9 - Js 35,10 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
3 ischusate cheires aneimenai kai gonata paralelumena  3 confortate manus dissolutas et genua debilia roborate    3 Versterkt de slappe handen, en stelt de struikelende knieën vast.  [3] Geef de zwakke handen weer kracht, maak de bevende knieën sterk.   [3] Geef kracht aan trillende handen, maak knikkende knieën sterk.   •• 3 Versterkt dan nu de slappe handen,– maakt knikkende knieën weer stevig.   3. Fortifiez les mains affaiblies, affermissez les genoux qui chancellent.  

King James Bible . [3] Strengthen ye the weak hands, and confirm the feeble knees.
Luther-Bibel . 3 Stärkt die müden Hände und macht fest die wankenden Knie!

Tekstuitleg van Js 35,3 .

Js 35,4 - Js 35,4 . Verlost uit de ballingschap - verwijzingen -- Js 35 -- Js 35,1 - Js 35,2 - Js 35,3 - Js 35,4 - Js 35,5 - Js 35,6 - Js 35,7 - Js 35,8 - Js 35,9 - Js 35,10 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
4 parakalesate oi oligopsuchoi tè dianoia ischusate mè fobeisthe idou o theos èmôn krisin antapodidôsin kai antapodôsei autos èxei kai sôsei èmas  4 dicite pusillanimis confortamini nolite timere ecce Deus vester ultionem adducet retributionis Deus ipse veniet et salvabit vos    4 Zegt den onbedachtzamen van harte: Weest sterk, en vreest niet; ziet, ulieder God zal ter wrake komen met de vergelding Gods. Hij zal komen en ulieden verlossen.   [4] Zeg tegen iedereen die radeloos is: ‘Houd moed, wees niet bang, hier is uw God, Hij brengt de wraak mee, de goddelijke vergelding, Hij komt u redden.’   [4] Zeg tegen het moedeloze volk: ‘Wees sterk en vrees niet, want jullie God komt met zijn wraak. Gods vergelding zal komen, hijzelf zal jullie bevrijden.’  4 Zegt tot de gehaasten van hart: weest sterk, vreest niet!– ziehier, uw God zal komen met wraak, goddelijke vergelding, hij zal komen en u bevrijden.   4. Dites aux cœurs défaillants : « Soyez forts, ne craignez pas; voici votre Dieu. C'est la vengeance qui vient, la rétribution divine. C'est lui qui vient vous sauver. »  

King James Bible . [4] Say to them that are of a fearful heart, Be strong, fear not: behold, your God will come with vengeance, even God with a recompence; he will come and save you.
Luther-Bibel . 4 Sagt den verzagten Herzen: »Seid getrost, fürchtet euch nicht! Seht, da ist euer Gott! Er kommt zur Rache; Gott, der da vergilt, kommt und wird euch helfen.«

Tekstuitleg van Js 35,4 .

Liturgische lezing van de 23ste (drieëntwintigste) zondag door het jaar B : Js 35,4-7a . (Verwijzing : Js 35,4-7a) :
Spreek tot allen die de moed verloren hebben: "Vat moed en vreest niet: Uw God komt om de wraak te voltrekken, God komt om te vergelden en om u te redden. Dan gaan de ogen van de blinden weer open en zullen de oren van de doven geopend worden. De lamme zal springen als een hert en jubelen zal de tong van de stomme. Ja, in de steppe zullen beken ontspringen, rivieren in de woestijn. De dorre vlakte wordt een vijver, het dorstige land één waterbron."

Js 35,5 - Js 35,5 . Verlost uit de ballingschap - verwijzingen -- Js 35 -- Js 35,1 - Js 35,2 - Js 35,3 - Js 35,4 - Js 35,5 - Js 35,6 - Js 35,7 - Js 35,8 - Js 35,9 - Js 35,10 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
5 tote anoichthèsontai ofthalmoi tuflôn kai ôta kôfôn akousontai 5 tunc aperientur oculi caecorum et aures surdorum patebunt   'âz thippâqachënâh `ênê `iwërîm we'âznê cherësjîm thippâthachënâh   5 Alsdan zullen der blinden ogen opengedaan worden, en der doven oren zullen geopend worden.   [5] Dan worden de ogen van de blinden geopend en de oren van de doven geopend.   [5] Dan worden blinden de ogen geopend, de oren van doven worden ontsloten.  5 ¶ Dan zullen de ogen van de blinden worden ontsloten,– en de oren van de doven worden geopend.   5. Alors se dessilleront les yeux des aveugles, et les oreilles des sourds s'ouvriront. 

King James Bible . [5] Then the eyes of the blind shall be opened, and the ears of the deaf shall be unstopped.
Luther-Bibel . 5 Dann werden die Augen der Blinden aufgetan und die Ohren der Tauben geöffnet werden.

a. 'âz thippâqachënâh `ênê ìwërîm = dan openen ogen van blinden zich
b. we'âznê cherësjîm thippâthachënâh = en oren van doven openen zich

Tekstuitleg van Js 35,5 . Het vers Js 35,5 telt 7 woorden , 16 (2² X 2²) lettergrepen en 33 (3 X 11) letters . De getalwaarde van Js 35,5 is 2692 (2² X 673) .

Js 35,5 is een prachtige zin . Hij bestaat uit twee nevenschikkende zinnen die gedeeltelijk chiastisch zijn opgebouwd . De eerste zin wordt ingeleid door het woord 'âz (dan) , de tweede wordt met de tweede verbonden door wë (en) .
Het vers bestaat uit 1 + 3 + 3 = 7 woorden en 1 + 3 + 2 + 2 = 8 lettergrepen (voor het eerste deel) en 3 + 2 + 3 = 8 lettergrepen (voor het tweede deel) , samen 16 lettergrepen . De opbouw : a b c d c' d' b' .
Laten we het inleidend woord 'âz (dan) buiten beschouwing , dan begint en eindigt de zin met het werkwoord , dat slechts met één letter van elkaar verschilt : q en th (als middelste letter van de drieletterstam pâqach - openen, opengaan - en pâthach - openen) . Het betekent ook dat de werkwoordvormen op gelijke wijze beginnen en eindigen . Ook de zelfstandige naamwoorden eindigen in de beide zinnen op gelijke wijze : -në ... -îm . Zelfs het eerste woord van de eerste zin en het eerste woord van de tweede zin beginnend gelijkluidend : 'âz ... we'âznê . Dan zullen kijken de ogen van de blinden en de oren van de doven zullen horen . Veelvuldig beginnen de woorden met een gutturaal .

Js 35,5.1. אָז = ´âz (dan) . Taalgebruik in Tenach : ´âz (dan) . Getalswaarde : aleph = 1 , zajin = 7 ; totaal : 8 . Structuur : 1 - 7 . De som van de elementen is telkens 8 . Tenach (113) . Pentateuch (14) . Js (8) : (1) Js 33,23 . (2) Js 35,5 . (3) Js 35,6 . (4) Js 41,1 . (5) Js 58,8 . (6) Js 58,9 . (7) Js 58,14 . (8) Js 60,5 .
Het is wellicht een toevalligheid , maar ´âz (dan) met getalwaarde 8 staat aan het begin van het 8ste vers van het 58ste hoofdstuk .
- Grieks : τοτε = tote (dan) . (< to - de : dat echter ; dan , daarop) . Taalgebruik in het NT : tote (dan) . Taalgebruik in de LXX : tote (dan) .
- Latijn : tunc (dan) . Bijbel (368) . NT (154) . Js (16) : (1) Js 16,13 . (2) Js 33,23 . (3) Js 35,5 . (4) Js 35,6 . (5) Js 41,1 . (6) Js 41,7 . (7) Js 44,8 . (8) Js 45,21 . (9) Js 48,3 . (10) Js 48,5 . (11) Js 48,7 . (12) Js 48,8 . (13) Js 58,8 . (14) Js 58,9 . (15) Js 58,14 . (16) Js 60,5 .
- Ned. : dan . D. : dann . E. : then . Fr. : alors . Grieks : τοτε = tote (dan) . (< to - de : dat echter ; dan , daarop) . Taalgebruik in het NT : tote (dan) . Lat. : tunc .

tote (< to - de : dat echter ; dan , daarop)   bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br. syn.  ev. 
tote   353 195 158 89 6 15 10 21 17 110  120 
tot'                        

- Ned. : dan . D. : dann . E. : then . Fr. : alors . Grieks : τοτε = tote (dan) . (< to - de : dat echter ; dan , daarop) . Taalgebruik in het NT : tote (dan) . Lat. : tunc .

Js 35,5.2. pass. nifal 3de pers. vr. mv. תִּפָּקַחְנָה = thippâqachënâh (zij worden geopend) van het werkw. פָקַח = pâqach (openen, opmerkzaam zijn) . Taalgebruik in Tenach : pâqach (openen, opmerkzaam zijn) . Getalswaarde : pe = 17 of 80 , qoph = 19 of 100 , chet = 8 ; totaal : 44 (4 X 11) OF 188 (4 X 47) . Structuur : 8 - 1 - 8 . De som van de elementen is telkens 8 . Tenakh (1) : Js 35,5 . Een vorm van pâqach (openen, opmerkzaam zijn) in Js (4) : (1) Js 35,5 . (2) Js 37,17 . (3) Js 42,7 . (4) Js 42,20 .
- וַתִּפָּקַחְנָה = waththippâqachënâh (en zij werden geopend) < prefix voegwoord wë consecutivum + pass. nifal imperf. 3de pers. vr. mv. van het werkw. פָקַח = pâqach (openen, opmerkzaam zijn) . Taalgebruik in Tenakh : pâqach (openen, opmerkzaam zijn) . Getalswaarde : pe = 17 of 80 , qoph = 19 of 100 , chet = 8 ; totaal : 44 (4 X 11) OF 188 (4 X 47) . Structuur : 8 - 1 - 8 . De som van de elementen is telkens 8 . Tenakh (1) : Gn 3,7 . Een vorm van פָקַח = pâqach (openen, opmerkzaam zijn) in Tenakh (34X) .
- Grieks : pass. ind. fut. 3de pers. mv. ανοιχθησονται = anoichthèsontai (zij zullen geopend worden) van het werkw. ανοιγω = anoigô (openen) . Taalgebruik in het NT : anoigô (openen) . Taalgebruik in de LXX : anoigô (openen) . Bijbel (3) : (1) Js 35,5 . (2) Js 60,11 . (3) Nah 3,13 .
- Ned. : openen . D. : offnen . E. : to open . Fr. : ouvrir . Grieks : ανοιγω = anoigô (openen) . Taalgebruik in het NT : anoigô (openen) . Hebreeuws : פָקַח = pâqach (openen, opmerkzaam zijn) . Taalgebruik in Tenach : pâqach (openen, opmerkzaam zijn) . Latijn : aperire . .
- Zie ook : pâthach (openen) . Taalgebruik in Tenach : pâthach (openen) . Getalwaarde : pe = 17 of 80 , thaw = 22 of 400 , chet = 8 ; totaal : 47 OF 488 (8 X 61) . Structuur : 8 - 4 - 8 .
- Tegenover openen staat sluiten . Hebr. sâgar (sluiten) . Taalgebruik in Tenach : sâgar (sluiten) . Getalwaarde : samech = 15 of 60 , gimel = 3 , resj = 20 of 200 ; totaal : 38 (2 X 19) OF 263 .

Js 35,5.3. `jnj . (1) stat. constr. mann. mv. עֵינֵי = `e(j)ne(j) (ogen van) . (2) ... + suffix pers. voornaamw. 1ste pers. mann. enk. `e(j)naj of `e(j)nâj (mijn ogen) van het zelfst. naamw. עַיִן = `ajin (oog, bron) . Taalgebruik in Tenakh : `ajin (oog, bron) . Taalgebruik in Jesaja : `ajin (oog, bron) . De getalswaarde is : ajin = 16 of 70 , jod = 10 , nun = 14 of 50 . Totaal : 40 (2 X 2 X 2 X 5) of 130 (2 X 5 X 13) . Structuur : 7 - 1 - 5 . De som van de elementen is telkens 4 . Tenakh (102) . Pentateuch (7) . Js (8) : (1) Js 1,15 . (2) Js 1,16 . (3) Js 2,11 . (4) Js 6,5 . (5) Js 29,18 . (6) Js 32,3 . (7) Js 35,5 . (8) Js 38,14 .
Grieks : mann. mv. οφθαλμοι = ophthalmoi (ogen) van het zelfst. naamw. οφθαλμος = ofthalmos (oog) . Taalgebruik in het NT : ofthalmos (oog) . Taalgebruik in de LXX : ofthalmos (oog) . Taalgebruik in Lc : ofthalmos (oog) . Taalgebruik in Hnd : ofthalmos (oog) . Een vorm van οφθαλμος = ofthalmos (oog) in de LXX (678) , in het NT (100) .
- Ned. : oog (misschien uit Lat. ok , de k wordt g) . Arabisch : `ain (oog) . Taalgebruik in de Qoran : `ain (oog) . `ain (oog) . D. : Aug . E. : eye (het klinkt als het Hebreeuwse ´ajin) . Fr. oeil (yeux) . Grieks : οφθαλμος = ofthalmos (oog) . Taalgebruik in het NT : ofthalmos (oog) . Hebreeuws : עַיִן = `ajin (oog, bron) . Stat. constr. עֵין = ´e(j)n . Taalgebruik in Tenakh : `ajin (oog, bron) . Lat. : oculus .

4. mann. mv. עִוְרִים = iwërîm (blinden) van het zelfst. naamw. עִוֵּר = `iwwer (blind) . Taalgebruik in Tenakh : `iwwer (blind) . Getalwaarde : ajin = 16 of 70 , waw = 6 , resj = 20 of 200 ; totaal : 42 (2 X 3 X 7) OF 276 (2² X 3 X 23) . Structuur : 7 - 6 - 2 . De som van de elementen is telkens 6 . Tenakh (6) : (1) Js 29,18 . (2) Js 35,5 . (3) Js 42,16 . (4) Js 56,10 . (5) Ps 146,8 . (6) Kl 4,14 . Een vorm van עִוֵּר = `iwwer in 24 verzen , in Js (9) : (1) Js 29,18 . (2) Js 35,5 . (3) Js 42,7 . (4) Js 42,16 . (5) Js 42,18 . (6) Js 42,19 (2 vormen) . (7) Js 43,8 . (8) Js 56,10 . (9) Js 59,10 .
- Lat. caecus . Fr. aveugle < ab oculis = beroofd van ogen . D. blind . E. blind .

6. cheresj (doof) . Taalgebruik in Tenach : cheresj (doof) . Getalwaarde : chet = 8 , resj = 20 of 200 , sjin = 21 of 300 ; totaal : 49 (7²) OF 508 (2² X 127) . Structuur : 8 - 2 - 3 . Gr. kôfos (doof) . Taalgebruik in de LXX : kôfos (doof) . Taalgebruik in het N.T. : kôfos (doof) . Lat. surdus . Fr. sourd . D. taub . E. deaf . Een vorm van kôfos (doof) in de LXX (13) , in het N.T. (14) .
- cherësjîm (doven) . Jesaja (1) Js 35,5 .
-- wëcherësjîm (doven) . Jesaja ((1) Js 43,8 .
- bepaald lidw. + zelfst. naamw. mann. mv. hacherësjîm (de doven) . Tenach (3) : (1) Js 29,18 . (2) Js 42,18 . (3) Ne 11,35 : een plaatsnaam .
- verbindingswoord wë + zelfst. naamw. mann. enk. wëcheresj (en een dove) . Jesaja (1) Js 42,19 .

Js 35,6 - Js 35,6 . Verlost uit de ballingschap - verwijzingen -- Js 35 -- Js 35,1 - Js 35,2 - Js 35,3 - Js 35,4 - Js 35,5 - Js 35,6 - Js 35,7 - Js 35,8 - Js 35,9 - Js 35,10 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
6 tote aleitai ôs elafos o chôlos kai tranè estai glôssa mogilalôn oti erragè en tè erèmô udôr kai faragx en gè dipsôsè  6 tunc saliet sicut cervus claudus et aperta erit lingua mutorum quia scissae sunt in deserto aquae et torrentes in solitudine    6 Alsdan zal de kreupele springen als een hert, en de tong des stommen zal juichen; want in de woestijn zullen wateren uitbarsten, en beken in de wildernis.  [6] Dan danst de kreupele als een hert en juicht de tong van de stomme. En water welt op in de woestijn, rivieren in het dorre land.  [6] Verlamden zullen springen als herten, de mond van stommen zal jubelen: waterstromen zullen de woestijn splijten, beken de dorre vlakte doorsnijden.  6 Dan zal een lamme springen als een hert en jubelen de tong van een stomme; ja, dan wellen waterstromen op in de woestijn en beken in de steppe.   6. Alors le boiteux bondira comme un cerf, et la langue du muet criera sa joie. Parce qu'auront jailli les eaux dans le désert et les torrents dans la steppe.  

King James Bible . [6] Then shall the lame man leap as an hart, and the tongue of the dumb sing: for in the wilderness shall waters break out, and streams in the desert.
Luther-Bibel . 6 Dann werden die Lahmen springen wie ein Hirsch, und die Zunge der Stummen wird frohlocken. Denn es werden Wasser in der Wüste hervorbrechen und Ströme im dürren Lande.

Tekstuitleg van Js 35,6 .Het vers Js 35,6 telt 13 woorden en 50 (2 X 5²) letters . De getalwaarde van Js 35,6 is 2396 (2² X 599) .

1. ´âz (dan) . Taalgebruik in Tenach : ´âz (dan) . Getalwaarde : aleph = 1 , zajin = 7 ; totaal : 8 . Structuur : 1 - 7 . Tenach (113) . Pentateuch (14) . Js (8) : (1) Js 33,23 . (2) Js 35,5 . (3) Js 35,6 . (4) Js 41,1 . (5) Js 58,8 . (6) Js 58,9 . (7) Js 58,14 . (8) Js 60,5 .

kë´ajjâl (zoals een hert) . Verwijzing : ´jl , zie Ps 42,2 . Het komt in twee verzen in de bijbel voor : (1) Js 35,6 . (2) Ps 42,2 .

Js 35,7 - Js 35,7 . Verlost uit de ballingschap - verwijzingen -- Js 35 -- Js 35,1 - Js 35,2 - Js 35,3 - Js 35,4 - Js 35,5 - Js 35,6 - Js 35,7 - Js 35,8 - Js 35,9 - Js 35,10 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
7 kai è anudros estai eis elè kai eis tèn dipsôsan gèn pègè udatos estai ekei eufrosunè orneôn epaulis kalamou kai elè  7 et quae erat arida in stagnum et sitiens in fontes aquarum in cubilibus in quibus prius dracones habitabant orietur viror calami et iunci     7 En het dorre land zal tot staand water worden, en het dorstige land tot springaders der wateren; in de woningen der draken, waar zij gelegen hebben, zal gras met riet en biezen zijn.  [7] Het verschroeide land wordt een meer, de dorstige grond een waterrijke fontein. Op de plaats waar jakhalzen lagen, groeien dan riet en papyrus.  [7] Het verzengde land wordt een waterplas, dorstige grond wordt waterrijk gebied; waar eenmaal jakhalzen huisden, maakt dor gras plaats voor riet en biezen.  7 Het spiegelende land zal worden tot een moerassig meer, een streek van dorst tot fonteinen van water; in de streek waar draken zich neervlijen zal gras zijn, met riet en biezen.  7. La terre brûlée deviendra un marécage, et le pays de la soif, des eaux jaillissantes; dans les repaires où gîtaient les chacals on verra des enclos de roseaux et de papyrus.  

King James Bible . [7] And the parched ground shall become a pool, and the thirsty land springs of water: in the habitation of dragons, where each lay, shall be grass with reeds and rushes.
Luther-Bibel . 7 Und wo es zuvor trocken gewesen ist, sollen Teiche stehen, und wo es dürre gewesen ist, sollen Brunnquellen sein. Wo zuvor die Schakale gelegen haben, soll Gras und Rohr und Schilf stehen.

Tekstuitleg van Js 35,7 .

Js 35,8 - Js 35,8 . Verlost uit de ballingschap - verwijzingen -- Js 35 -- Js 35,1 - Js 35,2 - Js 35,3 - Js 35,4 - Js 35,5 - Js 35,6 - Js 35,7 - Js 35,8 - Js 35,9 - Js 35,10 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
8 ekei estai odos kathara kai odos agia klèthèsetai kai ou mè parelthè ekei akathartos oude estai ekei odos akathartos oi de diesparmenoi poreusontai ep' autès kai ou mè planèthôsin  8 et erit ibi semita et via et via sancta vocabitur non transibit per eam pollutus et haec erit nobis directa via ita ut stulti non errent per eam     8 En aldaar zal een verheven baan, en een weg zijn, welke de heilige weg zal genaamd worden; de onreine zal er niet doorgaan, maar hij zal voor deze zijn; die dezen weg wandelt, zelfs de dwazen zullen niet dwalen.  [8] Daar komt een gebaande weg* die de heilige weg zal heten. Geen onreine zal die betreden, die gaat zijn eigen weg, geen dwazen dwalen er rond.  [8] Daar zal een gebaande weg lopen, ‘Heilige weg’ genaamd, geen onreine zal die betreden. Over die weg zullen zij gaan, maar dwazen zijn er niet te vinden.   8 Wezen zal daar dan een heirbaan, en die weg: ‘weg tot heiliging’ zal tot hem worden geroepen, geen onreine zal over hem voorbijgaan, hij is voor zijn gemeente,– die de weg gaat; dwazen zullen er niet dwalen.  8. Il y aura là une chaussée et un chemin, on l'appellera la voie sacrée; l'impur n'y passera pas; c'est Lui qui pour eux ira par ce chemin, et les insensés ne s'y égareront pas.  

King James Bible . [8] And an highway shall be there, and a way, and it shall be called The way of holiness; the unclean shall not pass over it; but it shall be for those: the wayfaring men, though fools, shall not err therein.
Luther-Bibel . 8 Und es wird dort eine Bahn sein, die der heilige Weg heißen wird. Kein Unreiner darf ihn betreten; nur sie werden auf ihm gehen; auch die Toren dürfen nicht darauf umherirren.

Tekstuitleg van Js 35,8 .

Js 35,9 - Js 35,9 . Verlost uit de ballingschap - verwijzingen -- Js 35 -- Js 35,1 - Js 35,2 - Js 35,3 - Js 35,4 - Js 35,5 - Js 35,6 - Js 35,7 - Js 35,8 - Js 35,9 - Js 35,10 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
9 kai ouk estai ekei leôn oude tôn thèriôn tôn ponèrôn ou mè anabè ep' autèn oude mè eurethè ekei alla poreusontai en autè lelutrômenoi  9 non erit ibi leo et mala bestia non ascendet per eam nec invenietur ibi et ambulabunt qui liberati fuerint     9 Er zal geen leeuw zijn, en geen verscheurend gedierte zal daarop komen, noch aldaar gevonden worden; maar de verlosten zullen daarop wandelen.   [9] Leeuwen zijn er niet en wilde dieren zullen niet op die weg lopen, ze zijn daar niet meer te vinden; alleen verlosten bewandelen die.   [9] Geen leeuw of roofdier zal daar komen, geen enkel wild dier dwaalt er rond, ze blijven er allemaal weg, alleen zij die verlost zijn zullen daar gaan.  9 Er zal daar geen leeuw zijn en geen verscheurend wild zal erover opklimmen, het zal niet te vinden zijn daar; voortgaan mogen verlosten,   9. Il n'y aura pas de lion et la plus féroce des bêtes n'y montera pas, on ne l'y rencontrera pas, mais les rachetés y marcheront.  

King James Bible . [9] No lion shall be there, nor any ravenous beast shall go up thereon, it shall not be found there; but the redeemed shall walk there:
Luther-Bibel . 9 Es wird da kein Löwe sein und kein reißendes Tier darauf gehen; sie sind dort nicht zu finden, sondern die Erlösten werden dort gehen.

Tekstuitleg van Js 35,9 .

12. wëhâlëkhû (en zij zullen gaan / en zij gingen) . wë + werkwoordvorm qal perfectum derde persoon meervoud van het werkw. hâlakh (gaan) . Taalgebruik in Tenach : hâlakh (gaan) . Getalwaarde : he = 5 , lamed = 12 of 30 , kaph = 11 of 20 ; totaal : 28 (2 X 2 X 7) of 55 (5 X 11) . In tien verzen in de bijbel : (1) 1 S 2,20 . (2) Js 2,3 . (3) Js 35,9 . (4) Js 60,3 . (5) Js 60,14 . (6) Jr 11,12 . (7) Mi 4,2 . (8) Sef 1,17 . (9) Zach 8,21 . (10) Job 1,4 .

Js 35,10 - Js 35,10 . Verlost uit de ballingschap - verwijzingen -- Js 35 -- Js 35,1 - Js 35,2 - Js 35,3 - Js 35,4 - Js 35,5 - Js 35,6 - Js 35,7 - Js 35,8 - Js 35,9 - Js 35,10 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
10 kai sunègmenoi dia kurion apostrafèsontai kai èxousin eis siôn met' eufrosunès kai eufrosunè aiônios uper kefalès autôn epi gar kefalès autôn ainesis kai agalliama kai eufrosunè katalèmpsetai autous apedra odunè kai lupè kai stenagmos   10 et redempti a Domino convertentur et venient in Sion cum laude et laetitia sempiterna super caput eorum gaudium et laetitiam obtinebunt et fugiet dolor et gemitus     10 En de vrijgekochten des HEEREN zullen wederkeren, en tot Sion komen met gejuich, en eeuwige blijdschap zal op hun hoofd wezen; vrolijkheid en blijdschap zullen zij verkrijgen, maar droefenis en zuchting zullen wegvlieden.   [10] De verlosten van de heer keren terug; met gejubel zullen zij Sion binnenkomen, hun hoofd met eeuwige vreugde gekroond. Blijdschap en vreugde zullen hun tegemoetkomen, droefheid en gezucht zullen wegvluchten.   [10] Zij die de HEER heeft bevrijd, keren terug. Jubelend komen zij naar Sion, gekroond met eeuwige vreugde. Gejuich en vreugde trekken de stad binnen, gejammer en verdriet vluchten eruit weg.  10 de vrijgekochten van de ENE zullen terugkeren en in Sion aankomen onder gejubel en met vreugde voor eeuwig op hun hoofd; vrolijkheid en vreugde zullen hen bereiken en vluchten zullen verdriet en gezucht.   10. Ceux qu'a libérés Yahvé reviendront, ils arriveront à Sion criant de joie, portant avec eux une joie éternelle. La joie et l'allégresse les accompagneront, la douleur et les plaintes cesseront. 

King James Bible . [10] And the ransomed of the LORD shall return, and come to Zion with songs and everlasting joy upon their heads: they shall obtain joy and gladness, and sorrow and sighing shall flee away.
Luther-Bibel . 10 Die Erlösten des HERRN werden wiederkommen und nach Zion kommen mit Jauchzen; ewige Freude wird über ihrem Haupte sein; Freude und Wonne werden sie ergreifen, und Schmerz und Seufzen wird entfliehen.

Tekstuitleg van Js 35,10 . Het vers Js 35,10 telt 16 (2² X 2²) woorden en 69 (2 X 23) letters . De getalwaarde van Js 35,10 is 4084 (2² X 1021) . Het vers Js 51,11 telt 16 (2² X 2²) woorden en 70 (2 X 5 X 7) letters . De getalwaarde van Js 51,11 is 4134 (2 X 3 X 13 X 53) .

1. ûphëdûje(j) (en de vrijgekochten) < verbindingswoord wë + werkwoordvorm passief qal part. mann. mv. van het werkw. pâdâh (verlossen, redden, vrijkopen) . Taalgebruik in Tenach : pâdâh (verlossen, redden, vrijkopen) . Getalwaarde : pe = 17 of 80 , daleth = 4 , he = 5 ; totaal : 26 OF 89 . Structuur : 8 - 4 - 5 . Gr. lutroô (vrijkopen, verlossen) . Zie het zelfst. naamw. lutrôsis (loskopen, verlossing) . Taalgebruik in de LXX : lutrôsis (loskopen, verlossing) . Lat. redimere . E. to buy (off) , to redeem . . D. loskaufen , auslösen . Een vorm van lutroô (vrijkopen, verlossen) in de LXX (108) , in het N.T. (3) . Tenach (2) : (1) Js 35,10 . (2) Js 51,11 . Een vorm van pâdâh (verlossen, redden, vrijkopen) in Js (4) : (1) Js 1,27 . (2) Js 29,22 . (3) Js 35,10 . (4) Js 51,11 .


SEPTUAGINTA

35 1eufranthèti erèmos dipsôsa agalliasthô erèmos kai antheitô ôs krinon2kai exanthèsei kai agalliasetai ta erèma tou iordanou kai è doxa tou libanou edothè autè kai è timè tou karmèlou kai o laos mou opsetai tèn doxan kuriou kai to upsos tou theou3ischusate cheires aneimenai kai gonata paralelumena4parakalesate oi oligopsuchoi tè dianoia ischusate mè fobeisthe idou o theos èmôn krisin antapodidôsin kai antapodôsei autos èxei kai sôsei èmas5tote anoichthèsontai ofthalmoi tuflôn kai ôta kôfôn akousontai6tote aleitai ôs elafos o chôlos kai tranè estai glôssa mogilalôn oti erragè en tè erèmô udôr kai faragx en gè dipsôsè7kai è anudros estai eis elè kai eis tèn dipsôsan gèn pègè udatos estai ekei eufrosunè orneôn epaulis kalamou kai elè8ekei estai odos kathara kai odos agia klèthèsetai kai ou mè parelthè ekei akathartos oude estai ekei odos akathartos oi de diesparmenoi poreusontai ep' autès kai ou mè planèthôsin9kai ouk estai ekei leôn oude tôn thèriôn tôn ponèrôn ou mè anabè ep' autèn oude mè eurethè ekei alla poreusontai en autè lelutrômenoi10kai sunègmenoi dia kurion apostrafèsontai kai èxousin eis siôn met' eufrosunès kai eufrosunè aiônios uper kefalès autôn epi gar kefalès autôn ainesis kai agalliama kai eufrosunè katalèmpsetai autous apedra odunè kai lupè kai stenagmos


VULGAAT

35. 1 laetabitur deserta et invia et exultabit solitudo et florebit quasi lilium 2 germinans germinabit et exultabit laetabunda et laudans gloria Libani data est ei decor Carmeli et Saron ipsi videbunt gloriam Domini et decorem Dei nostri 3 confortate manus dissolutas et genua debilia roborate 4 dicite pusillanimis confortamini nolite timere ecce Deus vester ultionem adducet retributionis Deus ipse veniet et salvabit vos 5 tunc aperientur oculi caecorum et aures surdorum patebunt 6 tunc saliet sicut cervus claudus et aperta erit lingua mutorum quia scissae sunt in deserto aquae et torrentes in solitudine 7 et quae erat arida in stagnum et sitiens in fontes aquarum in cubilibus in quibus prius dracones habitabant orietur viror calami et iunci 8 et erit ibi semita et via et via sancta vocabitur non transibit per eam pollutus et haec erit nobis directa via ita ut stulti non errent per eam 9 non erit ibi leo et mala bestia non ascendet per eam nec invenietur ibi et ambulabunt qui liberati fuerint 10 et redempti a Domino convertentur et venient in Sion cum laude et laetitia sempiterna super caput eorum gaudium et laetitiam obtinebunt et fugiet dolor et gemitus