- Bibliografie - Literatuur - Liturgisch gebruik - Overzicht bijbelboeken - Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken - Overzicht van deze website -
Overzicht van Jesaja : - Js
1 - Js 2
- Js 3
- Js 4 -
Js 5 - Js
6 - Js 7
- Js 8
- Js 9 -
Js 10 - Js
11 - Js 12
- Js 13
- Js 14 -
Js 15 - Js
16 - Js 17
- Js 18
- Js 19 -
Js 20 - Js
21 - Js 22
- Js 23
- Js 24 -
Js 25 - Js
26 - Js 27
- Js 28
- Js 29 -
Js 30 - Js
31 - Js 32
- Js 33
- Js 34 -
Js 35 - Js
36 - Js 37
- Js 38
- Js 39 -
Js 40 - Js
41 - Js 42
- Js 43
- Js 44 -
Js 45 - Js
46 - Js 47
- Js 48
- Js 49 -
Js 50 - Js
51 - Js 52
- Js 53
- Js 54 -
Js 55 - Js
56 - Js 57
- Js 58
- Js 59 -
Js 60 - Js
61 - Js 62
- Js 63
- Js 64 -
Js 65 - Js
66 -
Uitleg vers per vers : - Js
35,1 - Js
35,2 - Js
35,3 - Js
35,4 - Js
35,5 - Js
35,6 - Js
35,7 - Js
35,8 - Js
35,9 - Js
35,10 -
Js 35,1
. Js 35,2
. Js 35,3
. Js 35,4
. Js 35,5
. Js 35,6
. Js 35,7
. Js 35,8
. Js 35,9
. Js 35,10
.
- bijbelverwijzingen - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z -
Overzicht van Tenach : Tenach
: overzicht , Tenach
: taalgebruik - A
- B
- C
- D
- E
- F
- G
- H
- I
- J
- K
- L
- M
- N
- O
- P
- Q
- R
- S
- T
- U
- V
- W
- X
-Y
- Z -
, Tenach
: commentaar ,
Overzicht van Septuaginta : Septuaginta
: overzicht , Septuaginta
: taalgebruik - A
- B
- C
- D
- E
- F
- G
- H
- I
- J
- K
- L
- M
- N
- O
- P
- Q
- R
- S
- T
- U
- V
- W
- X
-Y
- Z
- , Septuaginta
: commentaar ,
Overzicht N.T. : N.T.
: overzicht , N.T.
: taalgebruik - N.T.
A - N.T.
B - N.T.
C - N.T.
D - N.T.
E - N.T.
F - N.T. G
- N.T. H
- N.T. I
- N.T. J
- N.T. K
- N.T. L
- N.T. M
- N.T. N
- N.T. O
- N.T. P
- N.T. Q
- N.T. R
- N.T. S
- N.T. T
- N.T. U
- N.T. V
- N.T. W
- N.T.
X -
N.T. Y - N.T. Z -
N.T. :
commentaar .
Overzicht van Jesaja : Jesaja : overzicht , Jesaja : taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Jesaja : commentaar ,
Verlost uit de ballingschap - verwijzingen -- Js 35 -- Js 35,1 - Js 35,2 - Js 35,3 - Js 35,4 - Js 35,5 - Js 35,6 - Js 35,7 - Js 35,8 - Js 35,9 - Js 35,10 -
Js 35,1 - Js 35,1 . Verlost uit de ballingschap - verwijzingen -- Js 35 -- Js 35,1 - Js 35,2 - Js 35,3 - Js 35,4 - Js 35,5 - Js 35,6 - Js 35,7 - Js 35,8 - Js 35,9 - Js 35,10 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [1] The wilderness and the solitary place shall be glad
for them; and the desert shall rejoice, and blossom as the rose.
Luther-Bibel . 35 1 Die Wüste und Einöde wird frohlocken, und die
Steppe wird jubeln und wird blühen wie die Lilien.
Tekstuitleg van Js 35,1 .
Js 35,2 - Js 35,2 . Verlost uit de ballingschap - verwijzingen -- Js 35 -- Js 35,1 - Js 35,2 - Js 35,3 - Js 35,4 - Js 35,5 - Js 35,6 - Js 35,7 - Js 35,8 - Js 35,9 - Js 35,10 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [2] It shall blossom abundantly, and rejoice even with joy
and singing: the glory of Lebanon shall be given unto it, the excellency of
Carmel and Sharon, they shall see the glory of the LORD, and the excellency
of our God.
Luther-Bibel . 2 Sie wird blühen und jubeln in aller Lust und Freude. Die
Herrlichkeit des Libanon ist ihr gegeben, die Pracht von Karmel und Scharon.
Sie sehen die Herrlichkeit des HERRN, die Pracht unsres Gottes.
Tekstuitleg van Js 35,2 .
7. - khabhôd (heerlijkheid) . Taalgebruik in Tenach : kabhôd
(heerlijkheid) . Taalgebruik in Jesaja : kabhôd
(heerlijkheid) . Getalwaarde : kaph = 11 of 20 , beth = 2 , waw = 6 , daleth
= 4 . Totaal : 11 + 2 + 6 + 4 of 20 + 2 + 6 + 4 = 23 of 32 . khabhod = 17. In
het Hebreeuws betekent het zwaarte (b.v. van zijn mantel) . In het Grieks getransponeerd
naar iets lichts , heerlijks : doxa . Lat. gloria . Fr. gloire . E. glory .
Ned. heerlijkheid . D. Herrlichkeit . In veertien verzen in Js : (1) Js
4,5 . (2) Js
11,10 . (3) Js
16,14 . (4) Js
17,4 . (5) Js
21,16 . (6) Js
22,23 . (7) Js
22,24 . (8) Js
24,23 . (9) Js
35,2 . (10) Js
40,5 . (11) Js
42,12 . (12) Js
58,8 . (13) Js
60,13 . (14) Js
66,12 .
- ûkhëbhôd (en de heerlijkheid) . Verbindingswoord waw en het
zelfstandig naamwoord khabhôd (heerlijkheid) .
- khebhôdô (zijn heerlijkheid) . Getalwaarde : kaph = 11 of
20 , beth = 2 , waw = 6 , daleth = 4 , waw = 6 . Totaal : 11 + 2 + 6 + 4 + 6
= 29 of 38 . In vier verzen in Js : (1) Js
3,8 . (2) Js
6,3 . (3) Js
8,7 . (4) Js
59,19 .
- ûkhëbhôd (en de heerlijkheid) . In zesentwintig verzen in
de bijbel . In zeven verzen in combinatie met JHWH . In twee verzen in Js :
(1) Js 40,5
. (2) Js 58,8
.
- ûkhëbhôdô (en zijn heerlijkheid) . In twee verzen in
de bijbel : (1) Js
5,13 . (2) Js
60,2 .
Js 35,3 - Js 35,3 . Verlost uit de ballingschap - verwijzingen -- Js 35 -- Js 35,1 - Js 35,2 - Js 35,3 - Js 35,4 - Js 35,5 - Js 35,6 - Js 35,7 - Js 35,8 - Js 35,9 - Js 35,10 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [3] Strengthen ye the weak hands, and confirm the feeble
knees.
Luther-Bibel . 3 Stärkt die müden Hände und macht fest die wankenden
Knie!
Tekstuitleg van Js 35,3 .
Js 35,4 - Js 35,4 . Verlost uit de ballingschap - verwijzingen -- Js 35 -- Js 35,1 - Js 35,2 - Js 35,3 - Js 35,4 - Js 35,5 - Js 35,6 - Js 35,7 - Js 35,8 - Js 35,9 - Js 35,10 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [4] Say to them that are of a fearful heart, Be strong,
fear not: behold, your God will come with vengeance, even God with a recompence;
he will come and save you.
Luther-Bibel . 4 Sagt den verzagten Herzen: »Seid getrost, fürchtet
euch nicht! Seht, da ist euer Gott! Er kommt zur Rache; Gott, der da vergilt,
kommt und wird euch helfen.«
Tekstuitleg van Js 35,4 .
Liturgische lezing van de 23ste
(drieëntwintigste) zondag door het jaar B : Js 35,4-7a
. (Verwijzing : Js
35,4-7a) :
Spreek tot allen die de moed verloren hebben: "Vat moed en vreest niet:
Uw God komt om de wraak te voltrekken, God komt om te vergelden en om u te redden.
Dan gaan de ogen van de blinden weer open en zullen de oren van de doven geopend
worden. De lamme zal springen als een hert en jubelen zal de tong van de stomme.
Ja, in de steppe zullen beken ontspringen, rivieren in de woestijn. De dorre
vlakte wordt een vijver, het dorstige land één waterbron."
Js 35,5 - Js 35,5 . Verlost uit de ballingschap - verwijzingen -- Js 35 -- Js 35,1 - Js 35,2 - Js 35,3 - Js 35,4 - Js 35,5 - Js 35,6 - Js 35,7 - Js 35,8 - Js 35,9 - Js 35,10 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [5] Then the eyes of the blind shall be opened, and the
ears of the deaf shall be unstopped.
Luther-Bibel . 5 Dann werden die Augen der Blinden aufgetan und die Ohren der
Tauben geöffnet werden.
a. 'âz thippâqachënâh `ênê ìwërîm
= dan openen ogen van blinden zich
b. we'âznê cherësjîm thippâthachënâh
= en oren van doven openen zich
Tekstuitleg van Js 35,5 . Het vers Js 35,5 telt 7 woorden , 16 (2² X 2²) lettergrepen en 33 (3 X 11) letters . De getalwaarde van Js 35,5 is 2692 (2² X 673) .
Js 35,5
is een prachtige zin . Hij bestaat uit twee nevenschikkende zinnen die gedeeltelijk
chiastisch zijn opgebouwd . De eerste zin wordt ingeleid door het woord 'âz
(dan) , de tweede wordt met de tweede verbonden door wë (en) .
Het vers bestaat uit 1 + 3 + 3 = 7 woorden en 1 + 3 + 2 + 2 = 8 lettergrepen
(voor het eerste deel) en 3 + 2 + 3 = 8 lettergrepen (voor het tweede deel)
, samen 16 lettergrepen . De opbouw : a b c d c' d' b' .
Laten we het inleidend woord 'âz (dan) buiten beschouwing , dan begint
en eindigt de zin met het werkwoord , dat slechts met één letter
van elkaar verschilt : q en th (als middelste letter van de drieletterstam pâqach
- openen, opengaan - en pâthach - openen) . Het betekent ook dat de werkwoordvormen
op gelijke wijze beginnen en eindigen . Ook de zelfstandige naamwoorden eindigen
in de beide zinnen op gelijke wijze : -në ... -îm . Zelfs het eerste
woord van de eerste zin en het eerste woord van de tweede zin beginnend gelijkluidend
: 'âz ... we'âznê . Dan zullen kijken de ogen van de blinden
en de oren van de doven zullen horen . Veelvuldig beginnen de woorden met een
gutturaal .
Js
35,5.1. אָז = ´âz (dan) . Taalgebruik in Tenach : ´âz (dan) . Getalswaarde : aleph = 1 , zajin = 7 ; totaal : 8 . Structuur : 1 - 7 . De som van de elementen is telkens 8 . Tenach (113) . Pentateuch (14) . Js (8) : (1) Js 33,23 . (2) Js 35,5 . (3) Js 35,6 . (4) Js 41,1 . (5) Js 58,8 . (6) Js 58,9 . (7) Js 58,14 . (8) Js 60,5 .
Het is wellicht een toevalligheid , maar ´âz (dan) met getalwaarde 8 staat aan het begin van het 8ste vers van het 58ste hoofdstuk .
- Grieks : τοτε = tote (dan) . (< to - de : dat echter ; dan , daarop) . Taalgebruik in het NT : tote (dan) . Taalgebruik in de LXX : tote (dan) .
- Latijn : tunc (dan) . Bijbel (368) . NT (154) . Js (16) : (1) Js 16,13 . (2) Js 33,23 . (3) Js 35,5 . (4) Js 35,6 . (5) Js 41,1 . (6) Js 41,7 . (7) Js 44,8 . (8) Js 45,21 . (9) Js 48,3 . (10) Js 48,5 . (11) Js 48,7 . (12) Js 48,8 . (13) Js 58,8 . (14) Js 58,9 . (15) Js 58,14 . (16) Js 60,5 .
- Ned. : dan . D. : dann . E. : then . Fr. : alors . Grieks : τοτε = tote (dan) . (< to - de : dat echter ; dan , daarop) . Taalgebruik in het NT : tote (dan) . Lat. : tunc .
tote (< to - de : dat echter ; dan , daarop) | bijbel | OT | NT | Mt | Mc | Lc | Joh | Hnd | Br. | syn. | ev. |
tote | 353 | 195 | 158 | 89 | 6 | 15 | 10 | 21 | 17 | 110 | 120 |
tot' |
- Ned. : dan . D. : dann . E. : then . Fr. : alors . Grieks : τοτε = tote (dan) . (< to - de : dat echter ; dan , daarop) . Taalgebruik in het NT : tote (dan) . Lat. : tunc .
Js
35,5.2. pass. nifal 3de pers. vr. mv. תִּפָּקַחְנָה = thippâqachënâh (zij worden
geopend) van het werkw. פָקַח = pâqach (openen, opmerkzaam zijn) . Taalgebruik
in Tenach : pâqach
(openen, opmerkzaam zijn) . Getalswaarde : pe = 17 of 80 , qoph = 19 of 100
, chet = 8 ; totaal : 44 (4 X 11) OF 188 (4 X 47) . Structuur : 8 - 1 - 8 . De som van de elementen is telkens 8 . Tenakh (1) : Js
35,5 . Een vorm van pâqach (openen, opmerkzaam zijn) in Js (4) : (1) Js 35,5 . (2) Js
37,17 . (3) Js
42,7 . (4) Js
42,20 .
- וַתִּפָּקַחְנָה = waththippâqachënâh (en zij werden geopend) < prefix voegwoord wë consecutivum + pass. nifal imperf. 3de pers. vr. mv. van het werkw. פָקַח = pâqach (openen, opmerkzaam zijn) . Taalgebruik in Tenakh : pâqach (openen, opmerkzaam zijn) . Getalswaarde : pe = 17 of 80 , qoph = 19 of 100 , chet = 8 ; totaal : 44 (4 X 11) OF 188 (4 X 47) . Structuur : 8 - 1 - 8 . De som van de elementen is telkens 8 . Tenakh (1) : Gn 3,7 . Een vorm van פָקַח = pâqach (openen, opmerkzaam zijn) in Tenakh (34X) .
- Grieks : pass. ind. fut. 3de pers. mv. ανοιχθησονται = anoichthèsontai (zij zullen geopend worden) van het werkw. ανοιγω = anoigô (openen) . Taalgebruik in het NT : anoigô
(openen) . Taalgebruik in de LXX : anoigô
(openen) . Bijbel (3) : (1) Js
35,5 . (2) Js 60,11 . (3) Nah 3,13 .
- Ned. : openen . D. : offnen . E. : to open . Fr. : ouvrir . Grieks : ανοιγω = anoigô (openen) . Taalgebruik in het NT : anoigô
(openen) . Hebreeuws : פָקַח = pâqach (openen, opmerkzaam zijn) . Taalgebruik
in Tenach : pâqach
(openen, opmerkzaam zijn) . Latijn : aperire . .
- Zie ook : pâthach (openen) . Taalgebruik in Tenach : pâthach
(openen) . Getalwaarde : pe = 17 of 80 , thaw = 22 of 400 , chet = 8 ; totaal
: 47 OF 488 (8 X 61) . Structuur : 8 - 4 - 8 .
- Tegenover openen staat sluiten . Hebr. sâgar (sluiten) . Taalgebruik in
Tenach : sâgar
(sluiten) . Getalwaarde : samech = 15 of 60 , gimel = 3 , resj = 20 of 200
; totaal : 38 (2 X 19) OF 263 .
Js
35,5.3. `jnj . (1) stat. constr. mann. mv. עֵינֵי = `e(j)ne(j) (ogen van) . (2) ... + suffix
pers. voornaamw. 1ste pers. mann. enk. `e(j)naj of `e(j)nâj (mijn ogen)
van het zelfst. naamw. עַיִן = `ajin (oog, bron) . Taalgebruik in Tenakh : `ajin
(oog, bron) . Taalgebruik in Jesaja : `ajin
(oog, bron) . De getalswaarde is : ajin = 16 of 70 , jod = 10 ,
nun = 14 of 50 . Totaal : 40 (2 X 2 X 2 X 5) of 130 (2 X 5 X 13) . Structuur
: 7 - 1 - 5 . De som van de elementen is telkens 4 . Tenakh (102)
. Pentateuch (7) . Js (8) : (1) Js
1,15 . (2) Js
1,16 . (3) Js
2,11 . (4) Js
6,5 . (5) Js
29,18 . (6) Js
32,3 . (7) Js
35,5 . (8) Js
38,14 .
Grieks : mann. mv. οφθαλμοι = ophthalmoi (ogen) van het zelfst. naamw. οφθαλμος = ofthalmos (oog) . Taalgebruik in het NT : ofthalmos (oog) . Taalgebruik in de LXX : ofthalmos (oog) . Taalgebruik in Lc : ofthalmos (oog) . Taalgebruik in Hnd : ofthalmos (oog) . Een vorm van οφθαλμος = ofthalmos (oog) in de LXX (678) , in het NT (100) .
- Ned. : oog (misschien uit Lat. ok , de k wordt g) . Arabisch : `ain (oog) . Taalgebruik in de Qoran : `ain (oog) . `ain (oog) . D. : Aug . E. : eye (het klinkt als het Hebreeuwse ´ajin) . Fr. oeil (yeux) . Grieks : οφθαλμος = ofthalmos (oog) . Taalgebruik in het NT : ofthalmos (oog) . Hebreeuws : עַיִן = `ajin (oog, bron) . Stat. constr. עֵין = ´e(j)n . Taalgebruik in Tenakh : `ajin (oog, bron) . Lat. : oculus .
4. mann. mv. עִוְרִים = iwërîm (blinden) van het zelfst. naamw. עִוֵּר = `iwwer (blind) . Taalgebruik in Tenakh : `iwwer (blind) . Getalwaarde : ajin = 16 of 70 , waw = 6 , resj = 20 of 200 ; totaal : 42 (2 X 3 X 7) OF 276 (2² X 3 X 23) . Structuur : 7 - 6 - 2 . De som van de elementen is telkens 6 . Tenakh (6) : (1) Js 29,18 . (2) Js 35,5 . (3) Js 42,16 . (4) Js 56,10 . (5) Ps 146,8 . (6) Kl 4,14 . Een vorm van עִוֵּר = `iwwer in 24 verzen , in Js (9) : (1) Js 29,18 . (2) Js 35,5 . (3) Js 42,7 . (4) Js 42,16 . (5) Js 42,18 . (6) Js 42,19 (2 vormen) . (7) Js 43,8 . (8) Js 56,10 . (9) Js 59,10 .
- Lat. caecus . Fr. aveugle < ab oculis = beroofd van ogen . D. blind . E. blind .
6. cheresj (doof) . Taalgebruik in Tenach : cheresj
(doof) . Getalwaarde : chet = 8 , resj = 20 of 200 , sjin = 21 of 300 ;
totaal : 49 (7²) OF 508 (2² X 127) . Structuur : 8 - 2 - 3 . Gr. kôfos
(doof) . Taalgebruik in de LXX :
kôfos (doof) . Taalgebruik in het N.T. :
kôfos (doof) . Lat. surdus . Fr. sourd . D. taub . E. deaf . Een vorm
van kôfos (doof) in de LXX (13) , in het N.T. (14) .
- cherësjîm (doven) . Jesaja (1) Js
35,5 .
-- wëcherësjîm (doven) . Jesaja ((1) Js
43,8 .
- bepaald lidw. + zelfst. naamw. mann. mv. hacherësjîm (de doven)
. Tenach (3) : (1) Js
29,18 . (2) Js
42,18 . (3) Ne 11,35 : een plaatsnaam .
- verbindingswoord wë + zelfst. naamw. mann. enk. wëcheresj (en een
dove) . Jesaja (1) Js
42,19 .
Js 35,6 - Js 35,6 . Verlost uit de ballingschap - verwijzingen -- Js 35 -- Js 35,1 - Js 35,2 - Js 35,3 - Js 35,4 - Js 35,5 - Js 35,6 - Js 35,7 - Js 35,8 - Js 35,9 - Js 35,10 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [6] Then shall the lame man leap as an hart, and the tongue
of the dumb sing: for in the wilderness shall waters break out, and streams
in the desert.
Luther-Bibel . 6 Dann werden die Lahmen springen wie ein Hirsch, und die Zunge
der Stummen wird frohlocken. Denn es werden Wasser in der Wüste hervorbrechen
und Ströme im dürren Lande.
Tekstuitleg van Js 35,6 .Het vers Js 35,6 telt 13 woorden en 50 (2 X 5²) letters . De getalwaarde van Js 35,6 is 2396 (2² X 599) .
1. ´âz (dan) . Taalgebruik in Tenach : ´âz (dan) . Getalwaarde : aleph = 1 , zajin = 7 ; totaal : 8 . Structuur : 1 - 7 . Tenach (113) . Pentateuch (14) . Js (8) : (1) Js 33,23 . (2) Js 35,5 . (3) Js 35,6 . (4) Js 41,1 . (5) Js 58,8 . (6) Js 58,9 . (7) Js 58,14 . (8) Js 60,5 .
kë´ajjâl (zoals een hert) . Verwijzing : ´jl , zie Ps 42,2 . Het komt in twee verzen in de bijbel voor : (1) Js 35,6 . (2) Ps 42,2 .
Js 35,7 - Js 35,7 . Verlost uit de ballingschap - verwijzingen -- Js 35 -- Js 35,1 - Js 35,2 - Js 35,3 - Js 35,4 - Js 35,5 - Js 35,6 - Js 35,7 - Js 35,8 - Js 35,9 - Js 35,10 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [7] And the parched ground shall become a pool, and the
thirsty land springs of water: in the habitation of dragons, where each lay,
shall be grass with reeds and rushes.
Luther-Bibel . 7 Und wo es zuvor trocken gewesen ist, sollen Teiche stehen,
und wo es dürre gewesen ist, sollen Brunnquellen sein. Wo zuvor die Schakale
gelegen haben, soll Gras und Rohr und Schilf stehen.
Tekstuitleg van Js 35,7 .
Js 35,8 - Js 35,8 . Verlost uit de ballingschap - verwijzingen -- Js 35 -- Js 35,1 - Js 35,2 - Js 35,3 - Js 35,4 - Js 35,5 - Js 35,6 - Js 35,7 - Js 35,8 - Js 35,9 - Js 35,10 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [8] And an highway shall be there, and a way, and it shall
be called The way of holiness; the unclean shall not pass over it; but it shall
be for those: the wayfaring men, though fools, shall not err therein.
Luther-Bibel . 8 Und es wird dort eine Bahn sein, die der heilige Weg heißen
wird. Kein Unreiner darf ihn betreten; nur sie werden auf ihm gehen; auch die
Toren dürfen nicht darauf umherirren.
Tekstuitleg van Js 35,8 .
Js 35,9 - Js 35,9 . Verlost uit de ballingschap - verwijzingen -- Js 35 -- Js 35,1 - Js 35,2 - Js 35,3 - Js 35,4 - Js 35,5 - Js 35,6 - Js 35,7 - Js 35,8 - Js 35,9 - Js 35,10 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [9] No lion shall be there, nor any ravenous beast shall
go up thereon, it shall not be found there; but the redeemed shall walk there:
Luther-Bibel . 9 Es wird da kein Löwe sein und kein reißendes Tier
darauf gehen; sie sind dort nicht zu finden, sondern die Erlösten werden
dort gehen.
Tekstuitleg van Js 35,9 .
12. wëhâlëkhû (en zij zullen gaan / en zij gingen) . wë + werkwoordvorm qal perfectum derde persoon meervoud van het werkw. hâlakh (gaan) . Taalgebruik in Tenach : hâlakh (gaan) . Getalwaarde : he = 5 , lamed = 12 of 30 , kaph = 11 of 20 ; totaal : 28 (2 X 2 X 7) of 55 (5 X 11) . In tien verzen in de bijbel : (1) 1 S 2,20 . (2) Js 2,3 . (3) Js 35,9 . (4) Js 60,3 . (5) Js 60,14 . (6) Jr 11,12 . (7) Mi 4,2 . (8) Sef 1,17 . (9) Zach 8,21 . (10) Job 1,4 .
Js 35,10 - Js 35,10 . Verlost uit de ballingschap - verwijzingen -- Js 35 -- Js 35,1 - Js 35,2 - Js 35,3 - Js 35,4 - Js 35,5 - Js 35,6 - Js 35,7 - Js 35,8 - Js 35,9 - Js 35,10 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [10] And the ransomed of the LORD shall return, and come
to Zion with songs and everlasting joy upon their heads: they shall obtain joy
and gladness, and sorrow and sighing shall flee away.
Luther-Bibel . 10 Die Erlösten des HERRN werden wiederkommen und nach Zion
kommen mit Jauchzen; ewige Freude wird über ihrem Haupte sein; Freude und
Wonne werden sie ergreifen, und Schmerz und Seufzen wird entfliehen.
Tekstuitleg van Js 35,10 . Het vers Js 35,10 telt 16 (2² X 2²) woorden en 69 (2 X 23) letters . De getalwaarde van Js 35,10 is 4084 (2² X 1021) . Het vers Js 51,11 telt 16 (2² X 2²) woorden en 70 (2 X 5 X 7) letters . De getalwaarde van Js 51,11 is 4134 (2 X 3 X 13 X 53) .
1. ûphëdûje(j) (en de vrijgekochten) < verbindingswoord wë + werkwoordvorm passief qal part. mann. mv. van het werkw. pâdâh (verlossen, redden, vrijkopen) . Taalgebruik in Tenach : pâdâh (verlossen, redden, vrijkopen) . Getalwaarde : pe = 17 of 80 , daleth = 4 , he = 5 ; totaal : 26 OF 89 . Structuur : 8 - 4 - 5 . Gr. lutroô (vrijkopen, verlossen) . Zie het zelfst. naamw. lutrôsis (loskopen, verlossing) . Taalgebruik in de LXX : lutrôsis (loskopen, verlossing) . Lat. redimere . E. to buy (off) , to redeem . . D. loskaufen , auslösen . Een vorm van lutroô (vrijkopen, verlossen) in de LXX (108) , in het N.T. (3) . Tenach (2) : (1) Js 35,10 . (2) Js 51,11 . Een vorm van pâdâh (verlossen, redden, vrijkopen) in Js (4) : (1) Js 1,27 . (2) Js 29,22 . (3) Js 35,10 . (4) Js 51,11 .
SEPTUAGINTA
35 1eufranthèti erèmos dipsôsa agalliasthô erèmos kai antheitô ôs krinon2kai exanthèsei kai agalliasetai ta erèma tou iordanou kai è doxa tou libanou edothè autè kai è timè tou karmèlou kai o laos mou opsetai tèn doxan kuriou kai to upsos tou theou3ischusate cheires aneimenai kai gonata paralelumena4parakalesate oi oligopsuchoi tè dianoia ischusate mè fobeisthe idou o theos èmôn krisin antapodidôsin kai antapodôsei autos èxei kai sôsei èmas5tote anoichthèsontai ofthalmoi tuflôn kai ôta kôfôn akousontai6tote aleitai ôs elafos o chôlos kai tranè estai glôssa mogilalôn oti erragè en tè erèmô udôr kai faragx en gè dipsôsè7kai è anudros estai eis elè kai eis tèn dipsôsan gèn pègè udatos estai ekei eufrosunè orneôn epaulis kalamou kai elè8ekei estai odos kathara kai odos agia klèthèsetai kai ou mè parelthè ekei akathartos oude estai ekei odos akathartos oi de diesparmenoi poreusontai ep' autès kai ou mè planèthôsin9kai ouk estai ekei leôn oude tôn thèriôn tôn ponèrôn ou mè anabè ep' autèn oude mè eurethè ekei alla poreusontai en autè lelutrômenoi10kai sunègmenoi dia kurion apostrafèsontai kai èxousin eis siôn met' eufrosunès kai eufrosunè aiônios uper kefalès autôn epi gar kefalès autôn ainesis kai agalliama kai eufrosunè katalèmpsetai autous apedra odunè kai lupè kai stenagmos
VULGAAT
35. 1 laetabitur deserta et invia et exultabit solitudo et florebit quasi lilium 2 germinans germinabit et exultabit laetabunda et laudans gloria Libani data est ei decor Carmeli et Saron ipsi videbunt gloriam Domini et decorem Dei nostri 3 confortate manus dissolutas et genua debilia roborate 4 dicite pusillanimis confortamini nolite timere ecce Deus vester ultionem adducet retributionis Deus ipse veniet et salvabit vos 5 tunc aperientur oculi caecorum et aures surdorum patebunt 6 tunc saliet sicut cervus claudus et aperta erit lingua mutorum quia scissae sunt in deserto aquae et torrentes in solitudine 7 et quae erat arida in stagnum et sitiens in fontes aquarum in cubilibus in quibus prius dracones habitabant orietur viror calami et iunci 8 et erit ibi semita et via et via sancta vocabitur non transibit per eam pollutus et haec erit nobis directa via ita ut stulti non errent per eam 9 non erit ibi leo et mala bestia non ascendet per eam nec invenietur ibi et ambulabunt qui liberati fuerint 10 et redempti a Domino convertentur et venient in Sion cum laude et laetitia sempiterna super caput eorum gaudium et laetitiam obtinebunt et fugiet dolor et gemitus