JESAJA 55 - Js 55 -
- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Js (Jesaja) -- Js 55 -
- Js 55,1-13 -- Js 55,10-11 -- Js 55,1-3 -- Js 55,6-9 -

- Bibliografie - Literatuur - Liturgisch gebruik - Overzicht bijbelboeken - Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken - Overzicht van deze website

- bijbeloverzicht per pericope - bijbeloverzicht per vers - bijbeloverzicht : liturgisch gebruik - bijbeloverzicht : woordgebruik -- A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z -- bijbeloverzicht : commentaar -

Overzicht van Tenakh : Tenakh : overzicht , Tenakh : taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Tenakh : commentaar ,

Overzicht van Jesaja : - Js 1 - Js 2 - Js 3 - Js 4 - Js 5 - Js 6 - Js 7 - Js 8 - Js 9 - Js 10 - Js 11 - Js 12 - Js 13 - Js 14 - Js 15 - Js 16 - Js 17 - Js 18 - Js 19 - Js 20 - Js 21 - Js 22 - Js 23 - Js 24 - Js 25 - Js 26 - Js 27 - Js 28 - Js 29 - Js 30 - Js 31 - Js 32 - Js 33 - Js 34 - Js 35 - Js 36 - Js 37 - Js 38 - Js 39 - Js 40 - Js 41 - Js 42 - Js 43 - Js 44 - Js 45 - Js 46 - Js 47 - Js 48 - Js 49 - Js 50 - Js 51 - Js 52 - Js 53 - Js 54 - Js 55 - Js 56 - Js 57 - Js 58 - Js 59 - Js 60 - Js 61 - Js 62 - Js 63 - Js 64 - Js 65 - Js 66 -

Uitleg vers per vers : - Js 55,1 - Js 55,2 - Js 55,3 - Js 55,4 - Js 55,5 - Js 55,6 - Js 55,7 - Js 55,8 - Js 55,9 - Js 55,10 - Js 55,11 - Js 55,12 - Js 55,13 -


Js 55,1-13 . Het eeuwig verbond -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Js (Jesaja) -- Js 55 -- Js 55,1-13 -- Js 55,1 - Js 55,2 - Js 55,3 - Js 55,4 - Js 55,5 - Js 55,6 - Js 55,7 - Js 55,8 - Js 55,9 - Js 55,10 - Js 55,11 - Js 55,12 - Js 55,13 -

Lezing op de 18de (achttiende) zondag door het a-jaar : Js 55,1-3 . Verwijzing : Js 55,1-3 .

Zo spreekt God de Heer: "Komt naar het water, gij allen die dorst lijdt! Ook gij die geen geld hebt, komt toch. Komt kopen, geniet zonder geld en zonder te betalen. Komt kopen wijn en melk. Wat geeft gij uw geld voor iets dat geen brood is? Wat geeft gij uw arbeid voor iets dat niet voedt? Luistert, luistert naar Mij: dan eet gij wat goed is, dan verzadigt gij u aan heerlijke spijs. Neigt uw oor en komt naar Mij en luistert en gij zult leven."

Js 55,1 - Js 55,1 : Het eeuwig verbond -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Js (Jesaja) -- Js 55 -- Js 55,1-13 -- Js 55,1 - Js 55,2 - Js 55,3 - Js 55,4 - Js 55,5 - Js 55,6 - Js 55,7 - Js 55,8 - Js 55,9 - Js 55,10 - Js 55,11 - Js 55,12 - Js 55,13 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
1oi dipsôntes poreuesthe ef' udôr kai osoi mè echete argurion badisantes agorasate kai piete aneu arguriou kai timès oinou kai stear  1 o omnes sitientes venite ad aquas et qui non habetis argentum properate emite et comedite venite emite absque argento et absque ulla commutatione vinum et lac     1 O alle gij dorstigen! komt tot de wateren, en gij, die geen geld hebt, komt, koopt en eet, ja komt, koopt zonder geld, en zonder prijs, wijn en melk!  [1] Kom*, wie dorst heeft, hier is water; en allen die geen geld hebt, kom, koop koren en eet zonder geld, en drink wijn en melk zonder betaling.   [1] Hierheen! Hier is water, voor ieder die dorst heeft. Kom, ook al heb je geen geld. Koop hier je voedsel en eet. Kom, koop voedsel zonder geld, koop wijn en melk zonder betaling.   1 ¶ O al wie dorst lijdt,– gaat tot het water en gij die geen geld hebt: gaat, koopt koren en eet!– gaat, koopt koren niet voor geld, en wijn en melk voor geen prijs!–  1. Ah! vous tous qui avez soif, venez vers l'eau, même si vous n'avez pas d'argent, venez, achetez et mangez; venez, achetez sans argent, sans payer, du vin et du lait.  

King James Bible . [1] Ho, every one that thirsteth, come ye to the waters, and he that hath no money; come ye, buy, and eat; yea, come, buy wine and milk without money and without price.
Luther-Bibel . 1 Wohlan, alle, die ihr durstig seid, kommt her zum Wasser! Und die ihr kein Geld habt, kommt her, kauft und esst! Kommt her und kauft ohne Geld und umsonst Wein und Milch!
- 18de (achttiende) zondag door het a-jaar . Zo spreekt God de Heer: "Komt naar het water, gij allen die dorst lijdt! Ook gij die geen geld hebt, komt toch. Komt kopen, geniet zonder geld en zonder te betalen. Komt kopen wijn en melk.

a. hôj kâl tsâme´ lekhû lammajim (hallo iedere smachtende , komen jullie naar het water) .

Tekstuitleg van Js 55,1 . Het vers Js 55,1 telt 20 (2² X 5) woorden en 70 (2 X 5 X 7) letters . De getalwaarde van Js 55,1 is 2957 (priemgetal) .

Js 55,1.1. hôj (wee) . Taalgebruik in Tenakh : hoj (wee) . Getalwaarde : he = 5 , waw = 6 , jod = 10 ; totaal : 21 (3 X 7) . Structuur : 5 - 6 - 1 . Gr. ouai . Lat. vae . Fr. malheur . E. woe . D. weh . Js (22) : (1) Js 1,4 . (2) Js 1,24 . (3) Js 5,8 . (4) Js 5,11 . (5) Js 5,18 . (6) Js 5,20 . (7) Js 5,21 . (8) Js 5,22 . (9) Js 10,1 . (10) Js 10,5 . (11) Js 16,4 . (12) Js 17,12 . (13) Js 18,1 . (14) Js 28,1 . (15) Js 29,1 . (16) Js 29,15 . (17) Js 30,1 . (18) Js 31,1 . (19) Js 33,1 . (20) Js 45,9 . (21) Js 45,10 . (22) Js 55,1 . In dit vers heeft hôj niet de klank van een weeklacht , maar van een begroeting hallo .

Js 55,1.2. kl (al) . Taalgebruik in Tenakh : kl (al) . Getalwaarde : kaph = 11 of 20 , lamed = 12 of 30 ; totaal : 23 OF 50 . Gr. pas , pasa, pan (ieder, elk) . Taalgebruik in de Septuaginta : pas (ieder, elk) . Taalgebruik in het NT : pas (ieder, elk) . Lat. omnis . Fr. tout . Ned. heel, al, gans . D. al . E. whole . Tenakh (2709) . Pentateuch (824) . Gn (166) . Js (120) . Js 1-39 (74) . Js 40-55 (24) . Js 56-66 (22) . Js 55 (1) : Js 55,1 .

Js 55,1.3. ts-m-´ ; (1) actief qal perf 3de persoon mannelijk enkelvoud tsâmâ´ (hij smacht) (2) act. qal part. mann. enk. tsâme´ (smachtende) van het werkw. tsâmâ´ (dorst hebben, dorsten) . Taalgebruik in Tenakh : tsâm´â (dorst hebben, dorsten) . Het Nederlandse werkwoord "smachten" benadert het Hebreeuwe werkwoord tsâmâ´ . Getalwaarde : tsade = 18 of 90 , mem = 13 of 40 , aleph = 1 ; totaal : 32 (2² X 2³) OF 131 (priemgetal) . Structuur : 9 - 4 - 1 . Tenakh (7) : (1) Js 5,13 . (2) Js 21,14 . (3) Js 32,6 . (4) Js 44,3 . (5) Js 55,1 . (6) Am 8,11 . (7) Spr 25,21 .

Js 55,1.4. lekhû (ga) : act. qal imperatief tweede persoon mannelijk meervoud van het werkw. hâlakh (gaan) . Taalgebruik in Tenakh : hâlakh (gaan) . Getalwaarde : he = 5 , lamed = 12 of 30 , kaph = 11 of 20 ; totaal : 28 (2 X 2 X 7) of 55 (5 X 11) . Structuur : 5 - 3 - 2 . Tenakh (65) . Js (7) : (1) Js 1,18 . (2) Js 2,3 . (3) Js 2,5 . (4) Js 18,2 . (5) Js 30,21 . (6) Js 50,11 . (7) Js 55,1 .

Js 55,1.5. lammajim (naar de wateren) < lë + bepaald lidw. ha + mann. mv. van het zelfstandig naamw. majim (water) . Taalgebruik in Tenakh : majim (water) . Getalwaarde : mem = 13 of 40 , jod = 10 ; totaal : 36 (2² X 3²) OF 90 (2 X 3² X 5) . Structuur : 4 - 1 - 4 . Tenakh (7) : (1) Gn 1,6 . (2) Ex 17,3 . (3) Joz 7,5 . (4) 2 K 2,21 . (5) Js 55,1 . (6) Jr 14,3 . (7) Am 8,11 .

7. ´ajin (er is niet) . Stat. constr. ´e(j)n . Taalgebruik in Tenakh : ´ajin (er is niet) . Getalwaarde : aleph = 1 , jod = 10 , nun = 14 of 50 ; totaal : 25 (5²) OF 61 (priemgetal) . Structuur : 1 - 1 - 5 . Tenakh (362) . Pentateuch (74) . Js (31) . Js 1-39 (11) . Js 40-55 (15) . Js 56-66 (5) . Js 40-55 (15) : (1) Js 40,16 . (2) Js 40,28 . (3) Js 41,26 . (4) Js 44,6 . (5) Js 45,5 . (6) Js 45,9 . (7) Js 45,21 . (8) Js 47,1 . (9) Js 47,10 . (10) Js 47,14 . (11) Js 47,15 . (12) Js 48,22 . (13) Js 50,2 . (14) Js 51,18 . (15) Js 55,1 .

Js 55,1.9. kèsèph (zilver, geld) . Taalgebruik in Tenakh : kèsèph (zilver, geld) . Getalwaarde : kaph = 11 of 20 , samech = 15 of 60 , pe = 17 of 80 ; totaal : 43 OF 160 (2² X 2³ X 5) . Structuur : 2 - 6 - 8 . Tenakh (181) . Js (7) : (1) Js 2,7 . (2) Js 7,23 . (3) Js 13,17 . (4) Js 40,19 . (5) Js 55,1 . (6) Js 55,2 . (7) Js 60,17 .

Js 55,1.10. lekhû (ga) : qal imperatief tweede persoon mannelijk meervoud van het werkw. hâlakh (gaan) . Taalgebruik in Tenakh : hâlakh (gaan) . Getalwaarde : he = 5 , lamed = 12 of 30 , kaph = 11 of 20 ; totaal : 28 (2 X 2 X 7) of 55 (5 X 11) . Tenakh (65) . Js (7) : (1) Js 1,18 . (2) Js 2,3 . (3) Js 2,5 . (4) Js 18,2 . (5) Js 30,21 . (6) Js 50,11 . (7) Js 55,1 .

Js 55,1.16. lekhû (ga) : qal imperatief tweede persoon mannelijk meervoud van het werkw. hâlakh (gaan) . Taalgebruik in Tenakh : hâlakh (gaan) . Getalwaarde : he = 5 , lamed = 12 of 30 , kaph = 11 of 20 ; totaal : 28 (2 X 2 X 7) of 55 (5 X 11) . Tenakh (65) . Js (7) : (1) Js 1,18 . (2) Js 2,3 . (3) Js 2,5 . (4) Js 18,2 . (5) Js 30,21 . (6) Js 50,11 . (7) Js 55,1 .

Js 55,2 - Js 55,2 : Het eeuwig verbond -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Js (Jesaja) -- Js 55 -- Js 55,1-13 -- Js 55,1 - Js 55,2 - Js 55,3 - Js 55,4 - Js 55,5 - Js 55,6 - Js 55,7 - Js 55,8 - Js 55,9 - Js 55,10 - Js 55,11 - Js 55,12 - Js 55,13 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
2ina ti timasthe arguriou kai ton mochthon umôn ouk eis plèsmonèn akousate mou kai fagesthe agatha kai entrufèsei en agathois è psuchè umôn  2 quare adpenditis argentum non in panibus et laborem vestrum non in saturitate audite audientes me et comedite bonum et delectabitur in crassitudine anima vestra    2 Waarom weegt gijlieden geld uit voor hetgeen geen brood is, en uw arbeid voor hetgeen niet verzadigen kan? Hoort aandachtiglijk naar Mij, en eet het goede, en laat uw ziel in vettigheid zich verlustigen.  [2] Waarom besteedt u geld aan wat geen brood is, en loon aan iets dat niet verzadigt? Luister aandachtig naar Mij, en u zult eten wat goed is, en uw honger stillen met uitgelezen spijs.   [2] Waarom geld betalen voor iets dat geen brood is, je loon besteden aan wat niet verzadigen kan? Luister aandachtig naar mij, en je zult ruimschoots te eten hebben en genieten van een overvloedig maal.   2 waarom weegt ge zilver af voor wat geen brood is, doet ge moeite voor wat niet kan verzadigen?– hoort, hoort naar mij en eet wat goed is, dan zal uw ziel zich verlustigen aan het vette;   2. Pourquoi dépenser de l'argent pour autre chose que du pain, et ce que vous avez gagné, pour ce qui ne rassasie pas ? Écoutez, écoutez-moi et mangez ce qui est bon; vous vous délecterez de mets succulents.  

King James Bible . [2] Wherefore do ye spend money for that which is not bread? and your labour for that which satisfieth not? hearken diligently unto me, and eat ye that which is good, and let your soul delight itself in fatness.
Luther-Bibel . 2 Warum zählt ihr Geld dar für das, was kein Brot ist, und sauren Verdienst für das, was nicht satt macht? Hört doch auf mich, so werdet ihr Gutes essen und euch am Köstlichen laben.
- 18de (achttiende) zondag door het a-jaar . Wat geeft gij uw geld voor iets dat geen brood is? Wat geeft gij uw arbeid voor iets dat niet voedt? Luistert, luistert naar Mij: dan eet gij wat goed is, dan verzadigt gij u aan heerlijke spijs.

Tekstuitleg van Js 55,2 . Het vers Js 55,2 telt 16 (2² X 2²) woorden en 68 (2² X 17) letters . De getalwaarde van Js 55,2 is 4521 (3 X 11 X 137) .

3. kèsèph (zilver, geld) . Taalgebruik in Tenakh : kèsèph (zilver, geld) . Getalwaarde : kaph = 11 of 20 , samech = 15 of 60 , pe = 17 of 80 ; totaal : 43 OF 160 (2² X 2³ X 5) . Structuur : 2 - 6 - 8 . Tenakh (181) . Js (7) : (1) Js 2,7 . (2) Js 7,23 . (3) Js 13,17 . (4) Js 40,19 . (5) Js 55,1 . (6) Js 55,2 . (7) Js 60,17 .

Js 55,3 - Js 55,3 : Het eeuwig verbond -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Js (Jesaja) -- Js 55 -- Js 55,1-13 -- Js 55,1 - Js 55,2 - Js 55,3 - Js 55,4 - Js 55,5 - Js 55,6 - Js 55,7 - Js 55,8 - Js 55,9 - Js 55,10 - Js 55,11 - Js 55,12 - Js 55,13 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
3prosechete tois ôtiois umôn kai epakolouthèsate tais odois mou epakousate mou kai zèsetai en agathois è psuchè umôn kai diathèsomai umin diathèkèn aiônion ta osia dauid ta pista  3 inclinate aurem vestram et venite ad me audite et vivet anima vestra et feriam vobis pactum sempiternum misericordias David fideles    3 Neigt uw oor, en komt tot Mij, hoort en uw ziel zal leven; want Ik zal met u een eeuwig verbond maken, en u geven de gewisse weldadigheden van David.  [3] Buig uw oor en kom naar Mij, luister en u zult leven; een eeuwig verbond zal Ik met u sluiten, de gunstbewijzen die Ik aan David* heb gezworen.   [3] Leen mij je oor en kom bij mij, luister, en je zult leven. Ik sluit met jullie een eeuwigdurend verbond, als bevestiging van mijn liefde voor David.   3 neigt uw oor en gaat tot mij, hoort, opdat uw ziel herleeft!– ik smeed met u een eeuwig verbond, de betrouwbare bewijzen van vriendschap aan David;  3. Prêtez l'oreille et venez vers moi, écoutez et vous vivrez. Je conclurai avec vous une alliance éternelle, réalisant les faveurs promises à David.  

King James Bible . [3] Incline your ear, and come unto me: hear, and your soul shall live; and I will make an everlasting covenant with you, even the sure mercies of David.
Luther-Bibel . 3 Neigt eure Ohren her und kommt her zu mir! Höret, so werdet ihr leben! Ich will mit euch einen ewigen Bund schließen, euch die beständigen Gnaden Davids zu geben.
- 18de (achttiende) zondag door het a-jaar . Neigt uw oor en komt naar Mij en luistert en gij zult leven."

Tekstuitleg van Js 55,3 .

10. bërîth (verbond) . Taalgebruik in Tenakh : bërîth (verbond) . Taalgebruik in Jesaja : bërîth (verbond) . Gr. diathèkè (verbond) . Taalgebruik in het N.T. : diathèkè (verbond) . diatithèmi = tussen-stellen . Lat. foedus (zie b.v. federaal) . Fr. alliance . E. covenant . Ned. verbond . D. Bund . Tenakh (132) . Js (4) : (1) Js 24,5 . (2) Js 28,15 . (3) Js 33,8 . (4) Js 55,3 . Een vorm van bërîth (verbond) in Jesaja in 12 verzen : (1) Js 24,5 . (2) Js 28,15 . (3) Js 28,18 . (4) Js 33,8 . (5) Js 42,6 . (6) Js 49,8 . (7) Js 54,10 . (8) Js 55,3 . (9) Js 56,4 . (10) Js 56,6 . (11) Js 59,21 . (12) Js 61,8 .

10. - 11. bërîth (verbond) `ôlâm (eeuwig) . Tenakh (11) : (1) Gn 9,16 . (2) Ex 31,16 . (3) Lv 24,8 . (4) 1 Kr 16,17 . (5) Ps 105,10 . (6) Js 24,5 . (7) Js 55,3 . (8) Jr 32,40 . (9) Jr 50,5 . (10) Ez 16,60 . (11) Ez 37,26 . Verder : ûbhërîth `ôlâm (en een eeuwig verbond) . Tenakh (1) Js 61,8 . lëbërîth `ôlâm (tot een eeuwig verbond) . Tenakh (3) : (1) Gn 17,7 . (2) Gn 17,13 . (3) Gn 17,19 .

13. dâwid (David) . Taalgebruik in Tenakh : dâwid (David) . Getalwaarde : daleth = 4 , waw = 6 ; totaal : 14 (2 X 7) . Structuur : 4 - 6 - 4 . Tenakh (509) . Js (10) : (1) Js 7,2 . (2) Js 7,13 . (3) Js 9,6 . (4) Js 16,5 . (5) Js 22,9 . (6) Js 22,22 . (7) Js 29,1 . (8) Js 37,35 . (9) Js 38,5 . (10) Js 55,3 .

Js 55,4 - Js 55,4 : Het eeuwig verbond -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Js (Jesaja) -- Js 55 -- Js 55,1-13 -- Js 55,1 - Js 55,2 - Js 55,3 - Js 55,4 - Js 55,5 - Js 55,6 - Js 55,7 - Js 55,8 - Js 55,9 - Js 55,10 - Js 55,11 - Js 55,12 - Js 55,13 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
4idou marturion en ethnesin dedôka auton archonta kai prostassonta ethnesin  4 ecce testem populis dedi eum ducem ac praeceptorem gentibus     4 Ziet, Ik heb hem tot een getuige der volken gegeven, een vorst en gebieder der volken.   [4] Zie, hem had Ik tot getuige voor de volken aangesteld, tot vorst en gebieder over de volksstammen.  [4] Hem heb ik aangesteld als vorst en heerser over de naties, als getuige voor de volken.   4 zie, als getuige voor de natiën heb ik hem gegeven,– voorganger en gebieder van de natiën;   4. Voici que j'ai fait de lui un témoin pour des peuples, un chef et un législateur de peuples.  

King James Bible . [4] Behold, I have given him for a witness to the people, a leader and commander to the people.
Luther-Bibel . 4 Siehe, ich habe ihn den Völkern zum Zeugen bestellt, zum Fürsten für sie und zum Gebieter.

Tekstuitleg van Js 55,4 .

Js 55,5 - Js 55,5 : Het eeuwig verbond -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Js (Jesaja) -- Js 55 -- Js 55,1-13 -- Js 55,1 - Js 55,2 - Js 55,3 - Js 55,4 - Js 55,5 - Js 55,6 - Js 55,7 - Js 55,8 - Js 55,9 - Js 55,10 - Js 55,11 - Js 55,12 - Js 55,13 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
5ethnè a ouk èdeisan se epikalesontai se kai laoi oi ouk epistantai se epi se katafeuxontai eneken tou theou sou tou agiou israèl oti edoxasen se 5 ecce gentem quam nesciebas vocabis et gentes quae non cognoverunt te ad te current propter Dominum Deum tuum et Sanctum Israhel quia glorificavit te    5 Ziet, gij zult een volk roepen, dat gij niet kendet, en het volk, dat u niet kende, zal tot u lopen, om des HEEREN uws Gods wil, en om des Heiligen Israëls wil, want Hij heeft u verheerlijkt.   [5] Zie, een volk dat u niet kent roept u op, en een volk dat u niet kent, snelt op u af, omwille van de heer uw God, en wegens de Heilige van Israël, omdat Hij u luister heeft verleend.   [5] Ook jij zult een volk ontbieden dat je nog niet kende, en een volk dat jou nog niet kende zal zich haasten om bij je te zijn, omwille van de HEER, je God, de Heilige van Israël, die je deze luister heeft verleend.   5 zie, een volk dat je niet kent zul jij oproepen, volkeren die jou niet kennen zullen naar jou toesnellen,– ter wille van de ENE, je God, van Israëls Heilige, want hij wil jou luister verlenen! ••  5. Voici que tu appelleras une nation que tu ne connais pas, une nation qui ne te connaît pas viendra vers toi, à cause de Yahvé, ton Dieu, et pour le Saint d'Israël, car il t'a glorifié. 

King James Bible . [5] Behold, thou shalt call a nation that thou knowest not, and nations that knew not thee shall run unto thee because of the LORD thy God, and for the Holy One of Israel; for he hath glorified thee.
Luther-Bibel . 5 Siehe, du wirst Heiden rufen, die du nicht kennst, und Heiden, die dich nicht kennen, werden zu dir laufen um des HERRN willen, deines Gottes, und des Heiligen Israels, der dich herrlich gemacht hat.

Tekstuitleg van Js 55,5 .

5. act. qal imperf. 2de pers. mann. enk. thiqërâ´ (jij roept) van het werkw. qârâ´ (roepen, heten) . Taalgebruik in Tenakh : qârâ´ (roepen, heten) . Getalwaarde : qoph = 19 of 100 , resj = 20 of 200 , aleph = 1 ; totaal : 40 of 301 . Structuur : 1 - 2 - 1 . Gr. kaleô (roepen, noemen) . Taalgebruik in het N.T. : kaleô (roepen) . Taalgebruik in de Septuaginta : kaleô (roepen) . E. to call . Lat. vocare (vox = stem) . Fr. appeler (Lat. appellare - pellere : pousser , dringen ; aandringen , oproepen) . Ned. roepen . D. rufen . Een vorm van kaleô (roepen, noemen) in de LXX (512) , in het N.T. (148) . Tenakh (12) : (1) Gn 17,5 . (2) Dt 31,11 . (3) Js 55,5 . (4) Js 58,5 . (5) Js 58,9 . (6) Spr 1,21 . (7) Spr 2,3 . (8) Spr 7,4 . (9) Spr 6,1 . (10) Spr 9,3 . (11) Job 14,15 . (12) Kl 2,22 .

6. qârôbh (nabij, dichtbij) . Bijvoegl. naamw. . Zie het werkw. qârabh (naderen, nabij zijn) . Taalgebruik in Tenakh : qârabh (naderen, nabij zijn) . Getalwaarde : qoph = 19 of 100 , resj = 20 of 200 , beth = 2 ; totaal : 41 OF 302 (2 X 151) . Structuur : 1 - 2 - 2 . Tenakh (31) . Pentateuch (6) . Eerdere Profeten (2) . Latere Profeten (8) . 12 Kleine Prof. (6) . Geschriften (9) . Js (4) : (1) Js 13,6 . (2) Js 50,8 . (3) Js 51,5 . (4) Js 55,6 .

Lezing op de 25ste (vijfentwintigste) zondag door het a-jaar : Js 55,6-9 . Verwijzing : Js 55,6-9 .

Zoekt de Heer nu Hij zich laat vinden, roept Hem aan nu Hij nabij is. De ongerechtige moet zijn weg verlaten, de zondaar zijn gedachten; hij moet naar de Heer terugkeren – de Heer zal zich erbarmen – terug naar onze God, die altijd wil vergeven. Uw gedachten zijn nu eenmaal niet mijn gedachten, mijn wegen niet uw wegen – is de Godsspraak van de Heer– maar zoals de hemel hoog boven de aarde is zo hoog gaan mijn wegen uw wegen te boven en mijn gedachten uw gedachten.

Js 55,6 - Js 55,6 : Het eeuwig verbond -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Js (Jesaja) -- Js 55 -- Js 55,1-13 -- Js 55,1 - Js 55,2 - Js 55,3 - Js 55,4 - Js 55,5 - Js 55,6 - Js 55,7 - Js 55,8 - Js 55,9 - Js 55,10 - Js 55,11 - Js 55,12 - Js 55,13 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
6zètèsate ton theon kai en tô euriskein auton epikalesasthe ènika d' an eggizè umin  6 quaerite Dominum dum inveniri potest invocate eum dum prope est    6 Zoekt den HEERE, terwijl Hij te vinden is; roept Hem aan, terwijl Hij nabij is.   [6] Zoek de heer, nu Hij te vinden is, roep Hem aan: Hij is dichtbij.   [6] Zoek de HEER nu hij zich laat vinden, roep hem terwijl hij nabij is.  6 ¶ Zoekt de ENE terwijl hij zich laat vinden,– roept de ENE aan terwijl hij nabij is!   6. Cherchez Yahvé pendant qu'il se laisse trouver, invoquez-le pendant qu'il est proche. 

King James Bible . [6] Seek ye the LORD while he may be found, call ye upon him while he is near:
Luther-Bibel . 6 Suchet den HERRN, solange er zu finden ist; ruft ihn an, solange er nahe ist.
- 25ste (vijfentwintigste) zondag door het a-jaar . Zoekt de Heer nu Hij zich laat vinden, roept Hem aan nu Hij nabij is.

Tekstuitleg van Js 55,6 .

Js 55,7 - Js 55,7 : Het eeuwig verbond -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Js (Jesaja) -- Js 55 -- Js 55,1-13 -- Js 55,1 - Js 55,2 - Js 55,3 - Js 55,4 - Js 55,5 - Js 55,6 - Js 55,7 - Js 55,8 - Js 55,9 - Js 55,10 - Js 55,11 - Js 55,12 - Js 55,13 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
7apolipetô o asebès tas odous autou kai anèr anomos tas boulas autou kai epistrafètô epi kurion kai eleèthèsetai oti epi polu afèsei tas amartias umôn  7 derelinquat impius viam suam et vir iniquus cogitationes suas et revertatur ad Dominum et miserebitur eius et ad Deum nostrum quoniam multus est ad ignoscendum    7 De goddeloze verlate zijn weg, en de ongerechtige man zijn gedachten; en hij bekere zich tot den HEERE, zo zal Hij Zich Zijner ontfermen, en tot onzen God, want Hij vergeeft menigvuldiglijk.  [7] De goddeloze moet zijn weg verlaten, de boosdoener zijn gedachten, en terugkeren naar de heer, die zich over hem ontfermen zal; naar onze God, want Hij vergeeft rijkelijk. [7] Laat de goddeloze zijn slechte weg verlaten, laat de onrechtvaardige zijn snode plannen herzien. Laat hij terugkeren naar de HEER, die zich over hem zal ontfermen; laat hij terugkeren naar onze God, die hem ruimhartig zal vergeven.  7 De boosdoener verlate zijn weg, de man van onheil zijn gedachten; hij kere terug naar de ENE en die zal zich over hem ontfermen, naar onze God want die vergeeft veelvuldig.  7. Que le méchant abandonne sa voie et l'homme criminel ses pensées, qu'il revienne à Yahvé qui aura pitié de lui, à notre Dieu car il est riche en pardon.  

King James Bible . [7] Let the wicked forsake his way, and the unrighteous man his thoughts: and let him return unto the LORD, and he will have mercy upon him; and to our God, for he will abundantly pardon.
Luther-Bibel . 7 Der Gottlose lasse von seinem Wege und der Übeltäter von seinen Gedanken und bekehre sich zum HERRN, so wird er sich seiner erbarmen, und zu unserm Gott, denn bei ihm ist viel Vergebung.
- 25ste (vijfentwintigste) zondag door het a-jaar . De ongerechtige moet zijn weg verlaten, de zondaar zijn gedachten; hij moet naar de Heer terugkeren – de Heer zal zich erbarmen – terug naar onze God, die altijd wil vergeven.

Tekstuitleg van Js 55,7 .

Js 55,8 - Js 55,8 : Het eeuwig verbond -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Js (Jesaja) -- Js 55 -- Js 55,1-13 -- Js 55,1 - Js 55,2 - Js 55,3 - Js 55,4 - Js 55,5 - Js 55,6 - Js 55,7 - Js 55,8 - Js 55,9 - Js 55,10 - Js 55,11 - Js 55,12 - Js 55,13 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
8ou gar eisin ai boulai mou ôsper ai boulai umôn oude ôsper ai odoi umôn ai odoi mou legei kurios  8 non enim cogitationes meae cogitationes vestrae neque viae vestrae viae meae dicit Dominus    8 Want Mijn gedachten zijn niet ulieder gedachten, en uw wegen zijn niet Mijn wegen, spreekt de HEERE.  [8] Want uw gedachten zijn niet mijn gedachten, en mijn wegen zijn niet uw wegen – godsspraak van de heer.   [8] Mijn plannen zijn niet jullie plannen, en jullie wegen zijn niet mijn wegen – spreekt de HEER.  8 Want mijn gedachten zijn niet uw gedachten en uw wegen niet mijn wegen!– tijding van de ENE.   8. Car vos pensées ne sont pas mes pensées, et mes voies ne sont pas vos voies, oracle de Yahvé. 

King James Bible . [8] For my thoughts are not your thoughts, neither are your ways my ways, saith the LORD.
Luther-Bibel . 8 Denn meine Gedanken sind nicht eure Gedanken, und eure Wege sind nicht meine Wege, spricht der HERR,
- 25ste (vijfentwintigste) zondag door het a-jaar . Uw gedachten zijn nu eenmaal niet mijn gedachten, mijn wegen niet uw wegen – is de Godsspraak van de Heer–

Tekstuitleg van Js 55,8 .

Js 55,9 - Js 55,9 : Het eeuwig verbond -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Js (Jesaja) -- Js 55 -- Js 55,1-13 -- Js 55,1 - Js 55,2 - Js 55,3 - Js 55,4 - Js 55,5 - Js 55,6 - Js 55,7 - Js 55,8 - Js 55,9 - Js 55,10 - Js 55,11 - Js 55,12 - Js 55,13 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
9all' ôs apechei o ouranos apo tès gès outôs apechei è odos mou apo tôn odôn umôn kai ta dianoèmata umôn apo tès dianoias mou  9 quia sicut exaltantur caeli a terra sic exaltatae sunt viae meae a viis vestris et cogitationes meae a cogitationibus vestris     9 Want gelijk de hemelen hoger zijn dan de aarde, alzo zijn Mijn wegen hoger dan uw wegen, en Mijn gedachten dan ulieder gedachten.  [9] Want zoals de hemel hoger is dan de aarde, zo gaan ook mijn wegen uw wegen te boven, en mijn gedachten uw gedachten.   [9] Want zo hoog als de hemel is boven de aarde, zo ver gaan mijn wegen jullie wegen te boven, en mijn plannen jullie plannen.   9 Want zoals de hemelen hoger zijn dan de aarde,– zó zijn mijn wegen hoger dan uw wegen en mijn gedachten dan uw gedachten!   9. Autant les cieux sont élevés au-dessus de la terre, autant sont élevées mes voies au-dessus de vos voies, et mes pensées au-dessus de vos pensées. 

King James Bible . [9] For as the heavens are higher than the earth, so are my ways higher than your ways, and my thoughts than your thoughts.
Luther-Bibel . 9 sondern so viel der Himmel höher ist als die Erde, so sind auch meine Wege höher als eure Wege und meine Gedanken als eure Gedanken.
- 25ste (vijfentwintigste) zondag door het a-jaar . maar zoals de hemel hoog boven de aarde is zo hoog gaan mijn wegen uw wegen te boven en mijn gedachten uw gedachten.

Tekstuitleg van Js 55,9 .

Eerste lezing op de 15de (vijftiende) zondag door het a-jaar : Js 55,10-11 . Verwijzing : Js 55,10-11 .

Zo spreekt de Heer: "Zoals de regen en de sneeuw uit de hemel vallen en daar pas terugkeren wanneer zij de aarde hebben gedrenkt, haar vruchtbaar hebben gemaakt en haar met groen hebben bedekt, wanneer zij het zaad aan de zaaier hebben gegeven en het brood aan wie moet eten, zó zal het ook gaan met het woord dat komt uit mijn mond; het keert niet vruchteloos naar Mij terug; het keert pas weer wanneer het mijn wil heeft volbracht en zijn zending heeft vervuld."

Js 55,10 - Js 55,10 : Het eeuwig verbond -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Js (Jesaja) -- Js 55 -- Js 55,1-13 -- Js 55,1 - Js 55,2 - Js 55,3 - Js 55,4 - Js 55,5 - Js 55,6 - Js 55,7 - Js 55,8 - Js 55,9 - Js 55,10 - Js 55,11 - Js 55,12 - Js 55,13 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
10ôs gar ean katabè uetos è chiôn ek tou ouranou kai ou mè apostrafè eôs an methusè tèn gèn kai ektekè kai ekblastèsè kai dô sperma tô speironti kai arton eis brôsin  10 et quomodo descendit imber et nix de caelo et illuc ultra non revertitur sed inebriat terram et infundit eam et germinare eam facit et dat semen serenti et panem comedenti     10 Want gelijk de regen en de sneeuw van den hemel nederdaalt, en derwaarts niet wederkeert; maar doorvochtigt de aarde, en maakt, dat zij voortbrenge en uitspruite, en zaad geve den zaaier, en brood den eter;   [10] Want zoals de regen en de sneeuw uit de hemel neerdalen en pas daarheen terugkeren wanneer zij de aarde hebben gedrenkt, haar hebben bevrucht en met planten bedekt, wanneer zij zaad hebben gegeven aan de zaaier, en brood aan de eter,  [10] Zoals regen of sneeuw neerdaalt uit de hemel en daarheen niet terugkeert zonder eerst de aarde te doordrenken, haar te bevruchten en te laten gedijen, zodat er zaad is om te zaaien en brood om te eten –   10 Ja, zoals neerdaalt de regen en de sneeuw uit de hemel, en daarheen niet terugkeert dan nadat hij de aarde heeft gelaafd, haar heeft doen baren en laten uitspruiten,– en zaad heeft gegeven aan de zaaier en brood aan de eter,–   10. De même que la pluie et la neige descendent des cieux et n'y retournent pas sans avoir arrosé la terre, sans l'avoir fécondée et l'avoir fait germer pour fournir la semence au semeur et le pain à manger,  

King James Bible . [10] For as the rain cometh down, and the snow from heaven, and returneth not thither, but watereth the earth, and maketh it bring forth and bud, that it may give seed to the sower, and bread to the eater:
Luther-Bibel . 10 Denn gleichwie der Regen und Schnee vom Himmel fällt und nicht wieder dahin zurückkehrt, sondern feuchtet die Erde und macht sie fruchtbar und lässt wachsen, dass sie gibt Samen zu säen und Brot zu essen,
- 15de (vijftiende) zondag door het a-jaar . Zo spreekt de Heer: "Zoals de regen en de sneeuw uit de hemel vallen en daar pas terugkeren wanneer zij de aarde hebben gedrenkt, haar vruchtbaar hebben gemaakt en haar met groen hebben bedekt, wanneer zij het zaad aan de zaaier hebben gegeven en het brood aan wie moet eten,

Tekstuitleg van Js 55,10 .

7. hasjsjâmajim / hasjsjâmâjim (de hemelen) < bepaald lidw. ha + sjâmajim / sjâmâjim (hemelen) . Taalgebruik in Tenakh : sjâmajim (hemelen) . Taalgebruik in Jesaja : sjamaîm (hemelen) . Getalwaarde : sjin = 21 of 300 , mem = 13 of 40 , jod = 10 , mem = 13 of 40 ; totaal : 57 (3 X 19) OF 390 (2 X 3 X 5 X 13 = 15 X 26) . Structuur : 3 - 4 - 1 - 4 . Taalgebruik in de Septuaginta : ouranos (hemel) . Taalgebruik in het N.T. : ouranos (hemel) . Lat. coelum . Fr. ciel . Ned. hemel . D. Himmel . E. heaven . Een vorm van ouranos (hemel) in de LXX (682) , in het N.T. (272) . Tenakh (223) . Js (10) : (1) Js 13,5 . (2) Js 13,10 . (3) Js 14,13 . (4) Js 34,4 . (5) Js 37,16 . (6) Js 42,5 . (7) Js 45,18 . (8) Js 55,10 . (9) Js 66,1 . (10) Js 66,22 .

15. hâ´ârèts (het land) < bepaald lidw. ha + zelfst. naamw ´èrèts (land, aarde) . Taalgebruik in Tenakh : ´èrètz (land) . Taalgebruik in Jesaja : ´èrètz (land) . Getalwaarde : aleph = 1 , resj = 20 of 300 , tsade = 18 of 90 ; totaal : 39 (3 X 13 of 26 + 13) of 391 (17 X 23) . Structuur : 1 - 3 - 9 . Gr. gè (aarde, land) . Taalgebruik in de Septuaginta : gè (aarde) . Taalgebruik in het N.T. : gè (aarde) . Lat. terra . Fr. terre . Ned. aarde . E. earth . D. Welt . Een vorm van gè (aarde, land) in de LXX (3154) , in het N.T. (248) . Tenakh (851) . Pentateuch (316) . Js (58) . Js 1-39 (30) . Js 40-55 (17) . Js 56-66 (1) . Js 40-55 (17) : (1) Js 40,12 . (2) Js 40,21 . (3) Js 40,22 . (4) Js 40,28 . (5) Js 41,5 . (6) Js 41,9 . (7) Js 42,5 . (8) Js 42,10 . (9) Js 43,6 . (10) Js 44,24 . (11) Js 45,18 . (12) Js 48,20 . (13) Js 49,6 . (14) Js 51,6 . (15) Js 54,5 . (16) Js 54,9 . (17) Js 55,10 .

19. zèra` (zaad, nageslacht, nakomeling) . Taalgebruik in Tenakh : zèra` (zaad, nageslacht, nakomeling) . Getalwaarde : zajin = 7 , resj = 20 of 200 , ajin = 16 of 70 ; totaal : 43 OF 277 (priemgetal) . Structuur : 7 - 2 - 7 . Tenakh (70) . Pentateuch (28) . Jesaja (14) : (1) Js 1,4 . (2) Js 6,13 . (3) Js 14,20 . (4) Js 23,3 . (5) Js 41,8 . (6) Js 45,25 . (7) Js 53,10 . (8) Js 55,10 . (9) Js 57,3 . (10) Js 57,4 . (11) Js 59,21 . (12) Js 61,9 . (13) Js 65,9 . (14) Js 65,23 .
Met dezelfde medeklinkers in een andere volgorde : `âzar (helpen, bijstaan) . Taalgebruik in Tenakh : `âzar (helpen, bijstaan) . Getalwaarde : ajin = 16 of 70 , zajin = 7 , resj = 20 of 200 . Totaal : 43 (priemgetal) of 277 (priemgetal) . Structuur : 7 - 7 - 2 .
In zèra` (zaad, nageslacht, nakomeling) zit het woord ra` (slecht, kwaad, boos, misdadig) . Taalgebruik in Tenakh : ra` (slecht, kwaad, boos, misdadig) . Getalwaarde : resj = 20 of 200 , ajin = 16 of 70 ; totaal : 36 (2² X 3²) OF 270 (2 X 3³ X 5) . Structuur : 2 - 7 . ra` is het tegenoversgestelde van goed . Goed - slecht ; goed - kwaad . Kwaad in de betekenis van boos worden om iets dat gedaan werd . We zouden kunnen spreken van goed-doener en slecht-doener , maar we gebruiken evenwel wel-doener . We spreken niet van slecht-doener of kwaad- doener , maar wel van een mis-dadiger (mis -doen) of een boos-doener . Zie ook : râ`a` (kwaad, slecht, verdrietig, ontevreden zijn) . Taalgebruik in Tenakh : râ`a` (kwaad, slecht, verdrietig, ontevreden zijn) . Getalwaarde : resj = 20 of 200 , ajin = 16 of 70 ; totaal : 52 (2 X 26) OF 340 (2² X 5 X 17) . Structuur : 2 - 7 - 7 .

Js 55,11 - Js 55,11 : Het eeuwig verbond -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Js (Jesaja) -- Js 55 -- Js 55,1-13 -- Js 55,1 - Js 55,2 - Js 55,3 - Js 55,4 - Js 55,5 - Js 55,6 - Js 55,7 - Js 55,8 - Js 55,9 - Js 55,10 - Js 55,11 - Js 55,12 - Js 55,13 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
11outôs estai to rèma mou o ean exelthè ek tou stomatos mou ou mè apostrafè eôs an suntelesthè osa èthelèsa kai euodôsô tas odous sou kai ta entalmata mou  11 sic erit verbum meum quod egredietur de ore meo non revertetur ad me vacuum sed faciet quaecumque volui et prosperabitur in his ad quae misi illud    11 Alzo zal Mijn woord, dat uit Mijn mond uitgaat, ook zijn, het zal niet ledig tot Mij wederkeren; maar het zal doen, hetgeen Mij behaagt, en het zal voorspoedig zijn in hetgeen, waartoe Ik het zende.   [11] zo zal het ook gaan met mijn woord*. Het komt voort uit mijn mond; het keert niet vruchteloos naar Mij terug, maar pas wanneer het heeft gedaan wat Mij behaagt, en alles heeft volvoerd, waartoe Ik het heb gezonden.  [11] zo geldt dit ook voor het woord dat voortkomt uit mijn mond: het keert niet vruchteloos naar mij terug, niet zonder eerst te doen wat ik wil en te volbrengen wat ik gebied.  11 zó zal mijn woord zijn dat wegtrekt uit mijn mond: het keert niet ledig tot mij terug,– dan nadat het gedaan heeft wat mij behaagt en heeft doen lukken waarvoor ik het uitzond.   11. ainsi en est-il de la parole qui sort de ma bouche, elle ne revient pas vers moi sans effet, sans avoir accompli ce que j'ai voulu et réalisé l'objet de sa mission.  

King James Bible . [11] So shall my word be that goeth forth out of my mouth: it shall not return unto me void, but it shall accomplish that which I please, and it shall prosper in the thing whereto I sent it.
Luther-Bibel . 11 so soll das Wort, das aus meinem Munde geht, auch sein: Es wird nicht wieder leer zu mir zurückkommen, sondern wird tun, was mir gefällt, und ihm wird gelingen, wozu ich es sende.
- 15de (vijftiende) zondag door het a-jaar . zó zal het ook gaan met het woord dat komt uit mijn mond; het keert niet vruchteloos naar Mij terug; het keert pas weer wanneer het mijn wil heeft volbracht en zijn zending heeft vervuld."

Tekstuitleg van Js 55,11 .

3. d-b-r-j . dëbhare(j) (woorden van) . dëbhârî (mijn woord) . dëbhâraj (mijn woorden) . Zie dâbhar (spreken) . Taalgebruik in Tenakh : dâbhar (spreken) . Taalgebruik in Jesaja : dâbhar (spreken) . Getalwaarde : daleth = 4 , beth = 2 , resj = 21 of 200 ; totaal : 27 (3³) OF 206 = 2 X 103 . Structuur : 4 - 2 - 3 . Gr. logos (woord) . Taalgebruik in de LXX : logos (woord) . Taalgebruik in het N.T. : logos (woord) . logos komt van de wortel leg- : lezen / lec-tuur ; les , Fr. leçon , parole (parler) . Ned. woord . D. Wort . E. word . Een vorm van logos (woord) in de LXX (1238) , in het N.T. (331) . Tenakh (259) . Pentateuch (43) . Js (9) : (1) Js 29,18 . (2) Js 36,13 . (3) Js 36,22 . (4) Js 37,4 . (5) Js 37,17 . (6) Js 51,16 . (7) Js 55,11 . (8) Js 59,13 . (9) Js 66,2 .

16. act. qal perf. 1ste pers. enk. châphatsëthî / châphâtsëthî (ik schep behagen in) van het werkw. châphats (verlangen, begeren, behagen scheppen) . Taalgebruik in Tenakh : châphats (verlangen, begeren, behagen scheppen) . Getalwaarde : chet = 8 , pe = 17 of 80 , tsade = 18 of 90 ; totaal : 43 OF 178 (2 X 89) . Structuur : 8 - 8 - 9 .. Tenakh (13) : (1) Dt 25,8 . (2) 2 S 15,26 . (3) Js 1,11 . (4) Js 55,11 . (5) Js 56,4 . (6) Js 65,12 . (7) Js 66,4 . (8) Jr 9,23 . (9) Hos 6,6 . (10) Ps 40,9 . (11) Ps 73,25 . (12) Ps 119,35 . (13) Job 33,32 .

Js 55,12 - Js 55,12 : Het eeuwig verbond -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Js (Jesaja) -- Js 55 -- Js 55,1-13 -- Js 55,1 - Js 55,2 - Js 55,3 - Js 55,4 - Js 55,5 - Js 55,6 - Js 55,7 - Js 55,8 - Js 55,9 - Js 55,10 - Js 55,11 - Js 55,12 - Js 55,13 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12en gar eufrosunè exeleusesthe kai en chara didachthèsesthe ta gar orè kai oi bounoi exalountai prosdechomenoi umas en chara kai panta ta xula tou agrou epikrotèsei tois kladois  12 quia in laetitia egrediemini et in pace deducemini montes et colles cantabunt coram vobis laudem et omnia ligna regionis plaudent manu     12 Want in blijdschap zult gijlieden uittrekken, en met vrede voortgeleid worden; de bergen en heuvelen zullen geschal maken met vrolijk gezang voor uw aangezicht, en alle bomen des velds zullen de handen samenklappen.   [12] Want* in vreugde zult u vertrekken en in vrede wordt u thuisgebracht. Bergen en heuvels zullen vóór u in gejubel uitbarsten, en alle bomen van het veld zullen in de handen klappen.  [12] Vol vreugde zullen jullie uittrekken en in vrede zul je huiswaarts keren. Bergen en heuvels zullen je juichend begroeten, en alle bomen zullen in de handen klappen.   12 Ja, in vreugde zult ge wegtrekken, in vrede worden voortgeleid; de bergen en de heuvels zullen voor uw aanschijn uitbreken in gejubel, alle bomen des velds in de handen klappen.   12. Oui, vous partirez dans la joie et vous serez ramenés dans la paix. Les montagnes et les collines pousseront devant vous des cris de joie, et tous les arbres de la campagne battront des mains.  

King James Bible . [12] For ye shall go out with joy, and be led forth with peace: the mountains and the hills shall break forth before you into singing, and all the trees of the field shall clap their hands.
Luther-Bibel . 12 Denn ihr sollt in Freuden ausziehen und im Frieden geleitet werden. Berge und Hügel sollen vor euch her frohlocken mit Jauchzen und alle Bäume auf dem Felde in die Hände klatschen.

Tekstuitleg van Js 55,12 .

6. har (berg) . Taalgebruik in Tenakh : har (berg) . Taalgebruik in Jesaja : har (berg) . Getalwaarde : he = 5 , resj = 20 of 300 ; totaal : 25 (5²) of 305 (5 X 61) . Structuur : 5 - 3 . Gr. oros (berg) . Taalgebruik in de Septuaginta : oros (berg) . Taalgebruik in N.T. : oros (berg) . Lat. mons , -tis . Fr. montagne . E. mount . Ned. berg, gebergte . D. Gebirge . Een vorm van oros (berg) in de LXX (680) , in het N.T. (62) . Tenakh (114) . Js (19) : (1) Js 2,2 . (2) Js 2,3 . (3) Js 4,5 . (4) Js 10,32 . (5) Js 11,9 . (6) Js 13,2 . (7) Js 16,1 . (8) Js 18,7 . (9) Js 29,8 . (10) Js 30,25 . (11) Js 31,4 . (12) Js 40,4 . (13) Js 40,9 . (14) Js 56,7 . (15) Js 57,7 . (16) Js 57,13 . (17) Js 65,11 . (18) Js 65,25 . (19) Js 66,20 .
-- hèhârîm (de bergen) < bepaald lidw. ha + mann. mv. van het zelfst. naamw. Tenakh (52) . Js (8) : (1) Js 2,2 . (2) Js 2,14 . (3) Js 5,25 . (4) Js 7,25 . (5) Js 52,7 . (6) Js 54,10 . (7) Js 55,12 . (8) Js 65,7 .

Js 55,13 - Js 55,13 : Het eeuwig verbond -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Js (Jesaja) -- Js 55 -- Js 55,1-13 -- Js 55,1 - Js 55,2 - Js 55,3 - Js 55,4 - Js 55,5 - Js 55,6 - Js 55,7 - Js 55,8 - Js 55,9 - Js 55,10 - Js 55,11 - Js 55,12 - Js 55,13 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
13kai anti tès stoibès anabèsetai kuparissos anti de tès konuzès anabèsetai mursinè kai estai kurios eis onoma kai eis sèmeion aiônion kai ouk ekleipsei   13 pro saliunca ascendet abies et pro urtica crescet myrtus et erit Dominus nominatus in signum aeternum quod non auferetur     13 Voor een doorn zal een denneboom opgaan, voor een distel zal een mirteboom opgaan; en het zal den HEERE wezen tot een naam, tot een eeuwig teken, dat niet uitgeroeid zal worden.   [13] Waar doorns stonden, zullen cypressen groeien; waar distels stonden, groeit een mirtenboom; het zal voor de heer een eer zijn, een zegeteken voor eeuwig, dat nooit vernield zal worden.   [13] Doornstruiken maken plaats voor cipressen, distels voor mirtestruiken. Zo zal de HEER zich roem verwerven, het is een eeuwig en onvergankelijk teken.   13 In plaats van het doornbos schiet een cipres op; in plaats van de distels schiet een mirteboom op; worden zal dat voor de ENE tot een naam, tot een eeuwig teken, dat niet wordt weggemaaid.  13. Au lieu de l'épine croîtra le cyprès, au lieu de l'ortie croîtra le myrte, ce sera pour Yahvé un renom, un signe éternel qui ne périra pas. 

King James Bible . [13] Instead of the thorn shall come up the fir tree, and instead of the brier shall come up the myrtle tree: and it shall be to the LORD for a name, for an everlasting sign that shall not be cut off.
Luther-Bibel . 13 Es sollen Zypressen statt Dornen wachsen und Myrten statt Nesseln. Und dem HERRN soll es zum Ruhm geschehen und zum ewigen Zeichen, das nicht vergehen wird.

Tekstuitleg van Js 55,13 .


LXX

1oi dipsôntes poreuesthe ef' udôr kai osoi mè echete argurion badisantes agorasate kai piete aneu arguriou kai timès oinou kai stear2ina ti timasthe arguriou kai ton mochthon umôn ouk eis plèsmonèn akousate mou kai fagesthe agatha kai entrufèsei en agathois è psuchè umôn3prosechete tois ôtiois umôn kai epakolouthèsate tais odois mou epakousate mou kai zèsetai en agathois è psuchè umôn kai diathèsomai umin diathèkèn aiônion ta osia dauid ta pista4idou marturion en ethnesin dedôka auton archonta kai prostassonta ethnesin5ethnè a ouk èdeisan se epikalesontai se kai laoi oi ouk epistantai se epi se katafeuxontai eneken tou theou sou tou agiou israèl oti edoxasen se6zètèsate ton theon kai en tô euriskein auton epikalesasthe ènika d' an eggizè umin7apolipetô o asebès tas odous autou kai anèr anomos tas boulas autou kai epistrafètô epi kurion kai eleèthèsetai oti epi polu afèsei tas amartias umôn8ou gar eisin ai boulai mou ôsper ai boulai umôn oude ôsper ai odoi umôn ai odoi mou legei kurios9all' ôs apechei o ouranos apo tès gès outôs apechei è odos mou apo tôn odôn umôn kai ta dianoèmata umôn apo tès dianoias mou10ôs gar ean katabè uetos è chiôn ek tou ouranou kai ou mè apostrafè eôs an methusè tèn gèn kai ektekè kai ekblastèsè kai dô sperma tô speironti kai arton eis brôsin11outôs estai to rèma mou o ean exelthè ek tou stomatos mou ou mè apostrafè eôs an suntelesthè osa èthelèsa kai euodôsô tas odous sou kai ta entalmata mou12en gar eufrosunè exeleusesthe kai en chara didachthèsesthe ta gar orè kai oi bounoi exalountai prosdechomenoi umas en chara kai panta ta xula tou agrou epikrotèsei tois kladois13kai anti tès stoibès anabèsetai kuparissos anti de tès konuzès anabèsetai mursinè kai estai kurios eis onoma kai eis sèmeion aiônion kai ouk ekleipsei