BIJBELBOEK MICHA - Mi 5 -- Mi 5,1-4a -

- Bibliografie - Literatuur - Liturgisch gebruik - Overzicht bijbelboeken - Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken - Overzicht van deze website

Overzicht van Micha : - Mi 1 - Mi 2 - Mi 3 - Mi 4 - Mi 5 - Mi 6 - Mi 7
Bijbeluitleg per pericope
Uitleg vers per vers - Mi 5,1 - Mi 5,2 - Mi 5,3 - Mi 5,4 - Mi 5,5 - Mi 5,6 - Mi 5,7 - Mi 5,8 - Mi 5,9 - Mi 5,10 - Mi 5,11 - Mi 5,12 - Mi 5,13 - Mi 5,14 -
Mi 5,1 . Mi 5,2 . Mi 5,3 . Mi 5,4 . Mi 5,5 . Mi 5,6 . Mi 5,7 . Mi 5,8 . Mi 5,9 . Mi 5,10 . Mi 5,11 . Mi 5,12 . Mi 5,13 . Mi 5,14 .

- bijbeloverzicht per pericope - bijbeloverzicht per vers - bijbeloverzicht : liturgisch gebruik - bijbeloverzicht : woordgebruik -- A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z -- bijbeloverzicht : commentaar -

Overzicht van Tenach : Tenach : overzicht , Tenach : taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Tenach : commentaar ,
Overzicht van Septuaginta
: Septuaginta : overzicht , Septuaginta : taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Septuaginta : commentaar ,
Overzicht van het N.T. : NT : overzicht , NT : taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , NT : commentaar ,


Religie.opzijnbest.nl
ZOEKEN OP DEZE WEBSITE
PicoSearch
  Hulp
Verzorgd door PicoSearch
 
 
http://www.bible-history.com/isbe/            
bijbelvertalingen Lexilogos   bijbelweb info-bible interBible http://www.diebibel.de/
1. LXX , Griekse tekst N.T.   2. Vulgata   3. Synopsis Denaux - Vervenne  4. Statenvertaling   5. Willibrordvertaling   6. Nieuwe Vertaling   7. Naardense vertaling , zie
8. Bible de Jérusalem 9. Statenvertaling   10. King James Bible  - King James Bible 11. Luther-Bibel   liturgische lezing  

WEDERKERIGHEID (DIVERSITEIT - VICE VERSA)
websitenamen : http://users.telenet.be/arseen.de.kesel/ en http://www.interlevensbeschouwelijk.be/index.htm
- STARTPAGINA - AGENDA - BIJ DE HAND - NIEUW -  TIJDSCHRIFTEN -
ALFABETISCH OVERZICHT VAN THEMA'S EN WEBSITES :
JAARTAL - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z
HOOFDTHEMA'S : allochtonen , armoede , bahá'íbezinningsteksten , bijbel , bijbel en koran , boeddhisme , christendom , extreemrechts ( Vlaams Blok ) , fundamentalisme , globalisering en antiglobalisering ,  hindoeïsme , interlevensbeschouwelijke dialoog , interreligieuze meditatie , islam , jodendom , koran , levensbeschouwing , levensbeschouwing / godsdienst en onderwijs , migratie , racisme , samenleving , sikhisme , spiritualiteit , tewerkstelling van allochtonen , vluchtelingen en asielzoekers , vrijzinnigheid , witte scholen , multiculturele scholen en concentratiescholen , Eigen-zinnige beschouwingen , Het kleine of grote ongenoegen -

Woordenschat

Bibliografie
Literatuur
ALGEMEEN OVERZICHT

-
bijbeloverzicht , bijbelverwijzingen - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Oude Testament , Pentateuch , Historische boeken , Profeten , Wijsheidsboeken , NT overzicht , Evangelies , Synoptici , Brieven van Paulus , Apostolische brieven .
- OT : Gn (Genesis) , Ex (Exodus) , Lv (Leviticus) , Nu (Numeri) , Dt (Deuteronomium) , Joz (Jozua) , Re (Rechters) , Rt (Ruth) , 1 S (1 Samuël) , 2 S (2 Samuël) , 1 K (1 Koningen) , 2 K (2 Koningen) , 1 Kr ( 1 Kronieken) , 2 Kr (2 Kronieken) , Ezr (Ezra) , Neh (Nehemia) , Tob (Tobia) , Jdt (Judith) , Est (Esther) , 1 Mak (1 Makkabeeën) , 2 Mak (2 Makkabeeën) , Job , Ps (Psalmen ) , Spr (Spreuken) , Pr (Prediker) , Hl (Hooglied) , W (Wijsheid) , Sir (Sirach) , Js (Jesaja) , Jr (Jeremia) , Kl (Klaagliederen) , Bar (Baruch) , Ez (Ezechiël) , Da (Daniël) , Hos (Hosea) , Jl (Joël) , Am (Amos) , Ob (Obadja) , Jon (Jona) , Mi (Micha) , Nah (Nahum) , Hab (Habakuk) , Sef (Sefanja) , Hag (Haggai) , Zach (Zacharia) , Mal (Maleachi) .
- NT : Mt (Matteüs) - Mc (Marcus) - Lc (Lucas) - Joh (Johannes) - Hnd (Handelingen) , Rom (Rome) , 1 Kor (Korinte) , 2 Kor (Korinte) , Gal (Galatië) , Ef (Efese) , Fil (Filippi) , Kol (Kolosse) , 1 Tes (Tessalonika) , 2 Tes (Tessalonika) , 1 Tim (Timoteüs) , 2 Tim (Timoteüs) , Tit (Titus) , Film (Filemon) , Heb (Hebreeën) , Jak (Jakobus) , 1 Pe (Petrus) , 2 Pe (Petrus) , 1 Joh (Johannes) , 2 Joh (Johannes) , 2 Joh (Johannes) , Jud (Judas) , Apk (Apokalyps) .
Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken : - bibliografie bijbel - bibliografie van het Oude Testament - bibliografie Matteüsevangelie - bibliografie Marcusevangelie - bibliografie Lucasevangelie - bibliografie van het Johannesevangelie - bibliografie van het Nieuwe Testament (behalve evangeliën)
Woordenschat
- ´èphès (uiteinde) , zie Mi 5,3 .
- mâsjal (heersen, macht hebben) , zie Mi 5,1 .
- tsâ´îr (klein, jongste) , zie Mi 5,1 .

[1] Now gather thyself in troops, O daughter of troops: he hath laid siege against us: they shall smite the judge of Israel with a rod upon the cheek.

Liturgische lezing van de : Mi 5,1-4a (verwijzing : Mi 5,1-4a) :
Dit zegt de Heer: "Gij, Betlehem Efrata, het kleinste onder Juda's geslachten, uit u zal geboren worden hij die over Israël moet heersen. In het verre verleden ligt zijn oorsprong, in lang vervlogen dagen". Daarom zal de Heer hen niet langer overlaten aan hun lot dan tot de tijd dat de moeder haar kind gebaard heeft. Dan komt de rest van zijn broeders weer samen met de zonen van Israël. Dan neemt hij de macht in handen en zal hen hoeden door de kracht van de Heer, door de verheven naam van de Heer zijn God. In veiligheid zullen zij wonen, omdat zijn macht zal reiken tot aan de uiteinden der aarde; Hij zal een man van vrede zijn.

Mi 5,1 - Mi 5,1 . Heilsprofetieën - Mi (Micha) -- Mi 5 -- Mi 4,1-5,14 -- Mi 5,1 - Mi 5,2 - Mi 5,3 - Mi 5,4 - Mi 5,5 - Mi 5,6 - Mi 5,7 - Mi 5,8 - Mi 5,9 - Mi 5,10 - Mi 5,11 - Mi 5,12 - Mi 5,13 - Mi 5,14 -
Griekse tekst Vulgaat MT Mt 2,6 Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
1kai su bèthleem oikos tou efratha oligostos ei tou einai en chiliasin iouda ek sou moi exeleusetai tou einai eis archonta en tô israèl kai ai exodoi autou ap› archès ex èmerôn aiônos  1 nunc vastaberis filia latronis obsidionem posuerunt super nos in virga percutient maxillam iudicis Israhel 2 et tu Bethleem Ephrata parvulus es in milibus Iuda ex te mihi egredietur qui sit dominator in Israhel et egressus eius ab initio a diebus aeternitatis we´aththâh bêth lâchèm ´èphërâthâh tsâ´îr lihëjôth lihëjôth môsjel  1 En gij, Bethlehem Efratha! zijt gij klein om te wezen onder de duizenden van Juda? Uit u zal Mij voortkomen, Die een Heerser zal zijn in Israël, en Wiens uitgangen zijn van ouds, van de dagen der eeuwigheid. [1] U, Betlehem in Efrata, al bent u klein onder Juda’s stammen, toch zal er, zeg Ik, iemand uit u voortkomen die over Israël gaat heersen. In het verre verleden ligt zijn oorsprong, in lang vervlogen dagen.’  [1] Uit jou, Betlehem in Efrata, te klein om tot Juda’s geslachten te behoren, uit jou komt iemand voort die voor mij over Israël zal heersen. Zijn oorsprong ligt in lang vervlogen tijden, in de dagen van weleer. (5:1) ‘Maar jij, Betlehem Efrata, te gering om te zijn bij de duizenden van Juda, uit jou zal er een voor míj voortkomen om heerser te zijn in Israël; zijn herkomst is uit de voortijd, uit de dagen van eeuwig!’  . 2. 5:1 Et toi Bethléem , Éphrata, le moindre des clans de Juda, c'est de toi que me naîtra celui qui doit régner sur Israël; ses origines remontent au temps jadis, aux jours antiques. 

King James Bible . But thou, Bethlehem Ephratah, though thou be little among the thousands of Judah, yet out of thee shall he come forth unto me that is to be ruler in Israel; whose goings forth have been from of old, from everlasting .
Luther-Bibel (1984) . 1 Und du, aBethlehem Efrata, die du klein bist unter den Städten in Juda, aus dir soll mir der kommen, der in Israel Herr sei, bdessen Ausgang von Anfang und von Ewigkeit her gewesen ist.

Tekstanalyse van Mi 5,1 . Dit vers Mi 5,1 telt 18 ( 2 X 3 X 3) woorden en 77 (7 X 11) letters . De getalwaarde van Mi 5,1 is 5162 (2 X 29 X 89) . Mi 5,1 telt 17 woorden . In het centrum staan de woorden 8-9-10 ; rond het centrum staan telkens 7 woorden . Rond het centrum is een chiastische opbouw : 4-5-6-7 en 11-12-13 (klein-zijn in - leider zijn in) .

Mt 2,6 : Kai su, Bèthleem, gè Iouda, oudamôs elachistè en tois hègemosin Iouda,

1. we´aththâh (en jij) . Nevenschikkend voegwoord waw (en) + persoonlijk voornaamwoord ´âththâh (jij) . In 191 verzen in de bijbel .
- ´âththâh (jij) . In 614 verzen in de bijbel .

2. bêth lâchèm (Bethlehem) .Verwijzing : Betleem (Betlehem) , zie Mt 2,1 .

3. ´èphërâthâh (Efrata) . Verwijzing : Betleem (Betlehem) , zie Mt 2,1 . In Mi 5,1 worden Betlehem en Efrata naast elkaar geplaatst .

4. De volgende vier woorden 4-5-6-7 vormen een tegenstelling met 11-12-13 . Deze tegenstelling is chiastisch opgebouwd. Het centrale woord (5 en 11) is lihëjôth (voorzetsel le : om + infinitief jôth van het werkwoord hjh : zijn) . Rond lihëjôth staat 4 : tsâ´îr (klein) en 12 : môsjel (leider) . Klein en leider worden nog nader omschreven : klein onder de stammen van Juda (één van de zonen van Jakob = Israël) , leider in Israël (David verenigde de twaalf stammen tot een koninkrijk) . Daarrond in de zin staat enerzijds Bethlehem Efrata en anderzijds lang vervlogen tijden .
- tsâ´îr (klein, jongste) . Verwijzing : tsâ´îr (klein, jongste) , zie Mi 5,1 . In vijf verzen in de bijbel .

12. môsjel (heersend) . Qal actief participium praesens nominatief mannelijk enkelvoud .
- mâsjal (heersen, macht hebben) . Verwijzing : mâsjal (heersen, macht hebben) , zie Mi 5,1 . In elf verzen in de bijbel .

Mi 5,2 - Mi 5,2 . Heilsprofetieën - Mi (Micha) -- Mi 5 -- Mi 4,1-5,14 -- Mi 5,1 - Mi 5,2 - Mi 5,3 - Mi 5,4 - Mi 5,5 - Mi 5,6 - Mi 5,7 - Mi 5,8 - Mi 5,9 - Mi 5,10 - Mi 5,11 - Mi 5,12 - Mi 5,13 - Mi 5,14 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
2dia touto dôsei autous eôs kairou tiktousès texetai kai oi epiloipoi tôn adelfôn autôn epistrepsousin epi tous uious israèl  3 propter hoc dabit eos usque ad tempus in quo parturiens pariet reliquiae fratrum eius convertentur ad filios Israhel    2 Daarom zal Hij henlieden overgeven, tot den tijd toe, dat zij, die baren zal, gebaard hebbe; dan zullen de overigen Zijner broederen zich bekeren met de kinderen Israëls. [2] Daarom zal Hij hen niet langer overlaten aan hun lot dan tot de tijd dat zij die baren zal, haar kind gebaard heeft. Dan komt de rest van zijn broeders weer samen met de zonen van Israël.   [2] Totdat de vrouw die zwanger is haar kind heeft gebaard, worden zijn broeders aan hun lot overgelaten. Daarna zullen wie er nog over zijn terugkeren naar de andere Israëlieten.  3 (5:2) Daarom geeft hij hen slechts prijs tot de tijd dat zij die baren zal gebaard heeft; dan zal het overblijfsel van zijn broeders terugkeren tot de zonen Israëls.  3. 5:2 C'est pourquoi il les abandonnera jusqu'au temps où aura enfanté celle qui doit enfanter. Alors le reste de ses frères reviendra aux enfants d'Israël. 

King James Bible . Therefore will he give them up, until the time that she which travaileth hath brought forth: then the remnant of his brethren shall return unto the children of Israel.
Luther-Bibel (1984) . 2 Indes läßt er sie plagen bis auf die Zeit, daß die, cwelche gebären soll, geboren hat. Da wird dann dder Rest seiner Brüder wiederkommen zu den Söhnen Israel.

Tekstanalyse van Mi 5,2 .

Mi 5,3 - Mi 5,3 . Heilsprofetieën - Mi (Micha) -- Mi 5 -- Mi 4,1-5,14 -- Mi 5,1 - Mi 5,2 - Mi 5,3 - Mi 5,4 - Mi 5,5 - Mi 5,6 - Mi 5,7 - Mi 5,8 - Mi 5,9 - Mi 5,10 - Mi 5,11 - Mi 5,12 - Mi 5,13 - Mi 5,14 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
3 kai stèsetai kai opsetai kai poimanei to poimnion autou en ischui kuriou kai en tè doxè tou onomatos kuriou tou theou autôn uparxousin dioti nun megalunthèsetai eôs akrôn tès gès   4 et stabit et pascet in fortitudine Domini in sublimitate nominis Domini Dei sui et convertentur quia nunc magnificabitur usque ad terminos terrae  we`âmad   3 En Hij zal staan, en zal weiden in de kracht des HEEREN, in de hoogheid van den Naam des HEEREN, Zijns Gods, en zij zullen wonen, want nu zal Hij groot zijn tot aan de einden der aarde.  [3] Dan neemt Hij de macht in handen en hoedt Hij hen door de kracht van de heer, de verheven naam van de heer, zijn God. Zij zullen in veiligheid wonen, omdat Hij zijn macht zal laten reiken tot aan de uiteinden van de aarde:   [3] Hij zal aantreden en hen als een herder weiden, bekleed met de macht van de HEER, zijn God, met de majesteit van diens verheven naam. Zij zullen veilig wonen, want hij zal heersen tot aan de einden der aarde,  4 (5:3) Hij zal daar staan en hun herder zijn in de kracht van de ENE, in de hoogverheven naam van de ENE, zijn God; dan kunnen zij neerzitten, want nu zal hij groot zijn tot aan de einden der aarde,   4. 5:3 Il se dressera, il fera paître son troupeau par la puissance de Yahvé, par la majesté du nom de son Dieu. Ils s'établiront, car alors il sera grand jusqu'aux extrémités du pays.  

King James Bible . And he shall stand and feed in the strength of the LORD, in the majesty of the name of the LORD his God; and they shall abide: for now shall he be great unto the ends of the earth.
Luther-Bibel (1984) . 3 Er aber wird auftreten und eweiden in der Kraft des HERRN und in der Macht des Namens des HERRN, seines Gottes. Und sie werden sicher wohnen; denn er wird zur selben Zeit herrlich werden, so weit die Welt ist.

Tekstanalyse van Mi 5,3

1. we`âmad (en hij zal opstaan) . Nevenschikkend voegwoord prefix waw + werkwoordvorm qal actief perfectum derde persoon mannelijk enkelvoud . Verwijzing : `ammud (kolom, zuil) , zie Ex 13,21 .

1. ´ps - ´âphes < ´èphès (er is niet, slechts, behalve) . ´èphès (uiteinde) . Verwijzing : ´èphès (uiteinde) , zie Mi 5,3 . In zeventien verzen in de bijbel .
- `ad ´aphesê ´ârèts (tot de uiteinden van de aarde) . In drie verzen in de bijbel : (1) Ps 72,8 (heôs peratôn tès oikoumenès = tot de uiteinden van de bewoonde wereld) . (2) Mi 5,3 (heôs akrôn tès gès = tot de uitersten van de aarde) . (3) Zach 9,10 (diekbolas gès = uiteinden van de aarde) .
- peras , -atos (einde, uiteinde) .
- akros (spits, uiterste) .
-diekbolas ; di-ek-ballô (doortrekken, oversteken) .

Mi 5,4 - Mi 5,4 . Heilsprofetieën - Mi (Micha) -- Mi 5 -- Mi 4,1-5,14 -- Mi 5,1 - Mi 5,2 - Mi 5,3 - Mi 5,4 - Mi 5,5 - Mi 5,6 - Mi 5,7 - Mi 5,8 - Mi 5,9 - Mi 5,10 - Mi 5,11 - Mi 5,12 - Mi 5,13 - Mi 5,14 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
4kai estai autè eirènè otan assurios epelthè epi tèn gèn umôn kai otan epibè epi tèn chôran umôn kai epegerthèsontai ep› auton epta poimenes kai oktô dègmata anthrôpôn  4 et stabit et pascet in fortitudine Domini in sublimitate nominis Domini Dei sui et convertentur quia nunc magnificabitur usque ad terminos terrae    4 En Deze zal Vrede zijn; wanneer Assur in ons land zal komen, en wanneer hij in onze paleizen zal treden, zo zullen wij tegen hem stellen zeven herders, en acht vorsten uit de mensen. [4] dat zal vrede zijn. Als Assur ons land dan binnenvalt en onze paleizen betreedt, stellen wij zeven herders tegenover hem en acht vorsten uit het volk.  [4] en hij brengt vrede. Wanneer Assyrië ons land binnenvalt en zijn voet in onze paleizen zet, zullen wij zeven herders doen opstaan, ja, acht vorsten uit mensen gekozen. 5 (5:4) en hij zal vrede zijn; wanneer Asjoer zal komen in ons land en wanneer het zijn weg zal kiezen door onze paleizen, zullen wij daartegen zeven herders doen opstaan, acht mensenvorsten;  5. 5:4 Celui-ci sera paix! Assur, s'il envahit notre pays, s'il foule notre sol, nous dresserons contre lui sept pasteurs, huit chefs d'hommes;  

King James Bible . [5] And this man shall be the peace, when the Assyrian shall come into our land: and when he shall tread in our palaces, then shall we raise against him seven shepherds, and eight principal men.
Luther-Bibel (1984) . 4 Und fer wird der Friede sein. Wenn Assur in unser Land fällt und in unsere festen Häuser einbricht, so werden wir sieben Hirten und acht Fürsten dagegen aufstellen,

Tekstanalyse van Mi 5,4 .

1. wë + hâjâh (zijn) . Taalgebruik in Tenach : hâjâh (zijn) . Taalgebruik in Micha : hâjâh (zijn) . Gr. eimi (zijn) . Taalgebruik in de Septuaginta : eimi (zijn) . Taalgebruik in het N.T. : eimi (zijn) . Lat. esse . D. sein . Fr. être . Ned. zijn . E. to be . Tenach (388) . 12 kl. Prof. (45) . Mi (6) : (1) Mi 2,11 . (2) Mi 4,1 . (3) Mi 5,4 . (4) Mi 5,6 . (5) Mi 5,7 . (6) Mi 5,9 .

Mi 5,5 - Mi 5,5 . Heilsprofetieën - Mi (Micha) -- Mi 5 -- Mi 4,1-5,14 -- Mi 5,1 - Mi 5,2 - Mi 5,3 - Mi 5,4 - Mi 5,5 - Mi 5,6 - Mi 5,7 - Mi 5,8 - Mi 5,9 - Mi 5,10 - Mi 5,11 - Mi 5,12 - Mi 5,13 - Mi 5,14 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
5kai poimanousin ton assour en romfaia kai tèn gèn tou nebrôd en tè tafrô autès kai rusetai ek tou assour otan epelthè epi tèn gèn umôn kai otan epibè epi ta oria umôn 5 et erit iste pax Assyrius cum venerit in terram nostram et quando calcaverit in domibus nostris et suscitabimus super eum septem pastores et octo primates homines     5 Die zullen het land van Assur afweiden met het zwaard, en het land van Nimrod in deszelfs ingangen. Alzo zal Hij ons redden van Assur, wanneer dezelve in ons land zal komen, en wanneer hij in onze landpale zal treden.  [5] Die zullen het land van Assur beschermen met het zwaard en het land van Nimrod met de blanke sabel. Hij zal ons van Assur bevrijden, als die ons land binnenvalt en ons gebied betreedt.   [5] Met het zwaard zullen zij Assyrië kaalslaan, met blinkende wapens* Nimrod vernietigen. Hij zal ons bevrijden van Assyrië wanneer het ons land binnenvalt en onze grenzen overschrijdt.    6 (5:5) zij zullen herder zijn over het land van Asjoer met het zwaard, over het land van Nimrod met de blanke sabel; redden zal hij ons van Asjoer wanneer die zal komen in ons land, wanneer die zijn weg zal kiezen door ons gebied. ••   6. 5:5 ils feront paître le pays d'Assur avec l'épée, le pays de Nemrod avec le glaive. Il nous délivrera d'Assur s'il envahit notre pays, s'il foule notre territoire.  

King James Bible . [6] And they shall waste the land of Assyria with the sword, and the land of Nimrod in the entrances thereof: thus shall he deliver us from the Assyrian, when he cometh into our land, and when he treadeth within our borders.
Luther-Bibel (1984) . 5 die das Land Assur verderben mit dem Schwert und das Land Nimrods mit ihren bloßen Waffen. So wird er uns von Assur erretten, wenn es in unser Land fallen und in unsere Grenzen einbrechen wird.

Tekstanalyse van Mi 5,5 .

Mi 5,6 - Mi 5,6 . Heilsprofetieën - Mi (Micha) -- Mi 5 -- Mi 4,1-5,14 -- Mi 5,1 - Mi 5,2 - Mi 5,3 - Mi 5,4 - Mi 5,5 - Mi 5,6 - Mi 5,7 - Mi 5,8 - Mi 5,9 - Mi 5,10 - Mi 5,11 - Mi 5,12 - Mi 5,13 - Mi 5,14 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
6kai estai to upoleimma tou iakôb en tois ethnesin en mesô laôn pollôn ôs drosos para kuriou piptousa kai ôs arnes epi agrôstin opôs mè sunachthè mèdeis mède upostè en uiois anthrôpôn  6 et pascent terram Assur in gladio et terram Nemrod in lanceis eius et liberabit ab Assur cum venerit in terram nostram et cum calcaverit in finibus nostris     6 En Jakobs overblijfsel zal zijn in het midden van vele volken, als een dauw van den HEERE, als droppelen op het kruid, dat naar geen man wacht, noch mensenkinderen verbeidt.   [6] Dan zal de rest van Jakob in de kring van vele volken als dauw zijn die van de heer komt, als regen op het groene gras, dat van mensen niets te verwachten heeft en op mensenkinderen niet moet hopen.   [6] En wat er van Jakob is overgebleven, te midden van machtige volken, zal zijn als dauw die van de HEER komt, als regendruppels op het groen, dat niets verwacht van een mens en niet naar mensenkinderen uitziet.  7 ¶ (5:6) Worden zal Jakobs rest te midden van vele gemeenschappen als dauw van bij de ENE, als regendruppels op gewas,– dat niet hoopt op een man, nooit mensenzonen verbeidt.   7. 5:6 Alors, le reste de Jacob sera, au milieu des peuples nombreux, comme une rosée venant de Yahvé, comme des gouttes de pluie sur l'herbe, qui n'espère point en l'homme ni n'attend rien des humains. 

King James Bible . [7] And the remnant of Jacob shall be in the midst of many people as a dew from the LORD, as the showers upon the grass, that tarrieth not for man, nor waiteth for the sons of men.
Luther-Bibel (1984) . 6 Und es werden die Übriggebliebenen aus Jakob unter vielen Völkern sein awie Tau vom HERRN, wie Regen aufs Gras, der auf niemand harrt noch auf Menschen wartet.

Tekstanalyse van Mi 5,6 .

1. wë + hâjâh (zijn) . Taalgebruik in Tenach : hâjâh (zijn) . Taalgebruik in Micha : hâjâh (zijn) . Gr. eimi (zijn) . Taalgebruik in de Septuaginta : eimi (zijn) . Taalgebruik in het N.T. : eimi (zijn) . Lat. esse . D. sein . Fr. être . Ned. zijn . E. to be . Tenach (388) . 12 kl. Prof. (45) . Mi (6) : (1) Mi 2,11 . (2) Mi 4,1 . (3) Mi 5,4 . (4) Mi 5,6 . (5) Mi 5,7 . (6) Mi 5,9 .

Mi 5,7 - Mi 5,7 . Heilsprofetieën - Mi (Micha) -- Mi 5 -- Mi 4,1-5,14 -- Mi 5,1 - Mi 5,2 - Mi 5,3 - Mi 5,4 - Mi 5,5 - Mi 5,6 - Mi 5,7 - Mi 5,8 - Mi 5,9 - Mi 5,10 - Mi 5,11 - Mi 5,12 - Mi 5,13 - Mi 5,14 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
7kai estai to upoleimma tou iakôb en tois ethnesin en mesô laôn pollôn ôs leôn en ktènesin en tô drumô kai ôs skumnos en poimniois probatôn on tropon otan dielthè kai diasteilas arpasè kai mè è o exairoumenos  7 et erunt reliquiae Iacob in medio populorum multorum quasi ros a Domino et quasi stillae super herbam quae non expectat virum et non praestolatur filios hominum     7 Ja, het overblijfsel van Jakob zal zijn onder de heidenen, in het midden van vele volken, als een leeuw onder de beesten des wouds, als een jonge leeuw onder de schaapskudden; dewelke, wanneer hij doorgaat, zo vertreedt en verscheurt hij, dat niemand redde.   [7] Dan zal de rest van Jakob onder de natiën, in de kring van vele volken, als een leeuw zijn onder de dieren van het woud, als een jonge leeuw tussen de schapen en geiten: waar hij komt daar vertrapt en verscheurt hij, er is geen redden meer aan.  [7] Wat er van Jakob is overgebleven, te midden van grote volken, zal zijn als een machtige leeuw tussen het wild, als een leeuw die de kudde binnendringt, een leeuw die vertrapt en verscheurt, en er is niemand die hem tegenhoudt.  8 (5:7) Worden zal Jakobs rest tussen de volkeren, te midden van vele gemeenschappen als een leeuw tussen de dieren van een woud, als een welp tussen kudden wolvee,– die, als hij is overgestoken een heeft vertrapt, zal verscheuren, en niemand die redt.  8. 5:7 Alors, le reste de Jacob sera, au milieu des peuples nombreux, comme un lion parmi les bêtes de la forêt, comme un lionceau parmi les troupeaux de moutons : chaque fois qu'il passe, il piétine, il déchire, et personne ne lui arrache sa proie. 

King James Bible . [8] And the remnant of Jacob shall be among the Gentiles in the midst of many people as a lion among the beasts of the forest, as a young lion among the flocks of sheep: who, if he go through, both treadeth down, and teareth in pieces, and none can deliver.
Luther-Bibel (1984) . 7 Ja, die Übriggebliebenen aus Jakob werden unter den Heiden inmitten vieler Völker sein wie ein Löwe unter den Tieren im Walde, wie ein junger Löwe unter einer Herde Schafe, dem niemand wehren kann, wenn er einbricht, zertritt und zerreißt.

Tekstanalyse van Mi 5,7 .

1. wë + hâjâh (zijn) . Taalgebruik in Tenach : hâjâh (zijn) . Taalgebruik in Micha : hâjâh (zijn) . Gr. eimi (zijn) . Taalgebruik in de Septuaginta : eimi (zijn) . Taalgebruik in het N.T. : eimi (zijn) . Lat. esse . D. sein . Fr. être . Ned. zijn . E. to be . Tenach (388) . 12 kl. Prof. (45) . Mi (6) : (1) Mi 2,11 . (2) Mi 4,1 . (3) Mi 5,4 . (4) Mi 5,6 . (5) Mi 5,7 . (6) Mi 5,9 .

6. - 7. `ammîm rabbîm (vele volkeren) . Tenach (15) : (1) Js 2,3 . (2) Js 17,12 . (3) Ez 3,6 . (4) Ez 27,33 . (5) Ez 32,3 . (6) Ez 32,9 . (7) Ez 32,10 . (8) Ez 38,6 . (9) Ez 38,22 . (10) Mi 4,3 . (11) Mi 4,13 . (12) Mi 5,6 . (13) Mi 5,7 . (14) Hab 2,10 . (15) Zach 8,22 .

Mi 5,8 - Mi 5,8 . Heilsprofetieën - Mi (Micha) -- Mi 5 -- Mi 4,1-5,14 -- Mi 5,1 - Mi 5,2 - Mi 5,3 - Mi 5,4 - Mi 5,5 - Mi 5,6 - Mi 5,7 - Mi 5,8 - Mi 5,9 - Mi 5,10 - Mi 5,11 - Mi 5,12 - Mi 5,13 - Mi 5,14 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
8upsôthèsetai è cheir sou epi tous thlibontas se kai pantes oi echthroi sou exolethreuthèsontai  8 et erunt reliquiae Iacob in gentibus in medio populorum multorum quasi leo in iumentis silvarum et quasi catulus leonis in gregibus pecorum qui cum transierit et conculcaverit et ceperit non est qui eruat    8 Uw hand zal verhoogd zijn boven uw wederpartijders, en al uw vijanden zullen uitgeroeid worden.  [8] ‘Laat uw hand zich maar opheffen tegen uw vijanden: al uw tegenstanders worden vernietigd.  [8] Mogen je aanvallers je kracht leren kennen, mogen je vijanden worden vernietigd!  9 (5:8) Je hand zal zich verheffen tegen je benauwers,– en al je vijanden zullen worden weggemaaid! •   9. 5:8 Que ta main se lève sur tes adversaires et tous tes ennemis seront retranchés! 

King James Bible . [9] Thine hand shall be lifted up upon thine adversaries, and all thine enemies shall be cut off.
Luther-Bibel (1984) . 8 Denn deine Hand wird siegen gegen alle deine Widersacher, daß alle deine Feinde ausgerottet werden.

Tekstanalyse van Mi 5,8 .

Mi 5,9 - Mi 5,9 . Heilsprofetieën - Mi (Micha) -- Mi 5 -- Mi 4,1-5,14 -- Mi 5,1 - Mi 5,2 - Mi 5,3 - Mi 5,4 - Mi 5,5 - Mi 5,6 - Mi 5,7 - Mi 5,8 - Mi 5,9 - Mi 5,10 - Mi 5,11 - Mi 5,12 - Mi 5,13 - Mi 5,14 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
9kai estai en ekeinè tè èmera legei kurios exolethreusô tous ippous sou ek mesou sou kai apolô ta armata sou  9 exaltabitur manus tua super hostes tuos et omnes inimici tui interibunt    9 En het zal te dien dage geschieden, spreekt de HEERE, dat Ik uw paarden uit het midden van u zal uitroeien, en Ik zal uw wagenen verdoen.  [9] Op die dag zal het gebeuren – godsspraak van de heer: Ik vernietig bij u de paarden en uw strijdwagens laat Ik verdwijnen.   [9] Op die dag zal het gebeuren – spreekt de HEER – dat ik je paarden zal afslachten en je strijdwagens vernietigen.   10 (5:9) Geschieden zal het te dien dage, is de tijding van de ENE, dat ik je paarden zal wegmaaien uit je midden,– en verloren zal laten gaan je wagens;   10. 5:9 Voici ce qui arrivera ce jour-là, oracle de Yahvé! Je retrancherai de ton sein tes chevaux, je ferai disparaître tes chars; 

King James Bible . [10] And it shall come to pass in that day, saith the LORD, that I will cut off thy horses out of the midst of thee, and I will destroy thy chariots:
Luther-Bibel (1984) . 9 Zur selben Zeit, spricht der HERR, awill ich deine Rosse ausrotten und deine Wagen zunichte machen

Tekstanalyse van Mi 5,9 .

1. wë + hâjâh (zijn) . Taalgebruik in Tenach : hâjâh (zijn) . Taalgebruik in Micha : hâjâh (zijn) . Gr. eimi (zijn) . Taalgebruik in de Septuaginta : eimi (zijn) . Taalgebruik in het N.T. : eimi (zijn) . Lat. esse . D. sein . Fr. être . Ned. zijn . E. to be . Tenach (388) . 12 kl. Prof. (45) . Mi (6) : (1) Mi 2,11 . (2) Mi 4,1 . (3) Mi 5,4 . (4) Mi 5,6 . (5) Mi 5,7 . (6) Mi 5,9 .

2. bëjôm (op een dag) - bajjôm (op de dag) . Voorzetsel bë (op) en het zelfst. naamw. jôm (dag) . Taalgebruik in Tenach : jôm (dag) . Taalgebruik in Mi : jôm (dag) . Gr. hèmera (dag) . Getalwaarde van jôm (dag) : jod = 10 , waw = 6 , mem = 13 of 40 ; totaal : 29 OF 56 (2³ X 7) . Taalgebruik in de Septuaginta : hèmera (dag) . Taalgebruik in het N.T. : hèmera (dag) . Lat. dies . Ned. dag . D. Tag . E. day . F. jour < Lat. diurnum . Cfr journaal . Tenach (491) . Pentateuch (130) . 12 kl. Prof. (62 = 2 X 31) . Mi (3) : (1) Mi 2,4 . (2) Mi 4,6 . (3) Mi 5,9 .

3. hahû´ (die) . Mi (4) : (1) Mi 2,4 . (2) Mi 4,6 . (3) Mi 5,9 . (4) Mi 7,11 .

2. - 3. bajjôm hahû´ (op die dag) . Tenach (20) . 12 kl. Prof. (6) : (1) Hos 2,18 . (2) Jl 4,18 . (3) Mi 5,9 . (4) Sef 1,10 . (5) Zach 12,3 . (6) Zach 13,2 .

1. - 3. wëhâjâh bajjôm hahû´ (en het zal zijn op die dag) . Tenach (9) : (1) Jr 4,9 . (2) Jr 30,8 . (3) Ez 39,11 . (4) Hos 2,18 . (5) Jl 4,18 . (6) Mi 5,9 . (7) Sef 1,10 . (8) Zach 12,3 . (9) Zach 13,2 .

1. - 5. wëhâjâh bajjôm hahû´ në´um JHWH (en het zal zijn op die dag , godsspraak van JHWH) . Tenach (6 / 9) : (1) Jr 4,9 . (2) Jr 30,8 . (3) Hos 2,18 . (4) Mi 5,9 . (5) Sef 1,10 . (6) Zach 13,2 .

6. prefix verbindingswoord wë + werkwoordvorm act. hifil 1ste pers. enk. wëhikhërazththî (en ik roei uit) van het werkw. kârath (snijden, uitroeien) . Taalgebruik in Tenach : kârath (snijden) . Getalwaarde : kaph = 11 of 20 , resj = 20 of 200 , thaw = 22 of 400 ; totaal : 53 OF 620 . Structuur : 2 - 2 - 4 . Tenach (12) : (1) Am 1,5 . (2) Am 1,8 . (3) Am 2,3 . (4) Mi 5,9 . (5) Mi 5,10 . (6) Mi 5,11 . (7) Mi 5,12 . (8) Nah 2,14 . (9) Sef 1,3 . (10) Sef 1,4 . (11) Zach 9,6 . (12) Zach 9,10 .

Mi 5,10 - Mi 5,10 . Heilsprofetieën - Mi (Micha) -- Mi 5 -- Mi 4,1-5,14 -- Mi 5,1 - Mi 5,2 - Mi 5,3 - Mi 5,4 - Mi 5,5 - Mi 5,6 - Mi 5,7 - Mi 5,8 - Mi 5,9 - Mi 5,10 - Mi 5,11 - Mi 5,12 - Mi 5,13 - Mi 5,14 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
10kai exolethreusô tas poleis tès gès sou kai exarô panta ta ochurômata sou  10 et erit in die illa dicit Dominus auferam equos tuos de medio tui et disperdam quadrigas tuas    10 En Ik zal de steden uws lands uitroeien, en Ik zal al uw vestingen afbreken.   [10] Ik vernietig de steden in uw land en Ik sloop al uw vestingen.  [10] Ik zal de steden in je land verwoesten en je vestingen neerhalen.   11 (5:10) wegmaaien zal ik de steden van je land,– en al je bolwerken zal ik slopen;   11. 5:10 je retrancherai les cités de ton pays, je détruirai toutes tes villes fortes; 

King James Bible . [11] And I will cut off the cities of thy land, and throw down all thy strong holds:
Luther-Bibel (1984) . 10 und will die Städte deines Landes vernichten und alle deine Festungen zerbrechen.

Tekstanalyse van Mi 5,10 .

1. prefix verbindingswoord wë + werkwoordvorm act. hifil 1ste pers. enk. wëhikhërazththî (en ik roei uit) van het werkw. kârath (snijden, uitroeien) . Taalgebruik in Tenach : kârath (snijden) . Getalwaarde : kaph = 11 of 20 , resj = 20 of 200 , thaw = 22 of 400 ; totaal : 53 OF 620 . Structuur : 2 - 2 - 4 . Tenach (12) : (1) Am 1,5 . (2) Am 1,8 . (3) Am 2,3 . (4) Mi 5,9 . (5) Mi 5,10 . (6) Mi 5,11 . (7) Mi 5,12 . (8) Nah 2,14 . (9) Sef 1,3 . (10) Sef 1,4 . (11) Zach 9,6 . (12) Zach 9,10 .

Mi 5,11 - Mi 5,11 . Heilsprofetieën - Mi (Micha) -- Mi 5 -- Mi 4,1-5,14 -- Mi 5,1 - Mi 5,2 - Mi 5,3 - Mi 5,4 - Mi 5,5 - Mi 5,6 - Mi 5,7 - Mi 5,8 - Mi 5,9 - Mi 5,10 - Mi 5,11 - Mi 5,12 - Mi 5,13 - Mi 5,14 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
11kai exarô ta farmaka sou ek tôn cheirôn sou kai apoftheggomenoi ouk esontai en soi  11 et perdam civitates terrae tuae et destruam omnes munitiones tuas et auferam maleficia de manu tua et divinationes non erunt in te    11 En Ik zal de toverijen uit uw hand uitroeien, en gij zult geen guichelaars hebben.  [11] Ik vernietig de toverkunsten die u hanteert, en wichelaars zijn er niet meer voor u.   [11] Je tovermiddelen zal ik je ontnemen, ik laat geen waarzeggers meer toe.  12 (5:11) wegmaaien zal ik de tovermiddelen uit je hand,– er zullen geen wolkenwichelaars meer voor je zijn;  12. 5:11 je retrancherai de ta main les sortilèges, et tu n'auras plus de devins; 

King James Bible . [12] And I will cut off witchcrafts out of thine hand; and thou shalt have no more soothsayers:
Luther-Bibel (1984) . 11 Und ich will die Zauberei bei dir ausrotten, daß keine Zeichendeuter bei dir bleiben sollen.

Tekstanalyse van Mi 5,11 .

1. prefix verbindingswoord wë + werkwoordvorm act. hifil 1ste pers. enk. wëhikhërazththî (en ik roei uit) van het werkw. kârath (snijden, uitroeien) . Taalgebruik in Tenach : kârath (snijden) . Getalwaarde : kaph = 11 of 20 , resj = 20 of 200 , thaw = 22 of 400 ; totaal : 53 OF 620 . Structuur : 2 - 2 - 4 . Tenach (12) : (1) Am 1,5 . (2) Am 1,8 . (3) Am 2,3 . (4) Mi 5,9 . (5) Mi 5,10 . (6) Mi 5,11 . (7) Mi 5,12 . (8) Nah 2,14 . (9) Sef 1,3 . (10) Sef 1,4 . (11) Zach 9,6 . (12) Zach 9,10 .

Mi 5,12 - Mi 5,12 . Heilsprofetieën - Mi (Micha) -- Mi 5 -- Mi 4,1-5,14 -- Mi 5,1 - Mi 5,2 - Mi 5,3 - Mi 5,4 - Mi 5,5 - Mi 5,6 - Mi 5,7 - Mi 5,8 - Mi 5,9 - Mi 5,10 - Mi 5,11 - Mi 5,12 - Mi 5,13 - Mi 5,14 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12kai exolethreusô ta glupta sou kai tas stèlas sou ek mesou sou kai ouketi mè proskunèsès tois ergois tôn cheirôn sou  12 et perire faciam sculptilia tua et statuas tuas de medio tui et non adorabis ultra opera manuum tuarum     12 En Ik zal uw gesneden beelden en uw opgerichte beelden uit het midden van u uitroeien, dat gij u niet meer zult nederbuigen voor het werk uwer handen.  [12] Ik vernietig uw godenbeelden en de wijstenen in uw midden. Dan zult u zich niet langer buigen voor het maaksel van uw handen.  [12] Je godenbeelden zal ik vernietigen, evenals je gewijde stenen, en je zult niet langer knielen voor wat je zelf hebt gemaakt.  13 (5:12) uit je midden zal ik wegmaaien je snijbeelden en je standstenen, niet langer zul jij je onderwerpen aan maaksel van je handen;  13. 5:12 je retrancherai de ton sein tes statues et tes stèles et tu ne pourras plus te prosterner désormais devant l'ouvrage de tes mains, 

King James Bible . [13] Thy graven images also will I cut off, and thy standing images out of the midst of thee; and thou shalt no more worship the work of thine hands.
Luther-Bibel (1984) . 12b Ich will deine Götzenbilder und Steinmale aus deiner Mitte ausrotten, daß du nicht mehr anbeten sollst deiner Hände Werk,

Tekstanalyse van Mi 5,12 .

1. prefix verbindingswoord wë + werkwoordvorm act. hifil 1ste pers. enk. wëhikhëraththî (en ik roei uit) van het werkw. kârath (snijden, uitroeien) . Taalgebruik in Tenach : kârath (snijden) . Getalwaarde : kaph = 11 of 20 , resj = 20 of 200 , thaw = 22 of 400 ; totaal : 53 OF 620 . Structuur : 2 - 2 - 4 . Tenach (12) : (1) Am 1,5 . (2) Am 1,8 . (3) Am 2,3 . (4) Mi 5,9 . (5) Mi 5,10 . (6) Mi 5,11 . (7) Mi 5,12 . (8) Nah 2,14 . (9) Sef 1,3 . (10) Sef 1,4 . (11) Zach 9,6 . (12) Zach 9,10 .

Mi 5,13 - Mi 5,13 . Heilsprofetieën - Mi (Micha) -- Mi 5 -- Mi 4,1-5,14 -- Mi 5,1 - Mi 5,2 - Mi 5,3 - Mi 5,4 - Mi 5,5 - Mi 5,6 - Mi 5,7 - Mi 5,8 - Mi 5,9 - Mi 5,10 - Mi 5,11 - Mi 5,12 - Mi 5,13 - Mi 5,14 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
13kai ekkopsô ta alsè sou ek mesou sou kai afaniô tas poleis sou  13 et evellam lucos tuos de medio tui et conteram civitates tuas    13 Voorts zal Ik uw bossen uit het midden van u uitroeien, en Ik zal uw steden verdelgen.  [13] Ik ruk de heilige palen* bij u eruit en sla uw beschermheren stuk.   [13] Je Asjerapalen zal ik verwijderen, je tempelburchten zal ik verwoesten,  14 (5:13) uit je midden zal ik je asjera–palen wegrukken,– je steden zal ik verdelgen;   14. 5:13 j'arracherai de ton sein tes pieux sacrés, et j'anéantirai tes cités.  

King James Bible . [14] And I will pluck up thy groves out of the midst of thee: so will I destroy thy cities.
Luther-Bibel (1984) . 13 und will deine Ascherabilder ausreißen aus deiner Mitte und deine Städte vertilgen.

Tekstanalyse van Mi 5,13 .

Mi 5,14 - Mi 5,14 . Heilsprofetieën - Mi (Micha) -- Mi 5 -- Mi 4,1-5,14 -- Mi 5,1 - Mi 5,2 - Mi 5,3 - Mi 5,4 - Mi 5,5 - Mi 5,6 - Mi 5,7 - Mi 5,8 - Mi 5,9 - Mi 5,10 - Mi 5,11 - Mi 5,12 - Mi 5,13 - Mi 5,14 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
14kai poièsô en orgè kai en thumô ekdikèsin en tois ethnesin anth› ôn ouk eisèkousan  14 et faciam in furore et in indignatione ultionem in omnibus gentibus quae non audierunt     14 En Ik zal in toorn en in grimmigheid wrake doen aan de heidenen, die niet horen.  [14] In mijn woede en razernij neem Ik wraak op de volken die niet geluisterd hebben.’   [14] en in mijn hevige toorn neem ik wraak op alle volken die niet hebben geluisterd.  15 (5:14) in toorn en gramschap zal ik wraak oefenen aan de volkeren,– die niet zullen horen! ••   15. 5:14 Avec colère, avec fureur, je tirerai vengeance des nations qui n'ont pas obéi.  

King James Bible . [15] And I will execute vengeance in anger and fury upon the heathen, such as they have not heard.
Luther-Bibel (1984) . 14Und ich will mit Grimm und Zorn Vergeltung üben an allen Völkern, die nicht gehorchen wollen.

Tekstanalyse van Mi 5,14 .

9. act. qal imperatief 2de pers. mann. mv. sjime`û (hoort, luistert) OF act. qal perf. 3de pers. mv. sjâme`û (zij luisterden) van het werkw. sjâmâ` (horen, luisteren) . Taalgebruik in Tenach : sjâm`â (horen, luisteren) . Taalgebruik in Micha : sjâm`â (horen, luisteren) . Getalwaarde : sjin = 21 of 300 , mem = 13 of 40 , ajin = 16 of 70 ; totaal : 50 of 410 . Gr. akouô (horen) . Taalgebruik in de Septuaginta : akouô (horen) . Taalgebruik in het N.T. : akouô (horen) . Beide zijn verwant met elkaar . oor < Lat. aus , auris , zie Gr. ous / ôs , ôtis . auscultare (het oor lenen aan , toehoren , aanhoren) -> écouter . Lat. audire . Ned. horen . E. to hear . D. höhren . Een vorm van akouô (horen) in het N.T. (427) , in de LXX (1069) .Horen veronderstelt een lijdend voorwerp . Horen kan verwijzen naar iets dat voorafging of het kan gevolgd worden door een object of een objectzin . Mi (7) : (1) Mi 1,2 . (2) Mi 3,1 . (3) Mi 3,9 . (4) Mi 5,14 . (5) Mi 6,1 . (6) Mi 6,2 . (7) Mi 6,9 .