BIJBELBOEK NEHEMIA 3-- Neh 3 -- Neh
3 -- verwijzingen
-
- Bibliografie
- Literatuur
- Liturgisch
gebruik - Overzicht
bijbelboeken - Overzicht
van de bibliografie van de bijbelboeken - Overzicht
van deze website - ZOEKEN
-
Overzicht : - Neh
1 - Neh 2
- Neh 3
- Neh 4
- Neh 5
- Neh 6
- Neh 7
- Neh 8
- Neh 9
- Neh 10
- Neh 11
- Neh 12
- Neh 13
-
Tekstuitleg per pericope :
Overzicht vers per vers : - Neh 3,1 - Neh 3,2 - Neh 3,3 - Neh 3,4 - Neh 3,5 - Neh 3,6 - Neh 3,7 - Neh 3,8 - Neh 3,9 - Neh 3,10 - Neh 3,11 - Neh 3,12 - Neh 3,13 - Neh 3,14 - Neh 3,15 - Neh 3,16 - Neh 3,17 - Neh 3,18 - Neh 3,19 - Neh 3,20 - Neh 3,21 - Neh 3,22 - Neh 3,23 - Neh 3,24 - Neh 3,25 - Neh 3,26 - Neh 3,27 - Neh 3,28 - Neh 3,29 - Neh 3,30 - Neh 3,31 - Neh 3,32 - Neh 3,33 - Neh 3,34 - Neh 3,35 - Neh 3,36 - Neh 3,37 - Neh 3,38 -
WEDERKERIGHEID (DIVERSITEIT - VICE VERSA)
websitenaam : http://users.telenet.be/arseen.de.kesel/
en http://www.bijbelleerhuis.be
(zie bijbel)
. WEBLOG : BIJBELLEERHUIS
Nieuwe website : http://www.interlevensbeschouwelijk.be/index.htm
- STARTPAGINA - AGENDA - BIJ
DE HAND - NIEUW
- OVERZICHT
- TIJDSCHRIFTEN
-
ALFABETISCH OVERZICHT VAN THEMA'S EN WEBSITES :
JAARTAL - A - B
- C -
D - E
- F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X
-Y - Z
HOOFDTHEMA'S :
allochtonen , armoede , bahá'í
, bijbel , bijbel en koran ,
boeddhisme ,
christendom ,
extreemrechts
( Vlaams
Blok ) , fundamentalisme
, globalisering en antiglobalisering
, hindoeïsme
, interlevensbeschouwelijke
dialoog , interreligieuze
meditatie , islam , jodendom
, levensbeschouwing
, levensbeschouwing / godsdienst
en onderwijs , migratie , racisme , samenleving ,
sikhisme , NIEUWE
RUBRIEK : SPIRITUALITEIT
, tewerkstelling
van allochtonen , vluchtelingen
en asielzoekers , vrijzinnigheid
, witte scholen , multiculturele
scholen en concentratiescholen ,
- Eigen-zinnige
beschouwingen - Het
kleine of grote ongenoegen -
|
Woordenschat
(zie verder onder :
verwijzingen
)
Bibliografie
Literatuur
Liturgisch gebruik
Overzicht bijbelboeken
:
OT
:
Gn (Genesis
) ,
Ex (Exodus)
,
Lv (Leviticus)
,
Nu (Numeri)
,
Dt (Deuteronomium)
,
Joz (Jozua)
,
Re (Rechters)
,
Rt (Ruth)
,
1 S (1 Samuël)
,
2 S (2 Samuël)
,
1 K (1 Koningen)
,
2 K (2 Koningen)
,
1 Kr ( 1
Kronieken) ,
2
Kr (2 Kronieken) ,
Ezr
(Ezra) ,
Neh
(Nehemia) ,
Tob
(Tobia) ,
Jdt
(Judith) ,
Est
(Esther) ,
1
Mak (1 Makkabeeën) ,
2
Mak (2 Makkabeeën) ,
Job
,
Ps (Psalmen
) ,
Spr (Spreuken)
,
Pr (Prediker)
,
Hl (Hooglied)
,
W (Wijsheid)
,
Sir (Sirach)
,
Js (Jesaja)
,
Jr (Jeremia)
,
Kl (Klaagliederen)
,
Bar (Baruch)
,
Ez (Ezechiël)
,
Da (Daniël)
,
Hos (Hosea)
,
Jl (Joël)
,
Am (Amos)
,
Ob (Obadja)
,
Jon (Jona)
,
Mi (Micha)
,
Nah (Nahum)
,
Hab (Habakuk)
,
Sef (Sefanja)
,
Hag (Haggai)
,
Zach (Zacharia)
,
Mal (Maleachi)
.
-
NT
:
Mt (Matteüs)
-
Mc (Marcus)
-
Lc (Lucas)
-
Joh
(Johannes) -
Hnd
(Handelingen) ,
Rom
(Rome) ,
1 Kor
(Korinte) ,
2
Kor (Korinte) ,
Gal
(Galatië) ,
Ef
(Efese) ,
Fil
(Filippi) ,
Kol
(Kolosse) ,
1
Tes (Tessalonika) ,
2
Tes (Tessalonika) ,
1
Tim (Timoteüs) ,
2
Tim (Timoteüs) ,
Tit
(Titus) ,
Film
(Filemon) ,
Heb
(Hebreeën) ,
Jak
(Jakobus) ,
1
Pe (Petrus) ,
2
Pe (Petrus) ,
1
Joh (Johannes) ,
2
Joh (Johannes) ,
2
Joh (Johannes) ,
Jud
(Judas) ,
Apk
(Apokalyps) .
Overzicht van
de bibliografie van de bijbelboeken :
bibliografie
van het Oude Testament -
bibliografie
Matteüsevangelie -
bibliografie
Marcusevangelie -
bibliografie
Lucasevangelie -
bibliografie
van het Johannesevangelie - bibliografie van het
Nieuwe Testament (behalve evangeliën)
Neh 3,1 - Neh 3,1 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Neh 3,2 - Neh 3,2 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Neh 3,3 - Neh 3,3 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
8. act. ind. aor. 3de pers. mv. απεστεγασαν = apestegasan (zij ont-dek (dak) ten) van het werkw. αποστεγαζω = apostegadzô (het dak eraf nemen, ontdakken) . Taalgebruik in het NT : apostegadzô (het dak eraf nemen, ontdakken) . Bijbel (1) : Mc 2,4 . Een vorm van αποστεγαζω = apostegadzô (het dak eraf nemen, ontdakken) in de Bijbel (1) : Mc 2,4 .
- Zie ook het werkw. στεγαζω = stegadzô (bedekken, bedakken) . Taalgebruik in het NT : stegadzô (bedekken, bedakken) . Taalgebruik in de LXX : stegadzô (bedekken, bedakken) . Een vorm van het werkw. στεγαζω = stegadzô (bedekken, bedakken) in de LXX (5) : (1) 2
Kr 34,11 . (2) Ps 104,3 . (3) Neh 2,8 . (4) Neh 3,3 . (5) Neh 3,6 . In het NT (0) .
- Zie eveneens het werkw. στεγω = stegô (dekken, bedekken, bedakken) . Taalgebruik in het NT : stegô (dekken, bedekken, bedakken) . Taalgebruik in de LXX : stegô (dekken, bedekken, bedakken) . Een vorm van στεγω = stegô (dekken, bedekken, bedakken) in de LXX (1) : Sir 8,17 . In het NT (4) : (1) 1
Kor 9,12 . (2) 1
Kor 13,7 . (3) 1 Tes
3,1 . (4) 1
Tes 3,5 .
- Zie ook het zelfst. naamw. στεγη = stegè (dak, deksel) . Taalgebruik in het NT : stegè (dak, deksel) . Taalgebruik in de LXX : stegè (dak, deksel) . Een vorm van στεγη = stegè (dak, deksel) in de LXX (2) : (1) Gn
8,13 . (2) Ez
40,43 . In het NT (3) : (1) Mt
8,8 . (2) Mc
2,4 . (3) Lc
7,6 .
- Hebreeuws : de stam van het werkw. כָּסָה = kâsâh
(bedekken) . Taalgebruik in Tenakh : kâsâh
(bedekken) . Getalwaarde : kaph = 11 of 20 , samekh = 15 of 60 , he = 5
; totaal : 31 OF 85 (5 X 17) . Structuur : 2 - 6 - 5 . De som van de elementen is telkens 4 .
- Zie ook : קָרָה = qârâh (1. ontmoeten, treffen, overkomen. 2. ov erdekken, een zoldering maken) . Taalgebruik in Tenakh : qârâh (ontmoeten, treffen, overkomen) . Getalswaarde : qoph = 19 of 100 , resj = 20 of 200 , he = 5 ; totaal : 44 OF 305 (5 X 61) . Structuur : 1 - 2 - 5 . De som van de elementen is telkens 8 .
- Ned. : dak . D. : das Dach . Fr. : toit (< Lat. : tectum) . Gr. : στεγη = stegè (dak, deksel) . Taalgebruik in het NT : stegè (dak, deksel) . Lat. : tegere (tectum) (dekken, bedekken, bedakken) .
Neh 3,4 - Neh 3,4 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Neh 3,5 - Neh 3,5 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Neh 3,6 - Neh 3,6 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
11. act. ind. aor. 3de pers. mv. απεστεγασαν = apestegasan (zij ont-dek (dak) ten) van het werkw. αποστεγαζω = apostegadzô (het dak eraf nemen, ontdakken) . Taalgebruik in het NT : apostegadzô (het dak eraf nemen, ontdakken) . Bijbel (1) : Mc 2,4 . Een vorm van αποστεγαζω = apostegadzô (het dak eraf nemen, ontdakken) in de Bijbel (1) : Mc 2,4 .
- Zie ook het werkw. στεγαζω = stegadzô (bedekken, bedakken) . Taalgebruik in het NT : stegadzô (bedekken, bedakken) . Taalgebruik in de LXX : stegadzô (bedekken, bedakken) . Een vorm van het werkw. στεγαζω = stegadzô (bedekken, bedakken) in de LXX (5) : (1) 2
Kr 34,11 . (2) Ps 104,3 . (3) Neh 2,8 . (4) Neh 3,3 . (5) Neh 3,6 . In het NT (0) .
- Zie eveneens het werkw. στεγω = stegô (dekken, bedekken, bedakken) . Taalgebruik in het NT : stegô (dekken, bedekken, bedakken) . Taalgebruik in de LXX : stegô (dekken, bedekken, bedakken) . Een vorm van στεγω = stegô (dekken, bedekken, bedakken) in de LXX (1) : Sir 8,17 . In het NT (4) : (1) 1
Kor 9,12 . (2) 1
Kor 13,7 . (3) 1 Tes
3,1 . (4) 1
Tes 3,5 .
- Zie ook het zelfst. naamw. στεγη = stegè (dak, deksel) . Taalgebruik in het NT : stegè (dak, deksel) . Taalgebruik in de LXX : stegè (dak, deksel) . Een vorm van στεγη = stegè (dak, deksel) in de LXX (2) : (1) Gn
8,13 . (2) Ez
40,43 . In het NT (3) : (1) Mt
8,8 . (2) Mc
2,4 . (3) Lc
7,6 .
- Hebreeuws : de stam van het werkw. כָּסָה = kâsâh
(bedekken) . Taalgebruik in Tenakh : kâsâh
(bedekken) . Getalwaarde : kaph = 11 of 20 , samekh = 15 of 60 , he = 5
; totaal : 31 OF 85 (5 X 17) . Structuur : 2 - 6 - 5 . De som van de elementen is telkens 4 .
- Zie ook : קָרָה = qârâh (1. ontmoeten, treffen, overkomen. 2. ov erdekken, een zoldering maken) . Taalgebruik in Tenakh : qârâh (ontmoeten, treffen, overkomen) . Getalswaarde : qoph = 19 of 100 , resj = 20 of 200 , he = 5 ; totaal : 44 OF 305 (5 X 61) . Structuur : 1 - 2 - 5 . De som van de elementen is telkens 8 .
- Ned. : dak . D. : das Dach . Fr. : toit (< Lat. : tectum) . Gr. : στεγη = stegè (dak, deksel) . Taalgebruik in het NT : stegè (dak, deksel) . Lat. : tegere (tectum) (dekken, bedekken, bedakken) .
Neh 3,7 - Neh 3,7 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Neh 3,8 - Neh 3,8 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Neh 3,9 - Neh 3,9 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Neh 3,10 - Neh 3,10 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Neh 3,11 - Neh
3,11 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Neh 3,12 - Neh 3,12 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Neh 3,13 - Neh 3,13 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Neh 3,14 - Neh 3,14 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Neh 3,15 - Neh 3,15 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Neh 3,16 - Neh 3,16 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Neh 3,17 - Neh 3,17 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Neh 3,18 - Neh 3,18 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Neh 3,19 - Neh 3,19 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Neh 3,20 - Neh 3,20 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Neh 3,21 - Neh 3,21 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Neh 3,22 - Neh 3,22 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Neh 3,23 - Neh 3,23 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Neh 3,24 - Neh 3,24 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Neh 3,25 - Neh 3,25 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Neh 3,26 - Neh 3,26 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Neh 3,27 - Neh 3,27 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Neh 3,28 - Neh 3,28 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Neh 3,29 - Neh 3,29 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Neh 3,30 - Neh 3,30 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Neh 3,31 - Neh 3,31 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Neh 3,32 - Neh 3,32 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Neh 3,33 - Neh 3,33 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Neh 3,34 - Neh 3,34 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Neh 3,35 - Neh 3,35 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Neh 3,36 - Neh 3,36 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Neh 3,37 - Neh 3,37 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Neh 3,38 - Neh 3,38 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
MT |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
WILLIBRORDVERTALING
Wederopbouw van de stadsmuren [1] Toen maakten Eljasib, de hogepriester,
en zijn broeders, de priesters, een begin met de herbouw van de Schaapspoort.
Zij heiligden haar en brachten er de deuren in aan, en ze heiligden haar tot
aan de Meatoren en de Chananeltoren. [2] Het volgende muurpand werd hersteld
door de burgers van Jericho, het daarop volgende door Zakkur, de zoon van
Imri. [3] De Vispoort werd herbouwd door de burgers van Senaä; zij brachten
er de balklaag in aan en hingen de deuren erin met de slagbomen en de grendels.
[4] Verderop bouwde Meremot, de zoon van Uria, de zoon van Hakkos, en daarnaast
Mesullam, de zoon van Berekja, de zoon van Mesezabel; vervolgens Sadok, de
zoon van Baäna. [5] Naast hen werkten de inwoners van Tekoa, maar de notabelen
van die stad zetten hun schouders niet onder het werk van hun heer. [6] Jojada,
de zoon van Paseach, en Mesullam, de zoon van Besodja, herstelden de Oude
Poort; zij brachten er de balklaag in aan en hingen de deuren erin met de
slagbomen en de grendels. [7] Naast hen werkten Melatja de Gibeoniet, en Jadon
de Meronotiet, de burgers van Gibeon en Mispa, domeinen van de stadhouder
aan de overkant van de Rivier. [8] Naast hen werkte Uzziël, de zoon van Charhaja,
een goudsmid; vervolgens Chananja, een balsembereider; zij herstelden Jeruzalem
tot aan de Brede Muur. [9] Daarnaast werkte Refaja, de zoon van Chur, hoofd
van het halve district Jeruzalem. [10] Naast hem werkte Jedaja, de zoon van
Charumaf, vlakbij zijn eigen huis. Verderop werkte Chattus, de zoon van Chasabneja.
[11] Malkia, de zoon van Charim, en Chassub, de zoon van de stadhouder van
Moab, herstelden een andere sector, met de Bakoventoren. [12] Naast hen werkte
Sallum, de zoon van Halloches, hoofd van de andere helft van het district
Jeruzalem, hijzelf en zijn dochters. [13] Chanun en de bewoners van Zanoach
herstelden de Dalpoort; zij bouwden haar weer op, hingen de deuren erin met
de slagbomen en de grendels en herstelden de muur over een lengte van duizend
el, tot aan de Mestpoort. [14] Malkia, de zoon van Rekab, hoofd van het district
Bet-Hakkerem, herstelde de Mestpoort. Hij bouwde haar weer op en hing de deuren
erin met de slagbomen en de grendels. [15] Sallum, de zoon van Kolchoze, hoofd
van het district Mispa, herstelde de Bronpoort. Hij bouwde haar weer op, overkapte
haar en hing er de deuren in met de slagbomen en de grendels. Hij herstelde
de muur van de Siloachvijver in de koninklijke tuin tot aan de trap die vanaf
de Davidsstad omlaag loopt. [16] Verderop werkte Nechemja, de zoon van Azbuk,
hoofd van het halve district Bet-Sur, tot bij de graven van David en tot aan
de kunstmatige vijver en het huis van de helden. [17] Daarnaast werkten Levieten:
Rechum, de zoon van Bani, en naast hem, voor zijn district, Chasabja, hoofd
van het halve district Keïla. [18] Hun broeders, Bawwai, de zoon van Chenadad,
hoofd van de andere helft van het district Keïla, [19] en naast hem Ezer,
de zoon van Jesua, hoofd van Mispa, bouwden het volgende gedeelte, tot aan
de hoek, waar de weg omhoog loopt naar het wapendepot. [20] Vervolgens herstelde
Baruch, de zoon van Zabbai, het gedeelte vanaf de hoek tot bij de ingang van
het erf van Eljasib, de hogepriester. [21] Naast hem herstelde Meremot, de
zoon van Uria, de zoon van Hakkos, het gedeelte vanaf de ingang van het erf
van Eljasib tot waar het erf ophoudt. [22] Verderop werkten de priesters,
de mannen die in het Jordaandal wonen; [23] dan Binjamin en Chassub, tegenover
hun huis; voorts Azarja, de zoon van Maäseja, de zoon van Ananja, bij zijn
eigen huis. [24] Daarnaast herstelde Binnuï, de zoon van Chenadad, het gedeelte
vanaf het huis van Azarja tot aan de hoek en de draai; [25] Palal, de zoon
van Uzai, werkte aan het muurpand tegenover de hoek, met de hoge uitspringende
toren van het koninklijk paleis vanwaar men uitziet op het binnenplein van
de wacht. Daarnaast werkte Pedaja, de zoon van Paros. [26] Naast hem werkten
de tempelknechten die op de Ofel woonden, tot aan de Waterpoort aan de oostkant
en tot de uitspringende toren. [27] Verderop herstelden de inwoners van Tekoa
een tweede gedeelte bij de grote uitspringende toren tot aan de Ofelmuur.
[28] Voorbij de Paardenpoort werkten de priesters, ieder in de buurt van zijn
huis. [29] Daarnaast, ook in de buurt van zijn huis, Sadok, de zoon van Immer.
Naast hem Semaja, de zoon van Sekanja, de wachter van de Oostpoort. [30] Daarnaast
herstelden Chananja, de zoon van Selemja, en Chanun, de zesde zoon van Salaf,
een ander gedeelte. Vervolgens, in de buurt van zijn kamer, Mesullam, de zoon
van Berekja. [31] Daarnaast werkte Malkia, een goudsmid, tot aan het verblijf
van de tempelknechten en de kooplieden tegenover de wachtpoort bij de bovenbouw
op de hoek. [32] En tussen de bovenbouw op de hoek en de Schaapspoort werkten
de goudsmeden en de kooplieden. Spot van de buurtbewoners [33] Toen Sanballat
hoorde dat wij bezig waren om de muur te herstellen, werd hij kwaad en in
zijn grote woede bespotte hij de Judeeërs. [34] In tegenwoordigheid van zijn
ambtgenoten en het leger van Samaria zei hij: ‘Wat zijn die stakkers van Judeeërs
toch aan het doen? Zijn zij echt aan het bouwen? Denken ze al aan offeren?
Zullen zij het ooit afkrijgen? Zullen zij die verkoolde stenen uit de puinhopen
weer tot leven wekken?’ [35] Tobia, de Ammoniet, stond naast hem en zei: ‘Laat
ze maar bouwen: als er een vos op klimt, breekt die sterke muur van hen in
stukken!’ [36] Hoor toch, onze God, hoe wij een mikpunt van spot zijn geworden.
Laat hun spot op hun eigen hoofd neerkomen, stuur ze in ballingschap en laat
hen ten prooi vallen aan plundering. [37] Bedek hun schuld niet en vlak hun
zonde niet uit voor uw aangezicht, want ze hebben de bouwers beledigd. [38]
En wij herbouwden de muur. De muur werd over de gehele omtrek hersteld, tot
de halve hoogte, want het volk werkte vastberaden door.