NUMERI 9 , Nu 9 -- TAALGEBRUIK -- COMMENTAAR -
- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Nu (Numeri) -- Nu 9 -
- Nu 9,1-14 - Nu 9,15-23 -

- Bibliografie - Literatuur - Liturgisch gebruik - Overzicht bijbelboeken - Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken - Overzicht van deze website

- bijbeloverzicht : woordgebruik -- A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z -- bijbeloverzicht : commentaar -

Overzicht van Tenach : Tenach : overzicht , Tenach : taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Tenach : commentaar ,
Overzicht van Septuaginta
: Septuaginta : overzicht , Septuaginta : taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Septuaginta : commentaar ,

Nu : overzicht , Nu : taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Nu : commentaar ,

Overzicht van het boek Numeri : Nu 1 - Nu 2 - Nu 3 - Nu 4 - Nu 5 - Nu 6 - Nu 7 - Nu 8 - Nu 9 - Nu 10 - Nu 11 - Nu 12 - Nu 13 - Nu 14 - Nu 15 - Nu 16 - Nu 17 - Nu 18 - Nu 19 - Nu 20 - Nu 21 - Nu 22 - Nu 23 - Nu 24 - Nu 25 - Nu 26 - Nu 27 - Nu 28 - Nu 29 - Nu 30 - Nu 31 - Nu 32 - Nu 33 - Nu 34 - Nu 35 - Nu 36 -
Tekstuitleg per perikope
:
Nu 9,1-14 : Viering van het Paasfeest - Nu 9,1-14 -
Nu 9,15-23 : De wolk - Nu 9,15-23 -
Tekstuitleg vers per vers : - Nu 9,1 - Nu 9,2 - Nu 9,3 - Nu 9,4 - Nu 9,5 - Nu 9,6 - Nu 9,7 - Nu 9,8 - Nu 9,9 - Nu 9,10 - Nu 9,11 - Nu 9,12 - Nu 9,13 - Nu 9,14 - Nu 9,15 - Nu 9,16 - Nu 9,17 - Nu 9,18 - Nu 9,19 - Nu 9,20 - Nu 9,21 - Nu 9,22 - Nu 9,23 -

Religie.opzijnbest.nl
ZOEKEN OP DEZE WEBSITE
PicoSearch
  Hulp
Verzorgd door PicoSearch

King James Bible .
Luther-Bibel .
     
 
             
1. LXX , Griekse tekst N.T.   2. Vulgata   3. Synopsis Denaux - Vervenne  4. Statenvertaling   5. Willibrordvertaling   6. Nieuwe Vertaling   7. Naardense vertaling , zie
8. Bible de Jérusalem 9. Statenvertaling   10. King James Bible  - King James Bible 11. Luther-Bibel   liturgische lezing      

WEDERKERIGHEID (DIVERSITEIT - VICE VERSA) . Meer info : Arseen De Kesel . Email: arseen.de.kesel@pandora.be .
websitenamen : http://users.telenet.be/arseen.de.kesel/ en http://www.interlevensbeschouwelijk.be/index.htm
- STARTPAGINA - AGENDA - BIJ DE HAND - NIEUW - OVERZICHT -  TIJDSCHRIFTEN -
ALFABETISCH OVERZICHT VAN THEMA'S EN WEBSITES :
- A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z
HOOFDTHEMA'S : allochtonen , armoede , bahá'í ,  bezinningsteksten , bijbel , bijbel en koran , boeddhisme , christendom , extreemrechts ( Vlaams Blok ) , fundamentalisme , globalisering en antiglobalisering ,  hindoeïsme , interlevensbeschouwelijke dialoog , interreligieuze meditatie , islam , jodendom , koran , levensbeschouwing , levensbeschouwing / godsdienst en onderwijs , racisme , samenleving , sikhisme , spiritualiteit , tewerkstelling van allochtonen , vluchtelingen en asielzoekers , vrijzinnigheid , witte scholen , multiculturele scholen en concentratiescholen , Eigen-zinnige beschouwingen , Het kleine of grote ongenoegen

Woordenschat
- kâsâh (bedekken) , zie Nu 9,15 .
Bibliografie
Literatuur
Liturgisch gebruik

Overzicht van de bijbelboeken
- bijbeloverzicht , bijbelverwijzingen - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Oude Testament , Pentateuch , Historische boeken , Profeten , Wijsheidsboeken , NT overzicht , Evangelies , Synoptici , Brieven van Paulus , Apostolische brieven .
- OT : Gn (Genesis) , Ex (Exodus) , Lv (Leviticus) , Nu (Numeri) , Dt (Deuteronomium) , Joz (Jozua) , Re (Rechters) , Rt (Ruth) , 1 S (1 Samuël) , 2 S (2 Samuël) , 1 K (1 Koningen) , 2 K (2 Koningen) , 1 Kr ( 1 Kronieken) , 2 Kr (2 Kronieken) , Ezr (Ezra) , Neh (Nehemia) , Tob (Tobia) , Jdt (Judith) , Est (Esther) , 1 Mak (1 Makkabeeën) , 2 Mak (2 Makkabeeën) , Job , Ps (Psalmen ) , Spr (Spreuken) , Pr (Prediker) , Hl (Hooglied) , W (Wijsheid) , Sir (Sirach) , Js (Jesaja) , Jr (Jeremia) , Kl (Klaagliederen) , Bar (Baruch) , Ez (Ezechiël) , Da (Daniël) , Hos (Hosea) , Jl (Joël) , Am (Amos) , Ob (Obadja) , Jon (Jona) , Mi (Micha) , Nah (Nahum) , Hab (Habakuk) , Sef (Sefanja) , Hag (Haggai) , Zach (Zacharia) , Mal (Maleachi) .
- NT : Mt (Matteüs) - Mc (Marcus) - Lc (Lucas) - Joh (Johannes) - Hnd (Handelingen) , Rom (Rome) , 1 Kor (Korinte) , 2 Kor (Korinte) , Gal (Galatië) , Ef (Efese) , Fil (Filippi) , Kol (Kolosse) , 1 Tes (Tessalonika) , 2 Tes (Tessalonika) , 1 Tim (Timoteüs) , 2 Tim (Timoteüs) , Tit (Titus) , Film (Filemon) , Heb (Hebreeën) , Jak (Jakobus) , 1 Pe (Petrus) , 2 Pe (Petrus) , 1 Joh (Johannes) , 2 Joh (Johannes) , 2 Joh (Johannes) , Jud (Judas) , Apk (Apokalyps) .
Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken : - bibliografie bijbel - bibliografie van het Oude Testament - bibliografie Matteüsevangelie - bibliografie Marcusevangelie - bibliografie Lucasevangelie - bibliografie van het Johannesevangelie - bibliografie van het Nieuwe Testament (behalve evangeliën)


Nu 9,1-14 : Viering van het Paasfeest - Nu 9,1-14 -- bijbeloverzicht -- Nu (Numeri) -- Nu 9 -- bijbelverwijzingen -- Nu 9,1 - Nu 9,2 - Nu 9,3 - Nu 9,4 - Nu 9,5 - Nu 9,6 - Nu 9,7 - Nu 9,8 - Nu 9,9 - Nu 9,10 - Nu 9,11 - Nu 9,12 - Nu 9,13 - Nu 9,14 -

Nu 9,1 - Nu 9,1 : Viering van het Paasfeest - Nu 9,1-14 -- bijbeloverzicht -- Nu (Numeri) -- Nu 9 -- bijbelverwijzingen -- Nu 9,1 - Nu 9,2 - Nu 9,3 - Nu 9,4 - Nu 9,5 - Nu 9,6 - Nu 9,7 - Nu 9,8 - Nu 9,9 - Nu 9,10 - Nu 9,11 - Nu 9,12 - Nu 9,13 - Nu 9,14 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
1kai elalèsen kurios pros môusèn en tè erèmô sina en tô etei tô deuterô exelthontôn autôn ek gès aiguptou en tô mèni tô prôtô legôn    1 locutus est Dominus ad Mosen in deserto Sinai anno secundo postquam egressi sunt de terra Aegypti mense primo dicens    1 En de HEERE sprak tot Mozes in de woestijn van Sinaï, in het tweede jaar, nadat zij uit Egypteland uitgetogen waren, in de eerste maand, zeggende:  [1] In het tweede jaar na de uittocht uit Egypte, in de eerste maand, sprak de heer tot Mozes in de woestijn van de Sinai:   [1] In de eerste maand van het tweede jaar na de uittocht uit Egypte richtte de HEER zich in de Sinaiwoestijn tot Mozes. Hij zei:     

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg :

Nu 9,2 - Nu 9,2 : Viering van het Paasfeest - Nu 9,1-14 -- bijbeloverzicht -- Nu (Numeri) -- Nu 9 -- bijbelverwijzingen -- Nu 9,1 - Nu 9,2 - Nu 9,3 - Nu 9,4 - Nu 9,5 - Nu 9,6 - Nu 9,7 - Nu 9,8 - Nu 9,9 - Nu 9,10 - Nu 9,11 - Nu 9,12 - Nu 9,13 - Nu 9,14 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
2eipon kai poieitôsan oi uioi israèl to pascha kath' ôran autou  2 faciant filii Israhel phase in tempore suo     2 Dat de kinderen Israëls het pascha houden zouden, op zijn gezetten tijd.  [2] ‘De Israëlieten moeten op de vastgestelde tijd Pasen vieren.  [2] ‘De Israëlieten moeten op de daarvoor vastgestelde tijd het pesachoffer bereiden     

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg :

Nu 9,3 - Nu 9,3 : Viering van het Paasfeest - Nu 9,1-14 -- bijbeloverzicht -- Nu (Numeri) -- Nu 9 -- bijbelverwijzingen -- Nu 9,1 - Nu 9,2 - Nu 9,3 - Nu 9,4 - Nu 9,5 - Nu 9,6 - Nu 9,7 - Nu 9,8 - Nu 9,9 - Nu 9,10 - Nu 9,11 - Nu 9,12 - Nu 9,13 - Nu 9,14 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
3tè tessareskaidekatè èmera tou mènos tou prôtou pros esperan poièseis auto kata kairous kata ton nomon autou kai kata tèn sugkrisin autou poièseis auto  3 quartadecima die mensis huius ad vesperam iuxta omnes caerimonias et iustificationes eius    3 Op den veertienden dag in deze maand, tussen twee avonden zult gij dat houden, op zijn gezetten tijd; naar al zijn inzettingen, en naar al zijn rechten zult gij dat houden.  [3] U moet het vieren op de veertiende dag van deze maand, tegen* de avond, op de vastgestelde tijd, met inachtneming van al de daarbij geldende voorschriften en wetten.’  . [3] Dat moet gebeuren op de veertiende dag van deze maand, in de avondschemer, op de vastgestelde tijd, met inachtneming van alle voorschriften en regels die ervoor gelden.’     

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg :

Nu 9,4 - Nu 9,4 : Viering van het Paasfeest - Nu 9,1-14 -- bijbeloverzicht -- Nu (Numeri) -- Nu 9 -- bijbelverwijzingen -- Nu 9,1 - Nu 9,2 - Nu 9,3 - Nu 9,4 - Nu 9,5 - Nu 9,6 - Nu 9,7 - Nu 9,8 - Nu 9,9 - Nu 9,10 - Nu 9,11 - Nu 9,12 - Nu 9,13 - Nu 9,14 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
4kai elalèsen môusès tois uiois israèl poièsai to pascha  4 praecepitque Moses filiis Israhel ut facerent phase     4 Mozes dan sprak tot de kinderen Israëls, dat zij het pascha zouden houden.  [4] Mozes gebood dus de Israëlieten Pasen te vieren.  [4] Mozes droeg de Israëlieten op het pesachoffer te bereiden,     

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg :

Nu 9,5 - Nu 9,5 : Viering van het Paasfeest - Nu 9,1-14 -- bijbeloverzicht -- Nu (Numeri) -- Nu 9 -- bijbelverwijzingen -- Nu 9,1 - Nu 9,2 - Nu 9,3 - Nu 9,4 - Nu 9,5 - Nu 9,6 - Nu 9,7 - Nu 9,8 - Nu 9,9 - Nu 9,10 - Nu 9,11 - Nu 9,12 - Nu 9,13 - Nu 9,14 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
5enarchomenou tè tessareskaidekatè èmera tou mènos en tè erèmô tou sina katha sunetaxen kurios tô môusè outôs epoièsan oi uioi israèl 5 qui fecerunt tempore suo quartadecima die mensis ad vesperam in monte Sinai iuxta omnia quae mandaverat Dominus Mosi fecerunt filii Israhel    5 En zij hielden het pascha op den veertienden dag der eerste maand, tussen de twee avonden, in de woestijn van Sinaï; naar alles, wat de HEERE Mozes geboden had, alzo deden de kinderen Israëls.  [5] Op de veertiende dag van de eerste maand, tegen de avond, vierden zij Pasen in de woestijn van de Sinai. De Israëlieten deden alles wat de heer aan Mozes had bevolen.  [5] en zo vierden ze op de veertiende dag van de eerste maand, in de avondschemer, in de Sinaiwoestijn het pesachfeest; ze vierden het precies zoals de HEER het Mozes geboden had.     

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg :

Nu 9,6 - Nu 9,6 : Viering van het Paasfeest - Nu 9,1-14 -- bijbeloverzicht -- Nu (Numeri) -- Nu 9 -- bijbelverwijzingen -- Nu 9,1 - Nu 9,2 - Nu 9,3 - Nu 9,4 - Nu 9,5 - Nu 9,6 - Nu 9,7 - Nu 9,8 - Nu 9,9 - Nu 9,10 - Nu 9,11 - Nu 9,12 - Nu 9,13 - Nu 9,14 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
6kai paregenonto oi andres oi èsan akathartoi epi psuchè anthrôpou kai ouk èdunanto poièsai to pascha en tè èmera ekeinè kai prosèlthon enantion môusè kai aarôn en ekeinè tè èmera  6 ecce autem quidam inmundi super animam hominis qui non poterant facere pascha in die illo accedentes ad Mosen et Aaron    6 Toen waren er lieden geweest, die over het dode lichaam eens mensen onrein waren, en op denzelven dag het pascha niet hadden kunnen houden; daarom naderden zij voor het aangezicht van Mozes, en voor het aangezicht van Aäron op dienzelven dag. 
[6] Er waren mannen die door aanraking van een lijk van een mens onrein waren geworden en daardoor op die dag geen Pasen konden vieren. Zij kwamen op die dag naar Mozes en Aäron 

[6] Nu waren sommigen onrein doordat ze met een lijk in aanraking waren geweest, zodat ze die dag geen Pesach konden vieren. Ze wendden zich nog dezelfde dag tot Mozes en Aäron. 
   

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg :

Nu 9,7 - Nu 9,7 : Viering van het Paasfeest - Nu 9,1-14 -- bijbeloverzicht -- Nu (Numeri) -- Nu 9 -- bijbelverwijzingen -- Nu 9,1 - Nu 9,2 - Nu 9,3 - Nu 9,4 - Nu 9,5 - Nu 9,6 - Nu 9,7 - Nu 9,8 - Nu 9,9 - Nu 9,10 - Nu 9,11 - Nu 9,12 - Nu 9,13 - Nu 9,14 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
7kai eipan oi andres ekeinoi pros auton èmeis akathartoi epi psuchè anthrôpou mè oun usterèsômen prosenegkai to dôron kuriô kata kairon autou en mesô uiôn israèl  7 dixerunt eis inmundi sumus super animam hominis quare fraudamur ut non valeamus offerre oblationem Domino in tempore suo inter filios Israhel    7 En diezelve lieden zeiden tot hem: Wij zijn onrein over het dode lichaam eens mensen; waarom zouden wij verkort worden, dat wij de offerande des HEEREN op zijn gezetten tijd niet zouden offeren, in het midden van de kinderen Israëls?   [7] en zeiden: ‘Wij zijn door aanraking van een lijk van een mens onrein geworden. Waarom belet men ons om samen met de overige Israëlieten op de vastgestelde tijd de offergave aan de heer te brengen?’  [7] ‘Wij zijn onrein doordat we met een dode in aanraking zijn geweest,’ zeiden ze. ‘Moet dat echt een beletsel zijn om samen met de andere Israëlieten op de vastgestelde tijd ons offer aan de HEER te brengen?’     

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg :

Nu 9,8 - Nu 9,8 : Viering van het Paasfeest - Nu 9,1-14 -- bijbeloverzicht -- Nu (Numeri) -- Nu 9 -- bijbelverwijzingen -- Nu 9,1 - Nu 9,2 - Nu 9,3 - Nu 9,4 - Nu 9,5 - Nu 9,6 - Nu 9,7 - Nu 9,8 - Nu 9,9 - Nu 9,10 - Nu 9,11 - Nu 9,12 - Nu 9,13 - Nu 9,14 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
8kai eipen pros autous môusès stète autou kai akousomai ti enteleitai kurios peri umôn  8 quibus respondit Moses state ut consulam quid praecipiat Dominus de vobis     8 En Mozes zeide tot hen: Blijft staande, dat ik hoor, wat de HEERE u gebieden zal. [8] Mozes zei tegen hen: ‘Blijf hier wachten, dan ga ik horen wat de heer van u verwacht.’  [8] ‘Wacht hier,’ antwoordde Mozes, ‘dan ga ik vragen wat de HEER van u verlangt.’      

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg :

Nu 9,9 - Nu 9,9 : Viering van het Paasfeest - Nu 9,1-14 -- bijbeloverzicht -- Nu (Numeri) -- Nu 9 -- bijbelverwijzingen -- Nu 9,1 - Nu 9,2 - Nu 9,3 - Nu 9,4 - Nu 9,5 - Nu 9,6 - Nu 9,7 - Nu 9,8 - Nu 9,9 - Nu 9,10 - Nu 9,11 - Nu 9,12 - Nu 9,13 - Nu 9,14 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
9kai elalèsen kurios pros môusèn legôn  9 locutusque est Dominus ad Mosen dicens    9 Toen sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:
[9] De heer sprak tot Mozes:  
[9] Toen zei de HEER tegen Mozes:     

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg :

Nu 9,10 - Nu 9,10 : Viering van het Paasfeest - Nu 9,1-14 -- bijbeloverzicht -- Nu (Numeri) -- Nu 9 -- bijbelverwijzingen -- Nu 9,1 - Nu 9,2 - Nu 9,3 - Nu 9,4 - Nu 9,5 - Nu 9,6 - Nu 9,7 - Nu 9,8 - Nu 9,9 - Nu 9,10 - Nu 9,11 - Nu 9,12 - Nu 9,13 - Nu 9,14 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
10lalèson tois uiois israèl legôn anthrôpos anthrôpos os ean genètai akathartos epi psuchè anthrôpou è en odô makran umin è en tais geneais umôn kai poièsei to pascha kuriô  10 loquere filiis Israhel homo qui fuerit inmundus super anima sive in via procul in gente vestra faciat phase Domino    10 Spreek tot de kinderen Israëls, zeggende: Wanneer iemand onder u, of onder uw geslachten, over een dood lichaam onrein, of op een verren weg zal zijn, hij zal dan nog den HEERE het pascha houden.   [10] ‘Zeg tegen de Israëlieten: Wanneer iemand van u of uw nakomelingen door aanraking van een dode onrein is geworden of een verre reis maakt en toch voor de heer Pasen wil vieren,   [10] ‘Zeg tegen de Israëlieten: “Wanneer iemand van u of van uw nakomelingen onrein is doordat hij met een lijk in aanraking is geweest of wanneer iemand een verre reis maakt, en hij wil toch ter ere van de HEER het pesachoffer bereiden,     

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg :

Nu 9,11 - Nu 9,11 : Viering van het Paasfeest - Nu 9,1-14 -- bijbeloverzicht -- Nu (Numeri) -- Nu 9 -- bijbelverwijzingen -- Nu 9,1 - Nu 9,2 - Nu 9,3 - Nu 9,4 - Nu 9,5 - Nu 9,6 - Nu 9,7 - Nu 9,8 - Nu 9,9 - Nu 9,10 - Nu 9,11 - Nu 9,12 - Nu 9,13 - Nu 9,14 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
11en tô mèni tô deuterô en tè tessareskaidekatè èmera to pros esperan poièsousin auto ep' azumôn kai pikridôn fagontai auto  11 mense secundo quartadecima die mensis ad vesperam cum azymis et lactucis agrestibus comedent illud    11 In de tweede maand, op den veertienden dag, tussen de twee avonden, zullen zij dat houden; met ongezuurde broden en bittere saus zullen zij dat eten.   [11] dan moeten zij het vieren op de veertiende dag van de tweede maand, tegen de avond, en daarbij ongezuurde broden en bittere kruiden eten.  [11] dan moet hij dat doen in de tweede maand, op de veertiende dag, in de avondschemer. Hij moet er ongedesemd brood en bittere kruiden bij eten.      

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg :

Nu 9,12 - Nu 9,12 : Viering van het Paasfeest - Nu 9,1-14 -- bijbeloverzicht -- Nu (Numeri) -- Nu 9 -- bijbelverwijzingen -- Nu 9,1 - Nu 9,2 - Nu 9,3 - Nu 9,4 - Nu 9,5 - Nu 9,6 - Nu 9,7 - Nu 9,8 - Nu 9,9 - Nu 9,10 - Nu 9,11 - Nu 9,12 - Nu 9,13 - Nu 9,14 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12ou kataleipsousin ap' autou eis to prôi kai ostoun ou suntripsousin ap' autou kata ton nomon tou pascha poièsousin auto  12 non relinquent ex eo quippiam usque mane et os eius non confringent omnem ritum phase observabunt    12 Zij zullen daarvan niet overlaten tot den morgen, en zullen daaraan geen been breken; naar alle inzetting van het pascha zullen zij dat houden.   [12] Ze mogen daarvan niets overlaten tot de volgende ochtend en ze mogen er geen been van breken. De hele wet op de paasviering moeten zij in acht nemen.   [12] Er mag van het offerdier niets overblijven tot de volgende morgen, en de botten mogen niet gebroken worden. Alle voorschriften voor het pesachfeest moeten nauwkeurig in acht genomen worden.     

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg :

Nu 9,13 - Nu 9,13 : Viering van het Paasfeest - Nu 9,1-14 -- bijbeloverzicht -- Nu (Numeri) -- Nu 9 -- bijbelverwijzingen -- Nu 9,1 - Nu 9,2 - Nu 9,3 - Nu 9,4 - Nu 9,5 - Nu 9,6 - Nu 9,7 - Nu 9,8 - Nu 9,9 - Nu 9,10 - Nu 9,11 - Nu 9,12 - Nu 9,13 - Nu 9,14 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
13kai anthrôpos os ean katharos è kai en odô makra ouk estin kai usterèsè poièsai to pascha exolethreuthèsetai è psuchè ekeinè ek tou laou autès oti to dôron kuriô ou prosènegken kata ton kairon autou amartian autou lèmpsetai o anthrôpos ekeinos  13 si quis autem et mundus est et in itinere non fuit et tamen non fecit phase exterminabitur anima illa de populis suis quia sacrificium Domino non obtulit tempore suo peccatum suum ipse portabit    13 Als een man, die rein is, en op den weg niet is, en nalaten zal het pascha te houden, zo zal diezelve ziel uit haar volken uitgeroeid worden; want hij heeft de offerande des HEEREN op zijn gezetten tijd niet geofferd, diezelve man zal zijn zonde dragen.  [13] Als iemand nalaat om Pasen te vieren terwijl hij rein is, dan moet die man uit zijn volk verwijderd worden, omdat hij de offergave voor de heer niet op de vastgestelde dag gebracht heeft. Zo iemand moet de gevolgen van zijn zonde dragen.  [13] Maar wie rein is en niet op reis en desondanks nalaat het pesachoffer te bereiden, moet uit de gemeenschap gestoten worden omdat hij de HEER niet op de vastgestelde tijd zijn offer heeft gebracht. Zo iemand moet de gevolgen van zijn zonde dragen.     

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg :

Nu 9,14 - Nu 9,14 : Viering van het Paasfeest - Nu 9,1-14 -- bijbeloverzicht -- Nu (Numeri) -- Nu 9 -- bijbelverwijzingen -- Nu 9,1 - Nu 9,2 - Nu 9,3 - Nu 9,4 - Nu 9,5 - Nu 9,6 - Nu 9,7 - Nu 9,8 - Nu 9,9 - Nu 9,10 - Nu 9,11 - Nu 9,12 - Nu 9,13 - Nu 9,14 -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
14ean de proselthè pros umas prosèlutos en tè gè umôn kai poièsei to pascha kuriô kata ton nomon tou pascha kai kata tèn suntaxin autou poièsei auto nomos eis estai umin kai tô prosèlutô kai tô autochthoni tès gès  14 peregrinus quoque et advena si fuerit apud vos faciet phase Domini iuxta caerimonias et iustificationes eius praeceptum idem erit apud vos tam advenae quam indigenae     14 En wanneer een vreemdeling bij u als vreemdeling verkeert, en hij het pascha den HEERE ook houden zal, naar de inzetting van het pascha, en naar zijn wijze, alzo zal hij het houden; het zal enerlei inzetting voor ulieden zijn, beiden den vreemdeling en den inboorling des lands.  
[14] Vreemdelingen die bij u verblijven en voor de heer Pasen vieren, moeten eveneens de hele wet op de paasviering in acht nemen. Voor hen en voor de geboren Israëlieten gelden dezelfde bepalingen.’ 
[14] Wil een vreemdeling die bij u woont ter ere van de HEER een pesachoffer bereiden, dan moet hij dat doen met inachtneming van de voorschriften en regels die voor Pesach gelden. Voor vreemdelingen en voor geboren Israëlieten geldt een en dezelfde wet.”’     

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg :

Nu 9,15-23 : De wolk - Nu 9,15-23 -- Nu 9,15 - Nu 9,16 - Nu 9,17 - Nu 9,18 - Nu 9,19 - Nu 9,20 - Nu 9,21 - Nu 9,22 - Nu 9,23 -- bijbeloverzicht -- Nu (Numeri) -- Nu 9 -- bijbelverwijzingen -

Nu 9,15 - Nu 9,15 : De wolk . Nu 9,15-23 -- Nu 9,15 - Nu 9,16 - Nu 9,17 - Nu 9,18 - Nu 9,19 - Nu 9,20 - Nu 9,21 - Nu 9,22 - Nu 9,23 -- bijbeloverzicht -- Nu (Numeri) -- Nu 9 -- bijbelverwijzingen -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
15 kai tè èmera è estathè è skènè ekalupsen è nefelè tèn skènèn ton oikon tou marturiou kai to esperas èn epi tès skènès ôs eidos puros eôs prôi 15 igitur die qua erectum est tabernaculum operuit illud nubes a vespere autem super tentorium erat quasi species ignis usque mane  kissâh hè`ânân   15 En op den dag van het oprichten des tabernakels bedekte de wolk den tabernakel, op de tent der getuigenis; en in den avond was over den tabernakel als een gedaante des vuurs, tot aan den morgen. [15] Zodra de verblijfplaats was opgebouwd, overdekte de wolk de verblijfplaats, de tent met de verbondsakte. ’s Avonds leek zij er als vuur boven te hangen, en dat bleef tot de volgende ochtend.  [15] Op de dag waarop de tabernakel met de verbondstekst was opgebouwd, werd hij overdekt door een wolk. Die avond was de wolk als een lichtend vuur boven de tabernakel te zien, en dat bleef zo tot de volgende morgen.  15 ¶  Op de dag dat de woning werd opgericht is de wolk de woning gaan overdekken boven de tent met de overeenkomst; en in de avond is er boven de woning iets geweest dat eruitziet als vuur, tot ‘s morgens.  15. Le jour où l'on avait dressé la Demeure, la Nuée avait couvert la Demeure, la Tente du Rendez-vous. Du soir au matin, elle reposait sur la Demeure sous l'aspect d'un feu.  

King James Bible . [15] And on the day that the tabernacle was reared up the cloud covered the tabernacle, namely, the tent of the testimony: and at even there was upon the tabernacle as it were the appearance of fire, until the morning.
Luther-Bibel . 15 Und an dem Tage, da die Wohnung aufgerichtet wurde, bedeckte eine Wolke die Wohnung, die Hütte des Gesetzes, und vom Abend bis zum Morgen stand sie über der Wohnung wie ein feuriger Schein.

Tekstanalyse van Nu 9,15 .

  Tenach Pentateuch Vroege prof. 12 kl. prof. grote prof. hagiografen dt. -can.
               
               
piel perf. 3de p. enk.  kissâh   2 : (1) Nu 9,15 . (2) Nu 22,5 .     Hab 3,3  2 : (1) Js 29,10 . (2)  Ez 18,16 . 7 : (1) Ps 78,53 . (2) . (3) . (4) . (5) . (6) . (7) .    
               
totaal              

5. kissâh (hij overdekte) . Piel perfectum derde persoon mannelijk enkelvoud . k-s-h . In twaalf verzen in de bijbel . In twee verzen in de Pentateuch : (1) Nu 9,15 . (2) Nu 22,5 .
- kâsâh (bedekken) . Verwijzing : kâsâh (bedekken) , zie Nu 9,15 .
-- kissäthënî (hij heeft mij bedekt) . In één vers in de bijbel nl. Ps 44,10 .
-- wajëkhas (en hij bedekte) . Verwijzing : kâsâh (bedekken) , zie Nu 9,15 . Prefix verbindingswoord wë en werkwoordvorm piel imperfectum derde persoon mannelijk enkelvoud . In vijf verzen in de bijbel : (1) Ex 10,15 . (2) Ex 24,15 . (3) Ex 40,34 . (4) Nu 22,11 . (5) Jon 3,6 .
-- waththëkhas (en zij bedekte) . Piel prefix imperfectum derde persoon vrouwelijk enkelvoud . In zeven verzen in de bijbel .
- kaluptô (bedekken) .
-- ekalupsen (hij bedekte) . Actief aorist derde persoon enkelvoud . In drieëndertig verzen in de bijbel . Vertaling van verschillende vormen van het Hebreeuwse werkwoord kâsâh , al dan niet met een suffix persoonlijk voornaamwoord .

- kissâh hè`ânân (de wolk bedekte) komt slechts éénmaal in de bijbel voor nl. Nu 9,15 . Piel perfectum derde persoon mannelijk enkelvoud .
- wajëkhas hè`ânân (en de wolk bedekte) komt in twee verzen in de bijbel voor : (1) Ex 24,15 . (2) Ex 40,34 .
- wajëkhassehû hè`ânân (en de wolk bedekte) komt slechts in één vers in de bijbel voor :
- hè`ânân jëkhassènnû (de wolk bedekte hem - het tabernakel) . Piel imperfectum derde persoon mannelijk enkelvoud en suffix derde persoon mannelijk enkelvoud . Hapax .

--- -- wajëkhas hè`ânân (en de wolk bedekte) . In twee verzen in de bijbel : (1) Ex 24,15 (´èth hâhâr = de berg) . (2) Ex 40,34 (´èth ´ohèl mô`ed = de tent van de samenkomst) .
--- waththëkhas (en zij bedekte) . Piel prefix imperfectum derde persoon vrouwelijk enkelvoud . In zeven verzen in de bijbel .
- kaluptô (bedekken) .
--- ekalupsen (hij bedekte) . Actief aorist derde persoon enkelvoud . In drieëndertig verzen in de bijbel . Vertaling van verschillende vormen van het Hebreeuwse werkwoord kâsâh , al dan niet met een suffix persoonlijk voornaamwoord .

6. hè`ânân (de wolk) . Verwijzing : `ânân (wolk) , zie Ex 13,21 . Getalwaarde van `ânân (wolk) : ajin = 16 of 70 , nun = 14 of 50 ; totaal 44 (2 X 2 X 11) of 170 (10 X 17) ; 17 is de getalwaarde van kabhod (heerlijkheid) . Bepalend lidwoord en zelfstandig naamwoord mannelijk enkelvoud . In dertig verzen in de bijbel . In zesentwintig (26 is de getalwaarde van de naam JHWH) verzen in de Pentateuch : Gn (-) . Ex (13) . Nu (11) . Dt (2) . Niet in Gn . In dertien verzen in Ex . In Ex 13 komt het woord voor het eerst voor . In de vier (bovengenoemde) verzen van Ex : (1) Ex 13,22 . (2) Ex 14,19 . (3) Ex 33,9 . (4) Ex 33,10 . Verder : (1) Ex 14,20 . (2) Ex 19,9 . (3) Ex 24,15 : wajëkhas hè`ânân (en de wolk bedekte) . (4) Ex 24,16 . (5) Ex 24,18 . (6) Ex 40,34 : wajëkhas hè`ânân (en de wolk bedekte) . (7) Ex 40,35 . (8) Ex 40,36 . (9) Ex 40,37 . In elf verzen in Nu : (1) Nu 9,15 . (2) Nu 9,16 . (3) Nu 9,17 . (4) Nu 9,18 . (5) Nu 9,19 . (6) Nu 9,20 . (7) Nu 9,21 . (8) Nu 9,22 . (9) Nu 10,11 . (10) Nu 10,12 . (11) Nu 17,7 . In twee verzen in Dt : (1) Dt 5,22 . (2) Dt 31,15 .

10. hâ`eduth (het getuigenis) . In zevenentwintig verzen in de bijbel .

Nu 9,16 - Nu 9,16 : De wolk . Nu 9,15-23 -- Nu 9,15 - Nu 9,16 - Nu 9,17 - Nu 9,18 - Nu 9,19 - Nu 9,20 - Nu 9,21 - Nu 9,22 - Nu 9,23 -- bijbeloverzicht -- Nu (Numeri) -- Nu 9 -- bijbelverwijzingen -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
16outôs egineto dia pantos è nefelè ekalupten autèn èmeras kai eidos puros tèn nukta  16 sic fiebat iugiter per diem operiebat illud nubes et per noctem quasi species ignis    16 Alzo geschiedde het geduriglijk; de wolk bedekte denzelven, en des nachts was er een gedaante des vuurs.   [16] Zo bleef het steeds: overdag* overdekte de wolk de tent en ’s nachts vertoonde zij zich als vuur.   [16] Zo was het voortdurend: de wolk overdekte de tabernakel en was ’s nachts te zien als een vuur.   16 Zó was het altijd: de wolk overdekte haar,– en iets dat eruitziet als vuur des nachts.   16. Ainsi la nuée la couvrait en permanence, prenant l'aspect d'un feu jusqu'au matin.  


King James Bible . [16] So it was alway: the cloud covered it by day, and the appearance of fire by night.
Luther-Bibel . 16 So geschah es die ganze Zeit, dass die Wolke sie bedeckte und bei Nacht ein feuriger Schein.

Tekstuitleg :

4. hè`ânân (de wolk) . Verwijzing : `ânân (wolk) , zie Ex 13,21 . Getalwaarde van `ânân (wolk) : ajin = 16 of 70 , nun = 14 of 50 ; totaal 44 (2 X 2 X 11) of 170 (10 X 17) ; 17 is de getalwaarde van kabhod (heerlijkheid) . Bepalend lidwoord en zelfstandig naamwoord mannelijk enkelvoud . In dertig verzen in de bijbel . In zesentwintig (26 is de getalwaarde van de naam JHWH) verzen in de Pentateuch : Gn (-) . Ex (13) . Nu (11) . Dt (2) . Niet in Gn . In dertien verzen in Ex . In Ex 13 komt het woord voor het eerst voor . In de vier (bovengenoemde) verzen van Ex : (1) Ex 13,22 . (2) Ex 14,19 . (3) Ex 33,9 . (4) Ex 33,10 . Verder : (1) Ex 14,20 . (2) Ex 19,9 . (3) Ex 24,15 : wajëkhas hè`ânân (en de wolk bedekte) . (4) Ex 24,16 . (5) Ex 24,18 . (6) Ex 40,34 : wajëkhas hè`ânân (en de wolk bedekte) . (7) Ex 40,35 . (8) Ex 40,36 . (9) Ex 40,37 . In elf verzen in Nu : (1) Nu 9,15 . (2) Nu 9,16 . (3) Nu 9,17 . (4) Nu 9,18 . (5) Nu 9,19 . (6) Nu 9,20 . (7) Nu 9,21 . (8) Nu 9,22 . (9) Nu 10,11 . (10) Nu 10,12 . (11) Nu 17,7 . In twee verzen in Dt : (1) Dt 5,22 . (2) Dt 31,15 .

Nu 9,17 - Nu 9,17 : De wolk . Nu 9,15-23 -- Nu 9,15 - Nu 9,16 - Nu 9,17 - Nu 9,18 - Nu 9,19 - Nu 9,20 - Nu 9,21 - Nu 9,22 - Nu 9,23 -- bijbeloverzicht -- Nu (Numeri) -- Nu 9 -- bijbelverwijzingen -

Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
17kai ènika anebè è nefelè apo tès skènès kai meta tauta apèran oi uioi israèl kai en tô topô ou an estè è nefelè ekei parenebalon oi uioi israèl  17 cumque ablata fuisset nubes quae tabernaculum protegebat tunc proficiscebantur filii Israhel et in loco ubi stetisset nubes ibi castrametabantur     17 Maar nadat de wolk opgeheven werd van boven de tent, zo verreisden ook daarna de kinderen Israëls; en in de plaats, waar de wolk bleef, daar legerden zich de kinderen Israëls.   [17] Telkens als de wolk boven de tent omhoogging, braken de Israëlieten op, en waar de wolk dan neerdaalde sloegen zij hun kamp op.   [17] Telkens als de wolk zich van de tent verhief trokken de Israëlieten verder, en op de plaats waar de wolk stilhield sloegen ze hun kamp op.  17 En op last van het optrekken van de wolk van boven de tent,– dát achterna breken de zonen Israëls op; en op de plaats waar de wolk woning maakt, dáár legeren zij zich, de zonen Israëls.   17. Lorsque la Nuée s'élevait au-dessus de la Tente, alors les Israélites levaient le camp ; au lieu où la Nuée s'arrêtait, là campaient les Israélites.  

King James Bible . [17] And when the cloud was taken up from the tabernacle, then after that the children of Israel journeyed: and in the place where the cloud abode, there the children of Israel pitched their tents.
Luther-Bibel . 17 Sooft sich aber die Wolke von dem Zelt erhob, brachen die Israeliten auf; und wo die Wolke sich niederließ, da lagerten sich die Israeliten.

Tekstuitleg :

3. hè`ânân (de wolk) . Verwijzing : `ânân (wolk) , zie Ex 13,21 . Getalwaarde van `ânân (wolk) : ajin = 16 of 70 , nun = 14 of 50 ; totaal 44 (2 X 2 X 11) of 170 (10 X 17) ; 17 is de getalwaarde van kabhod (heerlijkheid) . Bepalend lidwoord en zelfstandig naamwoord mannelijk enkelvoud . In dertig verzen in de bijbel . In zesentwintig (26 is de getalwaarde van de naam JHWH) verzen in de Pentateuch : Gn (-) . Ex (13) . Nu (11) . Dt (2) . Niet in Gn . In dertien verzen in Ex . In Ex 13 komt het woord voor het eerst voor . In de vier (bovengenoemde) verzen van Ex : (1) Ex 13,22 . (2) Ex 14,19 . (3) Ex 33,9 . (4) Ex 33,10 . Verder : (1) Ex 14,20 . (2) Ex 19,9 . (3) Ex 24,15 : wajëkhas hè`ânân (en de wolk bedekte) . (4) Ex 24,16 . (5) Ex 24,18 . (6) Ex 40,34 : wajëkhas hè`ânân (en de wolk bedekte) . (7) Ex 40,35 . (8) Ex 40,36 . (9) Ex 40,37 . In elf verzen in Nu : (1) Nu 9,15 . (2) Nu 9,16 . (3) Nu 9,17 . (4) Nu 9,18 . (5) Nu 9,19 . (6) Nu 9,20 . (7) Nu 9,21 . (8) Nu 9,22 . (9) Nu 10,11 . (10) Nu 10,12 . (11) Nu 17,7 . In twee verzen in Dt : (1) Dt 5,22 . (2) Dt 31,15 .

15. hè`ânân (de wolk) . Verwijzing : `ânân (wolk) , zie Ex 13,21 . Getalwaarde van `ânân (wolk) : ajin = 16 of 70 , nun = 14 of 50 ; totaal 44 (2 X 2 X 11) of 170 (10 X 17) ; 17 is de getalwaarde van kabhod (heerlijkheid) . Bepalend lidwoord en zelfstandig naamwoord mannelijk enkelvoud . In dertig verzen in de bijbel . In zesentwintig (26 is de getalwaarde van de naam JHWH) verzen in de Pentateuch : Gn (-) . Ex (13) . Nu (11) . Dt (2) . Niet in Gn . In dertien verzen in Ex . In Ex 13 komt het woord voor het eerst voor . In de vier (bovengenoemde) verzen van Ex : (1) Ex 13,22 . (2) Ex 14,19 . (3) Ex 33,9 . (4) Ex 33,10 . Verder : (1) Ex 14,20 . (2) Ex 19,9 . (3) Ex 24,15 : wajëkhas hè`ânân (en de wolk bedekte) . (4) Ex 24,16 . (5) Ex 24,18 . (6) Ex 40,34 : wajëkhas hè`ânân (en de wolk bedekte) . (7) Ex 40,35 . (8) Ex 40,36 . (9) Ex 40,37 . In elf verzen in Nu : (1) Nu 9,15 . (2) Nu 9,16 . (3) Nu 9,17 . (4) Nu 9,18 . (5) Nu 9,19 . (6) Nu 9,20 . (7) Nu 9,21 . (8) Nu 9,22 . (9) Nu 10,11 . (10) Nu 10,12 . (11) Nu 17,7 . In twee verzen in Dt : (1) Dt 5,22 . (2) Dt 31,15 .

Nu 9,18 - Nu 9,18 : De wolk . Nu 9,15-23 -- Nu 9,15 - Nu 9,16 - Nu 9,17 - Nu 9,18 - Nu 9,19 - Nu 9,20 - Nu 9,21 - Nu 9,22 - Nu 9,23 -- bijbeloverzicht -- Nu (Numeri) -- Nu 9 -- bijbelverwijzingen -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
18dia prostagmatos kuriou parembalousin oi uioi israèl kai dia prostagmatos kuriou aparousin pasas tas èmeras en ais skiazei è nefelè epi tès skènès parembalousin oi uioi israèl  18 ad imperium Domini proficiscebantur et ad imperium illius figebant tabernaculum cunctis diebus quibus stabat nubes super tabernaculum manebant in eodem loco    18 Naar den mond des HEEREN, verreisden de kinderen Israëls, en naar des HEEREN mond legerden zij zich; al de dagen, in dewelke de wolk over den tabernakel bleef, legerden zij zich.  [18] Op aanwijzing van de heer zetten de Israëlieten zich in beweging en op het teken van de heer sloegen zij hun kamp op. Zolang de wolk boven de verblijfplaats rustte, bleven zij in hun kamp.  [18] Op bevel van de HEER trokken de Israëlieten verder, en op bevel van de HEER sloegen ze hun kamp op. Zolang de wolk op de tabernakel rustte, bleven ze op de plaats waar ze waren.  18 Op last van de ENE breken de zonen Israëls op en op last van de ENE legeren ze zich; al de dagen dat de wolk woning houdt boven de woning blijven ze gelegerd.  18. Les Israélites partaient sur l'ordre de Yahvé et sur son ordre ils campaient. Ils campaient aussi longtemps que la Nuée reposait sur la Demeure.  


King James Bible . [18] At the commandment of the LORD the children of Israel journeyed, and at the commandment of the LORD they pitched: as long as the cloud abode upon the tabernacle they rested in their tents.
Luther-Bibel . 18 Nach dem Wort des HERRN brachen sie auf, und nach seinem Wort lagerten sie sich. Solange die Wolke auf der Wohnung blieb, so lange lagerten sie.

Tekstuitleg :

15. hè`ânân (de wolk) . Verwijzing : `ânân (wolk) , zie Ex 13,21 . Getalwaarde van `ânân (wolk) : ajin = 16 of 70 , nun = 14 of 50 ; totaal 44 (2 X 2 X 11) of 170 (10 X 17) ; 17 is de getalwaarde van kabhod (heerlijkheid) . Bepalend lidwoord en zelfstandig naamwoord mannelijk enkelvoud . In dertig verzen in de bijbel . In zesentwintig (26 is de getalwaarde van de naam JHWH) verzen in de Pentateuch : Gn (-) . Ex (13) . Nu (11) . Dt (2) . Niet in Gn . In dertien verzen in Ex . In Ex 13 komt het woord voor het eerst voor . In de vier (bovengenoemde) verzen van Ex : (1) Ex 13,22 . (2) Ex 14,19 . (3) Ex 33,9 . (4) Ex 33,10 . Verder : (1) Ex 14,20 . (2) Ex 19,9 . (3) Ex 24,15 : wajëkhas hè`ânân (en de wolk bedekte) . (4) Ex 24,16 . (5) Ex 24,18 . (6) Ex 40,34 : wajëkhas hè`ânân (en de wolk bedekte) . (7) Ex 40,35 . (8) Ex 40,36 . (9) Ex 40,37 . In elf verzen in Nu : (1) Nu 9,15 . (2) Nu 9,16 . (3) Nu 9,17 . (4) Nu 9,18 . (5) Nu 9,19 . (6) Nu 9,20 . (7) Nu 9,21 . (8) Nu 9,22 . (9) Nu 10,11 . (10) Nu 10,12 . (11) Nu 17,7 . In twee verzen in Dt : (1) Dt 5,22 . (2) Dt 31,15 .

Nu 9,19 - Nu 9,19 : De wolk . Nu 9,15-23 -- Nu 9,15 - Nu 9,16 - Nu 9,17 - Nu 9,18 - Nu 9,19 - Nu 9,20 - Nu 9,21 - Nu 9,22 - Nu 9,23 -- bijbeloverzicht -- Nu (Numeri) -- Nu 9 -- bijbelverwijzingen -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
19kai otan efelkètai è nefelè epi tès skènès èmeras pleious kai fulaxontai oi uioi israèl tèn fulakèn tou theou kai ou mè exarôsin  19 et si evenisset ut multo tempore maneret super illud erant filii Israhel in excubiis Domini et non proficiscebantur    19 En als de wolk vele dagen over den tabernakel verbleef, zo namen de kinderen Israëls de wacht des HEEREN waar, en verreisden niet.   [19] Bleef de wolk lange tijd boven de verblijfplaats hangen, dan hielden de Israëlieten zich aan die aanwijzing van de heer; zij braken niet op.  [19] Bleef de wolk lange tijd boven de tabernakel hangen, dan braken de Israëlieten al die tijd niet op; ze hielden zich aan de aanwijzingen van de HEER.  19 Bleef de wolk láng boven de woning, gedurende véle dagen: dan waakten de zonen Israëls de wake voor de ENE, en braken niet op.  19. Si la Nuée restait de longs jours sur la Demeure, les Israélites rendaient leur culte à Yahvé et ne partaient pas. 

King James Bible . [19] And when the cloud tarried long upon the tabernacle many days, then the children of Israel kept the charge of the LORD, and journeyed not.
Luther-Bibel . 19 Und wenn die Wolke viele Tage stehen blieb über der Wohnung, so beachteten die Israeliten die Weisung des HERRN und zogen nicht weiter.

Tekstuitleg :

2. hè`ânân (de wolk) . Verwijzing : `ânân (wolk) , zie Ex 13,21 . Getalwaarde van `ânân (wolk) : ajin = 16 of 70 , nun = 14 of 50 ; totaal 44 (2 X 2 X 11) of 170 (10 X 17) ; 17 is de getalwaarde van kabhod (heerlijkheid) . Bepalend lidwoord en zelfstandig naamwoord mannelijk enkelvoud . In dertig verzen in de bijbel . In zesentwintig (26 is de getalwaarde van de naam JHWH) verzen in de Pentateuch : Gn (-) . Ex (13) . Nu (11) . Dt (2) . Niet in Gn . In dertien verzen in Ex . In Ex 13 komt het woord voor het eerst voor . In de vier (bovengenoemde) verzen van Ex : (1) Ex 13,22 . (2) Ex 14,19 . (3) Ex 33,9 . (4) Ex 33,10 . Verder : (1) Ex 14,20 . (2) Ex 19,9 . (3) Ex 24,15 : wajëkhas hè`ânân (en de wolk bedekte) . (4) Ex 24,16 . (5) Ex 24,18 . (6) Ex 40,34 : wajëkhas hè`ânân (en de wolk bedekte) . (7) Ex 40,35 . (8) Ex 40,36 . (9) Ex 40,37 . In elf verzen in Nu : (1) Nu 9,15 . (2) Nu 9,16 . (3) Nu 9,17 . (4) Nu 9,18 . (5) Nu 9,19 . (6) Nu 9,20 . (7) Nu 9,21 . (8) Nu 9,22 . (9) Nu 10,11 . (10) Nu 10,12 . (11) Nu 17,7 . In twee verzen in Dt : (1) Dt 5,22 . (2) Dt 31,15 .

Nu 9,20 - Nu 9,20 : De wolk . Nu 9,15-23 -- Nu 9,15 - Nu 9,16 - Nu 9,17 - Nu 9,18 - Nu 9,19 - Nu 9,20 - Nu 9,21 - Nu 9,22 - Nu 9,23 -- bijbeloverzicht -- Nu (Numeri) -- Nu 9 -- bijbelverwijzingen -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
20kai estai otan skepasè è nefelè èmeras arithmô epi tès skènès dia fônès kuriou parembalousin kai dia prostagmatos kuriou aparousin  20 quotquot diebus fuisset nubes super tabernaculum ad imperium Domini erigebant tentoria et ad imperium illius deponebant    20 Als het nu was, dat de wolk weinige dagen op den tabernakel was, naar den mond des HEEREN legerden zij zich, en naar den mond des HEEREN verreisden zij. [20] Bleef de wolk maar enkele dagen boven de verblijfplaats, dan hielden zij zich bij het opslaan of opbreken van hun kamp aan die aanwijzing van de heer.  [20] Soms bleef de wolk maar een paar dagen boven de tabernakel hangen. Ook dan sloegen ze hun kamp op wanneer de HEER daartoe bevel gaf en trokken ze weer verder wanneer de HEER het beval.   20 Doet het zich voor dat de wolk maar een áántal dagen boven de woning is: op last van de ENE legeren ze zich en op last van de ENE breken ze op.  20. Mais s'il arrivait que la Nuée restât peu de jours sur la Demeure, alors ils campaient sur l'ordre de Yahvé et partaient sur l'ordre de Yahvé.  

King James Bible . [20] And so it was, when the cloud was a few days upon the tabernacle; according to the commandment of the LORD they abode in their tents, and according to the commandment of the LORD they journeyed.
Luther-Bibel . 20 Und wenn die Wolke auf der Wohnung nur wenige Tage blieb, so lagerten sie sich nach dem Wort des HERRN und brachen auf nach dem Wort des HERRN.

Tekstuitleg :

4. hè`ânân (de wolk) . Verwijzing : `ânân (wolk) , zie Ex 13,21 . Getalwaarde van `ânân (wolk) : ajin = 16 of 70 , nun = 14 of 50 ; totaal 44 (2 X 2 X 11) of 170 (10 X 17) ; 17 is de getalwaarde van kabhod (heerlijkheid) . Bepalend lidwoord en zelfstandig naamwoord mannelijk enkelvoud . In dertig verzen in de bijbel . In zesentwintig (26 is de getalwaarde van de naam JHWH) verzen in de Pentateuch : Gn (-) . Ex (13) . Nu (11) . Dt (2) . Niet in Gn . In dertien verzen in Ex . In Ex 13 komt het woord voor het eerst voor . In de vier (bovengenoemde) verzen van Ex : (1) Ex 13,22 . (2) Ex 14,19 . (3) Ex 33,9 . (4) Ex 33,10 . Verder : (1) Ex 14,20 . (2) Ex 19,9 . (3) Ex 24,15 : wajëkhas hè`ânân (en de wolk bedekte) . (4) Ex 24,16 . (5) Ex 24,18 . (6) Ex 40,34 : wajëkhas hè`ânân (en de wolk bedekte) . (7) Ex 40,35 . (8) Ex 40,36 . (9) Ex 40,37 . In elf verzen in Nu : (1) Nu 9,15 . (2) Nu 9,16 . (3) Nu 9,17 . (4) Nu 9,18 . (5) Nu 9,19 . (6) Nu 9,20 . (7) Nu 9,21 . (8) Nu 9,22 . (9) Nu 10,11 . (10) Nu 10,12 . (11) Nu 17,7 . In twee verzen in Dt : (1) Dt 5,22 . (2) Dt 31,15 .

Nu 9,21 - Nu 9,21 : De wolk . Nu 9,15-23 -- Nu 9,15 - Nu 9,16 - Nu 9,17 - Nu 9,18 - Nu 9,19 - Nu 9,20 - Nu 9,21 - Nu 9,22 - Nu 9,23 -- bijbeloverzicht -- Nu (Numeri) -- Nu 9 -- bijbelverwijzingen -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
21kai estai otan genètai è nefelè af' esperas eôs prôi kai anabè è nefelè to prôi kai aparousin èmeras è nuktos  21 si fuisset nubes a vespere usque mane et statim diluculo tabernaculum reliquisset proficiscebantur et si post diem et noctem recessisset dissipabant tentoria     21 Maar was het, dat de wolk van den avond tot den morgen daar was, en de wolk in den morgen opgeheven werd, zo verreisden zij; of des daags, of des nachts, als de wolk opgeheven werd, zo verreisden zij.  [21] Bleef de wolk er alleen van de avond tot de ochtend, dan braken zij op zodra de wolk in de ochtend omhoogging. Of het overdag was of ’s nachts, zodra de wolk omhoogging, braken zij op;  [21] Soms ook bleef de wolk alleen van de avond tot de morgen. Als hij zich dan ’s morgens verhief, trokken ze verder. Zodra de wolk zich verhief, of dat nu overdag gebeurde of ’s nachts, trokken ze verder.  21 Doet het zich voor dat de wolk er slechts is van een avond tot een morgen en de wolk in de morgen opgetrokken is, dan breken ze op; of het nu overdag was of ‘s nachts: trok de wolk omhoog dan braken zij op.  21. S'il arrivait que la Nuée, après avoir reposé du soir au matin, s'élevât au matin, ils partaient alors. Ou bien, elle s'élevait après avoir séjourné un jour et une nuit, et ils partaient alors.  

King James Bible .[21] And so it was, when the cloud abode from even unto the morning, and that the cloud was taken up in the morning, then they journeyed: whether it was by day or by night that the cloud was taken up, they journeyed.
Luther-Bibel . 21 Wenn die Wolke da war vom Abend bis zum Morgen und sich dann erhob, so zogen sie weiter; oder wenn sie sich bei Tage oder bei Nacht erhob, so brachen sie auch auf.

Tekstuitleg :

4. hè`ânân (de wolk) . Verwijzing : `ânân (wolk) , zie Ex 13,21 . Getalwaarde van `ânân (wolk) : ajin = 16 of 70 , nun = 14 of 50 ; totaal 44 (2 X 2 X 11) of 170 (10 X 17) ; 17 is de getalwaarde van kabhod (heerlijkheid) . Bepalend lidwoord en zelfstandig naamwoord mannelijk enkelvoud . In dertig verzen in de bijbel . In zesentwintig (26 is de getalwaarde van de naam JHWH) verzen in de Pentateuch : Gn (-) . Ex (13) . Nu (11) . Dt (2) . Niet in Gn . In dertien verzen in Ex . In Ex 13 komt het woord voor het eerst voor . In de vier (bovengenoemde) verzen van Ex : (1) Ex 13,22 . (2) Ex 14,19 . (3) Ex 33,9 . (4) Ex 33,10 . Verder : (1) Ex 14,20 . (2) Ex 19,9 . (3) Ex 24,15 : wajëkhas hè`ânân (en de wolk bedekte) . (4) Ex 24,16 . (5) Ex 24,18 . (6) Ex 40,34 : wajëkhas hè`ânân (en de wolk bedekte) . (7) Ex 40,35 . (8) Ex 40,36 . (9) Ex 40,37 . In elf verzen in Nu : (1) Nu 9,15 . (2) Nu 9,16 . (3) Nu 9,17 . (4) Nu 9,18 . (5) Nu 9,19 . (6) Nu 9,20 . (7) Nu 9,21 . (8) Nu 9,22 . (9) Nu 10,11 . (10) Nu 10,12 . (11) Nu 17,7 . In twee verzen in Dt : (1) Dt 5,22 . (2) Dt 31,15 .

8. wëna`älèh (en laten we opgaan) : wë + werkwoordvorm qal cohortativus 1ste pers. mv. van het werkw. `âlâh (opgaan, opklimmen) . Taalgebruik in Tenach : `âlâh (opgaan, opklimmen) . Tenach : (1) Gn 35,3 . (2) Nu 9,21 . (3) Re 18,9 . (4) Js 2,3 . (5) Jr 6,4 . (6) Jr 6,5 . (7) Jr 31,6 . (8) Mi 4,2 .

9. hè`ânân (de wolk) . Verwijzing : `ânân (wolk) , zie Ex 13,21 . Getalwaarde van `ânân (wolk) : ajin = 16 of 70 , nun = 14 of 50 ; totaal 44 (2 X 2 X 11) of 170 (10 X 17) ; 17 is de getalwaarde van kabhod (heerlijkheid) . Bepalend lidwoord en zelfstandig naamwoord mannelijk enkelvoud . In dertig verzen in de bijbel . In zesentwintig (26 is de getalwaarde van de naam JHWH) verzen in de Pentateuch : Gn (-) . Ex (13) . Nu (11) . Dt (2) . Niet in Gn . In dertien verzen in Ex . In Ex 13 komt het woord voor het eerst voor . In de vier (bovengenoemde) verzen van Ex : (1) Ex 13,22 . (2) Ex 14,19 . (3) Ex 33,9 . (4) Ex 33,10 . Verder : (1) Ex 14,20 . (2) Ex 19,9 . (3) Ex 24,15 : wajëkhas hè`ânân (en de wolk bedekte) . (4) Ex 24,16 . (5) Ex 24,18 . (6) Ex 40,34 : wajëkhas hè`ânân (en de wolk bedekte) . (7) Ex 40,35 . (8) Ex 40,36 . (9) Ex 40,37 . In elf verzen in Nu : (1) Nu 9,15 . (2) Nu 9,16 . (3) Nu 9,17 . (4) Nu 9,18 . (5) Nu 9,19 . (6) Nu 9,20 . (7) Nu 9,21 . (8) Nu 9,22 . (9) Nu 10,11 . (10) Nu 10,12 . (11) Nu 17,7 . In twee verzen in Dt : (1) Dt 5,22 . (2) Dt 31,15 .

16. hè`ânân (de wolk) . Verwijzing : `ânân (wolk) , zie Ex 13,21 . Getalwaarde van `ânân (wolk) : ajin = 16 of 70 , nun = 14 of 50 ; totaal 44 (2 X 2 X 11) of 170 (10 X 17) ; 17 is de getalwaarde van kabhod (heerlijkheid) . Bepalend lidwoord en zelfstandig naamwoord mannelijk enkelvoud . In dertig verzen in de bijbel . In zesentwintig (26 is de getalwaarde van de naam JHWH) verzen in de Pentateuch : Gn (-) . Ex (13) . Nu (11) . Dt (2) . Niet in Gn . In dertien verzen in Ex . In Ex 13 komt het woord voor het eerst voor . In de vier (bovengenoemde) verzen van Ex : (1) Ex 13,22 . (2) Ex 14,19 . (3) Ex 33,9 . (4) Ex 33,10 . Verder : (1) Ex 14,20 . (2) Ex 19,9 . (3) Ex 24,15 : wajëkhas hè`ânân (en de wolk bedekte) . (4) Ex 24,16 . (5) Ex 24,18 . (6) Ex 40,34 : wajëkhas hè`ânân (en de wolk bedekte) . (7) Ex 40,35 . (8) Ex 40,36 . (9) Ex 40,37 . In elf verzen in Nu : (1) Nu 9,15 . (2) Nu 9,16 . (3) Nu 9,17 . (4) Nu 9,18 . (5) Nu 9,19 . (6) Nu 9,20 . (7) Nu 9,21 . (8) Nu 9,22 . (9) Nu 10,11 . (10) Nu 10,12 . (11) Nu 17,7 . In twee verzen in Dt : (1) Dt 5,22 . (2) Dt 31,15 .

Nu 9,22 - Nu 9,22 : De wolk . Nu 9,15-23 -- Nu 9,15 - Nu 9,16 - Nu 9,17 - Nu 9,18 - Nu 9,19 - Nu 9,20 - Nu 9,21 - Nu 9,22 - Nu 9,23 -- bijbeloverzicht -- Nu (Numeri) -- Nu 9 -- bijbelverwijzingen -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
22mènos èmeras pleonazousès tès nefelès skiazousès ep' autès parembalousin oi uioi israèl kai ou mè aparôsin 22 si biduo aut uno mense vel longiori tempore fuisset super tabernaculum manebant filii Israhel in eodem loco et non proficiscebantur statim autem ut recessisset movebant castra    22 Of als de wolk twee dagen, of een maand, of vele dagen vertoog op den tabernakel, blijvende daarop, zo legerden zich de kinderen Israëls, en verreisden niet; en als zij verheven werd, verreisden zij.  [22] of het twee dagen, een maand of nog langer duurde, zolang de wolk boven de verblijfplaats bleef hangen, bleven de Israëlieten in hun kamp en braken niet op. Wanneer de wolk omhoogging, braken zij op.  [22] Rustte de wolk langere tijd boven de tabernakel – een paar dagen of een maand of nog langer – dan bleven de Israëlieten al die tijd op de plaats waar ze waren; pas wanneer hij zich verhief trokken ze weer verder.   22 Of het nu een paar dagen is of een maand of veel méér dagen: blijft de wolk zo lang boven de woning om daarop woning te maken dan blijven de zonen Israëls gelegerd en breken ze niet op; maar wanneer hij opstijgt breken zij op.   22. Ou bien encore elle séjournait deux jours, un mois ou une année ; aussi longtemps que la Nuée reposait sur la Demeure, les Israélites campaient sur place, mais lorsqu'elle s'élevait ils partaient. 

King James Bible . [22] Or whether it were two days, or a month, or a year, that the cloud tarried upon the tabernacle, remaining thereon, the children of Israel abode in their tents, and journeyed not: but when it was taken up, they journeyed.
Luther-Bibel . 22 Wenn sie aber zwei Tage oder einen Monat oder noch länger auf der Wohnung blieb, so lagerten die Israeliten und zogen nicht weiter; und wenn sie sich dann erhob, so brachen sie auf.

Tekstuitleg :

8. hè`ânân (de wolk) . Verwijzing : `ânân (wolk) , zie Ex 13,21 . Getalwaarde van `ânân (wolk) : ajin = 16 of 70 , nun = 14 of 50 ; totaal 44 (2 X 2 X 11) of 170 (10 X 17) ; 17 is de getalwaarde van kabhod (heerlijkheid) . Bepalend lidwoord en zelfstandig naamwoord mannelijk enkelvoud . In dertig verzen in de bijbel . In zesentwintig (26 is de getalwaarde van de naam JHWH) verzen in de Pentateuch : Gn (-) . Ex (13) . Nu (11) . Dt (2) . Niet in Gn . In dertien verzen in Ex . In Ex 13 komt het woord voor het eerst voor . In de vier (bovengenoemde) verzen van Ex : (1) Ex 13,22 . (2) Ex 14,19 . (3) Ex 33,9 . (4) Ex 33,10 . Verder : (1) Ex 14,20 . (2) Ex 19,9 . (3) Ex 24,15 : wajëkhas hè`ânân (en de wolk bedekte) . (4) Ex 24,16 . (5) Ex 24,18 . (6) Ex 40,34 : wajëkhas hè`ânân (en de wolk bedekte) . (7) Ex 40,35 . (8) Ex 40,36 . (9) Ex 40,37 . In elf verzen in Nu : (1) Nu 9,15 . (2) Nu 9,16 . (3) Nu 9,17 . (4) Nu 9,18 . (5) Nu 9,19 . (6) Nu 9,20 . (7) Nu 9,21 . (8) Nu 9,22 . (9) Nu 10,11 . (10) Nu 10,12 . (11) Nu 17,7 . In twee verzen in Dt : (1) Dt 5,22 . (2) Dt 31,15 .

Nu 9,23 - Nu 9,23 : De wolk . Nu 9,15-23 -- Nu 9,15 - Nu 9,16 - Nu 9,17 - Nu 9,18 - Nu 9,19 - Nu 9,20 - Nu 9,21 - Nu 9,22 - Nu 9,23 -- bijbeloverzicht -- Nu (Numeri) -- Nu 9 -- bijbelverwijzingen -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
23oti dia prostagmatos kuriou aparousin tèn fulakèn kuriou efulaxanto dia prostagmatos kuriou en cheiri môusè   23 per verbum Domini figebant tentoria et per verbum illius proficiscebantur erantque in excubiis Domini iuxta imperium eius per manum Mosi       23 Naar den mond des HEEREN legerden zij zich, en naar den mond des HEEREN verreisden zij; zij namen de wacht des HEEREN waar, naar den mond des HEEREN, door de hand van   [23] Op de aanwijzing van de heer sloegen zij hun kamp op en op de aanwijzing van de heer zetten zij zich in beweging. Zij hielden zich aan de aanwijzingen die de heer hun door Mozes gegeven had.  [23] Op bevel van de HEER sloegen ze hun kamp op, en op bevel van de HEER trokken ze verder. Ze hielden zich aan de aanwijzingen van de HEER, die de HEER hun bij monde van Mozes gegeven had.  23 Op last van de ENE legeren ze zich, op last van de ENE breken ze op; in de wake voor de ENE hebben ze gewaakt op last van de ENE, door de hand van Mozes. •   23. Sur l'ordre de Yahvé ils campaient, et sur l'ordre de Yahvé ils partaient. Ils rendaient leur culte à Yahvé, suivant les ordres de Yahvé transmis par Moïse.  

[23] At the commandment of the LORD they rested in the tents, and at the commandment of the LORD they journeyed: they kept the charge of the LORD, at the commandment of the LORD by the hand of Moses.
23 Denn nach des HERRN Befehl lagerten sie sich, und nach des HERRN Befehl brachen sie auf und beachteten so die Weisung des HERRN, wie er sie durch Mose geboten hatte.

Tekstuitleg :


Naardense vertaling

1 ¶ Dan spreekt de ENE tot Mozes  in de woestijn Sinaï, in het tweede jaar sinds hun uittocht uit het land Egypte, in de eerste maand, en zegt: 2  laten de zonen Israëls het paasoffer klaarmaken op de daarvoor overeengekomen tijd; 3  op de veertiende dag in deze maand, in de avonduren, zult ge het klaarmaken, op zijn overeengekomen tijd; naar al zijn inzettingen en regels zult ge het klaarmaken. 4  Dan spreekt Mozes de zonen Israëls toe opdat zij het paasoffer klaarmaken. 5  Zij maken het paasoffer klaar in de eerste maand, op de veertiende dag na nieuwemaan in de avonduren in de woestijn Sinaï; naar al wat de ENE Mozes heeft geboden, zó hebben de zonen Israëls het klaargemaakt. 6 Dan geschiedt het: enkele mannen die ‘besmetten’ zijn geworden door aanraking van een gestorven mensenziel, kunnen niet het paasoffer klaarmaken op precies díe dag; ze naderen tot het aanschijn van Mozes en tot het aanschijn van Aäron,– op die dag. 7  Dan zeggen die mannen tot hem: wij zijn ‘besmetten’, door aanraking van een gestorven mensenziel: waarom wordt ons belet om de toenaderingsgave voor de ENE te doen naderen op de tijd die ervoor overeengekomen is te midden van Israëls zonen? 8 Mozes zegt tot hen: blijft hier staan, ik zal horen wat de ENE voor u zal gebieden. • 9 Dan spreekt de ENE tot Mozes en zegt: 10  spreek tot de zonen Israëls en zeg: stel, de een of andere man wordt een besmette door aanraking van een dode ziel of hij is op een verre reis,– bij u of bij uw komende generaties: klaarmaken zal hij evengoed een paasoffer voor de ENE; 11 in de twééde maand –op de veertiende dag in de avonduren– zullen ze het klaarmaken; matses en bitterheden zullen ze er ook bij eten. 12 Niets mogen ze ervan overlaten tot ‘s morgens en geen been mogen ze eraan breken: naar heel de inzetting voor het paasoffer zullen ze het klaarmaken. 13 Maar de man die réin was en niet op reis is geweest maar heeft nagelaten het paasoffer klaar te maken,– weggesneden worde die ziel uit haar medemensen; want de toenaderingsgave voor de ENE heeft hij niet doen naderen op de daarvoor overeengekomen tijd,– zijn zonde krijgt die man te drágen! 14 En stel, er is bij u een zwerver te gast, en klaarmaken gaat hij een paasoffer voor de ENE, naar de inzetting van het paasoffer en naar de regel daarvoor, zó zal hij het klaarmaken; éénzelfde inzetting zal er voor u wezen,– voor de zwerver–te–gast en voor de eigengeborene van het land! • 15 ¶  Op de dag dat de woning werd opgericht is de wolk de woning gaan overdekken boven de tent met de overeenkomst; en in de avond is er boven de woning iets geweest dat eruitziet als vuur, tot ‘s morgens. 16 Zó was het altijd: de wolk overdekte haar,– en iets dat eruitziet als vuur des nachts. 17 En op last van het optrekken van de wolk van boven de tent,– dát achterna breken de zonen Israëls op; en op de plaats waar de wolk woning maakt, dáár legeren zij zich, de zonen Israëls. 18 Op last van de ENE breken de zonen Israëls op en op last van de ENE legeren ze zich; al de dagen dat de wolk woning houdt boven de woning blijven ze gelegerd. 19 Bleef de wolk láng boven de woning, gedurende véle dagen: dan waakten de zonen Israëls de wake voor de ENE, en braken niet op. 20 Doet het zich voor dat de wolk maar een áántal dagen boven de woning is: op last van de ENE legeren ze zich en op last van de ENE breken ze op. 21 Doet het zich voor dat de wolk er slechts is van een avond tot een morgen en de wolk in de morgen opgetrokken is, dan breken ze op; of het nu overdag was of ‘s nachts: trok de wolk omhoog dan braken zij op. 22 Of het nu een paar dagen is of een maand of veel méér dagen: blijft de wolk zo lang boven de woning om daarop woning te maken dan blijven de zonen Israëls gelegerd en breken ze niet op; maar wanneer hij opstijgt breken zij op. 23 Op last van de ENE legeren ze zich, op last van de ENE breken ze op; in de wake voor de ENE hebben ze gewaakt op last van de ENE, door de hand van Mozes. •


Bible de Jérusalem

1. Yahvé parla à Moïse, dans le désert du Sinaï, la seconde année après la sortie d'Égypte, au premier mois, et il dit : 2. « Que les Israélites célèbrent la Pâque au temps fixé. 3. C'est le quatorzième jour de ce mois, au crépuscule, que vous la célébrerez au temps fixé. Vous la célébrerez selon toutes les lois et coutumes qui la concernent. » 4. Moïse dit aux Israélites de célébrer la Pâque. 5. Ils la célébrèrent, dans le désert du Sinaï, au premier mois, le quatorzième jour du mois, au crépuscule. Les Israélites firent tout ce que Yahvé avait ordonné à Moïse. 6. Or, il se trouva des hommes qui avaient contracté une impureté du fait d'un mort ; ils ne purent célébrer la Pâque ce jour-là. Ils vinrent le même jour trouver Moïse et Aaron 7. et leur dirent : « Nous avons contracté une impureté du fait d'un mort. Pourquoi serions-nous exclus, et privés d'apporter l'offrande de Yahvé au temps fixé, au milieu des Israélites ? » 8. Moïse leur répondit : « Tenez-vous là, que j'entende ce que Yahvé ordonne pour vous. » 9. Yahvé parla à Moïse et dit : 10. « Parle aux Israélites et dis-leur :Si quelqu'un, parmi vous ou vos descendants, se trouve impur, du fait d'un mort, ou est en voyage au loin, il célébrera une Pâque pour Yahvé. 11. C'est au second mois, le quatorzième jour, au crépuscule, qu'ils la célébreront. Ils la mangeront avec des azymes et des herbes amères ; 12. rien n'en devra rester au matin, ils n'en briseront aucun os. C'est selon tout le rituel de la Pâque qu'ils la célébreront. 13. Mais celui qui se trouve pur ou qui n'a pas eu à voyager, celui-là sera retranché de sa race s'il omet de célébrer la Pâque. Il n'a pas apporté l'offrande de Yahvé au temps fixé, il portera le poids de son péché. 14. Si quelque étranger réside parmi vous et célèbre une Pâque pour Yahvé, c'est selon le rituel et les coutumes de la Pâque qu'il la célébrera. Il n'y aura chez vous qu'une loi, pour l'étranger comme pour le citoyen. 15. Le jour où l'on avait dressé la Demeure, la Nuée avait couvert la Demeure, la Tente du Rendez-vous. Du soir au matin, elle reposait sur la Demeure sous l'aspect d'un feu. 16. Ainsi la nuée la couvrait en permanence, prenant l'aspect d'un feu jusqu'au matin. 17. Lorsque la Nuée s'élevait au-dessus de la Tente, alors les Israélites levaient le camp ; au lieu où la Nuée s'arrêtait, là campaient les Israélites. 18. Les Israélites partaient sur l'ordre de Yahvé et sur son ordre ils campaient. Ils campaient aussi longtemps que la Nuée reposait sur la Demeure. 19. Si la Nuée restait de longs jours sur la Demeure, les Israélites rendaient leur culte à Yahvé et ne partaient pas. 20. Mais s'il arrivait que la Nuée restât peu de jours sur la Demeure, alors ils campaient sur l'ordre de Yahvé et partaient sur l'ordre de Yahvé. 21. S'il arrivait que la Nuée, après avoir reposé du soir au matin, s'élevât au matin, ils partaient alors. Ou bien, elle s'élevait après avoir séjourné un jour et une nuit, et ils partaient alors. 22. Ou bien encore elle séjournait deux jours, un mois ou une année ; aussi longtemps que la Nuée reposait sur la Demeure, les Israélites campaient sur place, mais lorsqu'elle s'élevait ils partaient. 23. Sur l'ordre de Yahvé ils campaient, et sur l'ordre de Yahvé ils partaient. Ils rendaient leur culte à Yahvé, suivant les ordres de Yahvé transmis par Moïse.



King James Bible

[1] And the LORD spake unto Moses in the wilderness of Sinai, in the first month of the second year after they were come out of the land of Egypt, saying, [2] Let the children of Israel also keep the passover at his appointed season. [3] In the fourteenth day of this month, at even, ye shall keep it in his appointed season: according to all the rites of it, and according to all the ceremonies thereof, shall ye keep it. [4] And Moses spake unto the children of Israel, that they should keep the passover. [5] And they kept the passover on the fourteenth day of the first month at even in the wilderness of Sinai: according to all that the LORD commanded Moses, so did the children of Israel. [6] And there were certain men, who were defiled by the dead body of a man, that they could not keep the passover on that day: and they came before Moses and before Aaron on that day: [7] And those men said unto him, We are defiled by the dead body of a man: wherefore are we kept back, that we may not offer an offering of the LORD in his appointed season among the children of Israel? [8] And Moses said unto them, Stand still, and I will hear what the LORD will command concerning you. [9] And the LORD spake unto Moses, saying, [10] Speak unto the children of Israel, saying, If any man of you or of your posterity shall be unclean by reason of a dead body, or be in a journey afar off, yet he shall keep the passover unto the LORD. [11] The fourteenth day of the second month at even they shall keep it, and eat it with unleavened bread and bitter herbs. [12] They shall leave none of it unto the morning, nor break any bone of it: according to all the ordinances of the passover they shall keep it. [13] But the man that is clean, and is not in a journey, and forbeareth to keep the passover, even the same soul shall be cut off from among his people: because he brought not the offering of the LORD in his appointed season, that man shall bear his sin. [14] And if a stranger shall sojourn among you, and will keep the passover unto the LORD; according to the ordinance of the passover, and according to the manner thereof, so shall he do: ye shall have one ordinance, both for the stranger, and for him that was born in the land. [15] And on the day that the tabernacle was reared up the cloud covered the tabernacle, namely, the tent of the testimony: and at even there was upon the tabernacle as it were the appearance of fire, until the morning. [16] So it was alway: the cloud covered it by day, and the appearance of fire by night. [17] And when the cloud was taken up from the tabernacle, then after that the children of Israel journeyed: and in the place where the cloud abode, there the children of Israel pitched their tents. [18] At the commandment of the LORD the children of Israel journeyed, and at the commandment of the LORD they pitched: as long as the cloud abode upon the tabernacle they rested in their tents. [19] And when the cloud tarried long upon the tabernacle many days, then the children of Israel kept the charge of the LORD, and journeyed not. [20] And so it was, when the cloud was a few days upon the tabernacle; according to the commandment of the LORD they abode in their tents, and according to the commandment of the LORD they journeyed. [21] And so it was, when the cloud abode from even unto the morning, and that the cloud was taken up in the morning, then they journeyed: whether it was by day or by night that the cloud was taken up, they journeyed. [22] Or whether it were two days, or a month, or a year, that the cloud tarried upon the tabernacle, remaining thereon, the children of Israel abode in their tents, and journeyed not: but when it was taken up, they journeyed. [23] At the commandment of the LORD they rested in the tents, and at the commandment of the LORD they journeyed: they kept the charge of the LORD, at the commandment of the LORD by the hand of Moses.


Luther-Bibel

Vorschriften für die Passafeier
1 Und der HERR redete mit Mose in der Wüste Sinai im zweiten Jahr, nachdem sie aus Ägyptenland gezogen waren, im ersten Monat und sprach: 2 Lass die Israeliten Passa halten zur festgesetzten Zeit; 3 am vierzehnten Tage dieses Monats gegen Abend zur festgesetzten Zeit sollt ihr es halten nach all seinen Satzungen und Ordnungen. 4 Und Mose redete mit den Israeliten, dass sie das Passa hielten. 5 Und sie hielten Passa am vierzehnten Tage des ersten Monats gegen Abend in der Wüste Sinai; ganz wie der HERR es Mose geboten hatte, so taten die Israeliten. 6 Da waren einige Männer unrein geworden an einem toten Menschen, sodass sie nicht Passa halten konnten an diesem Tage. Die traten vor Mose und Aaron am gleichen Tage 7 und sprachen zu ihm: Wir sind unrein geworden an einem toten Menschen. Warum sollen wir zurückstehen, dass wir unsere Gabe dem HERRN nicht bringen dürfen zur festgesetzten Zeit mit den Israeliten? 8 Mose sprach zu ihnen: Wartet, ich will hören, was euch der HERR gebietet. 9 Und der HERR redete mit Mose und sprach: 10 Sage den Israeliten: Wenn jemand unter euch oder unter euren Nachkommen unrein geworden ist an einem Toten oder auf einer weiten Reise ist, so soll er dennoch dem HERRN Passa halten, 11 aber erst im zweiten Monat am vierzehnten Tage gegen Abend, und soll es mit ungesäuertem Brot und bitteren Kräutern essen. 12 Und sie sollen nichts davon übrig lassen bis zum Morgen, auch keinen Knochen davon zerbrechen und sollen's ganz nach der Ordnung des Passa halten. 13 Wer aber rein ist und wer nicht auf einer Reise ist und unterlässt es, das Passa zu halten, der soll ausgerottet werden aus seinem Volk, weil er seine Gabe nicht zur festgesetzten Zeit dem HERRN gebracht hat. Er soll seine Sünde tragen. 14 Und wenn ein Fremdling bei euch wohnt und auch dem HERRN Passa halten will, so soll er's halten nach der Satzung und der Ordnung des Passa. Einerlei Satzung soll bei euch sein für den Fremdling wie für den Einheimischen.

Die Wolken- und Feuersäule über der Stiftshütte
15 Und an dem Tage, da die Wohnung aufgerichtet wurde, bedeckte eine Wolke die Wohnung, die Hütte des Gesetzes, und vom Abend bis zum Morgen stand sie über der Wohnung wie ein feuriger Schein. 16 So geschah es die ganze Zeit, dass die Wolke sie bedeckte und bei Nacht ein feuriger Schein. 17 Sooft sich aber die Wolke von dem Zelt erhob, brachen die Israeliten auf; und wo die Wolke sich niederließ, da lagerten sich die Israeliten. 18 Nach dem Wort des HERRN brachen sie auf, und nach seinem Wort lagerten sie sich. Solange die Wolke auf der Wohnung blieb, so lange lagerten sie. 19 Und wenn die Wolke viele Tage stehen blieb über der Wohnung, so beachteten die Israeliten die Weisung des HERRN und zogen nicht weiter. 20 Und wenn die Wolke auf der Wohnung nur wenige Tage blieb, so lagerten sie sich nach dem Wort des HERRN und brachen auf nach dem Wort des HERRN. 21 Wenn die Wolke da war vom Abend bis zum Morgen und sich dann erhob, so zogen sie weiter; oder wenn sie sich bei Tage oder bei Nacht erhob, so brachen sie auch auf. 22 Wenn sie aber zwei Tage oder einen Monat oder noch länger auf der Wohnung blieb, so lagerten die Israeliten und zogen nicht weiter; und wenn sie sich dann erhob, so brachen sie auf. 23 Denn nach des HERRN Befehl lagerten sie sich, und nach des HERRN Befehl brachen sie auf und beachteten so die Weisung des HERRN, wie er sie durch Mose geboten hatte.


TAALGEBRUIK


COMMENTAAR