PSALM 111 - Ps 111 -
- bijbeloverzicht
-- taalgebruik
-- Ps (Psalmen
) -- Ps 111
-
Deze websitepagina is een onderdeel van de website van Arseen De Kesel : http://www.interlevensbeschouwelijk.be/index.html -
Overzicht van de Psalmen: - Ps
1 - Ps 2
- Ps 3 - Ps
4 - Ps 5
- Ps 6 - Ps
7 - Ps 8
- Ps 9 - Ps
10 - Ps 11
- Ps 12 - Ps
13 - Ps 14
- Ps 15 - Ps
16 - Ps 17
- Ps 18 - Ps
19 - Ps 20
- Ps 21 - Ps
22 - Ps 23
- Ps 24 - Ps
25 - Ps 26
- Ps 27 - Ps
28 - Ps 29
- Ps 30 - Ps
31 - Ps 32
- Ps 33 - Ps
34 - Ps 35
- Ps 36 - Ps
37 - Ps 38
- Ps 39 - Ps
40 - Ps 41
- Ps 42 - Ps
43 - Ps 44
- Ps 45 - Ps
46 - Ps 47
- Ps 48 - Ps
49 - Ps 50
- Ps 51 - Ps
52 - Ps 53
- Ps 54 - Ps
55 - Ps 56
- Ps 57 - Ps
58 - Ps 59
- Ps 60 - Ps
61 - Ps 62
- Ps 63 - Ps
64 - Ps 65
- Ps 66 - Ps
67 - Ps 68
- Ps 69 - Ps
70 - Ps 71
- Ps 72 - Ps
73 - Ps 74
- Ps 75 - Ps
76 - Ps 77
- Ps 78 - Ps
79 - Ps 80
- Ps 81 - Ps
82 - Ps 83
- Ps 84 - Ps
85 - Ps 86
- Ps 87 - Ps
88 - Ps 89
- Ps 90 - Ps
91 - Ps 92
- Ps 93 - Ps
94 - Ps 95
- Ps 96 - Ps
97 - Ps 98
- Ps 99 - Ps
100 - Ps 101
- Ps 102
- Ps 103 - Ps
104 - Ps 105
- Ps 106
- Ps 107 - Ps
108 - Ps 109
- Ps 110 - Ps
111 - Ps 112
- Ps 113
- Ps 114 - Ps
115 - Ps 116
- Ps 117
- Ps 118 - Ps
119 - Ps 120
- Ps 121
- Ps 122 - Ps
123 - Ps 124
- Ps 125
- Ps 126 - Ps
127 - Ps 128
- Ps 129
- Ps 130 - Ps
131 - Ps 132
- Ps 133
- Ps 134 - Ps
135 - Ps 136
- Ps 137
- Ps 138 - Ps
139 - Ps 140
- Ps 141
- Ps 142 - Ps
143 - Ps 144
- Ps 145
- Ps 146 - Ps
147 - Ps 148
- Ps 149
- Ps 150 -
Uitleg vers per vers: - Ps
111,1 - Ps
111,2 - Ps
111,3 - Ps
111,4 - Ps
111,5 - Ps
111,6 - Ps
111,7 - Ps
111,8 - Ps
111,9 - Ps
111,10 -
Woordenschat
- ´aleph
(alef), zie Ps
111,10.
- ´ânaph
(toornig zijn, zich vertoornen), zie Ps
111,5.
- chânan
(genadig zijn, zich over iemand ontfermen), zie Ps
111,5.
- chèsèd
(liefde, gunst, genade, barmhartigheid), zie Ps
111,5.
- châkhmâh
(wijsheid), zie Ps
111,10.
- ´èmeth
(waarheid, trouw), zie Ps
111,5.
- jâdah
(loven, prijzen), zie Ps
111,1.
- jâr´â
(vrezen, eerbied hebben), zie Ps
111,10.
- natan
(geven), zie Ps
111,6.
- pâdâh
(verlossen, redden, vrijkopen), zie Ps
111,9.
- pèl´è
(wonderbaar, wonderlijk), zie Ps
111,1.
- râcham
(beminnen, zich ontfermen), zie Ps
111,5.
- sofia
(wijsheid), zie Ps
111,10.
- tsèdèq
(rechtvaardig), zie Ps
111,5.
ALGEMEEN OVERZICHT
- bijbeloverzicht, taalgebruik
- A -
B - C
- D -
E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X
-Y -
Z -,
Latijnse tekst volgens de Hebreeuwse tekst.
1 aleph beatus vir qui timet Dominum beth in mandatis eius volet nimis 2 gimel potens in terra erit semen eius deleth generatio iustorum benedicetur 3 he substantia et divitiae in domo eius vav et iustitia eius perseverans semper 4 zai ortum est in tenebris lumen iustis heth clemens et misericors et iustus 5 teth bonus vir clemens et fenerans ioth dispensabit verba sua in iudicio 6 caph quia in aeternum non commovebitur 7 lameth in memoria sempiterna erit iustus mem ab auditu malo non timebit nun paratum cor eius confidens in Domino 8 samech firmum cor eius non timebit ain donec aspiciat hostibus suis 9 phe dispersit dedit pauperibus sade iustitia eius permanet in aeternum coph cornu eius exaltabitur in gloria 10 res impius videbit et irascetur sen dentibus suis frendet et tabescet thau desiderium impiorum peribit
Ps 111 behoort
tot de acht Psalmen met een alfabetisch acrostichon: (1) Ps
9. (2) Ps 25. (3) Ps 34.
(4) Ps 37. (5)
Ps 111. (6)
Ps 112. (7)
Ps 119. (8)
Ps 145.
Ps 111 telt
tweeënzeventig woorden (zonder titel) (2³ X 3²) of drieënzeventig
woorden (met titel).
Ps 111 is ingedeeld
in tien verzen ; in de eerste acht verzen zijn per vers twee letters van het
alfabet, in de twee laatste verzen per vers drie letters van het alfabet.
Ps 111,1 - Ps 111,1 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Ps (Psalmen ) -- Ps 111 -- Ps 111,1 - Ps 111,2 - Ps 111,3 - Ps 111,4 - Ps 111,5 - Ps 111,6 - Ps 111,7 - Ps 111,8 - Ps 111,9 - Ps 111,10 -- Eeuwig blijft zijn verbond - | ||||||||||||||||
|
King James Bible. [1] Praise ye the LORD. I will praise the LORD with my whole
heart, in the assembly of the upright, and in the congregation.
Luther-Bibel. 1 Halleluja! Ich danke dem HERRN von ganzem Herzen im Rate der
Frommen und in der Gemeinde.
Tekstuitleg van Ps 111,1 . Ps 111,1a telt vier woorden, negen lettergrepen en veertien letters. Het begin van Ps 9,2a is op één letter na identiek. De eerste letter van het eerste halfvers is een aleph, de laatste letter van het eerste halfvers is een beth, de tweede letter van het alfabet.
1. אוֹדֶה (= ´ôdèh: ik
zal lofzingen, ik loof; wkw act hifil imperf 1ste pers enk van het wkw יָדָה = jâdah: loven, prijzen). Taalgebruik
in Tenach: jâdah
(loven, prijzen). Getalswaarde: jod = 10, daleth = 4, he = 5; totaal
19. Tenakh (9). Ps (7): (1) Ps
7,18. (2) Ps 9,2. (3) Ps
32,5. (4) Ps
54,8. (5) Ps
109,30. (6) Ps
111,1. (7) Ps
118,19. Rest: Gn
29,35 en Js
25,1.
Ps 111,1
begint met een woord met de gutturale aleph en daleth, de laatste letters van
de Psalm zijn de gutturale ayin en daleth: ´ôdèh (ik zal
lofzingen) en lâ`ad (voor altijd) ; samen genomen: ik zal lofzingen...
voor altijd. De getalswaarde van het eerste woord is 16, de getalswaarde van
het laatste woord is 32 of 2 X 16. Ook de betekenis van het eerste deelvers
van Ps 111,1
en het laatste deelvers van Ps
111,10 omsluiten de Psalm: ik zal JHWH lofzingen... de lofzang voor hem
duurt voor altijd ; het eerste deelvers begint met de eerste letter, de aleph
; het laatste deelvers eindigt met de laatste letter, de taw. Het laatste
woord lâ`ad (voor altijd) is een mooi einde voor de Psalm.
De aleph als prefix bij een werkwoord duidt het initiatief van de 1ste persoon
aan. JHWH begint met jod ; de getalswaarde van de letter jod is 10, in het
verlengde van 1. JWHW wordt lof gezongen. Dat is het begin van alles. Dat
10 in het verlengde van 1 ligt, blijkt uit Ps
111,10: re´sjîth châkhëmâh (chokma) = begin
van wijsheid. De getalswaarde ervan is 111, de getalswaarde van het woord aleph.
Ps
111,1.1. - 2. אוֹדֶה יְהוָה (= ´ôdèh JHWH: ik zal JHWH loven).
Tenakh (4):
(1) Ps
7,18: אוֹדֶה יְהוָה (= ´ôdèh JHWH: ik zal JHWH loven; in het laatste vers van de Psalm).
(2) Ps
9,2: אוֹדֶה יְהוָה, בְּכָל-לִבִּי (= ´ôdèh JHWH bekhôl libbî: ik loof JHWH met heel
mijn hart; in het eerste vers van de alfabetische Psalm).
(3) Ps
109,30: אוֹדֶה יְהוָה (= ´ôdèh JHWH: ik zal JHWH loven; in het voorlaatste vers van de Psalm).
(4) Ps
111,1: הַלְלוּ-יָהּ:
אוֹדֶה יְהוָה, בְּכָל-לֵבָב (= halelû jâh ´ôdèh JHWH bekhôl libbî: Alleluia, ik zal JHWH
loven met heel
mijn hart).
- Gn 29,35: אוֹדֶה אֶת-יְהוָה (= ´ôdèh ´èth JHWH: ik zal JHWH loven). In Gn
29,35 (het laatste vers van het hoofdstuk) wordt verteld dat Lea haar vierde en laatste zoon baarde. Ze noemde
hem Jehouda / Juda. De naam werd gezien als een combinatie van יְה (= Jâh: JHWH)
en אוֹדֶה (= ´ôdèh: ik zal loven): JHWH zal ik loven.
Ps 111,2 - Ps 111,2 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Ps (Psalmen ) -- Ps 111 -- Ps 111,1 - Ps 111,2 - Ps 111,3 - Ps 111,4 - Ps 111,5 - Ps 111,6 - Ps 111,7 - Ps 111,8 - Ps 111,9 - Ps 111,10 -- Eeuwig blijft zijn verbond - | ||||||||||||||||
|
King James Bible. [2] The works of the LORD are great, sought out of all them
that have pleasure therein.
Luther-Bibel. 2 Groß sind die Werke des HERRN; wer sie erforscht, der hat Freude
daran.
Tekstuitleg van Ps 111,2.
Ps 111,2.1. gëdolîm. Taalgebruik: gâdal (groot worden, opgroeien), zie Ps 34,4. Mannelijk en onzijdig meervoud. In drieëntwintig verzen in de bijbel: (18) Ps 111,2. (19) Ps 136,7. (20) Ps 136,17.
Ps 111,2.2. meervoud status constructus ma`äshê(j) van het zelfst. naamw. ma`äshèh (daad, werk). Taalgebruik in Tenach: ma`ashè (daad, werk). m`shj in Tenach (11), in Ps (7): (1) Ps 8,4. (2) Ps 45,2. (3) Ps 107,24. (4) Ps 111,2. (5) Ps 111,7. (6) Ps 118,17. (7) Ps 138,8.
2. - 3. ma`äshèh JHWH (daden van JHWH) in Tenach in 2 verzen: (1) Ps 107,24. (2) Ps 111,2. ma`äshèh JH (daden van JHWH): Ps 118,17.
6. chèphëtsêhèm: status constructus meervoud + suffix bezittelijk voornaamwoord derde persoon meervoud. Hapax. Taalgebruik: châphatz verlangen, begeren, willen), zie Ps 40,15.
Ps 111,3 - Ps 111,3 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Ps (Psalmen ) -- Ps 111 -- Ps 111,1 - Ps 111,2 - Ps 111,3 - Ps 111,4 - Ps 111,5 - Ps 111,6 - Ps 111,7 - Ps 111,8 - Ps 111,9 - Ps 111,10 -- Eeuwig blijft zijn verbond - | ||||||||||||||||
|
King James Bible. [3] His work is honourable and glorious: and his righteousness
endureth for ever.
Luther-Bibel. 3 Was er tut, das ist herrlich und prächtig, und seine Gerechtigkeit
bleibt ewiglich.
Tekstuitleg van Ps 111,3.
Ps 111,4 - Ps 111,4 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Ps (Psalmen ) -- Ps 111 -- Ps 111,1 - Ps 111,2 - Ps 111,3 - Ps 111,4 - Ps 111,5 - Ps 111,6 - Ps 111,7 - Ps 111,8 - Ps 111,9 - Ps 111,10 -- Eeuwig blijft zijn verbond - | ||||||||||||||||
|
King James version. He hath made his wonderful works to be remembered: the
LORD is gracious and full of compassion.
Luther-Bibel. 4 Er hat ein Gedächtnis gestiftet seiner Wunder, der gnädige
und barmherzige HERR.
Tekstanalyse van Ps 111,4. Dit vers bestaat uit 6 (2 X 3) woorden en 27 (14 + 13) letters. De getalswaarde is 1609 (priemgetal). Het eerste versdeel telt 3 woorden en 14 letters (zain = 7 ; 2 X 7). De getalswaarde is 1209 ( = 3 X 13 X 31). Het tweede versdeel bestaat uit drie woorden, acht (getalswaarde van de letter chet) en 13 letters. De getalswaarde van dit versdeel is 400 ( = 2 X 2 X 2 X 2 X 5 X 5). De eerste twee woorden zijn bijvoeglijke naamwoorden, die eigenschappen van JHWH geven: genadig en barmhartig. De Hebreeuwse woorden channûn en rachûm hebben de klinker a in de eerste lettergreep en û in de tweede lettergreep.
Ps 111,4.1. Het eerste versdeel begint met de zevende letter (zain) van het alfabet: zekhèr. Taalgebruik in Tenach: zâkhar (gedenken). Taalgebruik in het N.T.: mimnèskomai (zich herinneren, gedenken). z-k-r: qal perf. 3de pers. mann. enk. zâkhar (hij gedenkt) OF qal imperat. 2de pers. mann. enk. (gedenkt) + qal. inf. constr. zëkhor (te gedenken) OF zelfst. naamw. zekhèr (herinnering, aandenken) OF bijvoegl. naamw. zâkhâr (mannelijk). In 104 verzen in Tenach. De getalswaarde van z-k-r is: zain = 7, kaph = 11 of 20, resj = 20 of 200. Totaal: 7 + 11 + 20 = 38 (2 X 19) OF 7 + 20 + 200 = 227 (priemgetal).
Ps 111,4.1. - 2. zekhèr `âshâh (hij doet aandenken / gedachtenis) is hapax.
4. Het tweede versdeel begint met de achtste letter (חַ = chet) van het alfabet.
- חַנּוּן (= channûn: genadig, barmhartig, gratieus). Getalswaarde: chet = 8, nun = 14 of
50, waw = 6; totaal: 42 (2 X 3 X 7) of 114 (2 X 3 X 19). Chanun is een persoonsnaam
in 2 S 10,1 - 2 S 10,2 - 2 S 10,3 - 2 S 10,4 en in 2 Kr 20,2 - 2 Kr 20,4 - 2 Kr 20,6. Bijbel (12): (1) Ex 22,26. (2) Js 30,19. (3) Jl 2,13. (4) Jon
4,2. XXX (9) Neh 3,13. (10) Neh 9, 17. (11) Neh 9, 31. (12) 2 Kr 30,9. Psalmen (4): (1) Ps
111,4. (2) Ps
112,4. (3) Ps
116,5. (4) Ps
145,8.
- 114 wordt voorgesteld door een ring van 6 identieke gelijkzijdige zeshoeken rond de Logosster (http://www.biblewheel.com/GR/GR_LogosStar.php), die elk het getal 19 symboliseren: http://www.biblewheel.com/GR/GR_114.php. Zie verder: http://www.biblewheel.com/GR/GR_ShowPic.php?HG=Grace.
5. werachûm (en barmhartig). Taalgebruik: râcham (beminnen, zich ontfermen), zie Ps 111,5. Verbindingswoord waw en het bijvoeglijk naamwoord rachûm (en barmhartig). In acht verzen in de bijbel. In dezelfde verzen de combinatie channûn (genadig, barmhartig) werachûm (en barmhartig).
Ps 111,5 - Ps 111,5 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Ps (Psalmen ) -- Ps 111 -- Ps 111,1 - Ps 111,2 - Ps 111,3 - Ps 111,4 - Ps 111,5 - Ps 111,6 - Ps 111,7 - Ps 111,8 - Ps 111,9 - Ps 111,10 -- Eeuwig blijft zijn verbond - | ||||||||||||||||
|
King James version. He hath given meat unto them that fear him: he will ever
be mindful of his covenant.
Luther-Bibel. 5 Er gibt Speise denen, die ihn fürchten; er gedenkt ewig an
seinen Bund.
Tekstuitleg van Ps 111,5. Dit vers telt 6 ( = 2 X 3) woorden en 26 ( = 2 X 13) letters. De getalswaarde is 2077 ( = 31 X 67).
- chânan (genadig
zijn, zich over iemand ontfermen). Taalgebruik: chânan
(genadig zijn, zich over iemand ontfermen), zie Ps
111,5. Getalswaarde: chet = 8, nun = 14 of 50; totaal: 36 of 108.
--- chen (genade). In 64 verzen in de bijbel. Meestal wordt het vertaald door
het Griekse charis en het Latijnse gratia. Vaak komt het voor in de zin van
genade vinden in iemands ogen.
--- channenî (wees mij genadig). Qal imperatief of qal perfectum + suffix
1ste persoon enkelvoud nî (mij). In 23 verzen in de bijbel: (1) Ex
33,11. In 1 K 16,1 en 1 K 16,7 is het de eigennaam Anani. (1) Ps
4,2. (2) Ps
6,3. (3) Ps
31,10. (4) Ps
41,5. (5) Ps
41,11. (6) Ps
51,3. (7) Ps
56,2. (8) Ps
57,2. (9) Ps
86,3. (10) Ps
119,29. (11) Ps
119,58. In Ezr, Neh en 2 Kr is het een eigennaam.
--- jechânnenû (hij zal ons genadig zijn). Actief imperfectum derde
persoon enkelvoud met het suffix van het persoonlijk voornaamwoord van de eerste
persoon meervoud.
--- חַנּוּן (= channûn: genadig, barmhartig). Getalswaarde: chet = 8, nun = 14 of
50, waw = 6 ; totaal: 42 (2 X 3 X 7) of 114 (2 X 3 X 19). Chanun is een persoonsnaam
in 2 S 10,1 - 2 S 10,2 - 2 S 10,3 - 2 S 10,4 en in 2 Kr 20,2 - 2 Kr 20,4 - 2 Kr 20,6. Bijbel (12): (1) Ex 22,26. (2) Js 30,19. (3) Jl 2,13. (4) Jon
4,2. XXX (9) Neh 3,13. (10) Neh 9, 17. (11) Neh 9, 31. (12) 2 Kr 30,9. Psalmen (4): (1) Ps
111,4. (2) Ps
112,4. (3) Ps
116,5. (4) Ps
145,8.
--- -- channûn werachûm (genadig en barmhartig). In acht verzen
in de bijbel: (1) 2 Kr 30,9. (2) Neh 9, 17. (3) Neh 9, 31. (4) Ps
111,4. (5) Ps
112,4. (6) Ps
145,8. (7) Jl 2,13. (8) Jon
4,2.
--- -- channûn werachûm JHWH (genadig en barmhartig is JHWH). In
drie verzen in de bijbel: (1) 2 Kr 30,9. (2) Ps
111,4. (3) Ps
145,8.
--- wechannûn (en genadig). In 4 verzen in de bijbel: (1) Ex
34,6. (2) Ps
86,15. (3) Ps
103,8. (4) In Neh 3,30 is het een eigennaam.
--- -- rachûm wechannûn JHWH (barmhartig en genadig is JHWH): Ps
103,8.
--- --- ´el rachûm wechannûn (God is barmhartig en genadig). In twee verzen in de bijbel: (1) Ex
34,6. (2) Ps
86,15.
- chnh. In vijftien verzen in de bijbel. LXX: Anna. In vijftien verzen in
de bijbel. In dertien verzen in het O.T.. In twee verzen in het N.T..
- râcham (beminnen, zich ontfermen)
. Taalgebruik: râcham
(beminnen, zich ontfermen), zie Ps
111,5. Getalswaarde: resj = 20 of 200, chet = 8, mem = 13; totaal: 41
of 221.
--- rchm. richem (hij zal barmhartig zijn). Piel perfectum derde persoon enkelvoud: Ps 103,13: zo is JHWH barmhartig over wie hem vrezen.
--- khërachem: khë = zoals, en rachem: piel infinitief constructus: het barmhartig zijn. Ps
103,13: zoals in het barmhartig zijn van de vader over de zonen, (zo)
--- rachûm (barmhartig). In twaalf verzen in de bijbel. (1) Ex
34,6. (2) Dt
4,31. (3) Ps
78,38. (4) Ps
86,15. (5) Ps
103,8. In Ezra - Nehemia is het de eigennaam Rehum. (6) Ezr 2,2. (7) Ezr
4,8. (8) Ezr 4,9. (9) Ezr 4,17. (10) Ezr 4,23. (11) Ne 3,17. (12) Neh 10,26.
--- werachûm (en barmhartig). In acht verzen in de bijbel. (1) Jl 2,13. (2) Jon
4,2. (3) Ps
111,4. (4) Ps
112,4. (5) Ps
145,8. (6) Neh 9, 17. (7) Neh 9, 31.. (8) 2 Kr 30,9..
--- rèchèm (moederschoot, barmhartigheid, genade). Meervoud:
rachämîm.
----- rachäm^èkhâ (uw barmhartigheden). In 8 verzen in de
bijbel: (1) Ps
25,6. (2) Ps
40,12. (3) Ps
51,3. (4) Ps
69,17. (5) Ps
79,8. (6) Ps
119,77. (7) Ps
119,156. (8) Da 9,18.
----- bërachäm^èkhâ (in uw barmhartigheden). Slechts
in Neh 9,19.
----- ûbërachäm^èkhâ (en in uw barmhartigheden).
Slechts in Neh 9,31.
--- merèchèm (van de moederschoot af). In twaalf verzen in de
bijbel: (1) Nu 12,12 (LXX: ek mètras = vanaf de moederschoot). (2)
Js 49,15. (3) Jr
1,5 (LXX: ex mètras = vanaf de moederschoot). (4) Jr 20,17 (LXX: en mètrai mètros = in de moederschoot van mijn moeder). (5)
Jr 20,18 (LXX: ex mètras = vanaf de moederschoot). (6) Ps
22,12 (LXX: ex mètras = vanaf de moederschoot). (7) Ps 58, 4 (LXX: apo mètras = vanaf de moederschoot). (8) Ps 110,3 (LXX: apo gastros
= vanaf de buik). (9) mërachem Ps
116,5. (10) Job 3,11 (LXX: en koiliai = in de moederschoot). (11) Job
10,18 (LXX: ek koilias = uit de moederschoot). (12) Job 38,8 (LXX: ek koilias
mètros autès: uit de schoot van haar moeder).
- Koran: http://www.cirs.net/Nouvellesdecouvertes/Science%20pour%20l'Heure/SPLH%20html/SPLH-part1/SPLH%205b.htm
- חֶסֶד (= chèsèd: liefde, gunst, genade, barmhartigheid). Taalgebruik:
chèsèd
(liefde, gunst, genade, barmhartigheid), zie Ps
111,5. Getalswaarde: chet = 8, samech = 15 of 60, daleth = 4 ; totaal: 27 of 72. In zesenzeventig verzen in de bijbel. In negentien verzen in de
Psalmen: (1) Ps
18,51. (2) Ps
25,10. (3) Ps
32,10. (4) Ps
33,5. (5) Ps
52,3. (6) Ps
61,8. (7) Ps
62,13. (8) Ps
85,11. (9) Ps
86,5. (10) Ps
86,15. (11) Ps
89,3. (12) Ps
89,15. (13) Ps
100,1. (14) Ps
103,4. (15) Ps
103,8. (16) Ps
109,12. (17) Ps
109,16. (18) Ps
141,5. (19) Ps
145,8.
--- chasëdô (zijn liefde). In 61 verzen in de bijbel. In 47 verzen
in de Psalmen: (1) Ps
31,22. (2) Ps
42,9. (3) Ps
57,4. (4) Ps
59,11. (5) Ps
77,9. (6) Ps
98,3. (7) Ps
100,5. (8) Ps
103,11. (9) Ps
106,1. (10) Ps
106,45. (11) Ps
107,1. (12) Ps
107,8. (13) Ps
107,15. (14) Ps
107,21. (15) Ps
107,31. (16) Ps
117,2. (17) Ps
118,1. (18) Ps
118,2. (19) Ps
118,3. (20) Ps
118,4. (21) Ps
118,29. (22) Ps
136,1. (23) Ps
136,2. (24) Ps
136,3. (24 + 23 = 47) - Ps
136,4 - Ps
136,5 - Ps
136,6 - Ps
136,7 - Ps
136,8 - Ps
136,9 - Ps
136,10 - Ps
136,11 - Ps
136,12 - Ps
136,13 - Ps
136,14 - Ps
136,15 - Ps
136,16 - Ps
136,17 - Ps
136,18 - Ps
136,19 - Ps
136,20 - Ps
136,21 - Ps
136,22 - Ps
136,23 - Ps
136,24 - Ps
136,25 - Ps
136,26 -
--- bëchasëdëkhâ (in jouw barmhartigheid). Prefix bë, zelfstandig naamwoord en suffix persoonlijk voornaamwoord tweede persoon enkelvoud. In vier verzen in de bijbel: (1) Ex 15,13. (2) Ps
13,6. (3) Ps
31,8. (4) Ps
31,17.
--- eleos. In 226 verzen in de bijbel. In 207 verzen in het O.T., in negentien
verzen in het N.T.. In vier verzen bij Lucas: (1) Lc
1,50. (2) Lc
1,59. (3) Lc
1,72. (4) Lc
10,37. Zie verder Taalgebruik: eleèmôn
(barmhartig), zie Mt
5,7.
- ´èmeth (waarheid, trouw)
. Taalgebruik: ´èmeth
(waarheid, trouw), zie Ps
111,5. Getalswaarde: aleph = 1, mem = 13 of 40, taw = 22 of 400 ; totaal: 36 of 441. Structuur: 1 - 40 - 400. Zie ´ed (damp): 1- 4 ; ´âdâm
(mens: 1 - 4 - 40 ; ´ädâmâh (aarde): 1 - 40 - 400 -
5 ; mth (dood): 40 - 400.. In 56 verzen in de bijbel. In 13 verzen in de
Psalmen. (1) Ps
15,2. (2) Ps
19,10. (3) Ps
31,6. (4) Ps
45,5. (5) Ps
51,8. (6) Ps
85,12. (7) Ps
111,7. (8) Ps
119,43. (9) Ps
119,142. (10) Ps
119,151. (11) Ps
119,160. (12) Ps
132,11. (13) Ps
146,6.
--- wa´âmiththô (en zijn waarheid). In 5 verzen in de bijbel:
(1) Ps 57,4.
--- wè´èmèth (en waarheid). In 23 verzen in de bijbel.
In de Psalmen: (1)
Ps 25,10. (2) Ps
61,8. (3) Ps
85,11. (4) Ps
85,11. (5) Ps
89,15. (6) Ps
117,2.
- mth (dood). Getalswaarde: mem = 13 of 40, taw = 22 of 400 ; totaal: 35
of 440. mwth
(sterven), zie Mt
26,66.
- ´ânaph
(toornig zijn, zich vertoornen). Taalgebruik: ´ânaph
(toornig zijn, zich vertoornen), zie Ps
111,5.
--- ´âppaîm (toorn, woede, aangezicht). In 28 verzen in de
bijbel. Ex 34,6. Nu 14,18. Ps
86,15. Ps
103,8. Ps
145,8.
Ps 111,6 - Ps 111,6 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Ps (Psalmen ) -- Ps 111 -- Ps 111,1 - Ps 111,2 - Ps 111,3 - Ps 111,4 - Ps 111,5 - Ps 111,6 - Ps 111,7 - Ps 111,8 - Ps 111,9 - Ps 111,10 -- Eeuwig blijft zijn verbond - | ||||||||||||||||
|
King James Bible. [6] He hath shewed his people the power of his works, that
he may give them the heritage of the heathen.
Luther-Bibel. 6 Er lässt verkündigen seine gewaltigen Taten seinem Volk, dass
er ihnen gebe das Erbe der Heiden.
ו כֹּחַ מַעֲשָׂיו, הִגִּיד לְעַמּוֹ-- לָתֵת לָהֶם, נַחֲלַת גּוֹיִם.
Tekstanalyse van Ps 111,6. Het vers Ps 111,6 telt 8 woorden en 29 letters. De getalswaarde van Ps 111,6 is 2074 (2 X 17 X 61). Kaph en Lamed.
Het midden van de Psalm wordt precies gevormd door de letters kaph (11) en lamed (12) in Ps 111,6. Dit vers bestaat uit acht woorden; vier woorden in beide versdelen. Het midden van de Psalm wordt gevormd door 35 - 2 - 35 door de woorden לָתֵת לָהֶם :lâtheth lâhèm: om te geven aan hen. In dit vers valt de alliteratie van de lamed op: lë`ammô lâtheth lâhèm (aan zijn volk om te geven aan hen). De getalswaarde van de drie opeenvolgende lameds is (3 X 12) 36 of de helft van het aantal woorden van de Psalm.
5. לָתֵת (= lâtheth: om te geven; de letter lamed als prefix en de werkwoordvorm theth: qal inf constructus van het wkw נָתַן = nâthan: geven). Taalgebruik in Tenach: nâthan (geven). Tenakh (91). Pentateuch (36). Eerdere Profeten (20). Latere Profeten (13). 12 Kleine Profeten (1). Geschriften (21).
5. - 6. lâtheth lâhèm (om te geven aan hen). Tenach (17). Ps (1) Ps 111,6.
5. - 7. lâtheth lâhèm nachälath (om te geven aan hen een erfdeel). Slechts in Ps 111,6.
7. - 8. nachälath gôîm (een erfdeel van volkeren). Slechts in Ps 111,6.
5. - 8. לָתֵת לָהֶם, נַחֲלַת גּוֹיִם (= lâtheth lâhèm nachälath gôîm: om te geven aan hen
een erfdeel van volkeren).
- Rasji Bëresjit 1,1 vertelt dat God zijn scheppingswerk aan zijn volk bekend maakte om het het erfdeel van de volkeren te geven.
Ps 111,7 - Ps 111,7 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Ps (Psalmen ) -- Ps 111 -- Ps 111,1 - Ps 111,2 - Ps 111,3 - Ps 111,4 - Ps 111,5 - Ps 111,6 - Ps 111,7 - Ps 111,8 - Ps 111,9 - Ps 111,10 -- Eeuwig blijft zijn verbond - | ||||||||||||||||
|
King James Bible. [7] The works of his hands are verity and judgment; all
his commandments are sure.
Luther-Bibel. 7 Die Werke seiner Hände sind Wahrheit und Recht; alle seine
Ordnungen sind beständig.
Tekstuitleg van Ps 111,7.
1. meervoud status constructus ma`ashê(j) van het zelfst. naamw. ma`ashèh (daad, werk). Taalgebruik in Tenach: ma`ashè (daad, werk). m`shj in Tenach (11), in Ps (7): (1) Ps 8,4. (2) Ps 45,2. (3) Ps 107,24. (4) Ps 111,2. (5) Ps 111,7. (6) Ps 118,17. (7) Ps 138,8. In de alfabetische Psalm 111 is ma`ashê(j) het veertigste woord (de titel buiten beschouwing), het woord begint met mem (40).
Ps 111,8 - Ps 111,8 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Ps (Psalmen ) -- Ps 111 -- Ps 111,1 - Ps 111,2 - Ps 111,3 - Ps 111,4 - Ps 111,5 - Ps 111,6 - Ps 111,7 - Ps 111,8 - Ps 111,9 - Ps 111,10 -- Eeuwig blijft zijn verbond - | ||||||||||||||||
|
King James Bible. [8] They stand fast for ever and ever, and are done in truth
and uprightness.
Luther-Bibel. 8 Sie stehen fest für immer und ewig; sie sind recht und verlässlich.
Tekstuitleg van Ps 111,8.
Ps 111,9 - Ps 111,9 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Ps (Psalmen ) -- Ps 111 -- Ps 111,1 - Ps 111,2 - Ps 111,3 - Ps 111,4 - Ps 111,5 - Ps 111,6 - Ps 111,7 - Ps 111,8 - Ps 111,9 - Ps 111,10 -- Eeuwig blijft zijn verbond - | ||||||||||||||||
|
King James Bible. [9] He sent redemption unto his people: he hath commanded
his covenant for ever: holy and reverend is his name.
Luther-Bibel. 9 Er sendet eine Erlösung seinem Volk; / er verheißt, dass sein
Bund ewig bleiben soll. Heilig und hehr ist sein Name.
Tekstuitleg van Ps 111,9. pe (getalswaarde 17 of 80). Ps 111,9a telt 3 woorden en 11 letters.
1. acc. vr. enk. λυτρωσιν = lutrôsin (loskoping, verlossing) van het zelfst. naamw. λυτρωσις = lutrôsis (loskoping, verlossing). Taalgebruik in de LXX: lutrôsis
(loskopen, verlossing). Taalgebruik in het NT: lutrôsis
(loskopen, verlossing). Bijbel (5). OT (2): (1) Re
1,15. (2) Ps 111,9. NT (3). Lc (2): (1) Lc
1,68. (2) Lc
2,38. En: Heb 9,12. Een vorm van λυτρωσις = lutrôsis (loskoping, verlossing) in de LXX (15), o.a.: (1) Lv
25,29. (2) Lv
25,48. (3) Nu
18, 16. (4) Re
1,15. (5) Js
63,4. (6) Ps
49,9. (7) Ps
130,7. (8) Ps
111,9, in het NT (3) (zie hoger). In de LXX kan een vorm van λυτρωσις = lutrôsis de vertaling van 2 Hebreeuwse werkw. zijn.
- act. ind. aor. 3de pers. enk. ελυτρωσατο = elutrôsato (hij kocht los, hij verloste) van het werkw. λυτροω = lutroô (loskopen, verlossen). Zie het zelfst. naamw. λυτρωσις = lutrôsis (loskopen, verlossing). Taalgebruik in de LXX: lutrôsis
(loskopen, verlossing). Taalgebruik in het NT: lutrôsis
(loskopen, verlossing). Bijbel (14): (1) Dt 7,8. (2) Dt 15,15. (3) Dt 24,18. (4) 2 S 4,9. (5) 1 K 1,29. (6) Js 44,23. (7) Js 63,9. (8) Jr 31,11. (9) Ps 78,42. (10) Ps 106,10. (11) Ps 107,2. (12) Ps 136,24. (13) Da 6,28. (14) Sir 48,20. Een vorm van λυτροω = lutroô (loskopen, verlossen) in de LXX (108), in het NT (3): (1) Lc 24,21. (2) Tit 2,14. (3) 1
Pe 1,18. In de LXX kan een vorm van λυτροω = lutroô de vertaling van 10 Hebreeuwse woorden zijn.
- פְדוּת = pëdûth (verlossing, bevrijding). Zie het werkw. פָדָה = pâdâh (verlossen, redden, vrijkopen).
Taalgebruik in Tenakh: pâdâh
(verlossen, redden, vrijkopen). Getalswaarde: pe = 17 of 80, daleth =
4, he = 5 ; totaal: 26 OF 89 (priemgetal). Structuur: 8 - 4 - 5. De som van de elementen is telkens 8. Tenakh (2): (1) Ps
111,9. (2) Ps
130,7. In de Psalm 111 met alfabetische structuur krijgt het woord פְדוּת = pëdûth (verlossing, bevrijding) bij de letter
פְ = pe de voorkeur. Het woord פְדוּת = pëdûth wordt in de LXX vertaald in 2 verschilklende Griekse woorden. Het werkw. פָדָה = pâdâh wordt in de LXX vertaald in 9 verschillende Griekse woorden.
- Lat. redimere. E. to buy (off), to redeem.
D. loskaufen, auslösen. Fr. racheter, délivrer. Arabisch: فَدَى = fadâ (loskopen, vrijkopen). Taalgebruik in de Qoran: fada (loskopen, vrijkopen).
- פָקַד = pâqad (omzien, aanstellen, voorschrijven, in bewaring
geven) en פְדוּת = pëdûth (verlossing, bevrijding) zijn zeer gelijkend wat uitspraak betreft.
2.
3. τῳ λαῳ αυτου = tô(i) laô(i) autou (aan zijn volk). LXX (24). NT = Lc (2):
(1) Lc
1,68. (2) Lc
1,77.
- Hebreeuws: לְעַמּוֹ =. lë`ammô (voor zijn volk) < voorzetsel lë + zelfst. naamw. + suffix persoonl. voornaamw. 3de pers. mann. enk. van het zelfst. naamw. עָם / עַם = `am (volk) OF עִם = `im (met). Taalgebruik in
Tenakh: `am
(volk). Tenakh (12): (1) Ex 32,14. (2) 1 K 8,56. (3) Jl 2,19. (4) Jl 4,16. (5) Ps 29,11. (6) Ps 78,20. (7) Ps 111,6. (8) Ps 111,9. (9) Ps 125,2. (10) Ps 148,14. (11) Est 10,3. (12) 1 Kr 23,25.
1. - 3. Ps
111,9: Tenakh: פְדוּת שָׁלַח לְעַמּוֹ = pëdûth sjâlach lë`ammô (verlossing zond
Hij zijn volk). LXX: λυτρωσιν απεστειλεν τῳ λαῳ αυτου = lutrôsin apesteilen tô(i)
laô(i) autou (verlossing zond hij af zijn volk).
- Lc
1,68: και εποιησεν λυτρωσιν τῳ λαῳ αυτου = kai epoièsen lutrôsin tô(i) laô(i) autou
(en hij maakte verlossing voor zijn volk).
8. בְרִיתוֹ = bërîthô (zijn verbond) < zelfst. naamw. + suffix bezittel. voornaamw. 3de pers. mann. enk.. בְרִית = bërîth (verbond). Taalgebruik in Tenakh: bërîth (verbond). Getalswaarde: beth = 2, resj = 20 of 200, jod = 10, taw = 22 of 400 ; totaal: 54 (2 X 3³) of 612 (2² X 3² X 17). Structuur: 2 - 2 - 1 - 4. De som van de elementen is telkens 9. Tenakh (17): (1) Ex 2,24 (in combinatie met זָכַר = zâkhar: gedenken). (2) Dt 4,13. (3) Dt 8,18. (4) Dt 17,2. (5) 2 K 13,23. (6) 2 K 17,15. (7) 2 K 18,12. (8) Ez 17,14. (9) Ez 17,16. (10) Ps 25,10. (11) Ps 55,21. (12) Ps 103,18. (13) Ps 105,8. (14) Ps 106,45. (15) Ps 111,5. (16) Ps 111,9. (17) 1 Kr 16,15.
- בְּרִית = bërîth (verbond) < birîth. (Lettinga 12, 2012, 4e1. De sëwa staat onder de eerste consonant van een woord.
- Ned.: testamment, verbond. D.: Bund. E.: covenant. Fr.: alliance. Grieks: διαθηκη = diathèkè (verbond). Taalgebruik in het NT: diathèkè (verbond). Hebreeuws: בְרִית = bërîth (verbond). Taalgebruik in Tenakh: bërîth (verbond). Lat.: foedus (zie b.v. federaal), testamentum.
Ps 111,10 - -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Ps (Psalmen ) -- Ps 111 -- Ps 111,1 - Ps 111,2 - Ps 111,3 - Ps 111,4 - Ps 111,5 - Ps 111,6 - Ps 111,7 - Ps 111,8 - Ps 111,9 - Ps 111,10 -- Eeuwig blijft zijn verbond - | ||||||||||||||||
|
King James Bible. [10] The fear of the LORD is the beginning of wisdom: a
good understanding have all they that do his commandments: his praise endureth
for ever.
Luther-Bibel. 10 Die Furcht des HERRN ist der Weisheit Anfang. / Klug sind
alle, die danach tun. Sein Lob bleibet ewiglich.
י רֵאשִׁית חָכְמָה, יִרְאַת יְהוָה-- שֵׂכֶל טוֹב, לְכָל-עֹשֵׂיהֶם; תְּהִלָּתוֹ, עֹמֶדֶת לָעַד.
Tekstuitleg van Ps 111,10 . Ps 111,10 telt elf woorden. In Ps 111,10 leiden de letters resj, sin en taw drie zinnen in. De eerste twee zinnen tellen elk vier woorden, de laatste zin telt drie woorden.
Ps 111,1 begint met een woord met de gutturale aleph en daleth, de laatste letters van de Psalm zijn de gutturale ayin en daleth: ´ôdèh (ik zal lofzingen) en lâ`ad (voor altijd) ; samen genomen: ik zal lofzingen... voor altijd. De getalswaarde van het eerste woord is 16, de getalswaarde van het laatste woord is 32 of 2 X 16. Ook de betekenis van het eerste deelvers van Ps 111,1 en het laatste deelvers van Ps 111,10 omsluiten de Psalm: ik zal JHWH lofzingen... de lofzang voor hem duurt voor altijd; het eerste deelvers begint met de eerste letter, de aleph; het laatste deelvers begint met de laatste letter, de taw. Het laatste woord lâ`ad (voor altijd) is een mooi einde voor de Psalm.
1. De eerste twee woorden hebben de getalswaarde 111. Ps
111 begint met aleph = 1.
- ´aleph (alef). Taalgebruik: ´aleph
(alef), zie Ps
111,10. Getalswaarde: aleph = 1, lamed = 12 of 30, phe = 17 of 80 ; totaal: 30 of 111. De schrijfwijze van aleph is een schuine waw (getalswaarde 6) met
rechtsboven en linksonder een jod (2 X 10), dus getalswaarde 26, dezelfde getalswaarde
als die van JHWH. De zegen van Isaak aan Jakob (Gn
27,28 en Gn
27,29) bevat zesentwintig woorden (de getalswaarde van JHWH) en 111 letters
(de getalswaarde van aleph).
Ps 111,10: רֵאשִׁית חָכְמָה (= re´sjîth châkhëmâh (chokma): begin van wijsheid. Re´sjîth: resj = 20, alef = 1, sjin = 21, jod = 10, taw =
22. Totaal: 74. Châkhmâh: chet = 8, kaph = 11, mem = 13, he
= 5. Totaal 37. Beide samen: 74 + 37 = 111. Verhouding 2/3 - 1/3.
--- ´èlèph (duizend). Telwoord. állûph (rund).
--- pèl´è
(wonderbaar, wonderlijk). Taalgebruik: pèl´è
(wonderbaar, wonderlijk), zie Ps
111,1. Anagram van aleph. Getalswaarde is 111. In zes verzen in de bijbel.
Ps 111,10.1. רֵאשִׁית (= re´sjîth: begin). Taalgebruik in Tenakh: re´sjîth (begin). Getalswaarde re´sjîth: resj = 20 of 200, aleph = 1, sjin = 21 of 300, jod = 10, taw = 22 of 400. Totaal: 74 (2 X 37, zie 37) OF 911 (priemgetal). Structuur: 2 - 1 - 3 - 1 - 4. Som van de elementen is telkens 11 -> 2. Tenakh (48). Ps (3): (1) Ps 78,51. (2) Ps 105,36. (3) Ps 111,10.
re´sjîth (begin) | bijbel | Gn | Ex | Lv | Nu | Dt | 1 S | 2 Kr | Neh | Job | Ps | Spr | Jr | Ez | Am | Mi |
re´sjîth | 28 | 1 | 2 | 2 | 2 | 4 | 1 | 1 | 1 | 1 | 3 | 4 | 2 | 2 | 1 | 1 |
bëre´sjîth | 5 | 1 | 4 |
Ps
111,10.2. חָכְמָה (= châkhëmah: wijsheid). Taalgebruik: châkhëmâh
(wijsheid). zie Ps
111,10. Getalswaarde: chet = 8, kaph = 11 of 20, mem = 13 of 40, he
= 5. Totaal 37 of 73. Merkwaardige getallen! De getalswaarde van Gn
1,1 is 2701 = 37 X 73. In 75 verzen in de bijbel. Niet in Gn. In vier
verzen in Ex: (1) Ex
28,3. (2) Ex
31,6. (3). Niet in Lv noch Nu. In één vers in Dt: Dt
34,9.
- σοφια(ι) (= sofia: wijsheid; zn nom vr enk of dat vr enk). Taalgebruik in het NT: sofia
(wijsheid). sofia (wijsheid). Bijbel (128). LXX (103). NT (25). Mt (2). Lc (4). Hnd (2):
Hnd 6,10
en Hnd
7,22. Brieven (15). Apk (2).
bijbel | LXX | NT | Ex | Dt | 2 S | 1 K | 1 Kr | 2 Kr | Ezr | Jdt | 2 Mak | Job | Ps | Spr | Pr | Hl | W | Sir | Js | Jr | Bar | Ez | Da | Mal | ||
châkhëmâh | 75 | 4 | 1 | 2 | 3 | 2 | 13 | 4 | 29 | 12 | 1 | 1 | 1 | 1 | ||||||||||||
sofia (i) | 128 | 103 (?) | 25 | 2 | 1 | 2 | 1 | 2 | 1 | 2 | 9 | 3 | 17 | 16 | 16 | 22 | 2 | 5 | 3 | |||||||
sofias | 61 | 49 | 12 | 4 | 1 | 3 | 1 | 2 | 9 | 3 | 8 | (1) 14 | 1 | 2 | ||||||||||||
sofian | 87 | 74 | 13 | 1 | 3 | 1 | 5 | 1 | 2 | 8 | 2 | 18 | 7 | 6 | (1) 16 | 1 | 3 |
- Ps
111,10, 1-2. רֵאשִׁית חָכְמָה (= re´sjîth châkhëmâh (chokma): begin van wijsheid). Re´sjîth: resj = 20, alef = 1, sjin = 21, jod = 10, taw =
22. Totaal: 74. Châkhmâh: chet = 8, kaph = 11, mem = 13, he
= 5. Totaal 37. Beide samen: 74 + 37 = 111. Verhouding 2/3 - 1/3. Ook in
Spr 4,7.
3. jirë´ath (vrees, eerbied). In twintig verzen in de bijbel.
3. - 4. יִרְאַת יְהוָה (= jirë´ath JHWH: vrees voor JHWH). Tenakh (14). Js (1): Js 33,6. Ps (3): (1) Ps 19,10. (2) Ps 34,12. (3) Ps
111,10. Spr (10). (1) Spr
1,7. (2) Spr 2,5. (3) Spr 8,13. (4) Spr 9,10. (5) Spr 10,27. (6) Spr 14,27. (7) Spr 15,33. (8) Spr 19,23. (9) Spr 22,4 . (10) Spr 31,30.
- jirë´ath JHWH (vrees voor JHWH). In veertien verzen in de bijbel.
--- jâr´e ´èth JHWH (vrezende JHWH)
Hebreeuwse tekst - MT
א הַלְלוּ-יָהּ: אוֹדֶה יְהוָה, בְּכָל-לֵבָב; בְּסוֹד יְשָׁרִים וְעֵדָה. ב גְּדֹלִים, מַעֲשֵׂי יְהוָה; דְּרוּשִׁים, לְכָל-חֶפְצֵיהֶם. ג הוֹד-וְהָדָר פָּעֳלוֹ; וְצִדְקָתוֹ, עֹמֶדֶת לָעַד. ד זֵכֶר עָשָׂה, לְנִפְלְאוֹתָיו; חַנּוּן וְרַחוּם יְהוָה. ה טֶרֶף, נָתַן לִירֵאָיו; יִזְכֹּר לְעוֹלָם בְּרִיתוֹ. ו כֹּחַ מַעֲשָׂיו, הִגִּיד לְעַמּוֹ-- לָתֵת לָהֶם, נַחֲלַת גּוֹיִם. ז מַעֲשֵׂי יָדָיו, אֱמֶת וּמִשְׁפָּט; נֶאֱמָנִים, כָּל-פִּקּוּדָיו. ח סְמוּכִים לָעַד לְעוֹלָם; עֲשׂוּיִם, בֶּאֱמֶת וְיָשָׁר. ט פְּדוּת, שָׁלַח לְעַמּוֹ-- צִוָּה-לְעוֹלָם בְּרִיתוֹ; קָדוֹשׁ וְנוֹרָא שְׁמוֹ. י רֵאשִׁית חָכְמָה, יִרְאַת יְהוָה-- שֵׂכֶל טוֹב, לְכָל-עֹשֵׂיהֶם; תְּהִלָּתוֹ, עֹמֶדֶת לָעַד.