PSALM 113 - Ps 113 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Ps (Psalmen ) -- Ps 113 -
- Deze websitepagina is een onderdeel van de website van Arseen De Kesel http://www.interlevensbeschouwelijk.be/index.html.

ALGEMEEN OVERZICHT

-
bijbeloverzicht, taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z -,

Overzicht van de Psalmen: - Ps 1 - Ps 2 - Ps 3 - Ps 4 - Ps 5 - Ps 6 - Ps 7 - Ps 8 - Ps 9 - Ps 10 - Ps 11 - Ps 12 - Ps 13 - Ps 14 - Ps 15 - Ps 16 - Ps 17 - Ps 18 - Ps 19 - Ps 20 - Ps 21 - Ps 22 - Ps 23 - Ps 24 - Ps 25 - Ps 26 - Ps 27 - Ps 28 - Ps 29 - Ps 30 - Ps 31 - Ps 32 - Ps 33 - Ps 34 - Ps 35 - Ps 36 - Ps 37 - Ps 38 - Ps 39 - Ps 40 - Ps 41 - Ps 42 - Ps 43 - Ps 44 - Ps 45 - Ps 46 - Ps 47 - Ps 48 - Ps 49 - Ps 50 - Ps 51 - Ps 52 - Ps 53 - Ps 54 - Ps 55 - Ps 56 - Ps 57 - Ps 58 - Ps 59 - Ps 60 - Ps 61 - Ps 62 - Ps 63 - Ps 64 - Ps 65 - Ps 66 - Ps 67 - Ps 68 - Ps 69 - Ps 70 - Ps 71 - Ps 72 - Ps 73 - Ps 74 - Ps 75 - Ps 76 - Ps 77 - Ps 78 - Ps 79 - Ps 80 - Ps 81 - Ps 82 - Ps 83 - Ps 84 - Ps 85 - Ps 86 - Ps 87 - Ps 88 - Ps 89 - Ps 90 - Ps 91 - Ps 92 - Ps 93 - Ps 94 - Ps 95 - Ps 96 - Ps 97 - Ps 98 - Ps 99 - Ps 100 - Ps 101 - Ps 102 - Ps 103 - Ps 104 - Ps 105 - Ps 106 - Ps 107 - Ps 108 - Ps 109 - Ps 110 - Ps 111 - Ps 112 - Ps 113 - Ps 114 - Ps 115 - Ps 116 - Ps 117 - Ps 118 - Ps 119 - Ps 120 - Ps 121 - Ps 122 - Ps 123 - Ps 124 - Ps 125 - Ps 126 - Ps 127 - Ps 128 - Ps 129 - Ps 130 - Ps 131 - Ps 132 - Ps 133 - Ps 134 - Ps 135 - Ps 136 - Ps 137 - Ps 138 - Ps 139 - Ps 140 - Ps 141 - Ps 142 - Ps 143 - Ps 144 - Ps 145 - Ps 146 - Ps 147 - Ps 148 - Ps 149 - Ps 150 -
Uitleg vers per vers: - Ps 113,1 - Ps 113,2 - Ps 113,3 - Ps 113,4 - Ps 113,5 - Ps 113,6 - Ps 113,7 - Ps 113,8 - Ps 113,9 -


Latijnse tekst volgens de Hebreeuwse tekst

1 alleluia laudate servi Dominum laudate nomen Domini 2 sit nomen Domini benedictum amodo et usque in aeternum 3 ab ortu solis usque ad occasum eius laudabile nomen Domini 4 excelsus super omnes gentes Dominus super caelum gloria eius 5 quis ut Dominus Deus noster qui in excelsis habitans 6 humilia respicit in caelo et in terra 7 suscitans de terra inopem et de stercore elevat pauperem 8 ut eum sedere faciat cum principibus cum principibus populi sui 9 qui conlocat sterilem in domo matrem filiorum laetantem alleluia

Ps 113 telt negen (3²) verzen, achtenvijftig (2 X 29) woorden en 230 (2 X 5 X 23) letters. Het aantal woorden van de Psalm wordt omgeven door het woord halelûjâh (halleluja) bij het begin en het einde van de Psalm. De Psalm telt dan zesenvijftig (2³ X 7) of n (n + 1).woorden of ongeveer de helft (56 X 2 = 112) van de rangorde van de Psalm.
- De Psalm wordt als Ps 113 (100 + 13) beschouwd. De letter mem heeft een getalwaarde van 13 of 40 (5 X 8). De letter mem komt 32 (4 X 8) X voor in Ps 113; 12 (3 X 4) X bij het begin, 9 X in het midden en 13 X op het einde van een woord.
-- De letter mem kan een participiumvorm aangeven: (1) Ps 113,2: mëborakh (gezegend). (2) Ps 113,3: mëhullâl (geprezen, geloofd).
-- Hij kan voortkomen uit het voorzetsel min (uit, vanaf) en met het volgende woord zijn samengetrokken: (1) Ps 113,2: me`aththâh (vanaf nu). (2) Ps 113,3: mimmizarach (van het opkomen).
-- De eind-m kan de meervoudsvorm aanduiden.
-- Hiernaast zijn er een aantal woorden die beginnen met de letter mem: (1) Ps 113,3: mizërâch (opkomen). (2) Ps 113,3: mâbô´ (ondergaan) OF eindigen op -m: (1) sjem (naam) driemaal: Ps 113,1b - Ps 113,2a - Ps 113,3b. (2) `ôlâm (eeuwig) eenmaal: Ps 113,2. (3) rûm (verheffen) tweemaal: Ps 113,4 (râm = verheven). Ps 113,7 (jârîm = hij zal verheffen). () qûm (opstaan) eenmaal: Ps 113,7 (mëqîmî = die doet opstaan). (2) `im (met) tweemaal: Ps 113,8. (3) ´em (moeder) eenmaal: Ps 113,9. (4) `am + suffix: ´ammô (zijn volk) eenmaal: Ps 113,8.
- In Ps 113 zit zevenmaal sj / sh -m: (1) Ps 113,1: sjem = naam. (2) Ps 113,2: sjem = naam. (3) Ps 113,3: sj-m in sjèmèsj (zon). (4) Ps 113,3: sjem = naam. (5) Ps 113,4: sj-m in hasjsjâmaim (de hemelen). (6) Ps 113,6: sj-m in basjsjâmaim (in de hemelen). (7) Ps 113,9: shëmechâh (vreugdevol). Voeg hierbij zesmaal de naam JHWH, wat dertien maakt.
- JHWH komt zesmaal in deze Psalm voor. Tweemaal op het einde van het eerste versdeel: Ps 113,1 en Ps 113,4. Tweemaal op het einde van het tweede versdeel, en bijgevolg op het einde van het vers: Ps 113,1 en Ps 113,3. Het woord JHWH (Ps 113,4) staat op de zesentwintigste plaats (getalwaarde van JHWH is 26) vanaf het begin van de Psalm berekend (zonder halelûjâh). kJHWH (Ps 113,5) staat eveneens op de zesentwintigste plaats, berekend vanaf het einde van de Psalm (zonder halelûjâh).
- Ps 113,1 bestaat uit twee zinnen, die parallel zijn opgebouwd. De eerste zin telt 3 woorden, de tweede zin 4, in totaal 7 woorden. In beide zinnen begint het eerste woord met halelû (looft) en eindigt met JHWH. Ps 113,2 - Ps 113,3 is volgens het ABB'A' opgebouwd. In A staat de werkwoordvorm gezegend, in A' geloofd. Beide verzen tellen telkens 7 woorden. Ps 113,4 telt 8 woorden en is eveneens parallel opgebouwd zoals Ps 113,1. Het eerste woord is het werkwoord en is gemeenschappelijk. Het eerste deel van het vers eindigt op JHWH, het tweede op: zijn heerlijkheid (het 29ste woord van de Psalm, het midden van de Psalm, want de Psalm telt 58 woorden. De getalswaarde van het Hebreeuwse kebhôdô (zijn heerlijkheid) is 29.

Ps 113,1 - Ps 113,1 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Ps (Psalmen ) -- Ps 113 -- Ps 113,2 - Ps 113,3 - Ps 113,4 - Ps 113,5 - Ps 113,6 - Ps 113,7 - Ps 113,8 - Ps 113,9 - Wie is als Hij in hemel en op aarde -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
Allelouia. Aineite paides, kurion, aineite to onoma kuriou   Laudate pueri Dominum laudate nomen Domini  halëlûjâh halëlû  `abhëde(j) JHWH halëlû ´èth sjem JHWH   1 Hallelujah! Looft, gij knechten des HEEREN! looft den Naam des HEEREN. [1] Halleluja. Jullie, dienaren van de heer, prijs de naam* van de heer.  [1] Halleluja! Loof, dienaars van de HEER, loof de naam van de HEER.  Alleluia, looft, díenaars van de ÉNE, –– lóoft de náam van de ÉNE !   1. Alleluia! Louez, serviteurs de Yahvé, louez le nom de Yahvé!

King James Bible. [1] Praise ye the LORD. Praise, O ye servants of the LORD, praise the name of the LORD.
Luther-Bibel. 1 Halleluja! Lobet, ihr Knechte des HERRN, lobet den Namen des HERRN!

הַלְלוּ-יָהּ: הַלְלוּ, עַבְדֵי יְהוָה;    הַלְלוּ, אֶת-שֵׁם יְהוָה.

Tekstuitleg van Ps 113,1. Het vers Ps 113,1 telt 8 (2³) of 9 (3²) woorden, 16 + 4 = 20 lettergrepen en 30 (2 X 3 X 5) letters. De getalswaarde van Ps 113,1 is 1107 (3³ X 41).
- halëlûjâh (looft) staat aan het begin van de Psalm en kan als titel beschouwd worden.
- Ps 113,1 bestaat uit twee parallelle deelzinnen waarvan het eerste (halëlû) en het laatste woord (JHWH) hetzelfde is; slechts het middenste verschilt. De eerste zin bestaat uit drie woorden, de laatste zin uit vier woorden; beide deelzinnen tellen elk 12 letters, samen 24, met het opschrift erbij 30 letters. De getalswaarde van het eerste versdeel is: 24 + 33 + 23 + 26 = 106. Het laatste woord (JHWH) maakt deel uit van een genitiefconstructie. In de eerste zin komt na halëlû looft) het onderwerp ´abhëde(j) JHWH (dienaars van JHWH), in de tweede zin het lijdend voorwerp ´èth sjem JHWH (de naam van JHWH). Elk versdeel telt 8 lettergrepen; met het opschrift maakt dat een totaal van 20 lettergrepen. Om het aantal lettergrepen te behouden, vertaal ik het vers als volgt: prijst met lof dienaars van de Heer, prijst met lof de naam van de Heer.
- In Ps 113,1 werden in twee parallelzinnen eerst het lijdend voorwerp en dan het onderwerp gegeven. Ps 134,1 lijkt heel sterk op Ps 113,1. In Ps 134,1 worden alle gegevens in één zin verwerkt. mëborâkh (gezegend) van Ps 113,2 staat synoniem voor mëhullâl (geloofd) van Ps 113,3. In Ps 134,1 staat bâräkhû (zegent) parallel met halëlû (looft) van Ps 113,1.

Titel: הַלְלוּ-יָהּ (= halëlû jâh: looft JHWH). Tenakh (23). Zie de 25 הַלְלוּ (= halëlû: looft) behalve (1) Ps 117,1. (2) Ps 148,7.

Ps 113,1.1. הַלְלוּ (= halëlû: looft; wkw piel imperat 2de pers mann mv van het wkw הָלַל = hâlal: loven, prijzen). Taalgebruik in Tenakh: halal (loven, prijzen). Getalswaarde: he = 5, lamed = 12 of 30. Totaal: 5 + 12 + 12 of 5 + 30 + 30 = 29 of 65 (5 X 13 OF 26 + 13).
- h-l-l-w. Tenakh (27). Jr (2): (1) Jr 20,13. (2) Jr 31,7. Ps (25): (1) Ps 104,35. (2) Ps 105,45. (3) Ps 106,48. (4) Ps 111,1. (5) Ps 112,1. (6) Ps 113,1. (7) Ps 113,9. (8) Ps 115,18. (9) Ps 116,19. (10) Ps 117,1. (11) Ps 117,2. (12) Ps 135,1. (13) Ps 135,3. (14) Ps 135,21. (15) Ps 146,1. (16) Ps 146,10. (17) Ps 147,1. (18) Ps 147,20. (19) Ps 148,1. (20) Ps 148,7. (21) Ps 148,14. (22) Ps 149,1. (23) Ps 149,9. (24) Ps 150,1. (25) Ps 150,6.
- Vanuit de stam h-l-l (= hâlal: loven, prijzen) is het zn תהללה (= thëhillâh: lofzang) afgeleid. Met de thaw wordt het uiteindelijk resultaat weergegeven.
- Zie het verband tussen het Hebreeuwse הָלַל (= hâlal: loven, prijzen) en het Griekse λαλεω (= laleô: babbelen, kletsen). Lat: lallare. Ned: lallen, lullen. D: lallen.

Ps 113,1.2. עַבְדֵי (= `abhde: dienaren van; zn stat constr mann mv van het zn עֶבֶד = `èbhèd: dienaar, knecht). Getalswaarde van עֶבֶד (= `èbhèd: dienaar, knecht): ayin = 16 of 70, beth = 2, daleth = 4. Totaal: 16 + 2 + 4 of 70 + 2 + 4 = 22 (2 X 11) of 76 (4 X 19). Ps (4): (1) Ps 97,7. (2) Ps 113,1. (3) Ps 134,1. (4) Ps 135,1. `-b-d-j in Tenakh (145), in Ps (6): (1) Ps 89,4. (2) Ps 89,23. (3) Ps 97,7. (4) Ps 113,1. (5) Ps 134,1. (6) Ps 135,1.
- עֶבֶד (= `èbhèd: dienaar, knecht). Getalswaarde: ayin = 16 of 70, beth = 2, daleth = 4. Totaal: 16 + 2 + 4 of 70 + 2 + 4 = 22 (2 X 11) of 76 (4 X 19). Tenakh (115).
- עַבְדִּי (= `bhdi: mijn dienaar; zn mann enk stat constr van het zn עֶבֶד = `èbhèd: dienaar, knecht + suffix pers vnw 1ste pers mann enk). David, mijn dienaar: (1) Ps 89,4. (2) Ps 89,23.

Ps 113,1.3. JHWH. Eigennaam van God. Taalgebruik in Tenakh: JHWH. Tenakh (5193). Ps (547). In Ps 113 (5 + 1 = 6): (1) Ps 113,1 (2X). (2) Ps 113,2. (3) Ps 113,3. (4) Ps 113,4. In Ps 113,5 kaJHWH (als JHWH). In deze Psalm komt 3X sjem JHWH voor: (1) Ps 113,1. (2) Ps 113,2. (3) Ps 113,3. In Ps 113,4 staat JHWH (getalwaarde 26) op de 26ste plaats (de aanhef niet meegerekend).

Ps 113,1.2. - 3. עַבְדֵי יְהוָה (= `abhde JHWH: dienaars van.JHWH). Tenakh (5): (1) 2 K 9,7. (2) Ps 113,1. (3) Ps 134,1. (4) Ps 135,1. (5) Js 54,17.
- Wie zijn de dienaren van de Heer? De stam van Levi met priesters en Levieten? Of alle Israëlieten die JHWH dienen en zijn wetten, geboden en voorschriften onderhouden.

Ps 113,1.1. - 3. הַלְלוּ עַבְדֵי יְהוָה (= halëlû `abhde JHWH: looft, dienaars van.JHWH). Tenakh (2): (1) Ps 113,1. (2) Ps 135,1.

Ps 113,1.4. הַלְלוּ (= halëlû: looft; wkw piel imperat 2de pers mann mv van het wkw הָלַל = hâlal: loven, prijzen). Taalgebruik in Tenakh: halal (loven, prijzen). Getalswaarde: he = 5, lamed = 12 of 30. Totaal: 5 + 12 + 12 of 5 + 30 + 30 = 29 of 65 (5 X 13).
- h-l-l-w. Tenakh (27). Jr (2): (1) Jr 20,13. (2) Jr 31,7. Ps (25): (1) Ps 104,35. (2) Ps 105,45. (3) Ps 106,48. (4) Ps 111,1. (5) Ps 112,1. (6) Ps 113,1. (7) Ps 113,9. (8) Ps 115,18. (9) Ps 116,19. (10) Ps 117,1. (11) Ps 117,2. (12) Ps 135,1. (13) Ps 135,3. (14) Ps 135,21. (15) Ps 146,1. (16) Ps 146,10. (17) Ps 147,1. (18) Ps 147,20. (19) Ps 148,1. (20) Ps 148,7. (21) Ps 148,14. (22) Ps 149,1. (23) Ps 149,9. (24) Ps 150,1. (25) Ps 150,6.
- Vanuit de stam h-l-l (= hâlal: loven, prijzen) is het zn תהללה (= thëhillâh: lofzang) afgeleid. Met de thaw wordt het uiteindelijk resultaat weergegeven.
- Zie het verband tussen het Hebreeuwse הָלַל (= hâlal: loven, prijzen) en het Griekse λαλεω (= laleô: babbelen, kletsen). Lat: lallare. Ned: lallen, lullen. D: lallen.

Ps 113,1.5. ´èth (om het lijdend voorwerp aan te duiden). Tenakh (5699). Ps (123). Ps 113 (1) Ps 113,1.

Ps 113,1.6. sj-m (684). Ps (40). שֵׁם (= sjem: naam; zn). Taalgebruik in Tenakh: sjem (naam). Getalswaarde: sjin = 21 of 300, mem = 13 of 40; totaal: 34 (2 X 17) of 340 (10 X 2 X 17). In Ps 113,5 is de getalswaarde van מִי, כ (=mî k: wie is als, is eveneens 34 OF 70; mem =13 of 40, jod = 10, kaph = 11 of 20). In Ps 113 zit zevenmaal שם (= sjm. shm): (1) Ps 113,1: שֵׁם (= sjem: naam). (2) Ps 113,2: שֵׁם (= sjem: naam). (3) Ps 113,3: sj-m in שֶׁמֶש (= sjèmèsj: zon). (4) Ps 113,3: שֵׁם (= sjem: naam). (5) Ps 113,4: sj-m in הַשָּׁמַיִם (= hasjsjâmaim: de hemelen). (6) Ps 113,6: sj-m in בַּשָּׁמַיִם (= basjsjâmaim: in de hemelen). (7) Ps 113,9: שְׂמֵחָה (= shëmechâh: vreugdevol). Voeg hierbij zesmaal de naam JHWH, wat dertien maakt.
- Het woord שֶׁמֶש (= sjèmèsj: zon) kan de opgaande zon (de eerste sjin), de zon op het middaguur (de mem in het midden) en de ondergaande zon (de sjin op het einde van het woord symboliseren. sj-m komt 6X voor; het doet denken aan de zes weekdagen, de scheppingsdagen. sh-m komt voor in Ps 113,9: שְׂמֵחָה (= shëmechâh: vreugdevol); het doet denken aan de sjabbat.

Ps 113,1.7. יהוה (= JHWH). Eigennaam van de God van Israël. Taalgebruik in Tenakh: JHWH. Tenakh (5193). Ps (547). In Ps 113 (5 + 1 = 6): (1) Ps 113,1 (2X). (2) Ps 113,2. (3) Ps 113,3. (4) Ps 113,4. In Ps 113,5 kaJHWH (als JHWH). In deze Psalm komt 3X sjem JHWH voor: (1) Ps 113,1. (2) Ps 113,2. (3) Ps 113,3. In Ps 113,4 staat JHWH (getalswaarde 26) op de 26ste plaats (de aanhef niet meegerekend).

Ps 113,1.6. - 7. שֵׁם יהוה (= sjem JHWH: de naam van de Heer). Getalswaarde: 34 + 26 = 60 of 340 + 26 = 366. Tenakh (25). Ps (9): (1) Ps 7,18. (2) Ps 102,16. (3) Ps 102,22. (4) Ps 113,1. (5) Ps 113,2. (6) Ps 113,3. (7) Ps 135,1. (8) Ps 148,5. (9) Ps 148,13.
- Er wordt vertaald: de naam van JHWH, terwijl JHWH de naam zelf is. Maar wat is de naam van JHWH? Er is een verband tussen שֵׁם (= sjem: naam) en שֶׁמֶש (= sjèmèsj: zon) in deze Psalm. In het Oude Egypte was de naam van de zonnegod Ra, ook Aton tijdens de regering van Achn-aton. JHWH wordt uitgesproken als Adonai, toch sterk gelijkend op het Egyptische Aton Ai (Dienaar van Aton?).

Ps 113,1.5. - 7. אֶת-שֵׁם יְהוָה (= ´èth sjem JHWH: de naam JHWH). Tenakh (10): (1) Ex 20,7. (2) Dt 5,11. (3) Ps 102,16. (4) Ps 113,1. (5) Ps 135,1. (6) Ps 148,5. (7) Ps 148,13. (8) Js 56,6. (9) Js 59,19. (10) Jl 2,26.

Ps 113,1.4. - 7. הַלְלוּ אֶת-שֵׁם יְהוָה (= halëlû ´èth sjem JHWH: looft de naam JHWH). Tenach (2): (1) Ps 113,1. (2) Ps 135,1.


Ps 113,2 - Ps 113,2 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Ps (Psalmen ) -- Ps 113 -- Ps 113,1 - Ps 113,2 - Ps 113,3 - Ps 113,4 - Ps 113,5 - Ps 113,6 - Ps 113,7 - Ps 113,8 - Ps 113,9 - Wie is als Hij in hemel en op aarde -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
eiè to onoma kuriou eulogèmenon apo tou nun kai heôs tou aiônos  sit nomen Domini benedictum ex hoc nunc et usque in saeculum  jëhî sjem JHWH mëbhorâkh me`aththâh wë`ad `ôlâm  2 De Naam des HEEREN zij geprezen, van nu aan tot in der eeuwigheid.  [2] Geprezen is de naam van de heer van nu tot in eeuwigheid,  [2] De naam van de HEER zij geprezen van nu tot in eeuwigheid.  2 Zij de naam van de ÉNE gezégend, –– van nú en tót in éeuwigheid!   2. Béni soit le nom de Yahvé, dès maintenant et à jamais! 

Persoonlijke vertaling. de naam van de Heer zij gezegend vanaf nu en tot in eeuwigheid
King James Bible. Blessed be the name of the LORD from this time forth and for evermore.
Luther-Bibel. 2 Gelobt sei der Name des HERRN von nun an bis in Ewigkeit!

יְהִי שֵׁם יְהוָה מְבֹרָךְ--    מֵעַתָּה, וְעַד-עוֹלָם

Tekstuitleg van Ps 113,2. Dit vers Ps 113,2 telt 7 woorden, 16 (9 + 7) lettergrepen en 24 (2³ X 3) letters. Het eerste versdeel telt 4 woorden, 13 letters en 9 lettergrepen. Het tweede versdeel telt 3 woorden, 11 letters en 7 lettergrepen. De getalwaarde van Ps 113,2 is 1394 (2 X 17 X 41).
- שֵׁם יהוה (= sjem JHWH: de naam van de Heer) staat in de tweede zin van Ps 113,1 als lijdend voorwerp, in de eerste zin van Ps 113,2 als onderwerp. Ps 113,2 haakt dus in op de tweede en laatste zin van Ps 113,1. Ps 113,2 bestaat uit één zin van zeven woorden en vierentwintig letters (zoals Ps 113,1): "Zij de naam van de Heer gezegend vanaf nu tot eeuwig". In de Latijnse liturgie komt dit vers veelvuldig voor: sit nomen Domini benedictum ex hoc nunc et usque in saeculum.
- De getalswaarde van mem is 13. In het eerste deel van het vers wordt de naam JHWH omgeven door de letter mem; 2 X 13 = 26. Ook de getalswaarde van JHWH is 26. Het tweede deel van het vers begint met de letter mem ( מֵעַתָּה = me`aththâh: vanaf nu) en eindigt met de letter m (עוֹלָם =`ôlâm: eeuwig); opnieuw 2 X 13. In dit vers komt dus viermaal de letter mem voor.

Ps 113,2.1.ַיְהִי (= jëhî: wees; wkw act qal imperat 2de pers mann enk van het wkw הָיָה = hâjâh: zijn). Taalgebruik in Tenakh: hâjâh (zijn). Getalswaarde: he = 5, jod = 10; totaal: 20 (2² X 5). Tenakh (49). Ps (13): (1) Ps 33,22. (2) Ps 35,6. (3) Ps 69,23. (4) Ps 69,26. (5) Ps 72,16. (6) Ps 72,17. (7) Ps 104,31. (8) Ps 109,12. (9) Ps 109,13. (10) Ps 113,2. (11) Ps 119,76. (12) Ps 119,80. (13) Ps 122,7.

Ps 113,2.2. sj-m (684). Ps (40). שֵׁם (= sjem: naam; zn). Taalgebruik in Tenakh: sjem (naam). Getalswaarde: sjin = 21 of 300, mem = 13 of 40; totaal: 34 (2 X 17) of 340 (10 X 2 X 17). In Ps 113,5 is de getalswaarde van מִי, כ (=mî k: wie is als, is eveneens 34 OF 70; mem =13 of 40, jod = 10, kaph = 11 of 20). In Ps 113 zit zevenmaal שם (= sjm. shm): (1) Ps 113,1: שֵׁם (= sjem: naam). (2) Ps 113,2: שֵׁם (= sjem: naam). (3) Ps 113,3: sj-m in שֶׁמֶש (= sjèmèsj: zon). (4) Ps 113,3: שֵׁם (= sjem: naam). (5) Ps 113,4: sj-m in הַשָּׁמַיִם (= hasjsjâmaim: de hemelen). (6) Ps 113,6: sj-m in בַּשָּׁמַיִם (= basjsjâmaim: in de hemelen). (7) Ps 113,9: שְׂמֵחָה (= shëmechâh: vreugdevol). Voeg hierbij zesmaal de naam JHWH, wat dertien maakt.
- Het woord שֶׁמֶש (= sjèmèsj: zon) kan de opgaande zon (de eerste sjin), de zon op het middaguur (de mem in het midden) en de ondergaande zon (de sjin op het einde van het woord symboliseren. sj-m komt 6X voor; het doet denken aan de zes weekdagen, de scheppingsdagen. sh-m komt voor in Ps 113,9: שְׂמֵחָה (= shëmechâh: vreugdevol); het doet denken aan de sjabbat.

Ps 113,2.3. יהוה (= JHWH). Eigennaam van de God van Israël. Taalgebruik in Tenakh: JHWH. Tenakh (5193). Ps (547). In Ps 113 (5 + 1 = 6): (1) Ps 113,1 (2X). (2) Ps 113,2. (3) Ps 113,3. (4) Ps 113,4. In Ps 113,5 kaJHWH (als JHWH). In deze Psalm komt 3X sjem JHWH voor: (1) Ps 113,1. (2) Ps 113,2. (3) Ps 113,3. In Ps 113,4 staat JHWH (getalswaarde 26) op de 26ste plaats (de aanhef niet meegerekend).

Ps 113,2.2. - 3. שֵׁם יהוה (= sjem JHWH: de naam van de Heer). Getalswaarde: 34 + 26 = 60 of 340 + 26 = 366. Tenakh (25). Ps (9): (1) Ps 7,18. (2) Ps 102,16. (3) Ps 102,22. (4) Ps 113,1. (5) Ps 113,2. (6) Ps 113,3. (7) Ps 135,1. (8) Ps 148,5. (9) Ps 148,13.
- Er wordt vertaald: de naam van JHWH, terwijl JHWH de naam zelf is. Maar wat is de naam van JHWH? Er is een verband tussen שֵׁם (= sjem: naam) en שֶׁמֶש (= sjèmèsj: zon) in deze Psalm. In het Oude Egypte was de naam van de zonnegod Ra, ook Aton tijdens de regering van Achn-aton. JHWH wordt uitgesproken als Adonai, toch sterk gelijkend op het Egyptische Aton Ai (Dienaar van Aton?).

Ps 113,2.4. מְבֹרָךְ (= mëborâkh: gezegend); wkw passief pual part mann enk van het wkw בָרַך = bârakh: zegenen, loven, prijzen). Taalgebruik in Tenakh: bârakh (zegenen, loven, prijzen). Getalswaarde: beth = 2, resj = 20 of 200, kaf = 11 of 20. Totaal: 33 (3 X 11) of 222 (2 X 111). Structuur: 2 - 2 - 2. m-b-k in Tenakh (26). Deze vorm komt slechts in zes verzen in de bijbel voor. (1) Nu 22,6. (2) Js 66,3. (3) Ps 113,2. (4) Spr 27,14. (5) Job 1,21. (6) Da 2,20. In de Psalmen slechts in Ps 113,2. De naam van de Heer zij gezegend, van nu af tot in eeuwigheid. In de Latijnse vertaling volgens de LXX: Sit nomen Domini benedictum, ex hoc nunc et usque in saeculum. Vertaald: de naam van de Heer zij gezegend, van eeuwigheid tot in eeuwigheid. In Da 2,20 vinden we bijna een identieke zin, evenwel in het Aramees.
- Gr: ευλογεω (= eulogeô: zegenen, goed spreken, loven, prijzen). Taalgebruik in de Septuaginta: eulogeô (goed spreken, loven, prijzen). Taalgebruik in het NT: eulogeô (goed spreken, loven, prijzen). Een vorm van ευλογεω (= eulogeô: zegenen, goed spreken, loven, prijzen) in de LXX (516), in het NT (42). eulogeô = Lat: benedicere (benedijen). Fr: bénir. Ned: zegenen < signare (tekenen), het signum (teken) van het kruis slaan.

Ps 113,2.1. - 4. יְהִי שֵׁם יהוה מְבֹרָךְ (= jëhî sjem JHWH mëbhorâkh: de naam van JHWH zij gezegend) in Tenakh (2): (1) Ps 113,2. (2) Job 1,21.

Ps 113,2.5. מֵעַתָּה (= me `aththâh: vanaf nu; < prefix vz min + bw van tijd עַתָּה = `aththâh (nu). Taalgebruik in Tenakh: `aththâh (nu). Getalswaarde: ajin = 16 of 70, taw = 22 of 400, he = 5; totaal: 43 OF 475 (5² X 19). Structuur: 7 - 4 - 5. De som van de elementen is telkens 7. Tenakh (13): (1) Js 9,6. (2) Js 48,6. (3) Js 59,21. (4) Jr 3,4. (5) Hos 2,9. (6) Mi 4,7. (7) Ps 113,2. (8) Ps 115,18. (9) Ps 121,8. (10) Ps 125,2. (11) Ps 131,3. (12) Da 10,17. (13) 2 Kr 16,9.

Ps 113,2.6. וְעַד (= wë`ad: en tot; < prefix vw wë + voorzetsel עַד = `ad: tot). Taalgebruik in Tenakh: `ad (tot). Getalswaarde: ajin = 16 of 70, daleth = 4; totaal: 20 (2² X 5) OF 74 (2 X 37). De som van de elementen is telkens 2. Tenakh (222). Ps (25). Ps 113 (1) Ps 113,2.

Ps 113,2.7. עוֹלָם = `ôlâm (eeuwig). Taalgebruik in Tenakh: `ôlâm (eeuwig). Getalwaarde: ajin: 16 of 70, waw = 6, lamed = 12 of 30, mem = 13 of 40; totaal: 47 of 146 (2 X 73) Structuur: 7 - 6 - 3 - 4. De som van de elementen is telkens 2. Tenakh (205). Pentateuch (59). Eerdere Profeten (24). Latere Profeten (62). 12 Kleine Profeten (8). Geschriften (52). Ps (30). Ps 113 (1) Ps 113,2.

Ps 113,2.6. - 7. וְעַד עוֹלָם (= wë`ad `ôlâm: en tot in eeuwigheid). Tenakh (12): (1) 1 Kr 29,10. (2) Ps 103,17. (3) Ps 113,2. (4) Ps 115,18. (5) Ps 121,8. (6) Ps 125,2. (7) Ps 131,3. (8) Js 9,6. (9) Js 59,21. (10) Jr 7,7. (11) Jr 25,5. (12) Mi 4,7.

Ps 113,2.5. - 7. מֵעַתָּה וְעַד עוֹלָם (= me`aththâh wë`ad `ôlâm: vanaf nu tot eeuwig). Afgezien van het voorzetsel m(e) en de waw beginnen de drie woorden met ajin: `aththâh (nu), `ad (tot), `ôlâm (eeuwig). Tenakh (8): (1) Ps 113,2. (2) Ps 115,18. (3) Ps 121,8. (4) Ps 125,2. (5) Ps 131,3. (6) Js 9,6. (7) Js 59,21. (8) Mi 4,7.
- LXX: ἀπὸ τοῦ νῦν καὶ ἕως τοῦ αἰῶνος (= apo tou nun kai heôs tou aiônos: vanaf nu en tot eeuwig).

Ps 113,3 - Ps 113,3 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Ps (Psalmen ) -- Ps 113 -- Ps 113,1 - Ps 113,2 - Ps 113,3 - Ps 113,4 - Ps 113,5 - Ps 113,6 - Ps 113,7 - Ps 113,8 - Ps 113,9 - Wie is als Hij in hemel en op aarde -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
apo anatolôn hèliou mechri dusmôn aineite to onoma kuriou  a solis ortu usque ad occasum laudabile nomen Domini  mimmizërach sjèmèsj `ad mëbhô´ô mëhullâm sjem JHWH   3 Van den opgang der zon af tot haar nedergang, zij de Naam des HEEREN geloofd.  [3] vanaf het rijzen* van de zon tot aan haar dalen* moet de naam van de heer geprezen zijn.  [3] Van waar de zon opkomt tot waar zij ondergaat, zij geloofd de naam van de HEER.  3 Van waar de zon ópdaagt tot waar hij áankomt –– zij gelóofd de náam van de ÉNE.  3. Du lever du soleil à son coucher, loué soit le nom de Yahvé! 

King James Bible. From the rising of the sun unto the going down of the same the LORD'S name is to be praised.
Luther-Bibel. 3 Vom Aufgang der Sonne bis zu ihrem Niedergang sei gelobet der Name des HERRN!

Ps 113,3 telt 7 woorden, 16 (9 + 7) lettergrepen en 25 (5²) letters. De getalswaarde van Ps 113,3 is 1535 (5 X 307). Het eerste deel van Ps 113,3 haakt in op het tweede gedeelte van Ps 113,2: m(in)... `ad (van... tot). Het tweede deel van Ps 113,3 vormt een parallel met het eerste deel van Ps 113,2. Zo staan we voor een concentrische opbouw: ABB'A'. Daarenboven zijn het eerste deel van Ps 113,2 en het tweede deel van Ps 113,3 chiastisch opgebouwd: onderwerp - werkwoord / werkwoord - onderwerp. meborâkh (gezegend) van Ps 113,2 staat synoniem voor mehullâl (geloofd) van Ps 113,3. Het vers telt zeven woorden en vijfentwintig letters. Vertaald: van zonsopgang tot ondergang geprezen de naam van de Heer. Het eerste en het laatste woord van het eerste versdeel begint met de letter mem. In sjèmèsj treffen we het woord sjem (naam) aan. miz¨rach (het opkomen) en mëbô`´ (het ondergaan) zijn twee zelfstandige naamwoorden, gevormd met de beginletter mem. mëhullâl (geprezen, geloofd) is het tweede participium in deze Psalm dat begint met de letter mem.
Ps 113,1 - Ps 113,2 - Ps 113,3 tellen 7 X 3 = 21 woorden en 24 + 24 + 25 = 73 lettergrepen.

Ps 113,3.1. mimmizërach (van het opkomen). Voorzetsel min en zelfstandig naamwoord mannelijk enkelvoud mizërâch (oosten, opkomst). Taalgebruik in Tenakh: mizërâch (oosten, opkomst). Tenakh (16): (1) Nu 21,11. (2) Joz 11,3. (3) Joz 16,6. (4) Joz 17,10. (5) Re 11,18. (6) Re 20,43. (7) Js 41,2. (8) Js 41,25. (9) Js 43,5. (10) Js 45,6. (11) Js 46,11. (12) Mal 1,11. (13) Ps 50,1. (14) Ps 107,3. (15) Ps 113,3. (16) Da 11,44.

Ps 113,3.2. sjèmèsj (zon). Taalgebruik in Tenakh: sjèmèsj (zon). Getalwaarde: sjin = 21 of 300; mem = 13 of 40; totaal: 55 (5 X 11) OF 640 (2² X 2³ X 2³ X 5²). Structuur: 3 - 4 - 3. Gr. (h)èlios (zon). Taalgebruik in het NT: hèlios (zon). Lat. sol, -is. Fr. le soleil. E. sun. D. Sonne. Ned. zon. Tenakh (50). Pentateuch (3). Eerdere Profeten (231). Latere Profeten (6). 12 Kleine Profeten (6). Geschriften (14). Ps (8): (1) Ps 50,1. (2) Ps 58,9. (3) Ps 72,5. (4) Ps 72,17. (5) Ps 84,12. (6) Ps 104,19. (7) Ps 113,3. (8) Ps 148,3.
sj-m (684). Ps (40). sjem (naam). Taalgebruik in Tenakh: sjem (naam). Zelfstandig naamwoord. Nominatief of accusatief enkelvoud. Getalwaarde: sjin = 21 of 300, mem = 13 of 40; totaal: 34 (2 X 17) of 340 (10 X 2 X 17). In Ps 113,5 is de getalwaarde van mî k (wie is als) eveneens 34 (OF 70) (mem =13 of 40, jod = 10, kaph = 11 of 20). In Ps 113 zit zevenmaal sj / sh -m: (1) Ps 113,1: sjem = naam. (2) Ps 113,2: sjem = naam. (3) Ps 113,3: sj-m in sjèmèsj (zon). (4) Ps 113,3: sjem = naam. (5) Ps 113,4: sj-m in hasjsjâmaim (de hemelen). (6) Ps 113,6: sj-m in basjsjâmaim (in de hemelen). (7) Ps 113,9: shëmechâh (vreugdevol). Voeg hierbij zesmaal de naam JHWH, wat dertien maakt.

Ps 113,3.1. - 2. mimmizërach sjèmesj (van het opkomen van de zon). Tenakh (6): (1) Re 11,18. (2) Js 41,25. (3) Js 45,6. (4) Mal 1,11. (5) Ps 50,1. (6) Ps 113,3.

Ps 113,3.3. `ad (tot). Taalgebruik in Tenakh: `ad (tot). Getalwaarde: ajin = 16 of 70, daleth = 4; totaal: 20 (2² X 5) OF 74 (2 X 37). Tenakh (1012). Ps (63). Ps 113 (1) Ps 113,3.

Ps 113,3.4. mâbô´(plaats van de ondergang van de zon, westen). Taalgebruik in Tenakh: mâbô´(plaats van de ondergang van de zon, westen). mëbô´ô (zijn ondergang). Tenakh (3): (1) Ps 104,19. (2) Ps 113,3. (3) Mal 1,11.

Ps 113,3.1. - 4. mimmizërach sjèmèsj `ad mëbô´ô (van het opkomen van de zon tot haar ondergang). Tenakh (3): (1) Ps 50,1. (2) Ps 113,3. (3) Mal 1,11.

Ps 113,3.5. mëhullâl (geprezen, geloofd). Pual participium nom. mann. enk. van het werkw. hâlal (loven, prijzen). Taalgebruik in Tenakh: halal (loven, prijzen). he = 5, lamed = 12 of 30. Totaal: 5 + 12 + 12 of 5 + 30 + 30 = 29 of 65 (5 X 13).. Slechts in drie verzen in de bijbel: (1) 2 S 22,4. (2) Ps 18,4. (3) Ps 113,3.

Ps 113,3.6. sj-m (684). Ps (40). sjem (naam). Taalgebruik in Tenakh: sjem (naam). Zelfstandig naamwoord. Nominatief of accusatief enkelvoud. Getalwaarde: sjin = 21 of 300, mem = 13 of 40; totaal: 34 (2 X 17) of 340 (10 X 2 X 17). In Ps 113,5 is de getalwaarde van mî k (wie is als) eveneens 34 (OF 70) (mem =13 of 40, jod = 10, kaph = 11 of 20). In Ps 113 zit zevenmaal sj / sh -m: (1) Ps 113,1: sjem = naam. (2) Ps 113,2: sjem = naam. (3) Ps 113,3: sj-m in שֶׁמֶש (= sjèmèsj: zon). (4) Ps 113,3: sjem = naam. (5) Ps 113,4: sj-m in hasjsjâmaim (de hemelen). (6) Ps 113,6: sj-m in basjsjâmaim (in de hemelen). (7) Ps 113,9: shëmechâh (vreugdevol). Voeg hierbij zesmaal de naam JHWH, wat dertien maakt.

Ps 113,3.7. JHWH. Eigennaam van God. Taalgebruik in Tenakh: JHWH. Tenakh (5193). Ps (547). In Ps 113 (5 + 1 = 6): (1) Ps 113,1 (2X). (2) Ps 113,2. (3) Ps 113,3. (4) Ps 113,4. In Ps 113,5 kaJHWH (als JHWH). In deze Psalm komt 3X sjem JHWH voor: (1) Ps 113,1. (2) Ps 113,2. (3) Ps 113,3. In Ps 113,4 staat JHWH (getalwaarde 26) op de 26ste plaats (de aanhef niet meegerekend).

Ps 113,3.6. - 7. - שֵׁם יהוה (= sjem JHWH: de naam van de Heer). Getalswaarde: 34 + 26 = 60 of 340 + 26 = 366. Tenakh (25). Ps (9): (1) Ps 7,18. (2) Ps 102,16. (3) Ps 102,22. (4) Ps 113,1. (5) Ps 113,2. (6) Ps 113,3. (7) Ps 135,1. (8) Ps 148,5. (9) Ps 148,13.

Ps 113,4 - Ps 113,4 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Ps (Psalmen ) -- Ps 113 -- Ps 113,1 - Ps 113,2 - Ps 113,3 - Ps 113,4 - Ps 113,5 - Ps 113,6 - Ps 113,7 - Ps 113,8 - Ps 113,9 - Wie is als Hij in hemel en op aarde -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
hupsèlos epi panta ta ethnè ho kurios  epi tous ouranous hè doxa autou excelsus super omnes gentes Dominus super caelos gloria eius râm `al kâl gôîm JHWH `al hasjsjâmaîm këbhôdô 4 De HEERE is hoog boven alle heidenen, boven de hemelen is Zijn heerlijkheid.  [4] De heer staat hoog boven alle volken zelfs boven de hemel staat zijn glorie.  [4] Verheven boven alle volken is de HEER, verheven boven de hemel zijn luister.  4 Boven alle volkeren is verhéven de ÉNE, –– boven de hémelén zijn glórie.   4. Plus haut que tous les peuples, Yahvé! plus haut que tous les cieux, sa gloire! 

King James Bible. [4] The LORD is high above all nations, and his glory above the heavens.
Luther-Bibel. 4 Der HERR ist hoch über alle Völker; seine Herrlichkeit reicht, so weit der Himmel ist.

Tekstuitleg van Ps 113,4. Het vers Ps 113,4 telt 8 (2³) woorden, 16 (8 + 8) lettergrepen en 26 (2 X 13) ltters. De getalwaarde van Ps 113,4 is 1008 (2² X 2² X 3é X 7). Het woord JHWH (Ps 113,4) staat op de zesentwintigste plaats (getalwaarde van JHWH is 26) vanaf het begin van de Psalm berekend (zonder halelûjâh). kJHWH (Ps 113,5) staat eveneens op de zesentwintigste plaats, berekend vanaf het einde van de Psalm (zonder halelûjâh).

Ps 113,4.1. act. qal part. nom. mann. enk. râm (verheven) van het werkw. rûm (zich verheffen, opstaan). Taalgebruik in Tenakh: rûm (zich verheffen, opstaan). Getalwaarde: resj = 20 of 200, waw = 6, mem = 13 of 40; totaal: 39 (3 X 13) OF 246 (2 X 3 X 41). Structuur: 2 - 6 - 4. Tenakh: 5X als bijvoeglijk naamwoord, 6X als persoonsnaam (Ram); (1) Dt 27,14. (2) Js 6,1. (3) Js 57,15. (4) Ps 113,4. (5) Ps 138,6.

Ps 113,4.2. `al (op, overeenkomstig). Taalgebruik: `al (op, overeenkomstig). Getalwaarde: ajin = 16 of 70, lamed = 12 of 30; totaal: 28 of 100. Structuur: 7 - 3. Tenakh (3075). Ps (172). Ps 113 (1) Ps 113,4 (2X).

Ps 113,4.3. kl (al). Taalgebruik in Tenakh: kl (al). Getalwaarde: kaph = 11 of 20, lamed = 12 of 30; totaal: 23 OF 50 (2 X 5²). Structuur: 2 - 3. Tenakh (2709). Pentateuch (824). Gr. pas, pasa, pan (ieder, elk). Taalgebruik in de Septuaginta: pas (ieder, elk). Taalgebruik in het N.T.: pas (ieder, elk). Lat. omnis. Fr. tout. Ned. heel, al, gans. D. al. E. whole. Ps (207). Ps 113 (1): Ps 113,4.

Ps 113,4.4. mann. mv. gojim (volken) van het zelfst. naamw. gôj (volk). Taalgebruik in Tenakh: gôj (volk). Gr. ethnos (volk). Getalwaarde: gimel = 3, waw = 6, jod = 10; totaal: 19. Structuur: 3 - 6 - 1. Taalgebruik in de Septuaginta.: ethnos (volk). Taalgebruik in het N.T.: ethnos (volk). Lat. populus. Fr. peuple. E. people. Ned. volk. D. Volk. Tenakh (133). Ps (31). Ps 113 (1): Ps 113,4.

Ps 113,4.2. - 4. `al kâl gôjim (boven alle volken). Tenakh (1): Ps 113,4.

Ps 113,4.5. JHWH. Eigennaam van God. Taalgebruik in Tenakh: JHWH. Tenakh (5193). Ps (547). In Ps 113 (5 + 1 = 6): (1) Ps 113,1 (2X). (2) Ps 113,2. (3) Ps 113,3. (4) Ps 113,4. In Ps 113,5 kaJHWH (als JHWH). In deze Psalm komt 3X sjem JHWH voor: (1) Ps 113,1. (2) Ps 113,2. (3) Ps 113,3. In Ps 113,4 staat JHWH (getalwaarde 26) op de 26ste plaats (de aanhef niet meegerekend).

Ps 113,4.6. `al (op, overeenkomstig). Taalgebruik: `al (op, overeenkomstig). Getalwaarde: ajin = 16 of 70, lamed = 12 of 30; totaal: 28 of 100. Structuur: 7 - 3. Tenakh (3075). Ps (172). Ps 113 (1) Ps 113,4 (2X).

Ps 113,4.7. lidw. ha + zelfst. naamw. sjamajim (hemelen). Taalgebruik in Tenakh: sjamajim (hemelen). Getalwaarde: sjin = 21 of 300, mem = 13 of 40, jod = 10, mem = 13 of 40; totaal: 57 (3 X 19) OF 390 (2 X 3 X 5 X 13 = 15 X 26). Structuur: 3 - 4 - 1 - 4. Taalgebruik in de Septuaginta: ouranos (hemel). Taalgebruik in het N.T.: ouranos (hemel). Lat. coelum. Fr. ciel. Ned. hemel. D. Himmel. E. heaven. Een vorm van ouranos (hemel) in de LXX (682), in het N.T. (272). hasjsjamajim (de hemelen). Tenakh (223). Js (15):: (1) Ps 8,2. (2) Ps 19,2. (3) Ps 19,7. (4) Ps 50,4. (5) Ps 57,6. (6) Ps 79,2. (7) Ps 96,11. (8) Ps 97,6. (9) Ps 104,12. (10) Ps 113,4. (11) Ps 115,16. (12) Ps 136,5. (13) Ps 136,26. (14) Ps 148,1. (15) Ps 148,4.
sj-m (684). Ps (40). sjem (naam). Taalgebruik in Tenakh: sjem (naam). Zelfstandig naamwoord. Nominatief of accusatief enkelvoud. Getalwaarde: sjin = 21 of 300, mem = 13 of 40; totaal: 34 (2 X 17) of 340 (10 X 2 X 17). Structuur: 3 - 4. In Ps 113,5 is de getalwaarde van mî k (wie is als) eveneens 34 (OF 70) (mem =13 of 40, jod = 10, kaph = 11 of 20). In Ps 113 zit zevenmaal sj / sh -m: (1) Ps 113,1: sjem = naam. (2) Ps 113,2: sjem = naam. (3) Ps 113,3: sj-m in sjèmèsj (zon). (4) Ps 113,3: sjem = naam. (5) Ps 113,4: sj-m in hasjsjâmajim (de hemelen). (6) Ps 113,6: sj-m in basjsjâmajim (in de hemelen). (7) Ps 113,9: shëmechâh (vreugdevol). Voeg hierbij zesmaal de naam JHWH, wat dertien maakt.

Ps 113,4.6. - 7. `al hasjsjamajim (op de hemelen). Tenakh (5): (1). (2). (3). (4). (5).

Ps 113,4.8. kabhôd + suffix pers. voornaamw. 3de pers.enk. khëbhôdô (zijn heerlijkheid). khabhôd (heerlijkheid). Taalgebruik in Tenakh: kabhôd (heerlijkheid). Getalwaarde: kaph = 11 of 20, beth = 2, waw = 6, daleth = 4. Totaal: 23 of 32 (2² X 2³). Structuur: 2 - 2 - 6 - 4. khabhod = 17. In het Hebreeuws betekent het zwaarte (b.v. van zijn mantel). In het Grieks getransponeerd naar iets lichts, heerlijks: doxa. Lat. gloria. Fr. gloire. E. glory. Ned. heerlijkheid. D. Herrlichkeit. Ps 113 bestaat uit 58 woorden; het Hebreeuwse woord këbhôdô (zijn heerlijkheid) is het negenentwintigste woord in de Psalm, precies in de helft. Tenakh (13). Ps (6): (1) Ps 21,6 (gâdôl khëbhôdô = groot is zijn heerlijkheid). (2) Ps 49,18. (3) Ps 72,19. (4) Ps 96,3. (5) Ps 97,6. (6) Ps 113,4.

Ps 113,5 - Ps 113,5 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Ps (Psalmen ) -- Ps 113 -- Ps 113,1 - Ps 113,2 - Ps 113,3 - Ps 113,4 - Ps 113,5 - Ps 113,6 - Ps 113,7 - Ps 113,8 - Ps 113,9 - Wie is als Hij in hemel en op aarde -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
5 tis ôs kurios o theos èmôn o en upsèlois katoikôn 5 quis ut Dominus Deus noster qui in excelsis habitans    5 Wie is gelijk de HEERE, onze God? Die zeer hoog woont.  [5] Wie is als de Heer, onze God? Hij troont in de hemel daar boven,  [5] Wie is gelijk aan de HEER, onze God, die hoog daar boven zijn woning heeft,  5 Wie is als de ÉNE, onze Gód?– –– die zijn zétel zét in den hóge,   5. Qui est comme Yahvé notre Dieu, lui qui s'élève pour siéger 

King James Bible. [5] Who is like unto the LORD our God, who dwelleth on high,
Luther-Bibel. 5 Wer ist wie der HERR, unser Gott, im Himmel und auf Erden?

Tekstuitleg van Ps 113,5. Het vers Ps 113,5 telt 5 woorden, 15 (8 + 7) lettergrepen en 24 (2³ X 3) letters. De getalwaarde van Ps 113,5 is 1005 (3 X 5 X 67).

Ps 113,5.1. מִי = mî (wie). Taalgebruik in Tenakh: mî (wie). Getalswaarde: mem = 13 of 40, jod = 10; totaal: 23 OF 50 (2 X 5²). Structuur: 1 - 4. De som van de elementen is telkens 5. Tenakh (348). Pentateuch (59). Eerdere Profeten (70). Latere Profeten (82). 12 Kleine Profeten (17). Geschriften (120). Dt (14). Ps (37). Ps 113 (1): Ps 113,5.
- מִי = mî (wie) < een woord met 1 medeklinker. De lange î is î gebleven omdat het een proclitisch woord is. Proclitisch wil zeggen dat een eenlettergrepig onbeklemtoond woord wordt gehecht aan het volgende (Lettinga(6) 13d).
- In de medeklinkers m-j-m zitten de woorden m-j (mî = wie), j-m (jâm = zee), m-j-m (water); in sjâmajim (hemel) zit het woord m-j-m (water).
- Ned.: wie ? Arabisch: مَن = man (wie). Taalgebruik in de Qoran: man (wie). Aramees: מַן = man (wie?). Hebreeuws: מִי = mî (wie). Taalgebruik in Tenakh: mî (wie).

Ps 113,5.2. כַּיהוה = kJHWH < prefix kë + JHWH. Eigennaam van God. Taalgebruik in Tenakh: JHWH. Getalwaarde: jod = 10, he = 5, waw = 6. Totaal: 26. Structuur: 1 - 5 - 6 - 5. Tenakh (4): (1) Ex 8,6. (2) Dt 4,7. (3) 1 S 2,2. (4) Ps 113,5.

Ps 113,5.1. - 2. יְהוָה (= JHWH). Eigennaam van God. Taalgebruik in Tenakh: JHWH. Getalswaarde: jod = 10, he = 5, waw = 6; totaal: 26. Structuur: 1 - 5 - 6 - 5. Tenakh (5193). Pentateuch (1326). 1 S (240). Een vorm van JHWH in 1 S 2 (20).
-  יְהוָה (= JHWH). 1 S 2 (15): (1) 1 S 2,3. (2) 1 S 2,6. (3) 1 S 2,7. (4) 1 S 2,10. (5) 1 S 2,11. (6) 1 S 2,12. (7) 1 S 2,17. (8) 1 S 2,18. (9) 1 S 2,20. (10) 1 S 2,21. (11) 1 S 2,24. (12) 1 S 2,25. (13) 1 S 2,26. (14) 1 S 2,27. (15) 1 S 2,30.
- בַּיהוָה (= bJHWH: (in/aan JHWH) < bë + JHWH. Tenakh (103). Pentateuch (12). Eerdere Profeten (36). Latere Profeten (14). 12 Kleine Profeten (9). Geschriften (32).1 S 2,1-10 (1): 1 S 2,1.
- כַּיהוָה = kJHWH: zoals JHWH). 1 S 2,1-10 (1): 1 S 2,2. Tenakh (4): (1) Ex 8,6. (2) Dt 4,7. (3) 1 S 2,2. (4) Ps 113,5.
- לַיהוָה = lJHWH: voor JHWH). 1 S 2 (3): (1) 1 S 2,8. (2) 2 S 2,20. (3) 2 S 2,25.

In Ps 113,5 wordt de vraag gesteld mî kJHWH (wie is als JHWH). Het antwoord erop wordt gegeven in Ex 8,6: ´e(j)n kJHWH (er is geen als JHWH). Ook in 1 S 2,2 wordt een antwoord gegeven: ´e(j)n qâdôsj kJHWH (er is geen heilig als JHWH).

Ps 113,5.3. אֱלֹהֵינוּ = ´è:lohe(j)nû (onze God) < stat. constr. + suffix bezittelijk voornaamw. 1ste pers. mv. van het zelfst. naamw. אֱלֹהִים = ´èlohîm (God). Taalgebruik in Tenakh: ´èlohîm (God). Getalswaarde: aleph = 1; lamed = 12 of 30; he = 5; jod = 10; mem = 13 of 40; totaal: 41 of 86 (2 X 43). Structuur: 1 - 3 -5 -1 - 4. De som van de elementen is telkens 5. De verkorte vorm van de godsnaam אֱלֹהִים = ´èlohîm is אֵל = ´el. Getalswaarde is: aleph = 1; lamed = 12 of 30; totaal 13 of 31 (spiegelbeeld). Structuur: 1 - 3. De som van de elementen is telkens 4. Tenakh (164). Pentateuch (29). Eerdere Profeten (20). Latere Profeten (29). 12 Kleine Profeten (4). Geschriften (82).Gn (0). Ex (7). Lv (0). Nu (0). Dt (22): (1) Dt 1,6. (2) Dt 1,19. (3) Dt 1,20. (4) Dt 1,25. (5) Dt 1,41. (6) Dt 2,29. (7) Dt 2,33. (8) Dt 2,36. (9) Dt 2,37. (10) Dt 3,3. (11) Dt 4,7. (12) Dt 5,2. (13) Dt 5,24. (14) Dt 5,25. (15) Dt 5,27 (2X). (16) Dt 6,4. (17) Dt 6,20. (18) Dt 6,24. (19) Dt 6,25. (20) Dt 29,14. (21) Dt 29,14. (22) Dt 29,17. Eerdere Profeten (20): (1) Joz 18,6. (2) Joz 22,19. (3) Joz 22,29. (4) Joz 24,17. (5) Joz 24,18. (6) Joz 24,24. (7) Re 10,10. (8) Re 11,24. (9) Re 16,23. (10) Re 16,24. (11) 1 S 5,7. (12) 1 S 7,8. (13) 2 S 10,12. (14) 2 S 22,32. (15) 1 K 8,57. (16) 1 K 8,59. (17) 1 K 8,61. (18) 1 K 8,65. (19) 2 K 18,22. (20) 2 K 19,19. Ps (25). Ps 113 (1) Ps 113,5.

Ps 113,5.2. - 3. כַּיהוה אֱלֹהֵינוּ = kJHWH ´êlohe(j)nû (als JHWH, onze God). Tenakh (3): (1) Ex 8,6. (2) Dt 4,7. (3) Ps 113,5. In 1 S 2,2 staat ´êlohe(j)nû (onze God) verder in de zin.
- יהוה אֱלֹהֵינוּ = JHWH ´è:lohe(j)nû (JHWH, onze God). Tenakh (85). Pentateuch (21). Ex (1) Ex 10,26. Dt (20/22): (1) Dt 1,6. (2) Dt 1,19. (3) Dt 1,20. (4) Dt 1,25. (5) Dt 1,41. (6) Dt 2,29. (7) Dt 2,33. (8) Dt 2,36. (9) Dt 2,37. (10) Dt 3,3. (11) Dt 5,2. (12) Dt 5,24. (13) Dt 5,25. (14) Dt 5,27 (2X). (15) Dt 6,4. (16) Dt 6,20. (17) Dt 6,24. (18) Dt 6,25. (19) Dt 29,14. (20) Dt 29,17. Eerdere Profeten (13): (1) Joz 18,6. (2) Joz 22,19. (3) Joz 22,29. (4) Joz 24,17. (5) Joz 24,24. (6) Re 11,24. (7) 1 S 7,8. (8) 1 K 8,57. (9) 1 K 8,59. (10) 1 K 8,61. (11) 1 K 8,65. (12) 2 K 18,22. (13) 2 K 19,19. Dus: 10X in Dt 1-3, 10X in Dt 4-26 (volgens Labuschagne, Deuteronomium (1993), blz. 17), wellicht is het Dt 4- 30.

Ps 113,5.4. prefix bepaald lidw. ha + act. hifil part. nom. mann. enk. הַמַּגְבּיהִי = hammagëbîhî (hij die doet hoog zijn, die zich verheft) van het werkw. גָבָה = gâbhâh (hoog / verheven zijn, uitsteken). Taalgebruik in Tenakh: gâbhâh (hoog / verheven zijn, uitsteken). Hapax in Ps 113,5.
- het bijvoegl. naamw. ὑψιστος = hupsistos (allerhoogste). Taalgebruik in het NT: hupsistos (allerhoogste). Taalgebruik in de LXX: hupsistos (allerhoogste).
- ὁ εν ὑψιστοις = ho en hupsistois (hij in de hoge). LXX (2): (1) Ps 113,5. (2) Js 57,15.

Ps 113,5.5. lë + act. qal inf. constr. lâsjâbhèth (om te wonen, tronen) van het werkw. jâsjabh (wonen). Taalgebruik in Tenakh: jâsjabh (wonen). Tenakh (40). Ps (2): (1) Ps 101,6. (2) Ps 113,5.

Ps 113,6 - Ps 113,6 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Ps (Psalmen ) -- Ps 113 -- Ps 113,1 - Ps 113,2 - Ps 113,3 - Ps 113,4 - Ps 113,5 - Ps 113,6 - Ps 113,7 - Ps 113,8 - Ps 113,9 - Wie is als Hij in hemel en op aarde -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
6 kai ta tapeina eforôn en tô ouranô kai en tè gè  6 humilia respicit in caelo et in terra     6 Die zeer laag ziet, in den hemel en op de aarde.  [6] Hij zorgt voor de aarde beneden. Wie is als Hij in hemel en op aarde?  [6] die zijn oog richt naar beneden, wie in de hemel en op de aarde?  6 die diep zich néerbuigt om te zíen,– –– in de hémelen en óp de áarde!   6. et s'abaisse pour voir cieux et terre? 

King James Bible.[6] Who humbleth himself to behold the things that are in heaven, and in the earth!
Luther-Bibel. 6 Der oben thront in der Höhe, der herniederschaut in die Tiefe,

Tekstuitleg van Ps 113,6. Het vers Ps 113,6 telt 4 (2²) woorden, 13 (6 + 7) lettergrepen en 22 (2 X 11) letters. De getalwaarde van Ps 113,6 is 1803 (3 X 601).

Ps 113,6.1. lidw. ha + act. hifil part. nom. mann. enk. hammasjëpîlî (hij die zich neerbuigt) van het werkw. sjâphal (nederig, laag zijn, zich vernederen). Taalgebruik in Tenakh: sjâphal (nederig, laag zijn, zich vernederen). Getalwaarde: sjin = 21 of 300, pe = 17 of 80, lamed = 12 of 30; totaal: 50 (2 X 5²) OF 410 (2 X 5 X 41). Cfr. Sjephela (laagte). Tenakh (1) Ps 113,6. Zonder lidw. masjëpîl (vernederende). Tenakh (3): (1) 1 S 2,7. (2) Ps 147,6. (3) Da 5,19.

Ps 113,6.2. lë + act. qal inf. constr. lir´ôth (om te zien) râ´âh (zien, verschijnen). Taalgebruik in Tenakh: râ´âh (zien). Getalwaarde: resj = 20 of 200, aleph = 1, he = 5; totaal: 26 of 206. Gr. horaô (zien). Taalgebruik in de Septuaginta: horaô (zien). Taalgebruik in het N.T.: horaô (zien). Lat. videre. Fr. voir. Ned. zien. E. to see. D. sehen. pass. Lat. apparere. Fr. apparaître. E. appear. Ned. verschijnen. D. erscheinen. Een vorm van horaô (zien, verschijnen) in het N.T. (114), in de LXX (1539). Tenakh (52). Ps (10): (1) Ps 14,2. (2) Ps 16,10. (3) Ps 27,13. (4) Ps 34,13. (5) Ps 40,13. (6) Ps 41,7. (7) Ps 53,3. (8) Ps 63,3. (9) Ps 106,5. (10) Ps 113,6.

Ps 113,6.3. basjsjâmajim (in de hemelen) < voorzetsel bë + lidw. ha + sjamaîm (hemelen). Taalgebruik in Tenakh: sjamaîm (hemelen). Tenakh (48). Ps (12): (1) Ps 2,4. (2) Ps 11,4. (3) Ps 18,14. (4) Ps 73,9. (5) Ps 73,25. (6) Ps 78,26. (7) Ps 103,19. (8) Ps 113,6. (9) Ps 115,3. (10) Ps 119,89. (11) Ps 123,1. (12) Ps 135,6.
sj-m (684). Ps (40). sjem (naam). Taalgebruik in Tenakh: sjem (naam). Zelfstandig naamwoord. Nominatief of accusatief enkelvoud. Getalwaarde: sjin = 21 of 300, mem = 13 of 40; totaal: 34 (2 X 17) of 340 (10 X 2 X 17). In Ps 113,5 is de getalwaarde van mî k (wie is als) eveneens 34 (OF 70) (mem =13 of 40, jod = 10, kaph = 11 of 20). In Ps 113 zit zevenmaal sj / sh -m: (1) Ps 113,1: sjem = naam. (2) Ps 113,2: sjem = naam. (3) Ps 113,3: sj-m in sjèmèsj (zon). (4) Ps 113,3: sjem = naam. (5) Ps 113,4: sj-m in hasjsjâmaim (de hemelen). (6) Ps 113,6: sj-m in basjsjâmaim (in de hemelen). (7) Ps 113,9: shëmechâh (vreugdevol). Voeg hierbij zesmaal de naam JHWH, wat dertien maakt.

Ps 113,6.4. ûbâ´ârèts (en in het land) van het zelfst. naamw. ´èrèts (land, aarde). Taalgebruik in Tenakh: ´èrètz (land). Taalgebruik in Ex: ´èrètz (land). Getalwaarde: aleph = 1, resj = 20 of 300, tsade = 18 of 90; totaal: 39 of 391. Gr. gè (aarde, land). Taalgebruik in de Septuaginta: gè (aarde). Taalgebruik in het N.T.: gè (aarde). Lat. terra. Fr. terre. Ned. aarde. E. earth. D. Welt. Getalwaarde: aleph = 1, resj = 20 of 300, tsade = 18 of 90; totaal: 39 of 391. Lat. terra. Fr. terre. Ned. aarde. E. earth. D. Welt. Tenakh (2): (1) Ps 113,6. (2) Ps 135,6.

Ps 113,6.3. - 4. basjsjâmajim (in de hemelen) ûbâ´ârèts (en in het land). Tenakh (6): (1) Dt 3,24. (2) 1 Kr 29,11. (3) 2 Kr 6,14. (4) Ps 113,6. (5) Ps 135,6. (6) Jl 3,3.

Ps 113,7 - Ps 113,7 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Ps (Psalmen ) -- Ps 113 -- Ps 113,1 - Ps 113,2 - Ps 113,3 - Ps 113,4 - Ps 113,5 - Ps 113,6 - Ps 113,7 - Ps 113,8 - Ps 113,9 - Wie is als Hij in hemel en op aarde -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
7 ὁ ἐγείρων ἀπὸ γῆς πτωχὸν καὶ ἀπὸ κοπρίας ἀνυψῶν πένητα 7 suscitans de terra inopem et de stercore elevat pauperem  meqîm me`âphâr dâl me´asjëpoth jârîm ´èbhjôn 7 Die den geringe uit het stof opricht, en den nooddruftige uit den drek verhoogt;  [7] Hij tilt de arme uit het stof, Hij trekt hem omhoog uit het vuil  [7] Hij verheft uit het stof wie berooid is, uit het vuil tilt hij op wie alles ontbeert.  7 Een geringe doet hij ópstaan uit het stóf, –– een arme verhéft hij úit het slíjk; 7. De la poussière il relève le faible, du fumier il retire le pauvre, 

King James Bible. [7] He raiseth up the poor out of the dust, and lifteth the needy out of the dunghill;
Luther-Bibel. 7 der den Geringen aufrichtet aus dem Staube und erhöht den Armen aus dem Schmutz,

 מְקִימִי מֵעָפָר דָּל;    מֵאַשְׁפֹּת, יָרִים אֶבְיוֹן.

a. meqîm me`âphâr dâl (hij verheft uit stof een arme)
b. me´asjëpoth jârîm ´èbhjôn (uit mest doet hij opstaan een behoeftige)

Tekstuitleg van Ps 113,7. Het vers Ps 113,7 telt 6 (2 X 3) woorden, 12 (6 + 6) lettergrepen en 25 (5²) letters. De getalswaarde van Ps 113,7 is 1774 (2 X 887). Op de eind jod van מְקִימִי (= meqîmî: die doet opstaan) na is 1 S 2,8a identiek aan Ps 113,7. Twee deelverzen, waarvan de structuur is: abc - b'a'c'. In het 1ste deelvers beginnen de eerste twee woorden met een mem, het 2de deelvers begint eveneens met een mem. In de deelverzen wordt een vorm van het wkw. קוּם (= qûm: opstaan) en רוּם (= rûm: zich verheffen, opstaan) gebruikt. Op het einde van elk deelvers staat het onderwerp.

Ps 113,7.1. מֵקִים (= meqîm: die doet opstaan; wkw act hifil part nom mann enk van het wkw קוּם = qûm: opstaan, opkomen / groeien / te voorschijn komen). Taalgebruik in Tenakh: qûm (opstaan). Getalswaarde: qoph = 19 of 100, waw = 6, mem = 13 of 40; totaal: 38 (2 X 19) OF 146 (2 X 73). Structuur: 100 - 6 - 40 OF 1 - 6 - 4. Tenakh (8): (1) Gn 9,9. (2) 1 S 2,8. (3) 2 S 12,11. (4) Js 44,26. (5) Jr 50,32. (6) Am 6,14. (7) Hab 1,6. (8) Zach 11,16.
- מְקִימִי (= meqîmî: die doet opstaan; wkw act hifil part nom mann enk van het wkw קוּם = qûm: opstaan). Tenakh (1) Ps 113,7. Volgens Jouön heeft de eind jod slechts een ritmische waarde.
- LXX: εγειρων (= egeirôn: die opwekt; wkw act part praes nom mann enk van het wkw εγειρω = egeirô: opwekken). Bijbel (1): Ps 113,7.
- LXX-vertaling van מְקִימִי (= meqîmî: die doet opstaan) in 1 S 2,8.1: ἀνιστᾷ (= anista: hij doet opstaan; wkw act ind praes 3de pers mann enk van het wkw ανιστημι (= anistèmi: opstaan; < vz ανα = ana: omhoog, op + wkw ιστημι = anistèmi: staan - stam sta). Bijbel (1). De logische volgorde is allereerst wekken en dan opstaan.

Ps 113,7.2. מֵעָפָר (= me`âphâr: uit stof) < voorzetsel mn + zn mann enk van het zn עָפָר = `âphâr: stof, aarde). Taalgebruik in Tenakh: `âphâr (stof, aarde). Getalswaarde: ajin = 16 of 70, pe = 17 of 80, resj = 20 of 200; totaal: 53 OF 350 (2 X 5³ X 7). Structuur: 7 - 8 - 2. Tenakh (6): (1) Nu 19,17 (me`äphar). (2) 1 S 2,8. (3) 2 S 12,11. (4) Ps 113,7. (5) Job 5,6. (6) Job 28,2.
- LXX: ἀπὸ γῆς (= apo gès: van 'de' aarde). Deze vertaling beklemtoont de laagheid van de situatie van de behoeftige. Deze gedachte zit in het Latijnse humilis, ontstaan uit humus: laag bij de grond / aarde, neder-ig.

Ps 113,7.1. - 2. 1 S 2,8: מֵקִים מֵעָפָר (= meqîm me`âphâr: die doet opstaan uit het stof). Ps 113,7: מְקִימִי מֵעָפָר (= meqîmî me`âphâr: die opwekt uit het stof).

Ps 113,7.3. דָּל (= dâl OF dal: arm, gering; bv nw). Taalgebruik in Tenakh: dâl OF dal (arm, gering). Getalswaarde: daleth = 4, lamed = 12 of 30; totaal: 16 (2² X 2²) OF 34 (2 X 17). Structuur: 4 - 3. d-l. Tenakh (20). (1) Lv 14,21. (2) Lv 19,15. (3) 1 S 2,8. (4) 2 S 13,4. (5) Am 5,11. (6) Ps 41,2. (7) Ps 72,13. (8) Ps 82,3. (9) Ps 82,4. (10) Ps 113,7. (11) Ps 141,3. (12) Spr 14,31. (13) Spr 19,17. (14) Spr 21,13. (15) Spr 22,16. (16) Spr 22,22. (17) Spr 28,15. (18) Job 34,19. (19) Job 34,28. (20) Rt 3,10.
- LXX: πτωχὸν (= prôchon: arme; bv nw acc mann enk van het bv nw πτωχος = ptôchos: arme).

ptôchos (arm) bijbel  OT  NT  Mt  Mc   Lc  Joh  Hnd  Br Apk  syn ev
Totaal   143 112 31 5 3 9 4   8 2 17 21

Ps 113,7.1. - 3. מֵקִים מֵעָפָר דָּל (= meqîm me`âphâr dâl: die wekt uit het stof een arme). Ps 113,7: מְקִימִי מֵעָפָר דָּל (= meqîm me`âphâr dâl: die wekt uit het stof een arme).
- LXX-vertaling van 1 S 2,8 en Ps 113,7. In het tweede versdeel van 1 S 2,8 staat πένητα (= penèta: arm, behoeftig) en van Ps 113,7
- 1 S 2,8: ἀνιστᾷ ἀπὸ γῆς πένητα (= anista apo gès penèta: hij doet opstaan van de aarde een behoeftige).
- Ps 113,7: ὁ ἐγείρων ἀπὸ γῆς πτωχὸν (= ho egeirôn apo gès ptôchon: de opwekkende van de aarde een arme).
- Bij het ochtendgloren en bij het opkomen van de zon komen dakloze armen en behoeftigen uit grotten en spelonken te voorschijn, op zoek naar eten en drinken. Nu in deze tijd komen ze te voorschijn uit hun schuilplaatsen uit onderaardse oude rioleringen, tunnels, kartonnen dozen.
- Mensen ervaarden het licht en de warmte van de zon, waarvan ze afhankelijk waren. Ze gingen hem / haar vereren als een bovenaards wezen, een god. Het volk van Israël heeft de ervaarbare werkelijkheden van de natuur, die als godheden werden vereerd, afgewezen en die ervaringen toegeschreven aan hun God, JHWH, de transcendente. Gedichten en liederen over de goddelijke ervaarbare werkelijkheden werden aangepast aan de visie op JHWH als de enige godheid. Daardoor kwam de ervaarbaarheid van JHWH verder af te liggen dan de ervaarheid van de zon; het werd abstract.

Ps 113,7.4. מֵאַשְׁפֹּת (= me´asjëpoth < vz min + ´asjëpoth: mest, afval). Taalgebruik in Tenakh: ´asjëpoth (mest). Cfr. asfalt. Tenakh (2): (1) 1 S 2,8. (2) Ps 113,7.

Ps 113,7.5. יָרִים (= jârîm: hij verheft; wkw act hifil imperf 3de pers mann enk van het wkw רוּם: = rûm: zich verheffen, opstaan). Taalgebruik in Tenakh: rûm (zich verheffen, opstaan). Getalswaarde: resj = 20 of 200, waw = 6, mem = 13 of 40; totaal: 39 (3 X 13) OF 246 (2 X 3 X 41). Structuur: 2 - 6 - 4. De som van de elementen is telkens 3. Tenakh (9): (1) Gn 41,44. (2) Ex 17,11. (3) Lv 4,8. (4) Lv 4,19. (5) 1 S 2,8. (6) Ps 75,8. (7) Ps 110,7. (8) Ps 113,7. (9) Job 39,27.
Vulgaat: elevet (hij verheft; wkw act ind praes 3de pers enk van het wkw elevare: uit-lichten, oplichten, opheffen). Bijbel (6): (1) 1 S 2,8. (2) Jr 10,13. (3) Ps 113,7. (4) Spr 14,34. (5) Job 15,12.
- LXX: ἀνυψῶν (= anupsôn: omhoog heffende; wkw act part praes nom mann enk van het wkw ανυψοω = anupsoô: omhoog hebben). In 1 S 2,8: egeirei (hij wekt op).

LXX-vertaling van jârîm (hij verheft) in 1 S 2,8: egeirei (hij wekt op).

Ps 113,7.6. אֶבְיוֹן (= ´èbhjôn: arm, behoeftig; bv nw). Taalgebruik in Tenakh: ´èbhjôn (behoeftig). Getalswaarde: aleph = 1, beth = 2, jod = 10, waw = 6, nun = 14 of 50; totaal: 33 (3 X 11) OF 69 (3 X 23). Structuur: 1 - 2 - 1 - 6 - 5. Tenakh (15): (1) Dt 15,4. (2) Dt 15,7. (3) Dt 15,11. (4) 2 S 2,8. (5) Js 32,7. (6) Jr 20,13. (7) Am 8,4. (8) Ps 9,19. (9) Ps 72,4. (10) Ps 72,12. (11) Ps 107,41. (12) Ps 109,31. (13) Ps 113,7. (14) Spr 14,31. (15) Job 5,15.
- LXX: πένητα (= penèta: arm, behoeftig; bv nw acc mann enk van het bv nw πενης = penès: arm, behoeftig). Ps 113,7.
- De zon is het beeld van de mens. De zon komt op, bereikt op het middaguur het hoogtepunt en daalt dan om uiteindelijk onder te gaan. De kleine mens krijgt macht en gezag, wordt een machthebber en gaat uiteindelijk ten onder om plaats te maken voor een andere opkomende macht.

4. - 6. me´asjëpoth jârîm ´èbhjôn (uit mest doet hij opstaan een behoeftige). Tenakh (2): (1) 1 S 2,8. (2) Ps 113,7.

Ps 113,8 - Ps 113,8 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Ps (Psalmen ) -- Ps 113 -- Ps 113,1 - Ps 113,2 - Ps 113,3 - Ps 113,4 - Ps 113,5 - Ps 113,6 - Ps 113,7 - Ps 113,8 - Ps 113,9 - Wie is als Hij in hemel en op aarde -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
8 tou kathisai auton meta archontôn meta archontôn laou autou  8 ut eum sedere faciat cum principibus cum principibus populi sui    8 Om te doen zitten bij de prinsen, bij de prinsen Zijns volks.   [8] en geeft hem een troon bij mensen van aanzien, mensen van aanzien uit zijn volk.  [8] Hij laat hem wonen bij hooggeplaatsten, bij de hoogsten van zijn volk.  8 doet hem zételen met voornámen, –– met de voornámen van zíjn geméenschap!  8. pour l'asseoir au rang des princes, au rang des princes de son peuple. 

King James Bible. [8] That he may set him with princes, even with the princes of his people.
Luther-Bibel. 8 dass er ihn setze neben die Fürsten, neben die Fürsten seines Volkes;

Tekstuitleg van Ps 113,8. De eind-m kan de meervoudsvorm aanduiden. Hiernaast zijn er een aantal woorden die eindigen op -m: (2) `im (met) tweemaal: Ps 113,8. (4) `am + suffix: ´ammô (zijn volk) eenmaal: Ps 113,8.

Ps 113,8.1. lë + act. hifil inf. constr. + suffix persoonl. voornaamw. 1ste pers. enk. lëhôsjîbhî (om mij te doen zitten) van het werkw. jâsjabh (wonen). Taalgebruik in Tenakh: jâsjabh (wonen). Getalwaarde: jod = 10, sjin = 21 of 300, beth = 2; totaal: 33 (3 X 11) OF 312 (2³ X 3 X 13). Structuur: 1 - 3 - 2. Tenakh (1) Ps 113,8.

6. `ammô (zijn volk) < zelfst. naamw. + suffix persoonl. voornaamw. 3de pers. mann. enk. OF `immô (met hem) < voorzetsel + suffix persoonl. voornaamw. 3de pers. mann. enk. `am (volk) OF `im (met). Taalgebruik in Tenakh: `am (volk). Getalwaarde: ajin = 16 of 70, mem = 13 of 40; totaal: 29 of 110 (2 X 5 X 11). Gr. laos (volk). Taalgebruik in de Septuaginta: laos (volk). Taalgebruik in het NT: laos (volk). Lat. populus. Fr. peuple. E. people. Ned. volk. Tenakh (612). Een vorm van laos (volk) in de LXX (2064), in het NT (141). Tenakh (248). Pentateuch (62). Eerdere Profeten (70). Latere Profeten (17). 12 Kleine Profeten (5). Geschriften (94). Ps (27): (1) Ps 14,7. (2) Ps 18,24. (3) Ps 29,11. (4) Ps 50,4. (5) Ps 50,18. (6) Ps 53,7. (7) Ps 73,10. (8) Ps 78,37. (9) Ps 78,52. (10) Ps 78,62. (11) Ps 78,71. (12) Ps 85,9. (13) Ps 89,22. (14) Ps 89,25. (15) Ps 91,15. (16) Ps 94,14. (17) Ps 100,3. (18) Ps 105,24. (19) Ps 105,25. (20) Ps 105,43. (21) Ps 113,8. (22) Ps 116,14. (23) Ps 116,18. (24) Ps 130,7. (25) Ps 135,12. (26) Ps 135,14. (27) Ps 136,16.

Ps 113,9 - Ps 113,9 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Ps (Psalmen ) -- Ps 113 -- Ps 113,1 - Ps 113,2 - Ps 113,3 - Ps 113,4 - Ps 113,5 - Ps 113,6 - Ps 113,7 - Ps 113,8 - Ps 113,9 - Wie is als Hij in hemel en op aarde -
Griekse tekst Vulgaat MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
9 o katoikizôn steiran en oikô mètera teknôn eufrainomenèn   9 qui conlocat sterilem in domo matrem filiorum laetantem alleluia    9 Die de onvruchtbare doet wonen met een huisgezin, een blijde moeder van kinderen. Hallelujah!  [9] Zelfs wie gehuwd en onvruchtbaar is zet Hij hoog op een troon als een gelukkige moeder van kinderen. Halleluja.   [9] De onvruchtbare vrouw laat hij wonen in het huis, een vrolijke moeder van kinderen. Halleluja!  9 Een vrouw onvruchtbaar voor een huis geeft híj een zétel: –– een verheugde moeder van zónen! Alléluía!   9. Il assied la stérile en sa maison, mère en ses fils heureuse.  

King James Bible. [9] He maketh the barren woman to keep house, and to be a joyful mother of children. Praise ye the LORD.
Luther-Bibel. 9 der die Unfruchtbare im Hause zu Ehren bringt, dass sie eine fröhliche Kindermutter wird. Halleluja!

Ps 113,9 telt negenentwintig letters, dit is de helft van het aantal woorden van de Psalm.

Ps 113,9.1. act. qal nom. mann. enk. môsjîbhî (die doet verblijven) van het werkw. jâsjabh (wonen). Taalgebruik in Tenakh: jâsjabh (wonen). Tenakh (1) Ps 113,9.

Ps 113,9.2. sta. constr. `äqèrèth van het zelfst. naamw. `äqârâh (onvruchtbaar). Taalgebruik in Tenakh: `äqârâh (onvruchtbaar). Gr. steiros. Lat. sterilis. Fr. stérile. Ned. onvruchtbaar. D. unfruchtbar. E. barren. Tenakh (1) Ps 113,9.

Ps 113,9.6. bijvoegl. naamw. vrou. enk. shëmechâh van shâmeach (vrolijk, welgemoed). sh-m-ch-h kan ook zelfst. naamw. zijn. Tenakh (35).
sj-m (684). Ps (40). sjem (naam). Taalgebruik in Tenakh: sjem (naam). Zelfstandig naamwoord. Nominatief of accusatief enkelvoud. Getalwaarde: sjin = 21 of 300, mem = 13 of 40; totaal: 34 (2 X 17) of 340 (10 X 2 X 17). In Ps 113,5 is de getalwaarde van mî k (wie is als) eveneens 34 (OF 70) (mem =13 of 40, jod = 10, kaph = 11 of 20). In Ps 113 zit zevenmaal sj / sh -m: (1) Ps 113,1: sjem = naam. (2) Ps 113,2: sjem = naam. (3) Ps 113,3: sj-m in sjèmèsj (zon). (4) Ps 113,3: sjem = naam. (5) Ps 113,4: sj-m in hasjsjâmaim (de hemelen). (6) Ps 113,6: sj-m in basjsjâmaim (in de hemelen). (7) Ps 113,9: shëmechâh (vreugdevol). Voeg hierbij zesmaal de naam JHWH, wat dertien maakt.

Epiloog: halëlû (looft). piel imperatief 2de pers. mannelijk meervoud van het werkw. hâlal (loven, prijzen). Taalgebruik in Tenakh: halal (loven, prijzen). he = 5, lamed = 12 of 30. Totaal: 5 + 12 + 12 of 5 + 30 + 30 = 29 of 65 (5 X 13). h-l-l-w. Tenakh (27). Tenakh (27). Jr (2): (1) Jr 20,13. (2) Jr 31,7. Ps (25): (1) Ps 104,35. (2) Ps 105,45. (3) Ps 106,48. (4) Ps 111,1. (5) Ps 112,1. (6) Ps 113,1. (7) Ps 113,9. (8) Ps 115,18. (9) Ps 116,19. (10) Ps 117,1. (11) Ps 117,2. (12) Ps 135,1. (13) Ps 135,3. (14) Ps 135,21. (15) Ps 146,1. (16) Ps 146,10. (17) Ps 147,1. (18) Ps 147,20. (19) Ps 148,1. (20) Ps 148,7. (21) Ps 148,14. (22) Ps 149,1. (23) Ps 149,9. (24) Ps 150,1. (25) Ps 150,6. halëlû jâh (looft JHWH). Tenakh (23). Vorige 25 behalve (1) Ps 117,1. (2) Ps 148,7. Vanuit de stam h-l-l = hâlal (loven, prijzen) is het zelfstandig naamwoord thëhillâh (lofzang) afgeleid. Met de thaw wordt het uiteindelijk resultaat weergegeven.


vers  deelvers   aantal woorden aantal lettergrepen aantal letters            
  8 (8 + 1)   20  30             
  1a             
  1b  12             
  1c  12             
                   
  2a                   
  2b                   
                   
  3a                   
  3b                   
                   
  4a                   
  4b                   
                   
  5a                   
  5b                   
                   
  6a                   
  6b                   
                   
  7a                   
  7b                   
                   
  8a                   
  8b                   
                   
  9a                   
  9b                   
  epiloog                   
                     


Aton of Aten is de naam van de Egyptische zonnegod, die de 'ketter'-koning Achnaton, voorheen Amenhotep IV tot hoofdgod van het oude Egypte probeerde te verheffen. Het woord aton (y.t.n, ook wel iten, aten) betekende oorspronkelijk gewoon 'zon' of zonneschijf. (Wikipedia: http://nl.wikipedia.org/wiki/Aton).

113 eindigt op het cijfer 13. De 13de letter in het Hebreeuwse alfabet is mem. In het Aramees en het judaïsme betekent Memra (< ´âmar = zeggen) het woord en de tegenwoordigheid van God. De getalswaarde van de mem is 13 of 40. In die 40 zit 4 en zou dus naar de 4 windstreken kunnen verwijzen. Want de mem is de middelste letter van het woord sjèmesj (zon).
De Psalm zou dus een israëlisering van het Egyptische loflied kunnen zijn, zoals Keltische en Romeinse gebruiken gechristianiseerd werden.
Deze Psalm werd op 'ZON-DAG' tijdens de vespers (ab vesperas = bij avond; ondergang van de zon) in de Rooms-katholieke liturgie gebeden.

In deze Psalm ligt de klemtoon op sjem = naam (getalwaarde 34 of 340). Het woord komt als zelfstandig woord of verborgen in een ander woord voor. De naam is JHWH. In het Hebreeuws wordt de godsnaam niet rechtstreeks uitgesproken, maar via een omweg 'ädonâj (Adonai). JHWH zou in deze Psalm wel eens kunnen staan voor de Egyptische zonnegod Aton Ai. Zo zou sjem JHWH de aanzet zijn tot sjèmèsj... (zon). In het woord sjèmèsj staat de mem in het midden; lees je het woord van links of van rechts, dan lees je telkens sjem = naam). Mem in het midden; de sjin aan beide uitersten (zoals de opgang van de zon in het Oosten, het hoogtepunt in het Zuiden en de ondergang in het Westen).

Zo zou de Psalm kunnen klinken:
"Weest vol lof, jullie die genieten van de zon Aton.
Weest vol lof voor de zon Aton.
Zoveel goeds brengt dee zon Aton,
vroeger, nu en in de toekomst.
Van zonsopgang tot zonsondergang
zijn we vol lof voor de zon Aton.
Verheven boven alle volken is de zon (Aton Ai),
boven de hemelen 'haar' straling (heerlijkheid).
Wie is als de zon (Aton Ai), onze god,
Die klimt om te tronen.
Die afdaalt om te zien
in de hemelen en op de aarde.

Ps 113,2-3a wordt in de Rooms-katholieke liturgie aangewend om een plechtige zegen in te leiden:
Sit nomen Domini benedictum. Ex hoc nunc et usque in saeculum. (Gezegend zij de naam van de Heer. Vanaf nu en tot in eeuwigheid).


MASORETISCHE TEKST (MT)

Psalms Chapter 113 תְּהִלִּים

  הַלְלוּ-יָהּ:
הַלְלוּ, עַבְדֵי יְהוָה;    הַלְלוּ, אֶת-שֵׁם יְהוָה. ב  יְהִי שֵׁם יְהוָה מְבֹרָךְ--    מֵעַתָּה, וְעַד-עוֹלָם.ג  מִמִּזְרַח-שֶׁמֶשׁ עַד-מְבוֹאוֹ--    מְהֻלָּל, שֵׁם יְהוָה.ד  רָם עַל-כָּל-גּוֹיִם יְהוָה;    עַל הַשָּׁמַיִם כְּבוֹדוֹ.ה  מִי, כַּיהוָה אֱלֹהֵינוּ--    הַמַּגְבִּיהִי לָשָׁבֶת.ו  הַמַּשְׁפִּילִי לִרְאוֹת--    בַּשָּׁמַיִם וּבָאָרֶץ.ז  מְקִימִי מֵעָפָר דָּל;    מֵאַשְׁפֹּת, יָרִים אֶבְיוֹן.ח  לְהוֹשִׁיבִי עִם-נְדִיבִים;    עִם, נְדִיבֵי עַמּוֹ.ט  מוֹשִׁיבִי, עֲקֶרֶת הַבַּיִת--    אֵם-הַבָּנִים שְׂמֵחָה:
הַלְלוּ-יָהּ.

SEPTUAGINTA (LXX)

 ᾿Αλληλούϊα. - ΑΙΝΕΙΤΕ, παῖδες, Κύριον, αἰνεῖτε τὸ ὄνομα Κυρίου· 2 εἴη τὸ ὄνομα Κυρίου εὐλογημένον ἀπὸ τοῦ νῦν καὶ ἕως τοῦ αἰῶνος. 3 ἀπὸ ἀνατολῶν ἡλίου μέχρι δυσμῶν αἰνετὸν τὸ ὄνομα Κυρίου. 4 ὑψηλὸς ἐπὶ πάντα τὰ ἔθνη ὁ Κύριος, ἐπὶ τοὺς οὐρανοὺς ἡ δόξα αὐτοῦ. 5 τίς ὡς Κύριος ὁ Θεὸς ἡμῶν; ὁ ἐν ὑψηλοῖς κατοικῶν 6 καὶ τὰ ταπεινὰ ἐφορῶν ἐν τῷ οὐρανῷ καὶ ἐν τῇ γῇ, 7 ὁ ἐγείρων ἀπὸ γῆς πτωχὸν καὶ ἀπὸ κοπρίας ἀνυψῶν πένητα 8 τοῦ καθίσαι αὐτὸν μετὰ ἀρχόντων, μετὰ ἀρχόντων λαοῦ αὐτοῦ· 9 ὁ κατοικίζων στεῖραν ἐν οἴκῳ, μητέρα ἐπὶ τέκνοις εὐφραινομένην.