PSALM 114 , Ps 114 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Ps (Psalmen ) -- Ps 114 -
Deze websitepagina is een onderdeel van de website van Arseen De Kesel : http://www.interlevensbeschouwelijk.be/index.html.

Overzicht van Tenakh : Tenakh : overzikht , Tenakh : taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Tenakh : commentaar ,

Overzicht van de Psalmen : - Ps 1 - Ps 2 - Ps 3 - Ps 4 - Ps 5 - Ps 6 - Ps 7 - Ps 8 - Ps 9 - Ps 10 - Ps 11 - Ps 12 - Ps 13 - Ps 14 - Ps 15 - Ps 16 - Ps 17 - Ps 18 - Ps 19 - Ps 20 - Ps 21 - Ps 22 - Ps 23 - Ps 24 - Ps 25 - Ps 26 - Ps 27 - Ps 28 - Ps 29 - Ps 30 - Ps 31 - Ps 32 - Ps 33 - Ps 34 - Ps 35 - Ps 36 - Ps 37 - Ps 38 - Ps 39 - Ps 40 - Ps 41 - Ps 42 - Ps 43 - Ps 44 - Ps 45 - Ps 46 - Ps 47 - Ps 48 - Ps 49 - Ps 50 - Ps 51 - Ps 52 - Ps 53 - Ps 54 - Ps 55 - Ps 56 - Ps 57 - Ps 58 - Ps 59 - Ps 60 - Ps 61 - Ps 62 - Ps 63 - Ps 64 - Ps 65 - Ps 66 - Ps 67 - Ps 68 - Ps 69 - Ps 70 - Ps 71 - Ps 72 - Ps 73 - Ps 74 - Ps 75 - Ps 76 - Ps 77 - Ps 78 - Ps 79 - Ps 80 - Ps 81 - Ps 82 - Ps 83 - Ps 84 - Ps 85 - Ps 86 - Ps 87 - Ps 88 - Ps 89 - Ps 90 - Ps 91 - Ps 92 - Ps 93 - Ps 94 - Ps 95 - Ps 96 - Ps 97 - Ps 98 - Ps 99 - Ps 100 - Ps 101 - Ps 102 - Ps 103 - Ps 104 - Ps 105 - Ps 106 - Ps 107 - Ps 108 - Ps 109 - Ps 110 - Ps 111 - Ps 112 - Ps 113 - Ps 114 - Ps 115 - Ps 116 - Ps 117 - Ps 118 - Ps 119 - Ps 120 - Ps 121 - Ps 122 - Ps 123 - Ps 124 - Ps 125 - Ps 126 - Ps 127 - Ps 128 - Ps 129 - Ps 130 - Ps 131 - Ps 132 - Ps 133 - Ps 134 - Ps 135 - Ps 136 - Ps 137 - Ps 138 - Ps 139 - Ps 140 - Ps 141 - Ps 142 - Ps 143 - Ps 144 - Ps 145 - Ps 146 - Ps 147 - Ps 148 - Ps 149 - Ps 150 -
Uitleg vers per vers : - Ps 114,1 - Ps 114,2 - Ps 114,3 - Ps 114,4 - Ps 114,5 - Ps 114,6 - Ps 114,7 - Ps 114,8 -

Ps 114 begint met beth (2) . Ps 114 telt 8 verzen van elk 2 versdelen = 16 versdelen , 4 strofen van elk 4 versdelen , 52 (2 X 26) woorden (26 is de getalswaarde van JHWH) . De 1ste en de 2de strofe telt telkens 12 woorden , de 3de en de 4de strofe telkens 14 woorden . 113+114 . Ps 114 telt 217 letters . Ps 113 is de 1ste Hallelpsalm , Ps 114 de 2de .

Die rotsen maakt tot een waterval - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Ps (Psalmen ) -- Ps 114 -- Ps 114,1 - Ps 114,2 - Ps 114,3 - Ps 114,4 - Ps 114,5 - Ps 114,6 - Ps 114,7 - Ps 114,8 -

Ps 114,1 - Ps 114,2 vormen de eerste strofe . Israël omsluit vers 1 en vers 2 . Deze strofe telt 12 woorden en 55 (5 X 11) letters .

Ps 114,1 - Ps 114,1 : Die rotsen maakt tot een waterval - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Ps (Psalmen ) -- Ps 114 -- Ps 114,1 - Ps 114,2 - Ps 114,3 - Ps 114,4 - Ps 114,5 - Ps 114,6 - Ps 114,7 - Ps 114,8 -
Griekse tekst Vulgaat   MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling Naardense bijbel Bible de Jérusalem
1allèlouia en exodô israèl ex aiguptou oikou iakôb ek laou barbarou 1 cum egrederetur Israhel de Aegypto domus Iacob de populo barbaro In exitu Israel de Aegypto, domus Iacob de populo barbaro. bëts´eth jishërâ´el mimmitsërâjim be(j)th Ja`äqobh me`am lo`ez 1 Toen Israël uit Egypte toog, het huis Jakobs van een volk, dat een vreemde taal had; [1] Toen Israël weg was uit Egypte, de stam van Jakob weg bij dat wrede volk,  [1] Toen Israël wegtrok uit Egypte, het volk van Jakob dat vreemdtalige land verliet,  Toen Israël uíttoog uit Egypte, het huis van Jakob úit een mánschap barbáars, 1. Alleluia! Quand Israël sortit d'Egypte, la maison de Jacob, de chez un peuple barbare,

King James Bible . [1] When Israel went out of Egypt, the house of Jacob from a people of strange language;
Luther-Bibel . 114 1 Als Israel aus Ägypten zog, das Haus Jakob aus dem fremden Volk,

a. bëts´eth jishërâ´el mimmitsërâjim (in het uittrekken van Israël uit Egypte)
b. be(j)th ja`äqobh me`am lo`ez (huis van Jakob, uit een vreemde taal sprekend volk)

 

1.

2.

3.

4.

5.

6.

7.

MT

בְּצֵאת

יִשְׂרָאֵל

מִמִּצְרָיִם

בֵּית

יַעֲקֹב

מֵעַם

לֹעֵז׃

 

bëtse´th

jishërâ´el

mimmitsërâjim

be(j)th

ja`äqobh

me`am

lo`ez

 

ב · יצא

ישׂראל

מן · מצרים

בית

יעקוב

מן · עם

לעז

 

in · uitgaan

Israel

uit Egypte

huis van

Jacob

uit een volk

sprekende een vreemde taal

LXX

en exodô

israèl

ex aiguptou

oikou

iakôb

ek laou

barbarou

Tekstuitleg van Ps 114,1 . Het vers Ps 114,1 telt 7 woorden en 28 letters ; verhouding 1 op 4 . De getalswaarde van Ps 114,1 is 2305 (5 X 461) . Het vers is tweeledig (3 + 4) . De 2 delen zijn parallel opgebouwd met synoniemen : (1) Israël - het huis van Jakob . (2) uit Egypte - uit een vreemde taal sprekend volk . De letters waarmee de woorden van het eerste versdeel beginnen , komen achtereenvolgens terug in de woorden van het tweede versdeel : beth , jod , mem (getalswaarde : 25 = 5² OF 52 = 2 X 26) . Ps 114,1-2 omsluiten elkaar met "Israël" , dat telkens gevolgd wordt door een woord met twee op elkaar volgende m .

Ps 114,1.1. בְּצֵאת = bëts´eth (in uittrekken) < voorzetsel bë + act. qal inf. stat. construct. van het werkw. יָצָא = jâtsâ´ (uitgaan, uittrekken) . Taalgebruik in Tenakh : jâtsâ´ (uitgaan, uittrekken) . Getalswaarde : jod = 10 , tsade = 18 of 90 , aleph = 1 ; totaal : 29 OF 101 . Structuur : 1 - 9 - 1 . De som van de elementen is telkens 2 . Tenakh (9) : (1) Gn 35,18 . (2) Ex 23,16 . (3) 1 S 25,37 . (4) 1 K 8,10 . (5) Ez 27,33 . (6) Ez 47,3 . (7) Ps 114,1 . (8) 2 Kr 4,11 . (9) 2 Kr 20,21 .
- De Griekse vertaling van יָצָא = jâtsâ´ (uitgaan, uittrekken) is vaak een vorm van het werkw. εξαγω = exagô (uitleiden, naar buiten leiden) . Taalgebruik in de LXX : exagô (uitleiden, naar buiten leiden) . Taalgebruik in het NT : exagô (uitleiden, naar buiten leiden) . Een vorm van εξαγω = exagô (uitleiden, naar buiten leiden) in de LXX (221) , in het NT (12) .
De eerste letter van bëts´eth (in uittrekken) (Ps 114,1) is een beth , de laatste een thaw ; dit is ook het geval in het eerste woord van Tenakh : bëre´sjîth (bij aanvang , aanvankelijk) (Gn 1,1) . In Ps 114 betreft het de uittocht , in Gn 1 de schepping .

Ps 114,1.2. יִשְׂרָאֵל = jishërâ´el (Israël) . Getalswaarde : jod = 10 , shin = 21 of 300 , resj = 20 of 200 , aleph = 1 , lameth = 12 of 30 ; totaal : 64 (2³ X 2³) OF 541 (10de zeshoekige ster) . Structuur : 1 - 3 - 2 - 1 - 3 . De som van de elementen is telkens 1 . De eigennaam is samengesteld uit een werkwoordvorm en een zelfst. naamw. : act. ind. imperf. 3de pers. mann. enk. jishrâ´ (hij strijdt) van het werkw. שָׂרָה = shârâh (strijden) + אֵל = ´el (God) : God s Tenakh (2044) . Pentateuch (502) . Eerdere Profeten (765) . Latere Profeten (350) . 12 Kleine Profeten (89) . Geschriften (337) . Ps (47) . Ps 114-115 (4) : (1) Ps 114,1 . (2) Ps 114,2 . (3) Ps 115,9 . (4) Ps 115,12 .

  Tenakh Pentateuch Eerdere Profeten Latere Profeten 12 Kleine Profeten Geschriften Gn Ex Lv Nu Dt  
  2044 502 765 350 89 337 36 157 58 196 55  

- Grieks : ισραηλ = israèl (Israël) . Taalgebruik in de LXX : Israèl (Israël) . Taalgebruik in het NT : Israèl (Israël) . Bijbel (2392) . OT (2328) . NT (64) .
- Israël betekent God strijdt ( Gn 32,29) . Jakob kreeg die naam (Gn 32,25) nadat hij een hele nacht geworsteld had met een onbekende voordat hij zijn broer Esau terug ontmoette .
In Ps 114,1 is Israël verbonden met de uittocht . Is de uittocht verlopen als een vlucht , chaotisch ? Of was de uittocht vooraf goed gepland en zeer ordentelijk ? Beide interpretaties hebben hun aanwijzingen in Tenakh . Voor de eerste interpretatie , zie Ex 12,39 . Voor de tweede interpretatie , zie Ex 11,2 . De Israëlieten verlaten Egypte als een legermacht , zie Ex 12,41 , Ex 12,51 .
- De uittocht uit Egypte wordt in verband gebracht met het geloof van Farao Echnaton in één God en de restauratie na hem door een terugkeer naar de god Amon . We komen in de Egyptische geschiedenis terecht in de 18de dynastie (1570-1293) met Amenhotep III (1386-1349) , Amenhotep IV (Echnaton) (1350-1334) , Semenchkare (broer van Toetanchamon ; 1336-1334) , Toetanchamon (1334-1325) .

Ps 114,1.3. מִמִּצְרָיִם / מִמִּצְרַיִם = mimmitsërajim / mimmitsërâjim (uit Egypte) < prefix voorzetsel min (met assimilatie van de nun) + מִצְרָיִם / מִצְרַיִם = mitsërajim / mitsërâjim (Egypte) . Taalgebruik in Tenakh : mitsërajim (Egypte) . Getalswaarde : mem = 13 of 40 , tsade = 18 of 90 , resj = 20 of 200 , jod = 10 ; totaal : 74 (2 X 37) OF 380 (2² X 5 X 19) . Structuur : 4 - 9 - 2 - 1 - 4 . De som van de elementen is telkens 2 . Tenakh (89) . Pentateuch (44) . Eerdere Profeten (25) . Latere Profeten (7) . 12 Kleine Profeten (3) . Geschriften (10) . Ps (2) : (1) Ps 80,9 . (2) Ps 114,1 .
- Grieks . αιγυπτοç . Latijn : Aegyptus . Ned. Egypte . Fr. 'Egypte . E. Egypt . D. Ägypten . Aramees : מִצְרַיִם (mitsërajim = Egypte) . Arabisch : مِصْرُ = (misr = Egypte) .

Ps 114,1.2. - 3. יִשְׂרָאֵל מִמִּצְרָיִם / מִמִּצְרַיִם = jishërâ´el mimmitsërajim / mitsërâjim (Israël uit Egypte) . Tenakh (7) : (1) Ex 3,10 . (2) Ex 3,11 . (3) Ex 6,27 . (4) Ex 18,1 . (5) 1 S 10,18 . (6) Ps 114,1 . (7) Hos 12,14 .

Ps 114,1.4. stat. constr. בֵּית = be(j)th van het zelfst. naamw. בַּיִּת = bajith (huis) . Taalgebruik in Tenakh : bajith (huis) . Getalswaarde : beth = 2 , jod = 10 , thaw = 22 of 400 ; totaal : 34 (2 X 17) OF 412 (2² X 103) . Structuur : 2 - 1 - 4 . De som van de elementen is telkens 7 . Tenakh (911) . Pentateuch (77) . Eerdere Profeten (307) . Latere Profeten (190) . 12 Kleine Profeten (61) . Geschriften (276) . Ps (15) : (1) Ps 42,5 . (2) Ps 52,2 . (3) Ps 68,13 . (4) Ps 84,4 . (5) Ps 114,1 . (6) Ps 115,10 . (7) Ps 115,12 . (8) Ps 116,19 . (9) Ps 118,3 . (10) Ps 122,1 . (11) Ps 122,9 . (12) Ps 127,1 . (13) Ps 135,2 . (14) Ps 135,19 . (15) Ps 135,20 .
- Grieks : οικος = oikos (huis) . Taalgebruik in de Septuaginta : oikos (huis) . Taalgebruik in het NT : oikos (huis) . Een vorm van οικος = oikos in de LXX (2062) , in het NT (112) .
- Ned. : huis . D. : Hause . E. : house . Fr. : maison . Grieks : οικος = oikos (huis) . Taalgebruik in het NT : oikos (huis) . Hebreeuws : בַּיִּת = bajith (huis) . Taalgebruik in Tenakh : bajith (huis) . Lat. : domus .

Ps 114,1.5. יַעֳקֹב =ja`äqobh (Jakob) . Taalgebruik in Tenakh : Ja`äqobh (Jakob) . Taalgebruik in Genesis : Ja`äqobh (Jakob) . Getalswaarde : jod = 10 , ajin = 16 of 70 , qoph = 19 of 100 , beth = 2 ; totaal : 47 of 182 (2 X 7 X 13 of 7 X 26) . Structuur : 1 - 7 - 1 - 2 . Taalgebruik in de LXX : iakôb (Jakob) . Taalgebruik in het NT : iakôb (Jakob) . Tenakh (252) . Pentateuch (146) . Eerdere Profeten (6) . Latere Profeten (48) . 12 Kleine Profeten (24) . Geschriften (28) . Ps (26) : (1) Ps 14,7 . (2) Ps 20,2 . (3) Ps 22,24 . (4) Ps 24,6 . (5) Ps 44,5 . (6) Ps 46,8 . (7) Ps 46,12 . (8) Ps 47,5 . (9) Ps 53,7 . (10) Ps 75,10 . (11) Ps 76,7 . (12) Ps 77,16 . (13) Ps 79,7 . (14) Ps 81,2 . (15) Ps 81,5 . (16) Ps 84,9 . (17) Ps 85,2 . (18) Ps 87,2 . (19) Ps 94,7 . (20) Ps 105,6 . (21) Ps 114,1 . (22) Ps 114,7 . (23) Ps 132,2 . (24) Ps 132,5 . (25) Ps 135,4 . (26) Ps 146,5 .
Bij de aartsvaders Abraham , Isaak en Jakob spelen de getallen van hun leeftijden een symbolische betekenis .
- Abraham werd 175 jaar oud . 175 = 5² X 7 . (Gn 25,7) . Merkwaardig is de plaats van dit vers in de bijbel : het 25ste hoofdstuk en het 7de vers . Som van de factoren : 5 + 5 + 7 = 17 .
- Isaak werd 180 jaar oud . 180 = 6² X 5 . (Gn 35,28) . Som van de factoren : 6 + 6 + 5 = 17 .
- Jakob werd 147 jaar oud . 147 = 7² X 3 . (Gn 49,33) . Som van de factoren : 7 + 7 + 3 = 17 . De buitenste getallen van 147 is 17 . Ook hier is de plaats van dit vers in de bijbel merkwaardig : het 49ste (7²) hoofdstuk en het 33ste (3) vers . Jakob verbleef 130 (5 X 26) jaar in Kanaän en 17 jaar in Egypte (Gn 47,28) . Merkwaardig is de plaats in de bijbel (Gn 47,28) . De buitenste getallen van 147 is 17 . Het tweede en derde getal van 147 is 47 . 28 = 4 X 7 (hierin schuilt 47) .
Het product van drie opeenvolgende getallen ( 5 - 6 - 7) in het kwadraat , opklimmend , met drie opeenvolgende onpare getallen afdalend . De som van de factoren is telkens 17.
- Jozef leefde 110 jaar . 110 = 5² + 6² + 7² . De som van drie opeenvolgende getallen in het kwadraat . (Gn 50,22) of de som van de kwadraten van de aartsvaders . Deze plaats in de bijbel is wellicht ook merkwaardig . (50ste hoofdstuk) X 22 (22ste vers) = 110 .
Ook de getalswaarde van de namen van de 'aartsvaders' kan een symbolische waarde hebben .
- Isaak (Gn 21,3) . jitsëchâq (Isaak) . Getalswaarde : jod = 10 , tsade = 18 of 90 , chet = 8 , qoph = 19 of 100 ; totaal : 49 (7 X 7) OF 208 (8 X 26) .
- Jakob (Gn 25,26) . ja`äqobh (Jakob) . Getalswaarde : jod = 10 , ajin = 16 of 70 , qoph = 19 of 100 , beth = 2 ; totaal : 47 OF 182 (7 X 26) .
- Jozef (Gn 30,24) . Jôseph (Jozef) . Getalswaarde : jod = 10 , waw = 6 , samekh = 15 of 60 , qoph = 17 of 80 ; totaal : 48 (2³ X 2² X 3) OF 156 (6 X 26) .
Het product van drie opeenvolgende getallen (8 - 7 - 6) , afdalend , met de getalswaarde van de godsnaam JHWH = 26 .
Het is opvallend dat bij Jakob het getal 7 overwegend is . De leeftijd van Jakob is 147 (14 = 2 X 7 ; 7 ; dus 3X een 7) OF 7² X 3 . Som van de factoren is 17 (7 + 7 + 3) . De getalswaarde van de naam Jakob is 182 (7 X 26) .
- Gn 32,25 . Er zou een woordspeling kunnen zijn tussen j´bq (je´âbheq = hij worstelde) (Gn 32,25) en de persoonsnaam j`qb (ja`äqobh = Jakob) .

Ps 114,1.4. - 5. בֵּית יַעֳקֹב = be(j)th Ja`äqobh (huis van Jakob) . In veertien verzen in de bijbel : (1) Ps 114,1 . (2) Js 2,5 . (3) Js 2,6 . (4) Js 10,20 . (5) Js 14,1 . (6) Js 29,22 . (7) Js 46,3 . (8) Js 48,1 . (9) Jr 2,4 . (10) Ez 20,5 . (11) Am 9,8 . (12) Ob 17 . (13) Mi 2,7 . (14) Mi 3,9 .

Ps 114,1.6. מֵעם = me`am (uit een volk) < voorzetsel min + zelfst. naamw. `am (volk) OF me`im (van bij) < voorzetsel min + voorzetsel `im (met, bij) . m-`-m (spiegelwoord) עָם / עַם = `am (volk) OF עִם = `im (met) . Taalgebruik in Tenakh : `am (volk) . `m : Tenakh (50) . Pentateuch (17) . Eerdere Profeten (17) . Latere Profeten (7) . 12 Kleine Profeten (0) . Geschriften (9) . Ps (3) : (1) Ps 89,20 . (2) Ps 114,1 . (3) Ps 121,2 .

Ps 114,1.7. act. qal part. mann. enk. לֹעֵז = lo`ez (een vreemde taal sprekend) van het werkw. לָעָז = lâ`âz (een vreemde taal spreken) . Tenakh (1) : Ps 114,1 .

Ps 114,2 - Ps 114,2 : Die rotsen maakt tot een waterval - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Ps (Psalmen ) -- Ps 114 -- Ps 114,1 - Ps 114,2 - Ps 114,3 - Ps 114,4 - Ps 114,5 - Ps 114,6 - Ps 114,7 - Ps 114,8 -
Griekse tekst Vulgaat   MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
2egenèthè ioudaia agiasma autou israèl exousia autou 2 factus est Iudas in sanctificatione eius Israhel potestas eius 2. Facta est Iudaea sanctificatio eius, Israel potestas eius. hâjëthâh jëhûdâh lëqâdësjô jishërâ´el mamësjëlôthâ(j)w 2 Zo werd Juda tot Zijn heiligdom, Israël Zijn volkomene heerschappij. [2] is Juda Hem heilig geworden, werd Israël zijn koninklijk domein.  [2] werd Juda zijn heiligdom, Israël zijn koninkrijk.   114:2 werd Juda zijn héilig doméin, werd Ísraël het gebíed van zijn mácht. 2. Juda lui devint un sanctuaire, et Israël, son domaine.

King James Bible . [2] Judah was his sanctuary, and Israel his dominion.
Luther-Bibel . 2 da wurde Juda sein Heiligtum, Israel sein Königreich.

a. hâjëthâh jëhûdâh lëqâdësjô (Juda is voor / tot zijn heiligdom)
b. jishërâ´el mamësjëlôthâ(j)w (Israël zijn bezit)

  1. 2. 3. 4. 5.
MT הָיְתָה יְהוּדָה לְקָדְשׁוֹ יִשְׂרָאֵל מַמְשְׁלוֹתָיו׃
  hâjëthâh jëhûdâh lëqâdësjô jishërâ´el mamësjëlôthâ(j)w
  היה יהודה ל · קדשׁ · הוא ישׂראל ממשׁלה · הוא
  is Juda tot heiligdom van hem Israël bezit van hem
LXX egenèthè ioudaia agiasma autou israèl exousia autou

Tekstuitleg van Ps 114,2 . Het vers Ps 114,2 bestaat uit 5 woorden en 27 letters . De getalswaarde van Ps 114,2 is 2263 (31 X 73) .

Ps 114,2.1. act. qal perf. 3de pers. vr. enk. hâjëthâh (zij was) van het werkw. hâjâh (zijn) . De getalswaarde van wajëhî (en hij/het zal zijn/was) is 31 . 31 is de getalswaarde van ´el (God) ; aleph = 1 , lamed = 12 of 30 . Totaal : 13 of 31 (elkaars spiegelbeeld) .Taalgebruik in Tenakh : hâjâh (zijn) . Getalswaarde : he = 5 , jod = 10 ; totaal : 20 (2² X 5) . Structuur : 5 - 1 - 5 . Gr. eimi (zijn) . Taalgebruik in de Septuaginta : eimi (zijn) . Taalgebruik in het NT : eimi (zijn) . Lat. esse . D. sein . Fr. être . Ned. zijn . E. to be . Tenakh (114) . Pentateuch (18) . Eerdere Profeten (34) . Latere Profeten (26) . 12 Kleine Profeten (6) . Geschriften (30) . Ps (5) : (1) Ps 42,4 . (2) Ps 114,2 . (3) Ps 118,22 . (4) Ps 118,23 . (5) Ps 119,56 .

Ps 114,2.2. jëhûdâh (Juda) . Taalgebruik in Tenakh : jëhûdâh (Juda) . Getalswaarde : jod = 10 , he = 5 , daleth = 4 ; totaal : 24 (2³ X 3) . Structuur : 1 - 5 - 4 - 5 . Tenakh (633) . Pentateuch (40) . Eerdere Profeten (178) . Latere Profeten (190) . 12 Kleine Profeten (53) . Geschriften (172) . Ps (8) : (1) Ps 48,12 . (2) Ps 60,9 . (3) Ps 63,1 . (4) Ps 68,28 . (5) Ps 69,36 . (6) Ps 78,68 . (7) Ps 97,8 . (8) Ps 108,9 . (9) Ps 109,9 .

Ps 114,2.3. lëqâdësjô (voor zijn heiligheid) < voorzetsel lë + zelfst. naamw. qâdèsj (heiligheid, heiligdom) + suffix pers. voornaamw. 3de pers. mann. enk. Tenakh (1) : Ps 114,2 . Zie het werkw. qâdasj (heiligen) . Taalgebruik in Tenakh : qâdasj (heiligen) . Getalswaarde : qoph = 19 of 100 , daleth = 4 , sjin = 21 of 300 ; totaal : 44 (2² X 11) OF 404 (2² X 101) . Structuur : 1 - 4 - 3 .

Ps 114,2.4. jishërâ´el (Israël) . Taalgebruik in Tenakh : jishërâ´el (Israël) . Taalgebruik in 2 K : jishërâ´el (Israël) . Taalgebruik in Jesaja: jishërâ´el (Israël) . Taalgebruik in Amos : jishërâ´el (Israël) . Getalswaarde : jod = 10 , shin = 21 of 300 , resj = 20 of 200 , aleph = 1 , lameth = 12 of 30 ; totaal : 64 (2³ X 2³) OF 541 (10de zeshoekige ster) . Structuur : 1 - 3 - 2 - 1 - 3 . Gr. israèl (Israël) . Taalgebruik in de LXX : Israèl (Israël) . Taalgebruik in het NT : Israèl (Israël) . Tenakh (2044) . Pentateuch (502) . Eerdere Profeten (765) . Latere Profeten (350) . 12 Kleine Profeten (89) . Geschriften (337) . Ps (47) . Ps 114-115 (4) : (1) Ps 114,1 . (2) Ps 114,2 . (3) Ps 115,9 . (4) Ps 115,12 .

Ps 114,2.5. mamësjëlôthâ(j)w (zijn heerschappij, macht, gebied) < zelfst. naamw. vr. mv. stat.constr. + suffix pers. voornaamw. 3de pers. mann. enk. van het zelfst. naamw. mèmësjâlâh . Tenakh (1) : Ps 114,2 .

Ps 114,2.1. - 5. Het parallelisme van Israël - Jakob in vers 1 ; het parallelisme van Juda Israël in vers 2 . Ze zouden eerder de stam Levi i.v.m. zijn heiligheid dan de stam Juda verwachten . Of hebben we hier met de Jahouds , de priesters in dienst van de God van Echnaton te maken ?

- Ps 114,3 - Ps 114,4 vormt de 2de strofe met de elementen : zee , Jordaan , bergen , heuvels . Bergen en heuvels doet denken aan de terugkeer uit de Babylonische ballingschap (Js 40,1) . De 2de strofe telt 12 woorden en 50 letters .

Ps 114,3 - Ps 114,3 : Die rotsen maakt tot een waterval - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Ps (Psalmen ) -- Ps 114 -- Ps 114,1 - Ps 114,2 - Ps 114,3 - Ps 114,4 - Ps 114,5 - Ps 114,6 - Ps 114,7 - Ps 114,8 -
Griekse tekst Vulgaat   MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
3è thalassa eiden kai efugen o iordanès estrafè eis ta opisô 3 mare vidit et fugit Iordanis conversus est retrorsum 3. Mare vidit et fugit: Iordanis conversus est retrorsum. hajjâm râ´âh wajjânos hajjarëden jissobh lë´achôr 3 De zee zag het, en vlood; de Jordaan keerde achterwaarts. [3] Dit zag de zee en zij sloeg op de vlucht; dit zag de Jordaan en hij schrok terug;   [3] De zee zag en vluchtte, de Jordaan trok zich terug,   114:3 Dat zag de zée en hij vlúchtte, de Jordáan kronkelde áchterúit; 3. La mer voit et s'enfuit, le Jourdain retourne en arrière;

King James Bible . [3] The sea saw it, and fled: Jordan was driven back.
Luther-Bibel . 3 Das Meer sah es und floh, der Jordan wandte sich zurück.

a. hajjâm râ´âh wajjânos (de zee zag en week)
b. hajjarëden jissobh lë´achôr (de Jordaan keerde terug naar achter)

  1. 2. 3. 4. 5. 6.
 MT הַיָּם רָאָה וַיָּנֹס הַיַּרְדֵּן יִסֹּב לְאָחוֹר׃
hajjâm râ´âh

wajjânos

hajjarëden jissobh lë´achôr
ה · ים ראה ו · נס ה · ירדן סבב ל · אחור
de zee zag en week de Jordaan keerde terug naar achter
LXX è thalassa eiden kai efugen o iordanès estrafè eis ta opisô

Tekstuitleg van Ps 114,3 . Het vers Ps 114,3 telt 6 (2 X 3 woorden en 23 letters . De getalswaarde van Ps 114,3 is 973 (7 X 139) . De zee en de Jordaan worden voorgesteld als personages . Bij het zien van (de overmacht van) Israël en het huis van Jakob wijkt de zee en trekt de Jordaan zich terug . Het is dus een wonderlijk gebeuren .

Ps 114,3.1. hajjâm (de zee) < bepaald lidw. ha + zelfst. naamw. jam (zee, meer, stroom) . Taalgebruik in Tenakh : jâm (zee, meer, stroom) . Getalswaarde : jod = 10 , mem = 13 of 40 ; totaal : 23 OF 50 (2 X 5²) . Structuur : 1 - 4 . Gr. thalassa (zee, meer) . Taalgebruik in NT : thalassa (zee meer) . Tenakh (127) . Pentateuch (28) . Eerdere Profeten (19) . Latere Profeten (36) . 12 Kleine Profeten (19) . Geschriften (25) . Ex (12) : (1) Ex 14,2 . (2) Ex 14,9 . (3) Ex 14,16 . (4) Ex 14,21 . (5) Ex 14,22 . (6) Ex 14,23 . (7) Ex 14,26 . (8) Ex 14,27 . (9) Ex 14,29 . (10) Ex 14,30 . (11) Ex 15,19 . (12) Ex 20,11 . Ps (12) : (1) Ps 8,9 . (2) Ps 33,7 . (3) Ps 78,53 . (4) Ps 89,10 . (5) Ps 95,5 . (6) Ps 96,11 . (7) Ps 98,7 . (8) Ps 104,25 . (9) Ps 107,23 . (10) Ps 114,3 . (11) Ps 114,5 . (12) Ps 146,6 . De Rietzee is de zee van de uittocht , de Jordaan de stroom van de intocht .

Ps 114,3.2. râ´âh (zien, verschijnen) . Taalgebruik in Tenakh : râ´âh (zien) . Getalswaarde : resj = 20 of 200 , aleph = 1 , he = 5 ; totaal : 26 of 206 . Structuur : 2 - 1 - 5 . Gr. horaô (zien) . Taalgebruik in de Septuaginta : horaô (zien) . Taalgebruik in het NT : horaô (zien) . Lat. videre . Fr. voir . Ned. zien . E. to see . D. sehen . pass. Lat. apparere . Fr. apparaître . E. appear . Ned. verschijnen . D. erscheinen . Een vorm van horaô (zien, verschijnen) in het NT (114) , in de LXX (1539) . r-´- h . Tenakh (121) . Pentateuch (29) . Eerdere Profeten (28) . Latere Profeten (14) . 12 Kleine Profeten (8) . Geschriften (42) . Ps (11) : (1) Ps 9,14 . (2) Ps 10,11 . (3) Ps 25,18 . (4) Ps 25,19 . (5) Ps 33,13 . (6) Ps 37,13 . (7) Ps 64,9 . (8) Ps 84,10 . (9) Ps 114,3 . (10) Ps 119,153 . (11) Ps 119,159 .

Ps 114,3.3. wajjânos (en hij week) < wë + act. qal imperf. 3de pers. mann. enk. nûs (vluchten, wegsnellen) . Taalgebruik in Tenakh : nûs (vluchten, wegsnellen) . Getalswaarde : nun = 14 of 50 , waw = 6 , samekh = 15 of 60 ; totaal : 35 (5 X 7) OF 116 (2² X 29) . Gr. feugô . Lat. fugere . Fr. fuir . E. to flew . D. fliehen . w-j-n-s . Tenakh (21) : (1) Gn 39,12 . (2) Gn 39,13 . (3) Gn 39,15 . (4) Gn 39,18 . (5) Ex 4,3 . (6) Re 1,6 . (7) Re 4,15 . (8) Re 7,22 . (9) Re 9,21 . (10) Re 9,40 . (11) 2 S 10,18 . (12) 1 K 2,28 . (13) 2 K 8,21 . (14) 2 K 9,10 . (15) 2 K 9,23 . (16) 2 K 9,27 . (17) 2 K 14,19 . (18) Ps 114,3 . (19) 1 K 10,1 . (20) 1 K 19,18 . (21) 2 K 25,27 . Een vorm van nûs (vluchten, wegsnellen) in Ex (5) : (1) Ex 4,3 . (2) Ex 9,20 . (3) Ex 14,25 . (4) Ex 14,27 . (5) Ex 21,13 .
- In Ex 14,5 wordt aan de Farao gemeld dat de Israëlieten gevlucht zijn (het werkw. bârach (vluchten, snel weggaan, doorgaan) . Taalgenruik in Tenakh : bârach (vluchten, snel weggaan, doorgaan) . Bij wat de Egyptenaren overkomt in de Rietzee , roepen ze om te vluchten voor de Israëlieten en zij vluchtten (Ex 14,25 . Ex 14,27) .

Ps 114,3.4. hajjarëden (de Jordaan) < bepaald lidw. ha + zelfst. naamw. jarëden (Jordaan) . Taalgebruik in Tenakh : jarëden (Jordaan) . Getalswaarde : jod = 10, resj = 20 of 200 , daleth = 4 , nun = 14 of 5O ; totaal : 38 (2 X 19) OF 264 . Structuur : 1 - 2 - 4 - 5 . Tenakh () . Pentateuch () . Eerdere Profeten () . Latere Profeten () . 12 Kleine Profeten () . Geschriften () . Gr. iordanès (Jordaan) . Taalgebruik in het NT : iordanès (Jordaan) . Een vorm van iordanès (Jordaan) in de LXX , in het NT in 15 verzen . Tenakh (131) . Pentateuch (38) . Eerdere Profeten (81) . Latere Profeten (5) . 12 Kleine Profeten (1) . Geschriften (6) . Ps (2) : (1) Ps 114,3 . (2) Ps 114,5 .

Ps 114,3.5. act. qal imperf. 3de pers. mann. enk. jissobh (hij keerde terug) van het werkw. sâbhabh (draaien, omsingelen, terugkeren) . Taalgebruik in Tenakh : sâbhabh (draaien, omsingelen, terugkeren) , zie Ps 18,6 . Getalswaarde : samekh = 15 of 60 , beth = 2 ; totaal = 19 OF 64 (2³ X 2³) . Structuur : 6 - 2 - 2 . Tenakh (6) : (1) 1 S 5,8 . (2) 2 S 14,24 . (3) 1 K 7,15 . (4) 1 K 7,23 . (5) Ps 114,3 . (6) 2 Kr 4,2 .

Ps 114,3.6. lë´achôr (achterwaarts, naar achter) < lë + ´achôr (achterwaarts) . Zie : ´achäre(j) (achter, na) . Taalgebruik in Tenakh : ´achäre(j) (achter) . Getalswaarde : aleph = 1 , chet = 8 , resj = 20 of 200 , jod = 10 ; totaal : 39 (3 X 13) OF 219 (3 X 73) . Structuur : 1 - 8 - 2 - 1 . Tenakh (5) : (1) Js 41,23 . (2) Js 42,23 . (3) Jr 7,24 . (4) Ps 114,3 . (5) Ps 114,5 .

Ps 114,4 - Ps 114,4 : Die rotsen maakt tot een waterval - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Ps (Psalmen ) -- Ps 114 -- Ps 114,1 - Ps 114,2 - Ps 114,3 - Ps 114,4 - Ps 114,5 - Ps 114,6 - Ps 114,7 - Ps 114,8 -
Griekse tekst Vulgaat   MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
4ta orè eskirtèsan ôsei krioi kai oi bounoi ôs arnia probatôn 4 montes subsilierunt quasi arietes colles quasi filii gregis 4. Montes exultaverunt ut arietes: et colles sicut agni ovium. hèhârîm râqëdû kë´e(j)lîm gëbhâ`ôth kibhëne(j) tso´n 4 De bergen sprongen als rammen, de heuvelen als lammeren. [4] als rammen sprongen de bergen op, als jonge schapen de heuvels.   [4] de bergen schrokken op als rammen, als lammeren sprongen de heuvels op.  114:4 de bergen spróngen als rámmen, heuvels als de kléintjes ván de kúdde! 4. les montagnes sautent comme des béliers et les collines comme des agneaux.

King James Bible . [4] The mountains skipped like rams, and the little hills like lambs.
Luther-Bibel . 4 Die Berge hüpften wie die Lämmer, die Hügel wie die jungen Schafe.

a. hèhârîm râqëdû kë´e(j)lîm (de bergen springen op als rammen)
b. gëbhâ`ôth kibhëne(j) tso´n (heuvels als jongen van een kudde)

  1. 2. 3. 4. 5. - 6.
MT הֶהָרִים רָקְדוּ כְאֵילִים גְּבָעוֹת כִּבְנֵי־צֹאן׃*
  hě·hā·rîm rā·qeḏû eʾê·lîm geḇā·ʿôṯ kiḇ·nê-·ṣō(ʾ)n
  ה · הר רקד ך · איל גבעה ך · בן · צאן
  de bergen sprongen op als rammen heuvels als jongen van een kudde
LXX ta orè eskirtèsan ôsei krioi kai oi bounoi ôs arnia probatôn

Tekstuitleg van Ps 114,4 . Het vers Ps 114,4 telt 6 (2 X 3) woorden en 27 letters . De getalswaarde van Ps 114,4 is 1385 (5 X 277) .

Ps 114,4.2. Gr. act aor. 3de pers. mv. eskirtèsan (zij sprongen op) . Gn 25,22 : wajjithërotsätsû zij bewogen zich heftig, zij botsten tegen elkaar) < verbindingswoord wë + werkw. vorm hithpoël imperfectum derde persoon meervoud van het werkw. râtsats (knakken, verbreken, verdrukken) . Taalgebruik in Tenach : râtsats (knakken, verbreken, verdrukken) . Getalswaarde : resj = 20 of 200 , tsade = 18 of 90 ; totaal : 56 (2³ X 7) OF 380 (2² X 5 X 19) . Structuur : 2 - 9 - 9 . Tenach (1) Gn 25,22 . LXX : act. ind. imperf. 3de pers. mv. eskirtôn van het werkw. skirtaô (huppelen, springen, dansen) . Taalgebruik in de LXX : skirtaô (huppelen, springen, dansen) . Taalgebruik in het NT : skirtaô (huppelen, springen, dansen) . Een vorm van skirtaô (huppelen, springen, dansen) , in de LXX (7) , in Lc (NT) in 3 verzen : (1) Lc 1,41 . (2) Lc 1,44 . (3) Lc 6,23 .
Er is een sterke literaire overeenkomst tussen Gn 25,22 en Lc 1,41 .
- Gn 25,22 : skirmôn de ta paidia en autèi (sprongen de kinderen op in haar)
- Lc 1,41 : eskirtèsen to brefos en tèi koiliai autès (sprong het kind op in haar schoot) .

Ps 114,5 - Ps 114,6 vormt de derde strofe . De vraag wordt gesteld waarom de natuurelementen zo reageren .

Ps 114,5 - Ps 114,5 : Die rotsen maakt tot een waterval - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Ps (Psalmen ) -- Ps 114 -- Ps 114,1 - Ps 114,2 - Ps 114,3 - Ps 114,4 - Ps 114,5 - Ps 114,6 - Ps 114,7 - Ps 114,8 -
Griekse tekst Vulgaat   MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
5ti soi estin thalassa oti efuges kai soi iordanè oti anechôrèsas eis ta opisô 5 quid tibi est mare quia fugisti Iordanis quia conversus es retrorsum 5. Quid est tibi mare quod fugisti? et tu Iordanis quia conversus es retrorsum? mah lëkhâ hajjâm kî thânûs hajjarëden thissobh lë´achôr 5 Wat was u, gij zee! dat gij vloodt? gij Jordaan! dat gij achterwaarts keerdet? [5] Wat is er, zee, waarom vlucht je? Wat is er, Jordaan, waarom schrik je?  [5] Waarvoor, zee, neem je de vlucht, Jordaan, trek jij je terug?  114:5 Wat had je, zée, dat je vlúchtte, Jordáan, dat je áchteruit wégliep, 5. Qu'as-tu, mer, à t'enfuir, Jourdain, à retourner en arrière,

King James Bible . [5] What ailed thee, O thou sea, that thou fleddest? thou Jordan, that thou wast driven back?
Luther-Bibel . 5 Was war mit dir, du Meer, dass du flohest, und mit dir, Jordan, dass du dich zurückwandtest?

a. mah lëkhâ hajjâm kî thânûs (de zee zag en week)
b. hajjarëden thissobh lë´achôr (de Jordaan keerde terug naar achter)

 

1. - 2.

3.

4.

5.

6.

7.

8.

MT מַה־לְּךָ הַיָּם כִּי תָנוּס הַיַּרְדֵּן תִּסֹּב לְאָחוֹר׃
  mah lëkhâ hajjâm thânûs hajjarëden thissobh lë´achôr
  מה · ל · אתה ה · ים כי נס ה · ירדן סבב ל · אחור
  wat bij jou de zee dat je wijkt de Jordaan je keert naar achter
LXX ti soi estin thalassa oti efuges kai soi iordanè oti anechôrèsas eis ta opisô

Tekstuitleg van Ps 114,5 . Het vers Ps 114,5 telt 8 (2³) woorden en 26 letters . De getalswaarde van Ps 114,5 is 1672 (2³ X 11 X 19) . In dit vers wordt de vraag gesteld aan de zee en de Jordaan voor hun reactie op het zien van de uittocht van Israël / Jakob .

Ps 114,5.1. mah / mâh (wat?) . Taalgebruik in Tenakh : mah / mâh (wat?) . Getalswaarde : mem = 13 of 40 , he = 5 ; totaal : 18 (2 X 3²) OF 45 (3² X 5) . Tenakh (424) . Pentateuch (74) . Eerdere Profeten (111) . Latere Profeten (59) . 12 Kleine Profeten (39) . Geschriften (141) . Ps (38) . Ps 114 (1) Ps 114,5 .

Ps 114,5.2. lëkhâ (voor jou) . Voorzetsel lë + persoonlijk voornaamwoord suffix tweede persoon mannelijk enkelvoud -khâ . l-k . Tenakh (827) . Pentateuch (276) . Eerdere Profeten (188) . Latere Profeten (147) . 12 Kleine Profeten (30) . Geschriften (186) . Ps (53) . Ps 114 (1) : Ps 114,5 .

Ps 114,5.1. - 2. mah lëkhâ (wat voor jou) . Tenakh (9) : (1) Re 18,23 . (2) 1 K 19,9 . (3) 1 K 19,13 . (4) 2 K 9,18 . (5) 2 K 9,19 . (6) Ps 50,16 . (7) Ps 114,5 . (8) Js 22,16 . (9) Jon 1,6 .

Ps 114,5.3. hajjâm (de zee) < bepaald lidw. ha + zelfst. naamw. jam (zee, meer, stroom) . Taalgebruik in Tenakh : jâm (zee, meer, stroom) . Getalswaarde : jod = 10 , mem = 13 of 40 ; totaal : 23 OF 50 (2 X 5²) . Structuur : 1 - 4 . Tenakh (127) . Pentateuch (28) . Eerdere Profeten (19) . Latere Profeten (36) . 12 Kleine Profeten (19) . Geschriften (25) . Ps (12) : (1) Ps 8,9 . (2) Ps 33,7 . (3) Ps 78,53 . (4) Ps 89,10 . (5) Ps 95,5 . (6) Ps 96,11 . (7) Ps 98,7 . (8) Ps 104,25 . (9) Ps 107,23 . (10) Ps 114,3 . (11) Ps 114,5 . (12) Ps 146,6 .

Ps 114,5.4. kî (want, omdat) . Taalgebruik in Tenakh : kî (want, omdat) . Getalswaarde : kaph = 11 of 20 , jod = 10 ; totaal : 21 (3 X 7) of 30 (2 X 3 X 5) . Structuur : 2 - 1 . Tenakh (3849) . Pentateuch (884) . Eerdere Profeten (726) . Latere Profeten (841) . 12 Kleine Profeten (241) . Geschriften (1157) . Ps (410) . Ps 114 (1) : Ps 114,1 .

Ps 114,5.5. act. qal imperf. 2de pers. mann. enk. thânûs (jij keert terug) van het werkw. nûs (vluchten, wegsnellen) . Taalgebruik in Tenakh : nûs (vluchten, wegsnellen) . Getalswaarde : nun = 14 of 50 , waw = 6 , samekh = 15 of 60 ; totaal : 35 (5 X 7) OF 116 (2² X 29) . Tenakh (2) : (1) Dt 28,25 . (2) Ps 114,5 . wajjânos (en hij week) < wë + act. qal imperf. 3de pers. mann. enk. in Ps 114,3 . Een vorm van nûs (vluchten, wegsnellen) in Ex (5) : (1) Ex 4,3 . (2) Ex 9,20 . (3) Ex 14,25 . (4) Ex 14,27 . (5) Ex 21,13 .

Ps 114,5.6. hajjarëden (de Jordaan) < bepaald lidw. ha + zelfst. naamw. jarëden (Jordaan) . Taalgebruik in Tenakh : jarëden (Jordaan) . Getalswaarde : jod = 10, resj = 20 of 200 , daleth = 4 , nun = 14 of 5O ; totaal : 38 (2 X 19) OF 264 . Structuur : 1 - 2 - 4 - 5 . Tenakh () . Pentateuch () . Eerdere Profeten () . Latere Profeten () . 12 Kleine Profeten () . Geschriften () . Gr. iordanès (Jordaan) . Taalgebruik in het NT : iordanès (Jordaan) . Een vorm van iordanès (Jordaan) in de LXX , in het NT in 15 verzen . Tenakh (131) . Pentateuch (38) . Eerdere Profeten (81) . Latere Profeten (5) . 12 Kleine Profeten (1) . Geschriften (6) . Ps (2) : (1) Ps 114,3 . (2) Ps 114,5 .

Ps 114,5.7. act. qal imperf. 2de pers. mann. enk. thissob (jij keert terug) van het werkw. sâbhabh (draaien, omsingelen, terugkeren) . Taalgebruik in Tenakh : sâbhabh (draaien, omsingelen, terugkeren) , zie Ps 18,6 . Getalswaarde : samekh = 15 of 60 , beth = 2 ; totaal = 19 OF 64 (2³ X 2³) . Structuur : 6 - 2 - 2 . Tenakh (3) : (1) Nu 36,7 . (2) Nu 36,9 . (3) Ps 114,5 .

Ps 114,5.8. lë´achôr (achterwaarts, naar achter) < lë + ´achôr (achterwaarts) . Zie : ´achäre(j) (achter, na) . Taalgebruik in Tenakh : ´achäre(j) (achter) . Getalswaarde : aleph = 1 , chet = 8 , resj = 20 of 200 , jod = 10 ; totaal : 39 (3 X 13) OF 219 (3 X 73) . Structuur : 1 - 8 - 2 - 1 . Tenakh (5) : (1) Js 41,23 . (2) Js 42,23 . (3) Jr 7,24 . (4) Ps 114,3 . (5) Ps 114,5 .

Ps 114,6 - Ps 114,6 : Die rotsen maakt tot een waterval - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Ps (Psalmen ) -- Ps 114 -- Ps 114,1 - Ps 114,2 - Ps 114,3 - Ps 114,4 - Ps 114,5 - Ps 114,6 - Ps 114,7 - Ps 114,8 -
Griekse tekst Vulgaat   MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
6ta orè oti eskirtèsate ôsei krioi kai oi bounoi ôs arnia probatôn 6 montes sussultastis quasi arietes colles quasi filii gregis 6. Montes exultastis sicut arietes et colles sicut agni ovium. hèhârîm thirëqëdû kë´e(j)lîm gëbhâ`ôth kibhëne(j) tso´n 6 Gij bergen, dat gij opsprongt als rammen? gij heuvelen! als lammeren? [6] En jullie, bergen, waarom springen jullie als rammen en jullie, heuvels, als jonge schapen?  [6] Waarvoor, bergen, schrikken jullie op als rammen, springen jullie, heuvels, als lammeren op?  114:6 bergen, dat jullie spróngen als rámmen, heuvels,- als de kléintjes ván de kúdde? 6. et vous, montagnes, à sauter comme des béliers, collines, comme des agneaux?

King James Bible . [6] Ye mountains, that ye skipped like rams; and ye little hills, like lambs?
Luther-Bibel . 6 Ihr Berge, dass ihr hüpftet wie die Lämmer, ihr Hügel, wie die jungen Schafe?

a. hèhârîm thirëqëdû kë´e(j)lîm (de bergen springen op als rammen)
b. gëbhâ`ôth kibhëne(j) tso´n (heuvels als jongen van een kudde)

Tekstuitleg van Ps 114,6 . Het vers Ps 114,6 telt 6 (2 X 3) woorden en 28 (2² X 7) letters . De getalswaarde van Ps 114,6 is 1785 (3 X 5 X 7 X 17) .

  1. 2. 3. 4. 5. - 6.
MT הֶהָרִים תִּרְקְדוּ כְאֵילִים גְּבָעוֹת כִּבְנֵי־צֹאן׃*
  hě·hā·rîm tir·qeḏû eʾê·lîm geḇā·ʿôṯ kiḇ·nê-·ṣō(ʾ)n
  ה · הר רקד ך · איל גבעה ך · בן · צאן
  de bergen jullie springen op als rammen heuvels als jongen van een kudde
LXX orè oti eskirtèsate ôsei krioi kai oi bounoi ôs arnia probatôn

- Ps 114,7 - Ps 114,8 is de vierde en laatste strofe . Hier komt Adon (Aton) op het toneel .

Ps 114,7 - Ps 114,7 : Die rotsen maakt tot een waterval - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Ps (Psalmen ) -- Ps 114 -- Ps 114,1 - Ps 114,2 - Ps 114,3 - Ps 114,4 - Ps 114,5 - Ps 114,6 - Ps 114,7 - Ps 114,8 -
Griekse tekst Vulgaat   MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
7apo prosôpou kuriou esaleuthè è gè apo prosôpou tou theou iakôb 7 a facie Domini contremesce terra a facie Dei Iacob 7. A facie Domini mota est terra, a facie Dei Iacob. milliphëne(j) ´âdôn chûlî ´ârèts milliphëne(j) ´êlôah ja`äqobh 7 Beef, gij aarde! voor het aangezicht des Heeren, voor het aangezicht van den God Jakobs; [7] Voor de Heer moet je sidderen, land, voor de God van Jakob,  [7] ‘Voor het aanschijn van de Heer, – beef, aarde! – voor het aanschijn van de God van Jakob.   114:7 Aarde, beef voor het áanschijn van de Héer, voor het áanschijn van Jákobs Gód; 7. Tremble, terre, devant la face du Maître, devant la face du Dieu de Jacob,
.

King James Bible . [7] Tremble, thou earth, at the presence of the Lord, at the presence of the God of Jacob;
Luther-Bibel . 7 Vor dem Herrn erbebe, du Erde, vor dem Gott Jakobs,

a. milliphëne(j) ´âdôn chûlî ´ârèts (van voor het aangezicht van Aton (Heer) beef , aarde)
b. milliphëne(j) ´êlôah ja`äqobh (van voor het aangezicht van God van Jakob)

 

1.

2.

3.

4.

5.

6.

7.

MT מִלִּפְנֵי אָדוֹן חוּלִי אָרֶץ מִלִּפְנֵי אֱלוֹהַּ יַעֲקֹב׃
  milliphëne(j) ´âdôn chûlî ´ârèts milliphëne(j) ´êlôah ja`äqobh
  מן · ל · פן אדן חל ארץ מן · ל · פן אלה יעקוב
  van voor het aangezicht van Heer (Aton) beef earth from · toe · face of God Jacob
LXX apo prosôpou kuriou esaleuthè è gè apo prosôpou tou theou iakôb

Tekstuitleg van Ps 114,7 . Het vers Ps 114,7 telt 7 woorden en 29 letters . De getalswaarde van Ps 114,7 is 1050 (2 X 3 X 5² X 7) .

Ps 114,7.1. milliphëne(j) (van bij het aangezicht van) < voorzetsel min + voorzetsel lë + zelfst. naamw. stat. constr. mann. mv. van het zelfst. naamw. panîm (gezicht, aangezicht) . Taalgebruik in Tenakh : panîm (gezicht, aangezicht) . Getalswaarde : pe = 17 of 80 , nun = 14 of 50 , mem = 13 of 40 ; totaal : 44 (4 X 11) OF 170 . Structuur : 8 - 5 - 4 . Gr. prosôpon (aangezicht) . Taalgebruik in het NT : prosôpon (aangezicht) . Taalgebruik in de Septuaginta. : prosôpon (aangezicht) . Taalgebruik in Lc : prosôpon (aangezicht) . pros : naar , bij (aan-) , ôpon , zie optie , optieken enz ... op- : zien . aangezicht , waarnaar je kijkt . Of : pro -s -opon , waaruit het Latijnse per- son -a (doorheen -klinken) , wat wijst op een masker waardoor men sprak . Lat. facies . Fr. la face . E. face . D. Angesicht . Een vorm van prosôpon (aangezicht) in de LXX (1297) , in het NT (74) . Tenakh (47) . Pentateuch (15) . Eerdere Profeten (6) . Latere Profeten (7) . 12 Kleine Profeten (2) . Geschriften (17) . Ps (2) : (1) Ps 97,5 . (2) Ps 114,7 .

Ps 114,7.2. ´ädôn / ´âdôn (heer, Aton) . Zie : ´ädon / ´ädonaj (mijn heer / mijne heren) . Taalgebruik in Tenakh : ´ädonâj / ´ädonaj (mijn heer / mijne heren) . Getalswaarde : aleph = 1 , daleth = 4 , nun = 14 of 50 , jod = 10 ; totaal : 29 OF 65 (5 X 13 of (2 X 26) + 13 . Structuur : 1 - 4 - 5 - 1 . Tenakh (568) . Pentateuch (67) . Js (47) . JHWH wordt als ´ädonâj uitgesproken . Gr. kurios (heer) . Taalgebruik in het NT : kurios (heer) . Taalgebruik in de Septuaginta : kurios (heer) . Lat. dominus . Fr. seigneur . D. Herr . E. Lord . Een vorm van kurios (heer) in de Septuaginta (8591) , in het NT (718) . Tenakh (11) : (1) Joz 3,11 . (2) Joz 3,13 . (3) Jr 22,18 . (4) Jr 34,5 . (5) Zach 4,14 . (6) Zach 6,5 . (7) Ps 12,5 . (8) Ps 97,5 . (9) Ps 105,21 . (10) Ps 114,7 . (11) Neh 7,61 .

1. - 2. milliphëne(j) ´âdôn (van bij het aangezicht van Aton / Heer) . Tenakh (1) : Ps 114,7 . milliphëne(j) ´ädôn (van bij het aangezicht van Aton / Heer) . Tenakh (1) : Ps 97,5 . milliphëne(j) JHWH (van bij het aangezicht van JHWH) . Tenakh (15) : (1) Gn 4,16 . (2) Lv 9,24 . (3) Lv 10,2 . (4) Lv 16,12 . (5) Nu 17,11 . (6) Nu 17,24 . (7) Nu 20,9 . (8) 1 S 21,7 . (9) 1 Kr 16,33 . (10) 2 Kr 19,2 . (11) 2 Kr 33,23 . (12) Ps 97,5 . (13) Jon 1,3 (2X) . (14) Jon 1,10 .

Ps 114,7.3. act. qal imperat. 2de pers. vr. enk. chûlî (beef van angst) van het werkw. chîl / chûl (baren, beven van angst, beanstigen) . Taalgebruik in Tenakh : chîl / chûl (baren, beven van angst, beanstigen) . Tenakh (2) : (1) Mi 4,10 . (2) Ps 114,7 .

Ps 114,7.5. milliphëne(j) (van bij het aangezicht van) < voorzetsel min + voorzetsel lë + zelfst. naamw. stat. constr. mann. mv. van het zelfst. naamw. panîm (gezicht, aangezicht) . Taalgebruik in Tenakh : panîm (gezicht, aangezicht) . Getalswaarde : pe = 17 of 80 , nun = 14 of 50 , mem = 13 of 40 ; totaal : 44 (4 X 11) OF 170 . Structuur : 8 - 5 - 4 . Gr. prosôpon (aangezicht) . Taalgebruik in het NT : prosôpon (aangezicht) . Taalgebruik in de Septuaginta. : prosôpon (aangezicht) . Taalgebruik in Lc : prosôpon (aangezicht) . pros : naar , bij (aan-) , ôpon , zie optie , optieken enz ... op- : zien . aangezicht , waarnaar je kijkt . Of : pro -s -opon , waaruit het Latijnse per- son -a (doorheen -klinken) , wat wijst op een masker waardoor men sprak . Lat. facies . Fr. la face . E. face . D. Angesicht . Een vorm van prosôpon (aangezicht) in de LXX (1297) , in het NT (74) . Tenakh (47) . Pentateuch (15) . Eerdere Profeten (6) . Latere Profeten (7) . 12 Kleine Profeten (2) . Geschriften (17) . Ps (2) : (1) Ps 97,5 . (2) Ps 114,7 .

Ps 114,7.7. ja`äqobh (Jakob) . Taalgebruik in Tenakh : Ja`äqobh (Jakob) . Taalgebruik in Genesis : Ja`äqobh (Jakob) . Getalswaarde : jod = 10 , ajin = 16 of 70 , qoph = 19 of 100 , beth = 2 ; totaal : 47 of 182 (2 X 7 X 13 of 7 X 26) . Structuur : 1 - 7 - 1 - 2 . Taalgebruik in de LXX : iakôb (Jakob) . Taalgebruik in het NT : iakôb (Jakob) . Tenakh (252) . Pentateuch (146) . Eerdere Profeten (6) . Latere Profeten (48) . 12 Kleine Profeten (24) . Geschriften (28) . Ps (26) : (1) Ps 14,7 . (2) Ps 20,2 . (3) Ps 22,24 . (4) Ps 24,6 . (5) Ps 44,5 . (6) Ps 46,8 . (7) Ps 46,12 . (8) Ps 47,5 . (9) Ps 53,7 . (10) Ps 75,10 . (11) Ps 76,7 . (12) Ps 77,16 . (13) Ps 79,7 . (14) Ps 81,2 . (15) Ps 81,5 . (16) Ps 84,9 . (17) Ps 85,2 . (18) Ps 87,2 . (19) Ps 94,7 . (20) Ps 105,6 . (21) Ps 114,1 . (22) Ps 114,7 . (23) Ps 132,2 . (24) Ps 132,5 . (25) Ps 135,4 . (26) Ps 146,5 .
Bij de aartsvaders Abraham , Isaak en Jakob spelen de getallen van hun leeftijden een symbolische betekenis .
- Abraham werd 175 jaar oud . 175 = 5² X 7 . (Gn 25,7) . Merkwaardig is de plaats van dit vers in de bijbel : het 25ste hoofdstuk en het 7de vers . Som van de factoren : 5 + 5 + 7 = 17 .
- Isaak werd 180 jaar oud . 180 = 6² X 5 . (Gn 35,28) . Som van de factoren : 6 + 6 + 5 = 17 .
- Jakob werd 147 jaar oud . 147 = 7² X 3 . (Gn 49,33) . Som van de factoren : 7 + 7 + 3 = 17 . De buitenste getallen van 147 is 17 . Ook hier is de plaats van dit vers in de bijbel merkwaardig : het 49ste (7²) hoofdstuk en het 33ste (3) vers . Jakob verbleef 130 (5 X 26) jaar in Kanaän en 17 jaar in Egypte (Gn 47,28) . Merkwaardig is de plaats in de bijbel (Gn 47,28) . De buitenste getallen van 147 is 17 . Het tweede en derde getal van 147 is 47 . 28 = 4 X 7 (hierin schuilt 47) .
Het product van drie opeenvolgende getallen ( 5 - 6 - 7) in het kwadraat , opklimmend , met drie opeenvolgende onpare getallen afdalend . De som van de factoren is telkens 17.
- Jozef leefde 110 jaar . 110 = 5² + 6² + 7² . De som van drie opeenvolgende getallen in het kwadraat . (Gn 50,22) of de som van de kwadraten van de aartsvaders . Deze plaats in de bijbel is wellicht ook merkwaardig . (50ste hoofdstuk) X 22 (22ste vers) = 110 .
Ook de getalswaarde van de namen van de 'aartsvaders' kan een symbolische waarde hebben .
- Isaak (Gn 21,3) . jitsëchâq (Isaak) . Getalswaarde : jod = 10 , tsade = 18 of 90 , chet = 8 , qoph = 19 of 100 ; totaal : 49 (7 X 7) OF 208 (8 X 26) .
- Jakob (Gn 25,26) . ja`äqobh (Jakob) . Getalswaarde : jod = 10 , ajin = 16 of 70 , qoph = 19 of 100 , beth = 2 ; totaal : 47 OF 182 (7 X 26) .
- Jozef (Gn 30,24) . Jôseph (Jozef) . Getalswaarde : jod = 10 , waw = 6 , samekh = 15 of 60 , qoph = 17 of 80 ; totaal : 48 (2³ X 2² X 3) OF 156 (6 X 26) .
Het product van drie opeenvolgende getallen (8 - 7 - 6) , afdalend , met de getalswaarde van de godsnaam JHWH = 26 .
Het is opvallend dat bij Jakob het getal 7 overwegend is . De leeftijd van Jakob is 147 (14 = 2 X 7 ; 7 ; dus 3 X een 7) OF 7² X 3 . Som van de factoren is 17 (7 + 7 + 3) . De getalswaarde van de naam Jakob is 182 (7 X 26) .

Ps 114,8 - Ps 114,8 : Die rotsen maakt tot een waterval - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Ps (Psalmen ) -- Ps 114 -- Ps 114,1 - Ps 114,2 - Ps 114,3 - Ps 114,4 - Ps 114,5 - Ps 114,6 - Ps 114,7 - Ps 114,8 -
Griekse tekst Vulgaat   MT Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
8tou strepsantos tèn petran eis limnas udatôn kai tèn akrotomon eis pègas udatôn 8 qui convertit petram in paludes aquarum silicem in fontes aquarum 8. Qui convertit petram in stagna aquarum, et rupem in fontes aquarum. hahophëkhî hatstsûr ´ägam majim 8 Die den rotssteen veranderde in een watervloed, den keisteen in een waterfontein. [8] die* rotsen maakt tot een waterval, graniet tot een borrelende bron.   [8] Hij verandert de rots in een bron, hard gesteente in een stroom van water.’  114:8 die de rots verandert in een wáterrijk méer, de kíezel in fontéinen van wáter! 8. qui change le rocher en étang et le caillou en source.

King James Bible . [8] Which turned the rock into a standing water, the flint into a fountain of waters.
Luther-Bibel . 8 der den Felsen wandelte in einen See und die Steine in Wasserquellen!

a. hahophëkhî hatstsûr ´ägam majim (de kerende de rots tot een watervijver)
b. hallâmisj lëma`ëjënô mâjim (silex tot waterbron) .

  1. 2. 3. - 4. 5. 6. - 7.
MT הַהֹפְכִי הַצּוּר אֲגַם־מָיִם חַלָּמִישׁ לְמַעְיְנוֹ־מָיִם׃
  hahophëkhî hatstsûr ´ägam majim hallâmisj lëma`ëjënô mâjim
  ה · הפך ה · צור אגם · מים חלמישׁ ל · מעין · מים
  de omkerende de rots tot een watervijver de silex tot waterbron
LXX tou strepsantos tèn petran eis limnas udatôn kai tèn akrotomon eis pègas udatôn

Tekstuitleg van Ps 114,8 . Het vers Ps 114,8 telt 7 woorden en 29 letters . De getalswaarde van Ps 114,8 is 1239 (3 X 7 X 59) .

Ps 114,8.1. hahophëkhî (de kerende) < bepaald lidw. ha + act. qal part. mann. enk. van het werkw. hâphakh (wenden, omkeren, verdraaien, verwoesten) . Tenakh : hâphakh (wenden, omkeren, verdraaien, verwoesten) . Getalswaarde : he = 5 , pe = 17 of 80 , kaph = 11 of 20 ; totaal : 33 (3 X 11) OF 105 (3 X 5 X 7) . Structuur : 5 - 8 - 2 . Tenakh (1) : Ps 114,8 . Een vorm van hâphakh (wenden, omkeren, verdraaien, verwoesten) in Ex (5) : (1) Ex 7,15 . (2) Ex 7,17 . (3) Ex 7,20 . (4) Ex 10,19 . (5) Ex 14,5 .

Ps 114,8.2. hatstsûr (de rots) < bepaald lidw. ha + zelfst. naamw. tsûr (rots, steen) . Taalgebruik in Tenakh : tsûr (rots, steen) . Getalswaarde : tsade = 18 of 90 , waw = 6 , resj = 20 of 200 ; totaal : 44 (4 X 11) OF 296 (2³ X 37) . Structuur : 9 - 6 - 2 . Tenakh (8) : (1) Ex 17,6 . (2) - Ex 33,21. (3) - Ex 33,22 . (4) Dt 32,4 . (5) Re 6,21 . (6) Re 13,19 . (7) 2 S 21,10 . (8) Ps 114,8 .

Ps 114,8.4. majim (water) . Taalgebruik in Tenakh : majim (water) . Getalswaarde : mem = 13 of 40 , jod = 10 ; totaal : 36 (2² X 3²) OF 90 (2 X 3² X 5) . Structuur : 4 - 1 - 4 . Gr. hudôr (water) . Taalgebruik in het NT : hudôr (water) . Lat. : aqua . Fr. : eau . E. water . D. Wasser . Tenakh (254) . Pentateuch (53) . Eerdere Profeten (46) . Latere Profeten (72) . 12 Kleine Profeten (15) . Geschriften (68) . Ps (28) : (1) Ps 1,3 . (2) Ps 18,12 . (3) Ps 18,16 . (4) Ps 29,3 . (5) Ps 32,6 . (6) Ps 42,2 . (7) Ps 58,8 . (8) Ps 63,2 . (9) Ps 65,10 . (10) Ps 69,2 . (11) Ps 69,3 . (12) Ps 69,15 . (13) Ps 69,16 . (14) Ps 72,8 . (15) Ps 77,17 . (16) Ps 77,18 . (17) Ps 78,13 . (18) Ps 78,16 . (19) Ps 78,20 . (20) Ps 93,4 . (21) Ps 104,6 . (22) Ps 105,41 . (23) Ps 106,11 . (24) Ps 107,33 . (25) Ps 107,35 . (26) Ps 114,8 . (27) Ps 119,136 . (28) Ps 147,18 .

Ps 114,8.1. - 4. Rots en water roepen de verhalen van Mozes op , die op de rotsen slaat , waaruit dan water vloeit (Ex 17,1-7 ; Ex 17,6 ; Nu 20,2-13 ; Nu 20,11) . Water verandert in bloed (Ex 7,14-25 ; Ex 7,20) . Dat rotsen veranderen in een meer van water komen slechts in Ps 114,8 voor . Op een rots kan je bouwen . Een rots geeft vastheid . Maar rotsen in een woestijn geven de ontbering weer . Dat rotsen veranderen in wadi's geeft het heerlijke van de plaats aan . Je zou de indruk krijgen dat je in een 'aards paradijs' bent gekomen .

7. majim (water) . Taalgebruik in Tenakh : majim (water) . Getalswaarde : mem = 13 of 40 , jod = 10 ; totaal : 36 (2² X 3²) OF 90 (2 X 3² X 5) . Structuur : 4 - 1 - 4 . Gr. hudôr (water) . Taalgebruik in het NT : hudôr (water) . Lat. : aqua . Fr. : eau . E. water . D. Wasser . Tenakh (254) . Pentateuch (53) . Eerdere Profeten (46) . Latere Profeten (72) . 12 Kleine Profeten (15) . Geschriften (68) . Ps (28) : (1) Ps 1,3 . (2) Ps 18,12 . (3) Ps 18,16 . (4) Ps 29,3 . (5) Ps 32,6 . (6) Ps 42,2 . (7) Ps 58,8 . (8) Ps 63,2 . (9) Ps 65,10 . (10) Ps 69,2 . (11) Ps 69,3 . (12) Ps 69,15 . (13) Ps 69,16 . (14) Ps 72,8 . (15) Ps 77,17 . (16) Ps 77,18 . (17) Ps 78,13 . (18) Ps 78,16 . (19) Ps 78,20 . (20) Ps 93,4 . (21) Ps 104,6 . (22) Ps 105,41 . (23) Ps 106,11 . (24) Ps 107,33 . (25) Ps 107,35 . (26) Ps 114,8 . (27) Ps 119,136 . (28) Ps 147,18 . Een vorm van hâphakh (wenden, omkeren, verdraaien, verwoesten) in Ex (5) : (1) Ex 7,15 . (2) Ex 7,17 . (3) Ex 7,20 . (4) Ex 10,19 . (5) Ex 14,5 .


SEPTUAGINTA

1allèlouia en exodô israèl ex aiguptou oikou iakôb ek laou barbarou2egenèthè ioudaia agiasma autou israèl exousia autou3è thalassa eiden kai efugen o iordanès estrafè eis ta opisô4ta orè eskirtèsan ôsei krioi kai oi bounoi ôs arnia probatôn5ti soi estin thalassa oti efuges kai soi iordanè oti anechôrèsas eis ta opisô6ta orè oti eskirtèsate ôsei krioi kai oi bounoi ôs arnia probatôn7apo prosôpou kuriou esaleuthè è gè apo prosôpou tou theou iakôb8tou strepsantos tèn petran eis limnas udatôn kai tèn akrotomon eis pègas udatôn


VULGAAT

1 cum egrederetur Israhel de Aegypto domus Iacob de populo barbaro 2 factus est Iudas in sanctificatione eius Israhel potestas eius 3 mare vidit et fugit Iordanis conversus est retrorsum 4 montes subsilierunt quasi arietes colles quasi filii gregis 5 quid tibi est mare quia fugisti Iordanis quia conversus es retrorsum 6 montes sussultastis quasi arietes colles quasi filii gregis 7 a facie Domini contremesce terra a facie Dei Iacob 8 qui convertit petram in paludes aquarum silicem in fontes aquarum

In exitu Israel de Aegypto, domus Iacob de populo barbaro. 2. Facta est Iudaea sanctificatio eius, Israel potestas eius. 3. Mare vidit et fugit: Iordanis conversus est retrorsum. 4. Montes exultaverunt ut arietes: et colles sicut agni ovium. 5. Quid est tibi mare quod fugisti? et tu Iordanis quia conversus es retrorsum? 6. Montes exultastis sicut arietes et colles sicut agni ovium. 7. A facie Domini mota est terra, a facie Dei Iacob. 8. Qui convertit petram in stagna aquarum, et rupem in fontes aquarum.


- A - B - C - D - E - F - G - H - I - J

- ja`äqobh (Jakob) . Taalgebruik in Tenakh : Ja`äqobh (Jakob) . Taalgebruik in Genesis : Ja`äqobh (Jakob) . Getalswaarde : jod = 10 , ajin = 16 of 70 , qoph = 19 of 100 , beth = 2 ; totaal : 47 of 182 (2 X 7 X 13 of 7 X 26) . Structuur : 1 - 7 - 1 - 2 . Taalgebruik in de LXX : iakôb (Jakob) . Taalgebruik in het NT : iakôb (Jakob) . Tenakh (252) . Pentateuch (146) . Eerdere Profeten (6) . Latere Profeten (48) . 12 Kleine Profeten (24) . Geschriften (28) . Ps (26) : (1) Ps 14,7 . (2) Ps 20,2 . (3) Ps 22,24 . (4) Ps 24,6 . (5) Ps 44,5 . (6) Ps 46,8 . (7) Ps 46,12 . (8) Ps 47,5 . (9) Ps 53,7 . (10) Ps 75,10 . (11) Ps 76,7 . (12) Ps 77,16 . (13) Ps 79,7 . (14) Ps 81,2 . (15) Ps 81,5 . (16) Ps 84,9 . (17) Ps 85,2 . (18) Ps 87,2 . (19) Ps 94,7 . (20) Ps 105,6 . (21) Ps 114,1 . (22) Ps 114,7 . (23) Ps 132,2 . (24) Ps 132,5 . (25) Ps 135,4 . (26) Ps 146,5 .
Bij de aartsvaders Abraham , Isaak en Jakob spelen de getallen van hun leeftijden een symbolische betekenis .
- Abraham werd 175 jaar oud . 175 = 5² X 7 . (Gn 25,7) . Merkwaardig is de plaats van dit vers in de bijbel : het 25ste hoofdstuk en het 7de vers . Som van de factoren : 5 + 5 + 7 = 17 .
- Isaak werd 180 jaar oud . 180 = 6² X 5 . (Gn 35,28) . Som van de factoren : 6 + 6 + 5 = 17 .
- Jakob werd 147 jaar oud . 147 = 7² X 3 . (Gn 49,33) . Som van de factoren : 7 + 7 + 3 = 17 . De buitenste getallen van 147 is 17 . Ook hier is de plaats van dit vers in de bijbel merkwaardig : het 49ste (7²) hoofdstuk en het 33ste (3) vers . Jakob verbleef 130 (5 X 26) jaar in Kanaän en 17 jaar in Egypte (Gn 47,28) . Merkwaardig is de plaats in de bijbel (Gn 47,28) . De buitenste getallen van 147 is 17 . Het tweede en derde getal van 147 is 47 . 28 = 4 X 7 (hierin schuilt 47) .
Het product van drie opeenvolgende getallen ( 5 - 6 - 7) in het kwadraat , opklimmend , met drie opeenvolgende onpare getallen afdalend . De som van de factoren is telkens 17.
- Jozef leefde 110 jaar . 110 = 5² + 6² + 7² . De som van drie opeenvolgende getallen in het kwadraat . (Gn 50,22) of de som van de kwadraten van de aartsvaders . Deze plaats in de bijbel is wellicht ook merkwaardig . (50ste hoofdstuk) X 22 (22ste vers) = 110 .
Ook de getalswaarde van de namen van de 'aartsvaders' kan een symbolische waarde hebben .
- Isaak (Gn 21,3) . jitsëchâq (Isaak) . Getalswaarde : jod = 10 , tsade = 18 of 90 , chet = 8 , qoph = 19 of 100 ; totaal : 49 (7 X 7) OF 208 (8 X 26) .
- Jakob (Gn 25,26) . ja`äqobh (Jakob) . Getalswaarde : jod = 10 , ajin = 16 of 70 , qoph = 19 of 100 , beth = 2 ; totaal : 47 OF 182 (7 X 26) .
- Jozef (Gn 30,24) . Jôseph (Jozef) . Getalswaarde : jod = 10 , waw = 6 , samekh = 15 of 60 , qoph = 17 of 80 ; totaal : 48 (2³ X 2² X 3) OF 156 (6 X 26) .
Het product van drie opeenvolgende getallen (8 - 7 - 6) , afdalend , met de getalswaarde van de godsnaam JHWH = 26 .
Het is opvallend dat bij Jakob het getal 7 overwegend is . De leeftijd van Jakob is 147 (14 = 2 X 7 ; 7 ; dus 3X een 7) OF 7² X 3 . Som van de factoren is 17 (7 + 7 + 3) . De getalswaarde van de naam Jakob is 182 (7 X 26) .

- jishërâ´el (Israël) . Taalgebruik in Tenakh : jishërâ´el (Israël) . Taalgebruik in 2 K : jishërâ´el (Israël) . Taalgebruik in Jesaja: jishërâ´el (Israël) . Taalgebruik in Amos : jishërâ´el (Israël) . Getalswaarde : jod = 10 , shin = 21 of 300 , resj = 20 of 200 , aleph = 1 , lameth = 12 of 30 ; totaal : 64 (2³ X 2³) OF 541 (10de zeshoekige ster) . Structuur : 1 - 3 - 2 - 1 - 3 . Gr. israèl (Israël) . Taalgebruik in de LXX : Israèl (Israël) . Taalgebruik in het NT : Israèl (Israël) . Tenakh (2044) . Pentateuch (502) . Eerdere Profeten (765) . Latere Profeten (350) . 12 Kleine Profeten (89) . Geschriften (337) . Ps (47) . Ps 114-115 (4) : (1) Ps 114,1 . (2) Ps 114,2 . (3) Ps 115,9 . (4) Ps 115,12 .

- K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z -


COMMENTAAR

De psalm is een aaneenschakeling van beelden . Egypte - het land . Uittocht - intocht . Rietzee - Jordaan . Het grondgebied Israël - het heiligdom in Juda . De zee en de Jordaan worden voorgesteld als personages . Bij het zien van (de overmacht van) Israël en het huis van Jakob wijkt de zee en trekt de Jordaan zich terug . Het is dus een wonderlijk gebeuren . Die reactie van de zee , de Jordaan , roept vragen op . Wat gebeurt er met jou zee dat je je terugtrekt .

 

Tags: , ,

Reading through the Psalms this time around has been exhilarating. I particularly found interesting, the way the psalmist views Israel’s history. His point of view contains: the retelling of history, theological reflection, and present application for him and his readers. For the psalmist, Israel’s past is not merely intellectual curiosity but food for daily living and hope for the future.

Psalm 114 is an example. It is short – only 8 verses, but it is filled with incredible theology. Verse 1 concerns God’s deliverance from Egypt, verse 2 speaks of his dwelling among his people (temple theology), verses 3 – 6 focuses on his lordship over creation in the parting of the Red Sea and the Jordan River. Verse 7 exhorts people to tremble at the power and glory of God, and finally verse 8 recounts God provision of water from a rock.

If we dwell on these verses, there will be great encouragement. Let me mention three of them. First, God truly does deliver his people. No deaf ears for God; he hears. More importantly, he is powerful enough to do something about our situations – the Exodus, the parting of water, water from a rock, etc. When we see this power in connection with his grace, it all translates into an unshakable hope.

Second, God dwells with his people. I love the way Psalm 114:2 puts it: “Judah became his sanctuary, Israel his dominion.” This temple theology runs throughout the Bible in the most remarkable way. God’s original intention and greatest gift is the gift of himself. He did not withhold himself, but gave himself up for us all even before the fall. This is why the Garden of Eden was the sanctuary of God. God dwelt with humanity. After the expulsion in Genesis 3, God has been working to dwell with his people once again and he finally completes this in Christ, who is the tabernacle of God among men.

Third, God makes the way for us to know him. We see this most clearly in Psalm 114:3 where God divides two bodies of waters. The dividing of the waters symbolizes the destruction of evil, so that we can have access to the sanctuary of God. (Psalm 74:13) This is why after the dividing of the Red Sea, the Israelites go to Elim – an oasis that represents the Edenic sanctuary of God. Similarly, when the Israelites cross the Jordan, they enter into the Land of Promise – another type of the sanctuary of God. The point is that we can know God, because what separates us from God is now removed through his power.

In short, what we need most, God has given to us – namely himself. This is salvation, to know him.