BIJBELBOEK RECHTERS - Re - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Re (Rechters) -- Re 11 -- Re 11,29-40 -
Jefta was rechter in Israël (Re 11,1-12,7) .

- Bibliografie - Literatuur - Liturgisch gebruik - Overzicht bijbelboeken - Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken - Overzicht van deze website -

- bijbelverwijzingen - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z -

Overzicht van Tenach : Tenach : overzicht , Tenach : taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Tenach : commentaar ,
Overzicht van Septuaginta
: Septuaginta : overzicht , Septuaginta : taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Septuaginta : commentaar

Rechters commentaar - Rechters overzicht - Rechters taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z -

Overzicht van Rechters : - Re 1 - Re 2 - Re 3 - Re 4 - Re 5 - Re 6 - Re 7 - Re 8 - Re 9 - Re 10 - Re 11 - Re 12 - Re 13 - Re 14 - Re 15 - Re 16 - Re 17 - Re 18 - Re 19 - Re 20 - Re 21 -
Tekstuitleg per pericope :
Overzicht vers per vers : - Re 11,1 - Re 11,2 - Re 11,3 - Re 11,4 - Re 11,5 - Re 11,6 - Re 11,7 - Re 11,8 - Re 11,9 - Re 11,10 - Re 11,11 - Re 11,12 - Re 11,13 - Re 11,14 - Re 11,15 - Re 11,16 - Re 11,17 - Re 11,18 - Re 11,19 - Re 11,20 - Re 11,21 - Re 11,22 - Re 11,23 - Re 11,24 - Re 11,25 - Re 11,26 - Re 11,27 - Re 11,28 - Re 11,29 - Re 11,30 - Re 11,31 - Re 11,32 - Re 11,33 - Re 11,34 - Re 11,35 - Re 11,36 - Re 11,37 - Re 11,38 - Re 11,39 - Re 11,40 -

() Re 11,1 . () Re 11,2 . () Re 11,3 . () Re 11,4 . () Re 11,5 . () Re 11,6 . () Re 11,7 . () Re 11,8 . () Re 11,9 . () Re 11,10 . () Re 11,11 . () Re 11,12 . () Re 11,13 . () Re 11,14 . () Re 11,15 . () Re 11,16 . () Re 11,17 . () Re 11,18 . () Re 11,19 . () Re 11,20 . () Re 11,21 . () Re 11,22 . () Re 11,23 . () Re 11,24 . () Re 11,25 . () Re 11,26 . () Re 11,27 . () Re 11,28 . () Re 11,29 . () Re 11,30 . () Re 11,31 . () Re 11,32 . () Re 11,33 . () Re 11,34 . () Re 11,35 . () Re 11,36 . () Re 11,37 . () Re 11,38 . () Re 11,39 . () Re 11,40 .


Religie.opzijnbest.nl
ZOEKEN OP DEZE WEBSITE
PicoSearch
  Hulp
Verzorgd door PicoSearch
     
 
             
1. LXX , Griekse tekst N.T.   2. Vulgata   3. Synopsis Denaux - Vervenne  4. Statenvertaling   5. Willibrordvertaling   6. Nieuwe Vertaling   7. Naardense vertaling , zie
8. Bible de Jérusalem 9. Statenvertaling   10. King James Bible  - King James Bible 11. Luther-Bibel   liturgische lezing      

WEDERKERIGHEID (DIVERSITEIT - VICE VERSA) . Meer info : Arseen De Kesel . Email: arseen.de.kesel@pandora.be .
websitenamen : http://users.telenet.be/arseen.de.kesel/ en http://www.interlevensbeschouwelijk.be/index.htm
- STARTPAGINA - AGENDA - BIJ DE HAND - NIEUW - OVERZICHT -  TIJDSCHRIFTEN -
ALFABETISCH OVERZICHT VAN THEMA'S EN WEBSITES :
- A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z
HOOFDTHEMA'S : allochtonen , armoede , bahá'í ,  bezinningsteksten , bijbel , bijbel en koran , boeddhisme , christendom , extreemrechts (Vlaams Blok) , fundamentalisme , globalisering en antiglobalisering ,  hindoeïsme , interlevensbeschouwelijke dialoog , interreligieuze meditatie , islam , jodendom , koran , levensbeschouwing , levensbeschouwing / godsdienst en onderwijs , racisme , samenleving , sikhisme , spiritualiteit , tewerkstelling van allochtonen , vluchtelingen en asielzoekers , vrijzinnigheid , witte scholen , multiculturele scholen en concentratiescholen , Eigen-zinnige beschouwingen , Het kleine of grote ongenoegen

Woordenschat
Bibliografie :
Literatuur
Liturgisch gebruik


Overzicht van de bijbelboeken - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -
- OT : Gn (Genesis) , Ex (Exodus) , Lv (Leviticus) , Nu (Numeri) , Dt (Deuteronomium) , Joz (Jozua) , Re (Rechters) , Rt (Ruth) , 1 S (1 Samuël) , 2 S (2 Samuël) , 1 K (1 Koningen) , 2 K (2 Koningen) , 1 Kr ( 1 Kronieken) , 2 Kr (2 Kronieken) , Ezr (Ezra) , Neh (Nehemia) , Tob (Tobia) , Jdt (Judith) , Est (Esther) , 1 Mak (1 Makkabeeën) , 2 Mak (2 Makkabeeën) , Job , Ps (Psalmen ) , Spr (Spreuken) , Pr (Prediker) , Hl (Hooglied) , W (Wijsheid) , Sir (Sirach) , Js (Jesaja) , Jr (Jeremia) , Kl (Klaagliederen) , Bar (Baruch) , Ez (Ezechiël) , Da (Daniël) , Hos (Hosea) , Jl (Joël) , Am (Amos) , Ob (Obadja) , Jon (Jona) , Mi (Micha) , Nah (Nahum) , Hab (Habakuk) , Sef (Sefanja) , Hag (Haggai) , Zach (Zacharia) , Mal (Maleachi) .
- NT : Mt (Matteüs) - Mc (Marcus) - Lc (Lucas) - Joh (Johannes) - Hnd (Handelingen) , Rom (Rome) , 1 Kor (Korinte) , 2 Kor (Korinte) , Gal (Galatië) , Ef (Efese) , Fil (Filippi) , Kol (Kolosse) , 1 Tes (Tessalonika) , 2 Tes (Tessalonika) , 1 Tim (Timoteüs) , 2 Tim (Timoteüs) , Tit (Titus) , Film (Filemon) , Heb (Hebreeën) , Jak (Jakobus) , 1 Pe (Petrus) , 2 Pe (Petrus) , 1 Joh (Johannes) , 2 Joh (Johannes) , 2 Joh (Johannes) , Jud (Judas) , Apk (Apokalyps) .
Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken : - bibliografie bijbel - bibliografie van het Oude Testament - bibliografie Matteüsevangelie - bibliografie Marcusevangelie - bibliografie Lucasevangelie - bibliografie van het Johannesevangelie - bibliografie van het Nieuwe Testament (behalve evangeliën)

- Re 11,1-11 : Jefta aanvoerder van Gilead

Re 11,1 - Re 11,1 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
kai iefthae o galaaditès dunatos en ischui kai autos èn uios gunaikos pornès kai eteken tô galaad ton iefthae        [1] De Gileadiet Jefta was een dapper man. Zijn vader, Gilead, had hem verwekt bij een publieke vrouw.      

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

Re 11,2 - Re 11,2 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
2kai eteken è gunè galaad autô uious kai èdrunthèsan oi uioi tès gunaikos kai exebalon ton iefthae kai eipon autô ou klèronomèseis en tô oikô tou patros èmôn oti gunaikos uios etairas ei su      [2] Gilead had ook zonen van zijn eigen vrouw. Toen deze zonen groot geworden waren, hadden zij Jefta weggejaagd en gezegd: ‘Jij krijgt geen erfdeel in onze familie, want jij bent de zoon van een andere vrouw.’          

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

Re 11,3 - Re 11,3 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
3kai apedra iefthae ek prosôpou tôn adelfôn autou kai katôkèsen en gè tôb kai sunelegonto pros ton iefthae andres litoi kai sunexeporeuonto met' autou      [3] Jefta was toen voor zijn broers gevlucht en was in Tob gaan wonen. Een groep leeglopers had zich bij hem aangesloten en trok met hem eropuit.          

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

Re 11,4 - Re 11,4 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
4kai egeneto meth' èmeras kai epolemèsan oi uioi ammôn meta israèl        [4] Enige tijd later begonnen de Ammonieten een oorlog tegen Israël.        

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van Re 11,4 .

Re 11,4.1. qal imperf. 3de pers. mann. enk. wajëhî (en hij was) van het werkw. hâjâh (zijn) . De getalwaarde van wajëhî (en hij zal zij / en hij was) is 31 . 31 is de getalwaarde van ´el (God) ; aleph = 1 , lamed = 12 of 30 . Totaal : 13 of 31 (elkaars spiegelbeeld) .Taalgebruik in Tenakh : hâjâh (zijn) . Getalwaarde : he = 5 , jod = 10 ; totaal : 20 (2² X 5) . Structuur : 5 - 1 - 5 . Gr. eimi (zijn) . Taalgebruik in de Septuaginta : eimi (zijn) . Taalgebruik in het NT : eimi (zijn) . Lat. esse . D. sein . Fr. être . Ned. zijn . E. to be . Tenakh (784) . Pentateuch (181) . Eerdere Profeten (339) . Latere Profeten (116) . 12 Kleine Profeten (22) . Geschriften (126) . Joz (59) . Re (47) . 1 S (58) . ind. aor. 3de pers. enk. egeneto (het gebeurde) van het werkw. ginomai (worden, gebeuren) . Taalgebruik in het N.T. : ginomai (worden) . Gr. act. ind. imperf. 3de pers. enk. èn (hij / zij was) . Re 11 (4) : (1) Re 11,4 . (2) Re 11,5 . (3) Re 11,35 . (4) Re 11,39 .

Re 11,4.1. - 2. wajëhî mijjâmîm (en het was vanaf dagen , na dagen) . Tenakh (3) : (1) Joz 23,1 . (2) Re 11,4 . (3) Re 15,1 .

Re 11,4.3. act. nifal imperf. 3de pers. mann. mv. wajjillâhämû (en zij streden) van het werkw. lâcham (strijden) . Taalgebruik in Tenakh : lâcham (strijden) . Getalwaarde : lamed = 12 of 30 , chet = 8 , mem = 13 of 40 ; totaal : 33 (3 X 11) OF 78 (2 X 3 X 13) . Structuur : 3 - 8 - 4 . Tenakh (15) : (1) Joz 10,5 . (2) Joz 10,34 . (3) Joz 10,36 . (4) Joz 19,47 . (5) Joz 24,8 . (6) Joz 24,11 . (7) Re 1,5 . (8) Re 1,8 . (9) Re 11,4 . (10) 1 S 4,10 . (11) 1 S 12,9 . (12) 2 S 10,17 . (13) 2 S 11,17 . (14) 2 S 21,15 . (15) 1 Kr 19,17 .

Re 11,4.5. `ammôn (Ammon) . Taalgebruik in Tenakh : `ammôn (Ammon) . Getalwaarde : ajin = 16 of 70 , mem = 13 of 40 , waw = 6 , nun = 14 of 50 ; totaal : 49 (7²) OF 166 (2 X 83) . Structuur : 7 - 4 - 6 - 5 . Tenakh (97) . Pentateuch (6) . Eerdere Profeten (52) . Latere Profeten (17) . 12 Kleine Profeten (3) . Geschriften (19) . Gn (1) : Gn 19,38 . Re (27) . Re 3 (1) . Re 10 (6) . Re 11 (17) . Re 12 (3) . Re 11 (17) : (1) Re 11,4 . (2) Re 11,5 . (3) Re 11,6 . (4) Re 11,8 . (5) Re 11,9 . (6) Re 11,12 . (7) Re 11,13 . (8) Re 11,14 . (9) Re 11,15 . (10) Re 11,27 . (11) Re 11,28 . (12) Re 11,29 . (13) Re 11,30 . (14) Re 11,31 . (15) Re 11,32 . (16) Re 11,33 . (17) Re 11,36 . Ammon is de jongste zoon van Lot en zijn jongste dochter (Gn 19,38) . Moab is de oudste zoon van Lot en zijn oudste dochter . Lot is de kleinzoon van Haran, de broer van Abram / Abraham .

Re 11,4.4. - 5. bëne(j) `ammôn (Ammonieten) . Tenakh (15/97) . Pentateuch (1/6) . Eerdere Profeten (9/52) . Latere Profeten (0) . 12 Kleine Profeten (1/3) . Geschriften (4/19) . Re (4/27) : (1) Re 10,6 . (2) Re 10,9 . (3) Re 11,4 . (4) Re 11,5 .

Re 11,4.7. jishërâ´el (Israël) . Taalgebruik in Tenakh : jishërâ´el (Israël) . Getalwaarde : jod = 10 , shin = 21 of 300 , resj = 20 of 200 , aleph = 1 , lameth = 12 of 30 ; totaal : 64 (2³ X 2³) OF 541 (10de zeshoekige ster) . Structuur : 1 - 3 - 2 - 1 - 3 . Gr. israèl (Israël) . Taalgebruik in de LXX : Israèl (Israël) . Taalgebruik in het NT : Israèl (Israël) . Tenakh (2044) . Pentateuch (502) . Eerdere Profeten (765) . Latere Profeten (350) . 12 Kleine Profeten (89) . Geschriften (337) . Re (133) . Re (11) : (1) Re 11,4 . (2) Re 11,5 . (3) Re 11,13 . (4) Re 11,15 . (5) Re 11,16 . (6) Re 11,17 . (7) Re 11,19 . (8) Re 11,20 . (9) Re 11,21 . (10) Re 11,23 . (11) Re 11,25 . (12) Re 11,26 . (13) Re 11,27 .(14) Re 11,33 . (15) Re 11,40 .

Re 11,4.6. - 7. `im jishërâ´el (met Israël) . Tenakh (14) : (1) Ex 17,8 . (2) Dt 18,1 . (3) Dt 33,21 . (4) Joz 11,5 . (5) Re 8,35 . (6) Re 11,4 . (7) Re 11,5 . (8) Re 11,20 . (9) Re 11,25 . (10) 1 S 13,5 . (11) 1 S 14,21 . (12) 1 K 20,26 . (13) 2 Kr 11,1 . (14) 2 Kr 25,7 .

Re 11,4.4. - 7. bëne(j) `ammôn (Ammonieten) `im jishërâ´el (met Israël) . Tenakh (2) : (1) Re 11,4 . (2) Re 11,5 .

Re 11,5 - Re 11,5 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
5kai egenèthè ènika epolemoun oi uioi ammôn meta israèl kai eporeuthèsan oi presbuteroi galaad paralabein ton iefthae en gè tôb       [5] Bij het begin van de oorlog van de Ammonieten tegen Israël gingen de oudsten van Gilead naar Tob om Jefta te halen.        

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

1. qal imperf. 3de pers. mann. enk. wajëhî (en hij was) van het werkw. hâjâh (zijn) . De getalwaarde van wajëhî (en hij zal zij / en hij was) is 31 . 31 is de getalwaarde van ´el (God) ; aleph = 1 , lamed = 12 of 30 . Totaal : 13 of 31 (elkaars spiegelbeeld) .Taalgebruik in Tenakh : hâjâh (zijn) . Getalwaarde : he = 5 , jod = 10 ; totaal : 20 (2² X 5) . Structuur : 5 - 1 - 5 . Gr. eimi (zijn) . Taalgebruik in de Septuaginta : eimi (zijn) . Taalgebruik in het NT : eimi (zijn) . Lat. esse . D. sein . Fr. être . Ned. zijn . E. to be . Tenakh (784) . Pentateuch (181) . Eerdere Profeten (339) . Latere Profeten (116) . 12 Kleine Profeten (22) . Geschriften (126) . Joz (59) . Re (47) . 1 S (58) . ind. aor. 3de pers. enk. egeneto (het gebeurde) van het werkw. ginomai (worden, gebeuren) . Taalgebruik in het N.T. : ginomai (worden) . Gr. act. ind. imperf. 3de pers. enk. èn (hij / zij was) . Re 11 (4) : (1) Re 11,4 . (2) Re 11,5 . (3) Re 11,35 . (4) Re 11,39 .

1. - 2. wajëhî ka´äsjèr (en het was zoals/zodra) . Tenakh (31) . Pentateuch (11) . Eerdere Profeten (11) . Latere Profeten (1) . 12 Kleine Profeten (0) . Geschriften (8) . Eerdere Profeten (11) : (1) Joz 4,1 . (2) Joz 4,11 . (3) Joz 5,8 . (4) Re 3,18 . (5) Re 6,27 . (6) Re 8,33 . (7) Re 11,5 . (8) 1 S 8,1 . (9) 1 S 24,2 . (10) 2 S 16,16 . (11) 2 K 14,5 .

3. act. nifal perfect. 3de pers. mv. nilëchämû (zij voerden oorlog) van het werkw. lâcham (strijden) . Taalgebruik in Tenakh : lâcham (strijden) . Getalwaarde : lamed = 12 of 30 , chet = 8 , mem = 13 of 40 ; totaal : 33 (3 X 11) OF 78 (2 X 3 X 13) . Structuur : 3 - 8 - 4 . Tenakh (5) : (1) Re 5,19 . (2) Re 5,20 . (3) Re 11,5 . (4) 1 Kr 10,1 . (5) 2 Kr 17,10 .

5. `ammôn (Ammon) . Taalgebruik in Tenakh : `ammôn (Ammon) . Getalwaarde : ajin = 16 of 70 , mem = 13 of 40 , waw = 6 , nun = 14 of 50 ; totaal : 49 (7²) OF 166 (2 X 83) . Structuur : 7 - 4 - 6 - 5 . Tenakh (97) . Pentateuch (6) . Eerdere Profeten (52) . Latere Profeten (17) . 12 Kleine Profeten (3) . Geschriften (19) . Gn (1) : Gn 19,38 . Re (27) . Re 3 (1) . Re 10 (6) . Re 11 (17) . Re 12 (3) . Re 11 (17) : (1) Re 11,4 . (2) Re 11,5 . (3) Re 11,6 . (4) Re 11,8 . (5) Re 11,9 . (6) Re 11,12 . (7) Re 11,13 . (8) Re 11,14 . (9) Re 11,15 . (10) Re 11,27 . (11) Re 11,28 . (12) Re 11,29 . (13) Re 11,30 . (14) Re 11,31 . (15) Re 11,32 . (16) Re 11,33 . (17) Re 11,36 .

4. - 5. bëne(j) `ammôn (Ammonieten) . Tenakh (15/97) . Pentateuch (1/6) . Eerdere Profeten (9/52) . Latere Profeten (0) . 12 Kleine Profeten (1/3) . Geschriften (4/19) . Re (4/27) : (1) Re 10,6 . (2) Re 10,9 . (3) Re 11,4 . (4) Re 11,5 .

7. jishërâ´el (Israël) . Taalgebruik in Tenakh : jishërâ´el (Israël) . Getalwaarde : jod = 10 , shin = 21 of 300 , resj = 20 of 200 , aleph = 1 , lameth = 12 of 30 ; totaal : 64 (2³ X 2³) OF 541 (10de zeshoekige ster) . Structuur : 1 - 3 - 2 - 1 - 3 . Gr. israèl (Israël) . Taalgebruik in de LXX : Israèl (Israël) . Taalgebruik in het NT : Israèl (Israël) . Tenakh (2044) . Pentateuch (502) . Eerdere Profeten (765) . Latere Profeten (350) . 12 Kleine Profeten (89) . Geschriften (337) . Re (133) . Re (11) : (1) Re 11,4 . (2) Re 11,5 . (3) Re 11,13 . (4) Re 11,15 . (5) Re 11,16 . (6) Re 11,17 . (7) Re 11,19 . (8) Re 11,20 . (9) Re 11,21 . (10) Re 11,23 . (11) Re 11,25 . (12) Re 11,26 . (13) Re 11,27 .(14) Re 11,33 . (15) Re 11,40 .

6. - 7. `im jishërâ´el (met Israël) . Tenakh (14) : (1) Ex 17,8 . (2) Dt 18,1 . (3) Dt 33,21 . (4) Joz 11,5 . (5) Re 8,35 . (6) Re 11,4 . (7) Re 11,5 . (8) Re 11,20 . (9) Re 11,25 . (10) 1 S 13,5 . (11) 1 S 14,21 . (12) 1 K 20,26 . (13) 2 Kr 11,1 . (14) 2 Kr 25,7 .

4. - 7. bëne(j) `ammôn (Ammonieten) `im jishërâ´el (met Israël) . Tenakh (2) : (1) Re 11,4 . (2) Re 11,5 .

Re 11,6 - Re 11,6 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
6kai eipan pros iefthae deuro kai esè èmin eis ègoumenon kai polemèsômen en tois uiois ammôn        [6] Zij zeiden: ‘Wilt u meegaan en onze aanvoerder zijn in de strijd tegen de Ammonieten?’        

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

Re 11,7 - Re 11,7 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
7kai eipen iefthae tois presbuterois galaad ouch umeis emisèsate me kai exebalete me ek tou oikou tou patros mou kai exapesteilate me af' umôn kai ti oti èlthate pros me ènika ethlibète        [7] Maar Jefta antwoordde de oudsten van Gilead: ‘Uit afgunst hebt u mij uit het ouderlijk huis gezet. En nu u in moeilijkheden zit, komt u bij mij!’        

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

Re 11,8 - Re 11,8 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
8kai eipan oi presbuteroi galaad pros iefthae ouch outôs nun èlthomen pros se kai sumporeusè èmin kai polemèsomen en tois uiois ammôn kai esè èmin eis kefalèn pasin tois katoikousin galaad        [8] Daarop zeiden de oudsten van Gilead tegen Jefta: ‘Op ons woord, wij komen bij u om u te vragen met ons mee te gaan, en oorlog te voeren tegen de Ammonieten; dan zult u de leider worden van alle bewoners van Gilead.’       

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

Re 11,9 - Re 11,9 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
9kai eipen iefthae pros tous presbuterous galaad ei epistrefete me umeis polemèsai en tois uiois ammôn kai paradô kurios autous enôpion emou egô umin esomai eis kefalèn        [9] Jefta antwoordde de oudsten van Gilead: ‘Als u mij terughaalt om oorlog te voeren tegen de Ammonieten, en als de heer hen in mijn macht geeft, dan wil ik ook uw leider blijven!’        

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

10. lë + act. inf. construct. nifal lêhillâchem (om te strijden) van het werkw. lâcham (strijden) . Taalgebruik in Tenakh : lâcham (strijden) . Getalwaarde : lamed = 12 of 30 , chet = 8 , mem = 13 of 40 ; totaal : 33 (3 X 11) OF 78 (2 X 3 X 13) . Structuur : 3 - 8 - 4 . Tenach (41) . Pentateuch (5) . Eerdere Profeten (24) . Latere Profeten (5) . 12 Kleine Profeten (0) . Geschriften (7) . Re (11) : (1) Re 1,1 . (2) Re 1,9 . (3) Re 8,1 . (4) Re 10,9 . (5) Re 10,18 . (6) Re 11,9 . (7) Re 11,12 . (8) Re 11,27 . (9) Re 11,32 . (10) Re 12,1 . (11) Re 12,3 .

Re 11,10 - Re 11,10 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
10kai eipan oi presbuteroi galaad pros iefthae kurios estai o akouôn ana meson èmôn ei mè kata to rèma sou outôs poièsomen        [10] En de oudsten van Gilead verzekerden Jefta: ‘De heer is onze getuige: Hij mag ons vonnissen als wij niet doen wat u zegt.’        

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

Re 11,11 - Re 11,11 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
11kai eporeuthè iefthae meta tôn presbuterôn galaad kai katestèsan auton ep' autôn eis kefalèn eis ègoumenon kai elalèsen iefthae pantas tous logous autou enôpion kuriou en massèfa        [11] Daarop ging Jefta met de oudsten van Gilead mee. Voor de heer in Mispa* stelde het volk hem aan als leider en aanvoerder, en hij herhaalde er zijn eisen. Jefta en de Ammonieten         

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

- Re 11,12-28 : Jefta aanvoerder van Gilead

Re 11,12 - Re 11,12 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12kai apesteilen iefthae aggelous pros basilea uiôn ammôn legôn ti emoi kai soi oti èkeis pros me su polemèsai me en tè gè mou        [12] Toen zond Jefta boden naar de koning van de Ammonieten met de vraag: ‘Wat hebben wij toch tegen elkaar, dat u mij op mijn eigen gebied komt bestrijden?’ [13] De koning van de Ammonieten antwoordde de boden: ‘U weet dat Israël, toen het uit Egypte trok, mijn land tussen de Arnon, de Jabbok en de Jordaan in bezit heeft genomen. Geef het mij vrijwillig terug.’ [14] Opnieuw zond Jefta boden naar de koning van de Ammonieten, [15] met de boodschap: ‘Zo spreekt Jefta: Israël heeft het gebied van Moab en van de Ammonieten niet in bezit genomen. [16] Bij de uittocht uit Egypte is Israël door de woestijn naar de Rietzee getrokken en in Kades gekomen. [17] Van daaruit heeft Israël boden naar de koning van Edom gezonden met het verzoek: “Sta mij toe door uw land te trekken.” Maar de koning van Edom wilde daar niet van horen. Ook naar de koning van Moab heeft Israël boden gestuurd, maar ook die liet hen niet toe. Zo bleef Israël in Kades. [18] Vervolgens zijn de Israëlieten door de woestijn om Edom en Moab heen getrokken en hebben ten oosten van Moab aan de overzijde van de Arnon hun kamp opgeslagen. En aangezien de Arnon de grens van Moab vormt, zijn zij dus niet in Moab geweest. [19] Van daaruit hebben de Israëlieten boden gezonden naar Sichon, de koning van de Amorieten in Chesbon, en hem verzocht: “Sta ons toe door uw land naar onze plaats van bestemming te trekken.” [20] Maar Sichon geloofde niet dat Israël alleen maar door zijn gebied wilde trekken. Hij riep zijn volk onder de wapenen, sloeg zijn kamp op in Jahas en viel Israël aan. [21] Maar de heer, de God van Israël, leverde Sichon en heel zijn leger aan Israël over, zodat zij werden verslagen. Zo hebben de Israëlieten het hele land van de Amorieten veroverd die daar woonden. [22] Zij veroverden heel het gebied van de Amorieten, van de Arnon tot de Jabbok, van de woestijn tot de Jordaan. [23] De heer, de God van Israël, heeft de Amorieten voor zijn volk Israël verjaagd, en nu wilt u Israël verjagen? [24] U bezit het land dat uw god Kemos* u in bezit heeft gegeven. Zo bezitten wij het land dat de heer onze God ons gegeven heeft. [25] Bent u soms meer dan Balak, de zoon van Sippor, de koning van Moab? Die heeft geen twist met Israël gezocht, die heeft niet tegen Israël gestreden. [26] Het is nu al driehonderd jaar geleden dat Israël zich vestigde in Chesbon en onderhorige steden, in Aroër en onderhorige steden en in de steden aan de oever van de Arnon; waarom hebt u die steden toen niet bevrijd? [27] Ik heb u niets misdaan; u doet mij onrecht door mij te bestrijden. Laat de heer rechter zijn; laat Hem vandaag uitspreken wie gelijk heeft, de Israëlieten of de Ammonieten.’ [28] Maar de koning van de Ammonieten wilde niet van Jefta’s voorstel horen.        

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

5. mèlèkh (koning) . Taalgebruik in Tenakh : mèlèkh (koning) . Getalwaarde : mem = 13 of 40 , lamed = 12 of 30 , kaph = 11 of 20 ; totaal : 36 (2² X 3²) OF 90 (2 X 3² X 5) . Structuur : 4 - 3 - 2 . Tenakh (816) . Pentateuch (58) . Eerdere Profeten (345) . Latere Profeten (188) . 12 Kleine Profeten (22) . Geschriften (203) . Joz (37) . Re (22) . 1 S (29) . 2 S (18) . 1 K (82) . 2 K (157) . Re (22) : (1) Re 3,8 . (2) Re 3,10 . (3) Re 3,12 . (4) Re 3,14 . (5) Re 3,15 . (6) Re 3,17 . (7) Re 4,2 . (8) Re 4,17 . (9) Re 4,23 . (10) Re 4,24 . (11) Re 9,8 . (12) Re 9,14 . (13) Re 11,12 . (14) Re 11,13 . (15) Re 11,14 . (16) Re 11,17 . (17) Re 11,19 . (18) Re 11,25 . (19) Re 11,28 . (20) Re 17,6 . (21) Re 18,1 . (22) Re 21,25 .

15. lë + act. inf. construct. nifal lêhillâchem (om te strijden) van het werkw. lâcham (strijden) . Taalgebruik in Tenakh : lâcham (strijden) . Getalwaarde : lamed = 12 of 30 , chet = 8 , mem = 13 of 40 ; totaal : 33 (3 X 11) OF 78 (2 X 3 X 13) . Structuur : 3 - 8 - 4 . Tenach (41) . Pentateuch (5) . Eerdere Profeten (24) . Latere Profeten (5) . 12 Kleine Profeten (0) . Geschriften (7) . Re (11) : (1) Re 1,1 . (2) Re 1,9 . (3) Re 8,1 . (4) Re 10,9 . (5) Re 10,18 . (6) Re 11,9 . (7) Re 11,12 . (8) Re 11,27 . (9) Re 11,32 . (10) Re 12,1 . (11) Re 12,3 .

Re 11,13 - Re 11,13 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
13kai eipen basileus uiôn ammôn pros tous aggelous iefthae dioti elaben israèl tèn gèn mou en tè anabasei autou ex aiguptou apo arnôn eôs iabok kai eôs tou iordanou kai nun epistrepson autas met' eirènès               

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

2. mèlèkh (koning) . Taalgebruik in Tenakh : mèlèkh (koning) . Getalwaarde : mem = 13 of 40 , lamed = 12 of 30 , kaph = 11 of 20 ; totaal : 36 (2² X 3²) OF 90 (2 X 3² X 5) . Structuur : 4 - 3 - 2 . Tenakh (816) . Pentateuch (58) . Eerdere Profeten (345) . Latere Profeten (188) . 12 Kleine Profeten (22) . Geschriften (203) . Joz (37) . Re (22) . 1 S (29) . 2 S (18) . 1 K (82) . 2 K (157) . Re (22) : (1) Re 3,8 . (2) Re 3,10 . (3) Re 3,12 . (4) Re 3,14 . (5) Re 3,15 . (6) Re 3,17 . (7) Re 4,2 . (8) Re 4,17 . (9) Re 4,23 . (10) Re 4,24 . (11) Re 9,8 . (12) Re 9,14 . (13) Re 11,12 . (14) Re 11,13 . (15) Re 11,14 . (16) Re 11,17 . (17) Re 11,19 . (18) Re 11,25 . (19) Re 11,28 . (20) Re 17,6 . (21) Re 18,1 . (22) Re 21,25 .

Re 11,14 - Re 11,14 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
14kai apestrepsan oi aggeloi pros iefthae kai apesteilen iefthae aggelous pros ton basilea uiôn ammôn               

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

7. mèlèkh (koning) . Taalgebruik in Tenakh : mèlèkh (koning) . Getalwaarde : mem = 13 of 40 , lamed = 12 of 30 , kaph = 11 of 20 ; totaal : 36 (2² X 3²) OF 90 (2 X 3² X 5) . Structuur : 4 - 3 - 2 . Tenakh (816) . Pentateuch (58) . Eerdere Profeten (345) . Latere Profeten (188) . 12 Kleine Profeten (22) . Geschriften (203) . Joz (37) . Re (22) . 1 S (29) . 2 S (18) . 1 K (82) . 2 K (157) . Re (22) : (1) Re 3,8 . (2) Re 3,10 . (3) Re 3,12 . (4) Re 3,14 . (5) Re 3,15 . (6) Re 3,17 . (7) Re 4,2 . (8) Re 4,17 . (9) Re 4,23 . (10) Re 4,24 . (11) Re 9,8 . (12) Re 9,14 . (13) Re 11,12 . (14) Re 11,13 . (15) Re 11,14 . (16) Re 11,17 . (17) Re 11,19 . (18) Re 11,25 . (19) Re 11,28 . (20) Re 17,6 . (21) Re 18,1 . (22) Re 21,25 .

Re 11,15 - Re 11,15 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
15legôn tade legei iefthae ouk elaben israèl tèn gèn môab kai tèn gèn uiôn ammôn              

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

Re 11,16 - Re 11,16 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
16en tè anabasei autôn ex aiguptou all' eporeuthè israèl en tè erèmô eôs thalassès eruthras kai èlthen eôs kadès               

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

Re 11,17 - Re 11,17 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
17kai exapesteilen israèl aggelous pros basilea edôm legôn pareleusomai dia tès gès sou kai ouk èkousen basileus edôm kai ge pros basilea môab apesteilen kai ouk èthelèsen kai ekathisen israèl en kadès               

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

5. mèlèkh (koning) . Taalgebruik in Tenakh : mèlèkh (koning) . Getalwaarde : mem = 13 of 40 , lamed = 12 of 30 , kaph = 11 of 20 ; totaal : 36 (2² X 3²) OF 90 (2 X 3² X 5) . Structuur : 4 - 3 - 2 . Tenakh (816) . Pentateuch (58) . Eerdere Profeten (345) . Latere Profeten (188) . 12 Kleine Profeten (22) . Geschriften (203) . Joz (37) . Re (22) . 1 S (29) . 2 S (18) . 1 K (82) . 2 K (157) . Re (22) : (1) Re 3,8 . (2) Re 3,10 . (3) Re 3,12 . (4) Re 3,14 . (5) Re 3,15 . (6) Re 3,17 . (7) Re 4,2 . (8) Re 4,17 . (9) Re 4,23 . (10) Re 4,24 . (11) Re 9,8 . (12) Re 9,14 . (13) Re 11,12 . (14) Re 11,13 . (15) Re 11,14 . (16) Re 11,17 . (17) Re 11,19 . (18) Re 11,25 . (19) Re 11,28 . (20) Re 17,6 . (21) Re 18,1 . (22) Re 21,25 .

Re 11,18 - Re 11,18 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
18kai dièlthen en tè erèmô kai ekuklôsen tèn gèn edôm kai tèn gèn môab kai paregeneto kat' anatolas èliou tès gès môab kai parenebalon en tô peran arnôn kai ouk eisèlthon eis to orion môab oti arnôn èn orion môab               

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

Re 11,19 - Re 11,19 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
19kai apesteilen israèl aggelous pros sèôn basilea esebôn ton amorraion kai eipen autô israèl pareleusomai dia tès gès sou eôs tou topou mou               

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

6. mèlèkh (koning) . Taalgebruik in Tenakh : mèlèkh (koning) . Getalwaarde : mem = 13 of 40 , lamed = 12 of 30 , kaph = 11 of 20 ; totaal : 36 (2² X 3²) OF 90 (2 X 3² X 5) . Structuur : 4 - 3 - 2 . Tenakh (816) . Pentateuch (58) . Eerdere Profeten (345) . Latere Profeten (188) . 12 Kleine Profeten (22) . Geschriften (203) . Joz (37) . Re (22) . 1 S (29) . 2 S (18) . 1 K (82) . 2 K (157) . Re (22) : (1) Re 3,8 . (2) Re 3,10 . (3) Re 3,12 . (4) Re 3,14 . (5) Re 3,15 . (6) Re 3,17 . (7) Re 4,2 . (8) Re 4,17 . (9) Re 4,23 . (10) Re 4,24 . (11) Re 9,8 . (12) Re 9,14 . (13) Re 11,12 . (14) Re 11,13 . (15) Re 11,14 . (16) Re 11,17 . (17) Re 11,19 . (18) Re 11,25 . (19) Re 11,28 . (20) Re 17,6 . (21) Re 18,1 . (22) Re 21,25 .

Re 11,20 - Re 11,20 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
20kai ouk èthelèsen sèôn dielthein ton israèl dia tôn oriôn autou kai sunègagen sèôn panta ton laon autou kai parenebalen eis iassa kai epolemèsen meta israèl               

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

Re 11,21 - Re 11,21 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
21kai paredôken kurios o theos israèl ton sèôn kai panta ton laon autou en cheiri israèl kai epataxen autous kai eklèronomèsen israèl pasan tèn gèn tou amorraiou tou katoikountos en tè gè               

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

13. wajji(j)rasj (en hij neemt in bezit) / wëji(j)rasj < wë + act. qal imperf. 3de pers. mann. enk. van het werkw. jârasj (erven, bezitten, in bezit nemen) . Taalgebruik in Tenakh : (erven, bezitten, in bezit nemen) . Getalwaarde : jod = 10 , resj = 20 of 200 , sjin = 21 of 300 ; totaal : 51 of 510 . Structuur : 1 - 2 - 3 . Tenakh (6) : (1) Gn 24,60 . (2) Nu 21,24 . (3) Nu 21,32 . (4) Re 11,21 . (5) Js 57,13 . (6) Ez 33,24 .

Re 11,22 - Re 11,22 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
22kai eklèronomèsen pan to orion tou amorraiou apo arnôn kai eôs tou iabok kai apo tès erèmou kai eôs tou iordanou              

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

Re 11,23 - Re 11,23 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
23kai nun kurios o theos israèl exèren ton amorraion ek prosôpou tou laou autou israèl kai su klèronomèseis auton epi sou               

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

Re 11,24 - Re 11,24 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
24ouchi osa kateklèronomèsen soi chamôs o theos sou auta klèronomèseis kai panta osa kateklèronomèsen kurios o theos èmôn apo prosôpou èmôn auta klèronomèsomen               

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

12. act. hifil perf. 3de pers. mann. enk.hôrîsj (hij nam in bezit) van het werkw. jârasj (erven, bezitten, in bezit nemen) . Taalgebruik in Tenakh : (erven, bezitten, in bezit nemen) . Getalwaarde : jod = 10 , resj = 20 of 200 , sjin = 21 of 300 ; totaal : 51 of 510 . Structuur : 1 - 2 - 3 . De werkw jârasj (erven, bezitten, in bezit nemen) en jâsjabh (wonen) hebben 2 letters gemeenschappelijk : jod , sjin . Tenakh (13) : (1) Re 1,27 . (2) Re 1,29 . (3) Re 1,30 . (4) Re 1,31 . (5) Re 1,33 . (6) Re 11,23 . (7) Re 11,24 . (8) 1 K 14,24 . (9) 1 K 21,26 . (10) 2 K 16,3 . (11) 2 K 17,8 . (12) 2 K 21,2 . (13) 2 Kr 33,2 .

Re 11,25 - Re 11,25 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
25kai nun mè kreissôn ei su tou balak uiou sepfôr basileôs môab mè machè emachesato meta israèl è polemôn epolemèsen autois              

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

8. mèlèkh (koning) . Taalgebruik in Tenakh : mèlèkh (koning) . Getalwaarde : mem = 13 of 40 , lamed = 12 of 30 , kaph = 11 of 20 ; totaal : 36 (2² X 3²) OF 90 (2 X 3² X 5) . Structuur : 4 - 3 - 2 . Tenakh (816) . Pentateuch (58) . Eerdere Profeten (345) . Latere Profeten (188) . 12 Kleine Profeten (22) . Geschriften (203) . Joz (37) . Re (22) . 1 S (29) . 2 S (18) . 1 K (82) . 2 K (157) . Re (22) : (1) Re 3,8 . (2) Re 3,10 . (3) Re 3,12 . (4) Re 3,14 . (5) Re 3,15 . (6) Re 3,17 . (7) Re 4,2 . (8) Re 4,17 . (9) Re 4,23 . (10) Re 4,24 . (11) Re 9,8 . (12) Re 9,14 . (13) Re 11,12 . (14) Re 11,13 . (15) Re 11,14 . (16) Re 11,17 . (17) Re 11,19 . (18) Re 11,25 . (19) Re 11,28 . (20) Re 17,6 . (21) Re 18,1 . (22) Re 21,25 .

Re 11,26 - Re 11,26 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
26en tô oikô israèl en esebôn kai en tais thugatrasin autès kai en iazèr kai en tais thugatrasin autès kai en pasais tais polesin tais para ton iordanèn triakosia etè ti oti ouk errusanto autous en tô kairô ekeinô               

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

Re 11,27 - Re 11,27 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
27kai egô ouch èmarton soi kai su poieis met' emou ponèrian tou polemèsai en emoi krinai kurios o krinôn sèmeron ana meson uiôn israèl kai ana meson uiôn ammôn               

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

9. lë + act. inf. construct. nifal lêhillâchem (om te strijden) van het werkw. lâcham (strijden) . Taalgebruik in Tenakh : lâcham (strijden) . Getalwaarde : lamed = 12 of 30 , chet = 8 , mem = 13 of 40 ; totaal : 33 (3 X 11) OF 78 (2 X 3 X 13) . Structuur : 3 - 8 - 4 . Tenach (41) . Pentateuch (5) . Eerdere Profeten (24) . Latere Profeten (5) . 12 Kleine Profeten (0) . Geschriften (7) . Re (11) : (1) Re 1,1 . (2) Re 1,9 . (3) Re 8,1 . (4) Re 10,9 . (5) Re 10,18 . (6) Re 11,9 . (7) Re 11,12 . (8) Re 11,27 . (9) Re 11,32 . (10) Re 12,1 . (11) Re 12,3 .

Re 11,28 - Re 11,28 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
28kai ouk eisèkousen basileus uiôn ammôn kai ouk eisèkousen tôn logôn iefthae ôn apesteilen pros auton               

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

3. mèlèkh (koning) . Taalgebruik in Tenakh : mèlèkh (koning) . Getalwaarde : mem = 13 of 40 , lamed = 12 of 30 , kaph = 11 of 20 ; totaal : 36 (2² X 3²) OF 90 (2 X 3² X 5) . Structuur : 4 - 3 - 2 . Tenakh (816) . Pentateuch (58) . Eerdere Profeten (345) . Latere Profeten (188) . 12 Kleine Profeten (22) . Geschriften (203) . Joz (37) . Re (22) . 1 S (29) . 2 S (18) . 1 K (82) . 2 K (157) . Re (22) : (1) Re 3,8 . (2) Re 3,10 . (3) Re 3,12 . (4) Re 3,14 . (5) Re 3,15 . (6) Re 3,17 . (7) Re 4,2 . (8) Re 4,17 . (9) Re 4,23 . (10) Re 4,24 . (11) Re 9,8 . (12) Re 9,14 . (13) Re 11,12 . (14) Re 11,13 . (15) Re 11,14 . (16) Re 11,17 . (17) Re 11,19 . (18) Re 11,25 . (19) Re 11,28 . (20) Re 17,6 . (21) Re 18,1 . (22) Re 21,25 .

- Re 11,29-40 : De gelofte van Jefta - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Re (Rechters) -- Re 11 -- Re 11,29-40 -- Re 11,29 - Re 11,30 - Re 11,31 - Re 11,32 - Re 11,33 - Re 11,34 - Re 11,35 - Re 11,36 - Re 11,37 - Re 11,38 - Re 11,39 - Re 11,40 -

Re 11,29 - Re 11,29 . De gelofte van Jefta - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Re (Rechters) -- Re 11 -- Re 11,29-40 -- Re 11,29 - Re 11,30 - Re 11,31 - Re 11,32 - Re 11,33 - Re 11,34 - Re 11,35 - Re 11,36 - Re 11,37 - Re 11,38 - Re 11,39 - Re 11,40 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
29kai egenèthè epi iefthae pneuma kuriou kai diebè tèn gèn galaad kai ton manassè kai diebè tèn skopian galaad kai apo skopias galaad eis to peran uiôn ammôn        [29] Toen kwam de geest van de heer over Jefta; hij trok door Gilead en Manasse, langs Mispa in Gilead, en vandaar naar de Ammonieten.        

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van Opnieuw gedroegen de Israëlieten zich slecht (Re 10,6) . Daarop werd JHWH boos en strafte hen (Re 10,7-9) . Hierop riepen de Israëlieten tot JHWH om bevrijding (Re 10,10-16a) . Een bevrijder trad op in de rechter Jefta (Re 11,1-12,7) . Hij was 6 jaar rechter over Israël .

4. rûach (geest) . Taalgebruik in Tenach : rûach (geest) . Taalgebruik in Rechters : rûach (geest) . Getalwaarde : resj = 20 of 200 . waw = 6 . chet = 8 . Totaal : 34 (2 X 17) of 214 (2 X 107) . Structuur : 2 - 6 - 8 . LXX : pneuma (geest) . Taalgebruik in de Septuaginta : pneuma (geest) . Taalgebruik in het N.T. : pneuma (geest) . Lat. spiritus . Fr. esprit . E. spirit . Ned. geest . D. Geist . Een vorm van pneuma (geest) in het N.T. (379) , in de LXX (382) . rûach (geest) in Tenach (204) . Pentateuch (19) . Re (7) : (1) Re 3,10 . (2) Re 9,23 . (3) Re 11,29 . (4) Re 13,25 . (5) Re 14,6 . (6) Re 14,19 . (7) Re 15,14 . In 6 verzen gaat het om rûach JHWH (de geest van JHWH) behalve in Re 9,23 waar het gaat om rûach râ`âh (een slechte geest) .
- wërûach (en een geest) . Tenach (39) . Re (1) Re 6,34 .
Zo is er in Rechters 7X sprake van rûach JHWH (de geest van JHWH) en 1X van rûach râ`âh (een slechte geest) . In Rechters werden bepaalde rechters door de geest van JHWH bezield waardoor zij het volk van Israël konden bevrijden van hun vijanden : 1. Otniël (Re 3,10) . 2. Gideon (Re 6,34) . 3. Jefta (Re 11,29) . 4. Simson (Re 14,6 . Re 14,19 . Re 15,14) .

4. - 5. rûach JHWH (de geest van JHWH) . Tenach (23) (niet in de Pentateuch) : (1) Re 3,10 . (2) Re 11,29 . (3) Re 13,25 . (4) Re 14,6 . (5) Re 14,19 . (6) Re 15,14 . (7) 1 S 10,6 . (8) 1 S 16,13 . (9) 1 S 19,9 . (10) 2 S 23,2 . (11) 1 K 22,24 . (12) 2 K 2,15 . (13) 2 Kr 18,23 . (14) 2 Kr 20,14 . (15) Js 11,2 . (16) Js 40,7 . (17) Js 40,13 . (18) Js 59,19 . (19) Js 63,14 . (20) Ez 11,5 . (21) Hos 13,15 . (22) Mi 2,7 . (23) Mi 3,8 . wërûach JHWH (en de geest van JHWH) . Tenach (3) : (1) Re 6,34 . (2) 1 S 16,14 . (3) 1 K 18,12 .

1. - 5. waththëhî `âlâ(j)w rûach ´èlohîm (en de geest van God was over / op hem) . Tenach (2) : (1) Nu 24,2 . (2) 1 S 19,23 : waththëhî `âlâ(j)w gâm hû´ rûach ´èlohîm (en de geest van God was over / op hem, ook op hem) .
- waththëhî `âlâ(j)w rûach JHWH (en de geest van JHWH was over / op hem) . Tenach (1) Re 3,10 .
-- waththëhî rûach JHWH râ`âh ´èl sjâ´ûl (en een slechte geest van JHWH was over / op Saul) . Tenach (1) 1 S 19,9 .
-- waththëhî `al jiphëthâch rûach JHWH (en de geest van JHWH was over / op Jefta) . Tenach (1) Re 11,29 .
-- hâjëthâh `âlâ(j)w rûach JHWH (en de geest van JHWH zal zijn over / op hem) . Tenach : (12) 2 K 2,15 . (14) 2 Kr 20,14 (rûach ´èlohîm = de geest van God) .
- waththëhî `âlâ(j)w jâd JHWH (en de hand van JHWH was op hem) . Tenach (2) : (1) 2 K 3,15 . (2) Ez 1,3 : waththëhî `âlâ(j)w sjâm jâd JHWH (en de hand van JHWH was daar op hem) .

6. (1) wajja`äbhor (en hij trok door) < wë + act. qal imperf. 3de pers. mann. enk. . (2) wajja`äbher (en hij deed voorbijgaan) < wë + act. hifil imperf. 3de pers. mann. enk. van het werkw. `âbhar (overgaan, voorbijgaan, doortrekken) . Taalgebruik in Tenakh : `âbhar (overgaan, voorbijgaan, doortrekken) . Getalwaarde : ajin = 16 of 70 , beth = 2 , resj = 20 of 200 ; totaal : 38 (2 X 19) OF 272 (2² X 2² X 17) . Structuur : 7 - 2 - 2 . Tenakh (48) . Pentateuch (7) . Eerdere Profeten (30) . Latere Profeten (0) . 12 Kleine Profeten (3) . Geschriften (8) . Re (3) : (1) Re 11,29 . (2) Re 11,32 . (3) Re 12,1 .

11. (1) wajja`äbhor (en hij trok door) < wë + act. qal imperf. 3de pers. mann. enk. . (2) wajja`äbher (en hij deed voorbijgaan) < wë + act. hifil imperf. 3de pers. mann. enk. van het werkw. `âbhar (overgaan, voorbijgaan, doortrekken) . Taalgebruik in Tenakh : `âbhar (overgaan, voorbijgaan, doortrekken) . Getalwaarde : ajin = 16 of 70 , beth = 2 , resj = 20 of 200 ; totaal : 38 (2 X 19) OF 272 (2² X 2² X 17) . Structuur : 7 - 2 - 2 . Tenakh (48) . Pentateuch (7) . Eerdere Profeten (30) . Latere Profeten (0) . 12 Kleine Profeten (3) . Geschriften (8) . Re (3) : (1) Re 11,29 . (2) Re 11,32 . (3) Re 12,1 .

Re 11,30 - Re 11,30 . De gelofte van Jefta - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Re (Rechters) -- Re 11 -- Re 11,29-40 -- Re 11,29 - Re 11,30 - Re 11,31 - Re 11,32 - Re 11,33 - Re 11,34 - Re 11,35 - Re 11,36 - Re 11,37 - Re 11,38 - Re 11,39 - Re 11,40 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
30kai èuxato iefthae euchèn tô kuriô kai eipen ean paradôsei paradôs moi tous uious ammôn en cheiri mou        [30] Toen deed Jefta de heer deze gelofte: ‘Als U de Ammonieten aan mij uitlevert        

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

Re 11,31 - Re 11,31 . De gelofte van Jefta - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Re (Rechters) -- Re 11 -- Re 11,29-40 -- Re 11,29 - Re 11,30 - Re 11,31 - Re 11,32 - Re 11,33 - Re 11,34 - Re 11,35 - Re 11,36 - Re 11,37 - Re 11,38 - Re 11,39 - Re 11,40 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
31kai estai os an exelthè ek tôn thurôn tou oikou mou eis apantèsin mou en tô epistrepsai me en eirènè apo tôn uiôn ammôn kai estai tô kuriô kai anoisô auton olokautôma        [31] en ik behouden van de Ammonieten terugkeer, zal de eerste die uit de deur van mijn huis naar mij toekomt de heer toebehoren; ik zal hem als brandoffer opdragen.’        

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

Re 11,32 - Re 11,32 . De gelofte van Jefta - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Re (Rechters) -- Re 11 -- Re 11,29-40 -- Re 11,29 - Re 11,30 - Re 11,31 - Re 11,32 - Re 11,33 - Re 11,34 - Re 11,35 - Re 11,36 - Re 11,37 - Re 11,38 - Re 11,39 - Re 11,40 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
32kai diebè iefthae pros tous uious ammôn tou polemèsai pros autous kai paredôken autous kurios en cheiri autou       [32] Toen trok Jefta ten strijde tegen de Ammonieten. En de heer leverde hen aan hem uit.        

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

1. (1) wajja`äbhor (en hij trok door) < wë + act. qal imperf. 3de pers. mann. enk. . (2) wajja`äbher (en hij deed voorbijgaan) < wë + act. hifil imperf. 3de pers. mann. enk. van het werkw. `âbhar (overgaan, voorbijgaan, doortrekken) . Taalgebruik in Tenakh : `âbhar (overgaan, voorbijgaan, doortrekken) . Getalwaarde : ajin = 16 of 70 , beth = 2 , resj = 20 of 200 ; totaal : 38 (2 X 19) OF 272 (2² X 2² X 17) . Structuur : 7 - 2 - 2 . Tenakh (48) . Pentateuch (7) . Eerdere Profeten (30) . Latere Profeten (0) . 12 Kleine Profeten (3) . Geschriften (8) . Re (3) : (1) Re 11,29 . (2) Re 11,32 . (3) Re 12,1 .

2. jiphëthâch (Jefta) . Taalgebruik in Tenakh : jiphëthâch (Jefta) . Getalwaarde : jod = 10 , pe = 17 of 80 , thaw = 22 of 400 , chet = 8 ; totaal : 54 (2 X 3³) OF 498 (2 X 3 X 83) . Structuur : 1 - 8 - 4 - 8 . j-p-th-ch . Tenakh (36) . Pentateuch (2) . Eerdere Profeten (25) . Latere Profeten (5) . 12 Kleine Profeten (0) . Geschriften (4) . Re (22) . Re 11 (19) : (1) Re 11,1 . (2) Re 11,2 . (3) Re 11,3 . (4) Re 11,5 . (5) Re 11,7 . (6) Re 11,8 . (7) Re 11,9 . (8) Re 11,10 . (9) Re 11,11 . (10) Re 11,12 . (11) Re 11,13 . (12) Re 11,14 . (13) Re 11,15 . (14) Re 11,28 . (15) Re 11,29 . (16) Re 11,30 . (17) Re 11,32 . (18) Re 11,34 . (19) Re 11,40 . Re 12 (3) : (1) Re 12,2 . (2) Re 12,4 . (3) Re 12,7 .

5. `ammôn (Ammon) . Taalgebruik in Tenakh : `ammôn (Ammon) . Getalwaarde : ajin = 16 of 70 , mem = 13 of 40 , waw = 6 , nun = 14 of 50 ; totaal : 49 (7²) OF 166 (2 X 83) . Structuur : 7 - 4 - 6 - 5 . Tenakh (97) . Pentateuch (6) . Eerdere Profeten (52) . Latere Profeten (17) . 12 Kleine Profeten (3) . Geschriften (19) . Gn (1) : Gn 19,38 . Re (27) . Re 3 (1) . Re 10 (6) . Re 11 (17) . Re 12 (3) . Re 11 (17) : (1) Re 11,4 . (2) Re 11,5 . (3) Re 11,6 . (4) Re 11,8 . (5) Re 11,9 . (6) Re 11,12 . (7) Re 11,13 . (8) Re 11,14 . (9) Re 11,15 . (10) Re 11,27 . (11) Re 11,28 . (12) Re 11,29 . (13) Re 11,30 . (14) Re 11,31 . (15) Re 11,32 . (16) Re 11,33 . (17) Re 11,36 . Ammon is de jongste zoon van Lot en zijn jongste dochter (Gn 19,38) . Moab is de oudste zoon van Lot en zijn oudste dochter . Lot is de kleinzoon van Haran, de broer van Abram / Abraham .

6. lë + act. inf. construct. nifal lêhillâchem (om te strijden) van het werkw. lâcham (strijden) . Taalgebruik in Tenakh : lâcham (strijden) . Getalwaarde : lamed = 12 of 30 , chet = 8 , mem = 13 of 40 ; totaal : 33 (3 X 11) OF 78 (2 X 3 X 13) . Structuur : 3 - 8 - 4 . Tenach (41) . Pentateuch (5) . Eerdere Profeten (24) . Latere Profeten (5) . 12 Kleine Profeten (0) . Geschriften (7) . Re (11) : (1) Re 1,1 . (2) Re 1,9 . (3) Re 8,1 . (4) Re 10,9 . (5) Re 10,18 . (6) Re 11,9 . (7) Re 11,12 . (8) Re 11,27 . (9) Re 11,32 . (10) Re 12,1 . (11) Re 12,3 .

3. - 5. ´èl bëne(j) `ammôn (Ammonieten) . Tenakh (6) : (1) Re 11,32 . (2) Re 12,3 . (3) Jr 41,10 . (4) Jr 41,15 . (5) Ez 21,33 . (6) Ez 25,2 .

b
Re 11,33 - Re 11,33 . De gelofte van Jefta - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Re (Rechters) -- Re 11 -- Re 11,29-40 -- Re 11,29 - Re 11,30 - Re 11,31 - Re 11,32 - Re 11,33 - Re 11,34 - Re 11,35 - Re 11,36 - Re 11,37 - Re 11,38 - Re 11,39 - Re 11,40 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
33kai epataxen autous apo aroèr kai eôs tou elthein eis semôith eikosi poleis eôs abel ampelônôn plègèn megalèn sfodra kai enetrapèsan oi uioi ammôn apo prosôpou uiôn israèl       [33] Hij sloeg op hen in van Aroër tot aan de weg van Minnit – twintig steden – en tot Abel-Keramim; hij bracht hun een heel zware nederlaag toe. Zo werden de Ammonieten door de Israëlieten vernederd.        

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

b
Re 11,34 - Re 11,34 . De gelofte van Jefta - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Re (Rechters) -- Re 11 -- Re 11,29-40 -- Re 11,29 - Re 11,30 - Re 11,31 - Re 11,32 - Re 11,33 - Re 11,34 - Re 11,35 - Re 11,36 - Re 11,37 - Re 11,38 - Re 11,39 - Re 11,40 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
34kai èlthen iefthae eis massèfa eis ton oikon autou kai idou è thugatèr autou exeporeueto eis apantèsin autou en tumpanois kai chorois kai autè monogenès autô agapètè kai ouk estin autô plèn autès uios è thugatèr       [34] Toen Jefta naar zijn huis in Mispa terugkeerde, kwam zijn dochter de deur uit om hem met tamboerijnen en reidansen tegemoet te gaan. Zij was zijn enig kind; buiten haar had hij geen zonen of dochters.        

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

Re 11,35 - Re 11,35 . De gelofte van Jefta - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Re (Rechters) -- Re 11 -- Re 11,29-40 -- Re 11,29 - Re 11,30 - Re 11,31 - Re 11,32 - Re 11,33 - Re 11,34 - Re 11,35 - Re 11,36 - Re 11,37 - Re 11,38 - Re 11,39 - Re 11,40 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
35kai egenèthè ènika eiden autèn kai dierrèxen ta imatia autou kai eipen oimmoi thugater mou empepodostatèkas me eis skôlon egenou en ofthalmois mou egô de ènoixa to stoma mou peri sou pros kurion kai ou dunèsomai apostrepsai        [35] Zodra hij haar zag, scheurde hij zijn kleren en riep uit: ‘Ach mijn dochter, wat tref je me zwaar: je maakt me diep ongelukkig! Ik heb de heer mijn woord gegeven, ik kan niet meer terug.’        

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

1. qal imperf. 3de pers. mann. enk. wajëhî (en hij was) van het werkw. hâjâh (zijn) . De getalwaarde van wajëhî (en hij zal zij / en hij was) is 31 . 31 is de getalwaarde van ´el (God) ; aleph = 1 , lamed = 12 of 30 . Totaal : 13 of 31 (elkaars spiegelbeeld) .Taalgebruik in Tenakh : hâjâh (zijn) . Getalwaarde : he = 5 , jod = 10 ; totaal : 20 (2² X 5) . Structuur : 5 - 1 - 5 . Gr. eimi (zijn) . Taalgebruik in de Septuaginta : eimi (zijn) . Taalgebruik in het NT : eimi (zijn) . Lat. esse . D. sein . Fr. être . Ned. zijn . E. to be . Tenakh (784) . Pentateuch (181) . Eerdere Profeten (339) . Latere Profeten (116) . 12 Kleine Profeten (22) . Geschriften (126) . Joz (59) . Re (47) . 1 S (58) . ind. aor. 3de pers. enk. egeneto (het gebeurde) van het werkw. ginomai (worden, gebeuren) . Taalgebruik in het N.T. : ginomai (worden) . Gr. act. ind. imperf. 3de pers. enk. èn (hij / zij was) . Re 11 (4) : (1) Re 11,4 . (2) Re 11,5 . (3) Re 11,35 . (4) Re 11,39 .

Re 11,36 - Re 11,36 . De gelofte van Jefta - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Re (Rechters) -- Re 11 -- Re 11,29-40 -- Re 11,29 - Re 11,30 - Re 11,31 - Re 11,32 - Re 11,33 - Re 11,34 - Re 11,35 - Re 11,36 - Re 11,37 - Re 11,38 - Re 11,39 - Re 11,40 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
36kai eipen pros auton pater mou ei en emoi ènoixas to stoma sou pros kurion poiei moi on tropon exèlthen ek tou stomatos sou anth' ôn epoièsen soi kurios ekdikèseis ek tôn echthrôn sou ek tôn uiôn ammôn        [36] Zij antwoordde: ‘Vader, u hebt de heer uw woord gegeven. Doe dus met mij wat u beloofd hebt, want de heer heeft u wraak laten nemen op de Ammonieten, uw vijanden.’        

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

Re 11,37 - Re 11,37 . De gelofte van Jefta - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Re (Rechters) -- Re 11 -- Re 11,29-40 -- Re 11,29 - Re 11,30 - Re 11,31 - Re 11,32 - Re 11,33 - Re 11,34 - Re 11,35 - Re 11,36 - Re 11,37 - Re 11,38 - Re 11,39 - Re 11,40 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
37kai eipen pros ton patera autès kai poièson moi to rèma touto eason me duo mènas kai poreusomai kai katabèsomai epi ta orè kai klausomai epi ta parthenia mou kai egô kai ai sunetairides mou        [37] En zij zei tegen haar vader: ‘Ik vraag u alleen nog deze gunst: geef mij twee maanden om met mijn vriendinnen de bergen in te gaan en daar te rouwen omdat ik als maagd* moet sterven.’        

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

Re 11,38 - Re 11,38 . De gelofte van Jefta - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Re (Rechters) -- Re 11 -- Re 11,29-40 -- Re 11,29 - Re 11,30 - Re 11,31 - Re 11,32 - Re 11,33 - Re 11,34 - Re 11,35 - Re 11,36 - Re 11,37 - Re 11,38 - Re 11,39 - Re 11,40 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
38kai eipen poreuou kai exapesteilen autèn duo mènas kai eporeuthè autè kai ai sunetairides autès kai eklausen epi ta parthenia autès epi ta orè        [38] Hij antwoordde: ‘Ga maar’, en hij liet haar voor twee maanden met haar vriendinnen de bergen in gaan. Daar rouwde zij, omdat zij als maagd moest sterven.        

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

Re 11,39 - Re 11,39 . De gelofte van Jefta - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Re (Rechters) -- Re 11 -- Re 11,29-40 -- Re 11,29 - Re 11,30 - Re 11,31 - Re 11,32 - Re 11,33 - Re 11,34 - Re 11,35 - Re 11,36 - Re 11,37 - Re 11,38 - Re 11,39 - Re 11,40 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
39kai egeneto meta telos duo mènôn kai anekampsen pros ton patera autès kai epetelesen iefthae tèn euchèn autou èn èuxato kai autè ouk egnô andra kai egenèthè eis prostagma en israèl        [39] Toen zij na twee maanden weer bij haar vader kwam, deed hij met haar wat hij beloofd had te doen. Zij had nooit gemeenschap gehad met een man. Zo ontstond in Israël de gewoonte        

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

1. qal imperf. 3de pers. mann. enk. wajëhî (en hij was) van het werkw. hâjâh (zijn) . De getalwaarde van wajëhî (en hij zal zij / en hij was) is 31 . 31 is de getalwaarde van ´el (God) ; aleph = 1 , lamed = 12 of 30 . Totaal : 13 of 31 (elkaars spiegelbeeld) .Taalgebruik in Tenakh : hâjâh (zijn) . Getalwaarde : he = 5 , jod = 10 ; totaal : 20 (2² X 5) . Structuur : 5 - 1 - 5 . Gr. eimi (zijn) . Taalgebruik in de Septuaginta : eimi (zijn) . Taalgebruik in het NT : eimi (zijn) . Lat. esse . D. sein . Fr. être . Ned. zijn . E. to be . Tenakh (784) . Pentateuch (181) . Eerdere Profeten (339) . Latere Profeten (116) . 12 Kleine Profeten (22) . Geschriften (126) . Joz (59) . Re (47) . 1 S (58) . ind. aor. 3de pers. enk. egeneto (het gebeurde) van het werkw. ginomai (worden, gebeuren) . Taalgebruik in het N.T. : ginomai (worden) . Gr. act. ind. imperf. 3de pers. enk. èn (hij / zij was) . Re 11 (4) : (1) Re 11,4 . (2) Re 11,5 . (3) Re 11,35 . (4) Re 11,39 .

Re 11,40 - Re 11,40 . De gelofte van Jefta - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Re (Rechters) -- Re 11 -- Re 11,29-40 -- Re 11,29 - Re 11,30 - Re 11,31 - Re 11,32 - Re 11,33 - Re 11,34 - Re 11,35 - Re 11,36 - Re 11,37 - Re 11,38 - Re 11,39 - Re 11,40 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
40ex èmerôn eis èmeras suneporeuonto ai thugateres israèl thrènein tèn thugatera iefthae tou galaaditou tessaras èmeras en tô eniautô         [40] dat de meisjes ieder jaar, vier dagen lang, de dochter van Jefta, de Gileadiet, herdenken.        

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van


SEPTUAGINTA

1kai iefthae o galaaditès dunatos en ischui kai autos èn uios gunaikos pornès kai eteken tô galaad ton iefthae2kai eteken è gunè galaad autô uious kai èdrunthèsan oi uioi tès gunaikos kai exebalon ton iefthae kai eipon autô ou klèronomèseis en tô oikô tou patros èmôn oti gunaikos uios etairas ei su3kai apedra iefthae ek prosôpou tôn adelfôn autou kai katôkèsen en gè tôb kai sunelegonto pros ton iefthae andres litoi kai sunexeporeuonto met¢ autou4kai egeneto meth¢ èmeras kai epolemèsan oi uioi ammôn meta israèl5kai egenèthè ènika epolemoun oi uioi ammôn meta israèl kai eporeuthèsan oi presbuteroi galaad paralabein ton iefthae en gè tôb6kai eipan pros iefthae deuro kai esè èmin eis ègoumenon kai polemèsômen en tois uiois ammôn7kai eipen iefthae tois presbuterois galaad ouch umeis emisèsate me kai exebalete me ek tou oikou tou patros mou kai exapesteilate me af¢ umôn kai ti oti èlthate pros me ènika ethlibète8kai eipan oi presbuteroi galaad pros iefthae ouch outôs nun èlthomen pros se kai sumporeusè èmin kai polemèsomen en tois uiois ammôn kai esè èmin eis kefalèn pasin tois katoikousin galaad9kai eipen iefthae pros tous presbuterous galaad ei epistrefete me umeis polemèsai en tois uiois ammôn kai paradô kurios autous enôpion emou egô umin esomai eis kefalèn10kai eipan oi presbuteroi galaad pros iefthae kurios estai o akouôn ana meson èmôn ei mè kata to rèma sou outôs poièsomen11kai eporeuthè iefthae meta tôn presbuterôn galaad kai katestèsan auton ep¢ autôn eis kefalèn eis ègoumenon kai elalèsen iefthae pantas tous logous autou enôpion kuriou en massèfa12kai apesteilen iefthae aggelous pros basilea uiôn ammôn legôn ti emoi kai soi oti èkeis pros me su polemèsai me en tè gè mou13kai eipen basileus uiôn ammôn pros tous aggelous iefthae dioti elaben israèl tèn gèn mou en tè anabasei autou ex aiguptou apo arnôn eôs iabok kai eôs tou iordanou kai nun epistrepson autas met¢ eirènès14kai apestrepsan oi aggeloi pros iefthae kai apesteilen iefthae aggelous pros ton basilea uiôn ammôn15legôn tade legei iefthae ouk elaben israèl tèn gèn môab kai tèn gèn uiôn ammôn16en tè anabasei autôn ex aiguptou all¢ eporeuthè israèl en tè erèmô eôs thalassès eruthras kai èlthen eôs kadès17kai exapesteilen israèl aggelous pros basilea edôm legôn pareleusomai dia tès gès sou kai ouk èkousen basileus edôm kai ge pros basilea môab apesteilen kai ouk èthelèsen kai ekathisen israèl en kadès18kai dièlthen en tè erèmô kai ekuklôsen tèn gèn edôm kai tèn gèn môab kai paregeneto kat¢ anatolas èliou tès gès môab kai parenebalon en tô peran arnôn kai ouk eisèlthon eis to orion môab oti arnôn èn orion môab19kai apesteilen israèl aggelous pros sèôn basilea esebôn ton amorraion kai eipen autô israèl pareleusomai dia tès gès sou eôs tou topou mou20kai ouk èthelèsen sèôn dielthein ton israèl dia tôn oriôn autou kai sunègagen sèôn panta ton laon autou kai parenebalen eis iassa kai epolemèsen meta israèl21kai paredôken kurios o theos israèl ton sèôn kai panta ton laon autou en cheiri israèl kai epataxen autous kai eklèronomèsen israèl pasan tèn gèn tou amorraiou tou katoikountos en tè gè22kai eklèronomèsen pan to orion tou amorraiou apo arnôn kai eôs tou iabok kai apo tès erèmou kai eôs tou iordanou23kai nun kurios o theos israèl exèren ton amorraion ek prosôpou tou laou autou israèl kai su klèronomèseis auton epi sou24ouchi osa kateklèronomèsen soi chamôs o theos sou auta klèronomèseis kai panta osa kateklèronomèsen kurios o theos èmôn apo prosôpou èmôn auta klèronomèsomen25kai nun mè kreissôn ei su tou balak uiou sepfôr basileôs môab mè machè emachesato meta israèl è polemôn epolemèsen autois26en tô oikô israèl en esebôn kai en tais thugatrasin autès kai en iazèr kai en tais thugatrasin autès kai en pasais tais polesin tais para ton iordanèn triakosia etè ti oti ouk errusanto autous en tô kairô ekeinô27kai egô ouch èmarton soi kai su poieis met¢ emou ponèrian tou polemèsai en emoi krinai kurios o krinôn sèmeron ana meson uiôn israèl kai ana meson uiôn ammôn28kai ouk eisèkousen basileus uiôn ammôn kai ouk eisèkousen tôn logôn iefthae ôn apesteilen pros auton29kai egenèthè epi iefthae pneuma kuriou kai diebè tèn gèn galaad kai ton manassè kai diebè tèn skopian galaad kai apo skopias galaad eis to peran uiôn ammôn30kai èuxato iefthae euchèn tô kuriô kai eipen ean paradôsei paradôs moi tous uious ammôn en cheiri mou31kai estai os an exelthè ek tôn thurôn tou oikou mou eis apantèsin mou en tô epistrepsai me en eirènè apo tôn uiôn ammôn kai estai tô kuriô kai anoisô auton olokautôma32kai diebè iefthae pros tous uious ammôn tou polemèsai pros autous kai paredôken autous kurios en cheiri autou33kai epataxen autous apo aroèr kai eôs tou elthein eis semôith eikosi poleis eôs abel ampelônôn plègèn megalèn sfodra kai enetrapèsan oi uioi ammôn apo prosôpou uiôn israèl34kai èlthen iefthae eis massèfa eis ton oikon autou kai idou è thugatèr autou exeporeueto eis apantèsin autou en tumpanois kai chorois kai autè monogenès autô agapètè kai ouk estin autô plèn autès uios è thugatèr35kai egenèthè ènika eiden autèn kai dierrèxen ta imatia autou kai eipen oimmoi thugater mou empepodostatèkas me eis skôlon egenou en ofthalmois mou egô de ènoixa to stoma mou peri sou pros kurion kai ou dunèsomai apostrepsai36kai eipen pros auton pater mou ei en emoi ènoixas to stoma sou pros kurion poiei moi on tropon exèlthen ek tou stomatos sou anth¢ ôn epoièsen soi kurios ekdikèseis ek tôn echthrôn sou ek tôn uiôn ammôn37kai eipen pros ton patera autès kai poièson moi to rèma touto eason me duo mènas kai poreusomai kai katabèsomai epi ta orè kai klausomai epi ta parthenia mou kai egô kai ai sunetairides mou38kai eipen poreuou kai exapesteilen autèn duo mènas kai eporeuthè autè kai ai sunetairides autès kai eklausen epi ta parthenia autès epi ta orè39kai egeneto meta telos duo mènôn kai anekampsen pros ton patera autès kai epetelesen iefthae tèn euchèn autou èn èuxato kai autè ouk egnô andra kai egenèthè eis prostagma en israèl40ex èmerôn eis èmeras suneporeuonto ai thugateres israèl thrènein tèn thugatera iefthae tou galaaditou tessaras èmeras en tô eniautô


- A

- `ammôn (Ammon) . Taalgebruik in Tenakh : `ammôn (Ammon) . Getalwaarde : ajin = 16 of 70 , mem = 13 of 40 , waw = 6 , nun = 14 of 50 ; totaal : 49 (7²) OF 166 (2 X 83) . Structuur : 7 - 4 - 6 - 5 . Tenakh (97) . Pentateuch (6) . Eerdere Profeten (52) . Latere Profeten (17) . 12 Kleine Profeten (3) . Geschriften (19) . Gn (1) : Gn 19,38 . Re (27) . Re 3 (1) . Re 10 (6) . Re 11 (17) . Re 12 (3) . Re 11 (17) : (1) Re 11,4 . (2) Re 11,5 . (3) Re 11,6 . (4) Re 11,8 . (5) Re 11,9 . (6) Re 11,12 . (7) Re 11,13 . (8) Re 11,14 . (9) Re 11,15 . (10) Re 11,27 . (11) Re 11,28 . (12) Re 11,29 . (13) Re 11,30 . (14) Re 11,31 . (15) Re 11,32 . (16) Re 11,33 . (17) Re 11,36 . Ammon is de jongste zoon van Lot en zijn jongste dochter (Gn 19,38) . Moab is de oudste zoon van Lot en zijn oudste dochter . Lot is de kleinzoon van Haran, de broer van Abram / Abraham .

- bëne(j) `ammôn (Ammonieten) . Tenakh (15/97) . Pentateuch (1/6) . Eerdere Profeten (9/52) . Latere Profeten (0) . 12 Kleine Profeten (1/3) . Geschriften (4/19) . Re (4/27) : (1) Re 10,6 . (2) Re 10,9 . (3) Re 11,4 . (4) Re 11,5 .

- B - C - D - E - F - G - H

- qal imperf. 3de pers. mann. enk. wajëhî (en hij was) van het werkw. hâjâh (zijn) . De getalwaarde van wajëhî (en hij zal zij / en hij was) is 31 . 31 is de getalwaarde van ´el (God) ; aleph = 1 , lamed = 12 of 30 . Totaal : 13 of 31 (elkaars spiegelbeeld) .Taalgebruik in Tenakh : hâjâh (zijn) . Getalwaarde : he = 5 , jod = 10 ; totaal : 20 (2² X 5) . Structuur : 5 - 1 - 5 . Gr. eimi (zijn) . Taalgebruik in de Septuaginta : eimi (zijn) . Taalgebruik in het NT : eimi (zijn) . Lat. esse . D. sein . Fr. être . Ned. zijn . E. to be . Tenakh (784) . Pentateuch (181) . Eerdere Profeten (339) . Latere Profeten (116) . 12 Kleine Profeten (22) . Geschriften (126) . Joz (59) . Re (47) . 1 S (58) . ind. aor. 3de pers. enk. egeneto (het gebeurde) van het werkw. ginomai (worden, gebeuren) . Taalgebruik in het N.T. : ginomai (worden) . Gr. act. ind. imperf. 3de pers. enk. èn (hij / zij was) . Re 11 (4) : (1) Re 11,4 . (2) Re 11,5 . (3) Re 11,35 . (4) Re 11,39 .

 

- I - J

jiphëthâch (Jefta) . Taalgebruik in Tenakh : jiphëthâch (Jefta) . Getalwaarde : jod = 10 , pe = 17 of 80 , thaw = 22 of 400 , chet = 8 ; totaal : 54 (2 X 3³) OF 498 (2 X 3 X 83) . Structuur : 1 - 8 - 4 - 8 . j-p-th-ch . Tenakh (36) . Pentateuch (2) . Eerdere Profeten (25) . Latere Profeten (5) . 12 Kleine Profeten (0) . Geschriften (4) . Re (22) . Re 11 (19) : (1) Re 11,1 . (2) Re 11,2 . (3) Re 11,3 . (4) Re 11,5 . (5) Re 11,7 . (6) Re 11,8 . (7) Re 11,9 . (8) Re 11,10 . (9) Re 11,11 . (10) Re 11,12 . (11) Re 11,13 . (12) Re 11,14 . (13) Re 11,15 . (14) Re 11,28 . (15) Re 11,29 . (16) Re 11,30 . (17) Re 11,32 . (18) Re 11,34 . (19) Re 11,40 . Re 12 (3) : (1) Re 12,2 . (2) Re 12,4 . (3) Re 12,7 .

-

- K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z -