WIJSHEID 2 - W 2 -- http://www.myriobiblos.gr/bible/ot/chapter.asp?book=29&page=2 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- W (Wijsheid) -- W 2 -- W 1,16-2,9 -- W 2,10-20 -- W 2,21-24 -
Overzicht : - W
1 - W 2 - W 3 - W
4 - W 5 - W 6 - W
7 - W 8 - W 9 - W
10 - W 11 - W 12 - W
13 - W 14 - W 15 - W
16 - W 17 - W 18 - W
19 -
Uitleg vers per vers : - W 2,1 - W 2,2 - W 2,3 - W 2,4 - W 2,5 - W 2,6 - W 2,7 - W 2,8 - W 2,9 - W 2,10 - W 2,11 - W 2,12 - W 2,13 - W 2,14 - W 2,15 - W 2,16 - W 2,17 - W 2,18 - W 2,19 - W 2,20 - W 2,21 - W 2,22 - W 2,23 - W 2,24 -
Overzicht van Tenach : Tenach
: overzicht , Tenach
: taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Tenach
: commentaar ,
Overzicht van Septuaginta : Septuaginta
: overzicht , Septuaginta
: taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Septuaginta
: commentaar ,
Overzicht NT: NT
: overzicht , NT
: taalgebruik - NT
A - NT
B - NT
C - NT
D - NT
E - NT
F - NT G - NT H - NT I - NT J - NT K - NT L - NT M - NT N - NT O - NT P - NT Q - NT R - NT S - NT T - NT U - NT V - NT W - NT
X - NT Y - NT Z - NT :
commentaar .
WEDERKERIGHEID (DIVERSITEIT - VICE
VERSA) . Meer info : Arseen De Kesel . Email: arseen.de.kesel@pandora.be .
websitenamen : http://users.telenet.be/arseen.de.kesel/ en http://www.interlevensbeschouwelijk.be/index.htm
- STARTPAGINA - AGENDA - BIJ
DE HAND - NIEUW - OVERZICHT - TIJDSCHRIFTEN -
ALFABETISCH OVERZICHT VAN THEMA'S EN WEBSITES :
- A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z
HOOFDTHEMA'S : allochtonen , armoede , bahá'í , bezinningsteksten , bijbel , bijbel en
koran , boeddhisme , christendom , extreemrechts ( Vlaams Blok ) , fundamentalisme , getallen , globalisering
en antiglobalisering , hindoeïsme , interlevensbeschouwelijke dialoog , interreligieuze
meditatie , islam , jodendom , koran , levensbeschouwing , levensbeschouwing
/ godsdienst en onderwijs , racisme , samenleving , sikhisme , spiritualiteit , tewerkstelling van allochtonen , vluchtelingen en asielzoekers , vrijzinnigheid , witte
scholen , multiculturele scholen en concentratiescholen , Eigen-zinnige
beschouwingen , Het
kleine of grote ongenoegen
|
Woordenschat
Bibliografie
Literatuur .
Liturgisch gebruik
ALGEMEEN OVERZICHT
- OT : Gn (Genesis)
, Ex (Exodus) , Lv (Leviticus) , Nu (Numeri) , Dt (Deuteronomium) , Joz (Jozua) , Re (Rechters)
, Rt (Ruth) , 1
S (1 Samuël) , 2
S (2 Samuël) , 1
K (1 Koningen) , 2
K (2 Koningen) , 1
Kr ( 1 Kronieken) , 2
Kr (2 Kronieken) , Ezr (Ezra) , Neh (Nehemia)
, Tob (Tobia) , Jdt (Judith) , Est (Esther) , 1 Mak (1 Makkabeeën)
, 2 Mak (2 Makkabeeën)
, Job , Ps (Psalmen ) , Spr (Spreuken) , Pr (Prediker) , Hl (Hooglied) , W (Wijsheid)
, Sir (Sirach)
, Js (Jesaja) , Jr (Jeremia) , Kl (Klaagliederen) , Bar (Baruch) , Ez (Ezechiël)
, Da (Daniël) , Hos (Hosea) , Jl (Joël) , Am (Amos)
, Ob (Obadja) , Jon (Jona) , Mi (Micha) , Nah (Nahum)
, Hab (Habakuk)
, Sef (Sefanja)
, Hag (Haggai)
, Zach (Zacharia)
, Mal (Maleachi)
.
- NT : Mt (Matteüs)
- Mc (Marcus)
- Lc (Lucas) - Joh (Johannes)
- Hnd (Handelingen)
, Rom (Rome) , 1 Kor (Korinte)
, 2 Kor (Korinte)
, Gal (Galatië)
, Ef (Efese) , Fil (Filippi) , Kol (Kolosse) , 1 Tes (Tessalonika) , 2
Tes (Tessalonika) , 1
Tim (Timoteüs) , 2
Tim (Timoteüs) , Tit (Titus) , Film (Filemon) , Heb (Hebreeën) , Jak (Jakobus) , 1 Pe (Petrus) , 2 Pe (Petrus) , 1 Joh (Johannes) , 2 Joh (Johannes) , 2 Joh (Johannes) , Jud (Judas) , Apk (Apokalyps)
.
Overzicht van de
bibliografie van de bijbelboeken- bibliografie
bijbel - bibliografie
van het Oude Testament - bibliografie
Matteüsevangelie - bibliografie
Marcusevangelie - bibliografie
Lucasevangelie - bibliografie
van het Johannesevangelie - bibliografie
van het Nieuwe Testament (behalve evangeliën) :
W 2,1 - W 2,1 : Het verlangen van goddelozen - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- W (Wijsheid) -- W
1 -- W 2 -- W 1,1-15 -- W 1,16-2,9 -- W 1,16 -- W 2,1 - W 2,2 - W 2,3 - W 2,4 - W 2,5 - W 2,6 - W 2,7 - W 2,8 - W 2,9 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
|
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling |
|
Bible de Jérusalem |
ΕΙΠΟΝ γὰρ ἐν ἑαυτοῖς λογισάμενοι οὐκ ὀρθῶς· ὀλίγος ἐστὶ καὶ λυπηρὸς ὁ βίος ἡμῶν, καὶ οὐκ ἔστιν ἴασις ἐν τελευτῇ ἀνθρώπου, καὶ οὐκ ἐγνώσθη ὁ ἀναλύσας ἐξ ᾅδου. |
2.
1 dixerunt enim apud se cogitantes non recte exiguum et cum
taedio est tempus vitae nostrae et non est refrigerium in fine
hominis et non est qui agnitus sit reversus ab inferis |
|
1 WANT deze dingen met recht overlegd hebbende, zeggen zij tot elkander: Ons leven is kort en moeilijk, en daar is geen genezing tegen de dood des mensen, en niemand wordt gekend, die uit de hel wedergekeerd is. |
[1] Zij redeneerden onjuist
toen zij onder elkaar zeiden:
'Kort is ons leven en vol verdriet;
er is geen remedie als de mens doodgaat
en het is nooit vertoond
dat iemand uit de onderwereld terugkwam. |
[1] Ten onrechte houden ze zichzelf het volgende voor: Het leven is kort en vol moeite. Geen mens kan zijn einde ontlopen; er is niemand die een uitweg kan bieden uit het dodenrijk. |
|
1. Car ils disent entre eux, dans leurs faux calculs »Courte et triste est notre vie; il n'y a pas de remède lors de la fin de l'homme et on ne connaît personne qui soit revenu de l'Hadès. |
|
King James Bible . 2
[1] For the ungodly said, reasoning with themselves, but not aright, Our life is short and tedious, and in the death of a man there is no remedy: neither was there any man known to have returned from the grave.
Luther-Bibel . 21Denn diese Leute, die so verkehrt denken, sagen untereinander: »Kurz und voller Leid ist unser Leben, und wenn ein Mensch dahinsoll, so gibt es keine Rettung; auch weiß man von keinem, der aus dem Totenreich befreit.
Tekstuitleg van W 2,1 .
W 2,2 - W 2,2 : Het verlangen van goddelozen - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- W (Wijsheid) -- W
1 -- W 2 -- W 1,1-15 -- W 1,16-2,9 -- W 1,16 -- W 2,1 - W 2,2 - W 2,3 - W 2,4 - W 2,5 - W 2,6 - W 2,7 - W 2,8 - W 2,9 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
|
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling |
|
Bible de Jérusalem |
2 ὅτι αὐτοσχεδίως ἐγεννήθημεν, καὶ μετὰ τοῦτο ἐσόμεθα ὡς οὐχ ὑπάρξαντες· ὅτι καπνὸς ἡ πνοὴ ἐν ρισὶν ἡμῶν, καὶ ὁ λόγος σπινθὴρ ἐν κινήσει καρδίας ἡμῶν, |
2 quia ex nihilo nati sumus et post hoc erimus tamquam non
fuerimus quoniam fumus afflatus est in naribus nostris et sermo
scintillae ad commovendum cor nostrum |
|
2 Want bij geval zijn wij geboren en na deze zullen wij zijn alsof wij niet geweest waren, want het snuiven in onze neusgaten is een rook, en de rede is een vonk voortkomende door de beweging van ons hart. |
[2] Wij zijn maar toevallig ontstaan
en later zal het zijn
alsof wij er nooit geweest waren,
want de adem in onze neus is als damp
en het denken is een vonk
in het kloppen van ons hart. |
[2] Wij zijn bij toeval ontstaan en uiteindelijk zal het zijn of we nooit hebben bestaan. De adem in onze neusgaten is vluchtig als damp, het verstand niet meer dan een vonk in ons binnenste. |
|
2. Nous sommes nés du hasard, après quoi nous serons comme si nous n'avions pas existé. C'est une fumée que le souffle de nos narines, et la pensée, une étincelle qui jaillit au battement de notre cœur; |
|
King James Bible . [2] For we are born at all adventure: and we shall be hereafter as though we had never been: for the breath in our nostrils is as smoke, and a little spark in the moving of our heart:
Luther-Bibel . 2Denn nur zufällig sind wir geworden, und nachher werden wir sein, als wären wir nie gewesen. Denn der Atem in unsrer Nase ist nur Rauch und unser Denken nur ein Funke, der aus dem Pochen unsres Herzens entsteht.
Tekstuitleg van W 2,2 .
W 2,3 - W 2,3 : Het verlangen van goddelozen - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- W (Wijsheid) -- W
1 -- W 2 -- W 1,1-15 -- W 1,16-2,9 -- W 1,16 -- W 2,1 - W 2,2 - W 2,3 - W 2,4 - W 2,5 - W 2,6 - W 2,7 - W 2,8 - W 2,9 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
|
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling |
|
Bible de Jérusalem |
3 οὗ σβεσθέντος τέφρα ἀποβήσεται τὸ σῶμα καὶ τὸ πνεῦμα διαχυθήσεται ὡς χαῦνος ἀήρ. |
3 quia extincta cinis erit corpus et spiritus diffundetur
tamquam mollis aer et transiet vita nostra tamquam vestigium
nubis et sicut nebula dissolvetur quae fugata est a radiis
solis et a calore illius adgravata |
|
3 Welke uitgeblust zijnde, zo wordt het lichaam tot as en onze geest wordt verspreid gelijk de wijde lucht. |
[3] Als zij gedoofd is,
vergaat het lichaam tot as
en de geest vervliegt als ijle lucht. |
[3] Als de vonk gedoofd is, vergaat het lichaam tot as en vervliegt de geest als ijle lucht. |
|
3. qu'elle s'éteigne, le corps s'en ira en cendre et l'esprit se dispersera comme l'air inconsistant. |
|
King James Bible . [3] Which being extinguished, our body shall be turned into ashes, and our spirit shall vanish as the soft air,
Luther-Bibel . 3Wenn er verloschen ist, so geht der Leib dahin wie Asche, und der Geist zerflattert wie Luft.
Tekstuitleg van W 2,3 .
W 2,4 - W 2,4 : Het verlangen van goddelozen - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- W (Wijsheid) -- W
1 -- W 2 -- W 1,1-15 -- W 1,16-2,9 -- W 1,16 -- W 2,1 - W 2,2 - W 2,3 - W 2,4 - W 2,5 - W 2,6 - W 2,7 - W 2,8 - W 2,9 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
|
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling |
|
Bible de Jérusalem |
4 καὶ τὸ ὄνομα ἡμῶν ἐπιλησθήσεται ἐν χρόνῳ, καὶ οὐθεὶς μνημονεύσει τῶν ἔργων ἡμῶν· καὶ παρελεύσεται ὁ βίος ἡμῶν ὡς ἴχνη νεφέλης καὶ ὡς ὁμίχλη διασκεδασθήσεται διωχθεῖσα ὑπὸ ἀκτίνων ἡλίου καὶ ὑπὸ θερμότητος αὐτοῦ βαρυνθεῖσα. |
4 et nomen nostrum oblivionem accipiet per tempus et nemo
memoriam habebit operum nostrorum |
|
4 En onze naam wordt mettertijd vergeten, en niemand zal aan onze werken denken, en ons leven gaat voorbij, gelijk de voetstappen van een wolk, en wordt verstrooid gelijk een nevel, die van de stralen der zon nagejaagd en van haar hitte bezwaard wordt. |
[4] Onze naam wordt op den duur vergeten
en niemand denkt dan nog aan wat wij hebben gedaan.
Ons leven gaat voorbij
als de laatste sporen van een wolk,
het lost zich op als een nevel,
die verdreven wordt door de stralen van de zon
en bezwijkt voor haar gloed. |
[4] Onze naam wordt op den duur vergeten, niemand herinnert zich onze daden nog. Ons leven verdwijnt als nevel, het lost op als mist die door de stralen van de zon wordt verjaagd en door haar warmte verdreven. |
|
4. Avec le temps, notre nom tombera dans l'oubli, nul ne se souviendra de nos œuvres; notre vie passera comme les traces d'un nuage, elle se dissipera comme un brouillard que chassent les rayons du soleil et qu'abat sa chaleur. |
|
King James Bible . [4] And our name shall be forgotten in time, and no man shall have our works in remembrance, and our life shall pass away as the trace of a cloud, and shall be dispersed as a mist, that is driven away with the beams of the sun, and overcome with the heat thereof.
Luther-Bibel . 4Unser Name wird mit der Zeit vergessen, und niemand denkt mehr an unser Wirken. Unser Leben fährt dahin, als wäre nur eine Wolke dagewesen, und zergeht wie Nebel, der von den Strahlen der Sonne verjagt und von ihrer Hitze zu Boden gedrückt wird.
Tekstuitleg van W 2,4 .
W 2,5 - W 2,5 : Het verlangen van goddelozen - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- W (Wijsheid) -- W
1 -- W 2 -- W 1,1-15 -- W 1,16-2,9 -- W 1,16 -- W 2,1 - W 2,2 - W 2,3 - W 2,4 - W 2,5 - W 2,6 - W 2,7 - W 2,8 - W 2,9 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
|
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling |
|
Bible de Jérusalem |
5 σκιᾶς γὰρ πάροδος ὁ βίος ἡμῶν, καὶ οὐκ ἔστιν ἀναποδισμὸς τῆς τελευτῆς ἡμῶν, ὅτι κατεσφραγίσθη, καὶ οὐδείς ἀναστρέφει. |
5 umbrae enim transitus est tempus nostrum et non est reversio
finis nostri quoniam consignata est et nemo revertetur |
|
5 Want onze tijd is een schaduw die voorbijgaat, en daar is geen wederkeren van onze dood, want die is verzegeld en niemand keert weder. |
[5] Onze dagen zijn een vluchtige schaduw
en ons einde is onherroepelijk,
want het is bezegeld en niemand keert terug. |
[5] We leven niet langer dan een schaduw die voorbijgaat, en ons einde is onafwendbaar: het ligt vast en niemand kan het ongedaan maken. |
|
5. Oui, nos jours sont le passage d'une ombre, notre fin est sans retour, le sceau est apposé et nul ne revient. |
|
King James Bible . [5] For our time is a very shadow that passeth away; and after our end there is no returning: for it is fast sealed, so that no man cometh again.
Luther-Bibel .
5Unsre Zeit geht vorbei wie ein Schatten, und wenn es mit uns zu Ende ist, gibt es keine Wiederkehr; denn es steht unverbrüchlich fest, dass niemand wiederkommt.
Tekstuitleg van W 2,5 .
W 2,6 - W 2,6 : Het verlangen van goddelozen - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- W (Wijsheid) -- W
1 -- W 2 -- W 1,1-15 -- W 1,16-2,9 -- W 1,16 -- W 2,1 - W 2,2 - W 2,3 - W 2,4 - W 2,5 - W 2,6 - W 2,7 - W 2,8 - W 2,9 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
|
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling |
|
Bible de Jérusalem |
6 δεῦτε οὖν καὶ ἀπολαύσωμεν τῶν ὄντων ἀγαθῶν καὶ χρησώμεθα τῇ κτίσει ὡς ἐν νεότητι σπουδαίως. |
6 venite ergo et fruamur bonis quae sunt et utamur creaturam
tamquam in iuventute celeriter |
|
6 Komt dan, en laat ons de tegenwoordige goederen genieten, en hetgeen wij bezitten metterhaast gebruiken, gelijk in de jeugd. |
[6] Vooruit dan, laten wij genieten
van het goede dat we hebben
en maar meteen van het geschapene profiteren
nu wij nog jong genoeg zijn. |
[6] Welaan dan, laten we genieten van al het goede dat er is. Laten we de schepping met gretigheid benutten, zorgeloos als de jeugd. |
|
6. Venez donc et jouissons des biens présents, usons des créatures avec l'ardeur de la jeunesse. |
|
King James Bible . [6] Come on therefore, let us enjoy the good things that are present: and let us speedily use the creatures like as in youth.
Luther-Bibel .
6Kommt nun und lasst uns die Güter genießen, solange sie da sind, und die Welt geschwind noch auskosten, solange wir jung sind.
Tekstuitleg van W 2,6 .
W 2,7 - W 2,7 : Het verlangen van goddelozen - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- W (Wijsheid) -- W
1 -- W 2 -- W 1,1-15 -- W 1,16-2,9 -- W 1,16 -- W 2,1 - W 2,2 - W 2,3 - W 2,4 - W 2,5 - W 2,6 - W 2,7 - W 2,8 - W 2,9 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
|
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling |
|
Bible de Jérusalem |
7 οἴνου πολυτελοῦς καὶ μύρων πλησθῶμεν, καὶ μὴ παροδευσάτω ἡμᾶς ἄνθος ἀέρος. |
7 vino pretioso et unguentis nos impleamus et non praetereat
nos flos temporis |
|
7 Laat ons ons opvullen met kostelijke wijn en zalf, en de bloem der lente ga ons niet voorbij. |
[7] Laten wij ons te goed doen
aan kostelijke wijn en aan parfums
en laat geen lentebloesem ons ontgaan. |
[7] We zullen ons te goed doen aan kostbare, geurige wijn. We laten geen lentebloesem aan ons voorbijgaan, |
|
7. Enivrons-nous de vins de prix et de parfums, ne laissons point passer la fleur du printemps, |
|
King James Bible . [7] Let us fill ourselves with costly wine and ointments: and let no flower of the spring pass by us:
Luther-Bibel . 7Wir wollen mit bestem Wein uns füllen und uns salben, und keine Frühlingsblume soll uns entgehen.
Tekstuitleg van W 2,7 .
W 2,8 - W 2,8 : Het verlangen van goddelozen - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- W (Wijsheid) -- W
1 -- W 2 -- W 1,1-15 -- W 1,16-2,9 -- W 1,16 -- W 2,1 - W 2,2 - W 2,3 - W 2,4 - W 2,5 - W 2,6 - W 2,7 - W 2,8 - W 2,9 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
|
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling |
|
Bible de Jérusalem |
8 στεψώμεθα ρόδων κάλυξι πρὶν ἢ μαρανθῆναι. |
8 coronemus nos rosis antequam marcescant nullum pratum sit
quod non pertranseat luxuria nostra |
|
8 Laat ons ons kronen met rozenknoppen, eer zij verwelken. |
[8] Laten wij ons bekransen
met rozenknoppen, voordat ze verwelken. |
[8] we vlechten kransen van rozenknoppen, eer ze verwelken. |
|
8. couronnons-nous de boutons de roses, avant qu'ils ne se fanent, |
|
King James Bible . [8] Let us crown ourselves with rosebuds, before they be withered:
Luther-Bibel . 8Lasst uns Kränze tragen von Rosenknospen, ehe sie welk werden.
Tekstuitleg van W 2,8 .
W 2,9 - W 2,9 : Het verlangen van goddelozen - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- W (Wijsheid) -- W
1 -- W 2 -- W 1,1-15 -- W 1,16-2,9 -- W 1,16 -- W 2,1 - W 2,2 - W 2,3 - W 2,4 - W 2,5 - W 2,6 - W 2,7 - W 2,8 - W 2,9 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
|
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling |
|
Bible de Jérusalem |
9 μηδεὶς ἡμῶν ἄμοιρος ἔστω τῆς ἡμετέρας ἀγερωγίας, πανταχῆ καταλίπωμεν σύμβολα τῆς εὐφροσύνης, ὅτι αὕτη ἡ μερὶς ἡμῶν καὶ ὁ κλῆρος οὗτος. |
9 ubique relinquamus signa laetitiae quoniam haec est pars
nostra et haec est sors |
|
9 Niemand van ons zij zonder deel te hebben aan onze vermetelheid; laat ons overal merktekenen der weelde laten, want dit is ons deel, en dit is ons lot. |
[9] Niemand mag verstoken blijven
van ons plezier.
Overal willen wij tekenen achterlaten
van onze vrolijkheid,
want dat is ons deel en dat is ons lot.
Verdrukking van de rechtvaardige |
[9] Elk veld zal ons zien dansen, overal laten we sporen van vrolijkheid achter. Dat is toch waarvoor we leven, dat is toch ons lot? |
|
9. qu'aucune prairie ne soit exclue de notre orgie, laissons partout des signes de notre liesse, car telle est notre part, tel est notre lot! |
|
King James Bible . [9] Let none of us go without his part of our voluptuousness: let us leave tokens of our joyfulness in every place: for this is our portion, and our lot is this.
Luther-Bibel . 9Keine Wiese bleibe von unserm übermütigen Treiben verschont, damit man überall merkt, wie ausgelassen wir gewesen sind. Denn das ist unser Teil und das ist unser Los.
Tekstuitleg van W 2,9 .
- W 2,10-20 : Verdrukking van de rechtvaardige - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- W (Wijsheid) -- W 2 -- W 1,16-2,9 -- W 2,10-20 -- W 2,10 - W 2,11 - W 2,12 - W 2,13 - W 2,14 - W 2,15 - W 2,16 - W 2,17 - W 2,18 - W 2,19 - W 2,20 -
W 2,10 - W 2,10 : Verdrukking van de rechtvaardige - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- W (Wijsheid) -- W 2 -- W 1,16-2,9 -- W 2,10-20 -- W 2,10 - W 2,11 - W 2,12 - W 2,13 - W 2,14 - W 2,15 - W 2,16 - W 2,17 - W 2,18 - W 2,19 - W 2,20 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
|
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling |
|
Bible de Jérusalem |
10 καταδυναστεύσωμεν πένητα δίκαιον, μὴ φεισώμεθα χήρας, μηδὲ πρεσβύτου ἐντραπῶμεν πολιὰς πολυχρονίους. |
10 opprimamus pauperem iustum et non parcamus viduae nec
veterani revereamur canos multi temporis |
|
10 Laat ons de arme rechtvaardige overweldigen, en laat ons de weduwen niet verschonen, en de grijze, veeljarige haren des ouden niet ontzien. |
[10] Laten wij de rechtschapen* arme tiranniseren
en de weduwe niet ontzien
en ons niet storen aan de grijze haren van de hoogbejaarde. |
[10] Laten we de rechtvaardige die in armoede leeft uitbuiten, laten we de weduwe niet ontzien en ons niet bekommeren om de grijze haren van iemand op hoge leeftijd. |
|
10. Opprimons le juste qui est pauvre, n'épargnons pas la veuve, soyons sans égards pour les cheveux blancs chargés d'années du vieillards. |
|
King James Bible . [10] Let us oppress the poor righteous man, let us not spare the widow, nor reverence the ancient gray hairs of the aged.
Luther-Bibel . 10Lasst uns den armen Gerechten unterdrücken und keine Witwe verschonen; wir wollen uns nicht scheuen vor dem altersgrauen Haar des Greises.
Tekstuitleg van W 2,10 .
W 2,11 - W 2,11 : Verdrukking van de rechtvaardige - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- W (Wijsheid) -- W 2 -- W 1,16-2,9 -- W 2,10-20 -- W 2,10 - W 2,11 - W 2,12 - W 2,13 - W 2,14 - W 2,15 - W 2,16 - W 2,17 - W 2,18 - W 2,19 - W 2,20 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
|
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling |
|
Bible de Jérusalem |
11 ἔστω δὲ ἡμῶν ἡ ἰσχὺς νόμος τῆς δικαιοσύνης, τὸ γὰρ ἀσθενὲς ἄχρηστον ἐλέγχεται. |
11 sit autem fortitudo nostra lex iniustitiae quod infirmum
est enim inutile invenitur |
|
11 Maar onze sterkte zij een wet der gerechtigheid, want hetgeen zwak is wordt onnut bevonden. |
[11] Onze kracht moet de maatstaf zijn van het recht,
want wat zwak is dient kennelijk tot niets. |
[11] Onze kracht moet de maatstaf zijn van het recht,
want wat zwak is dient kennelijk tot niets. |
|
11. Que notre force soit la loi de la justice, car ce qui est faible s'avère inutile. |
|
King James Bible . [11] Let our strength be the law of justice: for that which is feeble is found to be nothing worth.
Luther-Bibel . 11Alles, was wir tun, das soll Recht sein; denn es zeigt sich, dass Schwäche nichts ausrichtet.
Tekstuitleg van W 2,11 .
W 2,12 - W 2,12 : Verdrukking van de rechtvaardige - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- W (Wijsheid) -- W 2 -- W 1,16-2,9 -- W 2,10-20 -- W 2,10 - W 2,11 - W 2,12 - W 2,13 - W 2,14 - W 2,15 - W 2,16 - W 2,17 - W 2,18 - W 2,19 - W 2,20 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
|
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling |
|
Bible de Jérusalem |
12 ἐνεδρεύσωμεν δὲ τὸν δίκαιον, ὅτι δύσχρηστος ἡμῖν ἐστι καὶ ἐναντιοῦται τοῖς ἔργοις ἡμῶν καὶ ὀνειδίζει ἡμῖν ἁμαρτήματα νόμου καὶ ἐπιφημίζει ἡμῖν ἁμαρτήματα παιδείας ἡμῶν· |
12 circumveniamus ergo iustum quoniam inutilis est nobis et
contrarius est operibus nostris et inproperat nobis peccata
legis et diffamat in nos peccata disciplinae nostrae |
|
12 Laat ons op de rechtvaardige loeren, want hij is ons nadelig, en stelt zich tegen onze werken, en verwijt ons de zonden begaan tegen de wet, en maakt gerucht van ons vanwege de zonden onzer wandeling. |
[12] Laten wij de rechtschapene belagen,
want hij is ons tot last
en hij verzet zich tegen wat wij doen.
Hij verwijt ons overtredingen van de Wet
en hij beschuldigt ons ervan
dat wij afwijken van wat wij geleerd hebben. |
[12] Laten we de rechtvaardige in het nauw drijven, want hij is ons alleen maar tot last. Hij dwarsboomt ons in alles wat we doen, hij verwijt ons dat we de wet overtreden en houdt ons voor dat we verloochenen wat ons geleerd is. |
|
12. Tendons des pièges au juste, puisqu'il nous gêne et qu'il s'oppose à notre conduite, nous reproche nos fautes contre la Loi et nous accuse de fautes contre notre éducation. |
|
King James Bible . [12] Therefore let us lie in wait for the righteous; because he is not for our turn, and he is clean contrary to our doings: he upbraideth us with our offending the law, and objecteth to our infamy the transgressings of our education.
Luther-Bibel . 12So lasst uns dem Gerechten auflauern; denn er ist uns lästig und widersetzt sich unserm Tun und schilt uns, weil wir gegen das Gesetz sündigen, und hält uns vor, dass wir gegen die Zucht verstoßen.
Tekstuitleg van W 2,12 .
W 2,13 - W 2,13 : Verdrukking van de rechtvaardige - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- W (Wijsheid) -- W 2 -- W 1,16-2,9 -- W 2,10-20 -- W 2,10 - W 2,11 - W 2,12 - W 2,13 - W 2,14 - W 2,15 - W 2,16 - W 2,17 - W 2,18 - W 2,19 - W 2,20 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
|
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling |
|
Bible de Jérusalem |
13 ἐπαγγέλλεται γνῶσιν ἔχειν Θεοῦ καὶ παῖδα Κυρίου ἑαυτὸν ὀνομάζει· |
13 promittit scientiam Dei se habere et filium Dei se nominat |
|
13 Hij wendt voor dat hij kennis van God heeft, en noemt zichzelf een kind des Heren. |
[13] Hij beroemt zich erop God te kennen
en noemt zich een dienaar van de heer. |
[13] Hij beweert over kennis van God te beschikken en noemt zich kind van de Heer. |
|
13. Il se flatte d'avoir la connaissance de Dieu et se nomme enfant du Seigneur. |
|
King James Bible . [13] He professeth to have the knowledge of God: and he calleth himself the child of the Lord.
Luther-Bibel . 13Er behauptet, Erkenntnis Gottes zu haben, und rühmt sich, Gottes Kind zu sein.
Tekstuitleg van W 2,13 .
W 2,14 - W 2,14 : Verdrukking van de rechtvaardige - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- W (Wijsheid) -- W 2 -- W 1,16-2,9 -- W 2,10-20 -- W 2,10 - W 2,11 - W 2,12 - W 2,13 - W 2,14 - W 2,15 - W 2,16 - W 2,17 - W 2,18 - W 2,19 - W 2,20 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
|
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling |
|
Bible de Jérusalem |
14 ἐγένετο ἡμῖν εἰς ἔλεγχον ἐννοιῶν ἡμῶν· βαρύς ἐστιν ἡμῖν κα`βλεπόμενος, |
14 factus est nobis in traductionem cogitationum nostrarum |
|
14 Hij is ons geworden tot een wederlegging onzer gedachten. |
[14] Hij is een aanklacht tegen onze opvattingen geworden;
het valt ons al zwaar hem te zien, |
[14] Hij is een levende aanklacht tegen onze opvattingen geworden. Zijn verschijning alleen al is ons een doorn in het oog, |
|
14. Il est devenu un blâme pour nos pensées, sa vue même nous est à charge; |
|
King James Bible . [14] He was made to reprove our thoughts.
Luther-Bibel . 14Er wird uns zum Vorwurf bei allem, was wir denken;
Tekstuitleg van W 2,14 .
W 2,15 - W 2,15 : Verdrukking van de rechtvaardige - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- W (Wijsheid) -- W 2 -- W 1,16-2,9 -- W 2,10-20 -- W 2,10 - W 2,11 - W 2,12 - W 2,13 - W 2,14 - W 2,15 - W 2,16 - W 2,17 - W 2,18 - W 2,19 - W 2,20 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
|
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling |
|
Bible de Jérusalem |
15 ὅτι ἀνόμοιος τοῖς ἄλλοις ὁ βίος αὐτοῦ, καὶ ἐξηλλαγμέναι αἱ τρίβοι αὐτοῦ· |
15 gravis est nobis etiam ad videndum quoniam dissimilis est
aliis vita illius et inmutatae sunt viae eius |
|
15 Hij is ons bezwaarlijk, ook zelfs om aan te zien, want zijn leven is de anderen ongelijk, en zijn paden zijn gans andere. |
[15] want zijn levenswijze is niet die van de anderen
en zijn gedragingen zijn zonderling. |
[15] omdat hij anders leeft dan anderen en zich afwijkend gedraagt. |
|
15. car son genre de vie ne ressemble pas aux autres, et ses sentiers sont tout différents. |
|
King James Bible . [15] He is grievous unto us even to behold: for his life is not like other men's, his ways are of another fashion.
Luther-Bibel . 15er ist uns unleidlich, wenn er sich nur sehen lässt. Denn sein Leben unterscheidet sich von dem der andern, und ganz anders sind seine Wege.
Tekstuitleg van W 2,15 .
W 2,16 - W 2,16 : Verdrukking van de rechtvaardige - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- W (Wijsheid) -- W 2 -- W 1,16-2,9 -- W 2,10-20 -- W 2,10 - W 2,11 - W 2,12 - W 2,13 - W 2,14 - W 2,15 - W 2,16 - W 2,17 - W 2,18 - W 2,19 - W 2,20 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
|
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling |
|
Bible de Jérusalem |
16 εἰς κίβδηλον ἐλογίσθημεν αὐτῷ, καὶ ἀπέχεται τῶν ὁδῶν ἡμῶν ὡς ἀπὸ ἀκαθαρσιῶν· μακαρίζει ἔσχατα δικαίων καὶ ἀλαζονεύεται πατέρα Θεόν. |
16 tamquam nugaces aestimati sumus ab illo et abstinet se a
viis nostris tamquam ab inmunditiis et praefert novissima
iustorum et gloriatur patrem Deum se habere |
|
16 Wij worden van hem geacht als vals zilver, en hij houdt zich af van onze wegen, als van onreinheden: hij prijst zalig het einde der rechtvaardigen, en pocht dat God zijn vader is. |
[16] Hij ziet ons aan voor valse broeders
en vermijdt onze wegen alsof ze onrein waren.
Het einde van de rechtvaardigen prijst hij zalig
en hij pocht dat God zijn Vader is. |
[16] Wij zijn in zijn ogen minderwaardig en hij mijdt onze levenswijze alsof die besmet is. Hij geeft hoog op van de bestemming van rechtvaardige mensen en beroemt zich erop dat God zijn vader is. |
|
16. Il nous tient pour chose frelatée et s'écarte de nos chemins comme d'impuretés. Il proclame heureux le sort final des justes et il se vante d'avoir Dieu pour père. |
|
King James Bible . [16] We are esteemed of him as counterfeits: he abstaineth from our ways as from filthiness: he pronounceth the end of the just to be blessed, and maketh his boast that God is his father.
Luther-Bibel . 16Als falsche Münze gelten wir ihm, und er meidet unsre Wege wie Schmutz; er rühmt, wie es die Gerechten zuletzt gut haben werden, und prahlt damit, dass Gott sein Vater sei.
Tekstuitleg van W 2,16 .
W 2,17 - W 2,17 : Verdrukking van de rechtvaardige - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- W (Wijsheid) -- W 2 -- W 1,16-2,9 -- W 2,10-20 -- W 2,10 - W 2,11 - W 2,12 - W 2,13 - W 2,14 - W 2,15 - W 2,16 - W 2,17 - W 2,18 - W 2,19 - W 2,20 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
|
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling |
|
Bible de Jérusalem |
17 ἴδωμεν εἰ οἱ λόγοι αὐτοῦ ἀληθεῖς, καὶ πειράσωμεν τὰ ἐν ἐκβάσει αὐτοῦ· |
17 videamus ergo si sermones illius veri sunt et temptemus
quae ventura sunt illi et sciemus quae erunt novissima illius |
|
17 Laat ons zien, of zijn woorden waarachtig zijn, en laat ons opmerken wat uitkomst hij hebben zal. |
[17] Wij willen wel eens zien of zijn woorden waar zijn en ons overtuigen
van wat er bij zijn heengaan gebeurt. |
[17] Laten we zien of hij gelijk heeft en afwachten wat er bij zijn dood gebeurt. |
|
17. Voyons si ses dires sont vrais, expérimentons ce qu'il en sera de sa fin. |
|
King James Bible . [17] Let us see if his words be true: and let us prove what shall happen in the end of him.
Luther-Bibel .
17So lasst doch sehen, ob sein Wort wahr ist, und prüfen, was bei seinem Ende geschehen wird.
Tekstuitleg van W 2,17 .
W 2,18 - W 2,18 : Verdrukking van de rechtvaardige - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- W (Wijsheid) -- W 2 -- W 1,16-2,9 -- W 2,10-20 -- W 2,10 - W 2,11 - W 2,12 - W 2,13 - W 2,14 - W 2,15 - W 2,16 - W 2,17 - W 2,18 - W 2,19 - W 2,20 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
|
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling |
|
Bible de Jérusalem |
18 εἰ γάρ ἐστιν ὁ δίκαιος υἱὸς Θεοῦ, ἀντιλήψεται αὐτοῦ καὶ ρύσεται αὐτὸν ἐκ χειρὸς ἀνθεστηκότων. |
18 si enim est verus filius Dei suscipiet illum et liberabit
eum de manu contrariorum |
|
18 Want indien de rechtvaardige een zoon Gods is, zo zal hij hem te hulp komen, en zal hem verlossen uit de hand dergenen die hem tegenstaan. |
[18] Want als de rechtvaardige een zoon van God is,
dan zal die het voor hem opnemen
en hem redden uit de hand van zijn tegenstanders. |
[18] Als de rechtvaardige echt een zoon van God is, zal die hem toch te hulp komen en hem uit de greep van zijn vijanden redden? |
|
18. Car si le juste est fils de Dieu, Il l'assistera et le délivrera des mains de ses adversaires. |
|
King James Bible . [18] For if the just man be the son of God, he will help him, and deliver him from the hand of his enemies.
Luther-Bibel . 18Ist der Gerechte Gottes Sohn, so wird er ihm helfen und ihn erretten aus der Hand der Widersacher.
Tekstuitleg van W 2,18 .
W 2,19 - W 2,19 : Verdrukking van de rechtvaardige - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- W (Wijsheid) -- W 2 -- W 1,16-2,9 -- W 2,10-20 -- W 2,10 - W 2,11 - W 2,12 - W 2,13 - W 2,14 - W 2,15 - W 2,16 - W 2,17 - W 2,18 - W 2,19 - W 2,20 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
|
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling |
|
Bible de Jérusalem |
19 ὕβρει καὶ βασάνῳ ἐτάσωμεν αὐτόν, ἵνα γνῶμεν τὴν ἐπικείκειαν αὐτοῦ καὶ δοκιμάσωμεν τὴν ἀνεξικακίαν αὐτοῦ· |
19 contumelia et tormento interrogemus eum ut sciamus
reverentiam illius et probemus patientiam ipsius |
|
19 Laat ons hem met smaad en pijniging onderzoeken, opdat wij zijn bescheidenheid mogen weten, en zijn verdraagzaamheid beproeven. |
[19] Laten wij hem maar eens op de proef stellen
met niets ontziende folteringen,
om zijn zachtmoedigheid te leren kennen
en zijn geduld te toetsen. |
[19] Laten we hem aan geweld en marteling onderwerpen om zijn oprechtheid te leren kennen, laten we zijn uithoudingsvermogen op de proef stellen. |
|
19. Eprouvons-le par l'outrage et la torture afin de connaître sa douceur et de mettre à l'épreuve sa résignation. |
|
King James Bible . [19] Let us examine him with despitefulness and torture, that we may know his meekness, and prove his patience.
Luther-Bibel . 19Durch Schmach und Qual wollen wir ihn auf die Probe stellen, damit wir erfahren, wie viel er ertragen kann, und prüfen, wie geduldig er ist.
Tekstuitleg van W 2,19 .
W 2,20 - W 2,20 : Verdrukking van de rechtvaardige - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- W (Wijsheid) -- W 2 -- W 1,16-2,9 -- W 2,10-20 -- W 2,10 - W 2,11 - W 2,12 - W 2,13 - W 2,14 - W 2,15 - W 2,16 - W 2,17 - W 2,18 - W 2,19 - W 2,20 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
|
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling |
|
Bible de Jérusalem |
20 θανάτῳ ἀσχήμονι καταδικάσωμεν αὐτόν, ἔσται γὰρ αὐτοῦ ἐπισκοπὴ ἐκ λόγων αὐτοῦ. |
20 morte turpissima condemnemus illum erit enim ei respectus
ex sermonibus illius |
|
20 Laat ons hem tot een schandelijke dood verwijzen, want daar zal over hem opzicht genomen worden, gelijk hij zegt. |
[20] Laten wij hem veroordelen
tot een vernederende dood:
er wordt toch over hem gewaakt,
zoals hij beweert.'
Vergissing van de goddeloze |
[20] We zullen hem veroordelen tot een vernederende dood, want hij beweert toch dat hij gered zal worden? |
|
20. Condamnons-le à une mort honteuse, puisque, d'après ses dires, il sera visité.» |
|
King James Bible . [20] Let us condemn him with a shameful death: for by his own saying he shall be respected.
Luther-Bibel . 20Wir wollen ihn zu schimpflichem Tod verurteilen; denn dann wird ihm gnädige Heimsuchung widerfahren, wie er sagt.«
Tekstuitleg van W 2,20 .
- W 2,21-24 : Vergissing van de goddeloze - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- W (Wijsheid) -- W 2 -- W 1,16-2,9 -- W 2,10-20 -- W 2,21-24 -- W 2,21 - W 2,22 - W 2,23 - W 2,24 -
W 2,21 - W 2,21 : Vergissing van de goddeloze - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- W (Wijsheid) -- W 2 -- W 1,16-2,9 -- W 2,10-20 -- W 2,21-24 -- W 2,21 - W 2,22 - W 2,23 - W 2,24 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
|
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling |
|
Bible de Jérusalem |
21 Ταῦτα ἐλογίσαντο, καὶ ἐπλανήθησαν· ἀπετύφλωσε γὰρ αὐτοὺς ἡ κακία αὐτῶν, |
21 haec cogitaverunt et erraverunt excaecavit enim illos
malitia eorum |
|
21 Dit hebben zij overlegd, maar hebben gedwaald, want hun boosheid heeft hen verblind. |
[21] Zo redeneren zij, maar zij vergissen zich,
want hun slechtheid maakt hen blind. |
[21] Aldus de gedachtegang van de goddelozen. Maar ze vergissen zich, verblind als ze zijn door hun slechtheid. |
|
21. Ainsi raisonnent-ils, mais ils s'égarent, car leur malice les aveugle. |
|
King James Bible . [21] Such things they did imagine, and were deceived: for their own wickedness hath blinded them.
Luther-Bibel .
21Das alles denken sie – und irren; denn ihre Bosheit hat sie verblendet,
Tekstuitleg van W 2,21 .
W 2,22 - W 2,22 : Vergissing van de goddeloze - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- W (Wijsheid) -- W 2 -- W 1,16-2,9 -- W 2,10-20 -- W 2,21-24 -- W 2,21 - W 2,22 - W 2,23 - W 2,24 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
|
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling |
|
Bible de Jérusalem |
22 καὶ οὐκ ἔγνωσαν μυστήρια Θεοῦ, οὐδὲ μισθὸν ἤλπισαν ὁσιότητος, οὐδὲ ἔκριναν γέρας ψυχῶν ἀμώμων. |
22 et nescierunt sacramenta Dei neque mercedem speraverunt
iustitiae nec iudicaverunt honorem animarum sanctarum |
|
22 Zij verstaan de verborgenheden Gods niet, en hebben het loon der heiligheid niet te hopen, en achten de eer der onbestraffelijke zielen niet. |
[22] Zij hebben geen besef van Gods geheimen;
zij verwachten niet dat de vroomheid beloond wordt
en zij geloven niet dat op een onberispelijk leven een bekroning volgt. |
[22] Ze zijn niet bekend met Gods geheimen: ze verwachten niet dat vroomheid beloond wordt en geloven niet dat wie onberispelijk leeft, gelauwerd wordt. |
|
22. Ils ignorent les secrets de Dieu, ils n'espèrent pas de rémunération pour la sainteté, ils ne croient pas à la récompense des âmes pures. |
|
King James Bible . [22] As for the mysteries of God, they kn ew them not: neither hoped they for the wages of righteousness, nor discerned a reward for blameless souls.
Luther-Bibel . 22sodass sie Gottes Geheimnisse nicht erkennen; auch haben sie nicht die Hoffnung, dass ein frommes Leben belohnt wird, und sie achten die Ehre für nichts, die untadeligen Seelen gegeben wird.
Tekstuitleg van W 2,22 .
W 2,23 - W 2,23 : Vergissing van de goddeloze - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- W (Wijsheid) -- W 2 -- W 1,16-2,9 -- W 2,10-20 -- W 2,21-24 -- W 2,21 - W 2,22 - W 2,23 - W 2,24 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
|
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling |
|
Bible de Jérusalem |
23 ὅτι ὁ Θεὸς ἔκτισε τὸν ἄνθρωπον ἐπ᾿ ἀφθαρσίᾳ καὶ εἰκόνα τῆς ἰδίας ἰδιότητος ἐποίησεν αὐτόν· |
23 quoniam Deus creavit hominem inexterminabilem et ad
imaginem suae similitudinis fecit illum |
|
23 Want God heeft de mens geschapen tot onverderfelijkheid, en heeft hem gemaakt een beeld van zijn eigen natuur. |
[23] God heeft de mens immers geschapen
voor een onvergankelijk leven
en Hij heeft hem tot een beeld* van zijn eigen eeuwigheid gemaakt, |
[23] God heeft de mens immers geschapen voor de eeuwigheid, als afspiegeling van zijn eigen wezen. |
|
23. Oui, Dieu a créé l'homme pour l'incorruptibilité, il en a fait une image de sa propre nature; |
|
King James Bible . [23] For God created man to be immortal, and made him to be an image of his own eternity.
Luther-Bibel . 23Denn Gott hat den Menschen zur Unvergänglichkeit geschaffen und ihn zum Abbild seines eignen Wesens gemacht.
Tekstuitleg van W 2,23 .
W 2,24 - W 2,24 : Vergissing van de goddeloze - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- W (Wijsheid) -- W 2 -- W 1,16-2,9 -- W 2,10-20 -- W 2,21-24 -- W 2,21 - W 2,22 - W 2,23 - W 2,24 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
|
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling |
|
Bible de Jérusalem |
24 φθόνῳ δέ διαβόλου θάνατος εἰσῆλθεν εἰς τόν κόσμον, 25 πειράζουσι δὲ αὐτὸν οἱ τῆς ἐκείνου μερίδος ὄντες. |
24 invidia autem diaboli mors introivit in orbem terrarum
25 imitantur autem illum qui sunt ex parte illius |
|
24 Maar door des duivels nijdigheid is de dood in de wereld gekomen, en die van zijn deel zijn, die proeven deze. |
[24] maar door de afgunst van de duivel*
is de dood in de wereld gekomen
en de aanhangers van de duivel
zullen hem ondergaan. |
[24] Maar de duivel heeft uit jaloezie de dood in de wereld gebracht; ieder die hem toebehoort roept de dood over zich af. |
|
24. c'est par l'envie du diable que la mort est entrée dans le monde ils en font l'expérience, ceux qui lui appartiennent! |
|
King James Bible . [24] Nevertheless through envy of the devil came death into the world: and they that do hold of his side do find it.
Luther-Bibel . 24Aber durch des Teufels Neid ist der Tod in die Welt gekommen,
25und es müssen ihn erfahren, die ihm angehören.
Tekstuitleg van W 2,24 .
SEPTUAGINTA
ΕΙΠΟΝ γὰρ ἐν ἑαυτοῖς λογισάμενοι οὐκ ὀρθῶς· ὀλίγος ἐστὶ καὶ λυπηρὸς ὁ βίος ἡμῶν, καὶ οὐκ ἔστιν ἴασις ἐν τελευτῇ ἀνθρώπου, καὶ οὐκ ἐγνώσθη ὁ ἀναλύσας ἐξ ᾅδου. 2 ὅτι αὐτοσχεδίως ἐγεννήθημεν, καὶ μετὰ τοῦτο ἐσόμεθα ὡς οὐχ ὑπάρξαντες· ὅτι καπνὸς ἡ πνοὴ ἐν ρισὶν ἡμῶν, καὶ ὁ λόγος σπινθὴρ ἐν κινήσει καρδίας ἡμῶν, 3 οὗ σβεσθέντος τέφρα ἀποβήσεται τὸ σῶμα καὶ τὸ πνεῦμα διαχυθήσεται ὡς χαῦνος ἀήρ. 4 καὶ τὸ ὄνομα ἡμῶν ἐπιλησθήσεται ἐν χρόνῳ, καὶ οὐθεὶς μνημονεύσει τῶν ἔργων ἡμῶν· καὶ παρελεύσεται ὁ βίος ἡμῶν ὡς ἴχνη νεφέλης καὶ ὡς ὁμίχλη διασκεδασθήσεται διωχθεῖσα ὑπὸ ἀκτίνων ἡλίου καὶ ὑπὸ θερμότητος αὐτοῦ βαρυνθεῖσα. 5 σκιᾶς γὰρ πάροδος ὁ βίος ἡμῶν, καὶ οὐκ ἔστιν ἀναποδισμὸς τῆς τελευτῆς ἡμῶν, ὅτι κατεσφραγίσθη, καὶ οὐδείς ἀναστρέφει. 6 δεῦτε οὖν καὶ ἀπολαύσωμεν τῶν ὄντων ἀγαθῶν καὶ χρησώμεθα τῇ κτίσει ὡς ἐν νεότητι σπουδαίως. 7 οἴνου πολυτελοῦς καὶ μύρων πλησθῶμεν, καὶ μὴ παροδευσάτω ἡμᾶς ἄνθος ἀέρος. 8 στεψώμεθα ρόδων κάλυξι πρὶν ἢ μαρανθῆναι. 9 μηδεὶς ἡμῶν ἄμοιρος ἔστω τῆς ἡμετέρας ἀγερωγίας, πανταχῆ καταλίπωμεν σύμβολα τῆς εὐφροσύνης, ὅτι αὕτη ἡ μερὶς ἡμῶν καὶ ὁ κλῆρος οὗτος. 10 καταδυναστεύσωμεν πένητα δίκαιον, μὴ φεισώμεθα χήρας, μηδὲ πρεσβύτου ἐντραπῶμεν πολιὰς πολυχρονίους. 11 ἔστω δὲ ἡμῶν ἡ ἰσχὺς νόμος τῆς δικαιοσύνης, τὸ γὰρ ἀσθενὲς ἄχρηστον ἐλέγχεται. 12 ἐνεδρεύσωμεν δὲ τὸν δίκαιον, ὅτι δύσχρηστος ἡμῖν ἐστι καὶ ἐναντιοῦται τοῖς ἔργοις ἡμῶν καὶ ὀνειδίζει ἡμῖν ἁμαρτήματα νόμου καὶ ἐπιφημίζει ἡμῖν ἁμαρτήματα παιδείας ἡμῶν· 13 ἐπαγγέλλεται γνῶσιν ἔχειν Θεοῦ καὶ παῖδα Κυρίου ἑαυτὸν ὀνομάζει· 14 ἐγένετο ἡμῖν εἰς ἔλεγχον ἐννοιῶν ἡμῶν· βαρύς ἐστιν ἡμῖν κα`βλεπόμενος, 15 ὅτι ἀνόμοιος τοῖς ἄλλοις ὁ βίος αὐτοῦ, καὶ ἐξηλλαγμέναι αἱ τρίβοι αὐτοῦ· 16 εἰς κίβδηλον ἐλογίσθημεν αὐτῷ, καὶ ἀπέχεται τῶν ὁδῶν ἡμῶν ὡς ἀπὸ ἀκαθαρσιῶν· μακαρίζει ἔσχατα δικαίων καὶ ἀλαζονεύεται πατέρα Θεόν. 17 ἴδωμεν εἰ οἱ λόγοι αὐτοῦ ἀληθεῖς, καὶ πειράσωμεν τὰ ἐν ἐκβάσει αὐτοῦ· 18 εἰ γάρ ἐστιν ὁ δίκαιος υἱὸς Θεοῦ, ἀντιλήψεται αὐτοῦ καὶ ρύσεται αὐτὸν ἐκ χειρὸς ἀνθεστηκότων. 19 ὕβρει καὶ βασάνῳ ἐτάσωμεν αὐτόν, ἵνα γνῶμεν τὴν ἐπικείκειαν αὐτοῦ καὶ δοκιμάσωμεν τὴν ἀνεξικακίαν αὐτοῦ· 20 θανάτῳ ἀσχήμονι καταδικάσωμεν αὐτόν, ἔσται γὰρ αὐτοῦ ἐπισκοπὴ ἐκ λόγων αὐτοῦ. 21 Ταῦτα ἐλογίσαντο, καὶ ἐπλανήθησαν· ἀπετύφλωσε γὰρ αὐτοὺς ἡ κακία αὐτῶν, 22 καὶ οὐκ ἔγνωσαν μυστήρια Θεοῦ, οὐδὲ μισθὸν ἤλπισαν ὁσιότητος, οὐδὲ ἔκριναν γέρας ψυχῶν ἀμώμων. 23 ὅτι ὁ Θεὸς ἔκτισε τὸν ἄνθρωπον ἐπ᾿ ἀφθαρσίᾳ καὶ εἰκόνα τῆς ἰδίας ἰδιότητος ἐποίησεν αὐτόν· 24 φθόνῳ δέ διαβόλου θάνατος εἰσῆλθεν εἰς τόν κόσμον, 25 πειράζουσι δὲ αὐτὸν οἱ τῆς ἐκείνου μερίδος ὄντες.
VULGATA
2.
1 dixerunt enim apud se cogitantes non recte exiguum et cum
taedio est tempus vitae nostrae et non est refrigerium in fine
hominis et non est qui agnitus sit reversus ab inferis
2 quia ex nihilo nati sumus et post hoc erimus tamquam non
fuerimus quoniam fumus afflatus est in naribus nostris et sermo
scintillae ad commovendum cor nostrum
3 quia extincta cinis erit corpus et spiritus diffundetur
tamquam mollis aer et transiet vita nostra tamquam vestigium
nubis et sicut nebula dissolvetur quae fugata est a radiis
solis et a calore illius adgravata
4 et nomen nostrum oblivionem accipiet per tempus et nemo
memoriam habebit operum nostrorum
5 umbrae enim transitus est tempus nostrum et non est reversio
finis nostri quoniam consignata est et nemo revertetur
6 venite ergo et fruamur bonis quae sunt et utamur creaturam
tamquam in iuventute celeriter
7 vino pretioso et unguentis nos impleamus et non praetereat
nos flos temporis
8 coronemus nos rosis antequam marcescant nullum pratum sit
quod non pertranseat luxuria nostra
9 ubique relinquamus signa laetitiae quoniam haec est pars
nostra et haec est sors
10 opprimamus pauperem iustum et non parcamus viduae nec
veterani revereamur canos multi temporis
11 sit autem fortitudo nostra lex iniustitiae quod infirmum
est enim inutile invenitur
12 circumveniamus ergo iustum quoniam inutilis est nobis et
contrarius est operibus nostris et inproperat nobis peccata
legis et diffamat in nos peccata disciplinae nostrae
13 promittit scientiam Dei se habere et filium Dei se nominat
14 factus est nobis in traductionem cogitationum nostrarum
15 gravis est nobis etiam ad videndum quoniam dissimilis est
aliis vita illius et inmutatae sunt viae eius
16 tamquam nugaces aestimati sumus ab illo et abstinet se a
viis nostris tamquam ab inmunditiis et praefert novissima
iustorum et gloriatur patrem Deum se habere
17 videamus ergo si sermones illius veri sunt et temptemus
quae ventura sunt illi et sciemus quae erunt novissima illius
18 si enim est verus filius Dei suscipiet illum et liberabit
eum de manu contrariorum
19 contumelia et tormento interrogemus eum ut sciamus
reverentiam illius et probemus patientiam ipsius
20 morte turpissima condemnemus illum erit enim ei respectus
ex sermonibus illius
21 haec cogitaverunt et erraverunt excaecavit enim illos
malitia eorum
22 et nescierunt sacramenta Dei neque mercedem speraverunt
iustitiae nec iudicaverunt honorem animarum sanctarum
23 quoniam Deus creavit hominem inexterminabilem et ad
imaginem suae similitudinis fecit illum
24 invidia autem diaboli mors introivit in orbem terrarum
25 imitantur autem illum qui sunt ex parte illius