WIJSHEID 9 , W 9 -- http://www.myriobiblos.gr/bible/ot/chapter.asp?book=29&page=9 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- W (Wijsheid) -- W 9 -- W 9,1-18/19 -- W 9,13-19 -

Overzicht : - W 1 - W 2 - W 3 - W 4 - W 5 - W 6 - W 7 - W 8 - W 9 - W 10 - W 11 - W 12 - W 13 - W 14 - W 15 - W 16 - W 17 - W 18 - W 19 -
Uitleg vers per vers : - W 9,1 - W 9,2 - W 9,3 - W 9,4 - W 9,5 - W 9,6 - W 9,7 - W 9,8 - W 9,9 - W 9,10 - W 9,11 - W 9,12 - W 9,13 - W 9,14 - W 9,15 - W 9,16 - W 9,17 - W 9,18 -
W 9,1 . W 9,2 . W 9,3 . W 9,4 . W 9,5 . W 9,6 . W 9,7 . W 9,8 . W 9,9 . W 9,10 . W 9,11 . W 9,12 . W 9,13 . W 9,14 . W 9,15 . W 9,16 . W 9,17 . W 9,18 .

Overzicht van Tenach : Tenach : overzicht , Tenach : taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Tenach : commentaar ,
Overzicht van Septuaginta
: Septuaginta : overzicht , Septuaginta : taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Septuaginta : commentaar ,
Overzicht NT
: NT : overzicht , NT : taalgebruik - NT A - NT B - NT C - NT D - NT E - NT F - NT G - NT H - NT I - NT J - NT K - NT L - NT M - NT N - NT O - NT P - NT Q - NT R - NT S - NT T - NT U - NT V - NT W - NT X - NT Y - NT Z - NT : commentaar .


Religie.opzijnbest.nl
ZOEKEN OP DEZE WEBSITE
PicoSearch
  Hulp
Verzorgd door PicoSearch
 
bijbelvertalingen Lexilogos   bijbelweb info-bible interBible http://www.diebibel.de/
1. LXX , Griekse tekst N.T.   2. Vulgata   Arabisch : http://wjsn.home.xs4all.nl/arab.htm    4. Statenvertaling   5. Willibrordvertaling   6. Nieuwe Vertaling   7. http://naardensebijbel.nl/zoek.php .
8. Bible de Jérusalem 9. Statenvertaling   10. King James Bible  - King James Bible 11. Luther-Bibel   liturgische lezing  

WEDERKERIGHEID (DIVERSITEIT - VICE VERSA) . Meer info : Arseen De Kesel . Email: arseen.de.kesel@pandora.be .
websitenamen : http://users.telenet.be/arseen.de.kesel/ en http://www.interlevensbeschouwelijk.be/index.htm
- STARTPAGINA - AGENDA - BIJ DE HAND - NIEUW - OVERZICHT -  TIJDSCHRIFTEN -
ALFABETISCH OVERZICHT VAN THEMA'S EN WEBSITES :
- A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z
HOOFDTHEMA'S : allochtonen , armoede , bahá'í ,  bezinningsteksten , bijbel , bijbel en koran , boeddhisme , christendom , extreemrechts ( Vlaams Blok ) , fundamentalisme , getallen , globalisering en antiglobalisering ,  hindoeïsme , interlevensbeschouwelijke dialoog , interreligieuze meditatie , islam , jodendom , koran , levensbeschouwing , levensbeschouwing / godsdienst en onderwijs , racisme , samenleving , sikhisme , spiritualiteit , tewerkstelling van allochtonen , vluchtelingen en asielzoekers , vrijzinnigheid , witte scholen , multiculturele scholen en concentratiescholen , Eigen-zinnige beschouwingen , Het kleine of grote ongenoegen

Woordenschat

Bibliografie
Literatuur .
Liturgisch gebruik

- W 9,13-19 : 23ste (drieentwintigste) zondag door het c-jaar .
ALGEMEEN OVERZICHT
- OT : Gn (Genesis) , Ex (Exodus) , Lv (Leviticus) , Nu (Numeri) , Dt (Deuteronomium) , Joz (Jozua) , Re (Rechters) , Rt (Ruth) , 1 S (1 Samuël) , 2 S (2 Samuël) , 1 K (1 Koningen) , 2 K (2 Koningen) , 1 Kr ( 1 Kronieken) , 2 Kr (2 Kronieken) , Ezr (Ezra) , Neh (Nehemia) , Tob (Tobia) , Jdt (Judith) , Est (Esther) , 1 Mak (1 Makkabeeën) , 2 Mak (2 Makkabeeën) , Job , Ps (Psalmen ) , Spr (Spreuken) , Pr (Prediker) , Hl (Hooglied) , W (Wijsheid) , Sir (Sirach) , Js (Jesaja) , Jr (Jeremia) , Kl (Klaagliederen) , Bar (Baruch) , Ez (Ezechiël) , Da (Daniël) , Hos (Hosea) , Jl (Joël) , Am (Amos) , Ob (Obadja) , Jon (Jona) , Mi (Micha) , Nah (Nahum) , Hab (Habakuk) , Sef (Sefanja) , Hag (Haggai) , Zach (Zacharia) , Mal (Maleachi) .
- NT : Mt (Matteüs) - Mc (Marcus) - Lc (Lucas) - Joh (Johannes) - Hnd (Handelingen) , Rom (Rome) , 1 Kor (Korinte) , 2 Kor (Korinte) , Gal (Galatië) , Ef (Efese) , Fil (Filippi) , Kol (Kolosse) , 1 Tes (Tessalonika) , 2 Tes (Tessalonika) , 1 Tim (Timoteüs) , 2 Tim (Timoteüs) , Tit (Titus) , Film (Filemon) , Heb (Hebreeën) , Jak (Jakobus) , 1 Pe (Petrus) , 2 Pe (Petrus) , 1 Joh (Johannes) , 2 Joh (Johannes) , 2 Joh (Johannes) , Jud (Judas) , Apk (Apokalyps) .
Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken - bibliografie bijbel - bibliografie van het Oude Testament - bibliografie Matteüsevangelie - bibliografie Marcusevangelie - bibliografie Lucasevangelie - bibliografie van het Johannesevangelie - bibliografie van het Nieuwe Testament (behalve evangeliën) -

- W 9,1-18/19 . Gebed om wijsheid . - W 9 -- W 9,1-18/19 -- W 9,1 - W 9,2 - W 9,3 - W 9,4 - W 9,5 - W 9,6 - W 9,7 - W 9,8 - W 9,9 - W 9,10 - W 9,11 - W 9,12 - W 9,13 - W 9,14 - W 9,15 - W 9,16 - W 9,17 - W 9,18 -

W 9,1 - W 9,1 . Gebed om wijsheid . - W 9 -- W 9,1-18/19 -- W 9,1 - W 9,2 - W 9,3 - W 9,4 - W 9,5 - W 9,6 - W 9,7 - W 9,8 - W 9,9 - W 9,10 - W 9,11 - W 9,12 - W 9,13 - W 9,14 - W 9,15 - W 9,16 - W 9,17 - W 9,18 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005)   Bible de Jérusalem
ΘΕΕ πατέρων καὶ Κύριε τοῦ ἐλέους ὁ ποιήσας τὰ πάντα ἐν λόγῳ σου 1 Deus parentum et Domine misericordiae tuae qui fecisti omnia verbo tuo     1 O God mijner vaderen, en Here der barmhartigheid, die alle dingen gemaakt hebt door uw woord,   [1] ‘God van de vaderen, Heer van de ontferming, U die alles gemaakt hebt door uw woord   [1] ‘God van mijn voorouders, barmhartige Heer. U hebt door uw woord alles geschapen.     1. «Dieu des Pères et Seigneur de miséricorde, toi qui, par ta parole, as fait l'univers,  

King James Bible . [1] O God of my fathers, and Lord of mercy, who hast made all things with thy word,
Luther-Bibel . 9 1 Gott meiner Väter und Herr des Erbarmens, der du alle Dinge durch dein Wort geschaffen

Tekstuitleg van W 9,1 . Het vers W 9,1 telt 13 woorden , 13 + 11 = 24 (2³ X 3) lettergrepen en 51 (3 X 17) letters . In dit vers valt de begin-pi van 3 woorden op : paterôn (van vaderen) , poièsas (makende) en panta (alles) . De Griekse letter pi is verwant met de Hebreeuwse letter pèh (mond, opening, ingang) . In het Hebr. de 17de letter van het alfabet .

  W 9,1a1 W 9,1a2
  thee (God) kurie (Heer)
  paterôn (van 'de' vaderen) tou eleos (van barmhartigheid)

  W 9,1b W 9,2a
  a. ho poièsas (de makende) c'. tè(i) sofia(i) sou (door je wijsheid)
  b. ta panta (het alles) a'. kataskeuasas (uitrustende)
  c. en logô(i) sou b'. anthrôpon ('de' mens) .

W 9,1.1. voc. mann. enk. θεε = thee van het zelfst. naamw. θεος = theos (God)  . Taalgebruik in het NT : theos (God) . Taalgebruik in de LXX : theos (God) . Bijbel : (1) 2 S 7,25 . (2) 1 K 14,28 . (3) Ez 4,14 . (4) Ez 40,7 . (5) Ez 40,8 . (6) Ez 40,10 . (7) Ez 40,12 . (8) Ez 40,13 . (9) Ez 40,21 . (10) Ez 40,24 . (11) Ez 40,29 . (12) Ez 40,33 . (13) Ez 40,36 . (14) W 9,1 . (15) Sir 23,4 . (16) Mt 27,46 . Een vorm van θεος = theos (God) in de LXX (3984) , in het NT (1314) .
Hebreeuws : ´èlohîm (God) . Taalgebruik in Tenakh : ´èlohîm (God) . Getalwaarde : aleph = 1 ; lamed = 12 of 30 ; he = 5 ; jod = 10 ; mem = 13 of 40 ; totaal : 41 of 86 (2 X 43) . Structuur : 1 - 3 -5 -1 - 4 . De verkorte vorm van de godsnaam ´èlohîm is ´èl . Getalwaarde is : aleph = 1 ; lamed = 12 of 30 ; totaal 13 of 31 (spiegelbeeld; 13 + 31 = 44) . Structuur : 1 - 3 . Hebr. ´êlohe(j) (God van) . Stat. constr. . Tenakh (470) . Pentateuch (59) . Eerdere Profeten (111) . Latere Profeten (90) . 12 Kleine Profeten (26) . Geschriften (183) .
L. deus , Fr. dieu . De vloek dju . D. Gott . E. God . Arabisch : ´allah (Allah) . Taalgebruik in de Koran : ´allah (Allah) .

W 9,1.2. gen. mann. mv. πατερων = paterôn (van de vaders) van het zelfst. naamw. patèr (vader) . Taalgebruik in het NT : patèr (vader) . Taalgebruik in de LXX : patèr (vader) . W (6) : (1) W 9,1 . (2) W 12,6 . (3) W 18,9 . (4) W 18,22 . (5) W 18,24 .
Hebreeuws : ´abh (vader) . Taalgebruik in Tenakh : ´abh (vader) . Getalwaarde : alelph = 1 , beth = 2 ; totaal 3 . Structuur : 1 - 2 . mann. mv. ´äbhôth (vaders) . Tenakh (31) . Pentateuch (8) . Eerdere Profeten (3) . Latere Profeten (6) . 12 Kleine Profeten (1) . Geschriften (13) .
Lat. pater . Fr. père . Ned. vader . E. father . D. Vater . p / f / v . pa / va . ´ab (vader) . Taalgebruik in de Koran : ´ab (vader) .

  patèr (vader) bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br. Apk syn.  ev.  P.  A. b. 
  gen. mann. mv. paterôn   202  188  14       

Het Hebr. ´ab bestaat uit 2 letters : de alèph = 1 en de beth = 2 . De inhoud van het woord vader duidt de evolutie aan van 1 naar 2 , want vader veronderstelt zoon of dochter . Vader ligt aan de basis van het nageslacht .

W 9,1.1. - 2. thee paterôn (God van de vaderen) . ´êlohe(j) ´äbhothe(j)nû (God van onze vaderen) . Tenakh (2) : (1) Dt 26,7 . (2) 2 Kr 20,6 .

W 9,1.8. act. part. aor. nom. mann. enk. poièsas (makende, scheppende) van het werkw. poieô (doen, maken) . Taalgebruik in het NT : poieô (doen, maken) . Taalgebruik in de LXX : poieô (doen, maken) . W (4) : (1) W 9,1 . (2) W 13,15 . (3) W 14,8 . (4) W 14,15 . Een vorm van poieô (doen, maken) in de LXX (3390) , in het NT (565) . Lat. facere . Fr. faire . N. doen . E. do . D. tun .
Hebr. act. qal part. mann. enk. `oshèh (makende) van het werkw. `âshâh (maken, doen) . Taalgebruik in Tenakh : `âshâh (maken) . Getalwaarde : ajin = 16 of 70 , shin = 21 of 300 , he = 5 ; totaal : 42 (2 X 3 X 7) OF 375 (3 X 5³) . Structuur : 7 - 3 - 5 . `-sh-h . (1) act. qal . perf. 3de pers. mann. enk. `âshâh (hij maakt) . (2) act. qal part. mann. enk. `oshèh (makende) . Tenakh (503) . Pentateuch (112) . Eerdere Profeten (161) . Latere Profeten (78) . 12 Kleine Profeten (19) . Geschriften (133) . OF : act. qal part. nom. mann. enk. bôre´ (scheppend) van het werkw. bârâ´ (scheppen) . Taalgebruik : bârâ´ (scheppen) . Getalwaarde : beth = 2 , resj = 20 of 200 , aleph = 1 ; totaal : 23 of 203 . Structuur : 2 - 2 -1 . Tenakh = Jesaja (7) : (1) Js 40,28 . (2) Js 42,5 (ho poièsas) . (3) Js 43,15 . (4) Js 45,18 (ho poièsas) . (5) Js 57,19 . (6) Js 65,17 . (7) Js 65,18 . Lat. creare . Fr. créer . E. to create . D. schaffen . Een vorm van b-r-´ (scheppen) in Tenakh in 17 verzen (21X) .

poieô (doen) bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br. Apk syn. ev.
act. part. aor. nom. mann. enk. poièsas 50  30  20         

W 9,1.7. - 8. ho poièsas (de makende = de maker) . NT (2) : (1) Hnd 4,24 . (2) Hnd 17,24 (ho poièsas ton kosmon kai panta ta en autô(i) = de makende de wereld en alles wat erop is) . (3) Rom 10,5 . (4) Gal 3,12 . (5) Ef 2,14 . (6) Apk 19,20 .

W 9,1.10. acc. mann. enk. + nom. en acc. onz. mv. panta van het bijvoegl. naamw. pas (ieder, elk, alles) . Taalgebruik in het NT : pas (ieder, elk, alles) . Taalgebruik in de LXX : pas (ieder, elk, alles) . W (25) . (1) W 1,7 . (2) W 1,10 . (3) W 1,14 . (4) W 5,9 . (5) W 7,11 . (6) W 7,27 . (7) W 8,1 . (8) W 8,5 . (9) W 9,1. (10) W 9,11. (11) W 11,20 . (12) W 11,23 . (13) W 11,24 . (14) W 12,15 . (15) W 13,11 . (16) W 14,25 . (17) W 15,1 . (18) W 15,7 . (19) W 15,15 . (20) W 16,17 . (21) W 16,25 . (22) W 18,13 . (23) W 18,14 . (24) W 18,16 . (25) W 19,22 . Een vorm van pas in de LXX (6833) , in het NT (1226) .
Hebr. kol . kl (al) . Taalgebruik in Tenakh : kl (al) . Getalwaarde : kaph = 11 of 20 , lamed = 12 of 30 ; totaal : 23 OF 50 (2 X 5²) . Structuur : 2 - 3 . Tenakh (2709) . Pentateuch (824) . Eerdere Profeten (584) . Latere Profeten (505) . 12 Kleine Profeten (104) . Geschriften (692) .
Lat. omnis . Fr. tout . Ned. elk , ieder . Arabisch : kull (al) . Taalgebruik in de Koran : kull (al) .

  pas (al) bijbel  OT  NT  Mt  Mc   Lc  Joh  Hnd  Br.  Apk  syn. ev.
8 acc. m. enk. , nom. m. + onz. mv. panta 1358 1119 239 32  21 34  20  19  103 10  87  107 

W 9,1.12. dat. mann. enk. logô(i) van het zelfst. naamw. logos (woord) . Taalgebruik in het NT : logos (woord) . Taalgebruik in de LXX : logos (woord) . W (3) : (1) W 9,1 . . (2) W 12,9 . (3) W 18,22 . Een vorm van logos (woord) in de LXX (1238) , in het NT (331) . Hebr. dâbhar (spreken) . Taalgebruik in Tenakh : dâbhar (spreken) . logos komt van de wortel leg- : lezen / lec-tuur ; les , Fr. leçon . Fr. leçon , parole (parler) . Ned. woord . D. Wort . E. word .

  logos (woord) bijbel  OT  NT  Mt  Mc   Lc  Joh  Hnd  Br. Apk  syn. ev. 
3 dat. enk. logôi 92 47 45 3 2 3 3 8 26 0 11 

W 9,1.11 - 13. en logô(i) sou (door jouw woord) . Hebr. (2) : (1) Ps 51,6 (bëdâbhërèkhâ = met jouw woord) . (2) Ps 119,42 (bidëbhârèkhâ = met jouw woorden) .

W 9,2 - W 9,2 . Gebed om wijsheid . - W 9 -- W 9,1-18/19 -- W 9,1 - W 9,2 - W 9,3 - W 9,4 - W 9,5 - W 9,6 - W 9,7 - W 9,8 - W 9,9 - W 9,10 - W 9,11 - W 9,12 - W 9,13 - W 9,14 - W 9,15 - W 9,16 - W 9,17 - W 9,18 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005)   Bible de Jérusalem
2 καὶ τῇ σοφίᾳ σου κατεσκεύσασας ἄνθρωπον, ἵνα δεσπόζῃ τῶν ὑπὸ σοῦ γενομένων κτισμάτων 2 et sapientia tua constituisti hominem ut dominetur creaturae quae a te facta est    2 En de mens door uw wijsheid hebt bereid, opdat hij zou heersen over de schepselen die van u gemaakt zijn,   [2] en die in uw wijsheid de mens hebt toegerust om te heersen over de schepselen die door U het bestaan hebben gekregen,   [2] Door uw wijsheid hebt u de mens zo gemaakt dat hij over uw schepping zou heersen,     2. toi qui, par ta Sagesse, as formé l'homme pour dominer sur les créatures que tu as faites,  

King James Bible . [2] And ordained man through thy wisdom, that he should have dominion over the creatures which thou hast made,
Luther-Bibel . 2 und den Menschen durch deine Weisheit bereitet hast, damit er herrschen soll über die Geschöpfe, die von dir gemacht wurden,

Tekstuitleg van W 9,2 . Het vers W 9,2 telt 6 + 7 = 13 woorden

W 9,2.3. zelfstandig naamwoord nominatief vrouwelijk enkelvoud σοφια = sofia (wijsheid) of datief vrouwelijk enkelvoud σοφιᾳ . Zie σοφια = sofia (wijsheid) . Taalgebruik in het NT : sofia (wijsheid) . Taalgebruik in de LXX : sofia (wijsheid) . W (16) : (1) W 1,4 . (2) W 1,6 . (3) W 6,12 . (4) W 6,22 . (5) W 6,23 . (6) W 7,12 . (7) W 7,21 . (8) W 7,24 . (9) W 7,28 . (10) W 9,2 . (11) W 9,9 . (12) W 9,18 . (13) W 10,4 . (14) W 10,9 . (15) W 10,21 . (16) W 14,2 . Bijbel (128) . OT (103) . NT (25) . Een vorm van sofia (wijsheid) in het OT (254) , in het NT (51) . W (40) . gen. vr. enk. sofias . W (8) : (1) W 6,20 . (2) W 7,7 . (3) W 7,15 . (4) W 7,30 . (5) W 8,5 . (6) W 8,17 . (7) W 9,6 . (8) W 14,5 . acc. vr. enk. sofian . W (6) : (1) W 3,11 . (2) W 6,9 . (3) W 6,21 . (4) W 9,4 . (5) W 9,17 . (6) W 10,8 .

  bijbel   OT NT Ex   Dt   2 S  1 K  1 Kr  2 Kr  Ezr  Jdt  2 Mak  Job  Ps  Spr  Pr  Hl  W  Sir  Js  Jr  Bar   Ez  Da  Mal   
châkhëmâh  75      4           13  29  12             
sofia (i)  128  103 (?)  25     17  16    16  22         
sofias  61  49  12                (1) 14           
sofian  87  74  13        18    (1) 16           

Hebr. châkhëmah (wijsheid) . Taalgebruik in Tenakh : châkhëmâh (wijsheid) . Getalwaarde : chet = 8 , kaph = 11 of 20 , mem = 13 of 40 , he = 5 . Totaal 37 of 73 . Merkwaardige getallen ! De getalwaarde van Gn 1,1 is 2701 = 37 X 73 . Tenakh (76) . Pentateuch (5) . Eerdere Profeten (5) . Latere Profeten () . 12 Kleine Profeten (1) . Geschriften (61) .
Lat. sapientia (sapere = smaken) . Fr. sapience . D. Weisheit . E. wisdom . Arabisch : chikmah (wijsheid) . Taalgebruik in de Qoran : chikmah (wijsheid) .

W 9,2.5. act. part. aor. nom. mann. enk. kataskeuasas (uitrustende) van het werkw. kataskeuazô (uitrusten, optuigen, inrichten, bouwen, maken) . Taalgebruik in het NT : kataskeuazô (uitrusten, optuigen, inrichten, bouwen, maken) . Taalgebruik in de LXX : kataskeuazô (uitrusten, optuigen, inrichten, bouwen, maken) . Bijbel (7) : (1) Js 40,28 . (2) Js 45,7 . (3) W 9,2 . (4) W 13,4 . (5) Ba 3,32 . (6) Heb 3,3 . (7) Heb 3,4 . Een vorm van kataskeuazô (uitrusten, optuigen, inrichten, bouwen, maken) in de LXX (28) , in het NT (11) .

W 9,2.6. acc. mann. enk. anthrôpon van het zelfst. naamw. anthrôpos (mens) . Taalgebruik in het NT : anthrôpos (mens) . Taalgebruik in de LXX : anthrôpos (mens) . W (5) : (1) W 2,23 . (2) W 9,2 . (3) W 14,15 . (4) W 14,20 . (5) W 16,26 . Een vorm van anthrôpos (mens) in de LXX (1430) , in NT (548) , in W (30) , in W 9 (5) .
- nom. mann. enn. anthrôpos (mens) . W (5) : (1) W 7,1 . (2) W 9,5 . (3) W 9,13 . (4) W 15,16 . (5) W 16,14 .
- gen. mann. enk. anthrôpou . W (2) : (1) W 2,1 . (2) W 13,13 .
- nom. mann. mv. anthrôpoi (mensen) . W (5) : (1) W 9,18 . (2) W 13,1 . (3) W 14,5 . (4) W 14,17 . (5) W 14,21 .
- gen. mann. mv. anthrôpôn . W (9) : (1) W 3,4 . (2) W 7,20 . (3) W 9,6 . (4) W 11,23 . (5) W 12,8 . (6) W 13,10 . (7) W 14,11 . (8) W 14,14 . (9) W 15,4 .
- dat. mann. mv. anthrôpois . W (4) : (1) W 4,1 . (2) W 4,9 . (3) W 7,14 . (4) W 8,7 .

  anthrôpos (mens) bijbel  OT NT  Mt  Mc   Lc  Joh  Hnd  Br. Apk syn. ev.
5 acc. enk. anthrôpon 186 128 58 11 7 6 10  18  24  34 

5. - 6.

W 9,3 - W 9,3 . Gebed om wijsheid . - W 9 -- W 9,1-18/19 -- W 9,1 - W 9,2 - W 9,3 - W 9,4 - W 9,5 - W 9,6 - W 9,7 - W 9,8 - W 9,9 - W 9,10 - W 9,11 - W 9,12 - W 9,13 - W 9,14 - W 9,15 - W 9,16 - W 9,17 - W 9,18 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005)   Bible de Jérusalem
3 καὶ διέπῃ τὸν κόσμον ἐν ὁσιότητι καὶ δικαιοσύνῃ καὶ ἐν εὐθύτητι ψυχῆς κρίσιν κρίνῃ, 3 ut disponat orbem terrarum in aequitate et iustitia et in directione cordis iudicium iudicet     3 En dat hij de wereld zou regeren in heiligheid en gerechtigheid, en in oprechtheid des harten oordelen.   [3] om de wereld te besturen in heiligheid en gerechtigheid en om in oprechtheid van hart een oordeel te vellen,   [3] dat hij de wereld rechtvaardig zou regeren, in vertrouwen op u, en dat hij oprecht zou vonnissen.     3. pour régir le monde en sainteté et justice et exercer le jugement en droiture d'âme, 

King James Bible . [3] And order the world according to equity and righteousness, and execute judgment with an upright heart:
Luther-Bibel . 3 und die Welt in Heiligkeit und Gerechtigkeit regieren und mit aufrichtigem Herzen Gericht halten soll:

Tekstuitleg van W 9,3 .

2. diepè(i) .

W 9,4 - W 9,4 . Gebed om wijsheid . - W 9 -- W 9,1-18/19 -- W 9,1 - W 9,2 - W 9,3 - W 9,4 - W 9,5 - W 9,6 - W 9,7 - W 9,8 - W 9,9 - W 9,10 - W 9,11 - W 9,12 - W 9,13 - W 9,14 - W 9,15 - W 9,16 - W 9,17 - W 9,18 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005)   Bible de Jérusalem
4 δός μοι τὴν τῶν σῶν θρόνων πάρεδρον σοφίαν καὶ μή με ἀποδοκιμάσῃς ἐκ παίδων σου. 4 da mihi sedium tuarum adsistricem sapientiam et noli me reprobare a pueris tuis     4 Geef mij de wijsheid, die bij uw tronen zit, en verwerp mij niet uit uw kinderen.  [4] geef mij de wijsheid die naast U troont en sluit mij niet buiten de kring van uw kinderen,   [4] Schenk mij de wijsheid die naast u troont, keur mij een plaats onder uw kinderen waardig.     4. donne-moi celle qui partage ton trône, la Sagesse, et ne me rejette pas du nombre de tes enfants.  

King James Bible . [4] Give me wisdom, that sitteth by thy throne; and reject me not from among thy children:
Luther-Bibel . 4 Gib mir die Weisheit, die bei dir auf deinem Thron sitzt, und verwirf mich nicht aus der Schar deiner Kinder.

Tekstuitleg van W 9,4 . W 9,4-5 : ik-jij-relatie . In W 9,4 : de relatie jij - ik (geef mij , verwerp mij niet) . In W 9,5 : de relatie ik-jij .

1. act. imperatief aor. 2de pers. enk. δος = dos (geef) van het werkw. διδωμι = didômi (geven) . Taalgebruik in het NT : didômi (geven) . Taalgebruik in de Septuaginta : didômi (geven) .
- Hebreeuws . act. imperat. 2de pers. mann. enk. תֵן / תֶן = then / thèn van het werkw. נָתַן = nâthan (geven) . Taalgebruik in Tenakh : nâthan (geven) . Getalwaarde : nun = 14 of 50 , thaw = 22 of 400 ; totaal : 50 of 500 . Structuur : 5 - 4 - 5 . De som van de elementen is telkens 5 . Tenakh (12) : (1) Gn 14,21 . (2) 2 K 4,42 . (3) 2 K 4,43 . (4) Jr 18,21 . (5) Hos 9,14 . (6) Ps 28,4 . (7) Ps 72,1 . (8) Ps 115,1 . (9) Spr 9,9 . (10) Pr 11,2 . (11) 1 Kr 29,19 . (12) 2 Kr 1,10 .

  didômi (geven)   bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br. Apk syn.  ev.  P.  A. b. 
  act. imperat. aor. 2de pers. enk. dos   89  73  16  2     10  15     
  Totaal   2131 416 56 39  60 76 35 72 + 4 58 155 231 76 16

7 paredros (bijzitter) . Een vorm van paredros (bijzitter) in het OT (2) : (1) W 6,14 . (2) W 9,4 .

12. apodokimazô (afkeuren, verwerpen) . Taalgebruik in het NT : apodokimazô (afkeuren, verwerpen) . Taalgebruik in de LXX : apodokimazô (afkeuren, verwerpen) .

W 9,5 - W 9,5 . Gebed om wijsheid . - W 9 -- W 9,1-18/19 -- W 9,1 - W 9,2 - W 9,3 - W 9,4 - W 9,5 - W 9,6 - W 9,7 - W 9,8 - W 9,9 - W 9,10 - W 9,11 - W 9,12 - W 9,13 - W 9,14 - W 9,15 - W 9,16 - W 9,17 - W 9,18 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005)   Bible de Jérusalem
5 ὅτι ἐγὼ δοῦλος σὸς καὶ υἱὸς τῆς παιδίσκης σου, ἄνθρωπος ἀσθενὴς καὶ ὀλιγοχρόνιος καὶ ἐλάσσων ἐν συνέσει κρίσεως καὶ νόμων· 5 quoniam ego servus tuus et filius ancillae tuae sum homo infirmus et exigui temporis et minor ad intellectum iudicii et legum     5 Want ik ben uw dienstknecht en een zoon uwer dienstmaagd, een zwak mens, en van weinig tijds, en zeer gering in het verstand van het gericht en der wetten.  [5] want ik ben uw dienaar, de zoon van uw dienstmaagd, een zwak mens, van beperkte levensduur, die tekortschiet in het begrijpen van recht en wetten.  [5] Ik ben immers slechts uw dienaar, de zoon van uw dienares. Ik ben een zwak mens, met een korte levensduur en een beperkt inzicht in recht en wetten.     5. Car je suis ton serviteur et le fils de ta servante, un homme faible et de vie éphémère, peu apte à comprendre la justice et les lois. 

King James Bible . [5] For I thy servant and son of thine handmaid am a feeble person, and of a short time, and too young for the understanding of judgment and laws.
Luther-Bibel . 5 Denn ich bin dein Knecht und der Sohn deiner Magd, ein schwacher Mensch, der nur ein kurzes Leben hat und dem es an Einsicht fehlt für Recht und Gesetz.

Tekstuitleg van W 9,5 . W 9,4-5 : ik-jij-relatie . In W 9,4 : de relatie jij - ik (geef mij , verwerp mij niet) . In W 9,5 : de relatie ik-jij . 2X een drievoud .

W 9,6 - W 9,6 . Gebed om wijsheid . - W 9 -- W 9,1-18/19 -- W 9,1 - W 9,2 - W 9,3 - W 9,4 - W 9,5 - W 9,6 - W 9,7 - W 9,8 - W 9,9 - W 9,10 - W 9,11 - W 9,12 - W 9,13 - W 9,14 - W 9,15 - W 9,16 - W 9,17 - W 9,18 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005)   Bible de Jérusalem
6 κἂν γάρ τις ᾖ τέλειος ἐν υἱοῖς ἀνθρώπων, τῆς ἀπὸ σοῦ σοφίας ἀπούσης, εἰς οὐδὲν λογισθήσεται. 6 et si quis erit consummatus inter filios hominum si afuerit ab illo sapientia tua in nihilum conputabitur    6 Want of iemand onder de kinderen der mensen volmaakt zou zijn, zo zal hij toch niets geacht worden, wanneer de wijsheid, die van u komt, niet bij hem is.  [6] Ook al is er onder de zonen van de mensen iemand die volmaakt is, wanneer de wijsheid ontbreekt die van U komt, dan telt hij niet mee.   [6] Maar zelfs als iemand een volmaakt mens zou zijn, dan nog is hij niets waard wanneer hij van uw wijsheid verstoken blijft.     6. Quelqu'un, en effet, serait-il parfait parmi les fils des hommes, s'il lui manque la sagesse qui vient de toi, on le comptera pour rien.  

King James Bible . [6] For though a man be never so perfect among the children of men, yet if thy wisdom be not with him, he shall be nothing regarded.
Luther-Bibel . 6 Denn selbst wenn einer unter den Menschenkindern vollkommen wäre, so wird er doch nichts gelten, wenn ihm die Weisheit fehlt, die von dir kommt.

Tekstuitleg van W 9,6 . Het eerste deel (W 9,1-6) van dit gebed wordt afgesloten met wat breeds in W 8,19-20 wordt beweerd . Zelfs wie volmaakt lijkt , kan niet zonder de wijsheid van God .

2. gar (want) . W (152 = 8 X 19) . W 9 (5) : (1) W 9,6 . (2) W 9,11 . (3) W 9,13 . (4) W 9,14 . (5) W 9,15 .

W 9,7 - W 9,7 . Gebed om wijsheid . - W 9 -- W 9,1-18/19 -- W 9,1 - W 9,2 - W 9,3 - W 9,4 - W 9,5 - W 9,6 - W 9,7 - W 9,8 - W 9,9 - W 9,10 - W 9,11 - W 9,12 - W 9,13 - W 9,14 - W 9,15 - W 9,16 - W 9,17 - W 9,18 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005)   Bible de Jérusalem
7 σύ με προείλω βασιλέα λαοῦ σου καὶ δικαστὴν υἱῶν σου καί θυγατέρων· 7 tu me elegisti regem populo tuo et iudicem filiorum tuorum et filiarum     7 Gij hebt mij verkoren tot een koning over uw volk, en tot een rechter over uw zonen en dochteren.  [7] U hebt mij uitverkoren tot koning van uw volk en tot rechter over uw zonen en dochters.   [7] U hebt mij uitgekozen om koning van uw volk te zijn en rechter over uw zonen en dochters.     7. C'est toi qui m'as choisi pour roi de ton peuple et pour juge de tes fils et de tes filles. 

King James Bible . [7] Thou hast chosen me to be a king of thy people, and a judge of thy sons and daughters:
Luther-Bibel . 7 Du hast mich erwählt zum König über dein Volk und zum Richter über deine Söhne und Töchter;

Tekstuitleg van W 9,7 .

W 9,8 - W 9,8 . Gebed om wijsheid . - W 9 -- W 9,1-18/19 -- W 9,1 - W 9,2 - W 9,3 - W 9,4 - W 9,5 - W 9,6 - W 9,7 - W 9,8 - W 9,9 - W 9,10 - W 9,11 - W 9,12 - W 9,13 - W 9,14 - W 9,15 - W 9,16 - W 9,17 - W 9,18 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005)   Bible de Jérusalem
8 εἶπας οἰκοδομῆσαι ναὸν ἐν ὄρει ἁγίῳ σου καὶ ἐν πόλει κατασκηνώσεώς σου θυσιαστήριον, μίμημα σκηνῆς ἁγίας, ἣν προητοίμασας ἀπ᾿ ἀρχῆς. 8 dixisti aedificare templum in monte sancto tuo et in civitate habitationis tuae aram similitudinem tabernaculi sancti tui quod praeparasti ab initio    8 Gij hebt gezegd, dat ik een tempel op uw heilige berg zou bouwen, en een altaar in de stad uwer woning, naar de gelijkheid van de heiilge tabernakel, welke gij tevoren van den beginne bereid hadt.   [8] U hebt mij bevolen om een tempel te bouwen op uw heilige berg en een offeraltaar in de stad van uw verblijf: een afbeelding van de heilige* tent, die U al vanaf het begin bereid hebt.   [8] U hebt mij de bouw opgedragen van een tempel op uw heilige berg, van een altaar in de stad waar u woont, naar het voorbeeld van de heilige tent die u al in het begin had ontworpen.     8. Tu m'as ordonné de bâtir un Temple sur ta montagne sainte, et un autel dans la ville où tu as fixé ta tente, imitation de la Tente sainte que tu as préparée dès l'origine.  

King James Bible . [8] Thou hast commanded me to build a temple upon thy holy mount, and an altar in the city wherein thou dwellest, a resemblance of the holy tabernacle, which thou hast prepared from the beginning.
Luther-Bibel . 8 du gebotest mir, einen Tempel zu bauen auf deinem heiligen Berge und in der Stadt, in der du wohnst, einen Altar, ein Abbild des heiligen Zeltes, das du schon von Anfang an bereitet hast.

Tekstuitleg van W 9,8 .

W 9,9 - W 9,9 . Gebed om wijsheid . - W 9 -- W 9,1-18/19 -- W 9,1 - W 9,2 - W 9,3 - W 9,4 - W 9,5 - W 9,6 - W 9,7 - W 9,8 - W 9,9 - W 9,10 - W 9,11 - W 9,12 - W 9,13 - W 9,14 - W 9,15 - W 9,16 - W 9,17 - W 9,18 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005)   Bible de Jérusalem
9 καὶ μετὰ σοῦ ἡ σοφία ἡ εἰδυῖα τὰ ἔργα σου καὶ παροῦσα, ὅτε ἐποίεις τὸν κόσμον, καὶ ἐπισταμένη τί ἀρεστὸν ἐν ὀφθαλμοῖς σου καὶ τί εὐθὲς ἐν ἐντολαῖς σου. 9 et tecum sapientia quae novit opera tua quae et adfuit tunc cum orbem terrarum faceres et sciebat quid placitum esset oculis tuis et quid directum in praeceptis tuis     9. Bij u is de wijsheid, die uw werken weet, en tegenwoordig was, toen gij de wereld maakte, en verstaat wat aangenaam is in uw ogen, en wat recht is in uw geboden.   [9] Bij U is de wijsheid die uw werken kent, die aanwezig was toen U de wereld hebt geschapen, en die ook weet wat in uw ogen goed is en wat recht is volgens uw geboden.   [9] Bij u is de wijsheid, die uw werken kent en die erbij was toen u de wereld schiep. Zij weet wat u goedkeurt en wat met uw geboden in overeenstemming is.    9. Avec toi est la Sagesse, qui connaît tes œuvres et qui était présente quand tu faisais le monde; elle sait ce qui est agréable à tes yeux et ce qui est conforme à tes commandements.  

King James Bible . [9] And wisdom was with thee: which knoweth thy works, and was present when thou madest the world, and knew what was acceptable in thy sight, and right in thy commandments.
Luther-Bibel . 9 Und bei dir ist die Weisheit, die deine Werke kennt und die dabei war, als du die Welt schufst, und die weiß, was dir wohlgefällig ist und was recht ist nach deinen Geboten.

Tekstuitleg van W 9,9 .

141. act. qal imperf. 2de pers. enk. epoieis (jij maakt) van het werkw. poieô (doen, maken) . Taalgebruik in het NT : poieô (doen, maken) . Taalgebruik in de LXX : poieô (doen, maken) . Bijbel (3) : (1) Ez 22,4 . (2) Ez 23,21 . (3) W 9,9 . Een vorm van poieô (doen, maken) in de LXX (3390) , in het NT (565) . Lat. facere . Fr. faire . N. doen . E. do . D. tun .

W 9,10 - W 9,10 . Gebed om wijsheid . - W 9 -- W 9,1-18/19 -- W 9,1 - W 9,2 - W 9,3 - W 9,4 - W 9,5 - W 9,6 - W 9,7 - W 9,8 - W 9,9 - W 9,10 - W 9,11 - W 9,12 - W 9,13 - W 9,14 - W 9,15 - W 9,16 - W 9,17 - W 9,18 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005)   Bible de Jérusalem
10 ἐξαπόστειλον αὐτὴν ἐξ ἁγίων οὐρανῶν καὶ ἀπὸ θρόνου δόξης σου πέμψον αὐτήν, ἵνα συμπαροῦσά μοι κοπιάσῃ καὶ γνῶ τί εὐάρεστόν ἐστι παρά σοί. 10 mitte illam de sanctis caelis tuis et mitte illam a sede magnitudinis tuae ut mecum sit et mecum laboret et sciam quid acceptum sit apud te     10 Zend haar af uit uw heilige hemelen, ja zend haar van de troon uwer heerlijkheid, opdat zij bij mij tegenwoordig zijnde met mij arbeide, en dat ik mag verstaan, wat u welbehagelijk is.   [10] Zend haar uit de heilige hemelen en laat haar neerdalen van de troon van uw heerlijkheid om bij mij te zijn en met mij te werken, zodat ik weet wat U aangenaam is.   [10] Zend haar hierheen vanuit de heilige hemel, van bij uw luisterrijke troon, om mij met raad en daad bij te staan, opdat ik weet wat u goed vindt.     10. Mande-la des cieux saints, de ton trône de gloire envoie-la, pour qu'elle me seconde et peine avec moi, et que je sache ce qui te plaît;  

King James Bible . [10] O send her out of thy holy heavens, and from the throne of thy glory, that being present she may labour with me, that I may know what is pleasing unto thee.
Luther-Bibel . 10 Schick sie herab von deinem heiligen Himmel, und sende sie von dem Thron deiner Herrlichkeit, damit sie mir tätig zur Seite stehe, sodass ich erkenne, was dir wohlgefällt;

Tekstuitleg van W 9,10 .

W 9,11 - W 9,11 . Gebed om wijsheid . - W 9 -- W 9,1-18/19 -- W 9,1 - W 9,2 - W 9,3 - W 9,4 - W 9,5 - W 9,6 - W 9,7 - W 9,8 - W 9,9 - W 9,10 - W 9,11 - W 9,12 - W 9,13 - W 9,14 - W 9,15 - W 9,16 - W 9,17 - W 9,18 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005)   Bible de Jérusalem
11 οἶδε γὰρ ἐκείνη πάντα καὶ συνίει καὶ ὁδηγήσει με ἐν ταῖς πράξεσί μου σωφρόνως καὶ φυλάξει με ἐν τῇ δόξῃ αὐτῆς· 11 scit enim illa omnia et intellegit et deducet me in operibus meis sobrie et custodiet me in sua potentia     11 Want zij weet alle dingen, en verstaat ze, en zal mij voorzichtig leiden in mijn handelingen, en mij bewaren door haar heerlijkheid.  [11] Want zij weet en begrijpt alles en zij zal mij verstandig leiden bij mijn werk en mij behoeden met haar glorie*.   [11] Zij weet en doorziet immers alles. Ze zal mij bedachtzaam leiden in mijn handelen, met haar luister zal zij mij behoeden.     11. car elle sait et comprend tout. Elle me guidera prudemment dans mes actions et me protégera par sa gloire.  

King James Bible . [11] For she knoweth and understandeth all things, and she shall lead me soberly in my doings, and preserve me in her power.
Luther-Bibel . 11 denn sie weiß und versteht alles und wird mich mit Besonnenheit leiten bei meinen Werken und mich behüten in ihrer Herrlichkeit.

Tekstuitleg van W 9,11 .

W 9,12 - W 9,12 . Gebed om wijsheid . - W 9 -- W 9,1-18/19 -- W 9,1 - W 9,2 - W 9,3 - W 9,4 - W 9,5 - W 9,6 - W 9,7 - W 9,8 - W 9,9 - W 9,10 - W 9,11 - W 9,12 - W 9,13 - W 9,14 - W 9,15 - W 9,16 - W 9,17 - W 9,18 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005)   Bible de Jérusalem
12 καὶ ἔσται προσδεκτὰ τὰ ἔργα μου, καὶ διακρινῶ τὸν λαόν σου δικαίως καὶ ἔσομαι ἄξιος θρόνων πατρός μου. 12 et erunt accepta opera mea et disponam populum tuum iuste et ero dignus sedium patris mei     12 En mijn werken zullen aangenaam zijn, en ik zal uw volk rechtvaardig richten, en zal waardig zijn de troon mijns vaders.   [12] Dan zullen mijn werken aanvaardbaar zijn en zal ik uw volk rechtvaardig besturen en mij de troon van mijn vader waardig tonen.  [12] Zo zal alles wat ik doe u aangenaam zijn. Ik zal uw volk recht verschaffen en de troon van mijn vader waardig bekleden.     12. Alors mes œuvres seront agréées, je jugerai ton peuple avec justice et je serai digne du trône de mon père.  

King James Bible . [12] So shall my works be acceptable, and then shall I judge thy people righteously, and be worthy to sit in my father's seat.
Luther-Bibel . 12 Dann werden meine Werke angenehm sein, und ich werde dein Volk gerecht richten und des Thrones meines Vaters würdig sein.

Tekstuitleg van W 9,12 .

Eerste lezing op de 23ste (drieentwintigste) zondag door het c-jaar . W 9,13-19 . W 9,13-19 .
Wie van de mensen kan Gods plan doorgronden, wie ontdekken wat de Heer wil? De gedachten der stervelingen zijn immers onzeker, en twijfelachtig onze berekeningen; het vergankelijke lichaam is een last voor de ziel, en onze aardse gebondenheid belemmert de beweeglijke geest. Wij begrijpen amper de dingen van deze wereld, en wat voor de hand ligt kost ons nog moeite; hoe zouden we dan het hemelse verstaan? Wie zou uw wil kunnen kennen, als Gij hem het inzicht niet geeft, en uw heilige Geest niet van boven zendt? Zo alleen kunnen de mensen op aarde rechte wegen gaan; leren zij kennen wat U welgevallig is, en worden zij door de wijsheid gered.

W 9,13 - W 9,13 . Gebed om wijsheid . - W 9 -- W 9,1-18/19 -- W 9,1 - W 9,2 - W 9,3 - W 9,4 - W 9,5 - W 9,6 - W 9,7 - W 9,8 - W 9,9 - W 9,10 - W 9,11 - W 9,12 - W 9,13 - W 9,14 - W 9,15 - W 9,16 - W 9,17 - W 9,18 -
Griekse tekst Vulgaat 23ste (drieentwintigste) zondag door het c-jaar  Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005)   Bible de Jérusalem
13 τίς γὰρ ἄνθρωπος γνώσεται βουλὴν Θεοῦ; ἢ τίς ἐνθυμηθήσεται τί θέλει ὁ Κύριος; 13 quis enim hominum poterit scire consilium Dei aut quis poterit cogitare quid velit Dominus   Wie van de mensen kan Gods plan doorgronden, wie ontdekken wat de Heer wil?   13 Want wie van de mensen kan de raad Gods kennen? Of wie kan bedenken wat God wil?   [13] Welke mens kent Gods raadsbesluit of wie vermoedt wat de Heer wil?   [13] Welke mens kent Gods bedoeling? Wie kan doorgronden wat de Heer wil?     13. Quel homme en effet peut connaître le dessein de Dieu, et qui peut concevoir ce que veut le Seigneur?  

King James Bible . [13] For what man is he that can know the counsel of God? or who can think what the will of the Lord is?
Luther-Bibel . 13 Denn welcher Mensch erkennt den Ratschluss Gottes? Oder wer kann ergründen, was der Herr will?

Tekstuitleg van W 9,13 .

W 9,14 - W 9,14 . Gebed om wijsheid . - W 9 -- W 9,1-18/19 -- W 9,1 - W 9,2 - W 9,3 - W 9,4 - W 9,5 - W 9,6 - W 9,7 - W 9,8 - W 9,9 - W 9,10 - W 9,11 - W 9,12 - W 9,13 - W 9,14 - W 9,15 - W 9,16 - W 9,17 - W 9,18 -
Griekse tekst Vulgaat 23ste (drieentwintigste) zondag door het c-jaar  Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005)   Bible de Jérusalem
14 λογισμοὶ γὰρ θνητῶν δειλοί, καὶ ἐπισφαλεῖς αἱ ἐπίνοιαι ἡμῶν. 14 cogitationes enim mortalium timidae et incertae providentiae nostrae   De gedachten der stervelingen zijn immers onzeker, en twijfelachtig onze berekeningen;   14 Want de overleggingen der sterfelijke mensen zijn vreesachtig, en onze bedenkingen zijn onzeker.   [14] Want armzalig is het denken van de stervelingen en wankel zijn onze overwegingen.   [14] Armzalig is het denken van sterfelijke mensen, wisselvallig zijn onze overwegingen.     14. Car les pensées des mortels sont timides, et instables nos réflexions;  

King James Bible . [14] For the thoughts of mortal men are miserable, and our devices are but uncertain.
Luther-Bibel . 14 Denn die Gedanken der sterblichen Menschen sind armselig und unsre Vorsätze hinfällig.

Tekstuitleg van W 9,14 .

W 9,15 - W 9,15 . Gebed om wijsheid . - W 9 -- W 9,1-18/19 -- W 9,1 - W 9,2 - W 9,3 - W 9,4 - W 9,5 - W 9,6 - W 9,7 - W 9,8 - W 9,9 - W 9,10 - W 9,11 - W 9,12 - W 9,13 - W 9,14 - W 9,15 - W 9,16 - W 9,17 - W 9,18 -
Griekse tekst Vulgaat 23ste (drieentwintigste) zondag door het c-jaar  Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005)   Bible de Jérusalem
15 φθαρτὸν γὰρ σῶμα βαρύνει ψυχήν, καὶ βρίθει τὸ γεῶδες σκῆνος νοῦν πολυφρόντιδα. 15 corpus enim quod corrumpitur adgravat animam et deprimit terrena inhabitatio sensum multa cogitantem   het vergankelijke lichaam is een last voor de ziel, en onze aardse gebondenheid belemmert de beweeglijke geest.   15 Want het verderfelijk lichaam bezwaart de ziel, en de aardse tabernakel drukt terneder het bezorgde gemoed.   [15] Het vergankelijke lichaam bezwaart de ziel en de aardse tent is een last voor de geest met vele gedachten.   [15] Ons vergankelijke lichaam drukt zwaar op de ziel, de aardse tent is een last voor de geest die rijk aan gedachten is.     15. un corps corruptible, en effet, appesantit l'âme, et cette tente d'argile alourdit l'esprit aux multiples soucis.  

King James Bible . [15] For the corruptible body presseth down the soul, and the earthy tabernacle weigheth down the mind that museth upon many things.
Luther-Bibel . 15 Denn der vergängliche Leib beschwert die Seele, und die irdische Hütte drückt den viel überlegenden Geist nieder.

Tekstuitleg van W 9,15 .

W 9,16 - W 9,16 . Gebed om wijsheid . - W 9 -- W 9,1-18/19 -- W 9,1 - W 9,2 - W 9,3 - W 9,4 - W 9,5 - W 9,6 - W 9,7 - W 9,8 - W 9,9 - W 9,10 - W 9,11 - W 9,12 - W 9,13 - W 9,14 - W 9,15 - W 9,16 - W 9,17 - W 9,18 -
Griekse tekst Vulgaat 23ste (drieentwintigste) zondag door het c-jaar  Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005)   Bible de Jérusalem
16 καὶ μόλις εἰκάζομεν τὰ ἐπὶ γῆς καί τὰ ἐν χερσὶν εὑρίσκομεν μετὰ πόνου· τὰ δὲ ἐν οὐρανοῖς τίς ἐξιχνίασε; 16 et difficile aestimamus quae in terra sunt et quae in prospectu sunt invenimus cum labore quae in caelis sunt autem quis investigavit   Wij begrijpen amper de dingen van deze wereld, en wat voor de hand ligt kost ons nog moeite; hoe zouden we dan het hemelse verstaan?   16 En nauwelijks maken wij na de dingen die op aarde zijn, en met moeite vinden wij hetgeen onder handen is; wie heeft dan nagespeurd hetgeen in de hemelen is?   [16] Wij vermoeden amper de dingen op aarde; zelfs wat voor de hand ligt ontdekken wij maar met moeite: wie speurt er dan na wat er in de hemelen is?   [16] En als we al nauwelijks kunnen bevatten wat er op aarde omgaat, en zelfs moeite hebben om te ontdekken wat onder handbereik is, wie kan dan doorgronden wat er in de hemel is?     16. Nous avons peine à conjecturer ce qui est sur la terre, et ce qui est à notre portée nous ne le trouvons qu'avec effort, mais ce qui est dans les cieux, qui l'a découvert? 

King James Bible . [16] And hardly do we guess aright at things that are upon earth, and with labour do we find the things that are before us: but the things that are in heaven who hath searched out?
Luther-Bibel . 16 Wir erfassen kaum, was auf Erden ist, und begreifen nur schwer, was wir in Händen haben. Was aber im Himmel ist, wer hat es erforscht?

Tekstuitleg van W 9,16 .

W 9,17 - W 9,17 . Gebed om wijsheid . - W 9 -- W 9,1-18/19 -- W 9,1 - W 9,2 - W 9,3 - W 9,4 - W 9,5 - W 9,6 - W 9,7 - W 9,8 - W 9,9 - W 9,10 - W 9,11 - W 9,12 - W 9,13 - W 9,14 - W 9,15 - W 9,16 - W 9,17 - W 9,18 -
Griekse tekst Vulgaat 23ste (drieentwintigste) zondag door het c-jaar  Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005)   Bible de Jérusalem
17 βουλὴν δέ σου τίς ἔγων, εἰ μὴ σὺ ἔδωκας σοφίαν καὶ ἔπεμψας τὸ ἅγιόν σου πνεῦμα ἀπὸ ὑψίστων; 17 sensum autem tuum quis scivit nisi tu dederis sapientiam et miseris sanctum spiritum tuum de altissimis   Wie zou uw wil kunnen kennen, als Gij hem het inzicht niet geeft, en uw heilige Geest niet van boven zendt?  17 En wie heeft uw raad gekend? tenzij dat gij wijsheid gegeven, en uw Heilige Geest gezonden hebt van de hoogste plaats.   [17] Wie zou uw raadsbesluit gekend hebben, als U de wijsheid niet had gegeven en uw heilige geest niet uit de hemel had gezonden?   [17] Wie kan uw bedoelingen kennen als u niet zelf wijsheid geeft en uw heilige geest naar beneden zendt?’     17. Et ta volonté, qui l'a connue, sans que tu aies donné la Sagesse et envoyé d'en haut ton esprit saint? 

King James Bible . [17] And thy counsel who hath known, except thou give wisdom, and send thy Holy Spirit from above?
Luther-Bibel . 17 Und wer hat deinen Ratschluss erkannt? Es sei denn, du hast Weisheit gegeben und deinen Heiligen Geist aus der Höhe gesandt.

Tekstuitleg van W 9,17 .

W 9,18 - W 9,18 . Gebed om wijsheid . - W 9 -- W 9,1-18/19 -- W 9,1 - W 9,2 - W 9,3 - W 9,4 - W 9,5 - W 9,6 - W 9,7 - W 9,8 - W 9,9 - W 9,10 - W 9,11 - W 9,12 - W 9,13 - W 9,14 - W 9,15 - W 9,16 - W 9,17 - W 9,18 -
Griekse tekst Vulgaat 23ste (drieentwintigste) zondag door het c-jaar  Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005)   Bible de Jérusalem
18 καὶ οὕτως διωρθώθησαν αἱ τρίβοι τῶν ἐπὶ γῆς, καὶ τὰ ἀρεστά σου ἐδιδάχθησαν ἄνθρωποι, 19 καὶ τῇ σοφίᾳ ἐσώθησαν. 18 et sic correctae sunt semitae eorum qui in terris sunt et quae tibi placent didicerunt homines 19 et per sapientiam sanati sunt  Zo alleen kunnen de mensen op aarde rechte wegen gaan; leren zij kennen wat U welgevallig is, en worden zij door de wijsheid gered.   18 En zo zijn recht gemaakt de paden dergenen, die op aarde zijn, en de mensen hebben geleerd hetgeen u behagelijk is. 19 En door de wijsheid zijn zij behouden geworden.   [18] Zo zijn de paden recht gemaakt van degenen die de aarde bewonen; zo hebben de mensen geleerd wat U aangenaam is, en zijn zij gered door de wijsheid.’   [18] Zo is het gegaan: de mensen op aarde werden op het rechte spoor geleid en ontvingen onderricht over wat u, Heer, goed vindt. De wijsheid heeft hen gered.    18. Ainsi ont été rendus droits les sentiers de ceux qui sont sur la terre, ainsi les hommes ont été instruits de ce qui te plaît et, par la Sagesse, ont été sauvés.» 

King James Bible . [18] For so the ways of them which lived on the earth were reformed, and men were taught the things that are pleasing unto thee, and were saved through wisdom.
Luther-Bibel . 18 Und so wurden die Erdenbewohner auf den rechten Weg gebracht und die Menschen in dem unterwiesen, was dir gefällt, 19 und durch die Weisheit errettet.

Tekstuitleg van W 9,18 .

17. zelfstandig naamwoord nominatief vrouwelijk enkelvoud (sofia) of datief vrouwelijk enkelvoud sofia(i) . Zie sofia (wijsheid) . Taalgebruik in het NT : sofia (wijsheid) . Taalgebruik in de LXX : sofia (wijsheid) . W (16) : (1) W 1,4 . (2) W 1,6 . (3) W 6,12 . (4) W 6,22 . (5) W 6,23 . (6) W 7,12 . (7) W 7,21 . (8) W 7,24 . (9) W 7,28 . (10) W 9,2 . (11) W 9,9 . (12) W 9,18 . (13) W 10,4 . (14) W 10,9 . (15) W 10,21 . (16) W 14,2 . Bijbel (128) . OT (103) . NT (25) . Een vorm van sofia (wijsheid) in het OT (254) , in het NT (51) . W (40) . gen. vr. enk. sofias . W (8) : (1) W 6,20 . (2) W 7,7 . (3) W 7,15 . (4) W 7,30 . (5) W 8,5 . (6) W 8,17 . (7) W 9,6 . (8) W 14,5 . acc. vr. enk. sofian . W (6) : (1) W 3,11 . (2) W 6,9 . (3) W 6,21 . (4) W 9,4 . (5) W 9,17 . (6) W 10,8 .

  bijbel   OT NT Ex   Dt   2 S  1 K  1 Kr  2 Kr  Ezr  Jdt  2 Mak  Job  Ps  Spr  Pr  Hl  W  Sir  Js  Jr  Bar   Ez  Da  Mal   
châkhëmâh  75      4           13  29  12             
sofia (i)  128  103 (?)  25     17  16    16  22         
sofias  61  49  12                (1) 14           
sofian  87  74  13        18    (1) 16           

Hebr. châkhëmah (wijsheid) . Taalgebruik in Tenakh : châkhëmâh (wijsheid) . Getalwaarde : chet = 8 , kaph = 11 of 20 , mem = 13 of 40 , he = 5 . Totaal 37 of 73 . Merkwaardige getallen ! De getalwaarde van Gn 1,1 is 2701 = 37 X 73 . Tenakh (76) . Pentateuch (5) . Eerdere Profeten (5) . Latere Profeten () . 12 Kleine Profeten (1) . Geschriften (61) .
Lat. sapientia (sapere = smaken) . Fr. sapience . D. Weisheit . E. wisdom . Arabisch : chikmah (wijsheid) . Taalgebruik in de Qoran : chikmah (wijsheid) .
- sofia(i) (wijsheid , samen met het woord anthrôpoi (mensen) vormen W 9,2 en W 9,18 een inclusio .


SEPTUAGINTA

ΘΕΕ πατέρων καὶ Κύριε τοῦ ἐλέους ὁ ποιήσας τὰ πάντα ἐν λόγῳ σου 2 καὶ τῇ σοφίᾳ σου κατεσκεύσασας ἄνθρωπον, ἵνα δεσπόζῃ τῶν ὑπὸ σοῦ γενομένων κτισμάτων 3 καὶ διέπῃ τὸν κόσμον ἐν ὁσιότητι καὶ δικαιοσύνῃ καὶ ἐν εὐθύτητι ψυχῆς κρίσιν κρίνῃ, 4 δός μοι τὴν τῶν σῶν θρόνων πάρεδρον σοφίαν καὶ μή με ἀποδοκιμάσῃς ἐκ παίδων σου. 5 ὅτι ἐγὼ δοῦλος σὸς καὶ υἱὸς τῆς παιδίσκης σου, ἄνθρωπος ἀσθενὴς καὶ ὀλιγοχρόνιος καὶ ἐλάσσων ἐν συνέσει κρίσεως καὶ νόμων· 6 κἂν γάρ τις ᾖ τέλειος ἐν υἱοῖς ἀνθρώπων, τῆς ἀπὸ σοῦ σοφίας ἀπούσης, εἰς οὐδὲν λογισθήσεται. 7 σύ με προείλω βασιλέα λαοῦ σου καὶ δικαστὴν υἱῶν σου καί θυγατέρων· 8 εἶπας οἰκοδομῆσαι ναὸν ἐν ὄρει ἁγίῳ σου καὶ ἐν πόλει κατασκηνώσεώς σου θυσιαστήριον, μίμημα σκηνῆς ἁγίας, ἣν προητοίμασας ἀπ᾿ ἀρχῆς. 9 καὶ μετὰ σοῦ ἡ σοφία ἡ εἰδυῖα τὰ ἔργα σου καὶ παροῦσα, ὅτε ἐποίεις τὸν κόσμον, καὶ ἐπισταμένη τί ἀρεστὸν ἐν ὀφθαλμοῖς σου καὶ τί εὐθὲς ἐν ἐντολαῖς σου. 10 ἐξαπόστειλον αὐτὴν ἐξ ἁγίων οὐρανῶν καὶ ἀπὸ θρόνου δόξης σου πέμψον αὐτήν, ἵνα συμπαροῦσά μοι κοπιάσῃ καὶ γνῶ τί εὐάρεστόν ἐστι παρά σοί. 11 οἶδε γὰρ ἐκείνη πάντα καὶ συνίει καὶ ὁδηγήσει με ἐν ταῖς πράξεσί μου σωφρόνως καὶ φυλάξει με ἐν τῇ δόξῃ αὐτῆς· 12 καὶ ἔσται προσδεκτὰ τὰ ἔργα μου, καὶ διακρινῶ τὸν λαόν σου δικαίως καὶ ἔσομαι ἄξιος θρόνων πατρός μου. 13 τίς γὰρ ἄνθρωπος γνώσεται βουλὴν Θεοῦ; ἢ τίς ἐνθυμηθήσεται τί θέλει ὁ Κύριος; 14 λογισμοὶ γὰρ θνητῶν δειλοί, καὶ ἐπισφαλεῖς αἱ ἐπίνοιαι ἡμῶν. 15 φθαρτὸν γὰρ σῶμα βαρύνει ψυχήν, καὶ βρίθει τὸ γεῶδες σκῆνος νοῦν πολυφρόντιδα. 16 καὶ μόλις εἰκάζομεν τὰ ἐπὶ γῆς καί τὰ ἐν χερσὶν εὑρίσκομεν μετὰ πόνου· τὰ δὲ ἐν οὐρανοῖς τίς ἐξιχνίασε; 17 βουλὴν δέ σου τίς ἔγων, εἰ μὴ σὺ ἔδωκας σοφίαν καὶ ἔπεμψας τὸ ἅγιόν σου πνεῦμα ἀπὸ ὑψίστων; 18 καὶ οὕτως διωρθώθησαν αἱ τρίβοι τῶν ἐπὶ γῆς, καὶ τὰ ἀρεστά σου ἐδιδάχθησαν ἄνθρωποι, 19 καὶ τῇ σοφίᾳ ἐσώθησαν.


VULGATA

9. 1 Deus parentum et Domine misericordiae tuae qui fecisti omnia verbo tuo 2 et sapientia tua constituisti hominem ut dominetur creaturae quae a te facta est 3 ut disponat orbem terrarum in aequitate et iustitia et in directione cordis iudicium iudicet 4 da mihi sedium tuarum adsistricem sapientiam et noli me reprobare a pueris tuis 5 quoniam ego servus tuus et filius ancillae tuae sum homo infirmus et exigui temporis et minor ad intellectum iudicii et legum 6 et si quis erit consummatus inter filios hominum si afuerit ab illo sapientia tua in nihilum conputabitur 7 tu me elegisti regem populo tuo et iudicem filiorum tuorum et filiarum 8 dixisti aedificare templum in monte sancto tuo et in civitate habitationis tuae aram similitudinem tabernaculi sancti tui quod praeparasti ab initio 9 et tecum sapientia quae novit opera tua quae et adfuit tunc cum orbem terrarum faceres et sciebat quid placitum esset oculis tuis et quid directum in praeceptis tuis 10 mitte illam de sanctis caelis tuis et mitte illam a sede magnitudinis tuae ut mecum sit et mecum laboret et sciam quid acceptum sit apud te 11 scit enim illa omnia et intellegit et deducet me in operibus meis sobrie et custodiet me in sua potentia 12 et erunt accepta opera mea et disponam populum tuum iuste et ero dignus sedium patris mei 13 quis enim hominum poterit scire consilium Dei aut quis poterit cogitare quid velit Dominus 14 cogitationes enim mortalium timidae et incertae providentiae nostrae 15 corpus enim quod corrumpitur adgravat animam et deprimit terrena inhabitatio sensum multa cogitantem 16 et difficile aestimamus quae in terra sunt et quae in prospectu sunt invenimus cum labore quae in caelis sunt autem quis investigavit 17 sensum autem tuum quis scivit nisi tu dederis sapientiam et miseris sanctum spiritum tuum de altissimis 18 et sic correctae sunt semitae eorum qui in terris sunt et quae tibi placent didicerunt homines 19 et per sapientiam sanati sunt


    1.  2.  3.  4.  5.  6.  7.  8.  9.  10.  11.  12.  13.  14.  15.  16.  17.  18.  19.  20.  21.  22.  23.  24.  25.  26.                   
vers 1a.   a. thee (God) paterôn (van vaderen) kai (en) kurie (Heer) tou (van) eleous (barmhartigheid)                                                          
vers 1b.                                                                        
vers 2.                                                                        
vers 3.                                                                        
vers 4.   hoti                                                                    
vers 5.     gar (want)                                                                  
vers 6.                                                                        
vers 7.                                                                        
vers 8.                                                                        
vers 9.                                                                        
vers 10.                                                                        
vers 11.     gar (want)                                                                  
vers 12.                                                                        
vers 13.     gar (want)                                                                  
vers 14.     gar (want)                                                                  
vers 15.     gar (want)                                                                  
vers 16.                                                                        
vers 17.                                                                        
vers 18.                                                                        
vers 19.                                                                        
                                                                         
                                                                         

Het boek Wijsheid hoort tot de deuterocanonische boeken (RK kerk) , apocriefen (Prot.) . Het is geschreven tussen de 2de helft van de 1ste eeuw voo Christus of de 1ste helft na Christus . Het is een Joods geschrift . Het gaat de dialoog aan met het Griekse denken . In het boek Wijsheid komt de wijsheid van God tot uiting in de schepping en de bevrijding . Pneuma is een allessoordringende kracht en wordt gelijkgesteld met wijsheid .

We moeten iets vertellen over de talen . De Hebreeën spraken het Hebreeuws . Met de Babylonische ballingschap werd het Aramees de officiële voertaal . Er kwamen Aramese vertalingen van bijbelboeken : de targumim . In 333 v. Chr. veroverde Alexander de Grote het Nabije Oosten en bracht er de Hellenistische cultuur . Langzamerhand werd het Grieks de voertaal . In Palestina sprak men ten tijd van Jezus Aramees . De NTische geschriften zijn in het Grieks .