WIJSHEID 19 , W 19 -- http://www.myriobiblos.gr/bible/ot/chapter.asp?book=29&page=19 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- W (Wijsheid) -- W
19 -- W 19,1-12 -- W 19,13-21 -- W 19,22 -
Overzicht : - W
1 - W 2 - W 3 - W
4 - W 5 - W 6 - W
7 - W 8 - W 9 - W
10 - W 11 - W 12 - W
13 - W 14 - W 15 - W
16 - W 17 - W 18 - W
19 -
Uitleg vers per vers :
W 19,1 - W 19,2 - W 19,3 - W 19,4 - W 19,5 - W 19,6 - W 19,7 - W 19,8 - W 19,9 - W 19,10 - W 19,11 - W 19,12 - W 19,13 - W 19,14 - W 19,15 - W 19,16 - W 19,17 - W 19,18 - W 19,19 - W 19,20 - W 19,21 - W 19,22 -
Overzicht van Tenach : Tenach
: overzicht , Tenach
: taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Tenach
: commentaar ,
Overzicht van Septuaginta : Septuaginta
: overzicht , Septuaginta
: taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Septuaginta
: commentaar ,
Overzicht NT: NT
: overzicht , NT
: taalgebruik - NT
A - NT
B - NT
C - NT
D - NT
E - NT
F - NT G - NT H - NT I - NT J - NT K - NT L - NT M - NT N - NT O - NT P - NT Q - NT R - NT S - NT T - NT U - NT V - NT W - NT
X - NT Y - NT Z - NT :
commentaar .
WEDERKERIGHEID (DIVERSITEIT - VICE
VERSA) . Meer info : Arseen De Kesel . Email: arseen.de.kesel@pandora.be .
websitenamen : http://users.telenet.be/arseen.de.kesel/ en http://www.interlevensbeschouwelijk.be/index.htm
- STARTPAGINA - AGENDA - BIJ
DE HAND - NIEUW - OVERZICHT - TIJDSCHRIFTEN -
ALFABETISCH OVERZICHT VAN THEMA'S EN WEBSITES :
- A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z
HOOFDTHEMA'S : allochtonen , armoede , bahá'í , bezinningsteksten , bijbel , bijbel en
koran , boeddhisme , christendom , extreemrechts ( Vlaams Blok ) , fundamentalisme , getallen , globalisering
en antiglobalisering , hindoeïsme , interlevensbeschouwelijke dialoog , interreligieuze
meditatie , islam , jodendom , koran , levensbeschouwing , levensbeschouwing
/ godsdienst en onderwijs , racisme , samenleving , sikhisme , spiritualiteit , tewerkstelling van allochtonen , vluchtelingen en asielzoekers , vrijzinnigheid , witte
scholen , multiculturele scholen en concentratiescholen , Eigen-zinnige
beschouwingen , Het
kleine of grote ongenoegen
|
Woordenschat
Bibliografie
Literatuur .
ALGEMEEN OVERZICHT
- OT : Gn (Genesis)
, Ex (Exodus) , Lv (Leviticus) , Nu (Numeri) , Dt (Deuteronomium) , Joz (Jozua) , Re (Rechters)
, Rt (Ruth) , 1
S (1 Samuël) , 2
S (2 Samuël) , 1
K (1 Koningen) , 2
K (2 Koningen) , 1
Kr ( 1 Kronieken) , 2
Kr (2 Kronieken) , Ezr (Ezra) , Neh (Nehemia)
, Tob (Tobia) , Jdt (Judith) , Est (Esther) , 1 Mak (1 Makkabeeën)
, 2 Mak (2 Makkabeeën)
, Job , Ps (Psalmen ) , Spr (Spreuken) , Pr (Prediker) , Hl (Hooglied) , W (Wijsheid)
, Sir (Sirach)
, Js (Jesaja) , Jr (Jeremia) , Kl (Klaagliederen) , Bar (Baruch) , Ez (Ezechiël)
, Da (Daniël) , Hos (Hosea) , Jl (Joël) , Am (Amos)
, Ob (Obadja) , Jon (Jona) , Mi (Micha) , Nah (Nahum)
, Hab (Habakuk)
, Sef (Sefanja)
, Hag (Haggai)
, Zach (Zacharia)
, Mal (Maleachi)
.
- NT : Mt (Matteüs)
- Mc (Marcus)
- Lc (Lucas) - Joh (Johannes)
- Hnd (Handelingen)
, Rom (Rome) , 1 Kor (Korinte)
, 2 Kor (Korinte)
, Gal (Galatië)
, Ef (Efese) , Fil (Filippi) , Kol (Kolosse) , 1 Tes (Tessalonika) , 2
Tes (Tessalonika) , 1
Tim (Timoteüs) , 2
Tim (Timoteüs) , Tit (Titus) , Film (Filemon) , Heb (Hebreeën) , Jak (Jakobus) , 1 Pe (Petrus) , 2 Pe (Petrus) , 1 Joh (Johannes) , 2 Joh (Johannes) , 2 Joh (Johannes) , Jud (Judas) , Apk (Apokalyps)
.
Overzicht van de
bibliografie van de bijbelboeken- bibliografie
bijbel - bibliografie
van het Oude Testament - bibliografie
Matteüsevangelie - bibliografie
Marcusevangelie - bibliografie
Lucasevangelie - bibliografie
van het Johannesevangelie - bibliografie
van het Nieuwe Testament (behalve evangeliën) -
- W 19,1-12 : De Rietzee - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- W (Wijsheid) -- W
19 -- W 19,1-12 -- W 19,13-21 -- W 19,22 -
W 19,1 - W 19,2 - W 19,3 - W 19,4 - W 19,5 - W 19,6 - W 19,7 - W 19,8 - W 19,9 - W 19,10 - W 19,11 - W 19,12 - W 19,13 - W 19,14 - W 19,15 - W 19,16 - W 19,17 - W 19,18 - W 19,19 - W 19,20 - W 19,21 - W 19,22 -
W 19,1 - W 19,1 : De Rietzee - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- W (Wijsheid) -- W
19 -- W 19,1-12 -- W 19,13-21 -- W 19,22 -
W 19,1 - W 19,2 - W 19,3 - W 19,4 - W 19,5 - W 19,6 - W 19,7 - W 19,8 - W 19,9 - W 19,10 - W 19,11 - W 19,12 - W 19,13 - W 19,14 - W 19,15 - W 19,16 - W 19,17 - W 19,18 - W 19,19 - W 19,20 - W 19,21 - W 19,22 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
|
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling |
|
Bible de Jérusalem |
ΤΟΙΣ δὲ ἀσεβέσι μέχρι τέλους ἀνελεήμων θυμὸς ἐπέστη· προῄδει γὰρ αὐτῶν καὶ τὰ μέλλοντα, |
19.
1 impiis autem usque in novissimum sine misericordia ira
supervenit praesciebat enim et futura illorum |
|
1 MAAR de toorn overviel de goddelozen zonder ontferming tot aan het einde. |
1] Over* de goddelozen echter
kwam genadeloze woede, tot het uiterste toe;
zelfs wat er met hen zou gaan gebeuren
wist Hij al van tevoren: |
[1] Voor de goddelozen echter was Gods toorn tot het einde toe onbarmhartig. U wist al van tevoren wat zij zouden doen: |
|
1. Mais sur les impies s'abattit jusqu'au bout un impitoyable courroux, car Il savait à l'avance ce qu'ils allaient faire, |
|
King James Bible . 19
[1] As for the ungodly, wrath came upon them without mercy unto the end: for he knew before what they would do;
Luther-Bibel . 191Aber die Gottlosen überfiel der Zorn ohne Erbarmen bis zum Ende.
2Denn Gott wusste im Voraus, was sie künftig tun würden:
Tekstuitleg van W 19,1 .
W 19,2 - W 19,2 : De Rietzee - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- W (Wijsheid) -- W
19 -- W 19,1-12 -- W 19,13-21 -- W 19,22 -
W 19,1 - W 19,2 - W 19,3 - W 19,4 - W 19,5 - W 19,6 - W 19,7 - W 19,8 - W 19,9 - W 19,10 - W 19,11 - W 19,12 - W 19,13 - W 19,14 - W 19,15 - W 19,16 - W 19,17 - W 19,18 - W 19,19 - W 19,20 - W 19,21 - W 19,22 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
|
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling |
|
Bible de Jérusalem |
2 ὅτι αὐτοὶ ἐπιτρέψαντες τοῦ ἀπιέναι καὶ μετὰ σπουδῆς προπέμψαντες αὐτούς, διώξουσι μεταμεληθέντες. |
2 quoniam ipsi cum reversi essent ut se ducerent et cum magna
sollicitudine praemisissent illos consequebantur illos
paenitentia acti |
|
2 Want God wist van tevoren ook hun toekomende dingen, dat zij hen zouden toelaten te vertrekken en met haast heengezonden hebbende, berouw zouden krijgen, en hen zouden vervolgen. |
[2] dat zij, na zelf op hun vertrek te hebben aangedrongen
en hen ijlings te hebben weggezonden,
spijt zouden krijgen en hen achterna zouden zitten. |
[2] nadat ze eerst met hun vertrek hadden ingestemd en hen overhaast hadden laten gaan, zouden ze daar spijt van krijgen en de achtervolging inzetten. |
|
2. et qu'après avoir permis aux siens de s'en aller et pressé leur départ, ils changeraient d'avis et les poursuivraient. |
|
King James Bible . [2] How that having given them leave to depart, and sent them hastily away, they would repent and pursue them.
Luther-Bibel . dass sie, nachdem sie den Israeliten erlaubt hatten wegzuziehen und sie eilig entlassen hatten, es bereuen und ihnen nachjagen würden.
Tekstuitleg van W 19,2 .
W 19,3 - W 19,3 : De Rietzee - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- W (Wijsheid) -- W
19 -- W 19,1-12 -- W 19,13-21 -- W 19,22 -
W 19,1 - W 19,2 - W 19,3 - W 19,4 - W 19,5 - W 19,6 - W 19,7 - W 19,8 - W 19,9 - W 19,10 - W 19,11 - W 19,12 - W 19,13 - W 19,14 - W 19,15 - W 19,16 - W 19,17 - W 19,18 - W 19,19 - W 19,20 - W 19,21 - W 19,22 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
|
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling |
|
Bible de Jérusalem |
3 ἔτι γὰρ ἐν χερσὶν ἔχοντες τὰ πένθη καὶ προσοδυρόμενοι τάφοις νεκρῶν, ἕτερον ἐπεσπάσαντο λογισμὸν ἀνοίας καὶ οὓς ἱκετεύοντες ἐξέβαλον, τούτους ὡς φυγάδες ἐδίωκον. |
3 adhuc enim inter manus habentes luctus et deplorantes ad
monumenta mortuorum aliam sibi adsumpserunt cogitationem
inscientiae et quos rogantes proiecerunt hos tamquam fugitivos
persequebantur |
|
3 Want hebbende nog de rouw in handen en klagende bij de graven der doden, namen zij een ander dwaas voornemen: die zij met smekingen hadden uitgestoten, dezen hebben zij als vluchtenden vervolgd. |
[3] Want terwijl ze nog bezig waren met hun rouw
en weeklaagden aan de graven van de doden,
namen zij een ander, onzinnig, besluit,
en degenen die zij onder smeekbeden hadden weggestuurd
achtervolgden zij nu alsof zij weglopers waren, |
[3] Terwijl ze nog in rouw verkeerden en weeklaagden aan het graf van hun doden, vatten zij een nieuw onzinnig plan op: degenen die zij gesmeekt hadden om het land te verlaten, zouden zij achtervolgen alsof ze voortvluchtig waren. |
|
3. De fait, ils étaient encore occupés à leurs deuils et ils se lamentaient auprès des tombes de leurs morts, quand ils imaginèrent un autre dessein de folie et se mirent à poursuivre comme des fugitifs ceux qu'avec des supplications ils avaient expulsés. |
|
King James Bible . [3] For whilst they were yet mourning and making lamentation at the graves of the dead, they added another foolish device, and pursued them as fugitives, whom they had intreated to be gone.
Luther-Bibel . 3Denn als sie noch Leid trugen und an den Gräbern der Toten klagten, verfielen sie auf ein anderes törichtes Vorhaben und verfolgten jetzt die als Flüchtlinge, die sie eben mit flehentlichen Bitten fortgeschickt hatten.
Tekstuitleg van W 19,3 .
W 19,4 - W 19,4 : De Rietzee - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- W (Wijsheid) -- W
19 -- W 19,1-12 -- W 19,13-21 -- W 19,22 -
W 19,1 - W 19,2 - W 19,3 - W 19,4 - W 19,5 - W 19,6 - W 19,7 - W 19,8 - W 19,9 - W 19,10 - W 19,11 - W 19,12 - W 19,13 - W 19,14 - W 19,15 - W 19,16 - W 19,17 - W 19,18 - W 19,19 - W 19,20 - W 19,21 - W 19,22 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
|
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling |
|
Bible de Jérusalem |
4 εἷλκε γὰρ αὐτοὺς ἡ ἀξία ἐπὶ τοῦτο τὸ πέρας ἀνάγκη καὶ τῶν συμβεβηκότων ἀμνηστίαν ἐνέβαλεν, ἵνα τὴν λείπουσαν ταῖς βασάνοις προαναπληρώσωσι κόλασιν, |
4 ducebat enim illos ad hunc finem digna necessitas et horum
quae acciderant memorationem amittebant |
|
4 Want de noodzakelijkheid, die zij waardig waren, trok hen tot dit einde, en bracht hen in een vergetelheid der dingen die hun wedervaren waren, opdat zij vervullen zouden de plaag die aan hun pijnen nog ontbrak. |
[4] want tot dat uiterste
dreef hen een drang die zij zelf verdiend hadden;
die hen deed vergeten wat er gebeurd was,
zodat zij de straf, die nog aan hun kwelling ontbrak,
helemaal zouden ondergaan; |
[4] Zij verdienden het noodlot dat hen tot het uiterste dreef en hun alles wat gebeurd was deed vergeten. Zo zouden zij hun ellende nog vergroten en hun straf vervolledigen. |
|
4. Un juste destin les poussait à cette extrémité et il leur inspira l'oubli du passé ils ajouteraient ainsi le châtiment qui manquait à leurs tortures |
|
King James Bible . [4] For the destiny, whereof they were worthy, drew them unto this end, and made them forget the things that had already happened, that they might fulfil the punishment which was wanting to their torments:
Luther-Bibel . 4Aber es musste so geschehen, damit sie zu einem solchen Ende kämen, wie sie es verdient hatten; und sie mussten vergessen, was ihnen widerfahren war, damit sie noch die Strafe erlitten, die bisher an ihren Qualen gefehlt hatte,
Tekstuitleg van W 19,4 .
W 19,5 - W 19,5 : De Rietzee - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- W (Wijsheid) -- W
19 -- W 19,1-12 -- W 19,13-21 -- W 19,22 -
W 19,1 - W 19,2 - W 19,3 - W 19,4 - W 19,5 - W 19,6 - W 19,7 - W 19,8 - W 19,9 - W 19,10 - W 19,11 - W 19,12 - W 19,13 - W 19,14 - W 19,15 - W 19,16 - W 19,17 - W 19,18 - W 19,19 - W 19,20 - W 19,21 - W 19,22 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
|
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling |
|
Bible de Jérusalem |
5 καὶ ὁ μὲν λαός σου παράδοξον ὁδοιπορίαν περάσῃ, ἐκεῖνοι δὲ ξένον εὕρωσι θάνατον. |
5 ut eam quae deerat tormentis replerent punitionem et
populus quidem tuus mirabiliter transiret illi autem novam
mortem invenirent |
|
5 En opdat uw volk een zeer wonderlijke reis doen zou, maar zij een vreemde dood vinden. |
[5] en uw volk zou een ongehoorde tocht wagen,
maar zij, de Egyptenaren, zouden een ongewone dood vinden. |
[5] Terwijl uw volk een wonderbaarlijke tocht zou maken, was hún een bizarre dood beschoren. |
|
5. et, tandis que ton peuple ferait l'expérience d'un voyage merveilleux, eux-mêmes trouveraient une mort insolite. |
|
King James Bible . [5] And that thy people might pass a wonderful way: but they might find a strange death.
Luther-Bibel . 5und damit dein Volk seine wunderbare Wanderung erlebte, jene aber einen ungewöhnlichen Tod fänden.
Tekstuitleg van W 19,5 .
W 19,6 - W 19,6 : De Rietzee - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- W (Wijsheid) -- W
19 -- W 19,1-12 -- W 19,13-21 -- W 19,22 -
W 19,1 - W 19,2 - W 19,3 - W 19,4 - W 19,5 - W 19,6 - W 19,7 - W 19,8 - W 19,9 - W 19,10 - W 19,11 - W 19,12 - W 19,13 - W 19,14 - W 19,15 - W 19,16 - W 19,17 - W 19,18 - W 19,19 - W 19,20 - W 19,21 - W 19,22 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
|
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling |
|
Bible de Jérusalem |
6 ὅλη γὰρ ἡ κτίσις ἐν ἰδίῳ γένει πάλιν ἄνωθεν διετυποῦτο ὑπηρετοῦσα ταῖς σαῖς ἐπιταγαῖς. ἵνα οἱ σοὶ παῖδες φυλαχθῶσιν ἀβλαβεῖς. |
6 omnis enim creatura ad suum genus ab initio refigurabatur
deserviens tuis praeceptis ut pueri tui custodirentur inlaesi |
|
6 Want het gehele schepsel werd in zijn aard wederom van nieuws herschapen, dienende uw bijzondere geboden; en opdat uw kinderen zouden onbeschadigd bewaard zijn, overschaduwde de wolk de legerplaats. |
[6] Want heel de schepping werd in haar eigen vorm opnieuw gevormd,
in gehoorzaamheid aan uw bevelen,
zodat uw zonen zonder letsel behouden zouden blijven. |
[6] Gehoorzaam aan uw bevelen werd heel de schepping opnieuw gevormd, in haar oorspronkelijke vorm, opdat uw kinderen ongedeerd zouden blijven. |
|
6. Car la création entière, en sa propre nature, était encore de nouveau façonnée, se soumettant à tes ordres, pour que tes enfants fussent gardés indemnes. |
|
King James Bible . [6] For the whole creature in his proper kind was fashioned again anew, serving the peculiar commandments that were given unto them, that thy children might be kept without hurt:
Luther-Bibel . 6Denn die ganze Schöpfung wurde in ihrer Eigenart wieder neu gestaltet, um deinen Geboten zu dienen, damit deine Kinder unversehrt bewahrt blieben.
Tekstuitleg van W 19,6 .
W 19,7 - W 19,7 : De Rietzee - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- W (Wijsheid) -- W
19 -- W 19,1-12 -- W 19,13-21 -- W 19,22 -
W 19,1 - W 19,2 - W 19,3 - W 19,4 - W 19,5 - W 19,6 - W 19,7 - W 19,8 - W 19,9 - W 19,10 - W 19,11 - W 19,12 - W 19,13 - W 19,14 - W 19,15 - W 19,16 - W 19,17 - W 19,18 - W 19,19 - W 19,20 - W 19,21 - W 19,22 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
|
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling |
|
Bible de Jérusalem |
7 ἡ τὴν παρεμβολὴν σκιάζουσα νεφέλη, ἐκ δὲ προϋφεστῶτος ὕδατος ξηρᾶς ἀνάδυσις γῆς ἐθεωρήθη, ἐξ ἐρυθρᾶς θαλάσσης ὁδὸς ἀνεμπόδιστος καὶ χλοηφόρον πεδίον ἐκ κλύδωνος βιαίου· |
7 nam nubis castra eorum adumbrabat et ex aqua quae ante erat
terra arida apparuit et ex mari Rubro via sine inpedimento et
campus germinans de profundo nimio |
|
7 En waar tevoren water stond, zag men droog land opkomen, en uit de Rode zee een weg zonder verhindering, en uit een sterke vloed, een grasdragend veld. |
[7] Men zag de wolk de legerplaats overschaduwen
en droog land oprijzen waar tevoren water stond:
de Rietzee werd een welgebaande weg,
de wilde branding een grazige vlakte. |
[7] Ze zagen de wolk die de legerplaats overschaduwde, ze zagen droog land te voorschijn komen waar eerder nog water was, een gebaande weg door de Rode Zee, een groene vlakte in plaats van ruw, onstuimig water. |
|
7. On vit la nuée couvrir le camp de son ombre, la terre sèche émerger de ce qui était l'eau, la mer Rouge devenir un libre passage, les flots impétueux une plaine verdoyante, |
|
King James Bible . [7] As namely, a cloud shadowing the camp; and where water stood before, dry land appeared; and out of the Red sea a way without impediment; and out of the violent stream a green field:
Luther-Bibel . 7Da zeigte sich die Wolke und überschattete das Lager; wo vorher Wasser stand, sah man trockenes Land hervorkommen; da zeigte sich im Roten Meer ein Weg ohne Hindernis, und aus den mächtigen Fluten erhob sich ein grünes Feld.
Tekstuitleg van W 19,7 .
W 19,8 - W 19,8 : De Rietzee - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- W (Wijsheid) -- W
19 -- W 19,1-12 -- W 19,13-21 -- W 19,22 -
W 19,1 - W 19,2 - W 19,3 - W 19,4 - W 19,5 - W 19,6 - W 19,7 - W 19,8 - W 19,9 - W 19,10 - W 19,11 - W 19,12 - W 19,13 - W 19,14 - W 19,15 - W 19,16 - W 19,17 - W 19,18 - W 19,19 - W 19,20 - W 19,21 - W 19,22 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
|
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling |
|
Bible de Jérusalem |
8 δι᾿ οὗ πανεθνὶ διῆλθον οἱ τῇ σῇ σκεπαζόμενοι χειρί, θεωρήσαντες θαυμαστὰ τέρατα. |
8 per quem omnis natio transivit quae tegebatur tua manu
videntes mirabilia monstra |
|
8 Waardoor al het volk overging, die met uw hand beschermd werden, en zagen wonderlijke wonderwerken. |
[8] Zij die door uw hand werden beschermd,
trokken daar met heel hun volk doorheen,
na wonderbaarlijke tekenen aanschouwd te hebben. |
[8] Daar trok, beschermd door uw hand, het hele volk doorheen, nadat ze wonderbaarlijke tekenen hadden gezien. |
|
8. par où ceux que protégeait ta main passèrent comme un seul peuple, en contemplant d'admirables prodiges. |
|
King James Bible . [8] Wherethrough all the people went that were defended with thy hand, seeing thy marvellous strange wonders.
Luther-Bibel . 8Auf ihm zog das ganze Volk dahin, alle, die von deiner Hand beschirmt wurden, und dabei sahen sie wunderbare Wunder.
Tekstuitleg van W 19,8 .
W 19,9 - W 19,9 : De Rietzee - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- W (Wijsheid) -- W
19 -- W 19,1-12 -- W 19,13-21 -- W 19,22 -
W 19,1 - W 19,2 - W 19,3 - W 19,4 - W 19,5 - W 19,6 - W 19,7 - W 19,8 - W 19,9 - W 19,10 - W 19,11 - W 19,12 - W 19,13 - W 19,14 - W 19,15 - W 19,16 - W 19,17 - W 19,18 - W 19,19 - W 19,20 - W 19,21 - W 19,22 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
|
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling |
|
Bible de Jérusalem |
9 ὡς γὰρ ἵπποι ἐνεμήθησαν καὶ ὡς ἀμνοὶ διεσκίρτησαν αἰνοῦντές σε, Κύριε, τὸν ρυόμενον αὐτούς. |
9 tamquam equi enim depaverunt et tamquam agni exultaverunt
magnificantes te Domine qui liberasti illos |
|
9 Want zij werden als paarden geweid en huppelden gelijk lammeren, prijzende u Here, die hen verlost had. |
[9] Zij graasden daar als paarden
en huppelden er als lammeren,
terwijl zij de lof zongen van U, Heer, hun redder. |
[9] Ze waren uitgelaten als paarden in de wei en sprongen als lammeren, en ze loofden u, Heer, die hen had gered. |
|
9. Comme des chevaux, ils étaient à la pâture, comme des agneaux, ils bondissaient, en te célébrant, Seigneur, toi leur libérateur. |
|
King James Bible . [9] For they went at large like horses, and leaped like lambs, praising thee, O Lord, who hadst delivered them.
Luther-Bibel . 9Sie gingen wie die Rosse auf der Weide und hüpften wie die Lämmer und lobten dich, Herr, der sie erlöst hatte.
Tekstuitleg van W 19,9 .
W 19,10 - W 19,10 : De Rietzee - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- W (Wijsheid) -- W
19 -- W 19,1-12 -- W 19,13-21 -- W 19,22 -
W 19,1 - W 19,2 - W 19,3 - W 19,4 - W 19,5 - W 19,6 - W 19,7 - W 19,8 - W 19,9 - W 19,10 - W 19,11 - W 19,12 - W 19,13 - W 19,14 - W 19,15 - W 19,16 - W 19,17 - W 19,18 - W 19,19 - W 19,20 - W 19,21 - W 19,22 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
|
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling |
|
Bible de Jérusalem |
10 ἐμέμνηντο γὰρ ἔτι τῶν ἐν τῇ παροικίᾳ αὐτῶν, πῶς ἀντὶ μὲν γενέσεως ζῴων ἐξήγαγεν ἡ γῆ σκνῖπα, ἀντὶ δὲ ἐνύδρων ἐξηρεύξατο ὁ ποταμὸς πλῆθος βατράχων. |
10 memores enim erant adhuc eorum quae in incolatu illorum
facta fuerant quemadmodum pro natione animalium eduxit terra
muscas et pro piscibus eructavit fluvius multitudinem ranarum |
|
10 Want zij waren nog gedachtig de dingen die geschied waren in het land van hun vreemdelingschap; hoe de aarde in plaats van voortteling van beesten, vliegen had voortgebracht, en de rivier in plaats van vissen, een menigte van vorsen uitgeborreld had. |
[10] Zij herinnerden zich ook
wat zij in vreemde streken hadden meegemaakt,
hoe de muggen niet door levende wezens werden voortgebracht,
maar uit de aarde tevoorschijn kwamen,
en hoe de kikkers niet door waterdieren werden voortgebracht,
maar door de rivier in groten getale werden uitgebraakt. |
[10] Zij herinnerden zich nog wat ze tijdens hun verblijf in den vreemde hadden meegemaakt: hoe de aarde muggen in plaats van andere dieren had voortgebracht, en hoe de rivier in plaats van waterdieren massa's kikkers had uitgebraakt. |
|
10. Ils se souvenaient encore des événements de leur exil, comment la terre, et non des animaux, avait produit des moustiques, et comment le Fleuve, et non des êtres aquatiques, avait vomi une multitude de grenouilles. |
|
King James Bible . [10] For they were yet mindful of the things that were done while they sojourned in the strange land, how the ground brought forth flies instead of cattle, and how the river cast up a multitude of frogs instead of fishes.
Luther-Bibel . 10Denn sie dachten noch daran, wie es ihnen in der Fremde ergangen war, wie anstatt der gewöhnlichen Tiere die Erde Mücken hervorbrachte und der Fluss anstatt der Fische eine Menge Frösche ausspie.
Tekstuitleg van W 19,10 .
W 19,11 - W 19,11 : De Rietzee - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- W (Wijsheid) -- W
19 -- W 19,1-12 -- W 19,13-21 -- W 19,22 -
W 19,1 - W 19,2 - W 19,3 - W 19,4 - W 19,5 - W 19,6 - W 19,7 - W 19,8 - W 19,9 - W 19,10 - W 19,11 - W 19,12 - W 19,13 - W 19,14 - W 19,15 - W 19,16 - W 19,17 - W 19,18 - W 19,19 - W 19,20 - W 19,21 - W 19,22 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
|
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling |
|
Bible de Jérusalem |
11 ἐφ᾿ ὑστέρῳ δὲ εἶδον καὶ νέαν γένεσιν ὀρνέων, ὅτι ἐπιθυμίᾳ προαχθέντες ᾐτήσαντο ἐδέσματα τρυφῆς· |
11 novissime autem viderunt novam creaturam avium cum abducti
concupiscentia postulaverunt escam epulationis |
|
11 En ten laatste hebben zij ook gezien een nieuwe geboorte van vogelen, toen zij door lust gedreven zijnde lekkere spijs begeerden. |
[11] Later zagen zij ook een nieuw ontstaan van vogels,
toen zij, door begeerte gedreven,
om uitgelezen vlees vroegen; |
[11] En later, toen ze vurig om verfijnd voedsel smeekten, waren ze getuige van een nieuwe schepping van vogels: |
|
11. Plus tard, ils virent encore un nouveau mode de naissance pour les oiseaux, quand, poussés par la convoitise, ils réclamèrent des mets délicats |
|
King James Bible . [11] But afterwards they saw a new generation of fowls, when, being led with their appetite, they asked delicate meats.
Luther-Bibel . 11Danach aber sahen sie auch, wie eine neue Art Vögel entstand, als sie, von Gier getrieben, um leckere Speise baten.
Tekstuitleg van W 19,11 .
W 19,12 - W 19,12 : De Rietzee - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- W (Wijsheid) -- W
19 -- W 19,1-12 -- W 19,13-21 -- W 19,22 -
W 19,1 - W 19,2 - W 19,3 - W 19,4 - W 19,5 - W 19,6 - W 19,7 - W 19,8 - W 19,9 - W 19,10 - W 19,11 - W 19,12 - W 19,13 - W 19,14 - W 19,15 - W 19,16 - W 19,17 - W 19,18 - W 19,19 - W 19,20 - W 19,21 - W 19,22 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
|
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling |
|
Bible de Jérusalem |
12 εἰς γὰρ παραμυθίαν ἀνέβη αὐτοῖς ἀπὸ θαλάσσης ὀρτυγομήτρα. |
12 in adlocutione enim desiderii ascendit illis de mari
ortygometra |
|
12 Want tot hun troost kwamen kwakkelen op uit de zee; doch de straffen kwamen over de zondaars; |
[12] want om hen tevreden te stellen
stegen er uit de zee kwartels voor hen op. |
[12] uit de zee zagen ze kwartels opstijgen waarmee in hun behoefte werd voorzien. |
|
12. pour les satisfaire, des cailles montèrent pour eux de la mer. |
|
King James Bible . [12] For quails came up unto them from the sea for their contentment.
Luther-Bibel . 12Denn es kamen zu ihnen Wachteln aus dem Meer, um ihr Verlangen zu stillen.
Tekstuitleg van W 19,12 - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- W (Wijsheid) -- W
19 -- W 19,1-12 -- W 19,13-21 -- W 19,22 - W 19,1 - W 19,2 - W 19,3 - W 19,4 - W 19,5 - W 19,6 - W 19,7 - W 19,8 - W 19,9 - W 19,10 - W 19,11 - W 19,12 - W 19,13 - W 19,14 - W 19,15 - W 19,16 - W 19,17 - W 19,18 - W 19,19 - W 19,20 - W 19,21 - W 19,22 -
- W 19,13-21 : Vreemdelingenhaat - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- W (Wijsheid) -- W
19 -- W 19,1-12 -- W 19,13-21 -- W 19,22 - W 19,1 - W 19,2 - W 19,3 - W 19,4 - W 19,5 - W 19,6 - W 19,7 - W 19,8 - W 19,9 - W 19,10 - W 19,11 - W 19,12 - W 19,13 - W 19,14 - W 19,15 - W 19,16 - W 19,17 - W 19,18 - W 19,19 - W 19,20 - W 19,21 - W 19,22 -
W 19,13 - W 19,13 : Vreemdelingenhaat - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- W (Wijsheid) -- W
19 -- W 19,1-12 -- W 19,13-21 -- W 19,22 -
W 19,1 - W 19,2 - W 19,3 - W 19,4 - W 19,5 - W 19,6 - W 19,7 - W 19,8 - W 19,9 - W 19,10 - W 19,11 - W 19,12 - W 19,13 - W 19,14 - W 19,15 - W 19,16 - W 19,17 - W 19,18 - W 19,19 - W 19,20 - W 19,21 - W 19,22 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
|
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling |
|
Bible de Jérusalem |
13 καὶ αἱ τιμωρίαι τοῖς ἀμαρτωλοῖς ἐπῆλθον οὐκ ἄνευ τῶν προγεγονότων τεκμηρίων τῇ βίᾳ τῶν κεραυνῶν· δικαίως γὰρ ἔπασχον ταῖς ἰδίαις αὐτῶν πονηρίαις, καὶ γὰρ χαλεπωτέραν μισοξενίαν ἐπετήδευσαν. |
et vexationes peccatoribus supervenerunt non sine
illis quae ante facta erant argumentis per vim fluminum iuste
enim patiebantur secundum suas nequitias |
|
13 Niet zonder voorgaande tekenen van zekere geweldige bliksemen, want zij leden rechtvaardig voor hun eigen boosheden, dewijl zij een zwaarder vijandschap tegen vreemdelingen geoefend hadden als die van Sodom; |
[13] De straffen troffen de zondaars niet
zonder dat er tekenen aan vooraf waren gegaan
door heftige bliksemflitsen.
Terecht leden zij om hun eigen boze daden,
want zij hadden zich overgegeven
aan een bijzonder bittere haat tegen vreemdelingen. |
[13] De zondaars echter werden getroffen door straffen, die aangekondigd waren door zware donderslagen. Zo kregen zij het verdiende loon voor hun misdaden, want zij hadden een diepe vreemdelingenhaat aan de dag gelegd. |
|
13. Mais les châtiments s'abattirent sur les pécheurs, non sans avoir été signalés à l'avance par de violents coups de tonnerre, et c'est en toute justice qu'ils souffraient pour leurs propres crimes; car ils avaient montré une haine de l'étranger par trop cruelle. |
|
King James Bible . [13] And punishments came upon the sinners not without former signs by the force of thunders: for they suffered justly according to their own wickedness, insomuch as they used a more hard and hateful behaviour toward strangers.
Luther-Bibel . 13Auch kamen die Strafen über die Sünder nicht ohne Zeichen, die vorher durch gewaltige Blitze geschahen; denn mit Recht litten sie um ihrer Bosheit willen, weil sie einen besonders schlimmen Hass gegen Fremde gezeigt hatten. Denn die Leute von Sodom hatten nur die Unbekannten, die zu ihnen kamen, nicht aufgenommen; diese aber zwangen die Gäste, die ihnen Gutes getan hatten, zum Sklavendienst.
Tekstuitleg van W 19,13 .
W 19,14 - W 19,14 : Vreemdelingenhaat - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- W (Wijsheid) -- W
19 -- W 19,1-12 -- W 19,13-21 -- W 19,22 -
W 19,1 - W 19,2 - W 19,3 - W 19,4 - W 19,5 - W 19,6 - W 19,7 - W 19,8 - W 19,9 - W 19,10 - W 19,11 - W 19,12 - W 19,13 - W 19,14 - W 19,15 - W 19,16 - W 19,17 - W 19,18 - W 19,19 - W 19,20 - W 19,21 - W 19,22 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
|
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling |
|
Bible de Jérusalem |
14 οἱ μὲν γὰρ τοὺς ἀγνοοῦντας οὐκ ἐδέχοντο παρόντας, οὗτοι δὲ εὐεργέτας ξένους ἐδουλοῦντο. |
13 etenim detestabiliorem inhospitalitatem instituerunt alii
quidem ignotos non recipiebant advenas alii autem bonos
hospites in servitutem accipiebant |
|
want dezen namen de onbekenden die daar kwamen niet aan, maar genen dwongen tot dienstbaarheid de vreemdelingen, die hun weldaden bewezen hadden. |
[14] Die* anderen immers wilden de onbekende mannen
die naar hen toe kwamen, niet opnemen;
zij* echter hadden vreemdelingen die hun weldoeners waren tot hun slaven gemaakt. |
[14] Anderen hadden indertijd geweigerd onbekende mannen die bij hen kwamen, te ontvangen; zij echter maakten gasten die hun zoveel goeds hadden gebracht tot slaaf. |
|
14. D'aucuns, en effet, n'avaient pas accueilli les inconnus qui leur arrivaient, mais eux réduisaient en servitude des hôtes bienfaisants. |
|
King James Bible . [14] For the Sodomites did not receive those, whom they knew not when they came: but these brought friends into bondage, that had well deserved of them.
Luther-Bibel . 14Und das nicht allein, sondern sie werden gewiss auch für das andere heimgesucht werden:
Tekstuitleg van W 19,14 .
W 19,15 - W 19,15 : Vreemdelingenhaat - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- W (Wijsheid) -- W
19 -- W 19,1-12 -- W 19,13-21 -- W 19,22 -
W 19,1 - W 19,2 - W 19,3 - W 19,4 - W 19,5 - W 19,6 - W 19,7 - W 19,8 - W 19,9 - W 19,10 - W 19,11 - W 19,12 - W 19,13 - W 19,14 - W 19,15 - W 19,16 - W 19,17 - W 19,18 - W 19,19 - W 19,20 - W 19,21 - W 19,22 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
|
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling |
|
Bible de Jérusalem |
15 καὶ οὐ μόνον, ἀλλ᾿ ἤ τις ἐπισκοπὴ ἔσται αὐτῶν, ἐπεὶ ἀπεχθῶς προσεδέχοντο τοὺς ἀλλοτρίους· |
14 et non solum hoc sed et alius quis respectus erit illorum
quoniam inviti recipiebant extraneos |
|
14 En niet alleen dat, maar mochten ook niet lijden dat iemand over hen opzicht had, omdat zij de vreemden vijandig ontvingen. |
[15] En dat niet alleen, maar er zal zeker
een bepaald oordeel over die anderen geveld worden,
aangezien ze de vreemdelingen vijandig ontvingen; |
[15] Sterker nog: terwijl de eersten die vreemdelingen vijandig bejegend hebben – zij zullen hun straf niet ontlopen –, |
|
15. Bien plus, et certes il y aura pour ceux-là un châtiment, puisqu'ils ont reçu les étrangers d'une manière hostile, ... |
|
King James Bible . [15] And not only so, but peradventure some respect shall be had of those, because they used strangers not friendly:
Luther-Bibel . 15Denn jene empfingen die Fremden gleich feindselig, sie aber plagten mit schwerer Arbeit,
Tekstuitleg van W 19,15 .
W 19,16 - W 19,16 : Vreemdelingenhaat - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- W (Wijsheid) -- W
19 -- W 19,1-12 -- W 19,13-21 -- W 19,22 -
W 19,1 - W 19,2 - W 19,3 - W 19,4 - W 19,5 - W 19,6 - W 19,7 - W 19,8 - W 19,9 - W 19,10 - W 19,11 - W 19,12 - W 19,13 - W 19,14 - W 19,15 - W 19,16 - W 19,17 - W 19,18 - W 19,19 - W 19,20 - W 19,21 - W 19,22 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
|
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling |
|
Bible de Jérusalem |
16 οἱ δὲ μετὰ ἑορτασμάτων εἰσδεξάμενοι τοὺς ἤδη τῶν αὐτῶν μετεσχηκότας δικαίων, δεινοῖς ἐκάκωσαν πόνοις. |
15 qui autem cum laetitia receperunt hos qui eisdem usi erant
iustitiis saevissimis adflixerunt doloribus |
|
15 En zij plaagden met zware arbeid degenen, welke zij met feestviering ontvangen hadden, en die nu reeds medegenoten waren van hun rechten. |
[16] zij daarentegen hebben hen met feestbetoon ontvangen
en daarna, toen ze reeds in hun rechten deelden,
met harde arbeid gekweld. |
[16] hebben de laatsten de vreemdelingen die ze feestelijk hadden onthaald en als gelijken behandeld, vervolgens met dwangarbeid onderdrukt. |
|
16. mais ceux-ci, après avoir reçu avec des fêtes ceux qui déjà partageaient les mêmes droits qu'eux, les ont ensuite accablés de terribles travaux. |
|
King James Bible . [16] But these very grievously afflicted them, whom they had received with feastings, and were already made partakers of the same laws with them.
Luther-Bibel . die sie festlich aufgenommen und denen sie schon an ihren Rechten Anteil gewährt hatten.
Tekstuitleg van W 19,16 .
W 19,17 - W 19,17 : Vreemdelingenhaat - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- W (Wijsheid) -- W
19 -- W 19,1-12 -- W 19,13-21 -- W 19,22 -
W 19,1 - W 19,2 - W 19,3 - W 19,4 - W 19,5 - W 19,6 - W 19,7 - W 19,8 - W 19,9 - W 19,10 - W 19,11 - W 19,12 - W 19,13 - W 19,14 - W 19,15 - W 19,16 - W 19,17 - W 19,18 - W 19,19 - W 19,20 - W 19,21 - W 19,22 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
|
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling |
|
Bible de Jérusalem |
17 ἐπλήγησαν δὲ καὶ ἀορασίᾳ, ὥσπερ ἐκεῖνοι ἐπὶ ταῖς τοῦ δικαίου θύραις, ὅτε ἀχανεῖ περιβληθέντες σκότει, ἕκαστος τῶν αὐτοῦ θυρῶν τὴν δίοδον ἐζήτει. |
16 percussi sunt autem caecitate sicut illi in foribus iusti
cum subitaneis cooperti essent tenebris unusquisque ostii sui
transitum quaerebat |
|
16 Maar zij werden ook met blindheid geslagen, gelijkerwijs degenen die voor de deur des rechtvaardigen waren; want met dikke duisternis omgeven zijnde, zocht elk de weg van zijn deur. |
[17] Zij zijn dan ook met blindheid geslagen
– net als die anderen bij de deur van de rechtvaardige* –
toen zij omgeven werden door een onmetelijke duisternis
en iedereen de weg moest zoeken naar zijn eigen deur. |
[17] Daarom werden zij met blindheid geslagen, zoals eerder degenen die bij de rechtvaardige aan de deur stonden en op de tast hun eigen huis moesten zoeken, doordat ze in dichte duisternis gevangen waren. |
|
17. Aussi furent-ils frappés de cécité, comme ceux-là aux portes du juste, lorsque, enveloppés de ténèbres béantes, ils cherchaient chacun l'accès de sa porte. |
|
King James Bible . [17] Therefore even with blindness were these stricken, as those were at the doors of the righteous man: when, being compassed about with horrible great darkness, every one sought the passage of his own doors.
Luther-Bibel . 16Sie wurden aber auch mit Blindheit geschlagen, so wie jene an der Tür des Gerechten, als sie von dichter Finsternis überfallen wurden und jeder den Zugang zu seiner Tür suchen musste.
Tekstuitleg van W 19,17 .
W 19,18 - W 19,18 : Vreemdelingenhaat - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- W (Wijsheid) -- W
19 -- W 19,1-12 -- W 19,13-21 -- W 19,22 -
W 19,1 - W 19,2 - W 19,3 - W 19,4 - W 19,5 - W 19,6 - W 19,7 - W 19,8 - W 19,9 - W 19,10 - W 19,11 - W 19,12 - W 19,13 - W 19,14 - W 19,15 - W 19,16 - W 19,17 - W 19,18 - W 19,19 - W 19,20 - W 19,21 - W 19,22 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
|
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling |
|
Bible de Jérusalem |
18 δι᾿ ἑαυτῶν γὰρ τὰ στοιχεῖα μεθαρμοζόμενα, ὥσπερ ἐν ψαλτηρίῳ φθόγγοι τοῦ ρυθμοῦ τὸ ὄνομα διαλλάσσουσι, πάντοτε μένοντα ἤχῳ, ὅπερ ἐστὶν εἰκάσαι ἐκ τῆς τῶν γεγονότων ὄψεως ἀκριβῶς. |
17 in se enim elementa dum convertuntur sicut in organo
qualitatis sonus inmutatur et omnia suum sonum custodiunt unde
est aestimare et ex ipso certo visu |
|
17 Want de elementen worden gevoegelijk door zichzelf veranderd, gelijk in een snarenspel de tonen de naam van de melodie veranderen, blijvende altijd in hun weerklank, hetwelk men afleiden kan uit een naarstig opmerken der dingen die geschied zijn. |
[18] Want de elementen wijzigen hun onderlinge verhouding
en veranderen daardoor, net als de tonen op een harp,
het soort ritme,
terwijl ze geheel en al hun klank behouden,
hetgeen duidelijk valt op te maken
uit een beschouwing van wat gebeurd is. |
[18] Zoals bij een harp het ritme kan veranderen terwijl de toon gelijk blijft, veranderden de elementen onderling. Dat blijkt uit een nauwkeurige beschouwing van de gebeurtenissen: |
|
18. Ainsi les éléments étaient différemment accordés entre eux, comme, sur la harpe, les notes modifient la nature du rythme tout en conservant le même son; ce qu'on peut se représenter exactement en regardant ce qui est arrivé |
|
King James Bible . [18] For the elements were changed in themselves by a kind of harmony, like as in a psaltery notes change the name of the tune, and yet are always sounds; which may well be perceived by the sight of the things that have been done.
Luther-Bibel . 17Denn wie auf dem Psalter die Töne verschiedene Melodien hervorbringen, obwohl sie im Klang immer gleich bleiben, so tauschten die Elemente sich gegenseitig aus, wie man deutlich sehen kann, wenn man das Geschehene betrachtet.
Tekstuitleg van W 19,18 .
W 19,19 - W 19,19 : Vreemdelingenhaat - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- W (Wijsheid) -- W
19 -- W 19,1-12 -- W 19,13-21 -- W 19,22 -
W 19,1 - W 19,2 - W 19,3 - W 19,4 - W 19,5 - W 19,6 - W 19,7 - W 19,8 - W 19,9 - W 19,10 - W 19,11 - W 19,12 - W 19,13 - W 19,14 - W 19,15 - W 19,16 - W 19,17 - W 19,18 - W 19,19 - W 19,20 - W 19,21 - W 19,22 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
|
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling |
|
Bible de Jérusalem |
19 χερσαῖα γὰρ εἰς ἔνυδρα μετεβάλλετο, καὶ νηκτὰ μετέβαινεν ἐπὶ γῆς· |
18 agrestia enim in aquatica convertebantur et quaecumque
erant natantia in terram transiebant |
|
18 Want de land-dieren veranderen in water-dieren, en die gemaakt waren om te zwemmen gingen op de aarde. |
[19] Landdieren* veranderden in waterdieren
en zwemmende* dieren verhuisden naar het land. |
[19] landdieren veranderden in waterdieren, en zwemmende dieren gingen aan land; |
|
19. des animaux terrestres devenaient aquatiques, ceux qui nagent se déplaçaient sur la terre; |
|
King James Bible . [19] For earthly things were turned into watery, and the things, that before swam in the water, now went upon the ground.
Luther-Bibel . 18Denn was auf dem Lande zu leben pflegt, das ging ins Wasser, und was im Wasser zu sein pflegt, stieg aufs Land.
Tekstuitleg van W 19,19 .
W 19,20 - W 19,20 : Vreemdelingenhaat - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- W (Wijsheid) -- W
19 -- W 19,1-12 -- W 19,13-21 -- W 19,22 -
W 19,1 - W 19,2 - W 19,3 - W 19,4 - W 19,5 - W 19,6 - W 19,7 - W 19,8 - W 19,9 - W 19,10 - W 19,11 - W 19,12 - W 19,13 - W 19,14 - W 19,15 - W 19,16 - W 19,17 - W 19,18 - W 19,19 - W 19,20 - W 19,21 - W 19,22 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
|
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling |
|
Bible de Jérusalem |
20 πῦρ ἴσχυεν ἐν ὕδατι τῆς ἰδίας δυνάμεως, καὶ ὕδωρ τῆς σβεστικῆς δυνάμεως ἐπελανθάνετο· |
19 ignis in aqua valebat supra suam virtutem et aqua
extinguentis naturae obliviscebatur |
|
19 Het vuur was krachtig in het water, hebbende zijn eigen kracht vergeten; en het water vergat zijn uitblussende natuur. |
[20] Het vuur overtrof zijn eigen kracht in het water
en het water vergat zijn vermogen om te blussen. |
[20] de kracht van vuur werd in water nog groter, en het water vergat zijn blussend vermogen; |
|
20. le feu renforçait dans l'eau sa propre vertu, et l'eau oubliait son pouvoir d'éteindre; |
|
King James Bible . [20] The fire had power in the water, forgetting his own virtue: and the water forgat his own quenching nature.
Luther-Bibel . 19Das Feuer wuchs im Wasser über seine natürliche Kraft hinaus, und das Wasser vergaß seine Kraft zum Löschen.
Tekstuitleg van W 19,20 .
W 19,21 - W 19,21 : Vreemdelingenhaat - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- W (Wijsheid) -- W
19 -- W 19,1-12 -- W 19,13-21 -- W 19,22 -
W 19,1 - W 19,2 - W 19,3 - W 19,4 - W 19,5 - W 19,6 - W 19,7 - W 19,8 - W 19,9 - W 19,10 - W 19,11 - W 19,12 - W 19,13 - W 19,14 - W 19,15 - W 19,16 - W 19,17 - W 19,18 - W 19,19 - W 19,20 - W 19,21 - W 19,22 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
|
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling |
|
Bible de Jérusalem |
21 φλόγες ἀνάπαλιν εὐφθάρτων ζῴων οὐκ ἐμάραναν σάρκας ἐμπεριπατούντων, οὐδὲ τηκτὸν κρυσταλλοειδὲς εὔτηκτον γένος ἀμβροσίας τροφῆς. |
20 flammae e contrario corruptibilium animalium non
vexaverunt carnes coambulantium nec dissolvebant illam quae
facile dissolvitur sicut glacies bonam escam |
|
20 Wederom de vlammen verzengden niet het vlees der zeer licht verderfelijke beesten, wandelende in het midden derzelve, en die als ijs licht smeltende hemelse spijs versmolt niet. |
[21] Anderzijds werd het vlees van zeer kwetsbare dieren niet verzengd
door de vlammen waarin ze rondliepen
en de ijsachtige, licht smeltbare substantie van het goddelijke voedsel smolt er niet door. |
[21] kwetsbare dieren werden niet verteerd door de vlammen waarin ze rondliepen, en het ijsachtige voedsel uit de hemel dat gemakkelijk kon smelten, smolt niet. |
|
21. en revanche, les flammes ne consumaient pas les chairs d'animaux fragiles qui s'y aventuraient; et elles ne faisaient pas fondre l'aliment divin, semblable à de la glace et si facile à fondre! |
|
King James Bible . [21] On the other side, the flames wasted not the flesh of the corruptible living things, though they walked therein; neither melted they the icy kind of heavenly meat that was of nature apt to melt.
Luther-Bibel . 20Die Flammen dagegen verzehrten nicht das Fleisch der sterblichen Tiere, die darin umherliefen, und brachten nicht die himmlische Speise zum Schmelzen, die doch wie Eis leicht schmilzt.
Tekstuitleg van W 19,21 .
- W 19,22 : Lofprijzing - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- W (Wijsheid) -- W
19 -- W 19,1-12 -- W 19,13-21 -- W 19,22 -
W 19,22 - W 19,22 : Lofprijzing - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- W (Wijsheid) -- W
19 -- W 19,1-12 -- W 19,13-21 -- W 19,22 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
|
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling |
|
Bible de Jérusalem |
22 Κατὰ πάντα γάρ, Κύριε, ἐμεγάλυνας τὸν λαόν σου καὶ ἐδόξασας καὶ οὐχ ὑπερεῖδες ἐν παντὶ καιρῷ καὶ τόπῳ παριστάμενος. |
in omnibus enim
Domine magnificasti populum tuum et honorasti et non despexisti
in omni tempore et in omni loco adsistens eis |
|
21 Want, Here, in allen hebt gij uw volk groot en heerlijk gemaakt en hebt het niet onwaardig gekeurd te allen tijde en in alle plaatsen bij te staan. |
[22] In alle opzichten, Heer,
hebt U uw volk groot gemaakt en verheerlijkt.
U liet het niet in de steek,
maar U hebt het altijd en overal bijgestaan. |
[22] In alles, Heer, hebt u uw volk groot gemaakt en verheerlijkt. U bent het niet vergeten en hebt het altijd en overal ter zijde gestaan. |
|
22. Oui, de toutes manières, Seigneur, tu as magnifié ton peuple et tu l'as glorifié; tu n'as pas négligé, en tout temps et en tout lieu, de l'assister! |
|
King James Bible . [22] For in all things, O Lord, thou didst magnify thy people, and glorify them, neither didst thou lightly regard them: but didst assist them in every time and place.
Luther-Bibel . 21Herr, du hast dein Volk in allem groß und herrlich gemacht und hast es nicht verachtet, sondern ihm allezeit und an allen Orten beigestanden.
Tekstuitleg van W 19,22 .
SEPTUAGINTA
ΤΟΙΣ δὲ ἀσεβέσι μέχρι τέλους ἀνελεήμων θυμὸς ἐπέστη· προῄδει γὰρ αὐτῶν καὶ τὰ μέλλοντα, 2 ὅτι αὐτοὶ ἐπιτρέψαντες τοῦ ἀπιέναι καὶ μετὰ σπουδῆς προπέμψαντες αὐτούς, διώξουσι μεταμεληθέντες. 3 ἔτι γὰρ ἐν χερσὶν ἔχοντες τὰ πένθη καὶ προσοδυρόμενοι τάφοις νεκρῶν, ἕτερον ἐπεσπάσαντο λογισμὸν ἀνοίας καὶ οὓς ἱκετεύοντες ἐξέβαλον, τούτους ὡς φυγάδες ἐδίωκον. 4 εἷλκε γὰρ αὐτοὺς ἡ ἀξία ἐπὶ τοῦτο τὸ πέρας ἀνάγκη καὶ τῶν συμβεβηκότων ἀμνηστίαν ἐνέβαλεν, ἵνα τὴν λείπουσαν ταῖς βασάνοις προαναπληρώσωσι κόλασιν, 5 καὶ ὁ μὲν λαός σου παράδοξον ὁδοιπορίαν περάσῃ, ἐκεῖνοι δὲ ξένον εὕρωσι θάνατον. 6 ὅλη γὰρ ἡ κτίσις ἐν ἰδίῳ γένει πάλιν ἄνωθεν διετυποῦτο ὑπηρετοῦσα ταῖς σαῖς ἐπιταγαῖς. ἵνα οἱ σοὶ παῖδες φυλαχθῶσιν ἀβλαβεῖς. 7 ἡ τὴν παρεμβολὴν σκιάζουσα νεφέλη, ἐκ δὲ προϋφεστῶτος ὕδατος ξηρᾶς ἀνάδυσις γῆς ἐθεωρήθη, ἐξ ἐρυθρᾶς θαλάσσης ὁδὸς ἀνεμπόδιστος καὶ χλοηφόρον πεδίον ἐκ κλύδωνος βιαίου· 8 δι᾿ οὗ πανεθνὶ διῆλθον οἱ τῇ σῇ σκεπαζόμενοι χειρί, θεωρήσαντες θαυμαστὰ τέρατα. 9 ὡς γὰρ ἵπποι ἐνεμήθησαν καὶ ὡς ἀμνοὶ διεσκίρτησαν αἰνοῦντές σε, Κύριε, τὸν ρυόμενον αὐτούς. 10 ἐμέμνηντο γὰρ ἔτι τῶν ἐν τῇ παροικίᾳ αὐτῶν, πῶς ἀντὶ μὲν γενέσεως ζῴων ἐξήγαγεν ἡ γῆ σκνῖπα, ἀντὶ δὲ ἐνύδρων ἐξηρεύξατο ὁ ποταμὸς πλῆθος βατράχων. 11 ἐφ᾿ ὑστέρῳ δὲ εἶδον καὶ νέαν γένεσιν ὀρνέων, ὅτι ἐπιθυμίᾳ προαχθέντες ᾐτήσαντο ἐδέσματα τρυφῆς· 12 εἰς γὰρ παραμυθίαν ἀνέβη αὐτοῖς ἀπὸ θαλάσσης ὀρτυγομήτρα. 13 καὶ αἱ τιμωρίαι τοῖς ἀμαρτωλοῖς ἐπῆλθον οὐκ ἄνευ τῶν προγεγονότων τεκμηρίων τῇ βίᾳ τῶν κεραυνῶν· δικαίως γὰρ ἔπασχον ταῖς ἰδίαις αὐτῶν πονηρίαις, καὶ γὰρ χαλεπωτέραν μισοξενίαν ἐπετήδευσαν. 14 οἱ μὲν γὰρ τοὺς ἀγνοοῦντας οὐκ ἐδέχοντο παρόντας, οὗτοι δὲ εὐεργέτας ξένους ἐδουλοῦντο. 15 καὶ οὐ μόνον, ἀλλ᾿ ἤ τις ἐπισκοπὴ ἔσται αὐτῶν, ἐπεὶ ἀπεχθῶς προσεδέχοντο τοὺς ἀλλοτρίους· 16 οἱ δὲ μετὰ ἑορτασμάτων εἰσδεξάμενοι τοὺς ἤδη τῶν αὐτῶν μετεσχηκότας δικαίων, δεινοῖς ἐκάκωσαν πόνοις. 17 ἐπλήγησαν δὲ καὶ ἀορασίᾳ, ὥσπερ ἐκεῖνοι ἐπὶ ταῖς τοῦ δικαίου θύραις, ὅτε ἀχανεῖ περιβληθέντες σκότει, ἕκαστος τῶν αὐτοῦ θυρῶν τὴν δίοδον ἐζήτει. 18 δι᾿ ἑαυτῶν γὰρ τὰ στοιχεῖα μεθαρμοζόμενα, ὥσπερ ἐν ψαλτηρίῳ φθόγγοι τοῦ ρυθμοῦ τὸ ὄνομα διαλλάσσουσι, πάντοτε μένοντα ἤχῳ, ὅπερ ἐστὶν εἰκάσαι ἐκ τῆς τῶν γεγονότων ὄψεως ἀκριβῶς. 19 χερσαῖα γὰρ εἰς ἔνυδρα μετεβάλλετο, καὶ νηκτὰ μετέβαινεν ἐπὶ γῆς· 20 πῦρ ἴσχυεν ἐν ὕδατι τῆς ἰδίας δυνάμεως, καὶ ὕδωρ τῆς σβεστικῆς δυνάμεως ἐπελανθάνετο· 21 φλόγες ἀνάπαλιν εὐφθάρτων ζῴων οὐκ ἐμάραναν σάρκας ἐμπεριπατούντων, οὐδὲ τηκτὸν κρυσταλλοειδὲς εὔτηκτον γένος ἀμβροσίας τροφῆς. 22 Κατὰ πάντα γάρ, Κύριε, ἐμεγάλυνας τὸν λαόν σου καὶ ἐδόξασας καὶ οὐχ ὑπερεῖδες ἐν παντὶ καιρῷ καὶ τόπῳ παριστάμενος.
VULGAAT
19.
1 impiis autem usque in novissimum sine misericordia ira
supervenit praesciebat enim et futura illorum
2 quoniam ipsi cum reversi essent ut se ducerent et cum magna
sollicitudine praemisissent illos consequebantur illos
paenitentia acti
3 adhuc enim inter manus habentes luctus et deplorantes ad
monumenta mortuorum aliam sibi adsumpserunt cogitationem
inscientiae et quos rogantes proiecerunt hos tamquam fugitivos
persequebantur
4 ducebat enim illos ad hunc finem digna necessitas et horum
quae acciderant memorationem amittebant
5 ut eam quae deerat tormentis replerent punitionem et
populus quidem tuus mirabiliter transiret illi autem novam
mortem invenirent
6 omnis enim creatura ad suum genus ab initio refigurabatur
deserviens tuis praeceptis ut pueri tui custodirentur inlaesi
7 nam nubis castra eorum adumbrabat et ex aqua quae ante erat
terra arida apparuit et ex mari Rubro via sine inpedimento et
campus germinans de profundo nimio
8 per quem omnis natio transivit quae tegebatur tua manu
videntes mirabilia monstra
9 tamquam equi enim depaverunt et tamquam agni exultaverunt
magnificantes te Domine qui liberasti illos
10 memores enim erant adhuc eorum quae in incolatu illorum
facta fuerant quemadmodum pro natione animalium eduxit terra
muscas et pro piscibus eructavit fluvius multitudinem ranarum
11 novissime autem viderunt novam creaturam avium cum abducti
concupiscentia postulaverunt escam epulationis
12 in adlocutione enim desiderii ascendit illis de mari
ortygometra et vexationes peccatoribus supervenerunt non sine
illis quae ante facta erant argumentis per vim fluminum iuste
enim patiebantur secundum suas nequitias
13 etenim detestabiliorem inhospitalitatem instituerunt alii
quidem ignotos non recipiebant advenas alii autem bonos
hospites in servitutem accipiebant
14 et non solum hoc sed et alius quis respectus erit illorum
quoniam inviti recipiebant extraneos
15 qui autem cum laetitia receperunt hos qui eisdem usi erant
iustitiis saevissimis adflixerunt doloribus
16 percussi sunt autem caecitate sicut illi in foribus iusti
cum subitaneis cooperti essent tenebris unusquisque ostii sui
transitum quaerebat
17 in se enim elementa dum convertuntur sicut in organo
qualitatis sonus inmutatur et omnia suum sonum custodiunt unde
est aestimare et ex ipso certo visu
18 agrestia enim in aquatica convertebantur et quaecumque
erant natantia in terram transiebant
19 ignis in aqua valebat supra suam virtutem et aqua
extinguentis naturae obliviscebatur
20 flammae e contrario corruptibilium animalium non
vexaverunt carnes coambulantium nec dissolvebant illam quae
facile dissolvitur sicut glacies bonam escam in omnibus enim
Domine magnificasti populum tuum et honorasti et non despexisti
in omni tempore et in omni loco adsistens eis