TENACH TAALGEBRUIK I
Overzicht van Tenach : Tenach
: overzicht , Tenach
: taalgebruik - Tenach
A - Tenach
B - Tenach
C - Tenach
D - Tenach
E - Tenach
F - Tenach
G - Tenach
H - Tenach
I - Tenach
J - Tenach
K - Tenach
L - Tenach
M - Tenach
N - Tenach
O - Tenach
P - Tenach
Q - Tenach
R - Tenach
S - Tenach
T - Tenach
U - Tenach
V - Tenach
W - Tenach
X -Tenach
Y - Tenach
Z - Tenach
: commentaar ,
Overzicht van Septuaginta : Septuaginta
: overzicht , Septuaginta
: taalgebruik - Septuaginta
A - Septuaginta
B - Septuaginta
C - Septuaginta
D - Septuaginta
E - Septuaginta
F - Septuaginta
G - Septuaginta
H - Septuaginta
I - Septuaginta
J - Septuaginta
K - Septuaginta
L - Septuaginta
M - Septuaginta
N - Septuaginta
O - Septuaginta
P - Septuaginta
Q - Septuaginta
R - Septuaginta
S - Septuaginta
T - Septuaginta
U - Septuaginta
V - Septuaginta
W - Septuaginta
X -Septuaginta
Y - Septuaginta
Z - Septuaginta
: commentaar ,
ALGEMEEN OVERZICHT
- bijbeloverzicht
, bijbelverwijzingen
- A
- B
- C
- D
- E
- F
- G
- H
- I
- J
- K
- L
- M
- N
- O
- P
- Q
- R
- S
- T
- U
- V
- W
- X
-Y
- Z -
, Oude Testament
, Pentateuch
, Historische
boeken , Profeten
, Wijsheidsboeken
, NT overzicht
, Evangelies
, Synoptici
, Brieven
van Paulus , Apostolische
brieven.
Overzicht van het N.T. : NT
: overzicht , NT
: taalgebruik - A
- B
- C
- D
- E
- F
- G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X
-Y
- Z - ,
NT : commentaar
,
- OT : Gn (Genesis)
, Ex (Exodus)
, Lv (Leviticus)
, Nu (Numeri)
, Dt (Deuteronomium)
, Joz (Jozua)
, Re (Rechters)
, Rt (Ruth)
, 1 S (1 Samuël)
, 2 S (2 Samuël)
, 1 K (1 Koningen)
, 2 K (2 Koningen)
, 1 Kr ( 1
Kronieken) , 2
Kr (2 Kronieken) , Ezr
(Ezra) , Neh
(Nehemia) , Tob
(Tobia) , Jdt
(Judith) , Est
(Esther) , 1 Mak
(1 Makkabeeën) , 2
Mak (2 Makkabeeën) , Job
, Ps (Psalmen
) , Spr (Spreuken)
, Pr (Prediker)
, Hl (Hooglied)
, W (Wijsheid)
, Sir (Sirach)
, Js (Jesaja)
, Jr (Jeremia)
, Kl (Klaagliederen)
, Bar (Baruch)
, Ez (Ezechiël)
, Da (Daniël)
, Hos (Hosea)
, Jl (Joël)
, Am (Amos)
, Ob (Obadja)
, Jon (Jona)
, Mi (Micha)
, Nah (Nahum)
, Hab (Habakuk)
, Sef (Sefanja)
, Hag (Haggai)
, Zach (Zacharia)
, Mal (Maleachi).
- NT : Mt
(Matteüs) - Mc
(Marcus) - Lc
(Lucas) - Joh
(Johannes) - Hnd
(Handelingen) , Rom
(Rome) , 1 Kor
(Korinte) , 2
Kor (Korinte) , Gal
(Galatië) , Ef
(Efese) , Fil
(Filippi) , Kol
(Kolosse) , 1
Tes (Tessalonika) , 2
Tes (Tessalonika) , 1
Tim (Timoteüs) , 2
Tim (Timoteüs) , Tit
(Titus) , Film
(Filemon) , Heb
(Hebreeën) , Jak
(Jakobus) , 1 Pe
(Petrus) , 2 Pe
(Petrus) , 1 Joh
(Johannes) , 2
Joh (Johannes) , 2
Joh (Johannes) , Jud
(Judas) , Apk
(Apokalyps).
Overzicht van
de bibliografie van de bijbelboeken - bibliografie
bijbel - bibliografie
van het Oude Testament - bibliografie
Matteüsevangelie - bibliografie
Marcusevangelie - bibliografie
Lucasevangelie - bibliografie
van het Johannesevangelie - bibliografie
van het Nieuwe Testament (behalve evangeliën)
1. LXX , Griekse tekst N.T. | 2. Vulgata | 3. Synopsis Denaux - Vervenne | 4. Statenvertaling | 5. Willibrordvertaling | 6. Nieuwe Vertaling | 7. Naardense vertaling , zie |
8. Bible de Jérusalem | 9. Statenvertaling | 10. King James Bible - King James Bible | 11. Luther-Bibel | liturgische lezing |
ZOEKEN OP DEZE WEBSITE |
http://www.bible-history.com/isbe/ | http://www.sacrednamebible.com/kjvstrongs/index2.htm | Studiebijbel 3 | Luther-Bibel 1984 | Targumim | rubrieken (1) |
bijbelvertalingen Lexilogos | De Griekse bijbel - | bijbelweb | info-bible | interBible | http://www.diebibel.de/ |
- י ִ : een punt onder een medeklinker , gevolgd door de medeklinker יוֹד = י (jôd) duidt een lange i-klank aan.
-- יָד = jâd (hand). Taalgebruik in
Tenakh : jâd
(hand). Getalwaarde : jod = 10. daleth = 4. Totaal 14 (2 X 7). Structuur
: 1 - 4. De som van de elementen is telkens 5. De letter יוֹד = י (jôd) is de 10de letter van het Hebreeuwse alfabet. Deze letter heeft getalwaarde 10 als rang- en hoofdtelwoord.
- De î speelt een belangrijke rol in de spraakkunst.
- De î als suffix. De î op het einde van een woord geeft vaak de 1ste pers. enk. weer. De î is het suffix van het persoonlijk voornaamwoord 1ste persoon enkelvoud. B.v. לִי = lî (aan mij) , prefix
voorzetsel lë + suffix pers. voornaamw. 1ste pers. enk.. Bij het werkw. eindigt de 'perfectumvorm' 1ste persoon enk. op een î. B.v. קָטַלְתִּי = qâtalthî (ik doodde). Let op : de eind î is ook de uitgang van het imperfectum en de imperatief 2de persoon vrouwelijk enkelvoud.
- De jod + i als prefix. Bij het werkwoord begint het 'imperfectum' 3de persoon mannelijk enkelvoud en meervoud met een jod. B.v. יִקְטֹל = jiqëtol (hij zal doden). Opgelet : er zijn werkwoorden die met jod beginnen. Volgens sommigen is deze jod aan de tweeletterstam toegevoegd om zo een stam van drie letters te hebben. In de vervoegingen is het vaak een zwakke jod , d.w.z. dat ze vaak wegvalt. B.v. act. qal imperfect. 3de pers. mann. enk. יִהְיֶה = jihëjèh (hij zal zijn) van het werkw. הָיָה = hâjâh (zijn). Taalgebruik
in Tenakh : hâjâh
(zijn). Zie de verwantschap met de naam יהוה = JHWH. Eigennaam van God. Taalgebruik in Tenakh
: JHWH. Getalwaarde : jod = 10 , he = 5 , waw = 6. Totaal : 26. Structuur : 1 -
5 - 6 - 5. De som van de elementen is telkens 8. Tenakh (5193). Dat verband tussen het werkwoord הָיָה = hâjâh (zijn) en de Godsnaam יהוה = JHWH vinden we in Ex 3,13-14 : [13] Maar Mozes zei: ‘Stel dat ik naar de Israëlieten ga en tegen hen zeg dat de God van hun voorouders mij gestuurd heeft, en ze vragen: “Wat is de naam van die God?” Wat moet ik dan zeggen?’ [14] Toen antwoordde God hem: ‘Ik ben die er zijn zal. Zeg daarom tegen de Israëlieten: “IK ZAL ER ZIJN* heeft mij naar u toe gestuurd.”’ (NV)
- De î als infix wordt gebruikt in de meeste persoonvormen van de hifilvorm van het werkwoord. B.v. הִקְטִיל = hiqëtîl (hij deed doden).
- Oefening : Welke vorm is הַקְטִילִי = haqëtîlî (doe doden).
- ´î =´ie (waar?) . אִי = ´î (ie) 1. vragend woord : waar ? Taalgebruik in Tenakh : ´î =´ie (waar?).
- אַיִן = ´ajin (waar) = אִי = אֵי = אַי?ֵה = ´ajjeh. Zie : אִי = ´î (ie) 1.
vragend woord : waar ? Taalgebruik in Tenakh : ´î =´ie (war?).
-
- Ned. : waar ? Arabisch : أين؟ = ´aina (waar?). Taalgebruik : ´aina (waar?). D. :. E. : where. Fr. : où. Grieks : που = pou (waar?). Taalgebruik in het NT : pou (waar?). Hebreeuws : אַיִן = ´ajin (waar) = אִי = אֵי = אַיֵּה = ´ajjeh. Zie : אִי = ´î (ie) 1.
vragend woord : waar ? Taalgebruik in Tenakh : ´î =´ie (waar?). Lat. : ubi.
- מֵאַיִן = me´ajin (vanwaar?).
- MH : = lë´ân (waarheen?). BH : אָנָה = ´ânâh (waarheen?).
- אִי = ´î (ie) kan verschillende betekenissen hebben : 1. vragend woord : waar ? 2. zelfstandig naamw. : eiland. Taalgebruik in Tenach : ´î (eiland). 3. zelfst. naamw. : een diersoort b.v. nachtuil. 4. tussenwerpsel : de uitroep wee. 5. bijwoord : niet. Jouön 1965 , 88A. Het is een zelfstandig naamw. met slechts één medeklinker , nl. de aleph.
- ´î (eiland). אִי = ´î ( (î) (eiland). Taalgebruik in Tenach : ´î (eiland). Getalwaarde : aleph = 1 ; jod = 10 ; totaal : 11. Structuur : 1 - 1. De som van de elementen is 2.
- Ned. : eiland. Arabisch : الجزيرة = aldzazîra (het eiland). D. Insel :. E. : isle. Fr. : île. Gr. : νησος = nèsos (eiland). Taalgebruik in het NT : nèsos (eiland). Taalgebruik in de LXX : nèsos (eiland). Hebreeuws : אִי = ´î ( (î) (eiland). Taalgebruik in Tenach : ´î (eiland).
- ´î (wee). אִי = ´î (wee) , wellicht ontstaan uit de scriptio defectiva אֹי = ´oj van אוֹי = ´ôj (wee). Taalgebruik uit Tenakh : אִי = ´î (wee). Tenakh o.a. Pr 10,16.
kan verschillende betekenissen hebben :
1. niet (prefix ontkennend).
2. zelfstandig naamw. : eiland. Taalgebruik in Tenach : ´î (eiland). Getalwaarde : aleph = 1 ; jod = 10 ; totaal : 11. Structuur : 1 - 1. De som van de elementen is 2.
- mann. mv. ´ijjîm (eilanden). Tenach (14). Js (10) : (1) Js 13,22. (2) Js 34,14. (3) Js 40,15. (4) Js 41,1. (5) Js 41,5. (6) Js 42,4. (7) Js 42,10. (8) Js 49,1. (9) Js 51,5. (10) Js 60,9.
- ´im (indien, ofschoon). עִם = ´im (indien, ofschoon). Taalgebruik in Tenakh : ´im (indien, ofschoon) en ´em (moeder). ´em (moeder). Taalgebruik in Tenach : ´em (moeder). Getalwaarde : aleph = 1 , mem = 13 of 40 ; totaal : 14 (2 X 7) OF 41. De som van de elementen is telkens 5. Tenakh (760). Pentateuch (172). Eerdere Profeten (196). Latere Profeten (64). 12 Kleine Profeten (22). Geschriften (230). Re (36). Re 2 (1) : Re 2,18. Js (34). Js 1-39 (21). Js 40-55 (5). Js 56-66 (8) : (1) Js 58,9. (2) Js 58,13. (3) Js 59,2. (4) Js 62,8. (5) Js 65,6. (6) Js 65,18. (7) Js 66,8. (8) Js 66,9. Kl (4) : (1) Kl 1,12. (2) Kl 2,20. (3) Kl 3,32. (4) Kl 5,22.
- `îr (stad). `îr (stad). Taalgebruik in Tenakh : `îr (stad). Getalwaarde : ajin = 16 of 70 , jod = 10 , resj = 20 of 200 ; totaal : 46 (2 X 23) OF 280 (2³ X 5 X 7). Structuur : 7 - 1 - 2. De som van de elementen is telkens 10 -> 1. Tenakh (136). Pentateuch (22). Eerdere Profeten (37). Latere Profeten (30). 12 Kleine
Profeten (8). Alle profetische boeken (75). Geschriften (39). Kl (1) : Kl 2,12.
- הָעִיר (= hâ`îr: de stad; < bep lidw ha + zn vr enk). Tenakh (283). Pentateuch (34). Eerdere Profeten (138). Latere Profeten (73). 12 Kleine
Profeten (9). Alle Profet. boeken (220). Geschriften (29). Kl (2) : (1) Kl 1,1. (2) Kl 2,15.
- me`îrô (uit zijn stad) < voorzetsel min + zelfst. naamw. + suffix persoonl. voornaamw. 3de pers. mann. enk.. Tenakh (2) : (1) 1 S 1,3. (2) 2 S 25,12.
- אִישׁ = ´îsj (man, ieder)
- ´îsj (man). אִישׁ = ´îsj (man,
ieder). Taalgebruik in Tenakh : ´îsj
(man). Getalwaarde : aleph = 1, jod = 10, sjin = 21 of 300 ; totaal : 32 (2² X 2³) of
311 (priemgetal). Structuur : 1 - 1 - 3. De som van de elementen is telkens 5. Tenakh (1023). Pentateuch (251). Eerdere Profeten (402). Latere Profeten (135). 12 Kleine
Profeten (37). Geschriften (198). Ex (65). Ex 16 (6) : (1) Ex 16,15. (2) Ex 16,16. (3) Ex 16,18. (4) Ex 16,19. (5) Ex 16,21. (6) Ex 16,29. Joz (27). Joz 24 (1) : Joz 24,28. Re (92). Dt (35). Dt 17 (2) : (1) Dt 17,2. (2) Dt 17,15. 1 S (74). 2 S (74). 1 K (55). 2 K (80). Re 19 (4) : (1) Re
19,1. (2) Re 19,15. (3) Re 19,16. (4) Re 19,18. 1 S 1 (1) : 1
S 1,1.
-- wajëhî (en hij was) ´îsj (man) (er was een man). Tenach (8) : (1) Gn
39,2. (2) Re
13,2. (3) Re
17,1. (4) Re
19,1. (5) 1
S 1,1. (6) 1
S 9,1. (7) 2
S 21,20. (8) 1
Kr 20,6.
--- הָאִישׁ = hâ´îsj (de man) < bepaald lidw. ha + zelfst. naamw. אִישׁ = ´îsj (man,
ieder). Taalgebruik in Tenakh : ´îsj
(man). Getalwaarde : aleph = 1, jod = 10, sjin = 21 of 300 ; totaal : 32 (2² X 2³) of
311 (priemgetal). Structuur : 1 - 1 - 3. De som van de elementen is telkens 5. Tenakh (155). Pentateuch (59). Eerdere Profeten (56). Latere Profeten (17). 12 Kleine
Profeten (2. Geschriften (21). 1 S (13) : (1) 1 S 1,3. (2) 1 S 1,21. (3) 1 S 2,16. (4) 1 S 4,16. (5) 1 S 4,18. (6) 1 S 9,9. (7) 1 S 9,17. (8) 1 S 14,24. (9) 1 S 14,28. (10) 1 S 17,24. (11) 1 S 17,25. (12) 1 S 25,3. (13) 1 S 29,4.
-- ´îsj gâdôl (een groot man). Tenach (2) : (1) 2
S 19,33. (2) 2
K 5,1.
- vr. enk. ´isjsjâh (vrouw). Getalwaarde : aleph = 1 , sjin = 21 of 300 , he = 5 ; totaal : 27 (3³) OF 306 (2 X 3² X 17). Structuur : 1 - 3 - 5. De som van de elementen is telkens 9.
- אִישׁ אֶחַד = ´îsj ´èchâd (een bepaalde man). Tenach (23) : (1) Gn 42,11. (2) Gn 42,13. (3) Nu 1,44. (4) Nu 13,2 (tweemaal). (5) Dt 1,23. (6) Joz 3,12 (tweemaal). (7) Joz 4,2 (tweemaal). (8) Joz 4,4 (tweemaal). (9) Joz 22,20. (10) Joz 23,10. (11) Re 13,2. (12) Re 18,19.
- אִשָּׁה = ´isjsjâh (vrouw)
- ´isjsjâh (vrouw). אִשָּׁה = ´isjsjâh (vrouw). Taalgebruik in Tenakh : ´isjsjâh (vrouw). Getalswaarde : aleph = 1 , sjin = 21 of 300 , he = 5 ; totaal : 27 (3³) OF 306 (2 X 3² X 17). Structuur : 1 - 3 - 5. De som van de elementen is telkens 9. Tenakh (29). ´isjëthô (zijn vrouw). Tenakh (62). Pentateuch (29). Eerdere Profeten (21). Latere Profeten (1). 12 Kleine Profeten (0). Geschriften (11).
- הָאִשָּׁה = hâ'isjsjâh (de vrouw) < bepaald lidw. + zelfst. naamw. vr. enk. אִשָּׁה = ´isjsjâh (vrouw). Taalgebruik in Tenakh : ´isjsjâh (vrouw). Getalwaarde : aleph = 1 , sjin = 21 of 300 , he = 5 ; totaal : 27 (3³) OF 306 (2 X 3² X 17). Structuur : 1 - 3 - 5. De som van de elementen is telkens 9. Tenakh (97). Pentateuch (39). Eerdere Profeten (53). Latere Profeten (1). 12 Kleine Profeten (0). Geschriften (4). Gn (16) : (1) Gn 3,1. (2) Gn 3,2. (3) Gn 3,4. (4) Gn 3,6. (5) Gn 3,12. (6) Gn 3,13. (7) Gn 3,15. (8) Gn 3,16. (9) Gn 12,14. (10) Gn 12,15. (11) Gn 20,3. (12) Gn 24,5. (13) Gn 24,8. (14) Gn 24,39. (15) Gn 24,44. (16) Gn 38,20.
- vr. enk. stat. construct אֵשֶׁת = 'esjèth (de vrouw van) van het zelfst. naamw. אִשָּׁה = ´isjsjâh (vrouw). Taalgebruik in Tenakh : ´isjsjâh (vrouw). Getalwaarde : aleph = 1 , sjin = 21 of 300 , he = 5 ; totaal : 27 (3³) OF 306 (2 X 3² X 17). Structuur : 1 - 3 - 5. De som van de elementen is telkens 9. Tenakh (93). Pentateuch (40). Eerdere Profeten (29). Latere Profeten (8). 12 Kleine Profeten (2). Geschriften (14).
- mann. mv. נָשִׁים = nâsjîm (vrouwen) bij het zelfst. naamw. אִשָּׁה = ´isjsjâh (vrouw). Taalgebruik in Tenakh : ´isjsjâh (vrouw). Getalwaarde : aleph = 1 , sjin = 21 of 300 , he = 5 ; totaal : 27 (3³) OF 306 (2 X 3² X 17). Structuur : 1 - 3 - 5. De som van de elementen is telkens 9. Tenakh (55). Pentateuch (8). Gn (5) : (1) Gn 4,19. (2) Gn 6,2. (3) Gn 11,29. (4) Gn 31,35. (5) Gn 31,50.
- `iwwer (blind). עִוֵּר = `iwwer (blind). Taalgebruik in Tenakh : `iwwer (blind). Getalwaarde : ajin = 16 of 70 , waw = 6 , resj = 20 of 200 ; totaal : 42 (2 X 3 X 7) OF 276 (2² X 3 X 23). Structuur : 7 - 6 - 2. De som van de elementen is telkens 6. Tenakh (13) : (1) Ex 4,11. (2) Lv 19,14. (3) Lv 21,18. (4) Dt 15,21. (5) Dt 27,18. (6) 2 S 5,8. (7) 2 K 25,7. (8) Js 42,19. (9) Js 43,8. (10) Jr 31,8. (11) Jr 39,7. (12) Jr 52,11. (13) Mal 1,8.
Een vorm van `iwwer (blind) in Js (9) : (1) Js
29,18. (2) Js
35,5. (3) Js
42,7. (4) Js
42,16. (5) Js
42,18. (6) Js
42,19 (2 vormen). (7) Js
43,8. (8) Js
56,10. (9) Js
59,10.
- vr. meerv. `iwërôth. Tenach (1) Js
42,7.
- mann. mv. עִוְרִים = iwërîm (blinden) van het zelfst. naamw. עִוֵּר = `iwwer (blind). Taalgebruik in
Tenakh : `iwwer
(blind). Getalwaarde : ajin = 16 of 70 , waw = 6 , resj = 20 of 200 ; totaal
: 42 (2 X 3 X 7) OF 276 (2² X 3 X 23). Structuur : 7 - 6 - 2. De som van de elementen is telkens 6. Tenakh (6) : (1) Js
29,18. (2) Js
35,5. (3) Js
42,16. (4) Js
56,10. (5) Ps 146,8. (6) Kl 4,14. Een vorm van עִוֵּר = `iwwer in 24 verzen.
- Lat. caecus. Fr. aveugle < ab oculis = beroofd van ogen. D. blind. E. blind.